PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

_____

_____

Compte rendu intégral

Integraal verslag

_____

_____

Commission des finances, du budget, de la fonction publique, des relations extérieures et des affaires générales

Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken

_____

_____

RÉUNION DU

VERGADERING VAN

JEUDI 20 AVRIL 2006 _____

DONDERDAG 20 APRIL 2006 _____

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

Le Compte rendu intégral contient le texte intégral des discours dans la langue originale. Ce texte a été approuvé par les orateurs. Les traductions - imprimées en italique sont publiées sous la responsabilité du service des comptes rendus. Pour les interventions longues, la traduction est un résumé.

Het Integraal verslag bevat de integrale tekst van de redevoeringen in de oorspronkelijke taal. Deze tekst werd goedgekeurd door de sprekers. De vertaling - cursief gedrukt - verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de dienst verslaggeving. Van lange uiteenzettingen is de vertaling een samenvatting.

1

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55 COMMISSIE FINANCIÊN

SOMMAIRE

INHOUD

INTERPELLATIONS

3

INTERPELLATIES

3

- de M. Didier Gosuin

3

- van de heer Didier Gosuin

3

à M. Charles Picqué, ministre-président du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l'Aménagement du territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au développement,

tot de heer Charles Picqué, ministerpresident van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,

concernant "le Musée de l'Europe".

betreffende "het Museum van Europa".

Discussion – Orateurs : M. Yaron Pesztat, M. Charles Picqué, ministre-président, M. Didier Gosuin.

5

Bespreking – Sprekers: de heer Yaron Pesztat, de heer Charles Picqué, ministerpresident, de heer Didier Gosuin.

5

- de Mme Isabelle Emmery

10

- van mevrouw Isabelle Emmery

10

à M. Guy Vanhengel, ministre du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations extérieures,

tot de heer Guy Vanhengel, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,

concernant "le renouvellement du plan multimédia de la Région de BruxellesCapitale".

betreffende "de vernieuwing multimediaplan van het Hoofdstedelijk Gewest".

van het Brussels


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

Interpellation jointe de Mme Olivia P'tito,

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

2

COMMISSIE FINANCIËN

10

Toegevoegde interpellatie Olivia P'tito,

van

mevrouw

10

betreffende "de toegang tot de nieuwe technologieën en het scheppen van digitale of multimediaruimte".

concernant "l'accès aux nouvelles technologies et la création d'espaces publics numériques ou multimédia".

Discussion conjointe – Orateurs : M. Serge de Patoul, M. Guy Vanhengel, ministre, Mme Isabelle Emmery, Mme Olivia P'tito.

15

Samengevoegde bespreking – Sprekers: de heer Serge de Patoul, de heer Guy Vanhengel, minister, mevrouw Isabelle Emmery, mevrouw Olivia P'tito.

15

- de Mme Julie Fiszman

23

- van mevrouw Julie Fiszman

23

à M. Guy Vanhengel, ministre du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations extérieures,

tot de heer Guy Vanhengel, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,

concernant "la lutte contre la fracture numérique : un réseau sans fil pour tous".

betreffende "de strijd tegen de digitale kloof: draadloos netwerk voor iedereen".

- de Mme Fatiha Saïdi

29

- van mevrouw Fatiha Saïdi

à Mme Brigitte Grouwels, secrétaire d'Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargée de la Fonction publique, l'Egalité des chances et le Port de Bruxelles,

tot mevrouw Brigitte Grouwels, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ambtenarenzaken, Gelijkekansenbeleid en de Haven van Brussel,

concernant "les politiques pour l'égalité hommes/femmes".

betreffende "het beleid inzake gelijke behandeling man/vrouw".


29

3

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


Présidence : M. Eric Tomas, président. Voorzitterschap: de heer Eric Tomas, voorzitter. INTERPELLATIONS

INTERPELLATIES

M. le président.- L'ordre du jour appelle les interpellations.

De voorzitter.- Aan de orde zijn de interpellaties.

INTERPELLATION DE M. DIDIER GOSUIN

INTERPELLATIE VAN DE HEER DIDIER GOSUIN

À M. CHARLES PICQUÉ, MINISTREPRÉSIDENT DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLESCAPITALE, CHARGÉ DES POUVOIRS LOCAUX, DE L'AMÉNAGEMENT DU TERRITOIRE, DES MONUMENTS ET SITES, DE LA RÉNOVATION URBAINE, DU LOGEMENT, DE LA PROPRETÉ PUBLIQUE ET DE LA COOPÉRATION AU DÉVELOPPEMENT,

TOT DE HEER CHARLES PICQUÉ, MINISTER-PRESIDENT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET PLAATSELIJKE BESTUREN, RUIMTELIJKE ORDENING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN, STADSVERNIEUWING, HUISVESTING, OPENBARE NETHEID EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

concernant "le Musée de l'Europe".

betreffende "het Museum van Europa".

M. le président.- La parole est à M. Gosuin.

De voorzitter.- De heer Gosuin heeft het woord.

M. Didier Gosuin.- Dans le Plan régional de développement (PRD), nous avons inscrit deux priorités de grandes infrastructures culturelles importantes à créer en Région bruxelloise : le Musée de l'Europe et le Musée de l'immigration.

De heer Didier Gosuin (in het Frans).- Volgens het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP) moeten er prioritair twee grote culturele instellingen gecreëerd worden, het Museum van Europa en het Museum van de Immigratie.

Vous avez communiqué les derniers développements relatifs au Musée de l'immigration à l'occasion d'une récente interpellation.

Over dit laatste hebt u naar aanleiding van een andere interpellatie gesproken.

Le dossier du Musée de l'Europe semblait bien engagé, puisque des conventions avaient été prises, que des déclarations avaient été faites et que des crédits avaient été dégagés dans le cadre de Beliris. Un article de presse au titre explicite ("Geen museum op Luxemburgplein"), c'est-à-dire "Pas de musée place du Luxembourg" est paru dans

Over het Museum voor Europa zijn al conventies afgesloten en verklaringen afgelegd en er zijn kredieten voor vrijgemaakt in het kader van Beliris. In Brussel Deze Week van 9 maart 2006 stond te lezen dat het project aan het Luxemburgplein beperkt blijft tot een soort 'visitor center'. Dat is goed, maar het is geen Museum van Europa.


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

l'hebdomadaire Brussel Deze Week du 9 mars 2006. Cet article révèle que le projet prévu sur la place du Luxembourg est, de manière beaucoup moins ambitieuse, une espèce de visitor center, ce qui est tout à fait intéressant et louable, mais n'équivaut pas à un Musée de l'Europe. Il y a des visitor centers partout et il ne s'agit pas d'infrastructures culturelles importantes. Un tel centre ne constituera pas un atout et un signe majeur de l'implication de l'Europe à Bruxelles autrement qu'à travers son implantation administrative. Le Musée de l'Europe était un geste fort, à la fois des autorités fédérales, régionales, communautaires et européennes, pour donner à Bruxelles, capitale de l'Europe, une dimension culturelle. Tous partis confondus, nous sommes conscients de la nécessité de ce type d'infrastructure, non seulement pour l'image de Bruxelles, mais aussi pour le développement touristique. Pour attirer de nouveaux touristes, pour favoriser des flux supplémentaires en termes d'échanges économiques, nous devons passer par de grandes infrastructures culturelles. Je ne dis pas que les autres actions touristiques ne sont pas utiles, mais elles n'augmentent pas le volume touristique. Par le biais de cette interpellation, je souhaite connaître l'évolution de la situation. Assiste-t-on passivement à la mort de ce Musée de l'Europe ? Ce projet est-il définitivement menacé ? A-t-on véritablement opté pour un visitor center ? Y a-t-il eu des contacts avec les autorités européennes ? Vous avez désigné une Madame Europe : il serait intéressant de lui confier la mission de renouer les contacts et de créer les liens nécessaires pour que ce Musée de l'Europe voie le jour.

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

4


Een 'visitor center' is geen grote troef, noch een teken dat Europa op meer manieren bij Brussel betrokken is dan enkel doordat haar administraties er gevestigd zijn. Via het Museum van Europa wilden alle betrokken overheden Brussel als hoofdstad van Europa een culturele dimensie geven. Iedereen is overtuigd van de noodzaak hiervan om nieuwe toeristen aan te trekken en meer economische uitwisseling te bewerkstelligen. Is dit project definitief in gevaar en kijkt de Brusselse regering passief toe? Komt er inderdaad een 'visitor center'? Hebt u contacten gehad met de Europese instellingen? U hebt een verantwoordelijke voor Europa aangesteld. Kan zij de contacten niet hernieuwen om te zorgen dat het Museum van Europa er komt? Het zou spijtig zijn wanneer de twee topprogramma's uit het GewOP beperkt zouden blijven tot een klein 'visitor center' en een tentoonstelling zoals die gepland wordt voor 2007. Het Museum van Europa komt er in 2007 in elk geval niet. Een tentoonstelling bij de vijftigste verjaardag van het verenigde Europa is een minimum, maar is zeker niet voldoende. Hebben wij de ambitie om dit Museum van Europa te realiseren in Brussel, met de hulp van alle overheden?

Bref, quelles sont vos ambitions ? Il serait dommage que les deux programmes-phares que nous avons inscrits dans notre PRD, à la fois le Musée de l'immigration et le Musée de l'Europe, tombent en quenouille et se résument à un petit visitor center, voire à une exposition comme on en parle pour 2007, puisque nous pouvons d'ores et déjà faire le deuil d'un Musée de l'Europe en 2007. Une exposition sur l'Europe en 2007, c'est la Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

5

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


moindre chose à l'occasion de ses 50 ans. Mais ce n'est pas la réponse adéquate. Avons-nous l'ambition de réaliser à Bruxelles ce Musée de l'Europe, avec le concours de l'ensemble des autorités ?

Discussion

Bespreking

M. le président.- La parole est à M. Pesztat.

De voorzitter.- De heer Pesztat heeft het woord.

M. Yaron Pesztat.- Il ne faut pas sous-estimer l'importance du visitor center, qui est censé attirer à terme un million de visiteurs par an, ce qui est considérable.

De heer Yaron Pesztat (in het Frans).- We mogen het belang van het visitor center niet onderschatten. Het zou elk jaar een miljoen bezoekers kunnen aantrekken.

Par ailleurs, le Musée de l'Europe est un projet fort intéressant, qui constitue un potentiel d'attractivité touristique au profit de la Région bruxelloise.

Het Museum van Europa is een interessant project dat toeristen naar het Brussels Gewest kan leiden.

Je serai moins catégorique que M. Gosuin sur la question de savoir où il doit être localisé. La solution qui avait été envisagée consistait à créer un Musée de l'Europe dans le sous-sol du D4 ou du D5, deux bâtiments qui entoureront la gare Léopold. Cette idée d'un musée enterré en sous-sol est catastrophique. Les visiteurs qui arriveraient en car gare Léopold, iraient voir le visitor center et descendraient au sous-sol pour visiter le Musée, puis ressortiraient pour reprendre leur car et aller voir Mannenken Pis, ne se feraient pas une idée correcte de Bruxelles, ni de ce qu'est l'Europe à Bruxelles.

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het museum in de kelders van gebouw D4 of D5 aan het Leopoldstation zou worden ondergebracht. Ik vind dat een bijzonder slecht plan. Op die manier krijgen bezoekers geen positief beeld van Brussel. Als we van het Europees karakter van Brussel een toeristische troef willen maken, moet de hele Europese wijk de etalage van Europa worden. Mensen moeten er kunnen rondwandelen in plaats van zich in een gebouw op te sluiten. Ik maak me minder zorgen dan de heer Gosuin over het feit dat het museum ergens anders zou komen dan was gepland, maar ben wel ongerust dat het hele project zou worden afgeblazen.

Ils pourraient faire le même voyage, la même visite, n'importe où ailleurs en Europe. Si l'on veut développer l'Europe à Bruxelles comme concept, notamment en termes d'attractivité touristique, il faut que toute la Région - ou au moins tout le quartier européen - devienne la façade de l'Europe. Il faut que les gens se promènent dans le quartier européen, ou à Bruxelles, plutôt que de s'engouffrer dans un seul complexe. Je suis moins inquiet que M. Gosuin à l'idée que l'on puisse installer le Musée de l'Europe ailleurs que là où il était prévu. Par contre, je partage son inquiétude concernant l'abandon éventuel du projet. Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

6


M. le président.- La parole est à M. Picqué.

De voorzitter.- De heer Picqué heeft het woord.

M. Charles Picqué, ministre-président.- Avant tout, je ne mets pas sur le même pied le Musée de l'immigration et le Musée de l'Europe. En effet, le premier cité est à la base une initiative régionale, tandis que le Musée de l'Europe est une initiative privée, vis-à-vis de laquelle nous avons exprimé de l'intérêt.

De heer Charles Picqué, minister-president (in het Frans).- Er is een verschil tussen het Museum van de Immigratie, dat een gewestelijk initiatief is, en het Museum van Europa, een privé-initiatief waarvoor wij belangstelling hebben.

J'insiste sur le fait qu'il s'agit donc d'un projet privé qui n'a pas été initié par la Région, mais nous pouvons nous y intéresser et le soutenir, bien que nous ne soyons pas maîtres de l'avenir de cette initiative. Nous dépendons de nombreux autres organes. Les contacts que le conseil d'administration a avec d'autres entités témoignent du nombre important de partenaires. J'ai organisé une task force avec les institutions européennes, au sein de laquelle le gouvernement fédéral est représenté, et nous avons déjà eu plusieurs réunions. Nous avons notamment parlé du Musée de l'Europe. Mme Roggemans suit ce dossier, même si je lui ai donné pour objectif de suivre en priorité les dossiers qui impliquent notre responsabilité. J'ai rencontré hier le premier ministre pour faire un tour d'horizon de tous les projets européens et de développement du quartier européen. Nous avons également parlé de ce musée. Lors d'une des réunions de la task force, le Parlement européen nous a appris qu'il ne comptait plus réserver les bâtiments D4-D5 aux fins d'un Musée de l'Europe. Ils ont requalifié le lieu en visitor center, au sein duquel un espace sera consacré à l'Europe. Ce lieu ne sera pas disponible avant 2008, et le Parlement européen compte lancer un appel d'offres afin de sélectionner le prestataire de services qui organisera ce centre pour visiteurs. Dans le cadre des activités du cinquantième anniversaire du Traité de Rome, le Parlement européen et la Commission ont déjà annoncé qu'un million d'euros serait consacré à une exposition à Bruxelles sur l'histoire européenne et le rôle du Parlement européen. J'ai moi-même plaidé pour que, dans l'hypothèse

Wij steunen dit project, maar hebben de toekomst ervan dus niet zelf in handen. Uit de contacten van de raad van bestuur blijkt dat er heel wat andere partners zijn. Ik heb met de Europese instellingen en de federale overheid een task force opgericht, die al verschillende keren vergaderd heeft. Mevrouw Roggemans volgt dit dossier, al concentreert ze zich in de eerste plaats op zaken waarvoor we zelf verantwoordelijk zijn. Gisteren heb ik met de eerste minister gesproken over de ontwikkeling van de Europse wijk. Daarbij kwam ook het museum ter sprake. Het Europees Parlement heeft ons laten weten dat het de gebouwen D4 en D5 niet meer voorbehoudt voor het museum. Het plant nu een 'visitor center', waarbinnen een ruimte aan Europa gewijd wordt. Het Europees Parlement zal een openbare aanbesteding uitschrijven voor de organisatie van dit centrum, dat klaar zal zijn tegen 2008. Het Europees Parlement en de Europese Commissie hebben daarnaast een miljoen euro uitgetrokken voor een tentoonstelling in Brussel naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van het verdrag van Rome. Het materiaal hiervoor kan eventueel hergebruikt worden in het Museum van Europa, als het er komt. Ook voor de tentoonstelling komt er binnenkort een openbare aanbesteding. De vzw Tempora zal zich vermoedelijk kandidaat stellen voor die tijdelijke tentoonstelling. Het gewest heeft niet voldoende middelen om dit project alleen te financieren. Daarvoor zijn meerdere partners nodig. Aangezien evenwel noch de federale overheid, noch de Europese instellingen, noch de andere Gewesten en Gemeenschappen geneigd lijken over de brug te


7

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

où ce Musée de l'Europe serait tout de même réalisé, le matériel utilisé dans le cadre de l'exposition temporaire puisse être réutilisé dans le musée. Un appel d'offres sera lancé d'ici peu pour cette exposition temporaire. L'asbl Tempora, qui porte le projet du Musée de l'Europe, répondra probablement à l'appel d'offre relatif à cette exposition temporaire. Son idée est de proposer ses services et de montrer ainsi son savoir-faire. Je l'invite à agir en ce sens. A propos du projet de Musée de l'Europe, la Région n'a pas les moyens de contrôler ni de garantir le financement de cette infrastructure. Il ne faut pas rêver. Il faut être plusieurs pour le faire. C'est pour cela que nous avions inscrit dans Beliris des montants pour l'étude relative à la création de ce musée. Le problème est que les promoteurs de ce projet semblaient compter sur des aides fédérales, européennes, voire des autres Régions et Communautés. A ce jour, je crains que l'asbl n'ait pas réuni de moyens significatifs.


komen, moeten wij voorzichtig blijven. Het gewest mag zich niet in een avontuur storten met te hoge investerings- of werkingskosten. Voorts betreur ik dat de ambitie van het oorspronkelijk project verloren is gegaan. Vandaag lijken de potentiële partners via een tijdelijke tentoonstelling in 2007 te willen testen of er voldoende belangstelling is en zullen ze pas nadien met de Europese instellingen onderhandelen of een deel van het bezoekerscentrum aan de geschiedenis van Europa kan worden gewijd. Ik heb geen zin om bij de andere gezagsniveaus te bedelen om geld voor dit museum. Het lijkt mij dus wijs om af te wachten wat er in 2007 zal gebeuren. Ik hoop dat de vzw Tempora zich kandidaat zal stellen voor de tijdelijke tentoonstelling, aangezien ze over heel wat organisatorische en wetenschappelijke knowhow beschikt. Bij die gelegenheid zal ook blijken of de andere gezagsniveaus daadwerkelijk belangstelling hebben voor de oprichting van het museum.

La question est toujours de savoir qui commence à mettre des moyens sur la table. Si ni le fédéral, ni le Parlement européen, ni les institutions européennes, ni les autres Régions et Communautés ne veulent jouer dans cette aventure, cela nous pose un gros problème. Je serais prudent. La Région ne doit pas se laisser entraîner dans une aventure avec des coûts récurrents, ou des frais d'investissement en infrastructure trop importants. Je déplore également qu'il n'y ait pas quelque chose qui soit consacré à l'Europe et qui ait l'ambition qu'avait ce projet initialement. Aujourd'hui, il semble que l'ensemble des partenaires potentiels veuille d'abord expérimenter l'intérêt suscité par une exposition temporaire en 2007, puis voir avec les institutions européennes ce que sera leur centre de visiteurs et si une partie de ce centre pourra être consacrée à l'histoire de l'Europe. C'est une question très technique. Je n'ai pas envie de mendier les moyens de réaliser le Musée de l'Europe auprès des autres niveaux de pouvoir si je ne sens pas une volonté, notamment au niveau fédéral et au niveau des institutions Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

8


européennes, de contribuer à la création d'un tel musée. Je crois que vous partagez mon sentiment. Il serait sage de voir ce que l'asbl Tempora va faire et si elle se portera candidate pour l'appel d'offres relatif à l'exposition temporaire. Je l'invite à le faire, car cela lui permettrait de montrer sa capacité en matière scientifique et en matière d'organisation. Nous pourrons alors voir si, outre la Région de Bruxelles, d'autres niveaux de pouvoir sont réellement intéressés par la création de ce musée, qui, je le rappelle, était inscrit dans une perspective très ambitieuse. Et je suis en faveur d'une perspective ambitieuse, parce que nous n'avons pas besoin d'un petit musée avec quelques éléments scolaires. Il faut un musée de qualité, et pour ce faire, il faut des moyens importants. Je sais que d'autres lieux ont été prospectés à Bruxelles, mais vainement. Je crains qu'à brève échéance, on ne trouve pas de lieu où aménager un musée de cette importance sans devoir consentir des coûts énormes, que la Région de Bruxelles ne pourrait supporter. Désormais, il faut attendre 2007 et les intentions plus précises des autres niveaux de pouvoir.

M. le président.- La parole est à M. Gosuin.

De voorzitter.- De heer Gosuin heeft het woord.

M. Didier Gosuin.- Je suis déçu par la réponse, mais je m'y attendais.

De heer Didier Gosuin (in het Frans).- Uw antwoord ontgoochelt me.

Contrairement à ce que dit M. Pesztat, un visitor center n'attirerait pas un million de visiteurs par an. Il ne ne constituerait pas un geste culturel fort qui drainerait les touristes. Il ne serait qu'un complément éventuel à un Musée de l'Europe.

In tegenstelling tot wat de heer Pesztat zegt, zou een visitor center geen miljoen bezoekers per jaar aantrekken. Het zou geen toeristische trekpleister zijn, maar hooguit een aanvulling bij het Museum van Europa.

Je désire apporter quelques corrections à vos propos :

Ik wil een aantal zaken rechtzetten.

Premièrement, il y a eu une initiative publique au départ. Deuxièmement, l'asbl Tempora n'est pas l'asbl du Musée de l'Europe, mais elle travaille pour l'asbl Musée de l'Europe. Elle réalise des expositions. L'asbl Musée de l'Europe est co-présidée notamment par M. Van Miert et Mme Spaak, qui

Ten eerste komt het initiatief voor het museum oorspronkelijk ook van de overheid. Ten tweede werkt de vzw Tempora, die tentoonstellingen organiseert, enkel voor de vzw Museum van Europa. Het zijn wel degelijk twee verschillende vzw's. Het spreekt voor zich dat het Brussels Gewest niet


9

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

ne sont pas membres de l'asbl Tempora. Ce n'est évidemment pas la Région qui doit s'endetter ou porter seule un projet de cette envergure. Mais il s'agit d'un projet majeur pour notre Région, pour lequel il faut avoir un peu d'ambition. Le ministre-président devrait rencontrer l'ensemble des intervenants qui font partie de l' asbl Musée de l'Europe, parmi lesquels figurent toute une série de personnalités du monde politique, généralement pensionnées, des patrons d'industrie tels que le baron Janssen, des personnalités qui comptent. Vous pourriez valider avec eux la volonté de relancer le projet, sans mettre la Région en position de demanderesse. Vous pourriez vérifier s'il n'y a pas parmi ces personnalités des personnes qui peuvent vous donner un message différent ou relancer d'une manière ou d'une autre une dynamique qui pourrait être porteuse pour la Région bruxelloise.


alleen moet opdraaien voor de kosten, maar voor zo'n belangrijk project mag er toch wel wat inspanning worden geleverd. Minister-president Picqué zou de pleitbezorgers van het museum, waaronder heel wat hoogwaardigheidsbekleders uit de politiek en de bedrijfswereld, moeten ontmoeten. U kunt hun project kracht bijzetten, zonder dat het Brussels Gewest daarom om middelen moet gaan bedelen. U mag niet afwachten, maar moet contacten leggen en nagaan of er mogelijkheden zijn om de plannen te concretiseren. Ik hoop dat dit land niet te kleinzielig is om een beetje culturele ambitie aan de dag te leggen. Dit is een unieke gelegenheid om een groots cultureel project te realiseren.

Nous ne devons pas demeurer dans une position d'attentisme. Vous devez avoir cette possibilité de contact, de rencontre, d'échange, d'évaluation, pour vérifier s'il n'ya pas d'opportunités qui peuvent se concrétiser. Si, comme je le crains, ce pays est trop petit dans sa tête pour avoir un peu d'ambition culturelle, cela confirmera le rôle qui est le nôtre. Nous avons pour une fois une occasion unique de créer un projet majeur, de référence, sur le plan culturel. Consacrons-y notre énergie, sans mettre nos finances en péril.

M. le président.- La parole est à M. Picqué.

De voorzitter.- De heer Picqué heeft het woord.

M. Charles Picqué, ministre-président.- Pour le moment, il n'y a ni endroit, ni argent, ni plan d'activités. Dès lors, il convient d'exiger une clarification de la part d'un certain nombre d'initiateurs du projet, notamment sur les apports privés qui avaient été promis.

De heer Charles Picqué, minister-president (in het Frans).- Voor het ogenblik hebben we geen geschikte locatie, geen geld en geen activiteitenprogramma. Er moet dus meer duidelijkheid komen vanwege de initiatiefnemers, met name wat de beloofde privé-inbreng betreft.

En effet, la proportion d'apports privés permettrait d'évaluer le différentiel (que le public devra assurer) nous séparant de la somme nécessaire, ne fut-ce que pour le fonctionnement. Outre les

Er is immers niet alleen geld nodig voor de infrastructuurwerken, maar ook voor de werking zelf.


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

10


travaux d'équipement, il s'agira ensuite de savoir qui va payer les frais inhérents à l'activité même. Pour le moment, la situation manque de clarté. Je connais les gens qui sont à l'initiative du musée et ils ont ma sympathie - , mais ils ont intérêt à adresser une demande claire aux différents niveaux de pouvoir. Il n'est pas possible que les niveaux de pouvoir doivent se téléphoner pour vérifier l'information qui leur revient. Les initiateurs du projet doivent s'engager par écrit à verser tel ou tel montant. Ils ont peut-être ignoré que mettre autour d'une table différents niveaux de pouvoir pour un projet commun est une tâche difficile dans notre pays.

De initiatiefnemers hebben er dus alle belang bij een duidelijk verzoek aan de verschillende gezagsniveaus te richten. In België is het immers niet makkelijk om de verschillende gezagsniveaus rond de tafel te krijgen voor een gemeenschappelijk project.

- L'incident est clos.

- Het incident is gesloten.

INTERPELLATION DE MME ISABELLE EMMERY

INTERPELLATIE VAN ISABELLE EMMERY

MEVROUW

À M. GUY VANHENGEL, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DES FINANCES, DU BUDGET, DE LA FONCTION PUBLIQUE ET DES RELATIONS EXTÉRIEURES,

TOT DE HEER GUY VANHENGEL, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET FINANCIËN, BEGROTING, OPENBAAR AMBT EN EXTERNE BETREKKINGEN,

concernant "le renouvellement du plan multimédia de la Région de BruxellesCapitale".

betreffende "de vernieuwing multimediaplan van het Hoofdstedelijk Gewest".

INTERPELLATION OLIVIA P'TITO,

JOINTE

DE

MME

concernant "l'accès aux nouvelles technologies et la création d'espaces publics numériques ou multimédia".

van het Brussels

TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE MEVROUW OLIVIA P'TITO,

VAN

betreffende "de toegang tot de nieuwe technologieën en het scheppen van digitale of multimediaruimte".

M. le président.- La parole est à Mme Emmery.

De voorzitter.- Mevrouw Emmery heeft het woord.

Mme Isabelle Emmery.- Je souhaiterais vous interpeller sur le renouvellement du plan multimédia dans l'enseignement primaire en

Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans).- Het multimediaplan voor het basisonderwijs wordt vernieuwd. Dat betekent dat de scholen een nieuwe


11

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

Région bruxelloise, puisque qu'il est prévu que l'enseignement fondamental reçoive des équipements informatiques neufs. Je salue bien évidemment la poursuite du plan multimédia au sein des écoles primaires bruxelloises. Je reste en effet persuadée que mener une telle politique est un moyen efficace pour réduire sensiblement la fracture numérique, qui va souvent de pair avec la fracture sociale qui affecte les plus démunis de notre Région. L'accord de gouvernement, dans son chapitre "la qualité de vie des Bruxellois", insiste sur le fait qu'il faut lutter contre cette fracture numérique et également sur le fait que "la formation aux nouvelles technologies doit s'envisager dès le plus jeune âge au sein de l'enseignement primaire et secondaire". L'objet de mon interpellation vise avant tout à bien comprendre tous les enjeux et toutes les procédures de répartition prévus dans le nouveau plan multimédia. Depuis 1999, notre Région consacre chaque année 2,5 millions d'euros au plan multimédia d'informatisation des écoles francophones et néerlandophones bruxelloises. Le plan a permis d'équiper chaque école secondaire bruxelloise de huit ordinateurs, d'un serveur et de trois imprimantes. En 2001, les écoles primaires ont aussi été fournies. L'année 2004 a marqué le début d'un processus de renouvellement du matériel informatique. Le secondaire a été le premier servi avec neuf nouveaux ordinateurs dotés d'un accès internet haut débit. C'est aujourd'hui au tour du primaire de recevoir des équipements informatiques neufs (neuf ordinateurs). Deux enseignants (personnesressources) seront même formés pour en assurer l'entretien. Jusqu'à quel terme la convention d'adhésion au plan multimédia pour les établissements scolaires d'enseignement fondamental de la Région de Bruxelles-Capitale court-elle ?


informatica-uitrusting krijgen. Een dergelijk beleid is nuttig om de digitale kloof te verkleinen, die vaak samengaat met sociale ongelijkheid en de zwaksten in het gewest treft. Het regeerakkoord stelt dat deze ongelijkheid bestreden moet worden en dat kinderen van jongsaf aan met de nieuwe technologieën moeten worden vertrouwd gemaakt. Sinds 1999 besteedt het Brussels Gewest jaarlijks 2,5 miljoen euro aan het multimediaplan voor de Franstalige en Nederlandstalige scholen in Brussel. Zo kreeg elke middelbare school in Brussel acht computers, een server en drie printers. Vanaf 2001 werden ook de lagere scholen met computers uitgerust. Sinds 2004 wordt het materieel vernieuwd. De middelbare scholen kregen negen nieuwe computers met een snelle internetverbinding. Nu is het de beurt aan de lagere scholen. Twee leerkrachten krijgen een opleiding om het materieel te onderhouden. Tot wanneer loopt de toetredingsovereenkomst voor de Brusselse basisscholen? Hoe zit het precies met de opleiding van de hulppersonen? Gaat het om een permanente opleiding? Welk budget is hiervoor uitgetrokken? Bent u van plan de computerzaal ook buiten de lesuren toegankelijk te maken? Kan er geen partnerschap met de verenigingswereld of met de sector van de sociale promotie worden gesloten om een proefklas per gemeente in te richten? Wordt er in de nabije toekomst overwogen om ook de instellingen uit het bijzonder onderwijs en het sociale-promotieonderwijs in Brussel met dit soort materiaal uit te rusten? Wat is het budget voor het multimediaplan 20072009 en hoe wordt dit bedrag onder de verschillende onderwijsniveaus opgesplitst?

Qu'est-il exactement prévu au niveau de la formation de ces deux personnes-ressources prévues dans chaque école ? S'agira-t-il d'une Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

12


formation continue ? Quel budget est-il prévu pour cette formation ? Que prévoyez-vous au niveau de l'accessibilité de la salle informatique en dehors des heures de classe ? En effet, si l'on veut que le plus grand nombre accède à l'informatique, il serait utile d'envisager l'ouverture de ces locaux. Ne peut-on pas dans ce cadre envisager un partenariat avec l'associatif ou la promotion sociale, afin d'instaurer une classe pilote par commune ? Si mes renseignements sont exacts, ce type d'expérience existe déjà dans certaines communes. Bien sûr, l'ouverture de l'école peut être compliquée en termes d'horaires, de possibilités d'entretien des locaux, mais une prise de position de votre part pourrait amorcer avantageusement le dossier. Est-il prévu dans un futur proche un équipement de ce type pour l'enseignement spécial et de promotion sociale à Bruxelles ? Quelles sont les prévisions et les priorités budgétaires pour le plan multimédia 2007-2009 ? Comment le budget sera-t-il réparti entre les différents niveaux d'enseignement ?

M. le président.- La parole est à Mme P'tito pour son interpellation jointe.

De voorzitter.- Mevrouw P'tito heeft het woord voor haar toegevoegde interpellatie.

Mme Olivia P'tito.- La Semaine de l'internet, qui s'est déroulée récemment, nous a rappelé à quel point la fracture numérique est encore une réalité en Belgique. L'étendue de la fracture numérique est confirmée par les premières statistiques nationales de l'INS sur le sujet : alors que 80% des universitaires ont accès à internet à domicile, seuls 17% des personnes sans diplôme surfent chez eux.

Mevrouw Olivia P'tito (in het Frans).- Tijdens de Franstalige week van het internet (Semaine de l'Internet) is nog maar eens gebleken hoe groot de digitale kloof is: 80% van de universitairen hebben thuis een aansluiting, in vergelijking met slechts 17% van de personen zonder diploma.

Les jeunes entre seize et vingt-quatre ans utilisent à 82% l'internet, tandis que 87% des personnes de plus de 65 ans et 62% des personnes entre 55 et 65 ans ne l'ont jamais utilisé. En outre, 64% des personnes ayant un emploi ont accès à l'internet à domicile, pour seulement 34% des personnes au chômage. La fracture numérique est également marquante au niveau des sexes : en Belgique, 19,7% des femmes

Overigens wijzen de cijfers erop dat jongere mensen en mensen met een job vaker internet gebruiken dan ouderen en werkzoekenden. Voorts blijkt dat mannen meer gebruik maken van computers dan vrouwen. Mijn voorstel van resolutie over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt handelde ook over dit onderwerp. De inkomens van de gezinnen vormen de doorslaggevende factor voor de toegang tot ICT


13

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

utilisent l'ordinateur à la maison pour le travail et 23,9% pour un usage privé, contre respectivement 24,2% et 34,4% pour les hommes. La résolution que j'ai déposée récemment sur l'égalité femmeshommes sur le marché de l'emploi, qui a été adoptée par l'ensemble des partis démocratiques du Parlement bruxellois, touchait également à cette question. Le revenu des ménages est de loin le facteur le plus déterminant dans l'accès aux technologies de l'information et de la communication (TIC) et à internet. Globalement, les classes moins aisées sont sous-représentées dans l'adoption des TIC, par rapport aux classes aisées, elles-mêmes surreprésentées. Cette situation s'explique logiquement par un manque de ressources, une participation moindre au marché de l'emploi et un faible niveau de formation des ménages défavorisés. Le non-accès aux TIC peut-être source de quatre types de discriminations : -

au niveau de l'accès à l'emploi et du développement professionnel : les offres d'emploi sont accessibles sur internet, via divers sites dont celui de l'ORBEM ;

-

en termes de consommation, puisque l'on ne peut accéder aux offres de biens et services existant sur internet ;-

-

en matière de communication : des mécanismes d'exclusion peuvent résulter de la rupture des réseaux de sociabilité existants et d'une forte sélectivité des nouveaux réseaux, qui renforceront l'isolement ;

-

en ce qui concerne l'exercice de la démocratie, dans la mesure où certains n'ont pas accès à l'information publique et à la possibilité de participer aux débats démocratiques.

Une solution envisagée - abordée lors d'ateliers de réflexion initiés durant la Semaine de l'internet est la création d'espaces numériques publics (EPN). L'expression "espace public numérique ou multimédia" désigne "tout lieu ouvert au public à vocation non lucrative disposant d'un projet


en internet: hoe hoger het inkomen, hoe meer er gebruik van wordt gemaakt. Wie geen toegang heeft tot moderne communicatietechnologieën, krijgt met verschillende vormen van discriminatie af te rekenen op gebied van tewerkstelling (op het internet staan veel vacatures), consumptie (bepaalde goederen en diensten zijn enkel toegankelijk op het internet), communicatie en democratie (de toegang tot informatie over de overheid en de mogelijkheid om aan het democratisch debat deel te nemen is beperkt voor wie niet op internet kan surfen). Een mogelijke oplossing zou bijvoorbeeld de oprichting van openbare multimediaruimten kunnen zijn. De ontvangst en de begeleiding in dergelijke ruimten zijn van essentieel belang. Bij gebrek daaraan zou de koudwatervrees van de bezoekers immers te groot zijn. De multimediaruimte is een openbare ruimte en moet naast een leer- en ontspanningsruimte ook een ontmoetingsruimte zijn die uitwisselingen tussen verschillende generaties en culturen bevordert. De meeste cyberruimten zijn privé-initiatieven en bieden geen enkele begeleiding bij het surfen op internet of het aanleren van computervaardigheden. Er is op dit vlak dus een belangrijke taak weggelegd voor de overheid. Wallonië heeft al een ontwikkelingsplan voor digitale openbare ruimten uitgewerkt en hiervoor in 2005 één miljoen euro vrijgemaakt. Het plan omvat onder meer een begeleidende studie en een oproep tot projecten voor de gemeenten. Brussel trekt geld uit voor de scholen en geeft een dotatie aan het CIBG voor acties binnen de plaatselijke besturen. Welke concrete acties zijn tot nu toe tot stand gekomen? Wordt hierbij systematisch met de gemeenten samengewerkt? Omvatten die projecten ook de oprichting van multimediaruimten? Welke steun kan hieraan worden verleend? Voor de middelbare scholen kan misschien een link worden gelegd met minister Cerexhe in het kader van het JEEP-project (Jeunes, Ecole,


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

d'accompagnement individuel et/ou collectif favorisant l'accès, l'initiation et l'appropriation de l'internet, au multimédia, à la bureautique."

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

14


Emploi... tout un Programme), dat betrekking heeft op de beroepskeuze in het vijfde en zesde middelbaar.

L'accueil et l'encadrement sont des données essentielles. Un lieu uniquement composé d'ordinateurs peut effrayer, alors que l'accès aux nouvelles technologies peut être un outil d'apprentissage très enrichissant pour toute personne qui se sent en confiance dans l'utilisation d'un ordinateur. C'est pourquoi dans un espace public, un animateur ou une animatrice doit assurer en permanence un encadrement. Chacun peut donc obtenir assistance et conseil. En tant qu'espace public, la mission d'un EPM (Espace public multimédia) est d'accompagner, de rassurer, de guider et de perfectionner tous ceux qui le souhaitent. Enfin, en plus d'être un lieu d'apprentissage et de loisirs, l'EPM doit être également un lieu de rencontre en dehors de l'ordinateur, un lieu d'échanges entre générations et cultures différentes. Or, la plupart des cyberespaces sont privés, n'offrent aucun soutien à la navigation sur internet et encore moins la possibilité de comprendre et de se former à l'informatique. Voilà pourquoi il appartient aussi aux pouvoirs publics d'initier ce genre de projets. En Wallonie, un plan de développement d'espaces publics numériques a été mis sur pied. Il vise notamment l'élaboration d'une étude destinée à accompagner la mise en place des espaces publics numériques au niveau local et le lancement d'un appel à projets aux communes, programme pour lequel un million d'euros a été débloqué pour l'année 2005. Le budget prévoit de l'argent pour les écoles et une dotation au CIRB pour des actions au sein des pouvoirs locaux. Je souhaiterais dès lors connaître les actions de concrétisation menées tant dans les écoles que dans les communes ? A ce propos, j'ai vu une de vos interviews à l'Athénée royal de Serge Creuz et j'aimerais en savoir plus à ce sujet. Ces actions sont-elles menées systématiquement en partenariat avec les communes ? La création d'espaces publics numériques ou multimédia faitelle partie de ces projets ? Si oui, quelle forme de Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

15

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


soutien pourrait être apportée ? Pour les écoles secondaires en particulier, il y a peut-être un lien à faire avec le ministre Cerexhe dans le cadre du projet JEEP (Jeunes, Ecole, Emploi... tout un Programme). Ce projet vise une orientation professionnelle en cinquième et en sixième secondaire et pourrait bénéficier de ce genre d'outils de manière pleinement efficace.

Discussion conjointe

Samengevoegde bespreking

M. le président.- La parole est à M. de Patoul.

De voorzitter.- De heer de Patoul heeft het woord.

M. Serge de Patoul.- Je serai relativement bref, parce que Mmes Emmery et P'tito ont déjà évoqué plusieurs aspects importants. Les deux interpellations se rejoignent sur le problème de la fracture numérique. Elle est importante, et elle est surtout grave pour ceux qui la subissent, parce qu'ils se coupent d'un moyen de communication d'une grande utilité et d'un outil de travail qui devient de plus en plus important, et même parfois indispensable, dans la société qui se construit actuellement.

De heer Serge de Patoul (in het Frans).- De digitale kloof is inderdaad een belangrijk probleem. Mensen worden afgesneden van een nuttig communicatiemiddel en een werkinstrument dat steeds belangrijker en soms zelfs onmisbaar wordt.

Equiper les écoles primaires en matériel est évidemment positif sur papier. Mais il est fondamental de savoir si les équipements en question sont pris en considération dans le projet pédagogique de l'institution scolaire. Il me parait essentiel que ces projets soient appropriés par le corps enseignant, sinon le risque est grand de se retrouver avec un équipement sous utilisé parce que seulement approprié par quelques passionnés et pas par corps professoral dans son ensemble. Je voudrais donc demander au ministre si, parallèlement à la mise en oeuvre de ce plan multimédia pour les écoles, il y a une réflexion, voire même presque une sélection, sur la base du projet pédagogique, ce qui démontrerait une volonté d'insérer cet équipement de façon cohérente dans le processus de formation. J'insiste sur la cohérence parce que l'enseignement a trop souvent souffert de gadgets, d'innovations apparemment performantes mais qui, faute d'appropriation, ont souvent pris la poussière comme par exemple les laboratoires de langues et la vidéo, présentés comme révolutionnaires.

Het is goed dat de lagere scholen over materieel beschikken, maar gebruiken ze het ook in hun pedagogisch project? Vaak wordt de informatica te weinig gebruikt omdat alleen enkele fanaten ermee bezig zijn in plaats van alle leerkrachten. Mijnheer de minister, besteedt u bij de uitvoering van het multimediaplan ook aandacht aan dit aspect? Er zijn in het onderwijs al veel te veel revolutionaire nieuwigheden ingevoerd, zoals de taallabo's en video, die weinig effect gehad hebben omdat ze te weinig gebruikt werden. Mevrouw Emmery vindt dat de computers ook toegankelijk moeten zijn buiten de lesuren. Dat ligt organisatorisch moeilijk. Het zou een goed idee zijn de ouders van de leerlingen erbij te betrekken, bijvoorbeeld door hen toegang te geven tot de computerzalen. Dat zou de digitale kloof nog beter tegengaan. Ten tweede wil ik het hebben over de publieke multimediaruimten. Bij de plaatselijke overheden zijn er uiteenlopende initiatieven op het vlak van de multimedia. Van deze initiatieven, zowel goede als slechte, moet een overzicht worden opgesteld. Volgens mij zijn openbaar toegankelijke multimediaruimten zeer efficiënt. Ze beantwoorden


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

16


Dans cette même perspective, Mme Emmery a parlé de l'accessibilité des lieux en dehors des heures de cours. La gestion d'une école n'est pas facile et cette accessibilité n'est pas aisée à organiser. Par contre, associer les parents des enfants qui vont bénéficier de cet équipement me paraît tout à fait accessible et s'insèrerait assez harmonieusement dans l'organisation d'une école. Ce faisant, on va effectivement répondre à un problème lié à la fracture numérique, parce que les parents ne seront pas en décrochage car si tel est le cas, ils seront peu enclins à investir dans le domaine, n'étant eux-même pas liés au projet et n'utilisant pas le matériel. Il serait donc très intéressant et positif de veiller à inclure les parents dans ces projets, dans un premier temps par une accessibilité de la salle aux parents.

aan een bestaande vraag.

Le deuxième aspect que je voulais aborder dans mon intervention est relatif aux salles multimédia accessibles au public.

De multimedia moeten toegankelijk worden en daar mag geen elitedenken aan gekoppeld zijn. De digitale kloof is niet onoverbrugbaar. Ik stel voor een reeks conferenties te organiseren om dat aan het grote publiek duidelijk te maken.

Il y a manifestement un dynamisme qui se crée dans les pouvoirs locaux, où l'on voit se créer progressivement des espaces d'accès aux nouvelles technologies, sous des formules variées et multiples. Il serait intéressant de pouvoir en réaliser l'inventaire à un moment donné. Cela pourrait faire l'objet d'une question écrite si je ne reçois pas la réponse aujourd'hui. Il faudrait que les différents pouvoirs locaux puissent disposer d'un inventaire de ces nouvelles initiatives, qui comprennent de bonnes pratiques, de moins bonnes, voire certaines qui sont de fausses bonnes idées.

Ook de omkadering is essentieel. Voor de plaatselijke overheden is dat vaak een probleem omdat de kosten voor de werking hoog oplopen. Het gewest kan de gemeenten helpen bij de organisatie van die omkadering. Het aanbod van de opleidingen on line wordt steeds groter. Ook hiervoor is een omkadering noodzakelijk. Voor wie on line cursus volgt is het immers ontmoedigend om vast te zitten en geen hulp te kunnen vragen. Een dergelijke opleiding heeft slechts zin als er een degelijke omkadering aanwezig is.

Er dient een lijst van de bestaande initiatieven te komen. Het gewest kan daartoe het initiatief nemen. Wat is het regeringsstandpunt over deze voorstellen?

Ces créations d'espaces multimédia accessibles au public me paraissent fort efficaces. Mon expérience au niveau local m'a appris qu'ils produisent une réponse à un besoin. Par ailleurs, il est essentiel de veiller à l'encadrement. Les pouvoirs locaux sont confrontés à ce niveau à un problème de mise en oeuvre parce que l'encadrement représente un important investissement de fonctionnement. La Région pourrait intervenir habilement, intelligemment, pour lutter contre la fracture numérique, en aidant les pouvoirs locaux à organiser cet encadrement. La formation à distance, en ligne, se développe de Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

17

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


plus en plus. C'est une formation extrêmement efficace qui, pour être efficace, demande un encadrement. Il n'y a rien de plus décourageant pour l'apprenant qui se forme en ligne que d'être bloqué et confronté seul à la difficulté, sans pouvoir aller de l'avant. L'encadrement qui peut intervenir à ce moment-là peut constituer l'élément en plus qui fait ce type de formation arrive à bonne fin et remplit pleinement son rôle. L'encadrement est un aspect essentiel, qui permettrait de progresser sur de multiples plans. En outre, il faut démystifier les nouvelles technologies, pour que ceux qui subissent la fracture numérique comprennent que l'effort à accomplir pour se retrouver de l'autre côté de la barrière, du côté de ceux qui utilisent les nouvelles technologies, n'est pas insurmontable. Il serait utile d'organiser une série de conférences de très grande vulgarisation sur les nouvelles technologies, pour montrer leur facilité d'accès. Il faudrait procéder à un inventaire des pratiques existantes. La Région pourrait jouer un rôle de moteur interéssant en la matière. J'aimerais connaître la position du gouvernement sur ces différentes suggestions.

M. le président.- La parole est à M. Vanhengel.

De voorzitter.- De heer Vanhengel heeft het woord.

M. Guy Vanhengel, ministre.- Je remercie les honorables députés pour leurs interpellations. Ceci me permet de faire le point sur le développement du Plan multimédia à Bruxelles.

De heer Guy Vanhengel, minister (in het Frans).- De vernieuwing 2006 in de basisscholen bestaat in de installatie van 5 nieuwe pc's (1 server en 4 werkstations). De scholen kunnen echter tevens het oude materiaal (5 pc's) integreren, zodat ze in totaal over 9 werkstations zullen beschikken.

D'abord, deux précisions : 1) Le renouvellement 2006 dans le réseau primaire consiste à installer cinq ordinateurs neufs (un serveur et quatre stations de travail). Comme l'école peut intégrer l'ancien matériel du Plan multimédia (cinq ordinateurs au total), chaque école primaire dispose donc de neuf stations de travail au total. 2) Le Plan multimédia assure la formation d'une personne-ressource par école, ce qui est la norme. Toutefois, quand une école sollicite une seconde inscription, le Plan multimédia requiert que l'école

Door het multimediaplan kan er in elke school een ondersteunend persoon worden opgeleid. Een school die een opleiding wenst voor een tweede ondersteunend persoon, kan een schriftelijke aanvraag indienen. Tot op heden is er slechts één school waar twee personeelsleden een opleiding krijgen. Scholen sluiten zich voor onbepaalde tijd bij het multimediaplan aan. Zowel de school als de overheid kan met een opzegtermijn van zes


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

COMMISSION FINANCES

introduise une demande et promette de rappeler l'école quand il y a des disponibilités. Aucune école n'a introduit de demande écrite. A ce jour, seule une école-pilote a demandé et a reçu la formation pour deux personnes-ressources. La convention d'adhésion au Plan multimédia est à durée indéterminée, chacune des parties pouvant y mettre fin moyennant un préavis de six mois. Chaque parlementaire a reçu le Cahier N° 27 du CIRB qui contient le modèle de la convention d'adhésion. Celle-ci prévoit quatre années de maintenance sur le nouveau matériel. Après ces quatre années, si le budget le permet, le CIRB pourra soit commander une ou plusieurs années de maintenance, soit renouveler le matériel. La formation d'une personne-ressource est d'une journée. Le contenu du cours est le suivant : -

introduction ;

-

composantes matérielles : description des éléments constitutifs d'un PC ;

-

composantes logicielles ;

-

structure d'un réseau ;

-

configuration dans les écoles ;

-

système de maintenance.

Cette formation n'est pas continue. Le CIRB organise ce type de formation lors de chaque renouvellement de matériel. Le CIRB fournit un support de cours libre de droits. Pratiquement, les écoles ont accès à un site web où sont publiés les supports de formation. Ces supports sont graduels, en ce sens que le texte est très vulgarisé, prend le lecteur "par la main" et permet à un non-initié d'aborder le mode d'emploi de la salle multimédia. Le budget consacré à cette formation est de 25.000 euros. En ce qui concerne l'accessibilité des locaux informatiques en dehors des heures de classe, la convention précise que le chef d'établissement doit prendre les mesures nécessaires pour assurer la sécurité du matériel. La couverture d'assurance est limitée aux vols et dégâts avec effraction. II est

18


maanden een einde maken aan de overeenkomst. Elk parlementslid heeft een voorbeeld van de overeenkomst van aansluiting bij het multimediaplan ontvangen. Er staat onder meer in dat het nieuwe materiaal gedurende vier jaar wordt onderhouden. Als het budget toereikend is, kan het CIBG die termijn verlengen of nieuw materiaal bestellen. De personen die ondersteuning bieden, krijgen een eenmalige opleiding van een dag. Enkel wanneer het materiaal wordt vernieuwd, volgen er bijkomende opleidingen. De scholen krijgen ook toegang tot een website die voor opleiding is bestemd. De informatie op de website is heel toegankelijk en maakt het voor leken mogelijk om stap voor stap kennis te maken met multimedia. Er wordt een budget van 25.000 euro uitgetrokken voor dit initiatief. Er waren ook vragen over de toegankelijkheid van de informaticalokalen buiten de lesuren. Welnu, in de overeenkomst staat dat de nodige maatregelen moeten worden genomen om het materiaal veilig te stellen. De verzekering is beperkt tot diefstal en vandalisme met braak. Het is dan ook aangeraden om de lokalen niet toegankelijk te maken wanneer er geen toezicht is. Ik sta open voor samenwerking met het verenigingsleven om gelijkaardige initiatieven te ontwikkelen. Door de multimediazaal toegankelijk te maken voor het publiek, zouden de gewestelijke investeringen inderdaad meer opbrengen. De ervaring leert ons evenwel dat het voor de school niet makkelijk is om 's avonds of in het weekend de toegang tot haar lokalen te organiseren, onder meer door de uurroosters van de huisbewaarders. Voor het bijzonder onderwijs van het type 6 en 7 betreft (doven, slechthorenden, blinden en slechtzienden) heb ik een begroting van 350.000 euro uitgetrokken voor specifiek materiaal (braillelatten, brailleprinters, scanners met optische herkenning van de leestekens en stemsynthesizer en ook het meer klassiek multimediamateriaal). De

scholen

van

sociale

promotie

die


de

19

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

recommandé de ne pas laisser le local ouvert sans surveillance. Je suis ouvert à toute proposition pour envisager un partenariat avec le secteur associatif ou la promotion sociale, dans l'idée de créer d'autres classes-pilotes, une par commune, à l'instar de Wolu-Cyber. Cela permettrait de mieux rentabiliser les investissements régionaux en rendant accessible la salle multimédia au public. Il faut souligner que l'interlocuteur incontournable dans ce cadre sera le chef d'établissement. L'expérience montre que c'est une contrainte assez lourde pour l'école d'organiser une ouverture de ses locaux le soir ou le week-end, à cause notamment des difficultés liées aux horaires des concierges. En ce qui concerne l'enseignement spécial de type 6 et 7 (sourds, malentendants, aveugles et malvoyants), j'ai prévu pour la première fois un budget de 350.000 euros, qui sera affecté à la mise à disposition de matériel spécifique. J'ai pris cette décision suite à une entrevue avec des dirigeants de ce type d'établissements, qui m'ont appris que le matériel classique mis à disposition des écoles ne leur convenait pas. Le matériel sera constitué de règles braille, d'imprimantes braille, de scanners avec reconnaissance optique de caractères et synthétiseur de voix, ainsi que de matériel multimédia plus classique. Le matériel est également accessible pour les écoles de promotion sociale qui partagent l'infrastructure d'une école secondaire ou primaire adhérant au Plan multimédia. Une réflexion est en cours afin d'évaluer les besoins de la promotion sociale. Je confirme ma volonté de maintenir les investissements dans les technologies de l'information et de communication dans nos établissements scolaires à concurrence de minimum deux millions d'euros par an et ce, pendant toute la législature, ce qui représente un investissement de dix millions d'euros en cinq ans. La répartition entre le primaire et le secondaire restera assez proche de 70 % pour le primaire et de 30 % pour le secondaire. En effet, le nombre supérieur d'écoles primaires a un impact sur le


infrastructuur delen met een secundaire of lagere school die deel uitmaakt van het multimediaplan, kunnen gebruik maken van dat materiaal. Er wordt een analyse uitgevoerd om de noden van de sociale promotie te evalueren . Ik zal tot slot de ICT-investeringen in de Brusselse onderwijsinstellingen voortzetten met minimum 2 miljoen euro per jaar. De verdeling bedraagt ongeveer 70% voor het lager en 30% voor het secundair onderwijs. Het groter aantal lagere scholen heeft inderdaad een weerslag op de kostprijs van de IRISnetaansluitingen, de installatiekosten, de opleiding en het onderhoud bij elke vernieuwing van het materiaal. Dankzij zijn coherente actie heef het Gewest de nieuwe technologieën kunnen installeren in 151 secundaire en 396 lagere onderwijsinstellingen. We kunnen trots zijn op het resultaat. In het verlengde hiervan werd een pilootproject uitgevoerd in Sint-Lamberts-Woluwe, waarbij het computerlokaal van de school opengesteld werd voor een vereniging die het publiek na de uren of op zaterdag begeleidde. Op die manier wordt de infrastructuur optimaal gebruikt en zijn er voor de openbare multimediaruimte (OMR) geen bijkomende investeringen in materieel nodig. De gemeenten creëren niet systematisch dergelijke OMR's, maar er bestaan heel wat plaatselijke initiatieven, wel 38 in het Brussels Gewest. Onlangs nog creëerde de gemeente Sint-Gillis haar eigen OMR, zonder een beroep te doen op de bevoegde gewestminister. De plaatselijke OMR's komen meestal voort uit het verenigingsleven. Uit een onderzoek van de federale minister Vanvelthoven bleek dat de helft van de Brusselaars zonder internet wel over een computer beschikt. De uitdaging voor de toekomst is het vereenvoudiging van de toegang tot internet. Daarom leggen we de klemtoon op het draadloze internet, via WIFI of WIMAX. De komende maanden wordt een draadloos netwerk aangelegd


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

coût des connexions Irisnet comme sur les frais d'installation, de formation et de maintenance lors de tout renouvellement de matériel. La Région a pu, grâce à son action cohérente, implanter les nouvelles technologies dans les établissements scolaires de notre Région. Nous pouvons nous féliciter de ce résultat.

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

20


op de Oefenplein-campus. De toegang daartoe zal gratis zijn. Wanneer heel het gewest over een draadloze internetverbinding beschikt, zullen heel wat nieuwe initiatieven ontstaan rond het gebruik van informatie- en communicatietechnologie. Dat bewijzen ervaringen in het buitenland.

Il est évident que l'accès aux nouvelles technologies est un élément essentiel du développement de notre société et de l'économie. Depuis plusieurs années, la sensibilisation et la formation aux nouvelles technologies font partie de nos priorités. En ce domaine, les initiatives prises pour le Plan multimédia des écoles permet d'équiper les écoles primaires et secondaires. Aujourd'hui, 151 écoles secondaires et 396 écoles primaires disposent d'équipements, de maintenance et de connexions internet grâce à la Région. Dans le prolongement de cette action, un projetpilote a été mené à Woluwe-Saint-Lambert. Ce projet consiste à rendre accessible le local multimédia de l'école à une association assurant l'accompagnement du public en fin de journée ou le samedi. Cette expérience d'EPN (Espace public numérique) s'avère intéressante : l'infrastructure est ainsi optimalisée et l'EPN implique peu d'investissements supplémentaires pour les équipements. Il me semble que cette voie présente des opportunités indéniables. Ceci étant, aucune action systématique de création d'EPN n'est aujourd'hui engagée avec les communes. Dans de nombreux cas, on constate que des initiatives locales existent déjà ou se développent. En Région bruxelloise, les exemples sont nombreux (38). Tout récemment, la commune de Saint-Gilles a d'ailleurs créé son propre EPN, l'Atelier du web, sans solliciter d'intervention du ministre en charge des Technologies de l'information et de la communication. Les EPN ont un ancrage local et se développent le plus souvent au travers du tissu associatif.


21

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


Par ailleurs, dans le cadre d'une recherche menée par mon collègue Peter Vanvelthoven en matière de "souhaits et attentes du citoyen belge en matière d'e-gouvernement", il apparaît clairement que la moitié des Bruxellois qui n'ont pas internet disposent déjà d'un ordinateur. Quel est le véritable défi de demain ? Mettre des ordinateurs à disposition ou plutôt faciliter l'accès à internet ? Nous sommes convaincus de l'importance de l'accès à internet. C'est pourquoi nous mettons aujourd'hui l'accent sur l'accès à internet sans fil, au travers du WIFI ou du WIMAX. Dans les prochains mois, le campus de la Plaine sera couvert par un réseau sans fil, donnant accès à tous à internet, et ce gratuitement. L'extension d'un accès à internet sans fil à l'ensemble de la Région favoriserait sans aucun doute l'émergence de nombreuses initiatives et créerait un climat nouveau en matière d'utilisation des technologies de l'information et de la communication. Des expériences de ce type existent à l'étranger, à San Francisco et Philadelphie. Une telle initiative en Région bruxelloise contribuera, sans aucun doute, à l'accès de tous aux nouvelles technologies.

M. le président.- La parole est à Mme Emmery.

De voorzitter.- Mevrouw Emmery heeft het woord.

Mme Isabelle Emmery.- Une question supplémentaire m'est venue en vous écoutant, M. le ministre. Vous avez confirmé les chiffres dont je disposais, à savoir neuf ordinateurs - qui représentent le capital neuf et ancien en termes d'ordinateurs -, une personne formée par la Région, et une deuxième à la demande.

Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans).- U hebt bevestigd dat er negen computers zijn, één personeelslid opgeleid door het gewest en een tweede persoon op verzoek. Gelden die cijfers voor alle scholen, ongeacht het aantal leerlingen, of worden ze aan dit criterium aangepast?

Ces chiffres sont-ils valables pour toutes les écoles, quelle que soit la population scolaire, ou sont-ils modulés en fonction de ce critère ? M. Guy Vanhengel, ministre.- Nous ne l'avons pas fait jusqu'à présent.

De heer Guy Vanhengel, minister (in het Frans).- Dat is tot op heden nog niet gebeurd.

Mme Isabelle Emmery.- Y a-t-il une demande en ce sens ? Une école n'étant pas une autre, on pourrait considérer en termes de besoins qu'il faut plus d'ordinateurs à certains endroits qu'à d'autres.

Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans).- Is dat al gevraagd? De behoefte aan computers is niet in alle scholen even groot.


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

M. Guy Vanhengel, ministre.- Il faudrait effectivement installer plus d'ordinateurs lorsqu'il y a plus d'élèves et que l'utilisation des classes multimédia est plus intensive. C'est l'une des réflexions que nous avons faites lors du dernier programme que nous avons lancé. Votre remarque devrait être intégrée dans notre réflexion et dans la manière dont nous travaillons pour de nouveaux programmes. En un premier temps, nous avons eu raison de garantir un équipement de base dans toutes les écoles. Dans le futur, nous devrons aussi tenir compte de la taille de ces écoles, pour adapter la grandeur du local multimédia ou des locaux multimédia au nombre d'élèves qui les fréquentent.

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

22


De heer Guy Vanhengel, minister (in het Frans).- Wanneer er meer leerlingen zijn, zijn er inderdaad meer computers nodig. Daarover is gepraat bij het meest recente programma. Ik zal bij de opstelling van nieuwe programma's met uw opmerking rekening houden. In een eerste fase was het belangrijk om in alle scholen een basispakket aan te bieden. In de toekomst moet ook met de grootte van de school rekening worden gehouden.

Mme Isabelle Emmery.- Le programme existe depuis 1999. Disposez-vous d'un bilan qualitatif de l'utilisation faite par les écoles ? Ce matériel répond-t-il à un besoin ?

Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans).- Het programma bestaat sinds 1999. Is er onderzocht hoe de scholen dit materiaal aanwenden en of het aan de noden voldoet?

M. Guy Vanhengel, ministre.- Ma réponse sera empirique, basée sur mes nombreuses visites dans des écoles. A chaque lancement de programme, je me déplace dans les écoles pour voir comment cela fonctionne.

De heer Guy Vanhengel, minister (in het Frans).- Ik heb bij elke invoering van een nieuw programma zelf een aantal scholen bezocht. Die hebben zich nooit over het materiaal beklaagd. Ik ben ook zeer tevreden over het onderhoud. Dat is uitbesteed aan een gespecialiseerd bedrijf.

Nous n'avons reçu aucune plainte à ce sujet. Au contraire, notre administration reçoit des félicitations. Tout se passe très bien. Nous sommes également très satisfaits des services de maintenance, qui sont assurés en sous-traitance par une société spécialisée.

M. le président.- La parole est à Mme P'tito

De voorzitter.- Mevrouw P'tito heeft het woord.

Mme Olivia P'tito.- Vous vous dites ouvert à toute proposition au niveau de l'associatif. C'est important par rapport au projet JEEP. Ce projet bénéficie à toutes les écoles et à tous les élèves de cinquième et sixième secondaire en vue d'une orientation professionnelle. On pourrait faire d'une pierre deux coups en montrant tous les outils existants par une sensibilisation à ce sujet.

Mevrouw Olivia P'tito (in het Frans).- Het verheugt mij dat u open staat voor samenwerking met de verenigingswereld. Dat is belangrijk voor het JEEP-project, dat betrekking heeft op alle leerlingen van het vijfde en zesde middelbaar en hen moet helpen bij hun beroepskeuze. We zouden twee vliegen in één klap kunnen slaan via een sensibilisering over alle bestaande instrumenten.

- Les incidents sont clos.

- De incidenten zijn gesloten.


23

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


JULIE

INTERPELLATIE VAN MEVROUW JULIE FISZMAN

À M. GUY VANHENGEL, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DES FINANCES, DU BUDGET, DE LA FONCTION PUBLIQUE ET DES RELATIONS EXTÉRIEURES,

TOT DE HEER GUY VANHENGEL, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET FINANCIËN, BEGROTING, OPENBAAR AMBT EN EXTERNE BETREKKINGEN,

concernant "la lutte contre la fracture numérique : un réseau sans fil pour tous".

betreffende "de strijd tegen de digitale kloof: draadloos netwerk voor iedereen".

INTERPELLATION FISZMAN

DE

MME

M. le président.- La parole est à Mme Fiszman.

De voorzitter.- Mevrouw Fiszman heeft het woord.

Mme Julie Fiszman.- Effectivement, en matière de lutte contre la fracture numérique, nous avons été bien inspirés, et il y a de quoi puisqu'il s'agit d'un thème très important.

Mevrouw Julie Fiszman (in het Frans).- Om iedereen toegang te verlenen tot de onlineoverheidsdiensten en de digitale kloof te bestrijden, heeft de regering er zich toe verbonden opleidingsmodules uit te werken en geleidelijk internet voor iedereen toegankelijk te maken.

Je me permettrais de rappeler la déclaration de gouvernement qui prévoit que, pour que tout le monde puisse bénéficier de la mise en ligne des services publics, le gouvernement veillera à lutter contre la fracture numérique en développant progressivement l'accès à internet pour tous, ainsi que des modules de formation. En effet, alors que les technologies de l'information et de la communication, et internet en particulier, offrent tous les jours plus de services aux citoyens, une partie de la population n'y a toujours pas accès. Les chiffres ont été rappelés dans l'interpellation précédente. C'est dans ce sens que le ministre fédéral de l'Intégration sociale, Christian Dupont, a coordonné le Plan national de lutte contre la fracture numérique. Au niveau régional, la presse francophone faisait état, à la mi-mars, d'un projet pilote pour équiper le campus de la Plaine en WIMAX. Selon le directeur du Centre d'informatique de la Région bruxelloise (CIRB), au bout d'un an, ce projet sera évalué et le ministre de tutelle décidera alors sous quelle forme le WIMAX sera déployé sur l'ensemble de la Région. Selon la presse, cinq entreprises auraient été sélectionnées pour remettre une offre clé sur porte. Ces entreprises seraient Alcatel, Siemens, Belgacom, Télindus et Irisnet.

De Franstalige pers maakte half maart gewag van een proefproject om de campus van het Oefenplein met WIMAX uit te rusten. Volgens de directeur van het CIBG zal het project na een jaar worden geëvalueerd en zal de toezichthoudende minister beslissen in welke vorm WIMAX in het hele gewest zal worden ontwikkeld. Volgens de pers zouden vijf bedrijven geselecteerd zijn om een project in te dienen (Alcatel, Siemens, Belgacom, Telindus en Irisnet). Voor WIMAX is een federale licentie vereist via het BIPT, dat een gebruiksfrequentie toekent. Op de mondelinge vraag van mevrouw Caron van 20 februari 2006 antwoordde u dat de WIMAXnorm niet definitief was, dat het CIBG een licentie heeft aangevraagd maar tegelijk de mededingingswetgeving onderzoekt en dat het BIPT de toekenningsprocedure nog maar net in gang heeft gezet. Op 16 maart stond in de Nederlandstalige pers dat het Gentse internetbedrijf Evonet een licentie zou hebben gekregen van het Belgische Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) om in bijna heel België frequenties voor WIMAX in gebruik te nemen. Het CIGB zou de beslissing aanvechten.

Or, le WIMAX nécessite l'attribution d'une licence Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

fédérale par l'Institut belge des services postaux et de télécommunications (IBPT), qui attribue alors la fréquence d'utilisation. Récemment, Mme Danielle Caron vous a interpellé sur la question. Dans votre réponse du 20 février 2006, vous souligniez que la norme WIMAX n'était pas définitive, que l'IBPT venait seulement de lancer la procédure pour l'octroi de licence, et que le CIRB avait introduit un dossier pour obtenir une licence, tout en examinant la législation relative à la concurrence pour l'accès à l'internet pour tous. La presse néerlandophone expliquait le 16 mars qu'Evonet (une entreprise d'internet gantoise) aurait reçu la licence de l'IBPT en demandant des fréquences pour presque toute la Belgique. Le CIRB serait arrivé dernier dans la procédure et contesterait la décision de l'IBPT.

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

24


De Brusselse regering is vastbesloten om de digitale kloof te bestrijden. Welke licenties zijn nodig voor WIMAX? Hoe komt het dat het CIBG zo slecht heeft gescoord in de aanvraagprocedure? Hoe staat het met de aanvechting van de beslissing van het BIPT? Heeft het CIBG overwogen hoeveel het zou kosten om draadloos internet aan te bieden met behulp van WIFI? Daar is immers geen licentie voor nodig. Het lijkt erop dat WIMAX op termijn de internationale standaard voor draadloos internet zou worden en dat WIFI het pleit zou verliezen. Hebt u contact gehad met uw federale collega over het Nationaal Plan tegen de Digitale Kloof? Voert u samen met de federale overheid een gecoördineerd beleid?

Le nombre d'interpellations sur la question témoigne de notre attachement à mettre en oeuvre cette partie de la déclaration de gouvernement, qui prévoit de lutter contre la fracture numérique pour garantir à tous un avenir dans la société de demain. Quelles sont les licences nécessaires pour le WIMAX ? Le CIRB a-t-il évalué la raison de son mauvais classement ? Où en est la procédure de contestation ? Le CIRB a-t-il envisagé le coût de l'autre possibilité de faire du réseau sans fil pour tous sans licence, c'est à dire la technologie WIFI ? En ce qui concerne le WIFI et le WIMAX, quelles normes seront utilisées au niveau international ? Il paraîtrait que le WIMAX pourrait devenir à terme la référence internationale, ce qui ne serait pas le cas du WIFI. Avez-vous eu des contacts avec votre collègue du fédéral dans le cadre du Plan national de lutte contre la fracture numérique ? Si oui, dans quel sens menez-vous la coordination avec le fédéral ? Il serait dommageable qu'il y ait certaines différences entre la Wallonie, la Flandre et Bruxelles. Cela vaut la peine de se coordonner pour que chacun dispose des mêmes outils et puisse passer aisément d'une Région à l'autre ou d'une commune à l'autre.


25

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


M. le président.- La parole est à M. Vanhengel.


M. Guy Vanhengel, ministre.- Je remercie l'honorable collègue pour son intéressante question qui me donne l'opportunité d'exposer tout d'abord le contexte du projet de réseau WIMAX régional.

De heer Guy Vanhengel, minister (in het Frans).- Ik zal eerst de context schetsen van het WIMAX-project.

Le monde des télécommunications est en effet en train de changer rapidement suite à l'évolution de la technologie. Outre une tendance récurrente à l'amélioration des performances - on a plus pour moins cher - le secteur connaît actuellement deux évolutions rapides qui sont le sans fil ou "wireless" et la convergence vers les protocoles de l'internet (IP). De nouveaux systèmes et produits voient donc le jour, comme par exemple le WIFI, le WIMAX et la téléphonie sur IP (Internet Protocol). Ces avancées technologiques, accompagnées par la libéralisation du secteur, qui était encore un monopole d'Etat il y a peu de temps, mettent les télécommunications à la portée de nouveaux acteurs, notamment des acteurs publics. Un peu partout dans le monde, on voit des villes et des communes développer des projets basés sur ces nouvelles technologies, avec des objectifs tels que la lutte contre la fracture numérique ou la promotion de l'éducation. Comme le rappelle mon honorable collègue, le gouvernement bruxellois a décidé lui aussi d'utiliser les opportunités offertes par ces nouvelles technologies, pour les mettre au service des objectifs régionaux. II poursuit en cela la politique qui lui a déjà permis de réaliser le projet Irisnet. Il est assez évident que l'arrivée des pouvoirs publics dans le monde - jusqu'ici très fermé - des opérateurs de télécommunication, va déranger le secteur, que ses objectifs économiques incitent plutôt à tirer profit des investissements importants consentis dans les réseaux classiques (ADSL, Modem-câble, GSM, GPRS, Edge, etc.).

De telecommunicatietechnologie evolueert snel. Naast een verbetering van de prestaties, zijn er twee ontwikkelingen: de draadloze verbindingen en de convergentie naar IP (Internet Protocol). Dat leidt tot nieuwe producten, zoals WIFI, WIMAX of telefoneren via IP. Hierdoor en door de vrijmaking van de markt, komt de telecommunicatie in handen van nieuwe actoren, met name openbare actoren. Overal ter wereld ontwikkelen steden en gemeenten projecten rond nieuwe technologieën om de digitale kloof te bestrijden. Ook de Brusselse regering wil de nieuwe technologie gebruiken om haar doelstellingen te bereiken. Zo heeft het onder meer het IRISnet gerealiseerd. Deze rol van de overheden verstoort de sector, aangezien de vroegere operatoren vooral winst willen halen uit de investeringen die ze gedaan hebben in de klassieke netwerken. Een eerste confrontatie vond plaats bij het toewijzen van de licenties voor bepaalde frequenties. In Frankrijk vond het regulerende orgaan in dit verband dat de overheid daarbij een belangrijke rol moest spelen en zeker een van de twee nieuwe WIMAX-frequenties moest verwerven. Het gewestelijke project vereist frequenties waarop de WIMAX-protocols kunnen werken.

Le processus d'attribution des fréquences sous licence est probablement le premier lieu d'affrontement entre ces nouveaux acteurs et les opérateurs classiques.

De aanvraag van het CIBG werd verworpen door het BIPT omdat er geen frequentie meer beschikbaar zou zijn nadat aan de eerst geklasseerde aanvraag voldaan zou zijn. De aanvraag van het gewest werd op de vierde plaats geklasseerd, omdat zij een te klein gebied bestrijkt, namelijk het Brussels Gewest en niet heel België.

II est intéressant à cet égard de voir ce qui s'est

Het BIPT stelt ook dat het geen frequenties kan


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

passé en France. Lors de la procédure d'attribution de nouvelles fréquences par l'autorité de régulation française, l'Association des Régions de France a estimé que "le développement harmonieux du haut débit nécessite que l'acteur public local dispose d'une posture spécifique". Et elle a demandé au premier ministre Dominique de Villepin d'obtenir en priorité une des deux fréquences WIMAX qui seront prochainement disponibles. En ce qui concerne plus précisément les trois questions posées à propos du projet régional, d'abord, le projet régional nécessite en effet des fréquences sur lesquelles il est possible de mettre en oeuvre les protocoles WIMAX. La demande du CIRB a été rejetée par l'IBPT sur base du fait qu'une fois satisfaite la demande classée la première, il ne restait plus aucune fréquence disponible. Or la demande de la Région a été classée quatrième. Les critères de classement font référence à la capacité totale demandée. En bref, la demande régionale, ne visant à couvrir que le territoire régional, est mal classée du simple fait de la petite taille de celui-ci, alors que la société lauréate a introduit une demande pour l'ensemble du territoire belge. Par ailleurs, dans sa réponse, l'Institut avance en outre le fait qu'il ne peut attribuer des fréquences à une Région en l'absence d'un accord de coopération entre l'autorité fédérale et les Communautés, car il assimile la boucle locale radio à de la radio diffusion et/ou de la télé diffusion. Le CIRB, considérant ces arguments comme contestables, notamment sur le plan juridique, a donc fait connaître ses griefs à l'IBPT. Ensuite, le projet régional est basé sur l'usage complémentaire des technologies WIFI et WIMAX. Actuellement, la seule technologie WIFI n'est pas considérée comme une option pour développer un réseau à l'échelle régionale. Au cas où le recours introduit ne permettrait pas l'attribution de fréquences au CIRB, d'autres possibilités existent. D'autres bandes de fréquences sur lesquelles il est possible de faire du WIMAX seront peut-être proposées par l'IBPT. Des

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

26


toewijzen aan een gewest zonder samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen. Het CIBG vindt de argumenten van het BIPT juridisch aanvechtbaar en heeft beroep aangetekend. Het gewestelijk project is gebaseerd op een complementair gebruik van WIFI en WIMAX. De WIFI-technologie op zich is geen optie voor een gewestelijk netwerk. Wanneer de frequenties, ondanks het beroep, niet aan het CIBG worden toegewezen, zijn er andere mogelijkheden. Het BIPT zal misschien andere frequenties voorstellen waarop WIMAX mogelijk is, of we kunnen een partnerschap aangaan met ondernemingen die een licentie verworven hebben. De toewijzing van de frequenties is commercieel belangrijk en moet op een transparante manier gebeuren en met de belangen van de gewesten rekening houden. Mijn kabinet is van meet af aan betrokken bij het nationale actieplan tegen de digitale kloof. Dit wordt gecoördineerd door de federale minister Dupont en werd door zijn collega Verwilghen voorgesteld op de wereldtop over de informatiemaatschappij op 16 november 2005. In het Plan zijn initiatieven opgenomen zoals een toename van het aantal openbare multimediaruimten en betere computers voor gezinnen. De ontwikkeling van een draadloos netwerk in het gewest is een aanvulling op het actieplan "Internet voor iedereen" van de federale minister Vanvelthoven. Dat actieplan zet mensen zonder computer ertoe aan zich een PC met een internetaansluiting aan te schaffen. Het gewest richt zich tot de PC-gebruikers die niet over een internetaansluiting beschikken. Uit een recente studie blijkt immers dat de helft van de Brusselse PC-gebruikers geen internet heeft. Ik ben ervan overtuigd dat het gewest hier de juiste strategie volgt.


27

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


partenariats avec des sociétés ayant obtenu une licence peuvent également être envisagés. Il apparaît ainsi clairement que l'attribution des fréquences porte un enjeu commercial important et qu'il convient que, dans ce dossier, la plus grande transparence soit de mise, afin que les intérêts des Régions soient pris en compte. Enfin, mon cabinet a été concerné dès le début par la création et l'exécution du Plan d'action national contre la fracture numérique. Ce Plan a été coordonné par Christian Dupont, ministre du gouvernement fédéral, et présenté par le ministre fédéral de l'Economie, Marc Verwilghen, lors du Sommet mondial sur la société d'information qui s'est tenu à Tunis le 16 novembre dernier. Dans le Plan, on peut épingler les actions suivantes : -

Action 15 : "Augmentation du nombre de lieux publics digitaux" ;

-

Action 19 : "Améliorer l'équipement des familles".

Le développement d'un réseau sans fil sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale est, en outre, complémentaire à la stratégie choisie dans le cadre du Plan d'action "L'internet pour tous" du ministre fédéral Peter Vanvelthoven. Par cette initiative, il encourage les personnes qui ne disposent pas de PC à se procurer le package incluant la connexion internet. Nous nous adressons aux détenteurs de PC qui, pour diverses raisons, ne disposent pas encore de connexion internet. Des chiffres récents d'une étude concernant les souhaits et les attentes du citoyen belge en matière d'e-gouvernement, commandée par Peter Vanvelthoven, indiquent qu'environ la moitié des non-utilisateurs d'internet au sein de la Région de Bruxelles-Capitale dispose bien d'un PC, mais ne dispose pas, pour diverses raisons, d'une connexion. Je suis convaincu que la stratégie du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est la bonne.


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

28


M. le président.- La parole est à Mme Fiszman.

De voorzitter.- Mevrouw Fiszman heeft het woord.

Mme Julie Fiszman.- Bien que vous m'ayez donné les arguments du CIRB relatifs au refus de l'IBPT, vous n'avez pas répondu à ma question complémentaire portant sur le calendrier des actions du CIRB.

Mevrouw Julie Fiszman (in het Frans).- Ik heb weliswaar een antwoord gekregen op mijn vraag over de redenen waarom het BIPT de aanvraag van het CIBG heeft geweigerd, maar niet op mijn bijkomende vraag over plannen van het CIBG.

Concernant votre réponse, je puis vous assurer que le groupe socialiste soutient le concept d'un secteur public étendu aux matières techniques informatiques.

De PS ijvert ervoor dat de overheid ook ICTdiensten aanbiedt.

Chaque année, Mme Mouzon intervient pour rappeler combien les crédits sont dispersés au niveau du CIRB. Il serait judicieux que le CIRB puisse adopter le système utilisé par l'ORBEM, organisme d'intérêt public (OIP) de type B, vu qu'il s'agit d'un acteur public lié à une technologie informatique en développement, appelé à prendre une place de plus en plus importante.

Mevrouw Mouzon herinnert er elk jaar opnieuw aan dat de middelen van het CIBG erg versnipperd zijn. Het zou goed zijn als het CIBG op dezelfde manier kon werken als de BGDA, een instelling van openbaar nut (ION) van het type B. Het CIBG is immers een overheidsinstelling die zich met de ontwikkeling van ICT bezighoudt en bijgevolg een steeds belangrijkere rol zal spelen. Het zou ons ook toelaten om een duidelijker zicht te krijgen op de middelen die het CIBG ontvangt.

Ceci nous permettrait d'y voir plus clair quant au soutien apporté à cet opérateur public particulièrement important. M. le président.- La parole est à M. Vanhengel.


M. Guy Vanhengel, ministre.- Le calendrier des opérations du CIRB peut être transmis par écrit à Mme Fiszman.

De heer Guy Vanhengel, minister (in het Frans).- Ik kan u schriftelijk de lijst van de projecten van het CIBG meedelen.

Dans le budget 2005-2006 déjà, les crédits budgétaires informatiques ont été regroupés sous la Division 25, qui est une nouvelle division. Mme Mouzon l'a fait remarquer pendant de nombreuses années, et ce gouvernement a fait le nécessaire pour rencontrer les besoins.

In de begroting 2005-2006 zijn de kredieten voor de informatie- en communicatietechnologieën opgenomen in een nieuwe afdeling, namelijk afdeling 25. De regering houdt rekening met de opmerkingen van mevrouw Mouzon!

Mme Julie Fiszman.- Il nous reste dès lors à bien comprendre toutes les nouvelles actions auxquelles servira cet argent.

Mevrouw Julie Fiszman (in het Frans).- Er rest ons dus nog alleen die nieuwe projecten te onderzoeken.

M. Guy Vanhengel, ministre.- Nous vous enverrons la liste complète des actions que nous menons, accompagnée du planning que nous prévoyons pour chacune d'entre elles.

De heer Guy Vanhengel, minister (in het Frans).- We zullen u de volledige lijst van de projecten opsturen, samen met de planning.




29

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

INTERPELLATION SAÏDI

DE

MME


FATIHA

INTERPELLATIE FATIHA SAÏDI

VAN

MEVROUW

À MME BRIGITTE GROUWELS, SECRÉTAIRE D'ÉTAT À LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉE DE LA FONCTION PUBLIQUE, L'ÉGALITÉ DES CHANCES ET LE PORT DE BRUXELLES,

TOT MEVROUW BRIGITTE GROUWELS, STAATSSECRETARIS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET AMBTENARENZAKEN, GELIJKEKANSENBELEID EN DE HAVEN VAN BRUSSEL,

concernant "les politiques pour l'égalité hommes/femmes".

betreffende "het beleid behandeling man/vrouw".

inzake

gelijke

M. le président.- La parole est à Mme Saïdi.

De voorzitter.- Mevrouw Saïdi heeft het woord.

Mme Fatiha Saïdi.- La Journée internationale de la Femme (8 mars) est toujours un moment idéal pour faire le point sur la question de l'égalité entre les hommes et les femmes. C'est aussi le moment où les problématiques sont évoquées, les lacunes et constats posés, mais surtout où des initiatives nouvelles sont lancées.

Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans).- De Internationale Vrouwendag is het moment bij uitstek om stil te staan bij de gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Je profite de cette journée - assortie de quelques semaines de recul - pour faire le point avec vous sur, d'une part, l'état d'avancement des anciens projets et, d'autre part, sur d'éventuelles nouvelles initiatives qui seraient lancées par notre Région en termes d'égalité des chances. En ce qui concerne les anciens projets, je reviens à la question relative aux statistiques sexuées. En effet, vous avez demandé il y a quelque temps à Mme Onkelinx, ministre de la Justice, d'introduire la dimension du genre dans les statistiques du parquet. Cela signifie concrètement qu'un policier qui enregistre un acte comme fait de violence familiale doit le faire en précisant si la victime est une femme, un homme ou un enfant; ce qui n'est pas encore le cas aujourd'hui. Vous nous avez également soumis, en décembre 2004, une demande adressée à Mme Onkelinx de désigner un magistrat spécialement chargé des dossiers concernant la violence familiale, afin d'assurer un meilleur suivi de ces dossiers. Où en sont les contacts avec la ministre de la Justice par rapport à ces deux demandes ? Concernant la Charte de la diversité, il semblerait que les résultats d'une étude effectuée par la KUL

Enerzijds zal ik ingaan op de stand van zaken voor de huidige initiatieven, anderzijds zal ik vragen naar de nieuwe stappen. Enige tijd geleden hebt u minister Onkelinx gevraagd om ervoor te zorgen dat politieagenten die een geval van familiaal geweld registreren, duidelijk maken of het slachtoffer een man, een vrouw of een kind is. In december 2004 hebt u dezelfde minister verzocht om een magistraat te benoemen die de gerechtelijke dossiers over gezinsgeweld voor zijn rekening zou nemen. Kunt u een stand van zaken geven? Naar verluidt heeft de KUL de resultaten van een studie over de diversiteit in de overheidssector openbaar gemaakt. Kunt u de resultaten bevestigen? Welk gevolg zult u eraan geven? In het charter naar aanleiding van het congres van 3 december 2005 wordt opgeroepen om vrouwen meer te betrekken bij de lokale besturen. Het was onder meer de bedoeling dat meer vrouwen zouden worden aangemoedigd om kandidaat te zijn bij de verkiezingen, dat ze beter zouden worden vertegenwoordigd in de organen van de uitvoerende macht en dat een van de schepenen zich om de gelijkheid van mannen en vrouwen zou bekommeren. Het charter bevat nog meer voorstellen: de


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

sur la diversité au sein de la fonction publique viennent d'être rendus publics. Confirmez-vous les constats de cette étude ? Si oui, quels sont les premiers résultats que vous pouvez nous en livrer ? Quelles sont les suites que vous leur accorderez ? Toujours dans le registre des anciens projets, je voudrais revenir aux suites du colloque du 3 décembre 2005 que vous aviez organisé. A la fin de ce colloque, une charte pour les femmes bruxelloises a été promulguée, dans la perspective des élections communales prochaines.

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

30


oprichting van man/vrouw-adviesraden, pariteit in het gemeentelijke personeelsbeheer, gelijke kansen voor leidinggevende functies, aandacht voor gender bij de lokale overheden, enzovoort. Werd dit handvest al aan de plaatselijke besturen bezorgd? Welk gevolg is eraan gegeven? Wat zal er gebeuren met de resultaten van de studie van de vzw Amazone?

Cette charte incite à une plus grande implication des femmes dans la politique locale. Elle propose différentes pratiques : sensibilisation des femmes à s'inscrire sur les listes électorales, meilleure représentation dans les pouvoirs exécutifs et désignation d'un(e) échevin(e) en charge de l'égalité des chances.

Naast deze oude projecten zijn er de nieuwe initiatieven. De Brusselse vrouwenverenigingen maakten zoals elk jaar hun eisen bekend op het gebied van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Net als ik heeft de staatssecretaris deelgenomen aan ontmoetingen met vrouwen uit verschillende culturen, die vertelden hoe moeilijk de situatie nog steeds is, ondanks alle vooruitgang. Veel vrouwen van vreemde origine ondervinden nog te veel vooroordelen om carrière te kunnen maken.

Elle propose également la création de conseils consultatifs hommes/femmes, la parité dans la gestion du personnel communal, l'égalité des chances à accéder aux fonctions dirigeantes, la mise en évidence des questions de genre dans chaque pouvoir local, etc....

Zij pleiten voor de oprichting van een Observatorium voor vrouwen van vreemde origine, dat objectieve analyses moet uitvoeren van de situatie van deze vrouwen, maatregelen moet voorstellen en evalueren, en informatie moet bezorgen over, en vooral aan, vrouwen.

Mme la ministre, à cet effet, je voudrais savoir si cette Charte a déjà été transmise aux différentes instances de politiques locales. Dans l'affirmative, quels sont les échos et les pratiques concrètes qui vont être élaborées ?

Is een dergelijk Observatorium nuttig? Bevordert het niet de afzondering van een groep die nu al lijdt onder uitsluiting en discriminatie?

Je souhaiterais également savoir les suites que vous comptez donner aux résultats de l'étude que vous avez commanditée à l'asbl Amazone ? Ceci clôt les anciens projets. Je voudrais à présent revenir aux nouvelles initiatives qui ont émergé à la suite des différentes activités qui se sont tenues le 8 mars. Je commence par les revendications des associations féminines bruxelloises. Là aussi, comme chaque année, à l'occasion de la Journée de la Femme, les associations féminines se mobilisent et font part de leurs revendications afin d'optimaliser l'égalité entre les hommes et les femmes. Cette année, elles n'ont pas failli à la tradition et

Er moet een plaats zijn waar over alle aspecten gesproken kan worden. We kunnen daarvoor een beroep doen op het adviescomité voor Gelijke Kansen, dat in het Brussels Gewest nog nooit bijeengekomen is. In juni 2004 hebben de Europese Raad en het Europees Parlement beslist een Europees instituut voor Gendergelijkheid op te richten. Het instituut zou beschikken over een publiek toegankelijk documentatiecentrum en bibliotheek, en dienen als een plaats om informatie en onderzoeksresultaten uit te wisselen. In 2007 zou het operationeel moeten zijn. Voor de periode 2007-2013 zou het van de Europese Commissie een budget van 52,5 miljoen euro krijgen. Tijdens de interministeriële conferentie voor Gelijke Kansen van 8 februari 2006 hebben


31

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

vous avez assisté, Mme la ministre, comme moi, à deux rencontres où nous avons entendu des femmes issues de différentes cultures, horizons, niveaux socio-économique, études... Toutes nous ont répété, sans fatalisme et sans renier les avancées effectuées, combien leur situation était encore trop difficile. Pour nombre de femmes d'origine étrangère, les stéréotypes les concernant sont et restent trop lourds. Même si elles sont dotées de nombreuses potentialités et/ou diplômes, elles restent souvent emprisonnées dans des carcans de préjugés qui les empêchent d'évoluer. Lors d'une de ces rencontres, les femmes ont émis le souhait de voir naître un Observatoire des femmes d'origine étrangère. Je cite un extrait du compte-rendu de la conférence-débat de l'association Femmes de là-bas ici : "cette création d'un Observatoire des femmes immigrées sera un lieu où des études objectives, des analyses seront menées et regroupées sur la situation des femmes immigrées, un lieu de propositions et d'évaluation des mesures et des programmes d'insertion socioprofessionnelle des femmes immigrées, un lieu de propositions d'action, un lieu d'information sur, et aussi pour, ces femmes". Au sein de notre Région nous n'avons jamais évoqué cet Observatoire, mais peut-être pourrionsnous ouvrir le débat à ce propos. Cet Observatoire serait-il pertinent ? N'enfermerait-il pas davantage une catégorie de femmes qui disent déjà souffrir d'exclusion et de discriminations ? De nombreuses questions se posent et nous devrions disposer d'un lieu où les évoquer. A cet effet, il serait intéressant de saisir le Comité d'avis pour l'égalité des chances, qui ne s'est encore jamais réuni en Région bruxelloise, alors que nous avons inauguré son homologue à la COCOF sur la question des violences conjugales. En juin 2004, la création d'un Institut européen pour l'égalité entre les hommes et les femmes a été demandée par le Conseil et le Parlement européens. Cet Institut serait un excellent espace indépendant disposant d'un centre de documentation et d'une bibliothèque accessibles à tous. Il serait surtout un


federaal minister Christian Dupont en uzelf het idee verdedigd om dit instituut te vestigen in Brussel. U werd gesteund door de Nederlandstalige Vrouwenraad en de Conseil des Femmes francophones de Belgique. Ondertussen hebben wij een uitnodiging gekregen van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen om te debatteren over de institutionele mechanismen met het oog op de uitvoering van het gelijkekansenbeleid en de oprichting van het Europees instituut. Hoe staat het met de onderhandelingen over de locatie van dat instituut en het project in het algemeen? Een derde punt betreft de wereldbeker voetbal die tussen 9 juni en 9 juli zal plaatsvinden in Duitsland. Naar aanleiding hiervan zouden er massaal prostituees worden overgebracht. Tijdens de wereldvrouwendag hebben de europarlementsleden en de pers hun ongerustheid geuit over het feit dat die vrouwen als een instrument worden gebruikt om de geestdrift en de opwinding van de mannelijke supporters binnen de perken te houden. Er zijn allerlei initiatieven tegen gedwongen prostitutie georganiseerd. De vrouwenrechtenorganisaties maken zich er echter zorgen over dat die weinig weerslag lijken te hebben bij de bevolking en de voetbalfans. Hebt u contacten gehad om de bevolking van het Brussels Gewest voor deze problematiek te sensibiliseren? Ik wil het in dit opzicht ook hebben over de commercialisering van het vrouwelijk lichaam op het internet. Steeds meer jongeren hebben toegang tot internet en worden zo geconfronteerd met pornografische websites. Dat is een onrustwekkende evolutie. Ik denk dat de confrontatie van jongeren met dergelijke vernederende beelden een nefaste invloed kan hebben op hun perceptie van en gedrag tegenover - het andere geslacht. Moet het bevorderen van de toegang tot internet niet gepaard gaan met bewustmakingscampagnes inzake het respect ten aanzien van het andere geslacht? Bent u van plan om initiatieven voor de bewustmaking van de bevolking te nemen in het


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

lieu d'échange d'expériences et de recherches rassemblant décideurs, experts et parties prenantes, qui devrait permettre d'élaborer de nouveaux instruments agissants pour l'amélioration de l'égalité hommes/femmes. Cet Institut, qui devrait être opérationnel en 2007, serait subventionné par la Commission et devrait disposer d'une enveloppe de 52,5 millions d'euros pour la période 2007-2013. Lors de la conférence interministérielle "Egalité des chances" qui s'est tenue le 8 février dernier, tant le ministre Christian Dupont que vous-même avez décidé de défendre l'idée de l'installation de cet Institut à Bruxelles. Vous êtes, dans cette démarche, soutenus tant par nous-mêmes que par le Nederlandstalige Vrouwenraad et le Conseil des Femmes francophones de Belgique, car cet Institut constituera à nos yeux un atout supplémentaire dans la politique active de l'égalité que nous souhaitons mener dans notre Région. Entre le dépôt de mon interpellation et aujourd'hui, nous avons reçu une invitation de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes pour débattre des mécanismes institutionnels, en vue d'une mise en oeuvre efficace de la politique d'égalité et de la création d'un Institut du genre dans l'Union européenne. Quel est l'état actuel des discussions et des négociations avec les autorités concernées, tant sur le choix du lieu d'implantation de cet Institut que sur l'état d'avancement général de ce projet ?

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

32


kader van campagnes rond internet? De sportwereld blijft nog vaak ontoegankelijk voor vrouwen. Sport wordt al te vaak geassocieerd met fysieke prestaties en mannelijke spierkracht. In 2003 heeft het Europees parlement een resolutie goedgekeurd ter bevordering van gelijke kansen voor vrouwen op gebied van sport. Uit cijfers van de Franse Gemeenschap blijkt dat meisjes veel minder aan sport doen dan jongens en ook sneller afhaken bij sportclubs. De overheid heeft al enkele maatregelen genomen om die ongelijkheid tegen te gaan. Het Impulsfonds voor Migrantenbeleid (IFMB), dat sport in kansarme buurten promoot, legt ook de nadruk op de participatie van vrouwen. De Franse Gemeenschap verleent extra financiële steun aan sportverenigingen waar vrouwen evenwichtig vertegenwoordigd zijn in het bestuur. Beschikt u over cijfers om die problematiek in Brussel te evalueren? Zijn er maatregelen genomen om meer vrouwen tot sportbeoefening aan te zetten?

Un troisième volet concerne la Coupe du monde de football et les femmes. Comme personne ne l'ignore aujourd'hui - pas même ceux et celles qui sont incommodé(e)s par le foot - le Mondial se déroulera du 9 juin au 9 juillet prochain, en Allemagne. Dans la foulée de l'organisation de l'événement sportif, nous avons appris non pas l'arrivée de joueuses sur le gazon, mais bien la planification de l'arrivée massive de prostituées. A l'occasion de la Journée des Femmes, des eurodéputées, ainsi que la presse, relayaient leur inquiétude face à cet instrumentalisation des femmes pour calmer quelque peu l'ardeur et l'excitation masculine des supporters.


33

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


Des campagnes de sensibilisation ont été lancées : pétitions, initiative "Carton rouge à la prostitution forcée", brochures, tee-shirts, etc. Les associations de défense du droit des femmes s'inquiètent cependant du peu d'écho et de relais auprès de la population et du public participant à cette manifestation sportive. Je souhaiterais à cet effet savoir si vous avez pris des contacts ou si vous avez été sollicitée pour des initiatives visant à sensibiliser la population de notre Région à cette problématique ? Dans le même registre, j'en viens à la marchandisation du corps féminin sur internet. L'informatique et le réseau internet sont aussi devenus des outils propices à la marchandisation du corps des femmes. Nous savons que de plus en plus de jeunes (une majorité sans doute) utilisent de manière régulière et banalisée les outils liés à l'internet. Ils peuvent, par ce biais, avoir accès à une pléthore de sites et d'images à caractère pornographique, qui se retrouvent par ailleurs à profusion dans la plupart des médias visuels. Aussi faut-il sans doute s'inquiéter de la banalisation d'images de femmes"consommables". On peut considérer que la surexposition à des images ou à des propos humiliants et dégradants a un impact important sur la perception de l'autre, les comportements et les passages à l'acte. On parle beaucoup de la réduction de la fracture numérique, mais l'accès à cet outil ne devrait-il pas s'accompagner de campagnes d'information, de prévention et de sensibilisation au respect ? Il serait peut-être utile de le rappeler lors des "Grandes Fêtes de l'internet", comme celle qui s'est déroulée il y a quelques jours dans notre Région. A cet égard, je souhaiterais savoir si vous envisagez de prendre des contacts ou des initiatives pour sensibiliser la population de notre Région à cette problématique et de saisir l'occasion d'événements tels que celui que je viens de citer pour ce faire ? J'en arrive au dernier point, qui concerne l'égalité des chances pour la représentation dans les milieux Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

COMMISSION FINANCES

34


professionnels du sport et l'accès à la pratique sportive pour les filles. Le monde du sport reste un monde très fermé aux femmes et, même si nous avons quelques brillantes représentantes de la raquette belge, il n'en reste pas moins que le sport est encore trop souvent associé à la performance physique et à la force masculine. L'implication des filles dans le milieu sportif interpelle nombre de personnes depuis de nombreuses années déjà. En 2003, une résolution du Parlement européen a été adoptée pour favoriser l'égalité des chances en ce qui concerne les femmes et le sport. Si, en Communauté française, on constate que la pratique du sport chez les filles est en progression (de 36 à 41%), elle reste cependant nettement inférieure (de 22%) à celle des garçons (63%). De plus, la pratique sportive des filles s'inscrit beaucoup moins dans la durée, car ces dernières quittent plus rapidement les clubs dans lesquels elles sont inscrites. Pour pallier cette disparité, les autorités publiques ont déjà pris quelques dispositions. Ainsi, le FIPI (Fonds d'impulsion à la politique des immigrés), qui agit pour favoriser la pratique sportive dans les quartiers défavorisés, a introduit une exigence de mixité et, en Communauté française, des incitants financiers sont accordés aux fédérations qui ont une représentation équilibrée dans leur conseil d'administration, soit 20%. Le ministre Dupont envisage une étude qui évaluera l'attribution en fonction du genre des moyens FIPI. Disposez-vous d'outils chiffrés pour évaluer cette problématique en Région Bruxelloise ? Des mesures sont-elles prises en vue d'améliorer la participation des femmes dans le domaine sportif ? M. le président.- La parole est à Mme Grouwels.

De voorzitter.- Mevrouw Grouwels heeft het woord.

Mme Brigitte Grouwels, secrétaire d'Etat.- La Journée internationale de la Femme est une occasion idéale pour dresser le bilan de la politique d'égalité des chances en Région bruxelloise. De nombreuses nouvelles initiatives ont été prises en la matière.

Mevrouw Brigitte Grouwels, staatssecretaris (in het Frans).- De internationale vrouwendag is een uitstekende gelegenheid om de balans op te maken van het Brusselse gelijkekansenbeleid en een aantal nieuwe initiatieven toe te lichten. Gezien

het

gebrek

aan

genderspecifieke


35

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

Concernant les statistiques de genre en matière de violence conjugale, vu l'absence de statistiques de genre et l'insuffisance du suivi des dossiers par le parquet en matière de violence intrafamiliale, j'ai adressé un courrier à la ministre fédérale de la Justice, Mme Onkelinx, plaidant pour l'introduction de la dimension du genre dans les statistiques en matière de violence intrafamiliale et la désignation d'un magistrat affecté aux cas de violence intrafamiliale. Dans cette perspective, la circulaire commune de la ministre de la Justice et du Collège des procureurs-généraux relative à la politique criminelle en matière de violence dans le couple me réjouit particulièrement. Cette circulaire prévoit le développement d'un système uniforme d'identification et d'enregistrement des situations de violence dans le couple par les services de police et les parquets. Cette circulaire est un pas dans la bonne direction, car des statistiques liées au sexe constituent des données fondamentales. Je continuerai à sensibiliser la ministre de la Justice à ce sujet. En outre, cette problématique est une des priorités du Plan d'action national contre les violences conjugales et est inscrite comme point permanent à l'ordre du jour de la Conférence interministérielle de l'égalité des chances. Concernant le magistrat chargé des cas de violence intrafamiliale, la ministre de la Justice a répondu positivement, notamment par la création d'une section « Moeurs et Violence intrafamiliale » dans l'arrondissement judiciaire de Bruxelles. Cette section est composée d'un magistrat de référence et de magistrats spécialisés, qui sont chargés de la gestion et du suivi des dossiers moeurs et des dossiers en matière de violence intrafamiliale. En ce qui concerne l'étude sur la diversité au sein de l'administration de la Région de BruxellesCapitale, j'ai organisé le lundi 3 avril 2006 une conférence de presse pour présenter les résultats de cette étude. Le but n'était pas de publier intégralement les résultats de cette enquête interne, menée par le KUL, mais bien de donner une première impulsion structurelle à l'élaboration d'un plan d'action


statistieken en de opvolging van de parketdossiers inzake huiselijk geweld, had ik een schrijven gericht aan federaal minister van Justitie Onkelinx met de vraag om een genderdimensie in te voeren in de statistieken rond huiselijk geweld en een verantwoordelijke magistraat voor huiselijk geweld aan te stellen. Ik ben dan ook bijzonder verheugd over de gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van procureursgeneraal betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld, die de uitwerking beoogt van een eenvormig systeem aan de hand waarvan de politiediensten en de parketten de geweldsituaties kunnen identificeren en registreren. Ik zal de federale minister van Justitie niettemin blijven sensibiliseren over geslachtsgebonden statistieken. Dit is overigens één van de prioriteiten van het Nationaal Actieplan tegen Partnergeweld en een vast agendapunt op de interministeriële conferentie Gelijke Kansen. De minister van Justitie is ook tegemoet gekomen aan mijn tweede verzoek, aangezien een nieuwe sectie "zeden en intrafamiliaal geweld" bij het gerechtelijk arrondissement Brussel is opgericht. Deze sectie bestaat uit een referentiemagistraat en uit gespecialiseerde magistraten die de zedenzaken en zaken inzake huiselijk geweld behandelen. Op 3 april 2006 stelde ik tijdens een persconferentie de resultaten voor van de KULstudie naar de diversiteit binnen de Brusselse gewestadministratie. Als reactie daarop werken mijn kabinet en de administratie samen aan een actieplan voor diversiteit in de administratie. De algemene conclusie van de studie is dat het gewest op de goede weg is, maar zijn proactieve benadering nog moet versterken. Enkele resultaten van de studie: van de 1.508 ambtenaren zijn er 53% vrouwen. Hoe hoger het niveau, hoe minder de vrouwen echter vertegenwoordigd zijn: het zogenaamde "glazen plafond" speelt hier duidelijk een rol. Op niveau A zijn er nog slechts 41% vrouwen en op


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

actuellement en cours d'établissement par l'administration en collaboration avec mon cabinet. Il s'agit d'un plan d'action relatif à la diversité au sein de l'administration. La conclusion générale de l'étude est que le ministère de la Région de Bruxelles-Capitale se trouve sur la bonne voie, mais qu'il devra poursuivre davantage cette approche proactive avant de pouvoir parler d'une politique de diversité à part entière. Voici quelques résultats de cette étude : aujourd'hui, 1.508 agents travaillent au ministère, dont 53% de femmes et 47% d'hommes. Lorsqu'on ventile ce nombre par niveau, on peut observer que plus le niveau augmente, moins les femmes sont représentées. Ainsi, au ministère, le plafond dit "de verre" est effectivement présent : au niveau A, il y a 41% de femmes et 59% d'hommes. Plus le niveau augmente, moins les femmes sont représentées. Par exemple, au niveau directeur, il y a 11,11% de femmes et 88,89% d'hommes. L'écart est donc très important. Aux niveaux supérieurs, les femmes ne sont plus représentées. Formellement, au plus haut niveau, sur cinq fonctions, aucune n'est occupée par une femme. Je dis formellement, parce qu'une femme est présente en remplacement au comité des directeurs généraux, mais pas en titre. Pour ce qui concerne le nombre de personnes d'origine étrangère, il est beaucoup plus difficile de vous présenter des chiffres, vu qu'il n'existe pas de définition univoque des termes « allochtone » ou « d'origine étrangère ».

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

36


directeursniveau slechts 11,11%. Bij de vijf hoogste functies zijn er, formeel gesteld, geen vrouwen terug te vinden. Er is wel één vrouw waarnemend directeur-generaal. Het is veel moeilijker om cijfers te geven over de personen van vreemde origine, omdat daar geen eenduidige definitie van bestaat. Moeten de nieuwe Belgen meegeteld worden of enkel de niet-Belgen? In 2005 vertegenwoordigden de niet-Belgen 4,2% van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zij werken vooral op de lagere niveaus (D en E). De Franse en de Vlaamse Gemeenschap verschillen hierover van mening. De Vlaamse Gemeenschap kijkt bij mensen met de Belgische nationaliteit of zij ouders of grootouders hebben van vreemde origine. Ook het Centrum voor Gelijkheid van Kansen stelt dit criterium voor. Op de interministeriële conferentie konden we geen overeenkomst bereiken over een gemeenschappelijke definitie. We kunnen de evolutie van het aantal personen van vreemde origine in de Brusselse administratie dus niet berekenen. Zo vraagt de VGC dat burgers zichzelf als al dan niet allochtoon bestempelen. Dat heeft tot een aanzienlijke stijging in de statsitieken geleid. Op dit ogenblik beschik ik slechts over de cijfers van Belgen en niet-Belgen.

La question qui se pose est la suivante : Faut-il inclure les nouveaux Belges ou seulement les nonBelges ?. Selon les données dont nous disposons actuellement, les non-Belges représentaient, en 2005, 4,2% des agents au sein du ministère de la Région de Bruxelles-Capitale, et ils appartiennent essentiellement aux niveaux inférieurs du ministère (les niveaux D et E).

Binnen het ministerie is 35% van de ambtenaren ouder dan 50 jaar. Er is dus zeker geen gebrek aan ervaring.

Il existe une différence de vue sur cette question entre la Communauté française et la Communauté flamande. Au ministère de la Communauté flamande, on utilise un critère de définition des personnes d'origine étrangère non-européenne, mais qui ont la nationalité belge, en regardant s'ils

Verder blijkt dat het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als werkgever eerder onbekend is bij de allochtone Brusselaars. Om daaraan te verhelpen hebben we een affiche en een brochure uitgegeven.

Het personeelskader moet voor 2% uit gehandicapten bestaan. Op dit ogenblik is dat slechts 0,8%. Op dat vlak is er dus nog heelwat werk voor de boeg.


37

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

ont un parent ou des grands-parents d'origine étrangère. Cette définition est également proposée par le Centre pour l'égalité des chances. Nous en avons déjà discuté au sein de la Conférence interministérielle de l'égalité des chances. Il n'y a pas eu d'entente sur une définition commune, ce qui signifie que nous ne sommes pas en mesure de calculer l'évolution du nombre de personnes d'origine étrangère au sein de l'administration bruxelloise. Nous pouvons seulement faire la distinction entre Belges et nonBelges. Pour prendre un autre exemple, la Commission communautaire flamande a demandé aux personnes de s'auto-définir, de dire elles-mêmes si elles se considéraient comme des personnes d'origine étrangère, ce qui a fait augmenter de façon remarquable les statistiques. Une discussion est en cours, mais je ne peux vous communiquer pour l'instant que les chiffres qui concernent les Belges et les non-Belges. Quant à l'âge, nous constatons, au sein de notre administration, que 35% des agents ont plus de 50 ans. Nous ne pouvons donc prétendre que notre ministère souffre d'un manque d'expérience. En ce qui concerne les personnes handicapées, le ministère est tenu d'atteindre un pourcentage de 2% dans son cadre organique, mais on n'atteint actuellement que le faible pourcentage de 0,8%. Il nous reste un énorme effort à produire, ce dont nous sommes parfaitement conscients. Je note toutefois que l'on constate le même problème dans les autres administrations belges. II résulte également de cette enquête que le ministère de la Région de Bruxelles-Capitale est relativement peu connu en qualité d'employeur auprès des habitants bruxellois issus de l'immigration. L'élaboration d'une brochure de diversité et d'une affiche portant le slogan "Bruxelles cherche des talents bruxellois. Pourquoi pas vous ?", récemment publiées, devraient y répondre. Le plan d'action que le ministère et mon cabinet développent actuellement sera finalisé au mois de mai. Je vous ai apporté quelques exemplaires de la


Eind mei zal het actieplan klaar zijn. Ik hecht veel belang aan de samenwerking met de Brusselse vrouwenverenigingen. Zij dragen bij tot het ontwikkelen en uitvoeren van het gelijkekansenbeleid. Ik maak dan ook van elke mogelijkheid gebruik om met hen te overleggen. Ik heb zelf op 3 december 2005 een colloquium georganiseerd en heb deelgenomen aan het colloquium in Sint-Gillis dat u vermeldt. De idee van een observatorium voor vrouwen van buitenlandse oorsprong wordt momenteel onderzocht. Wij moeten een overlapping met de acties van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen vermijden. Ik zal met plezier met het Adviescomité Gelijke Kansen van het Brussels Parlement samenwerken zodra dit zijn werkzaamheden start. Het zou een ideale plaats zijn om hoorzittingen met de vrouwenverenigingen te organiseren en ideeën te verzamelen. Begin maart heeft België zich officieel kandidaat gesteld voor de huisvesting van het nieuw op te richten Europees Instituut voor Gendergelijkheid. Ook de nieuwe Europese lidstaten zijn geïnteresseerd, maar alle Belgische ministers of staatssecretarissen van Gelijke Kansen, de twee grote vrouwenorganisaties en heel wat politici, vrouwenorganisaties en instituten voor gelijke kansen zijn ervan overtuigd dat de vestiging van dit Instituut in België, en meer bepaald in Brussel, Europese hoofdstad, een meerwaarde oplevert. Daarom dringt onze regering er bij de premier en de minister van Buitenlandse Zaken op aan dat België zich formeel kandidaat stelt. Brussel is zeer goed gesitueerd om dit Europees Instituut te huisvesten omwille van de nabijheid van de Europese besluitvormingsorganen. Nu moet het lobbywerk beginnen. Daarom moet iedereen die begaan is met gelijkekansenbeleid voor vrouwen en mannen de kandidaatstelling van België nationaal en internationaal verdedigen. Wat de wereldbeker voetbal en het internet betreft ben ik me bewust van de schrijnende problematiek


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

brochure, qui vous permettront de visualiser les premiers pas que nous avons accomplis. Quant à votre question relative aux revendications des associations de femmes bruxelloises, je souhaite souligner une fois encore qu'une collaboration avec les associations féminines à Bruxelles me tient particulièrement à coeur. Elles contribuent non seulement au développement de la politique d'égalité des chances à Bruxelles, mais également à la transmission de cette politique. Il va de soi que j'accède à toute occasion qui se présente pour organiser une concertation, une collaboration ou un débat et pour participer au maximum à des débats organisés par d'autres. J'ai moi-même pris l'initiative en organisant un colloque le 3 décembre dernier. J'ai également assisté au colloque que vous avez mentionné, qui a eu lieu à Saint-Gilles, et où les femmes d'ici et d'ailleurs ont mis des propositions sur la table. Vous avez aussi demandé ce qu'il en était de l'idée de créer un Observatoire des femmes d'origine étrangère. Cette possibilité est à l'étude. Nous ne voulons pas faire double emploi avec ce que fait le Centre pour l'égalité des chances. Il serait peut-être intéressant de voir ce qu'il en est avec le Comité d'avis sur l'égalité des chances du parlement bruxellois. Je ne pense cependant pas que ce Comité d'avis soit déjà en activité. Mais ce serait un lieu idéal, par exemple pour organiser des auditions avec des organisations de femmes et recueillir des idées. J'aimerais beaucoup collaborer avec le Comité d'avis dès qu'il sera en activité. Des idées telles que celles émises lors du colloque à Saint-Gilles pourraient aussi être discutées au sein de ce Comité. Début mars, la Belgique a annoncé informellement sa candidature pour l'installation du nouvel Institut européen pour l'égalité entre hommes et femmes. C'était lors du dernier sommet européen à Bruxelles. Nous devons être conscients que la Belgique n'est pas le seul pays candidat pour accueillir cet Institut sur son territoire. Les nouveaux pays européens sont également intéressés. Je ne vous cacherai pas qu'il a été envisagé

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

38


van de vrouwenhandel. Daarom steun ik alle organisaties die meewerken aan een positieve beeldvorming rond vrouwen. Het gewest heeft in de Vergadering van de Regio's van Europa (VRE) een resolutie goedgekeurd die de gedwongen prostitutie tijdens de wereldbeker voetbal veroordeelt. De regering heeft de VRE gevraagd welke initiatieven er zijn genomen ten opzichte van de Duitse regering, de FIFA en de UEFA. Ik heb hierover nog geen antwoord ontvangen. Na het colloquium van 3 december 2005 heb ik het handvest over de gemeenteraadsverkiezingen overhandigd aan de Brusselse colleges van burgemeester en schepenen en aan de voorzitters van de politieke fracties in de negentien gemeenten. Het handvest werd bovendien gepubliceerd in het magazine van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten (VSGB). Een aantal gemeenten en partijen hebben geantwoord dat ze er rekening zullen mee houden. Samen met de VSGB hebben we een informatiebrochure opgesteld voor de nieuwe verkozenen. Binnenkort wordt de studie van Amazone gepubliceerd. Op basis van deze studie, de resultaten van het Forum en mijn gesprekken met de vrouwenverenigingen en een aantal Brusselse parlementsleden, werken we een actieplan uit, dat ik graag voor het reces aan het parlement wil voorleggen. Sport, ten slotte, is geen gewestbevoegdheid. Ik streef echter wel naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op alle beslissingsniveaus en probeer hun belangen evenveel aandacht te schenken. De gewestregering heeft een investeringsplan voor de gemeentelijke sportinfrastructuur. Ik waak erover dat dit geld niet enkel naar een mannensport als voetbal gaat, maar ook naar sporten die vrouwen kunnen aantrekken. Hoewel dit een gemeenschapsbevoegdheid is, probeer ik hier aandacht aan te besteden.


39

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


d'appuyer l'installation de cet Institut européen dans un des nouveaux pays, mais tous les ministres et secrétaires d'Etat belges chargés de l'Egalité des chances, comme les deux grandes associations de femmes, néerlandophone et francophone, et bon nombre d'hommes et femmes politiques, d'organisations féminines et d'Instituts de l'égalité des chances sont convaincus de la plus-value qu'apporterait un tel Institut en Belgique, et plus particulièrement à Bruxelles, capitale européenne et siège des organes politiques de l'Union européenne. C'est pourquoi nous continuons à insister auprès de notre premier ministre et de notre ministre des Affaires étrangères pour que la candidature belge soit formellement déposée. C'est surtout en raison du caractère transversal que représente cet Institut européen pour l'égalité des chances entre hommes et femmes que Bruxelles est très bien située, de par sa proximité avec les organes de décision européens. Le lobbying que nous sommes tous susceptibles d'exercer devrait se mettre en marche, et c'est pourquoi j'ose insister pour que tous ceux qui sont concernés par l'égalité des chances entre hommes et femmes essaient de promouvoir la candidature belge auprès de leurs collègues, dans et à l'extérieur de leur parti, aussi bien au niveau national qu'au niveau international. En réponse à vos questions relatives à la Coupe du monde de football et à l'internet, j'aimerais souligner que je me rends parfaitement compte de la problématique navrante de la traite des femmes. II faut engager tous les moyens possibles pour travailler à une perception positive des femmes, aussi bien dans les médias que sur internet. Je soutiens dès lors toutes les organisations qui transmettent une perception positive des femmes. Il est vrai que la Coupe du monde de football n'est pas organisée dans la Région de BruxellesCapitale, mais la Région et les autres membres de l'Assemblée des Régions d'Europe ont approuvé une résolution visant à mettre en oeuvre une campagne sur la prostitution forcée de milliers de femmes et filles lors de la Coupe du monde de football en 2006. Cette résolution demande avec insistance que les gouvernements des pays participants collaborent, afin de mettre fin à cette Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55 COMMISSIE FINANCIËN

situation scandaleuse. Nous nous informons actuellement sur les démarches que l'Assemblée des Régions d'Europe a déjà entreprises pour discuter du problème avec le gouvernement allemand, qui organise la Coupe, ainsi qu'avec les deux grandes instances mondiales qui organisent les matchs de football. Malheureusement, je n'ai pas encore eu de réponse relative aux démarches entreprises, mais je vous la transmettrai dès qu'elle me sera parvenue. Vous m'avez également interrogé sur les suites du colloque du 3 décembre 2005. En effet, à la suite du colloque "Les Femmes bâtissent Bruxelles", j'ai transmis la Charte relative aux élections communales aux Collèges des bourgmestre et échevins bruxellois, aux membres du parlement bruxellois et aux présidents des différents groupes politiques des dix-neuf communes. J'ai par ailleurs reçu quelques réactions positives à cette Charte, qui a aussi été publiée dans le magazine de l'Association de la ville et des communes de la Région de Bruxelles-Capitale. Quelques communes et partis m'ont répondu qu'ils en tiendront compte. En outre, une initiative commune avec l'Association de la ville et des communes a été lancée en vue de réaliser une brochure d'information pour les nouveaux élus lors des prochaines élections communales. L'étude, menée par Amazone et relative aux "Femmes en Région de Bruxelles-Capitale", sera publiée d'ici peu. Sur la base de cette étude, des résultats du Forum et des entretiens que j'ai eus avec les organisations de femmes et avec des membres du parlement bruxellois, un plan d'action pour la Région de Bruxelles-Capitale est en cours d'élaboration. Je souhaiterais le soumettre au parlement avant les vacances parlementaires. Enfin, pour répondre à la dernière partie de votre interpellation, le sport ne relève pas des compétences régionales, mais communautaires. Cependant, je peux vous affirmer qu'un de mes défis personnels est de veiller au respect d'une représentation équilibrée des femmes et des Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des finances – Session 2005-2006 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de financiën – Zitting 2005-2006

40

41

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


hommes à tous les niveaux de décision, et de prêter une attention égale aux intérêts des hommes et des femmes. Il arrive que nous discutions au sein du gouvernement régional des infrastructures sportives communales. Un plan d'investissement existe pour ces infrastructures et je veille, avec d'autres collègues, à ce que ces investissements ne soient pas uniquement destinés au football par exemple, qui est un sport masculin, mais aussi aux sports dignes d'intérêt pour les femmes. Bien qu'il s'agisse d'une compétence communautaire, j'essaie néanmoins d'être attentive à ces aspects.

M. le président.- La parole est à Mme Saïdi.

De voorzitter.- Mevrouw Saïdi heeft het woord.

Mme Fatiha Saïdi.- Pourriez-vous nous fournir les résultats de l'étude sur la diversité au sein de la fonction publique menée par la KUL, même si ceux-ci sont encore partiels ?

Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans).- Kunt u ons de resultaten van het onderzoek over diversiteit van de KUL bezorgen?

J'attire votre attention sur le fait que l'objet de mon interpellation ne portait pas spécifiquement sur les résultats quantitatifs, mais bien qualitatifs. Quant à la tendance inversément proportionnelle du nombre de femmes dans la hiérarchie de la fonction publique, c'est un constat préoccupant. Je ne manquerai pas d'interpeller le ministre Vanhengel sur ce point. Par ailleurs, sans pour autant stigmatiser les personnes handicapées, il me paraît nécessaire de revoir notre politique à leur égard en vue d'encourager leur engagement au sein de nos institutions. Le nombre insuffisant d'engagements de personnes handicapées dans la fonction publique est une rengaine que j'entends ressasser depuis mon entrée au parlement, il y a sept ans. Tous les moyens sont-ils effectivement mis en oeuvre pour réaliser cet objectif ? Quant à l'Observatoire des femmes d'origine étrangère, une initiative que vous déclarez être à l'étude, avec quels partenaires envisagez-vous sa création ? Solliciter le Comité d'avis pour l'égalité des chances dans cette perspective me paraît en effet judicieux. Je ne manquerai pas d'attirer

Ik wijs erop dat ik de nadruk leg op kwalitatieve, en niet op kwantitatieve gegevens. Het is verontrustend dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in hogere overheidsfuncties. Ik zal ook minister Vanhengel hierover aanspreken. We moeten het beleid ten aanzien van gehandicapten opnieuw bekijken. De overheid werft onvoldoende gehandicapte personeelsleden aan. Worden er wel voldoende inspanningen geleverd om daar iets aan te doen? U zegt dat u overweegt om een observatorium van vrouwen van allochtone origine op te richten. Met wie zult u daarvoor samenwerken? Het lijkt me een goed idee om een beroep te doen op het adviescomité voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Ik verzoek u om ons op de hoogte te houden over de ontwikkelingen inzake de wereldbeker voetbal. Hoewel de bevoegdheden terzake van het Brussels Gewest erg beperkt zijn, wou ik me toch over het onderwerp uitspreken. Onze verontwaardiging mag immers niet stoppen aan de grenzen van het gewest.


C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES

I.V. COM (2005-2006) Nr. 55

42


l'attention de mon groupe à ce propos. Enfin, concernant le dossier relatif à la Coupe du monde, je vous remercie de nous tenir informés en la matière. En dépit de nos compétences limitées et de notre marge de manoeuvre restreinte, je tenais à m'exprimer à ce sujet, car il est inacceptable que notre capacité à nous indigner se heurte à des limites.

M. le président.- La parole est à Mme Grouwels.

De voorzitter.- Mevrouw Grouwels heeft het woord.

Mme Brigitte Grouwels, secrétaire d'Etat.- Le Plan d'action diversité sera finalisé prochainement et détaillera tous les pas que nous accomplissons. Le ministère entreprend déjà des démarches en faveur des handicapés, notamment pour les encourager à participer à des examens.

Mevrouw Brigitte Grouwels, staatssecretaris (in het Frans).- Het diversiteitsplan zal binnenkort afgerond zijn en alle stappen bevatten die wij willen zetten.

Une politique de création d'un environnement adapté à l'handicap est également développée au sein du ministère. Une formation est organisée pour les collègues de la personne handicapée, pour savoir comment mieux intégrer ces personnes dans la vie normale du ministère. Il y a un an et demi, notre ministère a d'ailleurs reçu un prix pour le bon exemple qu'il donnait, ceci en compétition avec toutes les administrations de Belgique, à différents niveaux. Dans le Plan d'action, que j'espère pouvoir présenter d'ici peu au parlement, toutes ces initiatives seront détaillées. Qu'il s'agisse des personnes handicapées ou d'autres groupes que l'on estime sous-représentés dans notre ministère, le plus important est de faire en sorte que ces personnes sachent qu'il y a des postes vacants au ministère et que leur candidature sera bien accueillie. Nous avons organisé pour la première fois, au ministère, une grande réunion pour les personnes d'origine étrangère - rassemblant un nombre très important d'organisations allochtones, ainsi que toutes les institutions qui, au niveau communal, s'intéressent à mettre des personnes au travail dans les quartiers - pour faire savoir que nous allons organiser un examen de niveau A. Nous avons constaté que les personnes que nous voudrions

Het ministerie heeft anderhalf jaar geleden een prijs in de wacht gesleept voor zijn gehandicaptenbeleid. Het ministerie moedigt gehandicapten aan om aan de examens deel te nemen en probeert een aangepaste omgeving te creëren. Bovendien krijgen de collega's een opleiding om de integratie zo goed mogelijk te doen verlopen. Het actieplan zal echter niet alleen acties bevatten voor gehandicapten, maar ook voor andere groepen die ondervertegenwoordigd zijn in het ministerie. Het grote probleem is dat de personen die wij willen aanwerven vaak geen weet hebben van de examens en de diverse mogelijkheden. Het ministerie heeft onlangs een grote vergadering gehouden met de allochtone verenigingen en de plaatselijke instellingen met het doel personen van buitenlandse oorsprong te laten weten dat wij een examen van niveau A organiseren. Volgens de studie van de KUL zou het ministerie nog veel meer kunnen doen om de doelgroepen ertoe aan te zetten om aan de examens deel te nemen of bij het ministerie te solliciteren. Dat alles zal uitvoerig aan bod komen in het actieplan dat ik u in mei of juni zal voorleggen.


43

C.R.I. COM (2005-2006) N° 55

20-04-2006

COMMISSION FINANCES


engager au ministère ignorent que des examens sont organisés, que des possibilités existent. L'une des conclusions de l'étude de la KUL est que le ministère fait certes des efforts, mais qu'il devrait être beaucoup plus proactif, aller vers les groupes cibles pour les inciter à solliciter ou à participer aux examens. Tout ceci sera beaucoup plus détaillé dans le Plan d'action que nous vous présenterons en mai ou juin.



______

______


PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

Recommend Documents