Pedagogisch beleidsplan
Peuterwerk Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna Juni 2015
Inhoudsopgave 1. 2 2.1 2.2
Inleiding ............................................................................................................................... Doel pedagogisch beleidsplan ........................................................................................... Opvangsoorten en specifieke kenmerken .............................................................................. Doelstellingen Peuterwerk .....................................................................................................
3. 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Kinderdagpaleis La Luna, niet zomaar een organisatie .................................................... Algemene uitgangspunten pedagogisch handelen ........................................................... Pedagogische vuistregels Kinderdagpaleis La Luna .............................................................. Accepteren............................................................................................................................ Respecteren.......................................................................................................................... Serieus nemen en vertrouwen ............................................................................................... Veiligheid en geborgenheid ...................................................................................................
5 5.1 5.1.2 5.2
Pedagogisch handelen………………………………………………………………………………….. Taken pedagogisch medewerkers ......................................................................................... Het aannemen van een alerte en observerende houding ....................................................... Handboek Werk- ‘Wijzer’ .......................................................................................................
6 6.1. 7. 8 8.1 9 10 10.1
De voorbereidende, rijke leer- en speelomgeving ............................................................. Doorlopende leerlijn .............................................................................................................. VVE programma’s ............................................................................................................... De groep .............................................................................................................................. Afname extra dagdelen Gewennen............................................................................................................................ Kinderen die opvallen Gehanteerde werkvormen voor observaties en signaleringen ................................................
11. 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7 11.8 11.9 11.10 12. 12.1 12.2 12.3 12.4
Ouderbeleid ......................................................................................................................... Wederzijdsbegrip en waardering ........................................................................................... Wederzijds informeren .......................................................................................................... Kennismakingsgesprekken .................................................................................................... Oudergesprekken .................................................................................................................. Van dialoog naar advies ........................................................................................................ Oudercommissie ................................................................................................................... Ouderavonden ...................................................................................................................... Koffie- ochtende/middagen .................................................................................................... Meedraaien ........................................................................................................................... Ouders en voorschoolse educatie ......................................................................................... Organisatie .......................................................................................................................... Personeelsbeleid................................................................................................................... Deskundigheidsbevordering .................................................................................................. Veiligheid .............................................................................................................................. Vierogenprincipe ...................................................................................................................
13 14
Toetsing en implementatie beleidsplan ............................................................................. Slotwoord ............................................................................................................................
Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna November 2015
Inleiding Dit pedagogisch beleidsplan is specifiek gericht op het peuterwerk (Voorheen speelzaalwerk) binnen Kinderdagpaleis La Luna. De ontwikkelingen van het peuterwerk in Almere hangen samen met de harmonisatie: het samengaan van kinderopvang en peuterspeelzaal per augustus 2015. La Luna is vanaf augustus 2014 al van start gaan met uitbreiding in het Peuterwerk. La Luna is hiervoor geselecteerd door de gemeente Almere. La Luna wordt gezien als een kwalitatief goede organisatie, met de juiste capaciteiten om het aantal peuterplekken op de wachtlijsten te verminderen. Wij zijn uiteraard heel blij met deze erkenning. In samenwerking met welzijnsorganisatie De Schoor zijn de uitbreidingen opgezet. La Luna begint in de eerste instantie op twee locaties met het aanbieden van peuterwerk, De harmonisatie komt onder andere voort uit de plannen van minister Asscher. In zijn plan “Een betere basis voor Peuters” heeft de minister zich uitgesproken over zijn wensen en kaders om onderwijs, kinderopvang , peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie (vve), meer op elkaar af te stemmen. Versterking van de pedagogische kwaliteit, een kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen en een financieringsstructuur voor ouder s zijn hierbij de belangrijke doelstellingen. Beleid is constant in ontwikkeling. Herziene wetgevingen, maar ook het systematisch evalueren en toetsen van je aanbod, leiden tot wijzigingen. Zo weten we zeker dat onze visie actueel blijft en aansluit bij de behoeftes van de kinderen. In dit beleidsplan geven wij een overzicht van onderwerpen die in het peuterwerk spelen en wat voor ons belangrijk is. Wij brengen ons pedagogisch handelen in kaart en wij gaan in op onderwerpen zoals hygiëne, regels, gewoonten en werkwijze op de groep.
2.
Doel pedagogisch beleidsplan
Met dit pedagogisch beleidsplan willen wij voor iedereen inzichtelijk maken wat onze manier van denken en werken is. Zo vinden wij het belangrijk dat toekomstige pedagogisch medewerkers en ouders/verzorgers van tevoren weten hoe wij met een kind omgaan. Het pedagogisch beleidsplan bekrachtigd de eenheid binnen Kinderdagpaleis La Luna en zorgt ervoor dat we z’n allen op één lijn zitten. De kerntaak van de pedagogisch medewerkers is het begeleiden en stimuleren van kinderen. De pedagogisch medewerker is de spil op de groep en streeft ernaar om in goed overleg en samenwerking met ouders de maximaal mogelijke ondersteuning aan het kind te bieden. Heldere pedagogische handvatten en een speellrijke leer en speelomgeving dragen hieraan bij. Daarnaast geeft dit plan ook andere organisaties waar wij intensief mee samenwerken inzicht in onze werkwijze. Met dit pedagogisch beleidsplan streven wij de volgende doelen na: Eenduidigheid; vanuit dezelfde visie. Toetsbaarheid; wat is haalbaar? Herkenbaarheid; wat straal je uit? 2.1
Opvangsoorten en specifieke kenmerken
Kinderdagpaleis La Luna is een kinderopvangorganisatie. Wanneer we spreken over kinderopvang, bedoelen we de algehele opvang van kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. Binnen de kinderopvang kennen we verschillende soorten opvang, die elk hun eigen specifieke kenmerken hebben. De kinderopvang wordt verdeeld in: Hele dagopvang of kinderdagverblijf, opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Buitenschoolse opvang, opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar. Hieronder vallen 3 deelvormen, te weten: voorschoolse, tussenschoolse- en naschoolse opvang. Peuterwerk, de verzorging, opvoeding en bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen vanaf de leeftijd 2 jaar tot het tijdstip waarop ze kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna november 2015
La Luna had in totaal 12 locaties in Almere Stad en Almere buiten, waarvan een aantal gevestigd in of naast (brede) basisscholen. Per 1 augustus 2015 zijn er 6 locaties peuterwerk bij. 2.2
Doelstelling Peuterwerk
De kinderen De doelstelling van de speelzaal is gericht op een evenwichtige ontwikkeling van het kind, waarbij spelen voorop staat. Het kind krijgt de kans allerlei ervaringen op te doen buiten de huiselijke sfeer, in een ruimte waar het in contact komt met andere kinderen in dezelfde leeftijd, andere volwassenen en met gevarieerde materialen en spelvormen. We stimuleren en begeleiden de peuters op de volgende gebieden: Sociaal-emotionele ontwikkeling Door het kind een veilige omgeving te bieden kan het kind zich in sociaal en emotioneel opzicht verder ontwikkelen. Het kind leert om samen te delen, te wachten op elkaar, toe te geven, voor zichzelf op te komen, „nee‟ te zeggen. De kinderen worden begeleid bij het leren dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. De zelfstandigheid wordt gestimuleerd, waarbij wordt uitgegaan van wat het kind wil en wat het aan kan. Wij streven naar een positief zelfbeeld en willen kinderen het gevoel geven dat ze “erbij” horen. Creatieve ontwikkeling Door het aanbieden van gevarieerd materiaal leert het kind hiermee om te gaan. We dagen uit om te gaan spelen. We bevorderen zo de ontwikkeling van de fijne motoriek. Daarbij is er in de speelzaal voldoende mogelijkheid voor het fantasiespel van het kind. Door zijn fantasie leert het kind zich te uiten en zijn emoties te verwerken. Lichamelijke ontwikkeling In de speelzaal krijgt het kind voldoende kans zich in vrijheid te bewegen. Door hiervoor afwisselende materialen aan te bieden komt het kind tot de ontdekking dat het steeds meer met zijn lichaam kan doen. Verstandelijke ontwikkeling Het kind leert door het omgaan met diverse spelmaterialen en spelvormen meer inzicht te krijgen in verschillende begrippen en verhoudingen. Spelenderwijs zal het kind steeds vaker tot een oplossing komen van kleine probleempjes die zich voor kunnen doen in de speelzaal. Taalontwikkeling Gedurende de ochtend of middag stimuleren we de taalontwikkeling door middel van gesprekjes, spelletjes, liedjes, voorlezen en in alle vormen van het vrije en begeleide spel.
3. Kinderdagpaleis La Luna, niet zomaar een organisatie Om bovengenoemde uitspraak waar te maken en te kunnen bereiken wat wij willen, is onze werkwijze gebaseerd op: Sfeer, warmte en oog voor detail als kenmerkende eigenschappen van ons Kinderdagpaleis. Zorg, service, betrokkenheid, professioneel, gezelligheid en een prettige omgeving staan voorop. Kinderen alle zorg en warmte geven die zij nodig hebben. Uitstekende totale verzorging en service bieden. Meedenken in de opvoeding en ontwikkeling van het kind. Een intensieve relatie aangaan met klanten en kinderen. Hoge eisen stellen aan kwaliteit in geval van medewerkers, organisatie en ruimtes. Pedagogisch medewerkers aanstellen die gediplomeerd, professioneel, creatief en flexibel zijn. Met zorg en smaak inrichten van het interieur en letten op functioneel en duurzaam. Plannen uitzetten, evalueren en indien nodig bijstellen, gebaseerd op het kwaliteitssysteem Kinderopvang op basis waarvan wij werken. Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna november 2015
4. 4.1
Algemene uitgangspunten pedagogisch handelen Pedagogische vuistregels Kinderdagpaleis La Luna
4.1.1 Accepteren Wij nemen het kind zoals het is. Wij staan open voor de aard van het kind of hoe het speelt waarbij we ons proberen in te leven in het desbetreffende kind. We proberen een kind niet te veranderen. Door het te accepteren, wijzen wij het kind nooit af. Het gedrag mag afgekeurd worden, maar je vertelt dan wel waarom en je verwoordt daarbij je eigen gevoel en dat van het kind. Dit kan ook door gebaren of aanraking (aai, knuffel). 4.1.2 Respecteren Door het kind met een open houding tegemoet te treden, willen we het kind laten merken dat we hem respecteren. Dit hangt nauw samen met onze normen en waarden. Wij vellen geen oordeel. Wij laten een kind in zijn waarde en wij aanvaarden het karakter van een kind. Je kunt een kind respecteren en toch sturen door bijvoorbeeld af te remmen of druk spel om te buigen. 4.1.3 Serieus nemen en vertrouwen Kinderen willen graag horen wat ze wel of niet gedaan hebben, want dan voelen ze zich begrepen. Dit geldt voor zowel de leuke als de minder leuke dingen. Wij doen dit door actief te luisteren en terug te vragen en op het kind in te gaan. We schenken aandacht aan wat het kind te vertellen heeft en luisteren niet met een half oor. Voelt het kind zich serieus genomen door de pedagogisch medewerker(s), dan zal het kind vertrouwen krijgen in de pedagogisch medewerker(s). Voor het kind is het daarom belangrijk dat het weet dat hij op de pedagogisch medewerkers kan bouwen en zich serieus genomen voelt. Door zich steeds meer vertrouwd te voelen met de pedagogisch medewerkers en de groep zal het kind zich veilig gaan voelen. Het vinden van vertrouwen is een groeiproces dat tijd vergt. 4.1.4 Veiligheid en geborgenheid Een kind ervaart veiligheid als de wereld om hem heen enigszins gestructureerd is. Als het kind bij ons is, is het dus belangrijk dat het een gevoel van veiligheid ervaart. Dit doen wij in eerste instantie door te laten merken dat we er voor het kind zijn. Daarnaast zit een kind op zijn eigen groep en heeft het zijn eigen pedagogisch medewerkers. Ook de dagindeling zorgt voor structuur. Het kind gaat het ritme herkennen en ervaart zo de veiligheid die het nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. Het kind weet waar het aan toe is. Doordat een kind veiligheid te bieden, zal het zich geborgen voelen. Het zal zich hierdoor op een prettige manier kunnen ontwikkelen. Vanuit deze basis vindt het kind de ruimte om te experimenteren en kan het zo de wereld om hem heen ontdekken.
5 Pedagogisch handelen Onder het pedagogisch handelen, verstaan wij al het handelen gericht op de begeleiding van kinderen, de taken van pedagogisch medewerkers binnen het peuterwerk en het begeleiden en stimuleren van het individualiteit. 5.1
Taken pedagogisch medewerkers
Pedagogisch medewerkers hebben een veelzijdige taak. Zij dienen het vermogen te hebben een veilige en geborgen sfeer te scheppen waarin kinderen zich thuis voelen. Zij moeten erop gericht zijn een kind in zijn ontwikkeling te begeleiden. Daarbij zijn alle aspecten van de ontwikkeling van het jonge kind en het groepsgebeuren belangrijk. De taken van pedagogisch medewerkers zijn: Kinderen in hun waarde laten. Zorgen voor een goede en warme sfeer binnen de groep. Aanmoedigen tot exploratie. Aanmoedigen tot het zelf oplossen van problemen. Zorgen voor een aantrekkelijke, verzorgde en uitnodigende ruimte. Zorgen voor een vertrouwelijke sfeer met het kind. Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna november 2015
Zorgen voor rust in de onmiddellijke omgeving van het kind. Aannemen van een alerte en observerende houding. Op de juiste momenten de activiteiten verdiepen Structuur aanbrengen op de groepen Communiceren met ouders en overige samenwerkingspartijen; Uitvoering voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
Een aantal taken uitgelicht: 5.1.1 Het aannemen van een alerte en observerende houding De houding van een pedagogisch medewerker is actief. Hij/zij is alert en observerend. De pedagogisch medewerker geeft op basis hiervan hulp die kinderen voor hun ontwikkeling nodig hebben. Op basis van deze observaties maakt de pedagogisch medewerker aantekeningen en registreert hij/zij de ontwikkeling van kinderen. Op de locaties wordt gewerkt met het kindvolgsysteem die aansluit bij het gebruikte VVE programma. Tijdens het observeren letten de pedagogisch medewerkers op gewone en veel voorkomende handelingen, de wijze waarop het kind zich aan zijn omgeving aanpast (de bewegingen) en hoe het kind is tijdens concentratiemomenten. De pedagogisch medewerkers observeren, op de volgende aspecten bij het kind: Werkhouding: interesse, richting van de activiteit, mate van concentratie, zelfwerkzaamheid en creativiteit. Gedrag: gehoorzaamheid, samenwerking, houding ten opzichte van andere peuters, volwassenen en de omgeving. Ontwikkeling motoriek: grove motoriek, fijne motoriek, hand-oog-coördinatie Taalontwikkeling: begripsvorming, passieve woordenschat, actieve woordenschat, uitspraak en zinsbouw. Hoe functioneert een kind in vergelijk tot de gemiddelde vaardigheden per ontwikkelingsfases? Op de juiste momenten de activiteiten verdiepen Kinderen helpen met het structureren van de activiteit, zodat leer- en ontwikkelingsprocessen ruimte krijgen voorbeeld: twee kinderen willen een garage bouwen. Jij gaat met ze in gesprek over hoe ze dat gaan aanpakken en doet suggesties/ geeft adviezen De pedagogisch medewerkers worden opgeleid om inzicht te krijgen in de verschillende ontwikkelingsfases van kinderen. Om de processen te verdiepen en uit te breiden maken ze gebruik van de didactische handelingsmodellen die ze leren tijdens de VVE opleiding. Voorbeeld van zo’n didactisch handelingsmodel: De 5 impulsen 1. oriënteren op vorm en inhoud 2. verbeteren en verdiepen 3. verbreden en verbinden 4. toevoegen 5. reflecteren
steeds in samenwerking met de kinderen
5.2 Handboek Werk - ’Wijzer’ Om de medewerkers te ondersteunen bij hun taken zijn er verschillende werkinstructies en protocollen ontwikkeld; deze zijn samengebundeld in het handboek kwaliteit van Kinderdagpaleis La Luna. Het handboek is bedoeld om als leidraad te dienen voor onze manier van werken en wordt uitvoerig gebruikt op de werkvloer. Het geeft een duidelijk overzicht van alle procedures en documenten binnen de organisatie en de werking ervan. Hierdoor ontstaat een eenduidige manier van werken en iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt. Zo houden we met zijn allen de kwaliteit van onze dienstverlening en het werkplezier hoog! Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna november 2015
Enkele voorbeelden van opgenomen beschrijvingen: - Hygiëne protocol - Kindermishandeling protocol (Deze is gebaseerd op de landelijke meldcode kinderopvang) - Uitstapjes protocol - Ziektebeleid kinderen - Opvallende kinderen - GGD protocol
6 De voorbereidende, rijke leer- en speelomgeving Kinderen ontwikkelen zich in wisselwerking met hun omgeving. Ze absorberen alles wat in de omgeving aanwezig is en reageren daarop. Wij vinden het daarom van belang dat er veel aandacht wordt besteed aan de omgeving. Een omgeving moet aansluiten bij de ontwikkelingsfase van een kind en moet aanzetten tot activiteit en de mogelijkheid tot het zelf netjes houden van zijn omgeving. Wij vinden het belangrijk dat het kind de kans krijgt om geconcentreerd bezig te zijn. Wij vinden het ook belangrijk dat de omgeving uitnodigt tot zelfstandigheid. Hiermee bedoelen wij dat peuters zelf leren hun jassen en schoenen uitdoen, alleen naar het toilet kunnen gaan, helpen bij het klaarzetten van benodigde materialen. De kinderen gaan zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. Het kind kan alles wat het nodig heeft zelf pakken en ook weer terugzetten. Aan de pedagogisch medewerkers is het de taak te zorgen dat alles in de omgeving herkenbaar is ingedeeld. De groepen zijn op kinderhoogte afgesteld, zodat dat de kinderen gemakkelijk kunnen opruimen. In de groep staan lage, ondiepe planken en kastjes waar al het spelmateriaal is opgeborgen. Wij streven in een voorbereidende omgeving naar: Zelfstandigheid. Bewegingsvrijheid voor kinderen. Verantwoordelijkheidsgevoel. Een uitnodigende, aantrekkelijke en overzichtelijke ruimte. Een ruimte die stimuleert tot ontdekken en betekenisvol spel Activiteiten met spelkarakter zijn belangrijke ingrediënten voor kinderen om te leren. Dit werkt het best in een omgeving met duidelijk e hoeken waar specifieke en herkenbare activiteiten kunnen plaatsvinden. De ruimte is verdeeld in een vrijde ruimte voor de kring. Daarnaast in ieder geval huis- , bouw, cognitieve, lees- en creatieve hoeken. Verder is er plaats voor het thema en/of thematafel. Als de ruimte het toelaat is er een zand/waterhoek, snoezelhoek en/of zintuiglijke hoek of wand. 6.1 Doorlopende leerlijn Voor het kind maken we een soepele overgang naar de basisschool mogelijk. We praten er met hen over. Soms brengen we met de bijna 4-jarigen een bezoek aan de basisschool. Hierdoor kent de basisschool geen verassingen meer als uw kind vol vertrouwen de overstap maakt. De kennis, ervaring die in de voorschoolse periode door pedagogisch medewerker is opgedaan over het kind, wordt overgedragen aan de basisschool. Dit kan op verschillende manieren. Als locatie en basisschool werken met eenzelfde VVE methode is er: - samenwerking in de pedagogische aanpak, bij thema’s en activiteiten; - in het ouderbeleid, informatieoverdracht van observatie- en registratiegegevens; - zorgstructuur. In alle gevallen is er overdracht van informatie over kinderen, zodra deze naar de basisschool gaan. Deze overdracht doen we digitaal via het Almeerse overdrachtsformulier Peuterestafette. De Peuterestafette is geïmplementeerd in Digidoor(*) , zodat de informatie snel en makkelijk inzichtelijk wordt voor de basisscholen. Heeft de peuter vier dagdelen VVE gevolgd, dan is er ook “warme overdracht”; in het contact tussen de pedagogisch medewerker en een leerkracht (of individueel begeleider) van de basisschool worden bijzonderheden besproken. ( *)Digidoor: Doorstroomapplicatie gebruikt door primair en voorgezet onderwijs in Almere Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna november 2015
7.
VVE programma’s
Op onze speelzalen wordt gebruik gemaakt van diverse VVE methoden, o.a: - Startblokken van Basisontwikkeling’ - Piramide - Uk en Puk - Kaleidoscoop La Luna heeft een interne VVE trainer in huis, die zich richt op het programma Startblokken. Er is voor deze methode gekozen, omdat het goed aansluit bij de algemene visie van La Luna. Startblokken is een pedagogisch werkplan om de ontwikkeling van peuters en jonge kinderen optimaal te stimuleren. Verschil met andere VVE programma’s is, dat de pedagogische medewerkers geen gebruik maken van een vaststaand aanbod van taal en woordenschatoefeningen. De pedagogische medewerkers zijn er meer op gericht om aanknopingspunten te vinden bij de spelontwikkeling van de kinderen. Er wordt veel aandacht besteed aan taal. In het door de medewerker gestuurde spel liggen namelijk volop kansen en mogelijkheden om taal en denken uit te lokken en te stimuleren.
8.
De groep
Afhankelijk van de afmetingen van de groepsruimte bestaat de groep uit 14 tot maximaal 16 peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. La luna biedt vier dagdelen per week VVE aan 2,5 tot 4 jarige Almeerser doelgroepkinderen op een speelzaal. Criteria doelgroepkinderen zijn vastgesteld door de Gemeente Almere en te vinden in de checklist VVE.La luna biedt twee dagdelen per week aan 2 tot 4 jarige niet-doelgroepkinderen en doelgroepkinderen van 2 tot 2,5 jaar. Wanneer mogelijk en naargelang de behoefte van de groep wordt er één dagdeel per week toeleiding geboden. dit kan zijn; Minisamenspel (vanaf 1,5 jaar) of Opstapje. Toeleiding is bestemd voor doelgroepkinderen. VVE en speelzaalwerk zijn het vervolg op deze activiteiten. De uitgangspunten bij het wachtlijstbeheer en de aanpak van inschrijven en plaasten van kinderen op de speelzalen zijn: - Inzichtelijk en consequent volgens duidelijke richtlijnenn inschrijven en plaatsen van kinderen - Vaste groepen - Zo mogelijk rekening houden met signalen van ouders, pedagogisch medewerkers en verwijzers Naast de speelzaalgroepsruimte kunnen de peuters gebruik maken van andere ruimtes in scholen en/of buurtcentra. Dit gebeurt altijd onder begeleiding van de eigen medewerkers. Voorafgaand wordt gekeken of er maatregelen voor de veiligheid moeten worden getroffen. Voor uitstapjes gelden aparte regels, deze zijn opgenomen in ons uitstapjes protocol. 8.1 Afname extra dagdelen Binnen het peuterwerk hebben de kinderen vaste dagdelen. Er wordt een onderscheidt gemaakt tussen reguliere plekken (zij komen twee dagdelen) en kinderen met VVE indicatie (zij komen vier dagdelen). De vaste dagdelen dragen bij aan de continuïteit en vaste structuur van de voorschool en gehanteerde VVE programma.
9.
Gewenning
Tijdens het eerste dagdeel vinden we het belangrijk dat de peuter op een rustige manier kennismaakt met de groep en haar rituelen. De peuter komt samen met de ouder(s) op de speelzaal en wordt ontvangen door de pedagogisch medewerker. De pedagogisch medewerker neemt samen met de peuter afscheid en zij helpt de peuter verder op weg in de groep. Tijdens de kring wordt de peuter voorgesteld en verwelkomd. Iedere peuter mag zich in haar/zijn tempo thuis gaan voelen in de groep.
Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna november 2015
Om het wennen goed te laten verlopen worden er met de ouder(s) afspraken gemaakt of zij weggaan, hoe lang, waar de ouder bereikbaar is en hoe deze tussentijds wordt geïnformeerd. We streven er naar dat ouder(s) het eerste dagdeel een tijd(je) weggaan. Na de 8 wendagdelen geeft de pedagogisch medewerker aan de ouder aan hoe deze periode is verlopen en maakt zij een afspraak voor een oudergesprek na 12 dagdelen. Vooraf doet de pedagogisch medewerker een observatie, gekoppeld aan de VVE methode, en bespreekt zij deze met de ouder(s) in het oudergesprek. Het is ook fijn om de ervaring van de ouder(s) te horen in het oudergesprek, zodat we tot een goede samenwerking komen.
10.
Kinderen die opvallen
Soms verloopt de ontwikkeling van kinderen niet optimaal. Pedagogisch medewerkers werken de hele dag met kinderen. Zij hebben dus veel 'vergelijkingsmateriaal’. Doordat de kinderen ook gericht worden geobserveerd en de bevindingen worden, komen aspecten van lichamelijke, sociaal/emotionele en cognitieve ontwikkeling duidelijk aan het licht. Daarbij maken wij het volgende onderscheid: a. Problemen die het kind heeft. b. Problemen die een pedagogisch medewerker heeft omdat ze niet goed raad weet met bepaald gedrag van een kind. a. Problemen die het kind heeft Wanneer een pedagogisch medewerker zich zorgen maakt over een kind brengt zij dit in op de werkbespreking. Met de overige pedagogisch medewerkers van de groep wordt het probleem besproken. Uitgaande van het feit dat pedagogisch medewerkers zich bezorgd maken over de ontwikkeling van het kind wordt een gesprek met een of beide ouders aangegaan om te praten over die bezorgdheid. Dit gesprek gebeurt altijd met medeweten van het team pedagogisch medewerkers. Natuurlijk hoeft dit niet te betekenen dat er meteen een doorverwijzing plaats gaat vinden. Integendeel, pedagogisch medewerkers willen ouders onmiddellijk betrekken in hun zorgen en twijfels over hun kind. Openheid is voor ons belangrijk. Pedagogisch medewerkers gaan op voet van gelijkheid met ouders om. Samen met ouders wordt bekeken hoe het probleem aangepakt of opgelost kan worden. Vroegsignalering Als we ons zorgen maken over een kind (signalering van een achterstand of problemen opmerken) spelen we daar samen met ouders door een aangepaste aanpak (activiteiten, extra stimulering) op in. Dit is een reden om gerichter, vaker en gedetailleerder naar een kind te kijken. Wanneer het goed is een hulpverlenende instantie in te schakelen,doen wij dit ook in overleg met de ouders/verzorgers. Wanneer de hulpverlenende instantie aanvullende informatie nodig heeft, gebeurt dit alleen met toestemming van de ouders. Ook hiervoor geldt dat het belang van het kind centraal staat. Peuterwerk is een schakel in de keten rond advies en hulp aan kind en ouders en sluit aan bij lokale jeugdbeleid b. Problemen die een pedagogisch medewerkers heeft met bepaald gedrag van een kind Wanneer een pedagogisch medewerker problemen heeft met bepaald gedrag van een kind brengt hij/zij dit in op de werkbespreking. Hij/zij wil dan advies hoe het kind het beste kan worden opvangen of gestimuleerd. Ook hier geldt openheid naar ouders. Samen met de pedagogisch medewerker en de ouders wordt gekozen voor een pedagogische aanpak waardoor de omgang tussen de pedagogisch medewerker en het kind zo goed mogelijk wordt. Uitzondering Bij zware vermoedens van mishandeling, verwaarlozing en misbruik, hanteren wij de stappenplannen (3 routes) uit “De meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling voor de branche kinderopvang. De meldcode maakt duidelijk welke functionarissen kunnen worden geraadpleegd voor advies en ondersteuning bij het volgen van de routes. Deze handelswijze is opgenomen in ons protocol kindermishandeling. Belangrijke aspecten uit dit protocol zijn: de wijze van signaleren, gespreksvoering en handelen. Binnen de organisatie is een aandachtsfunctionaris werkzaam. De aandachtsfunctionaris heeft een centrale rol in de stappen rond het signaleren en handelen bij vermoedens. De aandachtsfunctionaris heeft tevens contact met externe partijen als bijvoorbeeld, Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna November 2015
Veilig Thuis Flevoland Meldpunt (VTF). Het belang van het kind staat altijd voorop. Het kan daarom in deze situaties voorkomen dat er wordt gekozen om ouders juist niet te betrekken in verband met de veiligheid van het kind of die van anderen. 10.1 Voorbeelden van gehanteerde werkvormen voor observaties en signaleringen - Wekelijks werkoverleg tussen de pedagogisch medewerkers; Daarin wordt o.a. besproken, ontwikkelingen in de groep , individuele kinderen, pedagogische aanpak, voorbereiding van thema’s, samenwerking en huishoudelijke zaken. De vestigingsmanager sluit hier regelmatig bij aan en geeft advies en/of beleidsmatige input wanneer nodig. – 6 Wekelijks zorgoverleg met Jeugdgezondheidszorg (JGZ); Het doel van dit overleg is zorgen voor tijdige hulp voor de kinderen. Ouders worden vooraf altijd geïnformeerd als hun kind wordt besproken. - Kindvolgsystemen die aansluiten bij de gebruikte VVE methode op de groep (en/of school) ; Het doel: Een kinddossier opbouwen over de ontwikkeling, kennis en vaardigheden van het kind. Daarnaast een instrument om ontwikkelingssignalerende gegevens op het spoor te komen. Voorbeelden van de diverse gebruikte volgsystemen: HOREB (Startblokken), Cito toetsen (Piramide), Registratieformulieren Uk & Puk, Peuterplein, Inzichtelijk, Groepsoverzichten en behandelplannen.
11. Ouderbeleid Ouderbetrokkenheid in het peuterwerk betreft de ouder als opvoeder. Het gaat om zaken die te maken hebben met de relatie tussen de pedagogische begeleiders van het kind en de ouders. De betrokkenheid bij het ontwikkelings- en leerproces en/of de opvoeding van het kind. Ouderparticipatie op de peutergroep omvat actief meedoen en meedraaien, klussen, medezeggenschap (maatschappelijke participatie). De pedagogisch medewerker draagt zorg voor een veilig klimaat en gaat om met die verschillen. Zij zorgt ervoor dat alle ouders zich welkom voelen en maakt met iedere ouder individueel contact. Een betekenisvol contact en regelmatig overleg tussen ouders en pedagogisch medewerker vormt de basis voor goed peuterwerk. Hierdoor kunnen ouders en de pedagogisch medewerker de verschillende leefwerelden voor het kind verbinden. 11.1 Wederzijds begrip en waardering Bij het kennismakingsgesprek en tijdens de eerste weken dat het kind de speelzaal bezoekt leggen wij de basis voor wederzijds begrip en waardering. Ouders zijn onze gelijkwaardige partners. Als ouder zijn zij de deskundigen als het gaat om hun eigen kind. In de dialoog tussen de ouder en de pedagogisch medewerker worden de verschillende leefwerelden van het kind aan elkaar verbonden. Als ouders ervaren dat zij én hun kind gezien en gewaardeerd worden, dan dragen zij hun kind met een positief gevoel over. Omgekeerd zijn pedagogisch medewerkers op de hoogte van de thuissituatie en begrijpen daardoor gedragingen van het kind beter. Voorwaardelijk in het contact met ouders is een neutrale houding van de pedagogisch medewerker. Deze houding en de hartelijkheid van de pedagogisch medewerker maken het voor ouders laagdrempelig om contact aan te gaan. 11.2 Wederzijds informeren We nemen de tijd voor de breng- en haalgesprekken met ouders. ‘s Morgens kunnen ouders, als zij dat willen, een kopje thee of koffie nemen. Zij kunnen dan met de pedagogisch medewerker eventueel dingen bespreken. Hoe beter we weten wat een kind thuis heeft beleefd, hoe beter we het kunnen begeleiden. Tijdens het haalgesprek wordt aan de ouders verteld wat hun kind die dag meegemaakt heeft. Ook worden belangrijke dingen genoemd of een leuke anekdote over hun kind. Elke pedagogisch medewerker is in eerste instantie verantwoordelijk voor een goede relatie met de ouders van de kinderen: hij/zij doet alle gesprekken, schrijft in het schriftje, houdt de documentatiemappen bij en zorgt ervoor dat de informatie uit de werkbegeleiding aan de desbetreffende ouders wordt doorgegeven. Op deze manier zorgen we ervoor dat ouders niet tussen wal en schip raken en zij de pedagogische informatie over hun kind krijgen waar ze recht op hebben.
Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna November 2015
11.3 Kennismakingsgesprekken Tijdens de kennismakingsgesprekken praten de pedagogisch medewerkers praten met de ouder(s) over de situatie van het kind/gezin en over de manier van werken en de afspraken van het peuterwerk. Het doel hiervan is wederzijdse verwachtingen en ideeën duidelijk te maken. Tegelijkertijd wordt hier alle belangrijke informatie van de ouders over het kind en de thuissituatie uitgewisseld. De ouder(s) is de ervaringsdeskundige(n) als het gaat om kennis over hun eigen kind. We doen moeite om samen met de ouders te komen tot een aanpak die voor het kind het beste is en die past binnen ons pedagogisch beleidsplan. Wij staan open voor gewoonten en gebruiken uit andere culturen en houden daar zoveel mogelijk rekening mee. 11.4 Oudergesprekken Een stapje verder dan informatie uitwisselen gaat het op elkaar afstemmen van de verzorging, opvoeding en educatie. Wanneer beginnen we aan de zindelijkheidstraining, hoe gaan we om met kinderen die opvallen, welke educatieve activiteiten worden uitgevoerd? Pedagogisch medewerkers voeren minimaal drie maal gedurende de plaatsingsperiode een formeel oudergesprek. Soms wordt een extra gesprek gevoerd, bijvoorbeeld als de pedagogisch medewerker zich zorgen maakt of niet goed raad weet met bepaald gedrag. Komen een ouder en de pedagogisch medewerker er samen niet uit? Dan wordt de vestigingsmanager erbij betrokken. 11.5 Van dialoog naar advies Zoals genoemd in paragraaf 10.a, verwijzen we ouders door. Wij zijn op regelmatige basis in gesprek en onderhouden contact met organisaties en instanties als: - andere speelzalen - het gezondheidscentrum - de basisscholen - Oké-punt - Jeugdgezondheidszorg /Consultatiebureaus - Wijkteams Almere - Veilig Thuis Flevoland 11.6 Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit minimaal 3 ouders van de speelzaal. De oudercommissie adviseert en voert overleg over de beleidsontwikkeling en uitvoering van het beleid binnen de organisatie, voor zover het beleid van invloed is op de kinderen en/of ouders. Het overleg wordt gevoerd met de vestigingsmanager van de vestiging. Taken van de oudercommissie zijn: contacten tussen ouders en medewerkers onderhouden een bijdrage geven aan het kwaliteitsbeleid van de organisatie door middel van adviezen belangen vertegenwoordigen van de kinderen en ouders 11.7 Ouderavonden In grote kring is er contact tussen pedagogisch medewerkers en ouders en er wordt allerlei informatie uitgewisseld. Doel hierbij is dat onderlinge oudercontacten en de betrokkenheid bij het groepsgebeuren gestimuleerd worden. Meestal is er thema verbonden aan de ouderavond, zoals een EHBO-cursus, een spreker over een opvoedkundig vraagstuk of een videoregistratie van de groep. De organisatie ligt in handen van de pedagogisch medewerkers en vestigingsmanager van de locatie. 11.8 Koffie-ochtenden/middagen Evenals de ouderavonden zijn de “koffie-ochtenden/middagen” bedoeld om het informele contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers te bevorderen. Een gezellig samenzijn waarin informatie wordt uitgewisseld en de verbondenheid wordt gestimuleerd, doordat u herkenning vind in bijvoorbeeld opvoedingsvragen. 11.9 Meedraaien U heeft de gelegenheid om mee te helpen op de speelzaal. Het is goed om te zien hoe uw peuter functioneert in de groep. Tijdens het meedraaien wordt u meer betrokken bij het peuterwerk en de groep.
Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna November 2015
U ziet waaruit een dagindeling bestaat, leert de liedjes en de spelletjes van de peuter en ziet hoe wij met uw kind omgaan. U kunt uw peuter nu beter begrijpen wanneer het thuis wat over de groep vertelt. Op deze manier leert u ook de andere ouders en pedagogisch medewerkers beter kennen. Wat kunt u betekenen tijdens het meedraaien? Een belangrijk onderdeel is om met de peuters samen te spelen, zodat zij gestimuleerd worden in hun ontwikkeling. Een helpende hand is van harte welkom voor een goed verloop van een activiteit. U kunt tevens het buitenspel begeleiden. We vinden het heel leuk als ouders hun eigen talenten willen zetten. Daarnaast vragen wij ook geregeld uw hulp in de vorm van een schoonmaakochtend. 11.10
Ouders en voorschoolse educatie
Uit onderzoek (*) blijkt dat ouders die betrokken zijn bij wat hun kind leert op de groep, hier thuis op doorgaan. Leermomenten van het kind worden zo verlengd. Wij hechten daarom veel waarde aan onze samenwerking met ouders bij de uitvoering van de VVE methode. Ouders ontvangen informatie over de VVE methode en werkwijze. Zij worden op de hoogte gesteld van de activiteiten die hun kinderen ondernemen en worden uitgenodigd deel te nemen aan ouderbijéénkomsten. Ze ontvangen informatie om mee naar huis te nemen en kunnen naar behoefte meer informatie krijgen om samen met hun kind te kunnen praten of zingen over de thema’s. Pedagogisch medewerkers vragen na wat er thuis besproken is: zo ontstaat waardevolle informatieuitwisseling. (*) Databank effectieve jeugdinterventies NSI
12
Organisatie
12.1 Personeelsbeleid Op alle groepen worden altijd 2 beroepskrachten ingezet. Zij voldoen aan de opleidingseisen, te weten: minimaal een relevante MBO opleiding, niveau 3. Onze medewerkers worden in een VVE methode getraind. Stagiaires nemen we aan met een minimum van 4 maanden en voor minimaal 20 uur per week. Wij houden vast aan het minimum van 20 uur, omdat de kinderen de stagiaire in deze korte periode moeten leren kennen. 12.2 Deskundigheidsbevordering Pedagogisch medewerkers worden gestimuleerd om hun deskundigheid te bevorderen. Dit kan collectief gebeuren, waarbij in de jaarplanning wordt gekeken welke gezamenlijke cursussen/aandachtspunten er het komende jaar opgepakt gaan worden. Deze gezamenlijk cursussen zijn verplicht voor elke pedagogisch medewerker. Er zijn ook individuele trajecten waarbij het management bepaalde cursussen aandraagt of de pedagogisch medewerkers zelf. Tijdens de functioneringsgesprekken worden de individuele wensen en/of eisen besproken en gepland. Voorbeelden van terugkerende thema's tijdens de verplichte cursussen en trainingen zijn: – VVE methodes – Taal en interactie vaardigheden – Pedagogisch handelen – Vroegsignalering (Bijv.Veilig thuis/ Logopedie) 12.3 Veiligheid Alle vestigingen en groepen hebben een eigen vluchtplan De instructies: wat te doen bij brand” hangen bij de blusapparatuur. Elke pedagogisch medewerker dient deze te kennen. Alle medewerkers nemen verplicht deel aan de EHBO-cursus en zijn in het bezit (of binnenkort) van een EHBO-certificaat. Op elke vestiging is minimaal een persoon in het bezit van een BHV-diploma.
Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna November 2015
Elk jaar worden wij gecontroleerd door de brandweer, GGD en andere instanties zoals de keuringsdienst van waren. Wij voldoen aan alle gestelde eisen. Bij tussentijdse veranderingen (wetmatig of intern) stellen wij alles zo snel mogelijk in het werk om een oplossing te zorgen en de situatie aan te passen. 12.4 Vierogenprincipe Het vierogenprincipe betekent dat er altijd minimaal twee volwassenen in een bepaalde vorm toezicht moeten houden op de kinderen op de groepen. Op alle groepen worden dus ook altijd twee beroepskrachten ingezet. Bij het openen en sluiten van het pand zijn altijd of 2 pedagogisch medewerkers aanwezig of\ of indien aanwezig een stagiaire/vrijwilliger boven de 18 jaar. Toezicht bij het buitenspelen. Een pedagogisch medewerker die met de kinderen buiten speelt is zichtbaar door omgeving /buurt. De medewerkers delen hun werkzaamheden zo in dat te allen tijde de peuter en de volwassene door een andere medewerker gezien en gehoord kan worden. Het vierogenprotocol is te vinden in het Kwaliteitshandboek van La Luna.
13.
Toetsing en implementatie beleidsplan
Toetsing vindt regelmatig plaats tijdens begeleidingsgesprekken en het werkoverleg van pedagogisch medewerkers met de vestingmanagers. Ook tijdens de teamvergaderingen komen op verzoek van pedagogisch medewerkers, ouders of leidinggevende, zaken aan de orde die te maken hebben met ons pedagogisch handelen en ons pedagogisch beleidsplan zoals het hier voor u ligt. Toetsing vindt ook plaats via observatieformulieren en video-opnames. Iedere twee jaar wordt het hele pedagogisch beleidsplan doorgenomen om te zien of er zaken bijgesteld moeten worden. Door middel van interne controles; medewerkers worden bevraagd op hun kennis van het Handboek Werkwijzer en de toepassing van de beschreven documenten en protocollen. Ouders kunnen na het lezen van dit pedagogisch beleidsplan altijd met hun vragen terecht bij de pedagogisch medewerkers of bij de vestigingsmanager. Daarnaast worden er ook externe controles gedaan door de GGD en in de toekomst, de onderwijsinspectie. Deze toetsen en evaluaties leiden tot het borgen en verbeteren van onze kwaliteit.
14.
Slotwoord
Zoals uit dit beleids-, werk- en activiteitenplan mag blijken, proberen we zo zorgvuldig mogelijk om te gaan met de kinderen, de ouders en de pedagogisch medewerkers. We willen de kwaliteit goed houden en het liefst nog verbeteren en verfijnen. Het is dan ook niet de bedoeling dat wat nu op papier staat een starre methode wordt. Opvoedkundige inzichten veranderen en we willen ons handelen ter discussie blijven stellen. De conclusies die we nu trekken, worden bijgesteld wanneer we daar als team, in samenspraak met ouders en directie goede redenen voor hebben.
Pedagogisch beleidsplan Peuterwerk Kinderdagpaleis La Luna November 2015