Patiënten Informatie Map voor patiënten na een hartinfarct Opname Bij aankomst in het ziekenhuis wordt u meestal eerst volledig onderzocht op de Eerste HartHulp (EHH) door een arts-assistent. Hij/zij neemt contact op met de cardioloog (hartspecialist) om afspraken te maken over uw behandeling. U wordt vervolgens op de afdeling Cardio Care Unit opgenomen omdat u mogelijk een hartinfarct heeft.
Cardio Care Unit Op de Cardio Care Unit wordt u aangesloten op de monitor om uw hartslag te kunnen controleren. Er wordt ook een hartfilmpje (ECG) bij u gemaakt. Een elektrocardiogram (ECG) is een registratie van de elektrische activiteit van de hartspier; de arts kan hierop zien of er mogelijk sprake is van een hartinfarct en de plaats van het infarct. Uw bloeddruk wordt regelmatig gemeten. U krijgt een infuusnaald in om eventueel een infuus te kunnen aansluiten met medicijnen. Er wordt ook bloed bij u afgenomen en de eerste 24 uur gebeurt dit ongeveer zes maal. Aan de bloeduitslagen kan men zien of er sprake is van een hartinfarct. De bloeduitslagen geven ook een indicatie van de mate van de beschadiging van uw hart. Er wordt verder regelmatig een hartfilmpje bij u gemaakt. Afhankelijk van de ernst van het hartinfarct zou u direct overgeplaatst kunnen worden naar een ander ziekenhuis voor een dotterprocedure (PCI). Dit kunnen zijn: Alysis zorggroep, ziekenhuis Rijnstate in Arnhem Medisch Spectrum Twente in Enschede Isala Klinieken in Zwolle Wij streven ernaar om u zo snel mogelijk van de pijn af te helpen. Afhankelijk van de situatie gebeurt dit met Nitroglycerine via een infuus of als spray onder de tong. Dit is een bloedvatverwijdend middel. Door snelle verwijding van de bloedvaten wordt er tijdelijk minder bloed aan het hart aangeboden. Dit ontlast het hart en vermindert de druk op de borst. Tevens verwijdt het de kransslagaderen, waardoor de bloedvoorziening van het hart zelf verbetert. Ook geven we eventueel pijnstillende injecties.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Belangijk! Het is belangrijk dat u de verpleegkundige direct waarschuwt wanneer u opnieuw klachten heeft (ook al is het midden in de nacht). Bij pijn op de borst of andere klachten wordt er eerst een hartfilmpje gemaakt, daarna krijgt u een spray onder de tong. Een eventuele andere behandeling kan naar aanleiding van uw klachten gestart worden.
Cardiologie | CARD-527.1 | 11 april 2014 | pagina 1/6
Medewerkers Uw dagelijkse verzorging wordt door een verpleegkundig team gedaan. Het team werkt in wisseldiensten. Aan het einde van iedere dienst vindt er een overdracht plaats van iedere patiënt. De indeling van de diensten is als volgt. vroege dienst 07.00 tot 15.30 uur late dienst 15.00 tot 23.15 uur nachtdienst 23.00 tot 07.00 uur Naast de cardioloog, arts-assistent en verpleegkundigen zijn er nog meer mensen bij uw verzorging betrokken. De volgende medewerkers kunt u tegenkomen: een arts-assistent een fysiotherapeut: in veel gevallen begint u al snel met uw revalidatie onder begeleiding van een fysiotherapeut een voedingsassistent: Hij/zij zorgt voor uw maaltijden. Met wensen over het eten, kunt u bij hem/haar terecht. medewerkers van de röntgenafdeling laboranten huishoudelijk personeel medewerkers van de transportdienst: wanneer dat nodig is brengen zij u naar de afdelingen voor onderzoek en/of behandeling
Gang van zaken Cardio Care Unit
U kunt gebruik maken van de telefoon, radio en televisie. De bezoektijden op de Cardio Care Unit zijn anders dan die van de andere verpleegafdelingen namelijk: o 11.00 - 11.30 uur o 16.00 - 16.30 uur o 19.00 - 19.30 uur Afhankelijk van uw situatie kan het bezoek in overleg met de verpleging op andere tijden komen. Er mogen maximaal drie personen op bezoek komen.
Uw contactpersoon kan ons 24 uur per dag bereiken om naar uw toestand te informeren. Dit gebeurt uiteraard alleen met uw goedvinden. Telefoonnummer Cardio Care Unit: 0575 - 592 384 Dagelijks komt er een cardioloog bij u. De cardiologen werken in een samenwerkingsverband en lopen afwisselend visite. Voor uw partner en/of familie is het mogelijk met uw toestemming een afspraak te maken met de cardioloog via de verpleegkundige. Hij/zij overlegt met de dienstdoende cardioloog wanneer dit gesprek kan plaatsvinden. Dit hoeft niet uw eigen cardioloog zijn.
Cardiologie | CARD-527.1 | 11 april 2014 | pagina 2/6
Uitleg diagnose infarct Een hartinfarct is vrijwel altijd het gevolg van het plotseling verstopt raken van een kransslagader. Het begin is meestal een kleine beschadiging van de gladde binnenwand van het bloedvat. Het lichaam probeert die beschadiging te herstellen. Tijdens dit proces klonteren bloedplaatjes samen op de beschadigde plaats. Andere stoffen uit het bloed blijven hieraan weer kleven, bijvoorbeeld cholesterol. Er ontstaat een brijachtige massa waarop zich later ook kalk kan afzetten. Dit proces heet aderverkalking (of atherosclerose). Hierdoor worden de kransslagaders steeds nauwer en kan het zuurstofrijke bloed de hartspier moeilijker bereiken.
Figuur 1. Afsluiting bloedvat en infarctgebied Wanneer een stolsel het bloedvat plotseling afsluit, kan een hartinfarct ontstaan. Het gedeelte van het hart dat door die kransslagader van bloed, en dus van zuurstof, werd voorzien sterft af (zie figuur 1). Dit veroorzaakt de pijn. Op die plaats ontstaat een litteken dat op den duur bindweefsel wordt. Het pompen van het hart gaat wel door, maar op de plaats van het litteken doet een gedeelte van de hartspier niet actief mee. De ernst van het hartinfarct hangt af van de grootte van het stuk hartweefsel dat is aangetast, maar ook van de plaats ervan. Ieder hartinfarct is daarom anders. Ook de gevolgen van een hartinfarct kunnen daarom nogal verschillen. Dit is ook afhankelijk van wat voor effect het infarct heeft op het weer oppakken van activiteiten en van de psychologische verwerking van het hartinfarct.
Bouw en werking van het hart Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Het hart is een uit spierweefsel opgebouwde pomp, die het bloed door het lichaam pompt. Het bloed voorziet de lichaamsweefsels, spieren en organen van zuurstof en voedingsstoffen en voert afvalstoffen af naar de nieren, lever en longen. Om dat te kunnen doen, heeft de hartspier zelf ook zuurstofrijk bloed nodig. Dat krijgt het hart via een stelsel van slagaders, die het hart als een krans omgeven en daarom kransslagaders worden genoemd. Cardiologie | CARD-527.1 | 11 april 2014 | pagina 3/6
Het hart is opgebouwd uit een linker- en een rechterhelft. Die helften zijn ook weer in tweeën gedeeld, zodat het hart uit vier holten bestaat. Elke helft bestaat uit een boezem en een kamer. De beide kamers zijn met de grote slagaders verbonden. Tussen de boezems en de kamers en de slagaders zitten hartkleppen, die voorkomen dat het bloed terugstroomt.
Figuur 2. het hart
De bloedsomloop Het bloed wordt uit de linkerkamer (1) de grote lichaamsslagader (aorta) ingepompt (2) (zie figuur 2). Deze verdeelt het bloed over kleinere slagaders en zo komt het terecht in alle lichaamsweefsels, van hersenen tot tenen. Daar geeft het bloed zuurstof en voedingsstoffen af en neemt het afvalstoffen op. Het zuurstofarme bloed keert vanuit het lichaam terug in de rechterboezem (3). Vanuit de rechterboezem komt het bloed in de rechterkamer (4), en daarna in de longslagader (5). In de longen wordt koolzuur (CO2, een afvalstof) afgegeven aan het bloed en weer zuurstof (O2) opgenomen. Het zuurstofrijke bloed komt hierna via de linkerboezem (6) in de linkerkamer (1), die het bloed via de aorta (2) weer het lichaam inpompt. Het bloed stroomt doordat de boezems en de kamers ritmisch samentrekken. In het hart wordt een elektrische impuls opgewekt, die zich via een geleidingssysteem verspreidt over de hartspier. Deze impuls zorgt ervoor dat het hart samentrekt: eerst de boezems, direct daarna de kamers. Als de kamers samentrekken wordt het bloed de longen en het lichaam ingepompt. In rust trekt het hart zo’n 60 tot 70 keer per minuut samen. Tijdens inspanning kan dat oplopen tot 160 à 180 keer per minuut.
Cardiologie | CARD-527.1 | 11 april 2014 | pagina 4/6
Hoe te handelen bij terugkerende klachten? Het is belangrijk dat u de verpleegkundige direct waarschuwt wanneer u opnieuw klachten heeft (ook al is het midden in de nacht en wordt u misschien nog bewaakt)! De klachten kunnen dezelfde zijn als bij opname, maar ook anders. Andere klachten kunnen onder andere zijn: pijn in de arm of beide armen pijn in de kaken of alleen onder of bovenkaak pijn op de borst pijn tussen de schouderbladen benauwdheidklachten prikkelhoest Bij deze of andere klachten wordt er eerst een hartfilmpje gemaakt en de bloeddruk gemeten. Bij pijn krijgt u een spray onder de tong. Een eventuele andere behandeling kan dan gestart worden. Dit gebeurt in overleg met de dienstdoende cardioloog.
Het blijft belangrijk dat u bij klachten direct de verpleging waarschuwt!
Onderzoeken Hier leest u een korte uitleg over de eerste onderzoeken die bij u plaatsvinden.
Hartfilmpje (ECG) Een elektrocardiogram (ECG) is een registratie van de elektrische activiteit van de hartspier. Dit onderzoek is om na te gaan of er sprake is van zuurstoftekort van de hartspier en om de plaats van het infarct te bepalen.
Bloedonderzoek Bij opname wordt er bloed bij u afgenomen. Dit wordt o.a. onderzocht op de aanwezigheid van bepaalde afvalstoffen (hart-enzymen: troponine, CPK en CPK-MB). Deze afvalstoffen wijzen op het afsterven van een stukje hartspier. Na enkele uren zijn de eerste uitslagen van het onderzoek bekend.
X-thorax: röntgenfoto van hart en longen Dit is een röntgenfoto van uw borstkas ter beoordeling van uw hart en longen.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Cardiologie | CARD-527.1 | 11 april 2014 | pagina 5/6
Medicijnen De werking van de medicijnen die uw arts u heeft voorgeschreven, krijgt u uitgelegd. Heeft u behoefte aan de schriftelijke bijsluiterinformatie, vraag deze dan gerust aan de verpleegkundige. Wanneer u begint met een medicijn, dan krijgt u eerst mondelinge uitleg hierover. Alle infarct patiënten krijgen in principe medicijnen die hun: bloed verdunnen hartslag verlagen bloeddruk verlagen hartspier ondersteunen
Dieet Na opname op de Cardio Care Unit krijgt u in de eerste instantie een natriumbeperkt dieet en een cholesterol beperkt dieet. Natrium trekt vocht aan, met als gevolg een toename van de hoeveelheid vocht in de bloedbaan. Het hart moet dan harder werken om het bloed rond te pompen in het lichaam. Dit betekent een extra belasting voor uw hart. Het dieet wordt geadviseerd bij een hoge bloeddruk (hypertensie), vasthouden van vocht in het lichaam (oedeem) en bij een gestoorde pompfunctie van het hart (hartfalen). Een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed is een extra risicofactor voor hart- en vaatziekten. Het kan zijn dat uw bloedsuiker te hoog is en na diverse metingen te hoog blijft. Dit kan betekenen dat u naast uw hartklachten ook diabetes (suikerziekte) heeft. U krijgt een dieetadvies en doorgaans ook medicijnen voorgeschreven. Tijdens uw opname beslist de cardioloog of het nodig is om een dieet te blijven volgen. Is een dieetadvies voor u zinvol? Dan bezoekt een diëtist u tijdens uw opname op afdeling Cardiologie om uw dieet te bespreken.
Cardiologie | CARD-527.1 | 11 april 2014 | pagina 6/6