Inhoud p4 Interview
met
Gerie ten Brinke Jordi Smit in gesprek met Gerie
p22 Zegt de een
p45 Publicatielijst Netwerk
over haar vertrek bij de CALO,
tegen de ander
Rondom Bewegen
haar passie voor het VO en haar WEB-verleden. p8 Taal in de zaal
p26 Rendez-vous
Ineke Maatjes met haar visie op
Met in dit nummer Marloes van
lichaamstaal in de zaal.
Mourik p33 II y a: Namenspel
p16 Bruggenbouwers ditmaal
Jordi Smit met een leuk en sim-
met een uitwerking van het spel
pel kennismakingsspel om zo de
badminton.
namen van leerlingen snel te le-
De
bruggenbouwers
ren kennen. p20 Verdiepingscursus Een uitnodiging
MRT
voor een ver-
diepingscursus MRT. p28 Sportcommissie Gymnasium Celeanum heeft nu ook een sportcommissie in het leven geroepen. Zij stelt zich voor. p34 Studiedag Kleuterboek Chris Hazelebach
vertelt
naar
aanleiding van zijn bezoek aan de studiedag. p40 Circus kleuters, "Kijk eens wat ik kan!"(2) Anne Kuipers met deel twee van "Kijk eens wat ik kan".
Afsc_heid van een Icoon
Nadat bij ons bekend werd dat Gerie ten Brinke haar heil opnieuw gaat zoeken in het Voortgezet Onderwijs, vonden wij als redactie het hoog tijd om eens bij te praten met de vrouw die 10 jaar lang 'werkzaam' is geweest bij 't Web. In dit interview vertelt Gerie openhartig over haar WEB-verleden en haar passie voor het VO.
Daarom ben ik een aantal jaren werkzaam geweest op het Agnieten College in Zwolle. Dit heb ik lang kunnen afwisselen met mijn wer.k op de CALO. De laatste 5 jaar van mijn 'CALO-periode' ben ik pas fulltime in dienst geweest. Verwachting De algemene verwachting op het Nassau-Veluwe naar mij toe dit jaar is dat ik rust en structuur in het hele verhaal breng. De leerlingenzorg is op dit moment al erg goed, dus daar ben ik nu minder druk mee. Nee, het is vooral de onderwijskundige
Het vertrek van de CALO
kant die een kwaliteitsinjectie
Ik werk momenteel op het Nassau-Veluwe Colle-
ga ik samen met de betrokken docenten probe-
kan gebruiken. Dit
ge te Harderwijk waar ik afdelingsleider ben van
ren te realiseren door te kijken op welke manier
HAVO 2,3. Daar ben ik 4 dagen in de week druk
HAVO-Ieerlingen het meest uitgedaagd worden
mee, daarnaast geef ik 1 dag per week nog les
tot leren. Projectonderwijs
in de gymzaal. De reden om weer terug te gaan
Elke leerling, maar zeker de HAVO-Ieerling, heeft
naar het VO is, dat mijn hart hier gewoon ligt. Er
betekenisvolle opdrachten nodig.
kan een manier zijn.
gebeurt zoveel in de peri ode van 12-18. Een mooi voorbeeld
hiervan hebben we al: AI
Op de CALO was ik erg blij dat ik erg inspire-
meerdere jaren hebben wij een theaterklas, die
rende en motiverende collega's had en ook nog
1 dag in de week theater heeft. Doordat er maar
eens goed contact met studenten. Maar wat ik
nog 4 dagen onderwijs voor deze klas over is, zijn
miste op de CALO was het schoolbreed (op VO-
er voor hen een aantal vakken geclusterd in leer-
gebied) denken. Het was vooral nadenken en
gebieden. Zo worden de eindtermen wel gerea-
handelen binnen het bewegingsonderwijs, terwijl
liseerd, maar komt er een eigen invulling van de
ik ook graag invloed heb op hoe de rest van een
uren. In plaats van een theaterklas den ken we na
school er uitziet en handelt. Dit kan nu helemaal
over andere stromen binnen de school. Er ont-
met mijn nieuwe baan.
staat op den duur meer ruimte voor leerlingen om te kiezen.
Uiteindelijk ben ik 14 jaar werkzaam geweest op de CALO, opgedeeld in 2 periodes. Gelijk na mijn
Gerie en 't Web
studie ben ik invalster geweest voor docenten
Toen ik 3e jaars student was in 1990 werd ik ge-
met verschillende pijntjes. Totdat ik op een dag
vraagd door Luuk Sietsma om eens sfeer te ko-
gevraagd werd om tennis te geven aan 4 BPT.
men proeven bij 't Web. Ik was eigenlijk gelijk
Toen besefte ik dat ik eerst het werkveld in wilde,
verkocht, wat was er in die tijd spannender dan
voordat ik echt aan de slag zou gaan op de CALO.
te mogen notuleren op de computer van Luuk
Sietsma? Niets toch! Dus zo ben ik er in komen
je ook wel, want het blad is heel mooi geworden.
rollen en ben er eigenlijk blijven hangen, totdat
En daar hebben deze weekenden en avonden
ik uiteindelijk in 2000 afscheid heb genomen in
een enorme bijdrage aan geleverd.
de functie van voorzitster. Tussentijds ben ik ook nog secretaris geweest en heb ik met het bestuur
Uiteindelijk is 't Web een mooie experimenteer-
altijd samen met de redactie vergaderd. In deze
plek voor iedereen om artikelen te schrijven en
periode waren o.a. Chris Hazelebach, Corina van
activiteiten te plaatsen om zo ook zijn/haar bij-
Doodewaard en Bruno Oldeboom ook actief bin-
drage te leveren aan aile leden. Zo kan het ook
nen 't Web. Dus eigenlijk kon je wel spreken van
zomaar zijn dat je met een artikel uiteindelijk in
een vriendengroep,
de groene van de KVLO komt te staan.
waardoor je met elkaar lek-
ker actief bleef voor 't Web. En natuurlijk waren de bestuursweekenden
en de hersenhoosnach-
Grote namen Uiteindelijk heb ik al gezegd dat ik als student het een enorme eer yond dat ik bij Luuk Sietsma op de computer mocht notuleren. Zo heb ik de eer-
Ik was eigenlijk gelijk verkocht, wat was er in die tijd spannender dan te mogen notuleren op de computer van Luuk Sietsma?
ste 2 jaar ook echt rondgelopen binnen 't Web. AI die grote namen en wijze mensen die al zolang in het werkveld werkzaam waren, dat was echt indrukwekkend. Maar na die 2 jaar ben ik ook gewoon bij 't Web gebleven. Dus er is toch iets geweest waar ik door aangetrokken werd. Achteraf gezien is het vooral het delen en vergaren van vakkennis geweest,
ten de hoogtepunten
uit deze periode. De eer-
ste keer bij zo'n hersenhoosnacht
zag ik ver-
waardoor ik actief bleef. Ook het nadenken over wat er allemaal te organiseren valt binnen de
schill ende leden die tot 03.00 in de nacht door
werkgroep is natuurlijk een mooi item waar ik al
zaten te praten over het yak, dat yond en vind
die jaren veel mee bezig ben geweest.
ik echt mooi, die passie! En ook tijdens de weekenden ging je wel eens de kroeg in of het strand
Voetbal is meer dan een partij
op, maar tel kens weer ging het over het yak en
Inderdaad, dat was de titel van mijn eerste arti-
werd er geboomd over verschillende onderwer-
kel. Deze heb ik samen met Chris Hazelebach en
pen binnen ons mooie yak. Hier heb ik altijd erg
Marcel Heuver geschreven. Dat herinner ik me
van genoten. Maar het uiteindelijke resultaat zie
nog goed. Er was een studiedag georganiseerd
samen met de KNVB en we hadden in 1 zaaltje 5 activiteiten neergezet, onder andere lummelen en dribbelen. Op een gegeven moment stond Rinus Michels daar boven op een tribune. Stond hij toch wel een beetje neerbuigend te kijken, omdat er 5 activiteiten
en zeker 20 ballen door elkaar
heen stonden in 1 zaaltje. Dat klopte voor hem helemaal niet, want voetbal moest gespeeld worden met 1 bal. De activiteiten van deze studiedag hebben we uitgewerkt en in 1 artikel gezet. Tja, dat was toch wel een mooi begin. Uiteindelijk heeft Gerie naast haar bestuurlijk activiteiten, meer dan 30 artikelen geschreven voor 't Web(red.) Gordijn In 1990, gelijk na het overlijden van C.C.F. Gordijn ben ik samen met Niek Hofman druk geweest om een themanummer op te stellen rondom het overlijden van C.C.F. Gordijn. Ik weet nog heel goed dat ik 3 dagen lang naar Rijssen(thuis bij de
Betrokkenheid
ouders van Niek ) ben gegaan om daar met Niek
Na mijn afscheid als voorzitster in 2000 is mijn
bijdragen van verschillende mensen en bestaan-
betrokkenheid bij 't Web wel behoorlijk achteruit
de dingen over Gordijn te bundelen tot 1 them a-
gegaan. Natuurlijk ben ik nog steeds lid en dat zal
nummer. Werden we daar 3 dagen lang verzorgd
ik waarschijnlijk ook zijn wanneer ik dood ga, bij
door de ouders van Niek. Dat was echt een aparte
wijze van. Want ik vind het gewoon een prachtige
ervaring; 2 volwassen personen die in de watten
club bij elkaar. Erg mooi vind ik het om te zien dat
werden gelegd door ouders, om uiteindelijk tot
het nu veel professioneler wordt, met kleine com-
een mooi themanummer te komen. Ja, ik ben er
missies, een geweldige lay-out van het blad en
erg trots op. Voor dat themanummer hebben we
veel vernieuwende artikelen. In de toekomst mag
zelfs een oud televisie- interview dat Catherine
je me heus nog wel eens vragen iets te schrijven
Keyl met Gordijn had gehouden uitgewerkt. Erg
voor 't Web, zeker wanneer er nieuwe ontwikke-
bijzonder was dat. Sterker nog, ik heb dit nummer
lingen op het gebied van sport en bewegen wI-
nog steeds bij mij thuis op de WC liggen.
len komen bij mij op het Nassau-Veluwe College. Dan zal ik zeker nog een keer wat van mij laten
Trots
horen.
Een ander themanummer waar ik met trots op terugkijk heb ik geschreven met Hugo Doornhof. Wij hebben startactiviteiten
voor de brugklas uit-
gewerkt, waarvan wij dachten dat ze in het VO makkelijk te organiseren vielen. Veel VO-scholen starten in de brugklas direct met de 'echte' sportspelen en VO-activiteiten. De meeste activiteiten zijn veel te ingewikkeld
voor de brugklassers,
zeker omdat deze leerlingen van zoveel verschillende basisscholen komen. Toen op het Agnieten College voor de Tweede Fase het vak L02 werd ingevoerd heb ik ook regelmatig artikelen hierover geschreven voor 't Web. Het was leuk om lessenreeksen en dergelijke die we als sectie ontwikkeld hadden om te bouwen tot een artikel.
Dat klopte voor hem helemaal niet, want voetbal moest gespeeld worden met 1 bal.
Taal·in de zaal
Ais onderwijzers zijn wij bezig met kennisoverdracht en er komt zeker net zoveel informatie binnen bij ons vanuit de kinderen. Maar laten wij die wel binnen komen en zien we wel alles? Hebben we daarnaast door wat wij allemaal spreken met ons lichaam? Door deze gedachtespinsels kwam ik op de volgende vraag: 'heeft een goede lichaamscommunicatie invloed op beter leren bewegen binnen de lessen bewegingsonderwijs? Zowel het spreken van lichaamstaal door de lesgever als het lezen van de lichaamstaal van de leerlingen in de zaal. Er liggen zoveel mogelijkheden en kansen in het onder de knie krijgen van lichaamstaal die we in mijn ogen nu nog te veel laten liggen.
tuurlijk MSN. Lichaamstaal is dus een klein onderdeel van een groter geheel dat we non-verbale communicatie noemen. Over deze relatie is meer te lezen in het hoofdstuk: 'relatie lichaamstaal en non-verba Ie communicatie'. Lichaamstaal kan zich ook uiten zonder dat er bewogen wordt met het lichaam, hierbij valt te denken aan vlekken in je nek die je krijgt van de spanning. Dit zegt iets over de situatie waarin de desbetreffende
persoon zich bevindt zonder dit
door middel van een lichaamsbeweging duidelijk te maken. Het lichaam spreekt voor zich, daar bedoelen we natuurlijk ons hele lijf mee van top tot teen en alles wat daar tussen zit. Het lichaam wordt gezien als het meest eerlijke instrument om te tonen hoe iemand zich voelt, met woorden kun je nog makkelijker liegen en zaken verbloemen door de juiste woorden te kiezen, met lichaamssignalen is dit veel moeilijker. Tenminste als je dit op een goede manier kan interpreteren of anders gezegd 'Iezen'.
Wat is lichaamstaal eigenlijk, wat
Je kunt je lichaam en wat je daar mee zegt wel
kunnen we er onder verstaan
onder controle krijgen, maar er zijn ook uitingen
We spreken vaak over non-verbale communicatie,
die maar moeilijk te verbergen zijn. Een groot ge-
maar wat bedoelen we daarmee?
deelte van lichaamstaal kun je dus leren spreken,
Wat houdt dit in? Lichaamstaal is een onderdeel
de rest kan je misschien leren verbloemen, als je
van een groter geheel dat we non-verba Ie com-
dat echt wilt.
municatie noemen. Daarom zal ik allereerst het
Hieronder een lijst met signalen, die aangestuurd
beg rip
worden door het autonome vegetatieve zenuw-
non-verbale
communicatie
nader
ver-
klaren. Duidelijk is nu dus wel dat we over twee verschillende dingen spreken als we het hebben
stelsel en dus moeilijk te be·invloeden zijn : • Vlekken in de hals bij grote spanning
over non verba Ie communicatie en lichaamstaal.
• Versnellen van de adem haling
Het een overkoepelt het andere. Onder non-ver-
• Beven of trillen van de handen
bale communicatie verstaan we aile manieren van
• Knikkende knieen
communiceren die je niet met woorden doet. Zo-
• Verhogen van de stem
als bijvoorbeeld schrijven, gebarentaal maar ook
• Bibberen van de stem (zenuwen die door de
de intonatie van de gebruikte
woorden en na-
keel gieren)
adviseren over kapsel en kleding bij allerlei ge-
• Hoge stem, samengeknepen • Pupilveranderingen
legenheden; over de gebaren en houdingen die
• Kippenvel
juist zijn bij welke delen van een toespraak. Ook
• Lijkbleek worden
over het geven van handen aan mensen in het pu-
• Het krijgen van diarree en zelfs het niet meer
bliek en welke mensen je dan bij voorkeur nemen
kunnen beheersen van de sluitspier: in grote
moet als er camera's in de buurt zijn. Hoe je el-
angst laat men alles lopen (dit komt overigens
kaar als politici begroet en hoe je een podium op
voort uit het vluchtgedrag van de mens waar-
moet lopen is ook iets dat aan de orde komt als
bij we zoveel mogelijk achter moeten laten)
het gaat om politici trainen op het gebruik van hun communicatie door middel van het lichaam.
Voorbeelden van signalen waarover wel controle mogelijk is en die iedereen meteen zal herken-
Lichaamstaal is iets wat van binnen uit moet ko-
nen zijn:
men, iets dat niet een geoefend truckje moet
Het voorhoofd fronsen
worden. Je moet het je eigen maken. Het is per
Het hoofd achterover buigen, kin naar voren
slot van rekening ook van jou.
Over de kin strijken
Lichaamstaal zegt iets over jou als persoon maar
De voeten om de stoelpoten vlechten
natuurlijk ook over hoe jij je voelt. Nu kan wat
Met het bovenlichaam naar voren buigen
je voelt en wat je zegt elkaar tegenspreken. Je
Het jasje losknopen
buitenkant zegt wat anders dan wat je van bin-
Armen en benen frequent bewegen
nen voelt of wat je wilt uitstralen. Deze incon-
De wenkbrauwen samenknijpen.
gruentie geeft verwarring, want wie leest wat? Kijkt iemand naar je lichaamstaal of luistert deze
Aan deze lijst kunnen natuurlijk nog heel wat sig-
persoon naar je woorden? Het is zaak dat je bin-
nalen toegevoegd worden, die wij zowel van ons
nen- en buitenkant op elkaar afstemt. Dan spreek
zelf kennen of wel eens bij anderen gezien heb-
je, in mijn ogen,
ben.
hier ook mee spelen. Het is een instrument dat
de waarheid. Uiteraard kan je
je in kunt zetten, je kunt met je lichaam bewust Het is wel zo dat lichaamstaal waarneembaar
dingen willen bereiken Zo kun je ook met je li-
moet zijn om daadwerkelijk van lichaamstaal te
chaam wel eens een leugentje om eigen bestwil
kunnen spreken. Lichaamstaal moet direct aan
creeren. Dit is wel iets dat je dan onder de knie
een persoon gezien of gehoord, soms zelfs ge-
moet hebben.
voeld kunnen worden. Tijdens het lezen en zoeken naar wat lichaamstaal
Soms is je houding en je aanwezigheid al genoeg
is, kwam ik ook een leuk verhaaltje tegen dat wil
om duidelijk te maken dat je aanwezig bent. Dit
ik jullie toch graag mee delen. Het geeft namelijk
klinkt raar, want je bent natuurlijk aanwezig als
duidelijk weer hoe duidelijk het lichaam spreekt.
je erg ens 'bent'
maar wat is aanwezig zijn? Je
kunt lichamelijk aanwezig zijn en het daarbij laten. Steeds vaker wordt er gebruik gemaakt van li-
Zonder verdere toevoeging van woorden ben je
chaamstaal. Mensen gaan inzien dat het ook een
dan aanwezig, maar door deze manier van aanwe-
belangrijke manier van communiceren is. Het is
zigheid maak je iets duidelijk. Om dit te verduide-
ook een zoektocht naar een relatief nieuwe ma-
lijken, een voorbeeld uit een gymzaal.
nier. Hiermee bedoel ik dat wij blijven zoeken naar het beste. Daarin worden aile aspecten van
Een leerling moet in steunzwaai komen vanaf de
het communiceren blootgelegd om te kijken waar
kast. Deze leerling kan deze activiteit goed en
nog wat geleerd kan worden. Daarin blijft de non-
heeft dit al eens laten zien, maar zit nu een beetje
verbale communicatie en in dit geval de lichaams-
te rommelen. Door zo te gaan staan in de zaal dat
taal niet achter. Dat lichaamstaal iets is dat meer
deze leerling door heeft dat jij hem ziet en hem
aangepakt wordt, blijkt wel uit mediatrainingen
positief aankijkt,
voor mensen die vaak een interview moeten ge-
met de aanwezigheid van je lichaam en je blik.
geef je deze leerling leerhulp
yen op televisie, maar ook omtrent de verkiezin-
Deze leerling wil presteren en voelt de aandacht
gen. Vrijwel elke belangrijke politic us laat zich
die jij geeft, waarmee je zegt; 'toe maar, laat maar
bijscholen in zijn vaardigheden om lichaamstaal
zien, ik ben wel benieuwd'. Ik ben wel van mening
te gebruiken. Het is vreselijk belangrijk in ver-
dat hierin mee genomen moet worden hoe de
je uitstraling, je
leerling in de activiteit staat. Het kan natuurlijk
charisma. Er zijn deskundigen op dit gebied, die
ook een vorm van faalangst oproepen om iets te
band met je geloofwaardigheid,
moeten doen onder de blik van een ander. Het
overdracht zegt veel over dat wat er blijft han-
komt neer op de deskundigheid en kennis van de
gen bij de leerling. Heel veel wordt gefilterd of
leerkracht over deze leerling. Aile handelingen
valt weg door ruis. Ruis kan bijvoorbeeld geluid
en lesgeefacties die toegepast worden binnen
of beelden van buiten zijn of het geklets van de
een les, vragen allemaal om een soort van inle-
leerlingen achter je. We willen natuurlijk in alles
ving- en inschattingsvermogen. Kortom, je moet
wat we onderwijzen dat er zo veel mogelijk over
de kinderen eerst kennen.
komt op de leerling. Dat is ons'vak en onze taak:
Lichaamstaal kan ook iets zijn waar iemand zich
woord. Hierin is het lichaam het instrument van
achter kan verschuilen, we noemen dit ook wel
de overdracht. Zowel de woorden die jij produ-
het overdragen van kennis in de brede zin van het
een masker. Je zet een ander gezicht op, juist om
ceert met je stembanden, alsook het beeld dat
niet je gevoel of je daadwerkelijke antwoord op
je er bij schetst.
een vraag te willen geven. Dit is als het ware een geavanceerde manier van toneelspelen en dit leren wij door onze jaren heen steeds beter. Een kind kan maar moeilijk liegen ('zijn neus verraadt dit'). Daarmee wordt bedoelt dat het lichaam verraadt wat er werkelijk aan de hand is. Naarmate we ouder worden krijgen we dit steeds beter onder de knie en kunnen we het zien als een manier om veilig gevoel te creeren om maar niet de waarheid aan het licht te stellen. In sommige gevallen is het zelfs een overlevingsstrategie.
Veel kijken en reflecteren. Niet naar de beweging zelf, dus hoe was de salta, waren de tenen wel uitgestrekt, maar juist wat doet de sprong en het compliment dat jij gaf, met het kind
We kennen waarschijnlijk allemaal wel een manier waarop we deze overlevingsstrategie toepassen
We leerden op de opleiding dat we activiteiten
en in welk situaties we dit vooral doen. Dit zijn
aan moeten bieden aan de hand van het plaatje,
vooral de situaties waarin mensen zich niet he-
praatje daadje systeem. Hiermee wordt bedoeld
lemaal veilig voelen om 'zichzelf' te kunnen zijn.
dat we eerst iets moeten laten zien, het voor-
Het fenomeen van een masker op zetten hoeft
beeldje, dan de uitleg erbij en dan mogen de
natuurlijk helemaal niet slecht te zijn, je kan en
kinderen aan de slag. Hieruit blijkt dat het beeld
hoeft je niet bij iedereen bloot te geven. Het is
voor het gesproken woord komt. Het is zo dat
hetzelfde als een leugentje om eigen bestwil.
kinderen erg visueel ingesteld zijn, vooral sinds
Maar wees je er wel bewust van dat je het doet
de komst van de televisie en computer. Het is
zander je zelf er in te verliezen. Welk gedrag je
bewezen dat de mensen die voor 1950 zijn ge-
ook vertoont of hoe jij je ook gedraagt, je blijft
boren, beter kunnen leren van een geschreven of
dezelfde persoon. Het maakt je persoonlijkheid
een gesproken tekst en dat de mensen onder die
niet anders. Voor sommige mensen geldt dat we
leeftijd beter leren van bewegende beelden.
in een toneelstuk zitten genaamd 'het leven'. We spelen zelf de hoofdrol op het to-
Doordat er sprake is van een zender en een ont-
neel, dat wij de wereld noemen. Hierin kun je ver-
vanger is er ook sprake van een interpretatie.
schillende rollen op je nemen. Wat speel je en wat
Hoe iets binnen komt of wat het met iemand
ben 'jezelf'? En wat is dat 'jezelf zijn'. Het ware
doet, heeft zowel te maken met de zender, als-
komt van binnen uit naar buiten toe en uit zich in
ook met de ontvanger. Een waarneming blijft een
de bewegingen die je maakt, dat kunnen grote
interpretatie er is geen sprake van een feit. 'Er
en kleine waarneembare kenmerken zijn en de ui-
bestaan geen brute feiten, omdat de wereld al-
tingen die je lichaam jou doen vertonen.
tijd al ge'lnterpreteerd is' . Hiermee bedoel ik dat alles al waargenomen is, maar nooit op dezelfde
Voor onderwijs geldt natuurlijk een overdracht
manier. leder mens is hierin weer anders ook al
van kennis, van de leerkracht op de leerling. Er
zijn er grate raakvlakken.
komt daarbij nog eens veel informatie weer terug van de leerling naar de leerkracht. Informa-
Binnen de toneelervaring, die ik heb opgedaan
tie, over hoe de leerling tegenover de te leren
kregen we veel te maken met het uitspelen van
stof staat, hoe hij zich voelt en natuurlijk of hij
rollen met hoge en lage status. We hebben veel
het wel begrijpt wat jij onderwijst. De manier van
opdrachten
gedaan, waarbij we niet mochten
spreken. We moesten dus onze status duidelijk maken aan de hand van onze houding, maar ook aan de hand van de plaats die we kiezen ..Waar ga je zitten als je vindt dat je heel wat bent? Welke plek neem je als je liever onzichtbaar was geweest? Lichaamstaal is een relationeel verschijnsel net zoals wij het bewegen als 'totaal' zien. Lichaamstaal is niet
105
te zien is van de context.
De context zegt iets over de waarneming die je doet na aanleiding van het lichaam en andersom. Met een beweging of indruk weet je nog niet wat
volgens vroeg ik persoon B hoe hij het vond om
iemand bedoelt of uitstraalt. Je zou dit kunnen
zo te zitten en wat hij er van vond wat persoon A
vergelijken met een woord. Pas als je de bewe-
erover zei, klopte dit? Ondertussen kwam er wel
ging of het uiterlijke vertoon in het geheel bekijkt,
een discussie op gang en iedereen vertelde hoe
dus in relatie tot de context en de andere gedra-
hij of zij het vond om op deze manier te zitten en
gingen, kun je tot een invulling van komen van
wat we van elkaar konden lezen. Zo zijn we ieder-
wat het totaalbeeld zou kunnen beteken en kun
een langs gegaan en hebben we verteld wat de
je verklaren wat de waarneembare kenmerken
houding van de desbetreffende
voor jou zeggen.
deed, hoe het op ens overkwam en waar dit door
persoon met ens
kwam. ledereen ging overigens wel verzitten. Ik vond dit een geweldige les, gelukkig nam de
Er Iiggen zoveel mogelijkheden en kansen in het onder de knie krijgen van lichaamstaal die we in mijn ogen nu nog te veel laten liggen.
docent het over en ging op dit onderwerp door. Ik denk dat ik toen ook meer ben gaan kijken naar wat mensen uitstralen en wat het met mij doet, hoe het op mij over komt en wat het maakt dat het zo overkomt. Mijn klasgenoten hebben, denk ik, wel gemerkt dat daar mijn interesse lag, want ik heb ze er vaker op bevraagd. Bijvoorbeeld bij het geven van een les aan elkaar. Wij moesten
Taal in de zaal
deze les beoordelen en het ging vooral om de
Je kan heel wat van je lichaamstaal wegstoppen
inhoud van de activiteit.
door ergens achter te verschuilen. Binnen lessen
de lesgevers stelde was: 'weet je wat je uitstraalt
in een leslokaal of in een gesprek op kantoor kan
met je handen in je zakken?'
De enige vraag die ik
dit heel goed achter een bureau of tafel. Ik heb zelf een keer het initiatief genomen bin-
Het verstoppen van je Iichaamstaal is iets dat niet
nen mijn klas om deze manier van verstoppen van
kan binnen het bewegingsonderwijs,
je lichaamstaal te testen. Het was binnen een les
is lastig. Je hebt de kinderen niet altijd alleen voor
waarin de eigen ontwikkeling centraal stond. We
je. Ze kunnen je lichaam als het ware rondom le-
bespraken de stages,
zen. Je kunt er wel voor kiezen om achter een kast
maar dan vooral hoe wij
daar in staan en hoe de ontwikkeling
en groei
althans het
te gaan staan, maar de kinderen in de zaal staan
gaat. Deze lessen deden we vaak in groepjes of
ook niet stil. .Dit is iets waar we ens zeker bewust
in een kring, maar we zaten wel altijd achter onze
van moeten zijn. Het kan ens kwetsbaar maken.
eigen tafel. Ik kwam deze bewuste les vrij vroeg
Ais je deze kwetsbaarheid inzet kan dat positieve
in het lokaal en vroeg de docent permissie wat te
gevolgen hebben, voor jezelf maar vooral ook
schuiven met de tafels en of ik wat uit mocht tes- • voor de leerling. Ais je er juist onzeker van wordt ten. Hij liet mij ge.lukkig mijn gang gaan. In plaats
dat je aan aile kanten bekeken en 'gelezen' wordt
van een kring met tafels maakte ik een kring met
kan het wel eens in je nadeel gaan werken. Door
alleen maar stoelen. Mijn medestudenten
je onzekerheid ga je dingen uitstralen, die je hele-
kwa-
men binnen en zochten allemaal een plekje. Het
maal niet wil zeggen en de leerlingen zouden wel
bleef even stil en ze keken de docent vragend
eens iets kunnen gaan doen wat jij bijvoorbeeld
aan, waarop hij zijn schouders ophaalde om aan
helemaal niet van ze gevraagd hebt.
te geven dat hij er niets mee te maken had. Ik be-
Kortom jouw gedrag en houding be'I'nvloedt het
gon vragen te stellen aan persoon A hoe hij vond
gedrag en de houding van de leerling heel sterk,
dat persoon B erbij zat, wat hij uitstraalde. Ver-
misschien wel meer dan wij denken.
authentieker komt jouw gedrag over op bijvoorbeeld leerlingen. Zij weten dan wat er precies verwacht wordt van hen en wat zij van jou kun-
Spreken Met spreken bedoel ik het uiten van je eigen
nen verwachten. Ze lezen aan je lichaam af wat je
gevoel en het uiterlijke vertoon dat je hebt door
daadwerkelijk denkt of voelt. Uiteraard gaat dit
middel van je lichaam.
niet zo zwart wit als het hier staat, maar het is
Je zou toch zeggen dat alles te leren is als je maar
toch een groot deel van de communicatie.
goed oefent. Dat is ook zeker zo en ook hier is dat_ wel het geval. Het is echter wel zo dat lichaams-
'Alles wat we doen en ervaren draait om het ge-
taal van binnenuit moet komen. Het is dan wel
voel dat we hebben'
een uiterlijke vertoning, maar het zegt iets over dat binnen in speelt. Op het moment dat jij voor
Het spreken van lichaamstaal begint al bij je kle-
een klas staat en jij krijgt te horen dat je zekerder
ding. Dit is wel hetgeen waar ik het minst over wil
over moet komen dan kun je dit niet alleen over
vertellen omdat het mij juist gaat om welke bewe-
brengen door zeker te gaan staan, bijvoorbeeld
gingen en ~itingen je doet. Maar het is toch iets
door je rug te rechten en op die manier zeker over
wat je wat mee kunt. Je verschijning roept met-
te komen. De zin zegt het ai, je komt misschien
een wat op bij mensen. De eerste indruk is al heel
zekerder over, maar bent het helemaal niet. Zeker
snel gemaakt en heel belangrijk voor mensen.
zijn komt van binnenuit. Het gedrag, dat wat je
In het onderwijs is het extra belangrijk om je eigen
met je lichaam uitstraalt, is een weergave van wat
lichaamstaal goed onder controle te hebben en er
je van binnen voelt. Daarbij vind ik wel dat het
in ieder geval bewust mee bezig te zijn. Dit omdat
een goed begin is, want het kan natuurlijk ook
kinderen, vooral de jongste
de andere kant op werken, door zekerheid uit te
lichamen van mensen. Aileen al omdat ze de ver-
veel aflezen aan de
stralen voordat je het voelt, ga jij je misschien ook
bale taal. nog niet altijd helemaal goed begrijpen.
wel zekerder voelen en zo versterkt de houding
Dit geldt ook voor kinderen die al ouder zijn maar
het gevoel en komt het uit eindelijk toch van bin-
verbaal en communicatief niet zo vaardig zijn. Te
nenuit. Het een versterkt duidelijk het ander.
den ken valt hierbij aan kinderen met een leerach-
Het is ook wederzijds te be·invloeden. Daarmee
terstand binnen het speciaal onderwijs.
bedoel ik dat dingen van buiten ook naar binnen kunnen komen om het vervolgens weer uit te
'In het begin van ons leven moeten we het louter
kunnen stralen.
van lichaamssignalen hebben, het is in het belang van baby's als ouders erin slagen de tekens goed
Bij het oefenen van het uiten van je gevoel aan
te interpreteren,
de hand van lichaamstaal, moet je wel altijd blij-
soorten huilgeluiden. Daarvoor moeten ze onder
yen toetsen of je wel jezelf blijft. Straal je nog wel
andere letten op de heIe situatie voor en tijdens
bijvoorbeeld
de verschillende
steeds uit wat je wilt uitstralen? Net zoals bij het
het huilen en andere signalen zoals bijvoorbeeld
spiegel en neem je soms gedragingen over van
bepaalde bewegingen. Die twee dingen (context
mensen om je heen. Daar kun je veel van leren,
en andere signalen) blijven bij lichaamstaal altijd
maar je moet je soms wel afvragen of je ding'en
van het grootste belang'.
doet omdat de groep waar van je uitmaakt dit doet of omdat jij dat wilt. Dit geldt net zo bij lichaamstaal.
Je hoort vaak dat het verkeerd is om lichaamstaal
Het zou mooi zijn om dit te kunnen oefenen in
dat je, je eigen persoonlijkheid en wat je wilt dui-
te leren, het zou tegen je eigen persoonlijkheid in gaan. Ik ben het hier niet mee eens. Ik denk juist
een groep waar veiligheid heerst. Hiermee mee
delijk leert te maken aan de hand van lichaams-
bedoel ik dat je aangesproken durft te worden
taal. Je leert het dus juist op elkaar afstemmen.
op wat je uitstraalt met welke houding en daarbij
Kortom, veel uitproberen en testen hoe je over-
te kunnen verwoorden waar deze houding van-
komt bij welke houdingen en wat dat met jezelf
daan komt, welk gevoel erbij hoort.
doet door middel van zelfreflectie, kan heel veel
Jouw hou-
ding moet als het ware ter discussie gesteld kun-
bewustwording opleveren. Zover over het leren
nen worden. Dramalessen zouden hier heel goed
spreken.
bij kunnen helpen. Door het spelen van typetjes en rolletjes krijgen verschillende gevoelens en
Gedurende deze scriptie spreek ik vaak over li-
gedachten een houding en een lichamelijke ui-
chaamstaal en dat wat je daarmee uitstraalt van
ting. Hoe beter je dit onder de knie krijgt, des te
binnen naar buiten moet komen. Zo ook weer in
dit hoofdstuk.
Dit ziet er uit als een soort van
dualisme. Ais het ware scheid ik de binnen- en buitenkant van een persoon in een binnen- en een buitenkant. Dit terwijl
het allebei dezelfde
persoon is met een en dezelfde persoonlijkheid. Toch ben ik van mening dat sommige gevoelens tot aan je huid kunnen komen. Je voelt het wel van binnen, maar het komt er niet uit. Dus de omgeving om je heen zal niet te zien krijgen wat je echt voelt. Je huid is als het ware een schild, dat dingen van binnen naar buiten tegen kan houden, maar ook andersom, dingen die van buiten ko-
Spiegelen
men kun je tegenhouden.
Je bent in vergadering en luistert aandachtig naar de persoon die aan het woord is. Zonder dat je er erg in hebt, neem je dezelfde zithouding aan als de persoon die aan het woord is. Of misschien ben je wel hetzelfde gaan zitten als die collega waar je zo tegenop kijkt; je zou wel zo ambitieus willen zijn als deze collega. Dit geeft een soort van waardering. De actieve houding en het af en toe knikken op het moment dat de spreker dat ook doet, kan op de spreker overkomen dat er geluisterd wordt. Ik noemde al eerder, dat kinderen jouw gedrag spiegelen. Zowel in houding als in de sfeer die neergezet wordt. Wat binnen een vergadering
Lezen Wat minstens net zo belangrijk is, is het leren le-
kan gebeuren, kan ook duidelijk plaatsvinden in
zen van lichaamstaal van anderen; in dit geval van
je eigen gymzaal. Jouw houding voor de groep,
de kinderen in de gymzaal. We hebben het hier
geeft voor de kinderen onbewust aan hoe en wat
over bewegende kinderen dus er zit veel actie
er van ze verwacht wordt. Dit vraagt dus om dui-
in waar je naar moet kijken. Dit is zeker wel te
delijkheid; duidelijkheid in wat je spreekt met je
leren, vooral door veel te doen en aan de leerlin-
lichaam. De meeste kinderen kijken tegen je op
gen vragen wat ze dachten bij bijvoorbeeld
en je bent voor sommigen ook een voorbeetd.
het
maken van een saito. Dit oefenen op leerlingen
Het werkt ook de andere kant op. Ais leraar neem
kan natuurlijk het beste met leerlingen die hierin
je ook veel over van een klas. Daarmee bedoel ik
heel open en oprecht zijn. Veel kijken en reflecte-
dat als je een 'vervelende' klas hebt, jezelf ook
ren. Niet naar de beweging zelf, dus hoe was de
minder prettig gaat voelen als je voor deze klas
saito, waren de tenen wel uitgestrekt, maar juist
staat. Vervolgens be'invloedt dit natuurlijk weer
wat doet de sprong en het compliment dat jij gaf,
die 'vervelende' klas.
met het kind? Juist door op dit niveau te kijken naar de bewegingen van kinderen, kunnen we
, Ais we ons gedrag en daarmee onze resultaten
beter leerhulp op maat geven. Je weet wie wat
willen veranderen, gewoon omdat we hiermee
nodig heeft en op welke manier de leerling dit
niet tevreden zijn, dan dienen we de oorzaken
het beste kan ontvangen.
van dit gedrag aan te pakken. We kunnen zowel de gemoedstoestand,
de fysiologie, alsook de
Ais je dit kind bevraagt op hoe hij/zij vond dat de
innerlijke representatie als aangrijpingspunt
sprong ging, kijk dan eens wat het met de han-
men'.
ne-
den doet, kijk naa"rde ogen en probeer te achterhalen of het lichaam niet tegenspreekt
met wat
Dit laatste heb ik genoteerd, omdat het voor mij
deze leerling zegt.
aangeeft, dat als je iets wilt veranderen in jouw
Ook hier geldt weer veel doen en veel observe-
gedrag of dat van een ander je eerst bij jezelf
ren. In het hoofdstuk 'opdrachtjes' staan een aan-
moet gaan zoeken waar het vandaan
tal oefeningen, die je kunt doen om bewuster te
komt. Richt jij je bijvoorbeeld, bij die eerder ge-
worden van je eigen lichaamstaal.
noemde 'Iastige' klas, steeds op de vervelende eigenschappen of zie je ook de prettige
eigen-
schappen van de klas of van de leerlingen afzonderlijk? Het spiegelen is iets waar je net zoals het hele lichaamstaal op een bewuste manier mee om kunt gaan. De sfeer, die in een klas heerst is een weerspiegeling van jouw gedrag en houding. Kortom - 'Lichaamstaal is veel universeler dan de 'gesproken taal'. Dit geeft al aan dat het een authentieke taal is; het heeft een grote reikwijdte over de hele wereld. - 'Het ware komt van binnenuit naar buiten toe en richt zich in de bewegingen die je maakt. Dat kunnen grote en kleine waarneembare kenmerken zijn en de uitingen die je lichaam jou doen vertonen.' Willen we niet het ware overbrengen op kinderen, de kennis die we hebben. Deze kennis is geen leugen.-'We willen natuurlijk in alles
onwillekeurigheid
wat we onderwijzen, dat er zo veel mogelijk over
bale communicatie, zou dit onderwerp veel meer
komt op de leerling. Dat is ons yak en dat is onze
onderzoek moeten krijgen. Dit om te kijken waar
taak; het overdragen van kennis in de brede zin
de waarheid ligt als het gaat om het leren van
van lichaamstaal en non-ver-
van het woord. Hierin is het lichaam het instru-
lichaamstaal en of er daadwerkelijk be·invloeding
ment van de overdracht. Zowel de woorden die
bestaat. Doordat er in de literatuur, die ik gelezen
jij produceert met je stembanden, maar ook het
heb er op verschillende manieren gekeken wordt
beeld dat je hierbij schetst. Ook de toon waarop
naar het leren en be·invloeden van lichaamstaal
woorden worden uitgesproken, ondersteunt de
lijkt het elkaar tegen te spreken. Vooral doordat
overdracht .' Hoe meer er blijft hangen bij kinde-
ik verschillende bronnen heb gebruikt. Nogmaals,
ren des te beter.
ik heb aile bronnen gebruikt ter ondersteuning
- 'Maar juist wat doet de sprong met het kind,
van mijn eigen visie en mening die ik gedurende
hoe loopt het terug. Juist door op dit niveau te
het lezen heb ontwikkeld op lichaamstaal en voor
kijken naar de bewegingen van kinderen kunnen
een deel op non-verbale communicatie.
we beter leerhulp op maat geven. Je weet wie wat nodig heeft en op welke manier de leerling dit het beste kan ontvangen.' Leerhulp op maat zorgt voor het kunnen toepassen van tips op het bewegen van het kind. Leerhulp wordt op maat als je weet wat een kind nodig heeft. Het is zo dat je met je lichaam uitstraalt wat je van binnen voelt. Dit is authentiek en je kunt dat eigenlijk niet veranderen. Toch denk ik dat er meer zaken zijn die dit kunnen be·invloeden. Door de verschillende
be·invloedingen kan lichaams-
taal wel zeker geleerd worden. Dit laatste ben ik vooral zelf van overtuig. Hierin ben ik be·invloed door wat ik gelezen heb. Er is in mijn ogen sprake van een wederzijdse be·invloeding van wat je van binnen voelt en wat je van buiten uitstraalt. Ais je daar bewust mee omgaat en op jezelf terugkijkt is dit zeker wel te verbeteren. Ik ben me er wel van bewust dat dit een punt is dat ter discussie gesteld kan worden. Gezien het feit, dat er verschillende visies en meningen bestaan op het gebied van de willekeurigheid tegenover de
Een lessenreeks voor brugklasgroepen
Bruggenbouwen: Badminton
Een groep VO-docenten is bezig met het samenstellen van bewegingsonderwijslessen die vooral geschikt zijn voor de brugklas. In het tijdschrift zal geregeld allerlei activiteitsbeschrijvingen geplaatst worden. Vier activiteiten vormen samen een les, maar de activiteiten kunnen natuurlijk ook in een andere lessamenstelling gebruikt worden.
Marieke Beuving, Joris Houben, Chris Hazelebach, Annemarie Hop, Gerard Top, Mijke Verkamman
Organisatie: 8 leerlingen, 4 tweetallen Arrangement:
Het bijzondere van deze lessenreeks is dat gezocht is naar een aansluiting met het basisonderwijs (en minder naar een aansluiting met het bovenbouwlessenplan). Welke activiteiten vinden kinderen in groep 8 leuk om te doen en hoe kunnen we die activiteiten in een VO-jasje stoppen, zodat het toch wat anders lijkt. We hopen met deze lessenreeks op de volgende leerwinst: - aile kinderen kunnen direct op eigen niveau deelnemen (alles lukt) kinderen leren op een speelse wijze (in een nieuwe groep) met elkaar samen te werken. - Kinderen kunnen bij deze eenvoudige activiteiten leren om aanpassingen te maken op eigen niveau. - De docent krijgt de gelegenheid om de kinderen te observeren tijdens activiteiten die niet nieuw voor ze zijn.
• 4 veldjes van 3 meter bij 6 meter
->
Totaal
ruim 1/3 zaal • 8 rackets • 4 shuttles • 2 korfbalpalen • 1 toversnoer als net (nethoogte hoog 1.70m)
+ Lintjes (om het snoer ter verduidelijking) • 3 kleine badmintonpaaltjes
(afscheiding van
de velden) • 1 bord met krijt of papier met pen • 1 stopwatch om de tijd bij te houden • 8 leerlingen
->
op elk veldje speelt 1 tweetal
Opdracht: Probeer de shuttle zo vaak mogelijk over en weer te spelen. Regels: • De shuttle wordt onderhands geserveerd. • Tel het aantal keren dat je achter elkaar over het net kunt spelen. • Ais de shuttle de grond raakt dan opnieuw beginnen met tellen.
We hopen met deze lessenreeks het bewegingsonderwijs in het eerste half jaar van de brugklas tot een feestje te maken!
Wisselrege/s: Na twee minuten doordraaien. De kinderen aan de kant van de muur schuiven een plekje door naar rechts. Sta je in het laatste veldje en kun je
niet naar rechts
sluit je vooraan
aan (links).
Bij elke wissel even de hoogste
1 heeft
score noteren
op
het bord/papier.
lang spelen. netjes
Loopt
het? tips is
terugspelen.
Partijtje
Dan kan er ook met minder
veldjes
gespeeld
worden.
sparren
gespeeld
zijn er 4 spelers,
tijdwaarnemer
en 1 noteert
Bij 3 veldjes - Dan werken
Leeft
zijn die telt.
herhalen.
- Dan scheidsrechter Ais ze steeds
komen
niet
afzetten.
vaker
dan
10 keer
over
Racket met korte steel medespeler
met elkaar
- Wie speelt
het meest
over in een minuut?
- Wie speelt
het snelst
SOx over?
tegen
elkaar
spelen
grootte
--->
Minder
goed
kun je differentieren
Goede
speier
speier
Badminton
rond het net. Dat is hetzelfde
de bekende
rond de tafel bij tafeltennis. --->
mikken
in hoepels
naar aangespeelde
Zonder
Zittend
badmintonnen
Spelen
met tweetallen
speier
aan
een
betere
speier
verplicht
Ais een
kind een
shuttle
niet goed
in het
mid-
Aanwijzing:
probeer
de shuttle
voor je hoofd/
ogen te raken. Probeer
eerst
Probeer
rustig te slaan.
snel achter
Ais een kind steeds Ingehouden
shuttle
te hard/strak
te komen.
terug
slaat
slaan
- Net hoger - Met een hoge Ais de opslag
boog
spelen.
mislukt
Dan bovenhands
serveren
of de shuttle
op-
gooien. Lukt het beter?
(Ieert't)
tips
Ais er 20 keer over het net wordt der dat de shuttle - Dan moet spelen
op de grond
't tweetal
(verder
eindeloos
twee
volspelen
- Dan alleen
zon-
vanachter
een lijn gaan
uit elkaar).
Ais tweetallen minuten
gespeeld valt
kunnen
onderhands
overspelen/de
of alleen
bovenhands
spelen. Ais tweetallen
nog
steeds
overspelen - Dan overgaan
op sparren:
eindeloos
kunnen
hebben
Badmintonnen
(van zelf op-
shuttle tegen
om en om moet
Evt. er aan toevoegen lijn moet
den raakt
als
spelen
gooien
koppelen.
veld.
op een klein veld, zodat
deze zich niet hoeft te verplaatsen.
Smashen
lijntje spelen
in de veld-
op een groot
Lijntje hoger Een mindere
etc.
het? tips
Wedstrijdjes
Alternatieve
shuttle
Andere
of lang
met opdrachten:
Bij wedstrijdjes
spelen
Tragere
kort
Dit kan in toernooivorm
Lukt het bijna? tips Ais de leerlingen
alleen
mag worden.
Wedstrijdjes
invoeren.
in het veld van de ander
- Dan het veld met pionnen
waarbij
dat er haalworden.
kort - kort - lang - lang - kort -kort
met de telling
- Dan regels
Benadrukken moeten
kort en
hem steeds
en 2 tellers.
met een scheidsrechter
Ais ze sjoemelen
moet
kort - lang
tellers,
de scores.
zijn er 6 spelers
Ais er 7 leerlingen
twee
is de ontvan-
mag de shuttle
gespeeld
Dan spelen
Bij 2 veldjes
en de ander
De ontvanger
bare shuttles
Ais er ruimtegebrek
kunnen
het initiatief
ger. De initiatiefnemer
smashen)
elkaar.
worden
dat je eerst
Waarbij gespeeld.
de achter-
aangeraakt. met de verkeerde
hand.
Sportcommissie???
Dit schooljaar is er op het Gymnasium Celeanum te Zwolle een sportcommissie opgezet. Dit artikel beschrijft hoe je een sportcommissie kunt opzetten, wat een sportcommissie kan doen en hoe de leerlingen hun deelname in een sportcommlssle ervaren.
Uiteindelijk
Doen!
hebben zich meer leerlingen opge-
geven dan er plek was. Voor ons hartstikke mooi want nu konden we de beste leerlingen eruit halen. Leerlingen moesten van ons een sollicitatiebrief met sport CV maken en kregen naar aanleiding hiervan een sollicitatiegesprekje.
Charlotte Hazewinkel, Xander Hut, Gerard Top
Het is mooi om leerlingen zoveel mogelijk verant-
& Luuk Oudshoorn
woordelijkheid te geven. Fluiten, het bijhouden van de standen en het omroepen van de wedstrij-
Hoe kun je een sportcommissie opzetten?
den kun je prima uitbesteden.
Vorig schooljaar kwamen wij als gymsectie op het idee om een sportcommissie te starten. Belang-
Wat kan een sportcommissie
rijkste reden hiervoor was dat we leerlingen meer
Een sportcommissie kan meerdere taken vervul-
doen?
inspraak wilden geven in wat er op school aan
len. Zo kan een sportcommissie:
sportieve activiteiten georganiseerd wordt.
• Ondersteunen bij sportdagen
Toen eenmaal het besluit genomen was om een
• Medeleerlingen enthousiasmeren voor spor-
sportcommissie op te zetten hebben we het gehad over de vraag wie er in de sportcommissie
tieve activiteiten • Sportieve activiteiten organiseren(zwem -en/
moesten deelnemen. Wij hebben gekozen voor
of schaatsdag, dagje Winterberg enz.).
twee leerlingen per jaarlaag. Daarnaast zit de ge-
Opkomen voor de belangen van de eigen jaarlaag
hele gymsectie in de sportcommissie.
• De meest sportieve collega verkiezen Wij wilden leerlingen die:
• Feedback geven
• enthousiast voor bewegen zijn en dit ook uitstralen
Positieve effecten voor de school
leidinggevende capaciteiten hebben
Wij zijn erg enthousiast over de sportcommissie. Doordat wij nu een sportcommissie hebben
• goed kunnen organiseren
kunnen wij meer sportactiviteiten
organiseren.
Leerlingen uit klas 2 t/m 5 konden zich opge-
Bovendien merk je veel meer betrokkenheid bij
yen bij de gymsectie. Op het prikbord
van de
leerlingen.
gymsectie hadden we wat informatie
over de
De school is enthousiast omdat het een mooi
sportcommissie hangen. We hebben dit bewust
visitekaartje naar buiten toe is. Door onze felge-
een beetje vaag gehouden omdat het voor ons
kleurde polo's vallen wij op bij bijvoorbeeld een
ook nieuw was en wij zelf ook niet precies wis-
opendag. Daarnaast is er minder lesuitval. Elke
ten wat de sportcommissie allemaal zou kunnen
school heeft te maken met de 1040 urennorm.
oppakken.
Veel scholen laten Lo2 leerlingen begeleiden bij
sportdagen, wij laten leerlingen uit de sportcom-
We zijn ook gaan schaatsen en zwemmen. Dit
missie assisteren.
deden wij bij de Scheg in Deventer waar wij met
Hieronder de ervaringen van
teit voor alleen de bovenbouw die dan konden
de leerlingen zelf:
kiezen of ze wilden schaatsen of zwemmen. Zelf
Mijn naam is Xander Hut en ik zit in de sportcom-
ben ik gaan schaatsen. Het schaatsen zelf yond
drie bussen naar toe gingen. Het was een activi-
missie van het Gymnasium Celeanum. Dit is het
ik erg leuk om te doen. Ik had het ook nog nooit
eerste jaar dat er een sportcommissie bij ons op
eerder gedaan, maar gelukkig waren er mensen
school is. Ik had me dan ook direct aangemeld. Ik
zo vriendelijk om te helpen, zodat ik toch redelijk
wilde graag in de sportcommissie omdat ik altijd
vooruit kwam zonder al te veel te vallen. Op de
al in een commissie of iets dergelijks wilde. De
schaatsbaan waren er twee delen, een deel aan
leerlingenraad of de Elma (onze schoolkrant) le-
de buitenkant waar je ronden kon schaatsen en
ken mij niet echt wat. Toen ik hoorde dat er een
een deel in het midden om het te leren.
sportcommissie kwam dacht ik direct: 'Dat is het,
Na de activiteiten vergaderen wij altijd om even
daar ik wil in!' Dit omdat ik zelf erg van sport houd en het ook leuk vind om sportactiviteiten
te
orga niseren/pla nnen. Dit jaar hebben we al een aantal activiteiten gehad, zoals sportdagen en een dag zwemmen en
schaatsen
in
de
Scheg in Deventer. De
sportdagen
hiel-
den wij in een sporthal, omdat
die. wat
groter is dan de zaal die wij in onze school ter
beschikking
ben. Zo konden
hebwe
met een hele jaarlaag tegelijk sporten. Onze taak was om zoveel mogelijk te assisteren.
De sportcommissie heeft geassisteerd bij het organiseren van de Nationale 5portweek. Op de foto een workshop capoeira.
te overleggen wat wij ervan vonden en om te kij-
2de en de 3de klas, het was heelleuk om de wed-
ken wat er voortaan anders zou kunnen. Verder
strijdjes van andere leerlingen te begeleiden en
vergaderen we meestal zo'n een tot twee keer
natuurlijk zo nodig mee te spelen! Eind maart
per maand. Hierbij notuleert dan iemand wat de
hebben we ook nog de 'Celeanum-sportweek'
taken zijn van iedereen en dit wordt later dan
gehad; als sportcommissie hebben we toen de
doorgestuurd naar ons allen zodat niemand ver-
sportiefste docent gekozen, en in de pauzes wa-
geet wat hijlzij moet doen.
ren er activiteiten
Eind van het jaar organiseer ik een uitje voor de
monstratie taekwondo en een circusvoorstelling
sportcommissie. Het lijkt me leuk om te gaan
georganiseerd.
als bewegen op muziek, de-
paintballen en daarna samen iets te eten. Oat
Ik hoop dat we in de toekomst meerder 'dagjes-
wordt een leuke afsluiting van het jaar!
weg' kunnen organiseren, naar bijvoorbeeld een skihal, klimpark of met een klas zeilen of surfen.
Mijn naam is Charlotte. Ik ben 15 jaar en zit voor
Ook zou het leuk zijn, dat wanneer meerdere
de 4de klas in onze sportcommissie. Ik ben hier
scholen in de omgeving
ingegaan omdat sport voor mij erg belangrijk is,
hebben, we iets met z'n allen zouden kunnen or-
een sportcommissie
en er dus graag andere mensen ook enthousiast
ganiseren. lets anders wat ik leuk zou vinden om
voor wil maken. Het is superleuk dat we op deze
te organiseren is een korte cursus in een sport
manier er de kans voor krijgen en ook mee kun-
op een aantal vrijdagmiddagen
nen denken over hoe
de jaarlagen. Zo kan
onze school nag spor-
iedereen
tiever kan worden.
uitproberen,
Een van de eerste din-
er eerst
gen die we georgani-
ven!
een
sport zonder
op te hoe-
seerd hebben was de schaatslzwemdag
in
Mijn
naam
is
Luuk
Oeventer voor de bo-
Oudshoorn, ik ben 17
venbouw. Oat was erg
jaar en ik zit in de vijf-
gezellig en iedereen
de klas van het Gym-
was daar erg positief
nasium Celeanum. Op
over!
mijn school heeft de
Ais
sportcom-
missie leden zijn we
sportsectie
ook
ingezet
sportdagen
bij
de
een
van
de
opgericht.
dit
jaar
sportcommissie Toen
ik
voor verschillen-
hiervan hoorde, heb ik me opgegeven, omdat ik sporten een geweldig leuke bezigheid vind en hierin ook iets voor anderen wil betekenen. De sportcommissie is hiervoor het perfecte orgaan. We regelen op het moment vrijwel aile sportieve activiteiten. Ais sportcommissie vergaderen we regelmatig. Tijdens deze vergaderingen bespreken we onder andere activiteiten die geweest zijn, wat hierbij goed is gegaan en wat beter kan. Ook kijken we vooruit en plannen we de volgende activiteiten. Hierbij worden vaak de taken onderverdeeld
ZQ-
dat ieder zijn eigen stukje kan afhandelen. Dit werkt erg prettig en alles gaat hierdoor stukken sneller. Omdat onze school zeer sportactief
is, zijn er
altijd genoeg leerlingen enthousiast voor elke sportactiviteit.
We hebben dan ook al een rede-
lijk aantal activiteiten
georganiseerd met groot
succes. We zijn begonnen met het assisteren bij de sportdagen. Begin maart kwam voor ons de echte vuurdoop. We zijn toen met de bovenbouw van onze school (+/- 200 leerlingen) met bussen naar Deventer gegaan om hier te schaatsen of te zwemmen. De middag was zeer geslaagd en slechts een enkele leerling is niet mee geweest. Ook hebben we onlangs de Nationale Sportweek gehad. Elke avond was er een activiteit te doen, en in de middagpauze waren er demonstraties. Op de avonden hadden we onder andere drie dans-workouts: rock&roll, streetdance en salsa. Het programma was erg geslaagd, de gymzaal was elke avond goed gevuld en we hebben veel positieve reacties gehad. Uiteraard is de sportcommissie ook gewoon een gezellige groep mensen, die samen de passie sport delen. Daarom is het ook voornamelijk gewoon leuk om bij de sportcommissie te zitten en hierdoor kan je heel goed je eigen enthousiasme en plezier bij sport overbrengen op anderen, iets wat ik erg belangrijk vind.
Een artlkel n
r
'Bewegln
Beleving in de gymles; Spelen, sporten, sparren
In deze tekst wordt verder gezocht naar een kader om "het belevingsaspect" van de deelnemer in de gymles in beeld te krijgen. In de afgelopen 40 jaar zijn voor het bewegingsonderwijs al verschillende pogingen gewaagd, bijvoorbeeld de modaliteiten van Gordijn, de zinsamenhangen van de werkgroep en dit jaar de modaliteiten van Fellinger (2008). Deze zoektocht naar "belevingsaspecten" wordt in deze tekst verbonden met het didactisch kader "Iolule" (Ioopt't, lukt't en leeft't, zie Berkel, 2005), zodat het belevingsperspectief verbonden blijft met het uitvoeringsperspectief (Iukt't) en het functioneringsperspectief (Ioopt't). Voor de studiedag "Bewegingsonderwijs in het speellokaal" is getracht om de eerder ontwikkelde inzichten te vertalen naar een begrippenkader die mogelijk voor kleuterleidsters begrijpbaar is. Dit artikel eindigt dan ook met een voorstel om in het bewegingsonderwijs het belevingsperspectief van jonge kinderen (4 tot 12 jaar) te onderzoeken vanuit drie globale begrippen, namelijk spelen, sporten en sparren. Deze drie begrippen verwijzen naar drie verschillende houdingen/intenties die medebepalend zijn voor de beleving van een activiteit. Wat een kind werkelijk beleeft, valt echter nauwelijks te etiketteren of te vangen in een kader, daarvoor blijft het noodzakelijk om in gesprek met een kind te blijven om te achterhalen wat hem of haar boeit in de activiteit.
Didactisch
landschap met de drie torens.
De gymles willen we zien als een ontdekkingsreis door een bewegingsomgeving van een leerkracht met een groep kinderen. Tijdens de reis ontstaan er voortgangsproblemen
en heeft de leerkracht
inzicht nodig over mogelijke vervolgen. Daarvoor kan de leerkracht gebruik maken van de uitzichten op de drie torens die in het landschap staan. Op de "Ioopt't-toren"
van "het organiseren van
de les" vind je andere oplossingen dan op de lukt't-toren
van het "optimaliseren
van de acti-
viteit". Op deze laatste toren zie je aile methodische principes liggen, terwijl je op de loopt'ttoren mogelijkheden ziet hoe kinderen kunnen meewerken met de organisatie. De derde toren in het landschap, de leeft't-toren, wordt in het onderwijs heel belangrijk gevonden maar is nog niet zo goed ontwikkeld
als de an-
dere torens. Het uitzicht vanaf deze toren willen we met dit artikel beter in kaart brengen. De metafoor van de drie torens in het bewegingslandschap heeft als kracht dat elk uitzicht vanaf een bepaalde toren een ander perspectief oplevert en dat het onmogelijk is om vanaf
een to-
ren de werkelijkheid te overzien. Voor dit artikel betekent dit, dat we de individuele beleving onderzoeken als aspect van een gymles, waarin het gezamenlijk uitvoeren van bewegingsactiviteiten mede bepalend is. Een praktijk
kijkje.
Elke lesgever hoopt dat de kinderen het naar hun zin hebben in de les. Gelukkig hebben de meeste kinderen ook zin in de gymles, hebben ze vaak plezier, genieten ze van de spanning, zijn ze betrokken iets nieuws aan het leren. Ais de activiteit lukt dan is er vaak sprake van geluk bij het kind. Een blik van begrip tussen leerkracht en
kind maakt zo'n geluksmoment nog groter. Het uitspreken of schreeuwen van de kickbeleving maakt het nog krachtiger en als de docent dat dan ook nog eens bevestigt met woorden, dan is het een toples. Maar als de activiteit niet lukt, of het lukt wel maar het kind wordt er niet gelukkig van en blijft het een saaie domme activiteit vinden?? Wanneer we aan willen sluiten bij de beleving van de kinderen, dan hopen we toch dat de kinderen de door ens aangeboden activiteiten
graag wil-
len doen? Betekent dit dat we altijd moeten doen wat de kinderen zelf willen, is dat optimaal vraaggestuurd onderwijs? (Is "ieder wijs" ook gericht op "samen wijs". Wat willen kinderen? En is alles wat ze willen realistisch? In belang van hen zelf? kind beleeft is echter ook geen optie. In het be-
Wie de lukt't-toren hoog heeft gebouwd met allerlei methodische kennis zal vaak goed kunnen aansluiten bij de beleving van de kinderen, maar weten we dan ook wat een kind daadwerkelijk beleefd
wegingsonderwijs
zijn we wel ge'J'nteresseerd in
die belevenissen, die van invloed zijn op het leerproces van een kind. Het is de taak van de leerkracht om een kind te helpen zich te ontwikkelen en wanneer daar bepaalde belevenissen stimulerend aan bij kunnen dragen of het leerproces kunnen verhinderen is het handig om daar iets meer over te weten. Uiteindelijk willen we graag dat een kind op de school leert om zijn eigen bewegingsambities ook later in de bewegingscultuur
Meestal past het aanbod van de bewegingson-
verder te ontplooien. Dit kan zijn door lid te wor-
derwijzer goed bij de beleving van de kinderen
den van en sportclub, te wandelen in de natuur of
en wanneer de lesgever de activiteit op tijd uit-
door later met zijn of haar eigen kinderen samen
bouwt en weer spannend maakt zullen de meeste
buiten te spelen. Op de leeft't-toren
kinderen gelukkig worden.
het onderzoeken wat een kind zelf graag wil le-
Wie de lukt't-toren
ren in een bewegingsaanbod.
hoog heeft gebouwd met al-
gaat het om
lerlei methodische kennis zal vaak goed kunnen aansluiten bij de beleving van de kinderen, maar
Welke uitzichten zijn er al vanaf
weten we dan ook wat een kind daadwerkelijk be-
de "Ieeft't-toren"?
leefd? Of den ken we dat het kind dezelfde kick bij
De bouw van deze toren is al eeuwen geleden
de activiteit zal beleven die wij als leerkracht ook
begonnen en bijvoorbeeld Rousseau (1781)heeft
beleven (of vroeger beleefd hebben)? Misschien
daar het fundament voor gelegd. Ook bekende
is de globale beleving van bijvoorbeeld
traditionele
schom-
onderwijsvernieuwers belangrijke
(omstreeks
melen bij iedereen (die het goed kan) wel onge-
1900) hebben
bouwstenen
veer hetzelfde, maar toch zijn er ook verschillen.
leverd. Bijvoorbeeld
aange-
De een vindt schommelen langer leuk dan een
slogan "Help mij het zelf te doen" en gaf de kin-
Maria Montessori had als
ander, de een wordt er stil van en de ander gaat
deren veel ruimte om vanuit een eigen beleving
er bij zingen, de een wil steeds hoger en de ander
"te kiezen voor een bepaald werkje; Freinet heeft
houdt het lekker aan de gang.
onder andere een taalmethode ontwikkeld, waar-
Willen we als leerkrachten deze gedetailleerde
bij het van belang is dat het kind vanuit zijn eigen
belevenissen van de kinderen weten, willen we er
beleving taalleert.
wat mee en wat zouden we er mee kunnen? Het
derwijs stammen uit die tijd en geven kinderen
Ook het Dalton- en Steineron-
is onmogelijk
belevenis-
veel ruimte om vanuit de eigen initiatieven het
sen van aile 30 kinderen in een gymles van een
onderwijs vorm te geven. Voor de gymnastiek
uur na te gaan en misschien ook niet eens wen-
heeft de "Oostenrijkse
selijk, want elk kind wil ook zijn eigen geheimen
steentje bij gedragen aan het centraal stellen van
om aile gedetailleerde
behouden. Helemaal onbekend zijn met wat een
school" (1930) ook een
"de behoeften van het kind".
In Nederland is Gordijn (vanaf 1950) een belang-
mer te komen. De uitwerkingen over "mislukken,
rijke inspiratiebron geweest. Het gaat bij Gordijn
last en klacht" geeft een andere kijk over wat een
om "Het menselijk bewegen als een verworven
deelnemer meemaakt. De strekking van het ac-
gevormdheid is een beleefbaar en een waar-
tiviteitsdenken
neembaar verschijnsel". Het gaat er in het on-
wijzer eerst moet afstemmen op de rationaliteit
derwijs om dat de mens zich ontwikkelt tot een
(het den ken, doen, willen en voelen) van de deel-
is dat de therapeut of de onder-
creatieve presentie, waarbij de mens zichzelf be-
nemer en een vervolg moet kiezen dat aansluit
leeft als bedoelend centrum. Daarvoor gebruikt.
bij het verlangen van de deelnemer. Op basis van
Gordijn in 1967 de volgende beg rip pen om het
deze theorie heeft het bewegingsonderwijs
beleven van de werkelijkheid te benoemen: pre-
langrijke inzichten verworven over de be levings-
sentie (weerstand), adekwatie en presentatie. In
wereld van een beweger, maar het toepassen van
be-
1975wordt in het boek "Wat beweegt ons" de or-
deze procedures (vraagstellingen) bleken voor
dening van de drie modaliteiten van bewegen ge-
veel studenten/beginnende
lesgevers erg lastig.
presenteerd, namelijk taak volbrengen, spelen en dansen. Het bewegingsonderwijs heeft met deze
Vier aanleidingen om te bewegen
indeling de afgelopen 30 jaar weinig gedaan. On-
Ge'inspireerd door de modaliteiten van Gordijn,
langs pleitte Peter Heij voor een herwaardering
de zinsamenhangen en het activiteitsdenken pre-
van deze ordening. We zullen daar later op terug
senteerde Paulien Fellinger onlangs in 't Web (02-
komen.
2008) een nieuw begrippenkader om de aanleidingen (modaliteiten) om te bewegen in kaart te
In 1977 werd het belevingsaspect van het bewe-
brengen. Ze deed dit vanuit een onderzoek voor
gen vooral vertaald naar wat men het "hoofd-
de bewegingsagogie. Ze kwam tot de volgende
probleem" van een betekenisgebied noemde. In
vier aanleidingen:
het betekenisgebied balanceren gaat het om het
Ontmoeten (het willen bewegen om zichzelf,
bewegingsprobleem van het "Uit evenwicht ge-
de ander of de andere te ervaren)
raken en weer in evenwicht komen op een balan-
Vieren (het willen bewegen om ontspanning
ceervlak". Het gaat om een te beleven spanning
te waarderen)
tussen net wel of niet vallen, de kick ontstaat bij
Sparren (het willen bewegen om weerstand
het net niet vallen. Wie het hoofdprobleem
te overwinnen, inspanning)
als
beweger onderkent en weet uit te bouwen zal
Leren (het willen bewegen om bewegings-
waarschijnlijk een levenslange genieter van dit
vaardigheden te verwerven)
soort activiteiten worden. Of weI een jong kind
De uitwerking en toelichting van Paulien Fellinger
die het hoofdprobleem
maakt duidelijk hoe deze begrippen kunnen hel-
van balanceren veelvul-
dig ervaren heeft, zal ook op later leeftijd het nog
pen om leerdoelen te formuleren om de intentie
leuk vinden om te leren een-wieleren, skaten en
van de deelnemer te ondersteunen of te be'in-
skien.
vloeden. In het onderwijs verwacht de leerkracht
In 1983 publiceert Loopstra een standaardwerk
meestal een lerende houding van een leerling,
voor het bewegingsonderwijs van die tijd en be-
maar juist in het bewegingsonderwijs
steedt in zijn boek ook de nodige aandacht aan
veel kinderen vooral een ontmoetende, vierende
hebben
de "zinsamenhangen". Een zinsamenhang geeft
of sparrende houding. Dit spanningsveld tussen
aan wat iemand beweegt om iets zus of zo te
de gewenste houding en de werkelijke houding
doen. Loopstra formuleerde de volgende zinsa-
levert vaak onnodige conflicten op.
menhangen: het resulterende, het uitstellende,
Deze begrippen blijken beter te werken dan de
het onderhoudende, het verassende, het herha-
modaliteiten van Gordijn (spelen, dansen en taak-
lende, het verdurende en het vertonende. Ook dit
volbrengen) en de zinsamenhangen van Loopstra
begrippenkader heeft geen didactische werking
(uitstellen, verrassen enz). Waarschijnlijk komt dit,
gekregen in het bewegingsonderwijs, terwijl het
doordat deze vier begrippen helemaal
wel inzichten geeft over hoe iemand deelneemt
van het bewegen. Deze vier modaliteiten zouden
aan een bewegingsactiviteit.
ook voor andere bestaanvelden (bijvoorbeeld
105
staan
De zoektocht naar hanteerbare begrippen voor
muziek of taal) gebruikt kunnen worden. De mo-
"beleving" werd eind jaren tachtig op een ander
daliteiten en de zinsamenhangen zijn meer ver-
spoor gezet door Gert Rebergen en Cor Maan.
bonden met de bewegingsactiviteit
In hun publicatie "Activiteitsdenken"
treedt er eerder verwarring op. Het nadeel van
werd vooral
en daardoor
gezocht naar "procedures" (vraagstellingen) om
de algemene aanleiding is dat ze eerst nog ver-
achter het "willen" en "ervaren" van de deelne-
taald moeten worden naar bewegingscontexten.
Wat bedoelen we met vierend balanceren of ontmoetend balanceren? In de komende jaren zal op de Calo verder gedacht worden over deze "aanleidingen". Zoals hierboven uit de tekst blijkt is in de afgelopen 40 jaar toch heel wat kennis ontwikkeld over het duiden van beleving bij bewegen. De leeft'ttoren is al behoorlijk hoog en toont ons al mooie uitzichten. Toch blijft het lastig om een duidelijk kader te vinden die door veel studentenl
lesge-
vers op een makkelijke manier gehanteerd kunnen worden. Voor de studiedag "Bewegingsonderwijs
in het
speellokaal" is getracht om de hierboven ontwikkelde inzichten te vertalen naar een begrippenkader die mogelijk voor kleuterleidsters begrijpbaar is. Deze nieuwe ordening, die een mix is van
tuiging, "het spelen met een vlag is kinderachtig"
de aanleidingen van Fellinger en de modaliteiten
is iets wat we elkaar aandoen. We zijn vaak meer
van Gordijn, wordt hieronder gepresenteerd.
gericht op het oordeel van de ander (wat hoort, de media), dan dat we gericht zijn op ons eigen
Drie houdingen: spelen, sporten, sparren
gevoel, op onze eigen beleving.
De inleiding van de studiedag ging over "de beleving" van kleuters bij een activiteit en om de the-
Degene die meer gericht is op het oordeel van de
orie waar te maken, kregen aile 120 toehoorders
ander, heeft vaak geen speelhouding maar een
een jongleervlag om mee te zwaaien. Hieronder een gedeelte uit de lezing, waar het nieuwe begrippenkader wordt gepresenteerd.
"sporthouding".
Bij het sporten gaat het vooral
om het volbrengen van een taak. De taak kan zijn het winnen van de wedstrijd of het op een voorgeschreven wijze uitvoeren van een opdracht.
Welke betrokkenheid/beleving
heeft
Neem een kijkje in de "sportschool"
(fitness-
u met het zwaaien van een vlag?
ruimte) waar het avontuurlijke fietsen en lopen,
We zoeken naar begrippen die te maken hebben
is terug gebracht tot een mechanisch gebeuren
met de intentie, de houding van de uitvoerder.
lijkend op een fabriek, waar arbeiders energie
Bijvoorbeeld
overdragen op machines. Het wedijveren met de
de speelhouding
die zo kenmer-
kend is voor kleuters. De speelhouding past bij de
schema's, computer, limieten hoort bij de sport,
onbevangenheid van de kleuter, die alleen maar
degene die daar op gericht zijn, daar hun intentie
doet om het doen, zonder doel. De mens die kan
vinden zijn aan het sporten.
genieten van dat wat zij ontmoet, wat haar over-
Denkt u dat u vooral een sporter bent dan hier
komt, wat er om haar heen gebeurt. Gewoon be-
een duidelijke opdracht: zwaai de vlag 20 keer
weger zijn, omdat het bewegen zelf al fascineert.
links en daarna 20 keer rechts, houdt u ook van
De beweging van de arm, het verplaatsen van de
wedstrijdjes, pro beer dan zo snel en zo vaak mo-
vlag, de cadans met de muziek, samen vallen met
gelijk deze opdracht te doen.
de beweging van de ander. Gewaar zijn van wat er gebeurt. Het een zijn met wat er gebeurt. De
Er bestaat een grote taalkundige verwarring tus-
pure speelhouding is die van "het ontmoeten".
sen spel/sport en spelen/sporten. Bij het zelfstan-
Het ontmoeten van de ander en het andere en
• dig naamwoord spells port moet u vooral denken
in die ontmoeting ontstaan er vanzelf allerlei be-
aan een taak, een opdracht, een activiteit. Bij het
tekenisvolle situa·ties. In de speelse houding gaat
werkwoord spelen en sporten gaat het niet om
het vooral om het verkennen van wat er mogelijk
de activiteit of de taak, maar op de verhoudings-
is. Er is geen duidelijke gerichtheid op een taak,
wijze, de betrokkenheid.
het is een soort f1adderen, spartellen. Het is een
Bij sporten gaat het om "volbrengen"
onbewust genieten van wat je overkomt. Helaas
taak.
van een
is deze speelhouding, voor ons volwassene, niet
Bij spelen gaat het om "ontdekken" van een taak.
meer zo makkelijk te vinden, het heeft al gauw
Zo wordt bij een computerspel vaak gesport (wie
iets "kinderachtigs".
haalt de hoogste score) en op de sportschool kan
Deze belemmerende over-
heel goed gespeeld worden (het ontmoeten van anderen). Of nog ingewikkelder
geformuleerd,
op de sportschool speelt de oude man de rol van
ge kinderen in beeld gebracht: De speel houding (spelen) - De sport houding (sporten) De spar houding (sparren)
een jonge sporter. Ik hoop dat u het verschil tussen een speelhouding en een sporthouding
nog steeds begrijpt,
Deze drie houdingen lijken sterk op drie modaliteiten van Gordijn: spelen lijkt op spelen, sporten
want er is nog een derde houding.
op taak volbrengen en sparren op dansen. GeDeze derde houding, is een mix van spelen en
bruik makend van deze vergelijking zouden de
sporten. In theorieen
houdingen misschien wel beter als voigt gefor-
vaak toegeschreven
de ultieme spelhouding of sporthouding.
als
In de
muleerd kunnen worden:
ontwikkeling van kinderen wordt deze houding
Taak verkennende houding (spelen, ontmoe-
meestal pas ontdekt na het spelen en sporten.
ten)
We noemen dit het "sparren".
Bij het boksen
Taak volbrengende
wordt er vaak gespart, dat wil zeggen dat de
gen, sparren/leren)
houding ( taak volbren-
beide boksers elkaar niet proberen neer te slaan,
Taak onderhoudende
maar wel aftasten waar de tegenspeler "zachtjes"
ren)
houding (dansen, vie-
geraakt kan worden. Veel tennissers doen het ook. Ze spelen geen wedstrijd, maar slaan naar elkaar dusdanige ballen dat de ander er nog net
In het boek "wat beweegt ons" gebruikt Gordijn ook nog de drie intentionaliteiten:
wel bij kan. Hierdoor blijft de ralley langdurig aan
De ondoordachte intentionaliteit
de gang en worden beide tennissers beter van
De beeldvormende intentionaliteit
het heen en weer slaan.
De inventieve intentionaliteit
Beide
spelers
on-
(spelen) (sporten)
(sparren)
derkennen dezelfde taak, maar proberen deze taak niet af te maken/ te volbrengen, maar juist
Deze intentionaliteiten
te onderhouden.
de drie grensoverscheidingen; te weten, directe,
Om deze taak te kunnen onder-
houden, moeten ze zich wel bewust zijn van de
zijn weer gekoppeld aan
geleerde en persoonlijke grensoverscheidingen.
bewegingsuitdaging. Bij tennis is dat het wegslaan van de bal zodat de
Het verbinden van al deze kaders en ordeningen
andere speier er nog net wel of niet weer terug
kan verwarrend werken of juist inzichtgevend.
kan slaan. Bij een sporthouding
Voor wie het nog aan kan is er nog een link te leg-
gaat het erom
dat de ander er meestal NIET bij kan, bij een spar-
gen tussen de drie houdingen (SSS)en Lolule.
houding gaat het erom dat de ander er nog net
De speelse houding past goed in de buurt van de
WEL bij kan. Bij het sparren gaat het dan ook om
leeft't-toren,
het aftasten van de eigen mogelijkheden ten op-
de moeilijkste houding die van het sparren hoort
de sporthouding
past bij lukt't en
zichte van de mogelijkheden van de ander of het
bij loopt't. Deze laatste verwijzing is lastig te be-
andere. Het gaat meer om het zoeken dan om
grijpen als je de loopt't-toren
het vinden. Het is vooral een onderzoekshouding
nisatieproblematiek ziet, maar bij loopt't gaat het
vooral als een orga-
gericht op het onderhouden van een bewegings-
niet alleen om het goed laten functioneren
probleem. Deze sparhouding is het makkelijkste
de les. Het gaat ook over gezamenlijkheid, het af-
te onderkennen bij een activiteit
waarbij twee
mensen tegen elkaar "spelen/sporten".
Maar bij
van
stemmen van de inbreng van de een ten opzichte van de inbreng van de ander. Juist bij sparren leer
het zwaaien met de vlagen kan er ook sprake zijn
je af te stemmen op elkaars mogelijkheden
van "sparren". Het gaat dan om het aftasten van
wie dat kan blijft in een "dooriopend"leerproces.
de eigen mogelijkheden
en
en de mogelijkheden
van de vlag. Het zwaaien blijft boeiend als het langdurig op het ritme van de muziek verschillende vormen vindt. Het wordt een soort samenspel
• Berkel, MOl van e.a (2005). Perspectieven op bewegen.
tussen de zwaaier en de vlag.
• Fellinger, P. R. G. (2008). Bewegingsagogie;
Tot zover een gedeelte uit de lezing van de stu-
• Gordijn, C. C. F. e.a (197S). Wat beweegt ons?
diedag "Bewegingsonderwijs
• Gordijn, C. C. F. (1967). Inleiding in het bewe-
een concept handelingskader. 't Web. in het speellokaal".
gingsonderwijs (1967) • Heij, P.(2007). Grondslagen van verantwoord
Tot slot In de lezing zijn drie houdingen/intenties
van jon-
bewegingsonderwijs.
/IKijk eens wat ik kan!/1
In het vorig artikel ( 't WEB 04-2007) werd uitgebreid aandacht besteed aan de truc-kaarten en het draaien met linten of poi. Ook hebben we hierbij uitvoerig stilgestaan bij de waarde van het circusspel voor de ontwikkeling en leerproces bij kleuters.
3.
Het leren balanceren: acrobatiek of lopen op de grote loopbal,op
de draadloop, op een
eenwieler fietsen, of balanceren in de ladders. 4.
Een presentatie van een act, door het gordijn en in de piste met circusmuziek.
De eerste twee onderwerpen vroegen veel aan-
In dit artikel willen we naast verslaggeving van de studiedag (vrijdag 30 mei: Zwolle en maandag 2 juni in Eindhoven) "Bewegingsonderwijs in het speellokaal" van de workshop "Circus voor kleuters" ook stilstaan bij het leerproces van kleuters. De deelnemers aan deze studiedag kregen bij de opening een theoretische uiteenzetting over het tot stand komen van het boek door Chris Hazelebach. De presentatie werd afgesloten met een praktische uiteenzetting over diverse niveaus van deelname aan het hand van het leren draaien met linten. Aile deelnemers kregen ook een lint cadeau.
dacht. Het balanceren is daardoor niet aan de orde gekomen. De presentatie van een act wel. Daarover later meer. Bij de uitleg hebben we ons steeds geconcentreerd op de mogelijkheden die de circusmaterialen bieden voor kleuters. In dit artikel bieden we hier niet veel aandacht aan, omdat dit al elders ('t WEB 04-2007) aan de orde is geweest. Ook kwam ook de eigen vaardigheid in beeld. De eigen vaardigheid om enthousiasmerend te kunnen zijn met eigen voorbeeld
en inspiratie
te kunnen bieden aan de kinderen. Aanstekelijk lesgeven! Het leren jongleren Het leren jongleren met de doekjes is een mooie opstap om het leren jongleren onder de knie te krijgen. We beginnen het leerproces met een doekje. Het opgooien en vangen. De kinderen kunnen dit allang en hun reactie is dan ook vaak:
Workshop De deelnemers aan de workshop voor circus kregen weer een ruim assortiment aan circustrucjes
"Kan ik allang!" of "Da's kinderachtig!".
Prachtig
deze reacties. Het is tegelijk een mooie opening
met velerlei variaties en materialen voorgescho-
om de kinderen uit te dagen. Uit te dagen door
teld.
allerlei opdrachtjes te geven die complexer zijn en/of recordpogingen aan te kondigen. We leren
De opzet was als voigt: 1. Het leren jongleren
met doekjes, balletjes,
atie die ze 'machtig' zijn. We sluiten zo aan bij hun
ringen en kegels 2. Het leren draaiend houden van de Chinese bordjes, vlinderstokken, of poi.
de kinderen eindeloos te varieren in een leersitu-
diabolo's en linten
beleefniveau, maar ook bij hun kunnen. Starten vanuit "wat je kunt!". Daarna voigt de uitbreiding naar twee doekjes. Voor een leergang met twee
Dit proces kun je ondersteunen met de stem, door ritmisch "weg" te roepen; dat balletje moet weg en het ritme ondersteunt het leerproces.
We hebben geprobeerd in de opbouw en in het leerproces enkele steunmomenten te zoeken. De keukentruc biedt wel een mogelijkheid
om het
mikken en het vangen steeds af te wisselen. Bij de keukentruc, zie ook 'Een mooi Circusspel' wordt het mikken op je hand als schoteltje, op je hand in de vorm van een kopje, of op twee vingers als een
doekjes verwijzen we naar de methode "Een mooi
york beoefend. Aardige variaties om het goed en
Circusspel" van Wytse Walinga en Anne Kuipers.
zorgvuldig leren mikken te beoefenen. Ook het
De deelnemers aan de workshop waren al ras
liggend "achtje" met een balletjes kan helpen om
toe aan het jongleren met drie doekjes en enkele
en goed te mikken, maar ook fijngevoelig te ont-
deelnemers waren in staat om ook met drie doek-
vangen.
jes allerlei variaties te realiseren. Op de knieen Jongleren met drie balletjes
Bij het leren jongleren
vanuit de keukentruc
hebben we de deelnemers gevraagd om op de
met meerdere balletjes
met de balletjes hebben we ook
knieen, met drie balletjes, op een mat plaats te
uitvoerig aan de orde gesteld. De balletjes zijn
• nemen. Twee balletjes in een hand en een balletje
Het jongleren
duidelijk zwaarder dan de doekjes. Het tempo
in de andere hand. Om het mikken goed te oefe-
van jongleren ver~ndert; de balletjes gaan sneller
nen probeerden de deelnemers, startend met de
en dit maakt het rustig vangen lastiger. Niet om-
hand waarin twee balletjes zijn, de balletjes met
dat het vangen het probleem is, maar omdat het
een parabool uit de ene hand naar de andere knie
goed mikken niet meer zorgvuldig
te gooien en met de andere hand daarna ook naar
plaatsvindt.
Door het hogere tempo worden de balletjes snel-
de knie ernaast. Bedenkend dat er een raam voor
ler weggegooid
je op de grond staat, moesten de deelnemers de
en krijgen makkelijk een afwij-
king in richting, waardoor het vangen uiteindelijk
bal (bijv. met de rechter hand) in het linker hoekje
niet goed plaatsvindt.
van het raam mikken; de bal ploft dan neer bij de
linkerknie. Deze oefening moet je veel uitvoeren
stem, door ritmisch "weg" te roepen; dat balletje
en het is raadzaam ook afwisselend links of rechts
moet weg en het ritme ondersteunt het leerpro-
te starten met de linker of rechterhand. Het re-
ces. Uiteindelijk gaan de balletjes ook steeds rit-
sultaat is, dat na deze oefening steeds twee bal-
misch omhoog.
letjes bij de ene knie en een balletje bij de andere knie ligt.
Bovenstaande aanpak zorgde voor dat verrassend
De volgende stap is het vangen van de laatst ge-
veel deelnemers de cascade (met drie balletjes
worpen bal, de derde bal; de andere twee ploffen
jongleren) "meester" werden. De geluksuitingen
links en rechts op de mat. Een stap verder is het
('ik kan het!') waren dan ook niet van de lucht.
vangen van de laatste twee balletjes en tot slot
Deze manier van leren voorkomt dat het derde
aile drie de balletjes. Met deze oefening helpen
weggegooide balletje steeds uit de parabool ge-
we die deelnemers die er moeite mee hebben
gooid wordt en de deelnemer gedwongen wordt
om complexe handelingen eenvoudig uit te voe-
zich achter de balletjes aan te verplaatsen.
ren en het ritme van goed wegmikken onder de
verplaatsen zorgt voor nog meer afwijkingen en
knie te krijgen en we besparen ze de frustratie
het jongleren met drie balletjes gaat dan niet luk-
om steeds te moeten bukken als een balletje op
ken.
Dat
de grond komt.
Het jongleren met ringen en kegels werd slechts
Ais het mikken en het vangen nu beheerst wordt,
zijdelings beoefend. Door gebrek aan tijd heb-
gaan we weer staan en komt de lastigste fase, na-
ben we ons toegelegd op het leren jongleren met
melijk het in beweging houden van aile drie de
de balletjes en daarna het draaiend houden van
balletjes, zonder een stopfase. Ook deze fase is
diverse materialen.
visueel een beetje eenvoudiger te maken door te laten zien dat de deelnemers steeds in beide han-
Met name vanwege het cadeau en de inspireren-
den een balletje hebben en dat er maar een balle-
de opening moesten we natuurlijk ook uitgebreid
tje in de lucht is. Dat balletje in de lucht willanden
aandacht bested en aan het leren draaien met
in een vrije hand, dus moet die hand vrij gemaakt
linten en kiwido. Dit proces hebben we al uitvoe-
worden door het balletje te kruisen, over te laten
rig beschreven in het vorig artikel en liefhebbers
steken, naar de andere hand.
worden verwezen naar de literatuur.
Het kruisen wordt nu ook op dezelfde manier uitgevoerd als eerder aangeleerd toen de deelne-
Het Chinese bordje
mers op de knieen zaten en naar een hoek van
Het draaiend houden van het Chinese bordje en
het 'venster' moesten mikken. Dus steeds als een
het leerproces hiervan willen we nog wel uitvoe-
balletje de landing inzet, wordt de hand vrijge-
rig beschrijven. Het zoeken naar de juiste aanwij-
maakt. Dit proces kun je ondersteunen met de
zing blijkt lastig te zijn. Hoe krijg je het bordje
draaiend op een houten stokje?
marcherend werd er afscheid genomen met de
Verschillende manieren hebben we al uit gepro-
stokken in de linkerhand en de vrije rechterhand
beerd. Natuurlijk
groette het publiek.
moeten de deelnemers eerst
veel trucjes doen met het bordje en het stokje.
Het doek vie I daarna dicht!
Het bordje zelfstandig draaiend op het stokje te krijgen speelt nog geen rol. Eerst is het handig
Afsluiting
als de deelnemers goed gevoel voor het materi-
Bij dit verslag van de workshop circus aan kleu-
aal ontwikkelen.
ters hebben we drie elementen wat uitvoeriger
Belangrijk is dat de deelnemers niet knijpen in het
besproken:
stokje. Ze moeten het stokje ontspannen vast-
1.
Het leren jongleren met meerdere balletjes,
houden; de arm waarin het stokje in de rand van
waarbij we stilstonden, letterlijk op de knieen
het bordje zit moeten de deelnemers zou recht
zaten, om het goed leren mikken voor elkaar
mogelijk omhoog steken. De andere arm houdt de elleboog van de draaiarm vast; het draaien
te krijgen; 2. Het draaiend krijgen en houden van het Chi-
moet vanuit de pols gebeuren. De deelnemers
nese bordje; toegespitst op het leren hiervan:
moeten het gevoel hebben dat hun yinger van de
welke aanwijzingen kunnen een ral spelen?
draaiarm a.h.w. gegroeid is en dat ze de rand van
3.
Het presenteren van een act.
het bordje kunnen voelen, dan rustig de rand van het bordje volgen en evenzo rustig ronddraaien.
Literatuur:
Het kan helpen er bij te zingen of ritmische mu-
1.
gen dat de deelnemers minder gespannen zijn in
"Kijk eens wat ik kan!" door Anne Kuipers, Uitgave "t WEB: 04-2007
ziek te volgen met je stokje. Dat kan er voor zor2.
"Een mooi Circusspel" door Anne Kuipers en Wytse Walinga (nov. 2006); een uitgave van 't
hun 'grip'. Ais het lukt om vaart te maken met het stokje en het bordje, dan is het de kunst om het stokje ge-
Web. 3.
"Hooggeeerd
Publiek - Circus als Schoolpro-
ject" door Roeland Maier en Willem Smit; een
woon stil te houden; het stokje gaat dan naar het midden van het bordje en het is gelukt.
uitgave (1996) van uitgeverij De Akelei. Uit de serie de kunst van het leerlandschap.
Presentatie van een act
4.
"Circus op School" door Reginald Leper en
We hebben beide workshops afgesloten met een
Isabel Van Maele; uitgerij Acco Leuven/Leus-
presentatie van aile deelnemers aan een fictief
den.
publiek. Hierbij hebben we willen laten zien hoe
5.
"Circus is een spel" door Dieuwke Westerbaan-Mellema en Chris Hazelebach e.a.(1989);
je van eenvoudige trucjes een act kan maken; een act die staat en applaus ontlokt.
uitgave 't Web en Kindertheater
De keuze voor het materiaal was gevallen op de
(uitverkocht).
dansende stokken (flowersticks).
6.
Elleboog
"Het Circus in" door Fn§derique Krings en
Een marsmuziekje er bij om een krachtige op-
Daniel Bron (1995); uitgave van Casterman
komst te bewerkstelligen.
(uitverkocht).
Samen opkomen met
de stokken in de linkerhand, marcherend langs de
7.
"Het
grate
Circusboek"
door
Frederique
randen van de piste. We maakten twee rijtjes van
Krings en Nancy Pierret (2003); uitgave van
artiesten die inspringend plaatsnamen: iedereen
Casterman.
kon zo het publiek zien en gezien worden. Na de presentatie: aile stokken hoog en een bui-
Anne Kuipers is directeur van Circusschool Han-
ging, werd de eerste truc vertoond: het ritueel,
nes en Co in Vlaardingen, Woerden en's
de grote stok draaien op de kleinere stokjes.
venzande en docent Club Extra in Vlaardingen
ledereen voerde tegelijkertijd likoptertruc).
hetzelfde uit (he- • en tevens consulent Bewegingsonderwijs
Na de buiging en het fictieve ap-
gemeente Vlaardingen.
plaus, het sprongetje in de lucht: de grote stok werd even opgegooid en gevangen: drie keer en
Co rrespond entiead res:
dan werd weer met een buiging het applaus in
Zuidbuurt 89
ontvangst genomen.
3132 KA Vlaardingen
Tot slot: het knapste trucje van elke deelnemers
www.circusschoolhannesenco.nl
in het bijzonder; elke deelnemer mocht zijn of
010-4352534/06-23199819
haar knapste trucje laten zien. Na het applaus werd het ritueel van de binnenkomst herhaald:
Grabij de