ROMEINEN IX IX--XI Israëls Geschriften &
Gods karakter
ROMEINEN IX IX--XI Paulus’ drieledig antwoord in ‘een notendop’ A.
Niet enkel vormt onverdiende genade de basis voor Gods uitverkiezende daad, maar ‘Gods volk’ is nog nooit samengevallen met ‘etnisch’ Israel. (9:1-29)
Het woord van uitverkiezing (om drager van de belofte te zijn) is er altijd gekomen op basis van Gods vrije keuze, onafhankelijk van de bloedlijn (Ismaël/Izaak) of menselijke activiteit. (Ezau/Jakob) Er is geen onrechtvaardigheid bij God omdat Farao en Israel (afgoderij) schuldig waren - Farao’s oordeel was welverdiend - Maar God betoonde Israel erbarming - Vermits beiden schuldig waren, zijn zij nu ‘potten’ in handen van de Pottenbakker om oordeel of erbarming te ontvangen Omdat allen gezondigd hebben, ligt de enige hoop tot behoudenis in de barmhartigheid (niet in gerechtigheid) van God. De basis voor Gods erbarming is zijn soevereine wil Gods volk is altijd ‘groter’ en ‘kleiner’ geweest dan ‘etnisch’ Israel
In de 2e exodus is afgodisch Israel (net als Farao) verantwoordelijk en wordt het eveneens verhard vermits etnisch Israel het ware leven bewust heeft verworpen en aanhoudend gerechtigheid blijft zoeken door Torah naleving (9:30 – 10:21) C. God zal een overblijfsel (met o.a. Paulus) uitredden omdat hun blindheid ‘tijdelijk’ is. (11:1-36) D. Lofprijs: de ondoorgrondelijke wijsheid van God – wie is ooit zijn raadgever geweest? B.
ROMEINEN IX IX--XI ‘de rijkdom van Gods heerlijkheid’ ‘Als nu God, daar Hij zijn toorn wilde betonen en zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten van de toorn, tot het verderf toebereid om bekend te maken de rijkdom van zijn heerlijkheid aan de vaten van de barmhartigheid, die Hij tevoren tot heerlijkheid heeft bereid — ons die Hij ook heeft geroepen, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de volken? Zoals Hij ook in Hosea zegt: ‘Ik zal niet-mijn-volk mijn volk noemen, en de niet-geliefde geliefde’. ‘En het zal zijn op de plaats waar tot hen gezegd werd: U bent mijn volk niet, daar zullen zij zonen van de levende God worden genoemd’. ’ (Rm.9:22-26)
De 1e exodus wijst vooruit naar de 2e exodus
Gods karakter is onveranderlijk…
Zoals Jahweh toen barmhartigheid heeft betoond, zo zal het ook gebeuren in de toekomst Hoe kan Israëls toekomst van toepassing zijn op ‘heidenvolken’ heidenvolken’ die niet geroepen zijn?
ROMEINEN IX IX--XI ‘de rijkdom van Gods heerlijkheid’ ‘Als nu God, daar Hij zijn toorn wilde betonen en zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten van de toorn, tot het verderf toebereid om bekend te maken de rijkdom van zijn heerlijkheid aan de vaten van de barmhartigheid, die Hij tevoren tot heerlijkheid heeft bereid — ons die Hij ook heeft geroepen, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de volken? Zoals Hij ook in Hosea zegt: ‘Ik zal niet-mijn-volk mijn volk noemen, en de niet-geliefde geliefde’. ‘En het zal zijn op de plaats waar tot hen gezegd werd: U bent mijn volk niet, daar zullen zij zonen van de levende God worden genoemd’. ’ (Rm.9:22-26)
Israel zal een ‘omgekeerde exodus’ meemaken Wat definieert Gods Israel? Als God barmhartigheid betoont
‘niet - mijn - volk’ (ballingschap)
Een verbondsrelatie & Zijn aanwezigheid ‘niet-mijn-volk’ Israel
‘niet-mijn-volk’ heidenen
ROMEINEN IX IX--XI ‘de rijkdom van Gods heerlijkheid’ ‘Als nu God, daar Hij zijn toorn wilde betonen en zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten van de toorn, tot het verderf toebereid om bekend te maken de rijkdom van zijn heerlijkheid aan de vaten van de barmhartigheid, die Hij tevoren tot heerlijkheid heeft bereid — ons die Hij ook heeft geroepen, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de volken? Zoals Hij ook in Hosea zegt: ‘Ik zal niet-mijn-volk mijn volk noemen, en de niet-geliefde geliefde’. ‘En het zal zijn op de plaats waar tot hen gezegd werd: U bent mijn volk niet, daar zullen zij zonen van de levende God worden genoemd’. ’ (Rm.9:22-26)
‘Zie, er komen dagen, spreekt Jahweh, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden -Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hebben hoewel Ik hen getrouwd had, had spreekt Jahweh.’ (Jer.31:31,32)
ROMEINEN IX IX--XI ‘de rijkdom van Gods heerlijkheid’ ‘Als nu God, daar Hij zijn toorn wilde betonen en zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten van de toorn, tot het verderf toebereid om bekend te maken de rijkdom van zijn heerlijkheid aan de vaten van de barmhartigheid, die Hij tevoren tot heerlijkheid heeft bereid — ons die Hij ook heeft geroepen, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de volken? Zoals Hij ook in Hosea zegt: ‘Ik zal niet-mijn-volk mijn volk noemen, en de niet-geliefde geliefde’. ‘En het zal zijn op de plaats waar tot hen gezegd werd: U bent mijn volk niet, daar zullen zij zonen van de levende God worden genoemd’. ’ (Rm.9:22-26)
Gods roeping is naar verkiezing en niet allen zijn Israel die uit Israel zijn… (vers 6,11) onveranderlijk karakter
Gods eindtijd Israel
‘niet-mijn-volk’ joden + heidenen
Allen die NU barmhartigheid ontvangen naar de uitnemende rijkdom van zijn heerlijkheid
ROMEINEN IX IX--XI ‘de rijkdom van Gods heerlijkheid’ ‘Als nu God, daar Hij zijn toorn wilde betonen en zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten van de toorn, tot het verderf toebereid om bekend te maken de rijkdom van zijn heerlijkheid aan de vaten van de barmhartigheid, die Hij tevoren tot heerlijkheid heeft bereid — ons die Hij ook heeft geroepen, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de volken? Zoals Hij ook in Hosea zegt: ‘Ik zal niet-mijn-volk mijn volk noemen, en de niet-geliefde geliefde’. ‘En het zal zijn op de plaats waar tot hen gezegd werd: U bent mijn volk niet, daar zullen zij zonen van de levende God worden genoemd’. ’ (Rm.9:22-26)
Gods roeping is naar verkiezing en niet allen zijn Israel die uit Israel zijn… (vers 6,11) onveranderlijk karakter
Gods eindtijd Israel
Gods roeping v/d aartsvaders was onvoorwaardelijk
‘niet-mijn-volk’ joden + heidenen de eindtijdroeping van J + H
ROMEINEN IX IX--XI ‘de rijkdom van Gods heerlijkheid’ ‘Als nu God, daar Hij zijn toorn wilde betonen en zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten van de toorn, tot het verderf toebereid om bekend te maken de rijkdom van zijn heerlijkheid aan de vaten van de barmhartigheid, die Hij tevoren tot heerlijkheid heeft bereid — ons die Hij ook heeft geroepen, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de volken? Zoals Hij ook in Hosea zegt: ‘Ik zal niet-mijn-volk mijn volk noemen, en de niet-geliefde geliefde’. ‘En het zal zijn op de plaats waar tot hen gezegd werd: U bent mijn volk niet, daar zullen zij zonen van de levende God worden genoemd’. ’ (Rm.9:22-26)
Hoe?
Door geloofsgehoorzaamheid aan Gods roeping door het evangelie!
‘Want uit genade bent u behouden, door het geloof; en dat niet uit u, het is de gave van God; niet op grond van werken, opdat niemand roemt.’ (Ef.2:8,9)
De gave van God is niet ‘ons geloof’ maar de wijze van behoud, zonder werken!
ROMEINEN IX IX--XI desondanks zal Israel niet ongeschonden uit het oordeel komen… ‘En Jesaja roept over Israel uit: ‘Al was het getal van de zonen van Israel als het zand van de zee, het overblijfsel zal behouden worden. Want de Heer zal ten einde toe en met haast een zaak doen op de aarde’. En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:27-33)
Omwille van zijn Naam zal Jahweh Israel definitief MOETEN oordelen naar gerechtigheid ‘Barmhartigheid’ is slechts ‘een een lege doos’ doos als finale gerechtigheid niet zou geschieden!!
ROMEINEN IX IX--XI desondanks zal Israel niet ongeschonden uit het oordeel komen… ‘En Jesaja roept over Israel uit: ‘Al was het getal van de zonen van Israel als het zand van de zee, het overblijfsel zal behouden worden. Want de Heer zal ten einde toe en met haast een zaak doen op de aarde’. En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:27-33)
Paulus, hoe kan dit evangelie van God afkomstig zijn als de meerderheid het verwerpt? verwerpt Paulus’ antwoord: ‘ Ben je hierdoor verrast? Nooit de PROFETEN gelezen misschien? misschien
ROMEINEN IX IX--XI desondanks zal Israel niet ongeschonden uit het oordeel komen… ‘En Jesaja roept over Israel uit: ‘Al was het getal van de zonen van Israel als het zand van de zee, het overblijfsel zal behouden worden. Want de Heer zal ten einde toe en met haast een zaak doen op de aarde’. En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:27-33)
Paulus, hoe kan dit evangelie van God afkomstig zijn als de meerderheid het verwerpt? verwerpt Het feit dat er überhaupt een overblijfsel gered wordt bewijst Gods trouw aan zijn beloftes!
ROMEINEN IX IX--XI desondanks zal Israel niet ongeschonden uit het oordeel komen… ‘En Jesaja roept over Israel uit: ‘Al was het getal van de zonen van Israel als het zand van de zee, het overblijfsel zal behouden worden. Want de Heer zal ten einde toe en met haast een zaak doen op de aarde’. En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:27-33)
Gods volk is van bij de 1e Ex. GROTER geweest dan ‘etnisch’ Israel Gods volk is sinds de 1e Ex. ook KLEINER dan ‘etnisch’ Israel
Hosea 2:22;1:9,10
Jes.10:22; Hosea 1:10 Jes.28:22; Jes.1:9
ROMEINEN IX IX--XI Israel is van bij het begin ‘groter’ en ‘kleiner’ dan etnisch Israel ‘En Hij zei: Geef hem de naam Lo-Ammi, want u bent niet Mijn volk en Ík zal er voor u niet zijn. Toch zal het aantal Israëlieten zijn als het zand van de zee, dat niet gemeten en niet geteld kan worden. En het zal gebeuren dat in de plaats waar tegen hen gezegd is: U bent niet Mijn volk, tegen hen gezegd zal worden: kinderen van de levende God.’ (Hosea 1:9-10)
Het Israel van God zal ondanks alles niet gemeten of geteld kunnen worden!? ‘Het overblijfsel zal terugkeren, het overblijfsel van Jakob, naar de sterke God. Want, Israël, al is uw volk als het zand van de zee, toch zal maar een overblijfsel daarvan terugkeren; tot verdelging is vast besloten; het stroomt over van gerechtigheid. Ja, een vernietigend einde - en dat is vast besloten - gaat Jahweh, de Heer van de legermachten, in het midden van heel het land ten uitvoer brengen’.’ (Jes.10:21-23)
ROMEINEN IX IX--XI desondanks zal Israel niet ongeschonden uit het oordeel komen… ‘En Jesaja roept over Israel uit: ‘Al was het getal van de zonen van Israel als het zand van de zee, het overblijfsel zal behouden worden. Want de Heer zal ten einde toe en met haast een zaak doen op de aarde’. En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:27-33)
Hoe is het mogelijk dat het Israel van de eindtijd KLEINER is dan ‘etnisch’ Israel? Israel ‘etnisch Israel’ is gestruikeld over Jezus van Nazareth: wederom Jesaja: 28:16; 8:14
ROMEINEN IX IX--XI desondanks zal Israel niet ongeschonden uit het oordeel komen… ‘En Jesaja roept over Israel uit: ‘Al was het getal van de zonen van Israel als het zand van de zee, het overblijfsel zal behouden worden. Want de Heer zal ten einde toe en met haast een zaak doen op de aarde’. En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:27-33)
Een opeenvolging van citaten uit Jesaja?! 10:22; 28:22; 1:9; 28:16; 8:14 Waarom is zijn ‘script’ juist het ‘draaiboek’ voor de finale van Gods grote verhaal ?
ROMEINEN IX IX--XI desondanks zal Israel niet ongeschonden uit het oordeel komen… ‘En Jesaja roept over Israel uit: ‘Al was het getal van de zonen van Israel als het zand van de zee, het overblijfsel zal behouden worden. Want de Heer zal ten einde toe en met haast een zaak doen op de aarde’. En zoals Jesaja tevoren heeft gezegd: ‘Als de Heer Zebaoth ons geen nageslacht had gelaten, dan zouden wij als Sodom geworden zijn en aan Gomorra gelijk gemaakt’. Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:27-33)
De ‘nieuwe Exodus’ uit Jesaja vormt de verhaallijn voor het vroegste evangelie: Markus De openbaring van Jezus Christus
verhaal van 2 steden: Babylon – Nieuwe Jeruzalem
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden…
DE VERHAALLIJN VAN HET BOEK Hoe Jeruzalem, een stad vol van bloedvergieten en ongerechtigheid opnieuw de glorierijke stad van de grote Koning zal worden, waarheen de volkeren massaal zullen toestromen
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden… ‘Want Jahweh spreekt: Ik heb kinderen grootgebracht en doen opgroeien, maar zij zijn tegen Mij in opstand gekomen. Een rund kent zijn bezitter en een ezel de kribbe van zijn eigenaar, maar Israël heeft geen kennis, Mijn volk heeft geen inzicht. Wee het zondige volk, volk van zware ongerechtigheid, zaad van kwaaddoeners, verdorven kinderen! Zij hebben Jahweh verlaten, de Heilige van Israël verworpen, zij zijn vervreemd, van achter Hem vandaan. …Als Jahweh van de legermachten ons niet een gering aantal ontkomenen had overgelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk geworden zijn. …Hoe is de trouwe stad tot een hoer geworden! Vol recht was zij, gerechtigheid overnachtte in haar, maar nu -moordenaars!’ (Jes.1:1-21 selectie)
‘En wanneer zij hun getuigenis voleindigd zullen hebben, zal het beest dat uit de afgrond opstijgt, oorlog met hen voeren en hen overwinnen en hen doden. En hun lijk zal liggen op de straat van de grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodom en Egypte Egypte,, waar ook hun Heer gekruisigd is.’ is (Opb.11:7,8)
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden… ‘Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van Jahweh vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van Jahweh, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van Jahweh uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen.’ (Jes.2:2-4)
‘Het overblijfsel zal terugkeren, het overblijfsel van Jakob, naar de sterke God. Want, Israël, al is uw volk als het zand van de zee, toch zal maar een overblijfsel daarvan terugkeren; tot verdelging is vast besloten; het stroomt over van gerechtigheid. Ja, een vernietigend einde - en dat is vast besloten – gaat Jahweh, de Heer van de legermachten, in het midden van heel het land ten uitvoer brengen’.’ (Jes.10:21-23)
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden… ‘Hij heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn dienaar, Israël, in Wie Ik Mij zal verheerlijken. verheerlijken Ik, Ik zei: Voor niets heb Ik Mij vermoeid, nutteloos en tevergeefs heb Ik Mijn kracht verbruikt. Voorwaar, Mijn recht is bij Jahweh, en Mijn arbeidsloon is bij Mijn God. En nu zegt Jahweh, die Zich Mij vanaf de moeder schoot tot Dienaar heeft geformeerd om Jakob tot Hem terug te brengen maar Israël zal zich niet laten verzamelen. Niettemin zal Ik verheerlijkt worden in de ogen van Jahweh, Jahweh en Mijn God zal Mijn kracht zijn. Hij zei: Het is te gering dat U voor Mij een Knecht zou zijn om op te richten de stammen van Jakob en om hen die van Israël gespaard werden, terug te brengen. Ik heb U ook gegeven tot een Licht voor de heidenvolken, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde.’ aarde (Jes.49:3-6)
‘Hoort naar Mij, gij die de gerechtigheid najaagt, gij die Jahweh zoekt. Aanschouwt de rots waaruit gij gehouwen zijt, en de holte van de put waaruit gij gegraven zijt; aanschouwt Abraham, uw vader, en Sara, die u baarde; want Ik riep hem als eenling en Ik zegende hem en vermenigvuldigde hem. Want Jahweh troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof van Jahweh; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang.’ (Jes.51:1-3)
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden…
‘Zie, Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn, hij zal verhoogd, ja, ten hoogste verheven zijn. zijn Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar Jahweh heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest. Maar het behaagde Jahweh hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen van Jahweh zal door zijn hand voortgang hebben. Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe; door zijn kennis zal mijn dienaar, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal hij dragen. …Jubel, gij onvruchtbare, die niet gebaard hebt; breek uit in gejubel en juich, gij die geen weeën gekend hebt, want de kinderen der eenzame zijn talrijker dan de kinderen der gehuwde, zegt Jahweh. Want u zult zich rechts en links uitbreiden, uw nageslacht zal de heidenvolken in bezit nemen…’
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden…
‘Ja, u zult de schande van uw jeugd vergeten, en niet meer denken aan de smaad van uw weduwschap. Want uw Maker is uw Man, Jahweh van de legermachten is Zijn Naam, en uw Verlosser is de Heilige van Israël, de God van heel de aarde zal Hij genoemd worden. worden Want als een verlaten vrouw, een bedroefde van geest, roept Jahweh u, de vrouw van de jeugd, die afgewezen was, zegt uw God. Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten, maar in grote barmhartigheid zal Ik u bijeenbrengen. In een stortvloed van grote toorn heb Ik voor u Mijn aangezicht een ogenblik verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen, zegt Jahweh, uw Verlosser.’ (Jes.52:13– 54:8 selectie)
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden…
‘En de vreemdelingen die zich bij Jahweh voegen om Hem te dienen en om de Naam van Jahweh lief te hebben, hen zal Ik ook brengen naar Mijn heilige berg, en Ik zal hen verblijden in Mijn huis van gebed. Hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op Mijn altaar. Want Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken. Jahweh de Heer, die de verdrevenen uit Israël bijeenbrengt, spreekt: Ik zal er tot Hem nog meer bijeenbrengen, naast hen die al tot Hem bijeengebracht zijn.’ (Jes.56:4-6)
ROMEINEN IX IX--XI Jesaja een nieuwe exodus, het verhaal van 2 steden…
‘Maar wie tot Mij de toevlucht neemt, zal de aarde in erfelijk bezit krijgen en Mijn heilige berg in bezit nemen. Want zo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoge hemel en in het heilige, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om levend te maken de geest van de nederige, en om levend te maken het hart van de verbrijzelden. Want Ik zal niet voor eeuwig ter verantwoording roepen en Ik zal niet voor altijd zeer toornig zijn. Ik was zeer toornig over de ongerechtigheid van hun winstbejag, Ik sloeg het volk, Ik verborg Mij en was zeer toornig. Maar het ging afkerig verder op de weg van zijn hart. Ik heb zijn wegen gezien, Ik zal hem genezen, Ik zal hem leiden en hem vertroosting bieden, namelijk zijn treurenden. Ik schep de vrucht van de lippen, vrede, vrede voor wie ver weg is en voor wie dichtbij is, zegt Jahweh, en Ik zal hem genezen.’ (Jes.57:13-19)
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Paulus argument: Het grote probleem is Israëls ‘historische historische’ geneigdheid tot rebellie Israëls verwerping v/d langverwachte realisatie v/d belofte lag in de lijn van de verwachting Wat wordt bedoeld met ‘de gerechtigheid nastreven’ naar de historische context? Vanuit het oogpunt van de belofte kan het niet om juridische rechtvaardiging gaan !! Eindtijdbehoudenis: terugkeer ineennieuwe nieuwe schepping waar Jahweh woont inhunmidden hunmidden
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Grijpt allereerst terug naar Paulus’ openingsverklaring: ‘Want ik schaam mij niet voor het evangelie; want het is Gods kracht tot behoudenis voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Want gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard op grond van geloof tot geloof, zoals geschreven staat: ‘Maar Maar de rechtvaardige zal op grond van geloof leven’ leven.’ (Rm.1:16-17)
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
‘gerechtigheid’ is de historische climax van Paulus’ uiteenzetting tot dus ver.. Aartsvaders ‘gerechtigheid’
Exodus
Profeten
eindtijdrealisatie van de verwachte hoop!
Gods ‘nieuw geschapen’ nieuwe exodus bestaan
Abraham verkreeg door geloof een levensveranderende vriendschap met God ‘Wij zeggen immers: aan Abraham is het geloof tot gerechtigheid gerekend.’ (Rm.4:9b)
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Maar de hoofdrolspeler in dit gedeelte zijn niet de volken maar Israel… Waarom heeft Israel gefaald om gehoor te geven aan het Woord van de beloofde zegen? Israel zocht het beloofde ‘eindtijdbestaan’ door de Wet na te streven en heeft gefaald… Paulus’ geschiedenis leert dat het probleem fundamenteler is dan ‘de Wet niet houden’
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Deel krijgen aan het opstandingsleven en de levendmakende Geest
GELOOF
De Wet is goed en heilig maar vormt niet de basis om te delen in de eindtijdzegeningen… Israel is niet over de Wet gestruikeld, maar over Jezus van Nazareth ten val gekomen!
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Paulus’ citaten zijn problematisch, de leiders verwerpen in eigenwijsheid Gods Woord!? Israel heeft echter de Wet, de wijsheid van God nagestreefd!? Enig vergelijk? afgodisch vertrouwen op eigenwijsheid
nastreven van Torah gehoorzaamheid?!
Wat is het verband tussen Jes.8:15 en 28:16 die hier ‘verstrengeld’ worden? Beide gedeelten zijn geen profetische aankondigingen die wachten op eindtijdvervulling
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Beide teksten zijn uniek in Israëls Schriften en hebben heel wat gemeenschappelijk Onderwerp: Israëls halsstarrig vertrouwen op eigenwijsheid & inzicht … wat wijst op een schrijnend gebrek aan kennis van Jahweh en onvermijdelijk leidt tot… hun verwerping van Gods aangeboden uitredding… (onorthodoxe wonderlijke wijsheid) Gods daaropvolgende reactie door middel van de ‘steen metafoor’
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Een duidelijke parallel tussen Israëls houding toen en nu nu, de geschiedenis herhaalt zich.. Gods ‘onorthodoxe wijsheid’ in de aangeboden uitredding in Jezus is aanstotelijk ! Jezus beantwoordt helemaal niet aan hun verwachtingspatroon! Wij aanbidden & zoeken ons heil wel in de ‘God’ die zich naakt liet hangen aan een kruis! Paulus is dus helemaal niet verrast dat de onveranderlijke God gelijkaardig werkt als toen
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
‘U mag geen samenzwering noemen alles wat dit volk een samenzwering noemt; en waar zij voor bevreesd zijn, daarvoor mag u niet bevreesd zijn en niet schrikken. Jahweh van de legermachten, Hem moet u heilig achten; Hij is uw vrees en Hij is uw verschrikking. Hij zal tot een heiligdom voor u zijn, tot een steen des aanstoots, en tot een rots waarover men struikelt voor de beide huizen van Israël, tot een strik en een val voor de inwoners van Jeruzalem. Velen onder hen zullen struikelen, vallen en gebroken worden, verstrikt raken en gevangen worden.’ (Jes.8:12-15)
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
‘Omdat u zegt: Wij hebben een verbond gesloten met de dood, en met het rijk van de dood zijn wij een verdrag aangegaan, wanneer de alles wegspoelende gesel voorbijtrekt, komt hij niet bij ons, want van de leugen hebben wij ons toevluchtsoord gemaakt en in het bedrog hebben wij ons verborgen, daarom, zo zegt Jahweh de Heer: Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen, die vast gegrondvest is. wie vertrouwt zal niet beschaamd worden.’ (Jes.28:15-16)
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Ook Petrus heeft geen probleem om deze passages met de Jezus’ bril te lezen! ‘Want er staat in de Schrift: ‘Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren, kostbare hoeksteen, en wie in Hem gelooft, zal geenszins beschaamd worden’. Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. Daar zij ongehoorzaam zijn, stoten zij zich aan het woord, waartoe zij ook bestemd zijn.’ (1Pt.2:4-6)
ROMEINEN IX IX--XI De struikelsteen, een rots tot ergernis in Sion gelegd ‘Wat zullen wij dan zeggen? Dat de volken, die de gerechtigheid niet nastreefden, de gerechtigheid verkregen hebben, namelijk gerechtigheid die door geloof is. Maar dat Israel, die naar de wet de gerechtigheid nastreefde, tot de wet niet gekomen is. Waarom? Omdat zij het niet door geloof nastreefden, maar alsof het naar werken gebeurde. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’.’ (Rm.9:30-33)
Wat is de betekenis van beide ‘steen – passages’voor Paulus & Petrus? Wie is Jezus dan volgens hen? 2 betekenissen!
(vergeet de verstrengeling niet!)
Wat leren deze passages ons over de nieuw gevormde gemeenschap rond Jezus? Wat leert dit ons over het aangekondigde ‘herstel’ van Jeruzalem’? Hoe begreep Jezus (ook volgens Petrus) zichzelf naar Psalm 118?
ROMEINEN IX IX--XI Israëls Geschriften &
Gods karakter