Madagascar
Sinds 2004 hebben we Madagascar intens geëxploreerd en ontdekt als één van de nog meest authentieke reisbestemmingen ter wereld. In vele opzichten is Madagascar bovendien uniek. Sedert het zich afscheurde van Gondwanaland ontwikkelden tal van dieren- en plantensoorten zich tot een totaal inheemse flora en fauna. Het vierde grootste eiland van de wereld werd relatief laat gekolonialiseerd, aanvankelijk door Maleisisch Polynesische zeevaarders, later door Arabieren, Afrikanen en Europeanen, wat vandaag resulteert in een etnologische mix van volkeren met diverse culturele achtergronden. De toeristische infrastructuur is nog jong, professionalisme ontbreekt nog vaak…. maar met een flexibele en begripvolle reismentaliteit krijgt men een ongelooflijk mooi en authentiek land voorgeschoteld met dier- en plantensoorten die nergens anders voorkomen en een levenslustige bevolking die zijn armoedig lot met weinig middelen creatief poogt te verbeteren. Dit is het verslag van twee relatief comfortabele groepsreizen in 2007 en die in 2008 worden aangevuld met Morondava van waaruit we de schilderachtige Avenue des Baobabs bezoeken. In een individuele reis op maat is Morondava ook avontuurlijk bereikbaar via de afvaart van de Tsiribihina-rivier met twee nachten kamperen. Van hieruit kan je verder op avontuur naar de wondermooie en vlijmscherpe Tsingy van Bemaraha. Met een individueel programma op maat kan ook de noordelijk gelegen stad Diego Suarez bezocht worden met excursiemogelijkheden naar het Parque d’Ambre en de Tsingy van Ankarana. Nagenieten, eventueel ook als verlenging op onze groepsreizen, kan op het paradijselijke eiland Nosy Bé.
Parijs – Antananarivo Air Madagascar, waarmee je goedkoper binnenlandse vluchten kan boeken, bleek in het najaar erg onbetrouwbaar vanwege het wegvallen van één van haar drie internationale toestellen. Hierdoor verloren de deelnemers van de eerste groepsreis in oktober laatstleden bijna twee dagen. Uiteindelijk bereikten we, na veel lobbywerk, de hoofdstad Tana met het uitstekende Air Austral (de meesten vlogen in business class) via een tussenstop op Ile de la Réunion. De alternatieve oplossing die Air Madagascar voorstelde met de chartermaatschappij Corsair hebben we geweigerd omdat die nog eens een stop van 8 uur in Nairobi inhield. Achteraf hebben we wel een mooie compensatie bekomen voor het geleden ongemak. Ook de tweede oktobergroep vertrok met problemen vanwege vertragingen met de TGV naar Parijs. Mede dankzij de inspanningen van hun begeleider Joos haalden ze de Air Madagascarvlucht nog net. Deze ervaringen deden ons besluiten om voor de toekomst te kiezen voor de duurdere vluchten met Air France en/of Air Austral. Antananarivo – Antsirabe Bij aankomst op de luchthaven in Tana schaffen we ons vlot – en goedkoper dan in Brussel – voor 17 € een visum aan. Daarna is er gelegenheid om ons op te frissen in het IC-Hotel waar Heli, onze lokale agente, ons verwelkomt. Na een sandwich beginnen we de achterstand op het programma in te lopen. Ranomafana ligt te ver om het vandaag nog te bereiken, maar de gemiste overnachting van gisteren in Antsirabe kunnen we gelukkig recupereren. Via de Route National Sept (N7) rijden we doorheen de centrale hooglanden in zuidelijke richting. De Hautes Terres zijn het woongebied van de dominante Merina, één van de 18 officieel erkende bevolkingsgroepen van Madagascar. We passeren rijstvelden, dorpen met rode bakstenen huizen en lavaka’s, een erosielandschap ontstaan door ontbossing. In de landbouwstad Ambatolampy bezoeken we de kleurrijke lokale markt en bewonderen het gevaarlijke vakmanschap waarmee aluminium potten door een systeem van moule perdu in een speciale zandsoort worden vervaardigd. Verder op de weg naar Antsirabe hebben we nog de tijd om even te stoppen bij één van de vele familiegraven die het landschap sieren. De Afro-Aziatische afkomst van de Malagassiers uit zich in een gecompliceerde, maar fascinerende geloofswereld. Het geloof in de kracht van de dode voorouders, die gedurig ingrijpen in het dagelijkse leven, is heel sterk. De voorouderverering is dan ook groot. Aan een familiegraf wordt als eeuwige verblijfplaats dan ook veel meer aandacht besteed dan aan de tijdelijke woning in het actuele leven. Tijdens herbegrafenisrituelen wordt er ook met de botten van de doden gedanst. Grafzuilen en totempalen (aloalo) tonen scènes uit het leven van de overledene. De hoeveelheid zebu-horens bij het graf symboliseren de rijkdom en sociale status. Tegen zonsondergang bereiken we het Arotel in Antsirabe, een druk landbouw- en industriecentrum, dat in 1870 op 1500 meter hoogte werd gesticht door Noorse missionarissen als kuuroord rondom enkele helende thermische bronnen. Hier wordt het Three Horses Beer gebrouwen, heeft president Ravalomanama zijn Tiko zuivelimperium uitgebouwd en worden (half)edelstenen en fossielen geslepen en verkocht. Na een voortreffelijk diner is de nachtrust na de hectische heenreis voor de meesten welgekomen. Antsirabe – Ambositra – Ranomafama Na het ontbijt laten we ons met de pousse pousse (looptaxi) door de straten van Antsirabe voeren. Dit van origine Aziatische gebruik verwijst naar een officieel niet meer bestaand kastensysteem dat sommige bevolkingsgroepen in werkelijkheid nog steeds opdeelt. We passeren Résidence Camelia, alternatieve accommodatie voor individuelen en het ooit exclusieve Hotel Les Thermes, waar o.a. de Marokkaanse koning Hassan II in ballingschap leefde, maar dat dringend aan renovatie toe is. We stoppen bij de overdekte markt, een kleurenpalet van groenten en fruit, vlees, gedroogde vis, levende kippen, eenden en huisgerij allerhande. In een ambachtelijk atelier knutselt men met restproducten van blikjes, koperdraad, visdraad, …. creatief allerlei transportminiatuurtjes zoals looptaxi, fiets en taxi brousse in elkaar, die als souvenir aan de toeristen worden verkocht. We rijden dan verder in zuidelijke richting doorheen de Hautes Terres en passeren steenbakkerijen, rivieren waaruit men zand
wint en rijstvelden. Ambositra is bekend om zijn Zafamaniry-houtsnijwerk uit kostbare houtsoorten als rozenhout, pallisander en mahonie. We lunchen er in een lokaal restaurant. Wij zijn nu aanbeland in het woongebied van de Betsileo die rijst telen op terrassen. Onze eindbestemming is het Ranomafana Nationaal Park, waar we logeren in het eenvoudige Ihary Hotel, mooi gelegen aan de rivier en vlak bij de parkingang, wat een lange transfer naar de betere hotels bij Fianarantsoa heen en terug vermijdt. De comfortabele Setam Lodge wordt bij prioriteit voorbehouden voor de klanten van een Franse eigenaar-touroperator. Normaal sliepen we hier twee nachten, zoals de tweede oktobergroep, maar om de opgelopen vertraging in te halen beperken we de geplande wandelingen tot een avondspeurtocht naar muislemuren en ook kameleons die hier opvallend talrijk voorkomen tussen 1000 en 1100 meter hoogte, en een vroege ochtendwandeling in het nationale park zelf. De vallei waarin het park ligt ressorteert een microklimaat met regenwoud waarin twaalf lemurensoorten voorkomen, waaronder drie soorten bamboelemuren. De gouden bamboelemuur werd pas in 1986 ontdekt en kunnen we zelf op de digitale plaat vastleggen. Dit blijkt uitzonderlijk te zijn, wat wordt bevestigd door horden spurtende toeristen en natuurfotografen die nu pas uit Fianar aankomen als wij reeds hotelwaarts keren voor een laat ontbijt. Een opmerkzame vogel en één van de 36 endemische soorten voor Madagascar in het park is de gehelmde vanger die door de tweede groep wordt gezien. Isalo Tegen de middag zijn we in Ambalavao aangekomen waar de jacaranda’s paars bloeien. Het stadje is bekend om zijn antemoropapier met bloemmotieven, ambachtelijk geproduceerd uit de cellulose van de Avohastruik. Na de plaatselijke lunch ruilen we de centrale hooglanden voor het Horombe-plateau waar Bara-veehouders rondtrekken met hun zebu’s over de savanne die wordt opgebroken door enkele bijzondere rotsformaties zoals de Bisschopsmijter en de Poort naar het Zuiden. De Bara’s hebben een negroïde uiterlijk en zijn notoire veedieven, iets wat in oude tradities vastligt. Om te trouwen moet een man bijvoorbeeld zijn dapperheid bewijzen door een aantal runderen te stelen. Ook hier passeren we verscheidene familiegraven met gedenkstenen. We bereiken tegen zonsondergang Motel Isalo waar de ons beloofde betere kamers bezet zijn, waarvoor ik gratis Franse wijn kan bekomen als compensatie. Later zal het ruime zwembad van Motel Isalo een verkwikkende troef blijken in deze warme regio. Relais de la Reine blijft de betere optie voor een verblijf in het populaire Isalo National Park. We zitten met twee overnachtingen in Isalo nu volledig terug op schema en hebben de vertraging met niet al te veel ongemakken ingelopen. Morgen kunnen we ontspannen genieten van de prachtige erosielandschappen om ons heen. De door regen en wind gevormde zandsteenformaties worden afgewisseld door uitgestrekte savannes en doorsneden door kloven met steile wanden. De canyons van de Makis en de Ratten bleken voorheen moeilijk wandelterrein en we beperken ons, ook al vanwege de hitte, tot een gemakkelijke wandeling naar de Piscine Naturelle. Onderweg levert dat grillige rotsformaties bezet met korstmossen, geel bloeiende pachypodiums die lijken op een olifantenpoot en ook enkele rotsgraven van de Bara-stam. De natuurlijke zwemkom nodigt uit tot een zwempartij. Voor een late lunch rijden we in de richting van Cascade des Nimphes waar men ons in de schaduw van een bos gebakken rijst met garnalen serveert en sappige ananas. Bruine en ringstaartlemuren bedelen om een hapje. De heetste uren van de dag gebruiken we voor siësta of een duik in het zwembad. We eindigen de dag bij het Venster van Isalo waar we samen met vele andere toeristen de savanne goud zien kleuren bij de ondergaande zon die wordt gefotografeerd doorheen een venster in de rotswand. Tulear - Reniala De RN7 brengt ons de volgende morgen naar Tulear aan de Zeestraat van Mozambique. We bevinden ons nu in het droge zuiden. Onderweg passeerden we Ilakaka, een rovershol van safierdelvers. We zien ook de eerste baobabs. In Afrika komen 8 soorten voor, waarvan 7 enkel op Madagascar. In Tulear hadden we uitstekende lunchherinneringen aan Chez Alain en zijn aanvankelijk ontgoocheld als dat vervangen blijkt door het hotel Paille en Queue (kreeftskeerkringvogel).
Maar de chef van dit hotelrestaurant moet niet onderdoen en bevestigt de algemene verbetering in hotelinfrastructuur en catering in dit stuk van Madagascar. ’s Namiddags leidt een 27 kilometer lange zandpiste ons langsheen mangrovebossen aan de zeeëngte van Mozambique naar het aangename hotel Ikotel waar we twee nachten verblijven. In de vrije momenten kan je er wandelen langs het strand, snorkelen, met een primitieve dhow uitvaren of je laten masseren door plaatselijke schonen. Om de hitte te vermijden hebben we reeds bij zonsopgang een wandeling gepland in het stekelbos van Reniala, een wilde botanische tuin van de meest eigenaardige planten als dideracea, baobabs, gavioto en pachypodiums. Ook ornithologisch is dit een uiterst interessant gebied waarin we o.a. sickel billed en chabert vanga, de sakalavawever, crested drongo , crested en red fronted coua, Madagascar coucal, nachtzwaluw en grey headed lovebird kunnen fotograferen. Kleurrijke vlinders en sunbirds fladderen rondom bougainvillea. Het plaatselijk personeel is in zijn nopjes want vanavond treedt er een lokale band voor ons op met geïmproviseerde namaakinstrumenten en daarna wordt er vooral uitdagend gedanst. Tulear – Fort Dauphin – Berenty - Lokaro Morgenochtend rijden we terug naar Tulear voor de korte vlucht naar Fort Dauphin (Taolagnaro). Dat ligt geïsoleerd aan de zuidoostkust aan de voet van het Anosygebergte. Dat houdt het vocht tegen van cylconen die herhaaldelijk de kust teisteren die bezaaid ligt met scheepswrakken. We logeren drie nachten aan een visrijke lagune in de nieuwe Vinanibe Lodge. We bezoeken er het Nahampoana-lemurenreservaat, ondergebracht in een voormalige botanische tuin met zicht op de 530 meter hoge Pic St.Louis. We zien er ringstaartlemuren (maki’s) en lokken sifaka’s naar de grond met bananen. Zo zien we ze dansend voortbewegen. De meeste lemuren hebben jongen in oktober. De populatie is ook veel gezonder en heeft een dichte vacht in tegenstelling tot de ziekelijke lemuren die we later in Berenty zullen zien. Berenty ligt meer in het binnenland in een droge zone van stekelwoud. Onderweg passeer je een transitzone met endemische planten zoals de triangle palm, behorend tot de familie van de reizigerspalm, de nationale boom van Madagascar, die je ook afgebeeld ziet op de staart van de vliegtuigen. Het enkel over een zijpiste met een jeep bereikbare Andohahela-reservaat beschermt de fauna en flora van deze transitzone. Je kan er een landschappelijk mooie wandeling maken. Langsheen de piste liggen enkele Anosygraven met aloalo’s en zebuhoorns. Over een schamele brug kruisen we de Mandrarerivier waaraan Berenty is gelegen, een laatste stuk galerijbos van tamarindbomen en stekelwoud dat niet is opgeofferd aan de omringende sesalplantages van het Frans koloniale familie-imperium Heaulme, dat 15.000 arbeiders te werk stelt die dagelijks 300.000 bladeren tot vezels verwerken, waarvan jaarlijks meer dan 5000 ton wordt geëxporteerd als biologisch afbreekbaar verpakkingsmateriaal. In het Berentyreservaat zien we sifaka’s, maki’s en bruine lemuren, wiens pels is aangetast door het eten van giftige planten. Hook billed vanga, giant cua en de white browed owl zijn enkele van de opmerkelijke vogelwaarnemingen tijdens wandelingen in Berenty. Na zonsondergang vinden we nachtlemuren als de kleine muislemuur en de white sportive lemuur. ’s Anderendaags bezoeken we het lokale Antandroy museum en de sesalfabriek en na een verrassende lunch met langoest rijden we terug naar Vinanibe Lodge in Fort Dauphin. Er wacht ons immers nog een mooie dagexcursie naar Lokaro Baai. Dat bereiken we met een boot waarmee we lagunes doorkruisen die geflankeerd zijn door waterplanten als olifantsvaren en pandalus. Jeeps brengen ons tot het vissersdorp Evathara, van waaruit we een wandeling maken naar een hoger panoramapunt met zicht op de idyllische baai van Lokaro waar men een lunch heeft voorbereid nabij het strand. Je kan er een wandeling maken langsheen de vloedlijn naar een scheepswrak. Fort Dauphin - Morondava In oktober 2007 vlogen we daarna terug naar Tana. Nu maken we graag gebruik van een nieuwe vliegroute van Fort Dauphin naar Morondava waar we twee nachten verblijven in het aangename Baobab Café aan een mangrovekanaal. Van hieruit kan je de beroemde Avenue van Grandidiers Baobabs bezoeken, één van de uitnodigende visitekaatjes van Madagascar. Opvallende exemplaren zijn de Boaobs Amoureux en
de Baobab Sacré, waarbij kinderloze vrouwen offeren. In de omgeving liggen enkele vogelrijke plassen waar we Madagascar bijeneter, ralreiger en jacana waarnemen, allemaal ondersoorten die enkel op Madagascar voorkomen. Voor observatie van vooral nachtlemuren (6 soorten) kan je terecht in het Kirindy Forest op de piste naar Belo-sur-Tsiribihina en zo sluit je aan bij het avontuurlijke circuit dat we in onze Nieuwsbrief van augustus 2007 beschreven (zie ook www.globalcontacts.be). Daarin staat hoe we Belo bereikten na een driedaagse afvaart van de Tsiribihina doorheen de Bemaraha-kloof en hoe we met jeeps verder reisden naar de wondermooie Tsingy van Bemaraha, een ondoordringbaar labyrint van vlijmscherpe kalkstenen pieken. Morondava – Tana - Andasibe Vanuit Morondavo vliegen we dan eveneens terug naar de hoofdstad Tana voor ons laatste bezoek uit het basisprogramma dat ons naar Andasibe brengt. Hiertoe nemen we de drukke RN2 in de richting van de zeehaven van Tamatave. De berghellingen in de Hautes Terres worden overal illegaal kaalgekapt voor de productie van houtskool, vaak de enige energiebron voor de arme bevolking. Het wordt verkocht in kleine plastieken zakjes in de marktkraampjes langsheen de weg waar, naargelang we verder afdalen uit de centrale hooglanden, ook meer tropische vruchten als bananen en ramboetans worden verkocht. Een interessante stop onderweg naar Andasibe is het Peyrieras-kweekstation. Je kan er tal van kameleons, gekko’s, vlinders, motten, kikkers, wandelende takken en andere insecten fotograferen die je later misschien in het wild treft. Het Andasibe Mantadia Nationaal Park, voorheen bekend als Perinet, is 810 ha groot en ligt op 1000 meter hoogte. Het beschermt een 500-tal Indri Indri families, de grootste van alle lemuren die in groepen van een vijftal familileden leeft en waarvan het mannetje een territoriale roep produceert die tot drie kilometer ver reikt. We verblijven in de eenvoudige chalets van de nieuwe Grace Lodge, welgelegen, vlakbij de parkingang, een niet te verwaarlozen voordeel. Een betere maar moeilijk te reserveren optie is Vakona Forest Lodge, met op de lodgegronden een zwembad en Ile aux Lemuriens, waarop o.a. black and white ruffed lemuren voorkomen en ook de coquereli en diadeemsifaka. ’s Anderendaags trekken we er op uit met Nestor, één van de lokale enthousiaste Angap natuurgidsen. Zijn arendsogen staan garant voor een aantal unieke waarnemingen zoals thornspider: een op een krabbetje gelijkende spin, de giraffe necked weevil: een kever met lange nek en de collared nightjar: de tweede nachtzwaluw die op Madagascar voorkomt. Uiteraard zagen we ook de Indri Indri en common bamboelemuren. Maar één ding was duidelijk: Andasibe is te mooi om het bezoek te beperken tot één ochtendwandeling en dat hebben we onthouden voor de toekomst. Tana - Nosy Be Er rest ons helaas enkel nog de terugrit naar Tana voor de internationale terugvlucht naar Europa, tenminste voor zover een verlenging naar Nosy Be niet werd overwogen. Het grote eiland voor de noordwestkust van Madagascar bereik je met een vlucht uit Tana en kan een ideale afsluiter zijn van uw Madagascar-ervaring. Het heeft immers alles om na te genieten: een perfect klimaat, stranden, seafood, goede hotels en excursiemogelijkheden naar Nosy Komba, Nosy Tanikely of Lokabe om nog meer kameleons, lemuren, dolfijnen, zeevogels zoals kreeftskeerkringvogels misschien wel een boa constrictor te bewonderen. Vanuit Diego Suarez (Antsiranana) in het uiterste noorden van Madagascar, over land bereikbaar vanuit Nosy Be, kan je nog de parken Ankarana en Ambre overwegen.