Pedagogisch beleidsplan STEPS Inleiding: STEPS is een algemeen toegankelijke voorziening en professionele, maatschappelijke organisatie voor peuters. De peuterspeelzalen van STEPS zijn toegankelijk voor alle kinderen, ouders/verzorgers, ongeacht hun godsdienstige‐ of levensovertuiging. Ouders worden tijdens het bezoek aan het consultatiebureau geattendeerd op de aanwezigheid van voorschoolse voorzieningen. STEPS heeft zich het afgelopen decennium ontwikkeld tot een professionele voorziening voor het jonge kind en is lokaal sterk verankerd. Iedere peuterspeelzaal werkt samen met een of meerdere scholen om te komen tot een goede doorgaande lijn, binnen de mogelijkheden die de samenwerking biedt. De peuterspeelzalen die ressorteren onder de stichting zijn dan ook ontwikkelingsgerichte voorzieningen die het jonge kind voorbereiden op de basisschool. De leid(st)ers worden gestimuleerd en in de gelegenheid gesteld om hun pedagogische kennis te onderhouden en te vergroten. De gemeente heeft regie op de uitvoering van het peuterspeelzaalwerk. Dit betekent dat de gemeente productafspraken kan maken met de organisatie over de kwaliteit en het aantal te bereiken peuters. Bovendien bepaalt de gemeente de omvang van de te verstrekken subsidie en zij initieert de controle van de locaties door de GGD. STEPS, STEdelijke Peuterspeelzaal Stichting in Maastricht beheert 21 peuterspeelzalen in Maastricht. Hieronder ressorteren 11 VVE zalen (Voor‐ en Vroegschoolse educatie) en 10 reguliere zalen. Het pedagogisch beleidsplan vormt de basis van handelen in de 21 peuterspeelzalen. Nut en noodzaak van pedagogisch beleid: 1. Pedagogisch beleid biedt houvast voor de leiding in hun dagelijkse werk met de kinderen. 2. Hierin staat de visie verwoord en de wijze waarop STEPS deze laat zien in de dagelijkse praktijk. 3. Het vormt een toetssteen voor het pedagogisch handelen, met andere woorden: doet STEPS datgene dat beschreven wordt. 4. Uiteraard, heel belangrijk, geeft het ouders/verzorgers houvast zodat zij kennis kunnen nemen van de wijze waarop gewerkt wordt binnen de organisatie. In het pedagogisch beleid staat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de manier waarop:
de sociaal emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd; het aanbod voor kinderen om te komen tot verdere ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie is vormgegeven; de manier waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 1
Doelstelling, Missie en Visie STEPS Doelstelling : Alle kinderen van 2 tot 4 jaar in een verticale groep een veilige, gevarieerde en stimulerende speel/leeromgeving, onder professionele leiding bieden, waar ieder kind in groepsverband de mogelijkheid krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. Missie : het beste professioneel voorschoolse educatief aanbod in Maastricht bieden voor kinderen in de leeftijd van 2‐4 jaar. Visie : het werken aan een doorgaande lijn die soepel verloopt van peuterspeelzaal naar basisschool en het voorkomen van ontwikkelingsachterstanden in een sfeer waar kinderen zich welbevinden om te spelen en te leren.
VVE Speelplezier In 2002 is de regeling Voor‐ en Vroegschoolse Educatie (VVE) ¹ Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie zie www.wetoke.nl in werking getreden. De start van het VVE project betekent bijscholing voor de leidsters, werkzaam in de VVE zalen, in het werken met een gerichte methodiek om de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren. In Maastricht werd gemeentebreed gekozen voor het invoeren van de methode Speelplezier. Inzet was het voorkomen en terugdringen van onderwijsachterstand door het aanbieden van activiteiten die de (taal)ontwikkeling stimuleren, zodat kinderen bij de overgang naar de basisschool een zo optimaal mogelijke start kunnen maken. De leid(st)ers van de reguliere peuterspeelzalen zijn inmiddels ook getraind om te werken met het Speelplezier programma. VVE Speelplezier conform de wet OKE ¹, wordt aangeboden in 11 van de 21 locaties. In de overige reguliere locaties is het VVE programma uitgangspunt bij het organiseren van het aanbod voor kinderen. In de reguliere zalen is geen dubbele personele bezetting van beroepskrachten aanwezig. De leidsters worden begeleid / gecoacht door de Speelpleziercoach. Dit gebeurt door coaching on the Job.
Wet OKE De wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie), ingegaan op 1 augustus 2010, heeft een aantal doelen waaronder o.a. het stroomlijnen van de kwaliteitsnormen zoals die gelden in de kinderopvang, het breed neerzetten van VVE (Voor‐ en Vroegschoolse Educatie) en harmonisatie tussen peuterspeelzalen en kinderopvang. In onze peuterspeelzalen gelden de volgende globale kwaliteitseisen waarop de GGD jaarlijks en de Onderwijsinspectie incidenteel controleert: Verantwoorde opvang wordt getoetst aan de inzet van personeel zowel kwalitatief als kwantitatief (opleidingseisen en groepsgrootte), de leid(st)er kind ratio en het pedagogisch beleid. De leid(st)er ‐ kind ratio voor peuterspeelzalen is één leid(st)er op maximaal acht kinderen in de VVE groepen en één leid(st)er met een vrijwilliger op maximaal zestien kinderen. ¹ Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie zie www.wetoke.nl
Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 2
Op iedere peuterspeelzaalgroep moet tenminste één beroepskracht zijn met een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening of kinderopvang. Bij VVE groepen moeten dit 2 beroepskrachten met een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening of Kinderopvang zijn. Bovendien moeten zij VVE gecertificeerd zijn. Er zijn maximaal 14 kinderen in een VVE groep en 16 kinderen in een reguliere groep. De binnenruimte is 3,5 m2 per kind (16 kinderen x 3,5 = 56m2) en ligt aangrenzend aan de buitenruimte die tenminste 3m2 bruto per kind is (eisen Convenant Kwaliteit Speelzaalwerk). Het personeel is in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Er worden (digitale) risico‐inventarisaties gezondheid en veiligheid gemaakt en de daarbij behorende actieplannen van een veilige, hygiënische opvang van kinderen. De minister heeft de mogelijkheid tot het stellen van regels over administratie, om zo nodig, monitoren mogelijk te maken. Er is een informatieplicht aan ouders over het te voeren beleid. Er zijn voorschriften over de voertaal. Er is een vorm van oudervertegenwoordiging (ouderraad), inclusief Klachtenregeling. De peuterspeelzalen vallen onder de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.
Het pedagogisch beleid moet voldoen aan de opvoedingsdoelen zoals geformuleerd door J.M.A. Riksen Walraven (2000). Doel 1. Een gevoel van emotionele veiligheid en geborgenheid. Doel 2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Doel 3. Gelegenheid tot ontwikkelen van sociale competenties. Doel 4. De kans om zich waarden en normen, de “cultuur van de samenleving” eigen te maken. De kern van onze pedagogische visie is ontwikkelen en staat voor groei, vooruitgang en vorming. Een kind wil niets liever dan groot worden en is van nature nieuwsgierig en actief. Door initiatieven te nemen en mee te doen ontdekken ze spelenderwijs de ‘grotemensenwereld’ en proberen deze te begrijpen. Bij STEPS staat de peuter centraal. In de peuterspeelzalen is een verruimd aanbod waardoor de peuter de mogelijkheid krijgt zich spelenderwijs verder te ontwikkelen. Ieder kind heeft de drang zich te ontwikkelen en doet dat op zijn eigen manier, op basis van aanleg en temperament. Daarnaast ontwikkelen kinderen zich in relatie met hun omgeving. Er is aandacht voor de algemene brede ontwikkeling van de individuele peuter op verschillende gebieden en er is specifieke aandacht voor de taalontwikkeling omdat deze cruciaal is voor het verwerven van de volgende doelen. Doel 1: Een gevoel van emotionele veiligheid en geborgenheid De eerste stap buiten de omgeving van het gezin is voor jonge kinderen vaak de peuterspeelzaal. Voor alle kinderen geldt dat ze zich kunnen ontwikkelen dankzij de interactie met hun omgeving. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor de volwassenen. De kinderen maken deel uit van de wereld, al is die wereld nog beperkt: het gezin, de familie en de directe omgeving daar omheen. In de wereld om hen heen worden ontwikkelingsprocessen in gang gezet. Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 3
Kinderen leren hun zintuigen gebruiken en oefenen hun motoriek, ze nemen klanken en woorden over van anderen. Ze leren de wereld begrijpen met hulp van de volwassene. De interactie en het samenspelen met andere kinderen en de volwassene zijn voor het kind een voorwaarde om te kunnen deelnemen aan activiteiten en om de wereld steeds beter te begrijpen. Voor een goede ontwikkeling van het kind is de houding van de leid(st)er van wezenlijk belang. De houding dient gericht te zijn op een liefdevol en aandachtig begeleiden, ondersteunen en stimuleren, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen en ontplooien. De pedagogische relatie die de leid(st)er met de kinderen heeft, dient respectvol, responsief en affectief te zijn. Het pedagogische klimaat waarin de peuter terecht komt moet een sfeer van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen uitstralen, zodat het kind de omgeving durft te gaan ontdekken en onderzoeken. Doel 2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties De peuterspeelzaal is in eerste instantie een plek waar kinderen onder deskundige begeleiding veilig kunnen spelen met leeftijdgenoten. Spelen is essentieel voor de ontwikkeling van het jonge kind. De medewerkers van STEPS willen de kinderen een gevoel van warmte, geborgenheid en veiligheid laten ervaren als basis voor hun ontplooiing en ontwikkeling van het zelfvertrouwen. Zij proberen een veilige en vertrouwde speelomgeving te creëren waarin kinderen zich prettig voelen. Zo krijgen kinderen vertrouwen in hun eigen kunnen en leren zij voor zichzelf op te komen. Ook ontwikkelen zij op deze manier respect voor zichzelf en voor de anderen, zodat ze zelfstandig en sociaal vaardig worden en ze een positief zelfbeeld kunnen ontwikkelen. Door het gericht en stapsgewijs aanbieden van spel/ontwikkelingsmateriaal in een uitdagende en vertrouwde omgeving, wordt de individuele ontwikkeling van het kind gestimuleerd en ontplooid. Doel 3. Gelegenheid tot ontwikkelen van sociale competenties Wanneer kinderen onvoldoende mogelijkheden hebben om te spelen, lopen zij risico om een ontwikkelingsachterstand op te lopen. In de peuterspeelzaal worden peuters gestimuleerd om veelzijdige speelervaring op te doen, zowel individueel als in groepsverband. De daarbij gebruikte ruimte en het materiaal moet kinderen uitdagen, hun belangstelling oproepen en passen bij hun ontwikkelingsniveau. Binnen de peuterspeelzaal komen kinderen volop in contact met leeftijdsgenootjes en volwassenen, waarmee ze een relatie kunnen aangaan en kunnen leren samen te spelen. Adequate ondersteuning door de leid(st)er, die ruimte biedt om dingen uit te proberen en indien nodig begrenst, is een belangrijke voorwaarde voor het oefenen van de sociale competentie. De eigenheid en de mogelijkheden van elk kind krijgen een plaats binnen de grenzen van de groep, de beschikbare ruimte en het spelmateriaal. Als voorbereiding op het leven in een samenleving is het in de groepsdynamiek van de peutergroep belangrijk dat de kinderen leren om rekening te houden met elkaar, samen te delen en elkaar te helpen. Alle kinderen van de groep zijn belangrijk en niemand mag buitengesloten worden. Respect is een sleutelwoord; met respect omgaan met andere kinderen en met de leid(st)ers. Met respect omgaan met de omgeving en met respect omgaan met het speelmateriaal. De leid(st)ers zijn in deze een rolmodel; peuters imiteren de leid(st)ers en nemen hun gedrag over als zijnde een vanzelfsprekendheid. Doel 4. De kans om zich waarden en normen, de “cultuur van de samenleving” eigen te maken. Beeld van STEPS is dat peuters dienen op te groeien tot sociale mensen die zich aan de regels van onze samenleving houden. Binnen de opvoeding krijgen zij waarden en normen mee. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaald gedrag of aan bepaalde dingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 4
mensen iets vinden. Waarden zijn onmiskenbaar cultuurgebonden; ze veranderen in de loop van de tijd en variëren per samenleving. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften over hoe volwassenen en kinderen zich behoren te gedragen. De waarde is bijvoorbeeld: respect hebben voor elkaar. De norm is dat geen enkele vorm van agressie is toegestaan. Binnen de peuterspeelzaal staan een aantal waarden centraal: Plezier, veiligheid, samenwerken, autonomie, geduld, eigenheid, respect, zelfstandigheid, erkenning en waardering. Er wordt de kinderen aangeleerd om beleefd te zijn tegen elkaar en tegen volwassenen. Algemeen geldende omgangsvormen zoals elkaar begroeten, dank je wel zeggen etc. gelden als norm. Er wordt op het taalgebruik van de kinderen gelet en zo nodig wordt hierin gecorrigeerd. De leid(st)er is zich in haar handelen bewust van haar voorbeeldfunctie. Zij gaat met respect met iedere peuter om. Kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid. Daarom zijn er een aantal huisregels die overal gelden. Het is belangrijk om, met respect voor elkaar, te komen tot afspraken die voor de peuter duidelijk en begrijpelijk zijn en door de leid(st)ers consequent (dus voorspelbaar) worden uitgevoerd. Peuters leren beperkingen accepteren en hebben tegelijkertijd de vrijheid zich te bewegen binnen de regels, ook wanneer deze anders zijn dan dat de peuter vanuit zijn persoonlijke of culturele achtergrond gewend is. Enkele voorbeelden van deze regels zijn: luisteren naar elkaar; geen fysiek of verbaal geweld gebruiken; samen opruimen; ieder wacht op zijn beurt; speelgoed wordt niet afgepakt of kapot gemaakt. Het pedagogisch handelen van de leid(st)er in de groep. Voor een goede ontwikkeling van het kind is de houding van de leid(st)er van wezenlijk belang. De houding dient gericht te zijn op liefdevol en aandachtig begeleiden, ondersteunen en stimuleren, structureren en instrueren, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen en ontplooien. De pedagogische relatie die de leid(st)er met de kinderen heeft, dient respectvol en affectief te zijn. Het pedagogische klimaat waarin de peuter terecht komt moet een sfeer van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen uitstralen, zodat het kind de omgeving durft te gaan ontdekken en onderzoeken. STEPS staat voor het ontwikkelen van kinderen van 2‐4 jaar in de breedste zin van het woord. Dit uit zich onder meer in: een veilige inrichting van binnen en buitenspeelruimtes, het gebruik van materialen en de dagindeling. De activiteiten met kinderen zijn erop gericht dat kinderen zich goed voelen in de peuterspeelzaal. De leid(st)er biedt een betekenisvol activiteitenaanbod aan door: weet te hebben van de ontwikkelingsfasen van kinderen van 2 tot 4 jaar; activiteiten aan te bieden die ontwikkelings bevorderend zijn; het begeleiden van de activiteiten en de ontwikkeling van peuters; gebruik maken van activiteiten en materialen die aansluiten bij de belevingswereld van het kind en het kind telkens een stapje verder helpen. Dit pedagogisch handelen is een proces dat in gezamenlijkheid met de VVE‐coach, de leidinggevende, de directeur, collega’s en Centrale Ouderraad STEPS wordt ontwikkeld en bewaakt. Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 5
De rol van leid(st)ers en vrijwilligers. STEPS draagt uit dat ieder kind zich mag ontwikkelen op zijn eigen manier en tempo op basis van aanleg en temperament. Van essentieel belang hierbij is begeleiding door de leid(st)ers en het afstemmen van materiaal per kind. De pedagogische kwaliteit komt uiteindelijk tot stand in de relatie en interactie tussen kinderen en leid(st)ers onderling. Buiten kennis en professionaliteit is een goede leid(st)er ook betrokken, heeft plezier in de omgang met ouders en kinderen, kan en durft te reflecteren en is collegiaal naar haar collega’s. De leid(st)ers kunnen in hun eigen woorden aangeven wat zij belangrijk vinden in het opvoeden van kinderen in groepsverband en met betrekking tot het individuele kind. Deze visie moet aansluiten bij de pedagogische visie van STEPS en komt tot uiting in het dagelijks functioneren van elke peuterspeelzaal afzonderlijk. De peuterleid(st)ers vertalen het beleid naar de praktijk, denken mee en signaleren. De voertaal die de leid(st)ers binnen STEPS hanteren is de Nederlandse en/of Friese taal. De pedagogische begeleiding van de peuters in de peuterspeelzalen van STEPS wordt verzorgd door één of twee leid(st)ers met een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. De begeleiding voldoet aan alle gestelde eisen om de functies spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen/begeleiden mogelijk te maken. Daarnaast wordt er gewerkt met vrijwilligers en mensen die werken met behoud van een uitkering. Zij helpen bij het voorbereiden van activiteiten, het begeleiden van de kinderen en alle voorkomende werkzaamheden zolang die niet specifiek door de leid(st)ers worden uitgevoerd Alle vrijwilligers zijn door de werkgever verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid en zij zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). De vrijwilliger is op de hoogte van het gevoerde vrijwilligersbeleid. Het pedagogische beleidsplan ligt ter inzage voor de vrijwilligers in de zaal. De vrijwilliger heeft voldoende vaardigheid in de Nederlandse en of Friese taal om met kinderen in deze taalgevoelige leeftijd, adequaat te kunnen communiceren. Jaarlijks worden beperkt stagiaires toegelaten van de Leeuwenborgh opleiding Sittard en Maastricht en het Arcuscollege. De stagiaires volgen de opleiding Helpende Welzijn, PW 2 en 3. Stagiaires draaien boventallig in de groep mee. Zij hebben bij aanvang van hun studie een VOG via de opleiding aangevraagd. De vrijwilliger, stagiaire werkt altijd onder de begeleiding van een leid(st)er en wordt door deze aangestuurd op de gewenste manier van omgang met de kinderen en ouders. Achterwachtregeling: Indien er slechts één leidster aanwezig is in de peuterspeelzaal en de beroepskracht/vrijwilliger‐ kindratio niet over(s)treden wordt dan is de volgende achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen ambulance‐aanrijtijden in de peuterspeelzaal aanwezig kan zijn. Er is op locatie helder wie deze persoon is en waar deze persoon te bereiken is. De achterwacht dient tijdens de openingstijden van de peuterspeelzaal bereikbaar te zijn. We geven er de voorkeur aan de functie van achterwacht te laten vervullen door een volwassene die lijfelijk aanwezig is in het pand. De meeste peuterspeelzalen zijn gehuisvest in een basisschool of buurtcentrum. Er zijn hierover per locatie afspraken gemaakt met het directie/personeel van de basisschool of het buurtcentrum. Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 6
De leid(st)er biedt een pedagogische basis: De leid(st)er biedt een veilige uitnodigende en krachtige omgeving aan waar de peuter zich op zijn gemak voelt. De leid(st)er is sensitief: hij/zij is gevoelig voor de signalen die de peuter uitzendt. De leid(st)er doet telkens moeite aan te voelen en te begrijpen wat de peuter wil, doet of bedoelt. De leid(st)er is responsief: hij/zij reageert tijdig positief op de signalen van de peuter, waardoor deze zich gewaardeerd, begrepen en serieus genomen voelt. De leid(st)er biedt structuur en duidelijkheid; hierdoor ontstaat veiligheid en voorspelbaarheid, dit geeft kinderen handvatten om hun weg te vinden in de groepssituatie. De leid(st)er heeft verwachtingen. Hij/zij gaat op zoek naar wat kinderen al kunnen en sluit daarbij aan. De leid(st)er biedt een betekenisvol activiteitenaanbod aan door: Activiteiten aan te bieden die ontwikkelingsbevorderend zijn. Activiteiten en materialen te gebruiken die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De leid(s)ter observeert en registreert de ontwikkeling van de peuter. De leid(st)er heeft kennis van de ontwikkeling van kinderen van twee tot vier jaar. Door het observeren kan hij/zij aangeven waar een kind zit in de verschillende ontwikkelingsfase en deze kennis geeft aanknopingspunten voor een goed aanbod met nieuwe handelingsmogelijkheden. De leid(st)er in de VVE zalen houdt per kind een groeiwijzer bij. Hierin staat de ontwikkeling van het kind beschreven. Er vindt een warme overdracht plaats tussen peuterspeelzaal en basisschool. Tevens wordt er in deze zalen gebruik gemaakt van de CITO toets Taal en Rekenen voor peuters. In reguliere zalen vindt er veelal een mondelinge overdracht plaats en wordt incidenteel gebruik gemaakt van het Peuterestafette overdrachtformulier. De leid(st)er wordt hierin ondersteund door: ‐ Scholing / deskundigheidsbevordering. ‐ 1 keer per 6 weken teamoverleg / kindbespreking. ‐ 1 keer per 6 weken zorgoverleg met Envida. ‐ 1 keer per jaar vindt er een groepsobservatie door de logopediste plaats. ‐ Er zijn samenwerkingsafspraken met Bureau Jeugdzorg, Centrum Jeugd en Gezin, O2 en Trajekt. ‐ In VVE zalen middels de zgn zorgbrug. De leid(st)ers gebruiken tijdens het spelen veel taal. Spelen en taal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De volwassene gaat mee in de activiteit (spiegelen) en gaat in gesprek met de kinderen, zowel in het vrij spel, de kring, als in de groepsactiviteiten. De leid(st)er speelt zelf mee in de huishoek, atelier of in het winkeltje, speelt samen met de peuters met de auto’s en in de bouwhoek. In het samenspel verwoorden de leid(st)ers de handelingen van de peuters. Door een gevarieerd en rijk spelaanbod in betekenisvolle thema’s vanuit het VVE‐ programma Speelplezier blijven de peuters geboeid en worden ze uitgedaagd tot een volgende stap in hun ontwikkeling. Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 7
De leid(st)er geeft vorm aan de doorgaande ontwikkelingslijn. De peuterspeelzaal is een schakel in de keten rondom de ontwikkeling van het kind en is daardoor een belangrijke partner voor de partners zoals jeugdgezondheidszorg, scholen, zorginstellingen en overige (voorschoolse) organisaties. De peuterspeelzaal werkt wijk/buurtgericht, is laagdrempelig voor ouders en kinderen en maakt deel uit van een netwerk rondom het kind in de buurt. In dit netwerk worden verbindingen gelegd tussen en liggen belangrijke taken voor jeugdgezondheidszorg, opvoedingsondersteuning, maatschappelijk werk, welzijnswerk, peuterwerk en onderwijs.
De leid(st)er maakt heldere en begrijpelijke afspraken en instructies over het gebruik van de ruimten. De ruimten zijn voor kinderen op herkenbare wijze ingedeeld met plaatsen voor rust en actie en mogelijkheden die aansluiten bij leeftijd en ontwikkelingsstadium van een kind. In de ruimten wordt een evenwicht geboden tussen veiligheid en uitdaging. Een leidster kan indien nodig en gewenst gebruik maken van inzet van leidinggevende STEPS, VVE coach STEPS, verpleegkundige Envida, logopedist, Intern Begeleider basisschool. Een dagindeling binnen een peuterspeelzaal van STEPS ziet er als volgt uit: Brengen van de peuter in de vaste groepsruimte. Gedurende een kwartier zijn de ouders in de gelegenheid hun peuter te brengen en indien gewenst een praatje te maken met de leidster of andere ouders. Dit kwartier kan ook worden benut om samen met de peuter te spelen. Dan verlaat de ouder de ruimte en begint het programma dat o.a. bestaat uit een combinatie van vrij spel en een groepsactiviteiten. Tussendoor is er gelegenheid om een boterhammetje en/of fruit te nuttigen en daarna verlaten ze de groepsruimte om bij goed weer naar buiten te gaan en bij minder weer‐ indien aanwezig‐ naar de gymzaal of speellokaal voor vrij en/of begeleide spelactiviteiten. Het laatste kwartiertje is weer bestemd om ouders hun peuter te laten ophalen in de groepsruimte en ook dan is er weer gelegenheid met andere ouders of met de leidster een praatje te maken. Een enkele keer per jaar vindt er een uitje plaats. Dit kan een wandeling of een bezoek aan een bibliotheek, basisschool of speeltuin zijn en dit is opgenomen in de jaarplanning van de desbetreffende locatie. Bij een uitje wordt altijd aan de ouder/verzorger verzocht om als extra begeleiding mee te gaan. Bij diverse thema’s of activiteiten kan het zijn dat er groepen worden samengevoegd. We denken hierbij o.a. aan Sinterklaas, Kerst , Pasen of concert van Get Lekkers. Wanneer de peuter bijna 4 jaar wordt maken veel zalen gebruik van de mogelijkheid om voor de peuter een kennismakingsbezoek aan de basisschool in te plannen. Wanneer er voldoende beroepskrachten aanwezig zijn begeleidt een leidster het kind gedurende dit bezoek. Veelal zullen de activiteiten plaatsvinden in de speelruimte en buitenruimte. Enkele zalen hebben de beschikking over een speel/gymlokaal. Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 8
Het aanbod aan alle geplaatste kinderen: Ouders zijn vrij een keuze te maken voor een VVE‐zaal of een reguliere zaal, dus onafhankelijk of hun peuter tot de zogenaamde doelgroep behoort. Dit bevordert de integratie maar vanuit STEPS maken wij ouders van doelgroepkinderen hier wel attent op bij inschrijving maar de uiteindelijke keuze ligt bij de ouder. Aanbod in peuterspeelzaal is gebaseerd op de thema’s van Speelplezier. Informatie over thema’s waar kinderen mee aan de slag zijn: door de ouderbrieven en het informatiebord voor ouders. Ouder brengt kind ‐regelmatig‐ zelf en maakt gebruik van het inloopkwartier en kwartier bij afhalen. Daar waar samen gewerkt wordt met scholen hebben leid(st)ers overleg met onderbouw over thema’s, activiteiten, inhoudelijke afstemming in onderbouwoverleg of in een aparte vergadering. Overdacht van gegevens naar de basisschool. Op alle locaties: betrokkenheid waar mogelijk door ouders bij activiteiten. Ouderparticipatie Een open en prettige communicatie tussen leid(st)ers en ouders is een voorwaarde om de relatie goed vorm te geven, dat is hetgeen wij nastreven. Een goede relatie is nodig om in gesprek te gaan over de ontwikkeling van het kind en het delen van zorgen, mochten die er zijn. Wij gaan uit van de volgende uitgangspunten: 1. Ouders/verzorgers zijn en blijven hoofdverantwoordelijke voor de opvoeding van hun kinderen; zij delen die verantwoordelijkheid met de leid(st)ers, als hun kind een van onze peuterspeelzalen bezoekt. 2. Samenwerking tussen leid(st)ers en ouders is een voorwaarde voor het welbevinden van het kind. 3. In hun contacten met de ouders/verzorgers respecteren de leid(st)ers te allen tijde de privacy en gaan zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie. 4. Gelijkwaardigheid, respect en vertrouwen zijn basisnormen. 5. Ouders/verzorgers worden goed geïnformeerd over hun kind en over de werkwijze van STEPS door de toegestuurde informatie voorafgaand aan de plaatsing, het kennismakingsgesprek tussen leidster en ouders, de oudercontacten, de STEPSGEWIJS en de ouderavonden. STEPS heeft een centrale Ouderraad. Deze behartigt de belangen van de ouders, vergadert 6 x per jaar op locatie en in aanwezigheid van de directeur. Daarnaast zijn er diverse oudercommissies en werkgroepen die helpen bij het organiseren van allerlei activiteiten die plaats vinden in de peuterspeelzaal. Klachten en kwaliteitszorg Aanbieden van kwalitatief goed peuterspeelzaalwerk is het doel van onze organisatie. Ook het afleggen van verantwoording hoort hierbij. Binnen STEPS zijn verschillende manieren waarop ouders hun vragen en klachten voor kunnen leggen om deze beantwoord te krijgen. Alle peuterspeelzalen van STEPS zijn aangesloten bij Stichting Klachtencommissie Kinderopvang, een onafhankelijke organisatie. Ook hier kunnen ouders of ouderraad zich melden als zij een klacht hebben en deze graag voor willen leggen aan een onafhankelijke partij.
Pedagogisch beleid STEPS april 2014
Pagina 9