Pedagogisch Beleidsplan Van Harte Helden Voor opvang met een Hart
Van Harte Helden Haammaekerstraat 14 5988 AM Helden Tel. 077-3512005 Faxnr. 077-3523846 E mail:
[email protected] www.vanharte-helden.nl
20150626DW
Inleiding Van Harte Helden is kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar. Door de professionele werkwijze kunnen ouders met een gerust hart de zorg voor de kinderen tijdelijk aan de pedagogisch medewerkers overdragen. Van Harte springt in op de grote vraag naar particuliere en allround kinderopvang waarin ontplooiing van kinderen belangrijk is. Van Harte zorgt voor een huiselijke, uitdagende en uiterst professionele omgeving waar kinderen zich prettig en veilig voelen. Van Harte biedt op creatieve en betrokken wijze een optimale aansluiting tussen de wensen en vragen van ouders, de belangen en wat goed is voor kinderen en de maatschappij. Kwaliteit en dienstverlening zijn hierbij de uitgangspunten. Bij Van Harte Helden hebben kinderen plezier, doen ze sociale vaardigheden op en kunnen ze al hun talenten ontplooien. Dit is het pedagogische beleidsplan van Van Harte Helden. Dit pedagogische beleidsplan beschrijft de verbinding tussen de pedagogische visie van Van Harte en de dagelijkse praktijk en tevens het handelen van de pedagogisch medewerkers. Zaken die aan bod komen zijn onder andere; de visie op omgang met kinderen, het waarborgen van emotionele veiligheid, de bevordering van persoonlijke en sociale competenties, de wijze waarop waarden en normen worden overgebracht, de leeftijdsopbouw in de groep en de ondersteuning van de pedagogisch medewerker door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan wordt in overleg met de ouders samengesteld. Functie pedagogisch beleidsplan In 2009 is Van Harte gestart met een Kinderdagverblijf en Buitenschoolse Opvang in ’t Ven (Venlo). In maart 2012 werd er een groep Kinderdagverblijf gevestigd in Steyl (Tegelen). Vanaf mei 2012 is er een Kinderdagverblijfgroep gevestigd in Helden. Er bestaat de mogelijkheid om hier 2 groepen te plaatsen. Van Harte biedt kwalitatief goede opvang. Het vastleggen van de gang van zaken in een pedagogisch beleidsplan (werkplan) wordt beschouwd als een onderdeel van het leveren van kwaliteit. Het pedagogisch beleidsplan biedt helderheid aan zowel de medewerkers, de ouders als andere geïnteresseerden. Dit pedagogische beleidsplan biedt algemene kaders en richtlijnen. Het geeft de handreikingen en grenzen aan waarbinnen medewerkers het werk uitvoeren, maar schrijft niet het dagelijks handelen voor. Kinderdagopvang en Buitenschoolse opvang zijn zeer dynamische werkvormen. Kinderen ontwikkelen zich, situaties veranderen dagelijks en telkens gebeuren er verrassende dingen. Het is uitdagend werk. Het vraagt van de pedagogische medewerkers een grote creativiteit, maar vooral sensitiviteit voor de behoeften van de kinderen en de ouders. Het pedagogisch beleidsplan heeft ook als doel de ouder te laten kennismaken met de werkwijze van Van Harte. Daarnaast kan dit beleidsplan worden gebruikt om personeelsleden, stagiaires, opleidingen en andere belangstellenden te informeren over de gang van zaken bij Van Harte. • Aan kinderopvang worden eisen gesteld. De gestelde eisen van de Wet Kinderopvang worden door Van Harte als uitgangspunt genomen. Dit pedagogisch beleidsplan beschrijft de wijze waarop Van Harte deze eisen vormgeeft. Er wordt onder andere beschreven aan welke regels en eisen de ruimtes moeten voldoen en wat het vereiste opleidingsniveau voor de pedagogische medewerkers is. Daarnaast staat beschreven op welke wijze Van Harte samenwerkt met bijvoorbeeld GGD en brandweer die, ieder vanuit hun eigen deskundigheid, periodiek controleren op veiligheid en hygiëne. Zij rapporteren hierover zowel aan Van Harte als aan de gemeente.
20150626DW
INHOUDSOPGAVE Inleiding Functie pedagogisch beleidsplan 1. Beschrijving van de organisatie 2. Visie 3. Pedagogische doelstelling 3.1 De groep 3.2 De omgeving 3.3 De voertaal 4. Opvoedingsdoelen 4.1 Subdoelstellingen 4.1.1 Begeleiden in een klimaat van (emotionele) veiligheid 4.1.2 Helpen zichzelf te leren kennen, zelfstandig te worden en een positief zelfbeeld te ontwikkelen (persoonlijke competentie) 4.1.3 Ruimte bieden om sociale ervaringen op te doen, waardoor sociale vaardigheden verworven worden (sociale competentie) 4.1.4 Normen en waarden voorleven en helpen na te leven 5. Kinderdagopvang bij Van Harte 5.1 Algemeen 5.2 De stamgroep 5.3 De groepsruimten KDV 5.3.1 De woonkamer voor kinderen van 0 – 4 jaar 5.3.2 Slaapkamers voor kinderen van 0 – 4 jaar 5.3.3 Verzorgingsruimte voor kinderen van 0 – 4 jaar 5.3.4 Toiletruimte voor kinderen van 0 – 4 jaar 5.3.5 De niet operationele groepsruimte 5.3.6 De loungehoek 5.3.7 Buiten 5.4 Dagritme 5.5 Een beredeneerd aanbod 5.6 Handelingsgericht observeren, registreren en evalueren 6. Personeel 6.1 Rol van de pedagogische medewerker 6.1.1 Startblokken voor Basisontwikkeling 6.1.2 Ondersteuning door andere volwassenen 6.2 Pedagogische medewerker/ kind- ratio 6.2.1 Kinderopvang 6.3 Functieomschrijving 6.3.1 Criteria
20150626DW
7. Plaatsingsbeleid 7.1 Inschrijving 7.2 Intake en wennen 7.3 Open en eerlijke communicatie 7.4 Contractwijzigingen 7.5 Incidenteel ruilen van dagen 7.6 Incidentele extra dagen 7.7 Contractbeëindiging 7.8 Voorrang broertjes en zusjes 7.9 Wachtlijst 7.10 Halen en brengen 8. Het zieke kind en medicijngebruik 9. Veiligheid, gezondheid en hygiëne 9.1 Het vierogenprincipe 9.1.1 Het vierogenprincipe in de praktijk 9.1 Veiligheid 9.2 Gezondheid 9.3 Hygiëne 10. Communicatie 10.1 Oudercommissie 10.2 Nieuwsbrief / wel en wee 10.3 Klachtenregeling 10.4 Klachten personeel 11. Slotwoord
20150626DW
1. Beschrijving van de organisatie Van Harte is een zelfstandige organisatie die in 2009 opgericht is. Vanaf april 2012 Is de mogelijkheid voor twee groepen Kinderdagverblijf geschapen in Helden. 1 groep is operationeel. Van Harte Helden is primair bedoeld om opvang te bieden voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Van Harte Helden verzorgt opvang voor maximaal 16 kinderen per dag in de leeftijd 0 - 4 jaar (KDV). Dit kan worden uitgebreid naar 32 kinderen. 2. Visie Kinderopvang is goed voor kinderen. Bij Van Harte hebben kinderen plezier, doen ze sociale vaardigheden op en kunnen ze al hun talenten ontplooien. Hierbij maakt Van Harte gebruik van het Jenaplan gedachtegoed. Ieder kind heeft behoefte aan veiligheid en geborgenheid. Hiervoor zorgt Van Harte door een liefdevolle en huiselijke omgeving te creëren, waarbij volop inspiratie en uitdaging wordt aangeboden. Op deze manier kunnen kinderen zich optimaal ontplooien. Alle ontwikkelingsgebieden komen aan bod. De grondgedachte hierachter is “samen delen” en “samen doen”, “helpen en geholpen worden” en “ samen jezelf zijn”. Dit geeft het besef van ieders eigenheid en dat van de medemens. Ieder mens is uniek! De kinderen spelen samen in verschillende leeftijdsgroepen. De ervaring van jongste en oudste zijn is een afspiegeling van de thuissituatie en de maatschappij. Op deze wijze wil Van Harte de kinderen de wereld laten ontdekken. Door gezamenlijk te kijken en te luisteren, te werken in transparante ruimtes en alert te zijn op transparant pedagogisch handelen dragen we zorg voor de meest optimale veiligheid. Op deze wijze bewaken en borgen we het vierogenprincipe. 3. Pedagogische doelstelling Bij Van Harte gaan we uit van de pedagogische ideeën van Peter Petersen (Jenaplan). -
-
Ieder mens is uniek; zo is er maar één. Daarom heeft ieder kind en iedere volwassene een onvervangbare waarde. Ieder mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele geaardheid, sociaal milieu, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. Ieder mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig met andere mensen en met de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. Ieder mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. Ieder mens wordt als een cultuurdrager en –vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert. Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruimte beheert.
20150626DW
-
3.1.1
Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt.
De groep
Kinderen van 8 weken tot 4 jaar worden opgevangen in het kinderdagverblijf. De kinderen komen in een verticale groep bij elkaar. Ze starten als jongste kinderen en zullen doorgroeien tot oudste kinderen van de groep. Van Harte staat allereerst voor het bieden van veiligheid en geborgenheid. Van daaruit is het mogelijk dat kinderen contact maken en communiceren met andere kinderen en volwassenen. In de royale huiskamer is volop plaats om zelf te gaan ontdekken. 3.2
De omgeving
Bij Van Harte kunnen kinderen hun talenten ontplooien. Hiervoor zijn de ruimtes en de materialen zorgvuldig afgestemd. Van Harte biedt een royale huiskamer die, mede door inrichting, kleur en materiaalkeuze, tegemoet komt aan basale behoeftes van veiligheid en geborgenheid. Daarnaast komt de royale huiskamer tegemoet aan de behoefte aan bewegingsvrijheid. Van Harte zorgt voor materialen die uitnodigen om te manipuleren en te onderzoeken. De balans in ruimte en materiaal biedt de mogelijkheid tot het nemen van eigen initiatieven en het verkennen van eigen mogelijkheden. Als aanvulling op de huiskamer heeft Van Harte een afgezette buitenruimte. 3.3.1
De voertaal
De voertaal bij Van Harte is Nederlands. In sommige situatie kiezen pedagogisch medewerkers ervoor om dialect met een kind te spreken. Een kind kan zich hierdoor meer geborgen voelen. 4. Opvoedingsdoelen Het opvoedingsdoel is: de kern tot bloei laten komen. Wat in potentie aanwezig is in het kind, wordt door pedagogisch medewerkers gestimuleerd. Zo kan een kind zichzelf zijn en verder groeien tot wie hij werkelijk is. Om dit proces zo optimaal mogelijk te begeleiden, kijken en luisteren pedagogisch medewerkers goed naar kinderen. De visie van Van Harte op opvoeden is: ieder kind is uniek en wij sluiten aan bij het kind en zijn mogelijkheden. De ouders dragen de zorg vóór en opvoeding van hun kind(eren) tijdelijk over aan de pedagogisch medewerkers . De pedagogisch medewerkers zijn de professionele opvoeders om deze taken uit te voeren. Zij zijn zich bewust van hun grote verantwoordelijkheid en nemen hun taak met veel plezier en positieve energie op. Zij zijn deskundig op het gebied van verzorging en het begeleiden van het ontwikkelingsproces bij kinderen. Het pedagogisch werkplan is gebaseerd op de vier pedagogische basisdoelen die in de Wet Kinderopvang zijn omschreven . Deze doelen zijn gericht op het geven aan kinderen van: - een gevoel van emotionele veiligheid, - gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie, - gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie, - de kans om zich waarden en normen, de ‘cultuur’ van een samenleving, eigen te maken.
20150626DW
4.1
Subdoelstellingen
Pedagogisch medewerkers van Van Harte willen kinderen: begeleiden in een klimaat van (emotionele) veiligheid, helpen zichzelf te leren kennen, zelfstandig te worden en een positief zelfbeeld te hebben (persoonlijke competentie), ruimte bieden om sociale ervaringen op te doen, waardoor sociale vaardigheden verworven worden (sociale competentie), normen en waarden bijbrengen. 4.1.1
Begeleiden in een klimaat van (emotionele) veiligheid
De basis van al het handelen van de groepsleiding is het bieden van een gevoel van veiligheid aan het kind. Allereerst komen pedagogisch medewerkers tegemoet aan de lichamelijke behoefte; voeding, slaap en genegenheid. Van Harte werkt vanuit de informatie verkregen uit een gedegen intake met ouders. Zo kunnen de pedagogisch medewerkers optimaal aansluiten op het eet- en slaapritme van thuis. Het werken vanuit een dagschema biedt de pedagogische medewerkers een basis waarbinnen zij hieraan tegemoet kunnen komen. Een vertrouwensrelatie met de pedagogisch medewerker is onmisbaar. Kijken en luisteren naar kinderen zijn een voorwaarde. De nabijheid van een pedagogische medewerkers is voor kinderen noodzakelijk waarbij nabijheid op gepaste afstand weer een ontwikkelingskans biedt. Vaste routines, rust, ritme en regels zorgen ervoor dat kinderen grip krijgen op hun omgeving en zich zeker voelen. Vanuit een veilige basis durven en kunnen zij de wereld gaan ontdekken. Persoonlijk contact met de pedagogisch medewerker, een vertrouwde omgeving en de aanwezigheid van bekende groepsgenootjes dragen bij tot het verkrijgen van een veilig gevoel. Op deze wijze wordt de basis gelegd waarbinnen kinderen hun natuurlijke exploratiedrang tot bloei mogen en kunnen laten komen. Het zich emotioneel vrij voelen is het hoogste doel. Zie de basisbehoefte in de binnenste cirkel (Startblokken van Basisontwikkeling).
4.1.2 Helpen zichzelf te leren kennen, zelfstandig te worden en een positief zelfbeeld te ontwikkelen (persoonlijke competentie) Elk kind is uniek en waardevol. De pedagogisch medewerkers van Van Harte accepteren kinderen zoals ze zijn en hebben vertrouwen in het ontwikkelend vermogen van kinderen. Kinderen hebben vanaf de geboorte een innerlijke motivatie om te leren lopen, praten en contact te maken met anderen. Zij leren wat nodig is voor het leven. Kinderen leren binnen het eigen vermogen, tempo en
20150626DW
op een geheel eigen wijze. Het eigen en unieke ontwikkelingstempo van het kind is voor de pedagogisch medewerkers maatgevend in de begeleiding van de kinderen. Kinderen worden in hun ontwikkeling gestimuleerd en uitgedaagd. De pedagogisch medewerkers spelen hier bij in op de zone van naaste ontwikkeling. De pedagogische medewerkers zorgen voor een ritmische afwisseling van verschillende activiteiten waardoor alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Er wordt aandacht besteed aan het deelnemen aan gestuurd aanbod en aan het eigen initiatief van kinderen. Pedagogisch medewerkers denken vanuit kansen en begeleiden kinderen in het maken van eigen keuzes. Ze geven kinderen oprechte feedback en leren hen reflecteren op hun eigen handelen. Op deze wijze zullen kinderen zich optimaal ontplooien tot competente en creatieve persoonlijkheden. Nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben zijn de andere twee basisbehoeften uit de binnenste cirkel van Startblokken van Basisontwikkeling.
4.1.3
Ruimte bieden om sociale ervaringen op te doen, waardoor sociale vaardigheden verworven worden (sociale competentie)
Naast het tegemoet komen aan veiligheid en het ontwikkelen van persoonlijke competenties gaat er veel aandacht uit naar het begeleiden van het ontwikkelen van sociale competenties. Dit alles vindt plaats binnen de stamgroep. De functie van de groep is van wezenlijk belang evenals individuele aandacht en zorg. Bij Van Harte vormen we een leef- en werkgemeenschap waarbinnen kinderen in een beschermde omgeving sociale ervaringen kunnen opdoen. De pedagogisch medewerkers stellen kinderen in de gelegenheid om bij het kinderdagverblijf de wereld om hen heen, zichzelf en de ander te leren kennen. Kinderen leren van, met en door elkaar, voor nu en later. Binnen een stamgroep leren kinderen mede door eerst jongste en dan oudste te zijn. Waar je eerst geholpen wordt door de ander neemt het kind later een positie in waarbij het juist kan ondersteunen. Het kennismaken met andere kinderen en volwassenen, het respecteren van anderen en het opkomen voor eigen belang zijn belangrijke toegevoegde waarden van het samenzijn in een groep. In de groep worden deze vaardigheden gestimuleerd door bijvoorbeeld naast elkaar te spelen, samen te spelen, elkaar te helpen, ervaringen met elkaar te bespreken, waardering op te brengen voor elkaars ervaringen of werk, speelgoed samen op te ruimen en samen te vieren en te beleven van gebeurtenissen. Dit alles vanuit autonomie, competentie en relatie. Ik kan het, ik kan het zelf, ik ben welkom en ik word voor vol aangezien. Hiervoor is emotionele vrijheid en zelfvertrouwen nodig. Dit zijn twee van de drie basisbehoeften uit de binnenste cirkel van Startblokken van Basisontwikkeling.
20150626DW
4.1.4
Normen en waarden voorleven en helpen na te leven
Om kinderen te laten opgroeien tot volwaardige wereldburgers is gewetensontwikkeling van belang. Hiervoor zijn een aantal zaken van cruciaal belang zoals de eerder beschreven voorwaarden als veiligheid, persoonlijke competentie en sociale competenties. Het besef van en het omgaan met waarden en normen zijn ook een onderdeel van het mens worden. Van Harte wil hieraan bijdragen. Kinderen leren vanuit de voorbeelden uit hun (volwassen) omgeving. Goed voorbeeld doet goed volgen. Van Harte hecht dan ook veel waarde aan het naleven van sociaal wenselijke waarden en normen door de pedagogisch medewerkers. Pedagogisch medewerkers dienen dit integraal op te nemen in hun dagelijks handelen; op welke wijze ontvang je kinderen en ouders, hoe ga je om met collega’s, op welke manier ga je in gesprek over kinderen en hun ouders, hoe benader je kinderen die vanuit een voorbeeldomgeving komen die niet direct overeenkomt met “ de onze” , is er voldoende aandacht voor de leefomgeving die als voorbeeld dient voor een specifiek kind, hoe ga je om met corrigeren, is er voldoende aandacht voor ieders karakter en temperament, wordt er gewerkt vanuit overeenkomsten en verschillen. Binnen de leefgemeenschap die Van Harte is, komen dagelijks veel verschillende situaties voor die ertoe leiden dat er specifiek aandacht besteed kan worden aan normen en waarden. Alle medewerkers van Van Harte zijn er echter van overtuigd dat het bewust dagelijks handelen de basis dient te zijn. Werken vanuit rust, regelmaat en oprechte belangstelling voor elkaar. Respect voor een ieder en begrip hebben voor ieders achtergrond. Bewust zijn van overeenkomsten, al zijn die niet altijd op het eerste oog waarneembaar. Ook hier komt intensief kijken en luisteren naar de ander weer naar voren. Kinderen leren van voorbeeldgedrag van volwassenen; hoe maakt de pedagogisch medewerker een praatje met een ouder of collega, op welke wijze troost een pedagogisch medewerker een ander kind, hoe corrigeert een pedagogisch medewerker een groepsgenootje, enzovoort. Verder schenkt Van Harte veel aandacht aan het leren van en met elkaar. Kinderen leren vanuit de interactie met elkaar over de ander, het handelen van de ander maar ook over zichzelf. Tijdens de inhoudelijke teammomenten en de twee jaar durende scholing Startblokken voor basisontwikkeling zal aan alle opvoedingsdoelen aandacht besteed blijven worden. 5. Kinderdagopvang bij Van Harte 5.1
Algemeen
Van Harte Helden heeft de ruimte voor twee stamgroepen KDV die plaats bieden aan maximaal 32 kinderen van 0 tot 4 jaar. Momenteel is er één stamgroep in gebruik voor de opvang van maximaal 16 kinderen per dagdeel. Het overgrote deel van de kinderen heeft een vast contract. Zij bezoeken Van Harte op vaste dagen met een minimum van 2 dagdelen. Enkele ouders maken gebruik van flexibele opvang. Ook zij brengen hun kinderen gemiddeld 2 dagdelen per week. Contractueel is vastgelegd dat zij minimaal 3 weken van te voren aangeven op welke dagen zij van de diensten van Van Harte gebruik willen maken. Enkele ouders maken gebruik van het aanbod “verlengde opvang”. Dit biedt ouders de mogelijkheid om hun kind ’s morgens vanaf 7.00 uur te brengen en tot ’s avonds 19.00 uur op te halen. Mocht de tweede stamgroep operationeel worden dan gelden de volgende regels. Bij zowel vaste als flexibele contracten biedt Van Harte de kinderen een vaste stamgroep. Op enig moment kan de groepssamenstelling er toe leiden dat een flexibel kind een dag(deel) in een parallelgroep wordt geplaatst. Dit gebeurt dan in overleg met ouders. Verlengde opvang vindt altijd plaats in één stamgroep. Vanaf 7.30 uur worden kinderen in hun eigen stamgroep opgevangen. Ouders tekenen het toestemmingsformulier.
20150626DW
5.2
De stamgroep
Binnen het KDV wordt een stamgroep gevormd door kinderen van 0 tot 4 jaar met vaste pedagogisch medewerkers. Het KDV heeft twee stamgroepen: Groep 1 0 – 4 jaar Groep 2 0 – 4 jaar Een stamgroep biedt dagelijks plaats aan maximaal 16 kinderen. In totaal kunnen er dus per dag maximaal 32 kinderen aanwezig zijn. De leeftijdsverdeling binnen de verschillende groepen is bewust gekozen. 5.3
De groepsruimten KDV
De ruimtes 5.3.1
voor de twee stamgroepen voor kinderen van 0 – 4 jaar bestaat uit: De woonkamer Groep 1 twee slaapkamers, groep 2 drie slaapkamers Verzorgingsruimte Toiletruimte Groep 2 heeft een voorleesruimte
De woonkamer voor kinderen van 0 – 4 jaar
De woonkamer heeft een open karakter. KDV Van Harte heeft gekozen voor een rustig, naturel kleurgebruik. In de woonkamer staat centraal een grote eettafel met daar om heen verstelbare triptrapstoelen al dan niet voorzien van een beugel, verkleinzitje of een tuigje. In iedere woonkamer staan 4 wipstoeltjes op tafelhoogte zodat kinderen ongeacht hun leeftijd “aan tafel” kunnen zitten. Ook is de woonkamer voorzien van een keukenblok, een zithoek met audioapparatuur en twee vaste boxen op hoogte waaronder het speelhuisje voor de kinderen is. Centaal in de ruimte staat een grondbox van 2 m² waarbinnen, vanuit beredeneerd aanbod, kinderen kunnen spelen. Soms wordt er gekozen voor “de jonge kruipers” die behoefte hebben aan meer bewegingsvrijheid dan een gewone box maar waarvoor de gehele ruimte op dat moment nog onveilig is. Soms wordt er gekozen voor bijv. 2 ½ jarigen die met materiaal aan het manipuleren zijn en op deze wijze ongestoord kunnen spelen. Ook pedagogisch medewerkers die met 1 of 2 kinderen apart willen spelen kunnen van deze grondbox gebruik maken. In de woonkamer staat speelgoed waarmee kinderen vrij kunnen spelen. Er is een grote kast waarin o.a. speelgoed voor de kinderen staat en er zijn drie kastjes waarin de bakjes van de kinderen die Van Harte die dag niet bezoeken worden opgeborgen. De ruimte grenst middels een hal aan het buitenterrein. 5.3.2
Slaapkamers voor kinderen van 0 – 4 jaar
Groep 1 heeft twee slaapkamers met negen slaapplaatsen. Groep 2 heeft 3 slaapkamers. Eén van de bedjes op elke groep is een “vluchtbed” waarmee baby’tjes snel en veilig geëvacueerd kunnen worden in geval van nood. Elke kamer heeft een raampje in de deur en aan de buitenzijde een schakelaar waarmee het licht bediend kan worden. Zo kan er terwijl de kinderen slapen naar de kinderen gekeken worden. De kamers zijn voorzien van airco en een goedgekeurde en gecertificeerde mechanische luchtinstallatie. Ook in de slaapkamers is gekozen voor neutrale kleuren zowel voor het meubilaire, de wanden als het beddengoed.
20150626DW
5.3.3
Verzorgingsruimte voor kinderen van 0 – 4 jaar
De verzorgingsruimte van groep 1 beschikt over een ruim werkvlak waarop een verschoonplaats is gecreëerd.(De verzorgingsruimte van groep 2 is nog niet ingericht). Tevens is dit werkvlak voorzien van een wasgelegenheid. Boven het werkvlak zijn wandmeubels geplaatst waarop de bakjes staan van de kinderen die de desbetreffende dag Van Harte bezoeken. Zo liggen alle spullen die pedagogisch medewerkers nodig hebben binnen handbereik en kunnen ouders gemakkelijk de persoonlijke spullen van hun kind opbergen en weer terug vinden. Aangrenzend is de toiletruimte. Deze wordt afgescheiden door twee louvredeurtjes. 5.3.4
Toiletruimte voor kinderen van 0 – 4 jaar
Er zijn twee kindertoiletjes geplaatst en er is een wasbak op kindhoogte. Hier wordt het toiletgebruik getraind door kinderen die er aan toe zijn. 5.3.5
De niet operationele groepsruimte
In de leegstaande groepsruimte is de mogelijkheid om te spelen met groot bouw- en sjouwmateriaal. Ook kan er gedanst worden en gespeeld worden met materialen als hoepels of pittenzakjes. Ook kan er gekozen worden om er met klein rijdend materiaal te spelen. 5.3.6
De loungehoek
Grenzend aan groep 2 is een loungehoek. Hier is een zithoek gecreëerd waar kinderen in een kleine setting bijvoorbeeld worden voorgelezen. Ook kan hier met een klein groepje kinderen lekker gerelaxt worden. Soms wordt deze ruimte gebruikt om met 1 á 2 kinderen een aparte activiteit te doen. Kinderen die het prettig vinden in een prikkel arme ruimte te vertroeven krijgen hier, met aandacht van een PM’er, alle rust die hen toekomt. 5.3.7
Buiten
De buitenruimte grenst aan de twee groepen van het KDV. De ruimte is op motorisch gebied uitdagend te noemen. Er is een groot springkussen, een wilgenhutje en een zandbak. De zandbak leent zich voor samenspel en creativiteit. Er is voldoende ruimte om te fietsen. Voor balspellen en spel met sjouw- en bouwmateriaal zijn er voldoende plekjes te vinden. Er is een babyfoon op de groep. Mocht er nog een kindje in bed liggen en de pedagogisch medewerker kiest er voor om met de andere kinderen op het eigen buitenterrein te gaan spelen dan wordt de babyfoon mee naar buiten genomen. Wanneer de pedagogisch medewerker naar binnen gaat moeten alle kinderen te allen tijde mee naar binnen genomen worden.
20150626DW
5.4
Dagritme
Op de groep wordt gewerkt vanuit een globaal dagritme. 06.30 - 07.30 07.30 - 09.00 09.00 - 09.30 09.30 - 10.00 10.00 - 11.30 11.30 - 12.30 12.30 - 13.30 13.30 - 15.30 15.30 - 16.00 16.00 - 17.00 17.00 - 18.30 18.30 - 19.00 5.5
verlengde opvang binnenkomst en overdracht van ouder naar pedagogisch medewerker vrij spelen kring fruitmoment, verzorgingsmoment activiteit broodmoment, verzorgingsmoment breng- en haalmoment verzorgingsmoment, vrij spel / activiteit fruitmoment verzorgingsmoment haalmoment verlengde opvang
Een beredeneerd aanbod
Door het werken rondom thema’s maken de kinderen kennis met de wereld om zich heen en leren ze de wereld om zich heen ontdekken en kennen. Van Harte kiest ervoor om betekenisvolle thema’s vorm te geven. Kinderen herkennen de thema’s vanuit hun dagelijkse leefwereld. De duur van een thema is afhankelijk van de periode en de belangstelling van de kinderen. Op de groepen wordt een thema opgezet vanuit de themaplanning en kernactiviteiten die behoren bij het ontwikkelingsgerichte werkplan Startblokken voor Basisontwikkeling. Vanuit een rijke speel- leeromgeving worden de kinderen in aanraking gebracht met allerlei facetten die met het thema te maken hebben. De taalontwikkeling krijgt een extra impuls middels taalstimulering (ervaringen, spel, boeken, taalspelletjes, verteltafel, foto’s en liedjes). Bij het thema wordt een woordenlijst aangelegd van woorden die aangeboden en gebruikt worden. Verder wordt er veel aandacht besteed aan verhalen. Dit zijn verhalen die voortkomen uit spel, uit boeken/vertellingen of verhalen uit eigen ervaringen. De kinderen worden geholpen bij het “op verhaal komen” en zij worden begeleid in het verwoorden van wat ze te vertellen hebben. Pedagogisch medewerkers doen mee aan het voorbereiden van de spelactiviteiten. Ze maken samen plannetjes en doen suggesties. Tijdens de activiteiten spelen pedagogisch medewerkers mee, ze doen voorstellen, brengen een probleempje in of blijven juist op afstand nabij. Na de activiteiten is er de mogelijkheid om gezamenlijke terugkijken of bijvoorbeeld te bedenken hoe de opgedane ervaringen “straks” met papa en mama gedeeld kunnen worden (reflecteren en vieren). Onze werkwijze sluit goed aan bij de vierbasisactiviteiten die we willen waarborgen vanuit het Jenaplan gedachtegoed. Gesprek Tijdens de kringmomenten wordt gesproken over het thema, worden boekjes voorgelezen die bij het thema aansluiten en worden kinderen uitgenodigd tot vertellen; “Wat weten de kinderen al over een thema en waar zijn ze nieuwsgierig naar”? Vaardigheden die aan bod komen zijn onder andere; luisteren naar elkaar, je menig durven vormen en uiten, elkaar bevragen en probleemoplossende gesprekken voeren. De gesprekjes worden vaak individueel of in kleine setting gevoerd. Verder staat de nonverbale communicatie en de interactie voorop.
20150626DW
Spel / werk Jonge kinderen leren al spelend. Ze spelen hun dagelijkse echte wereld na (wereldoriëntatie). Spelthema’s komen voort uit het leven van alledag; seizoensgebonden thema’s, zintuiglijke thema’s, naar de dokter gaan, boodschappen doen in de winkel of buiten spelen in de sneeuw. Spelactiviteiten bieden de beste kansen tot leer- en ontwikkelingsprocessen. Jonge kinderen spelen om te experimenteren, te onderzoeken, te maken, te ervaren wat het is om samen te zijn, te praten en te denken met elkaar. In spel ontwikkelen jonge kinderen zich optimaal. Ze vinden manieren om zich steeds beter uit te drukken, zich dingen voor te stellen en te verbeelden en zich aan regels te houden. De pedagogisch medewerkers zijn actief betrokken bij de spelactiviteiten in de groep. Zij zorgen voor een samenhangend en gevarieerd aanbod(ontwerpschema van Startblokken) en doen intensief mee aan de ontwikkeling en verdieping van de spelactiviteiten van de kinderen. Ze spelen echt mee. Zij hebben weet van de spelomgeving en attributen, opperen spelideeën ( logboekmodel van Startblokken) en spelen mee. Ook hebben zij oog voor de toevoeging van nieuwe impulsen en handelingsmogelijkheden en gaan in gesprek met kinderen over hun spel. Spel dient er ook voor om tegemoet te komen aan de bewegingsdrang van kinderen zoals rollen, kruipen, lopen en rennen, maar ook fietsen op het buitenterrein. Pedagogisch medewerkers stimuleren beweging in allerlei vormen, allerlei situaties en met verschillende materialen. Viering Naar aanleiding van een activiteit vindt er reflectie (5 impulsen en logboekmodel) plaats met kinderen; “wat is er nu gebeurd, wat heb je gezien, hoe was het om?”oftewel samen vieren van je ervaringen. Binnen het thema wordt er geknutseld. Daarna wordt het resultaat gezamenlijk bekeken en besproken. Op zo’n moment wordt “gevierd”dat het kind iets moois heeft gemaakt. Bij Van Harte wordt de verjaardag van de kinderen gevierd. Ouders worden hiervoor uitgenodigd. Er wordt gezongen, de jarige wordt in het zonnetje gezet en gefeliciteerd. Daarna wordt er gesmuld van de door Van Harte verzorgde traktatie. Seizoensgebonden feesten worden veelal met ouders, broertjes en zusjes en/of opa’s en oma’s gevierd. Binnen een beredeneerd aanbod past ook het maken van een uitstapje; een bezoek aan de eendjes of een boodschap doen in het dorp. De BKR wordt te allen tijde gewaarborgd. Voor een uitstapje dat te voet of met de bolderwagen wordt gemaakt wordt geen expliciete toestemming per uitstapje gevraagd. Ouders worden bij inschrijving op de hoogte gebracht van deze activiteiten als onderdeel van het beredeneerd aanbod. Wanneer er een uitstapje gemaakt wordt waarbij per auto worden vervoerd, wordt ouders per uitstapje om toestemming gevraagd. Voor het vervoer van kinderen is en protocol opgesteld. Hierin worden de richtlijnen van de rijksoverheid beschreven. 5.6
Handelingsgericht observeren, registreren en evalueren
Het volgen van de ontwikkeling valt onder de verantwoordelijkheid van een pm. Zie ook “De rol van de pedagogisch medewerker.” Gebruikelijk is dat collega’s gezamenlijk naar kinderen kijken en overleg plegen over dit verloop.
20150626DW
Het ontwikkelingsverloop van alle kinderen wordt beschreven vanuit het ontwikkelingsgerichte werkplan Startblokken van Basisontwikkeling . Door te werken vanuit dit concept is er sprake van een cyclisch proces. Thema’s worden opgezet vanuit een sociaal culturele context. Er wordt gebrainstormd over mogelijke inhouden. Aan de gekozen inhouden worden per thema doelen gekoppeld. Deze zijn terug te vinden in De Cirkel. Deze doelen gelden voor de groep. Om tegemoet te komen aan de doelen worden er middels het Webmodel kernactiviteiten bedacht. Zo wordt gewaarborgd dat er vanuit deze verschillende kernactiviteiten voldoende mogelijkheden voor ieder kind zijn, om vanuit eigen talenten te ontwikkelen, en deze doelen te behalen. Voor individuele kinderen en kleine groepjes kinderen worden, aan de hand van het logboekformulier, de activiteiten voorbereid. Hierin wordt specifiek beschreven welke activiteit, met welke kinderen, met welke bedoeling gedaan worden. Ook wordt er overdacht en beschreven welke rol de pedagogisch medewerker hierbij heeft. Na een activiteit wordt er gereflecteerd. De betekenissen en motieven voor de desbetreffende kinderen worden beschreven. Daarnaast wordt vastgelegd binnen welk ontwikkelingsperspectief, de handelingen die het kind heeft laten zien, passen en er wordt gekeken naar de vooropgestelde doelen van deze activiteit; komen deze, voor dit kind dichterbij? Als laatste punt reflecteert de pedagogisch medewerker op het eigen handelen. Was de bijdrage van de pedagogisch medewerker zinvol? Wat heeft de pedagogisch medewerker gedaan waardoor er onder andere ontwikkeling op gang kwam of waardoor dit juist niet gebeurde. Aan de hand van de verzamelde gegevens wordt o.a. het vervolgaanbod bepaald. De specifieke gegevens van een kind worden, per kernactiviteit, vastgelegd in het kinderdagboek. Per periode wordt er een overzicht gemaakt van de ontwikkeling die plaatsgevonden heeft. Ouders worden bij een leeftijdsadequaat ontwikkelingsverloop rond de verjaardag van een kind op de hoogte gebracht van dit ontwikkelingsverloop. Bij de overgang van KDV naar BaO vindt het gesprek plaats aan de hand van de beschreven ontwikkeling op het overdrachtsformulier uit Startblokken van Basisontwikkeling. Mocht het ontwikkelingsverloop vragen oproepen dan kan er gekozen worden om een periodiek plan van aanpak samen te stellen. Dit gebeurt aan de hand van het formulier Speciale aandacht (Startblokken). Mocht er meer verdieping / onderzoek nodig zijn om het probleem helder te krijgen dan kan er ook gebruik gemaakt worden van een HGPD formulier. De beleidsmedewerker kan, als aanvulling op de gedane observaties door de pedagogisch medewerker, komen observeren. Ouders zijn te allen tijde op de hoogte van de te nemen stappen en worden in het proces betrokken. Naast het geven van toestemming zijn zij een zeer waardevolle informatiebron. De informatie en ideeën van ouders zijn een wezenlijk onderdeel van het plan van aanpak. Het plan van aanpak wordt door de vaste pedagogisch medewerker en de beleidsmedewerker besproken met de ouders. Geven ouders geen toestemming om hun kind intern te laten observeren door de beleidsmedewerker dan zal zij wel een groepsobservatie uitvoeren om zo de pm handvatten te geven voor de dagelijkse begeleiding van het kind. Het gesprek met ouders wordt te allen tijde gaande gehouden.
3 keer per jaar vinden er groepsbesprekingen plaats. Tijdens deze bespreking tussen de beleidsmedewerker en 1 pm per groep passeren alle kinderen de revue. Zo wordt gewaarborgd dat de ontwikkeling van alle kinderen minimaal 3 keer per jaar besproken wordt.
20150626DW
Ouders die een opvoedings- of ondersteuningsvraag hebben kunnen ook zelf een gesprek aanvragen met de pedagogisch medewerker en/of de beleidsmedewerker. De pedagogisch medewerker zal altijd overleggen met de beleidsmedewerker. Gezamenlijk wordt gekeken hoe ouders het beste ondersteund / begeleid kunnen worden. Naast de mogelijkheid voor gesprekken intern kan er ook advies / hulp gevraagd worden aan de consultatieverpleegkundige, kan er contact gezocht worden of doorverwezen worden naar de medewerkers van BJZ (inloopspreekuur), kan er doorverwezen worden naar de huisarts of andere instanties zoals beschreven op de sociale kaart uit De Meldcode. Verder is er een nauwe samenwerking met PSW, Kentalis en Rubicon in het kader van passende kinderopvang. Ook de IB’s en BOC’s van de PO stichtingen of medewerkers van het BCOonderwijsadvies zijn aanspreekpunten. De logopediste die praktijk houdt in het gebouw van Van Harte Venlo is een waardevolle professional die om raad gevraagd kan worden. De pedagogisch medewerker en de beleidsmedewerker gaan samen met de ouders op zoek. Zij kunnen voorstellen doen, ouders begeleiden bij een eventuele aanmelding of het eerste contact leggen. NB Het cyclische proces beschreven vanuit de werkwijze van Startblokken van Basisontwikkeling wordt stapsgewijs ingevoerd. Na de certificering van de pedagogisch medewerkers in 2016 zal dit pas in zijn geheel worden toegepast. Tot die tijd worden kinderen ook nog geobserveerd aan de hand van de bestaande observatielijsten. Het cyclische proces van kindbesprekingen en oudergesprekken wordt toegepast. 6.
Personeel
6.1
Rol van de Pedagogische medewerker
Bij Van Harte zijn alle medewerkers betrokken, gemotiveerd en hebben interesse in de kinderen en hun ouders/verzorgers. Zij stralen warmte uit en creëren daarmee een liefdevolle, huiselijke sfeer. Opvang vanuit het hart. Het dagelijks handelen van de pedagogisch medewerkers van Van Harte staat grotendeels beschreven in hoofdstuk 4. Het volgen van kinderen staat beschreven onder 5.6. De pedagogisch medewerkers van het KDV volgen, naast het werken vanuit de opvoedingsdoelen, de ontwikkeling van het kind middels observaties. Gegevens worden vastgelegd en zowel intern als met ouders besproken om daarna weer een zo goed mogelijk, op het individu afgestemd, aanbod te kunnen vormgeven. Naast het jaarlijks gesprek over de ontwikkeling van het kind aan de hand van het “stand van zaken” formulier uit Startblokken van Basisontwikkeling worden ouders ook standaard uitgenodigd bij de overgang van KDV naar basisschool. Het overdrachtsformulier KDV / Bao (basisonderwijs) wordt dan besproken. De pedagogisch medewerkers hechten veel waarde aan het dagelijks contact met de ouders/verzorgers. Tijdens het brengen en ophalen van het kind staan zij voor ouders/verzorgers klaar. Er is, voor zowel ouders als pedagogisch medewerkers, altijd de mogelijkheid een individueel gesprek aan te vragen. In dit pedagogisch beleidsplan wordt uitgebreid beschreven hoe de kinderopvang in al zijn hoedanigheden vorm krijgt. Het omvat o.a. kaders en richtlijnen m.b.t. het dagelijks handelen van pedagogisch medewerkers. Door op interne scholingsavonden met pedagogisch medewerkers de inhoud te bespreken en te vertalen naar dagelijks handelen, blijft de inhoud levend en toetsen zij zichzelf op gestelde doelen. Ook de jaarlijkse studiedag wordt gebruikt om de rol van de pedagogisch
20150626DW
medewerker te verdiepen en up to date te houden. Daarnaast besteden we ook aandacht aan Van Harte als professionele organisatie. Onderwerpen die de afgelopen periode aan bod zijn gekomen zijn onder anderen; wat wordt verstaan onder spel, hoe verloopt de ontwikkelingslijn van spel, wat is op de verschillende spelmomenten de rol van de pedagogisch medewerker, welke competenties horen bij een pedagogisch medewerker, wat vertellen de houding, mimiek en wijze van reageren van een kind je als pedagogisch medewerker, wat is het belang van een goed lopende communicatie, hoe geef en ontvang je feedback. Daarnaast werden pedagogisch medewerkers individueel begeleid t.a.v. hun pedagogisch handelen. De frequentie kon per medewerker verschillen. Er vonden popgesprekken plaats, pedagogisch medewerkers beschreven hun werkpunten. Soms werden er video-opnames gemaakt om naar het eigen handelen te kijken en dit te bespreken met de beleidsmedewerker.
6.1.1
Startblokken van Basisontwikkeling
Vanaf maart 2014 volgen alle collega’s van Van Harte het professionaliseringstraject Startblokken van Basisontwikkeling. De eisen m.b.t. inhoud, groepsbezoeken en individueel coachen worden strikt gevolgd. De scholing wordt verzorgd door de beleidsmedewerker. Zij is een gecertificeerde Startblokkentrainer. Wanneer collega’s aan alle eisen voldoen zullen zij in januari 2016 het VVE certificaat Startblokken van Basisontwikkeling ontvangen (VVE erkent). Voor de inhoud van dit VVE aanbod verwijzen we naar het ontwikkelingsgericht werkplan Startblokken van Basisontwikkeling.
6.1.2
Ondersteuning door andere volwassenen
Van Harte voelt zich een onderdeel van de maatschappij en levert graag een bijdrage aan het opleiden van personeel voor de eigen branche. Van Harte is een Calibris erkent leerbedrijf voor zowel PW 3 als PW 4. Van Harte heeft een samenwerkingsovereenkomst met De Gilde opleiding in Venlo. Daarnaast zijn er stageplaatsen voor studenten niveau 4 van andere opleidingen, stagiaires en studenten van andere maar wel aan de sector gerelateerde opleidingen. Van Harte ziet het als een prachtige kans om toekomstige collega’s een leerplek te bieden en biedt een optimale studiebegeleiding. Van studenten wordt verwacht dat zij een uiterste inspanning m.b.t. hun eigen ontwikkeling leveren en een attitude hanteren die de visie van Van Harte uitdraagt. Daarnaast biedt Van Harte stageplaatsen aan leerlingen van het Blariacum College. Deze VMBO leerlingen lopen stage om hierna een betere beroepskeuze te kunnen maken c.q . een vervolgopleiding te kiezen. De taken van de verschillende stagiaires lopen uiteen. Leerlingen van het Blariacum College verrichten voornamelijk ondersteunende taken. Zij mogen bijvoorbeeld fruit schillen, was vouwen, bedjes opmaken, licht huishoudelijk werk verrichten of de broodmaaltijd klaarzetten. Met betrekking tot de kinderen mogen zij, onder toeziend oog van een pedagogisch medewerker, met kinderen meespelen, een fruithapje geven of een luier verschonen. Ter ondersteuning van de lessen die op school volgen, zijn er door Van Harte 20 instructiefilmpjes gemaakt. Stagiaires PW voeren hun opdrachten uit zoals omschreven in hun BP’s. Van Harte maakt gebruik van een eigen interieurverzorgster. Zij is verantwoordelijk voor de dagelijkse hygiëne. Op het werkschema van de interieurverzorgster staat beschreven welke handelingen dagelijks, wekelijks, maandelijks of anderszins dienen te worden uitgevoerd. Afhankelijk van aanbod en geschiktheid maken we gebruik van de diensten van vrijwilligers. Dit kunnen mensen zijn die op de groep ondersteunen maar ook mensen die klein onderhoud verrichten binnen het gebouw.
20150626DW
6.2
Pedagogische medewerkers / kindratio
6.2.1
Kinderopvang
Voor de personele bezetting van de stamgroepen in relatie tot het kindratio geldt tenminste: één beroepskracht per vier kinderen in de leeftijd tot één jaar één beroepskracht per vijf kinderen in de leeftijd van één tot twee jaar één beroepskracht per zes kinderen in de leeftijd van twee tot drie jaar één beroepskracht per acht kinderen in de leeftijd van drie tot vier jaar Het aantal beroepskrachten wordt bij een gemengde leeftijdsgroep bepaald aan de hand van de voor de aanwezige leeftijdscategorieën geldende maximale aantallen kinderen. http://1ratio.nl/rekenregels.aspx Iedere stamgroep heeft de beschikking over minimaal 3 pedagogische medewerkers die er gezamenlijk zorg voor dragen dat er altijd een, voor ouders en kinderen, bekend pedagogisch medewerker op de groep aanwezig is. Mocht er wegens ziekte van kinderen of afmelding door ouders een pedagogisch medewerker naar huis gaan dan wordt minimaal een vaste medewerker op de groep als uitgangspunt gehanteerd. 6.3
Functieomschrijving
De pedagogische medewerkers die bij Van Harte werken, hebben een veelzijdige taak. In hun functieomschrijving staat onder meer: Begeleiden, verzorgen en opvoeden van kinderen (individueel en in groepsverband) - Opbouwen van een liefdevolle relatie, positieve aandacht en waardering voor elk kind. - Aansluiten bij de behoefte en interesse van elk kind. - Stimuleren van de totale ontwikkeling van kinderen. - Observeren en registreren van de lichamelijke- cognitieve- en gedragsontwikkeling. - Signaleren van eventuele problemen of achterstand. - Programmeren en uitvoeren van een activiteitenaanbod. - Kinderen leren omgaan met elkaars culturele, sociale en fysieke achtergrond. Oudercontacten - Ouders informeren over en betrekken bij de gang van zaken binnen Van Harte. - Ouders informeren over hun kind. - Ouders advies vragen of desgewenst advies geven over opvoedingsvraagstukken. - Zich op de hoogte stellen van wensen en verwachtingen van ouders.
Beleidsontwikkeling en uitvoering - Een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een visie en dit vertalen in een pedagogisch beleid. - Kwaliteitscriteria kunnen formuleren. - Opstellen van werkplannen. - Participeren in alle vormen van overleg en werkbegeleiding die gebruikelijk zijn bij Van Harte. Ondersteunende activiteiten - Registreren van gegevens van kinderen. - Begeleiden van stagiaires. - Inrichten binnen- en buitenruimte.
20150626DW
-
Beheren van spelmateriaal en voorraden. Signaleren en zo mogelijk verhelpen van gebreken (kleine klusjes).
Alle pedagogische medewerkers die bij Van Harte werken voldoen aan de eisen die gesteld worden door CAO Kinderopvang. Na- en bijscholing wordt aangeboden zoals het behalen van EHBO of BHV om de benodigde kennis en vaardigheden op peil te houden. Voor verdere interne scholing zie hoofdstuk 6.1. Oproepkrachten hebben een relevant diploma. Zij worden ingezet bij verlof of ziekte van de vaste pedagogische medewerkers en zij dragen grotendeels dezelfde verantwoordelijkheden. Het bijhouden van observatielijsten is niet relevant tijdens een eendaagse vervanging maar zal wel functioneel worden als het bijvoorbeeld gaat om een vervanging van een zwangerschapverlof. Bij Van Harte wordt gewerkt met vaste oproepkrachten. Zij werken met regelmaat op de groepen en zijn daardoor zowel voor kinderen als ouders vertrouwde medewerkers. Zie oproepkrachten 9.1.1 Alle medewerkers van Van Harte zijn in het bezit zijn van een geldig VOG (max. 2 maanden oud bij aanvang werkzaamheden). 6.3.1
Criteria
Met alle pedagogisch medewerkers inclusief de oproepkrachten wordt eenmaal per jaar een functioneringgesprek gehouden. Dit gebeurt aan de hand van de “Criterialijst Pedagogisch medewerker Van Harte. Zie hieronder. Tijdens dit functioneringsgesprek worden per medewerker leer en verbeterpunten vastgelegd. In een volgend functioneringsgesprek zal de pedagogisch medewerker aantoonbaar moeten maken op welke wijze er aan de verbeterpunten is gewerkt en wat dit voor resultaat heeft opgeleverd.
Liefdevol de kern tot bloei laten komen
Organisatie -
Vaste gezichten Inzetbaarheid (kdv, bso, tso, vso, locatie) teamspeler Mix van leeftijd en ervaring /talenten op de groep / M/V Ziekte Flexibiliteit (dagen, tijden) / persoonsafhankelijk Zelfredzaamheid/ zelfoplossend / inzicht Specifieke talenten / inzet / inzicht / activiteiten Achtergrond (nest waaruit je vandaan komt) /opleiding Loyaal aan de organisatie
20150626DW
Professionele kwaliteiten -
Leerbaarheid Bereid zijn tot/ de wil om (intrinsiek). (Kunnen omschrijven wat het belang is voor jezelf en de organisatie). Anderen willen vormen, opleiden (intrinsiek) Leren van en met elkaar / jezelf én de ander sterker maken Capaciteiten In staat tot zelfkennis/ reflectie (een beeld kunnen schetsen van jezelf/ waar kom je vandaan, wat breng je mee als mens)
-
Pedagogische kwaliteiten Kennis Pedagogische achtergrond; kennis over ontwikkeling / observeren zaken aan elkaar kunnen verbinden kansen zien/ grijpen / creëren Vaardigheden Empathisch vermogen (kind) Planmatig kunnen werken / doelgericht / “opbrengstgericht” kansen zien/ grijpen / creëren Taalvaardig Denken om kunnen zetten in taal Kunnen verwoorden en beschrijven
-
Op verschillende kind niveaus kunnen praten
Contactuele eigenschappen Communicatie Collegiaal (empathisch vermogen) Ouders (empathisch vermogen) Loyaal aan organisatie Kritisch Authentiek (kunnen laten zien) Open / eerlijk Elkaar durven aanspreken
Persoonlijkheid -
-
Kwadranten
Talenten Authentiek Natuurlijk overwicht De wil om te groeien / te leren /te ontwikkelen
20150626DW
7.
Plaatsingsbeleid
7.1
Inschrijving
De website informeert ouders over de algemene voorwaarden, de tarieven en plaatsing van Van Harte. Aanmelding vindt plaats door middel van het invullen van het aanvraagformulier via de website www.vanharte-helden.nl of via de administratie. De ouder krijgt te allen tijde een uitnodiging voor een gesprek en een rondleiding. Daarna beslist de ouder of zij gebruik wil gaan maken van de diensten van Van Harte. Als plaatsing op de gewenste dagen mogelijk is biedt Van Harte de ouder een plaatsingsovereenkomst aan. De ouder retourneert de plaatsingovereenkomst. Daarna neemt de planner KDV contact op met de ouder voor een persoonlijke intake en wordt besproken op welke wijze de kennismaking voor het kind bij Van Harte zal plaatsvinden. 7.2
Intake en wennen
Van Harte stelt zich ten doel optimaal tegemoet te komen aan het welbevinden van kinderen en de wensen van hun ouders. Voordat het kind Van Harte daadwerkelijk komt bezoeken vindt een uitgebreid intakegesprek plaats aan de hand van het formulier “intakegesprek”. Het intakegesprek wordt gevoerd door de vaste pedagogisch medewerker van het kind. Tijdens het gesprek krijgt de ouder de kans om alle eigen routines met betrekking tot hun kind aan te geven. Waar mogelijk zullen deze routines op de groep gehandhaafd worden. Daarnaast wordt de ouder gevraagd om alle, voor Van Harte, belangrijke zaken te vermelden. Verder worden de nog ontbrekende gegevens vastgelegd (huisarts, waar ouders te bereiken zijn bij calamiteiten enz.). De pedagogisch medewerker informeert de ouder over de dagelijkse gang van zaken bij Van Harte. Deze staan beschreven in het informatiepakket “nieuwe ouders KDV”. Tijdens het intakegesprek, dat normaal gesproken een week voor de eerste opvangdag plaatsvindt, wordt de ouder de mogelijkheid geboden om het kind te laten wennen op de toekomstige groep. Een wenmoment duurt doorgaans twee uur. Mocht er vanuit ouders, kind of de pedagogisch medewerkers de behoefte zijn een extra wenmoment in te plannen, dan is dat altijd mogelijk met een maximum van 2 x een dagdeel in totaal. Mocht dit wenmoment binnen de contractperiode vallen dan komt het kind op de daglijst erbij te staan en is de BKR altijd kloppend. De ouders worden telefonisch voor de intake en het eerste wenmoment uitgenodigd. Tijdens dit telefoongesprek wordt uitgelegd waar de intake voor dient. Ook wordt uitgelegd dat het kind op de groep mag wennen. Zo ontstaat de eerste contact name met de pedagogisch medewerkers die de zorg voor het kind gaan dragen op de dagen dat het kind naar Van Harte komt. Wennen gebeurt per voorkeur op een dag waarop het kind ook daadwerkelijk Van Harte zal bezoeken. Is dit voor ouders niet mogelijk dan wordt er gezocht naar een dag waarop zeker, naast de “vaste PM” die het intakegesprek voert, één PM werkt die ook op de contractdagen van het kind werkt. Ouders wordt gevraagd naar welke voeding het kind krijgt, wijkt deze af van “Hero” die Van Harte aanbiedt, dan wordt ouders gevraagd in ieder geval 1 voeding mee te nemen. Daarnaast wordt ouders gevraagd de vertrouwde slaapspulletjes mee te nemen mocht het baby’tje tijdens de twee wenuurtjes “een slaapje”moeten doen. Wanneer de ouders met het kindje binnenkomen worden zij door de vaste PM ontvangen. Zij maakt ook het eerste contact met het kindje. Er vindt dan een eerste overdracht plaats. Hierbij luistert een tweede PM mee. Naast de praktische vragen als, krijgt het kindje de komende twee uur een voeding, zo ja, hoeveel en hoe laat, moet het kindje tijdens de komende twee uurtjes naar bed?, gaat de eerste overdracht voornamelijk over; hoe gaat het momenteel, wat vindt het kindje prettig, waar kunnen wij aan zien dat het zich wel of niet prettig voelt, welke signalen zijn er die wij misschien niet direct herkennen enz. Hierop volgt natuurlijk de vraag op welke wijze voelt het kindje zich het meest prettig. Juist lekker op de arm of juist in een wipstoeltje waar de PM dan tegenover
20150626DW
kan gaan zitten. Wel of geen speentje, knuffeltje,doekje? Kortom, hoe maken we de komende twee uurtje het meest prettig voor het kind. De ouders dragen het kindje ,op het moment dat zij al hun info gegeven hebben die van belang is voor de komende twee uurtjes en het voor hen goed voelt, over aan de tweede PM. De vast PM gaat met de ouders in een andere ruimte in gesprek. Op de groep wordt het nieuwe kindje met zorg omringd. De PM speelt met het kindje, maakt oogcontact, geluidjes, en volgt adviezen van ouders op. De PM probeert zoveel mogelijk met het kindje bezig te zijn of het kindje nauwlettend te volgen. De PM probeert de door de ouders aangegeven signalen te herkennen. Het kindje wordt waar mogelijk even in een wipper gelegd maar ook even in de box. Als het kindje het toelaat wordt het meegenomen in een dagelijkse routine als aan tafel fruit eten of liedjes zingen. Hiervoor staat het welbevinden van het kindje voorop. Is een kindje al iets ouder dan wordt er in het kringetje aandacht aan besteed. Steeds weer afstemmend, kan dit kindje het op dit moment aan, op welke wijze betrekken we het kindje al ergens bij of moet het nog even “op afstand” met een PM bekijken wat er gebeurt. Een ouder kan er ook voor kiezen eerst een half uurtje met het kind op de groep te blijven en daarna het intakegesprek te voeren. 7.3
Open en eerlijke communicatie
Wederzijdse open en eerlijke communicatie is de basis die ten grondslag ligt aan het wederzijds vertrouwen dat noodzakelijk is voor het bieden van een goede kinderopvang. Pedagogisch medewerkers stellen het op prijs wanneer ouders bij het brengen vertellen hoe het met hun kind gaat, of het een goed nachtrust heeft gehad, of het goed gegeten heeft enz. Pedagogisch medewerkers zullen bij het ophalen verslag doen over het verloop van de dag. Op de daglijsten kunnen ouders zelf de dagelijkse routines lezen; voeding, slaap- en verschoonmomenten. Door elkaar goed op de hoogte te houden ontstaat een vertrouwensband. Deze is onontbeerlijk wanneer er zaken besproken moeten worden wanneer er zorgen zijn met betrekking tot de ontwikkeling van het kind of wanneer er onverhoopt iets mis is gegaan. Ouders worden dan zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht en waar mogelijk worden fouten hersteld. Fouten en (bijna) ongevallen worden bij Van Harte vastgelegd op een ongevallenformulier en opgenomen in een registratiesysteem. Vanuit dit formulier wordt bekeken of er acties ondernomen moeten worden om zo ,een voorgekomen ongeval, in de toekomst te kunnen voorkomen. 7.4
Contractwijzigingen
Contractwijziging kunnen per mail of middels het formulier wijzigingen worden aangevraagd bij de administratie. Aan de hand van het plaatsingsbeleid zal Van Harte er alles aan doen om tegemoet te komen aan de wensen van de ouder. 7.5
Incidenteel ruilen van dagen
Er bestaat de mogelijkheid om incidenteel dagen te ruilen. Dit moet binnen een week voorafgaande of binnen een week aansluitend van de te ruilen dag. De afspraken met betrekking tot ruilen staan beschreven in het protocol ruildagen. Voorwaarde tot ruilen is dat de groepsgrootte het toelaat. De planner of diens vervanger op de administratie is dagelijks bereikbaar. Gezamenlijk wordt er naar een passende oplossing gezocht. Er kan niet worden geruild vanwege ziekte of sluitingsdagen van Van Harte. 7.6
Incidentele extra dagen
Het is mogelijk om kinderen extra dagen naar Van Harte te brengen, mits groepsgrootte en samenstelling van de groep dit toelaten. Hieraan zijn kosten verbonden. De hoogte van de kosten zijn
20150626DW
bekend bij de administratie van Van Harte. Ouders dienen extra dagen aan te vragen bij de administratie. 7.7
Contractbeëindiging
Voor het KDV geldt dat een contract automatisch eindigt op de dag dat het kind 4 jaar wordt en naar school gaat. Bij eerder beëindigen van een KDV-contract geldt een opzegtermijn van een maand volgend op de dag van de schriftelijke opzegging. 7.8
Voorrang broertjes en zusjes
Van Harte streeft ernaar een broertje of zusje van een kind dat Van Harte al bezoekt, direct op de gewenste datum te plaatsen. Een broertje of zusje dat aangemeld wordt, wordt direct in ROSA geplaatst zodat “de plaats” gereserveerd is. Wanneer duidelijk is dat er op het gevraagde moment geen plaatst beschikbaar zal zijn wordt direct met de ouder besproken wanneer de gevraagde plaats wel beschikbaar is. 7.9
Wachtlijst
Wanneer er een wachtlijst ontstaat zal Van Harte ouders informeren over de te verwachte plaatsingdatum. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Zowel niet door de ouders, als niet door Van Harte. Het schept dus wederzijds geen verplichting. 7.10
Halen en brengen
‘s Morgens kunnen ouders kinderen brengen tussen 7.30 – 9.00 uur. In deze tijd zijn de pedagogisch medewerkers gericht op het ontvangen van ouders en kinderen en wordt er uitgebreid aandacht besteed aan de overdracht tussen ouder en pedagogisch medewerker. Vanaf 9.00 uur begint het inhoudelijke dagprogramma. Wanneer ouders kinderen na 9.00 uur willen brengen gebeurt dit in overleg met de pedagogisch medewerker en wordt vooraf afgestemd hoe de overdracht vorm krijgt. Deze werkwijze geldt ook voor de ophaaltijd. Deze is van 17.00 – 18.30 uur. Voor kinderen die Van Harte een dagdeel bezoeken is ophalen gepland vóór 13.00 u. en brengen ná 13.00 uur. Van Harte biedt de mogelijkheid tot verlengde opvang. Een contract verlengende opvang biedt ouders de mogelijkheid kinderen te brengen tussen 6.30 – 7.30 uur en/of op te halen tussen 18.30 – 19.00 uur. 8.
Het zieke kind en medicijngebruik
Bij Van Harte staat het welbevinden van kinderen voorop. Mocht een kind gedurende de dag koorts krijgen (>39 graden), last krijgen van ernstige diarree of dermate weinig alert zijn dat het niet kan deelnemen aan de dagelijkse routines, dan neemt de pedagogisch medewerker contact op met de ouder en dient het kind te worden opgehaald. Mocht een kind een van deze symptomen al in de thuissituatie vertonen, dan melden ouders het kind voor 9.00 uur ’s morgens af bij de administratie. Wanneer het noodzakelijk is dat kinderen bij Van Harte medicijnen krijgen toegediend, dan dient de ouder hiervoor het formulier “Overeenkomst gebruik geneesmiddelen” in te vullen en te ondertekenen. Paracetamol wordt binnen het KDV alleen toegediend mits er door de ouder een verklaring van een huisarts overlegd wordt.
20150626DW
Overige zaken met betrekking tot zieke kinderen en medicijngebruik staan beschreven in het gelijknamige protocol. 9.
Veiligheid, gezondheid en hygiëne
9.1
Het vierogenprincipe
Veiligheid en transparantie staat bij Van Harte hoog in het vaandel. Op een professionele en liefdevolle wijze dragen we zorg voor de kinderen die aan ons worden toevertrouwd. Alle ouders worden jaarlijks, middels een nieuwsbrief, m.b.t. het vierogenprincipe op de hoogte gehouden. De medewerkers van Van Harte worden tijdens de interne scholingsavonden op de hoogte gehouden van het beleid. Daarnaast zorgen we op deze avonden dat, zowel de inhoud het pedagogisch beleidsplan, de inhoud van de Meldcode Vermoedens Kindermishandeling en de inhoud van Het vierogenprincipe binnen Van Harte regelmatig besproken wordt. Op deze wijze houden we de inhoud levendig. Pedagogisch medewerkers kunnen zich hierdoor steeds beter focussen op hun taken en verantwoordelijkheden. Door inhouden keer op keer met elkaar te bespreken creëren we een open sfeer. Hiermee beogen we dat een ieder, op elk gewenst moment weet, hoe te handelen en hierover te communiceren. Binnen Wet- en regelgeving van de Rijksoverheid, Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012, geldend op 24-06-2013 staat het volgende beschreven:
Artikel 5a. Vierogenprincipe bij dagopvang [Treedt in werking per 01-07-2013] De houder van een kindercentrum organiseert de dagopvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Verder staat in de brief Wijzigingen in wet- en regelgeving kinderdagverblijven van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid d.d. 8 februari 2013 het volgende : Er moet altijd een volwassene kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of mee te luisteren. Het vierogenprincipe gaat vooralsnog alleen gelden voor de dagopvang. Het kindercentrum is verplicht om de oudercommissie om advies te vragen bij invulling van het vierogenprincipe in de praktijk. Het kindercentrum is verplicht ouders te informeren over de manier waarop invulling gegeven gaat worden aan het vierogenprincipe. De GGD controleert hierop. Tot op heden heeft Van Harte alles in het werk gesteld om ouders te vinden die bereid zijn plaats te nemen in de oudercommissie. Helaas zijn er tot op heden geen ouders die zich hebben aangemeld. 9.1.1 Het vierogenprincipe in de praktijk Bij Van Harte hebben we er voor gekozen om te werken met groepen van maximaal 16 kinderen. Dit betekent dat er volgens de BKR normaal gesproken 3 Pedagogisch medewerkers op een groep werken. De groep op de locatie Helden heeft het maximale aantal kinderen nog niet bereikt.
20150626DW
Om er voor te zorgen dat voldaan wordt aan het vierogenprincipe zijn de volgende maatregelen en afspraken.
We proberen daar waar mogelijk met minimaal twee personen in het gebouw aanwezig te zijn. In de ochtend tussen 7.30 u. en 9.00u., tussen de middag van 12.30u. en 13.30u. en in de namiddag tussen 17.00u. en 18.30u. zijn er op wisselende momenten ouders in het gebouw die hun kinderen komen brengen of halen. We streven ernaar om dagelijks een stagiaire op de groep te hebben. Het aantal stagiaires is groot. Dit kost aan de ene kant veel begeleidingstijd maar aan de andere kant levert dit op dat er op heel veel momenten “nog meer ogen en oren”op de groep zijn. Zo komen er studenten van PW 3 en 4 van verschillende opleidingen, leerlingen van het Blariacum als voorbereiding op hun verdere loopbaankeuze en incidenteel studentes van de PABO of andere hogescholen die een aan de branche gerelateerde opleiding volgen. De overbuurvrouw is de achterwacht. Er wordt gebruik gemaakt van babyfoons. Wanneer een pm een kindje naar bed brengt in de aangrenzende ruimte blijft de deur open en gaat de babyfoon aan. Op deze manier kan de pm op de slaapkamer gehoord worden. De overige slaapkamers liggen in de groepsruimte. Verder kunnen de babyfoons worden ingezet tijdens de pauzemomenten en buitenspelmomenten. Twee van de drie vaste collega’s van de locatie Helden wonen in de buurt. Doordat ze zelf verantwoordelijk zijn voor het grootste gedeelte van de inkoop komen zij, op dagen dat ze geen dienst draaien, regelmatig onaangekondigd binnen met boodschappen. De locatiemanager en de beleidsmedewerker komen met regelmaat onaangekondigd op de locatie. De locatiemanager verzorgt persoonlijk de rondleidingen voor nieuwe ouders. Verder zijn de locatiemanager en de beleidsmedewerker met regelmaat op de locatie uit hoofden van hun functie; voortgang- en functioneringsgesprekken, observeren van Pedagogisch medewerkers en coachen op de werkvloer, uitvoeren van kindobservaties en het voeren van oudergesprekken. De “klus-opa’s”, in het bezit van een VOG, zorgen voor klein onderhoud in het gebouw. Op het white-bord in de garderobe worden bij aanvang van de dag de namen en diensttijden van de verschillende collega’s en stagiaires geschreven. Zo weten ouders precies welke personen die dag hun kinderen begeleiden en weet iedere volwassen wie er op welke tijd op de groep aanwezig hoort te zijn. De eigenaar van het gebouw is ook “onze buurman”. Hij is zeer begaan met het wel en wee van Van Harte en de collega’s die er werken. Hij komt onaangekondigd, bijna dagelijks even een kort praatje maken. Op de verdieping van de bovenwoning is een ruimte waar Yoga lessen worden gegeven. De deelnemers komen via het buitenterrein door de gezamenlijke voordeur naar binnen. Zij kunnen niet de ruimte van het KDV binnen maar hebben via de ramen wel altijd zicht op de groepsruimte.
“Er kan te allen tijde een andere volwassenen onaangekondigd op de groep binnen komen”. Van Harte is zich er terdege van bewust dat het onaangekondigd op de groep binnen komen 20150626DW
door klusopa’s, achterwacht of buurman géén pedagogische meerwaarde heeft. Het is en blijft voor kinderdienstencentrum Van Harte van belang dat er een balans blijft bestaan tussen voldoen aan de wet en dat wat goed is voor kinderen. In het kader van het vierogenprincipe is het aanwezig zijn van andere personen wel een meerwaarde. Indeling ruimte
In het gebouw van de locatie Helden is de mogelijkheid tot het formeren van twee groepen kinderdagopvang. Momenteel is één groep volledig ingericht. De andere ruimte biedt de mogelijkheid tot spelen met groot constructiemateriaal, bewegen op muziek en spelen met rijdend materiaal. De ruimtes zijn gescheiden door een wand met vanaf buikhoogte glas en een deur. Een ieder kan in de ruimte kijken. Omdat de open groepsruimte veelal als extra speelruimte wordt benut staat de deur regelmatig open. Aangrenzend aan de open groepsruimte is een open relaxruimte. Hier kan met kinderen die daar behoefte aan hebben, in een rustige setting worden gespeeld. Deze ruimte is heeft geen deuren en is van zowel de opengroepsruimte als vanuit de berging van het rijdend materiaal toegankelijk. De ruimte van het rijdend materiaal is weer toegankelijk vanaf het buitenspeelterrein. Zo kan een ieder die in het gebouw aanwezig is van alle zijden de verschillende groepsruimtes, onaangekondigd binnenkomen. Wanneer een leidster individueel met kinderen in deze ruimte gaat spelen wordt de babyfoon gebruikt. Alle ruimtes zijn voorzien van veel ramen en /of een glazen scheidingswand. Voor de ramen hangen geclusterde lamellen. Een zijde van het gebouw ligt aan de straat. Ieder passant kan ten alle tijden naar binnen kijken. De verschoonruimte is in de groepsruimte gevestigd. De kindertoiletjes zijn aangrenzend aan de verschoonruimte en alleen door louvredeurtje op kindhoogte afgeschermd. Collega’s werken daar altijd “onder toeziend oog of luisterend oor” van de ander. De slaapkamertjes grenzen aan de groepsruimte. Het naar bed brengen van kinderen gebeurd dan ook altijd “onder toeziend oog of luisterend oor” van de ander. Mocht er gekozen worden om het proces van “in slaap vallen” te ondersteunen dan zijn de andere Pedagogisch medewerkers hiervan op de hoogte en hebben zij weet van de duur dat een PM op het slaapkamertje is. De babyfoon wordt ingezet.
Pauzetijden
Tijdens pauzetijden mogen de collega’s het gebouw niet verlaten.
Een open cultuur
Er heerst een open cultuur bij Van Harte. Collega’s overleggen over verschillende activiteiten en stemmen het dagprogramma met elkaar af. Ze kunnen elkaar te allen tijde bevragen op hun pedagogisch handelen en gebruik maken van elkaars pedagogische kwaliteiten. Binnen de open cultuur bij Van Harte passen ook de kindbesprekingen. Collega’s bespreken signalen van welbevinden, de ontwikkeling en het functioneren van een kind tijdens een kindbespreking. Wanneer de bespreking vragen oproept m.b.t. een specifiek kind worden
20150626DW
deze besproken met de beleidsmedewerkers. 2 tot 3 maal per jaar vindt er een reguliere kindbespreking plaats. Alle kinderen worden dan kort besproken met de beleidsmedewerker. Waar nodig wordt er gezamenlijk een HGPD formulier ingevuld. Middels de rubrieken op dit formulier wordt zowel het kind, als de PM, de situatie op het KDV als de thuissituatie in kaart gebracht. Hierbij wordt nadrukkelijk het eigen handelen van de pedagogisch medewerkers besproken. Ouders worden altijd in dit proces betrokken. Collega’s kunnen te allen tijde bij het MT terecht met vragen, zorgen of signalen. Er wordt dan gehandeld via de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Zo wordt keer op keer getoetst of de juiste stappen genomen worden. Er wordt regelmatig contact opgenomen met het AMK om de te nemen stappen te toetsen. Het AMK is gemakkelijk bereikbaar om vanuit casuïstiek mee te denken over welke stappen genomen dienen te worden en geeft daarnaast ook advies over, hoe te handelen. Mochten ouders op welke wijze dan ook signalen melden of afgeven dan wordt er ook volgens de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling gehandeld. Een gesprek, waarin naar de ouders geluisterd wordt, is dan gebruikelijk. Alle collega’s lezen de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in zijn totaliteit door even als de handleiding en tekenen dit af middels een paraaf en met vermelding van de datum. Nieuwe collega’s dienen deze bij aanvang van hun contract door te lezen.
Oproepkrachten
Bij Van Harte hebben we een strikte inwerkperiode voor oproepkrachten. Voordat iemand een 0-urencontract krijgt aangeboden volgen we het protocol nieuwe medewerker. De persoon komt eerst een dag “meelopen”. Dit gebeurt volgens vaste afspraken (zie afspraken “meeloopdag”). Zo kan de persoon kennis maken met Van Harte. Daarna volgen een aantal dagdelen boventallig meewerken gekoppeld aan een vaste PM. Dit gebeurt zonder vergoeding en zien we bij Van Harte als een investering in zichzelf. Door voorafgaande aan een contract mee te werken kan een oproepkracht zich de dagelijkse routines eigen maken. Daarnaast zorgen we er voor dat een oproepkracht middels gesprekken met collega’s en een gesprek met een MT lid inzicht krijgt in de cultuur van Van Harte. ( zie afspraken “nieuwe collega”). Allen ontvangen “de gedragscode sociale media” en “het informatiepakket nieuwe collega” (hierin staat het lezen van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de handleiding vermeld). Oproepkrachten / nieuwe collega’s worden ingezet op tussendiensten. Wanneer een nieuwe collega voldoende band heeft opgebouwd met kinderen en ouders kan worden overgegaan naar een open- of sluitdienst. Hierbij streven we eerst naar het inplannen van opendiensten omdat dan gegarandeerd is dat er meerdere collega’s op de verschillende groepen openen.
BOL Stagiaires
Stagiaires krijgen voorafgaande aan hun stage een rondleiding door de praktijkopleider binnen Van Harte.
20150626DW
Zij worden op de hoogte gebracht van de cultuur bij Van Harte. De praktijkopleider bespreekt het vierogenprincipe met de stagiaires. De praktijkopleider bespreekt de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de handleiding. Stagiaires staan in principe niet alleen op een groep( wel toegestaan tijdens pauzetijden; zie CAO 2012/2014). Vanaf het tweede jaar mogen zij worden ingezet als 2de of 3de PM. Alleen op de eigen locatie, bij ziekte van een PM, tijdens schoolvakanties en tijdens het afleggen van de proeve van bekwaamheid. Stagiaires die bevoegd zij (PW3) worden aan het einde van hun eerste jaar PW 4 incidenteel ingezet tijdens een opendienst op de voor hen bekende groep. (zij hebben dan ongeveer 9 maanden stage gelopen en hebben de kans gehad een band op te bouwen met kinderen en ouders).
De achterwacht De verhuurder de heer J. op de Kamp is de eerst oproepbare achterwacht. Hij woont naast Van Harte Helden. Daarna zijn onze pedagogisch medewerkers Margriet van den Beuken en Brenda Nijenhuis de oproepbare achterwachten. Zij kunnen binnen 15 minuten aanwezig zijn. De overbuurvrouw Helmy Jacobs is onze derde achterwacht. De heer op de Kamp, Margriet van den Beuken, Brenda Nijenhuis en Helmy Jacobs zijn telefonisch te bereiken. De telefoonnummers staan in de groepsagenda aan de binnenzijde van de kaft genoteerd. Tijdens de openingsuren van de administratie in Venlo kan er direct naar de collega’s aldaar gebeld worden. Zij zullen direct actie ondernemen. Voor de tijden waarop de BKR onderbezet is hebben we op de locatie Helden de volgende afspraken gemaakt. De collega die pauze neemt mag het gebouw niet verlaten. Op het einde van de dag mag de twee PM de dienst pas beëindigen als de BKR weer kloppend is. In de ochtend uren monitoren we steeds weer hoe laat ouders kinderen brengen. Op basis daarvan zullen de pedagogisch medewerkers steeds weer zorgen dat de BKR kloppend blijft. 9.2
Veiligheid
Bij Van Harte worden ruimtes, de inrichting en materialen een maal per jaar, aan de hand van de door de GGD goedgekeurde risico-inventarisatie, gecontroleerd. Bij Van Harte wordt niet gerookt. Eenmaal per twee jaar wordt het gebouw gecontroleerd op brandveiligheid. Er zijn diverse pedagogisch medewerkers met een diploma bedrijfshulpverlening en/of diploma kinder- EHBO. 9.3
Gezondheid
Van Harte stelt zich als doel een bijdrage te leveren aan de gezondheid van de kinderen die aan hun zorg worden toevertrouwd. Er wordt zorgvuldig gekeken naar de voeding en traktaties die kinderen bij Van Harte krijgen. Keuzes worden gemaakt vanuit adviezen van het consultatiebureau, voedingscentrum en/of een voedingsconsulent. Deze afspraken gelden voor de locatie Venlo Steyl en Helden. Besluiten zijn genomen in overleg met de oudercommissie Venlo. We spreken bij Van Harte over gezonde en minder gezonde producten. Per maand bieden we tijdens de lunch 4 gezonde producten (broodbeleg) aan waaronder 1 soort rauwkost en één minder gezond product. Om voor voldoende afwisseling te zorgen bieden we per maaltijd niet alle producten aan de kinderen aan. Bij
20150626DW
de inkoop wordt gelet op verschillende merken zodat ook op die manier voldoende afwisseling gewaarborgd wordt. De pedagogisch medewerkers voorzien producten die geopend worden van de dagdatum om aan de hand hiervan de houdbaarheid te kunnen bewaken. Als tussendoortjes kiezen we voor fruit, rauwkost, cracker, ontbijtkoek, rijstwafel of soepstengel( voor kinderen jongen dan 1 jaar). Kinderen krijgen extra water aangeboden, tijdens de maaltijden wordt dit naast melk aangeboden. Daarnaast wordt er vanuit het pedagogisch handelen tegemoet gekomen aan een gezonde leefstijl. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld voldoende beweging waar mogelijk in de buitenlucht. Streven in minimaal 1 maal per dag buiten te spelen. Daarnaast staan de3 R’s; rust, regelmaat en reinheid hoog in het vaandel. De gezondheidsrisico-inventarisatie staat voortdurend onder de aandacht en wijzigingen worden per direct doorgevoerd. 9.4
Hygiëne
Voor kinderen is een schone omgeving belangrijk. De ruimtes van het KDV worden aan de hand van een schema schoon gemaakt. De schoonmaakwerkzaamheden worden door een eigen interieurverzorgster uitgevoerd. Een aantal schoonmaakwerkzaamheden valt onder de verantwoordelijkheid van de pedagogisch medewerkers. Dit is vastgesteld in de hiervoor bestaande groeps-poetsschema’s. De hygiëne van kinderen en pedagogisch medewerkers blijft een dagelijks aandachtspunt dat mede vanuit dagelijkse routines vorm krijgt. Pedagogisch medewerkers zijn onder andere alert op zaken als; handen wassen, “snoetje poetsen” en hun eigen hygiëne als het gaat om het dragen van plastic handschoen tijdens verschonen van luiers waarneer de situatie hierom vraagt. Kinderen worden waar mogelijk aangesproken op eigen vaardigheden als het gaat om persoonlijke hygiëne. 10.
Communicatie
10.1
Oudercommissie
Binnen Van Harte Helden functioneert een oudercommissie. Zij zijn de spreekbuis van alle ouders die hun kinderen aan de zorg van Van Harte toevertrouwen. De oudercommissie vergadert ongeveer 6 keer per jaar. Zij denken mee over het beleid binnen Van Harte , geven advies of hebben instemmingsrecht. Dit alles is na te lezen in het reglement van de oudercommissie. De oudercommissie is te bereiken via
[email protected] 10.2
Nieuwsbrief / “wel en wee”
Minimaal 4 maal per jaar krijgen alle ouders van kinderen die Van Harte bezoeken via de mail een nieuwsbrief. Middels de nieuwsbrief worden ouders op de hoogte gehouden van bijvoorbeeld personele wijzigingen, nieuwe ontwikkelingen vanuit de scholing voor pedagogisch medewerkers, verslagen van activiteiten die hebben plaatsgevonden en een overzicht van data waarop speciale activiteiten zullen plaatsvinden of Van Harte gesloten is.” Minimaal een keer per maand, maar waar wenselijk vaker, krijgen alle medewerkers van Van Harte een mail met als titel “wel en wee”. Middels deze mail worden de collega’s op de hoogte gehouden van persoonlijke gebeurtenissen die relevant zijn binnen een collegiale samenwerking.
10.3
Klachtenregeling
Indien ouders niet tevreden zijn of klachten hebben, zijn de medewerkers van Van Harte graag bereid daarover met hen in gesprek te gaan om tot een oplossing te komen. Indien de ouder de klacht niet
20150626DW
wil voorleggen aan een van onze medewerkers, heeft de ouder de mogelijkheid om de klacht direct voor te leggen aan de landelijke klachtencommissie. Conform de Wet Klachtenrecht Cliënten Zorgsector is Van Harte als organisatie verplicht een regeling te treffen voor de behandeling van klachten. Ouders kunnen hun klacht intern of extern indienen. Het verdient echter onze voorkeur de klacht eerst bij Van Harte intern kenbaar te maken en de organisatie de gelegenheid te geven deze op te lossen. Jaarlijks worden de klachten opgenomen in een klachtenjaarverslag. Dit jaarverslag is op te vragen via
[email protected] Een klacht indienen: Een klacht kan mondeling of schriftelijk worden ingediend. Een klacht kan gaan over een medewerker of over de organisatie. Gedacht kan worden aan: klachten over de omgang met ouder/kind, klachten over de verzorging van het kind, klachten over het aanbod en/of pedagogisch handelen, klachten over het niet nakomen van afspraken, klachten over administratie of medewerkers van de administratie. Wanneer de ouder een klacht indient, wordt daarbij aangegeven: de reden van de klacht, het onderwerp of de persoon, de verwachting die de ouder heeft ten aanzien van het indienen van de klacht, de al ondernomen stappen om tot een oplossing te komen. Interne Klachtenprocedure 1. De ouder richt zich met de klacht tot de betrokken medewerker. De betreffende medewerker probeert de klacht in overleg met de ouder op te lossen. 2. Wordt de klacht niet naar tevredenheid opgelost of gaat de klacht over de organisatie, dan richt de ouder zich tot de coördinator KDV. Deze probeert de klacht in overleg met de ouder en de inzake betrokken medewerker op te lossen. 3. Wanneer de klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost of als de ouder zich met de klacht niet rechtstreeks tot de medewerker of de coördinator wilt wenden, dan kan de ouder de klacht schriftelijk indienen bij de directie. Externe klachtenprocedure Wanneer de afhandeling van de klacht door de directie de ouder niet tevreden stelt, kan de ouder de klacht schriftelijk indienen bij de Klachtencommissie waarbij Van Harte is aangesloten. Het hiervoor geldende klachtenreglement is te lezen op de website www.vanharte-heldenpanningen.nl. Indien de situatie naar mening van de ouder daar toe aanleiding geeft, kan deze de klacht direct indienen bij de klachtencommissie. Het verdient echter onze voorkeur de klacht eerst intern kenbaar te maken en de organisatie de gelegenheid te geven deze op te lossen. Als de ouder een klacht wil indienen bij de klachtencommissie kan deze zich wenden tot: Stichting Klachtencommissie Kinderopvang Postbus 398 3740 AJ Baarn Tel. 0900-0400034 E-mail:
[email protected]
20150626DW
Website: www.klachtkinderopvang.nl De klacht kan via de website of schriftelijk bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang worden ingediend. Voor alle partijen geldt de geheimhoudingsplicht. Meer informatie over de SKK of de samenstelling van de klachtencommissie is te vinden op de website www.klachtkinderopvang.nl 10.4 Klachten personeel Mocht een personeelslid niet tevreden zijn of klachten hebben, dan gaan we er vanuit dat ook zij dit intern zullen bespreken om tot een oplossing te komen. Het kan zijn dat collega’s onderling een gesprek aan gaan, een collega kan de klacht bespreekbaar maken bij het MT ( hierbij valt ook te denken aan de coachings-gesprekken die plaatsvinden)of in gesprek gaan met de directie. Mocht de klacht gaan over zorgen omtrent het niet pedagogisch handelen dan wel een vermoeden van mishandeling zowel op lichamelijk als geestelijk gebied dan dient men te handelen volgens de stappen zoals omschreven in De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze meldcode voor de kinderopvang is gebaseerd op de basis meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport, versie 2010 en ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang, MO-groep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Herziene versie juli 2013 n.a.v. gewijzigde wet- en regelgeving. Aan de herziene versie werkten mee; BOINK, MO groep, JSO, GGD Nederland, Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Meldcode staat in de kast in de groepsruimte en de inhoud wordt besproken op interne scholingsavonden. 11.
Slotwoord
Van pedagogisch medewerkers van Van Harte wordt verwacht dat zij kritisch zijn op hun eigen handelen. Dit pedagogisch beleidsplan is de leidraad. Pedagogiek is niet statisch en dus zullen de medewerkers van Van Harte steeds weer hoofdstukken uit dit plan bestuderen en de inhoud verbinden aan hun eigen handelen in de dagelijkse praktijk. Na evaluatie kan het pedagogisch beleidsplan worden bijgesteld. Kinderen, ouders en externe instanties mogen ons aan de inhoud van dit pedagogisch beleidsplan houden.
20150626DW