Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Pedagogisch beleidsplan Zigzag Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................... 3 1. Doelstelling en pedagogische visie ................................................................... 4 1.1 Doelstelling van Zigzag ....................................................................................... 4 1.2 De visie van Zigzag ............................................................................................ 5 1.3 Visie op de ontwikkeling van het kind .................................................................. 5 1.3.1 Respectvolle verzorging ................................................................................. 5 1.3.2 Bewegingsvrijheid ........................................................................................ 6 2. Pedagogische doelen ........................................................................................ 6 3. Ontwikkeling van Kinderen ............................................................................... 9 3.1 Spelontwikkeling ................................................................................................ 9 3.2 Taalontwikkeling .............................................................................................. 10 3.3 Zelfstandigheid ................................................................................................ 11 3.4 Emotionele ontwikkeling ................................................................................... 11 3.5 Zindelijkheid ................................................................................................... 12 3.6 Straffen en belonen .......................................................................................... 12 3.7 Eten en drinken ............................................................................................... 13 3.8 Slapen ............................................................................................................ 13 3.9 Snoezelen ....................................................................................................... 13 3.10 Uitstapjes/ wandelen ...................................................................................... 14 3.11 Buitenspelen .................................................................................................. 14 3.12 Feesten en verjaardagen ................................................................................. 15 3.13 (Kinder)ziektes .............................................................................................. 15 3.14 Algemeen dagindeling ..................................................................................... 15 3.15 Pedagogische vuistregels van Zigzag ............................................................... 17 4. Randvoorwaarden en middelen ...................................................................... 18 4.1 Randvoorwaarden ............................................................................................ 18 4.2 Middelen ......................................................................................................... 20 Contact met ouders ............................................................................................... 20 Contacten met artsen en paramedici ........................................................................ 21 5. Kwaliteitszorg ................................................................................................ 22 Privacy ................................................................................................................. 24 6. Het team ......................................................................................................... 24 6.1 Beroepskrachten in opleiding ............................................................................. 25 6.2 Interne communicatie ...................................................................................... 25 7. Samenwerking met ouders ............................................................................ 26 Klachtenprocedure ................................................................................................. 26 Oudercommissie .................................................................................................... 26 8. Pedagogische werkplan .................................................................................. 27 Nawoord ............................................................................................................. 29 Voor medewerkers: ............................................................................................... 29 Voor de ouders: .................................................................................................... 29 Literatuurlijst en bronvermeldingen ................................................................... 30
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Inleiding Voor u ligt het pedagogische beleidsplan van Zigzag. In de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ wordt op het terrein van de kwaliteit van de kinderopvang beleidsregels voorgeschreven waaraan een kinderopvang moet voldoen. In artikel 2 van die beleidsregels wordt gesteld dat een kinderopvang beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die kinderopvang kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Het geeft hiermee richting aan het pedagogisch handelen en het pedagogische aanbod en het biedt ouders, stagiairs en andere belangstellenden inzicht hoe wij in grote lijnen de kinderopvang in onze locaties vormgeven. Het pedagogisch beleidsplan is tevens een belangrijke toetssteen voor de medewerkers. Het biedt houvast bij het dagelijkse werk met kinderen, geeft richting aan het pedagogisch handelen en zorgt voor een gelijkgestemde aanpak. Dit beleid vormt het kader waaraan elke locatie kleur geeft door het beschrijven van haar eigen werkwijze in de dagelijkse praktijk. Deze vertaling van beleid naar de praktijk staat beschreven in het pedagogisch werkplan van de locatie. Dit pedagogisch beleidsplan biedt dus pas een compleet beeld samen met het pedagogisch werkplan van de betreffende locatie. Zigzag biedt verschillende vormen van kinderopvang, te weten: Opvang voor kinderen die intensieve verpleegkundige zorg nodig hebben KinderopvangPlus voor kinderen die net dat beetje extra nodig hebben Reguliere Kinderopvang
Ten behoeve van de leesbaarheid zal in dit beleidsplan worden gesproken van ‘pedagogisch medewerker’ en ‘verpleegkundige’ voor zowel de mannelijke als de vrouwelijke vorm en van ‘wij’, als zijnde Zigzag. Daar waar ‘zij’ staat dient ‘hij/zij’ gelezen te worden en daar waar gesproken wordt van ‘ouders’, dient ‘ouders/verzorgers’ gelezen te worden. Met de term ‘kinderopvang’ bedoelen we de opvang in het kinderdagverblijf.
Petra Bakker, Ingrid Keemink en Petra de Jong Directie van Zigzag Totaalzorg
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
1. Doelstelling en pedagogische visie 1.1 Doelstelling van Zigzag Zigzag biedt geïntegreerde kinderopvang aan kinderen met een chronische of langdurige ziekte, KinderopvangPlus voor kinderen die nét dat beetje extra zorg en aandacht nodig hebben én reguliere dagopvang, onder één dak voor kinderen van 04 jaar. Kinderen die bij Zigzag aangemeld worden kunnen veelal niet terecht bij een reguliere kinderdagopvang. De zorg die zij nodig hebben kan daar niet geboden worden, omdat de zorg en/of de thuissituatie te complex is. Zigzag is er onder meer voor kinderen met (ontregelde) diabetes, kinderen die afhankelijk zijn van beademingsapparatuur, nierdialyse of monitorbewaking nodig hebben, maar ook voor kinderen met astma die niet mee kunnen komen op de reguliere kinderopvang. Zigzag biedt net dat beetje extra zorg en begeleiding aan kinderen wat noodzakelijk is om op te groeien tot een zelfstandig individu. Zigzag maakt geen onderscheid tussen gezonde en zieke kinderen. Het anders zijn in uiterlijk of het aanwezig zijn van zichtbare medisch noodzakelijke dingen, die het uiterlijk van een kind kan onderscheiden van gezonde kinderen, benoemen wij niet. Doorgaans zijn kinderen onder de vier jaar zich niet bewust van de verschillen tussen hen en leeftijdsgenoten. Zij zijn nog te veel op zich zelf gericht. Wanneer een kind zelf iets over vraagt of zegt over het uiterlijk of het kennen en kunnen van een ander kind, leggen wij op een leeftijdsadequate manier aan het kind uit wat het is of waarom het andere kind iets wel of niet kan. Door kinderen samen te laten spelen, leren zij al jong dat anders zijn niet raar en gek is. Spelen is voor ieder kinderen van levensbelang, want door spelen ontdekt het kind de wereld om hem heen, krijgt het inzicht in gebeurtenissen en situaties. Hij gaat de wereld ervaren in de meest letterlijke zin van het woord. Kinderen ontwikkelen zich van nature volgens een individueel patroon en in een tempo, dat voor elk kind specifiek is. Dit individuele patroon van een kind wordt gerespecteerd .Ons dagprogramma en de activiteiten zijn zo georganiseerd dat ‘ieder’ kind voldoende uitdaging heeft om zich te ontwikkelen. Voor ouders betekent Zigzag een hele zorg minder. Zij kunnen met een gerust hart hun werk en maatschappelijk leven oppakken en hebben meer tijd voor andere gezinsleden. Kortom Zigzag wil gezonde kinderen en kinderen die verpleegkundige zorg nodig hebben optimale kansen bieden voor een maximale ontwikkeling.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
1.2 De visie van Zigzag De directie van Zigzag vindt het belangrijk dat een kind zich kan ontwikkelen tot een zelfstandig individu die zijn emoties kan uiten; respect heeft voor zichzelf en anderen; vertrouwen heeft in eigen kunnen en voor zichzelf kan opkomen. Dit kan alleen gerealiseerd worden als een kind zich veilig voelt op de groep en bij diegene die voor hem zorgt. Dit is ook ons belangrijkste vertrekpunt bij het omgaan met kinderen. Veiligheid! Wanneer een kind zich niet veilig voelt, zal het zich niet gaan ontwikkelen. Veiligheid is de basis in alles wat we met en voor onze kinderen doen. Zigzag gaat er vanuit dat ieder kind de drang heeft zich te ontwikkelen en dat doet op zijn eigen manier, op basis van zijn aanleg en temperament, in zijn eigen tempo en op zijn eigen niveau. Als aan de basisbehoeften van een kind wordt voldaan (veilige omgeving, rust, liefde, regelmaat, respect, waardering, voldoende voeding, e.d.), kan het kind zich ontwikkelen. Maar ook vinden wij het belangrijk dat een kind vooral kind kan zijn, ondanks de ziekte of beperking die het heeft. Zigzag gaat uit van een holistische mensvisie. Dit betekent dat de mens als geheel wordt gezien en de lichamelijke en psychische componenten elkaar beïnvloeden. Het doel van Zigzag is het kind zodanig te begeleiden dat het zich op alle terreinen (motorisch, sociaal-emotioneel, creatief, zelfstandigheid en fantasie) zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Door een consequente aanpak van alle werknemers, is het voor het kind duidelijk wat van hem verwacht wordt en vergroot dit het gevoel van veiligheid. Kinderopvang heeft een meerwaarde als het gaat om de ontwikkeling van het kind. De kinderopvang biedt kinderen een omgeving waarin zij kennis kunnen maken met andere kinderen en volwassenen met verschillende achtergronden, talenten, temperamenten, behoeften en interesses. Er kan geoefend worden met het innemen van verschillende rollen en posities. Ook ouders kunnen profiteren van contacten met verschillende opvoeders. Op deze manier vormt een kinderdagverblijf een mini-samenleving waarin waarden uitgewisseld en belangen gedeeld kunnen worden. 1.3 Visie op de ontwikkeling van het kind In onze visie staat het kind centraal. Elk kind, en in het bijzonder een ziek kind, kent een eigen individuele ontwikkeling. Deze ontwikkeling proberen wij zo goed mogelijk te volgen en te stimuleren. We laten ons hierbij inspireren door de pedagogische visie van Emmi Pikler. (Een kinderarts die in Hongarije een kindertehuis leidde en daar onderzoek verrichte naar de groei en ontwikkeling van baby’s en jonge kinderen.) De twee pijlers uit haar pedagogische visie zijn: respectvolle verzorging en bewegingsvrijheid om te kunnen ontwikkelen. Deze twee pijlers leggen de basis van onze manier van werken op de groepen. (De visie van Emmi Pikler A. Tardos 2007). Daarnaast worden we zo nodig ondersteund door de vakkennis van een aantal externe paramedici zoals onder andere: de fysiotherapeut, de ergotherapeut, een consulent van Visio, een diëtist, of een logopedist. 1.3.1 Respectvolle verzorging Emmi Pikler hechtte veel waarde aan een zorgvuldige, aandachtige fysieke verzorging van het kleine kind omdat dit het kind het gevoel van geborgenheid geeft. Zigzag deelt deze waarde. De kinderen worden met een rustige manier benaderd. Iedere actie of handeling naar het kind wordt benoemd en met aandacht uitvoert. Zo weet het kind wat er gaat gebeuren. Wanneer de medewerker de verzorging aandachtig en zorgvuldig uitvoert ervaart het kind een gevoel van veiligheid. Wanneer een kind zich geliefd voelt zal het kind zich innerlijke zeker voelen en interesse en energie hebben zichzelf en zijn omgeving te onderzoeken.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag 1.3.2 Bewegingsvrijheid Een kind ka zich pas goed ontwikkelen als de ruimte is aangepast aan de behoefte van veiligheid en behoefte tot ontdekken. Binnen Zigzag zijn de ruimtes zo ingericht dat ze geschikt zijn om het vrije bewegingsmoment van het kind mogelijk te maken. Het kind is er dus helemaal vrij om naar eigen interesse en behoefte te bewegen en bezig te zijn, zonder dat een volwassene ingrijpt om hem aan te moedigen. In die zin bestaat er ook figuurlijk de ruimte voor kinderen om zich te ontwikkelen. Om voor de veiligheid van alle kinderen te zorgen, is de ruimte ingedeeld in verschillende delen die van elkaar gescheiden worden door hekjes. Zo ontstaat er een speelgedeelte voor de liggers, een deel voor de kruipers en een deel voor de lopers. Binnen elk gedeelte kunnen de liggers, de kruipers en de lopers onderling op hun eigen manier spelen en contact maken. Ook is er een deel waar de leidsters kinderen kunnen voeden en een deel waar er verschoond wordt. Deze verzorgingsgedeeltes zijn gescheiden van de groepsruimte waar kinderen kunnen spelen, zodat de andere kinderen geen fysiek contact kunnen maken met de leidster en de respectvolle verzorging niet verstoord wordt. De leidster kan vanaf de verzorgingsplek de spelende kinderen wel zien en contact met hen maken als dit nodig is of de kinderen daar behoefte aan hebben. Ieder kind, met uitzondering van de kinderen die onder reguliere opvang vallen, heeft een persoonlijke kinddossier. In het dossier worden aandachtspunten, een zorgleefbehandelplan en de rapportages bijgehouden. In het zorgleef-behandelplan wordt door de medewerkers op de groep binnen 6 weken een doelenplan samengesteld voor het kind. Er wordt dagelijks aan deze doelen gewerkt. Deze doelen worden met ouders besproken. Vervolgens worden de doelen in een oudergesprek besproken. Op deze manier ontstaat een open en transparante samenwerking tussen ouders en Zigzag en kan er gericht aan de ontwikkeling van het kind worden gewerkt. Zigzag kijkt niet alleen naar de standaard ontwikkelingsfasen die een kind doormaakt, omdat kinderen die zigzag bezoeken juist een uitzondering vormen op de algemene ontwikkelingsstandaard. We richten ons voornamelijk op de individuele ontwikkeling van het kind passend bij zijn of haar ziektebeeld, met uiteraard de algemene ontwikkelingsstandaard in het achterhoofd. Door constant te observeren en te rapporteren, houden we de ontwikkeling van het kind in de gaten en kunnen we op tijd met ouders in gesprek als een kind een (verdere) achterstand dreigt op te lopen. Door nauwlettende observaties kan de groepsleiding in overleg met ouders doelen opstellen of in overleg met de ouders (para)medische hulp inschakelen.
2. Pedagogische doelen In artikel 2 van de beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen is vastgelegd dat een pedagogisch beleidsplan ten minste een beschrijving moet bevatten van de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie worden geboden, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt;
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Deze vier basisdoelen voor opvoedingssituaties zijn: het bieden van emotionele veiligheid voor het kind; het bieden van mogelijkheden voor de kinderen om persoonlijke competenties te ontwikkelen; het bieden van mogelijkheden voor de kinderen voor het ontwikkelen van sociale competenties; overdracht van waarden en normen. Het bieden van emotionele veiligheid voor het kind Het bieden van een gevoel van lichamelijke en emotionele veiligheid is de basis van elk handelen binnen Zigzag. Kinderen moeten zich “thuis” voelen, moeten zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Pas dan kunnen kinderen ontdekken en ontwikkelen. Als je wilt dat een kind zich maximaal kan ontplooien, moet een kind helemaal zichzelf kunnen zijn. De rol van de medewerkers is hierin van groot belang. Zij scheppen de voorwaarden voor het kind om zichzelf te leren kennen en ontwikkelen. De aanwezigheid van vaste medewerkers en bekende leeftijdsgenoten. In een vertrouwde groep kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Een kind moet een fundamenteel vertrouwen hebben in de medewerker en in zichzelf. Dat vertrouwen creëren wij door een goede lichamelijke verzorging, maar ook door het kind volledig te accepteren zoals het is, als competent te zien. Een gevoel van veiligheid ontstaat doordat er op een positieve manier en met respect met een kind wordt omgegaan, afgestemd op zijn specifieke behoeften. Aan een groot deel van de geborgenheid en de wil van het kind om gezien en gewaardeerd te worden, kan tegemoet gekomen worden tijdens de verzorgingsmomenten. Tijdens deze momenten kan de medewerker het kind positief en met een liefdevolle omgang benaderen. De medewerker praat met het kind door bijvoorbeeld te benoemen wat zij doet of wat het kind ziet. Benoemen wat er gaat gebeuren, de handeling te benoemen en het herhalen van rituelen creëer voor het kind een gevoel van veiligheid en voorspelbaarheid. Zigzag maakt daarbij ook gebruik van pictogrammen die de gesproken taal ondersteund. Door een regelmatige, responsieve en positieve interactie tussen medewerker(s) en kind ontstaat er een vertrouwensband. Ook moeten de medewerkers in het algemeen goed naar de kinderen kijken, zodat ze de kinderen goed leren kennen en hun signalen kunnen interpreteren. Tevens is het belangrijk continuïteit aan de kinderen te bieden. Dit kun je onder andere doen door hen steeds op een vergelijkbare manier te benaderen en de omgeving overzichtelijk en voorspelbaar te maken. Veilig in de meest concrete vorm; de binnen- en buitenruimtes en de speelmaterialen zijn veilig en schoon. Alle aanwezige materialen zijn geschikt voor de leeftijd en ontwikkelingsniveau van de kinderen van de groep. We hebben regels opgesteld en afspraken gemaakt gericht op hygiëne en op het voorkomen van onverwachte risico’s.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Het bieden van mogelijkheden voor de kinderen om persoonlijke competenties te ontwikkelen Vanuit een veilige basis kan een kind zich ontwikkelen en competent zijn. Het gaat dan zowel om de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind als om de ontwikkeling van zijn talenten. Met het begrip “persoonlijke competentie” worden persoonskenmerken bedoeld als weerbaarheid, zelfvertrouwen, eigenwaarde, flexibiliteit en creativiteit in het omgaan met verschillende situaties. Binnen Zigzag ontwikkelt een kind zich op veel verschillende wijzen. Het kind vormt zelf, actief en creatief, in wisselwerking met anderen en de wereld om hem heen, een eigen identiteit. Dit is een heel proces. Hoewel het kind vele mogelijkheden in zich draagt, betekent dit niet dat het proces van zelf gaat. Dit proces is afhankelijk van de mogelijkheden die de volwassenen het kind biedt, om zich op zijn eigen unieke wijze te ontwikkelen. De medewerkers van Zigzag biedt het kind zo veel mogelijk ruimte zodat het zichzelf en de wereld om hem heen kan ontdekken en zich in zijn eigen tempo kan ontwikkelen. Voldoende ruimte bieden, betekent ten eerste heel goed te kijken en te luisteren naar het kind en vervolgens aanbieden wat een kind aangeeft nodig te hebben. Het kind zelf te laten doen wat het aangeeft zelf te kunnen doen, het kind begeleiden waar het aangeeft begeleiding/ hulp nodig te hebben. Het gaat er bij ons niet om wat een kind nog niet is en nog niet kan, maar om wat een kind al wel is en al wel kan! Door op deze wijze naar het kind te kijken voelt het zich gewaardeerd en gerespecteerd en groeit zijn zelfvertrouwen. Het begrip respect zorgt er tevens voor dat ieder kind competent kan zijn en zich competent kan voelen. Het bieden van mogelijkheden voor de kinderen voor het ontwikkelen van sociale competenties Sociale competenties omvatten vaardigheden en kennis over hoe je met anderen omgaat. Wij gaan ervan uit dat het kind het meest leert van de ervaringen die het opdoet met betrekking tot zichzelf en de andere kinderen. Kinderen kunnen ontzettend veel van elkaar leren, doordat ze naar elkaar kijken, naar elkaar luisteren, elkaar stimuleren, imiteren en motiveren. Door hun onderlinge verschillen en door hun conflicten kunnen ze elkaar verrijken en leren zij zichzelf kennen. Naast het leren van elkaar, leren kinderen ook van de volwassenen. Kinderen zijn de hoofdrolspelers van hun eigen ontwikkeling. Maar er is geen ontwikkeling als volwassenen hiervoor geen mogelijkheden en voorwaarden scheppen. Het is aan de medewerkers situaties te creëren zodat de kinderen kunnen ontdekken en van elkaar kunnen leren, kunnen spelen en kunnen communiceren. De volwassenen vormen niet het middelpunt maar scheppen voorwaarden. Het kind geeft bij ons voornamelijk zelf richting aan zijn ontdekkingstocht en wordt hierin gevolgd en gestimuleerd door de medewerkers van Zigzag.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
De overdracht van waarden en normen Om in de samenleving te kunnen functioneren, is het nodig dat kinderen de waarden, normen en regels van de maatschappij waarin zij leven, leren kennen en zich eigen maken. Het overbrengen van waarden en normen speelt in de opvoeding van kinderen voortdurend een rol. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaalde gedragingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Waarden zijn onmiskenbaar cultuur gebonden. Ze veranderen in de loop van de tijd en variëren van samenleving tot samenleving. Normen vertalen in regels en voorschriften hoe volwassenen en kinderen zich behoren te gedragen. In de kinderopvang hanteren wij regels omtrent de veiligheid en het omgaan met elkaar, met de materialen en de omgeving. Medewerkers hebben hierin een voorbeeldrol. Kinderen leren veel meer van wat zij ons zien doen dan van wat wij hen vertellen te doen.
3. Ontwikkeling van Kinderen Binnen Zigzag krijgt het kind de ruimte 0m zich op zijn eigen manier te ontwikkelen en op zijn eigen manier competent te zijn. Ruimte om te spelen en te ontdekken zien we als een voorwaarde voor de ontwikkeling van het kind. Het kind maakt de eerste vier jaar een grote ontwikkeling door. Van pasgeborene die volledig afhankelijk is van zijn verzorgers tot een peuter van vier die zelf zijn kleren kan aantrekken, kan vertellen wat hij heeft meegemaakt en samen met anderen kan spelen. Dit wil niet zeggen dat elk kind op dezelfde wijze deze ontwikkeling doormaakt. Ieder kind is uniek en volgt zijn eigen ontwikkeling. Zo praat het ene kind met anderhalf en het volgende pas maanden later. Toch is het goed om stil te staan bij hoe in het algemeen de ontwikkeling van kinderen van 0 t/m 4 jaar zich voltrekt. Kinderen die op Zigzag komen hebben veelal extra aandacht stimulering ten aanzien van de ontwikkeling nodig. Binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden kunnen doelen worden gesteld. Onze medewerkers kunnen zo binnen die verschillende gebieden kinderen stimuleren en eventuele problemen signaleren. 3.1 Spelontwikkeling Spelen neemt op Zigzag een belangrijke plaats in. Spel is een manier om de wereld te ontdekken, te leren hanteren en om iets te verwerken. (De oorsprong van vrij spelen, Balog en Kallo 2012 )Een voorwaarde om met plezier te spelen is dat een kind zich veilig voelt. Veiligheid is behalve een gevoelsrelatie (met volwassenen en andere kinderen op de groep) ook het gevoel dat het kind er op kan vertrouwen dat er niet te veel onverwachts gebeurt. Daarom hechten wij aan een overzichtelijke dagindeling met vaste momenten en rituelen. We stimuleren het vrije spel, individueel en groepsgericht. Met het individuele spel werkt het kind aan het opbouwen van concentratie en fantasie. Ook het zelfstandig oplossen van problemen wordt op deze manier gestimuleerd. Daarbij maken we gebruik van simpel spelmateriaal, wat voor kinderen van 0 tot 4 jaar goed hanteerbaar is en waar kinderen hun eigen spel en fantasie in kwijt kunnen.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
In het samenspel leert het kind te delen, samen te werken en voor zichzelf op te komen. Door tijdens deze momenten nauwlettend te observeren krijgen wij een goede indruk hoe het kind zich voelt, en waar het behoefte aan heeft. Zo nodig geven we individuele begeleiding. Ten slotte, kinderen spelen met alles. We doen kinderen tekort als ze alleen met speelgoed kunnen spelen. Het ‘echte’ leven interesseert kinderen in hoge mate. Huishoudelijke voorwerpen bieden andere mogelijkheden en ervaringen dan speelgoed; ze voelen anders aan, je kunt er levensechter mee spelen. Daarmee vormt het voor kinderen een belangrijke bron van ontdekken, leren en zelfstandig spelen. Kinderen worden geïnspireerd door de voorbereide omgeving waarin het speelgoed zo is neergezet dat het de kinderen prikkelt om er allerlei dingen mee te gaan doen. Een medewerker legt rondom de ligger ongeveer vijf voorwerpen van verschillende materialen neer en ordent deze voor de kruipers en de lopers. Wanneer het speelgoed namelijk leuk is neergezet, nodigt dit de kinderen uit tot spelen. Ten aanzien van het speelgoed worden er een aantal regels gehanteerd: • het speelgoed moet veilig zijn; • het moet tegen een stootje kunnen; • het moet aansluiten bij de leeftijd, mogelijkheden en belevingswereld van het kind; • speelmateriaal moet uitnodigen tot herhaling en geconcentreerd spel; • speelmateriaal moet uitnodigen tot ontdekken, ervaren en leren; • speelgoed moet uitdagen en ruimte laten voor de eigen fantasie van het kind. Wij gaan er volgens de principes van Pikler van uit dat speelgoed, wat uit zichzelf niets doet, tot leven komt in de handen of voeten van een kind, daardoor ontstaat de grootste concentratie en dus de beste mogelijkheid tot ontwikkeling. “Passief speelgoed leidt tot een actief kind”.
3.2 Taalontwikkeling De taal vormt in feite de basis van alle (sociale) communicatie en begint eigenlijk al onmiddellijk na de geboorte. Bij sommige kinderen op Zigzag is gesproken taal niet een vanzelfsprekende manier van communiceren. Dit kan door verschillende factoren komen. Daarom maken wij, naast gesproken taal, gebruik van gebaren (de Nederlandse gebaren methode). Op deze manier kan een kind toch communiceren met volwassenen en met de andere kinderen. In groepsverband gebruiken we gesproken taal en gebarentaal naast elkaar, zodat ook de andere kinderen de gebaren gaan herkennen en kunnen gaan gebruiken in het spel met een niet pratend kind. Daarnaast ondersteunen wij het dagprogramma door gebruik te maken van pictogrammen en foto´s. Door dagelijks met kinderen te zingen, voor te lezen en gericht bezig te zijn met taalspelletjes, stimuleren we de taalontwikkeling van de kinderen. Met kinderen waar taal op de een of andere manier een belemmering is, oefenen we intensiever om een manier van communiceren aan te leren. Luisteren naar het kind (verbaal en non verbaal) en oogcontact maken vormt een belangrijk uitgangspunt bij communicatie met kinderen.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Wanneer er handelingen bij het kind verricht worden, zoals verschonen of het toedienen van medicatie, benoemen we naar het kind wat we gaan doen. Dit geeft het kind duidelijkheid en ook een gevoel van veiligheid omdat het weet wat er gaat gebeuren. Op deze manier kan het kind hier zelf op anticiperen. Ook het oppikken van non-verbale signalen die een kind geeft en deze te benoemen, leert het kind gevoelens en gedachten onder woorden te brengen en zal het zich begrepen en gezien voelen. Dit is, in het bijzonder als het gaat om het verwerken van een heftige ervaring, erg belangrijk. Het is dan ook de taak van alle volwassenen van Zigzag hier heel zorgvuldig en op eenzelfde manier mee om te gaan. 3.3 Zelfstandigheid Een belangrijk onderdeel van zelfstandig worden is de drang bij kinderen dat ze allerlei dingen zelf willen doen. Het is belangrijk hierin een kind te stimuleren, zonder dat het ‘moet’. Op vrijwillige basis laten wij kinderen zichzelf aankleden en meehelpen met karweitjes zoals de tafel dekken en opruimen. Een onderdeel van het zelfstandig worden is ook het zindelijk worden. Hieraan wordt in overleg met de ouders, afhankelijk van de ontwikkeling en ziekte van het kind, aandacht besteed. Jonge kinderen kijken ook de kunst af van de oudere kinderen die al zindelijk zijn en zijn geneigd dit gedrag imiteren. Wij stimuleren dit en prijzen het kind als het op de wc wil zitten, en als er daadwerkelijk iets komt. Zelfstandigheid houdt niet alleen in dingen zelf te kunnen doen. Minstens zo belangrijk is het om zelf te weten wat goed en wat fout is. Bij kleine kinderen moet het geweten nog gevormd worden. Het is daarom belangrijk dat de medewerkers op Zigzag hier begrip voor hebben en hiermee rekening houden. Dit doen we door een kind positief te benaderen als mede duidelijk te communiceren naar een kind toe en consequent te handelen. Door een vast dagritme en eenduidige manier van aanspreken, leert het kind waar de grenzen van wat wel of niet mag liggen. 3.4 Emotionele ontwikkeling Onder emotionele ontwikkeling verstaan we de ontwikkeling van het gevoelsleven en het leren uiten van belangrijke emoties zoals: blijheid, boosheid, verdriet, plezier, frustratie etc. Het is voor ieder mens, dus daarom ook voor een kind belangrijk dat deze emoties geuit worden, zowel positief als negatief. Op Zigzag laten we dan ook aan het kind merken dat het tonen van emoties goed is. De band die het kind met een volwassene heeft maakt het mogelijk om emoties te kunnen tonen. Ook hier is vertrouwen en veiligheid het belangrijkste uitgangspunt. We proberen dan ook het kind te helpen in het onder woorden brengen van hun emoties. We benoemen wat we aan emoties bij het kind signaleren, maar we benoemen ook onze eigen emoties. Op deze manier proberen we als volwassenen op Zigzag bij te dragen aan een gezonde emotionele ontwikkeling van het kind.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
3.5 Zindelijkheid Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen wijze en in zijn eigen tempo. Dit geldt ook voor het zindelijk worden. Soms wordt een kind, vanwege zijn of haar ziekte, niet of pas veel later zindelijk. Met de kinderen die er aan toe zijn zindelijk te worden zullen wij, in overleg met ouders, een plan maken om hier actief mee bezig te zijn. Door kinderen tegelijk te verschonen zien en leren zij van elkaar. Hierdoor zal een kind makkelijker de stap naar het potje of wc maken omdat het een vaste routine in de dag is en zij dit op deze manier eigen kunnen maken. Zindelijkheid kun je niet forceren. Het ligt helemaal bij het kind wanneer hij/zij er aan toe is. Goed observeren en af en toe uitproberen is de beste weg naar zindelijkheid. Wanneer het kind plezier heeft in de toiletgang en het blijkt dat het kind tussen de verschoonbeurten droog blijft, vragen we ouders extra kleren mee te geven voor als er een ongelukje gebeurt. We prijzen het kind wanneer het goed gaat. Hoe meer ontspannen de sfeer is, des te gemakkelijker het zindelijk worden zal gaan.
3.6 Straffen en belonen Het belonen van goed gedrag en het uitlokken van gewenst gedrag heeft de voorkeur boven straffen van ongewenst gedrag. Stimuleren van de mogelijkheden van het kind en een positieve benadering voorkomen ook veel negatief gedrag. Negatieve gedragingen vallen vaak meer op en lokken van nature grotere reacties uit dan positief gedrag, aangezien dit gedrag meestal als ‘gewoon’ beschouwd wordt. Voor het zelfvertrouwen van het kind en het samen plezier hebben streven we daarom naar het belonen van ´gewoon´ positief gedrag. Beloningen kunnen mondeling zijn: “goed zo” of fysiek: bijvoorbeeld een knuffel. Maar ook samen spelen en aandacht hebben voor wat het kind doet, zijn manieren van belonen. Wanneer een kind op een negatieve manier aandacht vraagt, door bijvoorbeeld te gaan spugen of schreeuwen, proberen we dit gedrag te negeren. Door het negatieve gedrag te straffen of te benoemen krijgt het kind toch de aandacht. Door te negeren leert het kind dat met dit gedrag niet het gewenste effect wordt bereikt en zal na verloop van tijd uitdoven. Belangrijk is dat alle medewerkers het kind op deze manier behandelen. Dit kost meer inspanning om het gewenste gedrag te bereiken, maar heeft op langer termijn en op meerdere aspecten, een positief resultaat. Dit is ook uit wetenschappelijk onderzoek gebleken. Kinderen leren de wereld om hen heen te ontdekken. Ze moeten daarbij nog leren wat wel en niet kan. Bij die ontdekkingstocht komen ze grenzen tegen in wat kan en mag en goed is voor hen. Om de grens duidelijk te maken kan het nodig zijn het kind aan te spreken of toe te spreken. Hierbij is het belangrijk dat de gene die de grens op dat moment stelt, zich zowel verbaal als non-verbaal duidelijk laat zien dat ze meent wat ze zegt Dus niet met een lach zeggen dat iets niet mag. Op deze manier geef je het kind twee verschillende boodschappen en wordt het voor hem/haar verwarrend wat er nu werkelijk bedoeld wordt. Lichaamstaal, woord gebruik en intonatie van de stem zorgen er samen voor dat de boodschap voor het kind duidelijk wordt.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Door uit te leggen wat het kind fout deed en de gevolgen er van te benoemen, leert het kind waarom dingen wel en niet mogen. Alleen “nee” zeggen is niet genoeg, waarom mag iets wel of niet? Wanneer een kind in volle bewust zijn een grens overschrijd, moet de sanctie daarop direct volgen en passend zijn bij dat gene wat het kind niet goed deed. Ook het aandeel van de verzorgster dient hierin goed worden meegenomen. Heb ik als begeleider van dit kind deze situatie kunnen voorkomen? Ook door dit aandeel naar het kind te benoemen leert het kind wat gewenst en ongewenst gedrag is.
3.7 Eten en drinken Zigzag zorgt voor voeding en luiers gedurende de opvang. Ouders hoeven dit niet zelf mee te brengen. Ook de standaard babyvoeding is op Zigzag aanwezig. Wanneer een kind een dieet heeft of speciale voeding moet gebruiken die niet op Zigzag aanwezig is, dan wordt ouders verzocht dit zelf mee te brengen. Tijdens het intakegesprek kunnen hier afspraken over worden gemaakt. Eten is een belangrijk moment voor het kind. “Voor een baby tot 1 jaar is de gene die hem/haar eten geeft niet alleen iemand die de honger stilt, hij/zij bouwt op deze manier ook een goede vertrouwensband op met de gene de dag voor hem of haar zorgt” (Visie volgens Emmi Pikler A. Tardos). Daarom is het van groot belang de kinderen aan het begin van de dag zo te verdelen dat de verzorgster alle tijd heeft om rustig met haar kinderen te kunnen eten. Kinderen waarvoor eten niet iets vanzelfsprekend is, moeten zoveel mogelijk de kans krijgen 1 op 1 te eten met een verzorgster. In deze rustige en veilige sfeer wordt het kind in staat gesteld om aan voeding te wennen en het stapsgewijs te leren van het eten van vaste voeding. Bij het leren eten van sonde voeding naar vaste voeding hanteren wij een persoonlijk, voor het kind opgesteld plan. Daarin in wordt gekeken naar de mogelijkheden van het kind en wat er nodig is om dit kind op een prettige en veilige manier te leren eten. 3.8 Slapen Alle kinderen hebben een eigen slaapritme. Vanwege de ziekte van het kind kan het zijn dat een kind langer of vaker slaapt dan zijn of haar leeftijdsgenootjes. Uiteraard houden wij daar altijd rekening mee. Ieder kind heeft een eigen bedje waar het gedurende dag in kan slapen. De kinderen hebben hun eigen beddengoed en alle bedjes zijn voorzien van een naam. Er is apparatuur aanwezig op iedere locatie van Zigzag om de vitale functies tijdens het slapen in de gaten te houden. Wanneer het kind angstig is in de slaapkamer blijven we er even bij tot dat het kind rustig is en zelfstandig in slaap kan vallen. Vooral als een kind nieuw is, is dit heel belangrijk. Op deze manier kan het kind rustig wennen aan zijn of haar nieuwe slaapplekje. 3.9 Snoezelen Op iedere locaties hebben we materiaal om met kinderen te kunnen snoezelen. Snoezelen is een vorm van het prikkelen van alle zintuigen en daardoor ontspannen of juist geprikkeld worden. Vaak wordt er gesnoezeld met kinderen die een verhoogde spierspanning hebben en met kinderen die erg onrustig zijn. Maar ook voor de andere kinderen is het wel eens goed lekker te ontspannen. Bij het snoezelen maken we gebruik van diverse methoden. We werken met aromatherapie, zachte ontspannende muziek of geluiden, licht effecten en voel materiaal.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Niet alle kinderen kunnen van alle methoden gebruik maken. Bijvoorbeeld kinderen met epilepsie. Daarom wordt er vooraf goed gekeken welke methode op dat moment het beste aansluit bij het kind. Natuurlijk worden niet alle mogelijkheden tegelijk gebruikt. Voor een aantal kinderen is massage of een warm bad een manier om zich prettiger te voelen. Wanneer en op welke manier er is gesnoezeld met een kind wordt altijd teruggekoppeld naar de ouders. Op iedere locatie is een brand en ontruimingsplan aanwezig dat jaarlijks geoefend wordt. De locaties van Zigzag worden jaarlijks gecontroleerd door de brandweer. Er is brandblusapparatuur aanwezig en diverse mensen zijn opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Kinderen worden nooit aan iemand anders meegegeven dan aan de eigen ouders, mits de ouders hebben gemeld dat het kind door iemand anders gehaald of gebracht wordt. 3.10 Uitstapjes/ wandelen Kinderopvang bij Zigzag beperkt zich niet altijd uitsluitend tot de opvang in het gebouw en de speelplaats van het dagverblijf. Om de kinderen ook andere speelmomenten en leermomenten aan te bieden worden er soms uitstapjes gemaakt. Aangezien uitstapjes maken ook een zeker risico met zich meebrengt, zijn er voorwaarden gesteld waaraan de uitstapjes dienen te voldoen. Zo gaat er altijd een verpleegkundige mee naar buiten en wordt medicatie van de kinderen meegenomen. Er zijn twee soorten uitstapjes; spontane uitstapjes en georganiseerde uitstapjes. Spontane uitstapjes zoals naar het park gaan, een stukje wandelen, boodschappen doen of naar de kinderboerderij gaan, worden meestal onverwacht uitgevoerd. Ouders worden dan niet van te voren geïnformeerd. Georganiseerde uitstapjes vinden incidenteel plaats en worden vooraf aangekondigd. Ouders vullen, wanneer het kind op Zigzag wordt geplaatst, een formulier in of zij toestemming geven voor dergelijke uitstapjes. Afspraken hierover zijn vastgelegd in het protocol uitstapjes in het kwaliteitshandboek. 3.11 Buitenspelen Als het weer het enigszins toelaat, gaan we dagelijks even met de kinderen naar buiten. Dit niet alleen voor de gezonde frisse lucht, maar ook om in contact te komen met de andere kinderen, mensen en dieren. Alle locaties delen de buiten ruimte met een ander soort van kinderopvang. Zo leren de kinderen andere kinderen kennen en met hen contact maken. Ook leren gezonde kinderen meer over het omgaan met zieke kinderen en andersom. Door naar buiten te gaan wordt de wereld om het kind groter, het kan, in die andere omgeving dan de groep ontdekken en leren. Door de beperkte ruimte in de groepen is er soms weinig plek om echt even te rennen of uit te razen. Door naar buiten te gaan bieden we kinderen toch die mogelijkheid.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
3.12 Feesten en verjaardagen Aan feesten zoals Sinterklaas, Kerst, Pasen en het Suikerfeest wordt op Zigzag aandacht besteed door middel van feestelijke maaltijden en activiteiten rond het thema. Aan verjaardagen van kinderen en medewerkers wordt aandacht besteed door middel van een feestje rond de eetmomenten ´s morgen of ´s middags. Er zijn slingers, een muts, een cadeau en er wordt gezongen. We houden het bescheiden en uitsluitend op en voor de kinderen van de eigen groep. Vaak wordt er getrakteerd, maar dit is uiteraard niet verplicht. Als u iets meeneemt, raden we u aan om het eenvoudig en gezond te houden. Het gaat om de aandacht en gezelligheid en kinderen vinden het bijna altijd al leuk dat ze iets krijgen. Niet alle kinderen kunnen alles eten. Het is daarom verstandig om te overleggen met de leidsters, zodat we voor kinderen met een dieet een alternatief kunnen bedenken. Ook kunt u natuurlijk denken aan een niet-eetbare traktatie. Wij vinden het altijd leuk als één van de ouders aanwezig is bij de viering van de verjaardag van hun kind. 3.13 (Kinder)ziektes Zoals overal waar veel mensen bij elkaar zijn, verspreiden er zich ziektevirussen. Kinderen op Zigzag zijn hier vaak extra vatbaar voor. Om verspreiding onder andere kinderen te voorkomen, zijn er regels over wanneer een kind wel of niet op Zigzag kan komen. Deze staan beschreven in het kwaliteitshandboek. Bij het opstellen hiervan is gebruik gemaakt van de richtlijnen van de GGD. Als ouder kunt u hier informatie over krijgen bij de groepsleidsters. Bij heersende infectie ziektes worden de ouders via een brief of per mail direct op de hoogte gesteld.
3.14 Algemeen dagindeling 7.30 -9.30
Worden de kinderen gebracht door hun ouders of de taxi. Op dit moment vindt er overdracht plaats tussen ouders en de pedagogisch medewerker of de verpleegkundige. Verpleegkundige zaken zoals medicatie of voedingspompen e.d. moeten besproken worden met de verpleegkundige. Om 9.30 uur starten wij ons dagprogramma en worden ouders verzocht de groep te verlaten. Komt u het kind later brengen, is er uitsluitend een korte overdracht op de gang mogelijk.
9.30
Alle kinderen gaan aan tafel. De meeste kinderen krijgen fruit en een beker drinken, tenzij ze door voedingsvoorschriften anders eten. Er is nu geen gelegenheid meer om ouders uitgebreid te woord te staan, omdat de aandacht nu naar de kinderen gaat.
10.15
De kinderen worden in de toiletruimte verschoond. De andere kinderen gaan naar het toilet.
10.30
De kinderen hebben nu de gelegenheid om vrij te spelen. Door de volwassenen worden nu activiteiten voorbereid en wordt er geobserveerd.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
11.00
Er is nu gelegenheid voor een activiteit. Met goed weer kunnen we naar buiten. Soms doen we ook een uitstapje naar bijvoorbeeld de kinderboerderij of naar het winkelcentrum. De binnen activiteiten kunnen verschillen. Creatieve, muzikale, gym, sensopathische of snoezel activiteiten, dit wordt per keer afgewisseld. Bij alle activiteiten houden we de doelen van de kinderen in het achterhoofd.
11.45
We gaan opruimen en aan tafel. Tenzij anders “voorgeschreven”, eten we brood (minimaal 1 en maximaal 3) met een beker melk. (in overleg met ouders iets anders). We stimuleren de kinderen om zo zelfstandig mogelijk te eten, met natuurlijk in ogenschouw nemend de leeftijd en de ontwikkeling van het kind.
12.30
Rond deze tijd zijn we klaar met eten. De kinderen die gaan slapen worden uitgekleed en verschoond. Daarna gaan zij naar bed. Regelmatig worden de kinderen in de slaapkamer gecontroleerd en de babyfoon staat altijd aan. De kinderen die wakker blijven gaan naar de wc./ worden verschoond en gaan vrij spelen op de groep. Of krijgen een rust momentje achter de tv met een filmpje.
13.00
Pedagogisch medewerkers en verpleegkundigen gaan om de beurt een half uur met pauze, en werken aan de dagrapportage.
14.45
De meeste slapers zijn nu weer wakker. Zij worden verschoond of gaan naar de wc en gaan vervolgens aan tafel. Dit geldt uiteraard ook voor de kinderen die niet slapen. Gezamenlijk eten we nu een cracker of een plak ontbijtkoek en een beker drinken.
15.15
Er is nu weer gelegenheid voor het afmaken van knutselwerkjes een spelletje of vrij spelen.
16.00
Vanaf nu worden de kinderen weer opgehaald, door de ouders of de taxi. Er is nu gelegenheid om met de ouders de dag te bespreken en eventuele bijzonderheden over te dragen. Aan het eind van de middag gaan de twee groepen samen en wordt een van de twee groepen afgesloten. Tussen 17.30 – 18.00 worden de groepen opgeruimd en alles klaar gezet voor het vertrek van de kinderen. Tot 17.45 is er uitgebreid tijd voor overdracht naar ouders. Vanaf 17.45 houden we het korter of is de overdracht te lezen in het boekje van het kind.
18.00
Zigzag is gesloten.
Op de jongstegroep is een minder strakke dagindeling dan op de oudste groep. Dit omdat de kinderen een eigen eet en slaapritme hebben. Vanaf ongeveer 1,5 jaar proberen we zoveel mogelijk naar het dagritme van de peuters toe te werken zodat, wanneer het kind over gaat naar de oudste groep, de stap daar naar toe zo klein mogelijk is.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
We streven ernaar elke dag 1 of meer momenten te creëren waar we met ieder kind werken aan de individuele doelen. Dit kan fysiotherapie zijn, eet momenten of algemene ontwikkelingsdoelen. We houden de ontwikkeling van het kind in de gaten en waar nodig werken we met doelen om eventuele achterstand in de ontwikkeling zoveel mogelijk te verkleinen. Dit doen we vaak in samenwerking met de fysiotherapeut, ergotherapeut, de logopedist en de Visio-medewerker die regelmatig op Zigzag komen. Wederom om de processen op de groep zo min mogelijk te verstoren vragen wij de behandeling van kinderen door paramedici zoveel mogelijk plaats te laten vinden buiten de groepsruimte 3.15 Pedagogische vuistregels van Zigzag In bovengenoemde stukjes is beschreven hoe wij de ontwikkeling van het kind zo goed mogelijk proberen te stimuleren. Deze zijn kort samengevat in de volgende vuistregels waaraan iedereen binnen Zigzag zich moet houden:
Veiligheid is het belangrijkste gevoel wat een volwassene een kind kan bieden. Veiligheid en geborgenheid wordt geboden door goed te reageren op de behoeften van het kind. Belangrijke handvatten zijn: goed kijken naar het kind, troosten, knuffelen, grenzen stellen, regelmaat bieden, luisteren, en vooral helder communiceren in woord en in lichaamsuitdrukking. Prijs het positieve gedrag van een kind. Negeer negatief gedrag. Benoem niet het negatieve gedrag wat het kind laat zien maar vertel wat je van het kind verwacht. Dit geeft veiligheid en duidelijkheid. Consequent zijn is het uitgangspunt. Er worden grenzen aan een kind gesteld, deze hebben te maken met veiligheid en omgaan met elkaar. Wanneer alle medewerkers op dezelfde manier een kind benaderen is voor het kind duidelijk wat van hem wordt verwacht. Elk kind moet een basis geboden worden voor wat betreft hun zelfvertrouwen; hun gevoel voor eigenwaarde (positieve response) en het respectvol omgaan met elkaar. Een kind op Zigzag wordt altijd serieus genomen. We dagen het kind uit en moedigen het aan steeds een stapje verder te gaan in wat het kan. Elk kind moet onvoorwaardelijk geaccepteerd worden zoals het is en aan zijn rechten en behoeften moet tegemoet gekomen worden. Er moet structuur geboden worden aan het kind in de vorm van een overzichtelijke dagindeling en vaste rituelen rond het afscheid nemen, eten en slapen. Het is belangrijk dat de dag bestaat uit drukke en rustige momenten, sociale en individuele activiteiten, die elkaar afwisselen. Iedere volwassene op Zigzag is voortdurend in gedrag een voorbeeld voor het kind. Elke dag wordt er aandacht geschonken aan het zingen van liedjes en/of het lezen van boeken. (creatieve) Activiteiten zijn bedoeld om het kind bezig te laten zijn met materialen en situaties zonder dat daar iets kant en klaars uit voort moet komen. Het gaat vooral om het ontdekken en het leren. Het signaleren en uitwisselen van ervaringen met de ouders, zodat ouders goed op de hoogte zijn hoe het met hun kind op Zigzag gaat. Gestelde doelen worden met ouder(s) besproken en geëvalueerd. Vooruitgang wordt dagelijks bijgehouden en ook regelmatig in het dagboekje van het kind terug gerapporteerd ( Alleen bij kinderen die vallen onder de KinderopvangPlus of de Intensieve Kindzorg).
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
4. Randvoorwaarden en middelen Voor het bereiken van de vier pedagogische basisdoelen hebben we een aantal randvoorwaarden en gebruiken we pedagogische middelen die voorzien in de basisbehoefte van kinderen. Denk hierbij aan de pedagogisch medewerker, de groep, de inrichting binnen en buiten, het activiteitenaanbod, de materialen en het observeren van kinderen.
4.1 Randvoorwaarden Om te kunnen werken aan de in de wet gestelde 4 basisdoelen voldoen onze groepen aan een aantal randvoorwaarden. Hierbij kan gedacht worden aan de opbouw en grootte van de groepen en de pedagogisch medewerker-kind-ratio. Stamgroepen en basisgroepen Binnen Zigzag worden de kinderen opgevangen in een stamgroep. Dit is een vaste groep kinderen in een eigen groepsruimte die qua sfeer en inrichting bij hun leeftijd past. Wel kan worden besloten om, aan het begin en aan het eind van de dag, kinderen in een andere ruimte te ontvangen waarbij een vaste medewerker van de stamgroep op de groep aanwezig is. Soms is het vanwege het kind aantal noodzakelijk om groepen samen te voegen. Met ouders en kinderen wordt duidelijk gecommuniceerd wanneer en hoe deze plaats vindt. Elke vaste groep kent een team van medewerkers. Daarbij wordt gestreefd naar goed personeelsbeleid zodat een vaste medewerker bij o.a. langdurige ziekte of verlof structureel vervangen wordt. Voor kinderen en ouders wordt inzichtelijk gemaakt in welke stamgroep hun kind zit en welke vaste medewerkers bij welke groep horen. Bij de ingang van de groep is doormiddel van een foto met naam te zien voor ouders welke medewerkers er op de groep aanwezig zijn. De leeftijdsopbouw in stamgroepen kan verschillen. Zo zijn er horizontale groepen en verticale groepen. Daarnaast wordt er ook gekeken naar het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Elk kind maakt gedurende de week gebruik van maximaal twee stamgroepruimtes. Medewerker-kind-ratio Om kwaliteit, continuïteit en veiligheid te waarborgen binnen Zigzag, wordt er gewerkt met vaste medewerkers per groep. Het aantal medewerkers per groep is afhankelijk van het aantal kinderen. Hiervoor volgen we de wettelijke richtlijnen; Ten minste n medewerker wordt ingezet voor de verzorging en opvoeding van gelijktijdig ten hoogste: • 4 kinderen in de leeftijd van 0 tot 1 jaar. • 5 kinderen in de leeftijd van 1 tot 2 jaar. • 6 kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar. • 8 kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Het aantal medewerkers bij een gemengde groep wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde, waarbij naar boven mag worden afgerond. Om te bepalen of er voldoende beroepskrachten zijn voor het aantal kinderen, wordt gebruik gemaakt van www.1ratio.nl. Dit rekenmiddel is ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van SZW in samenwerking met de convenantpartijen: Brancheorganisatie Kinderopvang, BOinK, GGD Nederland en VNG. Drie uurs regeling en achterwachtregeling In het pedagogisch werkplan wordt beschreven hoe invulling wordt gegeven aan de inzet van pedagogisch medewerkers aan de randen van de dag en de middagpauze. Er wordt concreet aangegeven op welke tijdstippen sprake is van een afwijkende inzet van beroepskrachten. Indien er sprake is van situaties waarbij het regelen van achterwacht is vereist wordt in het pedagogisch werkplan omschreven om welke situaties dit gaat en op welke wijze de achterwacht geregeld wordt. Incidenteel afnemen van extra dagen en ruildagen Ouders geven bij inschrijving aan van welke dagen zij gebruik willen maken. Het is niet altijd mogelijk om kinderen op de voorkeursdagen te plaatsen. In de plaatsingsprocedure staat beschreven hoe Zigzag hiermee omgaat. Het is mogelijk om incidenteel een extra dag af te nemen buiten de vaste contracturen of een dag te ruilen binnen twee weken. Dit kan binnen de eigen groep van het kind mits de maximale groepsgrootte dit toelaat. De ruildagen kunnen niet worden opgespaard. Wennen/ over naar een andere groep Kinderen die instromen op Zigzag of die doorstromen van de ene naar de andere groep krijgen specifieke aandacht. Voor kinderen betekent dit een nieuwe situatie. Door hier voldoende tijd en aandacht aan te besteden wordt de overgang voor het kind naar de nieuwe situatie versoepeld. De wenperiode bestaat uit 3 momenten: Tijdens het eerste wenmomenten wordt de ouder in de gelegenheid gesteld om samen met hun kind, een ochtend of middag te komen wennen. Het tweede wenmoment komt de ouder het kind brengen bij Zigzag en draagt het kind over aan n van de medewerkers van de groep. De ouder is niet op de groep aanwezig. Het derde wenmoment bestaat uit een korte dag op de groep zonder de ouder. Op deze manier kunnen kinderen langzaam wennen aan het reilen en zeilen op Zigzag, ze kunnen kennismaken met de andere kinderen en de medewerkers van de groep. Voor de ouders is de wenperiode ook belangrijk om vertrouwd te raken met de medewerkers en afscheid te nemen van hun kind. Wanneer een kind twee jaar wordt, of wanneer blijkt dat een kind er aan toe is, wordt er door de medewerkers van de groep van het kind besloten dat het kind overgaat naar de peutergroep. Dit altijd in overleg met de ouders. Op het moment dat het kind over gaat van de jongste- naar de oudste groep, gaat het in kleine stapjes steeds wat momenten meedoen op de andere groep. Dit kan een eetmoment zijn, of met een activiteit.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Het wentraject wordt zoveel mogelijk op het individuele kind afgestemd, door kinderen de ruimte te geven om rustiger of juist sneller te wennen en de overgang te maken naar de nieuwe groep. De overgang wordt met zorg gepland en het kind wordt zorgvuldig begeleid. Voor sommige kinderen is de overgang naar een volgende groep een ingrijpende gebeurtenis. Meestal is een kind dan in de praktijk binnen een week over van de jongste naar de oudste groep. Uiteraard moeten de ouders ook even wennen aan het feit dat hun ‘baby’ opeens “baby af” is. 4.2 Middelen Dagelijks wordt op alle momenten van de dag en in alle activiteiten gewerkt aan de vier basisdoelen uit de wet. Binnen de kinderopvang beschikken wij over een aantal middelen dat ingezet kan worden om deze doelen te bereiken. Contact met ouders Een van de belangrijkste factoren binnen Zigzag is het contact met ouders. Zij zijn de klant waar wij onze diensten aanleveren. Eigenlijk zijn er twee groepen klanten: kinderen en ouders. Zij zijn de afnemers van het geleverde product, namelijk: professionele verpleegkundige en pedagogische dagopvang. Het is van groot belang dat de ouder de gelegenheid krijgt om zijn of haar wensen met betrekking tot het verzorgen van hun kind over te dragen aan de medewerkers van Zigzag. Dit geldt ook voor de informatie die de medewerkers van Zigzag met de ouders wil delen. Bij het brengen en ophalen van het kind is hier kort de gelegenheid voor. Wanneer een ouder tijd nodig heeft om informatie over te dragen is het verstandig hier als ouder rekening mee te houden. Om half 10 start de dag en na 17.45 wordt er volop opgeruimd en afgerond met de kinderen is er dan weinig gelegenheid om over te dragen. Zigzag hecht in het belang van het kind veel waarde aan de haal- en brengtijden. Verder zijn er voor de kinderen vallende onder de intensieve kindzorg en Kinderopvang Plus de dagboekjes waar de medewerkers dagelijks de belangrijkste dingen van de dag inschrijven (wat is er gegeten, hoelang geslapen, wat heeft het kind vandaag gedaan enz.) In het kinddossier, dat het betreffende kind op zijn locatie heeft, wordt alle medicatie-, de geleverde zorg gegevens en ontwikkelingsaspecten genoteerd. Dit is alleen van toepassing als een kind een zorgtoewijzing heeft. Met enige regelmaat wordt er een nieuwsbulletin (Tamtam) voor ouders uitgegeven waarnaast alle relevante informatie over Zigzag, ook grappige uitspraken van kinderen, verslagen van leuke dingen die gedaan zijn, etc. in is te lezen. Eén keer per jaar wordt er een nieuwsbrief verspreid. Hierin staan alle ontwikkelingen van Zigzag en eventuele toekomst plannen. Eens in het half jaar of wanneer een zorgdoel is behaald, is er een oudergesprek met een van de medewerkers van de groep en de ouder(s) van het kind. In dit gesprek wordt besproken hoe het nu met het kind gaat en eventuele doelen worden besproken en zo nodig bijgesteld. Er is altijd de gelegenheid voor de ouder om tussentijds een gesprek aan te vragen wanneer hier behoefte aan is. Zigzag heeft een gesloten deel op de website waarop ouders kunnen inloggen. Iedere locatie kan daar foto’s op plaatsen en leuke stukjes over de locatie. Tenslotte wordt er een maal per jaar een ouderavond en een maal per jaar een zomerfeest georganiseerd met als doel andere ouders te ontmoeten.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Er kunnen ook thema’s worden besproken die betrekking hebben op het kinderdagverblijf, of thema’s waar ouders behoefte aan hebben. Ouderavond Zigzag organiseert minstens één keer per jaar en ouderavond. Op deze avond kan een spreker worden uitgenodigd die voorlichting geeft over een bepaald onderwerp aangaande kinderen en kinderopvang. Ook vragen en opmerkingen aangaande Zigzag kunnen de ouders deze avond kwijt. Contacten met artsen en paramedici De meeste kinderen op Zigzag hebben een of meerdere artsen, soms is het nodig dat de verpleegkundige met één van hen overlegt. Dit zal in principe alleen gebeuren als de ouder hier toestemming voor geeft. Dit contact vindt plaats via de telefoon, email of tijdens een multidisciplinair overleg. Notulen van een overleg met een arts of multidisciplinair team zijn terug te vinden in het kind dossier. Uitsluitend de verpleegkundige die verbonden is aan de groep waar het kind zich op dat moment bevind kan en mag contact opnemen met de arts van het kind. Pedagogisch medewerkers en verpleegkundigen van de groep van het kind hebben met maatschappelijk werk en paramedici contact. Ook deze contacten worden gerapporteerd in het kind dossier. Afhankelijk van de zorgvraag van een kind wordt bekeken of er andere disciplines nodig zijn om het kind optimale zorg te bieden. In de meeste gevallen worden de paramedici (fysiotherapie, logopedie, ergotherapie etc.) ingeschakeld door de behandelend arts. In sommige gevallen gebeurt dit op verzoek van de medewerkers van Zigzag, dit gaat altijd in overleg met ouders van het kind. Er is echter altijd een aanvraag van de behandelend arts nodig, dit in verband met de vergoeding van de zorgverzekeraar. Om de rust op de groep voor de andere aanwezige zoveel mogelijk te kunnen waarborgen proberen wij op alle locaties de paramedici een plek te geven buiten de groepen om de kinderen te behandelen. De paramedici kunnen in het dossier belangrijke veranderingen of opmerkingen noteren en in het dagboekje van het kind vragen of opmerkingen naar ouders schrijven. Wanneer het noodzakelijk is dat een leidster bij de behandeling aanwezig is zal dit per keer bekeken worden of dit op dat moment mogelijk is op de groep. Activiteiten aanbod Dagelijks doen we diverse activiteiten met de kinderen. Onder activiteiten verstaan we: knutselen, spelletjes, vrijspel om het samenspel te stimuleren, buitenspelen, snoezelen, massage, een kind in bad doen ter ontspanning, zingen, (voor)lezen, laten helpen met kleine karweitjes, kortom allerlei dingen om de ontwikkeling te stimuleren maar ook om te ontspannen. Maar bovenal en in de eerste plaats omdat het gezellig en leuk is! Elke maand hebben wij een ander thema waar we onze activiteiten op aan laten sluiten. Hierbij valt te denken aan thema’s als: dieren, de jaargetijden, feesten, kleuren, ect. Per locatie kan dit verschillen, we spelen zoveel mogelijk in op wat er op de locatie leeft of speelt. Door een maand lang de zelfde boekjes te lezen, en over een bepaald thema veel te leren en door te ontdekken leert het kind zijn woordenschat te vergroten. Herkennen en herhalen is leren! (Pikler/MISC).
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
De materialen De op de groep aanwezige materialen zijn gevarieerd en dragen bij aan de verschillende ontwikkelingsgebieden zoals de zintuiglijke, motorische, cognitieve, taal- en sociaalemotionele ontwikkeling. Er wordt gezorgd voor materialen die passen bij de leeftijd en uitnodigen tot exploreren en creëren. Sommige materialen lenen zich om alleen mee te spelen, andere nodigen juist uit tot samenspel. Kinderen worden betrokken bij de zorg voor materialen en leren zo spelenderwijs zorg te dragen voor hun omgeving. Het observeren van kinderen Medewerkers observeren kinderen zowel individueel als in groepsverband om hen beter te leren begrijpen, adequaat op hun behoeftes, mogelijkheden en beperkingen in te kunnen spelen en activiteiten te kiezen die hierbij aansluiten. Daarbij worden het welbevinden en de ontwikkeling van het individuele kind en het groepsfunctioneren gevolgd. De observaties worden vastgelegd in het zorgdossier van het kind.
5. Kwaliteitszorg Op Zigzag wordt dagelijks gestreefd naar het leveren van een zo groot mogelijke kwaliteit. Er is een team van kwaliteitsmedewerkers die medewerkers op de groep ondersteunen. Dit team bestaat uit de verpleegkundig coach, de kinderdagverblijf pedagoog, de trainer voor de verpleegkundige handelingen en de kwaliteitsmedewerker. Zij ondersteunen en controleren de werkwijze van de medewerkers, dit gebeurt aan de hand van kwaliteitshandboek, de kwaliteit op het gebied van pedagogiek, veiligheid en gezondheid, het verpleegkundig beleid en de door de overheid opgelegde regels en wetten. Op verschillende manieren is aandacht voor kwaliteit: Deskundigheidsbevordering De directie van Zigzag vindt het belangrijk dat medewerkers zich blijven ontwikkelen en kennis en vaardigheden onderhouden. Werknemers kunnen zelf bij de leidinggevende aangeven dat zij willen deelnemen aan een cursus of symposium. De locatiemanager zal met de scholings-coördinator bespreken of de gevraagde opleiding of symposia relevant is en of de werknemer hier nog scholingsbudget voor heeft. Na afloop van een opleiding of cursus wordt door de werknemer een verslag gemaakt, zodat kennis wat is opgedaan gedeeld kan worden met collega’s. De scholings-coördinator zal hier op toezien en verslagen verzamelen en zo nodig verspreiden. Jaarlijks is iedere werknemer verplicht deel te nemen aan kinderreanimatie training. De bedrijfshulpverleners gaan ook jaarlijks op herhaling. Ook worden er met enige regelmaat thema-avonden georganiseerd.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
De verpleegkundige handelingen die een verpleegkundige op Zigzag verricht worden jaarlijks getoetst en afgetekend. Dit gebeurt door twee verpleegkundigen die opgeleid zijn als trainer. Volgens de Wet Big zijn alle verpleegkundigen zelf verantwoordelijk om bekwaam te blijven in hun handelen. De handelingen die getoetst worden zijn hier een onderdeel van. Daarnaast volgen zij ook scholing aan de Amstel Academie. De locatiemanager draagt zorg voor de deskundigheidsbevordering van de medewerkers. Dit gebeurt middels diverse overlegvormen: gesprekken met individuele medewerkers, groepsoverleggen en teamoverleg. Elk jaar wordt er een opleidingsplan opgesteld. Inspectie Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente jaarlijks alle locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, medewerkers, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders. De directie stuurt de oudercommissie het definitieve rapport, zorgt dat het rapport ter inzage ligt op de locatie en plaatst het op de website. Vierogenbeleid Het ‘vier-ogen-principe’ is n van de aanbevelingen uit het rapport dat de commissie Gunning begin 2011 heeft opgesteld naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak. Het vier-ogen-principe betekent dat altijd een andere volwassene met een pedagogisch medewerker moet kunnen meekijken of meeluisteren. Op onze locaties worden daarom maatregelen genomen waardoor medewerkers zo kort mogelijk voorspelbaar lang alleen zijn met kinderen. Gedacht kan worden aan:
bouwkundige maatregelen; roostertechnische maatregelen (bijvoorbeeld samenvoegen van groepen aan de randen van de dag); boventallige inzet, als extra paar ogen, van stagiaires in opleiding; maatregelen die het open werkklimaat in de teams bevorderen.
In het pedagogisch werkplan van de locatie wordt nader uitgewerkt hoe het vier-ogenprincipe op die locatie wordt vormgegeven. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Een andere aanbeveling uit het rapport Gunning is om aandacht te hebben voor het signaleren van risicosignalen. Binnen het Zigzag wordt gewerkt met de ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ die is ontwikkeld voor de kinderopvang. Deze meldcode voldoet aan de door convenantpartijen opgestelde criteria en is op te vragen bij de locatiemanager.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Privacy Zigzag heeft de privacy van ouders en kinderen heel hoog in het vaandel. In het privacyreglement kunt u lezen hoe Zigzag omgaat met de privacy. Hygiëne en veiligheid Binnen Zigzag wordt veel gedaan aan goede hygiëne. Juist omdat wij met zeer kwetsbare kinderen werken is het heel belangrijk dat verschillende handelingen nauwkeurig en hygiënisch gebeuren. Zo worden verschoonkussens na iedere verschoonbeurt gereinigd. De medewerkers dragen geen sieraden aan handen en polsen, hier kunnen bacteriën in gaan zitten. Flessen van kinderen die worden hergebruikt, worden dagelijks uitgekookt. Spuiten worden aan het einde van de week weggegooid. Speelgoed waar kinderen met de mond aan hebben gezeten wordt extra schoongemaakt. Dit zijn een aantal voorbeelden waaruit blijkt dat wij gezien onze doelgroep, veel waarde hechten aan een hygiënische werkomgeving. Toch is het nooit helemaal te voorkomen dat ook onze kinderen elkaar besmetten. Maar we zullen er alles aan doen om die kans zo klein mogelijk te houden. Om de veiligheid van de kinderen te waarborgen, doen we er alles aan om ongelukken te voorkomen. Zo zijn er hoge deurkrukken zodat kinderen niet zomaar de groep kunnen verlaten. Deuren zijn voorzien van speciale strippen om te voorkomen dat vingers tussen de deur komen. Kasten zijn voorzien van kinderveilige slotjes zo ook de stopcontacten. Meubilair is voorzien van afgeronde hoeken en voldoet aan de eisen die gelden voor meubels in kinderdagverblijven. In de slaapkamer is een babyfoon aanwezig om slapende kinderen in de gaten gehouden. Verder is er altijd een volwassene op de groep aanwezig en worden kinderen niet alleen gelaten. Op de groep wordt opgelet dat speelgoed veilig en heel is, geen kleine onderdelen bevat en geen scherpe randen of punten. Ondanks zorgvuldig werken, is het mogelijk dat er een fout gemaakt wordt of dat er incidenten plaatsvinden. Indien dit gebeurt, registreren we dit op een hiervoor speciaal ontwikkeld formulier. Door dit meerdere malen per jaar te evalueren, kunnen steeds terugkomende fouten en incidenten sneller gesignaleerd worden en hier adequaat op gereageerd worden.
6. Het team Alle medewerkers van Zigzag werken volgens de ideeën en uitgangspunten van de visie Emmi Pikler. Ons team is een mix van talenten. Iedere medewerker heeft een passie of specialiteit. De teams van Zigzag zijn samengesteld uit verschillende disciplines. Zo zijn er dagelijks (kinder)verpleegkundigen (mbo en/of hbo), pedagogisch medewerkers (mbo en/of hbo) en een locatiemanager aanwezig. Waar nodig wordt het team een paar dagen per week ondersteund door een huishoudelijk medewerker. Alle medewerkers van Zigzag die dagelijks op de groep werkzaam zijn, zijn gekleed in een herkenbaar Zigzag shirt. Deze zijn geïntroduceerd ter bescherming van de eigen kleding en om herkenbaar te zijn voor ouders en kinderen.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Zigzag gaat uit van de kwaliteiten en competenties van haar medewerkers. We streven er na om zoveel mogelijk gebruik te maken van de passies en competenties van de medewerkers en deze ook onderling uit te wisselen. Op deze manier proberen we het beste uit onze medewerkers te halen. Alle medewerkers zijn in het bezit van een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag). Daarnaast zijn de pedagogisch medewerkers en de verpleegkundige minimaal in het bezit van een MBO-Diploma. Verpleegkundigen dienen opgenomen te zijn in het beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) register. Bij ziekte en vakantie maken we gebruik van een vaste invalpool. Alle invalkrachten zijn in dienst bij Zigzag en worden op de verschillende groepen ingezet. Voor de invalmedewerkers gelden dezelfde richtlijnen als voor de vaste medewerkers van Zigzag 6.1 Beroepskrachten in opleiding Wij bieden beroepskrachten in opleiding graag de mogelijkheid om beroepservaring op te doen. Zigzag heeft stagiaires van de opleiding Pedagogisch Werk en pedagogiek en de opleiding Verpleegkunde. Ze volgende de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL). BOL-opleiding Een leerling van deze opleiding loopt stage en is altijd boventallig inzetbaar. De Beroeps Opleidende- leerling wordt begeleid door een werkbegeleider (ervaren pedagogisch of verpleegkundig medewerker) en een praktijkopleider. 6.2 Interne communicatie Bij het werken in een team is overleg en communicatie van groot belang. Veel zaken die de kinderen betreffen, zoals: wijzigingen in voedingsschema’s, medicijn gebruik, zindelijkheid, wennen ect, moeten goed gecommuniceerd worden. Elk kind die een AWBZ of MSVT indicatie heeft, heeft een eigen dossier waarin afspraken en aandachtspunten en het zorgleefplan of behandelplan zijn beschreven. Bij aanvang van iedere nieuwe werkdag controleert iedere werknemer via het overdrachtsschrift of er wijzigingen zijn in het dossier van het kind. Ook algemene dingen die voor iedereen van belang zijn, zijn terug te vinden in het overdrachtsschrift. Elke morgen om 9.30 uur, wanneer alle medewerkers en de kinderen binnen zijn, is er een overleg moment waarin het team met elkaar afstemt wat er die dag gedaan moet worden en welke activiteiten er ondernomen gaan worden. Ook wordt besproken welke medewerker die dag verantwoordelijk is voor de zorg van welk kind binnen de eigen groep. Met enige regelmaat wordt er een teamoverleg gehouden waarin alle lopende zaken vanuit de organisatie, de locatie en de groep besproken wordt. Ten slotte heeft iedere medewerker jaarlijks een functioneringsgesprek en een voortgangsbesprek met zijn of haar leidinggevende.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
7. Samenwerking met ouders Klachtenprocedure Zigzag staat voor kwalitatief goede gespecialiseerde opvang. Toch kan het wel eens voorkomen dat u ergens niet tevreden over bent. Laat het ons dan weten. Een gesprek tussen de betrokken personen helpt onvrede meestal snel de wereld uit. Soms is dat niet voldoende. Ouders kunnen hun klacht kenbaar maken doormiddel van een klachtenformulier dat verkrijgbaar is op de locatie of op de website van Zigzag op het gesloten gedeelte voor ouder(s). Een klacht kan over van alles gaan, over een verschil van mening over de verzorging/verpleging, over de factuur of over de bejegening door medewerkers. Is het niet gelukt om een klacht af te handelen met de betrokken medewerker dan zal de locatiemanager of de directie zich erover buigen. Biedt de interne klachtenprocedure geen bevredigende oplossing, dan kunt u gebruikmaken van de mogelijkheid uw klacht in te dienen bij een externe, onafhankelijke klachtencommissie, Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). De leden van deze commissie hebben geen binding met Zigzag. Wettelijk gezien kunt u zich direct tot deze commissie wenden, maar Zigzag geeft er de voorkeur aan om allereerst intern te kijken of we uw klacht op kunnen lossen. Oudercommissie Alle locaties beschikken over een oudercommissie. Deze overlegt een aantal keer per jaar over het interne beleid op het kinderopvang. Het gaat daarbij om zaken als de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan, voedingsaangelegenheden en de Risico-Inventarisatie en Evaluatie Veiligheid en Gezondheid (RIE). De oudercommissie heeft op deze zaken adviesrecht. Klanttevredenheidsonderzoek Om onze dienstverlening voortdurend te kunnen toetsen en te verbeteren houden wij met enige regelmaat een klanttevredenheidonderzoek. Daarnaast wordt ouders op verschillende momenten gedurende de opvang van een kind gevraagd om hun bevindingen, meestal vanuit het kinderdagverblijf waar het kind geplaatst is.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
8. Pedagogische werkplan In de inleiding van dit pedagogisch beleidsplan hebben wij al aangegeven dat dit beleid per locatie een vertaling krijgt. Hierbij gaat het om de daadwerkelijke uitvoering van het pedagogisch beleid op de betreffende kinderopvang. Het pedagogisch beleid dient hierbij als kader waarbinnen de individuele kindercentra hun dagelijks handelen in de praktijk beschrijven. Dit kan per kinderopvang verschillen, afhankelijk van de plaatselijke situatie. Denk hierbij aan verschillen in huisvesting, omgeving, etc. Het pedagogisch beleidsplan biedt dus pas een compleet beeld samen met het pedagogisch werkplan van de betreffende locatie. Het werkplan bevat in ieder geval de volgende onderdelen: 1. Inleiding en visie 2. Beschrijving van de locatie 3. Randvoorwaarden • Groepsindeling (aantal stam/basisgroepen, leeftijd, aantal plaatsen in de groep) PKR; berekening met 1ratio.nl • Vaste basismedewerkers (niet concrete gegevens zoals namen maar de uitgangspunten, concrete gegevens horen in een infoboekje of op een locatielijst) • Toepassen 3 uurs-regeling • Achterwachtregeling (indien van toepassing) • Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen • Samenvoegen van groepen (hoe, wanneer, in achtneming regelgeving daarbij, informatie ouders) • Wenbeleid en afscheid van een kind. Rituelen en pedagogisch handelen bij het wennen van een nieuw kind, de overgang naar een andere groep, afscheid van een kind dat het kinderopvang verlaat • Ophalen door derden • Afmelden van kinderen 4. Middelen Dagindeling Huisregels Inrichting binnen en buiten Materialen aanbod Observatiemethode 5. Pedagogisch handelen Praktijkvoorbeelden Voertaal Rituelen en pedagogisch handelen bij halen en brengen, eten, slapen Spelen: afspraken, rituelen en pedagogisch handelen bij, Vrij spel, Geleid spel, Buitenspelen, Mediagebruik (Buma rechten) Normen en waarden m.b.t. Taalgebruik, Seksualiteit en intimiteit 6. Kwaliteitszorg Ziekte van kinderen en medicijngebruik Uitwerking aanbevelingen Rapport Gunning: 4-ogen principe, de procedure rondom werving en selectie. Hoe attendeer je ouder op personele aanname, Bewijs goed gedrag. Erkend leerbedrijf. het gebruik van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
7. Samenwerking en communicatie met ouders Oudercontacten Oudercommissie Daarnaast heeft elk kinderopvang andere mogelijkheden tot informatie. Denk hierbij aan een informatieboekje, folders en een website.
Elke wijziging in het pedagogisch werkplan zal ter advies worden voorgelegd aan de oudercommissie.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Nawoord Het pedagogisch beleidsplan is af. Maar wat gebeurt er nu mee? Voor medewerkers: Het pedagogisch beleidsplan wordt aan alle werknemers uitgereikt. Elke nieuwe medewerker dat op Zigzag komt werken moet dit pedagogisch beleid lezen en kennen. Zo weten zij hoe er gewerkt wordt op het kinderdagverblijf. Iedere medewerker moet op een formulier ondertekenen dat het gelezen en begrepen is. Op deze manier is iedereen op de hoogte hoe wij voor en met kinderen willen werken en ontstaat er een uniforme manier van werken op alle locaties. In het teamoverleg komen regelmatig onderwerpen uit dit plan aan bod. Ook wordt hiernaar gevraagd tijdens een interne audit. Het is daarmee ook een controle instrument. Voor de ouders: Alle ouders die een kind op Zigzag hebben, kunnen een exemplaar van het pedagogisch beleid inzien op de locatie die het kind bezoekt. Ook zal het pedagogisch beleid een plek krijgen op onze website: www.zigzagzorg.nl Op deze manier kunnen ouders toetsen of hetgeen zij ervaren op het kinderdagverblijf strookt met wat in het beleidsplan staat beschreven. Daarnaast kunnen ouders in dit beleidsplan lezen of hun ideeën overeenkomen met die van Zigzag, zodat zij de goede keuze maken voor hun kind. Helaas is het mogelijk dat een visie van een enkele ouder, kan afwijken van de visie van Zigzag. Dit beleidsplan dient dan als stelregel.
Pedagogisch beleidsplan Zigzag
Literatuurlijst en bronvermeldingen
Groeien doe je samen Albert Jansen en Emiel van Doorn Uitgeverij Lannoo nv Tiel ISBN 9789020931501-NUR 854
MISC (Mediation Intervention Sensitizing Caregivers) van Dr. Pnina Klein artikelen en publicaties
Mothers and Caregivers (Interactive and Teaching Behavior with Toddlers) Klein P. eigen uitgave, Bar-Ilan University, Israel
Geef uw kind zelfvertrouwen. Veiligheid en zekerheid voor uw kind. Greenspan S.I. (2002) Utrecht: Lifetime
De oorsprong van vrij spelen volgens Emmi Pikler Eva Kallo en Gyorgyi Balog Emmi Pikler Stichting Nederland Amsterdam 2012
Bringing up and providing care for infants and toddlers in an institution Falk, J., en anderen (2007), Pikler-Loczy Tarsasag, Budapest, ISBN 978-96386671-7-5
Unfolding of infants’ natural gross motor development, Resources for Infant Pikler, E.(2006) Educarers, Los Angeles, ISBN 1-892560-07-0
De visie van Emmi Pikler Tardos, A. (2007), Emmi Pikler Stichting Nederland, Amsterdam, ISBN 90-807225-1-0