PANAL NIEUWS
België-Belgique P.B. 3000-Leuven 1 2/2734
jaargang 12, maart 2009 Driemaandelijks tijdschrift Erkenningsnummer P : 608751
Palliatief Netwerk Arrondissement Leuven v.z.w. Waversebaan 220, 3001 Heverlee tel. 016/23.91.01 fax 016/23.81.73
Voorwoord Dr. Baeyens, voorzitter van Panal, besliste in het najaar 2008 zijn mandaat van voorzitter stop te zeggen. Hij was de initiatiefnemer en betrokken bij de oprichting van Panal in het arrondissement Leuven. We mogen terecht stellen dat Panal zijn levenswerk was en is op professioneel vlak. Hij was er totaal bij betrokken, was er volledig mee opgegroeid, begeleidde de evolutie qua inhoud, normen en denkpistes van de palliatieve organisatie.
Afgiftekantoor: 3000 Leuven 1
Panal verliest met hem een grote stuwkracht. Gezien zijn uitstraling in en op de organisatie zal het zeer moeilijk zijn voor een nieuwe voorzitter om zijn inzet en gedrevenheid te evenaren.
Als huisarts – meer dan veertig jaren in een uitgebreide en zware huisartsenpraktijk – heb ik ervaring en kennis van de moeilijkheden en slopende lasten, die de verzorging van palliatieve zieken meebrengen. Het is dan ook mijn wens U allen te steunen, zowel materieel als psychisch, om die zware taak te volbrengen, mentaal vol te houden, uw weerbaarheid in moeilijke omstandigheden te vrijwaren. Essentieel in onze toekomstige samenwerking is mijn inziens, een openheid van gedachten, meningen en ideeën, een transparantie in de samenspraak over hangende problemen. In die zin wil ik mij volledig ter beschikking stellen en hoop ik een duurzame samenwerking en verstandhouding met U allen te realiseren.
Nochtans heb ik, na lang aarzelen, mij ter beschikking gesteld om de functie van voorzitter op te nemen. Het was eigenlijk de waarneming van de gedrevenheid en de uitgesproken motivatie van de medewerkers van Panal om zich ten dienste te stellen van de zwaar zieke medemens, die mij overhaald heeft de functie van voorzitter te aanvaarden.
PANAL NIEUWS
Dr. Jos Dens Voorzitter
DANKWOORD Dr. Herman Baeyens, ere-voorzitter van Panal vzw Eind december 2008 nam Panal na 12 jaar afscheid van haar voorzitter Dr. Herman Baeyens. Hij vond dat het tijd was voor opvolging. “Andere mensen hebben andere ideeën en een andere manier van kijken. Het is goed dat er af en toe nieuwe wind door een organisatie waait”, was zijn motivatie. Dr. Bayens was voorzitter van PTL (palliatieve thuiszorg Leuven) en promotor van palliatieve thuiszorg ‘avant la lettre’. Met de oprichting van de Palliatieve Netwerken bij Ministerieel besluit in 1995 werd PTL geïntegreerd in Panal. Dank zij hem is dr. Johan Coppens in onze organisatie terechtgekomen, eerst twee jaren als stichtend voorzitter, nadien als equipearts. Eind 1997 heeft dr. Baeyens opnieuw de functie van voorzitter opgenomen tot heden. Hij heeft deze taak zeer ernstig genomen, ook al was het niet steeds gemakkelijk. De organisatie was in volle groei en heeft zijn kinderziekten meegemaakt. En toch......steeds met een ongelooflijk enthousiasme en nieuwe moed er tegenaan. Zijn grote drijfveer was en is steeds geweest om mensen de kans te geven om in hun vertrouwde omgeving te kunnen sterven en om de eertstelijnhulpverleners de broodnodige know-how mee te geven, ondersteund door een palliatieve thuiszorgequipe.
Uit het oog, hoewel in de toekomst nog actief in de werkgroep fondsenwerving van Panal, maar zeker niet uit het hart! Daarvoor waren er teveel gedeelde, mooie momenten. Wat bijblijft is zijn enorme betrokkenheid, zijn kritische vragen, zijn soms wat ongeduldige ingesteldheid, zijn vermogen om te incasseren en te leren uit de ontgoochelingen, zijn stipte aanwezigheden op alle vergaderingen, zijn bezorgdheid om het welzijn van het personeel. Samen met zijn bestuur heeft hij het huidige Panal vorm gegeven, iets waar hij terecht fier mag op terugblikken en waar de volgende voorzitter de vruchten kan van plukken. Wij zullen hem blijven herinneren als een zeer geëngageerd voorzitter en bestuurder, maar vooral als een zeer warm, betrokken en meevoelend persoon. Bedankt Herman !
NIEUW MAILADRES : Voor alle vragen aan en over Panal vzw kan u voortaan terecht op
[email protected]
MEDISCHE RUBRIEK Dokter hoe lang nog? De duur of de prognose inschatten van een levensbedreigende ziek(t)e is een moeilijke en delicate opdracht. Nochtans is het noodzakelijk om tijdig een aangepast medisch en verpleegkundig zorgbeleid op te starten. Volgens de wet op de patiëntenrechten immers heeft iedere patiënt (en bij een wilsonbekwame zijn vertrouwenspersoon) recht op informatie over zijn ziektetoestand. Hierdoor kan hij de nodige beslissingen nemen rond het verdere zorgbeleid bij zijn levenseinde. Correcte informatie en goede communicatie hierover door de arts en het zorgteam kan therapeutische hardnekkigheid (en zinloos medisch handelen) voorkomen. Hierdoor kan tijdig aangepaste palliatieve zorg opgestart worden waarin vooral kwaliteit van het resterend leven beoogd wordt vanuit een holistische visie. Een correcte prognose inschatten is ook voor de mantelzorg zeer belangrijk .Het geeft hen een perspectief waarbinnen een aantal belangrijke taken nog kunnen gerealiseerd worden, zoals organisatie en planning van de zorg, afscheid nemen, waken, materiële zaken …. Prognoses inschatten is echter geen exacte wetenschap en dient daardoor met de nodige voorzichtigheid gehanteerd te worden. Overleg tussen alle zorgverleners (multidisciplinair),rekening houdend met beschreven prognoseindicatoren is in de filosofie van ‘good practice’ ten zeerste aanbevolen. Artsen hebben de gewoonte prognoses eerder te overschatten, waardoor er reëel gevaar bestaat om te lang te focussen op ‘cure’ in plaats van ‘care’. Maar hoe kunnen we daar concreet mee omgaan? Een uitbehandelde kankerpatiënt met snelle prognose van zijn ziekte en een functioneel verval (van de zieke) is een duidelijke verwijzing naar het naderend levenseinde. Palliatieve zorg wordt hier meestal (tenzij therapeutische hardnekkigheid bij de behandelende arts en/of bij de patiënt zelf ) tijdig gestart. Moeilijker wordt het bij niet-oncologische (kanker) patiënten. Het ziektetraject bij hartfalen of chronische longlijden (COPD) is niet zo voorspelbaar. Het zijn aanslepende aandoeningen met tussentijdse opstoten (verwikkelingen) waarbij de patiënt na behandeling op een steeds lager niveau verder evolueert. Hier zal naast de ziektegebonden prognose het functioneren van de
zieke erg belangrijk zijn om de resterende levensperspectief verder te kunnen bepalen. Nog minder inschatbaar zijn de ziekten met een progressieve achteruitgang (zonder direct orgaanfalen) maar met een toenemende verzwakkingen functieverlies (frailty) . Voorbeelden hiervan zijn de ziekte van Parkinson, het dementiesyndroom maar ook andere degeneratieve neurogene(zenuwstelsel) en osteomusculaire( bot en spierweefsel)(aandoeningen. Deze toestand van ‘frailty’ wordt vaak niet als een entiteit herkend. Vaak wijt men het aan een andere oorzaak (bv. een toenemend hartfalen, longfalen ,nierfalen…). Vele bewoners in een Woon en Zorgcentrum zijn frailty. Zij hebben dikwijls complexe, multipele ziektebeelden en gebruiken talrijke medicamenten. Artsen denken hier vaak nog in aparte diagnoses en worden bij deze patiënten dikwijls verrast door een snelle achteruitgang waardoor niet tijdig, aangepaste comfortzorg wordt gegeven. Uit voorgaande leren we dat drie belangrijke indicatoren: het ziektetraject, de functionele weerslag en het ziektebeeld zelf ons kunnen helpen om de prognose van de zieke in te schatten. Zijn er ook niet-specifieke ziekteschalen die ons kunnen helpen om de prognose in te schatten? De achteruitgang van het functioneren van de patiënt, bekeken in de context van andere parameters van de ziekte, kan een goede indicator blijken voor de prognose. Ik beperk mij tot het bespreken van twee schalen waar de functionele toestand in het ziektebeeld doorslaggevend zijn. Bij kankerpatiënten gebruikt men de Karnofsky Performance Status Scale Ter illustratie enkele scores 100: Normaal, geen klachten, geen aanwijzigen voor ziekte 060: Heeft soms hulp nodig, goed zelfredzaam 020: Erg ziek, actieve ondersteunende behandeling nodig 000: Overlijden
Hoe lager de Karnofsky score van een patiënt met een ernstige ziekte ,hoe slechter de overlevingskansen. Hoe lager de score hoe gevoeliger de voorspellend waarde is!
schaal kunnen vinden ,ik verwijs de geïnteresseerden naar volgende bronnen.
Een tweede schaal, de Palliative Performance Scale (PPS), scoort 6 items nl. mobiliteit, activiteit, ziektetoestand, voedingstoestand, zorgbehoefte en bewustzijn. 90 % van de patiënten met een score van 50 % of lager, sterven binnen de 6 maanden. De schaal kan zowel bij oncologische als niet-oncologische patiënten gebruikt worden en is ook toepasbaar op rusthuispatiënten.Ik heb geen goede nederlandstalige vertaling van deze
Anderson,Fern et al.(1996) PPS (v1)a new tool; Journal of Palliative Care 12(1), 5-11 En de verbeterde versie PPS (v2) Victoria Hospice Society Verder onderzoek naar gevalideerde schalen kan ons inschatten van prognoses verfijnen en een reëel hulpmiddel zijn voor het uitstippelen van een aangepast palliatief zorgbeleid. Dr. Johan Coppens, Huisarts-consulent Panal vzw
STEUN PALLIATIEVE ZORG Wij danken van harte iedereen die ons financieel steunt. De overheidssubsidies dekken momenteel lang niet de kosten van het personeel en de werking van ons palliatief netwerk. Vandaar dat wij een oproep doen om ons met een financiële bijdrage te helpen. Degelijk materiaal en voldoende en goed opgeleid personeel komen rechtstreeks de patiënt, zijn omgeving en zijn hulpverleners ten goede. Voor een storting vanaf 30,00 euro krijgt u een fiscaal attest. Het rekeningnummer van PANAL is 736-4012700-68 Namens alle begeleide patiënten, hun families, ... Namens de medewerkers van Panal vzw ...
hartelijk dank ! Aangezien Panal een vzw is, is het ook gemachtigd bij testament legaten, duo-legaten en schenkingen te ontvangen. Het volstaat hiertoe de volgende formule in het document in te lassen : “Ik legateer aan de vzw Panal de som van ….. € of (roerende goederen en) ….. (onroerende goederen) op het adres Waversebaan 220 te 3001 Heverlee.
Het Palliatief Support Team in het RZ Heilig Hart Tienen Het Palliatief Support Team (PST) is al tien jaar actief in het Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Tienen. Het team coördineert ziekenhuisbreed de palliatieve zorgverlening. Zijn motto vat de doelstelling zeer mooi samen: “palliatieve zorg voegt geen dagen toe aan het leven, maar voegt leven toe aan de dagen…” . Het PST is een multidisciplinair team van medewerkers die een aanvullende opleiding rond palliatieve zorgen volgden. Het bestaat uit een kernteam, en een aanvullende werkgroep van referentiemedewerkers. Het kernteam wordt gevormd door de wettelijk vereiste zorgverleners, namelijk een halftijds arts, een palliatief verpleegkundige en een psycholoog. We hebben ervoor geopteerd om dit kernteam te versterken met een sociaal verpleegkundige en de coördinator levensbeschouwelijke begeleiding. Zo is er expertise aanwezig voor de belangrijkste dimensies van de palliatieve zorg: fysiek, psychisch, sociaal en levensbeschouwelijk. De werkgroep komt tweemaandelijks samen om stil te staan bij aspecten rond palliatieve zorg in het ziekenhuis, en bestaat naast het kernteam uit de referentieverpleegkundigen van de afdelingen waar palliatieve patiënten kunnen verblijven, een kinesitherapeut, een diëtist, een apotheekmedewerker en de directeur Verpleging & Paramedische diensten. Zorgcultuur Het PST is een mobiel multidisciplinair support team, dat ter beschikking staat van de verpleegafdelingen op de drie campussen van het RZ Heilig Hart Tienen, met name Campus Mariëndal en St.-Jan in Tienen, en het Medisch Centrum Aarschot. Het RZ Heilig Hart Tienen heeft geen aparte palliatieve eenheid. Het PST werkt ondersteunend, adviserend, coördinerend en begeleidend. Het staat ter beschikking van de patiënt en diens omgeving, en van alle zorgverleners van het ziekenhuis. Het is een team dat de zorg of behandeling niet overneemt van het verzorgend team maar hierin vooral adviserend en ondersteunend optreed. De belangrijkste doelstelling van het PST is een palliatieve zorgcultuur te implementeren in heel het ziekenhuis. Dat betekent concreet de zorgmedewerkers sensibiliseren en hun deskundigheid inzake palliatieve zorgverlening bevorderen. Met dat doel zijn er ook referentiemedewerkers palliatieve zorg op verschillende verpleegeenheden. Meer algemeen beschouwt het PST ook de zorg voor de zorgenden zelf als een belangrijke taak. Bij een complexe palliatieve situatie is het PST aanwezig voor de opvang en ondersteuning van zowel de familie als de interne en externe zorgverleners. Ook biedt het team een nazorggesprek aan.
Procedures Enkele concrete voorbeelden verduidelijken de dagelijkse werking van het PST. "Cruciaal om de visie op palliatieve zorgverlening in het ziekenhuis te verspreiden is continue sensibilisering en vorming, " zeggen Agnes Delimon en Karen Ceunen, respectievelijk verpleegkundige en psycholoog van het PST. "Het kan om uiteenlopende aspecten gaan, waarmee we in palliatieve zorg geconfronteerd worden: thema’s zoals pijn en symptoomcontrole, communicatievaardigheden en in het bijzonder dan: hoe omgaan in waarheid met patiënt en familie, hoe reageren op mensen die slechtnieuwsgesprek hebben gehad, hoe omgaan met vragen rond het levenseinde." "Daarnaast werken we ook procedures uit die voor de zorgverleners een hulpmiddel kunnen zijn om kwaliteitsvolle palliatieve zorg te bieden. Voorbeelden zijn procedures rond het gebruik van een subcutane spuitdrijver en van aromatherapie bij palliatieve patiënten. Het PST wordt vaak ingeroepen voor advies en ondersteuning inzake pijn- en symptoomcontrole. Het gebeurt ook dat een verpleegafdeling ons vraagt om (crisis)ondersteuning te bieden aan patiënt en familie wanneer de patiënt bv. te horen heeft gekregen dat de gezondheidstoestand sterk achteruitgaat. We kunnen ook helpen om een emotioneel moeilijke patiëntensituatie met het verzorgend team te bespreken." "Mensen hebben vaak de behoefte om eens rustig te praten over wat er in hun omgaat, over hun pijn en onmacht, hun geloof of ongeloof, over de mensen en dingen die zin geven aan hun leven", vult Martin Thomas, coördinator levensbeschouwelijke begeleiding, aan. "Het PST-team kan dan de medewerkers van onze dienst inschakelen, als de patiënt of de familie dat wenst. Deze dienst staat open voor alle levensbeschouwelijke visies." Continuïteit van de zorg "De sociale dienst wordt meestal ingeroepen om het ontslag van een palliatieve patiënt uit het ziekenhuis mee te begeleiden", legt sociaal verpleegkundige Kristof Cleemput uit. "Die voorbereiding starten we bij voorkeur al van bij de opname, opdat de patiënt niet langer dan nodig in het ziekenhuis hoeft te verblijven en het ontslag zelf voor patiënt en familie zo kwaliteitsvol mogelijk kan verlopen. Wanneer een palliatieve patiënt naar huis gaat, is het belangrijk dat er zorg op maat van patiënt en familie wordt aangeboden, dat er rekening gehouden wordt met de draagkracht van de mantelzorger en dat waar nodig professionele ondersteuning ingeschakeld wordt. Om dit te realiseren, hechten we sterk aan een doorgedreven samenwerking tussen de diverse disci-
plines in het ziekenhuis enerzijds, en tussen het ziekenhuis en de externe zorgverleners anderzijds. Zo bevorderen we immers de continuïteit van zorg. De patiënt en zijn familie zijn hierbij ons uitgangspunt. Voor complexe zorgsituaties kan een zorgoverleg gepland worden, waar intra- en extramurale hulpverleners samen met patiënt en familie de zorg uitstippelen." Motivatie Waarom hebben jullie eigenlijk voor het PST gekozen en wat is jullie motivatie om er te blijven werken? Agnes Delimon: "Ik stelde als (hoofd)verpleegkundige vast dat wanneer de medische mogelijkheden uitgeput zijn en een genezende behandeling niet meer mogelijk is, een psychosociale benadering van de patiënt enorm belangrijk is. Ik merkte echter dat vele zorgverleners voorbijgingen aan deze benadering, en zich beperkten tot de verzorging in de enge zin van het woord. Toen er door reorganisatie ruimte vrij kwam om me te heroriënteren, formuleerde ik een voorstel aan de directie verpleging om rond de thematiek van palliatieve zorgverlening te mogen werken." Karen Ceunen: "Wat mij aansprak in de functie van psycholoog in het PST was de verscheidenheid aan taken en uitdagingen die een dergelijke functie met zich meebrengt. De combinatie van een adviserende en ondersteunende functie met een begeleidende taak sprak me aan. Ik geef graag vorming, overleg graag, werk graag mee procedures uit, ik begeleid graag patiënt en familie, … Nadenken over het leven en samen met de patiënt en diens naasten zoeken naar mogelijke manieren om met de laatste levensfase om te gaan, trachten leven toe te voegen aan de dagen en niet dagen aan het leven, trekt me aan in dit werk. ‘Maatzorg’ en levenskwaliteit kunnen aanbieden in de laatste levensfase, geeft een grote voldoening in het werk." Thomas Martin: "Wat mij opvalt als mensen hun levenseinde zien naderen, is dat een heleboel vanzelfsprekendheden wegvallen. Personen komen dan soms in een geloofscrisis terecht. Hen de nodige kapstokken aanreiken en zodoende helpen en steunen om deze periode door te komen is voor mij de uitdaging." Kristof Cleemput: "Palliatieve zorg is belangrijk in een ziekenhuis. Ik heb voor het PST gekozen omdat ik mee het palliatief denken in het ziekenhuis wil profileren. De sociale dienst wordt vooral betrokken bij het ontslag van de patiënt. Een palliatieve patiënt bij de terugkeer naar zijn thuissituatie kunnen begeleiden, geeft een enorme voldoening. Voor deze patiënten is het vaak hun wens om de laatste dagen thuis te beleven. Natuurlijk moet dit steeds goed georganiseerd gebeuren. De dankbaarheid die je krijgt van patiënt en familie geeft je voldoende motivatie om verder te gaan."
Meer dan stervensbegeleiding "We zien toch wel een aantal evoluties in de palliatieve zorgverlening in ons ziekenhuis. Zo wordt de vraag naar palliatieve zorg vandaag de dag in een vroeger stadium van de ziekte gesteld. Palliatieve zorgverlening wordt nu vaker aangeboden aan een ongeneeslijk zieke patiënt die nog niet in de terminale fase van zijn ziekte verkeert. Palliatieve zorg is meer dan stervensbegeleiding." "Daarnaast wordt een palliatief advies niet langer uitsluitend voor oncologische patiënten gevraagd. Ook bij andere pathologieën, zoals COPD, terminaal hartfalen of dementie, kunnen patiënten palliatief geregistreerd en begeleid worden." "En terwijl we in de beginjaren vooral ingeschakeld werden bij vragen rond pijn- en symptoomcontrole, krijgen we vandaag meer en meer zorgvragen die zich op verschillende zorgdimensies situeren: fysiek, psychologisch, sociaal en spiritueel of levensbeschouwelijk. Palliatieve zorg wil een zo groot mogelijke levenskwaliteit op alle vlakken nastreven en hierbij een maximale autonomie aan de patiënt en zijn familie bieden." Uitdagingen "Hoewel 70 procent van de mensen liefst thuis wil sterven, blijken er heel wat palliatieve patiënten in het ziekenhuis te overlijden. Dit is en blijft ook voor de volgende jaren een belangrijk werkpunt. Het is onze wens dat patiënten daar kunnen sterven waar zij wensen. De intensieve samenwerking met de huisarts, thuiszorg en thuisvervangende plaatsen zoals woon- en zorgcentra willen we dan ook zeker behouden en waar mogelijk nog verder intensifiëren om dit te kunnen realiseren. Dat geldt dus zeker ook voor onze samenwerking met Panal."
Dr. Deleu, arts Palliatief Support Team Agnes Delimon, coördinerend verpleegkundige (t) 016 80 37 17 Karen Ceunen, klinisch psycholoog (t) 016 80 37 00 Thomas Martin, coördinator Levensbeschouwelijke begeleiding (t) 0475 81 00 91 Kristof Cleemput, sociaal verpleegkundige (t) 016 80 39 46
[email protected]
Karen De Meerleer Psycholoog Panal vzw
Verslag minisymposium HERSENTUMOREN door Prof. Dr. Johan Menten Op donderdag 27 november 2008 sprak Prof. Dr. Johan Menten een volle zaal toe in CC Begijnhof in Diest. De 120 aanwezigen luisterden geboeid naar zijn uiteenzetting. Een hersentumor wordt vaak ontdekt via algemene symptomen: hoofdpijn, misselijkheid en braken, slaperigheid,… Soms is er ook een verandering van de persoonlijkheid van de patiënt, zijn er wijzigingen in de gemoedsgesteldheid (depressief beeld) of is er een verminderd mentaal vermogen (vergeetachtigheid). De ligging van de tumor bepaalt grotendeels de symptomen. Ongeveer 500 patiënten per jaar krijgen in België de diagnose van een hersentumor. In vergelijking met andere tumoren is deze groep eerder klein. Vandaar ook dat er relatief weinig studies gedaan zijn naar de noden van deze patiënten, hun omgeving of hun hulpverleners. Nochtans is er heel wat nood aan kennis en ondersteu-
ning. De problematiek kan immers complex zijn: deel je als arts de diagnose mee aan een patiënt die dit niet meer (goed) kan vatten? Kunnen deze patiënten het werk hervatten na een operatie? Wat zijn de mogelijke risico’s voor de patiënt en de omgeving/de maatschappij. Maar ook: hoe een familie ondersteunen die rouwt om een persoon die niet meer is zoals voordien, ook al is hij lijfelijk nog aanwezig? Tot: wanneer start de palliatieve fase? De weinige studies die voorhanden zijn tonen vooral dat de groep van patiënten met een hersentumor een heterogene groep is, waar er zeker een risico op isolatie is (van de patiënt en zijn omgeving) en dat er vooral nog prospectieve research nodig is. Mogelijks kan daaruit blijken dat een verpleegkundig-specialist (geschoold in ondersteuning en begeleiding van patiënten met een hersentumor en hun omgeving) bij deze groep bijzonder nuttig kan zijn. Verslag: Ria Vandermaesen
PERSONEELSNIEUWS • Mevrouw Geert Moons startte in februari als onthaalvrijwilliger op vrijdagnamiddag.
VORMINGEN
Op donderdag 28 mei 2009 nodigen wij u van harte uit op ons tweede minisymposium van 2009 rond het thema “Zorg voor de zorgenden” :
DAAROM LACHT DE HULPVERLENER. HUMOR IN DE GEZONDHEIDSZORG Mr. Kristof Van Rossem, godsdienstwetenschapper en filosoof en educatief medewerker aan de Stichting Lodewijk De Raet, zal deze avond verzorgen. Het minisymposium heeft plaats in de Sociale Hogeschool te Heverlee en vangt aan om 20.30 uur. De kostprijs bedraagt 10 euro. Er wordt accreditering aangevraagd voor artsen binnen rubriek 6 ethiek en economie. Inschrijvingsstrookjes en verdere info kan u bekomen op het secretariaat van Panal : 016-23 91 01 of op
[email protected].
VERDIEPINGSMODULE ”Niet te jong voor verlies.” KINDEREN EN JONGEREN BETREKKEN BIJ PALLIATIEVE ZORG Op dinsdag 5 mei 2009 start de verdiepingsmodule “Niet te jong voor verlies”. In opvolging van de sensibilisatiesessies, bieden wij een vormingspakket van 4 namiddagen aan voor hulpverleners bij het omgaan met kinderen, die in hun omgeving geconfronteerd worden met een palliatieve situatie. Naast een uitgebreide theoretische basis, wordt ruim aandacht besteed aan interactieve inbreng via oefeningen, het bespreken van situaties uit het werkveld en het aanleren van vaardigheden om families te ondersteunen. Docent is Karen De Meerleer, psycholoog bij Panal. Inschrijven kan aan de hand van het inschrijvingsformulier in de vormingsbrochure of online bij de activiteiten op onze website www.panal.be . Bijkomende informatie is te verkrijgen tijdens de kantooruren op het nummer 016-23 91 01 of op
[email protected] .