Patiëntenparticipatie cultuurpeiling 2014 Resultaten en goede praktijkvoeringen Prof. dr. Ann Van Hecke Prof. dr. Kristof Eeckloo Simon Malfait
Situering Kadert in het ondersteuningsplan bij het uitvoeren van het meerjarenprogramma “Coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 20132017” van de FOD Volksgezondheid en heeft 4 doelstellingen: 1) inzicht te bieden in de mate van patiëntenparticipatie op afdelingen in het algemeen en met bijzondere aandacht voor patiëntenparticipatie gelinkt aan patiëntveiligheid;
2) goede praktijkvoeringen m.b.t. patiëntenparticipatie in kaart te brengen; 3) een basis te bieden voor het opzetten van verbeteringstrajecten m.b.t. patiëntenparticipatie;
4) resultaten van de peiling te kunnen vergelijken met de resultaten van de Vlaamse Patiënten Peiling.
Vragenlijst Bevat 3 niveaus van patiëntenparticipatie: 1. De patiënt goed informeren over alles wat hem aanbelangt, zonder dat hij noodzakelijk zelf echt inbreng heeft.
2. De patiënt raadplegen bv. door te vragen wat zijn verwachtingen zijn bij het ontslag, via een tevredenheidsonderzoek. De zorgverlener kan met deze adviezen rekening houden, maar kan hiervan ook beargumenteerd afwijken. 3. De patiënt laten meebeslissen over zaken die zijn eigen situatie of die van andere patiënten aanbelangen. De patiënt heeft de mogelijkheid om zelf de regie in handen te nemen. → Met specifieke klemtoon op patiëntveiligheid
Doelgroep • Hulpverleners verbonden aan de directe patiëntenzorg/klinische zorg • > 6 maand werkzaam (affiniteit) • C-, D-, G-, M-, Sp-, - diensten Analyse op afdelingsniveau • Minstens 5 deelnemers per afdeling • Bij voorkeur multidisciplinaire samenstelling
Rapportering Vandaag: algemene resultaten Midden december: feedback per ziekenhuis
Toekomst: koppeling VPP & uitbreiding Vertaling
Cultuur peiling Vlaamse Patiëntenpeiling
Patiëntenparticipatiecultuurpeiling 2014 (AZ’s)
Patiëntenparticipatiecultuurpeiling (AZ’s)
Patiëntenparticipatiecultuurpeiling (PZ’s)
Patiëntenparticipatiecultuurpeiling (PZ’s)
Programma 13u30 tot 14u15:
Patiëntenparticipatiecultuur peiling in ziekenhuizen: de resultaten Simon Malfait
14u15 tot 15u15:
Goede praktijken Deel 1
15u15 tot 15u45:
pauze
15u45 tot 16u45:
Goede praktijken Deel 2
16u45 tot 17u00:
Voorstelling van het verbeteringstraject Prof. Dr. Ann Van Hecke
Patiëntenparticipatie tijdens het revalidatieproces • Mevr. An De Baeremaeker • Hoofdverpleegkundige Reva 1 • UZ Gent • 4-wekelijkse samenkomst tussen team en patiënt (micro-niveau) • Evaluatie en opzetten doelstellingen • Informeren, raadplegen en (mee-)beslissen
“Van Pit tot Peer”: samen sterker worden door betekenisvol omgaan met de eigen ervaringskennis. • dhr. Bart Debyser en mevr. Martine Voet • Verpleegkundige en ervaringsmedewerker • Sint-Jozefkliniek, Pittem • Ervaringsdeskundigheid bevorderen binnen klinisch werkveld en onderwijs • Informeren, raadplegen en (mee-)beslissen
Tevredenheidsonderzoek (TVO) op mesoniveau • Mevr. Virginie Meesseman • Kwaliteitscoördinator en interne ombudsvrouw • Psychiatrisch Ziekenhuis Heilig Familie, Kortrijk • Tevredenheidsonderzoek met terugkoppeling naar de patiëntengroep • Bespreking en terugkoppeling van acties • Informeren en raadplegen op meso-niveau
Experience-Based Co-Design, een pilotstudie uit Amsterdam • Dr. Linda Zandbelt • Medewerkster afdeling Kwaliteit & Proces Innovatie (KPI) • AMC, Amsterdam • Patiënten en zorgverleners stellen samen prioriteiten voor verbetering en ontwerpen vervolgens samen verbeteringen • Pilotstudie met personen met sikkelcelziekte
Patiëntenparticipatie cultuur peiling 2014 Resultaten van het online self-asssementtool voor Algemene Ziekenhuizen (AZ’s) Prof. dr. Ann Van Hecke Prof. dr. Kristof Eeckloo Simon Malfait
Gelieve bij gebruik als volgt te refereren : Van Hecke A., Malfait, S., Van Belleghem S., Schouppe, L., Van Daele, J., Eeckloo, K. (2014) Patiëntenparticipatiecultuur Peiling 2014 Meerjarig programma Patiëntveiligheid (20132017). Universiteit Gent.
Overzicht Inleiding Persoonsgegevens respondenten Patiëntenparticipatiecultuur A. Patiëntenparticipatiecultuur op de afdeling B. Competenties zorgverleners C. Ondersteuning D. Middelen E. Communicatie F. Gebruikte methode voor patiëntenparticipatie 4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid A. Overtuigingen en ervaringen m.b.t. patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid B. Patiëntenparticipatie en topics patiëntveiligheid 5. Inventaris van goede praktijkvoering i.h.k.v. patiëntenparticipatie
Structuur van de vragenlijst
1. 2. 3.
Analyse op ziekenhuisniveau
Analyse op algemeen niveau
1. Inleiding (1) 15 deelnemende ziekenhuizen •13 afdelingen zonder respondenten (n=0) verwijderd
162 afdelingen
•duplicaten verwijderd (n=17) •onvolledige vragenlijsten verwijderd (n=0)
1329 vragenlijsten
• Vragenlijsten (n=83) verwijderd van afdelingen (n=33) die inclusiecriterium niet haalden
1266 vragenlijsten
1. Inleiding (2) Wat kunt u vandaag verwachten: Weergave descriptieve resultaten per thema Weergave opmerkelijke vaststellingen tussen themata (univariaat) Test van modellen (multivariaat) Wat kunt u verwachten voor 15 december: Rapport per ziekenhuis indien geen deelname aan peiling VPP Ziekenhuizen die ook deelnamen aan de peiling van de VPP kunnen gecombineerd rapport verwachten februari/maart 2015
1. Inleiding (3) Inhoud rapport: Descriptieve data m.b.t. de deelnemers en afdelingen Verhouding van het desbetreffende ziekenhuis t.o.v. de andere deelnemende ziekenhuizen voor de thema’s van patiëntenparticipatie Verschillend tussen de afdelingen in het eigen ziekenhuis m.b.t. patiëntenparticipatie Suggesties voor bijkomende analyses kunnen gemeld worden op het einde van de lezing of via e-mail (
[email protected])
1. Inleiding (4) 2 kernvragen: • Hoe goed scoren de Vlaamse ziekenhuizen op het vlak van patiëntenparticipatie volgens hun eigen perceptie? • Hoe goed scoren de Vlaamse ziekenhuizen op het vlak van betrekken van patiënten bij patiëntveiligheid volgens hun eigen perceptie? (En welke factoren beïnvloeden deze percepties?)
Maar speelt mijn leeftijd een rol?
Moet ik meer gaan werken om het beter te doen?
Of het ziekenhuis waar ik werk?
Of mijn beroep? Hulpverleners staan er voor open u te betrekken in patiëntveiligheid!
Of de dienst waar ik werk?
Of mijn opleidingsniveau?
…
Voor patiëntenparticipatie scoren we in Vlaanderen meer dan aanvaardbaar!!!
Overzicht Inleiding Persoonsgegevens respondenten Patiëntenparticipatiecultuur A. Patiëntenparticipatiecultuur op de afdeling B. Competenties zorgverleners C. Ondersteuning D. Middelen E. Communicatie F. Gebruikte methode voor patiëntenparticipatie 4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid A. Overtuigingen en ervaringen m.b.t. patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid B. Patiëntenparticipatie en topics patiëntveiligheid 5. Inventaris van goede praktijkvoering i.h.k.v. patiëntenparticipatie
Structuur van de vragenlijst
1. 2. 3.
2. Persoonsgegevens van de respondenten (1) 65,4 %
Beroepsgroep (%)
11,4 %
10,8 %
9,2 %
3,2 %
2. Persoonsgegevens van de respondenten (2) Geslacht (%) 18,1
Man Vrouw
81,9
2. Persoonsgegevens van de respondenten (3) 100% 90%
38,89%
80% 70% 60%
85,16%
50%
85,43%
99,18%
40%
97,67%
61,11%
30%
Vrouw
20% 10% 0%
14,84%
0,82%
14,57%
2,33%
Man
2. Persoonsgegevens van de respondenten (4) Kenletter dienst (%)
Leeftijd (%)
C-afdeling 10,0
1,7
31,1
10,7
D-afdeling G-afdeling
25,9
30,2
14,7
45 -54 jaar
SP-afdeling 24,9 Gemengd C en D
25 - 34 jaar 35 -44 jaar
M-afdeling
31,9
< 25 jaar
8,1
10,8
> 55 jaar
2. Persoonsgegevens van de respondenten (5) Tewerkstelling(%)
Leidinggevend (%)
Deeltijds: minder of gelijk aan 50%
8,7 33,8
17,8 Ja
Deeltijds: meer dan 50%
Nee
Voltijds
57,6
82,2
Diplomaniveau (%) 19,1
2,8
23,7 Graduaat Bachelor Master en hoger Secundair onderwijs
54,4
2. Persoonsgegevens van de respondenten (6) 45 VV ZORG
40
Aantal afdelingen
35
VV PARA ZORG VV ARTS ZORG
VV PARA
30 25 20
VV
15
VV ARTS
VV ARTS PARA VV ARTS PARA ZORG
10 5
0 1 beroepsgroep
2 beroepsgroepen
3 beroepsgroepen
4 beroepsgroepen
Aantal beroepsgroepen per geïncludeerde afdeling VV=verpleegkundige/vroegkundige – ARTS=arts-specialist in opleiding – PARA= paramedici – ZORG= zorgkundige/verpleegh./log. medewerker
Self-assessment
Demografische gegevens
Hoe beoordeelt u in het algemeen de mate van patiëntenparticipatie op uw afdeling? Leeftijd Kenletter dienst Beroepsgroep Tewerkstellingspercentage Leidinggevende functie of niet Opleidingsniveau Ziekenhuis (n=15)
Hoe staat u t.o.v. het betrekken van patiënten bij patiëntveiligheid?
Ervaart u het als positief indien patiënten vragen stellen over specifieke topics m.b.t. patiëntveiligheid?
Overzicht Inleiding Persoonsgegevens respondenten Patiëntenparticipatiecultuur A. Patiëntenparticipatiecultuur op de afdeling B. Competenties zorgverleners C. Ondersteuning D. Middelen E. Communicatie F. Gebruikte methode voor patiëntenparticipatie 4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid A. Overtuigingen en ervaringen m.b.t. patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid B. Patiëntenparticipatie en topics patiëntveiligheid 5. Inventaris van goede praktijkvoering i.h.k.v. patiëntenparticipatie
Structuur van de vragenlijst
1. 2. 3.
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Afdeling” Excellent
Gemiddelde
Zeer goed
M-diensten C-diensten c-diensten
SP-diensten D-diensten Gemengd C en D
Aanvaardbaar
G-diensten
Zwak
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
*
11
12
13
14
*
15
Ziekenhuis
*2 ziekenhuizen scoren significant minder dan de andere ziekenhuizen.
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Afdeling” • Significant verschil tussen inschatting patiëntparticipatie o.b.v. de kenletter van de dienst: – C-, M- en Sp-diensten scoren het hoogst. – G-diensten scoren het minst.
• De inschatting is verschillend tussen de hulpverleners o.b.v. tewerkstellingsgraad. • De scores op de inschatting van patiëntenparticpatie verschillen o.b.v. competenties ‘informeren’, ‘raadplegen’ en ‘beslissen’
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Afdeling” Verpleegkundigen geven significant een mindere score dan vroedkundigen. Zeer goed
zorgk./verpleegh./ log. mede.
vroedkundige
arts-specialist verpleegkundige
aanvaardbaar
paramedici
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Afdeling” De mate waarin patiëntenparticipatie op een afdeling besproken wordt
26%
19%
55%
Op onze afdeling wordt nooit of zelden gesproken over het thema Op onze afdeling is patiëntenparticipatie soms een gespreksthema Op onze afdeling komt het thema patiëntenparticipatie regelmatig aan bod
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Afdeling” 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Op onze afdeling komt het thema patiëntenparticipatie regelmatig aanbod op een formeel overlegmoment Op onze afdeling is patiëntenparticipatie soms een gespreksthema
Op onze afdeling wordt nooit of zelden gesproken over het thema
Excellent
Zeer Goed Aanvaardbaar
Zwak
Zeer zwak
Er is een significant verschil in de mate van patiëntenparticipatie op een afdeling o.b.v. de mate waarin het thema aan bod komt op een afdeling
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Competenties” Ik voel me competent om ... 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
46,2 %
43,8 %
30,3 % Helemaal akkoord Eerder akkoord
Eerder niet akkoord
59,8 %
50,3 %
53,0 %
Helemaal niet akkoord
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Competenties” • Hulpverleners met een hogere opleiding voelen zich competenter om aan patiëntenparticipatie te doen. • Zorgkundigen/verpleeghulpen/log. med. voelen zich het minst competent, artsen en paramedici het meest. • Voltijdse medewerkers voelen zich competenter dan niet voltijdse medewerkers. • Medewerkers die een opleiding m.b.t. patiëntenparticipatie gevolgd hebben, voelen zich competenter. • Naarmate zich men meer ondersteund voelt, voelt men zich competenter • Leidinggevenden voelen zich competenter • Hulpverleners van G-diensten voelen zich minder competent
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Competenties” De groep die aangeeft over minder competenties te beschikken vraagt niet significant meer opleiding over patiëntenparticipatie. De groepen die wel om opleiding vragen, vragen doelgericht naar: Thema
Specificaties
n
%
Communicatietechnieken
Gesprekstechnieken en non verbale technieken. Onder andere gericht op 100 het doorbreken van weerstand, assertiviteitstraining van de hulpverlener, motivationele gespreksvoering. Speciale aandacht voor het slecht nieuws gesprek.
14,2%
Praktische handvaten en vertaling naar het klinisch werkveld
Leren uit voorbeelden - aandachtspunten en valkuilen - praktische tools 92 om patiëntenparticipatie te implementeren.
13,1%
Grenzen aan patiëntenparticipatie Verscheidene vragen over de grenzen aan patiëntenparticipatie.
89
12,6%
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Ondersteuning” 1.1 Het ziekenhuismanagement zorgt voor een werkklimaat dat patiëntenparticipatie bevordert. 1.9 Mijn supervisor bracht reeds externe samenwerkingsverbanden met patiëntenorganisaties tot stand (bv. samenwerken met zelfhulpgroepen).
3,40 3,20
3,00
1.2 De acties van het ziekenhuismanagement illustreren dat patiëntenparticipatie een topprioriteit is.
2,80 2,60
1.8 Mijn supervisor is persoonlijk betrokken bij het uitwerken van een missie/visie rond patiëntenparticipatie.
1.3 Mijn supervisor heeft een positieve houding ten opzichte van patiëntenparticipatie op de afdeling.
2,40 2,20 2,00
1.7 Medewerkers en collega’s steunen elkaar / moedigen elkaar aan om patiënten te betrekken in de zorg. 1.6 Mijn supervisor maakt resultaten van patiëntenparticipatie zichtbaar op de afdeling.
Gemiddeld
Arts-specialist (in opleiding)
1.4 Mijn supervisor toont waardering wanneer we patiënten laten participeren in de zorg. 1.5 Mijn supervisor houdt rekening met suggesties van medewerkers/collega’s om de mate van patiëntenparticipatie op de afdeling te verbeteren.
< 35 jarigen
Master
Leidinggevenden
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Ondersteuning” • Arts-specialisten ondervinden minder steun van supervisor en collega’s. • Het gevoel van ondersteuning is verschillend tussen de ziekenhuizen, 1 ziekenhuis scoort lager Geen verschil o.b.v. kenletter • < 35 jarigen ondervinden meer steun dan hun oudere collega’s (algemeen, supervisor, collega’s) • Masters ondervinden minder steun (ook binnen beroepsgroep VPK en VV) • Leidinggevenden ervaren minder ondersteuning (supervisor, collega’s en algemeen)
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Middelen” 1.1 Onvoldoende bestaffing remt patiëntenparticipatie af. 4,00 3,00 2,00 1.4 Patiëntenparticipatie leidt op lange termijn tot tijdswinst in de algemene zorgorganisatie.
1,00
1.2 De drukte op de afdeling bepaalt de mate van patiëntenparticipatie.
Gemiddeld Leidinggevenden 1.3 Patiëntenparticipatie leidt op korte termijn tot tijdsverlies in de individuele zorg voor de patiënt.
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Middelen” • Leidinggevenden zijn minder akkoord dat onvoldoende bestaffing of drukte op de afdeling patiëntenparticipatie afremmen of verminderen. • Verschillende scores op KT- en LT-stellingen geven verschillende scores naar patiëntenparticipatie • Tussen de ziekenhuizen was enkel voor de KTstelling een verschil op te merken. • Binnen de ziekenhuizen waren er verschillen voor alle 4 de stellingen.
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Communicatie” 1400 1200 1000 800 600 400
Altijd Meestal
200
Soms
0
Nooit Dat is niet mijn taak
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Communicatie” • Hulpverleners van M- en C-diensten > D diensten en G diensten • Leidinggevenden > niet leidinggevenden • Artsen > Vroedk.> verpleegk.>paramedici> zorgk. • Master>bachelor>graduaat>middelbaar onderw. • Hulpverleners die de patiënt meer informeren, zullen de patiënt meer raadplegen en laten de patiënt ook meer (mee-)beslissen. • -35 jarigen informeren de patiënt minder.
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Communicatie” Met uitzondering van de artsen werden volgende 8 taken meest beschreven over alle beroepsgroepen als “dit is niet mijn taak”: 30,00% 25,00%
Zorgkundige/verpleeghul p/Log. medewerkers
20,00%
Paramedici
15,00%
Verpleegkundige 10,00% 5,00% 0,00%
Vroedkundige
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Communicatie” In welke mate ervaart u volgende patiëntenkenmerken als een drempel voor patiëntenparticipatie?
2.1 Anderstaligheid 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50
2.4 Sociale context
1,00
2.2 Cognitieve problemen Gemiddeld Artsen
2.3 Culturele context
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Communicatie” Anderstaligheid: Artsen zien “anderstaligheid” minder als een drempel voor patiëntenparticipatie in vergelijking met verpleegkundigen en vroed-vrouwen. -35 jarige ervaren hierin een grotere drempel. Cognitieve problemen: Artsen schatten “cognitieve problemen” eerder in als een drempel voor patiëntenparticipatie t.o.v. zorgkundigen, vroed-vrouwen en verpleegkundigen. Sociale context: Artsen zien “sociale context” meer als een drempel voor patiëntenparticipatie dan verpleegkundigen, vroedvrouwen en paramedici.
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Communicatie” In welke mate wordt het door de hulpverlener positief ervaren indien patiënten vragen stellen over: 3.1 Hoe lang ze in het ziekenhuis moeten verblijven. 4,00
3,00
3.5 Hoe een bepaalde procedure (bv. onderzoek, behandeling, techniek) verloopt.
2,00
3.2 Hoe lang hun pijn zal aanhouden.
1,00
3.4 Wanneer ze hun normale activiteiten kunnen hernemen.
3.3 Welke signalen er kunnen op wijzen dat hun genezing niet verloopt zoals het zou moeten.
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Communicatie” In welke mate wordt het door de hulpverlener positief ervaren indien patiënten vragen stellen over: • -35 jarigen < 35-45 jarigen < + 45 jarigen, ook binnen de beroepsgroepen van verpleegkundigen, artsen en zorgkundigen • Bachelors en master scoren hoger • M-diensten scoren hoger dan G- en D-diensten • Leidinggevenden scoren hoger
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Methodes” 100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00%
Wordt toegepast
10,00% 0,00%
Meerwaarde
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*Meerwaarde van de methode wordt significant hoger ingeschat door leidinggevenden *Ook indien ze niet worden toegepast
3. Patiëntenparticipatiecultuur “Methodes” De toepassing van onderstaande methodes gaf hogere scores qua patiëntenparticipatie: • Individueel interview • Informatiebijeenkomsten • Eigenkracht conferentie • Zelfhulpgroepen • Patiëntendagboek • Spiegelbijeennkomst • Participatie in werkgroepen of commissies • Patiëntenpanel/focus groep • Observatie met de patiënt Opmerkelijk is dat ‘vragenlijst’ en ‘klantwenskaart’ ontbreken.
Overzicht Inleiding Persoonsgegevens respondenten Patiëntenparticipatiecultuur A. Patiëntenparticipatiecultuur op de afdeling B. Competenties zorgverleners C. Ondersteuning D. Middelen E. Communicatie F. Gebruikte methode voor patiëntenparticipatie 4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid A. Overtuigingen en ervaringen m.b.t. patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid B. Patiëntenparticipatie en topics patiëntveiligheid 5. Inventaris van goede praktijkvoering i.h.k.v. patiëntenparticipatie
Structuur van de vragenlijst
1. 2. 3.
4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid 3,9 Positieve houding t.o.v. betrekken van de patiënt bij patiëntveiligheid *
3,7 3,5 3,3 Score
houding t.o.v. specifieke patiëntveiligheidsthema's*
3,1 2,9 Ik voel me voldoende competent om patiënten te betrekken bij aspecten m.b.t. patiëntveiligheid.
2,7 2,5
0
1
2
3
4
5
6
7 8 9 Ziekenhuis
10
11
12
13
14
15
4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid “Overtuigingen en ervaringen” 1.10 Ik voel me voldoende competent om patiënten te betrekken bij aspecten m.b.t. patiëntveiligheid.
1.1 Ik ervaar het als positief dat patiënten vragen stellen of suggesties geven m.b.t. patiëntveiligheid. 3,4 3,2 3
1.2 Ik stimuleer patiënten om vragen te stellen m.b.t. patiëntveiligheid.
2,8 1.9 Een grotere rol geven aan de patiënt kan een negatieve impact hebben op de relatie tussen de patiënt en de zorgverlener.
2,6 2,4 2,2
1.3 Ik vind het belangrijk dat patiënten geïnformeerd worden over de algemene resultaten die we in het ziekenhuis behalen
Gemiddelde
G-diensten
2 1.8 Ik vind het ongepast om patiënten te belasten met aspecten van patiëntveiligheid.
1.4 Ik vind het belangrijk dat patiënten geïnformeerd worden over een patiëntveiligheidsincident
1.5 Patiënten moeten aangemoedigd worden om eigen notities en aantekeningen in het kader van patiëntveiligheid
1.7 Ik heb de indruk dat patiënten durven vragen stellen m.b.t. patiëntveiligheid. 1.6 Ik heb de indruk dat patiënten op onze afdeling (mede-) verantwoordelijkheid willen nemen
<35 jarigen
4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid “Overtuigingen en ervaringen” • - 35 jarigen scoren minder dan oudere collega’s, zowel qua competenties als algemene houding • G-diensten staan minder positief t.o.v. maar voelen zich wel even competent om de patiënt te betrekken bij patiëntveiligheid • Master en bachelors zijn positiever m.b.t. het betrekken van de patiënt • Leidinggevenden zijn positiever maar voelen zich niet competenter t.o.v. niet leidinggevenden
4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid “Topics patiëntveiligheid”
Duid aan in welke mate u het als positief ervaart dat de patiënten vragen stellen over of moeten 1.1 Of de medicatie die de aangemoedigd worden volgende zorgverlener aan hen geeft wel zaken aan de zorgverlener te melden: de juiste medicatie is. 3,80 2.4 Indien hun identificatiebandje werd verwijderd of ontbreekt.
3,60
1.2 Wat de naam van de zorgverlener is en wat deze bij hen komt doen.
3,40 3,20 2.3 Indien ze denken dat hun wonde geïnfecteerd is.
3,00
2.2 Indien ze hun resultaten van hun onderzoek nog niet ontvangen hebben.
1.3 Waarom een zorgverlener een apparaat (bv. monitoring toestel) wegneemt.
1.4 Of de zorgverlener zijn/haar handen ontsmet/gewassen heeft. 2.1 Indien ze denken dat er een fout is gebeurd in de zorg die ze krijgen.
Gemiddeld < 35 jaar Minder competent
4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid “Topics patiëntveiligheid” • • • • •
-35 jarige scoren minder Er zijn geen verschillen tussen diensten Er is een verschil o.b.v. opleidingsniveau Leidinggevenden zijn positiever Geen verschillen tussen beroepsgroepen algemeen, op afzonderlijk items scoren artsen wel verschillend t.o.v. andere beroepen • Geen verschillen o.b.v. tewerkstellingspercentage
4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid Hulpverleners die zich competenter inschatten t.a.v. het betrekken van de patiënt bij patiëntveiligheid: Hogere ontvankelijkheid naar betrekken patiënt Positievere houding t.o.v. vragen van de patiënt naar positieve topics
Overzicht Inleiding Persoonsgegevens respondenten Patiëntenparticipatiecultuur A. Patiëntenparticipatiecultuur op de afdeling B. Competenties zorgverleners C. Ondersteuning D. Middelen E. Communicatie F. Gebruikte methode voor patiëntenparticipatie 4. Patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid A. Overtuigingen en ervaringen m.b.t. patiëntenparticipatie en patiëntveiligheid B. Patiëntenparticipatie en topics patiëntveiligheid 5. Inventaris van goede praktijkvoering i.h.k.v. patiëntenparticipatie
Structuur van de vragenlijst
1. 2. 3.
5. Inventaris van goede praktijkvoering Goede praktijkvoorbeelden (n=570) (mee-)beslissen 5%
raadplegen/adviseren 9%
informeren 29%
neen 57%
Maar speelt mijn leeftijd een rol?
Moet ik meer gaan werken om het beter te doen?
Of het ziekenhuis waar ik werk?
Of mijn beroep? Hulpverleners staan er voor open u te betrekken in patiëntveiligheid!!!
Of de dienst waar ik werk?
Of mijn opleidingsniveau?
…
Voor patiëntenparticipatie scoren we in Vlaanderen meer dan aanvaardbaar!!!
Even recapituleren…
Demografische gegevens
Hoe beoordeelt u in het algemeen de mate van patiëntenparticipatie op uw afdeling? Leeftijd Kenletter dienst Beroepsgroep Tewerkstellingspercentage Leidinggevende functie of niet Opleidingsniveau Ziekenhuis (n=15)
Hoe staat u t.o.v. het betrekken van patiënten bij patiëntveiligheid?
Ervaart u het als positief indien patiënten vragen stellen over specifieke topics m.b.t. patiëntveiligheid?
N.S. N.S. N.S. N.S.
N.S. N.S. N.S.
Conclusie “patiëntenparticipatie” Patiëntenparticipatie is een complex fenomeen: • Verschillende significante verschillen o.b.v. demografische gegevens • 18,6 % van de variantie verklaard • Ziekenhuis en kenletter geven duidelijke verschillen Verdere analyses nodig!
Conclusie “patient safety” Verschillende significante verschillen gevonden o.b.v. demografische gegevens (en andere variabelen). • Echter weinig verklarend (11,8% en 7,1%) • Opvallend is de terughoudendheid van de -35 jarigen Verdere analyses zijn aangewezen
Conclusie Doorheen de analyses vielen de verschillen op: - Tussen leeftijdsgroepen ( met nadruk op < 35 jarigen) - Tussen leidinggevende en niet-leidinggevenden - Tussen kenletters van diensten - Tussen opleidings- en onderwijsniveau - Tussen de verschillende deelnemende ziekenhuizen
Reacties, vragen of opmerkingen