PAASPREEK 5 april 2015
Ds. Peter Korver
Door de eeuwen heen heeft de kerk de Paas-boodschap luid verkondigd: ‘Christus is opgestaan, hallelujah!’ Als je in Griekenland of andere landen binnen de oosters-orthodoxe traditie komt is het gebruik elkaar met Pasen op straat dat toe te roepen. Dat doen wij niet. We zijn niet zo extravert en wij hebben ook direct een rationele twijfel: Christus echt opgestaan uit de dood, nou dat weten we niet hoor. Het is maar een bij wijze van spreken. Toch? Niettemin is Pasen het hart van het christelijk geloof, met het geloof in de opstanding. In het evangelie van Johannes zegt Jezus: Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft mag dan wel sterven, toch zal hij leven en iedereen die leeft en in mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven.’ Het zijn grote woorden, onwaarschijnlijke woorden in deze tijd. Hoe moeten wij nou Pasen vieren? Mijn collega Aart van Lunteren formuleerde de boodschap van Pasen eens als volgt en daarvoor had hij het woord God niet nodig: Het kan Wij willen dat het zo is Wij hopen dat het zo wordt Wij denken dat het niet kan Wij zingen dat het zal zijn En als er liefde is Dan zal het, al kan het niet Dan kan het, omdat het moet Omdat het zó niet meer kan Waar komt de gedachte van opstanding, van een leven na de dood vandaan? Het is onverdraaglijk te leven met de gedachte dat dood en onrechtvaardigheid het laatste woord zullen hebben en daarom willen we Pasen 2015
Pagina 1
vasthouden aan een leven voorbij alle lijden en dood. Ja die wens kan wel eens de vader van de gedachte zijn. Een tweede reden is onze behoefte aan rechtvaardigheid. Dat het nu zo oneerlijk verdeeld is in de wereld, dat goede mensen toch zoveel ellende overkomt en dat slechte mensen het vaak voor de wind gaat, dat wordt uiteindelijk recht getrokken, in het leven hierna. Bij het verhaal van Jezus speelt iets vergelijkbaars een rol. Het geloof dat Jezus was opgestaan, kwam waarschijnlijk voort uit het in zijn tijd gangbare idee dat een martelaar voor de zaak van God een beloning kon verwachten; hij of zij werd op het moment van sterven opgenomen in de hemel. Anders geformuleerd: Jezus, die als martelaar zijn leven gaf, werd niet door God losgelaten. Zijn volgelingen waren ervan overtuigd dat de zaak, waarvoor hij had gestreden - de vestiging van Gods rijk op aarde - doorging, ondanks het debacle van Goede Vrijdag. Pasen sterkte de gelovigen in het vertrouwen dat het kwaad in de wereld en hun ellende, ja zelfs hun eigen dood, niet het einde was: Christus was opgestaan uit de dood en had daarmee dit alles overwonnen! Maar de al te grote woorden en hallelujah’s overtuigen velen vandaag niet meer. Hoezo heeft de dood het laatste woord niet? Waaraan zie je dat het kwaad niet overwint? De alledaagse werkelijkheid lijkt ons immers steeds weer anders te vertellen. Het mag, wil het de hedendaagse gelovige nog aanspreken, wel wat ‘kleiner’. De theologe Kune Biezeveld schrijft in haar boek Als scherven spreken: “Pasen is niet zozeer één grote triomf, als wel een breekbare belofte”. Pasen zet volgens Biezeveld haar ertoe aan om hoopvol te leven en dingen te doen die daarbij horen, dingen, die vastgelopen situaties doorbreken. Met andere woorden: met Pasen vieren we niet dat er iets van hogerhand, van Gods wege, voor ons geregeld is en het met ons wel goed komt, maar dat we met Pasen aangemoedigd worden en bemoedigd worden om zelf tegen de stroom van negatieve ervaringen in zélf nieuwe hoopvolle daden te stellen. Of, zoals de Remonstranten het zeggen in hun campagneoffensief van dit jaar: het geloof begint bij jou. Deze oneliner, deze korte pakkende zin staat op de affiches en is te horen in de radiospotjes. De Remonstrantse Broederschap maakt sinds enige tijd nadrukkelijk reclame voor haar gedachtegoed. Het is verfrissend om te zien, wat er gebeurt, wanneer je de uitingen niet laat maken door doorgewinterde theologen, maar door ‘reclamejongens’. Een heel ander soort teksten verschijnt. Korte zinnen. Eenvoudige woorden en gedachten. Dit terwijl theologen altijd van de lange, doorwrochte Pasen 2015
Pagina 2
zinnen zijn, waarin alle mitsen-en-maren een plek moeten krijgen. De leus Geloof begint bij jou heeft voor orthodoxe theologen gewerkt als de rode lap op de stier. Hoe kan een zinnig denkend mens zoiets beweren? Als er een God bestaat, dan begint geloof toch bij Hem. Is het niet enorme hybris (hoogmoed) om dat bij mensen zelf te laten beginnen? Toch is in deze zin op een heel knappe manier verwoord hoe naar vrijzinnig besef de betrokkenheid van de mens zelf bij het geloof centraal moet staan. Het geloof is in die zin een allerindividueelst antwoord op een allerindividueelste roeping. De verantwoordelijkheid voor wat je doet en voor wat er in de samenleving gebeurt, ligt nadrukkelijk wel bij de mens. En hoe maak jij, gewoon mens, de overgang van je verdriet, je verslagen zijn, naar : weer opstaan en leven? Wij vieren vanochtend Pasen. Deze dag volgt op de paaszaterdag, een wat wonderlijke dag na een week van het beluisteren van de Matthaüs Passion, avondmaal vieren, het stil staan bij Goede Vrijdag en het sterven van Christus. Het wordt ook wel Stille Zaterdag genoemd. In de roomskatholieke kerk is op Stille Zaterdag de kerk leeg: het kleed is van het altaar gehaald, het tabernakel staat open. Er is geen eucharistie, geen klokgelui. Het is een wonderlijke dag tussen het verdriet van Goede Vrijdag en de vreugde van Pasen. Mijn remonstrantse hoogleraar Marius van Leeuwen heeft een boek geschreven over christelijke feesten. In dat boek Van feest naar feest haalt hij de Zwitserse theoloog Leonard Ragaz aan die erop wees dat deze ‘tussendag’ noodzakelijk is; tussen de eerste dag, de dag van de dood en de derde dag, de dag van het geloof in nieuwe mogelijkheden en nieuw leven. Zo is het ook in ons eigen leven, als we door een hard lot getroffen zijn, is er niet altijd meteen troost voorhanden. Dan is, om in de beelden van Pasen te blijven, niet altijd meteen opstanding zichtbaar. Eerst is er een graf met een steen erop, die geen mensenhand bewegen kan: het rauwe, verpletterende verdriet. In de periode van de ‘tweede dag’, de stille zaterdag, moeten de klap van het verdriet en de gevoelens van hopeloosheid die daarbij horen verwerkt worden. Die dag kan, aldus Ragaz, bijvoorbeeld na het sterven van een dierbare, weken, maanden, jaren duren. Dan pas komt de derde dag, waarop verzoening met dat lot, dat verlies tot stand kan komen en een nieuw geloof in het leven kan ontstaan. Of zoals M. Stevens dichtte: Overgave Pasen 2015
Pagina 3
Soms na een lange strijd komen we uit bij een diepe, naakte eenzaamheid maar, tevens bij het puurste van onszelf. De strijd en de pijn waren nodig om de weg vrij te maken naar de eigen bronnen. De overwinning op ernstig verlies in je leven, bijvoorbeeld geliefden aan de dood: voor vele christenen is de betekenis van Pasen dat ieder mens na de ervaring van een ‘stille zaterdag’ persoonlijk mag gaan hopen op verrijzenis. Zoals Christus uit de dood is teruggehaald, zo mag iedereen erop rekenen aan de andere kant van de grens die de dood betekent een nieuw, ‘geestelijk’ lichaam te ontvangen en thuis te komen bij God . Maar naar mijn gevoel (en dat van vele andere christenen) is Pasen minstens evenzeer van betekenis voor wat ons in dit leven overkomt. De ervaring van doodlopende wegen in ons eigen bestaan is maar weinig mensen vreemd: stuklopende relaties, verwachtingen die niet uitkomen, verdampende illusies, de plotselinge confrontatie met ziekte... Ze hoeven niet ‘het einde’ te betekenen. Er is hoop na je stille zaterdag. Voor sommigen is de weg die daar bij Jezus aan voor- afging, eveneens een voorbeeld. Hij zag wat er op hem afkwam. En hoeveel aarzeling en angst hem ook bekroop toen hij zich dat ten volle realiseerde, hij besloot door te gaan. Hij gaf het over. Het verhaal over Jezus’ innerlijke strijd in de tuin van Getsemane laat zien hoe verschrikkelijk moeilijk dat kan zijn, zelfs voor iemand die zozeer ‘vervuld van Geest’ was als Jezus. In het evangelie van Johannes vind je een bijzonder beeld voor de spiritualiteit van het loslaten en durven verliezen vanuit de overtuiging dat juist dan het dood- lopen kan veranderen in een nieuw begin. Jezus zegt: ‘als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.’ Het is een boodschap die veel zegt over de machten en krachten die we tegenkomen in deze wereld. Ze zijn vaak onoverkomelijk sterk en toch geen van alle hebben het laatste woord, zelfs de dood niet. Uiteindelijk is de sterkste kracht, de onoverwinnelijke macht die van Gods liefde. Een liefde waarnaar wij verlangen en die zichtbaar en voelbaar is geworden in Jezus van Nazareth. In de 19e eeuw dichtte de in Groningen wonende Jan Goeverneur: De steen is sterk, maar het ijzer breekt hem. Het ijzer is sterk, maar het vuur smelt het. Het vuur is sterk. Maar het water blust het. Pasen 2015
Pagina 4
Het water is sterk, maar de zon verdampt het. De zon is sterk, maar de wolk verduistert het. De wolk is sterk, maar de wind drijft hem voort. De wind is sterk, maar de mens weerstaat hem. De dood is sterk, maar sterker dan de dood is de liefde. Amen
Pasen 2015
Pagina 5