Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 1
De gave
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 2
james patterson bij uitgeverij cargo Tweestrijd De affaire Zevende hemel Je bent gewaarschuwd Cross Country Bikini Achtste bekentenis Ik, Alex Cross Partnerruil Het negende oordeel Cross Fire Private Ooggetuige Het tiende jaar Kill Alex Cross Private Games Moordweekend Hitte Het elfde uur Heksenjacht
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 3
James Patterson en Ned Rust
De gave Vertaald door Richard Kruis
2013 de bezige bij amsterdam
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 4
Cargo is een imprint van Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam Copyright © 2010 James Patterson Published by arrangement with Linda Michaels Limited, International Literary Agents Copyright Nederlandse vertaling © 2013 Richard Kruis Oorspronkelijke titel The Gift Oorspronkelijke uitgever Little, Brown and Company, New York Omslagontwerp Studio Jan de Boer Omslagillustratie Mikhail / Shutterstock Foto auteur Sue Solie Patterson Vormgeving binnenwerk CeevanWee, Amsterdam Druk Bariet, Steenwijk isbn 978 90 234 7457 9 nur 283 www.uitgeverijcargo.nl
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 5
Voor Jack, die me aan de gang kreeg nadat ik hem aan de gang had gekregen. – J.P. Voor Ruth, omdat ze altijd op de juiste momenten lacht. – N.R.
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 6
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 7
AANKONDIGING OPENBARE TERECHTSTELLING ATTENTIE ALLE BURGERS: WISTERIA ROSE ALLGOOD, leidster en laatste hoop van het verderfelijke ‘verzet’ dat onze gemoedsrust heeft verstoord en zo veel inspanning en middelen van onze burgerij heeft opgeëist, is gearresteerd en zal heden om 13.00 UUR op het PLEIN VAN JUSTITIE PUBLIEKELIJK WORDEN GEËXECUTEERD. haar broer, WHITFORD P. ALLGOOD, wordt nog gezocht wegens verzetsactiviteiten, samenzwering en het experimenteren met de verboden zwarte kunsten. Aldus verordend door DE ENE DIE DE ENE is op de tweehonderdvijftigste dag van het eerste jaar van de heerschappij van de nieuwe orde.
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 8
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 9
BOEK EEN
Het meisje met de gave
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 10
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 11
Hoofdstuk 1
Whit Luister. We hebben weinig tijd. Mijn naam is Whit Allgood. Waarschijnlijk heb je over mij en mijn zus Wisty gehoord, en over de idiote dingen die gebeurd zijn, maar waar het om gaat is dat het allemaal nog veel erger is dan je denkt. Neem van mij maar aan dat dit de slechtste tijden zijn en dat de goede tijden weinig meer zijn dan een vage herinnering. En niemand lijkt door te hebben wat er aan de hand is. Jij misschien? Heb jij het door? Stel je voor dat de dingen waar je het allermeest van houdt – en die je waarschijnlijk als vanzelfsprekend ziet – opeens verboden zijn. Je boeken, muziek, films, kunst... allemaal weg. Verbrand. Dat is het leven onder de Nieuwe Orde, de zogenaamde regering die deze wereld heeft overgenomen. We zullen met alles wat we in ons hebben moeten vechten tegen dat brutale totalitaire bewind en voor de vrijheid die ons nog rest. Zelfs onze verbeeldingskracht loopt gevaar. Stel je een overheid voor die de fantasie wil vernietigen. Dat is onmenselijk. En het is dat bewind dat óns criminelen noemt. Ongelogen. Wisty en ik zijn de misdadigers in het treurige propagandastuk dat de Nieuwe Orde op de planken brengt. Onze misdaden? Dat we de moed hebben zelf te denken en creatief durven zijn... O, en dat we de ‘verboden zwarte kunsten’ – de magie – praktiseren. Je kunt me niet volgen? Sta me een korte uitleg toe. 11
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 12
Niet lang geleden drongen soldaten midden in de nacht ons huis binnen. Wisty en ik werden bruut van onze ouders gescheiden en in een gevangenis gegooid – een vernietigingskamp voor kinderen. Waarom? We werden beschuldigd van hekserij. Het verbazingwekkende is dat de Nieuwe Orde daarin gelijk bleek te hebben: we wisten dat toen nog niet, maar Wisty en ik beschikken over krachten. Magische krachten. En nu staan we op het punt om samen met onze ouders publiekelijk te worden geëxecuteerd. Die macabere gebeurtenis heeft nog niet plaatsgevonden maar zal ten uitvoer worden gebracht. Ik beloof dat de lezer die hunkert naar spanning, avontuur en bloedvergieten iets heeft om naar uit te kijken. Je krijgt waar je op hoopt als je deel uitmaakt van de gehersenspoelde ‘burgerij’ van ons land. Maar als je behoort tot de enkelingen die aan de greep van de Nieuwe Orde wisten te ontkomen, móét je het verhaal van Wisty en mij horen. En het verhaal van het verzet. Opdat er na ons gedwongen afscheid nog iemand zal zijn die de boodschap verspreidt en de goede strijd voortzet. Daarom beginnen we het verhaal met een andere openbare executie: een trieste en onfortuinlijke gebeurtenis, een ongeluk. Gegoten in een term die ik helemaal niet graag gebruik: een tragedie.
12
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 13
Hoofdstuk 2
Whit Zo goed als mijn geschokte geheugen het kan reproduceren is dit wat er is gebeurd. Ik herinner me dat ik me radelozer en eenzamer voelde dan ooit toen ik door de straten trok van deze grijze, drukke en doodse stad. Waar is mijn zus? Waar zijn de anderen van het verzet? Ik bleef die woorden denken of misschien zelfs prevelen als een gestoorde dakloze. De Nieuwe Orde heeft deze ooit zo prachtige stad al onherkenbaarheid verminkt. De ontbinding lijkt er om zich heen te grijpen als in een opgezwollen lijk vol geestloze maden. Het verstikkende laaghangende wolkendek, de nietszeggende gebouwen – zelfs de gezichten van de jachtige mensen die me omspoelen – zijn even kleur- en zielloos als de betontegels onder mijn voeten. Ik weet dat de inwoners doeltreffend door de Nieuwe Orde zijn gehersenspoeld, maar deze burgers lijken iets te monddood en te geketend aan het propagandamateriaal dat ze als gebedenboeken in hun handen klemmen. Mijn oog valt op een in vette letters gestelde krantenkop: executie. Dan lichten boven de boulevard de reusachtige videoschermen op en alles wordt me duidelijk. Alle voetgangers houden hun pas in en iedereen kijkt omhoog alsof er plotseling een knalblauwe maan aan de hemel is verschenen. De videoschermen tonen een van de tengere gevangene met een kap over het hoofd, knielend op een felverlicht podium. 13
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 14
‘Wisteria Allgood,’ schalt een stem die door merg en been gaat, ‘beken je het aanwenden van de zwarte kunsten ter ondermijning van alles wat in onze samenleving goed en fatsoenlijk is?’ Dit kan niet waar zijn. Mijn hart bonkt in mijn keel. Wisty? Zei die stem daarnet echt Wisteria Allgood? Mijn zus bevindt zich op een schavot? Ik grijp een man die met open mond naar het scherm tuurt bij de revers van zijn grijze overjas. ‘Vertel op! Waar vindt die executie plaats?’ ‘Op het Plein van Justitie.’ Hij staat geërgerd met zijn ogen te knipperen alsof ik hem uit een diepe slaap heb gewekt. ‘Waar anders?’ ‘Plein van Justitie? Waar is dat?’ vraag ik dwingend terwijl ik hem bij zijn nek pak. Ik ben er klaar voor de man tegen de grond te slaan als het moet. ‘Onder de boog van de overwinning – daarginds,’ hijgt hij. Hij wijst naar een boulevard links van mij. ‘Laat me los! Anders roep ik de politie!’ Ik geef de man een duw en ren in de richting van een kolossale triomfboog ongeveer achthonderd meter verderop. ‘Hé! Jij daar!’ roept hij me na. ‘Ik ken jouw gezicht toch ergens van?’ Zeker herkent hij mijn gezicht. Zoals iedereen mijn gezicht zou herkennen die de moeite zou nemen criminelen in zijn midden op te merken. Maar zijn medeburgers kunnen hun ogen niet van de schermen afhouden. Ze hebben een onverzadigbare behoefte aan boosaardige geruchten en aan elke smakeloze vorm van dood en verderf. Zelfs als de onterecht veroordeelden gewoon maar kinderen zijn. Kinderen. Ik hoor het rumoer in de verte. Het geluid van de dorst – naar ‘gerechtigheid’, naar bloed. Ik dring snel door de erbarmelijke massa lemmingen heen. 14
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 15
Ik zal het niet toelaten dat mijn zus me wordt afgenomen. Niet zonder slag of stoot in elk geval. Ik dring verder door de menigte en zie... Is dat mijn zus op dat schavot? Ze heeft een kap over haar hoofd, is helemaal in het zwart gekleed, maar ze staat nu rechtop. Trots. Moedig als altijd. Een man – als je hem een man wilt noemen – staat bij haar op het platform. Hij leunt op een kromme stok. De straffe wind die is opgestoken lijkt vreemd genoeg geen vat te hebben op de stof van zijn zwarte kostuum. Zijn hoekige gezicht gloeit van voldoening, alsof hij net een enorme sorbet heeft verorberd. Ik ken hem; ik veracht hem. De Ene die de Ene is. Het is verre van uitgesloten dat hij het kwaadaardigste individu in de geschiedenis van de mensheid is. Resten er nog minuten of seconden voor deze afgrijselijke executie? Ik weet het niet. Ik duw mensen opzij en baan mij een weg door de opeengepakte menigte. Ik zie zwaarbewapende soldaten die iedereen van het platform weghouden. Als ik een van hen kan neerslaan en zijn wapen kan ontfutselen... Ik kijk omhoog naar het schavot en zie de Ene die dreigend voor mijn zus met zijn noestige zwarte stok staat te zwaaien. Hij lijkt zich te wentelen in de absolute triomf. ‘Nee!’ gil ik, maar mijn stem gaat verloren in het geraas van de massa. Iedereen weet wat er staat te gebeuren. Ik weet het ook. Ik zie alleen niet hoe ik het kan voorkomen. Er moet een manier zijn. ‘Nee!’ schreeuw ik. ‘Dat kun je niet doen! Dat is regelrechte moord!’ Er volgt een flits – niet van licht maar eerder van duisternis – en weg is ze. Wisty. Mijn zus. Mijn beste maatje. Mijn kleine zus is dood.
15
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 16
Hoofdstuk 3
Whit Dat ik nog altijd ademhaal is niet omdat ik om het leven geef. De laatste van de familie Allgood van wie ik zeker wist dat ze nog leefde, de persoon die mij beter kende dan wie ook, de persoon die tegen me opkeek, is moedwillig uit het leven gerukt. Wat een ongelooflijke verspilling van een ongelooflijk leven. Wisty stierf onder mijn ogen en ik kon niets doen om haar te helpen. De Ene heeft mijn zus van het leven beroofd... gewetenloos. Hij gooit zijn armen in de lucht alsof hij net een doelpunt heeft gescoord, alsof hij zich verlustigt in de kwetsbaarheid van het leven, in de nietigheid van het menselijk bestaan. Ik voel mijn knieën verslappen. Ik moet bijna overgeven als ik het oorverdovende gebrul van goedkeuring door de betonnen kloof van deze stad hoor gaan – een plek die op de toppen van het kwaad en de weerzinwekkendheid lijkt te balanceren. De Ene heeft zojuist zijn grootste pr-triomf ooit bereikt. Hij wentelt zich in de verering – maar zijn gebruikelijke ongeduld en woede krijgen weer snel de overhand. ‘Stilte!’ Zijn gebod slaat als een zweep over het plein en door de stad en overstemt alle andere geluiden. Ik ben geschokt en verdoofd. ‘Burgers,’ buldert hij zonder gebruik te maken van een microfoon, ‘dit is echt een geweldige gebeurtenis. U was zojuist getuige van de vernietiging van de laatste bedreiging van betekenis van ons rentmeesterschap over de Bovenwereld! Wisteria 16
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 17
Allgood, een leidster van het verzet, is zojuist uit deze dimensie gestoten. Voor altijd.’ Hij heft opnieuw zijn armen op en een volgende windvlaag strooit een dun laagje as en de afschuwelijke geur van verbrand haar over de menigte uit. De ‘burgers’ beginnen weer te juichen. Ik zou op mijn knieën zijn gezakt maar de massa perst zich van alle kanten tegen mij aan. Opeens komt er echter bewegingsruimte voor mij. Het gejuich verandert in gegil en de massa wijkt achteruit. Ik zie een explosie van vuur op minder dan vijftig meter van mij vandaan. Ik ken dat vuur. ‘Ja!’ schreeuw ik, want de aanblik maakt me dolgelukkig. ‘Ja! O ja!’ Het is mijn zus! Wisty leeft! Ze is in vlammen losgebarsten, en echt, voor mij is dát reden om te juichen.
17
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 18
Hoofdstuk 4
Wisty Zo waar ik Wisteria Rose Allgood ben, zo zeker is het dat ik alles en iedereen om me heen zal verbranden. Ik zal alles platbranden. Ik begin met het van dood en verderf doordrenkte platform, gevolgd door dit bespottelijk pompeuze plein en deze complete kille stad van steen – deze rampzalige nachtmerrie van een wereld. Zelfs als ik daardoor zelf tot as zal vergaan, zal ik alles en iedereen vernietigen. De Ene die de Ene is heeft net mijn vriendin Margo gedood op dat helse schavot. Zelfs met een kap over haar hoofd herkende ik haar. Haar paarse sportschoenen en haar zwart-paarse cargobroek verrieden het, en de zilveren strepen en sterren op haar schoenen gaven me er zekerheid over. Margo, de laatste punkrocker op aarde. Margo was de stoutmoedigste en trouwste ziel die ik ooit heb gekend. Margo, mijn dierbare vriendin. Vraag me niet waarom dat monster in zijn zwartzijden kostuum de schijn wilde wekken dat Margo Wisty Allgood was. Wat ik wel weet is dat ik die duivelse gek tot sintels zal verbranden. En dus verander ik mezelf in een menselijke toorts, zoals ik al in het verleden heb gedaan. Alleen laat ik deze keer alle voorzichtigheid varen. Er slaan metershoge vlammen uit mij. De massa deinst gillend achteruit. Ik kan er niets aan doen, maar ik barst bijna uit in een schaterlach. En ik sta op het punt de hitte nog te laten toenemen, om met stralen van vuur, feller en heter dan ooit, om me heen te smij18
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 19
ten, maar mijn adem stokt in mijn keel. Ik voel hém. Ik voel zijn verachtelijke, zieke geest. Ik voel hoe hij mij met zijn blik vergrendelt. Duizend soldaten wenden zich als één man in mijn richting, en nu is het de Ene die lacht. En hij lacht om mij. Ik huiver als mijn vlammen doven en de lucht uit mijn longen wordt geperst. Hoe kan hij zo veel macht hebben? Ik heb geen andere keuze dan te vluchten, in elk geval te proberen aan zijn woede te ontkomen. Ik werp mezelf in de uitzinnige, in paniek geraakte massa, maar de Ene is te dichtbij. Ik voel zijn ijzige macht die me achtervolgt en naar me reikt met skeletachtige tentakels die over mijn gezicht en nek strijken en een kou verspreiden die mijn hele lichaam geselt. Ik bedenk hoe ironisch het is dat een vuurmeisje de bevriezingsdood sterft, als ik opeens door warmte word omgeven. Iemand grijpt me vast, tilt me op en perst bijna alle lucht uit me.
19
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 20
Hoofdstuk 5
Wisty Het is mijn broer Whit die mij heeft opgepakt. In een flits draagt hij mij honderd, tweehonderd passen verder, alsof ik niets weeg. We duiken achter een hoge stenen muur en gedurende enkele waardevolle seconden zijn we uit het zicht en veilig. Ik omhels Whit met alle kracht die ik in me heb. Hij ontspant zijn machtige greep en geeft mij ruimte om te ademen. ‘Maar als jij het echt bent...’ Hij maakt zijn zin niet af. ‘Margo,’ fluister ik. ‘Hij heeft Margo gedood.’ Ik jank opeens als een kind. Ik beef en klappertand zonder dat ik er enige controle over krijg. Margo is dood. Het meisje dat me vorige week nog had geholpen een derde piercing in mijn oor te krijgen. Het meisje dat ons ’s morgens om vijf uur wekte om ons te melden voor onze taak, het meisje dat zich harder inzette voor de bestrijding van de onderdrukking door de Nieuwe Orde dan wij allemaal samen. Ze was nog zo jong. Ze was pas vijftien. ‘Ik heb haar gezegd dat gebouw niet zonder versterking binnen te gaan. Ik heb haar gesmeekt,’ zegt mijn broer. ‘Waarom heeft ze het toch gedaan? Waarom?’ Ik zeg tegen Whit dat het niet in haar aard lag een missie voortijdig te beëindigen, alsof ik mezelf ervan wil overtuigen dat het niet onze schuld was dat ze was gearresteerd. ‘Als eerste naar binnen en als laatste naar buiten. Dat was haar motto, toch? Zo roekeloos!’ ‘Moedig,’ zegt hij en heel even zie ik de fonkeling in zijn 20
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 21
ogen waar meisjes voor smelten, waarom ik van hem hou. Hij is eerlijk en oprecht, en onverschrokken tot op het bot. De missie, een van een tiental reddingspogingen die we de afgelopen maand hadden ondernomen, was ons grootste fiasco tot nu toe. We probeerden ongeveer honderd ontvoerde kinderen te bevrijden uit een experimenteerinrichting van de Nieuwe Orde. Maar de informatie die we hadden moest onjuist zijn geweest. In plaats van ontvoerde kinderen bleken we te worden opgewacht door een peloton soldaten van de Nieuwe Orde. ‘We hebben nog geluk gehad dat niemand van ons...’ ‘Zoek en vind haar!’ schalt de ziedende stem van de Ene uit de luidsprekers op het plein. ‘Er bevindt zich nog een handlanger van haar in de massa! Ze heeft vlammend rood haar! Blokkeer de uitgangen van het plein en neem haar gevangen!’ Whit grist een grijze hoed van het hoofd van een passerende zakenman en drukt die op mijn hoofd. ‘Stop je haar eronder, snel,’ zegt hij. Ik doe wat hij zegt maar een politieman heeft mij in het vizier. Hij bevindt zich op een meter of tien van ons. Hij graait naar het fluitje dat aan een koord om zijn nek hangt en waarmee hij de aandacht zal wekken van alle soldaten op het plein. Om van de Ene nog te zwijgen. Maar dan doemt er achter de politieman een kleine donkere gestalte op die hem tegen de grond slaat. Whit en ik kijken elkaar verbaasd aan. ‘Heb jij...’ begint hij, maar voor hij zijn vraag kan afmaken, staat de zwarte figuur – een oude vrouw – al naast ons. Ze drukt me een verfrommeld, korrelig stuk papier in de hand. ‘Pak aan, pak aan!’ Ik zweer dat zij het vreemdste wezen is dat ik ooit heb gezien en toch meen ik haar ergens van te kennen. ‘Wie bent...?’ Ze kapt me af. ‘Volg deze route. Nu! Ik sta aan jullie kant. Ren. Ren! Laat jullie door niets weerhouden anders is het voorbij. Voor ons allemaal!’ Ze weet op de een of andere manier achter ons te komen en 21
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 22
trapt ons allebei zo hard tegen onze achterwerken dat we meteen in de stromende massa worden opgenomen. Ik kijk om... maar ze is al nergens meer te zien. ‘Je hebt haar gehoord,’ zegt Whit. ‘Gaan! Nu! Snel!’
22
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 23
Hoofdstuk 6
Wisty Het wel honderd keer opgevouwen stuk papier dat de oude vrouw in mijn hand heeft gedrukt, blijkt een plattegrond. Ze zei dat ze aan onze kant stond, toch? We hadden geen ander of beter plan, en dus besluiten Whit en ik de aangegeven route op de handgetekende kaart te volgen. De stippellijn op het groezelige perkamentpapier leidt ons door het zuidelijke deel van de stad. Tot nu toe gaat alles goed. ‘Ik kan haar niet thuisbrengen,’ zeg ik als we aan de rand van de stad naar een aantal spoorbanen lopen. ‘Was ze... misschien een vriendin van pa en ma?’ Whit haalt zijn schouders op. ‘Wat maakt het uit? Iemand die haar leven riskeert door een politieman van de Nieuwe Orde neer te slaan, staat per definitie aan onze kant.’ Hij trekt een bekendmaking van een luidsprekerpaal bij de spoorbanen en verscheurt die tot snippers. ‘Trouwens, wanneer ben jij eigenlijk “leidster van het verzet” geworden?’ vraagt hij grinnikend. ‘Tja, als de Ene zegt dat het zo is...’ ‘Hoe voelt dat nou, beroemd gemaakt te worden door een totalitaire crimineel?’ ‘Ach, jij!’ Ik begin hem na te jagen over de spoorbaan maar schiet ondanks mezelf toch in de lach. ‘Je bent gewoon jaloers!’ Ook Whit verhoogt zijn snelheid en schakelt moeiteloos over in zijn sportmanmodus. ‘Dat is niet eerlijk!’ roep ik. Hij is groter en ouder, en natuurlijk is hij sneller dan ik. Veel sneller. 23
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 24
Een paar minuten zijn we weer kinderen. Broer en zus die langs de spoorbaan spurten en doen alsof een van hun beste vriendinnen niet net is vermoord, alsof ze niet voor de halve wereld op de vlucht zijn. Bijna uitgelaten rennen we de laatste kilometers naar onze bestemming, een klein stenen gebouw dat op de kaart met een x is aangegeven, met daarbij de instructie: ga door het seinhuisje. ‘Heb je een sleutel?’ roep ik naar Whit als ik zie dat de deur met een hangslot is afgesloten. ‘Heb jij een toverformule?’ roept hij terug. O ja, dat is waar ook. Ik ben een heks. En Whit is een tovenaar. Soms is het lastig aan dergelijke dingen te denken, als je rent voor je leven bijvoorbeeld. Maar ik heb toverformules die zo nu en dan werken op kettingen en hangsloten. We zullen nu heel snel veilig zijn voor de beulen van de Nieuwe Orde. Voorlopig in elk geval.
24
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 25
Hoofdstuk 7
Hij wordt omringd door een fors aantal beroemde kunstwerken die hij in beslag heeft genomen – werken van namen als Pepe Pompano, Pondriaan, Cezonne, Feynoir – het beste van het beste. Allemaal in de ban gedaan en verboden. En nu allemaal van hem. ‘Breng de Ene die het commando voert over de jacht,’ brult de Ene. Hij kan de incompetentie niet meer verdragen, de domheid, de herhaalde bijna-arrestatie van Wisteria Allgood en van de machtige, zeer machtige gave die ze bezit. Alsof hij op de gang in de startblokken heeft gestaan, verschijnt de jachtcommandant in de deuropening. Ondanks zijn grijze haar en buikje, ziet hij eruit als een dommig studentje dat een examen moet afleggen waarop hij zich niet heeft voorbereid. ‘U hebt gefaald in het arresteren van Wisteria Allgood. Is dat juist? Is dat waar?’ De commandant schraapt nerveus zijn keel. ‘Jawel, meneer,’ zegt hij. Hij heeft verontrustende verhalen gehoord over burgers die zich in soortgelijke situaties probeerden te verdedigen tegenover de Ene. ‘En zou u willen beweren dat het evenement van vandaag iets anders was dan een pr-ramp? Ik hoor daar graag uw mening over.’ ‘Wel, u hebt die andere heks zeer gedecideerd geëxecuteerd, uwe excellentie. En de burgerij werd aangemoedigd door...’ ‘Zij was geen heks! Zij was niet meer dan een vriendin van de 25
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 26
heks. Zij was slechts lokaas voor de echte heks.’ ‘Jawel, maar... toch... was zij een gewaardeerd lid van het verzet en uw vernietiging van haar was kostelijk en boezemde het publiek veel ontza...’ ‘De Ene die het nieuws verzint zal ingrijpend moeten knippen in het materiaal voor de uitzending van vanavond. Hebt u nog goede ideeën hoe we dat moeten doen? Hoe we aannemelijk maken dat we Wisteria Allgood hebben geëxecuteerd en een paar tellen later op het plein opeens achter een andere roodharige tienerheks aan jagen? Wees eerlijk. Wees duidelijk. Wees snel.’ ‘Eh, nou...’ ‘Zwijg!’ schreeuwt de Ene met een stentorstem die het gebouw lijkt te doen schudden. Het zwijgen dat volgt is dodelijk, echt dodelijk, en lijkt alle lucht uit de ruimte te zuigen. Dan zucht de Ene en hij glimlacht, als je het zo kunt noemen. ‘Goed, ik neem aan dat het nog erger had kunnen zijn.’ De lichtere toon die hij nu aanslaat verdoezelt de woede van daarnet volledig. ‘Vertel eens, commandant, is het waar dat jullie jagers een goede sigaar op waarde weten te schatten? Ik kan me niet voorstellen dat het niet zo is. Klopt het?’ ‘Eh... zeker, ja, dank u,’ hakkelt de commandant. Hij vraagt zich af waaraan hij die plotselinge vriendelijkheid van zijn leider te danken heeft. Hij neemt de voortreffelijke sigaar aan die hem wordt aangeboden en vervolgens krijgt hij vuur. ‘Ik heb altijd een fascinatie voor vuur gehad, commandant... U ook?’ De commandant krijgt echter geen tijd om te antwoorden. Het gloeiende uiteinde van de sigaar breidt zich razendsnel uit. Het verandert eerst de sigaar in gloeiende as, dan het gezicht van de man, zijn schedel, zijn nek. Dan schiet er een felrode, verzengende lijn rond zijn bovenlichaam en armen en verder naar beneden tot zijn tenen – en heel even is de commandant een beeld van as. 26
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 27
De Ene tikt heel lichtjes met zijn stok op de grond en de grijze poeder zakt in een zachte rookpluim ineen. ‘U hebt gefaald in het vastnemen van Wisteria Allgood, en falen is geen optie in deze Heerlijke Nieuwe Wereld.’
27
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 28
Hoofdstuk 8
Whit Zou je me voor gek verklaren als ik vertelde dat wat ons in dat seinhuisje redde een passage was die Wisty en mij door verscheidene dimensies voerde om ons naar een heel andere plek in onze huidige helse werkelijkheid te smijten? Een jaar geleden zou ik er zelf een psychiater voor in de arm hebben genomen, maar in een maatschappij die door Nieuwe Orde-idioten is ingericht, is de gek de nieuwe geestelijk gezonde. Ter informatie, een passage is een moeilijk te doorgronden plek waar het weefsel van deze wereld... zacht is. Maar er binnengaan kan allesbehalve zacht zijn. Een passage kan je naar een totaal andere plaats, tijd en dimensie slingeren... of je met geweld naar plekken brengen waar je liever niet zou zijn. Zoals deze benauwde, stikdonkere plek waar wij zijn aanbeland. Het zou zomaar kunnen dat we in de schoenenkast van de Ene terecht zijn gekomen. Er hangt een muffe geur. Mijn schouder brandt en mijn hoofd bonst. ‘Whit? Ben je hier?’ hoor ik fluisteren. En dan een zacht geschuifel op een meter of drie van mij vandaan. ‘Ja,’ grom ik half verdoofd van pijn. De zoete vrouwenstem klinkt warm, geruststellend. ‘Gaat het?’ vraagt de stem bezorgd. Celia? Ik zie mijn vriendin voor me, die een eeuwigheid geleden door de Nieuwe Orde werd ontvoerd en gedood. Ze komt naderbij, leunt over me heen, staat op het punt me aan te raken, te genezen, te redden... 28
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 29
‘Mmmmm...’ Ik zweef weg, in afwachting van Celia’s geur, van haar armen die me omhelzen. ‘Je klinkt alsof je een kater hebt.’ O. Het is Wisty. Natuurlijk. Ik kreun. ‘Mijn schouder. Uit de kom door de passage, denk ik.’ ‘Echt? Ik gleed er als boter doorheen.’ Ik rol met mijn ogen, hoewel zij dat waarschijnlijk niet kan zien. ‘Zal dan wel precies de maat hebben gehad van jouw kleine heksenachterwerk,’ stoot ik schor uit, maar ik bedoel het hartelijk, echt waar. ‘En waar denk je dat we zijn?’ ‘Wat dacht je van... een gevangenis? Lijkt onze favoriete verblijfplaats te zijn de laatste tijd.’ Ik ben er niet zo zeker van. ‘Nee. Die geur – dat is niet de geur van een gevangenis. Het is iets... goeds. Het doet me denken aan...’ ‘Thuis,’ zeggen we allebei tegelijk. Wisty produceert een vlammetje aan haar vingertop om ons wat licht te geven. Ik ben onder de indruk hoe goed ze haar vurige temperament onder controle heeft en haar talenten weet te gebruiken. Vroeger was ik de ster die veel had weten te bereiken – een gewaardeerde speler in de rugbyploeg van de universiteit plus een steevast in de prijzen vallende hardloper en zwemmer – terwijl Wisty voornamelijk goed was in spijbelen. Nu is zij een uitzonderlijk vaardige heks die gloeit, van gedaante verandert en nog een heleboel andere stoere dingen kan, zij het niet altijd op commando. In het zwakke licht kan ik net de contouren van mijn zus onderscheiden en een stapel kartonnen dozen met het opschrift verbranden. ‘Boeken,’ zegt Wisty eerbiedig als ze door een paar banden bladert uit dozen die niet zijn dichtgeplakt. Met mijn goede arm tast ik behoedzaam in een doos en zie de werken van een groot aantal vermaarde auteurs, van B.B. White tot Roy Royce. 29
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 30
‘Kennelijk voor de brandstapel bedoeld,’ gok ik. De Nieuwe Orde is bezig in de bezette Bovenwereld alle boeken te verbranden die vóór de overname werden geschreven. Er trekt een splijtende pijn door mijn gekwetste schouder en ik huiver. ‘Over branden gesproken... wil je me helpen mijn schouder weer in de kom te krijgen?’ ‘Weerzinwekkend klusje,’ zegt ze, maar ze komt toch naar me toe. ‘Het zou handig zijn als je daar een toverformule voor zou leren, broertje. Tovenaars horen goed in die dingen te zijn.’ ‘Het valt te proberen,’ zeg ik. ‘Help me even het logboek te pakken, oké?’ Mijn vader heeft me dat boek gegeven voor we in die verschrikkelijke nacht werden meegenomen maanden geleden, en ik draag het altijd bij me. (Wisty loopt rond met een oude drumstick annex toverstaf die ze van moeder heeft gekregen.) Mijn boek is het grootste deel van de tijd leeg en ik gebruik het om in te schrijven – doorgaans trieste liefdesgedichten voor Celia. Maar soms vult het zich met tijdschriften, kaarten, literaire werken of, als ik geluk heb, met toverspreuken. Ik vermoed dat volleerde tovenaars in staat zijn te bepalen wat er verschijnt, maar tot nu toe is het voor mij vooral onvoorspelbaar geweest. Wisty trekt het boek tevoorschijn en samen bladeren we het door op zoek naar een genezingsspreuk. Na lang zoeken vinden we deze mondvol: Voron klaktu scapulati. ‘Klinkt mij als duivelarij in de oren!’ schampert Wisty, die een nurkse oude vrouw nadoet die haar mening over rockmuziek geeft. Maar als ik de spreuk uitspreek, trekt er een verbazingwekkende warmte door mijn schouder en hij schiet – ploep – weer op zijn plek. Zonder een greintje pijn til ik mijn arm op. ‘We hebben onze zielen blijkbaar verkocht,’ zeg ik. ‘En laten we nu maar eens uitzoeken waar we verdomme zijn en hoe we terug naar Vrijland kunnen komen.’ Als we op de tast naar de achterkant van de volgepakte ruimte zijn geschuifeld, ontdekken we dat we ons in een opslagcontainer bevinden. Ik pak een paar boeken voor de kinderen in 30
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 31
Garfunkel’s, waaronder De blauwdrukken van Bruno Genet en Het dorsttoernooi. ‘Ben je klaar voor de confrontatie met wat hier buiten is?’ vraag ik als we de deur bereiken. ‘Of met wíé hier buiten is,’ zegt Wisty op haar hoede. ‘Geef me even een seconde om me te concentreren, voor als ik in brand moet vliegen of zoiets.’ We tellen tot drie en rukken met vereende krachten de containerdeur omhoog. En we kijken recht in de ogen van... onze ouders.
31
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 32
Hoofdstuk 9
Whit Nou ja, we zien in elk geval hun gezichten. De foto’s van onze ouders op een zes meter hoog billboard, ze zien er erg eenzaam en verloren uit in dit verlaten spoorwegemplacement. En onder de politiefoto’s staan woorden die ons de rillingen over de rug jagen:
DRIE MILJOEN BELONING voor informatie die leidt tot de arrestatie van BENJAMIN ALLGOOD en ELIZA ALLGOOD wegens gruwelijke misdaden tegen de menselijkheid en de nieuwe orde tekstberichten naar ‘informant2020’ of ga naar het bureau van de inlichtingendienst in uw buurt
We weten natuurlijk dat onze ouders – om dezelfde kletskoekredenen als wij – gezochte criminelen zijn. Maar dat voor het oog van de wereld zwart op wit te zien – met de bespottelijke beloning van drie miljoen op hun hoofd! – confronteert ons op een laaghartige manier met de mogelijkheid dat deze nacht32
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 33
merrie misschien nooit een einde zal kennen. Wisty leest mijn gedachten en probeert me wat moed in te spreken. ‘Ze lopen dus nog altijd vrij rond,’ zegt ze kalm. ‘In elk geval nog toen dit aanplakbiljet werd opgehangen,’ zeg ik. Het papier ziet er een beetje verweerd uit – het is verschoten en hier en daar gescheurd en rafelig. We worden allebei stil als de krachtige geur van oude boeken – vol dromen, verhalen, tragedies, vrolijkheid en verbeeldingskracht – uit de geopende containerdeur lijkt te stromen om ons te hullen in de bitterzoete herinnering aan thuis. Hoe kun je vrede met iets hebben als je niet eens weet wat dat ‘iets’ is? We weten niet of onze ouders zijn gedood, nog in leven zijn, worden verhoord in een gevangenis van de Nieuwe Orde, of net als Celia naar het Schaduwland zijn verbannen. Worden ze gemarteld? Is er iets wat we kunnen doen? Of zijn we even hulpeloos en nutteloos als we ons nu voelen? Ik sla zo hard tegen het billboard dat mijn vuist er dwars doorheen gaat. Ik trek mijn hand terug en probeer te doen alsof het niet is gebeurd. Wisty kijkt me bezorgd aan en ik haal mijn schouders op. Ik weet zeker dat mijn knokkels bloeden, maar ik voel niets. Ik kijk naar haar bezorgde, betrokken gezicht en wend snel mijn blik af. Ik wil haar het liefst in mijn armen sluiten, maar ik moet haar tonen dat ik mij niet door mijn emoties laat overmannen. Ik slik de brok in mijn keel weg en pak Wisty’s hand. ‘Laten we maken dat we hier wegkomen.’ Er zijn geen mensen aan de rand van deze angstaanjagende stad. Slechts warenhuizen met gebroken ramen en straten vol puin en rotzooi. De enige nieuwe constructies lijken de enorme videoschermen en luidsprekertorens. Als we in het centrum van de stad komen, stel ik mij voor hoe het er ooit moet hebben uitgezien. Ik zie een uit rode baksteen opgetrokken middelbare school, klimrekken, een park met een paviljoen, een neergesmeten driewieler. Ik word door een vlaag van droefheid overspoeld. Wat ik zie herinnert me 33
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 34
aan onze oude stad – kerktorens, buurtkruideniers, echte bomen. Mijn heimwee is nu nog heviger. Naar mijn ouders, naar thuis – zelfs naar mijn school. Een beetje. ‘Ik vraag me af waar iedereen is,’ fluistert Wisty. ‘Ik niet,’ zeg ik misschien iets te snel. ‘Ik bedoel... Ik geloof niet dat ik dat echt wil weten.’ Dan hoor ik: ‘Jij niet?... niet?... niet?... niet?... Waarom, Whit?’ Ik schud krachtig mijn hoofd. Wisty staart me aan. Ik hoorde absoluut een stem. En niet de stem van Wisty of van mij. Ik hoorde Celia’s stem. Misschien is dit een spookstad. Letterlijk.
34
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 35
Hoofdstuk 10
Whit Ik begin als een dolleman naar haar te zoeken. Alsof ik geen keus heb. Alsof dit mijn lot is. ‘Celia!’ Ik ren door verlaten straten, langs lege winkels, een politiebureau zonder politiemensen, een dichtgetimmerde school, een bioscoop... Ik zie haar niet, ik zie helemaal niemand. Alles lijkt onwerkelijk hier. Is dit echt? Verbeeld ik me deze troosteloze verlatenheid? ‘Celia!’ ‘Whit, wacht!’ Ik hoor Wisty’s stem achter me. Het geluid van haar schoenen op het plaveisel. Ze probeert me bij te houden. ‘Stop! Whit, blijf staan! Je weet niet of zij het is! Het kan een val zijn!’ Ik wéét dat zij het is. Je vergeet nooit de stem van iemand van wie je houdt. Of het nou een fluistering is of een gil of een verre herinnering, ik weet wanneer het Celia is. Ik denk dat Wisty dat niet begrijpt. Zij was nog nooit verliefd. Dan hoor ik Celia opnieuw. Maar ze is niet al te ver weg. Ik heb het gevoel dat ze op een of andere manier helemaal om me heen is. ‘Wil je niet weten?... weten?... weten?... Wat er met ons is gebeurd?... met ons?... ons?...’ Ik kan het niet verdragen – Celia voelt nu zo nabij. Haar stem is zo luid dat het lijkt of ze ín mijn hoofd zit. Het is ondraaglijk... maar het is ook de mooiste en ongelooflijkste vorm van pijn. Een marteling waar ik hevig naar verlang. Wie zou dat ooit kunnen begrijpen? 35
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 36
‘Ik wil het weten! Ik wil het weten!’ Ik blijf staan en zak midden op het stadsplein op mijn knieën. ‘Waar ben je, Celia? Ik wil je, ik moet je weer zien.’ ‘Kijk omhoog, Whit. Daar is ze.’ Het is Wisty’s stem, links van mij. En als ik opkijk, zie ik wat zij ziet. Daar is mijn geliefde – op het scherm. Celia op een beeldscherm van de Nieuwe Orde. Haar lieve gezicht meer dan levensgroot en elke vierkante centimeter ervan is even zacht en volmaakt en mooi als ik me herinner. Ze lijkt wel een filmster.
36
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 37
Hoofdstuk 11
Whit ‘Ben je ons vergeten, Whit? Ben je mij vergeten?’ Celia ziet er bedroefd uit waardoor ze het mij nog moeilijker maakt. ‘Ik denk dat ik het je niet kwalijk mag nemen dat je verder bent gegaan met je leven.’ ‘Waar heb je het over, Celia? Ik zal jou toch nooit vergeten. Dat weet iedereen. Ik denk altijd aan je en zoek voortdurend naar je. De mensen denken dat ik gek ben!’ ‘Misschien ben je me nog niet helemaal vergeten, Whit. Maar ik heb het over ons, over de Verdoolden, de ontvoerden, de vermoorden. Over de Schemerwezens.’ Ik huiver als ze over de beklagenswaardige zielen in Schaduwland begint. ‘Ik ben echt... mezelf niet meer. Ik ben deel geworden van iets anders... van iets groters.’ ‘Celia, jij zult altijd jezelf zijn. Het Schaduwland kan jou niet uitwissen. Niet voor mij. Waar ben je? De echte Celia?’ ‘Je begrijpt het niet, Whit.’ Ze onderbreekt me en glimlacht weemoedig. ‘Maar ik moet toegeven, lieverd, dat je zonder enige twijfel de gevoeligste sportheld bent die ooit op de aardkorst heeft rondgelopen. Maar in andere opzichten ben je als de meeste anderen. Je bent zo naïef. Je ziet en geeft alleen maar om wat zich in je directe omgeving bevindt.’ Ik schud ongelovig mijn hoofd bij haar woorden. ‘Dat is niet waar. Je weet dat het niet waar is.’ Waarom probeert ze me pijn te doen? ‘Dat is het wel,’ zegt Celia en ze kijkt me indringend aan. ‘Een bewijs? Waar is je zus?’ 37
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 38
Ik draai driehonderdzestig graden om mijn as. Wisty is... Verdwenen? ‘Wel verdomme...’ Ik begin over het plein te rennen en kijk gejaagd in elke doorgang en elke steeg. ‘Wisty!’ Dit kan niet waar zijn. Is ze gekidnapt? ‘Je zult groter moeten leren denken, Whit.’ Het is marteling – Celia’s stem trekt als een levende kracht door me heen, en ik wil niets anders dan me eraan overgeven. Maar mijn zus... ‘Ik weet dat je bang bent,’ gaat ze verder, merkwaardig onaangedaan door de verdwijning van Wisty. ‘Je bent daarnet iemand waar je om gaf kwijtgeraakt en je weet niet hoe je daarmee moet omgaan. Denk daarover na, Whit. Dat is de sleutel.’ ‘Wisty!’ schreeuw ik. De enige respons is het geluid van een plastic tas die ritselend over het plein waait. ‘Whit – hier, boven je. Kijk naar me. Ik ben hier om je nog meer te vertellen wat je niet wilt horen. Jij en Wisty moeten ophouden met vluchten voor de Nieuwe Orde. Vlucht niet langer voor de Ene.’ ‘Nooit! Ik zal Wisty vinden en we keren terug naar Schaduwland – om jou te vinden. Niet alleen een beeld op een scherm!’ Celia’s dikke, golvende zwarte haar begint te wapperen, raakt haar lippen. Het is bijna of het reageert op de wind op het plein. De plastic tas waait in mijn gezicht. Geërgerd ruk ik hem weg. ‘Whit, luister je naar me? Moet ik nog iets harder spreken?’ Mijn hoofd zal exploderen als ze dat doet. ‘Ik hoor je, echt. Er is alleen geen touw aan je woorden vast te knopen.’ ‘Jij en Wisty moeten jezelf aangeven, om jullie ouders te redden – en ons allemaal. Dat is de enige manier. Wisty begrijpt dat wel denk ik... toch, Wisty?’ Celia draait haar hoofd om en daar – achter haar op het scherm – is mijn zus. Hoe is dat mogelijk? ‘Wisty!’ gil ik. ‘Hoe...?’ ‘Het is goed, Whit,’ zegt Wisty. ‘Alles is nu in orde. Ik begrijp onze rol.’ 38
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 39
Celia kijkt weer naar me en haar lange haar golft uit het scherm, golft naar mij toe. Ik voel me alsof ik erdoor word binnengehaald. Ik kan er geen weerstand aan bieden. Ik heb het gevoel of ik in de lucht hang, naar het scherm zweef om door haar ogen te worden verslonden, door haar lippen, haar zachte, troostende stem. ‘Ik moet nu gaan, Whit. Geef jezelf aan. Red ons. Je kunt het, Whit.’ Het beeld op het scherm vervaagt, en ik zink weg in een duisternis die geen einde lijkt te kennen.
39
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 40
Hoofdstuk 12
Wisty Dat was misschien het vreemdste wat ons tot nu toe is overkomen. Een mysterie in een mysterie in een mysterie. Ik herinner me er bijna niets van. Alleen dat ik Whit zei omhoog te kijken naar het scherm – en naar Celia. Nu lig ik plat met mijn gezicht op het plein en mijn hoofd bonst. Ik kijk op en zie dat Whit er net zo aan toe is als ik, alleen houdt hij zijn hoofd in beide handen en snikt hij hartverscheurend. Niets is erger dan je oudere broer zien huilen. Behalve misschien je ouders zo te zien. Duizelig ga ik naar hem toe. Ik sla een arm om hem heen als hij me vertelt wat er is gebeurd. Het is nogal een onsamenhangend verhaal, maar één ding is duidelijk: Celia had gezegd dat we ons moesten aangeven. Heel verrassend, meid. Ik denk er nog even over na. Laten we eerst nog eens stilstaan bij jouw relatie met de Nieuwe Orde. Hoe ben jij terechtgekomen op dat propagandascherm? ‘We gaan onszelf in elk geval niet aangeven,’ zeg ik vastberaden. ‘Het is een videotruc. De Nieuwe Orde begint wanhopig te worden.’ ‘Het is Byron Swain!’ zegt hij verbitterd en hij richt zich op. ‘Ik doorzie het nu. Dat was Celia niet, dat is onmogelijk. Wij gaan dit regiem vernietigen, maar dat kunnen we niet als we gevangenzitten. Of dood zijn.’ Ik sta ook op. ‘Oef,’ zeg ik terwijl ik mijn kleren afklop. ‘Ik kreeg een opdonder bij het opladen van al die testosteron.’ Whit glimlacht om mijn flauwigheid en verrast me dan met een imitatie van een stier die tot de aanval overgaat. 40
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 41
‘Ja! We halen ze neer!’ schreeuwt hij. ‘Olé!’ horen we een aantal kinderstemmen roepen. Wat krijgen we nou? We draaien ons om en zien de hoofden van een groep schoffies in de deuropening van een dichtgetimmerd zaakje waar je ooit videospelletjes kon kopen. ‘Wie zijn jullie?’ vraag ik verrast. Ze zijn duidelijk niet zo nerveus dat ze absoluut niet gezien willen worden, maar op hun hoede zijn ze wel. Een kleine jongen met donkerblond haar dat het zo te zien al maanden zonder kam of borstel stelt, doet een stapje naar voren. ‘Zijn jullie gewone mensen?’ vraagt hij. Hij is hooguit een jaar of negen. ‘We zijn in elk geval niet gehersenspoeld door de Nieuwe Orde, als je dat bedoelt,’ zeg ik. ‘Waar zijn jullie ouders?’ ‘Die zijn weg. We weten niet waarheen. Ze zijn meegenomen.’ ‘Meegenomen?’ ‘Ze zijn door soldaten in vrachtwagens gezet en weg waren ze,’ zegt hij. Enkele nóg jongere jongens en meisjes wrijven tranen uit hun ogen. Ik lees medelijden op Whits gezicht. Compassie, empathie, noem het zoals je wilt. Mijn broer is beslist geen watje, behalve als het niet anders kan. Hij doet zijn rugzak af en legt hem op de grond. Even legt hij er zijn handen op terwijl hij zijn ogen gesloten houdt. Het wordt echt een surrealistisch tafereeltje als een puppy en twee jonge katjes opeens hun kopjes door de opening naar buiten steken. Het verdriet van de kinderen verandert in verbazing en gelach als de pup en de katjes uit de rugzak springen. De kinderen die niet meer bij de beestjes kunnen om ze te aaien, kijken vol ontzag naar Whit. Net als ik, trouwens. ‘Wow!’ Hij trekt de kraag van zijn overhemd naar achteren en er 41
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 42
fladderen witte duiven uit omhoog. Dan – echt smerig – niest hij en komt er een wolk gele bijen uit zijn neus die net als de duiven het luchtruim kiezen. De kinderen liggen krom van het lachen. ‘Waar heb je die goocheltrucs opgepikt?’ vraag ik Whit. ‘Je hebt succes en kunt er zo het podium mee op.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik vond dat ik voor de verandering eens iets aardigs moest doen voor een ander in plaats van me alleen maar zorgen te maken om ons,’ zegt hij en hij richt zich weer tot de kinderen. ‘Willen jullie misschien met ons mee?’ biedt hij aan. Nee maar. Wat er niet met je kan gebeuren als je een paar minuten buiten westen raakt. Mijn broer ontpopt zich opeens als de weledelgeboren heer Whitford Bron-van-Liefdadigheid Allgood. ‘Je volgende stap is het openen van een gaarkeuken?’ vraag ik met een brede grijns. ‘Misschien,’ zegt hij. ‘Waarom eigenlijk niet?’ Dan tovert mijn broer een grote pan dampende tomatensoep tevoorschijn met precies genoeg kommen en lepels voor iedereen.
42
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 43
Hoofdstuk 13
Wisty Met behulp van enkele formules die in Whits logboek verschijnen, zijn we in staat de weg naar Garfunkel’s terug te vinden, het warenhuis waar we gelukkig slechts enkele kilometers van verwijderd zijn. Maar ik kan je zeggen dat het geen peulenschil is met een sliert smerige, uitgelaten kinderen uit het zicht van Nieuwe Orde-patrouilles te blijven. Ik weet intussen wel zeker dat ik nooit jeugdleidster ga worden. Als we bij Garfunkel’s aankomen, en ik als een akela ook de laatste kinderen naar binnen heb geharkt, zie ik als eerste Janine. Zij is op Margo na ons betrouwbaarste Vrijland-icoon. Haar gezicht klaart helemaal op als ze langs de lege cosmeticavitrines komt aanrennen om haar held te verwelkomen. Mijn broer, dus. Mocht ik dat nog onvoldoende hebben benadrukt: veel meisjes lopen weg met Whit. Zouden dat in elk geval wel willen. En dat maakt zijn trouw aan Celia extra indrukwekkend, denk ik zo. ‘Het is je gelukt!’ Janine omhelst hem voor hij kans ziet te vertellen dat dit niet de kinderen zijn die we eigenlijk hadden moeten redden. ‘Dit overtreft al onze verwachtingen! We hadden niet gedacht dat...’ Whit duwt haar met zachte hand en een betrokken gezicht van zich af. ‘Zo eenvoudig is het niet, Janine.’ Feffer, de hond die we hebben bevrijd, komt kwispelend aangetrippeld om ons te begroeten. ‘Waar is Margo?’ vraagt Sasha, onze huisfanaticus, met een vertwijfelde blik in zijn ogen. 43
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 44
O god! Ze denken dat we in onze eigenlijke missie zijn geslaagd. Ze weten niet... Een kwartier lang is de verslagenheid compleet als we de groep van de vreselijke afloop op de hoogte brengen. Margo was een van de eerste en zeer geliefde leidsters van Vrijland, een van de voornaamste steunpilaren in onze wankele werkelijkheid. Degenen die bij de missie betrokken waren en naar Vrijland hadden kunnen vluchten, bleken niet van haar executie op de hoogte. En in Garfunkel’s – waar de elektriciteit door een op parfum werkend aggregaat wordt opgewekt – zijn de uitzendingen van de Nieuwe Orde niet altijd te ontvangen; wat waarschijnlijk een zegen is. ‘We hebben hier reikhalzend naar jullie terugkeer uitgekeken,’ zegt Sasha. ‘Van jullie allemaal.’ Als ik het hele verhaal uit de doeken heb gedaan, voel ik me weer totaal verscheurd. En mijn gemoedstoestand wordt er niet beter op als ik naar de anderen kijk. Bij de kinderen die we hebben meegenomen, lijkt de hoop weer helemaal vervlogen. Ik heb zelfs medelijden met Sasha, die ik niet echt vertrouw omdat hij ons al een keer heeft voorgelogen. Maar hij en Margo hadden hetzelfde vuur van verzet in hun bloed en zij zouden alles doen voor de goede zaak. Ook Janine – zij en Margo waren als zussen geweest – had het moeilijk. In haar groene ogen, die nog zo hadden getwinkeld toen ze Whit had gezien, stond nu verdriet en verslagenheid. Whit streelde troostend over haar haar. Snikkend legde ze haar hoofd op zijn schouder. ‘We zijn samen opgegroeid,’ jammerde ze. ‘We waren al vanaf de kleuterschool elkaars beste vriendinnen.’ ‘Ik begrijp het,’ fluistert Whit. ‘Iedereen was dol op Margo.’ Emmet, mijn beste maatje hier, komt naar me toe en legt zijn arm om me heen. Op elk ander moment zou ik in de zevende hemel zijn geweest – want, laten we wel wezen, Emmet is echt een lekker ding – maar nu vind ik zijn gebaar merkwaardig genoeg bijna hinderlijk. 44
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 45
Ik was klaar met al dat gesnotter. Als Margo hier nu binnen zou lopen, kwam ze vast en zeker in opstand tegen al dat gegrien om haar. Een opstand. Geen gek idee, eigenlijk. ‘Luister!’ zeg ik terwijl ik me onder Emmets arm vandaan laat zakken en op een glazen cosmeticavitrine klim. ‘Het jammerfestival is voorbij. Margo zou het niets hebben gevonden ons hier te zien dreinen en kniezen.’ Sasha knikt. ‘We moeten aan de slag. We moeten ons voorbereiden. De Nieuwe Orde wordt alleen maar sterker.’ Jamilla, onze ‘teammoeder’ en sjamaan, veegt de tranen van haar wangen. Zelfs de staalachtige ogen van Feffer lijken buitengewoon te glanzen. ‘De Ene die de Ene is wil onze levenslust vernietigen!’ roep ik. ‘Zou Margo haar levenslust hebben laten vernietigen?’ ‘Nee!’ roept Sasha. ‘Absoluut niet.’ ‘De Ene die de Ene is wil dat we het bijltje erbij neergooien en onszelf aangeven!’ schreeuw ik. ‘Heeft Margo haar verzet ooit gestaakt?’ ‘Nee!’ klinkt het als uit één mond. ‘De Ene die de Ene is wil niet dat we onze volgende missie uitvoeren. En die daarna. Zou Margot ons hebben gezegd onze volgende missie uit te voeren?’ ‘Ja!’ Dan staat Emmet op – ik smelt alweer voor hem, merk ik – en hij steekt zijn vuist in de lucht. Ons moreel is weer helemaal opgepept en ik ben er duizelig van. Misschien zit er toch een kern van waarheid in die fraaie praatjes over macht en leiderschap. Dan gebeurt er iets waardoor me alle moed weer in de schoenen zinkt. De persoon die ik het meest veracht in de hele wereld, is zojuist binnengekomen. Nou, misschien niet van de hele wereld, maar hij komt in de buurt. 45
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 46
Hoofdstuk 14
Wisty Opperzakkenwasser Byron Swain glipt binnen, beweegt zijn hoofd als een dier dat een geurspoor probeert op te pikken en komt dan regelrecht op me af. Byron was op de middelbare school een snobistische betweter en werd daarna een marionet van de Nieuwe Orde die betrokken was bij onze arrestatie – en die ik trouwens een keer in een wezel heb veranderd. Hij heeft naar eigen zeggen de Nieuwe Orde de rug toegekeerd, maar dat wil nog niet zeggen dat ik hem een aardig kereltje vind. ‘Hallo allemaal!’ roept hij met zijn altijd ergerlijke stem. Hij klimt op de vitrine en gaat naast me staan. Ik zou hem weer in een wezel moeten veranderen, in een doos moeten doen met veel plakband eromheen, om hem per post naar Nergenshuizen te sturen. Zonder een voorraadje van zijn haargel. ‘Ik neem aan dat je het slechte nieuws nog niet hebt gehoord, Byron,’ zegt Jamilla aarzelend. ‘Jawel hoor,’ zegt hij. ‘Ik heb het met eigen ogen gezien.’ Iedereen houdt de adem in. ‘Op dit ding.’ Hij haalt een supermoderne smartphone voor de dag, die hij Joost mag weten waar vandaan heeft, veegt er een paar keer overheen en houdt het ding met het scherm naar de groep gekeerd omhoog. Ai, het is het Plein van Justitie, met Margo die geknield en met een kap over haar hoofd voor de Ene zit. ‘Stop weg dat ding,’ bijt ik hem toe en probeer het toestel te pakken. ‘Dat is een snuffmovie.’ 46
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 47
‘Helemaal niet!’ schreeuwt Byron, die zijn greep verstevigt. ‘Zij moeten het zien.’ ‘Jij bent echt weerzinwekkend!’ gil ik graaiend naar zijn handen. Maar Byron is in zijn wezelachtigheid een bedreven ontduiker en ik moet hem als een leeuwin aanvallen om mijn handen op het toestel te krijgen. ‘Wisty,’ zegt Janine opeens ijzig en vastberaden terwijl ze zich aan Whits troostende omhelzing onttrekt. ‘Hij heeft gelijk. Ik moet zien wat ze haar hebben aangedaan.’ Ik kijk wanhopig naar Whit en spring op een andere vitrine om niet zo dicht bij de wezel te hoeven staan. Hij houdt het toestel triomfantelijk omhoog en hoewel ik probeer mijn blik af te wenden, lukt me dat niet. In een slow motion die niet afschuwelijker had kunnen zijn, zien we de mensonterende vernietiging van Margo door de Ene die de Ene is. Haar kap, haar kleding, de huid van haar handen, haar mooie schoenen, worden een ogenblik grijs waarna ze letterlijk verpoedert en er slechts een hoopje as van haar rest. ‘Zien jullie wel,’ zegt hij terwijl de beelden verdergaan, ‘ze willen iedereen doen geloven dat Wisty dood is. Ik ben door mijn contacten met de top van het ministerie van Informatie – mijn vader, om precies te zijn – in staat geweest in te breken in hun systeem om iets van de waarheid met de wereld te delen.’ Ik kijk eens goed. Hij heeft duidelijk de hand gelegd op een uitzending van net Een dat net Een is – en er veranderingen in aangebracht. De tekst die over het scherm loopt luidt: de persoon die hier is geëxecuteerd was niet wisteria allgood maar een onschuldig meisje genaamd margo. dit was een moord. Het beeld schakelt over naar een volkomen overrompelde presentatrice. ‘Mensen van de Nieuwe Orde,’ zegt zij, ‘zoals u ziet probeert een kleine groep terroristen onze uitzendingen te ondermijnen. We hebben van de Executiedienst de definitieve bevestiging gekregen dat de volksvijand die hier is getoond wel degelijk Wisteria Allgood is.’ 47
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 48
De door Byron gemanipuleerde tekst die verschijnt luidt: als zij echt wisteria allgood is, waarom heeft zij dan een kap over haar hoofd waardoor we haar gezicht niet kunnen zien? De presentatrice drukt haar vinger tegen haar oortje – het is duidelijk dat haar producer of producers haar paniekerig adviseren wat haar volgende stap moet zijn. ‘Burgers van de Nieuwe Orde,’ vervolgt ze, ‘de Executiedienst wil benadrukken dat Wisteria Allgood een kap over haar hoofd heeft omdat heksen met een kap over hun hoofd geen betoveringen kunnen uitvoeren.’ Byron grijnst zelfgenoegzaam. Er verschijnt weer een tekst onder de presentatrice: leugenaar! iedereen ziet aan je ogen dat je liegt. Whit en ik zijn sprakeloos. Mijn broer lijkt zelfs onder de indruk van Byrons inspanningen, terwijl ik bedenk dat door hem mijn kansen vergooid zijn om te ontkomen aan de verklikkers onder de Nieuwe Orde-aanhangers. Ik wil een volgende aanval op Byron uitvoeren, maar Whit houdt me nog net op tijd tegen. ‘Bemoei je niet met mijn leven, engerd!’ bijt ik Byron toe. ‘Is het nooit bij je opgekomen dat het voor mij heel gunstig zou zijn als iedereen denkt dat ik dood ben?’ ‘Ik zeg: ga zo door, Byron jongen,’ zegt Sasha. ‘Zie je het zitten binnenkort een keer onze weekleider te worden?’ ‘Over mijn lijk,’ zeg ik en ik kijk Sasha woedend aan. Hij heeft het over de traditie in Vrijland elke week een andere leider te benoemen – om de verwording te vermijden die gewoonlijk met macht gepaard gaat. ‘Ik raad je dringend aan je houding te veranderen, Wisty,’ zegt Byron neerbuigend. ‘Jullie zijn allemaal hoofdrolspelers in het populairste informatieprogramma van de Nieuwe Orde. De Ene die de Ene is heeft foto’s van iedereen die bij de missies betrokken was, dus ook van Janine, Jamilla, Emmet en Sasha.’ 48
Patterson De gave 15-11-12 14:39 Pagina 49
Er valt een stilte. Dan stelt Janine de vraag die iedereen op de lippen brandt. ‘Hoe...?’ ‘De schermen die we op straat zien in het Nieuwe Orde-deel van de Bovenwereld werken twee kanten op: als je naar een uitzending kijkt, is de kans groot dat zij ook naar jou kijken.’ ‘Dat is onmogelijk,’ zegt Whit. ‘Je twijfelt aan mijn woorden? Kijk dan maar eens goed,’ zegt Byron. ‘Hij heeft zich niet alleen door alle uitzendingen van de Nieuwe Orde geweven, hij zit ook in onze transmissies. Kijk maar.’ Byron maakt met zijn telefoon een foto van zichzelf. Ik pak het apparaat aan en kijk naar het beeld. Mijn mond valt open. Op de foto kijkt de Ene die de Ene is over Byrons schouder mee. ‘Dat bewijst waarschijnlijk alleen maar dat jij een verrader bent,’ zeg ik en ik geef hem het toestel terug. ‘O ja?’ schampert Byron. ‘En waarom is dat dan bij iedereen zo?’ Hij draait zich om en maakt een foto van Whit. Whit neemt het toestel aan en kijkt naar de foto. Prompt trekt hij wit weg. Hij huivert en het zenuwtrekje boven zijn linkeroog begint op te spelen. ‘Zie je wel?’ krijst Byron. Whit schudt zijn hoofd en geeft mij de telefoon aan. Hij beeft over zijn hele lichaam en zijn zenuwtrekje wordt nog erger. En ik zie waarom: op de foto is niet de Ene die de Ene is te zien, maar Celia. De Ene heeft Celia.
49