Provincie
Noord-Holland
ONTWERP
Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.: (023) 514 31 43 Fax: (023) 514 40 40 Internetadres: www.noord-holland.nl E-mailadres:
[email protected] Eindredactie Provincie Noord-Holland Directie Beleid Sector Water Fotografie Willem Kolvoort Grafische verzorging Thieme GrafiMedia Groep Papier Hello matt, houtvrij MC Oplage 700 exemplaren
Haarlem, december 2008
Waterplan 2010-2015 Provincie Noord-Holland Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren
ontwerp
Waterplan 2010-2015 Provincie Noord-Holland Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren
december 2008
Disclaimer
Bij het opstellen van dit ontwerp-Waterplan is gebruik gemaakt van de concepten van: ■
de structuurvisie;
■
de Waterwet;
■
het Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring (ook wel AmvB doelstellingen genoemd);
■
Nationaal Waterplan (exclusief uitwerking kabinet standpunt Deltacommissie);
■
Beheersplan Rijkswateren (exclusief uitwerking kabinet standpunt Deltacommissie);
■
Stroomgebiedbeheerplan Rijn-Delta;
■
Waterbeheersplannen HHNK en Rijnland en KRW maatregelenpakket AGV;
■
Waterhuishoudingsplannen buurprovincies.
Het is de verwachting dat de wettekst, het besluit en de plannen aanpassingen zullen krijgen eind 2008 en in 2009. Wij behouden ons de mogelijkheid voor de teksten in het ontwerp-Waterplan in 2009 aan te passen, indien dit noodzakelijk is. De financiën van het ontwerp-Waterplan worden vastgesteld via de lentenota. De vaststelling van de financiën is gepland op 22 juni 2009. Wij behouden ons de mogelijkheid voor de teksten in het ontwerpWaterplan in 2009 aan te passen, indien de vaststelling van de lentenota dit vereist.
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n n n
Inhoudsopgave
n n
5
7
1 Inleiding
13
Voorwoord
1.1 Beleidsuitgangspunten
1.2 Leeswijzer
2 Klimaatbestendig waterbeheer
2.1 Deltacommissie
2.2 Klimaatverandering
2.3 Klimaatbestendig per thema
21
3 Toekomstbeeld: Noord-Holland in 2040
27
4 Beschermen
39
4.1 Meerlaagsveiligheid
4.2 Primaire waterkeringen
4.3 Regionale waterkeringen
4.4 Muskusrattenbestrijding
4.5 Veiligheid buitendijkse gebieden
4.6 Watercalamiteiten
5 Benutten en Beleven
5.1 Zoetwatervoorziening
5.2 Drinkwater
5.3 Energie (warmte-koude opslag)
5.4 Beroepsscheepvaart
5.5 Landbouw
5.6 Bedrijfsleven en kennisinstituten
5.7 Zwemwater
5.8 Toerisme en recreatie
5.9 Natuurgebieden en waterparels
5.10 Cultuurhistorie
5.11 Waterbewustzijn
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
6 Beheren
61
6.1 Grondwaterkwaliteit
6.2 Grondwaterkwantiteit
6.3 Oppervlaktewaterkwaliteit
6.4 Vismigratie
6.5 Oeverbeheer en –inrichting van de provinciale vaarwegen
6.6 Waterbodems
6.7 Voorkomen van wateroverlast
6.8 Peilbeheer
6.9 Stedelijk waterbeheer
7 Bijzondere gebieden
83
7.1 Noordzeekust
7.2 Metropoolregio Amsterdam
7.3 Westflank Haarlemmermeer
7.4 Wieringerrandmeer
7.5 Stelling van Amsterdam
7.6 IJsselmeergebied
7.7 Waddenzee
7.8 Oostelijke Vechtplassen
7.9 Bloemendalerpolder
7.10 Horstermeerpolderpolder
7.11 Investeringsbudget Landelijk Gebied
8 Besturen
99
9 Bijstellen ander beleid
105
9.1 Structuurvisie
9.2 Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan
9.3 Milieubeleidsplan
9.4 Beleidsregels omgevingsbeleid
9.5 Plan MER
113
10 Bewaken
115
11 Betalen
121
12 Afkortingen
123
13 Literatuuroverzicht
n
Bijlagen en kaarten
Zie bijlagenrapport
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
W
e zijn in Noord-Holland omgeven door water. Door de klimaatverandering is de bescherming tegen het water urgent. De Deltacommissie bevestigde dit in de zomer van 2008. Juist voor ons dus werk aan de winkel. Dit ontwerp-Waterplan Noord-Holland 2010-2015 heeft als motto “Beschermen, beleven, benutten, en beheren”. Klimaatbestendig waterbeheer speelt
hierin een centrale rol. De klimaatverandering, maar ook het steeds intensievere ruimtegebruik in Noord-Holland en de toenemende economische waarde van wat beschermd moet worden, vragen om een andere, meer integrale manier van omgaan met water. Water is steeds vaker onderdeel van ruimtelijke gebiedsontwikkeling. Op sommige plekken zoals in de omgeving van dijken, is water vanwege de veiligheid zelfs de belangrijkste sturende factor. Elders is water medesturend of zelfs volgend in de ruimtelijke afweging, afhankelijk van de functie waarvoor het gebruikt wordt. De ruimtelijke consequenties van dit waterplan worden meegenomen bij de provinciale, ruimtelijke structuurvisie. Het waterplan draagt daarnaast bij aan de discussie ‘waar water (mede)sturend’ moet worden voor de ruimtelijke ordening. Wij willen burgers en bedrijven stimuleren bewuster om te gaan met water. Door de klimaatverandering ontstaan lange droge periodes, afgewisseld met korte intense regenbuien. Onze zoetwatervoorziening wordt hierdoor minder vanzelfsprekend. Elke functie (zoals bv landbouw, visserij en natuur) stelt haar eigen eisen aan het water. In de praktijk van het waterbeheer blijkt dat niet elke functie op de meest gunstige plek ligt. Nieuwe functies kunnen ook niet altijd zonder meer worden ingepast; soms zijn er zeer hoge inrichtings- en beheerkosten aan verbonden. De economische kant van water krijgt in dit waterplan extra aandacht, zoals toerisme, scheepvaart, recreatie en cultuurhistorie. Met onze partners, de waterschappen, gemeenten en Rijkswaterstaat, blijven we nauw samenwerken. Daarbij is onze insteek een resultaat- en gebiedsgerichte aanpak. Samen werken we hard aan het water in Noord-Holland om het schoon, mooi en veilig te maken en te houden, nu en in de toekomst. Ik wil dat we ons bewust zijn van de kwetsbaarheid van het water. En met deze kennis het water kunnen blijven gebruiken en van ons waterlandschap kunnen blijven genieten. Mevr. Drs. Rinske Kruisinga, Gedeputeerde Water Provincie Noord-Holland
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
1
n n
Inleiding
n n
Dit Waterplan is tot stand gekomen in een roerige tijd. De
kelijker maken van de Noord-Hollandse Kust en
wettelijke kaders en de beleidskaders werden gelijktijdig
voor een kwaliteitsimpuls voor de badplaatsen
herzien. Denk aan de Waterwet, de Wet ruimtelijke orde-
(zie hoofdstuk 7.1 Noordzeekust).
ning, de implementatie van de Kaderrichtlijn Water
n Wij
besteden extra aandacht aan de economische
(KRW) en het advies van de nieuwe Deltacommissie,
kant van het water. Vandaar het nieuwe hoofd-
onder leiding van de heer Veerman, over hoe Nederland
stuk Benutten en Beleven in dit Waterplan, dat is
klimaatbestendig gemaakt moet worden. Daarnaast zijn
hoofdstuk 5.
voor het eerst alle waterplannen (Stroomgebiedbeheerplan,
Met deze twee speerpunten profileren we ons finan-
KRW, Nationaal Waterplan, Waterbeheerplan rijkswate-
cieel en publicitair in de komende planperiode.
ren, Provinciale waterplannen en waterbeheerplannen) tegelijk herzien en vastgesteld. Ondertussen is bovendien
Het Waterplan is het strategisch plan van de provin-
het grootste deel van het omgevingbeleid van de provincie
cie op het gebied van water. Het plan is zelfbindend
herzien (Structuurvisie en Milieubeleidsplan). Dit maakte
voor de provincie en bevat het beleid voor de peri-
het schrijven van dit Waterplan een extra uitdaging.
ode 2010-2015. Voor de ruimtelijke aspecten heeft het plan de status van een structuurvisie, op basis van de
Het Waterplan geeft onszelf, onze partners en
Wet ruimtelijke ordening. In het Waterplan benoe-
belanghebbenden duidelijkheid over onze strategi-
men we de provinciale waterbelangen en de ruimte-
sche waterdoelen tot 2040 en onze acties tot 2015. Het
lijke consequenties. In Noord-Holland worden alle
collegeprogramma ‘Krachtig, in Balans’ vormt het
ruimtelijke opgaven uit het Waterplan integraal afge-
uitgangspunt. Het motto van het Waterplan is
wogen bij de vaststelling van de Structuurvisie.
beschermen, benutten, beleven en beheren van water. De klimaatverandering, het steeds intensievere ruimte-
Per thema behandelen we wat we tot en met 2015
gebruik in Noord-Holland en de toenemende econo-
gaan doen. En wat wij in die periode verwachten van
mische waarde van wat beschermd moet worden,
onder andere het Rijk, Rijkswaterstaat, waterschap-
vragen om een herbezinning op het waterbeheer en
pen, gemeenten, terreinbeheerders en bedrijfsleven.
ruimtelijke ontwikkeling. Dit doen we door uiterlijk
De totale financiële consequenties zijn op program-
in 2012 het principe ‘water medesturend in de
maniveau verwoord. We willen de uitvoering van dit
ruimte’ handen en voeten te geven. Daarom komen
plan versterken en bewaken door samen met onze
er functiefaciliteringskaarten en gaan we de functies
partners een uitvoeringsprogramma op te stellen.
op het water heroverwegen binnen het thema ‘Drukte
Het eerste uitvoeringsprogramma zal voor de peri-
op het water’ (zie hoofdstuk 5 Benutten en Beleven).
ode 2010-2012 gelden, het tweede programma voor de periode 2013-2015. Dit programma bevat concrete
In deze planperiode hebben we twee speerpunten:
afspraken per partij. In het eerste programma wor-
n Wij
den ook concrete tussendoelen en indicatoren gefor-
grijpen de zandige versterking van de
Noordzeekust aan om de regio ruimtelijk en eco-
muleerd.
nomisch te versterken. We hebben 13 miljoen euro gereserveerd voor het veiliger en aantrek-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
1.1 Beleidsuitgangspunten
We geven in dit Waterplan de nu bekende ruimtelijk relevante consequenties van water aan (onder andere
In dit hoofdstuk noemen we de vier uitgangspunten
Loosdrechtse Plassen, waterberging Haarlemmer
voor het Waterplan. Deze geven richting aan ons
meerpolder Zuid, zonering jaarrond strandpavil-
beleid.
joens). In Noord-Holland worden alle ruimtelijke opgaven uit het Waterplan integraal afgewogen bij
1 Klimaatbestendig waterbeheer Klimaatverandering betekent voor Noord-Holland
een van de criteria. Gewerkt wordt met de bestaande
dat wij te maken krijgen met veranderingen in tem-
kennis over onder andere klimaatverandering en
peratuur en neerslag, en een stijging van de zeespie-
bodemgeschiktheid.
gel. Niet alleen stijgt de gemiddelde temperatuur en
Wij stimuleren de gemeenten deze ruimtelijke reser-
neemt de gemiddelde neerslaghoeveelheid in de
veringen over te nemen in hun ruimtelijke plannen.
winter toe, ook extreme situaties met hevigere neer-
Dat betekent ook dat we de ruimtelijke ordeningsin-
slag of hittegolven kunnen vaker voorkomen. Deze effecten van klimaatverandering kunnen leiden tot verdroging, zoetwatertekorten, verzilting, pieken in wateroverschotten en toenemende verschillen in wateraanvoer tussen zomer en winter. Klimaatverandering vraagt om een herbezinning op de waterveiligheid, de ruimtelijke ontwikkeling en het waterbeheer van Nederland. Dit betekent dat de waterkeringen, het watersysteem en de ruimtelijke inrichting voorbereid moeten zijn op de gevolgen van klimaatverandering. Hierbij zal in de planperiode, mede met behulp van functiefaciliterings kaarten, duidelijk worden welke leveringszekerheid het watersysteem biedt voor de verschillende gebruiksfuncties (zoals voor drinkwater, koelwater, scheepvaart, zwemwater, stedelijk water, bluswater, industrie, landbouw, natuur en recreatie). Samen met het rijk wordt in deze planperiode bezien welke mate van omvorming en aanscherping van de veiligheidsnormen nodig en mogelijk is. De impact van het klimaat op het waterbeleid in Noord-Holland en hoe we hier mee omgaan staat beschreven in hoofdstuk 2 Klimaatbestendig waterbeheer.
2 Water medesturend in de ruimte Water is een belangrijke sturende factor in de ruimtelijke ontwikkeling. Op sommige plekken, zoals in de omgeving van dijken, is water vanwege de veiligheid zelfs het belangrijkste sturende element. Elders is water volgend in de ruimtelijke afweging.
n
de vaststelling van de Structuurvisie. Daarbij is water
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
strumenten (zie bijlage 7 Instrumenten) waar nodig
watertoets). Dit doen wij door de waterschappen hier
zullen inzetten om deze ruimtelijke reserveringen
actief bij te betrekken en door het toepassen van de
voor water te realiseren.
watertoets bij dergelijke ruimtelijke ontwikkelingen.
Wij vragen gemeenten om het waterschap vroegtijdig te betrekken bij wijzigingen in ruimtelijke plan-
Vóór 2012 ontwikkelen wij samen met de waterschap-
nen en de watertoets toe te passen. We betrekken het
pen functiefaciliteringskaarten. Met behulp van deze
belang van water vanaf de start bij onze afweging
kaarten verkennen we in hoeverre water sturend is bij
van nieuwe locatiekeuzes voor verstedelijking, land-
ruimtelijke ontwikkelingen in Noord-Holland. Met
bouw, industrie, infrastructuur en bedrijventerrei-
deze kaarten kunnen we stimuleren dat water als
nen. Daarbij worden de risico’s en ook de kosten
afwegingsfactor wordt betrokken bij de besluitvor-
voor de waterhuishouding, klimaatbestendigheid en
ming op regionaal en lokaal niveau. Wij betrekken de
de zorg voor de waterkering expliciet meegewogen
functiefaciliteringskaarten bij de besluitvorming over
(de zogenaamde ‘risico- en kostenanalyse’ uit de
nieuw te ontwikkelen locaties en stimuleren gemeen-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
ten om dat ook te doen. Verdere details over ‘water
Voor de (natte) Natura 2000-gebieden zullen de
medesturend in de ruimte’ worden gegeven in hoofd-
instandhoudingsdoelen gerealiseerd moeten worden.
stuk 9.1 Structuurvisie. Vóór 2012 heroverwegen wij samen met belanghebbenden de functies van het oppervlaktewater. Functiefaciliteringskaart: een hulpmiddel om water
Wij verkennen of in onze wateren beroepsvaart,
te laten meesturen in de ruimte
recreatievaart (motorisch, niet motorisch, groot en
Water wordt voor verschillende functies gebruikt; van het drenken
klein), natuur en cultuur elkaar negatief beïnvloeden
van vee tot beregening van gewassen, van scheepvaart tot koelwater
(zie hoofdstuk 5 Benutten en Beleven).
voor industrie, van visserij en natuur tot zwemmen. Elke functie stelt haar eigen eisen aan het water. Op basis hiervan is het huidige
3 Centraal wat moet, decentraal wat kan
watersysteem in de loop van de tijd ingericht en beheerd. De
In de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening is
waterbeheerders spannen zich in om deze verschillende functies
‘centraal wat moet, decentraal wat kan’ de nieuwe
goed te blijven bedienen. Een goed werkend, gezond watersysteem
sturingsfilosofie van het Rijk. Die filosofie nemen we
is tenslotte de basis voor economische voorspoed en een hoge
over. De uitgangspunten voor deze vernieuwingen
belevingswaarde van onze omgeving.
waren: minder regels, modernisering en stroom
In de praktijk blijkt echter dat niet elke functie op de meest gunstige
lijning van de regels, en meer uitvoeringsgerichtheid.
plek ligt – vanuit het waterbeheer bezien. Nieuwe functies kunnen
De kerngedachte is dat iedere overheidslaag zijn
ook niet altijd zonder meer worden ingepast; soms zijn er zeer hoge
belangen zo optimaal en doelmatig mogelijk en met
inrichtings- en beheerkosten aan verbonden. Daarnaast vraagt de
eigen instrumenten behartigt. Het accent verschuift
klimaatverandering een heroverweging van de inrichting en het beheer
van ‘achteraf goedkeuren’ naar ‘vooraf duidelijkheid
van ons watersysteem.
geven’ over de waterbelangen. De provincie en het
Functiefaciliteringskaarten maken inzichtelijk welke inrichtings- en
Rijk blijven de algemene democratie waar de functi-
beheerkosten van het watersysteem nodig zijn om functies te voorzien
onele democratie van waterschappen wordt ingebed.
van de juiste kwaliteit en kwantiteit van het water, rekening houdend
Samen met het Rijk zorgen we voor de noodzakelijke
met de klimaatverandering. De kaarten geven inzicht in de plaatsen
doorwerking van water in aanpalende gebieden
waar het waterbeheer weinig of veel inspanning kost in relatie tot
zoals milieu, (natte) natuur en ruimte en stellen we
belangrijke gebruiksfuncties.
de functies van de watersystemen vast.
Met de kaarten in de hand is te bepalen waar een functie vanuit het waterbeheer gezien het beste kan worden gelokaliseerd. Deze kennis
Wij nemen conform het bestuursakkoord Rijk en
is goed bruikbaar als nieuwe functies moeten worden aangewezen in
Provincie de volle verantwoordelijkheid voor het
het kader van ruimtelijke plannen en voor de onderbouwing van het
regionale omgevingsbeleid (zie kader).
wateradvies en de watertoets.
De waterschappen zijn een functionele democratie en verantwoordelijk voor het regionale operationele
10
n
De drukte op het Noord-Hollandse water neemt toe.
waterbeheer. Gezien de uitgangspunten van de Water
Recreatie, beroepsvaart en natuur vragen ieder voor
wet past ons een rol die uitgaat van bestuurlijke samen
zich meer ruimte op de Noord-Hollandse wateren.
werking en inzet van pro-actieve sturingsinstrumen
Relevante marktsegmenten willen we de gelegenheid
ten, daar waar het moet. Dit sluit ook goed aan bij de
bieden om de binnenvaart te gebruiken als volwaar-
gemaakte bestuurlijke afspraken tussen provincie en
dig alternatief voor goederentransport over de weg.
de waterschappen.
Noord-Holland is de grootste watersportprovincie
Wij bieden in dit plan het beleidskader voor de water
van Nederland en we willen die positie verder uit-
beheerplannen van de waterbeheerders en de strate-
bouwen. De Kaderrichtlijn Water vereist dat de eco-
gische doelen daarbij. Wij keuren de waterbeheer
logische en chemische kwaliteit van water toeneemt.
plannen goed en monitoren de uitvoering van de
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
watertoets wordt uitgevoerd. Verdere details worden Bestuursakkoord Rijk en Provincie voor regionaal
gegeven in hoofdstuk 8, Besturen.
omgevingsbeleid Provincies vormen de bestuurslaag die in dialoog met gemeenten,
4 Gebiedsgerichte en resultaatgerichte
waterschappen, organisaties en bedrijfsleven op het niveau van
benadering
de regio de gewenste lange termijn ontwikkeling stimuleert, de
Het Noord-Hollands landelijk gebied zoals we dat
bijpassende beleidsagenda formuleert en richting geeft aan de uit
nu ervaren is het resultaat van leven met en de strijd
voering waar het gaat om:
tegen het water. Denk aan de terpen, dijken, molens
duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder water
en droogmakerijen.
beheer;
Vanaf 2007 heeft de provincie met het Investerings
n
milieu, energie en klimaat;
budget Landelijk Gebied (ILG) een belangrijke regie-
n
vitaal platteland;
rol gekregen voor de inrichting en het beheer van het
n
regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer;
landelijk gebied. Met het Rijk zijn uitvoeringsafspra-
n
regionale economie;
ken gemaakt voor de periode 2007-2013. Het ILG is
n
culturele infrastructuur en monumentenzorg;
een verbetering ten opzichte van het verleden toen
n
bovenregionale en internationale samenwerking;
het Rijk tot in de regio stuurde via tal van regelingen.
n
kwaliteit van het openbaar bestuur.
Op de lange termijn kan het ILG gezien worden als
n
een opmaat tot een verdergaande decentralisatie van het rijksbeleid voor het landelijk gebied. Daarbij zal plannen. En we nemen de regie waar dat moet.
de provincie steeds meer haar verantwoordelijkheid
Bovendien stimuleren en faciliteren wij de water
nemen bij de inzet van instrumenten voor het beleid
beheerders waar dat kan. Ook de sturingsfilosofie
over het landelijk gebied.
van de IPO-Unie notitie ‘Afstemming van taken in het regionale waterbeheer’ tussen provincie en water-
Ook de uitvoering van het waterbeleid vraagt een
schap nemen wij over. Die sturingsfilosofie zorgt
integrale gebiedsgerichte aanpak. Dit zien we duide-
ervoor dat de waterbeheertaken van provincie en
lijk terug bij de totstandkoming van de maatregel-
waterschap cyclisch zijn afgestemd. Daarnaast heeft
pakketten van de Kaderrichtlijn Water en het
de provincie een formele toezichtrol op de water-
Waterbeleid 21ste eeuw en bij het opstellen van de
schappen, bijvoorbeeld ten aanzien van waterveilig-
regionale verdringingsreeksen (watervoorziening in
heid.
droge periodes) en overstromingsrisicokaarten. De
Wij hebben door de Wet ruimtelijke ordening geen
ILG-gebieden en de gebiedscommissies zien wij als
goedkeuringsbevoegdheid meer bij lokale ruimtelijke
een waardevol instrument om samen met belangheb-
plannen. Daarmee vervalt ook een vangnet voor het
benden het provinciaal waterbeleid uit te voeren. Een
onvoldoende doorlopen van de watertoetsprocedu-
gebiedsgerichte benadering is ook nodig voor het
res. Wel zal de provincie de Gemeentelijke
klimaatbestendig maken van het watersysteem, de
Rioleringsplannen blijven toetsen conform de Wet
uitvoering van de KRW-maatregelen en waterber-
Milieubeheer. Dit betekent dat het noodzakelijk is
ging, het vergroten van de mogelijkheden voor
dat de waterbeheerders het ruimtelijk beleid van
waterrecreatie en watersport, de economische benut-
provincie en gemeenten pro-actief volgen om zicht te
ting van het water en het bepalen in hoeverre water
hebben op de kansen en bedreigingen voor het
sturend moet zijn in de ruimte. Met een gebieds
watersysteem. Bij de inrichting van nieuw te ontwik-
gerichte benadering kunnen we werk met werk
kelen gebieden met de provincie als trekker, zal
maken en win-winsituaties creëren.
water vanaf de start in de planontwikkeling worden meegenomen. Dit doen wij door het vroegtijdig
Wij hebben de waterdoelen (bijvoorbeeld waterber-
betrekken van het waterschap en te zorgen dat de
ging, waterkwaliteit en waterparels) in 2009 uitge-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
11
werkt in het ILG ten tijde van de midterm review van het ILG en van financiële middelen voorzien. Hierdoor is nu ook ILG financiering mogelijk voor waterdoelen buiten de Ecologische Hoofdstructuur, Natura 2000 en ‘Recreatie om de Stad’. Details staan in hoofdstuk 7 Bijzondere gebieden.
1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat over klimaatbestendig waterbeheer en hoe wij daarmee in de toekomst willen omgaan. In hoofdstuk 3 is onze toekomstvisie aangegeven voor 2040 uitgewerkt per thema. In de hoofdstukken 4 t/m 6 wordt het beleid voor de periode 2010-2015 beschreven en de daaruit afgeleide activiteiten. Om te beginnen met het thema ‘Beschermen’ in hoofdstuk 4. Daarna volgt in hoofdstuk 5 het thema ‘Benutten en Beleven’. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 het beleid voor het thema ‘Beheren’ beschreven. In hoofdstuk 7 wordt het beleid voor een aantal bijzondere Noord-Hollandse gebieden weergegeven. In hoofdstuk 8 ‘Besturen’ gaan we in op onze sturingsfilosofie, de rollen en taakverdeling in het waterbeleid. Vervolgens in hoofdstuk 9 ‘Bijstellen ander beleid’ geven we aan welk ander provinciaal beleid bijstelling behoeft als gevolg van dit Water plan. Hier zijn ook de nu bekende en toekomstige ruimtelijke consequenties per thema aangegeven. In hoofdstuk 10 ‘Bewaken’ geven we aan hoe we de uitvoering van dit Waterplan willen bewaken. Tenslotte geven we in hoofdstuk 11 ‘Betalen’ aan hoe we de provinciale kosten van het waterbeleid willen dekken.
12
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
2
n n
Klimaatbestendig waterbeheer
n n
Klimaatverandering vraagt om een herbezinning op de
gende zeespiegel, afnemende rivierafvoeren in de
ruimtelijke ontwikkeling en het waterbeheer van
zomer, langduriger droogteperioden en indringend
Nederland. Dit betekent dat het watersysteem en de ruim-
zout water via de rivieren en het grondwater. Dit
telijke inrichting zijn voorbereid op de gevolgen en kansen
leidt tot schadelijke gevolgen voor de drinkwatervoor
van klimaatverandering. Wij streven naar een klimaat
ziening, landbouw, scheepvaart en (koel)water
bestendige inrichting van het Noord-Hollandse watersy-
gerelateerde economische sectoren.
steem, waarbij op een duurzame manier met het beschikbare water wordt omgegaan. Vanuit het Waterplan willen
Voor de uitvoering van het advies voor een klimaat-
we de klimaatbestendigheid van het watersysteem verder
bestendige inrichting van Nederland heeft de
versterken.
Deltacommissie het Deltaprogramma opgesteld. Dit programma wordt financieel (Deltafonds) en politiek-bestuurlijk verankerd in een nieuwe Deltawet.
2.1 Deltacommissie
Met de uitvoering van het Deltaprogramma is tot 2050 een bedrag van 1,2 à 1,6 miljard euro per jaar
De tweede Deltacommissie heeft in september 2008
gemoeid. Voor de periode 2050-2100 is dat een
haar advies ‘Samen werken met water’ uitgebracht.
bedrag van 0,9 à 1,5 miljard euro per jaar. Binnen het
De Deltacommissie is door de regering gevraagd
Deltaprogramma wordt voor de waterveiligheid
advies uit te brengen over de bescherming van
zandsuppletie aan de kust toegepast. Als deze zand-
Nederland tegen de gevolgen van klimaatverande-
suppletie wordt vergroot om de Hollandse en
ring. Daarbij gaat het om de vraag hoe Nederland zo
Zeeuwse Noordzeekust met bijvoorbeeld 1 km uit te
ingericht kan worden dat het ook op de zeer lange
breiden waarmee er ruimte komt voor functies als
termijn klimaatbestendig is, veilig tegen overstro-
recreatie en natuur, dan is er een aanvullend bedrag
mingen, en een aantrekkelijke plaats is en blijft om te
nodig van 0,1 à 0,3 miljard euro per jaar. Deze bedra-
leven, wonen, werken, recreëren en investeren.
gen zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2007 en zijn
Voor waterveiligheid zouden dezelfde risiconormen
inclusief BTW.
moeten gelden als voor andere veiligheidsdomeinen. Daarom beveelt de commissie aan het veiligheids
De Deltacommissie heeft een toekomstvisie ontwik-
niveau van dijkringen met tenminste een factor 10 te
keld die reikt tot na 2100. Vanwege de lange termijn
verhogen. De Deltacommissie meent dat er rekening
is die toekomstvisie afhankelijk van de nationale,
moet worden gehouden met een zeespiegelstijging
Europese en mondiale ontwikkelingen. De Delta
van 0,65 tot 1,30 meter in 2100. Het effect van bodem-
commissie heeft daarom twaalf aanbevelingen gefor-
daling is hierin meegenomen. Deze waarden verte-
muleerd voor de korte en middellange termijn.
genwoordigen de mogelijke bovengrenzen. Voor de
Hieronder staan in kort bestek de twee meest rele-
maximale afvoer van de Rijn moet rond 2100 reke-
vante aanbevelingen voor Noord-Holland: een gelei-
ning worden gehouden met ongeveer 18.000 m 3/s
delijke verbreding van de Noordzeekust door extra
(huidige maatgevende afvoer is 16.000 m3/s ). De
zandsuppleties en de ontkoppeling van de peilen
zoetwatervoorziening komt onder druk door de stij-
van IJsselmeer en IJmeer/Markermeer terwijl bij het
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
13
IJsselmeer wordt geanticipeerd op een peilstijging
daarvan lijkt niet verantwoord en is onvoldoende
van maximaal 1,5 meter.
onderbouwd. Wij hebben een Stuurgroep ingesteld die ons hierover kan adviseren. Voor de uitwerking van het advies van de Deltacommissie zullen wij met
Aanbevelingen Deltacommissie Noordzeekust en
de regio en andere provincies en met het Rijk de dis-
IJsselmeergebied
cussie voeren. Wanneer wij de consequenties en kan-
Noordzeekust. Bouwen met de natuur. Voor de kust van Zeeland,
sen voor Noord-Holland beter in beeld hebben zul-
Holland en de Waddeneilanden wordt de kustveiligheid op orde
len we een nadere reactie geven.
gehouden door het suppleren van zand, eventueel met verlegging van de stroomgeulen. De suppleties moeten zodanig worden uit
2.2 Klimaatverandering
gevoerd dat de kust de komende eeuw kan aangroeien. Dit levert grote maatschappelijke meerwaarde op. Op korte termijn moeten zandwinlocaties gereserveerd worden. Ook moet onderzocht worden
Klimaatverandering betekent voor Noord-Holland
hoe deze grote volumes ecologisch, economisch en energetisch zo
dat wij te maken krijgen met veranderingen in tem-
efficiënt mogelijk kunnen worden gesuppleerd.
peratuur en neerslag, en een stijging van de zeespiegel. Naar verwachting stijgt de gemiddelde tempera-
IJsselmeergebied. Het peil van het IJsselmeer wordt met maximaal
tuur en neemt de gemiddelde neerslaghoeveelheid
1,5 m verhoogd. Daarmee kan tot na 2100 onder vrij verval worden
in de winter toe. Daarnaast zal de kans op extreme
gespuid op de Waddenzee. Het peil van het Markermeer wordt
situaties met hevigere neerslag of hittegolven waar-
niet verhoogd. Het IJsselmeer behoudt zijn strategische functie
schijnlijk toenemen. Deze effecten van klimaatveran-
als zoetwaterreservoir voor Noord-Nederland, Noord-Holland en,
dering kunnen leiden tot verdroging, zoetwater
vanwege de dieper indringende zouttong in de Nieuwe Waterweg,
tekorten, verzilting, pieken in wateroverschotten en
voor West-Nederland. De benodigde maatregelen voor de peilstijging
toenemende verschillen in wateraanvoer tussen
kunnen geleidelijk worden uitgevoerd. Het streven is een zo groot
zomer en winter.
mogelijke zoetwatervoorraad rond 2050. Onderzocht moet worden
Klimaatverandering vraagt om een herbezinning op
welke maatregelen nodig zijn om de inrichting van de benedenloop
de ruimtelijke ontwikkeling en het waterbeheer van
van de IJssel en het Zwarte Water aan te passen aan een verhoging
Nederland. Dit betekent dat het watersysteem en de
van het IJsselmeerpeil met 1,5 m. Afhankelijk van de gefaseerde aan
ruimtelijke inrichting zijn voorbereid op de gevolgen
pak zijn nog maatregelen nodig om tot een peilstijging van 1,5 m
en kansen van klimaatverandering. Hierbij wordt in
te komen.
de komende planperiode duidelijk welke leveringszekerheid het watersysteem biedt voor de verschillende gebruiksfuncties, zoals voor drinkwater, koelHet kabinet heeft de hoofdlijnen van het advies van
water, scheepvaart, zwemwater, stedelijk water,
de Deltacommissie onderschreven, maar vraagt om
bluswater, industrie, landbouw, natuur en recrea-
nader onderzoek naar nut en noodzaak, de conse-
tie.
quenties van de peilstijging van het IJsselmeer en
14
n
mogelijke alternatieven. Wij hebben via een brief aan
Klimaatbestendig betekent rekening houden met drie
Staatssecretaris Huizinga-Heringa van Verkeer en
aspecten:
Waterstaat op hoofdlijnen op het advies gereageerd.
1 Weerstand kunnen bieden aan externe omstan-
Wij kunnen ons vinden in de richting van het advies,
digheden die druk op het systeem uitoefenen.
maar vragen aandacht voor de maatvoering en de
2 Veerkracht bezitten voor een snel herstel.
verdeling van lusten en lasten. De aanbevelingen
3 Aanpassingsvermogen hebben om in te kunnen
voor de Noordzeekust zijn helemaal in lijn met onze
spelen op de onzekerheden in de richting, de
ambities, maar wij hebben vraagtekens bij de aanbe-
omvang en het tempo van de klimaatveran
velingen voor het IJsselmeergebied. De reikwijdte
dering.
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Bij het bepalen van de klimaatbestendigheid maken
Waterplan willen we de klimaatbestendigheid van
wij zoveel mogelijk gebruik van de inzichten uit de
het watersysteem verder versterken door:
nieuwste KNMI ’06-scenario’s voor 2050 en 2100 (G,
n Samen
met het Rijk en waterbeheerders nieuwe
G+, W en W+, zie kader) en de onzekerheden die in
veiligheidsnormen te ontwikkelen voor de pri-
deze scenario’s besloten zijn. De effecten van kli-
maire waterkeringen die meer rekening houden
maatverandering in Noord-Holland op basis van de
met de toegenomen gevolgen van overstromin-
KNMI’06-scenario’s en mogelijke gevolgen voor ver-
gen.
schillende ruimtelijke functies zijn in kaart gebracht
n Samen
met de waterschappen in de komende
in het Klimaateffectschetsboek Noord-Holland (juli
planperiode functiefaciliteringskaarten te ontwik-
2008; www.noord-holland.nl/projecten/Klimaat/
kelen voor Noord-Holland. Deze kaarten verken-
De_gevolgen/). Het actieplan Klimaat beschrijft onze
nen waar het watersysteem weinig of veel moeite
ambities in brede zin.
heeft om te voorzien in de waterbehoefte van landbouw, industrie, woningbouw en natuur, zowel op dit moment als in de toekomst wanneer
Klimaatscenario’s KNMI (2006)
rekening wordt gehouden met de klimaatveran-
De G-scenario’s staan voor Gematigd: wereldgemiddelde
dering (zie hoofdstuk 9.1 Structuurvisie).
temperatuurstijging van 1oC in 2050, De W-scenario’s staan voor Warm: wereldgemiddelde temperatuur stijging van
2oC
in 2050.
n Via
de Tender Water en Best Practices te stimule-
ren dat bedrijven (zie hoofdstuk 5.6 Bedrijfsleven) en landbouw (zie hoofdstuk 5.5 Landbouw) min-
De toevoeging van een + betekent dat ook wijzigingen in het lucht
der afhankelijk worden van het watersysteem,
stromingspatroon in West-Europa zijn meegenomen.
minder en schoner lozen op het oppervlakte water, door bijvoorbeeld zelfvoorzienend te worden in hun watervoorziening (onder andere via
Klimaatverandering brengt niet alleen extra risico’s
opvang regenwater, recirculatiesystemen, water-
en bedreigingen met zich mee die aandacht vragen
zuiveringsystemen per bedrijf of groep bedrijven,
vanuit het beschermen en beheren, maar ook kansen
grijswatercircuits).
als het gaat om het beleven en benutten van water.
n Stimuleren
dat provinciale vaarwegen (zie hoofd-
Het vraagt om aanpassingen aan de gevolgen van de
stuk 6.5 Oeverbeheer en -inrichting van de provinci-
klimaatverandering. Om de bijbehorende maatrege-
ale vaarwegen), bedrijventerreinen (zie hoofdstuk
len te kunnen uitvoeren is draagvlak nodig.
5.6 Bedrijfsleven) en recreatiegebieden (zie hoofd-
Waterbewustzijn creëer je door burgers en bedrijven
stuk 5.8 Toerisme en recreatie) klimaatbestendig
zich te laten realiseren dat het juist in hun eigen
worden ingericht (veilig, zuinig watergebruik,
buurt speelt. De landelijke campagne ‘Nederland
minimale wateroverlast, geen watertekort, vol-
leeft met water’ legt de algemene problematiek uit.
doende waterkwaliteit).
Provincie, waterschap en gemeenten maken de vertaling naar de regionale en lokale problematiek.
n Het
waterbewustzijn van de burger te vergroten
door regionaal de nationale waterbewustzijncampagne ‘Nederland leeft met Water’ te ondersteu-
Een klimaatbestendig watersysteem maken wij als
nen, door jaarlijks een waterweek te organiseren,
provincie niet alleen. Onze ambitie is om dit samen
door particulieren en bedrijven te stimuleren zelf
met de waterbeheerders en gemeenten te doen, en de
bij te dragen aan klimaatbestendigheid en door
vele kennis en ervaring die daar al aanwezig zijn ten
scholen te stimuleren een lesprogramma te ont-
volle te benutten. Wij streven naar een klimaat
wikkelen over waterbewustzijn in de eigen omge-
bestendige inrichting van het Noord-Hollandse
ving (zie hoofdstuk 5.11 Waterbewustzijn).
watersysteem, waarbij op een duurzame manier met het beschikbare water wordt omgegaan. Vanuit het
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
15
2.3 Klimaatbestendig per thema
n De verzilting en de aquacultuur bieden kansen voor
de landbouw, zij het op kleine schaal. De zilte landbouw is nog in een experimentele fase. De aquacul-
Klimaat is een onderwerp dat is verweven met bijna
tuur stimuleren wij actief, via de Agenda Landbouw
alle thema’s en gebieden in dit Waterplan. Hieronder
en Visserij, voor 2011 willen we twee pilots hebben
wordt per thema, waar relevant, de specifieke opgave
(zie hoofdstuk 5.5 Landbouw).
toegelicht:
n Door
klimaatverandering zal het aantal warme,
zomerse en tropische dagen toenemen. Tevens
Beschermen
zal het langs de Zuid-Europese kusten te warm
Ons beschermingsbeleid is gericht op het inperken
worden. Hierdoor komen er dus meer dagen die
van de gevolgen van klimaatverandering. Bij het
geschikt zijn voor recreatie aan de kust en komen
beoordelen van dijkversterkingsplannen is robuust ontwerpen voor ons een uitgangspunt. ‘Robuust’ kan op twee manieren worden ingevuld. De nu gangbare interpretatie is dat – rekening houdend met klimaatverandering – de dijk zo ontworpen wordt dat hij in principe de komende 50 jaar voldoet aan de veiligheidsnorm. Een andere invulling van ‘robuust’ is dat bij het ontwerp rekening wordt gehouden met in de toekomst nog nodige versterkingen, bijvoorbeeld door de kruin van de dijk te verbreden. Dit biedt op termijn meer flexibiliteit. Ook vragen wij gemeenten, waterbeheerders en het Rijk voldoende ruimte langs de waterkeringen te reserveren voor toekomstige dijkversterkingen. Wij zullen zelf bijdragen aan nieuwe studies op het gebied van Deltadijken. Gemeenten of andere initiatiefnemers houden bij de ontwikkeling van nieuwe buitendijkse gebieden of herstructurering van bestaande buitendijkse gebieden rekening met peilstijgingen van het IJsselmeer (zie hoofdstuk 4 Beschermen) en hanteren waterveilig bouwen als uitgangspunt.
Benutten en Beleven De klimaatverandering brengt kansen voor benutten en beleven: n Water
is een bron voor duurzame energie (zoet/
zout bij de Afsluitdijk; warmte-koude opslag). Voor zoet/zout leveren wij inbreng tijdens de marktverkenningsfase van de Afsluitdijk. Warmte-koude opslag wordt al enthousiast gebruikt door bedrijven, dus het is noodzakelijk dat we beleidskaders op gaan stellen, zodat er geen conflicten ontstaan in de ondergrond (zie hoofdstuk 5.3 Energie).
16
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
meer toeristen naar Nederland om te genieten
van het Noord-Hollandse cultuurlandschap en de
van het strand. We spelen actief in op deze kans
waterrecreatie (zie hoofdstuk 5.10 Cultuurhistorie
door voor de zandige versterking van de
en hoofdstuk. 5.8 Toerisme en recreatie). Ook de
Noordzeekust 13 miljoen euro te reserveren voor
aanleg van groengebieden in de stad (tegengaan
het veiliger en aantrekkelijker maken van de
hitte-eiland effect) biedt kansen voor recreatie en
Noord-Hollandse kust en om de badplaatsen een
levert een bijdrage aan een klimaatbestendige
kwaliteitsimpuls te geven (zie hoofdstuk 7.1
inrichting.
Noordzeekust). n Door
te ontwerpen met water kunnen we onze
De toekomstige klimaatverandering legt druk op ons
wateropgave (waterberging, bescherming en
(zoet)watersysteem en de natuur. We krijgen waar-
waterkwaliteit) combineren met de versterking
schijnlijk te maken met droge zomers en daardoor
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
17
een zoetwatertekort. Dit geeft zowel een kwantiteits-
waterkwaliteit negatief en vergroot het de verzil-
probleem (onvoldoende (zoet)water voor de gebruik-
tingsproblematiek door de langere droge zomers,
functies) als een kwaliteitsprobleem (water heeft niet
hogere temperaturen en zeespiegelstijging (zie
de juiste kwaliteit voor de gebruikfuncties). In stil-
kader), anderzijds zorgt het lokaal voor waterover-
staande wateren kan de kwaliteit van zwemwater
last door zware buien in de zomer en in de winter
afnemen en verantwoord gebruik van zwemwater
langere periodes met veel neerslag.
kritisch worden. Een toenemende neerslagintensiteit kan daarnaast zorgen voor een toenemende vuil emissie uit gemengde rioolstelsels. Daarnaast zorgen blauwalgen voor stankoverlast in stadswateren en
Effecten klimaatverandering op waterkwaliteit
jachthavens. Hierop anticiperen wij als volgt:
De chemische kwaliteit van het water komt onder de klimaatscenario’s
n Het
zowel direct als indirect onder druk. Direct doordat hogere temperaturen
IJsselmeer moet als zoetwaterbekken behou-
den blijven en ook in droge tijden kunnen voor-
zorgen voor een hogere oppervlaktewatertemperatuur en betere
zien in de zoetwater- en drinkwaterbehoefte van
omstandigheden voor onder andere blauwalg. Indirect doordat minder
Noord-Holland (zie hoofdstuk 5.1 Zoetwater
neerslag in het zomerhalfjaar en meer verdamping de reeds in het
voorziening).
water aanwezige concentraties van vervuilende stoffen, nutriënten
n Wij
stellen uiterlijk in 2012 samen met het water-
en zout verhoogt en zorgt voor een versterkte verzilting. En de zee
schap functiefaciliteringskaarten op (zie hoofd-
spiegelstijging versterkt de verzilting doordat de kweldruk in diepe
stuk 5.1 Zoetwatervoorziening).
polders toeneemt.
n Wij
stimuleren bedrijfsleven en landbouw om
De ecologische kwaliteit van het water komt onder druk doordat de
meer zelfvoorzienend te worden in hun zoetwa-
stijging van de temperatuur zorgt voor andere vis- en plantensoorten.
tervoorziening, door middel van de Tender Water
Door de slechtere leefomstandigheden zullen populaties verdwijnen,
en door goede praktijkvoorbeelden (zie hoofd-
de kolonisatie van nieuwe populaties wordt bepaald door de
stuk 5.5 Landbouw en 5.6 Bedrijfsleven en kennisin-
natuurlijke migratiesnelheid.
stituten). n Wij
stellen samen met belanghebbenden regio-
nale verdringingsreeksen op. Met deze reeksen
We anticiperen hierop door:
geven we aan welke prioriteiten we stellen voor
n Via
de implementatie van de Kaderrichtlijn Water
de (zoet)watervoorziening in extreme droge peri-
te zorgen voor een goede basiskwaliteit van het
oden. Een voorbeeld is de verdringingsreeks
grond- en oppervlaktewater en daardoor te zor-
Amstelland. Hiermee worden de belangen van
gen voor een veerkrachtig watersysteem (zie
natte natuur, scheepvaart, landbouw, drinkwater, nutsbedrijven en stevigheid van waterkeringen
hoofdstuk 6.3 Oppervlaktewaterkwaliteit). n Te
zorgen dat de provinciale sluizen en stuwen
afgewogen (zie hoofdstuk 5.1 Zoetwatervoor
in vaarwegen vispasseerbaar worden gemaakt
ziening).
(zie hoofdstuk 6.4 Vismigratie).
n Wij
onderzoeken samen met de waterkwaliteits-
n De
waterdoelen (waaronder waterberging, water-
beheerders methoden om watersystemen veer-
kwaliteit en waterparels) op te nemen in het ILG
krachtiger te laten zijn, met het oog op de zwem-
(zie hoofdstuk 7.11 Investeringsbudget Landelijk
waterkwaliteit en de ecologie, en in relatie tot
Gebied)
klimaatverandering (blauwalgproblematiek) (zie hoofdstuk 5.7 Zwemwater).
n Te
onderzoeken en inventariseren hoe we het
stedelijk water klimaatbestendiger kunnen maken. We accepteren geen wateroverlast. We
Beheren
18
n
willen problemen helder in kaart brengen, oplos-
Klimaatverandering heeft op twee manieren effect
singen niet alleen zoeken in reductie van de kans
op ons waterbeheer. Enerzijds beïnvloedt het de
op wateroverlast, maar ook in reductie van gevol-
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
gen. We willen draagvlak creëren voor investeringen door het economiseren van klimaatbestendigheid (zie hoofdstuk 6.9 Stedelijk waterbeheer).
Bijzondere Gebieden Klimaatbestendigheid moet in de Metropoolregio Amsterdam een leidend principe worden bij de locatiekeuze en de inrichting van stedelijke en landelijke functies. In de huidige plannen voor de ontwikkeling van de Noordvleugel is dit nog onvoldoende uitgewerkt. Ruimtelijk gaat het daarbij op regionaal niveau om de wateropgaven: waterveiligheid verhogen, waterberging vergroten, watertekort opheffen, waterkwaliteit verbeteren en anticiperen op de lange termijnverwachtingen daarover. Het toenemende overstromingsrisico heeft niet alleen consequenties voor buitendijkse bouwlocaties (IJmeer) en de laaggelegen stedelijke gebieden (bijvoorbeeld Haarlemmermeer, Bijlmermeer en Watergraafsmeer), maar ook voor verstedelijkingslocaties in gebieden met een minder hoog beschermingsniveau. Aandachtsgebieden zijn steden in droogmakerijen als de Haarlemmermeer. Bij voortgaande economische groei is de regio genoodzaakt te blijven bouwen onder zeespiegelniveau. Gezien de voorhanden zijnde ruimtelijke mogelijkheden gebeurt dit in de grote droogmakerijen (Haarlem mermeer). Een klimaatbestendige inrichting van het water systeem van het IJsselmeer vraagt een ander peilbeheer dat beter inspeelt op toenemende fluctuaties in wateraanvoer tussen de seizoenen, zodat ook in drogere periodes voldoende zoet water beschikbaar blijft. In de planperiode onderzoekt het Rijk samen met de betrokken provincies en waterbeheerders in hoeverre het IJsselmeer kan dienen als strategische zoetwatervoorraad voor Noord- en West-Nederland. Hierover wordt in 2015 een besluit genomen. Ontkoppeling van de peilen van IJsselmeer en Markermeer/IJmeer maakt het mogelijk om bij het laatste het ecologisch herstel voorop te stellen en daarmee ook ruimte te scheppen voor stedelijke ontwikkeling.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
19
20
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
3
n n n n
Toekomstbeeld: Noord-Holland in 2040
De thema’s Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren
de Agenda Economie. En: wanneer moeten we gaan
staan centraal in het toekomstbeeld voor Noord-Holland
voorsorteren op de lange termijn?
voor 2040. De speerpunten van dit Waterplan zijn er nu ook in opgenomen, te weten: het integrale beleid ten aanzien
Het toekomstbeeld is geen blauwdruk, maar geeft
van de ontwikkeling van de Noordzeekustzone en de opti-
richting aan het te voeren beleid. Wij kiezen bij het
male benutting van de economische kanten van water. Ook
streven naar dit toekomstbeeld voor een flexibele en
zijn de uitgangspunten van het Waterplan in het toekomst-
adaptieve houding. Vanwege wisselende omstandig-
beeld verwerkt. We geven aan hoe het waterbeheer op de
heden – denk aan de grote rol die klimaatsverande-
klimaatverandering inspeelt en waar water medesturend is
ring speelt – is het wenselijk dat het toekomstbeeld
voor de ruimtelijke ontwikkeling. We bestrijken de volle
kan worden aangepast. Met een flexibele en adap-
breedte van waterbeleid en -beheer, van fijnmazig tot groot-
tieve houding kan dat.
schalig; de bekende thema’s veiligheid, waterkwantiteit en
waterkwaliteit komen aan de orde, maar ook de onderwerpen grond- en drinkwater. Tegelijk geven we integrale beleids-
Beschermen
ontwikkelingen aan, die juist bestaan uit de combinatie van
In het Noord-Holland van de toekomst is het water-
verschillende functies. Bovendien noemen we de gebieden
systeem klimaatbestendig. Inwoners en bedrijvigheid
waar voorbeeldprojecten zijn gerealiseerd of ontwikkelingen
zijn te allen tijde voldoende beschermd tegen de zee-
op het gebied van water te zien zijn.
spiegelstijging. Een robuuste zeewering, sterke primaire waterkeringen en boezemkaden bieden
Er worden momenteel op landelijk en provinciaal
bescherming tegen overstromingen vanuit zee, IJssel-
niveau diverse toekomstbeelden geschetst: in de
en Markermeer en vanwege boezemwater. De dijk-
Structuurvisie, het Nationaal Waterplan, de Klimaat
versterkingen zijn ingepast in het landschap en ook
atlas, de studie ‘Randstad in Zicht’ en in het advies
te gebruiken voor recreatie. Op basis van de verster-
van de Deltacommissie. Wij willen die visies graag
king in 2015 voldoen voormalige zwakke schakels in
betrekken in ons eigen lange termijn toekomstbeeld.
de kust bij de Hondsbossche en Pettemer Zeewering
Dat gebruiken we dan om het volgende Waterplan
en de duinen tussen Petten en Den Helder in prin-
(2016-2021) toekomstbestendig te maken.
cipe nog 25 jaar aan de gestelde veiligheidsnorm. De
De centrale vraag voor de toekomst is: zijn onze
Noord-Hollandse Noordzeekust is een goed ontwik-
beleidslijnen en instrumenten voldoende toekomst-
keld gebied, waar natuur, recreatie en economie de
bestendig? Welk integraal en duurzaam waterbeheer
ruimte krijgen. Bij Zandvoort is te zien hoe kustver-
is noodzakelijk? Deze vraag stellen we voor de lange
sterking en stedelijke vernieuwing fraai gecombi-
termijn (2100), op basis van de door ons uitgezette
neerd zijn. Ook zijn er voorbeelden van duinverster-
beleidslijnen als de Structuurvisie, het Actie
king, dynamisch kustbeheer en plekken waar de kust
programma Klimaat 2007-2011, het Milieubeleidsplan,
verbreed is. Op sommige plaatsen zijn paviljoens het
de Bodemvisie, de Agenda Recreatie en Toerisme, de
hele jaar door toegestaan, de locaties zijn in de pro-
Netwerkstrategie Vaarwegen en Binnenhavens
vinciale Structuurvisie opgenomen. De Afsluitdijk is
Noord-Holland, de Agenda Landbouw en Visserij en
versterkt en op sobere wijze economisch en toeris-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
21
tisch ontwikkeld. De gevolgen van een zeer zeldzame
gen zijn geprioriteerd per regio, met het oog op het
overstroming zijn preventief beperkt door ruimte-
beperken van de maatschappelijke en economische
lijke compartimentering met nieuwe of versterkte
schade (verdringingsreeks). Inwoners en bedrijven
dijken, het verhoogd aanleggen van nieuwe stads
weten hoe het water tijdens een watertekort in een
delen en het verbeteren van evacuatiemogelijkheden.
droge zomer verdeeld zal worden. Bovendien weten
De inwoners weten wat ze in dit geval moeten doen
zij wat ze zelf kunnen doen om minder water te
en kennen het risico. Jaarlijks wordt er een lokale
gebruiken.
oefening gehouden. Op sommige plaatsen is waterbestendig gebouwd.
De binnenvaart is een volwaardig alternatief voor
De Metropoolregio Amsterdam is goed beschermd,
goederentransport over de weg. Het vaarwegennet
(internationale) bedrijven vestigen zich in deze regio
is optimaal. Er is ruimte voor de binnenvaart en bin-
vooral vanwege de aantrekkelijke combinatie van groen, water en stad.
Benutten Het schaarser wordende zoet water wordt duurzaam beheerd en benut. Voor het nathouden van de funderingen van huizen en stabiliteit van dijken zal altijd voldoende water aan te voeren zijn. De drinkwatervoorziening komt nooit in gevaar. Er zijn voldoende strategische reserves/grondwatervoorraden en voor de productie van drinkwater zijn verschillende bronnen beschikbaar. In geval van nood (tekorten in extreme droge periodes) kan dus op een andere bron worden overgeschakeld. Er is ook in droge periodes voldoende water beschikbaar vanuit IJsselmeer en Markermeer. De bronnen (grondwater van de duinen en het Gooi en oppervlaktewater uit het IJsselmeer) zijn goed beschermd. De negatieve effecten van grondwaterwinning op de omgeving zijn geminimaliseerd. De winning van natuurlijk duinwater is geminimaliseerd om verdroging te bestrijden. Bij de winning zijn infiltratie en terugwinning goed ingepast in het duinecosysteem. De zoetwaterbel onder de duinrand werkt als buffer om verzilting in de binnenduinrand tegen te gaan. De grondwateroverlast is niet vergroot in gemeenten in de binnenduinrand. De energievoorziening komt niet in gevaar omdat er voldoende koelwater beschikbaar is en de bedrijven hun behoefte aan koelwater hebben geminimaliseerd. Voor de energievoorziening van gebouwen wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van duurzame warmte-koude opslag. Verschillende andere belan-
22
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
nenhavens op duurzame haven- en kadeterreinen
onderdrukken. De landbouw en bedrijven zijn steeds
vooral in Amsterdam en het Noordzeekanaalgebied
meer zelfvoorzienend in hun waterbehoefte. Er zijn
(ligplaatsen met walstroom, containerterminal
kwekerijen voor vis, schaal- en schelpdieren, algen,
Zeehaven Ijmuiden) en langs het Noordhollandsch
zilte en zoute gewassen. Er is een goed vestigings
Kanaal (Texel, Den Helder, Schagen, Alkmaar,
klimaat voor bedrijven, men heeft vertrouwen in het
Zaanstad). Bij Schiphol is een goede containertermi-
robuuste klimaatbestendige watersysteem.
nal in de Ringvaart-Oost.
De wateruniversiteit is opgericht en heeft een groot aantal studenten. De universiteit ontwikkelt praktijk-
In landbouwgebieden met zout grondwater zijn de
gerichte uitvindingen voor de wateropgave, samen
teelttechnieken aangepast, of is gekozen voor hogere
met Noord-Hollandse bedrijven en waterbeheerders.
(grond)waterstanden om de zoute kwelstromen te
Uit andere provincies en landen komen geïnteres-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
23
seerden kijken naar onze proefprojecten op het
Ecologisch waardevolle wateren in bijzondere
gebied van klimaatbestendig waterbeheer en water-
(natuur)gebieden zoals de duinen, de veenweide- en
neutraal bouwen.
de brakke gebieden, zijn door een wandel- en fietsnetwerk te beleven. Goede verbindingen tussen
Beleven
watersystemen zijn gerealiseerd voor het migreren
Noord-Holland staat bekend om zijn water, Noord
van diersoorten, zoals bijvoorbeeld vis. Vooroevers
zeekust, strand en duinen, IJsselmeerkust, waterrijke
en zandplaten zijn ingezet ter bescherming tegen
cultuurlandschappen, bollenvelden en polderland-
water. Stedelijk water met cultuurhistorische waarde
schap. Noord-Holland wordt beleefd als dé water-
en waterrijke cultuurlandschappen zijn toegankelijk
sportprovincie. Kanalen, meren, plassen, grachten,
en te beleven, met name in gebieden zoals de
bruggen en havens worden ervaren als unieke cul-
Beemster en rond de grote steden. De oude inunda-
tuurelementen, die bijdragen aan die beleving. De
tievelden van de Stelling van Amsterdam zijn te
Stelling van Amsterdam en de droogmakerij de
beleven, bijvoorbeeld in de Beemster, de Zeevang, de
Beemster zijn internationaal bekende werelderfgoe-
Haarlemmermeer en Beverwijk. Daar is waterber-
deren. De veilige en aantrekkelijke kust draagt bij
ging gecombineerd met natuur, recreatie en cultuur-
aan het Noord-Hollandse vestigingsklimaat en biedt
historie. In de Beemster is daardoor het cultuurhis
ook zelf ruimte aan nieuwe ontwikkelingen op het
torisch verkavelingspatroon bewaard gebleven.
gebied van wonen, toerisme en recreatie, natuur en
Archeologische vindplaatsen zijn beschermd bij het
duurzame energie.
maken van waterberging.
Door al deze zaken is Noord-Holland een toeristische trekpleister op het gebied van watersport en water-
Er zijn wateren voor al dan niet gemotoriseerde
rijke cultuur.
waterrecreatie, om te vissen en voor de beleving van natuur en cultuur. Hier wordt rustig gevaren. De
Het IJmeer en Markermeer hebben grootschalige
sluizen en bruggen zijn in het zomerseizoen vaker
moerasachtige gebieden: luwtegebieden met water-
open en kennen een groene golf. De recreatievaart
planten en een seizoensgebonden peil. Hierdoor is
gaat zorgvuldig om met afvalwater, en olie- en verf-
de waterkwaliteit en de kwaliteit van het Natura
lozingen.
2000-gebied sterk toegenomen. Er is ruimte voor recreatie en natuur. Wonen en recreatie zijn gereali-
Hierdoor heeft de provincie een grote diversiteit aan
seerd met behoud van ecologische kwaliteit. Het
natuur en recreatie: grootschalig en kleinschalig, en
Wieringerrandmeer heeft een impuls gegeven aan de
al dan niet verweven met ander grondgebruik. Water
economie en waterrecreatie in de Kop van Noord-
is een onderwerp dat maatschappelijk leeft. Bij de
Holland. In de Bloemendalerpolder is een waterrijke
inwoners van Noord-Holland is waterbewustzijn en
woonomgeving gecreëerd. In de Haarlemmermeer is
risicobewustzijn ontstaan.
een mooie combinatie van water, wonen en recreatie
Beheren
gemaakt.
Duurzaam waterbeheer is medesturend voor het
24
n
Aan de stadsranden versterken stad en platteland
ruimtelijk beleid. Zo zorgen we dat bij nieuwe ruim-
elkaar en wordt schoon water optimaal gebruikt voor
telijke ontwikkelingen niet alleen het watersysteem
recreatie en natuur. Voor de inwoners is er altijd
verbetert, maar ook de ruimtelijke kwaliteit. In de
schoon en veilig zwemwater in de buurt. In alle
diepe droogmakerijen Haarlemmermeer,
recreatiegebieden rondom de stad is het waterbeheer
Horstermeerpolderpolder en Bovenkerkerpolder is
ecologisch/duurzaam en is wateropvang gereali-
door vernatting de benodigde waterberging en duur-
seerd voor de veiligheid van de stad. De waterkwa-
zaam waterbeheer gerealiseerd. In enkele gebieden,
liteit van natuur- en recreatiegebieden is goed.
zoals de Westzaan bijvoorbeeld, bepaalt het (brakke)
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
water de functie als natuurgebied. Dit leidt tot
sluizen zijn in beide richtingen passeerbaar voor vis-
kostenefficiënter en robuuster waterbeheer.
sen. Het grondwater is van een hoge kwaliteit, wat nodig is voor het goed functioneren van het ecosy-
De kans op wateroverlast is klein doordat het water
steem en voor het gebruik als drinkwater. De verdro-
de ruimte heeft gekregen, de stad klimaatbestendig
ging van Natura 2000-gebieden is bestreden.
is ingericht en het watersysteem in staat is de neer-
Grondwateronttrekkingen hebben geen negatief
slagpieken te verwerken. Is in een extreme situatie
effect op de omgeving en grondwateronttrekking en
ingrijpen toch noodzakelijk om de boezem te ontlas-
aanvulling van het grondwater zijn in evenwicht.
ten, dan is het noodoverloopgebied zo ingericht dat de schade beperkt blijft tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Daarvoor is dan een schaderegeling met de inwoners getroffen. Verschillende functies van land en water zijn slim met elkaar verweven en op elkaar afgestemd. In bestaande gebieden bedienen bedrijven zich van innovatieve technieken om de productie te optimaliseren en tegelijk duurzaam met het water om te gaan. Nieuwe woningen en bedrijven zijn waterneutraal (eigen wateropvang, zuivering, grijswatercircuit, droog toilet et cetera), zijn gebouwd met duurzame bouwmaterialen en hebben een goede ontwatering en afwatering. Denk bijvoorbeeld aan Aalsmeer Greenport, Agriport A7, het te verbouwen provinciehuis en werkstad A4. Landbouw, natuur en stedelijk gebied zijn zodoende verzekerd van de gewenste kwaliteit en hoeveelheid water. De inrichting van het watersysteem draagt bovendien bij aan landschappen waar het prettig wonen, werken en recreëren is. De vaarwegen worden zo beheerd en onderhouden, dat de bevaarbaarheid, snelheid, betrouwbaarheid en veiligheid optimaal zijn. De binnenvaart en recreatievaart zijn leidend voor het beheer van het Noordzeekanaal, de Zaan, het Noordhollandsch Kanaal en de ringvaart Haarlemmermeer. In de overige vaarwegen krijgen recreatie en natuur de ruimte. De ecologische en chemische kwaliteit van het water zijn sterk toegenomen en zichtbaar. De fosfaat- en nitraatconcentraties van het oppervlaktewater belemmeren niet langer de toename van de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. De vismigratieknelpunten zijn opgelost en nieuw aangelegde
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
25
26
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
4
n n
Beschermen
n n
Noord-Holland is een dichtbevolkte provincie met voor
gen bieden bescherming tegen overstromingen van-
Nederland vitale bedrijvigheid (Amsterdam, Schiphol,
uit de regionale watersystemen (kanalen, vaarten,
Aalsmeer en Havenbedrijf Amsterdam) en unieke cultuur-
meren en boezemwater), beschermen buitendijks
en natuurwaarden (Stelling van Amsterdam, de Beemster,
gebied of dienen als achtervang tegen overstromin-
IJmeer/Markermeer, duinen aan de Noordzeekust,
gen vanuit buitenwater (zie bijlage 9 kaart Regionale
Waddenzee en Oostelijke Vechtplassen). Het beschermen
Waterkeringen).
van deze waarden is van provinciaal belang. We waarborgen samen met waterschappen en Rijkswaterstaat de
Of de geboden mate van bescherming in de toekomst
bescherming van mens, natuur en bedrijvigheid tegen
afdoende is, heeft onder andere te maken met de
overstromingrisico’s via het principe:
effecten van klimaatverandering. Wanneer de zee-
n preventie
spiegel meer dan 50 cm stijgt, heeft dit consequenties
(het op orde houden van de waterkeringen
met aandacht voor ruimtelijke kwaliteit), n gevolgschade
beperken (bijvoorbeeld waterbestendig
bouwen daar waar nodig), en n rampenbeheersing
(bijvoorbeeld vluchtroutes en risico-
communicatie).
voor de waterkeringen en het peilbeheer van de watersystemen. Zowel de primaire als de regionale waterkeringen moeten dan verhoogd en versterkt worden. Ook zijn er dan (innovatieve) oplossingen nodig om onder die omstandigheden te kunnen blijven spuien dan wel af te malen op de grote buiten-
Wij zien toe op inpassing van de dijkversterkingen in het
wateren.
landschap en de stedelijke omgeving en we waken over de cultuurhistorische en ecologische waarden. We grijpen
De verwachting van zowel het KNMI als de
dijkversterkingen aan om de ruimtelijke kwaliteit in het
Deltacommissie is dat de zeespiegelstijging tot 2050
gebied te versterken. We zetten ons speciaal in bij de ver-
de genoemde 50 cm niet te boven gaat. Voor de peri-
sterking van de Noordzeekust en de kwaliteitsimpuls aan
ode daarna worden andere cijfers gebruikt. De
het gebied en de badplaatsen.
Deltacommissie hanteert voor 2100 een bovengrens voor de relatieve zeespiegelstijging van 0,65 tot 1,30 meter, het KNMI hanteert voor 2100 een bandbreedte
4.1 Meerlaagsveiligheid
voor de absolute zeespiegelstijging van 35 tot 85 centimeter. Na 2050 kan de zeespiegelstijging de
Analyse
genoemde 50 centimeter dus wel te boven gaan.
Noord-Holland ligt voor een groot deel beneden de zeespiegel en grenst aan drie zijden aan grote wate-
Klimaatverandering leidt ook tot een andere afvoer
ren. De waterkeringen beschermen het land, de
van de rivieren. Het waterpeil van het IJsselmeer is
inwoners en hun eigendommen tegen overstromin-
afhankelijk van de aanvoer van water door de IJssel.
gen. Primaire waterkeringen bieden bescherming
En die wordt weer bepaald door wat via de Rijn ons
tegen overstromingen vanuit buitenwater (Noordzee,
land binnen stroomt. Het KNMI verwacht afne-
Waddenzee, IJsselmeer en Markermeer (zie bijlage 9
mende zomerafvoeren en toenemende winterafvoe-
kaart Primaire Waterkeringen). Regionale waterkerin-
ren en daarbinnen extremere fluctuaties: heviger
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
27
buien en langduriger droogtes. Vanwege de te ver-
Doelen voor de lange termijn (2040)
wachten schaarste aan zoet water beveelt de Delta
In 2040 voldoen de primaire en regionale waterkeringen
commissie aan om het IJsselmeer in de toekomst als
aan de gestelde normen. Aanvullend op deze pre-
strategische zoetwatervoorraad te benutten. Hiervoor
ventieve aanpak, is de provincie opgedeeld in risico-
is volgens de commissie een peilstijging van maxi-
zones. In zones met een hoog risico gelden aanvul-
maal 1,5 meter nodig. Rijkswaterstaat gaat dit de
lende eisen voor ruimtelijke ontwikkelingen. Nieuwe
komende jaren onderzoeken. In 2015 wordt hierover
vitale functies zijn buiten deze zones gevestigd.
een besluit genomen.
Iedereen in Noord-Holland weet wat hem of haar te doen staat bij een overstroming.
Zoals de Deltacommissie ook aangeeft, is klimaatverandering niet de enige reden om de waterveiligheid te willen verbeteren. Ook vanwege de toegenomen bevolkingsdichtheid en de toegenomen economische
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Bij
maatregelen voor gevolgenbeperking en risico
waarde achter de dijken, is het nodig de over
bewustzijn richten we ons voornamelijk op het
stromingskansen verder te verkleinen. Bovendien
beperken van het (toenemende) restrisico. Bij
moeten de waterveiligheidsnormen meer in lijn wor-
nieuwbouw en herstructurering houden we reke-
den gebracht met die voor de andere veiligheidsdo-
ning met de evacuatiemogelijkheden. We stimu-
meinen (chemische industrie, luchtvaart et cetera).
leren het houden van een jaarlijkse rampenoefe-
Ook dit kan tot een aanscherping van de normen lei-
ning op basis van een overstromingsscenario.
den. De Deltacommissie pleit in dit verband voor een
n Wij
passen de overstromingsrisicokaarten toe
verhoging van het veiligheidsniveau van dijkringen
voor verdere professionalisering van de risico-
met een factor 10.
communicatie en de calamiteitenorganisatie en bij de ontwikkeling van ruimtelijk beleid.
De kans op een overstroming kan nooit tot nul wor-
waterbeheerders bepaald welke regionale water-
tie ook aandacht worden besteed aan beperking van
keringen van belang zijn voor het compartimen-
de gevolgen van eventuele overstromingen. Dit
teren van dijkringgebieden. In 2015 hebben we
gebeurt door in de ruimtelijke ordening rekening te
alle gewenste compartimenteringskeringen aan-
houden met overstromingsrisico’s. De risico-commu-
gewezen en vastgelegd in de provinciale Water
nicatie en de calamiteitenorganisatie worden gepro-
verordening en de Structuurvisie. n Wij
zorgen samen met de waterbeheerders en de
veiligheid’. Preventie staat nog steeds voorop, maar
gemeenten voor actuele rampen- en calamiteiten-
wordt aangevuld met duurzame ruimtelijke plan-
plannen, waarin de laatste kennis op het gebied van
ning en rampenbeheersing. Voor deze twee sporen
evacuaties en risico-communicatie is opgenomen.
hebben we actuele overstromingsrisicokaarten (zie
n Wij
beschikken in 2013 over een risicokaart, op
bijlage 9 Overstromingsrisicokaart) nodig. In de plan-
basis waarvan een risicozonering kan worden
periode gaan we daarmee verder, zodat we in 2013
opgesteld. In 2015 zijn we klaar met de risico
en 2015 ook kunnen voldoen aan de Europese
beheersplannen.
Richtlijn Overstromingsrisico’s. In 2013 moeten de
n
hebben in 2012 in overleg met het Rijk en de
den gereduceerd. Daarom moet behalve aan preven-
fessionaliseerd. Deze aanpak noemen we ‘meerlaags-
28
n Wij
n Wij
willen bij dijkversterkingsprojecten (zie bij-
kaarten klaar zijn, in 2015 de risicobeheersplannen.
lage 9 kaart Planning dijkversterkingen) goed met
Deze kaarten worden in de planperiode ook al toe-
andere overheden samenwerken en ons construc-
gepast voor nieuw beleid in de ruimtelijke ordening,
tief opstellen wanneer zij de dijkversterkingen
de risico-communicatie en de calamiteitenbestrij-
willen combineren met andere plannen (natuur,
ding.
recreatie, woningbouw).
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n Wij
gebruiken voor het waterveiligheidsbeleid
nog forse inspanningen voor de toetsing van kunst-
niet alleen instrumenten die ons via de Waterwet
werken en de zogenaamde categorie C-waterkerin-
ten dienste staan, maar ook Wro-instrumenten
gen. Na de toetsing moet er zicht zijn op een spoe-
zoals:
dige aanpak van de waterkeringen die met een
– Verordeningen voor het in bestemmingsplan-
onvoldoende uit de toetsing komen. Voor de aanpak
nen opnemen van risicogebieden waarvoor
van de categorie C-waterkering langs het Amsterdam-
beperkingen gelden.
Rijnkanaal, is het resultaat van de studie naar de
– Wanneer het niet anders kan: aanwijzingen, projectbesluiten en inpassingsplannen om
bedreiging van dijkring 14 vanuit het rivierengebied relevant.
(aanpassing van) waterkeringen gerealiseerd te krijgen.
Het Rijk wil in 2011 een nieuw normenstelsel voor de primaire waterkeringen klaar hebben, op basis van
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
onder andere de resultaten van het onderzoekspro-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
gramma Veiligheid Nederland in Kaart. Hierbij wor-
en derden?
den ook de gevolgen in beeld gebracht van de door
Ze hebben een pro-actieve houding bij het klimaat-
de Deltacommissie voorgestelde verhoging van de
bestendig maken van de provincie.
veiligheid van dijkringen met een factor 10. Tijdens de vierde toetsingsronde vanaf 2012 wordt – parallel aan de toetsing op basis van de huidige normen –
4.2 Primaire waterkeringen
geoefend met de nieuwe systematiek. Uiterlijk in 2017 volgt besluitvorming over nieuwe normen voor
Analyse Primaire waterkeringen beschermen ons tegen over-
overstromingskansen, die daarna worden vastgelegd in de Waterwet.
stromingen vanuit het buitenwater (Noordzee, Waddenzee, IJssel- en Markermeer, zie bijlage 9 kaart
Doelen voor de lange termijn (2040)
Primaire Waterkeringen). In de wet zijn voor deze
Preventie is cruciaal om Noord-Holland te bescher-
waterkeringen veiligheidsnormen vastgelegd om
men tegen overstromingen. Het beheren, toetsen en
deze bescherming voldoende te waarborgen. In deze
waar nodig versterken van primaire waterkeringen
planperiode is het de grote opgave om de primaire
is een continu proces. Dijkversterkingen blijven
waterkeringen op orde te krijgen. In de meeste geval-
nodig, zoals ook het advies van de Deltacommissie
len nemen de waterschappen en Rijkswaterstaat het
bevestigt. Het belang van een innovatieve aanpak
initiatief tot dijkversterkingen (zie bijlage 9 kaart
neemt toe omdat de beschikbare ruimte beperkt is of
Planning dijkversterkingen). Bij de kust heeft de pro-
andere waarden op en rond de waterkeringen steeds
vincie een duidelijke regierol in de Zwakke schakel
zwaarder wegen. We houden een voorkeur voor
Duinen Kop van Noord-Holland. Voor alle verster-
zachte, zandige oplossingen, vooral in combinatie
kingen zien we erop toe dat de waterveiligheid
met natuurversterking.
wordt gerealiseerd, rekeninghoudend met ruimte-
Waar mogelijk zijn klimaatbestendige dijken aange-
lijke kwaliteit en de cultuurhistorische en ecologische
legd, met verschillende gebruiksfuncties op een
waarden van waterkeringen en aangrenzende zones.
breed talud en ecologische waarden achter de dijk.
Veiligheid staat voorop, maar kan goed samengaan
Andere oplossingsrichtingen, zoals het verminderen
met het realiseren van andere provinciale ambities.
van de belasting van een dijk door vooroeverontwikkeling, zijn gelijkwaardig aan de klassieke dijkver-
De lopende derde toetsronde moet een volledig beeld
sterking. Nieuwe technieken zijn nodig voor een
geven van de waterstaatkundige veiligheid van de
goede landschappelijke inpassing en voor het moge-
primaire waterkeringen in onze provincie. Dit vraagt
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
29
lijk maken van functiecombinaties (ecologie, woning-
bescherming tegen overstromingen vanuit het
bouw, recreatie).
buitenwater. Deze normen en systematiek moeten transparant en robuust genoeg zijn om
Wat doet de provincie tot en met 2015?
Noord-Holland ook in de toekomst kosteneffectief
Welke instrumenten zet de provincie in?
te beschermen en ruimte laten voor een innova-
n Wij
zijn regisseur bij het versterken van de
tieve (maatwerk-)aanpak.
Zwakke Schakel Duinen Kop van Noord-Holland. De Zwakke schakels zijn aangepakt om voor
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
minimaal vijftig jaar te voldoen aan de wettelijke
waterstaat, waterschappen, gemeenten
veiligheidsnorm.
en derden?
n Wij
houden toezicht op de waterveiligheid, onder
meer door tweejaarlijks een provinciaal veiligheidsverslag ‘Veiligheid primaire waterkeringen’
tijdig versterken van primaire waterkeringen die
waterschappen te maken over de aanpak van de
onvoldoende zijn getoetst.
onvoldoende zijn beoordeeld. Het eerstvolgende verslag is in januari 2011 klaar. n Wij
houden toezicht op de dijkverbeteringen van
het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2006 en werken samen met de waterschappen om andere ambities mee te koppelen (ruimtelijke kwaliteit, recreatie en natuur). n Wij keuren dijkverbeteringsplannen goed en vragen
aandacht voor robuustheid, ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorische en landschappelijke waarden en versterking van ecologische en recreatieve waarden. n Wij
gaan met het rijk en de waterschappen onder-
zoeken hoe wij bij de (voorbereiding van) dijkversterkingen kunnen anticiperen op het advies van de Deltacommissie. n Wij
stellen – waar nodig – verordeningen op over
het in bestemmingsplannen opnemen van voldoende ruimte voor preventieve oplossingen bij de bescherming tegen overstromingen. n Wij
geven mede vorm aan het toekomstig pre-
ventief waterveiligheidsbeleid, met aandacht voor innovatieve dijkverbeteringen met bijbehorende ruimtelijke reserveringen, een transparante afweging van dijkversterking en (ruimtelijke) maatregelen en actualisatie van de veiligheidsnormen. n Wij
dragen bij aan de ontwikkeling van nieuwe
veiligheidsnormen en toetssystematiek voor de
n
voldoende middelen beschikbaar voor het
op te stellen en afspraken met het Rijk en de primaire waterkeringen die bij de toetsing als
30
Rijk n Stelt
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n Bereidt
in nauw overleg met waterschappen en
ontwerp en bij de uitvoering van versterkingen
provincies nieuwe veiligheidsnormen voor de
worden significant negatieve effecten op de
primaire waterkeringen voor.
instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-gebie-
n Zorgt
voor adequate en tijdige toetsing en waar
nodig verbetering van waterkeringen in beheer bij Rijkswaterstaat.
den uitgesloten. n Beheren
de primaire waterkeringen conform de
daartoe vastgestelde provinciale verordening en zorgen voor periodieke toetsing van de in hun
Waterschappen n Voeren
het Hoogwaterbeschermingsprogramma
beheer zijnde primaire waterkeringen. n Nemen
deel aan de discussie over de betekenis
2006 uit. De versterkingen van dit programma
van ‘Veiligheid Nederland in Kaart’ en de door
zijn in 2015 voor 80% gereed. De overige 20% is
de Deltacommissie voorgestelde verhoging van
gereed in 2018, inclusief de Afsluitdijk. De ver-
de veiligheid met een factor 10 voor de veilig-
sterkingen zijn robuust uitgevoerd en kansen zijn
heidsnormen (kwaliteit, meerwaarde, tijdpad,
benut voor de versterking van ruimtelijke kwali-
kosten).
teit en andere gebruiksfuncties van de dijk. In het
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
31
n Plannen
in overleg met de provincie de verbete-
ring van primaire waterkeringen in die in de derde toetsronde (2006-2011) als onvoldoende zijn beoordeeld.
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
zorgen voor het aanwijzen en waar mogelijk
normeren van andere regionale waterkeringen, naast de genormeerde boezemkaden.
Gemeenten n Reserveren
n Wij
stellen instrumenten beschikbaar voor het
ruimte in hun ruimtelijke plannen
toetsen, verbeteren en beheren van regionale
voor de verbetering van primaire waterkerin-
waterkeringen én maken afspraken over het
gen.
toetsproces en het verbeterprogramma.
n Creëren
in overleg met de waterkeringbeheerders
kansen voor ruimtelijke kwaliteit en andere functies op of langs de primaire waterkering.
n Wij nemen de belangrijkste regionale waterkeringen
op in de Structuurvisie. n Wij
passen bij versterkingen met een groot pro-
vinciaal belang de projectprocedure toe: we fungeren als toezichthouder én partner.
4.3 Regionale waterkeringen
n Wij
inventariseren met de waterschappen de
betekenis van het advies van de Deltacommissie
Analyse
voor regionale waterkeringen.
Noord-Holland heeft ruim tweeduizend kilometer
n Wij
stimuleren innovatie.
aan regionale waterkeringen (zie bijlage 9 kaart
n Wij
maken afspraken met Rijkswaterstaat over de
Regionale keringen). De belangrijkste zijn de boezem-
status van de regionale keringen die in beheer
kaden, de compartimenteringdijken en de voorland-
zijn bij deze organisatie.
keringen. Deze regionale waterkeringen bieden
n Wij
zorgen voor een beleidskader voor samen-
bescherming tegen overstromingen vanuit kanalen,
hang tussen preventie en gevolgenbeperking bij
vaarten en boezemwater. Verder dienen ze als ach-
het op orde brengen van de regionale keringen.
tervang bij overstromingen vanuit buitenwater of ze
n Wij
stellen, indien mogelijk, subsidiering via het
beschermen buitendijkse gebieden. Ongeveer 1.400
ILG beschikbaar bij kadeverbeteringen waar ook
kilometer boezemkade is aangewezen en genor-
maatregelen worden uitgevoerd ter realisatie van
meerd in de provinciale Waterverordening. De
provinciale en/of Rijksdoelen die binnen het
belangrijkste ambities voor deze planperiode zijn het
ILG-kader vallen.
op orde brengen van de genormeerde boezemkaden en het aanwijzen en wellicht normeren van andere
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
belangrijke regionale waterkeringen. De risicobena-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
dering is het vertrekpunt bij beide ambities.
en derden?
Doelen voor de lange termijn (2040) n Genormeerde
regionale waterkeringen zijn blij-
vend op orde. n Gemeenten
Waterschappen n Toetsen,
verbeteren en beheren van de genor-
meerde boezemkaden. Het zwaartepunt bij pre-
zijn zich bewust van restrisico’s en
ventie ligt bij het op orde brengen van de genor-
hebben in samenspraak met waterschappen
meerde boezemkaden met veiligheidsklassen V,
maatregelen genomen om goed voorbereid te zijn
IV en III voor 2015; in 2020 geldt dat voor alle
op een regionale overstroming.
genormeerde boezemkaden.
n De
veiligheidsnorm is gerelateerd aan de gevol-
n Treffen
bij verbeteringen – waar mogelijk – ook
genkant, met toepassing van het kostenveroorza-
maatregelen ter verbetering van de waterkwali-
kersbeginsel.
teit of ter versterking van recreatieve, natuurlijke, landschappelijke of cultuurhistorische waarden.
32
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
In het ontwerp en bij de uitvoering van versterkingen, is specifieke aandacht voor de vraag in hoeverre verbetering kan bijdragen aan de
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
dragen uiterlijk 1 januari 2011 de bestrij-
instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-
dingstaak over aan de waterschappen. Tot de
gebieden.
feitelijke overdracht zijn we verantwoordelijk
n Leveren
voorstellen voor samenhang tussen pre-
ventie en gevolgenbeperking (maatwerk).
voor een adequate bestrijding. n Wij
stellen met de waterschappen een overeen-
komst op voor de overdracht van de bestrij-
Rijkswaterstaat n Normeert
dingstaak. Hierin worden afspraken gemaakt
en toetst regionale waterkeringen die
over de kwantiteit en kwaliteit van de bestrijding,
onder haar beheer vallen volgens de systematiek
uitgedrukt in landelijk vastgestelde indicatoren
van de risicobenadering.
zoals vangsten per kilometer watergang en ver-
n Draagt
deze regionale waterkeringen over aan de
waterschappen, na normering en eventueel op
spreidingsgraad. Bestrijding gebeurt volgens nationale en internationale normen.
orde brengen.
Wat verwachten we van Rijk, Rijks Gemeenten n Maken
in hun bestemmingsplannen ruimte voor
waterstaat, waterschappen, gemeenten en derden?
het verbeteren van regionale waterkeringen. n Maken
in overleg met de waterschappen ‘werk
met werk’ in het kader van het multifunctionele gebruik van regionale waterkeringen. n Zijn
Waterschappen n Hebben
de taak muskusrattenbestrijding opgeno-
men in hun waterbeheerplan.
zich bewust van restrisico’s en nemen waar
nodig maatregelen.
4.5 Veiligheid buitendijkse gebieden 4.4 Muskusrattenbestrijding Analyse Noordzeekust Analyse
Het buitendijkse gebied langs de Noordzeekust
De muskusrat wordt in heel Nederland bestreden.
bestaat uit het dichtst bij zee gelegen deel van de dui-
Zijn graafgedrag vormt een veiligheidsrisico voor de
nen. In het verleden ging de aandacht vooral uit naar
waterkeringen. Deze bestrijding is een wettelijke taak
het bouwbeleid in het buitendijkse deel van de op
van de provincies.
deze duinen gelegen badplaatsen. Een commissie
Bij het opstellen van de Waterwet is ook de muskus-
onder leiding van de Noord-Hollandse gedeputeerde
rattenbestrijding onder de loep genomen. Er is
Poelmann heeft in 2005 de staatssecretaris van
gesteld dat deze bestrijdingstaak behoort tot het
Verkeer en Waterstaat geadviseerd over de bescher-
waterbeheer. De bestrijding wordt uitgevoerd in het
ming en ontwikkeling van buitendijks gebied in
kader van het operationeel beheer van waterkeringen
kustplaatsen. Het kabinet reageerde op dit advies in
en oevers door waterschappen. Uiterlijk 1 januari
de ‘brief 13 kustplaatsen’ (2006). Het kabinet heeft
2011 moet de overdracht geregeld zijn. Het is aan de
besloten om de huidige beschermingsniveaus te
waterschappen of zij de taak zelf gaan uitvoeren of
handhaven van bestaande, aaneengesloten, histo-
delegeren aan bijvoorbeeld een ander waterschap.
risch gegroeide buitendijkse bebouwing. Hiermee
De onderhandelingen met de Noord-Hollandse
wil het kabinet die gebieden beschermen tegen zee-
waterschappen zijn in het najaar van 2008 gestart.
spiegelstijging. Ook wil het kabinet de economische ontwikkeling in de kustplaatsen versterken.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
33
De beslissing van het kabinet is belangrijk voor vier
Wat doet de provincie tot en met 2015?
badplaatsen in Noord-Holland: Zandvoort, IJmuiden,
Welke instrumenten zet de provincie in?
Egmond aan Zee en Bergen aan Zee. Omdat deze
In de Beleidslijn Kust is aangegeven dat decentrale
kustplaatsen heel verschillend zijn, geldt in iedere
overheden met elkaar en private partijen nadere
kustplaats een ander beschermingsniveau. Om het
afspraken kunnen maken over de bescherming tegen
huidige niveau van bescherming te behouden brengt
hoogwater bij nieuwe buitendijkse ontwikkelingen,
Rijkswaterstaat waar nodig extra zand aan. Deze
zoals aangegeven in de ‘brief 13 kustplaatsen’. In die
maatregelen worden ingepast in het programma
situaties sporen wij de burger aan risicobewust te
voor zandsuppleties.
bouwen, deze blijft verantwoordelijk. Het beheer
Medio 2008 zijn de huidige beschermingsniveaus in
berust bij nieuwe situaties bij de (particuliere) grond-
de betreffende kustplaatsen bepaald. Eind 2008 zijn
eigenaar; er is geen overheidszorg voor het vermij-
ze vastgesteld. Als de kustgemeenten een hoger
den van materiële schade door overstroming, afslag
beschermingsniveau willen dan ze nu hebben, dan is
of storm. De betrokken partijen kunnen het lokale
dat voor eigen rekening. Dat geldt ook voor nieuwe
buitendijkse risiconiveau en het beheer daarvan vast-
ontwikkelingen buiten het bestaande bebouwde
leggen in een privaatrechtelijke regeling.
gebied, zoals ook de Deltacommissie adviseert, of
Voor bestaande situaties kunnen wij – in het ver-
voor situaties waar al afspraken zijn gemaakt over de
lengde van de brief ‘13 kustplaatsen’ – publiekrech-
bescherming. Voor bebouwing op het strand, zoals
telijk bij reglement een provinciale verordening vei-
seizoens- en ‘jaarrond’ strandpaviljoens en strand-
ligheidsnormen vaststellen waarin de normen moge-
huisjes, geldt geen beschermingsniveau.
lijk lager liggen dan de veiligheidsnormen binnendijks.
Voor het buitendijks gebied buiten de kustplaatsen geldt de ‘nee, tenzij’ benadering van het bouwbeleid
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
uit de Beleidslijn Kust. Meestal gaat het dan om
waterstaat, waterschappen, gemeenten
natuurgebied waarvoor geen veiligheidnorm is vast-
en derden?
gesteld. Hier gelden echter wel instandhoudings-
n Belemmeren zo min mogelijk het versterken van de
doelstellingen vanuit Natura 2000. Nu de Delta
economische ontwikkeling van de badplaatsen.
commissie adviseert de kust zeewaarts uit te bouwen, zal het areaal buitendijks duingebied toenemen. Daarmee groeit ook de druk om bestemmingen aan
Rijk n Voert
de maatregelen uit die nodig zijn om het
deze ruimte te koppelen.
vastgestelde veiligheidsniveau in bestaande situ-
Een gebruiker van buitendijks gebied kan geen aan-
aties te handhaven.
spraak maken op een vergoeding uit de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen (Wts). De Wts ziet niet (automatisch) toe op schade bij rampen in buitendijkse gebieden in het kustfun-
Waterschappen en gemeenten n Stellen
een evacuatieplan op voor het buiten-
dijkse gebied van de kustplaatsen.
dament of op schade door overstroming door zout water. Het is niet vanzelfsprekend dat de Wts geldt
Analyse IJssel- en Markermeerkust
bij rampen waarop zij niet wettelijk van toepassing
In lijn met het beleidsvoornemen van het Rijk en
is. De bouwer of gebruiker kan een locatie of bouw-
onze vigerende ruimtelijke plannen, zijn we terug-
wijze kiezen die de kans of de gevolgen van hoogwa-
houdend met het toestaan van buitendijkse ontwik-
ter en de veiligheidsrisico’s beperkt.
kelingen langs onze IJssel- en Markermeerkust. Kleinschalige, bij voorkeur watergebonden ruimtelijke ontwikkelingen zijn toegestaan. Voldoende bescherming tegen overstromingen is een harde
34
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
randvoorwaarde. Ook wanneer grootschalige ruimtelijke ontwikkeling in het IJmeer/Markermeer voortkomt uit een brede afweging in Noordvleugel verband. Kwaliteitsverbetering is mogelijk bij het vitaliseren
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
bepalen in de Structuurvisie ruimtelijke belan-
gen en wensen voor de buitendijkse gebieden. n Samen
met de waterbeheerders adviseren we
van bestaand, buitendijks bebouwd gebied. Bij bui-
gemeenten en andere initiatiefnemers bij nieuwe
tendijkse ontwikkelingen moet in ieder geval reke-
ontwikkelingen in bestaand buitendijks gebied
ning gehouden worden met de landschappelijke en
over het beschermingsniveau en de wijze waarop
cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied en er
het beschermingsniveau wordt gerealiseerd en
moet kunnen worden meebewogen met peilverande-
gehandhaafd.
ringen. We adviseren de initiatiefnemer in samen-
n Wij
starten met het in beeld brengen van de
spraak met de waterbeheerders over het bescher-
huidige veiligheidssituatie voor bestaande,
mingsniveau tegen overstromingen. Voor projecten
bebouwde buitendijkse gebieden, samen met
in het IJssel- en Markermeer hanteren we een werk-
gemeenten en waterbeheerders. Vervolgens gaan
norm van 1/4000 bij nieuwe gebieden, of herstructu-
we samen met de waterbeheerders en betrokken
rering van bestaande gebieden. Deze werknorm is
gemeenten onderzoeken of het beschermingsni-
gerelateerd aan het Markermeer en IJsselmeer als
veau voldoende is en hoe de bescherming blij-
gevaarlijk buitenwater en richtinggevend bij buiten-
vend gerealiseerd kan worden. Afhankelijk van
dijkse ontwikkelingen. We adviseren waterbewust
de onderzoeksresultaten en afspraken kunnen we
(watergeoriënteerd) bouwen (bijvoorbeeld terpen of
zomerkaden die buitendijkse gebieden bescher-
ophoging met voldoende vluchtwegen) in combina-
men, aanwijzen als regionale waterkering.
tie met goede risico-communicatie met de (toekomstige) inwoners van buitendijkse gebieden. De
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
komende planperiode willen we afspraken maken
waterstaat, waterschappen, gemeenten
met gemeenten en waterbeheerders over de duur-
en derden?
zame bescherming van al ontwikkeld buitendijks gebied. Dit is maatwerk waarbij eerst de huidige vei-
Rijk
ligheidssituatie van buitendijkse gebieden duidelijk
n Legt
moet zijn.
de hoofdlijnen van het beleid voor (de
bescherming van) buitendijks gebied vast en benoemt de daarbij horende verantwoordelijkhe-
Doel voor de lange termijn (2040) Er vinden alleen kleinschalige buitendijkse ontwikkelingen plaats. Veelal gaat het hierbij om een her-
den van Rijk, provincie, waterschap, gemeenten en inwoners. n Is
vergunningverlener en adviseur met heldere
structurering van bestaand gebied. Er is duidelijk-
verantwoordelijkheden bij de ontwikkeling van
heid over het beschermingsniveau dat in principe
bestaand buitendijks gebied om te zorgen voor
lager ligt dan het niveau binnendijks, maar dat wel
een duurzame bescherming tegen overstroming.
rekening houdt met risico’s (‘badkuip’). De bescherming wordt door de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling bij voorkeur gerealiseerd door
Waterschappen n Adviseert
samen met Rijk en provincie de initia-
ophoging of terpen. Waar waterkeringen (deels) voor
tiefnemer van een ruimtelijk plan in bestaand
de bescherming zorgen, zijn deze aangewezen door
buitendijks gebied.
de provincie, zo nodig op sterkte gebracht door de
n Maakt
afspraken over het (toekomstig) beheer
initiatiefnemer en in beheer bij de waterschappen. De
van (regionale) waterkeringen die buitendijks
gemeenten en inwoners zijn adequaat voorbereid op
gebied bescherming bieden.
(een grotere kans op) overstroming buitendijks.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
35
Gemeenten n Zijn
In de ontwerpwet veiligheidsregio’s is geregeld dat
als initiatiefnemer bij de (her)ontwikkeling
gemeenten binnen een veiligheidsregio gezamenlijk
van (bestaand) buitendijks gebied verantwoorde-
een rampenplan opstellen. De waterbeheerders heb-
lijk voor het waarborgen van voldoende bescher-
ben binnen deze veiligheidsregio’s de taak om als
ming tegen overstromingen.
adviseur op te treden bij watercalamiteiten. De
n Houden
bij de (her)inrichting van buitendijkse
Commissaris van de Koningin heeft een belangrijke
gebieden en in hun calamiteitenplannen rekening
rol in de bestuurlijke coördinatie tussen de veilig-
met het overstromingsrisico van buitendijkse
heidsregio’s. We gaan verder met het verbeteren van
gebieden.
de provinciale risicokaart (zie bijlage 9 Overstromings risicokaart) onder meer door het toevoegen van overstromings-risicokaarten bij een doorbraak van een
4.6 Watercalamiteiten
regionale waterkering. Bij zeer extreme omstandigheden kan het nodig zijn
Analyse
om in het stroomgebied van de Amstel maatregelen
Na de grote overstromingen in New Orleans, Zuid-
te treffen om erger te voorkomen. Volgens het
Engeland en Californië (Sacramento-rivier) groeit in
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV)
Nederland het besef dat we ons goed moeten voor-
en het provinciaal bestuur van Noord-Holland is
bereiden op de gevolgen van een dergelijke calami-
momenteel polder De Ronde Hoep dan het meest
teit. De regering heeft in 2006 een Taskforce manage-
geschikt als calamiteitenberging.
ment overstromingen (TMO) ingesteld. De TMO heeft tot taak de kennis in Nederland over evacua-
Doelen voor de lange termijn (2040)
ties, evacuatieroutes, vlucht- en opvanglocaties en
Op lange termijn willen we beschikken over geavan-
psychosociale gevolgen van overstromingen te ver-
ceerde informatiesystemen waarin we real-time
groten. Daarnaast is TMO verantwoordelijk voor de
informatie over risicovolle objecten, industrie,
organisatie van een landelijke oefenweek.
gezondheidszorg, evacuatieroutes, enzovoort kun-
Al enkele jaren voordat de TMO werd ingesteld
nen combineren met overstromingsscenario’s. De
waren de provincies samen met het Rijk en de water-
waterbeheerders beschikken over informatiesyste-
beheerders bezig met het maken van overstromings-
men waarbij ze real-time overstromingen kunnen
scenario’s en beslissingsondersteunende systemen.
simuleren en op basis daarvan de veiligheidsregio’s
In de planperiode wordt het aantal overstromings-
zeer snel kunnen adviseren.
scenario’s verder uitgebreid. Ook worden calamiteiten- en ‘rampenbestrijdingsplannen overstromingen’
Wat doet de provincie tot en met 2015?
opgesteld, dan wel verbeterd. Hierbij wordt ingezet
Welke instrumenten zet de provincie in?
op gezamenlijke informatiesystemen, zodat bij een
n Wij
toetsen vooralsnog de calamiteitenplannen
crisis op basis van dezelfde informatie besluiten wor-
van de waterbeheerders en de rampenbestrij-
den genomen.
dingsplannen van de gemeenten (veiligheids regio’s). Ook als door nieuwe wetgeving onze
Het regelmatig en gezamenlijk oefenen met de water-
wettelijke taak verandert, zullen we ons blijven
beheerders en veiligheidsregio’s zal bijdragen aan
inzetten voor een verdere professionalisering van
een professionele crisisorganisatie, die adequaat
de crisisbeheersing.
optreedt bij een dreigende overstroming. In de plan-
n Wij
vervullen een faciliterende en stimulerende
periode zullen we samen met de waterbeheerders en
rol. Door goed overleg met de veiligheidsregio’s
veiligheidsregio’s plannen maken voor het weer toe-
en waterbeheerders zijn er voor 2012 actuele
gankelijk maken van een overstroomd gebied.
rampenbestrijdingsplannen gereed (inclusief draaiboeken voor evacuaties).
36
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n Wij
zullen samen met de waterbeheerders onze
logisch dat bij zeer extreme omstandigheden
kennis vergroten over de werking van comparti-
allereerst gekozen wordt voor calamiteitenber-
mentering-keringen bij een overstroming. Op
ging in Groot Mijdrecht Noord.
basis hiervan zal nut en noodzaak van compartimentering-keringen in de planperiode duidelijk
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
worden. Waar deze keringen de gevolgen beper-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
ken, zullen we overgaan tot het aanwijzen en
en derden?
normeren van compartimentering-keringen. We verwachten de eerste stappen tot aanwijzing van deze waterkeringen te doen vóór 2012. n Wij
Rijk, waterschappen en gemeenten n Plegen
een forse inspanning om een professionele
breiden samen met waterbeheerders en het
crisisbeheersing bij overstromingen mogelijk te
Rijk vóór 2012 het aantal overstromingsscenario’s
maken. De TMO heeft hiervoor goede aanzetten
bij doorbraak van een primaire waterkering ver-
gegeven en de uitdaging is om dit verder uit te
der uit. Toegevoegd worden overstromings
bouwen, mede op basis van de evaluaties van de
scenario’s bij doorbraak van een regionale water-
oefenweek van november 2008 en vervolgoefe-
kering
ningen in de planperiode.
n Wij
gaan samen met de veiligheidsregio’s en het
ministerie van Binnenlandse Zaken de burger beter informeren over het overstromingsrisico dat hij in zijn woonplaats heeft. Hiermee wordt het risicobesef van de burger verhoogd en bieden
Waterschappen n Stellen
binnen een veiligheidsregio samen met de
gemeenten een veiligheidsplan op. n Zorgen
voor actuele calamiteitenplannen.
we de burger een handelingsperspectief bij een dreigende overstroming. We verwachten voor 2012 daarin belangrijke eerste stappen te hebben gezet. n Wij
zijn van plan om in de Structuurvisie de pol-
Gemeenten n Stellen
een rampenbestrijdingsplan ‘overstro-
ming’ op. Hierin zullen ook draaiboeken voor evacuaties zijn opgenomen.
der De Ronde Hoep (ten zuiden van de A9) aan te wijzen voor calamiteitenberging als ruimtelijke nevenfunctie. Wij voeren hiertoe samen met AGV overleg met de gemeente Ouder-Amstel. Onze inzet is dat AGV vóór 2015 voorzorgsmaatregelen kan treffen, zoals beschermende inrichtingsmaatregelen op maat in de polder, een specifieke schaderegeling en in het calamiteitenplan zal vastleggen onder welke omstandigheden de polder kan worden ingezet. n Wij
zien op termijn een mogelijkheid voor cala-
miteitenberging in de Utrechtse polder Groot Mijdrecht Noord, indien de provincie Utrecht en andere betrokken partijen voor deze polder kiezen voor een ruimtelijke strategie die te combineren is met calamiteitenberging (het besluit hierover is nog niet genomen). Indien dit is gerealiseerd (gezien besluitvormings- en uitvoeringstraject (2020-2025) zeker niet voor 2025), dan is het
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
37
38
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
5
n n
Benutten en Beleven
n n
Ons landschap is het resultaat van menselijke handelen
In dit plan hebben we de zwemwaterlocaties en vaar-
dat alles te maken heeft met het water. Al toen de eerste
routes apart op een kaart gezet. Tezamen vormen
Noord-Hollanders zich hier circa 200.000 jaar geleden
deze de functiekaart.
vestigden was water de basis voor menselijk bestaan (vis-
We verkennen of in onze wateren beroepsvaart,
serij, vruchtbaar land, drinkwater, scheepvaart). Maar dat
recreatie (motorisch, niet-motorisch, groot en klein),
water was vaak ook een bedreiging. In de loop der eeuwen
natuur en cultuur elkaar negatief beïnvloeden. Dit
werd men steeds innovatiever bij het zoeken naar manie-
leidt voor 2012 tot nieuwe kaarten.
ren om met die dreiging om te gaan. Dat leverde tastbare resultaten als terpen, dijken, molens, droogmakerijen, het boezemwatersysteem, kanalen en vaarten.
5.1 Zoetwatervoorziening
Veel van onze natuurgebieden zijn sterk afhankelijk van het water: het Veenweidegebied, IJmeer/Markermeer, de
Analyse
Oostelijke Vechtplassen en de duingebieden langs de kust.
Door klimaatverandering kunnen we vaker te maken
Het garanderen van het gebruik en het beleven van het
krijgen met droge zomers (weinig neerslag, meer
water in Noord-Holland is van provinciaal belang. Wij
verdamping) en zoetwatertekort. Klimaatverandering,
zorgen samen met waterschappen, gemeenten en Rijks
zeespiegelstijging en bodemdaling kunnen daarnaast
waterstaat dat water in balans en verantwoord benut en
ook de gevolgen van verzilting door brakke kwel
beleefd wordt door mens, natuur en bedrijvigheid. Wij ver-
versterken. Daardoor komt de toekomstige beschik-
sterken het watersysteem en de beleving van het water
baarheid van zoet water verder onder druk te staan.
door deze te combineren met natuurontwikkeling, recreatie
Bij lage grondwaterstanden neemt de kweldruk toe.
en/of cultuurhistorie.
Het zoute water neemt als het ware de plaats in van het zoete water. Klimaatverandering zorgt daarmee
Drukte op het water
voor een toename van de interne verzilting in het
Het wordt steeds drukker op het Noord-Hollandse
landelijk gebied.
water. Recreatie, beroepsvaart, waterecologie en
Watertekort is zowel een kwantiteitsprobleem
natuur vragen ieder voor zich meer ruimte. We wil-
(onvoldoende water voor alle functies) als een kwa-
len de binnenvaart gelegenheid geven een volwaar-
liteitsprobleem (water heeft niet de juiste kwaliteit
dig alternatief te zijn voor goederentransport over de
voor de functies). Een gebrek aan zoet water heeft
weg. We zijn de grootste watersportprovincie in
nadelige gevolgen voor de landbouw (verzilting) en
Nederland en willen dit versterken. De Kaderrichtlijn
de natuur (minder schoon, gebiedsvreemd water).
Water vereist dat de ecologische kwaliteit van water
Het water van het IJsselmeer kan in de toekomst
toeneemt en voor de (natte) Natura 2000-gebieden
vaker nodig zijn voor onder andere de voorziening
zullen de instandhoudingsdoelen gerealiseerd moe-
van hoogwaardige teelten in het gebied van Rijnland
ten worden.
(boomteelt), terwijl het juist minder beschikbaar is.
Vóór 2012 heroverwegen we samen met belangheb-
Watertekort is al snel een landelijk probleem. In dat
benden alle functies van het oppervlaktewater.
geval wordt volgens vaste criteria opgeschaald,
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
39
afhankelijk van ernst en omvang. Bij een extreme situatie treedt landelijk de verdringingsreeks in werking. De verdringingsreeks is de verdeling van water
punt Gouda volgt Noord-Holland de landelijke discussie. n Wij
brengen met de waterbeheerders via functie-
in tijden van tekorten volgens een vooraf vastge-
faciliteringskaarten de zoetwaterbehoefte in
stelde prioritering. Eerst wordt voorkomen dat de
kaart.
stabiliteit van waterkeringen gevaar loopt, veen
n Wij
willen dat de vraag naar zoet water afneemt
gebieden inklinken of er schade aan funderingen van
door te stimuleren dat de landbouw en het
gebouwen en onomkeerbare schade aan natuur
bedrijfsleven zelfvoorzienend worden in hun
optreedt. Daarna wordt ervoor gezorgd dat de drink-
watervoorziening.
watervoorziening en koelwatervoorziening voor elektriciteitscentrales geen gevaar loopt. Wij hebben voor de regio Amstelland de overige functies geprioriteerd om de maatschappelijke en economische
Doelen voor de lange termijn (2040) n Het
watersysteem blijft op orde, het IJsselmeer
blijft beschikbaar als zoetwaterbekken.
schade te beperken en dit verankerd in de Waterverordening voor Amstel, Gooi en Vecht. Voor
Wat doet de provincie tot en met 2015?
het gebied van Hollands Noorderkwartier moet de
Welke instrumenten zet de provincie in?
regionale uitwerking nog in de Waterverordening
n Wij
zorgen er samen met onze partners voor dat
worden opgenomen. In het gebied van Rijnland zijn
het watersysteem in 2015 op orde is. Dit betekent
de overige functies niet apart te voorzien van water
dat de watersystemen zo worden ontworpen dat
en zal geen regionale uitwerking plaatsvinden.
watertekort waar mogelijk niet verergert. Tegelijkertijd spannen we ons zo veel mogelijk in
De landelijke droogtestudie is geactualiseerd aan de
het watersysteem minder kwetsbaar te maken
hand van de KNMI-klimaatscenario’s. Daaruit blijkt
voor watertekorten.
dat de schade bij verschillende scenario’s kan afne-
n Wij
zorgen dat met het project Westflank
men, maar ook aanzienlijk kan toenemen. De eerste
Haarlemmermeer in 2012 een voorraadberging
conclusies geven aan dat maatregelen voor zoet
van 1 miljoen m3 in de Haarlemmermeer is gere-
watervoorziening op zichzelf niet kosteneffectief zijn.
aliseerd.
Daarom moeten deze zo mogelijk worden gekoppeld
n Wij
zorgen dat de wateropgave niet toeneemt
aan gebiedsontwikkeling (zoals in de Haarlemmer
door ruimtelijke ontwikkelingen. Dat doen we
meer) en aan gebiedsmaatregelen die waterbeheer-
door samen met de waterschappen uiterlijk voor
ders nemen voor de Europese Kaderrichtlijn Water.
2012 functiefaciliteringskaarten op te stellen.
Ook moet bijvoorbeeld de landbouw worden gewe-
n Wij
hebben indien gewenst vastgesteld welke
zen op het feit dat het benodigde water niet altijd kan
functies prioriteit krijgen voor wateraanvoer in
worden geleverd en dat er een eigen risico voor de
regionale verdringingsreeksen en deze functies
ondernemer bestaat.
verankerd in de provinciale Waterverordening. In 2015 wordt de maatschappelijke en economi-
De oplossing ligt volgens ons op vier sporen:
sche schade als gevolg van watertekorten beperkt
n Het
IJsselmeer moet als zoetwaterbekken behou-
door een verantwoorde verdeling van het
den blijven en ook in droge tijden voldoende zoet
beschikbare zoet water. Bij de prioritering mogen
water aanvoeren (onder andere voor drinkwater).
geen significant negatieve effecten op de instand-
n Om
hoogwaardige teelten in Zuid-Holland van
het benodigde zoet water te voorzien is een afweging van belangen en kosten en baten nodig. De
40
n
houdingsdoelen van Natura 2000-gebieden optreden. n Wij
hebben samen met de waterschappen de
omkering van de Amstel is alleen een optie bij
watertekortopgave en eventueel bijbehorende
calamiteiten. Voor de verzilting van het inlaat-
maatregelen bepaald. Voor de periode tot 2015
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
gaan we daarbij uit van het gematigde KNMI’06
5.2 Drinkwater
scenario (G), en voor de periode na 2015 van de bandbreedte tussen scenario’s G en G+ (conform Nationaal Bestuursakkoord Water actueel). n Wij
Analyse In Noord-Holland wordt drinkwater gemaakt uit
stimuleren de landbouw en het bedrijfsleven
grondwater (duinen en het Gooi, zie bijlage 9 kaart
om meer zelfvoorzienend te worden in hun
Grondwaterbeschermingsgebieden) en uit oppervlakte-
waterbehoefte.
water. Bij het beheer van grond- of oppervlaktewater is het belangrijk dat deze bronnen kunnen worden
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
benut voor drinkwatervoorziening. Dit mag echter
waterstaat, waterschappen, gemeenten
geen negatieve gevolgen hebben voor de omgeving.
en derden? Voor de duinen willen we de winning van natuurlijk
Rijk n Zorgt
duinwater minimaliseren om verdroging te bestrijdat het water van het IJsselmeer beschik-
den. Verder willen we dat infiltratie en terugwinning
baar blijft als zoetwatervoorraadvoorziening voor
goed worden ingepast in het duinecosysteem. In de
Noord-Holland.
Amsterdamse Waterleidingduinen en in het Noord-
n Heeft
de regie bij landelijk watertekort.
Hollands Duinreservaat wordt de waterwinning in fases geoptimaliseerd.
Rijkswaterstaat n Verdeelt
het water uit het hoofdwatersysteem.
Voor de winningen in het Gooi hebben we samen met de drinkwaterwaterbedrijven onderzoek gedaan.
Rijkswaterstaat en waterschappen n Informeren
de watergebruikers aan de hand van
Daarbij is het volgende geconcludeerd: n Huizen
en Laarderhoogt: deze winningen hebben
de verdringingsreeks, de werkwijzer watertekort
een relatief klein effect op natuurwaarden. De
en de droogtestudies over mogelijk jaarlijks
risico’s van verontreiniging zijn beperkt. Een blij-
optredende watertekorten, zodat de watergebrui-
vende bescherming en mogelijk uitbreiding van
ker hierop kan anticiperen.
deze winningen ligt voor de hand. n Laren:
Waterschappen n Helpen
mee bij het opstellen van de functiefacili-
teringskaarten van Noord-Holland. n Bepalen
zo nodig maatregelen, geven aan waar
welke functies kunnen en waar niet, en verdelen
de winning heeft een relatief gering effect
op de omgeving, maar de winning wordt bedreigd door een relatief groot aantal bodemverontreinigingen. Sanering en beheersing van deze verontreinigingen ligt voor de hand. n Loosdrecht:
de effecten op de omgeving van deze
het water in het beheergebied. Zo nodig passen
winning zijn in verhouding groter omdat de win-
de waterbeheerders de keur aan om beregenings-
ning zich aan de rand van het natuurgebied de
verboden mogelijk te maken.
Ster bevindt. De exacte risico’s van bodemverontreiniging zijn nog onduidelijk. Aanbevolen wordt
Gemeenten n Houden
in hun bestemmingsplannen rekening
om nader onderzoek te doen naar beide aspecten.
met maatregelen die voortvloeien uit het oplossen van de watertekortopgave en passen deze
Bij het beheer van het oppervlaktewater hebben we
bestemmingsplannen aan als dat nodig is.
slechts een beperkte verantwoordelijkheid. We beschermen de Loenderveense plas via de Provinciale Milieuverordening. Het Rijk beschermt de andere oppervlaktewateren die voor drinkwater worden
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
41
gebruikt. Dit zijn het IJsselmeer, het AmsterdamRijnkanaal en de Rijn. Van het Rijk verwachten we
5.3 Energie (warmte-koude opslag)
ook dat zij de drinkwaterbescherming voor het
Analyse
Markermeer handhaaft.
Warmte-koude opslag (WKO) wordt in Nederland
Doelen voor de lange termijn (2040) n Bronnen
steeds meer gebruikt voor klimaatbeheersing. De
zijn goed beschermd en verontreinigin-
Minister van VROM stelt een landelijke Taskforce
gen zijn gesaneerd of worden beheerst. Daardoor
Warmte-koude opslag in om het beleid op dit gebied
is de zuiveringsinspanning afgenomen.
verder vorm te geven en verantwoorde toepassing te
n Drinkwaterwinningen
hebben geen negatief
effect op de omgeving.
bevorderen. De bodem in Noord-Holland is op de meeste plaatsen geschikt voor het toepassen van warmte-koude opslag (zie bijlage 9 kaart Warmte
Wat doet de provincie tot en met 2015?
koude opslag). In de zomer wordt koud grondwater
Welke instrumenten zet de provincie in?
opgepompt en gebruikt voor koeling van gebouwen.
n Wij
wijzigen in fases de vergunningen voor de
Amsterdamse Waterleidingduinen en het NoordHollands Duinreservaat. n Wij
stellen een gebiedsplan op voor grondwater-
winningen in het Gooi om verontreinigingen te saneren en/of te beheersen, als onderdeel van het Masterplan het Gooi. n Wij
begrenzen beschermingsgebieden en stellen
de Provinciale Milieuverordening vast. n Wij
doen onderzoek naar verontreiniging en ver-
droging rond de grondwaterwinning bij Loosdrecht, eventueel gevolgd door een wijziging van de vergunning.
Wat verwachten we van Rijk, Rijks waterstaat, waterschappen, gemeenten en derden? Rijk n Beschermt
Rijn, IJsselmeer, Markermeer en
Amsterdam-Rijnkanaal. n Zorgt
voor voldoende beschikbaarheid.
Gemeenten n Handhaven n Werken
de Provinciale Milieuverordening.
mee aan de uitvoering van Masterplan
het Gooi.
Drinkwaterbedrijven n Voeren
onderzoek uit en optimaliseren hun
waterwinningen.
42
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Het opgewarmde water wordt teruggebracht in de
bodem en in de winter weer gebruikt voor verwar-
n Ze kunnen negatieve effecten hebben op bestaande
ming van de gebouwen. Deze techniek vermindert
en te plaatsen open systemen waarvoor wel een
het gebruik van fossiele brandstoffen en daarmee de
vergunningplicht geldt.
CO2-uitstoot.
n In
gebieden met meerdere systemen naast elkaar
wordt de potentie van de ondergrond om energie Dergelijke open systemen zijn in de regel vergun-
op te slaan verre van optimaal gebruikt, omdat
ningplichtig in het kader van de Waterwet. In het
de locaties van de systemen niet op elkaar afge-
Waterplan komen voorwaarden waaraan deze syste-
stemd zijn.
men moeten voldoen en waar ze geplaatst mogen
n Gesloten
systemen worden doorgaans geleverd
worden.
zonder onderhoud. Na verloop van jaren groeit
Gesloten systemen (warmtewisselaars in de bodem)
het risico van verontreiniging van de ondergrond
zijn niet vergunningplichtig. Er kleven echter wel
en het grondwater (‘de olietanks van de toe-
bezwaren aan gesloten systemen:
komst’).
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
43
Doelen voor de lange termijn (2040) n De
ondergrond wordt optimaal gebruikt zodat
Rijk n Stelt
algemene regels op voor de inrichting van
maximale reductie van CO 2 -uitstoot wordt
WKO-systemen, zodat verontreiniging van de
bereikt (waarbij rekening wordt gehouden met
ondergrond wordt voorkomen.
ander ondergronds ruimtegebruik). n WKO-systemen
leiden niet tot (thermische en
n Stelt
een landelijke taskforce Warmte-koude
opslag in.
chemische) verontreiniging van de ondergrond.
Gemeenten Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
regelen het grondwatergebruik via de ver-
gunningverlening. n Wij
laten raamplannen opstellen in complexe
n Stimuleren
het toepassen van WKO-systemen bij
bouwplannen. n Stellen
de plannen voor de verdeling van de
ondergrond voor de verschillende functies vast (ondergrondse bestemmingsplannen).
situaties waarbij meerdere initiatiefnemers grondwater willen gebruiken. In deze plannen staat waar warme en waar koude grondwater-
5.4 Beroepsscheepvaart
bronnen mogen worden geplaatst, zodat voorkomen wordt dat deze elkaar negatief beïnvloeden.
Analyse
Medio 2008 zijn op drie locaties masterplannen
Het provinciaal beleid voor de binnenvaart is vast
opgesteld.
gelegd in het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan, de
n Wij
staan in principe geen WKO-systemen toe in
Netwerkstrategie Vaarwegen en Binnenhavens
waterwingebieden en grondwaterbeschermings
Noord-Holland en het programma Water als
gebieden I (de 25-jaars zone) (zie bijlage 9 kaart
Economische Drager 2008-2011. Dit hoofdstuk geeft
Grondwaterbeschermingsgebieden). In waterwinge-
een samenvatting van dit beleid.
bied II (tussen de 25 jaar en 100 jaar zone) zal WKO onder voorwaarden worden toegestaan. n Wij
Noord-Holland heeft een uitgebreid netwerk van
organiseren workshops om het kennisniveau
vaarwegen (zie bijlage 9 kaart Vaarroutes (BRTN) en
bij gemeenten (beleid, techniek) op peil te bren-
is wat betreft binnenvaartoverslag de tweede provin-
gen.
cie van Nederland. Er valt nog (milieu-)winst te boe-
n Wij
stimuleren gemeenten om de betekenis van
ken, maar qua uitstoot en brandstofverbruik per ton
de ondergrond voor bovengronds functiegebruik op
vervoerd gewicht is de binnenvaart een milieuvrien-
te nemen in gemeentelijke bestemmingsplannen.
delijke vervoerswijze. De sector kan bijdragen aan
n Wij
maken kaarten waarop is aangegeven in
een vermindering van de verkeersdruk op de weg en
welke gebieden de ondergrond geschikt is voor
heeft uitstekende perspectieven op een verdere ont-
WKO (zie bijlage 9 kaart Warmte-koude opslag).
wikkeling. Daarom gaan we de binnenvaart verder
Deze kaarten komen op onze website.
stimuleren, vanuit het oogpunt van bereikbaarheid,
n Wij
participeren in landelijk onderzoek naar de
economie en duurzaamheid.
vraag of Warmte-koude opslagsystemen kunnen bijdragen aan de beheersing en sanering van
Een analyse van de huidige en verwachte ontwik-
grondwaterverontreinigingen.
kelingen in de binnenvaart in Noord-Holland leert dat het vervoer per binnenvaart hier in de afgelopen
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
tien jaar sneller is toegenomen dan in andere provin-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
cies, en gemeten in vervoerprestatie ook ten opzichte
en derden?
van het wegvervoer. Het zwaartepunt van de NoordHollandse beroepsvaart ligt nu en straks in het
44
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Noordzeekanaal-gebied (inclusief de Amsterdamse
Ringvaart-Oost te realiseren, in samenhang met de
haven). Vooral het containertransport zal daar sterk
grootschalige ontwikkeling rond Schiphol (ACT).
doorgroeien. Het is zaak dat hier voldoende overslagmogelijkheden zijn, dat de bereikbaarheid over
Belangrijk is dat de ‘(slag)aders’ van het vaarwegen-
weg en water is geregeld en dat er voldoende ruimte
net zodanig worden beheerd en onderhouden dat de
is en blijft voor havenactiviteiten. In het Noordzee
bevaarbaarheid, snelheid, betrouwbaarheid en vei-
kanaalgebied zijn plannen voor nieuwbouw en uit-
ligheid goed zijn (zie bijlage 9 kaart Basisnet vaarwe-
breiding van containerterminals, herstructurering en
gen goederenvervoer). Dat geldt dus voor het Noordzee
revitalisering van haventerreinen, uitbreiding van
kanaal, de Zaan en het Noordhollandsch Kanaal, en
ligplaatsen en realisatie van walstroom.
de Ringvaart Haarlemmermeer. Concreet denken we aan het beheer van oevers, bruggen en sluizen, het baggerprogramma en het vervangingsprogramma kunstwerken (sluizen en stuwen). In het kader van
Noordzeekanaal
de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) gaan we
Het Noordzeekanaal is aangelegd voor de scheepvaart en heeft
onderzoeken of en hoe de stimulering van de bin-
een belangrijke functie voor de aan- en afvoer van water vanuit het
nenvaart de waterkwaliteit beïnvloedt. Indien nood-
achterland en de regionale systemen, vooral in periodes van droogte
zakelijk moeten er compenserende maatregelen wor-
en hoogwater. In IJmuiden staat het grootste gemaal van Europa, naast
den genomen (zie hoofdstuk 6.4 Vismigratie, hoofd-
een grote spuisluis, zodat via het Noordzeekanaal het overtollige water
stuk 6.5 Oeverbeheer provinciale vaarwegen, hoofdstuk
uit een flink deel van West-Nederland kan worden afgevoerd.
6.6 Waterbodems).
Het Noordzeekanaal is het enige brakwater kanaal in Nederland. De zoet-zoutgradient zorgt er voor een unieke habitat voor planten en
De inwerkingtreding van de Waterwet heeft nog niet
dieren. Het kanaal heeft een horizontale zoutwatergradient, waarbij
direct geleid tot inhoudelijke wijzigingen voor het
het chloridegehalte afneemt van IJmuiden richting het Amsterdam-
vaarwegbeheer, maar we gaan aan de slag met het
Rijnkanaal, en een verticale zoutwatergradient doordat het zoute
heroverwegen van de taakverdeling. Die gaan we op
water onder het zoete water zakt. De langgerekte horizontale zoet-
een logische manier vormgeven. Bij de vaarwegen
zoutgradient biedt vooral diadrome trekvissen zoals aal, rivierprik
zijn drie hoofdfuncties/taken te onderscheiden:
en driedoornige stekelbaars bijzonder goede mogelijkheden zich
n Goederenvervoer:
geleidelijk aan te passen aan de veranderende zoutconcentratie.
vaart.
Gezien de interactie tussen de regionale wateren van Noord-Holland
n Recreatie:
en het Noordzeekanaal is samenwerking en afstemming van het
n Watersysteem:
waterbeheer van groot belang.
beheer vaarwegen voor binnen-
beheer vaarwegen voor recreatievaart. beheer waterkwantiteit en
kwaliteit. De waterschappen en het Rijk zijn bij het beheer van vaarwegen verantwoordelijk voor het watersysteem
Ook elders in de provincie ontwikkelen overheden
(kwaliteit en kwantiteit). Het Rijk, de provincie en de
en bedrijven plannen die een toename van het bin-
gemeenten zijn bij het beheer van vaarwegen verant-
nenvaartvervoer betekenen. In de ‘corridor’ Texel-
woordelijk voor goederenvervoer en recreatie. Op dit
Den Helder-Noordhollandsch Kanaal-Zaan bestaan
moment verrichten onze waterschappen ook
plannen om het vervoer van huisvuil, containers, off
bepaalde beheertaken in het kader van goederenver-
shore-producten en bouwgrondstoffen en -materia-
voer (bijvoorbeeld baggeren) en recreatie (bijvoor-
len te vergroten. In West-Friesland worden initiatie-
beeld brugbediening). Daarnaast verricht de provin-
ven ontplooid om wegtrailers aan boord van een
cie ook bepaalde (bagger)werkzaamheden voor het
schip te laden en te lossen, en om de overslagfacili-
watersysteem. De provincie pleegt namelijk ook
teiten uit te breiden. In de Haarlemmermeer zijn par-
onderhoud in wateren waar zij het vaarwegbeheer
tijen van plan om een containerterminal aan de
heeft dat ten goede komt aan het watersysteem
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
45
beheer. De taakverdeling verschilt nu per water-
n Wij
faciliteren de ontwikkeling van binnenvaart-
schap. Ons gaat het erom de functies van de vaarwe-
schepen met minimale emissie van milieu-
gen voor goederenvervoer en recreatie te borgen met
vreemde stoffen naar het water.
een efficiënte inzet van middelen. Het overleg en de onderhandelingen met de Noord-Hollandse water-
Via het programma Water als Economische Drager
schappen en gemeenten zijn gestart in 2008. Daaruit
2008 -2011:
moet blijken hoe de overdracht wordt geregeld.
n Wij
Besluiten hierover volgen in de komende jaren.
stimuleren dat het Noord-Hollandse vaarwa-
ter economisch optimaal wordt benut. We investeren jaarlijks bijna 3 miljoen euro in fysieke pro-
Doelen voor de lange termijn (2040)
jecten op het terrein van watergebonden bedrij-
We willen dat de binnenvaart een alternatief biedt
venterreinen en waterrecreatie (zie hoofdstuk 5.8
voor het goederentransport over de weg. Dit willen
Toerisme en recreatie). Belangrijke doelstellingen
we op de volgende manieren stimuleren:
daarbij zijn de groei van de werkgelegenheid, de
n De
bereikbaarheid: gericht op de bereikbaarheid
groei van overslagcapaciteit en de duurzaamheid
verbeteren van vaarroutes en binnenhavens die
die de projecten met zich meebrengen. Ook kent
potentie hebben voor vergroting van het vervoer
het programma een budget voor (haalbaarheids-)
over water.
onderzoeken naar nieuwe concepten voor de bin-
n Ruimte
voor binnenvaart en binnenhavens: stimule-
nenvaart.
ren (binnen)havengebonden bedrijvigheid door behoud van natte bedrijventerreinen en zoeken
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
naar ruimte voor nieuwe kansrijke natte activitei-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
ten.
en derden?
n Beheer en onderhoud: voor een bevaarbaar, betrouw
baar en veilig vaarwegennet.
Rijkswaterstaat n Beheren
en onderhouden de Noord-Hollandse
Wat doet de provincie tot en met 2015?
(slag)aders, die onder hun verantwoordelijkheid
Welke instrumenten zet de provincie in?
vallen (bv. Noordzeekanaal).
Via de Netwerkstrategie Vaarwegen en Binnen
Waterschappen
havens: n Wij
maken in samenspraak met gemeenten,
n Beheren
en onderhouden de Noord-Hollandse
havenbeheerders, bedrijfsleven en intermediaire
(slag)aders, die onder hun verantwoordelijkheid
organisatie, regionaal samenhangend beleid en
vallen, conform de afspraken gemaakt over het
fungeren als kanaal voor subsidieaanvragen aan
vaarwegbeheer en watersysteembeheer in 2009.
VenW. n Wij
zorgen voor beheer, onderhoud en verbete-
ring van de provinciale vaarwegen en van de
en beheren bestaande haven- en kade-
terreinen, die onder hun verantwoordelijkheid
gemaakt over het vaarwegbeheer en water
vallen.
n Wij
n
n Behouden
regionale bereikbaarheid, conform de afspraken systeembeheer in 2009.
46
Gemeenten
n Nemen
in samenwerking met het bedrijfsleven
stimuleren, leggen verbindingen en steunen
het voortouw bij de herstructurering van bestaande
eventueel financieel gemeenten en havenbedrij-
en ontwikkeling van nieuwe haven- en kade
ven die herstructurering van bestaande en ont-
terreinen, evenals bij de verbetering van de lokale
wikkeling van nieuwe haventerreinen initiëren.
bereikbaarheid daarvan.
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Bedrijven en havenbeheerders
n De
agrarische sector levert actief een belangrijke
samen het voortouw bij de herstructure-
bijdrage aan de waterkwaliteit en het water
ring van bestaande en ontwikkeling van nieuwe
beheer. De regelingen vloeien voort uit het
haven- en kadeterreinen, evenals bij de verbete-
Europese landbouwbeleid dat deze ruimte
ring van de lokale bereikbaarheid daarvan.
biedt.
n Nemen
n Dragen
zorg voor verbetering van de lokale
n De
bereikbaarheid.
landbouw neemt haar verantwoordelijkheid in
de wateropgave en is zelfvoorzienend in water:
– Wateropvang ook tijdens piekbuien in verband met klimaatverandering.
5.5 Landbouw
– Recirculatie en waterzuivering.
– De resterende emissie van bestrijdingsmid-
Analyse
delen en nutriënten is vrijwel nihil, er zijn
Het huidige landbouw- en visserijbeleid van de pro-
voorzieningen in geval van calamiteiten. De
vincie staat in de Agenda Landbouw en Visserij 2008-
emissie leidt niet tot overschrijding van normen
2011. Deze agenda geeft in hoofdlijnen aan wat we
of aantasting van de ecologische kwaliteit.
als provincie de komende vier jaar gaan doen om de economische groei te behouden én te versterken.
n Aquacultuur
is een duurzame sector in Noord-
Holland. Het gaat vooral om gesloten recirculatiesystemen. Verder gaat het om extensieve syste-
Noord-Holland loopt voorop bij de bollenteelt, zaad-
men in open wateren, waar mogelijk in combina-
teelt, diverse tuinbouwsectoren, nieuwe ontwikke-
tie met herstel van biotoop van bedreigde vis-
lingen in de glastuinbouw en de agribusiness. Maar
soorten en biologische waterzuivering, en zoute
ook in de biologische landbouw en verbrede land-
en zilte gewassen op land als nicheteelten.
bouw heeft Noord-Holland een koppositie. De land-
Algenteelt draagt bij aan de productie van bio-
bouw is en blijft een belangrijke pijler onder de
brandstoffen en wordt op de Noordzee gecombi-
Noord-Hollandse economie. De provincie wil deze
neerd met maatregelen voor demping van gol-
sector graag behouden en daar waar mogelijk krach-
ven.
tiger maken. Terwijl het aantal bedrijven over de hele breedte
Wat doet de provincie tot en met 2015?
afneemt, zien we dat in veel sectoren, behalve de
Welke instrumenten zet de provincie in?
glastuinbouw, het totaal areaal gelijk blijft of licht
Via de Agenda Landbouw en Visserij:
afneemt. Anderzijds neemt de productie per hectare
n Wij
ontwikkelen in samenspraak met belangheb-
en schaal juist toe. In enkele gevallen vlakt deze af
benden een landbouwhoofdstructuur waarbin-
door milieumaatregelen. Deze ontwikkelingen wor-
nen het perspectief voor duurzame landbouw is
den versterkt door de effecten van klimaatverande-
vastgelegd. In de Structuurvisie staat de land-
ring (langere droge periodes afgewisseld met piek-
bouwhoofdstructuur en geven we aan waar
buien) en zorgen voor een grotere behoefte aan vol-
ruimte is voor nieuwe permanente bollenteelt en
doende zoet water van goede kwaliteit. Ook stijgt de
glastuinbouw.
behoefte om te innoveren en te investeren in kennis
n Wij
stellen als voorwaarde bij uitbreiding van de
en precisietechnologie voor een optimaal waterbe-
bollenteelt en glastuinbouw dat dit plaatsvindt
heer. Zo kunnen teeltrisico’s binnen de kaders voor
via projectmatige ontwikkeling waarbij de water-
duurzame productie worden vermeden.
opgave is geïntegreerd. n Wij
Doelen voor de lange termijn (2040) n Landbouwbeleid
dat gebruik maakt van de
kracht van water en de wateropgaven uitvoert.
stimuleren voorbeeldprojecten waar de
wateropgave is meegenomen, zoals glastuinbouwgebieden Agriport A7 (emissieloze kas), Grootslag (gezamenlijk watervoorziening en zui-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
47
vering en naar 0-emissie en zelfvoorzienendheid
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
van water), PrimAviera (Aalsmeer) en bloembol-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
lenprojecten, zoals Hollands Bloementuin (Anna
en derden?
Paulowna), Bollemeer (Wieringermeer) en het wateraanvoersysteem Tijdverdrijfslaan (Egmond Binnen). Deze experimenten moeten leiden tot
Europa n Vraagt
om ruimte in beleidskaders en regelge-
nieuwe maatregelen en oplossingen voor een
ving voor maatwerk en efficiënte uitvoering van
duurzame landbouw in de landbouwontwikke-
het waterbeleid.
lingsgebieden (glas en bollen) en de landbouwhoofdstructuur. n Wij
n Ondersteunt
samenwerking met andere lidstaten,
via het Europees Landbouwfonds voor platte-
stimuleren nichemarkten door in te spelen op
de grote vraag naar vis en bio-olie uit algen.
landsontwikkeling en het Europees Visserij fonds.
Aquacultuur is divers: het gaat om het kweken van vis, schaal- en schelpdieren, de productie van algen en wieren, wormen en van zoute of zilte
Rijk n Past
de regelgeving aan om onderscheid te kun-
gewassen. Het varieert van gesloten systemen op
nen maken in het faciliteren van de landbouw-
het land tot grootschalige initiatieven op de
functie (naast glastuinbouw en permanente
Noordzee, zoals algenteelt. Samen met het Rijk
bloembollenteelt, ook veehouderij, akkerbouw en
stimuleren we onder meer via WUR/Imares en
vollegronds groenten).
het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord
n Ondersteunt
de samenwerking op het gebied van marktonder-
n Lobbiet
het beleid financieel.
naar Europa en zorgt voor een goede
zoek en investeringen in aquacultuur. Wij willen
implementatie van Europese regelgeving, samen
in 2011 tenminste twee vernieuwende aquacul-
met provincies en waterschappen.
tuurprojecten ontwikkelen. Duurzame productie
Waterschappen
staat centraal. Via het Waterplan: n Brengen
n Werken
mee aan de functiefaciliteringskaarten.
n Denken
mee over instrumentarium.
wij samen met de waterschappen (en in
overleg met belanghebbenden) de zoetwater
Gemeenten
behoefte van de landbouw in kaart (functiefacili-
n Specificeren
teringskaarten).
bestemmingsplannen naar land-
bouwtype.
n Via de Tender Water ondersteunen we experimen
ten van consortia van landbouwbedrijven die
n Implementeren
projectlocatiebeleid voor bollen
en glas.
zelfvoorzienend willen worden in water. n In
de periode 2010-2015 voeren we de onder-
zoeksagenda KRW-bloembollen uit. Dat doen we samen met de hoogheemraadschappen Hollands Noorderkwartier en Rijnland en de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB). De resultaten moeten leiden tot nieuwe (KRW-)maatregelen en oplossingen voor een duurzame landbouw in de landbouwontwikkelingsgebieden (glas en bollen) en de landbouwhoofdstructuur (zie bijlage 12 Onderzoeksagenda KRW-bloembollen).
48
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Maatschappelijke en sectororganisaties, individuele bedrijven n Denken
mee en nemen initiatief.
5.6 Bedrijfsleven en kennisinstituten
Al met al heeft de provincie Noord-Holland dus veel watergerelateerde bedrijvigheid en kennisinstituten: de offshore, de Koninklijke Marine, de havens, de
Analyse
visserijsector, de watersportsector, de zeevaart en de
Het huidige economische beleid van de provincie
binnenvaart, de scheepsbouw, de maritieme toeleve-
staat in de Economische Agenda 2008-2011. Deze
ringsindustrie en dienstverlening, de waterbouw
agenda geeft in hoofdlijnen aan wat we als provincie
sector, NIOZ, Imares en Ecomare et cetera.
de komende vier jaar gaan doen om de economische
Voor de economische kant van water is het pro-
groei te behouden én te versterken.
gramma Water als Economische Drager 2008-2011 opgesteld. Met het programma streven we naar het
Noord-Holland bestaat economisch gezien uit twee
optimaal economisch benutten van het Noord-
delen: Noord-Holland Noord en Noord-Holland
Hollandse vaarwater. Binnen dit programma, dat
Zuid. Noord-Holland Noord beschikt over veel ken-
loopt van 2008 tot en met 2011, investeren we jaar-
nis in de vorm van kennisinstituten zoals Energie
lijks bijna 3 miljoen euro in fysieke projecten op het
Onderzoekcentrum Nederland (ECN), het Institute
terrein van watergebonden bedrijventerreinen (zie
for Marine Resources & Ecosystem Studies (Imares),
hoofdstuk 5.4 Beroepsscheepvaart) en waterrecreatie
het Koninklijk Instituut voor de Marine en het
(zie hoofdstuk 5.8 Toerisme en Recreatie).
Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Om de kansen in deze regio optimaal te
Verder heeft de provincie Noord-Holland de rege-
benutten hebben we samen met 25 van de 26 gemeen-
ling ‘Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik
ten in Noord-Holland Noord(NHN) en de Kamer
op Bedrijventerreinen’ (HIRB). Ter verbetering van
van Koophandel per 1 januari 2007 het Ontwikkelings
de concurrentiepositie van onze provincie zal de
bedrijf NHN opgericht. Dit zal als spin in het web
kwaliteit van bestaande en nieuwe werklocaties moe-
moeten zorgen voor een goede regionale samenwer-
ten worden verbeterd. Van de bedrijventerreinen is
king, die leidt tot versterking van bedrijvigheid en
32% verouderd, wat gehele of gedeeltelijke herstruc-
werkgelegenheid. Zo voert het Ontwikkelingsbedrijf
turering noodzakelijk maakt.
een actief acquisitiebeleid, met name op de strate-
Een centrale plek in deze regeling hebben duurzaam-
gisch aangemerkte clusters als offshore/wind, het
heid, herstructurering en zorgvuldig ruimtegebruik.
zaadveredelingscluster in West-Friesland en het
Duurzaamheid in de breedste zin van het woord.
milieutechnologisch cluster, dat bestaat uit een aantal
Bedrijventerreinen dienen na herstructurering hun
kennisinstellingen en bedrijven als ECN, Grontmij,
kwaliteit te behouden, er dient gebruik te worden
HVC, Imares, Teamwork Technology en GPGroot.
gemaakt van duurzame energie en er wordt duurzaam parkmanagement toegepast. Ook de waterop-
Het overgrote deel van de Noord-Hollandse werkge-
gave valt hieronder: waterveiligheid, wateroverlast,
legenheid (zo’n 80%) bevindt zich in Noord-Holland
waterkwaliteit en de rol van water als ruimtelijke
Zuid, grotendeels in en rond Amsterdam. Noord-
kwaliteit.
Holland Zuid heeft een sterke positie in de financiële en zakelijke dienstverlening. Prominent aanwezig in dit deel van de provincie zijn bovendien de mainport Schiphol, het Noordzeekanaalgebied en het sierteeltcomplex. Dat zijn de motoren van de economie. Voor
Doelen voor de lange termijn (2040) n Wij
stimuleren bedrijven zelfvoorzienend te zijn
in hun watervoorziening. n Wij
stimuleren bedrijven(terreinen) hun emissies
Noord-Holland Zuid is het versterken van de inter-
naar het water te minimaliseren en zich voor te
nationale concurrentiepositie de economische
bereiden op de veranderende wateromstandig
opgave.
heden door klimaatverandering.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
49
n Wij
zoeken naar mogelijke uitbreiding van het
programma Water als Economische Drager.
Gemeenten n Leggen
in samenwerking met bedrijven bedrij-
venterreinen aan en herstructureren rekening-
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
houdend met de wateropgave. n Betrekken
waterschappen vroegtijdig bij de ont-
stimuleren bedrijven meer zelfvoorzienend te
wikkeling en herstructurering van bedrijventer-
worden met water (door bijvoorbeeld een afname
reinen, zodat kan worden ontworpen met water
van het zoetwatergebruik, zelfvoorziend zijn in
en rekening gehouden wordt met de water
het zoetwatergebruik, een minimalisatie van
opgave.
emissies naar water of klimaatbestendige inrichting van het bedrijventerrein). Dit doen we door middel van subsidies uit de Tender Water en het
Bedrijven n Experimenteren
met het verminderen van de
aandragen van ‘best practices’ (zoals waterplan
zoetwaterbehoefte uit het grond- en oppervlakte-
Schiphol).
water en met eigen waterzuivering. n Beheren
Wij doen vanuit het Waterplan onderstaande aanbe-
en richten bedrijventerreinen in op een
ecologisch verantwoorde manier.
velingen om de economische benutting van water te versterken in de periode 2012-2015 via de Econo
5.7 Zwemwater
mische Agenda: n Te
onderzoeken of het mogelijk is om alle water-
sporten bij de Olympische Spelen in 2028 te faci-
Analyse
literen in Noord-Holland, waarmee we ons op de
Op 24 maart 2006 is de nieuwe Europese Zwem
kaart zouden zetten als watersportregio.
waterrichtlijn in werking getreden. Het doel van de
onderzoeken of er draagvlak en marktpotentie
richtlijn is het beschermen van de gezondheid van
is voor het stimuleren van bedrijven en landbouw
zwemmers in oppervlaktewateren. De nieuwe richt-
in Noord-Holland die duurzame watersystemen
lijn brengt een aantal veranderingen met zich mee
ontwikkelen (waterveiligheid, wateroverlast,
ten opzichte van de richtlijn uit 1976. Zo worden er
waterkwaliteit, watertekort).
strengere eisen gesteld aan de publieksvoorlichting,
n Te
n Te
onderzoeken of Noord-Holland samen met de
moet er bij aanwijzing van zwemlocaties publiekspar-
instituten NIOZ, Imares, Ecomare et cetera wil
ticipatie plaatsvinden en moet onderzoek worden
investeren in de wateruniversiteit, die Amsterdam
gedaan naar mogelijke vervuilingsbronnen en -rou-
wil opzetten.
tes op zwemlocaties. Bovendien hanteert de nieuwe Zwemwaterrichtlijn andere normen voor verontrei-
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
nigingen van faecale herkomst. In 2015 moeten alle
waterstaat, waterschappen, gemeenten
zwemwateren minimaal voldoen aan de kwaliteits-
en derden?
klasse ‘aanvaardbaar’.
Waterschappen
We streven naar gezond en veilig zwemwater. Anno
n Denken
mee met gemeenten en bedrijven bij de
2008 telt Noord-Holland 78 officiële zwemlocaties,
herinrichting en aanleg van bedrijventerreinen,
waar op warme dagen veel mensen zwemmen (zie
zodat de wateropgave in haar volle breedte
bijage 8 kaart Zwemwaterlocaties). De officiële zwem-
wordt meegenomen.
locaties zijn toegankelijk en als zodanig herkenbaar.
n Handhaven
de emissierichtlijnen.
Naast die officiële zwemlocaties ontstaan in warme zomers vaak spontaan zwemplekken, die niet altijd aan de waterkwaliteitseisen voor zwemwater vol-
50
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
doen. De afgelopen zomers is voor sommige zwemwaterlocaties een negatief zwemadvies of een zwemverbod uitgevaardigd. Dat heeft meestal te maken
n Wij
voeren jaarlijks inspectie en veiligheidsonder-
zoek uit op zwemlocaties. n Wij
geven actuele informatie en voorlichting over
met blauwalgen of faecale verontreinigingen die een
zwemwater aan de inwoners van de provincie
risico kunnen vormen voor de volksgezondheid.
(internet, teletekst, zwemwaterfolder). n Wij
onderzoeken de behoefte aan zwemlocaties
In alle klimaatscenario’s neemt de temperatuur toe,
in de provincie. We bekijken samen met de water-
en daarmee ook de watertemperatuur. Blauwalgen
kwaliteitsbeheerders welke tien locaties toege-
varen daar mogelijk wel bij. Tegelijkertijd zou het
voegd kunnen worden aan de officiële lijst. We
recreatieseizoen langer kunnen worden, en zal de
streven naar nieuwe locaties vooral daar waar de
vraag naar zwemwater bij warm weer mogelijk toe-
grootste behoefte aan zwemwater is (echter niet
nemen. Daarom is de gezamenlijke ambitie in Noord-
in Natura 2000-gebied) zodat alle Noord-
Holland dat we zoveel mogelijk zwemwaterlocaties
Hollanders dicht bij huis zwemwater hebben (op
willen behouden, met inachtneming van de nieuwe
wandel- of fietsafstand). Als zwemwaterlocaties
Zwemwaterrichtlijn en tegen maatschappelijk ver-
worden aangewezen zijn de rollen, taken en kos-
antwoorde kosten.
tenverdeling duidelijk. n Wij
Doelen voor de lange termijn (2040) n Alle
zwemlocaties in Noord-Holland voldoen
aan de dan geldende (internationale) criteria voor zwemwaterkwaliteit, zoals bijvoorbeeld de blauwe vlag.
organiseren voor waterkwaliteitsbeheerders
en locatiebeheerders iedere twee jaar een NoordHollandse Zwemwaterdag, gericht op kennis uitwisseling. n Wij
onderzoeken in de planperiode welke moge-
lijkheden er bestaan om natuur en zwemwater duurzaam met elkaar te verbinden (zwemlocaties
Wat doet de provincie tot en met 2015?
zijn multifunctioneel). Samen met de waterkwa-
Welke instrumenten zet de provincie in?
liteitsbeheerders onderzoeken we methoden om
n Wij
inventariseren jaarlijks zwemwaterlocaties,
watersystemen veerkrachtiger te laten zijn, met
regelen hierbij publieksparticipatie (inspraak bij
het oog op de zwemwaterkwaliteit en de ecolo-
de herziening en de bijwerking van de lijst van
gie, en ook in relatie tot klimaatverandering.
zwemwateren), en voeren zwemlocaties op of af,
Samen met de waterschappen inventariseren we
op basis van het landelijke protocol ‘Aanwijzen
de precieze invloed van mogelijke vervuilings-
en Afvoeren’. De waterkwaliteitsbeheerders en
bronnen op de waterkwaliteit. We ontwikkelen
locatiebeheerders/gemeenten worden hierbij
kennis over haalbare inrichtings- en beheermaat-
betrokken. Jaarlijks stellen GS de kaart met
regelen die het zelfreinigend vermogen van
zwemwateren in regionale wateren vast en bren-
oppervlaktewatersystemen versterken.
gen PS hiervan op de hoogte. n Wij
n Wij
vragen de waterkwaliteitsbeheerders om rea-
streven ernaar dat in 2015 alle Noord-
listische en evenredige maatregelen te nemen,
Hollandse Noordzeestranden voldoen aan de
opdat zwemwaterlocaties waaraan de functie
internationale criteria voor de Blauwe Vlag.
zwemwater is toegekend (zie bijlage 9 kaart
n Wij
beoordelen de waterkwaliteit en veiligheid
Zwemwaterlocaties) uiterlijk in 2015 voldoen aan
van het zwemwater conform de geldende nor-
de wettelijke kwaliteitsdoelstellingen. Die maat-
men. We vaardigen zwemverboden uit of geven
regelen moeten er ook voor zorgen dat het aantal
een negatief zwemadvies als de waterkwaliteit onvoldoende is. We informeren het publiek hierover. Jaarlijks rapporteren we aan de EU.
goede en uitstekende zwemwateren stijgt. n Wij
bemiddelen als er conflicten zijn over het
nemen van maatregelen of de kosten daarvan.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
51
Wat verwachten we van Rijk,
blemen veroorzaken, worden in principe aange-
Rijkswaterstaat, waterschappen,
pakt, ook in de vergunningensfeer. Bij bestaande
gemeenten en derden?
zwemwaterlocaties vindt geen lozing door overstorten plaats.
Rijk n Voldoet
aan de verplichtingen die de nieuwe
Europese Zwemwaterrichtlijn oplegt. n Implementeert
Gemeenten/locatiebeheerder n Hebben
de verantwoordelijkheid voor de inrich-
de Europese Zwemwaterrichtlijn
ting en veiligheid van de zwemlocatie. Bij de
zoals weergegeven in het plan van aanpak
inrichting van zwemwaterlocaties/recreatiege-
‘Zwemwater in Noord-Holland’.
bieden wordt actief gekeken naar combinaties
n Is verantwoordelijk voor de functietoekenning van
rijkswateren (regionale wateren door provincie). n Is
als waterbeheerder verantwoordelijk voor de
met natuur en klimaatmaatregelen als waterberging. n Onderzoeken
dagelijks het doorzicht van het
rijkswateren en dus verantwoordelijk voor het
water, en een aantal visuele parameters (schuim,
uitvoeren van controles en voor maatregelen bij
olie en vuil) om de kwaliteit te bewaken, en hou-
het zwemwater in rijkswateren of verzoekt een
den daarover een logboek bij.
andere partij dat te doen. n Doet
omgevingsonderzoek (zwemwaterprofie-
len) en rapporteert de resultaten aan ons.
n Implementeren
de Europese Zwemwaterrichtlijn
zoals weergegeven in het plan van aanpak ‘Zwemwater in Noord-Holland’.
Waterschappen n Voldoen
aan de verplichtingen die de nieuwe
5.8 Toerisme en recreatie
Europese Zwemwaterrichtlijn oplegt. n Nemen
realistische en evenredige maatregelen
Analyse
die maken dat het aantal zwemwateren van
Noord-Holland is de grootste watersportprovincie
goede of uitstekende kwaliteit stijgt.
van Nederland. We willen deze positie behouden en
n Voeren
zwemwaterkwaliteitscontroles uit, doen
uitdragen. Vanuit de Agenda Recreatie en Toerisme
omgevingsonderzoek (zwemwaterprofielen) en
2008-2011 investeren we in de monitoring en com-
rapporteren de resultaten aan ons.
municatie specifiek voor watersport, onder andere
n Bepalen
maatregelen voor het behouden en ver-
door bij te houden hoe onze positie als watersport-
beteren van de zwemwaterkwaliteit en voeren
provincie is. Daarnaast zijn speciale acties ingezet,
deze uit, of verzoeken een andere partij dat te
bijvoorbeeld om te wijzen op de kansen en mogelijk-
doen. De zwemwatermaatregelen worden afge-
heden voor de riviercruisevaart. In 2008 is ook een
stemd op de maatregelen die op grond van de
onderzoek uitgevoerd naar knelpunten voor de
Kaderrichtlijn Water moeten worden getroffen.
kleine recreatievaart.
Bij de inrichting van zwemwaterlocaties/recreatiegebieden wordt actief gekeken naar combina-
De Agenda Recreatie en Toerisme stimuleert recre-
ties met natuur en klimaatmaatregelen als water-
atie en toerisme vanuit twee thema’s die sterk gere-
berging.
lateerd zijn met water. Thema 1 heet ‘Recreatie dicht
n Implementeren
de Europese Zwemwaterrichtlijn
bij huis’. Doel: binnen tien minuten lopen of fietsen
zoals weergegeven in het plan van aanpak ‘Zwem
zijn de eigen bewoners in het groen (inspelend op
water in Noord-Holland’.
verschillende levensstijlen). Dat kan door:
n Lozingen
van verontreinigende stoffen op opper-
vlaktewater waarvan uit het zwemwaterprofiel blijkt dat ze mogelijk zwemwaterkwaliteitspro-
52
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n Het
uitvoeren van een programma voor de inrich-
ting van regionaal groen. n Het
duurzaam beheren van het regionaal groen.
n Het
realiseren van regionale recreatieve verbin-
dingen. n Het
onderzoeken van de recreatiebehoeften van
specifieke doelgroepen.
den gecombineerd met de doelen van recreatie en toerisme. Op deze wijze ontwerpen we in NoordHolland met water en versterken we de ruimtelijke kwaliteit van Noord-Holland. Via het onderwerp ‘Drukte op het water’ (zie hoofd-
Thema 2 luidt ‘Waterrijk van zee en meer’. Doel: ont-
stuk 5 Benutten en Beleven) zullen we uitwerken waar
wikkeling van Noord-Holland als toeristische trek-
natuur, recreatie en/of beroepsvaart gestimuleerd,
pleister op het gebied van de waterrijke cultuur
dan wel beperkt worden in Noord-Holland. Dit zal
(Noordzeekust, IJsselmeerkust, grachten Amsterdam,
leiden tot een nieuwe waterfunctiekaart in 2012.
Zuiderzeestadjes, Stelling van Amsterdam) en watersport. Dat kan door: n De
promotie van het toeristisch potentieel van de
provincie Noord-Holland. n Het
sterker neerzetten van Noord-Holland als
watersportprovincie.
Doelen voor de lange termijn (2040) n Alle
inwoners kunnen op wandel- en/of fietsaf-
stand van huis in de openlucht zwemmen in veilig en schoon water. n Beheerders
van recreatiegebieden hebben de
n Het
verbeteren van de kwaliteit van de kust.
wateropgave (wateroverlast, waterveiligheid,
n Het
toegankelijk en beleefbaar maken van het
watertekort, waterkwaliteit) meegenomen bij
waterrijke cultuurlandschap.
inrichting, beheer en onderhoud. n Noord-Holland
is breed bekend als toeristische
Via het programma Water als Economische Drager
trekpleister op het gebied van watersport en
investeert de provincie jaarlijks bijna 3 miljoen euro in
waterrijke cultuur (Noordzeekust, IJsselmeerkust,
fysieke projecten op het terrein van waterrecreatie en
grachten Amsterdam, Zuiderzeestadjes, Stelling
watergebonden bedrijventerreinen (zie voor bedrijven
van Amsterdam) en de werkgelegenheid in deze
terreinen hoofdstuk 5.4 Beroepsscheepvaart). Met deze
sector is gegroeid.
investeringen worden fysieke voorwaarden gecreëerd
n De
mogelijkheden van waterrecreatie, zowel voor
die de duurzame waterrecreatie in Noord-Holland
de grote als de kleine recreatievaart, zijn uitge-
stimuleren. Belangrijke doelstellingen zijn groei van
breid.
werkgelegenheid en groei van de toeristische beste-
n Het
aantal aantrekkelijke wandel- en fietsroutes
dingen die de projecten met zich meebrengen.
langs water is uitgebreid.
Het waterbeleid en het recreatie- en toerismebeleid
Wat doet de provincie tot en met 2015?
versterken elkaar. Het waterbeleid geeft invulling aan het duurzaam beheren en inrichten van regio-
Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is
naal groen door rekening te houden met de klimaat-
de waterparels door middel van een wandel- en
verandering (waterveiligheid, wateroverlast, water-
fietsnetwerk met elkaar te verbinden, zodat het
tekort) en de chemische en ecologische waterkwali-
‘Waterrijk van zee en meer’ te beleven is voor de
teit in regionaal groen te verbeteren (Agenda
burger. Onderdeel van het onderzoek zal zijn of
Recreatie en Toerisme).
ook andere thema’s (zoals cultuur) hieraan
De aanleg van zwemlocaties in oppervlaktewater (zie
gekoppeld kunnen worden (zie hoofdstuk 5.9
hoofdstuk 5.7 Zwemwater), het onderscheiden van 50
Natuurgebieden en waterparels en zie bijlage 1
unieke stukjes waternatuur (de waterparels, zie
Waterparels).
hoofdstuk 5.9 Natuurgebieden en waterparels), de ver-
n Wij
subsidiëren via het ILG het recreatief verbin-
sterking van de waterkeringen en Noordzeekust (zie
den van de waterparels en maatregelen voor het
hoofdstuk 4 Beschermen) en de waterbergingsopgave
verbeteren van de ecologische en chemische
(zie hoofdstuk 6.7 Voorkomen van wateroverlast) wor-
waterkwaliteit van waterparels.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
53
n Wij
gaan samen met recreatieschappen en water-
beheerders tien potentiële nieuwe zwemlocaties
houdingsdoelen van Natura 2000-gebieden optreden.
selecteren (zie ook hoofdstuk 5.7 Zwemwater).
Wat verwachten we van Rijk, Rijks Via de Agenda Recreatie en Toerisme:
waterstaat, waterschappen, gemeenten
n Wij
en derden?
bevorderen het ecologisch beheer (vaar- en
wegbeheer) in overleg met recreatieschappen. n Wij
stimuleren de beheerders in de nieuw aan te
leggen recreatiegebieden (ILG-opgave van 2000
Waterschappen n Werken
mee aan het realiseren van het recrea-
ha Recreatie om de Stad) daar waar mogelijk de
tieve medegebruik van hun waterkeringen voor
wateropgave mee te nemen. Denk aan natuur-
wandelen en/of fietsen.
vriendelijke oevers, het bevorderen van de ecolo-
n Dragen
actief bij – zowel inhoudelijk als financi-
gische kwaliteit van het water, wateropvang bij
eel – in projecten om waterdoelen in nieuw aan
piekbuien en veiligheid van de stad (zie bijlage 9
te leggen recreatiegebieden te realiseren.
kaart Recreatiegebieden). n Wij
voeren samen met de waterschappen een
haalbaarheidsstudie uit, die is gericht op het ver-
n Houden
in hun plannen zo veel mogelijk reke-
ning met de belangen van de beleving van water.
sterken van de watersportmogelijkheden door het beter verbinden van de ‘Hollandse meren’ in het zuiden van de Metropoolregio Amsterdam
Rijkswaterstaat n Trekt
provinciegrens overstijgende projecten,
Aandachtspunten hierbij zijn nieuwe verbindin-
zoals voor de veiligheid op het water en voor de
gen, waterpeilen en beschermingsgebieden.
afstemming van de brug- en sluisbedieningen op
n Wij
stimuleren het recreatief medegebruik van
waterkeringen voor wandelen en/of fietsen. Met
doorgaande routes (via Agenda Recreatie en Toerisme).
het Noord-Hollandpad geven we zelf het goede
Gemeenten
voorbeeld. n Wij
brengen knelpunten voor de kleine recreatie-
de recreatief/toeristische mogelijkheden van het
lost (zie bijlage 9 kaart Vaarroutes BRTN).
water te vergroten.
streven met het programma Water als Econo
n Werken
mee of zijn trekker om fysieke knelpun-
mische Drager 2008-2011 naar het optimaal eco-
ten en knelpunten op het gebied van veiligheid
nomisch benutten van de Noord-Hollandse recre-
en brug- en sluisbediening in het landelijk toer-
atietoervaart.
vaartnet op te lossen.
n Wij
stimuleren de recreatietoervaart door het
ondersteunen van het Convenant ‘Staande mast Routes’. Daarin worden de brug- en sluisbedieningen op elkaar afgestemd tussen Amsterdam en Zeeland, als Basis Recreatie Toervaartnet n Wij
Terreinbeheerders n Werken
actief mee aan het toegankelijk en beleef-
baar maken van waterparels in hun gebied. n Werken
mee aan een aangepast beheer in relatie
met waterdoelen.
(BRTN). stimuleren de veiligheid op het water door
n Integreren
zo veel mogelijk waterdoelen bij de
het ondersteunen van landelijke activiteiten zoals
inrichting van nieuwe gebieden (Agenda
‘Varen doe je samen’.
Recreatie en Toerisme).
n Bij
de uitvoering van de agenda mogen geen sig-
nificant negatieve effecten op de instand
n
mee of zijn trekker van initiatieven om
vaart in beeld en stimuleren dat ze worden opgen Wij
54
n Werken
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Bedrijven n Werken
Europees ecologisch netwerk gecreëerd. Alle Natura
mee of zijn zelfs trekker van initiatieven
2000-gebieden in Noord-Holland hebben deels of
om de recreatief/toeristische mogelijkheden van
geheel een nat karakter. De instandhoudingsdoelen
het water te vergroten (via Agenda Recreatie en
die voor deze gebieden zijn geformuleerd verwijzen
Toerisme).
naar soorten of habitats die afhankelijk zijn van een goede waterkwaliteit en -kwantiteit. Zowel de KRW als Natura 2000 beogen een goede ecologische kwa-
5.9 Natuurgebieden en waterparels
liteit, uitgaande van de recent-historische kenmerken en omstandigheden. In het algemeen kan dan ook worden geconcludeerd dat er een grote overlap is in
Analyse
de doelen van KRW en Natura 2000. De verschillen
In de nota ‘Natuur voor mensen, mensen voor
in benadering van KRW en Natura 2000 bieden
natuur’ (Nota natuur, bos en landschap in de 21 e
ruimte voor maatwerk waar doelen tegenstrijdig lij-
eeuw) schetst het Rijk de aanpak van het natuurbe-
ken (zie 6.3 Kaderrichtlijn Water).
leid. Wij volgen deze lijn en doen dit vanuit het besef dat natuur en landschap een essentiële bijdrage leve-
Afgelopen planperiode is nagegaan of er naast de
ren aan een leefbare en duurzame samenleving.
KRW-waterlichamen, veelal grote oppervlaktewate-
Investeren in natuur is belangrijk voor de natuur zelf,
ren in Noord-Holland, ook kleinere oppervlaktewa-
maar ook voor het welzijn van de mens.
teren zijn die extra bescherming nodig hebben. Het betreft de zogenaamde ecologisch waardevolle wate-
Vanwege het overwegend natte karakter van onze
ren, of ‘waterparels’. Samen met water- en terreinbe-
natuur- en recreatiegebieden is er een logische kop-
heerders is op basis van ‘expert judgement’ een lijst
peling met waterkwaliteit, waterberging, waterover-
en kaart met vijftig (potentiële) waterparels gemaakt
last en verdrogingsbestrijding. Beleidsvelden gaan
(zie bijlage 1 Waterparels). In Noord-Holland zijn dat
daarbij hand in hand en versterken elkaar.
voornamelijk oppervlaktewateren in bijzondere
De waterkwaliteit van de natuur- en recreatiegebie-
(natuur)gebieden als de duinen (inclusief duinval-
den in Noord-Holland wordt verbeterd via het KRW-
leien), de veenweiden, de brakwatergebieden en de
spoor. Natuur kan ook worden ingezet voor veilig-
gebieden met kwel. De helft van de waterparels zijn
heid (bijvoorbeeld vooroevers) en het beperken van
geheel of deels gelegen in Natura 2000-gebieden.
wateroverlast (waterbuffers, overloopgebieden). De natte natuur- en recreatiegebieden bieden bovendien uitgesproken kansen voor waterrecreatie. Dit
Doelen voor de lange termijn (2040) n Een
geïntegreerd netwerk van Natura 2000,
betekent niet dat we natuur alleen willen gebruiken
Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waterlicha-
en inrichten naar de wensen van mensen. Als koppe-
men en waterparels met een goede waterkwali-
ling met andere thema’s schade kan toebrengen aan
teit. Daarbij wordt waterberging en overloop bij
bijzondere (aquatische) natuurwaarden, zullen we
calamiteiten gefaciliteerd. De kwaliteit en kwan-
daarvoor alleen bij uitzondering toestemming
titeit van het inkomende water mag daarbij ech-
geven.
ter geen probleem zijn. n Natuur
De Europese Vogel- en Habitatrichtlijn zijn in Nederland geïmplementeerd in de Natuur
wordt ingezet voor veiligheid tegen water
(vooroevers, zandplaten). n De
waterkwaliteit van alle in dit Waterplan opge-
beschermingswet. Onder deze wetgeving zijn gebie-
nomen waterparels is gehandhaafd of verbeterd
den aangewezen onder de noemer Natura 2000 (zie
conform de wens van de beheerders. Er zijn
bijlage 9 kaart Natura 2000-gebieden en Ecologische
nieuwe (potentiële) waterparels aan de lijst toe-
Hoofdstructuur). Hiermee wordt een samenhangend
gevoegd.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
55
n Natuurlijk
peilbeheer wordt maximaal ingezet
maatverandering, temperatuurstijging en ver-
voor de instandhoudingsdoelen voor Natura
sterkte verzilting, toename van blauwalgen en
2000-gebieden.
eutrofiëring door droogte en verminderde zoet-
n De
nieuwe beheerplannen op grond van de
wateraanvoer.
Natuurbeschermingswet 1998 (Natura 2000 vanaf 2015) en KRW worden geïntegreerd uitgevoerd (KRW-maatregelen in Natura 2000-beheerplan-
Ecologische Hoofdstuctuur n Wij
zorgen ervoor dat vismigratieknelpunten (zie
nen), waarbij gezocht wordt naar synergie tussen
hoofdstuk 6.4 Vismigratie) binnen de EHS (zowel
de twee maatregelpakketten.
fysiek als regelgeving) worden opgelost, conform het vervangingsprogramma van sluizen. De EHS
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in?
vormt daarmee onderdeel van het netwerk. n Wij
zorgen voor een maximale koppeling tussen
EHS- en KRW-maatregelen.
Natura 2000-gebieden n Wij
werken samen met terreinbeheerders, water-
schappen en Rijk eendrachtig aan KRW en
Waterparels n Wij
onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is
Natura 2000. In 2015 zijn de KRW-maatregelen
de waterparels door een wandel- en fietsnetwerk
uitgevoerd en maximaal afgestemd met de
met elkaar te verbinden, zodat het ‘Waterrijk van
Natura 2000-instandhoudingsdoelen.
zee en meer’ te beleven is voor de burger.
n Wij
brengen KRW-doelen en -maatregelen in bij
Onderdeel van het onderzoek zal zijn of ook
de beheerplannen op grond van de Natuur
andere thema’s (zoals cultuur) hieraan gekoppeld
beschermingswet 1998. n Wij
zoeken naar synergiekansen tussen Natura
kunnen worden. n Wij
evalueren samen met water- en terreinbe-
2000, KRW, nationale landschappen, EHS en
heerders in 2015 de geselecteerde waterparels en
recreatiegebieden.
actualiseren ze.
n Wij
hebben in 2012 duidelijk gemaakt welke
n Wij
subsidiëren via het ILG het recreatief verbin-
wateren we voor welke functie geschikt maken.
den van de waterparels en maatregelen voor het
Keuzes worden gemaakt tussen beroepsscheep-
verbeteren van de ecologische en chemische
vaart en recreatievaart, waarbij een onderscheid
waterkwaliteit van waterparels.
gemaakt wordt tussen motorische en niet-motorische waterrecreatie, zwemwater, viswater, cul-
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
tuur en natuur. De ambities voor binnenvaart,
waterstaat, waterschappen, gemeenten
het Landelijk Toervaart Net, convenant vaarre-
en derden?
creatie Waddenzee, de KRW en Natura 2000 zullen hierbij leidend zijn. De hoofdfunctie is leidend voor de inrichting. Wel worden daar waar mogelijk combinaties gemaakt met natuur, recreatie, waterkwaliteit, waterveiligheid, waterberging en cultuur. n Wij
Rijk n Is
partner in de integrale projecten voor Natura
2000, EHS en waterparels. n Neemt
de KRW-maatregelen mee in de beheer-
plannen voor Natura 2000-gebieden waarvoor zij
stimuleren terreinbeheerders om KRW-maat-
regelen uit te voeren in Natura 2000-gebieden
verantwoordelijk is (trekker opstelling/bevoegd gezag).
(subsidie). n Wij
onderzoeken hoe ongewenste effecten op
oppervlaktewaterkwaliteit ‘s zomers kunnen worden beperkt, waar die het gevolg zijn van kli-
56
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Waterschappen n Zijn
partner in de integrale projecten voor Natura
2000, EHS en waterparels.
n Hebben
in 2015 de ecologische doelen voor ove-
mensenheugenis gevormd door de strijd tegen het
rige wateren geformuleerd volgens de KRW-
water. Zodoende zien we her en der terpen, dijken,
systematiek en leggen ze vast in een volgend
molens en droogmakerijen. Tegelijkertijd is het water
waterbeheerplan. Deze doelen hebben samen met
belangrijk geweest voor de economische ontwikke-
de chemische normen een inspanningsplicht.
ling van Noord-Holland. Met name de scheepsvaart
n Hebben
de ecologische doelen voor de waterpa-
heeft ervoor gezorgd dat de economische ontwikke-
rels geformuleerd en nemen het initiatief voor
ling vanaf de 17de eeuw een grote vlucht heeft geno-
een plan van aanpak dat uitgaat van deze doelen,
men. Ook die relatie tussen de toenmalige bewoners
vooral gericht op de potentiële waterparels.
en het water is nog overal in het Noord-Hollandse
n Zijn
verantwoordelijk voor het nemen van maat-
landschap zichtbaar.
regelen in waterparels tenzij eigendom en onderhoud bij een terreinbeheerder liggen. Dan ligt het
Het waterrijke cultuurlandschap is een toeristische
initiatief bij de terreinbeheerder.
trekpleister. Ons beleid is dat bij ruimtelijke plan
n Zorgen
er samen met de terreinbeheerders voor
vorming de cultuurhistorische waarden in een vroeg-
dat in 2012 de waterkwaliteit in alle bestaande
tijdig stadium van de planvorming worden geïnven-
waterparels is gehandhaafd of verbeterd (bescher-
tariseerd en bij de planvorming worden meegeno-
ming en natuurvriendelijk onderhoud). In 2012
men. Het cultuurhistorische beleid is niet alleen
zijn de voorgenomen maatregelen (groot onder-
opgenomen in beide streekplannen, maar ook in het
houd, inrichting en isolatie) in de helft van het
beleidskader Landschap en Cultuurhistorie (zie bijlage
aantal potentiële waterparels uitgevoerd.
9 Cultuurhistorische waardekaart). In de Structuurvisie zal
n Hebben
in 2015 alle maatregelen uitgevoerd
dit beleidskader worden geïntegreerd.
waardoor in principe alle waterparels zijn gerealiseerd of in ontwikkeling.
Sinds september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht. In het bestemmings-
Terreinbeheerders n Zijn
partner in de integrale projecten voor Natura
2000, EHS en waterparels. n Zijn
plan moeten gemeenten rekening houden met bekende en verwachte archeologische waarden. Bij het opstellen van MER’s en bij ontgrondingen moet
verantwoordelijk voor beheer en onderhoud
de archeologie ook worden meegenomen. Noord-
van bestaande waterparels. Het nemen van maat-
Holland kent naast gemeentelijke en rijksmonumen-
regelen is de taak van waterschappen, tenzij
ten ook provinciale monumenten, waaronder een
eigendom en onderhoud bij een terreinbeheerder
aantal dijken. Voor het wijzigen van deze monumen-
liggen.
ten is een vergunning nodig.
n Zorgen
er samen met de waterschappen voor dat
in 2015 de waterkwaliteit in alle bestaande water-
In de Agenda Recreatie en Toerisme hebben we als
parels is gehandhaafd of verbeterd en dat alle
doel opgenomen om Noord-Holland te ontwikkelen
potentiële waterparels ontwikkeld of in ontwik-
als toeristische trekpleister op het gebied van de
keling zijn.
watersport en de waterrijke cultuur (Noordzeekust, IJsselmeerkust, grachten Amsterdam, Zuiderzee stadjes, Stelling van Amsterdam). Met als belangrijke
5.10 Cultuurhistorie
opgave het toegankelijk en beleefbaar maken van het waterrijke cultuurlandschap.
Analyse Kenmerkend voor onze provincie is dat het land-
Doelen voor de lange termijn (2040)
schap zoals we het nu ervaren, het resultaat is van
Cultuurhistorie bestaat uit de historische geografie,
menselijke handelen. Deels is dat landschap sinds
archeologie en historische bouwkunde.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
57
n Cultuurhistorie
wordt vroegtijdig in de planvor-
ming gebruikt bij wateropgaven. n Water
wordt benut om met name archeologische
waarden te conserveren (peilbeheer). n Water
Wat verwachten we van Rijk, Rijks waterstaat, waterschappen, gemeenten en derden? Op initiatief van de provincie nemen partijen deel
en cultuurhistorie versterken elkaar en
aan overleg met gemeenten, waterschappen en
dragen gezamenlijk bij aan de ruimtelijke kwali-
terreinbeheerders over de vraag welke cultuurhisto-
teit van de omgeving.
rische structuren met een waterelement versterkt
n Cultuurhistorie
wordt indien nodig beschermd
kunnen worden en hoe dat moet gebeuren.
tegen water.
Waterschappen Wat doet de provincie tot en met 2015?
n Trekken
het proces indien er overeenstemming is
Welke instrumenten zet de provincie in?
over welke waterelementen versterkt worden
Via het beleidskader ‘Landschap en Cultuurhistorie
met cultuurhistorie. Gemeenten en grondbezit-
Noord-Holland’:
ters (agrariërs, natuurorganisaties) zijn de belang-
n Wij
rijkste partijen.
stimuleren en adviseren over ruimtelijke
kwaliteit met water daar waar het een provinciaal belang betreft. Wij zorgen ervoor dat cultuurhis-
n Nemen
waterrijke cultuurhistorie mee als rand-
voorwaarde in uitvoeringsplannen.
torie vroegtijdig wordt meegenomen in wateropgaven met een ruimtelijke impact (zie bijlage 9 Cultuurhistorische waardekaart). Cultuurhistorie is een inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen en draagt daardoor bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. n Wij
stimuleren het uitdragen van waterrijke cul-
tuur via de Agenda Recreatie en Toerisme. n Wij
zetten de Verordening Ruimte in: een provin-
ciale ruimtelijke verordening om ruimtelijke
Gemeenten n Nemen
waterrijke cultuurhistorie mee als rand-
voorwaarde in uitvoeringsplannen. n Houden
in het bestemmingsplan rekening met
aanwezige cultuurhistorische waarden en beschermen daarin aanwezige archeologische waarden. n Promoten
waterrijke cultuur en versterken de
eigen cultuurhistorische waterelementen.
kwaliteit te bevorderen. Daarin stellen wij Beeldkwaliteitsplannen verplicht. n Wij
zetten het instrument culturele planologie
Bedrijfsleven n Promoot
en exploiteert waterrijke cultuur.
(Cultuurnota 2005-2008) in bij waardevolle structuren die in de Structuurvisie en de cultuurnota zijn benoemd als provinciaal belang. n Wij
geven uitvoering aan provinciale cultuurhis-
torische projecten als Stelling van Amsterdam, Westfriese Omringdijk, Maritiem Erfgoed Texel. n Wij
5.11 Waterbewustzijn Analyse Water wordt in Nederland en ook in Noord-Holland
maken het waterrijke cultuurlandschap toe-
als iets vanzelfsprekends ervaren. Iets wat altijd
gankelijk en beleefbaar door de ontwikkeling van
voorhanden is en van goede kwaliteit is. Water is
Noord-Holland als toeristische trekpleister op
maakbaar, we kunnen er met technische oplossingen
gebied van watersport en de waterrijke cultuur
voor zorgen dat het alleen daar is waar we het willen
(Noordzeekust, IJsselmeerkust, grachten van
hebben, niet te veel en niet te weinig en van de juiste
Amsterdam, Zuiderzeestadjes en Stelling van
kwaliteit. Inwoners realiseren zich te weinig hoeveel
Amsterdam).
werk er verzet wordt om water zo vanzelfsprekend te laten zijn. En hoe bijzonder het is dat het zo vanzelfsprekend is.
58
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
De komende klimaatverandering leidt er toe dat er
niveau een canon ‘Nederland Waterland’, een Help
diverse maatregelen getroffen moeten worden. Dit
desk Water en een jaarlijkse Watermonitor. Ook
betekent overlast voor de burger bij bijvoorbeeld
wordt aangesloten bij de Wereldwaterdag-week en
dijkverzwaring, of als de riolering en bestrating wor-
is er een actieplan wateronderwijs.
den vernieuwd. Tevens zullen er soms keuzes
gemaakt gaan worden waardoor de vanzelfspre-
Waterbewustzijn creëer je door burgers en bedrijven
kendheid en maakbaarheid van het water in Noord-
te laten beseffen dat de waterproblematiek juist in
Holland afneemt. De burger en de bedrijven zullen
hun eigen buurt speelt. Een landelijke campagne is
eigen verantwoordelijkheid moeten tonen. Ter illu-
goed voor de uitleg van de algemene problematiek.
stratie:
Toch denken dan veel mensen: ‘dat geldt niet voor
n Er
komen heviger buien. Zorgen we voor meer
mij’. Daarom is het belangrijk dat ook provincie,
waterberging in en om de stad, meer capaciteit
waterschap en gemeenten het waterbewustzijn ver-
van gemalen en sluizen? Of richten we ons huis
groten. De burger moet gaan beseffen wat de kli-
zo in dat de kelder af en toe kan overlopen en
maatverandering betekent voor zijn/haar sloot, zijn/
onze tuin niet vol ligt met bestrating, zodat het
haar kelder of opslag en zijn/haar straat. Daarmee kun
water in de grond kan verdwijnen?
je het best bij de jeugd beginnen. Voor volwassenen
n In
de zomer kunnen watertekorten ontstaan door
lange droge periodes. Welke functie krijgt het water? Mogen we onze tuin sproeien? n Om
te zorgen voor een goede kwaliteit opper-
vlaktewater wordt het water in Noord-Holland doorgespoeld. Dit kost veel geld. Het is de vraag of elke functie op het land tegen elke prijs
kunnen de volgende instrumenten daarbij helpen: n De
overstromingsrisicokaarten (zie bijlage 9 kaart
Overstromingsrisicokaarten) die aangeven hoe hoog het water komt te staan. n Risico-communicatie
naar burgers en bedrijven
die buitendijks wonen. n Functiefaciliteringskaarten
die aangeven welk
bediend moet worden met een goede kwaliteit
landgebruik bediend wordt met oppervlakte
oppervlaktewater.
water.
Dit zijn allemaal afwegingen en maatregelen die wij als provincie samen met de omgeving maken. Water is nu vanzelfsprekend en maakbaar. De keuze voor de toekomst is tegen welke prijs we die vanzelfsprekendheid en maakbaarheid van het water willen
Doelen voor de lange termijn (2040) n Draagvlak
voor het nemen van watermaatregelen
bij burgers en bedrijven. n Bedrijven
en burgers gaan bewust om met het
water in hun omgeving.
behouden. Of willen we het natuurlijke verloop van het water meer sturend laten zijn en onze inrichting
Wat doet de provincie tot en met 2015?
en levensstijl hierop aanpassen? Het is wenselijk dat
Welke instrumenten zet de provincie in?
provincie, waterschappen en gemeenten samen het
n Wij
ondersteunen en versterken regionaal de
maatschappelijk draagvlak voor watermaatregelen
nationale waterbewustzijnscampagne ‘Nederland
vergroten, zodat burgers en bedrijven mee kunnen
leeft met Water’.
werken aan het klimaatbestendig maken van NoordHolland.
n Wij
nemen het initiatief om jaarlijks een water-
week in Noord-Holland te organiseren, samen met gemeenten, waterschappen, burgers en
In het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel zijn met Rijk, waterschappen, gemeenten en provincies
bedrijven. n Wij
integreren het waterbewustzijn in het pro-
afspraken gemaakt over de voortzetting van de
gramma ‘Leren voor Duurzame ontwikkeling’ uit
waterbewustzijnscampagne ‘Nederland leeft met
het Actieprogramma Klimaat. Via projecten wor-
Water’ tot en met 2011. Daarnaast is er op nationaal
den particulieren en bedrijven gestimuleerd om
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
59
na te denken over hun mogelijkheden om iets aan klimaat te doen. n Wij
stimuleren scholen om een lesprogramma te
ontwikkelen over waterbewustzijn in de eigen omgeving. Dit gebeurt onder andere via de Agenda Jeugd en het actieplan wateronderwijs van het Rijk.
Wat verwachten we van Rijk, Rijks waterstaat, waterschappen, gemeenten en derden? Rijk n Zet
de nationale campagne ‘Nederland leeft met
water’ voort. n Betrekt
ons bij het actieplan wateronderwijs.
Waterschappen, Rijkswaterstaat en gemeenten n Werken
mee aan de Noord-Hollandse Water
week. n Werken
mee aan het programma ‘ Leren voor
Duurzame ontwikkeling’. n Werken
mee aan het lesprogramma voor Noord-
Hollandse scholen. n Versterken
het waterbewustzijn door informatie-
voorziening.
60
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
6
n n
Beheren
n n
Schoon en voldoende grond- en oppervlaktewater is essen-
Voor alle grondwaterlichamen wordt de chemische
tieel voor een vitale en toekomstbestendige samenleving
toestand als goed beoordeeld, met daarbij de opmer-
van Noord-Holland. De klimaatverandering zet ons water-
king dat bij een aantal meetpunten de norm voor
systeem onder druk. In de langere droge periodes neemt de
bestrijdingsmiddelen duidelijk wordt overschreden.
waterkwaliteit af en ontstaat er een tekort aan water.
Lokaal vragen die overschrijdingen echter om nader
Tijdens de hevige piekbuien moet het watersysteem het
onderzoek om na te gaan hoe de overschrijdingen
water in korte tijd kunnen opvangen. In de winter zal er
zich de komende tijd ontwikkelen en of het grond-
meer regen vallen en moet wateroverlast worden voor
waterlichaam niet in een slechte toestand zal gera-
komen.
ken. Het bestrijdingsmiddelen onderzoek zal worden
De verantwoordelijkheid voor het grond- en oppervlakte-
uitgevoerd in het Gooi en de binnenduinrand (in
waterbeheer is met de invoering van de Waterwet herover-
samenwerking met de provincie Zuid-Holland). Het
wogen en opnieuw ingedeeld. Deze verantwoordelijkheid
bestaat uit een uitbreiding van het KRW-grond
dragen we samen met gemeenten, waterschappen, provin-
watermonitoringsmeetnet met respectievelijk tien en
cie en Rijkswaterstaat. Het waterbeheer vraagt een goede
twintig meetlocaties op twee diepten en een inventa-
samenwerking en onderling vertrouwen. Wij zorgen
risatie bij gemeenten en gebruikers naar bestrijdings-
samen met gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en
middelengebruik.
drinkwaterbedrijven voor schoon en voldoende water door
Bij de beoordelingen van de chemische toestand is
een kosteneffectief en klimaatbestendig grond- en opper-
verder bij een aantal winningen voor drinkwater een
vlaktewatersysteem.
reëel risico voor achteruitgang van de grondwaterkwaliteit geconstateerd. Zonder maatregelen zal dit in de toekomst leiden tot een toename van de zuive-
6.1 Grondwaterkwaliteit
rings inspanning. Dat is ongewenst. De aanpak van grootschalige grondwaterverontreinigingen is onder-
Analyse
deel van een in voorbereiding zijnd bestuursconve-
Het goed functioneren van het ecosysteem en het
nant Bodem tussen Rijk, provincies, waterschappen
gebruik van grondwater voor bijvoorbeeld de drink-
en gemeenten. Bij de sanering van grootschalige
watervoorziening stelt eisen aan de grondwater
grondwaterverontreinigingen zal het duurzaam
kwaliteit. Van bijzonder belang daarbij zijn de binnen
veiligstellen van de functies van het grondwater in
duinrand en het Gooi. Deze gebieden hebben een
een gebied centraal staan. In afwachting van aanpas-
zandige bodem en zijn daardoor gevoelig voor ver-
sing van wet- en regelgeving zullen betrokken par-
ontreiniging van het (diepere) grondwater. Uit de
tijen op decentraal niveau een bestuurlijke samen-
metingen voor de Europese Kaderrichtlijn Water
werking aangaan en een gebiedsbeheerplan opstellen.
(KRW) is gebleken dat in een aantal regio’s ver-
Een dergelijke aanpak past de provincie al toe in het
hoogde concentraties van bestrijdingsmiddelen in
Gooi via het Masterplan Grondwatersanering ’t Gooi.
het grondwater voorkomen.
Er zijn nog 14 locaties in Noord-Holland waar moge-
De toestand van de grondwaterlichamen is vast
lijk grootschalige grondwaterverontreiniging voor-
gelegd in het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta.
komt. De provincie zal onderzoeken of gebieds
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
61
gericht grondwaterbeheer ook voor deze locaties een
Figuur 1 Gebieden met hoge chloridebelasting
geschikte aanpak is. Ook onderzoeken we de aanwe-
via kwel (uit TNO-Alterra rapport NITG
zigheid en effecten van puntbronnen in en bij Natura
02-166-A, oktober 2002)
2000-gebieden. Daarover is nog te weinig bekend. Bij de kwetsbare grondwaterwinningen van water voor menselijke consumptie zal samen met de betrokken waterleidingbedrijven onderzoek naar de veranderingen in de grondwaterkwaliteit worden uitgevoerd om zo mogelijke toekomstige kwaliteitsproblemen voor de KRW in beeld te krijgen. Hierbij wordt gedacht aan een early warning systeem, waarbij gebruik kan worden gemaakt van kwaliteits metingen in daarvoor geschikte meetlocaties. Tevens kunnen we aan de hand van de resultaten van de kwaliteitsmetingen bezien of het huidige grond waterbeschermingsbeleid voldoende is of moet worden aangepast (zie bijlage 9 kaart Grondwaterbescher mingsgebieden). In dit kader komt er ook aandacht voor de regelgeving op het gebied van hemelwater infiltratie. Die regelgeving is nog in ontwikkeling. De details over de grondwatertoestand en de grondwatermaatregelen vanuit de KRW staan genoemd in
Voor een klimaatbestendige en duurzame inrichting
bijlage 11 Grondwater; de grondwaterlichamen staan
van het grondwaterbeheer en -gebruik, is het erg
op de kaart KRW-grondwaterlichamen (zie bijlage 9).
belangrijk dat het functiegebruik inspeelt op de veranderende klimaatomstandigheden. Hier liggen kan-
Door de zeespiegelstijging als gevolg van een veran-
sen voor innovaties in bijvoorbeeld de landbouw met
derend klimaat zullen de grondwaterstromen in het
zilte teelten. Door het peil in natuurgebieden omhoog
grootste deel van de provincie nauwelijks veranderen.
te laten komen kunnen brakke vegetaties zich ont-
De grondwaterstromen zijn stabiel en worden bepaald
wikkelen. Op korte termijn is verzilting (zoute kwel)
door locale reliëf- en peilverschillen.
een lokaal probleem voor de zoetwatervoorziening
Wel komt het tegengaan van de natuurlijke verzilting
in de diepe polders, zoals de Haarlemmermeer.
verder onder druk te staan. Door de klimaatverande-
Verzilting wordt in Noord-Holland gezien als een
ring krijgen we vaker te maken met langere perioden
gebiedsgericht probleem.
van extreme droogte. Als gevolg van een hogere zeespiegel en lagere grondwaterstanden neemt dan de kweldruk toe. Tegelijkertijd is bij langdurige droogte
n Geen
verzilting door grondwateronttrekkingen.
onvoldoende zoet water beschikbaar om de verzilting-
n Geen
overschrijding van chemische normen, een
verschijnselen teniet te doen. Vermoedelijk krijgen we
goede chemische toestand van de grondwaterli-
een omgeving die nu eens zoet en dan weer licht brak
chamen op grond van de daarvoor afgeleide
is, waarbij ’s zomers de verzilting toeneemt ten
drempelwaarden.
opzichte van de huidige situatie. Deze toename van
n
n Geen
negatieve effecten op het oppervlaktewater
de frequentie, duur en intensiteit van piekbelastingen
en terrestrische ecosystemen (grondwaterafhan-
van zout kan schadelijke gevolgen hebben voor (van
kelijke ecosystemen).
zoetwater afhankelijke) natuur en landbouw.
62
Doelen voor de lange termijn (2040)
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
zorgen er via vergunningverlening voor dat
het grondwater niet verzilt door grondwateront-
n Onderzoeken
samen met de provincie waar er
sprake is van een interactie tussen grond- en oppervlaktewater en hoe negatieve effecten kunnen worden voorkomen.
trekkingen. n Wij
meten de toestand van de grondwaterlicha-
men (kwalitatief en kwantitatief) en gebruiken
Waterleidingbedrijven n Bij
de kwetsbare grondwaterwinningen voor de
hiervoor de provinciale grondwatermeetnetten
drinkwatervoorziening, welke als mogelijk
(KRW-maatregel).
bedreigd zijn aangegeven in het stroomgebiedbe-
n Wij
doen onderzoek naar het gebruik van bestrij-
heerplan, zal door de provincie samen met de
dingsmiddelen in de binnenduinrand en het Gooi
betrokken waterleidingbedrijven naar de instel-
(KRW-maatregel).
ling van een early warning systeem onderzoek
n Wij
breiden het grondwaterkwaliteitsmeetnet uit
worden gedaan.
met dertig locaties op twee diepten voor het bestrijdingsmiddelenonderzoek (KRW-maatregel). n Wij
doen samen met de waterschappen onder-
Gemeenten en derden (LTO) n Werken
mee aan de inventarisatie van het bestrij-
zoek naar de interactie tussen grond- en opper-
dingsmiddelengebruik in de binnenduinrand en
vlaktewater en kijken hoe negatieve effecten kun-
het Gooi, waarbij aan gemeenten en derden
nen worden voorkomen (KRW-maatregel).
wordt gevraagd deze inventarisatie uit te voeren,
n Wij
geven uitvoering aan het Masterplan grond-
elk voor hun eigen gebied.
watersanering ’t Gooi. n Wij
onderzoeken of gebiedsgericht grondwaterbe-
heer een geschikte aanpak is voor gebieden met
6.2 Grondwaterkwantiteit
mogelijk grootschalige grondwaterverontreiniging. n Wij
doen onderzoek naar puntbronnen bij Natura
2000-gebieden (KRW-maatregel).
Analyse Grondwater wordt onder andere gebruikt voor drinkwatervoorziening, beregening en energievoor-
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
ziening (warmte-koude opslag). Ook in andere gebie-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
den is het grondwater belangrijk. Natuur- en land-
en derden?
bouwgebieden mogen niet verdrogen. Anderzijds mag in steden en dorpen geen grondwateroverlast
Rijk
ontstaan.
n Voorkomt
verontreiniging van grondwater door
Het grondwaterbeheer zal door de klimaatverande-
het gebruik van bestrijdingsmiddelen, meststof-
ring meer aandacht vragen. Periodes van extremere
fen en (bouw)materialen nader te regelen.
droogte en van extremere neerslag zullen vaker voor-
n Is
trekker van de totstandkoming van een
komen. Dat vraagt om extra investeringen in het
bestuursconvenant Bodem waarin de aanpak van
vasthouden van grondwater in droge periodes en in
grootschalige grondwaterverontreiniging een
het ontwateren van gronden in natte periodes.
hoofdthema is.
Met het inwerkingtreden van de Wet Gemeentelijke
n Past
waar nodig wet- en regelgeving aan om
gebiedsgericht grondwaterbeheer te bevorderen.
Watertaken en opname hiervan in de Waterwet is de verdeling van verantwoordelijkheden veranderd: n Gemeenten
Waterschappen n Zorgen er via vergunningverlening en peilbeheer voor
dat verzilting van grondwater wordt voorkomen.
zorgen voor het grondwaterbeheer in
stedelijk gebied. n De
provincie is verantwoordelijk voor vergun-
ningverlening voor drinkwaterwinningen,
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
63
warmte-koude opslag en grote industriële onttrekkingen. n Het
Gemeenten n Zorgen
waterschap is verantwoordelijk voor alle
voor de ontwatering van stedelijk
gebied.
andere grondwaterwinningen. Dat zijn vooral agrarische onttrekkingen en bouwputbemalingen.
Grondeigenaren n Zorgen
voor de ontwatering van eigen gronden.
Doelen voor de lange termijn (2040) Geen grondwateroverlast of tekort in Noord-
6.3 Oppervlaktewaterkwaliteit
Holland.
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
Kaderrichtlijn Water (KRW) We streven naar een gezond en schoon watersy-
zijn verantwoordelijk voor vergunningverle-
steem. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)
ning voor drinkwaterwinningen, grotere indu-
geeft een extra dimensie aan dit streven. Voor het
striële onttrekkingen en warmte-koude opslag.
bereiken van een goede kwaliteit van het oppervlak-
Via de vergunningverlening zorgen we ervoor
tewater zijn nu naast chemische doelen ook ecologi-
dat grondwatervoorraden niet worden uitgeput
sche doelen ontwikkeld.
en dat grondwateronttrekking geen negatieve
In Noord-Holland zijn voor 88 waterlichamen KRW-
gevolgen heeft voor de omgeving.
doelen vastgesteld (zie bijlage 9 kaart KRW-waterli-
n Wij
coördineren en subsidiëren de bestrijding van
chamen). Deze zijn als volgt verdeeld over de drie
verdroging en geven daarbij prioriteit aan Natura
waterschappen: het Hoogheemraadschap Hollands
2000-gebied (bijlage 2 ILG TOP-lijst, bijlage 11
Noorderkwartier met 54, Amstel, Gooi en Vechtstreek
KRW-grondwater). In deze Natura 2000-gebieden is
met 20 en Rijnland met 14 waterlichamen. Hiervan
verdroging in 2015 vrijwel opgeheven. Projecten
zijn 82 waterlichamen kunstmatig, 5 sterk veranderd
worden de komende jaren verder uitgewerkt en
en is er 1 natuurlijk. Voor de overige wateren zijn
uitgevoerd, in samenhang met de Natura 2000-
geen ecologische doelen vastgesteld. De chemische
doelen en –plannen (KRW-maatregel).
doelen gelden voor alle wateren.
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
De huidige ecologische toestand is voor nagenoeg
waterstaat, waterschappen, gemeenten
alle waterlichamen in Noord-Holland matig tot
en derden?
ontoereikend. De chemische toestand voldoet slechts bij 25% van de oppervlaktewaterlichamen. Onder
Rijk
leiding van de waterschappen en in samenspraak
n Financiert
50% van de kosten van verdrogingbe-
strijding in Natura 2000-gebied, via het ILG.
met Rijk, gemeenten en provincies ligt er nu een fors pakket van regionale en rijksmaatregelen. Dat pakket is voldoende om in 2027 in ten minste 25% van de
Waterschappen n Zorgen
waterlichamen het doel te behalen en in de overige
er bij grondwateronttrekkingen die onder
75% waterlichamen een flinke verbetering te bewerk-
haar verantwoordelijkheid vallen voor dat deze
stelligen (zie figuur 2, 3 en 4 en bijlage 10 KRW-opper-
geen negatieve gevolgen hebben voor de omge-
vlaktewater).
ving. n Zorgen
er via het peilbeheer van oppervlakte
Met name door hoge fosfaatconcentraties in het
water voor dat de gewenste grondwaterstand
oppervlaktewater in Noord-Holland worden de eco-
kan worden gehandhaafd.
logische doelen niet gehaald. Die fosfaatconcentraties worden veroorzaakt door kwel, historische belasting
64
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
vanuit de landbouw, afval- en rioolwaterzuiveringen
In Rijn-West zijn de volgende stappen afgesproken
en huidig fosfaatgebruik in de landbouw. Het Rijk
om in meer waterlichamen de doelen te behalen:
heeft besloten het mestbeleid per 2009 niet aan te
n Het
opnemen van extra regionale maatregelen in
scherpen, omdat er al een zware inspanning van de
het tweede en derde stroomgebiedbeheerplan.
landbouw wordt gevraagd met het huidige mestbe-
De huidige maatregelenpakketten focussen met
leid en het derde nitraatactieprogramma. De uitkom-
name op de periode 2009-2015 en veel minder op
sten van het overleg tussen het Rijk en de EU over
de periode 2015-2027. In de periode tot 2015
het vierde nitraatactieprogramma zijn belangrijk
wordt onderzoek uitgevoerd naar de haalbaar-
voor het behalen van de doelen in 2027 en de zin van
heid van nu nog onzekere maatregelen. Op basis
het nemen van extra regionale maatregelen.
hiervan kunnen nieuwe maatregelen worden
Een andere oorzaak voor het niet behalen van de
gepland.
doelen is dat ruimtelijke functies naast of verbonden
n Het
uitvoeren van extra maatregelen als gevolg
aan het water een (verdergaande) natuurlijke ont-
van het synergie- en innovatieprogramma dat dit
wikkeling onmogelijk maken.
jaar is opgesteld door het Rijk. Deze zijn nog niet allemaal in het doelbereik inbegrepen. n Aanvullend
generiek beleid van het Rijk in de
periode 2015-2027 ten aanzien van mest, zuive-
Figuur 2 Chemische en ecologisch toestand van de Noord-Hollandse oppervlaktewaterlichamen in 2007 (Bron: KRW portaal d.d. 17 september 2008)
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
65
Figuur 3 Ingeschatte chemische en ecologische toestand van de Noord-Hollandse oppervlakte waterlichamen in 2015. (Bron: Adviesnota Schoon Water Rijn-West, juni 2008)
ringen of andere bronnen. Aanscherping van het
ring. Er is sprake van een achteruitgang van de toe-
generieke beleid voor stikstof en fosfaat is nodig
stand als een waterlichaam in een slechtere ‘toe-
om de voedselrijkdom in de periode 2015-2027
standsklasse’ terechtkomt. Het gaat bij achteruitgang
verder te verminderen. Naast de effecten van dit
dus niet om elke wijziging van concentraties van één
beleid zelf kunnen hierdoor aanvullende regio-
of meer afzonderlijke stoffen of andere parameters.
nale maatregelen effectief worden.
Het behelst dan ook geen absoluut verbod op elke
De verwachting is dat hiermee in het overgrote deel
nieuwe lozing. Voor ecologie wordt de klasseninde-
van de waterlichamen in 2027 toch het doel bereikt
ling van de KRW gehanteerd: slecht, ontoereikend,
wordt. Zo niet, dan zal er voldoende argumentatie
matig, goed en zeer goed.
zijn opgebouwd om in 2021 (het derde stroomge-
Provinciaal beleid moet KRW-`proof` zijn. Dit bete-
biedbeheerplan) doelverlaging aan te vragen bij de
kent dat door provinciaal beleid de ecologische en
Europese commissie.
chemische waterkwaliteit wordt verbeterd en achteruitgang ieder geval wordt voorkomen. Provinciaal
66
n
De KRW hanteert het ‘geen-achteruitgang principe’.
beleid dat de waterkwaliteit kan beïnvloeden is
Dit betekent dat de waterkwaliteit niet mag verslech-
onder andere het vaarweg- en wegonderhoud,
teren ten opzichte van de situatie in 2000. Deze is
beroepsvaartbeleid, recreatievaartbeleid en land-
beschreven in het Besluit kwaliteitseisen en monito-
bouwbeleid.
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Figuur 4 Ingeschatte chemische en ecologische toestand van de Noord-Hollandse oppervlakte waterlichamen in 2027. (Bron: Adviesnota Schoon Water Rijn-West, juni 2008)
Per waterlichaam is in de gebiedsprocessen een pak-
overheid aanspreken op zijn verantwoordlijkheid om
ket van maatregelen samengesteld. Deze maatrege-
eigen maatregelen uit te voeren.
len zijn opgenomen in de landelijke data-base (CSN). In het stroomgebiedbeheerplan (SGBP) Rijn-West
Bij het opstellen van het maatregelenpakket is
2010-2015 is een samenvatting van de maatregelen
nadrukkelijk rekening gehouden met de haalbaar-
opgenomen. Elke organisatie is verantwoordelijk
heid en betaalbaarheid van de maatregelen. Onzekere
voor de uitvoering van zijn deel van het maatrege-
maatregelen zijn in lijn met landelijk beleid gepro-
lenpakket. Zij zijn verplicht deze KRW-maatregelen
grammeerd voor de periode ná 2015.
vast te leggen in een beleidsplan of besluit. Voor ons
Het Rijk legt de ecologische doelen voor natuurlijke
betreft dit een beperkt aantal maatregelen, met name
wateren vast in het Besluit Kwaliteitseisen en
grondwatermaatregelen (zie bijlage 11 Grondwater en
Monitoring. De afgeleide ecologische doelen voor
bijlage 9 kaart KRW-grondwaterlichamen).
kunstmatige en sterk veranderde wateren leggen we
In Nederland is het Rijk de stroomgebiedsautoriteit
vast in het provinciaal Waterplan. In de periode
en daarmee verantwoordelijk voor een tijdige en con-
2010-2015 beperkt de resultaatverplichting voor het
troleerbare uitvoering van maatregelen. De EU zal
halen van doelen zich tot het uitvoeren van maatre-
het Rijk aanspreken als de vastgestelde maatregelen
gelen, het is een inspanningsverplichting. We gaan
niet genomen zijn. Op zijn beurt kan het Rijk iedere
er vanuit dat de doelen haalbaar zijn. Voor die wate-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
67
De eind 2007 vastgestelde Europese Kaderrichtlijn KRW-doelen en Natura 2000-doelen in Laag Holland
Mariene Strategie (KRM) verplicht de lidstaten hun
Binnen het veenweidegebied van Hoogheemraadschap Hollands
zaken op zee op orde te hebben en te zorgen voor
Noorderkwartier lijkt het alsof de KRW-doelen en de Natura
een goede balans tussen gebruik en permanente
2000-instandhoudingsdoelen tegenstrijdig zijn. De KRW-doelen
bescherming. Hoofddoel is het bereiken van een
voor Eilandspolder, Polder Westzaan, Ilperveld, Varkensland,
goede milieutoestand van alle Europese mariene
Oostveld, Twiske, Wormer, Jisperveld en Kalverpolder hebben
wateren uiterlijk in 2021.
namelijk een zoetwaterdoelstelling, terwijl er voor Natura 2000
Er wordt gewerkt vanuit een ecosysteembenadering,
brakke instandhoudingsdoelen zijn. Het waterschap heeft voor een
dat wil zeggen: de grondslag van beleid en beheer is
zoetwaterdoelstelling gekozen omdat het gebied langzamerhand
het intact houden van het mariene ecosysteem.
verzoet; dit komt doordat het gebied sinds de afsluiting van het
Resultaat zal zijn dat aan verschillende gebieden ver-
IJsselmeer niet meer met zout water wordt gevoed. Deze tegenstelling
schillende functies toegewezen worden. Hierbij
is vermoedelijk niet aan de orde, omdat de zoete KRW-doelstelling
wordt rekening gehouden met de effecten van toe-
een gemiddeld beeld geeft voor een groot gebied en de brakke
komstige klimaatverandering en het duurzaam
Natura 2000-habitats nu min of meer kleine, geïsoleerde relicten zijn.
beheer van het gebied.
Met andere woorden: de zoete doelstelling hoeft niet in het gehele
Uiterlijk in 2010 moet de KRM in nationale wetge-
waterlichaam te worden bereikt, er is ruimte voor differentiatie. Binnen
ving zijn geïmplementeerd en wijzen de lidstaten de
het Natura 2000-beheerplan wordt onderzocht hoe de brakke Natura
verantwoordelijke instanties aan voor de uitvoering
2000-instandhoudingsdoelen gecombineerd kunnen worden met de
van deze richtlijn. Daarna volgt een operationeel
autonome verzoeting van het gebied.
plan voor de uitwerking en in 2016 de feitelijke uitvoering van maatregelen. In 2019 publiceert de Europese commissie een eerste evaluatierapport en
ren waar dat niet het geval is, moet in volgende plan-
in 2021 moeten de zeewateren in goede milieu
periodes gezocht worden naar extra maatregelen.
toestand verkeren.
Eventueel moet in 2021 doelverlaging worden aan-
Onze rol is nog niet vastgesteld. De verwachting is
gevraagd.
dat deze beperkt zal zijn gezien het feit dat het grotendeels om rijksbevoegdheden gaat. Op dit moment
Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM)
ziet het Rijk vooral een meedenkende rol voor ons
De Noordzee en de Waddenzee hebben voor Noord-
weggelegd. Gezien het belang van de Noordzee voor
Holland belangrijke economische functies, zoals off-
Noord-Holland gaan we deze actief invullen, samen
shore-industrie, visserij, recreatie, havens, windmo-
met de andere kustprovincies.
lenparken voor de kust en andere vormen van duurzame energiewinning. Ook zijn beide zeeën waardevolle ecologische systemen. Uit de detailanalyses die zijn uitgevoerd in het kader van de KRW is gebleken dat door afwenteling vooral
Doelen voor de lange termijn (2040) n De
waterkwaliteit in Noord-Holland voldoet aan
de vastgestelde doelen. n Wij
houden rekening met de mogelijke effecten
de stikstofconcentraties in het zeewater de norm
van klimaatverandering op de waterkwaliteit
overschrijden en belastend zijn voor de ecologie. De
(onder andere watertekort, temperatuurstijging,
belangrijkste stikstofbronnen zijn landbouw, riool-
verzilting).
waterzuiveringsinstallaties en bovenstroomse emissies. De komende planperiode wordt op landelijk niveau nagedacht over een oplossingsstrategie, zodat verdere afwenteling op de Noordzee wordt voor komen.
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
stellen ecologische doelen vast voor de kunst-
matige en sterk veranderde waterlichamen in dit Waterplan.
68
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n Wij
voeren onze eigen maatregelen uit, monito-
ren deze en rapporteren hierover aan het Rijk. n Wij
maken het provinciaal beleid KRW-‘proof’,
n Wij
bemiddelen desgewenst bij knelpunten bij de
uitvoering van de maatregelen. n Wij
maken afspraken met het waterschap en der-
ofwel zorgen ervoor dat de waterkwaliteit niet
den over de monitoring en uitvoering van de
achteruit gaat (conform KRW) en bevorderen
KRW-maatregelen, waarbij onze voorkeur uitgaat
indien mogelijk de ecologische en chemische
naar het opnemen van de KRW-maatregelen in
kwaliteit in oppervlaktewater. Het provinciaal
de uitvoeringsprogramma’s van het ILG en daar
beleid dat nu met de ecologie en chemische kwa-
waar van toepassing in de beheerplannen voor
liteit van het oppervlaktewater samenhangt en
de Natura 2000-gebieden.
daarvoor in aanmerking komt is het recreatie-
n Wij
onderzoeken hoe de klimaatverandering de
vaartbeleid, de Netwerkstrategie vaarwegen en
oppervlaktewaterkwaliteit beïnvloedt en bij
binnenhavens, het programma Water als econo-
negatieve effecten, hoe we deze invloed kunnen
mische Drager, het landbouwbeleid (met name
beperken.
bloembollen en glastuinbouw) en provinciaal
n Wij
bepalen onze rol in het KRM-proces.
vaarwegbeheer (oeverbeheer en -inrichting). n Wij
beheren de provinciale vaarwegen KRW-
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
‘proof’ (bagger, maaibeheer, oeverbeheer, vismi-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
gratie). Hierbij mogen geen significant negatieve
en derden?
effecten op de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden optreden. n Wij
subsidiëren KRW-maatregelen via het ILG
waarbij synergie is met andere doelen van de provincie. Bij veel projecten waar herinrichting of onderhoud wordt gepleegd aan het oppervlakte-
Rijk n Is cofinancierder van een aantal KRW-maatregelen. n Rapporteert
de KRW-maatregelen aan de Euro
pese Unie. n Past
indien nodig het landelijk beleid aan voor
water kan met een extra bijdrage vanuit de pro-
diffuse bronnen van waterverontreiniging, en het
vincie een win-win situatie gemaakt worden. Het
mestbeleid en bestrijdingsmiddelenbeleid voor
schept mogelijkheden voor waterschappen en
het behalen van de KRW-doelen.
terreinbeheerders om de ecologische kwaliteit te combineren met kadeonderhoud, oeveronder-
Waterschappen
houd, recreatie, waterberging, cultuur, Natura
n Voeren
2000 en EHS (bijv. Synergieprojecten vispassages
len uit.
Vecht en Vechtplassen en Verbeteren ecologie
n Monitoren
Vecht). n Wij
zetten waar nodig ons instrumentarium in (zie
bijlage 7 Instrumenten) om de KRW-doelen voor de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit in principe in 2015 maar uiterlijk in 2027 te bereiken. Hierbij gaat het om het instrumentarium van de nieuwe Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening. n Wij
zien er op toe dat anderen bij de uitvoering
eigen KRW-oppervlaktewatermaatregede effecten van maatregelen op het
behalen van doelen. n Monitoren
‘geen achteruitgang’.
n Rapporteren
de stand van zaken rond KRW-
maatregelen en doelen aan het Rijk. n Doen
onderzoek naar de interactie tussen grond-
en oppervlaktewater. n Bepalen
de ecologische doelen in overige wateren
en leggen deze vast voor 2020.
van KRW-maatregelen voldoen aan de verplichtingen van de Natuurbeschermingswet en daardoor recht doen aan de instandhoudingsdoelen die gelden binnen de Natura 2000-gebieden.
Gemeenten n Voeren
KRW-maatregelen uit, werken eraan mee
of cofinancieren de KRW-maatregelen.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
69
n Rapporteren
de stand van zaken rond de KRW-
maatregelen aan het Rijk.
eeuw. Binnenkort hebben die hun levensduur gehad. De gebruikelijke onderhoudsmaatregelen zijn dan niet meer voldoende voor instandhouding: de hele
Rijkswaterstaat n Werkt
mee aan KRW-maatregelen en voert ze
uit.
constructie moet worden vervangen. Vanaf 2007 voeren we een vervangingsprogramma uit. Voor de langere termijn wordt een investeringsprogramma
n Rapporteert
de stand van zaken rond de KRW-
maatregelen aan het Rijk.
opgesteld. Het vervangingsprogramma kunstwerken wordt opgenomen in het provinciale baggerpro gramma.
Derden (onder wie terrein- en natuur
Het verbeteren van de vismigratie nemen we mee
beheerders en recreatieschappen)
met het vervangingsprogramma. De vismigratieknel-
n Werken
mee aan KRW-maatregelen en voeren ze
uit. n Rapporteren
de stand van zaken rond de KRW-
maatregelen aan het Rijk.
6.4 Vismigratie Analyse De visstand is één van de biologische kwaliteitsparameters van de KRW. Het opheffen van barrières en het herstel van leefgebieden zijn belangrijke maat regelen voor een gezonde visstand. De barrières verschillen per vissoort en hebben te maken met hun leefwijze. Barrières kunnen bestaan tussen zoet en zout water, ondiep warm water en diep koud water en kunstwerken (sluizen, stuwen en gemalen). Ook het koppelen van bestaande en potentiële leefgebieden is van belang. Barrières kunnen worden geslecht door aangepast spuibeheer, de aanleg van vistrappen, aalgoten en hevelvispassages. Gemalen vormen een barrière en kunnen vissen doden of verwonden. Daarbij is dus niet alleen de beperking van migratie een probleem, ook het dierenwelzijn is gediend met het oplossen van het knelpunt. Een gebrek aan mogelijkheden voor vismigratie kan voor bepaalde soorten ook waardevol zijn, vooral voor prooivissen zoals de bittervoorn en de kleine en grote modderkruiper. Bovendien is een bodemwoelende vis zoals de brasem niet in alle gebieden welkom. Veel provinciale sluizen en stuwen (zogenaamde kunstwerken) stammen uit de jaren ‘30 van de vorige
70
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
punten zijn onderzocht door Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier (Strategie voor het oplos-
parameters is waaraan de toestand van een waterli-
sen van vismigratieknelpunten in het gebied van
chaam wordt gemeten, is het noodzakelijk om met
Hollands Noorderkwartier. Visie op de aanpak en
de betrokken partijen (waterschappen en Rijkswater
realisatie, februari 2008) en door het Ministerie van
staat) de visstand alsnog in beeld te brengen. Deze
VenW en de Unie van Waterschappen (Nederland
inventarisatie zal ook nuttig blijken voor andere
leeft met vismigratie, februari 2008).
beleidsvelden zoals natuur (onder andere Natura 2000 en EHS).
Van veel vissoorten is de verspreiding in NoordHolland onvoldoende bekend. Zo kan voor driekwart van de Noord-Hollandse KRW-waterlichamen
Doelen voor de lange termijn (2040) n Opheffen
vismigratieknelpunten conform de
geen goede inschatting worden gemaakt van de vis-
planning van het vervangingsprogramma kunst-
stand. Gezien het feit dat de visstand één van de
werken.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
71
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
6.5 Oeverbeheer en -inrichting van de provinciale vaarwegen
heffen de vismigratieknelpunten op, con-
form de planning van het vervangingspro-
Analyse
gramma kunstwerken (sluizen, stuwen en brug-
De provincie beschikt over een uitgebreid netwerk
gen). Wanneer aanleg van nieuwe kunstwerken
van vaarwegen. Deze vaarwegen worden onder
onvermijdelijk is, worden deze zodanig inge-
andere gebruikt voor beroepsvaart en recreatievaart.
richt dat vissen ze in beide richtingen optimaal
Ze zijn ook belangrijk voor de ruimtelijke kwaliteit
kunnen passeren. Bij elke renovatie en nieuw-
van het landschap en de natuurwaarde. Voor het vol-
bouw van waterstaatkundige werken, water-
doen aan het principe ‘geen achteruitgang’ en het
krachtcentrales en andere barrières wordt beoor-
behalen van de doelen die horen bij de KRW, is het
deeld of een migratievoorziening noodzakelijk
belangrijk dat de oevers daar waar mogelijk ecolo-
is. Wanneer er vismigratieknelpunten zijn waar-
gisch worden beheerd en ingericht, voor zover de
bij het kunstwerk voorlopig niet wordt vervan-
functies van het water en het landgebruik geen sig-
gen, zoeken we naar een alternatieve manier om
nificante schade leiden (= KRW-‘proof’). Dit geldt
het vismigratieknelpunt op te heffen, mits
ook voor het beheer van de oevers van de overige
kosteneffectief. Bij het verbeteren van de vismi-
oppervlaktewateren in provinciaal eigendom, zoals
gratie mogen geen significant negatieve effecten
wegsloten.
op de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-
Het beheer en inrichting in Noord-Holland is KRW-
gebieden optreden.
‘proof’. In principe worden alle oevers ecologisch
n Wij
stimuleren dat de knelpunten van Rijks
beheerd en ingericht in Noord-Holland. Bij bepaalde
waterstaat en de Waterschappen zijn opgelost. Er
soorten oevers is een ecologische inrichting en beheer
worden geen nieuwe vismigratieknelpunten
onmogelijk [bijvoorbeeld vanwege veiligheid, de
gebouwd. Wij stimuleren en (mede-)financieren
vaarwegfunctie, bij een binnenhaven of stedelijk
de totstandkoming van een vissenatlas voor
gebied (een gracht)]. Bij het ecologisch beheer gaat
Noord-Holland. Bij waterkrachtcentrales zijn vis-
het vooral om de rietoevers langs de vaarwegen en
vriendelijke turbines verplicht gesteld.
om de oevers van basaltbeton, met de nadruk op vaarwegen die onderdeel uitmaken van de EHS. Bij
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
her(aanleg) van oeverconstructies wordt altijd geke-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
ken naar mogelijkheden voor natuurvriendelijke
en derden?
oevers, rekeninghoudend met de kosten en baten.
Rijk
De provinciale vaarwegen zijn samen 270 kilometer
n Lost
eigen knelpunten op (verbinding met rijks-
wateren, vooral zoet-zout-zoet). n Draagt
bij aan de totstandkoming van een vis-
senatlas.
lang. Het gaat dus om 540 kilometer oever, waarvan de provincie 440 kilometer (80%) in eigen beheer heeft. De overige 20% is in beheer bij waterschappen, gemeenten, particulieren en bedrijven, waaronder 50% van de Ringvaart en 80% van de Amstel.
Waterschappen n Lossen
de knelpunten op aan de eigen kunst
werken (gemalen en sluizen). n Dragen
bij aan de totstandkoming van een vis-
senatlas.
72
n
P R O V I N C I E
Het onderhoud van de oevers vindt plaats conform de in 2004 door Provinciale Staten vastgestelde strate gie ‘Risico gestuurd Beheer’. Oevers die een gevaar opleveren voor met name de functies vaarweg en waterkering, worden daarbij met voorrang vervangen.
N O O R D- H O L L A N D
De drukte op het Noord-Hollandse water neemt nog
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
steeds toe. Dat betekent dat er nog meer dan voor-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
heen keuzes gemaakt worden over het gebruik.
en derden?
Leidend zijn onze ambities voor de binnenvaart, het landelijk toervaartnet, de vaarrecreatie Waddenzee, de KRW en Natura 2000. De hoofdfunctie is in begin-
n Mee
te denken over de nieuwe waterfunctiekaart
van Noord-Holland. n Gezamenlijk
met ons het KRW-‘proof’ beheer en
sel leidend voor de inrichting.
de inrichting van de oevers te evalueren en indien
In de op te stellen beheerplannen wordt inrichting op
nodig te verbeteren.
basis van deze hoofdfunctie verder uitgewerkt. Een
n Het
KRW-‘proof’ inrichten en beheren van het
randvoorwaarde daarbij (vanuit de KRW) is dat de
watersysteem dat onder hun verantwoordelijk-
ecologische kwaliteit van het water minimaal
heid valt.
gehandhaafd blijft (geen achteruitgang) en waar mogelijk wordt verbeterd.
6.6 Waterbodems Doelen voor de lange termijn (2040) Duurzaam en klimaatbestendig vaarwegbeheer.
Analyse Sinds de inwerkingtreding van de Waterwet is de
Wat doet de provincie tot en met 2015?
waterbodem een integraal onderdeel van het water-
Welke instrumenten zet de provincie in?
systeem. Bij ingrepen in de waterbodem is de
Als beheerder dragen we zorg voor de vaarwegen
bescherming van de milieuhygiënische kwaliteit
die in ons eigendom en in ons beheer zijn en voor het
daarmee nog maar één van de doelstellingen van het
nakomen van de gemaakte afspraken over de kwali-
waterbeheer.
teit, de geldende wet- en regelgeving en het beleid.
De waterschappen zijn ingevolge de Waterwet ver-
Dat betekent:
antwoordelijk voor het beheer van het watersysteem
n Wij
maken per 2012 duidelijk welke wateren we
en daarmee voor het beheer van de waterbodems in
voor welke functie geschikt maken (via een
de regionale wateren. Wanneer de bodem of de oever
nieuwe waterfunctiekaart).
van een oppervlaktewaterlichaam zodanig is veront-
n Wij
beheren onze vaarwegen (voor zover in eigen
beheer) KRW-‘proof’. n Wij
reinigd of aangetast dat de kwaliteit daarvan een belemmering vormt voor het bereiken van de
evalueren, in samenspraak met de water-
gewenste gebiedskwaliteit, zullen de waterschappen
schappen, of ons beheer en de inrichting van de
de noodzakelijke maatregelen opnemen in het water-
oevers van onze eigen vaarwegen voldoende
beheerplan. De gewenste gebiedskwaliteit wordt
KRW-‘proof’ is. Ook de overige oppervlakte
mede afgeleid van de doelstellingen uit de
wateren in provinciaal eigendom en beheer, zoals
Kaderrichtlijn Water (KRW) die gelden voor de che-
wegsloten, worden hierbij betrokken. In dit
mische kwaliteit en het ecologisch functioneren van
onderzoek worden de mogelijke kosten en baten
het watersysteem.
afgewogen. n Wij
streven naar ‘werk met werk maken’, door
De KRW schrijft echter niets concreets voor over
onderhoud van oevers en de KRW zoveel moge-
waterbodembeheer, terwijl er toch een sterke wissel
lijk te combineren, bijvoorbeeld bij het Noord
werking is tussen waterbodem- en waterkwaliteits
hollandsch Kanaal en de Broekervaart tussen het
beheer. Soms worden baggerprojecten waterbodem-
Schouw en Monnickendam.
saneringen – uitgevoerd om de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren. De ervaring leert dat baggerwerken tot een verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit kunnen leiden.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
73
Ondanks dit gegeven gaan bevoegde instanties er
werken (sluizen, stuwen en bruggen) zijn vastgelegd
heel vaak van uit dat de invoering van de KRW nau-
in het baggerprogramma. Het totale onderhoud
welijks of geen gevolgen zal hebben voor de omvang
van vaarwegen is opgenomen in de Meerjaren
van de baggeropgave. Ook in Noord-Holland is dit
programma’s. Uit de Netwerkstrategie is gebleken
bij de voorbereiding van de KRW naar voren geko-
dat er op een aantal prioritaire vaarwegen sprake is
men. Een verklaring hiervoor is dat bij de invoering
van achterstallig baggeronderhoud. Voor het oplos-
van de KRW er impliciet van uitgegaan is dat bagger
sen van knelpunten in het huidige netwerk is maar
werken om andere redenen – peilbeheer, nautisch –
deels of op de langere termijn geld gereserveerd in
in voldoende mate zullen plaatsvinden en gefinan-
het baggerprogramma. De keus voor (extra) investe-
cierd worden. In Noord-Holland hebben we te
ringen in beheer en onderhoud maken we mede op
maken met een achterstand bij het baggeren (zie nota
basis van het belang van de vaarweg voor de bin-
Ruimte voor Bagger, 2005). De waterbodem en de
nenvaart in Noord-Holland en de verwachte ontwik-
oppervlaktewaterkwaliteit kunnen aanzienlijk verbe-
keling van overslag en goederenstromen langs de
teren als die achterstand wordt weggewerkt. Via het
vaarwegen. De prioriteit ligt bij de grote vaarwegen,
baggerprogramma willen we de achterstand weg-
waarbij het met name gaat om het Noordzeekanaal, het
werken en ook een bijdrage leveren aan het behalen
Amsterdam-Rijnkanaal, de route over het IJsselmeer,
van de KRW-doelstellingen voor de oppervlakte
de Zaan en het Noordhollandsch Kanaal. In het zuide-
waterkwaliteit.
lijk deel van de provincie zijn de Kostverlorenvaart en de Ringvaart Haarlemmermeer de vaarwegen die
We blijven bevoegd gezag voor waterbodems waar-
waarschijnlijk belangrijker worden.
van we hebben bepaald dat er sprake is van een ernstige verontreiniging die met spoed sanering vereist
Doelen voor de lange termijn (2040)
(Ingevolge de Invoeringswet Waterwet). Ook blijven
n Alle
wateren voldoen aan de KRW-eisen.
wij verantwoordelijk voor locaties die in het bodem-
n Alle
waterbodems zijn gesaneerd en op de juiste
sanerings programma staan genoemd en waarvoor
diepte.
wij verplichtingen zijn aangegaan. Binnen het stroomgebied Rijn-West, waarvan Noord-Holland
Wat doet de provincie tot en met 2015?
deel uitmaakt, is afgesproken dat alle KRW-effectieve
Welke instrumenten zet de provincie in?
saneringen van waterbodems (in en buiten KRW-
n Wij
blijven bevoegd gezag voor de waterbodems
waterlichamen) waarvoor middelen beschikbaar zijn
die al door ons als ernstig en spoedeisend zijn
in de periode tot 2015, worden opgenomen in het
beschikt, totdat de sanering is voltooid.
stroomgebiedbeheerplan en dus een resultaat
n Wij
krijgen vooral een coördinerende en toezicht-
verplichting krijgen. Het gaat hier om zowel nutri-
houdende taak, maar blijven bevoegd gezag voor
ëntbaggeren als saneringsbaggeren conform de Wet
ernstige en spoedeisende gevallen totdat de sane-
bodembescherming. Zonodig is nader onderzoek
ring is voltooid. Tot de overdracht zullen we bij
geprogrammeerd. Regulier onderhoudsbaggerwerk
(achterstallig) onderhoud zoveel mogelijk werk
is alleen aangemerkt als KRW-maatregel wanneer de
met werk maken en dus naast binnenvaart ook
maatregel effectief bijdraagt aan het bereiken van de
KRW-doelen dienen. We blijven baggeren in het
KRW-doelen (Adviesnota Schoon Water). Onder
kader van de scheepvaart voor zover het vaarwe-
houdsbaggerwerk is het verwijderen van (achterstal-
gen zijn in beheer van de provincie.
lige) bagger tot op onderhoudsdiepte in met name vaarwegen (profiel als geheel) en de vaargeul.
n Wij hebben een coördinerende rol bij de uitvoering
van het bestuursakkoord dat we met de provincie Utrecht, de Hoogheemraadschappen Amstel, Gooi
74
n
Onze jaarlijkse acties en onze bestedingen aan onder-
en Vecht (AGV), Rijnland, Hollands Noorder
houd van de vaarwegen en de bijbehorende kunst-
kwartier en De Stichtse Rijnlanden hebben geslo-
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
ten om in de periode 2008-2011 niet-verspreidbare baggerspecie in rijksdepots te storten. n Wij
baggeren provinciale vaarwegen KRW-
‘proof’.
Fijnmazige versus grootschalige waterberging Fijnmazige maatregelen zijn vloeiend ingepast in een ruimtelijke functie. In stedelijk gebied kan het beeld daarbij uiteenlopen van een waterrijke nieuwbouwwijk tot een grachtengordel of een herontwikkeld haven
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
gebied. Ook drijvende woningen kunnen deel uit maken van een
waterstaat, waterschappen, gemeenten
fijnmazige oplossingsrichting. Hoewel in het landelijk gebied de
en derden?
inpassing nadrukkelijker samenhangt met de specifieke eisen die het grondgebruik (recreatie, landbouw, natuur) stelt, kan algemeen gedacht
Rijk
worden aan het toestaan van peilfluctuaties, aanleg en verbreden van
n Realiseert
een tijdelijke openstelling (drie jaar)
sloten, aanpassen van slootprofielen, meer open water en kleinschalige
van de Rijksdepots voor niet-verspreidbare
waterbergingen.
baggerspecie uit de regio Rijn-West.
Tot grootschalige maatregelen rekenen wij het inrichten van bergings locaties die als primaire hoofdfunctie waterberging krijgen en daarbij
Waterschappen n Voeren
KRW-maatregelen uit, inclusief sanering
wezenlijke beperkingen stellen aan het huidige grondgebruik in het omliggende gebied.
als deze een belangrijke bijdrage leveren aan het tijdig bereiken van de ‘ecologische en water kwaliteitsdoelen’. Dit dient te gebeuren zonder dat er significant negatieve effecten op instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebie-
6.7 Voorkomen van wateroverlast
den optreden. n Initiëren
en voeren gezamenlijk hergebruikspro-
Analyse
jecten uit en maken optimaal gebruik van
Klimaatverandering leidt in de toekomst tot meer en
bestaande depotruimte, om zo de noodzaak van
extremere buien. Het watersysteem in Noord-
extra depotruimte te verkleinen.
Holland moet zijn ingesteld om pieken in de neer-
n Vormen
in het kader van het Regionaal Bestuurs
slaghoeveelheid op te vangen en zo wateroverlast te
akkoord Baggerspecie een werkgroep. Deze gaat
voorkomen. In het Nationaal Bestuursakkoord Water
onder voorzitterschap van de provincie in kaart
(NBW) 2003 zijn daarom afspraken gemaakt om het
brengen wat op het grondgebied van de water-
watersysteem in 2015 op orde te hebben. In 2007 zijn
schappen de mogelijkheden zijn voor grote her-
deze afspraken geactualiseerd (NBW-actueel). Deze
gebruikprojecten, bijvoorbeeld verondieping van
houden in dat de kans op wateroverlast door inun-
voormalige zandwinputten en civiele projecten
datie vanuit het oppervlaktewater moet zijn vermin-
en werken.
derd tot een maatschappelijk acceptabel niveau. Dit
n De
waterschappen voeren het waterbodembeheer
uit.
niveau is in het NBW vertaald in zogenaamde werknormen voor vijf vormen van grondgebruik. De normen zijn uitgedrukt in de kans dat het peil van het oppervlaktewater het niveau van het maaiveld overschrijdt. De werknormen zijn gebaseerd op basis van de middenvariant van het klimaatscenario 2050 van het KNMI (KNMI ’06 klimaatscenario G). De waterschappen hebben het watersysteem in het landelijk gebied getoetst aan de werknormen uit het NBW volgens de Leidraad toetsing regionale water-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
75
systemen m.b.t. wateroverlast. Hieruit is de water-
dstructuur, Natura 2000 en ‘Recreatie om de
overlastopgave voortgekomen. Dit is het areaal polderland dat niet aan de werknormen voldoet (zie bij-
Stad’. n Wij
leggen de ruimtelijke consequenties van de
lage 3 Overzicht hectares voor waterberging en opgave).
grootschalige waterbergingen (Haarlemmermeer,
Om de wateroverlastopgave op te lossen hebben de
Bovenkerkerpolder, Horstermeerpolderpolder)
waterschappen maatregelenpakketten opgesteld. Wij
en zoekgebieden voor fijnmazige waterberging
hebben de voorkeur gegeven aan fijnmazige maat
vast in de Structuurvisie.
regelen. Op een aantal plekken waar dit niet kan en er een grote wateroverlastopgave ligt, zijn we trekker
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
van integrale gebiedsprojecten waarin de waterop-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
gave wordt meegenomen (Haarlemmermeer,
en derden?
Bovenkerkerpolder, Horstermeerpolderpolder. Bij
Waterschappen
grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen als de Bloemendalerpolder en het Wieringerrandmeer
n Toetsen
klimaatscenario’s.
wordt de wateropgave meegenomen en benutten we kansen voor het combineren van de realisatie van
in 2012 het watersysteem aan nieuwe
n Hebben
de benodigde waterberging in de
waterberging met het verbeteren van waterkwaliteit
Haarlemmermeer, Horstermeer- en Bovenkerker
en de versterking van recreatieve, natuurlijke, land-
polder in 2015 gerealiseerd. Daarbij zijn mooie
schappelijke en cultuurhistorische waarden.
voorbeelden gereed van combinaties van recreatie rond steden met waterberging (Haarlemmer
Doel voor de lange termijn (2040) Het watersysteem is en blijft op orde.
meer en Bovenkerkerpolder). n Hebben
de wateroverlastopgave in 2015 opge-
lost:
Wat doet de provincie tot en met 2015?
Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
gevoerd in combinatie met maatregelen tot
leggen de gebiedsnormen vast in de Water
het verminderen van het watertekort, het ver-
verordening en keuren de maatregelen goed in
beteren van de waterkwaliteit of maatregelen
de waterbeheerplannen.
ter versterking van recreatieve, natuurlijke,
n Wij
verlenen vergunningen voor ontgrondingen.
landschappelijke of cultuurhistorische waar-
n Wij
bewaken de voortgang van de uitvoering van
den;
de maatregelen. n Wij
zorgen voor het instrumentarium voor de
robuust uit te voeren in het licht van het omgaan met onzekerheden en de extremen
nieuwste klimaatscenario’s.
van de nieuwe klimaatscenario’s uit 2006
subsidiëren indien mogelijk via het ILG maat-
voor het oplossen van de wateroverlastop-
regelen voor het tegengaan van wateroverlast waarbij ook provinciale en/of rijksdoelen wor-
n
– door waar mogelijk de maatregelen extra
toetsing van het watersysteem in 2012 aan de n Wij
76
– door fijnmazige maatregelen bij voorkeur uit-
gave;
– Het watersysteem is klimaatproof, dat wil
den gerealiseerd die passen in het ILG-kader.
zeggen: op orde volgens minimaal het mid-
Hiertoe zijn in 2009 de waterdoelen uitgewerkt
denklimaatscenario 2050 van het KNMI uit
(waaronder waterberging, waterkwaliteit en
2000 (KNMI ’06 klimaatscenario G).
waterparels), opgenomen in de ILG-afspraken
Uitzondering op deze planning zijn:
met het Rijk en van financiële middelen voorzien.
– Gebieden waar maatregelen aantoonbaar effi-
Hierdoor is nu ook ILG financiering mogelijk
ciënter en/of integraler kunnen worden uit-
voor waterdoelen buiten de Ecologische Hoof
gevoerd door een tijdstip na 2015 te kiezen,
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
bijvoorbeeld vanwege koppelingskansen aan andere projecten;
– Wijken in bestaand stedelijk gebied, waar geen
GGOR - Gewenste grond- en oppervlaktewaterregime Voor de bepaling van het GGOR is de Waternoodsystematiek ont
sprake is van een urgente wateropgave: hier
wikkeld door DLG en de Unie van Waterschappen. Voor iedere
moeten maatregelen uiterlijk in 2027 uitgevoerd
vorm van grondgebruik wordt allereerst een optimaal grond- en
zijn door gemeenten en waterschappen.
oppervlaktewaterregime bepaald: het OGOR. Vervolgens wordt de
n Leveren
in 2014 gegevens aan voor een evaluatie
van de gebiedsnormen. n Voeren
een watertoets uit bij nieuwe ruimtelijke
feitelijke hydrologische situatie bepaald. Dit is het actuele grond- en oppervlaktewaterregime, ofwel het AGOR. Het bepalen van het GGOR begint met de vergelijking tussen de hydrologische werkelijkheid
ontwikkelingen, zodat er geen nieuwe opgaven
(AGOR) en het hydrologische ideaal (OGOR). Aan de hand van het
voor wateroverlast ontstaan.
verschil tussen AGOR en OGOR moet de ernst van de situatie worden ingeschat. Vervolgens worden mogelijke maatregelen integraal
Gemeenten n Houden
in hun bestemmingsplannen rekening
afgewogen en wordt op bestuurlijk niveau een keuze gemaakt. Deze keuze bepaalt het GGOR.
met maatregelen die voortvloeien uit het oplossen van de wateroverlastopgave en passen deze
Wij beschouwen de GGOR-systematiek niet als doel op zich maar als
bestemmingsplannen indien noodzakelijk aan.
een instrument. Met de GGOR-systematiek kan bij de uitwerking van
n Benutten
in overleg met de waterschappen kan-
sen om fijnmazige maatregelen te koppelen aan
waterhuishoudkundige maatregelen een transparante belangenafweging worden gemaakt tussen verschillende vormen van landgebruik.
andere belangen. n Betrekken
waterschappen in een vroeg stadium
bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
In Noord-Holland zijn twee pilots geweest in het Naardermeer en het Wormer- en Jisperveld. Deze laten zien dat een strikt kader voor de toepassing van de waternoodsystematiek niet wenselijk is gezien de grote verschillen tussen gebieden. Voor alle peilbesluiten verwachten
6.8 Peilbeheer
we een minimale GGOR volgens onderstaand schema:
Analyse Noord-Holland heeft veel uiteenlopende grondge-
Grondgebruik
bruikfuncties en ruimtelijke claims. Iedere grondgebruikfunctie stelt specifieke eisen aan de waterhuishouding. Tegelijkertijd zien wij dat het hydrologisch
AGOR
OGOR
systeem en de veranderende klimaatsomstandig heden beperkingen opleggen aan de mogelijkheden om functies te behouden en te ontwikkelen. Goed
Doelrealisatie
peilbeheer zal enerzijds de gebruiksfuncties zo goed mogelijk faciliteren en daarbij rekening houden met de soms tegenstrijdige eisen van het waterbeheer.
Maatregelen
Anderzijds kan met goed peilbeheer bodemdaling en versnippering van peilgebieden worden beperkt. Dat betekent dat waterschappen belangen integraal en
GGOR
transparant moeten afwegen bij de totstandkoming van een peilbesluit. In bijlage 4 Peilbesluiten staan de uitgangspunten en belangen waarmee waterschappen bij hun peilkeuze rekening moeten houden.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
77
Doelen voor de lange termijn (2040) n Zorgen
voor waterpeilen die de aanwezige
gebruiksfuncties optimaal faciliteren en doel matig waterbeheer mogelijk maken tegen maat-
en het watersysteem. Geconstateerde kansen en knelpunten worden actief onder de aandacht gebracht van de ruimtelijke ordenaar. n De
waterschappen beschikken voor hun hele
schappelijk aanvaardbare kosten. Bij het facilite-
beheergebied over actuele peilbesluiten en die
ren van functies en de daaruit volgende peilkeuze
sturen ze ons voordat ze worden vastgesteld.
is het landgebruik volgens de provinciale
Peilafwijkingen (op- en onderbemalingen en
Structuurvisie richtinggevend..
hoogwaterzones) moeten worden voorkomen.
n In
samenspraak met betrokken partijen bezien in
Als er toch sprake is van peilafwijkingen zijn ze
hoeverre peilverhoging van het IJsselmeer tot de
zoveel mogelijk vastgelegd in actuele vergunnin-
mogelijkheden behoort (zie ook hoofdstuk 7.6
gen.
IJsselmeergebied).
n Nemen
in de toelichting op het peilbesluit een
inventarisatie op van de bij de afweging betrok-
Wat doet de provincie tot en met 2015?
ken belangen en beschrijven de manier waarop
Welke instrumenten zet de provincie in?
de belangenafweging tot stand is gekomen.
n Wij
vervullen niet langer de rol van goedkeurder
n Stellen
jaarlijks een voortgangsrapportage op met
van peilbesluiten. We toetsen of bij de ontwerp-
daarin een vooruitblik op de planning van de
peilbesluiten alle belangen zijn meegewogen en
peilbesluiten en een terugblik op het vergunnen
of het peilbesluit aansluit bij het provinciale
van peilafwijkingen.
beleid. Waar nodig zullen wij gebruik maken van
n Zorgen
voor een evenwichtige en transparante
nieuwe instrumenten, zoals aanwijzingen of ver-
afweging van belangen binnen de invloedsfeer
nietigingsbevoegdheden.
van het peilbesluit volgens de GGOR-methodiek.
n Wij
beoordelen of functiewijzigingen gewenst
zijn wanneer blijkt dat ruimtelijke functies waterhuishoudkundig niet of alleen tegen hoge kosten
6.9 Stedelijk waterbeheer
kunnen worden gefaciliteerd. n Wij
zien er op toe dat er in 2012 voor heel Noord-
Analyse
Holland actuele peilbesluiten zijn die voldoen
Binnen het stedelijk gebied in de Provincie Noord-
aan het provinciale water- en ruimtelijke orde-
Holland is er regelmatig wateroverlast, bijvoorbeeld
ningsbeleid.
na lokaal extreme neerslag. Onder wateroverlast verstaan we schade zoals water in gebouwen, strem-
Wat verwachten we van Rijk,
ming van doorgaande wegen en afvalwater op straat.
Rijkswaterstaat, waterschappen,
Regenwater dat korte tijd op straat staat kan hinder-
gemeenten en derden?
lijk zijn, maar rekenen we hier niet toe. De klimaatverandering kan grote gevolgen hebben
Waterschappen n Houden
bij hun peilkeuze rekening met het
wateroverlast en watertekort en het bevorderen van
beleid van derden en ook met het provinciaal
de waterkwaliteit. Ook het stedelijk gebied zal te
beleid zoals verwoord in dit Waterplan en de
maken krijgen met warme zomers en meer extreme
Structuurvisie. Verder wordt rekening gehouden
buien. De wateroverlast wordt daarbij nog eens ver-
met de uitgangspunten en belangen zoals weer-
groot door de toename van het verharde oppervlak.
gegeven in bijlage 4 Peilbesluiten.
De afvoercapaciteit van het watertransportsysteem
n Brengen
78
n
voor het stedelijk waterbeheer, zoals het omgaan met
bij de analyse en afweging van het peil-
(riolering) is echter niet altijd eenvoudig te vergro-
besluit, waar relevant, knelpunten en kansen in
ten. Soms is dit ook niet wenselijk. Het alternatief is
beeld tussen de ruimtelijke ordening van functies
om meer ruimte te creëren voor waterberging in de
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
‘haarvaten’ van het stedelijke watersysteem, in de openbare en particuliere ruimte. Tegenover de toename van extreme buien staat dat
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
beschermen het bovenlokaal belang bij goed
zomers de grondwaterstand kan dalen. In de histori-
stedelijk waterbeheer (afval-, hemel-, grond- en
sche binnensteden kan dat leiden tot verdergaande
oppervlaktewater). We stimuleren het gezamen-
paalrot. Ook het stedelijke groen kan last krijgen van
lijk aanpakken van taken en verantwoordelijkhe-
watertekort. De vraag is dus hoe we een ‘reserve’
den tussen gemeente en waterschap, leidend tot
voorraad aan water kunnen vormen, om het tekort
bestuursakkoorden. We bemiddelen bij afstem-
aan water in droge periodes aan te vullen.
ming tussen waterschap en gemeenten. We bewa-
Door de stijgende temperaturen kunnen boven gro-
ken namens de spelers het verloop van de samen-
tere steden ook makkelijker zogenaamde warmte-
werking tussen gemeenten en waterschappen bij
eilanden voorkomen. Die ontstaan als warmte ’s
het opstellen van het gemeentelijk rioleringplan
nachts vertraagd wordt afgegeven aan de omgeving.
(GRP).
Door de temperatuurstijging kan de (giftige) blauw-
n Wij
toetsen het concept-GRP aan Rijks-, provinci-
alg ook steeds meer in stedelijk water voorkomen en
aal- en waterschapsbeleid. Indien geen rekening
dit kan stankoverlast geven. Ook de kans op botu-
is gehouden met dit beleid of geen overleg is
lisme stijgt. Vanwege die risico’s voor de volks
gevoerd, zullen we – na overleg – onze aanwij-
gezondheid vraagt klimaatverandering om maat
zingsbevoegdheid gebruiken. Dan geven wij aan
regelen.
op welke punten de gemeente het GRP moet wij-
We willen goed omgaan met de onzekerheden van de
zigen (zie bijlage 6 Stedelijk waterbeheer).
klimaatverandering in de besluitvorming over het stedelijk water. Daarbij is samenwerking hét instrument.
n Wij
toetsen het waterbeheerplan op doelmatig
afval-, hemel-, grond- en oppervlaktewaterbeheer voor het beheergebied.
In de afgelopen periode is er veel veranderd in beleid
n Wij
onderzoeken samen met de gemeenten en
en wetgeving rond gemeentelijke watertaken en
waterschappen welke cultuurhistorische waar-
samenwerking. De belangrijkste wijzigingen in de
den van stedelijk water behoed en bewaard moe-
wetgeving zijn de nieuwe zorgplichten, de voor-
ten blijven binnen het stedelijk waterbeheer. We
keursvolgorde bij omgaan met afvalwater, de moge-
ontwikkelen een cultuurhistorische waardekaart
lijkheid tot verordeningen en de heffingsbevoegd-
voor stedelijk water met daarin aangegeven de
heid voor de gemeentelijke wateropgave(n).
gevoeligheid van de waterhuishouding. n Wij
onderzoeken en inventariseren hoe we het
Om ervoor te zorgen dat de lasten voor de burgers
stedelijk water klimaatbestendiger kunnen
niet meer stijgen dan strikt noodzakelijk is, moet de
maken. We accepteren geen wateroverlast. We
waterketen in 2015 doelmatiger zijn. In het Nationaal
willen problemen helder in kaart brengen, oplos-
Bestuursakkoord Waterketen zijn samenwerkings
singen niet alleen zoeken in reductie van de kans
afspraken gemaakt voor meer doelmatigheid en
op wateroverlast maar ook in reductie van gevol-
transparantie in de waterketen. Op provinciaal
gen van wateroverlast. We willen draagvlak voor
niveau is het convenant Samenwerking waterketen
investeringen creëren door het economiseren van
Noord-Holland afgesloten in 2007.
klimaatbestendigheid. n Wij
Doelen voor de lange termijn (2040) n Alle
voeren acties uit die voortvloeien uit het
Actieprogramma ‘Uitwerking convenant Samen
steden zijn robuust en klimaatbestendig
werking waterketen Noord-Holland’ en we
ingericht, waardoor er geen structurele water-
bewaken de voortgang van de uitvoering van het
overlast of wateronderlast (droogstand) is in ste-
Actieprogramma.
delijk gebied.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
79
n Samenwerking
in de waterketen tussen en binnen
met maatregelen voor afval-, hemel-, grond- en
waterketensectoren is vanzelfsprekend, de facili-
oppervlaktewater volgens de Wet Gemeentelijke
terende en stimulerende rol van de provincie in
watertaken.
de waterketen is in 2015 niet meer nodig.
n Hebben
de kansen benut om de omgevingskwa-
liteit in de stad te verbeteren door het inpassen
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
van water, door het terugbrengen van de cultuur-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
historische waarde van water.
en derden?
n Hebben
de stedelijke openbare inrichting en
infrastructuur afgewogen naar belangen, zoals
Rijk
water, duurzaamheid, kosteneffectiviteit en
n Handhaaft controle op de uitvoering van gemeente-
lijk beleid via VROM-inspectie.
klimaatbestendigheid. n Houden
rekening met klimaatveranderingen op
het watersysteem en anticiperen hierop.
Waterschappen n Nemen
in het waterbeheerplan het afval-, hemel-,
grond- en oppervlaktewaterbeheer en zuiveringsbeleid op en houden rekening met effecten van klimaatverandering op het watersysteem. n Leveren
de waterkwaliteitsinformatie voor het
gemeentelijk waterplan en nemen taken op in de uitvoering. n Geven
n Betrekken
bij bestemmingsplanwijzigingen
vroegtijdig het waterschap en passen de watertoets toe. n Betrekken
bij het opstellen van het GRP in ieder
geval het waterschap en de provincie, en houden rekening met Rijks-, provinciaal en waterschapsbeleid. n Werken
waar mogelijk samen met andere
bij ruimtelijke ontwikkelingen een water-
gemeenten (waardoor mogelijk capaciteitsproble-
advies aan de gemeenten over de effecten op het
men worden opgelost). Gemeenten hebben in
water (de watertoets).
2012 een gezamenlijke watervisie binnen water-
n Beheren
al het gemeentelijk oppervlaktewater in
overeenstemming met de gemeente. n Onderzoeken
het benutten van het effluent van
huishoudkundige eenheden, die leidend is voor hun gemeentelijk rioleringplannen. n Hebben
in 2012 een werkplan voor samenwer-
rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s), bijvoor-
king in de waterketen opgesteld, en voeren acties
beeld als proceswater of voor gesloten systemen
uit van het Actieprogramma ‘Uitwerking conve-
bij de grote rwzi’s als Amsterdam West,
nant Samenwerking waterketen Noord-
Beverwijk, Den Helder en Wevershoof.
Holland’.
n Hebben
in 2012 een werkplan opgesteld voor
n Hebben
in 2012 een bestuursakkoord aanleg en
samenwerking in de waterketen, en voeren acties
beheer Individuele Behandeling van Afvalwater
uit van het Actieprogramma ‘Uitwerking conve-
(IBA) gesloten met het waterschap.
nant Samenwerking waterketen Noord-Holland’. n Hebben
in 2012 een bestuursakkoord aanleg en
beheer Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) gesloten met gemeenten. n Hebben
in 2015 bestuursakkoorden met gemeen-
n Hebben
in 2015 de optimalisatiemogelijkheden
van de uitvoering van beheerstaken van het stedelijk water onderzocht. n Hebben
geen ongesaneerde lozingen meer.
n Hebben
in 2015 bestuursakkoorden tussen
ten over de kwantiteit, kwaliteit en het beheer
gemeenten onderling en/of het waterschap over
van het stedelijk afvalwater.
de kwantiteit, de kwaliteit en het beheer van het stedelijk afvalwater.
Gemeenten n Hebben
in 2013 een verbreed gemeentelijk riole-
ringplan opgesteld volgens de Leidraad Riolering,
80
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
81
82
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
7
n n
Bijzondere gebieden
n n
Enerzijds spreken we over hét Noord-Hollandse landschap,
volle natuurgebieden. Strand, zee, duinen en bad-
anderzijds heeft ieder deel van Noord-Holland zijn eigen
plaatsen zijn toeristische trekpleisters. Dit maakt de
gebiedskenmerken (bewoners, bedrijvigheid en natuur) en
kust, na Amsterdam, tot het tweede toeristengebied
waterkenmerken. De duingebieden aan de Noordzeekust
van Noord-Holland.
worden qua water sterk beïnvloed door de zee. De Haarlem mermeerpolder is een diepe droogmakerij en geheel afhan-
Het rijksbeleid voor de kust is vastgelegd in de derde
kelijk van de zoetwatervoorziening vanuit de Hollandse
kust nota en de Nota Ruimte. De Nota Ruimte
IJssel om de verzilting vanuit het grondwater tegen te
omschrijft voor de kust de volgende doelstelling:
gaan. Westzaan verzoet juist, omdat het IJsselmeer na de
‘waarborging van de veiligheid tegen overstromin-
aanleg van de Afsluitdijk zoet is geworden. Het Gooi ligt
gen vanuit zee met behoud van de (inter)nationale
op de Utrechtse Heuvelrug, grenzend aan het Naardermeer
ruimtelijke waarden, waarbij de gebiedspecifieke
en de Loosdrechtse plassen.
identiteit een belangrijke kernkwaliteit is’. Uit een
Generiek beleid dient versterkt te worden met integrale
evaluatie door het Rijk van de derde kustnota blijkt
gebiedsontwikkeling. Wij zorgen samen met gemeenten,
dat het met de zorg voor de veiligheid goed gesteld
waterschappen, bedrijven en burgers voor maatwerk in het
is. Rijkswaterstaat voert jaarlijks zandsuppleties uit
Noord-Hollandse grond- en oppervlaktewatersysteem met
en wij voeren de regie bij de versterking van de
behulp van integrale gebiedsontwikkeling. Een belangrijk
zwakke schakels langs de Noord-Hollandse kust.
instrument voor Noord-Holland is het Investeringsbudget
Aandachtspunt is dat voor het behoud van de zand-
Landelijk Gebied en de bijbehorende ILG-gebiedscommis-
voorraden in het kustfundament op langere termijn
sies. Onze belangrijkste taken zijn het regisseren van het
op regionale schaal bij de Kop van Noord-Holland
proces, het informeren en stimuleren van de samenwer-
meer gesuppleerd moet worden dan in het verleden
kingspartners en het beoordelen van hun subsidieaanvra-
is gebeurd. Wat betreft het ruimtegebruik is de con-
gen. De samenwerkingspartners in de regio voeren de
clusie dat de landelijke doelstellingen uit de derde
gehonoreerde projecten vervolgens uit.
kustnota maar ten dele zijn gehaald. Ruimtelijke kan-
Ten slotte zijn er diverse grote gebiedsprojecten, waarbij
sen aan de kust worden nog onvoldoende benut.
we de regie voeren. De gebiedsprojecten die in dit hoofdstuk aan bod komen zijn vaak integrale projecten met een
In Noord-Holland is door Provinciale Staten in de
groot waterbelang. De teksten zijn samenvattingen van de
streekplanherziening van 2007, conform de opgave
projecten.
uit de Nota Ruimte, de begrenzing van het kustfundament in Noord-Holland vastgelegd. Daarnaast is een zonering van het strand vastgesteld voor ‘jaar-
7.1 Noordzeekust
rond’ exploitatie van strandpaviljoens. Jaarrond exploitatie van strandpaviljoens is van belang voor
Analyse
de verbreding van het recreatief/toeristische product
De Noordzeekust is voor Noord-Holland van grote
aan de kust van Noord-Holland. Daarom stimuleren
betekenis. De duinen beschermen het achterland
we dat in de ‘ja,mits-zones’ (zie bijlage 9 kaart
tegen overstromingen en zijn tegelijkertijd waarde-
Zonering jaarrond strandpaviljoens).
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
83
Een belangrijk speerpunt in deze planperiode is de
studie is in 2004 gestart in het kader van de Ver
aanpak van de zwakke schakels, alsmede de kustver-
nieuwde Toeristische Agenda. Met het faciliteren van
sterking en stedelijke vernieuwing in Zandvoort. Het
pilots in vier kustplaatsen met verschillende proble-
doel is om in 2015 de Noordzeekust minimaal op het
matiek, wil het ministerie inzicht krijgen in de manier
niveau van vijftig jaar veiligheid te hebben gebracht.
waarop het economisch perspectief en de kwaliteits-
Vanwege de verwachte zeespiegelstijging is dit op
verbetering van kustplaatsen vorm kan worden
lange termijn niet voldoende. We zullen in kaart
gegeven. De ervaringen en ideeën van de pilots wor-
brengen welke gevolgen de adviezen van de
den vastgelegd in een handboek dat voor andere
Deltacommissie hebben voor de Noord-Hollandse
kustplaatsen als leidraad kan fungeren. De kustplaat-
kust, waarbij we ons aansluiten bij de aanbeveling
sen Sluis (Cadzand Bad), Noordwijk, Zandvoort en
om in 2050 alle waterkeringen langs de kust aan de
Ameland nemen deel aan de pilot.
nieuwe veiligheidseisen te laten voldoen.
Doelen voor de lange termijn (2040) Daarbovenop adviseert de Deltacommissie om de
Een veilige en aantrekkelijke kust die bijdraagt aan
kustlijn verder zeewaarts te verbreden. In het
het Noord-Hollandse vestigingsklimaat en die zelf
Nationale Waterplan vertaalt het Rijk dit in de ambi-
ook ruimte biedt aan nieuwe ontwikkelingen op het
tie om de kust in 2040 met enkele tientallen meters
gebied van wonen, werken, toerisme en recreatie,
verbreed te hebben. Wij delen deze ambitie en willen
natuur en duurzame energie.
daaraan bijdragen door landzijdig de ruimtelijke kwaliteit fors te versterken. Vooruitlopend daarop
Wat doet de provincie tot en met 2015?
benoemt de Verkenning Costa Hollanda de kansen
Welke instrumenten zet de provincie in?
die er langs de hele Noordzeekust zijn. Deze verken-
n Wij
pakken de Zwakke Schakels aan zodat ze op
ning is het eerste product van de Kustvisie. De pro-
minimaal vijftig jaar veiligheid zijn gebracht. In
jecten die uit de Kustvisie voortvloeien, worden
het ontwerp en bij de uitvoer van versterkingen
zoveel mogelijk in de periode van dit Waterplan uit-
bekijken we nadrukkelijk in hoeverre de verbete-
gevoerd.
ring kan bijdragen aan de instandhoudingsdoelen
Op Europees niveau zoeken we de samenwerking
voor Natura 2000-gebieden.
met andere Noordzeeregio’s, om kennis en ervaring op het gebied van integraal kustzonebeleid uit te wisselen.
n Wij
voeren de Kustvisieprojecten gericht op land-
zijdige ruimtelijke kwaliteit uit. n Wij
stimuleren gemeenten en helpen om de bad-
plaatsen een duidelijk profiel te geven en hoge We streven naar het naar voren halen van veilig-
kwaliteitseisen te stellen aan de architectuur en
heidsmaatregelen vanwege de mogelijkheid om
de inrichting van de openbare ruimte.
kustbescherming te combineren met andere ontwik-
n Wij
kelopgaven in het kustgebied, zoals verhoging van
gebied van marketing en promotie van de kust
de kwaliteit van de badplaatsen en behoud en ont-
voor toerisme en recreatie.
wikkeling van natuurwaarden in de Natura 2000gebieden. Daarnaast speelt de vraag of de kuststrook ruimte kan bieden aan nieuwe woonlocaties en aan
n Wij
n Wij
ontwikkelen de beheerplannen voor de
nieuwe economische activiteiten, beide om de vitali-
Natura 2000-gebieden in samenwerking met
teit van de kust te versterken.
belanghebbenden. zoeken onder andere via prijsvragen plekken
Kwaliteitsverbetering en versterking van de identi-
voor nieuwe kleinschalige woonlocaties van hoog
teit van kustplaatsen is ook onderwerp van een stu-
niveau.
die van het ministerie van Economische Zaken. De
n
stimuleren gemeenten om exploitanten van
‘jaarrond’ paviljoens aan te trekken.
n Wij
84
leveren ondersteunende activiteiten op
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n Wij
sporen met behulp van het Ontwikkelings
Op de zevende Noordvleugelconferentie (14 decem-
bedrijf Noord-Holland Noord nieuwe economi-
ber 2007) zijn de volgende, voor water relevante
sche activiteiten op en trekken deze aan. We
afspraken gemaakt (zie de cursieve woorden):
geven bestaande activiteiten via innovatie een
1 De metropoolregio Amsterdam profileren op
impuls. n Wij
gaan na welke mogelijkheden (infrastructuur
twee specifieke aspecten:
– Diversiteit (zowel stedelijk, landschappelijk
en voorzieningen) er zijn om de excentrische ligging van de Kop van Noord-Holland en de te
als functioneel).
– Duurzaamheid (in ieder geval energie, klimaatbestendigheid en luchtkwaliteit).
verwachten demografische ‘krimp’ in de toekomst minder nadelig te laten zijn.
2 Er worden twee cruciale inspanningen gepleegd die met water te maken hebben, om de netwerkstad Noordvleugel te ontwikkelen tot de Metro
7.2 Metropoolregio Amsterdam
poolregio Amsterdam:
– Het metropolitane landschap zodanig ontwik-
Analyse
kelen dat de benodigde groen/blauwe kwali-
Door de afnemende betekenis van nationale grenzen voor de economische ontwikkeling, zijn stedelijke
teit voor de metropool ontstaat.
– De metropoolregio Amsterdam duurzaam en
regio’s belangrijke spelers geworden in de wereld-
klimaatbestendig ontwikkelen.
economie. Dit geldt ook voor de Metropoolregio
3 De onderstaande wateropgaven worden erkend
Amsterdam. De Metropoolregio Amsterdam loopt
als urgent en zijn belangrijk voor de ruimtelijke
van de Noordzeekust tot en met het Gooi en van
hoofdstructuur van de metropool. Bovendien zijn
Zeevang tot en met de Haarlemmermeer. Zij concur-
ze leidend voor de toekomstagenda van de
reert met andere grootstedelijke regio’s in Europa,
Metropoolregio Amsterdam voor verdere beleids-
zoals Londen en Parijs. De metropoolregio
vorming:
Amsterdam onderscheidt zich vooral door haar cul-
– Metropolitaan landschap.
tureel erfgoed, historische stadskernen en landschap-
– Duurzaamheid/klimaatbestendigheid.
pen, kust, IJmeer en moderne stadsuitleg.
– Vrije tijd/toerisme/recreatie in de metropool-
Water kenmerkt de Metropoolregio Amsterdam. Het
regio.
ontwikkelingsbeeld Metropoolregio Amsterdam
– Toekomst Haven.
2040 schetst een stedelijk landschap met veel groen
– Schaalsprong Almere/Markermeer-IJmeer/
en blauw, waar meer dan twee miljoen mensen
OV-SAAL.
wonen en een miljoen mensen werken. Een kloppend hart, een robuuste luchthaven, een eigen badplaats,
Doelen voor de lange termijn (2040)
dooraderd met vervoersverbindingen en ingebed in
Voor het ruimtelijk beleid van de metropoolregio
een groen polderlandschap. De wateropgave in het
Amsterdam zijn twee hoofdopgaven tot en met 2040
metropolitane landschap heeft betrekking op veilig-
geformuleerd. Beide hebben een connectie met
heid, wateroverlast, verdroging en verzilting (zie ‘de
water:
kracht van het landschap’).
n Een
klimaatbestendige, veilige delta: veiligheid
garanderen tegen overstromingen vanuit zee en Het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 schetst
rivieren en het ruimtegebruik klimaatbestendig
de condities voor de toekomstige ruimtelijke inrich-
vormgeven.
ting van de Noordvleugel, ervan uitgaande dat alle
n Voldoen
aan de vraag naar kwaliteit in de ruimte:
Noordvleugelafspraken in de periode 2010-2030 zul-
een diversiteit aan woonmilieus en woonomge-
len worden gerealiseerd, inclusief de Noordvleugel
vingen, gemakkelijk toegankelijke groenblauwe
projecten uit het Urgentieprogramma Randstad.
gebieden nabij de steden.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
85
Wat doet de provincie tot en met 2015?
woningbouw. Er is ruimte voor 1 miljoen m3 piek-
Welke instrumenten zet de provincie in?
berging en ca. 2 miljoen m3 seizoensberging in com-
Wij willen in 2012 de wateropgave in het metropoli-
binatie met recreatieve- en woonfuncties.
tane landschap en klimaat en duurzaamheid omzet-
In de Westflank van Haarlemmermeer willen de
ten tot concrete acties voor de Actieprogramma’s 2020
betrokken partijen ruimte vinden voor een aantal
Metropolitane landschap en 2020 Duurzaamheid/
ambities: het realiseren van een kwalitatief hoog-
klimaatbestendigheid. Uitvoering conform afspraken
waardig gebied met opgaven voor 10.000 woningen,
vastgelegd in de Actieprogramma’s.
waar de waterproblematiek klimaatbestendig is opgelost, waar ruimte is voor 1.600 hectare natuur en recreatie en met een toereikende infrastructuur. Om
7.3 Westflank Haarlemmermeer
dit programma te kunnen realiseren is meer ruimte nodig dan netto beschikbaar is. Het slim combineren
Analyse
van functies moet ruimtewinst opleveren. Hiervoor is
De minister van VROM heeft eind 2004 de provincies
het nodig dat de partners in staat zijn hun eigen doel-
Noord- en Zuid-Holland gevraagd om te onderzoeken
stellingen in één integraal ontwerp te realiseren.
of en waar er in Haarlemmermeer en de Bollenstreek plaats is voor 10.000 tot 20.000 woningen buiten stedelijk gebied in de periode 2010-2030. Daarbij was de vraag in elk geval rekening te houden met de ruimtelijke beperkingen die samenhangen met het beleid voor de luchthaven Schiphol, het Groene Hart en de Greenport Bollenstreek. In de Bollenstreek zal daarom geen grootschalige verstedelijking plaats kunnen vinden. Tot slot moest rekening gehouden worden met de afspraken over de strategische groenprojecten in de Haarlemmermeer en voor de benodigde ruimte voor onder andere waterbeheer, recreatie en infrastructuur. In het project participeerden de gemeente Haarlemmermeer, de gemeente Bennebroek, regio Holland Rijnland als vertegenwoordiger van de Zuid-Hollandse bollengemeenten en het Hoogheemraadschap van Rijnland. In mei 2006 hebben de Colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies Noord- en Zuid-Holland de gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek definitief vastgesteld.
Doelen voor de lange termijn (2040) Een strategiekaart is het resultaat van de gebiedsuitwerking. Er is in de gebiedsuitwerking ruimte gevonden voor circa 12.900 woningen op uitleglocaties en daarnaast circa 11.700 woningen binnen de rode contour. In het zuidwestelijk deel van Haarlemmermeer wordt een transformatie voorgestaan naar grootschalige waterberging in combinatie met kleinschalige
86
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Wat doet de provincie tot en met 2015?
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
Welke instrumenten zet de provincie in?
waterstaat, waterschap, gemeenten en
Het overeind houden van de wateropgave vraagt om
derden?
een provincie die de regie pakt en de nodige instru-
De opgaven voor groen en water zijn kostbaar. Ook
menten inzet om de ambitie overeind te houden. De
de bereikbaarheid van de nieuwe woningen vergt
ruimteclaim voor seizoen- en piekberging dient
forse investeringen. Het geld moet komen uit de
expliciet een plek te krijgen in de structuurvisie,
opbrengst van de woningbouw en publieke midde-
waarmee de noodzaak voor dubbel grondgebruik
len. Dit vergt een goede samenwerking en dito
een feit is. Wonen op water is nog betrekkelijk onbe-
afspraken tussen publieke en marktpartijen.
kend en onbemind. Het kennisproject Bouwen met
De Westflank Haarlemmermeer heeft vanuit het Rijk
Water en buitenlandse voorbeelden laten zien wat
de wind in de rug omdat het onderdeel is van het
mogelijk is en de provincie zal dit krachtig inbrengen
Rijksprogramma Randstad Urgent. De hoofdopgave
in de gebiedsontwikkeling om de betrokken partijen
van dit programma is het realiseren van een aantrek-
over de streep te trekken.
kelijk woon-, werk-, en leefklimaat, bereikbaarheid en economische dynamiek in een klimaatbestendige
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
87
delta. Het Ministerie LNV is namens het Rijk trekker
het project en voor de eindsituatie wordt voor-
en heeft met de provincie afspraken gemaakt die een
zien in voldoende water van goede kwaliteit.
snelle en effectieve afstemming tussen beide bestuurs
Fasering
lagen mogelijk maakt.
In hoofdlijnen wordt uitgegaan van de volgende fasering (uit het Masterplan):
7.4 Wieringerrandmeer
1 De eerste spade in de grond (2009-2012). In deze fase wordt met name de Polder Waard-
Analyse
Nieuwland ingericht en komen er geluidwerende
De focus van de provincie en de gemeenten is gericht
voorzieningen langs de A7. De eerste voorberei-
op de publieke doelen in dit project. In de directe
dingen voor de ecologische zone worden
omgeving van het toekomstige Wieringerrandmeer
gestart.
spelen een aantal problemen, die met de ontwikkeling
2 Het Wieringerrandmeer krijgt vorm (2013-2017).
van het randmeer kunnen worden verminderd of
In het eerste jaar van deze tweede fase zijn de
opgelost. Uit divers onderzoek blijkt dat in de toe-
eerste contouren van het meer herkenbaar, het
komst deze problemen groter worden, en dat er ook
water ter plaatse van Polder Waard-Nieuwland
nieuwe problemen zullen komen. Het gaat om sociaal
wordt ingelaten. De zuidelijke dijk van het
economische en maatschappelijke problemen.
Wieringerrandmeer krijgt vorm en aan het einde
De ontwikkeling van het Wieringerrandmeer moet
van de tweede fase (2015) is het Wieringerrand
bijdragen aan de leefbaarheid (het welzijn) van de
meer gevuld met water. Bovendien wonen er dan
regio. Het versterken van leefbaarheid is het resul-
mensen ter plaatse van Polder Waard (middelste
taat van versterking van de sociaaleconomische ont-
schorren, noordelijke schor) en in het bos.
wikkeling, de natuurontwikkeling en het verbeteren
3 Recreëren rond Lago Wirense (2018-2022).
van de waterhuishouding. De doelen voor de ont-
Het knooppunt van de Haukes is gereed. De eco-
wikkeling van het Wieringerrandmeer zijn, in volg-
logische zone op de zuidelijke dijk komt geleide-
orde van belangrijkheid:
lijk tot stand en de recreatieve voorzieningen
n Sociaal-economisch:
een impuls voor de sociaaleco-
worden ontwikkeld. Het gebied voor waterge-
nomische ontwikkeling van de Kop van Noord-
bonden bedrijvigheid nabij de Zuiderhaven
Holland.
wordt bouwrijp gemaakt.
n Ecologisch:
de realisatie van een robuuste ecologi-
sche verbindingsas van IJsselmeer tot Noordzee. n Waterhuishoudkundig:
4 Varen op het randmeer (2023-2032). In deze fase wordt voornamelijk de staande mas-
het in stand houden van het
troute tot stand gebracht. De beweegbare brug-
goed functionerende waterbeheer in de Kop van
gen in de A7 worden uitgevoerd en de schutsluis
Noord-Holland.
wordt gerealiseerd. Wonen en recreatie worden uitgebreid met de laatste wooneilanden, het
Doelen voor de lange termijn (2040) Het beleidsdoel voor water is het in stand houden
wonen in het bos en de locatie waar de recreatiewoningen komen.
van een goed functionerend waterbeheer in de Kop van Noord-Holland:
Wat doet de provincie tot en met 2015?
n Waterbeheer:
Welke instrumenten zet de provincie in?
berging en afvoer.
n Waterinfrastructuur:
verbetering ontsluiting
vaarwegen (pleziervaart (M4 en ZM4) en beroepsvaart CEMT II). n Leidend
voor de doelstellingen met betrekking
tot de waterhuishouding is dat er in elke fase van
88
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Wij willen de activiteiten van fase 1 en 2 (zie boven) realiseren.
7.5 Stelling van Amsterdam
Synergie van functies is één van onze uitgangspunten bij waterberging. De Stelling biedt hiervoor goede
Analyse
mogelijkheden. Bijvoorbeeld door nieuwe vormen
Noord-Holland wordt vanouds gedomineerd door
van waterberging te combineren met oude inunda-
water. Het cultuurlandschap is er in belangrijke mate
tievelden. Door, al dan niet tijdelijk, water aan de
door bepaald (zie hoofdstuk 5.10 Cultuur). Het
voet van de aanvalszijde van de Stelling, kan de her-
waterrijke landschap ontsluit de lokale geschiedenis
kenbaarheid van de verdedigingslijn in het land-
en het maakt die geschiedenis beleefbaar voor de
schap worden vergroot. Concrete mogelijkheden
bezoeker. Daarnaast komt water in het landschap
daarvoor liggen in de Beemster en Zeevang, de
tegemoet aan de toenemende recreatieve behoefte en
Haarlemmermeer en de omgeving van Beverwijk.
draagt het bij aan een eigen lokale culturele identi-
Voor de Beemster en Zeevang willen wij kansen
teit.
benutten als deze zich voordoen in het kader van de
De Stelling van Amsterdam speelt hierin een belang-
invulling van de reguliere wateropgave. Het cultuur-
rijke rol. De Stelling is onderdeel van het Noord-
historisch verkavelingpatroon mag daarbij niet wor-
Hollands cultuurlandschap en sinds 1996 UNESCO Werelderfgoed. Dit
Figuur 5: Stelling van Amsterdam en nieuw Hollandse Waterlinie
vanwege de goed geconserveerde combinatie van verdedigingswerken rond de hoofdstad, inclusief een ingenieus waterhuishoudkundig systeem. Onder andere inundatievelden, dijklichamen, fortgrachten en inlaatsluizen zijn onderdelen die als uniek worden ervaren. In de Vechtstreek valt de Stelling van Amsterdam samen met de Nieuwe Hollandse Waterlinie, van Fort aan het Pampus tot en met het Fort bij Hinderdam. Door het verbod op bouwen in de schootsvelden van de Stelling is er bovendien een relatief open, groene en stille ring rondom de hoofdstad gebleven, met grote recreatieve en toeristische potenties. Ook levert het gebied ruimte voor de invulling van de wateropgave. Wij zijn de eerst verantwoordelijk siteholder voor de Stelling van Amsterdam. Dit betreft ook het gedeelte van de Stelling dat samenvalt met de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Onze opdracht is om de Stelling als Werelderfgoed te behouden en te ontwikkelen.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
89
den aangetast. Voor de Haarlemmermeer en
zich in het kader van andere ontwikkelingen al
Beverwijk sluiten we aan bij de opgave van de
voordoen.
Noordvleugelpartijen om in het metropolitane landschap de ruimtelijke samenhang en de landschappe-
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
lijke herkenbaarheid te versterken. De versterking
waterstaat, waterschappen, gemeenten
van de combinatie waterberging en cultuurhistorie
en derden?
verbetert de recreatieve en de economische omge-
n Het
Hoogheemraadschap trekt het proces van
vingskwaliteit. Bovendien draagt het bij aan een leef-
waterberging. Gemeenten en grondbezitters
bare woon- en werkomgeving met een herkenbare
(agrariërs, natuurorganisaties) zijn de belangrijk-
identiteit. In ILG-verband stellen we hiervoor mid-
ste partijen. In 2020 is waterberging gecombi-
delen beschikbaar. In de toekomst is niet uit te slui-
neerd met cultuurhistorie voor 39 hectare nat
ten dat meer delen van de Stelling een waterbehe-
terrein en 2 locaties open water. Dit gebeurt zo
rende functie krijgen.
mogelijk in De Beemster en de polder Zeevang, waar de besluitvorming rond de wateropgave
Doelen voor de lange termijn (2040)
leidend is. En in het Geniepark in de Haarlemmer
Het behouden en ontwikkelen van het cultuurhisto-
meer met natte infrastructuur als onderdeel, en in
risch erfgoed van de Stelling van Amsterdam als
een parkzone aan de oostkant van Beverwijk met
samenhangend geheel, als drager voor een leefbare
water als onderdeel. Binnen cultuurhistorische,
woon- en werkomgeving met een herkenbare identi-
ruimtelijke- en waterbeleidskaders, zijn water-
teit. Door de combinatie waterberging-cultuurhisto-
berging, recreatie, natuur, en cultuurhistorie met
rie is deze identiteit versterkt.
elkaar gecombineerd. n Waar
historische waterstaatkundige werken nog
Wat doet de provincie tot en met 2015?
een functie hebben in het waterhuishoudkundig
Welke instrumenten zet de provincie in?
systeem, zien wij een rol weggelegd voor de
n Wij
stimuleren de inzet van waterberging bij de
Stelling bij de uitvoering van de wateropgave.
waterbeheerders. n Voor
de Stelling van Amsterdam werkt het rijk
We doen dat met subsidies en de inbreng van
aan een ‘getrapte’ AMvB voor Nationale
landschappelijke en cultuurhistorische kennis.
Landschappen en Culturele Erfgoederen.
Als er meerwaarde ontstaat voor de Stelling, zijn we bereid ook financieel aan waterberging bij te dragen. We willen nagaan of er in méér gebieden mogelijk-
7.6 IJsselmeergebied
heden zijn om waterberging met cultuurhistorie te
Analyse
combineren. n Wij
hebben ons voorlopig uitgesproken voor de
Het IJsselmeergebied is cruciaal voor de waterhuis-
inzet van een verordening ter bescherming van
houding in Noord-Holland. Daarbij gaat het om vol-
Stellingelementen. De definitieve keuze wordt
doende zoet water en drinkwater voor de inwoners
gemaakt in de Structuurvisie.
van Noord-Holland, om voldoende bescherming
n We
verlenen via het ILG subsidies en bijdragen.
tegen overstromingen en om overtollig water uit te
Onder andere voor herstel en restauratie van his-
kunnen slaan of af te voeren. Het IJsselmeergebied
torische waterstaatkundige werken (damsluizen,
heeft ook bijzondere ruimtelijke kwaliteiten (open
inlaatwerken en dammen) die tot de Stelling (dan
landschap) en ecologische kwaliteiten en draagt bij
wel de Nieuwe Hollandse Waterlinie) behoren.
aan de Noord-Hollandse economie.
Co-financiering is uitgangspunt. We willen zoveel mogelijk aanhaken bij mogelijkheden die
De Deltacommissie heeft geadviseerd om de peilen van het IJsselmeer en het Marker- en IJmeer te ont-
90
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
koppelen en van het IJsselmeer een strategische zoet-
flexibel peilbeheer, dat inspeelt op toenemende fluc-
watervoorraad voor Noord- en West-Nederland te
tuaties in wateraanvoer tussen de seizoenen, zodat
maken. Daarvoor zou op het IJsselmeer een peilstij-
ook in drogere periodes voldoende zoet water
ging van maximaal 1,5 meter nodig zijn. Hiernaar
beschikbaar blijft. Daarnaast draagt landgebruik dat
wordt eerst onderzoek gedaan en vervolgens wordt
het natuurlijke peil volgt bij aan klimaatbestendig
in 2015 een besluit genomen. Om goed beslagen ten
landgebruik en duurzaam waterbeheer.
ijs te komen in de discussie over de toekomstige pei-
De drie gebiedsdelen in het IJsselmeergebied
len in het IJsselmeergebied stellen wij een Noord-
(IJsselmeer, Markermeer en Randmeren) hebben alle-
Hollandse Stuurgroep in, die GS hierover adviseert.
maal hun eigen betekenis en dynamiek. Het toekomstig peilbeheer versterkt de kwaliteiten van die drie
Het waterpeil van het IJsselmeer is afhankelijk van
gebiedsdelen. Dit geldt in het bijzonder voor de over-
de aanvoer van water door de IJssel (Rijnstroom
gangen tussen land en water.
gebied) en de afvoer via de spuisluizen in de
De veiligheid tegen overstromingen moet voldoende
Afsluitdijk. Het winterstreefpeil van het IJsselmeer
gewaarborgd blijven. Dijkversterkingen moeten voor
gebied ligt nu op NAP -0,40 cm en het zomerpeil op
50 jaar voldoen en dienen dus voldoende robuust te
NAP -0,20 cm. Dat is gekoppeld met het streefpeil
zijn uitgevoerd. Bij de versterking van de Afsluitdijk
van NAP -0,40 cm voor het Amsterdam-Rijnkanaal
hechten we veel belang aan het handhaven van het
en het Noordzeekanaal. De Afsluitdijk beschermt het
huidige landschapsbeeld (een strakke dijk). Wel zien
IJsselmeergebied tegen hoge waterstanden op de
we mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe
Waddenzee en de Noordzee, en zorgt er voor dat het
natuur en duurzame energie langs de Afsluitdijk.
water zoet blijft.
Voor ons is een semi-open verbinding met de Waddenzee niet bespreekbaar, vanwege het belang
Volgens de als uitgangspunt gehanteerde klimaats-
van de zoetwatervoorraad van het IJsselmeer (drink-
cenario’s (zie hoofdstuk 2 Klimaatbestendig water
water, doorspoelen). Ook de relatief jonge Wieringer
beheer) nemen de verschillen in de rivieraanvoeren
meerdijk biedt op termijn kansen voor een innova-
tussen de zomer en de winters gemiddeld toe.
tieve en toekomstgerichte aanpak. Voor de Marker
Dezelfde scenario’s laten een stijging van de zeespie-
meerdijken zijn cultuurhistorische en ecologische
gel zien. De wateraanvoer neemt dus toe terwijl er
waarden erg belangrijk.
minder mogelijkheid is om overtollig water onder
Ten slotte moet de bijdrage van het IJsselmeergebied
vrij verval af te voeren naar de Waddenzee. Met de
aan de drinkwatervoorziening ook in de toekomst
geplande uitbreiding van de spuicapaciteit houdt het
gewaarborgd blijven. Nu al zijn meer dan 1 miljoen
Rijk hier al rekening mee. Het is de vraag of dit ook
mensen afhankelijk van drinkwater uit het IJsselmeer.
volstaat voor de periode ná 2050. Misschien zijn dan
Wanneer in het rivierengebied ernstige problemen
ingrijpende maatregelen nodig, zoals een ander peil-
zijn met de inname van water, is het IJsselmeer als
beheer. De Deltacommissie heeft dat voorgesteld,
drinkwatervoorziening ook van landelijke betekenis.
maar een ander peilbeheer in het IJsselmeergebied kan zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de
Doelen voor de lange termijn (2040)
Noord-Hollandse waterhuishouding. Een dergelijke
n Zorgen voor waterpeilen die de aanwezige belangen
keuze vergt een goede onderbouwing, goed inzicht
optimaal faciliteren en doelmatig waterbeheer
in technische en economische gevolgen en draagvlak
mogelijk maken tegen maatschappelijk aanvaard-
in de regio.
bare kosten.
De volgende aandachtspunten zijn voor het toekomstig peilbeheer in het IJsselmeergebied aan de orde. Een klimaatbestendig watersysteem vraagt om een
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
91
Wat doet de provincie tot en met 2015?
7.7 Waddenzee
Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
stellen een stuurgroep in die GS adviseert
over de aanbevelingen van de Deltacommissie. n Wij
Analyse In 2006 heeft het parlement de Derde Nota
leggen de gewenste ruimtelijke ontwikkeling
Waddenzee aangenomen. Deze nota heeft de status
rond het IJsselmeergebied vast in onze Structuur
van planologische kernbeslissing (pkb). Hierin is de
visie, (zie ook hoofdstuk 4.5 Veiligheid buitendijkse
hoofddoelstelling voor de Waddenzee vastgelegd:
gebieden) inclusief de Afsluitdijk.
duurzame bescherming en ontwikkeling van de
n Wij
leggen beleidsmatige randvoorwaarden bij
Waddenzee als natuurgebied en behoud van het
de voorbereiding van een nieuw peilbesluit vast
unieke open landschap. De veiligheid van de bewoners
in een notitie ‘Naar een nieuw peilbesluit voor
wordt gewaarborgd door een goede verdediging
het IJsselmeergebied’ en stemmen deze notitie af
tegen de zee. Ook de bereikbaarheid van de havens
met Rijkswaterstaat, de waterschappen en het
en de eilanden wordt gewaarborgd.
drinkwaterbedrijf in Noord-Holland. De Waddenzee, delen van de eilanden en de Noord
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
zeekustzone zijn onderdeel van het Europese net-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
werk van Natura 2000-gebieden. Ook valt de
en derden?
Waddenzee onder de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze beoogt de ecologische en chemische
Rijk n Heeft
waterkwaliteit van Europese watersystemen te herde (onderzoeks)opgave om tot onder-
stellen. Deze kaders zijn leidend bij het beheer en
bouwd en gedragen peilbeheer in het IJsselmeer
beleid voor de Waddenzee en voor delen van het
gebied te komen opgenomen in het Nationaal
Waddengebied.
Waterplan. De voorbereiding en onderbouwing
Met Duitsland en Denemarken heeft Nederland
van het peilbesluit vinden plaats in afstemming
afspraken gemaakt over de gezamenlijke doelen voor
met de regio (provincies, waterschappen en
het Waddengebied. Deze doelen en afspraken zijn
gemeenten).
uitgewerkt in de gezamenlijke trilaterale regeringsverklaringen en het Waddensea Plan. Dit betreft
Rijkswaterstaat-IJsselmeergebied n Heeft
afspraken over een afgestemde invoering van
in 2012 een nieuw peilbesluit in voorberei-
Europese richtlijnen, de gezamenlijke nominatie van
ding, waarbij meerdere mogelijkheden worden
de Waddenzee als Werelderfgoed, de bescherming
beoordeeld op de (economische) gevolgen voor
van landschap en cultuurhistorie, de uitvoering van
de waterhuishouding (aan- en afvoer), de veilig-
het gezamenlijke monitoringplan en gezamenlijke
heid (ook buitendijks), de ecologie en de ruimte-
acties op het gebied van kustbescherming in verband
lijke kwaliteit.
met de klimaatverandering. Daarnaast zijn er provin-
n Heeft
in 2015 een onderbouwd en gedragen peil-
ciale, gemeentelijke en waterschapskaders, die bij-
besluit genomen. Tegelijkertijd met het peilbesluit
voorbeeld zijn vastgelegd in streek- en bestemmings-
ligt er een programma met aanpassingen of voor-
plannen en structuurvisies.
zieningen om eventueel aangepast peilbeheer ook mogelijk te maken, gegeven onder andere
In 2004 heeft de Adviesgroep Waddenzeebeleid (de
randvoorwaarden van zoetwatervoorziening,
commissie Meijer) geadviseerd niet alleen een helder
veiligheid, ecologie en ruimtelijke kwaliteit.
beleidskader voor de Waddenzee te ontwikkelen, maar vooral ook om investeringen in natuur én economie van het Waddengebied mogelijk te maken. Een belangrijk instrument voor het initiëren van de
92
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
ontwikkelingen is het Waddenfonds, dat eind 2006
leren van de ecologische en sociaaleconomische
bij wet werd ingesteld. Het Waddenfonds zal in
ontwikkeling.
evenredige delen worden besteed aan enerzijds natuurherstel en natuurontwikkeling en anderzijds
Doelen voor de lange termijn (2040)
aan duurzame economische ontwikkeling van het
Het ontwikkelingsperspectief voor het hele
gebied. Een kleiner deel is bestemd voor het tegen-
Waddengebied is vastgelegd in de Derde Nota
gaan van bedreigingen en versterking van de ken-
Waddenzee. De belangrijkste opgaven zijn:
nishuishouding.
n De
Waddenzee is primair een natuurgebied en
een uniek open landschap. De natuurlijke dynaAls uitvloeisel van de Planologische kernbeslissing
miek van de fysische processen in de Waddenzee,
Waddenzee wordt door het Regionaal College
op de Waddeneilanden en in de Noordzeekust
Waddengebied (RCW) het Beheer- en Ontwikkelplan
zone wordt zo min mogelijk beperkt, zodat zich
Waddengebied (BenO-plan) opgesteld. Hierin wordt
nieuwe platen, geulen en jonge duin- en kustge-
een groot aantal onderwerpen uitgewerkt. De visies
bieden kunnen ontwikkelen. De rust, weidsheid,
van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen
open horizon en natuurlijkheid (inclusief duister-
krijgen in dit BenO-plan een plaats in het ruimtelijk
nis), zijn gewaarborgd en worden hoog gewaar-
beleid voor het Waddengebied.
deerd.
Het BenO-plan zal het huidige Interprovinciale Beleidsplan Waddenzeegebied (IBW) vervangen. Dit BenO-plan krijgt drie delen: n Deel
A bevat de gezamenlijke visie van alle over-
heden op de bescherming en ontwikkeling van het Waddengebied. Deze visie vormt de basis voor een samenhangende uitwerking van de doe-
n De
waterkwaliteit is zodanig dat flora en fauna
zich optimaal kunnen ontwikkelen. n De
flora en fauna zijn rijk, gevarieerd en aan
wezig in dezelfde hoeveelheden als voor de periode van eutrofiëring. n Het
areaal van de meer natuurlijke kwelders is
vergroot.
len in het beleid van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Het RCW stelt Deel A van het
Wat doet de provincie tot 2015? Welke
BenO-plan Waddengebied op.
instrumenten zet de provincie in?
n Deel
B van het BenO-plan wordt een klapper met
plannen die meer in detail aangeven hoe het beheer eruit gaat zien. In de klapper komen onder meer de stroomgebiedbeheerplannen Rijn en Eems voor de Kaderrichtlijn Water en het beheerplan Waddengebied voor Natura 2000, het convenant Vaarrecreatie Waddenzee en het uitvoe-
n Wij
werken de mogelijkheden voor dynamisch
duinbeheer uit. n Wij
reserveren ruimte in de Structuurvisie en spe-
cificeren en bestemmen deze voor dijkversterking. n Wij
voeren het beschermingsbeleid maritieme en
archeologische waarden uit.
ringsplan voor het Waddenfonds. Maar ook pro-
n Wij
voeren het convenant vaarrecreatie uit.
vinciale en gemeentelijke plannen krijgen hier
n Wij
cofinancieren het Waddenfonds.
een plek. Deze plannen worden opgesteld en
n Wij
verkennen kansen en mogelijkheden van de
vastgesteld door diverse organen die daarvoor
werelderfgoedstatus.
verantwoordelijkheid dragen. n Deel
C is het uitvoeringsdeel van het BenO-plan.
Dit deel wordt regelmatig geactualiseerd. De afspraken die in deel A zijn gemaakt, worden in
Wat verwachten we van Rijk, Rijks waterstaat, waterschappen, gemeenten en derden?
deel C uitgewerkt in de maatregelen en projecten
Komen de afspraken genoemd in het BenO-plan
die nodig zijn voor het beheer en voor het stimu-
Waddengebied na.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
93
7.8 Oostelijke Vechtplassen
regie nemen wij door bij het opstellen van het Natura 2000-beheerplan de KRW maatregelen
Analyse
voor oppervlaktewater en verdrogingsbestrijding
Onder de Natuurbeschermingswet zijn de Oostelijke Vechtplassen als Natura 2000-gebied aangewezen
mee te nemen. n Wij
co-financieren via het ILG KRW-maatregelen
voor 7 habitats, 9 habitatrichtlijnsoorten en 17 vogel-
die uitgevoerd moeten worden in de Oostelijke
richtlijnsoorten. Al deze habitats en soorten zijn
Vechtplassen.
afhankelijk van het water, waarbij een goede tot zeer goede waterkwaliteit bij de meeste soorten cruciaal is. Het gebied heeft als enige in Noord-Holland de
7.9 Bloemendalerpolder
‘sense of urgency’-status gekregen voor de wateropgave (Natura 2000-doelendocument, Ministerie LNV,
Analyse
juni 2006). De ‘sense of urgency’ status geldt voor de
Het gebied Bloemendalerpolder (inclusief de
compleetheid in ruimte en tijd voor het hoofdtype
Gemeenschapspolder) in de gemeenten Weesp en
‘Laagveenmoerassen’. De kwaliteit van met name
Muiden wordt ontwikkeld tot een gecombineerd
kranswierwateren, meren met krabbescheer en fon-
woon-, natuur- en recreatiegebied. De doelstelling is
teinkruiden en de daarbij horende fauna, staat onder
het creëren van een uniek (stads-)landschap als over-
druk doordat de deelgebieden steeds minder worden
gang van stad naar natuur en van grootstedelijk
gevoed door kwelwater. Vervolgens worden ze op
milieu naar Groene Hart, waar wonen op natuurlijke
peil gehouden door vreemd oppervlaktewater (onder
wijze is geïntegreerd in het groen/blauwe raamwerk.
andere uit de Vecht) in te laten. Een belangrijke oor-
Enerzijds is deze ontwikkeling een stedenbouwkun-
zaak van de verminderde voeding door kwelwater is
dige en landschapskundige ontwerpopgave, ander-
dat naburige diepe polders (Bethunepolder en
zijds doorloopt de ontwikkeling een procedureel
Horstermeerpolder) een groot deel van het kwelwa-
traject. Het Structuurplan Bloemendalerpolder is na
ter wegtrekken.
de streekplanuitwerking Bloemendalerpolder/ KNSF-terrein de logische vervolgstap in het spoor
Gezien de relatie tussen waterkwaliteit, waterkwan-
van de ruimtelijke ordening.
titeit en natuur in dit gebied, is het belangrijk dat maatregelen in samenhang worden genomen.
Voor de Bloemendalerpolder is een nieuw landschap
Daarom willen we een gebiedsgerichte aanpak,
ontworpen met vooral woon-, natuur- en recreatieve
waarbij wij de regierol hebben. Samen met de pro-
functies. Bebouwing en landschap zijn met elkaar
vincie Utrecht, het Hoogheemraadschap Amstel,
verweven. Deze verweving komt vooral tot uiting in
Gooi- en Vecht en overige partijen als terreinbeheer-
een aantal nieuwe bebouwingslinten en nieuwe
ders worden maatregelen en geldstromen zodanig
buurtschappen. In de Bloemendalerpolder krijgt een
gecombineerd, dat zowel KRW-doelen als instand-
deel van het woongebied de sfeer van zo’n Vecht
houdingsdoelen voor Natura 2000-gebieden worden
stadje: smalle straten, grachten, een grotere water-
bereikt, inclusief het opheffen van de ‘sense of
partij, hofjes, een sluis. In het landschap komen ken-
urgency’-status.
merkende Vechtstreek elementen terug als een plas, een veenlandschap met bossen, bosjes, weilandjes,
Wat doet de provincie tot en met 2015?
vaarten en rietlanden, en een zone met eventueel een
Welke instrumenten zet de provincie in?
landgoed en/of bijzondere voorzieningen in de
vervullen een regierol bij de Oostelijke
strook direct langs de Vecht. Centraal in het plange-
Vechtplassen, zodat de maatregelen voor Natura
bied is een openbare waterplas gelegen, die is gekop-
2000, KRW-maatregelen, verdrogingsmaatregelen
peld aan de Vecht en die in relatie staat tot het woon-
en recreatie goed op elkaar afgestemd zijn. Deze
gebied. Aan de oevers van deze plas wordt gedeelte-
n Wij
94
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
lijk gewoond, de overige delen van de oevers hebben
Wat doet de provincie tot en met 2015?
een natuurlijk karakter, deels mede voor de oever-
Welke instrumenten zet de provincie in?
recreatie te bestemmen. Het natuurlijke en recreatief
De provincie levert de projectleider die de gebieds-
landschap, met parkbossen, grienden, graslanden en
ontwikkeling trekt. Hij zorgt er via een strak pro-
watergangen, strekt zich verder naar het westen en
gramma van eisen voor, dat de wateropgave (een
noorden uit en raakt de zones met infrastructuur,
kwalitatief en kwantitatief goed watersysteem) een
respectievelijk het Amsterdam-Rijnkanaal en de zone
serieuze plek krijgt in het op te stellen Masterplan
van de A1.
voor de Bloemendalerpolder. Hij bewaakt tevens de financiering van groen en blauw vanuit de woning-
Doelen voor de lange termijn (2040)
ontwikkeling.
Het is de bedoeling om het plan voor de Bloemen dalerpolder gefaseerd uit te voeren. Eerst komt de
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
groen/blauwe ontwikkeling aan de orde en, afhan-
waterstaat, waterschappen, gemeenten
kelijk van de uitvoering van de werkzaamheden aan
en derden?
de A1, de nieuwe hoofdontsluitingen. Binnen deze
De opgaven voor groen en water zijn kostbaar. Ook
raamwerken wordt het woongebied gefaseerd ont-
de bereikbaarheid van de nieuwe woningen vergt
wikkeld. Gerekend wordt op een realiseringsperiode
forse investeringen. Het geld moet komen uit de
van circa 12 jaar, tot ongeveer 2020.
opbrengst van de woningbouw en publieke middelen en daartoe is een vaste afdracht afgesproken.
De ruimtelijke opgave betreft de realisering van:
Maar ook in de verdere uitwerking en realisatie van
n Een
de plannen is een goede samenwerking en dito
robuuste ecologische (groen/blauwe) verbin-
ding tussen IJmeer en Vechtplassen. n De
cultuurhistorische zichtlijnen en waarden (van
afspraken tussen publieke en marktpartijen van essentieel belang.
o.a. de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie) tussen de beide kernen, ter versterking van hun identiteit. n De
7.10 Horstermeerpolderpolder
Vecht als verbindende schakel tussen Muiden
Analyse
en Weesp. n Een
verbeterde bereikbaarheid vanaf de A1 van
Muiden en Weesp. n Het
kwantitatieve ruimtelijke programma voor
natuur, water, wonen, werken en recreatie. n waterkeringen
die het gebied voldoende bescher-
ming geven.
De Horstermeerpolderpolder is een cirkelvormige droogmakerij in het Vechtplassengebied met een oppervlak van 620 hectare. In het centrum van de polder bevinden zich woningen en bedrijven, de rand van de polder bestaat uit agrarisch- en natuurgebied. De polder is om verschillende redenen van
Essentiële voorwaarde voor de realisatie van deze
groot belang voor de waterhuishouding in deze
ruimtelijke opgave, met de door partijen geambi-
regio.
eerde kwaliteit, is dat de A1 ter hoogte van Muiden verlegd en verdiept wordt aangelegd én door middel
Door de lage ligging en door de zandige ondergrond
van een aqua/ecoduct de Vecht kruist. Deze ruimte-
zuigt de polder veel water weg uit de polders en
lijke inpassing van de A1 komt overeen met de
plassen in de omgeving, ongeveer 35 miljoen m3 per
stroomlijnvariant uit de planstudie Schiphol-
jaar. De omgeving moet op peil worden gehouden
Amsterdam-Almere van Rijkswaterstaat, in opdracht
door water uit het boezemsysteem in te laten. Dit is
van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
ongunstig voor de waterkwaliteit en voor bijzondere plantensoorten. Om de kwaliteit van het water en de natuur in de omgeving te verbeteren is ruim 10 jaar
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
95
geleden besloten om het waterpeil aan de rand van de Horstermeerpolderpolder te verhogen. Dit
7.11 Investeringsbudget Landelijk Gebied
gebeurt in combinatie met natuurontwikkeling ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur.
Analyse
Benodigde gronden worden aangekocht, en met de
Door de Gebiedscommissies Investeringsbudget
inrichting van een deel van het gebied is intussen
Landelijk Gebied (ILG) zijn Uitvoeringsstrategieplan
gestart.
nen (USP) opgesteld, waarin de opgave van de ILGdoelen van het Rijk en de provincie zijn weergegeven
In de afgelopen jaren werd steeds duidelijker dat de
en hoe de gebiedscommissies deze gaan invullen in
Horstermeerpolderpolder daarnaast ook een sleutel-
de periode 2008-2013. Het USP kan beschouwd wor-
rol kan spelen bij het tegengaan van wateroverlast in
den als het plan van aanpak voor de uitvoering van
natte periodes. Uit onderzoek bleek dat natte natuur
de regionale opgave en dient als basis voor de
en waterberging in de Horstermeerpolderpolder
jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma’s.
goed kunnen worden gecombineerd. Gedeputeerde
Terugkomende thema’s in alle ILG-gebieden zijn:
Staten hebben daarom in 2006 besloten om te streven
n Inzet
van structuuronderzoek en kavelruil om het
naar 834.000 m3 bergingscapaciteit. Bij hevige regen-
tot stand komen van integrale ILG-doelen op het
val kan zo worden voorkomen dat er wateroverlast
gebied van natuur, water, recreatie en landbouw,
ontstaat in de Ankeveense- en Kortenhoefse Polders
te kunnen ondersteunen.
en in de Horstermeerpolderpolder zelf.
n Recreatief
medegebruik van landbouwgebied en
natuur.
Doelen voor de lange termijn (2040) Aan de rand van de polder ligt een natuurgebied met een hoog waterpeil. In natte periodes kan hier tijdelijk 834.000 m3 water worden geborgen.
n Uitbreiding n Integratie
mogelijkheden tot verblijfsrecreatie.
van waterberging met natuurontwik-
keling en recreatie. n Handhaving
van de kwaliteiten openheid, duister
en rust.
Wat doet de provincie tot en met 2015?
n Leefbaarheid
platteland.
Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
verwerven de benodigde gronden.
Voor water liggen er opgaven in het kader van de
n Wij
coördineren de verdere planuitwerking.
waterveiligheid, de waterberging, de waterkwaliteit (KRW) en watertekort. Eén van de natuuropgaven
Wat verwachten we van Rijk, Rijks
richt zich op bestrijding van verdroging binnen
waterstaat, waterschappen, gemeenten
Vogel- en Habitatrichtlijn gebieden, EHS en TOP-
en derden?
gebieden. Daarnaast zijn er maatregelen nodig zoals de verhoging van de infiltratie in het Gooi en het
Waterschap n Neemt
aanpassen van de waterwinning.
peilbesluit en zorgt voor de waterhuis-
houdkundige voorzieningen.
Ook de uitvoering van het waterbeleid vraagt een integrale gebiedsgerichte aanpak, dit zien we duidelijk terug bij de totstandkoming van de maatregelen-
Natuurmonumenten n Zorgt
voor de inrichting van natuurgebied.
pakketten van de Kaderrichtlijn Water en het Waterbeleid 21ste eeuw en bij het opstellen van de verdringingsreeksen (watervoorziening in droge periodes) en overstromingsrisicokaarten. We vinden de ILG-gebieden en de bijbehorende structuren een waardevol instrument om samen met belanghebbenden provinciaal waterbeleid uit te voeren. Er is een
96
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
gebiedsgerichte benadering nodig voor het klimaat-
handel, Landschap Noord-Holland en Milieufederatie
bestendig maken van het watersysteem, de uitvoe-
Noord-Holland. De Gebiedscommissie:
ring van de KRW-maatregelen, waterberging, het
n Brengt
een proces op gang dat leidt tot initiatie-
vergroten van de mogelijkheden van waterrecreatie
ven die bijdragen aan de realisatie van de beleids-
en watersport, de economische benutting van het
doelen van het Rijk en de provincie (versnellen
water en het bepalen in hoeverre water sturend dient
van de uitvoering door te prioriteren en af te
te zijn in de ruimte. Hierdoor kan werk met werk
stemmen met andere subsidieregelingen van pro-
gemaakt worden en kunnen win/win situaties ont-
vincie, Rijk en Europa).
staan.
n Zorgt
voor draagvlak voor het programma en
voor communicatie over de uitvoering in de
Doelen voor de lange termijn (2040)
regio.
Een gezond en betrouwbaar watersysteem, dat de veerkracht heeft om (plaatselijk)verontreinigingen en klimaatschommelingen op te vangen.
Waterschappen n Nemen
het voortouw bij het realiseren en finan-
cieren van de wateropgave.
Wat doet de provincie tot en met 2015? Welke instrumenten zet de provincie in? n Wij
n Werken
in het kader van de wateroverlastopgave
concreet aan de realisatie van projecten.
verwerven grond van (meestal) agrarische
gronden voor de realisatie van de ILG-taakstellingen EHS, verdrogingbestrijding en eventueel waterberging. n Wij
hebben de waterdoelen (bijvoorbeeld water-
berging, waterkwaliteit en waterparels) in 2009 uitgewerkt in het ILG, ten tijde van de midterm review van het ILG. n Wij
verstrekken subsidies/financiële bijdragen
voor integrale projecten met waterdoelen. Wij investeren ca. 7 miljoen euro voor integrale projecten in het landelijk gebied voor combinaties van waterberging met natuur, recreatie en cultuurhistorie, 1,8 miljoen euro voor waterkwaliteit en 1,2 miljoen euro voor waterparels. Hierdoor is er nu ILG-financiering mogelijk voor waterdoelen buiten de Ecologische Hoofdstructuur, Natura 2000 en ‘Recreatie om de Stad’.
Wat verwachten we van Rijk, Rijks waterstaat, waterschappen, gemeenten en derden? Gebiedscommissie In de Gebiedscommissie nemen deel: gemeenten, Hoogheemraadschap, Land en Tuinbouw Organisatie, Agrarische Natuurvereniging, Kamer van Koop
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
97
98
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
8
n n
Besturen
n n
In dit Waterplan kiezen we een nieuwe rol jegens water-
Instrumenten, is aangegeven welke instrumenten we
schappen, gemeenten en Rijkswaterstaat om doelen te
kunnen gebruiken.
bereiken. Naast partnerschap zullen we in voorkomende gevallen, en na overleg met de betrokkenen, ook gebruik
De nadruk blijft op de zachtere instrumenten liggen.
maken van ‘harde’ instrumenten, zoals de aanwijzing en
We hechten veel waarde aan goed overleg met water-
de vernietigingsbevoegdheid. Partnerschap met de water-
beheerders en gemeenten. De ‘harde’ instrumenten
beheerders heeft ons veel gebracht, de samenwerking is
zetten we in als provinciale belangen en/of strategi-
verbeterd. Toch werden de gestelde termijnen in het vorige
sche doelen in het geding zijn. In dit Waterplan is
Waterplan niet altijd als hard ervaren en de beloofde pro-
beschreven bij welke provinciale (water)belangen en
vinciale kaders bleven uit.
strategische doelen de provincie instrumenten inzet, zodat betrokkenen pro-actief weten welke rol we
Analyse
innemen. Onze strategische waterdoelen en ons
De uitgangspunten van onze nieuwe rol zijn de
ruimtelijke waterbelang staan verwoord in het
nieuwe sturingsfilosofie van de Structuurvisie, het
kader.
Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel, de IPOUnie notitie ‘Afstemming van taken in het regionaal
De uitvoering van het waterbeleid gaat uit van het
waterbeheer’, de nieuwe Waterwet en Wet ruimte-
principe ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Dit
lijke ordening. De rolafweging is voor het waterbe-
betekent niet dat we maar één rol vervullen. De rol
leid bijzonder, omdat naast gemeenten juist de
die we kiezen hangt af van onze wettelijke taken en
waterschappen en Rijkswaterstaat het waterbeleid
die van andere partijen, het waterthema, de fase van
vormgeven en uitvoeren. Ook worden er bij het
de beleidsvorming en het provinciale belang. In dit
waterbergingsbeleid en de Kaderrichtlijn Water
Waterplan is per thema onze rol en taak provincie
steeds meer uitvoerende taken gelegd bij private par-
uitgewerkt.
tijen, zoals de drinkwaterbedrijven en de terrein beheerders.
Herverdeling van taken De invoering van de Waterwet heeft voor een aantal
We nemen onze verantwoordelijkheid door strategi-
dossiers geleid tot heroverweging van watertaken
sche kaders en doelen te stellen en het provinciale
van de provincie, waterschap en gemeenten. Dit
belang te definiëren. Vervolgens zullen we waar
betreft de dossiers muskusrattenbestrijding, grond-
nodig de beschikbare instrumenten inzetten om de
waterbeheer, waterbodembeheer (inclusief bagge-
doelen te halen en het provinciale belang te beharti-
ren), vaarwegbeheer en peilbeheer. Het overleg en de
gen. Daarvoor kunnen we verschillende soorten
onderhandelingen over de overdracht met de Noord-
instrumenten hanteren. Deze instrumenten variëren
Hollandse waterschappen en gemeenten zijn gestart
van ‘zacht’, bijvoorbeeld het stimuleren van kennis-
in 2008. Besluiten hierover vinden in de komende
uitwisseling, tot ‘hard’, zoals de vernietigings
jaren plaats. In het kader staat de stand van zaken tot
bevoegdheid van een waterschapsbesluit. In bijlage 7
nu toe weergegeven.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
99
Strategische waterdoelen en
Heroverweging watertaken door invoering Waterwet
ruimtelijk waterbelang van provincie Noord-Holland
Muskusratten
Met de invoering van de Waterwet is gesteld dat de bestrijding wordt uitgevoerd in het Beschermen n
kader van het operationeel beheer van waterkeringen en oevers door waterschappen.
Strategisch waterdoel: Wij waarborgen met
Uiterlijk 1 januari 2011 moet de overdracht geregeld zijn. Het is aan de waterschappen of
waterschappen en Rijkswaterstaat voldoende
zij de taak zelf gaan uitvoeren of delegeren naar bijvoorbeeld een ander waterschap.
bescherming van mens, natuur en bedrijvigheid tegen
n
overstromingrisico’s via het principe: preventie (het
Grondwaterbeheer
op orde houden van de waterkeringen met aandacht
Met het inwerkingtreden van de Wet Gemeentelijke Watertaken en de Waterwet
voor ruimtelijke kwaliteit), gevolgschade beperken
zorgen gemeenten voor het grondwaterbeheer in stedelijk gebied. De provincie is
(bijvoorbeeld waterbestendig bouwen daar waar
verantwoordelijk voor vergunningverlening voor drinkwaterwinningen, warmte-
nodig) en rampenbeheersing (bijvoorbeeld goede
koude opslag en grote industriële onttrekkingen. Het waterschap is verantwoordelijk
vluchtroutes en informatievoorziening).
voor alle andere grondwaterwinningen. Dat zijn vooral agrarische onttrekkingen en
Ruimtelijk waterbelang: Voldoende ruimte voor
bouwputbemalingen.
bescherming tegen overstromingsrisico’s. Waterbodems Benutten en Beleven n
Ingevolge de Waterwet blijven wij bevoegd gezag voor waterbodems waarvan wij
Strategisch waterdoel: Wij zorgen samen met
hebben bepaald dat er sprake is van een ernstige verontreiniging die met spoed
waterschappen, gemeenten en Rijkswaterstaat
moet worden gesaneerd. Ook blijven we verantwoordelijk voor locaties die in het
dat water in balans en verantwoord benut en
bodemsaneringsprogramma staan genoemd en waarvoor we verplichtingen zijn
beleefd wordt door mens, natuur en bedrijvigheid.
aangegaan. Verder wordt het beheer van waterbodems als integraal onderdeel van het
Wij versterken het watersysteem en de beleving
waterbeheer overgedragen aan de waterschappen.
van het water door deze te combineren met
n
natuurontwikkeling, recreatie en/of cultuurhistorie.
Vaarwegbeheer
Ruimtelijk waterbelang: geen vanuit het waterbelang.
De inwerkingtreding van de Waterwet heeft vooralsnog geen inhoudelijke wijzigingen voor het vaarwegbeheer, maar we gaan nu al aan de slag met het heroverwegen van de
Beheren n
n
taakverdeling. Bij de vaarwegen zijn drie hoofdfuncties/taken te onderscheiden:
Strategisch waterdoel: Wij zorgen samen met
n
Goederenvervoer - beheer vaarwegen voor binnenvaart;
gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en
n
Recreatie - beheer vaarwegen voor recreatievaart;
drinkwaterbedrijven voor schoon en voldoende water
n
Watersysteem - beheer waterkwantiteit en kwaliteit.
door een kosteneffectief en klimaatbestendig grond-
De waterschappen en het Rijk zijn in het beheer van vaarwegen verantwoordelijk voor
en oppervlaktewatersysteem.
het watersysteem (kwaliteit en kwantiteit). Het Rijk, de provincie en gemeenten zijn
Ruimtelijk waterbelang: Voldoende ruimte voor
in het beheer van vaarwegen verantwoordelijk voor goederenvervoer en recreatie.
grond- en drinkwaterbescherming en voldoende
Op dit moment verrichten onze waterschappen ook bepaalde beheertaken in het
ruimte voor schoon en voldoende oppervlaktewater
kader van goederenvervoer (baggeren bijvoorbeeld) en recreatie (brugbediening
en waterberging.
bijvoorbeeld). Daarnaast verricht de provincie ook bepaalde (bagger)werkzaamheden voor het watersysteem (de provincie verricht namelijk ook onderhoud in wateren waar
Bijzondere gebieden n
Strategisch waterdoel: Wij zorgen samen
zij het vaarwegbeheer heeft dat ten goede komt aan het watersysteembeheer). De taakverdeling is nu per waterschap verschillend.
met gemeenten en waterschappen voor
n
maatwerk in het Noord-Hollandse grond- en
Peilbeheer
oppervlaktewatersysteem. We doen dat met behulp
Ingevolge de Waterwet vervullen wij niet langer de rol van goedkeurder van
van integrale gebiedsontwikkeling.
peilbesluiten. Bij de ontwerp-peilbesluiten toetsen we of alle belangen zijn
Ruimtelijk waterbelang: Is afhankelijk van het gebied
meegewogen en of het peilbesluit aansluit bij het vigerende provinciale beleid. Waar
en in hoeverre daar de ruimtelijke belangen van
nodig zullen wij gebruik maken van nieuwe instrumenten, zoals aanwijzingen of
beschermen en beheren spelen.
vernietigingsbevoegdheden.
Volgens een studie van de Wereldbank1) kan de
n Wij
maken ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk
overheid bij de invulling van de wettelijke taken de
(waterberging, waterkeringen) of verbieden die.
volgende rollen vervullen, met een afnemende mate
We stellen kaders voor ruimtelijke ontwikkelingen
van regie:
in beeldkwaliteitsplannen via de Structuurvisie.
n Kaderstellend
en toezichthoudend: standaarden defi-
n Wij zullen indien nodig voor het realiseren van een
niëren met als instrument wet- en regelgeving die
provinciaal doel of het behartigen van een provin-
de minimale normen voor gedrag en prestaties
ciaal belang een aanwijzing geven of instructies
wettelijk vastleggen en toezicht houden.
opnemen in de Waterverordening op grond van de
n Faciliteren:
zich richten op het bevorderen en sti-
muleren van betere prestaties op een bepaald gebied. n Partnerschap:
Waterwet, of een aanwijzing geven, projectbesluit of inpassingsplan op grond van de Wro. n Wij
participeren in de dialoog tussen de
ontwikkelen beleidskaders voor warmte-
koude opslag.
betrokken partijen, om gezamenlijk een kwestie op te lossen door middelen en kennis samen te brengen. Dit kan als deelnemer, voorzitter of faciliterend. n Bekrachtiging:
Toezichthoudend n Wij
keuren de waterbeheerplannen van de water-
schappen goed, zo nodig onthouden we goedhet waterbeleid stimuleren door dit
telkens naar voren te brengen in publieke uitin-
keuring. n Wij
toetsen de gemeentelijke rioleringsplannen
gen, beleidsstukken, publiek inkoop- en aanbe-
en indien nodig kan de provincie een aanwijzing
stedingsbeleid.
geven over de inhoud. n Conform
Doelen voor de lange termijn (2040)
de Waterwet heroverwegen wij samen
met gemeenten en waterschappen de komende
Onze rol en inzet van instrumenten past bij de doelen
planperiode een deel van de verantwoordelijk
die we willen bereiken. We passen onze rol en de
heden rondom grondwaterbeheer, vaarweg
inzet van instrumenten flexibel aan, afhankelijk van
beheer, muskusrattenbestrijding en waterbodem
de ontwikkelingen op de lange termijn. De rol-, taak-
beheer.
en verantwoordelijksverdeling is helder. We staan
n Wij
toetsen bij de ontwerp-peilbesluiten of alle
klaar voor ‘de toekomst’, opdat Noord-Holland een
belangen zijn meegewogen en of het peilbesluit
prettige en leefbare provincie is en blijft, voor ieder-
aansluit bij het vigerende provinciale beleid.
een.
Waar nodig zetten we onze instrumenten in. n Wij
voeren onze wettelijke toezichtstaak niet
Wat doet de provincie tot en met 2015?
meer dan strikt noodzakelijk uit (houden toezicht
Welke instrumenten zet de provincie in?
op waterkeringen en bescherming van cultuurhistorie), maar daar waar provinciale belangen of
Kaderstellend n Wij
sturen pro-actief via beleid in het provinciaal
Waterplan. n Wij
strategische doelen in het geding zijn, kunnen we beschikbare instrumenten inzetten. n Wij
inspecteren zwemlocaties. We verlenen ver-
stellen normen (wateroverlast, veiligheid) of
gunningen voor grondwateronttrekkingen en
criteria in de nieuwe Waterverordening op grond
wijzigen vergunningen voor drinkwateronttrek-
van de Waterwet en de Wro, of in de Provinciale
kingen. We verlenen ontheffingen voor sanering
milieuverordening (grondwaterbeschermings
van riolering.
gebieden).
1)
T. Fox, H. Ward en B. Howard (2002) Public Sector Roles in
Strengthening Corporate Social Responsibility Washington DC: The Worldbank.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
101
Facilitator n Wij
Vechtplassen) en voor onderzoek (bijvoorbeeld
stimuleren de versterking van de Noordzee
kust met ruimtelijke kwaliteit door regie te nemen
naar knelpunten zwemwaterkwaliteit, KRWonderzoek).
en te cofinancieren. n Wij
nemen een regierol bij projecten van provin-
Uitvoerder
ciaal belang, bijvoorbeeld de verdrogingsbestrij-
n Wij
zijn grondwater- en vaarwegbeheerder.
ding in de TOP-gebieden, Wierringerrandmeer
n Wij
voeren de provinciale KRW-maatregelen uit
en Oostelijke Vechtplassen. n Wij
versterken de waterdoelen (waterberging,
waterkwaliteit, verdrogingbestrijding) via
(grondwatermaatregelen, vispasseerbaarheid sluizen en het KRW-‘proof’ maken van ons beleid)
gebiedsgerichte ontwikkeling en het Investerings budget Landelijk Gebied. n Wij
nemen initiatief om water medesturend in de
ruimte te laten zijn door het ontwikkelen van functiefaciliteringskaarten. n Wij
nemen het initiatief om de functies van het
water te heroverwegen, om zo een goede balans te vinden tussen beroepsscheepvaart, recreatie op het water, natuur en de kwaliteit van het water. n Wij
stimuleren bedrijven en regio’s meer zelf-
voorzienend te zijn in hun waterbehoefte middels een subsidieregeling. n Wij
stimuleren het behoud en de ontwikkeling
van waterparels in Noord-Holland. n Wij
stimuleren de uitbreiding van zwemwaterlo-
caties.
Partnerschap n Wij
werken volgens de sturingsvisie en de geac-
tualiseerde samenwerkingsafspraken (inclusief afspraken met Rijkswaterstaat) samen met de waterbeheerders. n Wij
geven samen met de waterbeheerders vorm
en inhoud aan het accountmanagement. n Wij
ontwikkelen samenwerkingsafspraken met
gemeenten, individueel of per regio met gemeenten en waterschap. n Wij
kunnen, op verzoek van het waterschap, voor
belangrijke projecten van provinciaal belang (Herstelplan Loosdrechtse plassen, behalen van KRW-doelen), onze instrumenten beschikbaar stellen. n Wij
ondersteunen waterbeheerders, gemeenten
en derden met cofinanciering voor het nemen van maatregelen (KRW-cofinanciering, Oostelijke
102
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Monitoring n Wij
worden geïnformeerd over de uitvoering van
het Waterbeheerplan en de mate waarin de doe-
len uit het provinciaal Waterplan worden bereikt (zie H.10). Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande rapportageverplichting
Waterschappen en gemeenten n Nemen
actief deel aan het uitvoeringspro-
gramma.
aan de besturen van de waterschappen.
Waterschappen Wat verwachten we van Rijk, Rijks waterstaat, waterschappen, gemeenten
n Komen
jaarlijks met een voortgangsrapportage
over hun waterbeheerplan.
en derden? Waterbeheerders en gemeenten Algemeen n Voeren
hun watertaken en KRW-maatregelen
n Werken
goed samen bij de uitvoering van hun
eigen plannen.
uit.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
103
104
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
9
n n
Bijstellen ander beleid
n n
Zowel de Structuurvisie als het Milieubeleidsplan zijn
Ruimtelijke consequenties van het
parallel met dit Waterplan opgesteld en het beleid is onder-
waterbeleid
ling afgestemd. We wegen alle bekende ruimtelijke opgaven uit het Waterplan integraal af bij de vaststelling van
Beschermen
de Structuurvisie. Het provinciaal Verkeer- en Vervoerplan is in 2007 geactualiseerd. We hebben nieuwe beleidsontwikkelingen zoals de Netwerkstrategie Vaarwegen en
Bekende ruimtelijke consequenties n Ruimte
reserveren voor primaire en regionale
Binnenhavens en het programma Water als Economische
waterkeringen, (zie bijlage 9 kaart Regionale water-
Drager overgenomen. De consequenties vanuit de
keringen).
Kaderrichtlijn Water voor het Verkeer- en Vervoerplan
n Ruimte
reserveren voor toekomstige dijkverster-
hebben we aangegeven. Ten slotte geven we aan waarom
kingen, (zie bijlage 9 kaart Planning dijkversterkin-
in dit Waterplan geen MER-plichtige activiteiten beschre-
gen).
ven staan die leiden tot een MER(beoordelings)-plicht voor het Waterplan.
n Strandzonering
Noordzeestrand met bijbehorend
beleid voor ‘jaarrond’ strandpaviljoens: ‘ja mits/ nee tenzij-zones’ (zie bijlage 9 kaart Zonering jaarrond strandpaviljoens).
9.1 Structuurvisie
n Wij
zijn van plan om in de Structuurvisie de pol-
der De Ronde Hoep (ten zuiden van de A9) aan De Structuurvisie en dit Waterplan zijn onderling
te wijzen voor calamiteitenberging als ruimtelijke
afgestemd. In Noord-Holland worden alle bekende
nevenfunctie. Wij voeren hiertoe samen met AGV
ruimtelijke opgaven uit het Waterplan integraal afge-
overleg met de gemeente Ouder-Amstel. Onze
wogen bij de vaststelling van de Structuurvisie.
inzet is dat AGV vóór 2015 voorzorgsmaatregelen kan treffen, zoals beschermende inrichtings-
Water kan een sturende factor zijn in de ruimtelijke
maatregelen op maat in de polder, een specifieke
ontwikkeling. Op sommige plekken, zoals in de
schaderegeling en in het calamiteitenplan vast-
omgeving van dijken, is water vanwege de veiligheid
leggen onder welke omstandigheden de polder
het belangrijkste sturende element in de ruimtelijke
kan worden ingezet.
afweging. Op andere locaties is water volgend. Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Waterplan de status van een structuurvisie op basis van de Wet ruimte-
Toekomstige ruimtelijke consequenties n Overstromingsrisicozonering:
aanduiding van
lijke ordening. De ruimtelijke consequenties van het
risicozones -op grond van waterdiepte en aan-
waterbeleid worden hieronder per thema Beschermen,
komsttijd van water na een overstroming- waarop
Benutten en Beleven en Beheren benoemd. Hierbij
een specifiek beleidsregime van toepassing is (bij-
wordt onderscheid gemaakt tussen bekende ruimte-
lage 9 Overstromingsrisicokaart).
lijke consequenties en mogelijke toekomstige conse-
n Aanwijzen
van compartimentering-keringen
quenties.
n Aanwijzen
van vluchtroutes en -plaatsen bij
watercalamiteiten. In de planperiode wordt dui-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
105
delijk welke wegen van groot belang zijn bij eva-
n Bij
ruimtelijke besluiten moet rekening gehouden
cuaties en hoe deze wegen in ruimtelijke plannen
worden met de mogelijke gevolgen voor het
verankerd moeten worden. Ook kan het belang-
waterbeheer. Indien bepaalde bestemmingen
rijk zijn om ruimtelijk gebieden te reserveren
mogelijke verontreiniging van het zwemwater op
voor de opvang van evacués.
een locatie kunnen hebben, moeten maatregelen
n Bij
de Noordzeekust ontstaat mogelijk nieuwe
worden genomen om deze verontreiniging te
ruimte door het opvoeren van de zandsuppleties.
verminderen. Dit wordt gedaan via de water-
Als dat zo is wordt aangegeven waarvoor deze
toets.
nieuwe ruimte wel en niet kan worden benut. n Aanvullende
voorwaarden voor buitendijkse ont-
wikkelingen aan de Noordzeekust en IJssel- en
Toekomstige ruimtelijke consequenties n Voor
2012 heroverwegen wij samen met belang-
Markermeerkust. Het Rijk geeft aan dat bij de pri-
hebbenden de functies van het oppervlaktewater.
maire keringen langs de meerdijken in principe
Wij verkennen of in onze wateren beroepsvaart,
geen uitbreiding van de bestaande bebouwing is
recreatievaart (motorisch, niet-motorisch, groot
toegestaan in een zone van 100 meter binnendijks
en klein), natuur en cultuur elkaar negatief beïn-
en 175 meter buitendijks. We ontwikkelen in de
vloeden. Uiteindelijk leidt dit tot een heroverwe-
komende planperiode voorwaarden voor de ont-
ging van de functies van het oppervlaktewater.
wikkeling van (bestaande) buitendijkse gebieden. In de ruimtelijke plannen van buitendijkse gebieden is bescherming tegen overstromingen een integraal onderdeel (ophoging, terpen, waterkeringen, evacuatiemogelijkheden).
n Wij
ontwikkelen voor 2012 samen met de water-
schappen functiefaciliteringskaarten. n Heroverweging
aanwijzing van de grondwater-
wingebieden en beschermingsgebieden in het Gooi.
beschermingsniveau met name ten
De komende planperiode stellen wij een gebieds-
aanzien van dijkring 44 bij het Noordzeekanaal
plan op voor grondwaterwinningen in het Gooi
(uit afspraken 7e conferentie Noordvleugel).
om verontreinigingen te saneren en/of te beheer-
n Afweging
sen, als onderdeel van het Masterplan het Gooi.
Benutten en Beleven
We doen onderzoek naar verontreiniging en verdroging rond de grondwaterwinning bij
Bekende ruimtelijke consequenties n Waterwingebieden
en grondwaterbeschermings-
wijziging van de vergunning en begrenzing van
gebieden (zie bijlage 9 kaart Grondwaterbeschermi
de grondwaterwingebieden en beschermingsge-
ngsgebieden). N.B. IJssel- en Markermeer blijven
bieden, op basis van de provinciale milieuveror-
hun drinkwaterbestemming behouden.
dening.
n TOP-gebieden, n Locaties
(zie bijlage 2 kaart TOP-gebieden)
met masterplannen voor warmte-koude
opslag, (zie bijlage 9 kaart Warmte-koude opslag) n De
opslagsystemen kunnen worden
ingepast in woonwijken, kantoor- en industriegebieden. We laten raamplannen opstellen in complexe situaties waarbij meerdere initiatiefnemers
2009) zijn weergegeven op kaart Zwemwater
grondwater willen gebruiken. In deze plannen is
locaties (zie bijlage 9). De lijst zwemwater moet
aangegeven waar warme en waar koude grond-
jaarlijks worden geactualiseerd. Jaarlijks stellen
waterbronnen mogen worden geplaatst, zodat
GS de kaart met zwemwateren in regionale wate-
voorkomen wordt dat deze elkaar negatief beïn-
ren vast en brengen PS hiervan op de hoogte. De
vloeden. We zullen de gemeenten aansporen dit
Rijkswateren met de functie zwemwater zijn
in hun bestemmingsplannen op te nemen.
Rijkswateren.
n
n Warmte-koude
wateren met de functie zwemwater (anno
opgenomen in het Beheerplan voor de
106
Loosdrecht. Dit kan gevolgen hebben voor een
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Beheren
dijk. Daar zal voor het project Amsterdam Connecting Trade voor ongeveer 220 hectare ver-
Bekende ruimtelijke consequenties n De
hard oppervlak naar waterbergingscompensatie
ruimtelijke consequenties van de grootschalige
moeten worden gezocht. Uitgangspunt is daarbij
waterbergingen en zoekgebieden voor fijnmazige
dat die opgave zoveel mogelijk wordt gecompen-
waterberging leiden tot het vastleggen van water-
seerd op de plaatsen waar zich problemen kun-
berging in de Structuurvisie (Haarlemmermeer,
nen voordoen.
Bovenkerkerpolder, Horstermeerpolder). n Wij
n De
toenemende verzilting door klimaatverande-
onderschrijven het in het Streekplan Noord-
ring in enkele gebieden kan er toe leiden dat er
Holland Zuid genoemde Herstelplan Loos
een functiewijziging moet komen, omdat het niet
drechtse Plassen volledig. Waar nodig ondersteu-
langer kosteneffectief is om de verzilting tegen te
nen en bevorderen we de uitvoering ervan.
gaan met het spoelen van zoet water. Deze aspec-
n Wij
zetten waar nodig ons instrumentarium in
ten worden meegenomen bij de functiefacilite-
(zie bijlage 7 Instrumenten) in om de KRW-doelen
ringskaarten die voor 2012 gerealiseerd zullen
voor de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit in
worden.
principe in 2015 maar uiterlijk in 2027 te bereiken. n Wij
n Binnen
de KRW zijn er onderzoeksmaatregelen
opgenomen die ruimtelijke consequenties heb-
vervullen niet langer de rol van goedkeurder
ben, zoals peil- en grondwaterverhoging. Voor
van peilbesluiten. De ontwerp-peilbesluiten die-
het tweede Stroomgebiedbeheerplan 2016-2021
nen, voordat zij door het waterschap worden
kunnen KRW-maatregelen ruimtelijke conse-
vastgesteld, door ons te worden getoetst. Dan
quenties hebben. Met name als de uitvoering van
beoordelen we of alle belangen zijn meegewogen
het huidige maatregelenpakket tegenvalt en extra
en of het peilbesluit aansluit bij het vigerende
maatregelen nodig zijn.
provinciale beleid. Waar nodig zullen wij gebruik maken van nieuwe instrumenten, zoals aanwijzingen of vernietigingsbevoegdheden.
9.2 Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan
Toekomstige ruimtelijke consequenties n Combinaties
met waterberging en de stelling van
Het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (PVVP) is
Amsterdam zijn mogelijk bij: de droogmakerij De
in 2007 geactualiseerd. In dit Waterplan zijn nieuwe
Beemster en de polder Zeevang. Dit betreft 5-15
beleidsontwikkelingen zoals de Netwerkstrategie
hectare. Daarnaast is ruimte voor 25 hectare park-
Vaarwegen en Binnenhavens en het programma
zone, onder andere aan de oostkant van Bever
Water als Economische Drager overgenomen. Vanuit
wijk rond het Fort aan de Aagtendijk.
de Kaderrichtlijn Water moeten we bij onderhoud,
In de Beemster bestaan in principe mogelijkheden
inrichting en beheer van provinciale (vaar)wegen
om de bergingsopgave voor wateroverlast te
rekening houden met de ecologische en chemische
combineren met tijdelijke waterberging rond één
kwaliteit van het oppervlaktewater. Dit houdt in dat
of enkele forten. De inrichting moet zodanig zijn
bij elke renovatie en nieuwbouw van provinciale
dat het unieke cultuurhistorisch verkavelings
sluizen beoordeeld wordt of een migratievoorziening
patroon niet wordt aangetast. Dit verkavelings-
voor vissen noodzakelijk is (zie hoofdstuk 6.4
patroon is onderdeel van het cultuurlandschap
Vismigratie), het oever- en bermbeheer ecologisch
van de droogmakerij De Beemster, dat eveneens
verantwoord moet gebeuren en ten slotte dat bij ver-
de status van werelderfgoed heeft.
nieuwing van kades bekeken moet worden of het
In het oostelijke deel van de Haarlemmermeer
mogelijk is natuurvriendelijke oevers aan te leggen,
zijn er mogelijkheden aan de voet van de Genie
met veel waterplanten en paaigebieden voor vis (zie
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
107
hoofdstuk 6.5 Oeverbeheer en -inrichting van provinciale
de Leidraad Provinciaal Ruimtelijk Beleid. De teksten
vaarwegen).
zijn nu beter toegankelijk en geactualiseerd. De
Voor 2012 hebben we vanuit het Waterplan de func-
Beleidsregels omvatten de meest recent vastgestelde
ties op het water heroverwogen, dit in afstemming
plannen.
met het PVVP, Agenda Recreatie en Toerisme, KRWdoelen en instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-
9.5 Plan MER
gebieden.
Voor ons Waterplan 2010-2015 is de verplichting tot
9.3 Milieubeleidsplan
het doorlopen van een plan-MER procedure onderzocht door een extern bureau. Het doorlopen van
Het Milieubeleidsplan is parallel opgesteld met dit
deze procedure is volgens de Wet Milieubeheer
Waterplan. Door de nieuwe Waterwet is het water-
alleen verplicht indien dit Waterplan:
bodembeleid verhuisd van het Milieubeleidsplan
1 Uitspraken bevat die de toon zetten voor de uit-
naar het Waterplan. De komende planperiode stellen
voeringen van MER-(beoordelings)plichtige acti-
we een gebiedsplan op voor grondwaterwinningen in het Gooi om verontreinigingen te saneren en/of te beheersen, als onderdeel van het Masterplan het Gooi. We doen onderzoek naar verontreiniging en verdroging rond de grondwaterwinning bij Loosdrecht. Dit kan gevolgen hebben voor een wijziging van de vergunning en begrenzing van de grondwaterwingebieden en beschermingsgebieden op basis van de Provinciale Milieuverordening. Warmte-koude opslag is zowel een onderdeel van het Waterplan als van het Milieubeleidsplan. Deze onderdelen zijn op elkaar afgestemd. Binnen het Waterplan verzorgen wij de grondwatervergunning en stellen wij raamplannen op in complexe situaties waarbij meerdere initiatiefnemers grondwater willen gebruiken. In deze plannen is aangegeven waar warme en waar koude grondwaterbronnen mogen worden geplaatst, zodat voorkomen wordt dat deze elkaar negatief beïnvloeden.
9.4 Beleidsregels Omgevings beleid Onze beleidsregels voor het ruimtelijke beleid zijn te vinden onder de verschillende beleidsthema’s op onze website. De geactualiseerde teksten voor water staan bij het beleidsthema Water onder de kop Beleidsregels. De beleidsregels stonden voorheen in
108
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
viteiten. Welke activiteiten dit zijn is vermeld in
Structuurvisie, mits deze parallel aan elkaar wor-
het Besluit MER (VROM, 1994).
den opgesteld en vastgesteld (artikel 7.2, besluit
2 Een passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 aan de orde is voor
MER). Dit is het geval. n Voor
de versterking van de primaire waterkerin-
activiteiten die in dit Waterplan zijn opgeno-
gen wordt in de plan-MER-procedure voor het
men.
Nationaal Waterplan de nut- en noodzaak onderbouwd (zie 9.1).
Ten aanzien van het eerste punt is gebleken dat een
n De overige MER-(beoordelings)plichtige activiteiten
aantal uitspraken overeenkomen met, of de toon zet-
in dit Waterplan, de aanwijzing van waterber-
ten voor een MER-(beoordelings)plichtige activiteit.
gingslocaties en de wijziging van grondwater
Om verschillende redenen echter vervalt de MER-
onttrekkingen, zijn onvoldoende concreet geformu-
(beoordelings)plicht.
leerd of in omvang te gering.
n Voor
de ruimtelijke reserveringen is er de juridi-
sche mogelijkheid om deze op te nemen in de
Ten aanzien van de tweede mogelijkheid van de juri-
plan-MER-procedure voor de provinciale
dische verplichting voor het opstellen van een plan-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
109
MER voor dit Waterplan geldt dat de uitspraken in het Waterplan niet leiden tot activiteiten die een significant negatief effect hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden. Hierdoor bestaat er geen juridische verplichting om
n Oplossen
van provinciale vismigratieknelpunten
(zie hoofdstuk 6.4 Vismigratie). n Sanering
van waterbodems (zie hoofdstuk 6.6
Waterbodems). n Ruimtelijke
reservering, specificeren en bestem-
voor dit Waterplan een passende beoordeling uit te
men voor dijkversterking (zie hoofdstuk 7.7
voeren. Bij de uitvoering van de maatregelen of acti-
Waddenzee).
viteiten moet wel voldaan worden aan enkele voorwaarden om significant negatieve effecten bij voor-
Artikel 19j van de Natuurbeschermingswet verplicht
baat uit te kunnen sluiten. Deze voorwaarden zijn
dat alle uitspraken in het Waterplan die mogelijk een
opgenomen in dit Waterplan:
verslechtering of verstoring van de instandhoudings-
de uitvoering van maatregelen zoals dijkver-
doelen in een Natura 2000-gebied kunnen veroor
sterkingen, sanering van waterbodems, KRW-
zaken, goedgekeurd worden door de minister van
maatregelen die we uitvoeren, anti-verdrogings-
LNV. Deze goedkeuring vragen we aan voorafgaand
maatregelen en het beheer en onderhoud van
aan de definitieve vaststelling van het plan eind
vaarwegen worden significant negatieve effecten
2009.
n Bij
op de instandhoudingsdoelstellingen voorkomen.
Het Noord-Hollandse deel van het waterbeheerplan
n Natura
2000 vormt een wettelijk kader bij die
van Hoogheemraadschap Rijnland is meegenomen
maatregelen en is onderdeel van het begrip
bij de plan-MER van de provincie Zuid-Holland. De
‘ruimtelijke kwaliteit’.
commissie MER heeft geconcludeerd dat het voorgestelde beleid niet negatief scoort, inclusief de Natura
Deze voorwaarden gelden voor beleidsuitspraken over ruimtelijke ontwikkelingen met een definitief of concreet karakter die betrekking hebben op: n KRW-‘proof’
inrichting, beheer en onderhoud
van vaarwegen (zie hoofdstuk 6.3 Oppervlakte waterkwaliteit en hoofdstuk 6.5 Oeverbeheer). n De versterking van primaire waterkeringen (inclu
sief Zwakke Schakels) (zie hoofdstuk 4.2 Primaire waterkeringen en hoofdstuk 7.1 Noordzeekust), regionale waterkeringen (zie hoofdstuk 4.3 Regionale waterkeringen). n Het
vaststellen van de gebieden die prioriteit krij-
gen bij de aanvoer van water ten tijde van een watertekort (zie hoofdstuk 5.1 Zoetwater voorziening). n Het
uitvoeren van de Agenda Recreatie en
Toerisme (zie hoofdstuk 5.8 Toerisme en recreatie) n Alle
provinciale KRW-maatregelen (zie hoofd-
stuk 6.3 Oppervlaktewaterkwaliteit), waaronder:
– anti-verdrogingsmaatregelen in duingebieden;
110
n
– aanleg van stuwen in duingebieden;
– aanleg van natuurvriendelijke oevers.
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
2000-gebieden.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
111
112
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
10
n n
Bewaken
n n
We willen de uitvoering van dit plan versterken en bewa-
stemmen. De gemeentelijke jaarplannen toetsen
ken door met onze partners een uitvoeringsprogramma op
we financieel en evalueren we op doelen.
te stellen. Het eerste uitvoeringsprogramma zal voor de periode 2010-2012 gelden, het tweede programma voor de periode 2013-2015. Dit programma bevat concrete afspra-
Samenwerking partners n Twee
keer per jaar hebben we bestuurlijk overleg
ken per partij. In het eerste programma worden ook con-
met waterbeheerders om ontwikkelingen, knel-
crete tussendoelen voor 2012 en indicatoren geformu-
punten en de voortgang te bespreken. n Eens
leerd.
per jaar is er informeel gezamenlijk bestuur-
lijk overleg met de waterbeheerders.
Evaluatie Waterplan n In
het eerste kwartaal van 2010 evalueren wij de
n Het
Management overleg Water komt drie keer
per jaar bijeen en bereidt het bestuurlijk overleg
totstandkoming van dit Waterplan. In het eerste
voor.
kwartaal van 2014 voeren we een evaluatie uit
n Onze
accountmanagers en die van onze partners
van de uitvoering van het beleid. Dit laatste doen
bewaken de samenwerkingsafspraken en signa-
we voor de opzet en uitvoering van het volgende
leren gevraagd en ongevraagd knelpunten.
Waterplan 2016-2021. n In
n Wij
werken intensief samen met waterbeheerders
het tweede kwartaal van 2012 en het eerste
om problemen en knelpunten bij de uitvoering
kwartaal van 2014 voeren wij een monitorstudie
van de verschillende dossiers (bijvoorbeeld de
met de partners uit, die aangeeft in hoeverre de
dossiers veiligheid en zwemwater) tijdig te kun-
afspraken van het uitvoeringsprogramma zijn
nen signaleren en gezamenlijk naar oplossingen
uitgevoerd. De eerste monitor vormt de input
te kunnen zoeken.
voor het tweede uitvoeringsprogramma. Monitoring Toetsing en beoordeling plannen partners n De
n Voor
de Kaderrichtlijn Water zal conform de lan-
waterbeheerplannen van de waterschappen
delijke lijnen voor het stroomgebiedbeheerplan
toetsen wij om ze goed te kunnen keuren. We
gemeten en gerapporteerd worden aan de EU,
ontvangen jaarlijks ter kennisname een rappor-
zowel wat betreft grond- als oppervlaktewater.
tage over de voortgang van het waterbeheerplan
Daarnaast zal monitoring van (KRW-)maatrege-
(onder andere dijkversterking, calamiteitenbe-
len conform ILG en Natura 2000-afspraken en
strijding, muskusrattenbestrijding, oppervlakte-
andere subsidiemaatregelen plaatsvinden.
waterkwaliteit, wateroverlast). n Wij
n Naast
het KRW-grondwatermonitoringspro-
beoordelen de dijkversterkingsplannen en de
gramma worden in het grondwaterkwaliteits- en
veiligheidstoetsen die de waterbeheerders heb-
kwantiteitsmeetnet metingen aan de kwaliteit
ben opgesteld.
van het grondwater en de grondwaterstand (con-
n De
gemeentelijke rioleringsplannen toetsen wij
inhoudelijk en financieel om er mee in te kunnen
tinue metingen) uitgevoerd. n De
onttrokken en geïnfiltreerde hoeveelheden
grondwater worden geregistreerd.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
113
n De
onttrokken en geïnfiltreerde hoeveelheden
energie worden jaarlijks geregistreerd en een maal per vijf jaar wordt een energiebalans gemaakt. n De
grondwaterstanden worden continu gemeten.
n De
voortgang van de verdrogingsbestrijding van
Natura 2000-gebieden wordt gemeten in 2010 en 2013, als onderdeel van het ILG-programma. n Jaarlijks
wijzen wij zwemwaterlocaties aan en
houden we de lijst bij met officiële zwemwaterlocaties die aan de EU worden gerapporteerd. n Zwemwaterlocaties
worden jaarlijks beoordeeld
en aan de EU gerapporteerd. n
Natuur: Monitoring van uitvoering van KRWmaatregelen vindt plaats conform ILG en Natura 2000-afspraken.
n Beroepsvaart:
Monitoring vindt plaats via het pro-
gramma Water als Economische Drager en de Netwerk Strategie Vaarwegen. n
Recreatie: Monitoring vindt plaats via de Agenda Recreatie en Toerisme.
n Cultuur:
Monitoring vindt plaats via de Agenda
Recreatie en Toerisme en de Nota Cultuur. n Stelling
van Amsterdam: Monitoring vindt
plaats via Gebiedsprogramma Stelling van Amsterdam. n Metropoolregio:
Monitoring vindt plaats conform
afspraken Noordvleugelconferentie. n Zorgplicht
gemeenten: Monitoring vindt plaats via
de landelijke benchmark-rioleringszorg n Waterketen:
het Rijk meet in 2011 de samenwer-
king in de waterketen op provinciale schaal ten opzichte van de tussenstand in 2009 en de start in 2007.
114
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
11
n n
Betalen
n n
Het Noord-Hollandse waterbeleid wordt bekostigd door
n Regionale
Waterkeringen: Het budget wordt
Rijk, provincie, de drie waterschappen en de in liggende
gebruikt voor het aanwijzen en waar mogelijk
gemeenten. Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen deel
normeren van andere regionale waterkeringen
van het waterbeheer en heeft daarvoor ook zijn heffing-
dan alleen genormeerde boezemkaden. Boven
structuur, zie hoofdstuk 8. Besturen.
dien voor het beschikbaar stellen van instrumen-
Voor de uitvoering van het provinciale waterbeleid komt
tarium voor het toetsen, verbeteren en beheren
de financiële dekking uit de grondwaterheffing en alge-
van regionale waterkeringen en het maken van
mene middelen (waaronder TWIN-H, ILG en Tender
afspraken over het toetsproces en het verbeter-
Water). De integrale afweging van de financiën gebeurt
programma. Bij complexe versterkingen of ver-
bij de Lentenota 2009.
sterkingen met een groot provinciaal belang passen we de projectprocedure toe: we fungeren als
De bestemming van de gelden van de grondwater-
toezichthouder én partner. Tenslotte stimuleren
heffing ligt vast in de grondwaterwet. De opbrengst
we innovatie.
van de grondwaterheffing varieert per jaar en is
n
Veiligheid: Preventie, gevolgschade beperken en cala-
afhankelijk van het aantal vergunningaanvragen
miteiten: Het budget is bestemd voor het ontwik-
voor grondwater waarvoor de provincie verantwoor-
kelen en ten uitvoer brengen van de meerlagen-
delijk is. In het kader van de Waterwet zijn in 2009
benadering bij waterveiligheid (d.w.z. preventie,
de besteding van de grondwaterheffing en de tarie-
gevolgschade beperken en calamiteiten bestrij-
ven heroverwogen.
den). Wij hebben een belangrijke taak bij het beperken van gevolgschade, omdat dit vergt dat
Wij hebben een inschatting gemaakt van de provin-
bij ruimtelijke ontwikkeling rekening wordt
ciale kosten voor het waterbeleid. Hiervoor is de
gehouden met overstromingsrisico’s, o.a. via
meerjaren begroting 2008-2011 gebruikt op basis van
overstromingskaarten. Compartimentering en de
het collegeprogramma ‘Krachtig, in Balans’.
bescherming van buitendijks gebied zijn ook
Voor de uitvoering van het Waterplan 2010-2015 is
onderwerpen die onder het beperken van gevolg-
voor de periode 2009 tot en met 2015 in totaal
schade vallen en de komende jaren nog veel aan-
€ 62.671.850 nodig (zie tabel 1).
dacht vragen (onderzoek en voorlichting). Tenslotte dient de calamiteitenbestrijding verder
a Voortzetting bestaand beleid
geprofessionaliseerd te worden. Wij spelen hierin
een intermediaire en soms coördinerende rol.
Totaal € 19.985.650
Het budget wordt besteed om de volgende beleids-
n
M uskusrattenbestrijding: Momenteel wordt
terreinen voort te zetten:
gewerkt aan de overdracht van de muskusratten-
n Toezicht
op de waterschappen: Budget ten behoeve
bestrijding naar de waterschappen uiterlijk per
van het goedkeuren van waterbeheerplannen van
1 januari 2011. De directie BenU zal voor de peri-
de waterschappen en het behandelen van
ode 2011-2015 het budget afhankelijk van de
beroepszaken tegen waterschapsbesluiten voor
afspraken met de waterschappen te zijner tijd
belanghebbenden.
inbrengen. Het budget is nu geraamd tot en met 2010. O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
115
n Zoetwatervoorziening:
Het budget wordt besteed
Egmond aan Zee (gemeente Bergen) en Wijk aan
aan het in kaart brengen van de zoetwaterbe-
Zee (gemeente Beverwijk) vereist. De sanering
hoefte van Noord-Holland, rekening houdend
van beide riooloverstorten wordt financieel
met de klimaatverandering en voor het deelne-
ondersteund door de provincie.
men aan de landelijke discussie rondom het
n Onderhoud
meetnet: Het budget is ten behoeve van
IJsselmeer en de zoetwatervoorziening. Tevens
het onderhouden van de peilbuizen en het inwin-
zal in navolging van de verdringingsreeks voor
nen van data uit het grondwatermeetnet ten
het Amstelland, een verdringingsreeks opgesteld
behoeve van vergunningverlening en beoorde-
worden voor Noord-Nederland. Deze reeksen
ling van beleidsontwikkelingen.
geven de prioriteit in de verdeling van zoet water
n Grondwater kwantiteitsbeheer: Het budget is bestemd
bij zoetwatertekort aan en zijn opgesteld in
voor onderzoek, aanpassen grondwatermeetnet,
samenwerking met de waterbeheerders, de buur-
grondwaterregister, en schadevergoeding voor
provincies en het Rijk. Deze verdringingsreeksen
grondwateronttrekkingen; onderzoek om de
dienen ook gecommuniceerd te worden naar bur-
drinkwaterwinningen te optimaliseren en voor het
gers en bedrijfsleven.
opstellen van beleid om gebruik van de onder-
n Stedelijk
waterbeheer: Het budget is bestemd voor
onderzoek naar het klimaatbestendig maken van
grond incl. warmte koude opslag te reguleren. n Grondwater
vergunningverlening: Het budget is ten
het stedelijk waterbeheer en het versterken van
behoeve van SHV voor kosten gemoeid met de
de cultuurhistorische waarde van water in de
grondwatervergunningverlening.
stad. Het waterbewustzijn van gemeenten stimu-
b Uitvoering beleid TWIN-H
leren we samen met de waterschappen door een
gezamenlijke watervisie op te stellen, samenwer-
Totaal € 20.000.000
king te stimuleren bij de rioleringszorg en orga-
Dit betreft de uitvoering van de TWIN-H gelden
nisatie van een waterketenconferentie.
besteed aan watergerelateerde onderwerpen:
n Sanering
riooloverstorten Wijk en Egmond aan Zee:
In het collegeprogramma 2003-2007 is besloten
n Versterking
dat de Blauwe Vlag op alle Noord-Hollandse
Noordzeekust voor de periode 2011-2014 € 10.000.000
kuststranden moet wapperen. Wijk aan Zee en
Via de TWIN-H investeren wij 10 miljoen euro voor
Egmond aan Zee zijn de enige twee badplaatsen
de periode 2011-2014 in de Noord-Hollandse
in de provincie met een riooloverstort op het
Noordzee kust voor verbreding van strand en dui-
strand. De sanering van de riooloverstorten is
nen en in ruimtelijke maatregelen zoals het aanleg-
voor het verkrijgen van de Blauwe Vlag in
gen van fiets- en wandelpaden en strandafslagen. Op
Tabel 1: Raming van de kosten in de periode 2009 tot en met 2015 voor het ontwerp-Waterplan 2010-2015 in Euro’s Productnaam
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Totaal
a. Voorzetting bestaand beleid b. TWIN-H
7.588.950
7.681.950
1.342.950
842.950
842.950
842.950
842.950
19.985.650
1.400.000
1.400.000
6.300.000
3.900.000
4.500.000
2.500.000
0
20.000.000
976.600
976.600
976.600
976.600
976.600
976.600
976.600
6.836.200
c. Oud voor nieuw beleid d. Intensivering beleid
1.780.000
1.780.000
1.780.000
1.780.000
1.780.000
0
0
8.900.000
0
1.058.333
1.058.333
1.058.333
1.058.333
1.058.333
1.058.333
6.950.000
11.745.550
12.996.883
11.557.883
8.657.883
9.257.883
5.477.883
2.977.883
62.671.850
e. Nieuw beleid Totaal
116
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
deze manier worden kansen gecreëerd voor recreatie,
in principe een project indienen zolang er afstem-
natuur en wonen. De provincie stimuleert ook andere
ming met het waterschap heeft plaatsgevonden. Wij
partijen, waaronder regionale overheden, de horeca,
geven in deze planperiode prioriteit aan:
natuurorganisaties en projectontwikkelaars, te inves-
teren in de Noord-Hollandse kust.
Water, en
n Versterking
badplaatsen via ISV voor de periode
2011-2013
– onderzoek in verband met de Kaderrichtlijn
€ 3.000.000
Via de TWIN-H investeren wij 10 miljoen euro in
– projecten die stimuleren dat de zoetwaterbehoefte afneemt in Noord-Holland.
Projecten gericht op deze onderwerpen scoren bij de beoordeling daarom hoger dan andere.
gemeenten via het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). De verwachting is dat 3 miljoen
n Beleidsactiviteiten
euro besteed wordt aan kwaliteitsverbetering van de
Het budget beleidsactiviteiten oppervlaktewater
badplaatsen langs de Noordzeekust van Noord-
krijgt ten dele een nieuwe bestemming. Voorheen
Holland voor de periode 2011-2013.
was dit uitvoering waterplan, Implementatie
oppervlaktewater
€ 1.586.200
Kaderrichtlijn Water en water in relatie tot omgeving n
Intergrale ILG projecten landelijk gebied
(wateroverlast, zwemwater en peilbeheer). Nu wordt
combinaties met waterberging
€ 7.000.000
dit budget aan de uitwerking van de beleidsthema’s
Via de TWIN-H investeren wij 10 miljoen euro in
‘Drukte op het water’, ‘Water medesturend in de
landelijk gebied via het Investeringsbudget Landelijk
ruimte’, waterbewustzijn, peilbeheer, wateroverlast
Gebied (ILG). Dit budget is bestemd voor het uitvoe-
en zwemwater besteed.
ren van integrale projecten in het landelijk gebied, waaronder combinaties met natuur, recreatie, cul-
d Intensivering bestaand beleid
tuurhistorie en waterberging.
Totaal € 1.800.000
Inschatting is dat 70% van de 10 miljoen euro nodig
Dit is cofinanciering van projecten om de verdroging
is voor projecten in het landelijk gebied in combina-
van Natura-2000 gebied te bestrijden. Deze gebieden
tie met waterberging (ca. 7 miljoen euro) voor de
hebben prioriteit in het beleid van rijk en provincie.
periode 2009 tot en met 2013. Indien het geld niet
De totale kosten voor bestrijding van verdroging in
opgemaakt wordt in deze ILG periode, wordt het
Natura-2000 gebied zijn als onderdeel van het ILG
overgeheveld naar de volgende ILG periode, uiterlijk
programma geraamd op € 49.8 miljoen euro van 2007
tot en met 2029. Hierdoor is nu ook ILG financiering
tot en met 2013. De maatregelen voor de verdro-
mogelijk voor waterberging buiten de Ecologische
gingsbestrijding zijn opgenomen in het KRW-maat-
Hoofdstructuur, Natura 2000 en Recreatie om de
regelen pakket en er rust dus een resultaatverplich-
Stad.
ting op. De beleidsintensivering heeft betrekking op het geven
c Oud beleid vervangen door nieuw
van een vast subsidie percentage van 25% als provin-
cie, in plaats van een subsidie percentage tussen 15-
beleid
Totaal € 6.836.200
50% afhankelijk van de ‘reguliere’ financieringsbron n Tender
€ 5.250.000
van de derde partij. De nieuwe verdeelsleutel is: Rijk:
De Tender Water is een subsidieregeling van de
50%; Provincie: 25%; Initiatiefnemer: 25% (waterschap,
Provincie Noord-Holland voor co-financiering van
drinkwaterbedrijf of natuurbeheerder).
Water
(haalbaarheids)onderzoek, inrichting en planvoorbereiding die bijdragen aan de realisatie van de doelen
e Nieuw beleid
van dit waterplan. Subsidie wordt uitsluitend ver-
Totaal € 6.950.000
strekt aan organisaties en particulieren die samen-
Het nieuw beleid is ten behoeve van de implementa-
werken op het gebied van waterbeheer. Iedereen kan
tie van de Kaderrichtlijn Water in Noord-Holland.
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
117
KRW maatregelen voor de Provincie Noord-
voor waterschappen en terreinbeheerders om de eco-
Holland
logische kwaliteit te combineren met recreatie, cul-
€ 1.900.000
tuur, Natura 2000 en EHS (bv. Synergieprojecten n Vispasseerbaar
maken van de provinciale sluizen en € 1.000.000
ecologie Vecht). In 2009 zijn de waterdoelen uitge-
De visstand is een van de ecologische parameters
werkt (waaronder waterberging, waterkwaliteit en
van de Kaderrichtlijn Water. Uit onderzoek van
waterparels), opgenomen in de ILG-afspraken met
Ministerie van VenW (2008) en van HHNK (2008)
het Rijk en van financiële middelen voorzien.
blijkt dat diverse sluizen en stuwen in provinciale
Hierdoor is nu ook ILG financiering mogelijk voor
vaarwegen vispasseerbaar gemaakt dienen te wor-
waterkwaliteit buiten de Ecologische Hoofdstructuur,
den voor het behalen van de KRW doelen.
Natura 2000 en Recreatie om de Stad.
n Grondwaterkwaliteit
n Cofinanciering
stuwen
(onderzoek)maatregelen uit-
€ 1.200.000
Waterparels zijn ca. 50 unieke ecologisch waarde-
Uit de KRW grondwater detailanalyse is gebleken
volle wateren in Noord-Holland, die relevant zijn
voeren
dat nader onderzoek naar verontreinigingen noodzakelijk is in ons grondwater, met name om uit te sluiten dat de concentraties chemische verontreinigingen toenemen in de grondwaterlichamen die onder ons beheer zijn. n KRW-‘proof’
maken provinciaal beleid € 300.000
Dit budget is bestemd voor het combineren van provinciaal beleid met het bevorderen van de ecologische en chemische kwaliteit in oppervlaktewater, ofwel het KRW-‘proof’ maken van het provinciale beleid. Het provinciaal beleid dat met de ecologie en chemische kwaliteit van het oppervlaktewater samenhangt en daarvoor in aanmerking komt is het recreatievaartbeleid, de Netwerkstrategie Vaarwegen en Binnenhavens, het programma Water als Economische Drager, het landbouwbeleid (met name bloembollen en glastuinbouw) en het provinciaal vaarwegbeheer (oeverbeheer en -inrichting). Cofinanciering KRW oppervlaktemaatregelen die ook een provinciaal doel dienen € 5.050.000 n Cofinanciering
KRW oppervlaktewater maatregelen
voor synergie met WB21/EHS/Natura 2000 /cultuur/recreatie of economie via ILG
€ 1.800.000
Bij veel projecten waar herinrichting of onderhoud wordt gepleegd aan het oppervlaktewater kan met een extra bijdrage vanuit de provincie een win-win situatie gemaakt worden. Het schept mogelijkheden
n
waterparels via ILG
€ 600.000
118
vispassages Vecht- en vechtplassen en Verbeteren
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
voor onze EHS. Wij willen de ecologische kwaliteit
sen. Daarnaast is het een gebied met grote recreatieve
van waterparels door middel van cofinanciering aan
waarden. Ofwel een gebied waar integraal beleid
de terreinbeheerders en waterschappen bevorderen
gewenst is, met regie van de provincie. Deze regie
en bewaken. En wij willen deze mooie stukken
kan de provincie nemen door bij het opstellen van het
natuur beleefbaar maken voor de burgers en recre-
Natura 2000-beheerplan de KRW-maatregelen voor
anten in Noord-Holland door ze zichtbaar te maken
oppervlaktewater en verdrogingsbestrijding mee te
en te verbinden via een wandel- en fietsnetwerk.
nemen. Het waterschap en de terreinbeheerder vragen om co-financiering voor de KRW-maatregelen voor
n Cofinanciering
KRW maatregelen in de Oostelijke
Vechtplassen Natura 2000 via ILG
€ 2.050.000
oppervlaktewater, naast de co-financiering van de verdrogingsbestrijding (zie grondwaterbeheer).
De Oostelijke Vechtplassen is een nat Natura-2000 gebied waar vele doelen samenkomen die ook sterk samenhangen: de Natura 2000-instandhoudingsdoelen, de KRW-doelen en de verdrogingsbestrijding om in ieder geval de ‘Sense of Urgency’-status op te los-
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
119
120
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
12
n n
Afkortingen
n n
AMvB
Algemene Maatregel van Bestuur
AGV
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
ARK
Nationale Adaptatieprogramma Ruimte en Klimaat
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten
BenO-plan
Beheer en Ontwikkelplan
BHVBZ
Besluit Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden
BRP
Basisrioleringsplan
BRTN
Basis Recreatie Toervaartnet
BWK 2007
Nationaal Bestuursakkoord Waterketen
ECN
Energieonderzoek Centrum Nederland
EHS
Ecologische Hoofdstructuur
EU
Europese Unie
EVZ
Ecologische Verbindingszone
EZ
Economische Zaken
GGOR
Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime
GRP
Gemeentelijke Rioleringsplan
GS
Gedeputeerde Staten
HHNK
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
HIRB
Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen
IBA
Individuele Behandelingsinstallatie van Afvalwater
IBW
Interprovinciale Beleidsplan Waddenzeegebied
ILG
Investeringsbudget Landelijk Gebied
Imares
Institute for Marine Resources en Ecosystem Studies
IPO
Interprovinciaal Overleg
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
KAVB
Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur
KNMI
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
KRM
Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie
KRW
Europese Kaderrichtlijn Water
LTO
Land- en Tuinbouworganisatie Nederland
NBW (actueel)
Nationaal Bestuursakkoord Water (actueel)
NIOZ
Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee
nWro
Nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening
NZKG
Noordzeekanaalgebied
OAS
Optimalisatie Afvalwater Studies
OV-SAAL
Openbaar Vervoer Schiphol Amsterdam Almere Lelystad
PKB
Planologische Kernbeslissing
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
121
122
n
Plabeka
Platform Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties
PS
Provinciale Staten
PVVP
Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan
RBO
Regionaal Bestuurlijk Overleg
RCW
Regionaal College Waddengebied
RWS
Rijkswaterstaat
RWZI
Rioolwaterzuiveringsinstallatie
SGBP
Stroomgebiedbeheersplan
TMO
Taskforce Management Overstromingen
TWIN-H
Tweede Investeringsimpuls Noord-Holland
USP
Uitvoeringsstrategie plannen
VenW
ministerie van Verkeer en Waterstaat
VHNG
Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten
WB21
Waterbeleid 21ste eeuw
Wbb
Wet bodembescherming
WED
Water als Economische Drager
WHVBZ
Wet Hygiëne en Veiligheid van Bad- en Zweminrichtingen
WKO
Warmte-Koude Opslag
WRO
Wet op de Ruimtelijke ordening
Wts
Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen
Wvo
Wet verontreiniging oppervlaktewater
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
n
13
n n
Literatuuroverzicht
n n
n Adviesnota
Schoon Water Rijn-West d.d. juni 2008
n Concept-Nationaal
Waterplan (18 september 2008), Actieplan wateronderwijs.
n Concept-Nationaal
Waterplan (18 september 2008), Canon Nederland Waterland.
n Concept-Nationaal
Waterplan (18 september 2008), Jaarlijkse Watermonitor.
n Deltacommissie, n Deltares n DHV
Samen werken met water; een land dat leeft, bouwt aan zijn toekomst, (2008).
in opdracht van DG Water, Randstad in Zicht (2008).
B.V., PlanMER plicht van het provinciaal Waterplan Noord-Holland inclusief de effecten op
Natura2000, 2008. n EU-guidances,
http://circa.europa.eu/Public/irc/env/wfd/library?l=/framework_directive/gui-
dance_documentsenvm=detailedensb=Titleenxt=1. n Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, Actieprogramma 2020 Duurzaamheid/klimaatbestendigheid,
(2007-2011). n Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, Agenda Recreatie en Toerisme 2004-2007; bruggen naar bui-
ten, (2004). n Helpdesk
Water, www.helpdeskwater.nl.
n Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier, Visadvies, Strategie voor het oplossen van vismigra-
tieknelpunten in het gebied van Hollands Noorderkwartier. Visie op de aanpak en realisatie. 22 februari 2008. n KRW
portaal d.d. 17 september 2008, www.krwdoelen.nl.
n Nationaal
Bestuursakkoord Water (-actueel), www.helpdeskwater.nl/aspx/download.aspx?File=/
publish/pages/473/nationaal_bestuursakkoord_water.pdf. n Ministerie
van VenW, Unie van Waterschappen, Nederland leeft met vismigratie, Naar een gestroom-
lijnde aanpak van de vismigratieproblematiek in Nederland, (2008). n Provincie
Noord-Holland, Costa Hollanda, Verkenning in het kader van de Structuur- en Kustvisie,
werkdocument, (2008). n Provincie
Noord-Holland, Cultuur verbindt; Cultuurnota 2005-2008 Provincie Noord-Holland, (2004).
n Provincie
Noord-Holland i.s.m. Alterra, DHV B.V., KNMI, VU, Klimaateffectenschetsboek, www.
noord-holland.nl/projecten/Klimaat/De_gevolgen/ (2008). n Provincie
Noord-Holland, Masterplan grondwatersanering ’t Gooi, http://www.noord-holland.nl/
thema/milieu/bodem/Saneringsprojecten/index.asp?thema=milieuenComponentID=64596enSour cePageID=60967#64596. n Provincie n Public
Noord-Holland, Rapport Referentiewaarden voor aquatische systemen in Noord-Holland, (2006).
Sector Roles in Strengthening Corporate Social Responsibility Washington DC: The
Worldbank T. Fox, H. Ward en B. Howard (2002). n Stuurgroep
het Metropolitane landschap, Actieprogramma 2020 Metropolitane landschap, (2007).
O N T W E R P - W A T E R P L A N
2 0 1 0 - 2 0 1 5
n
123
124
n
P R O V I N C I E
N O O R D- H O L L A N D
Provincie
Noord-Holland
ONTWERP
Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.: (023) 514 31 43 Fax: (023) 514 40 40 Internetadres: www.noord-holland.nl E-mailadres:
[email protected] Eindredactie Provincie Noord-Holland Directie Beleid Sector Water Fotografie Willem Kolvoort Grafische verzorging Thieme GrafiMedia Groep Papier Hello matt, houtvrij MC Oplage 700 exemplaren
Haarlem, december 2008
Waterplan 2010-2015 Provincie Noord-Holland Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren