Patiënten informatie poli HVC Wat is diep veneuze trombose? Diep veneuze trombose (ongewenste stolselvorming in de aderen van een been), ook wel trombosebeen genoemd, is een aandoening die bij ongeveer 1-2 per 1000 Nederlanders per jaar optreedt. De standaard behandeling van trombosebeen is momenteel behandeling met antistollende spuitjes voor tenminste 5-7 dagen in combinatie met antistollende tabletten. Als na 57 dagen de instelling op de antistollende medicijnen stabiel is, kunnen de spuitjes worden gestopt en kan worden volstaan met de antistollende tabletten alleen (met controles door de trombosedienst), gedurende 3 tot 6 maanden. In ons ziekenhuis wordt deze behandeling poliklinisch ingesteld en hoeft u niet te worden opgenomen in het ziekenhuis. Met de antistollende middelen wordt de uitbreiding van het stolsel in de beenader en het optreden van een longembolie (ongewenste stolselvorming in de aderen van de longen) voorkomen. ( afbeelding 1) Door de antistollingsbehandeling wordt de vorming van nieuwe stolsels bemoeilijkt en krijgen de natuurlijke enzymen in uw bloed de kans het aanwezige stolsel af te breken. De antistollingsbehandeling is de laatste 20 jaar sterk verbeterd. Door de verbetering van de antistollingsbehandeling is het optreden van restverschijnselen van de trombose verminderd. In de beginfase van de trombose moet worden gelet op: -
uitbreiding beenklachten tijdens de behandeling ontstaan van nieuwe klachten die passen bij longembolie; kortademigheid, pijn bij zuchten of hoesten bloedingscomplicaties: rode urine of neusbloedingen overgevoeligheidsreacties: jeuk of huiduitslag
Bij het ontstaan van deze klachten kan contact opgenomen worden met de dienstdoende internist 043-3876543 sein 4364, met de huisarts of met een van de artsen van de DVT poli bij het Hart Vaat Centrum (HVC).
Afbeelding 1: ontstaan van trombose
Hoe ontstaat trombose? Er is een aantal situaties waarvan bekend is dat die het risico op trombose verhogen. Bekende factoren zijn bijv. operaties, langdurige bedrust of een been dat lang in een gipsverband zit, het gebruik van de anticonceptiepil, zwangerschap en kraambed. Trombose kan ook optreden doordat bloed sneller kan stollen dan normaal. We noemen dat een verhoogde stollingsneiging (trombofilie). Deze verhoogde stollingsneiging van het bloed is vaak aangeboren. Meestal zal er een combinatie zijn van erfelijke- en omgevingsfactoren. Hoe wordt diep veneuze trombose behandeld? De behandeling van een trombosebeen wordt meestal thuis gedaan en bestaat uit twee delen n.l.:
-Bloedverdunners: fraxodispuitjes en Sintrom mitis of Marcoumar, en na een paar dagen als het bloed dun genoeg is alleen Sintrom mitis of Marcoumar. Het bloed wordt gecontroleerd door de trombosedienst. Als de INR (international normalized ratio) tweemaal opeenvolgend boven de 2.5 is geweest, dan mag worden gestopt met de spuitjes. De spuitjes kunnen door de patiënt zelf; een familielid of kennis van de patiënt of de thuiszorg (RIO) gespoten worden. -Zwachtelen van het been en later een steunkous (voor 2 jaar). Ter voorkoming van het zgn. Post Trombotisch Syndroom wordt het been in eerste instantie gezwachteld door de thuiszorg (RIO). Het kan voorkomen dat de verpleegkundige enige dagen op zich laat wachten, vooral in het weekend. In de periode dat er nog geen zwachtels zijn aangebracht dient u slechts beperkt mobiel te zijn. Dat wil zeggen dat toiletbezoek en douchen zijn toegestaan, maar verder wordt geadviseerd het been zoveel mogelijk hoog te houden. Als de zwachtels zijn aangebracht kan de mobiliteit worden uitgebreid. Het is echter niet de bedoeling om zware arbeid te verrichten of sportief actief te zijn. Als u niet in Nederland woont, is het niet mogelijk dat de thuiszorg bij u thuis komt. U moet dan zo snel mogelijk een afspraak maken op de poli dermatologie om het been te laten zwachtelen. Tel: 0433875000. Onderzoek naar de oorzaak van de trombose Bij uw bezoek aan de eerste hulp krijgt u een afspraak mee om na 2-3 weken op het Hart Vaat Centrum bij een arts van de interne geneeskunde ter controle te komen. Er wordt dan gekeken naar het beloop van de trombose en naar eventuele complicaties die zijn ontstaan. Bij dit bezoek wordt vastgesteld in hoeverre het bij u nodig is om aanvullend onderzoek in te zetten naar de oorzaken van de doorgemaakte trombose. Tevens wordt aan de hand van uw risicoprofiel bepaald hoe lang u moet worden behandeld met de bloedverdunnende tabletten. Buiten kantooruren kunnen de medewerkers van de eerste hulp geen afspraak voor u maken. U kunt dan zo snel mogelijk telefonisch zelf die afspraak maken. Het telefoonnummer is: 043-3872727. Hoe lang duurt de behandeling met antistollende middelen? Uw behandelend arts bepaalt op basis van de ontstaanswijze van de trombose, uw voorgeschiedenis en bevindingen bij lichamelijk en laboratorium onderzoek hoe lang de behandelduur zal zijn. De behandeling duurt minimaal 3 maanden, maar kan ook 6 maanden of langer duren. De optimale behandelduur is per patiënt verschillend en afhankelijk van vele factoren. Er wordt bij vervolg bezoeken op de polikliniek gekeken naar de aanwezigheid van resttrombose in het been en ook zal in het bloed de activiteit van een aantal stollingseiwitten worden vervolgd. Het gemiddelde risico voor het krijgen van een nieuwe trombose na het staken van de antistollingstherapie ligt tussen de 3 tot 12% per jaar. Bij gebruik van antistollings middelen is de kans op bloedingen gemiddeld 3% per jaar. Met de huidig beschikbare onderzoeken en laboratorium bepalingen is het niet altijd duidelijk wat het risico is voor een individuele patiënt op het opnieuw krijgen van een trombose of het krijgen van een bloeding. Wat kunnen de gevolgen zijn van een trombosebeen? In de acute fase kunnen stukjes van het stolsel losschieten en via de bloedsomloop in de longen terechtkomen, men spreekt dan van een longembolie. Dit kan klachten geven van kortademigheid, pijn bij zuchten en hoesten. Indien deze klachten optreden moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw arts. Tussen de 20-50% van de patiënten met een trombosebeen krijgt binnen 2 jaar last van klachten van het been bestaand uit een zwaar en vermoeid gevoel, vochtophoping, pijn en/of kramp. Daarbij kunnen ook verkleuringen van de huid van het been of spataderen ontstaan. Deze verschijnselen worden samen ook wel Post Trombotisch Syndroom genoemd (PTS). In 3-5% kunnen deze verschijnselen zo ernstig zijn dat er open, niet genezende wonden aan het been ontstaan. (afbeeldingen 2 t/m 4)
Afbeelding 2: Corona phlebectatica paraplantaris (uitgezette capillair vaten door verhoogde veneuze druk)
Afbeelding 3: Lipodermatosclerosis (ontsteking en littekenvorming van het onderhuidse vetweefsel)
Afbeelding 4: veneus ulcus ( open been ).
Hoe kunnen restverschijnselen van diep veneuze trombose worden voorkomen? Om het ontstaan van Post Trombotisch Syndroom zoveel mogelijk te voorkomen, wordt momenteel gedurende een periode van 2 jaar een elastische kous voorgeschreven. In de eerste weken na de trombose wordt het been gezwachteld. Dit helpt om het overtollige vocht uit het been te laten verdwijnen. Als het been voldoende is afgeslankt, dan kan een elastische compressie kous worden aangemeten. Door het dragen van deze elastische kous wordt de kans op het krijgen van het Post Trombotisch Syndroom met gemiddeld 50% verkleind.
Aanmeten van de kous
De elastische compressie kous
Hulpmiddelen bij aan en uittrekken van de kous
Onderzoek naar een verhoogde stollingsneiging, de endogene trombine potentiaal (de ETP studie) Er is een nieuwe meer verfijnde techniek in ontwikkeling, de endogene trombine potentiaal (ETP), waarmee meerdere facetten van het stollingssysteem tegelijkertijd bij een patiënt kunnen worden gemeten. Het grote voordeel van deze test zou kunnen zijn dat deze test gebruikt kan worden om zowel het stollingsrisico als het bloedingrisico van patiënten te bepalen. Hiermee zou op een vroeg punt in de behandeling meer inzicht kunnen worden verkregen in welke patiënten een verhoogd risico hebben op hernieuwde trombose of bloeding. De behandeling zou hier dan op kunnen worden afgestemd. Om te onderzoeken of deze test inderdaad aan deze verwachtingen kan voldoen, is er bloed nodig van ongeveer 500 patiënten die een trombose doormaken. Door op een aantal tijdstippen bij het vervolgen van de trombose bloed af te nemen, kan worden bekeken of de risico’s voor een individuele patiënt stabiel zijn in de tijd. Verder kan de uitkomst van de test vergeleken worden met de gegevens van het ziektebeloop. Op deze manier kan worden gecontroleerd of met deze nieuwe test de juiste voorspelling kan worden gemaakt. Als u aan dit onderzoek wilt deelnemen, betekent dit dat er driemaal bloed bij u wordt afgenomen. U hoeft hiervoor niet speciaal geprikt te worden, het bloed zal worden mee geprikt met de normale bloedafnames. Onderzoek naar de optimale duur van elastische compressie therapie (de ideaal DVT studie) Het is niet duidelijk of de elastische kous daadwerkelijk gedurende een periode van 2 jaar moet worden gedragen of dat ook een kortere periode kan volstaan. Het is hierbij wel belangrijk dat er tenminste gedurende een periode van 6 maanden na het ontstaan van het trombosebeen een elastische kous wordt gedragen. Onderzoekers denken naar aanleiding van de resultaten uit een voorgaand onderzoek, dat het mogelijk is om op basis van klachten van het been en afwijkingen die zichtbaar zijn aan het been, een selectie te maken van patiënten die wel en patiënten die niet baat zullen hebben bij het dragen van een elastische kous voor langere tijd. Bij dit voorgaande onderzoek werd door de helft van de patiënten de elastische kous voor een periode van minimaal 6 maanden en maximaal 1 jaar gedragen. Er werden tijdens dit onderzoek niet vaker patiënten met het Post Trombotisch Syndroom gezien dan bij de normale behandeling. Als u in aanmerking komt voor dit onderzoek en als u toestemming verleent tot deelname, dan kunt u op basis van loting in de normale behandelduur groep (2 jaar elastische kous) of in de geïndividualiseerde behandelduur groep (tenminste 6 maanden, kous uit op geleide van de klachten) komen. Onderzoek naar het voorkomen van PTS bij trombose in de lies (de CAVA studie) Onderzoekers denken dat het Post Trombotisch Syndroom mede ontstaat door de langdurige aanwezigheid van een stolsel in het bloedvat. Ter plaatse van het stolsel kan er door een ontstekingsreactie beschadiging van het bloedvat ontstaan. Bij de gebruikelijke antistollingsbehandeling is het oplossen van het stolsel afhankelijk van de stolsel oplossende werking van de eigen enzymen die aanwezig zijn in het bloed. Voor sommige mensen betekent dit dat het stolsel snel oplost, voor anderen zal het langer duren. De gemiddelde duur voor het oplossen van een stolsel ligt rond de 6-12 maanden. Recent is er een nieuwe behandeling ontwikkeld voor trombosebeen, de zogenaamde kathetergestuurde stolseloplossende behandeling. Het academisch ziekenhuis Maastricht zal door middel van een gerandomiseerd onderzoek evalueren of deze behandeling daadwerkelijk voordelen biedt. Indien u aan de voorwaarden voor het onderzoek voldoet en indien u deel wilt nemen aan dit onderzoek, dan is er 50% kans dat u loot voor deze behandeling. Bij deze behandeling wordt u 1-2 dagen opgenomen in het academisch ziekenhuis Maastricht op de afdeling chirurgie/korte opname afdeling. Tijdens deze opname wordt door een radioloog onder lokale verdoving via de knieholte een buisje (katheter) in de beenader met het stolsel geplaatst. Het stolseloplossende middel (urokinase) wordt vervolgens via een infuus dat gekoppeld wordt aan het buisje in de beenader direct in het stolsel gegeven. Het oplossen van het stolsel duurt maximaal 36 uur. Zolang de katheter in de beenader zit bent u niet mobiel en dient u in bed te blijven liggen. Na 1-2 dagen zal de katheter (op dezelfde wijze als hij geplaatst werd) worden verwijderd en mag u naar huis.