Patroontaal in duurzame regionale netwerken1
Regionale netwerken voor duurzaamheid groeien wanneer jij werkt aan jouw droom en jouw ambities En daarvoor nieuwe verbindingen maakt met anderen Die dat zelfde doen. Jouw dromen en ambities zijn volstrekt uniek ze ontstaan in een proces dat jou onderscheidt van ieder ander en tegelijk zijn ze geheel identiek aan de manier waarop vele anderen hun idealen ontvouwen. Wanneer je ziet dat jouw proces tegelijk volstrekt uniek en volstrekt identiek is dan kunnen patronen helpen om jouw essenties samen met anderen tot zichtbaar handelen te brengen. De afgelopen maanden hebben enkele tientallen mensen samengewerkt en iets moois gemaakt in de zoektocht naar dat wat duurzame projecten succesvol maakt en groepen mensen helpt te leren. De co-creatie heeft een eerste halfproduct opgeleverd dat geen van de betrokkenen alléén had kunnen maken dat niet áf is en dat ook niet hoeft te zijn dat een cadeau is voor hen die het verder willen ontwikkelen.
De patronen beschrijven de essentie van een oplossing of een succes op zo’n manier dat het honderden keren herhaald kan worden zonder er twee keer precies hetzelfde uit te zien. Ze zijn gemaakt in één of twee gesprekken met het projectteam.
1
Onderzoek tussen september 2012 en januari 2013 uitgevoerd door Origame (Cees Anton de Vries en Susan Stuebing) en Ecoawareness (Michiel Doorn) in opdracht van het Programma Duurzaam Door. Dit document bundelt de opbrengst van het onderzoek in de vorm van concept patronen. 13.2.2013 Concept 1
De patronen De lijst met ontwikkelde patronen ziet er als volgt uit: (EI-Eindhoven, AP=Apeldoorn, MH=Midden Holland, AM=Amersfoort, TW=Twente, UT=Utrecht, DR=Drechtsteden, EM=Moerdijk)
Eindhoven 1. Natuur als leermeester (EI-1) 2. Vertrouw op je eigen pad (EI-2) 3. Blij met andermans trots (EI-3) 4. Sluit aan op concrete behoeften (EI-4) Apeldoorn 5. Aantrekkelijk door jouw perspectief zelf in te nemen (AP-1) 6. Bouw een droom samen met je netwerk (AP-2) 7. Vorm een kerngroep (AP-3) 8. Risico’s nemen en samen verkleinen (AP-4) Midden Holland 9. Maak het klein om groot te kunnen worden (MH-1)) 10. Ruimte voor communicatie maakt ruimte voor nieuwe beweging (MH-2) 11. Parallel proces (MH-3) Amersfoort 12. Werk vraaggericht (AM-1) 13. Van ‘wat’ naar ‘hoe’ (AM-2) 14. Doelen stel je samen (AM-3) Twente 15. Conflicterende agenda’s productief maken (TW-1) 16. Eenvoud in de communicatie (TW-2) Utrecht 17. Verbind je met de plek (UT-1) 18. Vergankelijke organisaties (UT-2) Drechtsteden 19. Ondersteuning als basis (DR-1) 20. Betrokken bestuurders (DR-2) (Energiek) Moerdijk 21. Maak anderen belangrijk (EM-1) 22. Netwerk van ‘moestuintjes’ (EM-2) 23. Publieke startsessie (EM-3) 24. Gebiedsonderneming (EM-4) 25. Nieuwe ‘polders’ (EM-5) 26. Excellent ondersteunen leren (EM-6)
13.2.2013 Concept 2
1
Natuur als leermeester
EI-1. Eindhoven. Inzicht in basis werkingen in de natuur, leidt later steeds opnieuw tot onverwachte en ongeplande slimme toepassingen
Context
Wanneer je met een team een duurzaam leerproces begint Wanneer je de succesfactoren van je project bepaalt Wanneer je aan het eind van je project de effecten evalueert Wanneer je je afvraagt of je project wel effect heeft. *** Krachtenveld: Wanneer mensen het idee hebben dat ze geen deel uit maken van de natuur, lijken veel gebeurtenissen en veranderingen toeval of willekeur. Met een beter begrip voor de werking van de omgeving kun je daar ook beter op inspelen. Inzicht in de logische afhankelijkheden en de duidelijke wetmatigheden in de natuur inspireert tot het ontdekken van afhankelijkheden en wetmatigheden in cultuur, economie, etc. De inhoudelijke resultaten van een project gaan vergezeld van andere opbrengsten, bijvoorbeeld sociaal, ecologisch of economisch.
Daarom: Maak een nieuw inzicht in de structuren en patronen in de natuur en de omgeving net zo’n belangrijk resultaat als het inhoudelijke succes van het project. Speel in op de aanstekelijke kennis over de natuur die als een olievlek steeds weer nieuwe en onverwachte spin-offs creëert. Onderscheidt steeds de inhoudelijke onderwerpen én de procesaspecten ervan. Besteedt aan beide aandacht. Verbindt voorbeelden in het ene domein aan voorbeelden uit het andere domein. En breng regelmatig concrete casuïstiek van de dagelijkse praktijk in. Waardeer leerlingen, teamleden en deelnemers die uit zichzelf met nieuwe in- en doorzichten komen.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon.
13.2.2013 Concept 3
2
Vertrouw op je eigen pad
EI-2. Eindhoven De weg die je kiest is jouw weg, ook als eerst niemand met je mee gaat en later wanneer je het los moet laten omdat veel mensen ervoor kiezen.
Context
Wanneer je steun zoekt voor je initiatief. Wanneer het project in een nieuwe fase komt en veel mensen het zich toe-eigenen. *** Krachtenveld: De initiatiefnemer van een project of arrangement, die in het begin verbaast is dat zo weinig mensen steun geven en later merkt dat zoveel mensen het succes claimen, werkt tegen de natuurlijke stroom in. Als initiatiefnemer ben je alleen. Dat hoort bij de rol. Maar je kunt best steun vrágen voor jouw zelf zonder dat mensen direct geïnvolveerd hoeven worden als mede-initiatiefnemer. Succes heeft vele vaderen. Wanneer jouw initiatief doorgroeit tot een mooi project, waar velen voor warm lopen, dan is het ook logisch dat die mensen zich ermee vereenzelvigen. Dat past bij een succesvol project. Het bewijst het succes van jouw initiatief. Initiëren, pionieren, in de benen brengen, continuïteit organiseren, beheren en zelfs afbouwen, zijn allemaal fasen van een activiteit of project met een eigen dynamiek, die steeds ook andere vaardigheden vergen van de trekkers.
Daarom: Volg je passie en visie en houdt die niet voor jezelf. Organiseer in het begin actief steun voor wat je doet en weet dat er een moment komt van succes wanneer anderen jouw pad gaan delen en meelopen. Laat los en geniet ook daar van. Heb de moed hulp te vragen en formeer een klankbord. Vraag jezelf regelmatig af in welke fase van ontwikkeling van je initiatief je bezig bent. Bereid je tijdig voor op het moment dat anderen zich betrokken gaan voelen en zelfs misschien wel als mede proceseigenaar. Wees eerlijk vertrouw erop dat processen zich ontwikkelen. Achteraf zie je misschien dat de eenzame fase het mooist was.
13.2.2013 Concept 4
3
Blij met andermans trots
EI-3. Eindhoven Het succes van de ander dat jou blij maakt, is verbindend en creërend.
Context
Wanneer een mijlpaal bereikt is. Wanneer een project wordt afgesloten. Wanneer er over resultaten wordt gecommuniceerd. *** Krachtenveld: Succesbeleving is individueel en cultureel bepaald: verschillende mensen geven het anders vorm en hechten er een andere betekenis aan. Positief verbinden doe je als je de ander waardeert en steunt in zijn of haar trots.
Daarom: Oogst het feit dat mensen aan anderen hun resultaat willen laten zien. Dat zij trots zijn is een reclame voor het project en een belangrijke succes indicator. Neem in de uitvoering van de projecten momenten op om het succes samen te vieren Oefen in het waarderen van anderen.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon.
13.2.2013 Concept 5
4
Sluit aan op concrete behoeften
EI-4. Eindhoven Contact met de mensen in de buurt ontstaat als je je verdiept in hún directe noden en daar vanuit werkt.
Context
Wanneer je naar buiten treedt met het project Wanneer je andere mensen wilt betrekken bij het project
*** Krachtenveld: Mensen hebben geen behoefte aan een geveltuintje, laat staan aan biodiversiteit, of léren over biodiversiteit. Jouw aanbod is van jou en niet van hen. Het idee dat iedereen a priori geïnteresseerd is in duurzaamheid is even ongegrond als het idee dat iedereen geïnteresseerd is in gezondheid. Mensen zijn bereid hun gedrag te veranderen op basis van gemak, genot en/of gewin. Een mooi voorbeeld van ‘gewin’ vormen de ecosysteemdiensten, zoals koeling door beplanting. Elk aanbod heeft veel meer potentie dan de eerste inhoudelijke focus.
Daarom: Wanneer je op een bepaalde plaats een initiatief van de grond wilt krijgen, dan luister je eerst goed naar de mensen dáár: wat hebben ze nodig, waar vragen ze om. Vervolgens speel je daar oprecht op in en verbindt dat met je eigen thema. Doe goed je huiswerk en bereid mogelijke koppelingen met jouw thema voor. Dat begint bij een goed begrip van jouw eigen verbinding met bijvoorbeeld biodiversiteit of hernieuwbare energie. Werk met het ‘zwaan kleef aan’ principe
In de kantlijn: Het project biodiversiteit werd in Eindhoven niet direct enthousiast ontvangen. Het stond te ver weg van de mensen. Er was wel veel behoefte aan contact in de wijk, met name tussen jong en oud. Al snel bleek dat het project geveltuintjes leidde tot allerlei nieuwe contacten tussen mensen in de straat. Geveltuintjes maken en onderhouden doe je samen en samen kom je aan de praat over andere onderwerpen. Zo werd de lijn: sociaal contact > geveltuintjes > biodiversiteit. In Eindhoven bleek dat het aanbieden van mooie lesmodules over biodiversiteit niet zomaar enthousiast door de scholen werd ontvangen. De school heeft een strak jaarprogramma en elke docent zijn/haar eigen voorkeuren. Als je daar goed op inspeelt dan is de kans op mooie samenwerking veel groter.
13.2.2013 Concept 6
5
Aantrekkelijk door jouw perspectief zelf in te nemen AP-1. Apeldoorn Het energieke netwerk begint bij je eigen perspectief, de voorwaarden worden later ingevuld.
Context
Wanneer het arrangement nog niet bestaat Wanneer de subsidie plotseling stopt Wanneer er brede sympathie is voor samenwerking, maar de uitvoering stokt. *** Krachtenveld: De school heeft een bekostiging, de ondernemer heeft een opdracht en contract, de ouder heeft een hulpvraag van de school, etc. Het is de gewoonte geworden om zelf pas in beweging te komen op de vraag van een ander. En het is de gewoonte geworden pas een commitment aan te gaan, als de voorwaarden vervuld zijn. Maar precies op dat punt verandert de wereld in hoog tempo. We kunnen geen nieuwe werkwijze beginnen, door die in de oude werkwijze helemaal vast te timmeren. Wanneer je ambieert te werken over domeingrenzen heen, dan is het bijna onmogelijk om voor je begint met de uitvoering alle middelen beschikbaar te hebben
Daarom: De eerste stap is: zelf goed formuleren wat ‘ik echt wil’ en dat ook aan anderen vragen. Ik stop dus met het maken van een plan dat voorwaardelijk is. Ik zeg niet meer: “Het netwerk duurzaam leven en werken Apeldoorn komt er als het financieel haalbaar is”. Maar ik zeg: “Ik start het netwerk ‘duurzaam leven en werken Apeldoorn’, omdat ik het belangrijk vind en ik maak het met anderen ook financieel aantrekkelijk.” Voorheen was het NME-centrum ‘eigenaar’ van hun activiteiten en lesprogramma’s. In het nieuwe netwerk functioneren verschillende partijen, omdat ze het zelf belangrijk vinden. Samenwerken brengt vele aspecten, die vooraf niet te plannen of te beheersen zijn. De mensen in het netwerk maken het mogelijk en ze zorgen zelf dat er evenwicht blijft tussen ‘brengen’ en ‘halen’. Ouders, ondernemers, leerkrachten, mensen van de gemeente, het waterschap en het energiebedrijf, maar ook van de afvalverwerking en het bejaardentehuis en de pabo stagiaire en de zzp-er; ze bepalen samen wat er geleerd wordt, hoe er geleerd wordt en waar er geleerd wordt. Voorwaarde is dat ze samen zorgen voor de middelen om dit mogelijk te maken.
13.2.2013 Concept 7
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: Veldwerk Nederland werd gevraagd om de educatieve activiteiten van het traditionele NMEcentrum zoveel mogelijk te behouden. Rene Munsters: “De neiging op zo’n vraag is om dan vanuit het oude patroon te denken. Creëer een vaste plek, ronsel medewerkers en strooi de educatieve activiteiten uit over de scholen. We hebben deze neiging losgelaten. Geen centrum, geen nieuwe medewerkers en we gaan niet strooien. We gaan opzoek naar partners die net als wij zien dat je elkaar moet helpen om te komen tot een duurzaam leven en werken. Het samen bouwen aan een netwerk waarin dit kan gebeuren”. De verandering die hier vorm gegeven wordt is structureel: minder geld via instituties, regelingen en gesubsidieerde projecten, meer verbinding tussen mensen, die zich inzetten voor wat ze zelf belangrijk vinden. Dat is een probleem en een kans. De school wordt ondernemender, de onderneming wordt maatschappelijk actief, de ouders zetten zich in voor het lesprogramma en de buurt. Het NME-centrum verandert van een staande organisatie, naar een netwerk van mensen en organisaties. De betrokkenen zijn eigenaar van hun hun eigen positie en proces en ze ontwikkelen samen een nieuwe manier van werken. We noemen dit de ‘energieke samenleving’. In het project Biodiversiteit Eindhoven heeft het biodiversiteitsteam voor de rol van een ondersteunende organisatie met een ondernemende strategie gekozen. In plaats van vragen voor hulp en ondersteuning, hebben ze een concreet programma aanbod gemaakt voor de gemeente. Met creativiteit en initiatief nodigt het team de overheid uit om deel te nemen en toegevoegde waarde te creëren.
13.2.2013 Concept 8
6
Bouw een droom samen met je netwerk AP-2. Apeldoorn Je eigen droom niet loslaten en niet opdringen, maar aanbieden en vragen naar verrijking met de dromen van de anderen.
Context
Wanneer je met andere partijen begint te werken aan het netwerk Wanneer je in een nieuwe context gaat werken Wanneer je geen tweede of derde kans komt. *** Krachtenveld: Een energiek netwerk ontstaat niet door mensen te vragen jouw droom waar te maken en ook niet door zelf geen droom te hebben. Zelf je droom scherp krijgen vergt flinke inspanning. De dromen van anderen helpen scherp krijgen vergt ook een grote inspanning, maar een heel andere. Een doorstart brengt eerst een fase met een mengeling van care en courage. Care: compassie met de mensen die zich al jaren vol overgave hadden ingespannen. Courage: lef om nieuwe kansrijke paden te verkennen en te betreden en nieuwe gesprekken aan te gaan met nieuwe partijen.
Daarom: Gebruik de kracht van het netwerk voor je eigen droom door beurtelings vast te pakken en los te laten. Accepteer dat niet alles precies gaat zoals jij het wilt. Het proces heeft ups en downs. Oefen jezelf in het beurtelings écht vastpakken en vervolgens écht loslaten van je eigen droom. Geef vorm aan de verschillende fasen, zoals het bundelen van mensen, het maken van de droom en het verankeren ervan.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: In Apeldoorn werd duidelijk dat de overgang van de ene fase in de andere tijd en aandacht nodig heeft. Rene Munsters: “Onze droom, de ambitie om duurzaam te leven en werken, botste met de overlevingsdrang van het oude NME centrum dat zou gaan verdwijnen. Belangen liepen door elkaar heen en daarmee ook de verwachtingen. Mede dromers raken in verwarring. We zijn er dus nog niet meteen aan toegekomen om samen de eigen droom te versterken”. 13.2.2013 Concept 9
7
Vorm een kerngroep
AP-3. Apeldoorn Een kleine groep mensen toont de kracht van het netwerk in wat ze doen en hoe ze het doen. Dat is aantrekkelijk voor nieuwe deelnemers.
Context
Wanneer de pioniersfase van het arrangement vorm begint te krijgen. Wanneer de eerste partijen zich aan het netwerk committeren. Wanneer je beoogt het netwerk te laten groeien. *** Krachtenveld: Een netwerk ontstaat niet vanzelf. Wanneer een coördinator of ondersteuner steeds moet duwen en trekken dan gaat het niet lopen. Het netwerk is waarde-gedreven. De deelnemers zelf en onderling bepalen wat ze doen en wanneer het goed en voldoende is. De bijdrage van elke deelnemer aan de ‘droom van het netwerk’ wordt onderweg zichtbaar,
Daarom: Om een vitaal netwerk te maken, dat zich steeds zelf vernieuwt en groeit, moet je zorgen voor een kerngroep van enkele mensen die in hun daden laten zien wat hun passie of droom is. Ze hebben eenvoudige manieren om afspraken te maken. Ze houden de wederkerigheid in balans en tonen trots hun resultaten. Zo’n groepje nodigt uit tot meedoen en laat het netwerk groeien. Vertaal de gemeenschappelijke waarde van de deelnemers in een aansprekend motto, zodanig dat alle deelnemers zich geïnspireerd voelen eraan bij te dragen. Maak een eenvoudig herkenbare manier van werken. Het gaat om de manier waarop je afspraken maakt, de manier waarop je wederkerigheid vorm geeft en de manier waarop je anderen vertelt wat je doet. Maak een makkelijke manier van communiceren, misschien in de vorm van een prikbord, een eenvoudige website of een telefoonketting. Het gaat erom dat het laagdrempelig en plezierig werkt en niet leidt tot misverstanden. Zorg voor continuïteit in de kerngroep. Wanneer nieuwe mensen zien wat er tussen de mensen van het nieuwe netwerk gebeurt, dan is dat aantrekkelijk en overtuigend.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. 13.2.2013 Concept 10
In de kantlijn: Apeldoorn, René Munsters: Hart verwarmend was dat een aantal relatieve buitenstaanders aangaven mee te willen denken en te bouwen aan een duurzame samenleving. Zonder drang ontstonden vier themagroepen en een kerngroep die wil adviseren en ondersteunen. Opvallend was later wel dat alleen bij de themagroep energie de partners zelf initiatieven namen. De overige groepen komen pas in beweging op een vraag. Referentie: Scholen, maatschappelijke organisaties en ondernemers die een passie delen, bijvoorbeeld voor duurzame energie en innovatie, creëren samen een project dat voor alle betrokkenen aantrekkelijk is. Er is geen sprake van een traditionele klant-leverancier relatie, maar een gezamenlijk optrekken in een netwerk, op basis van gelijkwaardigheid en resultaat gericht. Maar hoe verbind je de verschillende partners aan dit netwerk? Dat is de centrale vraag in Apeldoorn. De solar challenge die jaarlijks in Australië wordt gehouden is daarvoor een mooi referentiepunt.
Referentie: Toen het bouwteam van Ford Rouge (USA) eenmaal had afgesproken dat hun nieuwe bedrijfsterrein ‘zo gerealiseerd zou worden dat een vader zijn 10 jaar oude dochter met plezier alleen zou laten spelen’, toen gingen de betrokken ontwerpers, managers, bouwers, ambtenaren, etc. functioneren als een waarde netwerk en elk vanuit de eigen context bijdragen aan het mogelijk maken van dit motto.
13.2.2013 Concept 11
8
Risico’s nemen en samen verkleinen
AP-4. Apeldoorn Het netwerk maakt zaken mogelijk die alleen niet lukken. Het netwerk helpt de risico’s te verkleinen en de kans op succes te vergroten.
Context
Wanneer projecten voorbereid worden Wanneer afspraken over doelen worden gemaakt Wanneer zaken worden geïnitieerd die voor iedereen nieuw zijn *** Krachtenveld: Het beperken en ontwijken van risico’s is een normale reflex in organisaties. Maar daarmee worden veel kansen op nieuwe ontwikkeling ook genegeerd. Wanneer je een initiatief neemt en daar anderen bij wilt betrekken, dan hebben de meeste mensen de neiging dat goed voor te bereiden. Ze willen geen teleurstelling organiseren, dus ze managen de verwachtingen en ze bereiden de paden voor waarlangs gelopen zal worden. Dit om de risico’s zo klein mogelijk te houden. Maar wat gebeurt er als je niet weet van te voren welke dingen zullen mislukken en welke wel lukken? Ga je dan stil zitten op je handen?
Daarom: Wanneer je een netwerk wilt maken dat succesvol is, neem dan gezonde risico’s en ondersteun de deelnemers samen aan de slag te gaan en steeds meer positieve ervaringen te verzamelen. Wat nodig is, is dat alle deelnemers in het netwerk er actief aan werken om meer plussen te verzamelen dan minnen. Dat doen ze door elkaar te helpen de kans op succes zo groot mogelijk te maken en echt te leren van zaken die mislukken. Zo ontstaat een lerend netwerk. Het netwerk bestaat uit allerlei verschillende mensen: oud jong, man, vrouw, zakenman, leraar, ambachtsman, student, bestuurder, etc. Ze nemen deel in het netwerk omdat ze het belangrijk vinden. Ze weten ook dat niet elke activiteit gegarandeerd succesvol is. Ze nemen dat risico graag voor lief. Veel zaken leveren wel succes op. En zaken die minder goed gaan leveren een leerervaring en een relatie op. In het netwerk ga je samen op reis, omdat het de moeite waard is en omdat je erop vertrouwt dat je de tegenvallers op de één of andere manier samen zult overwinnen.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. 13.2.2013 Concept 12
In de kantlijn: Apeldoorn, René Munsters: “Momenteel werken we aan een aantal projectvoorstellen. Behalve bij energie lijkt het toch op de oude werkwijze. Veldwerk Nederland schrijft de plannen, zoekt de financiering en de partners leunen achterover. De vraag is waaraan dit ligt? Mogelijk komen oude reflexen toch weer bovendrijven op het moment dat de droom wordt omgezet in daden”.
13.2.2013 Concept 13
9
Maak het klein om groot te kunnen worden MH-1. Midden Holland Kleine concrete verhalen hebben een doorwerking die uiteindelijk veel effect sorteren.
Context
Wanneer er terughoudendheid of cynisme is om met duurzaamheid aan de slag te gaan. Wanneer duurzaamheid ‘van de duurzaamheid coördinator’ lijkt te blijven. Wanneer eerdere duurzaamheidsinitiatieven gestrand zijn. *** Krachtenveld: Het idee dat duurzaamheid gaat over de hele wereld en over lange perioden, is nauw verbonden met de gedachte dat duurzaamheid in de eigen organisatie een luxe onderwerp is dat louter zorgt voor praten, kosten maken en vertragen. Elke reis begint met de eerste stap. Veel handelingen van mensen en beleid van organisaties zijn al gericht op duurzaamheid, zonder dat dat als zodanig herkend wordt. Veel mensen willen heel graag samenwerken aan nobele doelen, maar ze weten niet hoe Het is niet verwonderlijk maar wel een aandachtspunt dat de mensen in een grotere organisatie elkaar nauwelijks kennen.
Daarom: Beleg een bijeenkomst van twee uur en neem de mensen aan de hand om qua duurzaamheid niet meer in belemmeringen maar in kansen te denken. Integraal werken lijkt soms ingewikkeld, maar is het niet als mensen zien dat het begint bij de dingen concreet en persoonlijk maken. Een klein voorbeeld van een duurzaam initiatief uit een vergelijkbaar project, inspireert anderen direct op zoek te gaan naar soortgelijke voorbeelden in de eigen situatie.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon.
13.2.2013 Concept 14
In de kantlijn: De Milieu Dienst Midden Holland (MDhD2) werkt voor 10 kleine en middelgrote gemeenten. Zij verzorgt de (milieu) vergunningverlening en handhaving van bedrijven in de klantgemeenten. Zij adviseert de gemeenten t.a.v. de verschillende onderwerpen uit de wet milieubeheer, de natuurwetgeving, op klimaat-/energiegebied en duurzaam bouwen, en bij ruimtelijke ordening. Daarnaast verzorgt zij voor de aangesloten gemeenten de natuur- en milieueducatie op scholen en aan andere doelgroepen. In de pilot ‘Duurzaamheid als Motor’ wordt binnen de MDHD onderzocht of de dienstverlening aan de klantgemeenten in relatie tot duurzaamheid verbreed zou kunnen worden en hoe. Ook is onderzocht wat eventueel de achterliggende mechanismen en systeembarrières zijn die de implementatie van het brede duurzaamheidsconcept tegenhouden.
2
De MDMH maakt onderdeel uit van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Midden-Holland (ISMH). Meer dan driekwart van de menskracht en het werk van dit samenwerkingsverband wordt geleverd vanuit de Milieudienst.
13.2.2013 Concept 15
10
Ruimte voor communicatie maakt ruimte voor nieuwe beweging MH-2. Midden Holland. Mensen die van elkaar horen wat ze onder duurzaamheid verstaan, krijgen nieuwe kansen te zien.
Context
Wanneer mensen denken ‘dat ze niets met duurzaamheid hebben’. Wanneer het belangrijk is integraler te werken. Wanneer duurzaamheid ingezet wordt als innovatiekracht *** Krachtenveld: Veel mensen denken dat ‘duurzaamheid’ iets voor ‘anderen’ is. Zoals de manager met een reorganisatie opdracht, of de medewerker financiën die de managementinformatie levert. Zij missen de strategische kansen die duurzaamheid biedt. Werken aan duurzaamheid is iets anders dan duurzaam werken. Duurzaamheid wordt vaak ingekleurd als ‘technisch, complex en kostenverhogend’. Het is inspirerend om te praten over concrete voorbeelden in je eigen wereld. Er is vaak weinig gelegenheid om even stil te staan bij kleine concrete zaken die de collega’s persoonlijk bezig houden.
Daarom: Help mensen te zien dat ze al duurzaam handelen, door samen met ze te reflecteren en te waarderen. Begin met kleine en concrete dingen. Samen ontdek je dan dat het verhaal veel groter is dan iedereen dacht. Beleg een bijeenkomst voor iedereen in de organisatie, van hoog tot laag. Stel iedereen de vraag: “Wat versta jij onder duurzaamheid?” Laat mensen vertellen, zorg voor aandacht en uitwisseling.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon.
13.2.2013 Concept 16
In de kantlijn: In de dienstverlening van een Milieudienst speelt duurzaamheid uiteraard al een rol. Opvallend is echter, dat dit momenteel per apart (milieu)thema en weinig geïntegreerd gebeurt. Het blijkt geen onderliggend principe bij alle werkzaamheden en van een integrale aanpak is beslist nog geen sprake. Milieuproducten worden geleverd vanuit één specifieke discipline, of als een bundeling van afzonderlijke adviezen ‘achteraf’: een advies over aanpak bodemvervuiling, een toets op geluidshinder, een controle van propaantanklocaties, toetsing van milieuhinderaspecten in een ruimtelijk plan, etc. Alleen de lessen vanuit natuur- en milieueducatie mikken (deels) op integrale duurzaamheid. Werken aan duurzaamheid is een ding, duurzaam werken is een andere zaak. Dat betekent: kiezen voor een integrale benadering en oog hebben voor een duurzaam proces. Wat betreft dat eerste: werken aan duurzaamheid vraagt om een integrale benadering en dus om het bij elkaar brengen van ambtenaren vanuit verschillende beleidsterreinen. Dat kreeg vorm in zogenaamde brede bijeenkomsten en het duurzaamheidslab. Mensen samenbrengen, bleek zijn vruchten af te werpen: behalve efficiënte aanpak van vragen en problemen (winst op ecologisch en economisch vlak), leverde het ook op het sociale vlak (de people kant) winst op. De samenwerking stimuleerde een bredere betrokkenheid van de ambtenaren en ze voelden zich uitgenodigd om vanuit het eigen beleidsterrein bij te dragen aan andere beleidsterreinen. Mensen leerden elkaar kennen en wisselen ook na zo’n bijeenkomst makkelijk informatie uit.
13.2.2013 Concept 17
11
Parallel proces
MH-3. Midden Holland De persoonlijke voorbeelden worden productief gemaakt in de organisatie doelen door het voor langere tijd verzorgen van gerichte ondersteuning.
Context
Wanneer top down niet werkt en bottom up niet voldoende is. Wanneer duurzaamheid verbonden kan worden aan verschillende strategische doelen *** Krachtenveld: Mensen zijn terughoudend met het nemen van eigen initiatief en het delen van eigen voorbeelden omdat ze in de organisatie nergens opgepakt of gewaardeerd worden. In taakgerichte organisaties ‘doet’ je eigen mening of ervaring er niet echt toe. Minder dan 5% van de beslissingen die mensen nemen zijn gestoeld op rationele afweging. De vraag is nu hoe de overige 95% ingezet kan worden om slimmer te werken. Het vermijden van risico’s is iets anders dan het stimuleren van vernieuwing. Dat laatste vergt aparte aandacht, wil het effect krijgen.
Daarom: Maak naast het stimuleren van persoonlijke verhalen en initiatieven ook een parallel proces, dat deze verhalen verbindt met de strategische doelen van de organisatie. Maak gebruik van de volle bandbreedte: van zeer persoonlijke tot zeer generieke verhalen. Maak gebruik van reflectie én van operationeel advies (‘hoe doe je dat’). Neem de tijd om de verbinding tussen klein en groot ook de kans te geven.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: In het project ‘Duurzaamheid als Motor’ hebben er in de regio Midden-Holland duurzaamheidspilots gedraaid bij de gemeenten Zuidplas, Vlist en Bodegraven-Reeuwijk. Daarin is ondersteuning geboden om te komen tot een breed duurzaamheidsbeleid en advisering over mogelijkheden voor implementatie ervan. Kern van de activiteiten: Het betrekken van bestuur en management bij de brede duurzaamheidsaanpak; het faciliteren van brede brainstormbijeenkomsten over duurzaamheid met vertegenwoordigers van alle disciplines (van milieu tot financiën, van ruimtelijke ordening en openbare werken tot personeelszaken en welzijn); 13.2.2013 Concept 18
het uitwerken brainstormsuggesties tot kansenkaarten, die de basis vormen voor een integraal duurzaamheidsbeleid, of voor een uitvoeringsprogramma duurzaamheid; zorgen voor advies over de implementatie.
13.2.2013 Concept 19
12
Werk vraaggericht
AM-1. Amersfoort De ondernemende NME-coördinator wordt adviseur en proces manager en gebruikt nieuwe vaardigheden.
Context
Wanneer plotseling subsidies stoppen. Wanneer organisaties talmen, maar mensen warm lopen Wanneer het aanbod van gisteren, vandaag niet meer werkt. *** Krachtenveld: Elke organisatie heeft de natuurlijke neiging om een eigen aanbod te maken. Dat vergt veel energie, terwijl de potentiële afnemers zich er lang niet altijd in herkennen. Leidinggevenden sturen makkelijker op een concreet aanbod vooraf, dan op een ontwikkelperspectief. Het vergt moed om aan gebruikers, afnemers te vragen wat ze willen betalen of inleggen om mee te doen.
Daarom: Laat je eigen aanbod los, maar vraag de mensen wat ze nodig hebben en betrek ze bij de uitvoering. Dan ontstaat een spiraal van nieuwe informatie, nieuwe ideeën en betrokken mensen. Neem als NME-coördinator meer de rol van adviseur en proces manager. Nieuwe vaardigheden nodig, een ondernemersmentaliteit, en ook het lef om te veranderen zijn nodig om het aanbod af te stemmen op de vraag - de behoefte van de afnemers. Leg dit proces uit aan je leidinggevende en verzeker je van zijn/haar ondersteuning. Het is belangrijk dat het management (de gemeente) hiervoor de ruimte biedt. Leer je zelf af om het NME verhaal te verkondigen, maar ga in plaats daarvan vragen stellen. Wat komt er allemaal bij kijken? Wat voor gezinnen heb je mee te maken? Waar zit de energie? In wat voor wijk staat de school? Speel in op wat er leeft bij de afnemer. De nieuwe NME’r vraagt: “Wat heeft jouw organisatie nodig?” Durf ook de vraag te stellen: Voor hoeveel geld doen jullie dan mee? Wat brengen jullie in, financieel, materieel, menskracht? Wat heb je er voor over? Dergelijke insteek is ook belangrijk vanwege het creëren van commitment. Ga denken in termen van “Wat is het belang van de ander om hier te zitten?” Je moet je nieuwe rol ook verantwoorden. Maak je nieuwe rol, werk en resultaten zichtbaar. Stel een “PR” of communicatie plan hiervoor op. Laat bv. anderen vertellen over jouw prestaties.
13.2.2013 Concept 20
Let er op dat er ruimte moet ruimte blijven voor elementen van de oude structuur die het goed doen, want niet iedereen kan ineens meekomen en dat hoeft ook niet. Zorg dat inhoudelijke kennis niet verloren gaat en gewaardeerd blijft. Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: Nog maar enkele jaren geleden was de NME in de gemeente Amersfoort het clubje dat iets deed met natuur en milieu educatie. Er werden lesdozen en docenten aangeboden. Die docenten gingen dan met veel passie vertellen over de natuur en het milieu op de manier die ze zelf het beste achtten. Lesdozen, docenten en vrijwilligers zijn gebleven en zijn ook nog steeds hard nodig. Maar er is een nieuwe laag bijgekomen en de instelling is aan het veranderen. Eerst vooral bij de leiding, maar dit sijpelt ook door in de organisatie. “Jullie moeten professioneler gaan werken” werd er gezegd. Maar we waren al professioneel. Heel, professioneel op inhoudelijk gebied. Nu gaat het om het “HOE” te professionaliseren. Met als kernvraag - wie is de afnemer?..... De scholier, de leraar, de directie?
Momenten die ‘het verschil’ uitmaakten voor wat betreft het patroon ‘Maak prosumenten’ of ‘Werk vraaggericht’ (van Anne de Feijter en Pauline van Norden, Amersfoort) Vóór het NME-arrangement: Niet leerkracht vervangend werken is al een vorm van loslaten! (Het CNME werkt al jaren niet meer met lessen door gastdocenten/vrijwilligers. Leerkracht krijgt instructie van het CNME en geeft daarna zelf de themales!) Met basisonderwijs steeds vaker betrekken van leerkrachten bij het testen van producten (themalessen) en daarna bij de ontwikkeling van producten (kleutermilieukalender). Nieuwe doelgroep VO: 1e project hebben we in 2009 ontwikkeld samen met docenten VO en inhoudelijke experts. CNME leerde zo deze nieuwe doelgroep kennen en je werkt direct ook aan relaties. Pré-arrangement Samen met lokale partijen de projecten geformuleerd en daarna zelf de subsidieaanvraag geschreven. Eerst gesprekken gehouden om gezamenlijke behoeften te achterhalen. Daarna kijken hoe we samen konden inspelen op deze behoeften met goede projecten. Uitgangspunt in de subsidieaanvraag was dat we samen met de partijen in de stad antwoord wilden gaan geven op gedeelde vragen en behoeften. Tijdens het NME-arrangement: In de Duurzame Karavaan was het de totale opzet om samen een project te ontwikkelen met de doelgroep buitenschoolse opvang. Vanaf de eerste week was de kracht hiervan te voelen! In de boerderijexcursie ‘BSO de boer op!’ was het ook de opzet om samen te ontwikkelen. Deelnemers (boeren en BSO-medewerkers/managers) kregen een vergoeding voor het meedenken, meelezen en input geven. Leerzame les: Junior Energieadviseurs was een kant-en-klaar bedacht project van E.nu dat onvoldoende was afgestemd met de doelgroep VO. Het was een aanbodgericht product. In de praktijk bleek het niet 100% realistisch en haalbaar. In tweede instantie wel met een docent techniek uit het VO gekeken naar een verbetering. Bij de Grenzeloze Tuin merkten we dat het netwerk veelal bestond uit vrijwilligers die geen ruimte zagen om een bijdrage te leveren aan gezamenlijke producten of projecten. Ze zijn al vrijwillig bezig binnen een tuininitiatief en ze investeren geen extra tijd om overstijgende zaken op te pakken. Alleen de beroepskrachten en de echte idealisten die waren bereid om tijd en energie te stoppen in de producten. Misschien was hun persoonlijke belang om mee 13.2.2013 Concept 21
te doen aan het netwerk te klein of niet genoeg duidelijk besproken. Misschien wekte de aangeboden vergoeding om mee te werken juist weerstand op. Als vrijwilliger doe je het juist niet om het geld!
13.2.2013 Concept 22
13
Van ‘wat’ naar ‘hoe’
AM-2. Amersfoort Het netwerk gaat écht functioneren wanneer de afnemers in hun eigen kracht gaan staan en zich gaan richten op ‘hoe’ ze hun doelen gaan bereiken.
Context
Wanneer samenwerken samen ontwikkelen wordt Wanneer je wel een visie maar nog geen doel hebt Wanneer zelf toe bent aan een nieuwe rol *** Krachtenveld: Het team dat werkt met passie voor het vakgebied en de maatschappelijke thema’s probeert te overtuigen met inhoud. De ‘wat’ vraag leent zich vaak niet voor het maken van contact en het vergroten van enthousiasme. Mensen zijn terughoudend op het meedoen ‘in de arena van een ander’. Wanneer je je richt op het maken van excellente inhoud, dan is het moeilijk om je ook te verplaatsen in de wensen en noden van de ander. Het loslaten van eigen kennis en ervaring kan je onzeker maken.
Daarom: Stel je op als adviseur en leverancier van een op maat gesneden dienst. Nodig je afnemers uit om samen een programma te maken. Je moet je verplaatsen in de persoon of de organisatie. Voor ze openstaan en in hun waarde laten. In het nieuwe NME model ervaren de afnemers optimaal empowerment. Ze gaan in hun eigen kracht staan, nemen initiatief en gaan aan de slag. Ze komen naar het arrangement toe met hun ideeën. Dit is een participatief ontwikkelproces, beginnend met een investering gevolgd door verschillende fasen waarin afnemers steeds meer ‘empowered’ raken en je eigen rol meeverandert. De rol en bijdrage van de afnemer blijft groeien en hij/zij komt zelf met ideeën en plannen. Jouw rol verandert in die van verbinder en facilitator. Je doet aan relatie management. Er ontstaat meerwaarde op andere vlakken. Wat betekent dat? Vroeger was NME (Educatie) het doel. Nu is het ook een middel. Er zijn ook secundaire andere doelen. Hierbij kan het voorkomen dat NME langs de zijlijn helpt, bv. welzijn in de wijk, obesitas/gezondheid, sociale cohesie. Of meer groen. Via een omweg wordt dan toch gewerkt aan NME. 13.2.2013 Concept 23
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon.
In de kantlijn: Als je je als NME-coördinator hebt ontwikkeld van missionaris of gepassioneerde natuurdocent naar adviseur of procesmanager en facilitator, dan benader je de doelgroepen geheel anders. Ze worden centraal gesteld en er wordt naar ze geluisterd voordat een passend plan wordt opgesteld. Meestal gebeurt dit opstellen van een plan eerst samen, maar wat je gaat zien is dat de afnemers (“klanten”) ook zelf met ideeën gaan komen. Dus je bent eigenlijk bezig aan een traject waarbij je de afnemers faciliteert om in hun eigen kracht te gaan staan, initiatief te nemen en zelf aan de slag te gaan “Empowerment”.
Momenten die ‘het verschil’ uitmaakten voor wat betreft het patroon ‘Van wat naar hoe’ (van Anne de Feijter en Pauline van Norden, Amersfoort) Tijdens het NME-arrangement: In het project Duurzame Karavaan is gestart met de eerste werkgroep waar het CNME de trekkersrol vervulde. De NME’er die de trekker was, gaf andere partijen veel ruimte om te komen met eigen ideeën. Evenwicht zoeken tussen enerzijds het enthousiast ontvangen van elk idee van de ander en anderzijds het ‘opvoeden’ van de ander / het sturen van inhoud om het wel echt bij NME en duurzaamheid te houden. Na week 1 heeft de NME’er een draaiboek opgesteld en zijn nog twee weken georganiseerd door werkgroepen waar het CNME geen actieve zitting in had. Deze werden geleid door trekkers uit de andere partijen. NME’er was alleen als adviseur op de achtergrond aanwezig. De andere partijen bepaalden zelf de inhoud/organisatie, droegen nieuwe inhoud aan en waren verantwoordelijk voor het slagen van de duurzame week. Dat werkte uitstekend en maakte dat het thema duurzaamheid van binnenuit begon te leven bij deze organisaties. De deelnemende partijen zijn echt empowered. De NME’er bracht partijen bij aanvang samen en was aanwezig bij de startbijeenkomst van elke volgende werkgroep. Daarna toonde NME’er betrokkenheid richting de trekker en steunde deze waar nodig (rugdekking, financiën, coaching, bemiddeling). Af en toe bellen of mailen, maar meer niet. In De Grenzeloze Tuin is volop geëxperimenteerd met de zoektocht ‘van wat naar hoe’. Bij het ene deelproject ging het goed, bij het andere minder. Het bracht veel leermomenten waarin het ging om loslaten en monitoren in plaats van sturen en zelf uitvoeren. Bij de natuurbelevingskaarten was de NME’er te inhoudelijk betrokken bij de uitvoering. Bij de Workshop Van Droom tot Realisatie en de Virtuele Tuinkaart was de rol van NME’er puur die van de monitor en lag de uitvoering volledig bij de ingehuurde Tuinmakelaars en de overige betrokken partijen. Binnen dit netwerk zijn veel lokale, kleine tuininitiatieven empowered. Niet zo zeer op de inhoud (tuinieren met kinderen/buurtbewoners/ouderen/enz.), maar meer op het proces van samenwerken, hulp vragen en bieden, je eigen project zichtbaar maken voor de hele stad, enz. De spin-off van ‘van wat naar hoe’ is groot. Het CNME heeft veel reuring gegeven aan haar nieuwe rol van makelaar/verbinder en aan de bereikte resultaten van het arrangement. In alle projecten was altijd aandacht voor pr en communicatie. Dat maakt dat het CNME nu op de kaart staat, zowel in de stad Amersfoort als binnen het stadhuis van de gemeente. We worden nu meer gezien als experts op gebied van ‘wat er speelt in de stad op gebied van groen, voedsel en duurzaamheid’ en als partij die met beide benen in de stad staat en ervaring heeft met het samenwerken met die stad. Dat is een totaal ander beeld dan wat men voorheen van het CNME had. Een enorme transitie, puur door te doen! Het bewijst dat de snelste manier om te veranderen is: gewoon gaan doen en gaandeweg te leren! Niet eerst broeden op plannen om het veranderingsproces vorm te geven, op strategie of op beleid, enz.
13.2.2013 Concept 24
14
Doelen stel je samen
AM-3. Amersfoort In de pre-arrangementfase heb je een visie. Je inventariseert eerst wat er leeft in de gemeente/regio. Pas daarna bepaal je de doelen.
Context
Wanneer je de pre-arrangement fase begint Wanneer je de visie hebt geformuleerd Wanneer je anderen gaat betrekken. *** Krachtenveld: Wanneer je anderen gaat uitnodigen voor het arrangement, dan lijkt het belangrijk om vooraf duidelijke doelen te formuleren. Dan weten de mensen immers of het de moeite waard is. Maar daarmee ontneem je de potentiële deelnemers de kans om samen met jou aan hun hun eigen doelen te werken. Het is mogelijk een visie zo te formuleren dat die uitnodigend en aantrekkelijk is. Het open beginnen van een proces vergt lef, want je stelt je ook kwetsbaar op. Wanneer doelen samen geformuleerd zijn, vormen ze een stevig fundament om later ook samen te gaan werken.
Daarom: Begin bij je eigen netwerk en nodig de mensen uit voor een open dag. Zorg voor een ervaren procesmanager. Durf te beginnen zonder dat je (thematische) doelen hebt bepaald. Werk met het ‘zwaan kleef aan’ principe. Maar stel condities op en communiceer die. bv. verwachtingen dat partijen zelf geld of immateriële waarden inbrengen. Laat ook ruimte voor ideeën van mensen of organisaties, die nog niet helder hebben wat ze kunnen inbrengen. Doe dit op een andere wijze dan de presentaties van ideeën die al wel kwantificeerbare waarde hebben. bv. met een soort ideeën bus of met posters.
13.2.2013 Concept 25
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: (van Anne de Feijter en Pauline van Norden, Amersfoort) In de pré-arrangementfase heeft CNME-Amersfoort een aantal avondsessies georganiseerd. Er werd hiertoe een open uitnodiging verspreid onder partijen in de stad zonder inhoudelijke, thematische doelen of een agenda ofzo. De uitnodiging ging naar het bestaande netwerk, dus mensen die al iets hadden met NME, maar in de uitnodiging werd expliciet opgeroepen om deze vooral door te sturen aan andere Amersfoortse partijen die ook geïnteresseerd zouden kunnen zijn. Iedereen die iets met NME of duurzaamheid had en de bereidheid om samen te werken hierin met anderen, was welkom. Er kwamen ongeveer 50 partijen naar de bijeenkomst die geleid werd door een procesmanager van buiten af. Doel van de avonden was om te luisteren naar deze partijen (vraag-gericht) - “Wat heb jij met NME en waar heb je behoefte aan?”. Partijen met soortgelijke focus werden aan elkaar gekoppeld om in kleine groepjes verder te praten. Er ontstonden al snel inhoudelijke clusters (op thema) en er ontstond een zwaan-kleef-aan-effect; partijen die de avondsessies gemist hadden, melden later dat ze alsnog wilden aanhaken. Een enkele partij meldde zich puur in de hoop geld te kunnen vangen voor een eigen bedacht plan, zonder dat ze openstonden voor samenwerking met anderen om iets nieuws te ontwikkelen. Dan is het goed om je gevoel/intuïtie te volgen en zo’n partij te bannen. Het arrangement was niet bedoeld om plannen van individuele partijen mogelijk te maken, maar om samen KOP-projecten te formuleren en te realiseren. (Een KOP-project is een extra, gezamenlijk project, wat ontstaat naast de eigen projecten van elke deelnemende partij zelf.) Dit was opgelegd door de subsidieverstrekker en hadden we duidelijk in de eerste open uitnodiging genoemd. In feite was dat de enige randvoorwaarde om mee te mogen doen. Achteraf hadden we liever deze randvoorwaarde niet meegekregen. Dan hadden partijen zonder concrete, eigen projecten ook mee kunnen denken en doen. Laat vanaf het begin de oude werkwijze van projectmatig werken LOS! Projectmatig werken begint met doelen, zoekt daar instrumenten bij, bepaalt welke competenties nodig zijn en zoekt tot slot de juiste mensen daarbij. Werken volgens de netwerkbenadering werkt precies andersom! Het begint met de mensen, zoekt waar de energie zit bij die mensen, legt dan verbindingen tussen mensen met energie op hetzelfde thema en komt dan tot doelen/resultaten. Dit vergt lef, maar levert zoveel op! .
13.2.2013 Concept 26
15
Conflicterende agenda’s productief maken
TW-1. Twente Gedetacheerde teamleden communiceren met meerdere leidinggevenden over de ruimte waarin ze werken, de condities die ze nodig hebben en de resultaten die ze boeken.
Illustratie PM Context
Wanneer de eigen organisatie veel beslag legt op de schaarse tijd. Wanneer teamleden door hun passie voor het arrangement te veel hooi op hun vork nemen . *** Een netwerkorganisatie kampt vaak met hoge werkdruk van haar teamleden. De thuis-organisaties hebben weinig zicht op de urgenties in het netwerk en claimen veelal zelf prioriteit. Gemotiveerde professionals hebben dikwijls last van een dubbele loyaliteit. Ze willen hun manager tevreden stellen én betekenisvol, nieuw werk doen.
Organiseer duidelijk leiderschap en laat dat toe voor optimaal resultaat. Gebruik de verschillende claims die op je gelegd worden wanneer je in een netwerkorganisatie functioneert, als een kans om voor jezelf en je omgeving continu te werken aan duidelijke focus. Bereid het arrangement goed voor. Wees zeer efficiënt. Plan overleggen strak, maar laat ruimte voor creativiteit en eigen initiatief. Dit geldt vooral in het begin, en het geldt ook voor de subgroepen. Management van het arrangement. Zorg dat je als projectleider niet inhoudelijk werkt, maar wel ervaren en kundig bent op het vakgebied. Heb oog voor de menselijke kant. De PL heeft begrip voor de drukte bij de teamleden, maar blijft wel verantwoordelijk voor het behalen van de doelen en weet die balans te bewaren. Hij/zij wordt ondersteund door een kundige coördinator: iemand die affiniteit heeft met zowel proces, de inhoud en de betreffende organisaties. De coördinator is verantwoordelijk voor het overzicht en houdt de planning in de gaten. De coördinator stapt makkelijk op mensen af en stuurt de taken aan. Communiceer over acties en besluiten met korte, duidelijke lijstjes, die maar voor één uitleg vatbaar zijn. Waardeer succes en vier het samen, zowel in het netwerk als in de basis organisatie. Geef uitvoerende teamleden de kans in hun eigen organisatie met de eer te strijken.
In de kantlijn: . In WET werken drie gemeenten (Enschede, Hengelo, Almelo) en het Waterschap samen, alsmede meerdere onderwijsinstellingen en musea. In een NME team werken met gemotiveerde en gelijkgerichte mensen is heerlijk. Je kunt samen echt iets bereiken. Zonder tekort te doen aan de vele kundige vrijwilligers, kan het zijn dat de professionals die uitgeleend zijn aan het arrangement te veel hooi op hun vork krijgen. Maar wanneer er weer nieuwe bezuinigingen en reorganisaties langs komen, dan is het heel moeilijk om voldoende tijd en aandacht beschikbaar te krijgen om de afgesproken prestaties ook te leveren.
13.2.2013 Concept 27
16
Eenvoud in de communicatie
TW-2. Twente De samenwerking in een netwerkorganisatie is gebaat bij inzicht in de verschillende soorten communicatie Illustratie: PM Context
Binnen een arrangement zijn er minstens drie verschillende soorten communicatie met verschillende doelen: Heldere en effectieve communicatie binnen het WET team. Communicatie met PR/communicatie afdelingen en IT van verschillende deelnemende organisaties. Communicatie met deelnemende organisaties of van de teamleden binnen hun organisaties, om draagvlak te creëren of vast te houden en dingen gedaan te krijgen. Hieronder valt ook communicatie met wethouders en andere notabelen of leiders. *** Krachtenveld: Een netwerkorganisatie concurreert altijd met onderdelen van de staande organisatie die schijnbaar andere doelen hebben. Dit is vooral evident tijdens het werken met communicatie en PR afdelingen. Er is in het netwerk dus aanleiding tot conflict, misverstand en vertraging. Om dingen gedaan te krijgen van ondersteunende afdelingen in de staande organisaties, zoals communicatie/PR en IT, zijn tijdige en duidelijke afspraken nodig. Teamleden hebben ondersteuning nodig vanuit het netwerk, om bij collega’s en leidinggevenden in de staande organisatie draagvlak te krijgen en te houden en dingen gedaan te krijgen. Daarom: Maak een team dat functioneert op basis van vertrouwen en heldere bondige afspraken. Kies leden voor het arrangement team die al een netwerk hebben binnen hun eigen organisatie. Kies mensen die floreren bij vertrouwen geven en krijgen. Investeer extra in de mensen die je nodig hebt in de staande organisaties, zowel op uitvoerend niveau, als bestuurlijk. Realiseer je, dat zij werken in een andere context. Wees heel nauwkeurig in wat je afspreekt, bijvoorbeeld wie wat schijft en controleert voor nieuwsbrieven/websites e.d. Maak binnen het team bondige afspraken op papier, maar zet niet alles op papier. Geen hele draaiboeken, maar bevestig en stem af mondeling indien nodig. Wees er bewust van welke pet je op hebt. Praat je voor het arrangement, of voor de staande organisatie? In de kantlijn: Binnen en rondom een arrangement zoals WET heb je te maken met allerlei redenen voor communicatie voor verschillende doelen. Als bestaande organisaties meedoen, bv. gemeentes, dan hebben die al een bestaande communicatiestructuur. De mensen die daar werken waken voor het belang van hun organisatie, terwijl ze geen of weinig verbinding hebben met het arrangement, qua passie en inhoud. Bij voorbeeld, de communicatie afdeling van de bestaande organisatie ziet het als hun taak om vast te houden aan hun slogan of logo, terwijl het arrangement z’n eigen naamsbekendheid moet promoten. Het kan lastig zijn om de voor het arrangement nodige communicatie te koppelen aan de bestaande structuur. 13.2.2013 Concept 28
Daarnaast is er de communicatie binnen het team. In het begin heb je de neiging om hele verslagen te maken, maar worden die wel gelezen? Effectieve communicatie heeft te maken met elkaar kennen en vertrouwen binnen het team. En tenslotte is er de speciale communicatie met wethouders e.d. die zeer doelgericht en bondig moet zijn, en daarom juist veel tijd kan vragen voor nauwkeurige planning.
13.2.2013 Concept 29
17
Verbind je met je plek
UT-1. Utrecht Het arrangement team werkt op de plek waar het gebeurt, midden in de wijk of regio en in optimaal contact met de plek, de mensen en de processen.
Context
Wanneer je een project begint Wanneer je meer impact wilt bereiken Wanneer je je netwerk met de mensen waar het om gaat wil optimaliseren *** Een NME project dat communiceert op afstand, bijvoorbeeld met inhoud en procedures, bereikt weinig mensen. Mensen ervaren een boodschap als relevant wanneer die betrekking heeft op hun eigen directe leefwereld. Duurzaamheid gaat altijd over zaken die meerdere thema’s raken. Thema’s als circulaire economie, nieuwe agro en biomimicry zijn abstract en complex.
Betrek een ruimte op de plek waar jouw arrangement zich afspeelt. Ontvang hier jouw teamleden zodat iedereen weet dat je er zit en dat dit de plek voor de spin in het web is. Ga regelmatig de straat op, de scholen in, de lokale natuur in. Observeer en ontwikkel feeling met de buurt en het gebied. Luister naar de bewoners, gebruikers en de “energie van de buurt”. Ontwerp een product/dienst die verbonden is met de plek, en die ook plaats vindt op die plek. Voorbeeld: BSO of schoolkinderen maken iets wat ze meenemen naar huis. Het is nuttig en ziet er mooi en interessant uit. Zorg dat ze informatie hebben om er over te vertellen aan hun ouders en andere huisgenoten/buren.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon.
13.2.2013 Concept 30
In de kantlijn: LVDO/NME arrangementen hebben verschillende concrete doelen, maar het grotere doel is altijd om mensen in en buiten het arrangement te laten leren over duurzaamheid, natuur en milieu. Voor dit grotere doel, worden mensen bij elkaar gebracht: kinderen, scholieren, leraren, ambtenaren, burgers, en ondernemers. Deze mensen vormen verbindingen en gaan aan de slag om de concrete doelen voor elkaar te krijgen. Dat kan bv. een project over water zijn, of duurzame energie, of biodiversiteit. Vaak zijn het combinaties van duurzame doelstellingen, want duurzaamheid en milieu zijn multi-disciplinair. Ook onze relatie tot de natuur is aan het evolueren, bv als we denken aan biomimicry en de circulaire economie en de veranderende rol van agro. Al deze projecten spelen zich af op een plek. Dat kan een wijk zijn, een stadsrand, of een regio. Een topic gaat leven als men het herkent en ziet in de eigen buurt en zo de link met het eigen welzijn en gedrag gaat leggen. De projecten hebben een verhoogde kans van slagen als de lijnen kort en de verbindingen hecht zijn. De projectleiders, organisatoren, vrijwilligers van het arrangement moeten dicht bij de mensen zitten met wie ze werken, en ook dicht bij de plekken waar het gebeurt. Zo hebben ze feeling voor wat er leeft in letterlijke zin en in de beleving van de bewoners en gebruikers.Er is feeling en binding met wat er gebeurt, en met de plek waar het gebeurt. Dit geeft informatie, maar ook motivatie om de schouders er onder blijven te zetten.
13.2.2013 Concept 31
18
Vergankelijke organisaties
UT-2. Utrecht Zie vergankelijkheid als een normaal onderdeel van het proces en van je werk binnen een arrangement.
Context
Wanneer de organisatie of het project bedreigd wordt Wanneer plotseling de omstandigheden veranderen Altijd *** De organisatie wordt gezien als ding, waarvan de continuïteit op het spel staat. Men gaat zich te veel richten op het verdedigen van de bestaande vorm en positie. Dat vergroot het risico op een versneld einde. De vorm van een organisatie is het resultaat van het perspectief van de mensen, interne ontwerp keuzes én van de mogelijkheden die de omgeving biedt. In de natuur heeft elk systeem een eigen ritme van begin, groei, bloei, zorgen voor nageslacht en afsterven, waarna het weer opnieuw begint. Een organisatie die bedreigd wordt heeft de kans om zichzelf te heruitvinden en sterker tevoorschijn te komen.
Accepteer tijdelijkheid. Zie het als normaal en gezond onderdeel van het proces en doe er je voordeel mee bij het vormen, sturen en loslaten van jouw arrangement of organisatie. Denk, plan en werk van meet af aan met tijdelijkheid. Er is goede kans dat er een overvloed is aan eerdere organisaties, voorlopers van jouw organisatie, of brokstukken daarvan. Doe een inventarisatie - Welke mensen hebben eerder met een vergelijkbaar initiatief gewerkt? Kijk of er al organisaties bestaan of bestonden die een verwantschap hebben met het werk dat jij ambieert te doen. Leer van de levensloop van de dode, slapende en stervende organisaties. Zie het proces als normaal en een onderdeel van vernieuwing. Maar wees wel respectvol. Zorg voor toestemming en gebruik de functionele elementen en wijsheden uit de oude organisaties: een slapend netwerk; plannen en ontwerpen voor projecten waar de tijd nu wel rijp voor is;
13.2.2013 Concept 32
een juridische constructie die overgenomen en gebruikt kan worden. Mensen die willen overstappen of vrijwilligerswerk willen doen. Richt het arrangement in op vergankelijkheid, als een fase en een methode met een doorlopende leerlijn. Zie het als een uitvoeringsorganisatie die weliswaar projectmatig werkt, maar niet als een project, want dat houdt per definitie op. Zorg dat alles altijd overdraagbaar is. Dit vindt zich niet alleen terug in de organisatie, maar ook in de materialen en in de docentenpool. Bouw redundancy in en multi-inzetbaarheid. Zorg voor een goede, dus overdraagbare, docentenhandleiding en meerdere personen die de docenten kunnen trainen. Train de mensen in het gebruik van bv Dropbox zodat ze zelf relevante informatie gaan uitwisselen. Werk van begin af aan marktconform. Denk na hoe jij op jouw beurt jouw organisatie, methodes, of onderdelen daarvan weer kan doorgeven of verder laten bloeien. Creëer spin-off en verbindt met nieuwe ontwikkelingen. Ontwerp bv. modulaire, standalone workshops. En daarbij hoef je jezelf niet tekort te doen.
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: De wereld is aan het veranderen. Systeemverandering, sociale innovatie, en transitie zijn woorden die steeds vaker opduiken. We worden uitgedaagd de economie om te vormen, grondstoffen kringlopen te sluiten, duurzamer te worden, anders en effectiever met elkaar samen te werken, met minder geld. We zijn nu met vallen en opstaan aan het uitvinden en experimenteren hoe we dat het beste kunnen doen. Wat bij dergelijke transities hoort is dat het oude plaats maakt voor het nieuwe en dat de meeste organisaties en verbanden tijdelijk zijn. Oude organisaties krimpen, verhuizen of sterven en nieuwe ontstaan. Dat geldt ook voor arrangementen en voor de structuren en stakeholders waar ze mee te maken hebben. Mensen die werken aan duurzaamheid, natuur, milieu en het overdragen van ervaring en kennis zijn vaak zeer gepassioneerd. Dit is niet anders voor de LVDO/NME arrangement teams. Maar wat gebeurt er als de subsidie stopt? Soms is het genoeg als bepaalde doelen bereikt zijn en wordt het tijd voor iets nieuws, maar vaak is er toch een teleurstelling en een triest gevoel bij het einde.
13.2.2013 Concept 33
19
Ondersteuning als basis
DR-1. Drechtsteden Netwerksamenwerking vergt de aanhoudende aandacht van een kundig ondersteuner.
Context
Wanneer mensen uit verschillende organisaties gaan samenwerken. Wanneer hoofd- en bijzaken door elkaar gaan lopen. Wanneer betrokkenen het lastig vinden elkaars taal te verstaan. *** Welwillendheid en beschikbare capaciteit zijn onvoldoende voorwaarden om de samenwerking binnen arrangementen van de grond te krijgen. Mensen zijn enthousiast voor samenwerking, wanneer het bijdraagt aan de belangen en de doelen van de eigen organisatie. In een divers samengestelde groep is het lastiger elkaars taal te begrijpen dan in een homogene groep. Werkzaamheden van coördinatie en communicatie worden soms niet als productief gezien
Maak de ondersteuning van het arrangement belangrijk. Centraal in deze taak staat het doorvragen naar de belangen van de deelnemers en de koppeling daarvan aan het grotere belang van het arrangement. Als ondersteuner benoem je regelmatig wat je doet en waarom je dat doet, en je checkt of de informatie en inzichten ook daadwerkelijk ‘landen’. Maak extra tijd en aandacht bij wisselingen van de wacht. Zorg dat nieuwe mensen geholpen worden aansluiting te maken. Schrik niet van weerstand en cynisme, maar zoek uit waar die vandaan komt. Vier betrokkenheid en enthousiasme van teamleden!
13.2.2013 Concept 34
Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: Goede samenwerking binnen het arrangement is essentieel. Teamleden en medewerkers moeten op 1 lijn zitten en een gezamenlijk belang hebben en de meerwaarde voor hun organisatie zien. Ze moeten elkaars taal begrijpen. Als de samenwerking en de communicatie klopt is dat te merken aan het enthousiasme in de groep. Als de samenwerking en de communicatie niet goed is, kan je dat merken doordat de mensen kritisch worden. Ze voelen zich niet gehoord. Of ze hebben niet genoeg zicht op wat er speelt. Zo kunnen ze door de bomen het bos niet meer (gaan) zien. Ze gaan beginnen over pietluttige onderwerpen in plaats van constructief mee te denken (bv. Plaats van een logo). (kan nog specifieker)
13.2.2013 Concept 35
20
Betrokken bestuurders
DR-2. Drechtsteden Maak het arrangement aantrekkelijk voor bestuurders door hen bij concrete leermomenten van scholieren te betrekken en maak dan ook de verbinding met belangrijke bestuurlijke thema’s.
Context Wanneer er verschillende programma’s lopen Wanneer veel verschillende partijen als gemeenten en waterschappen zijn betrokken. *** Krachtenveld: Het idee dat bestuurders druk zijn en alleen benaderd kunnen worden voor belangrijke vergaderingen en besluiten laat kansen liggen. Bestuurders vinden het doorgaans leuk om in contact te zijn met jonge mensen. Leerprojecten zijn bij uitstek geschikt om verschillende portefeuilles van bestuurders te combineren. Leerprojecten bieden een kans om verschillende organisaties met elkaar in contact te brengen. Daarom: Breng jezelf regelmatig op de hoogte wat belangrijk is voor de bestuurders en sluit daarop aan. Knoop de partijen en programma’s aan elkaar. Doe dit niet alleen met de evidente wethouder, of dijkgraaf, maar kijk ook bewust naar rollen voor de andere teampartners. Ze willen allemaal contact met groepen slimme scholieren. Maak inzichtelijk voor de bestuurder wat je doet zodat deze het nut van NME ziet. Nodig hem/haar uit. Zorg dat hij/zij het NME resultaat “beleeft” door bv. een presentatie van enthousiaste scholieren, die duidelijk wat aan NME gehad hebben. Maak goede afspraken met de begeleidende docenten. Echter laat het project ook de eigen focus bepalen; je kunt niet álles doen. Plan bewust een persmoment voor de direct betrokken bestuurder. Vergeet echter de andere teampartners van het arrangement niet.
13.2.2013 Concept 36
In de kantlijn: Voorbeeld: In de Drechtstedenregio loopt het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, een deelprogramma van het landelijke Deltaprogramma dat gaat over “Waterveiligheid”. VWO leerlingen gaan aan de slag, ze gaan op excursie naar bv het Waterschap, en doen een project, waarvan ze het resultaat uiteindelijk presenteren aan de Heemraad, een wethouder en een projectleider van het Deltaprogramma. De link met natuur en milieu en water-educatie is evident en kan snel worden gelegd en benadrukt door het NME centrum.
13.2.2013 Concept 37
21
Maak anderen belangrijk
EM-1. Moerdijk Maak jouw doel aantrekkelijk door andere mensen, te helpen hún focus te vinden .
Context
Wanneer je anderen betrekt bij je initiatief Wanneer je initiatief succesvol begint te worden *** Krachtenveld: Beklijvende betrokkenheid van mensen bij een duurzaam initiatief ontstaat niet doordat ze een krachtige leider gaan volgen. Als je zelf nog niet precies weet wat je bereiken wilt, dan lijkt het op het eerste gezicht aantrekkelijk wanneer anderen jouw verhaal letterlijk overnemen. Maar het is de vraag of het je echt verder helpt. Een duidelijk doel is nodig om richting te geven aan het proces. Een duidelijk doel kan mensen ervan weerhouden te bedenken wat ze zelf belangrijk vinden. Snel groeiend enthousiasme voor een duurzaam initiatief moet niet verward worden met beklijvend enthousiasme voor een duurzaam initiatief.
Daarom: Zorg ervoor dat het duurzame initiatief andere mensen steeds helpt om dichter te komen bij hún innerlijke drijfveren. Houdt steeds scherp voor ogen wat je zelf belangrijk vindt en wat je wilt bereiken. Breng dit over op andere mensen, niet qua inhoud, maar qua passie. Dus: help andere mensen ook hun passie te vinden en te verwoorden. Wanneer dan de ander komt met een doel wat jouw doel ook dichterbij brengt, maak dan de verbinding concreet. Maak het vinden van de persoonlijke focus van anderen belangrijk en blijf dit doen.
Mensen gaan duurzaam samenwerken wanneer ze ervaren dat het project hen helpt hun eigen focus duidelijker te krijgen en hun doelen te bereiken. En wanneer ze weten dat ze de vorm en de middelen mogen kiezen die hen zelf passen. Nog uitwerken: gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: De initiatiefnemer van Energiek Moerdijk is Michael Daamen. Daarmee is hij het gezicht van het initiatief en belangrijk voor de groei. Tegelijkertijd weet hij dat het niet om hem zelf gaat. Het gaat er niet om dat mensen in Moerdijk ‘mee gaan doen met Michael’. Het gaat er wel om dat hij heeft ontdekt dat hij een passie heeft voor het gebied waar hij woont en dat hij daar iets mee wil doen. Die passie, die wordt door anderen herkend en zij worden geïnspireerd op zoek te gaan naar hun eigen passie voor het gebied. Zo ontstaat langzaam maar zeker een groepje mensen, dat vanuit de 13.2.2013 Concept 38
verbondenheid met hun leefomgeving, specifieke zaken op gaan pakken, zoals het opzetten van een lokale energie corporatie. Voor Michael is dat dansen op meerdere koorden. Hij houdt zich steeds voor dat het niet om hém gaat en ook zelfs niet om zíjn passie voor het gebied. Het gaat erom dat andere mensen er plezier in krijgen om zich opnieuw te verbinden met hun omgeving.
13.2.2013 Concept 39
22
Netwerk van ‘moestuintjes’
EM-2. Moerdijk Het duurzame netwerk bestaat uit initiatieven die dezelfde inspiratie delen en die daar op hun eigen plek zelf vorm aan geven.
Context:
Wanneer je ‘daar’ dezelfde beweging wilt stimuleren als ‘hier’ Wanneer het proces een nieuwe fase in gaat *** Krachtenveld: Een succesvol project op de ene locatie uitbreiden naar een andere locatie, maakt het eerste project groter, maar weerhoudt de nieuwe plek ervan om zelf de eigen passende ontwikkeling door te maken. Wanneer de drijvende kracht van het initiatief is ‘herverbinden met de eigen omgeving’, dan is dat ook de drijvende kracht achter een zusterproject in de buurt. Elke keer wanneer nieuwe mensen mee gaan doen in een al lopend project, dan doorlopen die zelf ook de eerste stappen van het project. Elk lokaal initiatief zoals een lokaal energiebedrijf heeft te maken met mensen met verschillende graden van betrokkenheid. Het ondersteunen van een duurzaam initiatief elders vergt een andere rol en andere interventies dan het stimuleren dat de mensen ‘daar’ met jouw initiatief hier gaan meedoen.
Daarom: Maak een netwerk van ‘moestuintjes’, door in elke leef kern steeds iemand te vinden met passie voor de eigen omgeving. Help vanuit het eerdere initiatief vervolgens de mensen op de nieuwe locatie hun eigen passende aanpak en oplossingen te vinden. Wanneer jouw duurzame initiatief groeit en steeds meer mensen gaan mee doen, houdt dan scherp voor ogen hoe je zelf begonnen bent. Houdt voor jezelf bij ‘wat’ je doet, maar ook ‘hoe’ je het doet. Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg; kies bewust voor een andere, ondersteunende rol wanneer je een nieuw initiatief elders van de grond helpt komen. Biedt de kaders en de structuur aan die in het eerdere initiatief reeds ontwikkeld zijn, maar stimuleer het volgende project de eigen passende invulling zelf te maken.
13.2.2013 Concept 40
Mensen werken aan vitale, duurzame netwerken, wanneer ze geïnspireerd raken door voorbeelden elders, maar steeds ook onderzoeken wat ze daar zelf mee te doen hebben. Nog uitwerken, andere patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn: Energiek Moerdijk is begonnen met een lokaal energiebedrijf in Steenbergen. Toen enkele tientallen mensen mee wilden gaan doen, kwam ook de vraag van mensen uit naburige kernen zoals Fijnaart, Willemstad, Klundert en Moerdijk of ze mee konden doen. Op het eerste gezicht was dat voor de initiatiefnemers heel aantrekkelijk. Het betekende immers meer handen die het werk konden doen en meer inkomsten om de startfase door te komen. Maar toen realiseerden de mensen van het eerste uur, dat het geen doel op zich was om zo snel mogelijk een zo groot mogelijke energie-inkooporganisatie te maken. Het lokale energiebedrijf was een middel om de mensen te helpen weer samen verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor het functioneren van hun eigen leefomgeving.
13.2.2013 Concept 41
23
Publieke startsessie
EM-3. Moerdijk Deel in een open presentatie je passie met de mensen en de organisaties in je omgeving en vraag om hulp.
Context:
Wanneer je weet wat je wilt, qua visie en doel. Wanneer je met een kleine groep mensen de goede woorden en taal gevonden hebt. Wanneer je een droom hebt die je alléén nooit kunt realiseren. *** Krachtenveld: Je kunt wachten met breed communiceren over je initiatief, totdat je precies weet wat je te doen hebt. Maar dan je je afsluiten voor creativiteit en inbreng van anderen. Zo loop je veel potentiële hulp en steun mis. Voor bezoekers en toehoorders is het voorgeschoteld krijgen van een inspirerende vraag veel aantrekkelijker dan het aanhoren van een dichtgetimmerde presentatie. Een complexe opgave is er bij gediend om ‘het hele systeem in de zaal’ uit te nodigen. Een fysieke ontmoeting van een brede groep belanghebbenden is een kans voor een ieder om het eigen oplossend/creërend vermogen te tonen. Een maatschappelijk initiatief dient ook maatschappelijk gecommuniceerd te worden. Zorg daarom voor een gemeenschappelijk referentiekader dat velen aanspreekt.
Daarom: Organiseer vroeg in het proces een grote bijeenkomst, waar de belangen in de volle bandbreedte vertegenwoordigd zijn en waar bezoekers en deelnemers zich welkom voelen om zich te identificeren met de initiatiefnemers. Zorg voor een verzorgde ruimte, een strakke agenda en een bekwame voorzitter. 13.2.2013 Concept 42
Nodig mensen uit die ‘energie’ hebben en stuur aan op variatie: jonger, ouder, man-vrouw, burgers, ondernemers, mensen van instellingen en de overheid, critical friends en supporters. Maak de onderwerpen klein en specifiek, liefs persoonlijk. Nodig aan het einde de mensen uit om mee te gaan doen, al is het met kleine stapjes.
De grote startbijeenkomst is een statement; dat het maatschappelijk project niet ‘van een paar fanaten’ is, maar van de gemeenschap. Nog uitwerken: Gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. In de kantlijn. Het initiatief Energiek Moerdijk bracht op 11 oktober 2012 bij haar startbijeenkomst zo’n 160 mensen op de been. Ze maakten kennis met de initiatiefnemers en wisselden ideeën uit over lokale energie opwekking, slim inkopen, etc. Er was groot enthousiasme in de zaal: vele bedrijven, burgers en instellingen wilden meedoen. Daags na de bijeenkomst waren er tientallen aanmeldingen voor verschillende werkgroepjes. Dat was een geweldig succes. Voor het opzetten van een lokale energiecorporatie moeten veel zaken op poten worden gezet. Je moet ook elkaar blijven informeren; er moeten besluiten worden genomen, een administratie is onontbeerlijk, enz. Het organisatiemodel dat voor de hand lag was: een centrale coördinatiegroep, met daaromheen vier functionele werkgroepen en daarnaast nog een adviesteam. De gesprekken in de eerste bijeenkomsten waren zeer geanimeerd. Er waren veel praktische voorstellen en de betrokkenheid was groot.
13.2.2013 Concept 43
24
Gebiedsonderneming
EM-4. Moerdijk De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het eigen gebied nemen de mensen samen.
Context:
Wanneer het gebied bedreigd wordt door belangen van elders Wanneer de mensen anonimiteit ervaren in hun omgeving Wanneer de mensen alleen nog tijd en geld investeren buiten het gebied *** Krachtenveld: Zonder zorg en aandacht verwordt het dorp, de wijk, de regio tot een lege ruimte waar niemand meer om geeft. Eigenaarschap en verantwoordelijkheid begint bij de persoonlijke verbondenheid van mensen Een onderneming stelt de eigen continuïteit centraal en exploiteert daarvoor grondstoffen Een gebied moet groot én klein genoeg zijn om samenhang en kringlopen te organiseren. Lokale wederkerigheid, identiteit en synergie zijn oneindige grondstoffen De potentie van het gebied zit in de mensen die er zijn, in de kwaliteit van de bodem, en in de stromen die er doorheen gaan (energie, water, voedingsstoffen), maar ook in de geschiedenis of in gespecialiseerde dienstverlening, zoals zorgfuncties of het beheer van de openbare ruimte.
Vertaal als gemeenschap de kernkwaliteit van je eigen gebied in fysieke processen die waarde toevoegen. Stel het verhaal van het gebied centraal en richt je op de regie die de uitvoering mogelijk maakt, maar laat de feitelijke uitvoering over aan anderen. Bepaal met een groep betrokken mensen, wat de logische grens van het gebied is, zodanig dat de eigen identiteit zich vanzelfsprekend onderscheidt van naburige gebieden. Formuleer samen ‘het verhaal van het gebied’ en zoek naar thema’s, kansen die vragen om opgepakt te worden. 13.2.2013 Concept 44
Maak een eenvoudige business case die bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van het gebied. Houdt plezier in het voeren van regie en laat de uitvoering over aan anderen; wordt héél ondernemend, maar geen ondernemer.
Wanneer gelijkgestemden in een gebied elkaar vinden en hun krachten bundelen, ontstaat een enorme potentie. Met de betrokkenheid, het wederzijds vertrouwen en de passie van het netwerk of de coöperatie kunnen zaken worden bereikt die anders onmogelijk leken. Gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. Nog uitwerken. In de kantlijn. Respect voor het landschap en de mensen die dat in de loop van de tijd hebben gemaakt. Dat is wat het initiatief Energiek Moerdijk drijft. De mensen ervaren een ontwikkeling van ontheemding: steeds meer bedrijven vestigen zich in Moerdijk, maar vele werknemers wonen er niet. Het is voor gewone burgers ingewikkeld geworden om je verbonden te voelen met de omgeving waarin je woont. Die ontwikkeling wil Energiek Moerdijk omkeren. Het gaat erom dat de mensen weer gaan zien dat het de moeite waard is om verantwoordelijkheid te nemen voor de dingen die in je directe omgeving gebeuren en je er ook voor in te zetten. Het beginnen van een lokaal energiebedrijf is een middel, wat helpt om het doel te bereiken. Energiek Moerdijk stelt de worteling van de gemeenschap centraal en wordt dus zelf geen onderneming: dat laat men over aan anderen.
13.2.2013 Concept 45
25
Nieuwe ‘polders’
EM-5. Moerdijk Maak samen de passende bescherming tegen de bedreigingen, die groter zijn dan je lokaal aan kunt . Illustratie: Context:
Wanneer het klimaat verandert en overstroming dreigt (letterlijk en figuurlijk) Wanneer het klagen de overhand neemt Wanneer *** Wanneer de overheid of een multinational acties onderneemt die ten koste gaan van jouw gebied, dan helpt klagen niet. Afspraken tussen Europa en de rijksoverheid kunnen op lokaal niveau schadelijke effecten hebben. Elk proces werkt op een eigen schaalniveau. Op andere schaalniveaus zijn er altijd neveneffecten, die vaak onbedoeld zijn. Wanneer een grootschalige beleidsmaatregel niet leidt tot reactie op het lagere schaalniveau, dan is het voor de eigenaar van het grote proces bijna onmogelijk daar goed rekening mee te houden. Voor bescherming tegen hoog water, en meer nog: voor het creëren van meer leefruimte maakten mensen van oudsher polders daar waar het kon.
Organiseer samen met de mensen in het gebied de eigen belangen en verbindt die met de belangen op hogere schaalniveaus. Maak oplossingen die de schadelijke neveneffecten van grootschalige ingrepen beperken en zo mogelijk tot synergie leiden. Water neemt de weg van de minste weerstand; beleidsmaatregelen ook. Wanneer je lokaal geen weerstand organiseert, dan geef je ook ruim baan aan top down interventies. Grote organisaties die sectorale doelen nastreven zijn niet uitgerust om specifieke gebiedskwaliteiten te herkennen. Daar moeten ze dus mee geholpen worden. Methoden zoals de mutual gains approach, laten zien dat partijen met belangen op verschillende schaalniveaus elkaar vaak veel te bieden hebben, mits ze dezelfde taal gaan spreken. Bepaal eerst wat (lokaal) echt belangrijk is voor je zelf en kijk dan wat je te bieden hebt in het proces van de grootschalige speler.
In de kantlijn. In de directe omgeving van Moerdijk worden de komende jaren tientallen grote molens geplaatst. Dat is het gevolg van het akkoord tussen rijk en provincies over het terugdringen van CO2 uitstoot en het stimuleren van hernieuwbare energiebronnen. Deze turbines worden neergezet door de grote energiemaatschappijen, die er niet alleen (gesubsidieerd) energie mee produceren, maar ook certificaten waarmee ze elders weer kolencentrales kunnen bouwen. Dit energie- en klimaatprogramma staat haaks op de initiatieven voor lokale energiebedrijven. Voor de burgers en de lokale bestuurders is dat verwarrend. Enerzijds stimuleert de provincie de regio zelf haar vitale ontwikkeling ter hand te nemen, anderzijds overvalt de provincie de regio met grootschalige interventies waar de regio geen of nauwelijks voordeel van heeft. 13.2.2013 Concept 46
26
Excellent ondersteunen leren
EM-6. Moerdijk. Maak schaalvergroting en operational excellence dienstbaar aan de duurzame ontwikkeling van het gebied en de gemeenschap. Illustratie: PM Context:
Wanneer het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden Wanneer enthousiasme en betrokkenheid niet voldoende zijn voor verdere groei Wanneer het moeten en het willen vertraagd worden door het kunnen *** Betrokken en enthousiaste vrijwilligers leggen het af tegen de leveringszekerheid en de kosteneffectiviteit van grote anonieme leveranciers. Schaalvergroting zorgt voor de kritische massa, die nodig is om een goed product te leveren. De focus op de eigen processen blokkeert bedrijven zich duurzaam te verbinden met de gemeenschap. De gemeenschap is het resultaat van aanhoudende aandacht voor en vertrouwen in elkaar. Betrokkenheid en enthousiasme van burgers zijn wel bindende factoren, maar ze leiden niet tot de praktische prestaties die aantrekkelijk zijn voor nieuwe deelnemers.
Accepteer dat je voor de succesvolle ontwikkeling van je initiatief altijd kwaliteiten nodig hebt die je zelf niet hebt. Stel duidelijke eisen op voor de uitvoering van je initiatief en maak een trainingsprogramma. Vorm eerst een democratisch gekozen bestuur van het burgerinitiatief Bepaal concreet en nauwgezet aan welke eisen de uitvoering en de uitvoerders moeten voldoen. Zoek gelijkgestemde besturen elders en maak samen de eigen uitvoeringsorganisatie. Zet een leer- en trainingsprogramma op voor mensen in de eigen gemeenschappen, die geïnteresseerd zijn in en geschikt voor de uitvoering.
Gerelateerde patronen: deze patronen helpen bij het begrijpen en toepassen van dit patroon. Nog uitwerken. In de kantlijn: Energiek Moerdijk loopt tegen het dilemma aan: bedrijfsmatig opereren is een must en het maken van kritische massa ook. Maar hoe dat te doen zonder de oorspronkelijke doelen uit het oog te verliezen? 1: Als men lokaal aan de slag gaat dan moet daar wel een continuïteit-garantie liggen die beantwoordt aan de lokale vraag. Deze lokale vragen zullen voor 80% hetzelfde zijn als de vragen die elders voorliggen en daarom is het goed samen te werken om niet overal het wiel uit te lopen vinden met veel lokale vrijwilligers in een complexe materie. Dat laatste is vragen om problemen, vroege uit- en afvallers door het niet kunnen maken van de stap naar professionaliteit zonder direct de noodzaak te hebben lokaal met betaalde krachten te werken. 2: Lokaal wil men graag lokale duurzame productie koppelen aan lokale afname door leden van de lokale EC. Hiertoe is een leveringsvergunning voor energie noodzakelijk (anders mag je niet eens leveren) en een administratiekantoor die de inkoop en levering verzorgt. Omdat dit een te complex, te duur en te risicovolle opgave voor een lokale coöperatie is, is samenwerking via een gezamenlijke backoffice een noodzaak. Het geheel onderbrengen bij een bestaande energieleverancier en of andere commerciële dienstverlener geeft daarbij niet de juiste antwoorden op de vragen die de lokale initiatieven hebben maar stuit juist op conflicterende belangen. Het zelf organiseren is een noodzaak.
13.2.2013 Concept 47
3: De huidige energierekening is een financieringsbron voor energie-reducerende en producerende maatregelen door de kleinverbruiker. Het kunnen ‘aanhangen’ van financieringen met lokaal geld (eigen en vreemd) is daarbij een must om ook mensen met een smalle beurs de mogelijkheid te geven mee te doen. De betalingszekerheid van de energierekening is hoog, misschien wel een van de hoogste in NL (men betaalt eerder de huur/hypotheek niet dan de energierekening niet). Omdat alle lokale EC’s te maken krijgen met de financieringsvraag en de energieleveringsvraag is het goed deze dienst gezamenlijk door de lokale coöperaties in eigen beheer te ontwikkelen en te koppelen. 4: De lokale EC’s moeten hun leden wat te bieden hebben. Naast het collectief inkopen van zonnepanelen is de huidige energierekening een basis om een voordelig maar toch duurzaam en gelijk eigen aanbod te doen. Door samen te werken kan op basis van kostenoptimalisatie al gauw een voordeel georganiseerd worden van enkele honderden euro’s per jaar per lid waar het gaat om de leden die nog ‘slapen’ en dat gaat al gauw om 70% van alle energieklanten. De combinatie van een goed betaalbaar aanbod en de mogelijkheden ook uitgangspunt 2 en 3 te combineren maakt een gezamenlijke back-office die stuurt op kostenoptimalisatie noodzakelijk.
13.2.2013 Concept 48