Overzicht Streefbeeldstudies van de 5 Vlaamse provincies

Onderzoeksopdracht betreffende het streefbeeld als beleidsinstrument

Overzicht Streefbeeldstudies van de 5 Vlaamse provincies In het kader van de Vlaamse 'Onderzoeksopdracht betreffende het 'streefbeeld' als beleidsinstrument', volgt hierna een stand van zaken van de opmaak en/of begeleiding van streefbeeldstudies in Vlaanderen, door de 5 Vlaamse provincies. Het is weliswaar noodzakelijk om voorafgaandelijk inzicht te hebben in de beleids- en planningscontext van de provincies voor de opmaak van streefbeelden (zie hoofdstuk 1).

1. Beleids-plannings-context De Vlaamse provincies beheren samen rond de 600 km wegen1. Dit is slechts een klein deel van alle genummerde wegen in Vlaanderen. Dit verklaart slechts deels de intentie en de werking van de provinciebesturen rond streefbeelden. De concrete aanleiding zit vooral in de ruimtelijke en mobiliteitsbeleidsplanningscontext, en hetgeen er uit het kerntakendebat tussen de Vlaams overheid, de provincies en de steden en gemeenten is voortgevloeid.

Planningscontext Een streefbeeld geeft de krachtlijnen weer van de inrichting van een weg, in relatie tot z'n omgeving, rekening houdende met de functionele taakstelling die de weg meekreeg d.m.v. functionele wegencategorisering in de relevante ruimtelijke structuurplannen en/of gemeentelijk mobiliteitsplannen. Het decreet op de ruimtelijke ordening, en de betrokken omzendbrieven, verdeelt de taakstellingen inzake functionele wegencategorisering ngl. het bestuursniveau. Hieronder volgt een overzicht, dat als houvast kan dienen voor de taken van de provincies bij de opmaak van de streefbeelden.

Vlaanderen Provincies Gemeenten

Bevoegdheid inzake selectie en categorisering wegennet Beleidsniveau Wegcategorie Hoofdwegen Primaire wegen I en II Secundaire wegen I, II en III Lokale wegen I, II en III

Functionele wegencategorisering heeft tot doel om de gewenste functie weer te geven, in relatie tot het ruimtelijk beleid voor het betrokken gebied. Het is uiteraard de bedoeling dat door een gepast doorgedreven ruimtelijk beleid en infrastructureel beleid (lees : inrichting) te voeren, op en rond deze weg, deze weg ook deze gewenste functie gaat vervullen in de toekomst. Hiervoor kan het noodzakelijk zijn dat er een Ruimtelijk Uitvoeringsplan dient te worden opgemaakt. Voor secundaire wegen betreft het dan een 'provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan'. De volgende overzichtstabel schetst enigszins gesimplifieerd de positie van de provincies t.a.v. de opmaak van 'streefbeelden voor secundaire wegen', en de andere stappen tussen beleidsplanning en uitvoering rond secundaire wegen. Secundaire wegen Taak Selectie en categorisering in het kader van een gebiedsgerichte mobiliteitsvisie, voor de resp. deelruimten in de provincies, als bindend deel van ruimtelijke structuurplanning Streefbeeld, geeft de inrichtingsprincipes weer voor de secundaire weg in kwestie, in relatie tot z'n omgeving, en 1

Bevoegdheid Provincie (PRS)

Gewest of provincies (zie verder)

De provincie Limburg beheert geen wegen.

Overzicht van de 5 Vlaamse provincies

1


geeft aan welke acties dienen ondernomen te worden om de gewenste inrichting te bereiken. Het is tegelijkertijd strategisch en uitvoeringsgericht. Provincie PRUP : faciliteert de inrichting van de weg cfr. het streefbeeld, door ofwel de noodzakelijke ruimte onder de vorm van rooilijnen vast te leggen, en/of door de inrichtingseisen uit het streefbeeld 'juridisch hard' te maken, en de gereserveerde zone gedetailleerder te gaan bestemmen. Beheer : wegontwerp en inrichting Gewest, Provincie of Gemeente

Kerntaak Voorgaand tabelmatig overzicht illustreert dit onderwerp van het kerntakendebat, nl. omtrent opmaak streefbeelden en wegbeheer. Anno 2001 was er zelfs de denkpiste om alle aspecten, gaande van globale beleidsplanning tot en met beheer van alle secundaire wegen, onder bevoegdheid van de provincies te brengen. Het kerntakendebat heeft begin 2003 geresulteerd in een electronisch werkboek waarin o.m. de mobiliteitstaken verdeeld werden tussen de resp. besturen. Het onderscheiden van planning en beheer van secundaire wegen maakt daar deel van uit : De provincies staan in voor de planning (zie verder), het wegbeheer zal worden herbekeken naar een systeem waarbij er nog twee wegbeheerders overblijven : het Vlaams Gewest en de gemeenten en steden. De provincies zullen in de toekomst niet langer wegbeheerder zijn, waarbij dus de 600 km provinciewegen zouden worden overgedragen aan het Vlaams Gewest. Dit was geen onverdeeld standpunt. De provincie Oost-Vlaanderen wenst de wegen te blijven beheren. In de praktijk zijn er door de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant al de eerste stappen gezet om de wegen over te dragen. Bij deze overdracht komt heel wat kijken, zowel administratief als naar middelen, waardoor de overdracht nog geen feit is. De juiste invulling van 'de provincies staan in voor de planning', moet wel als volgt genuanceerd worden : selectie en categorisering van secundaire wegen, en de opmaak van PRUP's voor secundaire wegen, blijft een decretaal geregelde taak voor de provincies, opmaak streefbeelden voor secundaire wegen : daarvoor geldt volgende kerntaakafspraak : De provincies hebben inzake ruimtelijk en mobiliteitsbeleid rond secundaire wegen de volgende 'kerntaak'2 : 'Conform het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen selecteren de provincies de secundaire wegen. In het kerntakendebat werd beslist dat de provincies het ruimtelijk kader langsheen secundaire wegen vastleggen, en waar nodig met een ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit ruimtelijk kader komt tot stand in overleg met het gewest en de gemeenten'.' Onder 'het ruimtelijk kader vastleggen' wordt o.m. het 'juridisch ruimtelijk kader vastleggen' verstaan (bv. met PRUP’s). Streefbeeldstudies vormen evenwel een zeer goed instrument bij het bepalen van het 'ruimtelijk kader langsheen secundaire wegen', en bv. voorafgaand aan zo een PRUP voor de weg of het ruimtelijk kader langsheen de weg. Bovenstaande 'kerntaak' impliceert dat de provincies streefbeelden kunnen opmaken, voor secundaire wegen. Echter functionele wegencategorisering, waaruit de geselecteerde secundaire wegen voortvloeien, gebeurt in principe zonder rekening te houden met de 2

De voorbije jaren is er tussen de Vlaamse, de provinciale en de gemeentelijke overheid een debat gevoerd over de kerntaken per bestuursniveau. Voor de provincies kwamen daar een 8-tal mobiliteitskerntaken uit voort.


2


wegbeheerder. Dat laatste ligt gevoelig : kunnen de provincies de klemtoon leggen in het ruimtelijk beleid, en ook de inrichting, voor/van de weg? Het zou in principe moeten kunnen, hetgeen vervat zit in de zinsnede dat het "ruimtelijk kader tot stand komt in overleg met het gewest en de gemeenten". In de praktijk komt het er – voorlopig nog - op neer dat inzake de opmaak van streefbeelden de provincies de taken verdelen met de wegbeheerder ('trekker', 'duwer', 'betaler', stuurgroeplid, etc.). Het standpunt t.a.v. deze kerntaak wordt door de resp. provinciebesturen vertaald in de resp. provinciale ruimtelijke structuurplannen :

Bepalingen in resp. Provinciale Ruimtelijke Structuurplannen Provincie Antwerpen (10/07/2001) In het richtinggevend gedeelte van het RSPA worden onder de "mogelijke acties voor het provinciebestuur binnen de ruimtelijke en verkeers- en vervoersstructuur" opgenomen : "het opmaken van een streefbeeld voor de N10, R16 en de N14 tussen Lier en de E313." In het bindend gedeelte neemt de provincie op dat ze wenst dat "bij de herinrichting van secundaire wegen er een streefbeeld wordt opgemaakt. Zij treedt daarbij op als trekker en coördinator." Provincie West-Vlaanderen (06/03/2002) Het Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen nam binnen de 'Maatregelen en Acties' de volgende bepaling op : 'streefbeelden opmaken voor de secundaire wegen en de secundaire wegen onder provinciaal beheer volgens de categorisering herinrichten'. Provincie Limburg (12/02/2003) De provincie Limburg neemt in haar PRS als actie op, "het trekken en coördineren van de opmaak van streefbeelden bij geplande herinrichtingen van secundaire wegen". Provincie Oost-Vlaanderen (18/02/2004) "De provincie dringt er op aan om voor elke secundaire weg een streefbeeld op te maken. … Zij zal bij de opmaak een actieve rol spelen, waarbij de invulling van de 'actieve rol' in samenspraak gebeurt met het Vlaams Gewest, en hangt o.m. af van de taakverdeling inzake wegbeheer." Provincie Vlaams-Brabant (Ontwerp, dd. 1/7/2003) "Door het opstellen van streefbeelden voor de secundaire wegen zal de provincie uitspraken doen over de gewenste inrichting. Deze streefbeelden worden in samenwerking met de wegbeheerder (AWV Vlaams-Brabant), De Lijn en de betrokken gemeentebesturen opgemaakt. …". Het opmaken van streefbeelden voor een weg wordt 'breed gezien' : een ruim gebied aan weerszijden van de weg dient daarbij in rekening te worden gebracht.

Provinciaal mobiliteitsbeleid Provinciaal mobiliteitsbeleid Andere, voor de opmaak van streefbeelden relevante, klemtonen in het provinciaal mobiliteitsbeleid zijn : de provincie kan als coördinator optreden inzake het mobiliteitsbeleid voor een vervoerregio, of een deel ervan, en voor die beleidsdomeinen waarvoor een akkoord bestaat met het Vlaams gewest. De opmaak van een 'provinciaal mobiliteitsplan' kan hieronder vallen. provinciaal fietsbeleid : elke provincie heeft de voorbije 5 jaar door middel van overeenkomsten met het Vlaams Gewest een fietsbeleid opgezet dat op twee peilers steunt, nl. het ontwerp en de realisatie van een Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk en (waken over) de realisatie ervan enerzijds, en anderzijds het nemen van 'begeleidende maatregelen' om te komen tot een verhoogd functioneel fietsgebruik;


3


onderzoek rond ongevalslocaties, en onderzoek naar afbakening van bebouwde kommen langs genummerde wegen, mede begeleiden van de opmaak van gemeentelijke mobiliteitsplannen, en lid van de Taskforce en lid van de Provinciale Auditcommissies vervoersmanagement : de provincies krijgen/nemen middels een overeenkomst met het Vlaams Gewest een coördinerende rol inzake de uitwerking en opvolging van de vervoersplannen voor bedrijvenzones. mobiliteits-advies t.a.v. bovenlokale ruimtelijke ontwikkelingen voor haar grondgebied; …

Provincie als wegbeheerder (zie hoger) Provincie en het bovenlokaal ruimtelijk beleid, en de bevoegdheden die decretaal bepaald werden (zie PRS)

2. Overzicht streefbeeldstudies De 5 Vlaamse provincies treden in globo op als 'trekker' voor de opmaak van streefbeelden van secundaire wegen en/of wegen in eigen beheer, en als stuurgroeplid bij de opmaak van streefbeelden voor secundaire, en ook primaire, – gewest – wegen. Het ritme hiervan verschilt van provincie tot provincie, vaak ook ngl. de initiatieven terzake van de wegbeheerder, in vele gevallen de provinciale afdeling van AWV.

2.1 Provincie als 'trekker' Een uitgebreide opdrachtsomschrijving is in bijlage terug te vinden. Provincie West-Vlaanderen Uitgevoerd : Doorlichting N369" - december 2001 Gepland : provinciewegen N303 en N332 Provincie Oost-Vlaanderen Reeds uitgevoerd : R4-streefbeeld – 1999 – 2001 : ruim 60 km ring rond Gent + haven Primaire weggedeelte van R4 + de wegvakken die er wezenlijk mee samenhangen, nl. - N423 tussen Zelzate en de Nederlandse grens, - N466 tussen R4 en E40, en - B402 en B403, beide verbindingen van R4 met E40, resp. t.h.v. Flanders Expo en Merelbeke. Streefbeeld met globale inrichtingsprincipes, inclusief locaties en selecties knooppunten voor de hoofdwegen en primaire wegen rond de Waaslandhaven (N49/A11, R2, en nieuw te voorziene primaire wegen), in het kader van het Strategisch Plan voor de Waaslandhaven. Raamplan Onderliggend Wegennet voor de Gentse haven en de omliggende kernen, 2002 – 2003. Streefbeeld provincieweg N445, Dendermondsesteenweg – 2002-2004 Gepland : N403, provincieweg Sint-Niklaas – Nederlandse grens; 2004-2005


4


N46, provincieweg Aalst – Zottegem – Oudenaarde; provincie wegbeheerder; 20042005 N416, provincieweg Wetteren – Dendermonde; 2005 Provincie Antwerpen Uitgevoerd of in opmaak : Stedenbouwkundige studie ring rond Mechelen (R6), 2000 Streefbeeld N16 – deel provincieweg Gentsesteenweg – Steenweg op Blaasveld, 2000 Streefbeeld N118 als ontsluiting bedrijventerrein Hoge Mauw te Arendonk, 2002 Streefbeeld N171- incl. landschapsstudie, februari 2004 Streefbeeld drager van stedelijk netwerk Lier- Aarschot, voorjaar 2004 Mobiliteitsstudie voor de rol van de N124 voor de omgeving en de ontsluiting van het kleinstedelijk gebied Hoogstraten (gestart 1/10/2003) Gepland : niet gekend Provincie Vlaams-Brabant De provincie Vlaams-Brabant heeft geen ervaring als trekker van streefbeeldstudies. Een gelijkaardige opdracht betreft weliswaar het onderzoeken van de mogelijkheid van lightrail op de tracé's langs de N3(Leuven-Brussel) en de A12. Daarnaast is de provincie Vlaams-Brabant wel dermate betrokken geweest bij de opmaak van het bestek, en het betalen van 1/6 van de studiekosten, en stuurgroeplid voor de streefbeelden van : N2, Leuven-Diest N2: Leuven-Brussel N26, Leuven-Mechelen Provincie Limburg De provincie Limburg heeft geen ervaring als initiatiefnemer voor de opmaak van streefbeelden.3

2.2 Provincie als stuurgroeplid Alle provincies hebben al een viertal jaren ervaring als stuurgroeplid voor die streefbeeldstudies waar het Vlaams Gewest de initiatiefnemer is. Dit geldt zowel voor hoofdwegen, primaire wegen als secundaire wegen, met een resp. toenemende mate van betrokkenheid. De rol bestaat erin om vanuit de eerder aangehaalde invalshoeken de streefbeelden mee richting te geven, zowel inhoudelijk als methodologisch : - Bovenlokaal gebiedsgericht mobiliteitsbeleid, waarvan de krachtlijnen vervat zitten in het PRS, en waarvoor de wegencategorisering een belangrijke insteek vormt, - Het bovenlokale ruimtelijk beleid (vb. Streefbeelden voor primaire wegen II en I, interfereren in belangrijke mate met het ruimtelijk en het mobiliteitsverhaal van de in PRUP’s af te bakenen kleinstedelijke gebieden en specifiek economische knooppunten), - De kerntaak ‘ruimtelijk kader langsheen secundaire wegen vastleggen’, desnoods d.m.v. een PRUP, - De RUP-bevoegdheid voor secundaire wegen is provinciaal, - De kerntaak ‘coördinator mobiliteitsbeleid voor een vervoerregio, voor die aspecten waar er een overeenkomst met het Vlaams gewest bestaat’, - Provinciaal fietsbeleid, 3

Dit kan te maken hebben met het feit dat de provincie Limburg geen wegbeheerder is.


5


Wegbeheerder van aansluitende wegen op gewestwegen die onderwerp zijn van een streefbeeldstudie, - Andere (Ongevallen-GIS, Bebouwde kommenstudie, etc.) De nadruk ligt vnl. op de rol als stuurgroeplid bij de opmaak van streefbeelden voor secundaire wegen. Een overzicht geven in welke planningsprocessen de provincies een stuurgroeptaak opnemen is niet echt zinvol, gezien dit overeenstemt met quasi alle streefbeeldstudies die het Vlaams Gewest opmaakt, of opgemaakt heeft, en waarvan een er reeds door het Vlaams Gewest een overzicht is gegeven.4 -

3. Besluit : taak/rol provincies bij de opmaak van streefbeelden Vanuit de hierboven (§2.2) geschetste invalshoeken vervullen de provincies de volgende taken inzake de opmaak van streefbeelden, en wensen de provincies dit te blijven doen : - Hoofdwegen en primaire wegen I en II : provincie als stuurgroeplid vanuit bovenlokaal ruimtelijk en mobiliteitsbeleid - Secundaire wegen : voorname rol provincies, als stuurgroeplid, initiatiefnemer (min. i.g.v. provincie als wegbeheerder), en/of betalende partij, ngl. de afspraken hieromtrent met het Vlaams gewest. Deze taken staan beschreven in het electronisch werkboek kerntakendebat, en vnl. in de merendeels goedgekeurde provinciale ruimtelijke structuurplannen.

4

De provinciale mobiliteits- en/of ruimtelijke planningsdiensten van de 5 Vlaamse provincies geven aan deze rol ernstig te nemen.


6


4. Bijlage : uitgebreid overzicht van de streefbeelden, uitgevoerd/getrokken door/met de 5 Vlaamse Provincies Provincie West-Vlaanderen Reeds uitgevoerd : "Doorlichting N369" - december 2001 : de opdracht was een analyse van de huidige verkeerskundige en ruimtelijke situatie en het formuleren van ontwikkelingsperspectieven voor N369 (deels secundair 1 deels primair 2); de wegbeheerder is de provincie; motivatie : opmaak ifv verbinding regio Ieper met de Westkust. Niet als streefbeeld opgevat maar inhoudelijk zelfde bepalingen en doelstellingen. Gepland : Na afweging bijkomende omleidingswegen rond kernen Zonnebeke/ Passendale kan beslissing resulteren in een streefbeeldstudie en opmaak RUP voor de secundaire wegen N303 en N332 (in provinciaal beheer). Provincie Oost-Vlaanderen Reeds uitgevoerd : R4-streefbeeld – 1999 – 2001 : ruim 60 km ring rond Gent + haven De opdracht was een streefbeeld voor het primaire weggedeelte van R4 + de wegvakken die er wezenlijk mee samenhangen, nl. - N423 tussen Zelzate en de Nederlandse grens, - N466 tussen R4 en E40, en - B402 en B403, beide verbindingen van R4 met E40, resp. t.h.v. Flanders Expo en Merelbeke. Het zijn allen gewestwegen, en de opdracht verliep fasegewijs, vertrekkende vanuit de Gentse haven en kaderend in het door de provincie gecoördineerde ROM-project. Er is gaandeweg besloten om deze werkwijze verder te zetten voor de ganse R4, o.m. in het kader van de afbakening van het grootstedelijk gebied Gent. Streefbeeld met globale inrichtingsprincipes, inclusief locaties en selecties knooppunten voor de hoofdwegen en primaire wegen rond de Waaslandhaven (N49/A11, R2, en nieuw te voorziene primaire wegen), in het kader van het Ontwerp Strategisch Plan voor de Waaslandhaven. 2002-2003. Raamplan Onderliggend Wegennet Gentse Kanaalzone en omliggende kernen, 2002-2004. De opdracht bestond erin om een actieplan op te maken voor de wegen, met een functionele categorie lager dan de primaire wegen, in en om het havengebied, teneinde de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de haven enerzijds en de leefbaarheid van de aanpalende kernen anderzijds te garanderen. Daarvoor werd eerst de wegencategorisering voor deze regio in kaart gebracht. Daaraan werden inrichtingsprincipes gekoppeld, een soort 'streefbeeld' voor het gehele studiegebied. Het actieplan dat daaraan gekoppeld werd heeft het statuut van 'actieplan' voor de haven, en 'handleiding' voor de omliggende kernen (gemeentebesturen, provincie en AWV). Deze studieopdracht is vrij uniek in zijn soort : gemeentegrensoverschrijdend, havengebiedsoverschrijdend, en gebeurde onder coördinatie van het provinciebestuur, naar analogie en in relatie tot het ROM-project voor de Gentse Kanaalzone. Streefbeeld N445, Dendermondsesteenweg – 2002-2004 : Stedenbouwkundig en verkeerskundig streefbeeld van een 'gedegradeerde steenweg', naar een lokale weg I, vanaf het stadscentrum (Dampoort) tot buiten de


7


hypothese van afbakening van het grootstedelijk gebied Gent (voorbij R4). Het betreft a.h.w. een snede doorheen het stedelijk gebied (ca. 6,5 km). De studie is verlopen in twee deelstudies, twee wegvakken, nl. een stedelijk en een 'voorstedelijk'. De studieopdracht wordt momenteel afgerond, en bevat voor 'draaiboek', een soort actieplan voor de herinrichting van de weg naar het voorstel van het streefbeeld. Provincie is wegbeheerder. Aan het streefbeeld worden concrete en structurele herinrichtingen gekoppeld. Gepland : N403 Secundaire weg tussen Sint-Niklaas en Nederlandse grens; provincie wegbeheerder; Taakstelling studieopdracht : leefbaarheidsonderzoek – streefbeeld – draaiboek Voorbereidingsfase bezig, te starten voor de zomer 2004. N46 Secundaire weg tussen Aalst – Zottegem – Oudenaarde; provincie wegbeheerder; Taakstelling studieopdracht : streefbeeld – draaiboek Start liefst nog voor zomer 2004 N416 Secundaire weg tussen Wetteren en Dendermonde; provincie wegbeheerder; Taakstelling nog nader te omschrijven 2005 Provincie Antwerpen Uitgevoerd (of in opmaak) Stedenbouwkundig ontwerp R6 Streefbeeldstudie avant la lettre. De gemeente Sint-Katelijne-Waver was hier trekker. Andere partijen provincie (betalend), AWV, gemeentebesturen Bonheiden, Mechelen en Putte. Stedenbouwkundig ontwerp R6 Eindrapport oktober 2000. Doel van de opdracht (voor bestaande en te hervormen gedeelte als voor nog aan te leggen deel) : - verkeersplanologische oplossing bieden voor de betrokken regio; - de nieuwe infrastructuur landschappelijk, ecologisch en functioneel in te passen in de omliggende ruimte - een gedetailleerd kader te bieden waarbinnen de makers van de uitvoeringsplannen een duurzame weg kunnen ontwerpen. Volgens RSV – primaire II Wegbeheerder : AWV-A Streefbeeld in het kader van de doortrekking van de R6 Opdrachtgevend bestuur : gemeente Sint-Katelijne-Waver – gemeenten + provincie zijn betalende partijen Er is eveneens een verkeerstechnische studie uitgevoerd Opdrachthouder Langzaam Verkeer

Streefbeeld N16 – deel provincieweg Gentsesteenweg – Steenweg op Blaasveld Eindrapport oktober 2000 Doel van de opdracht : - Aquafinwerken noodzaak voor dringende ontwerpplannen provinciale weg (tussen Leestsesteenweg en Heffen: - Primaire weg I noodzaakt ander ontwikkelingsperspectief dan heraanleg actuele toestand; - Opmaken ruimtelijk streefbeeld voor de N16 als primaire I voor de gehele provinciale weg vanaf het kanaal te Mechelen tot de rotonde in Willebroek.


8


Opmaken van een stedenbouwkundig ontwerp van het deel dat heraangelegd moest worden, nl. vanaf de Leestsesteenweg tot de Zenne (Mechelbaan). - Wegbeheerder : Provincie Antwerpen - Opdrachtgever : Provincie Antwerpen – dienst ruimtelijke planning en mobiliteit Opdrachthouder : Langzaam Verkeer -

Streefbeeldstudie N171 inclusief landschapsstudie Eindrapport 16 februari 2004 Doel van de opdracht : - de beslissing om de N171 door te trekken vanaf de Eikenstraat (Rumst) tot Krekelenberg (aansluiting Potaardestraat Niel/Boom) werd goedgekeurd door de Vlaamse regering; - het provinciaal structuurplan heeft de N171 bindend geselecteerd als secundaire weg I tussen de Eikenstraat en E19 en een nieuw aan te leggen verbinding tussen het bedrijventerrein Krekelenberg te Boom-Niel en de bestaande N171; - twee deelopdrachten – a. opmaak streefbeeldstudie voor de N171 tussen Edegem (aansluiting N1) en Niel tot de aansluiting met de industrieweg te Niel – b. opmaak uitvoeringsontwerp voor de N171; secundaire weg type I en lokale weg Wegbeheerder : AWV-A Opdrachtgevend bestuur : AWV-A – Provincie Antwerpen betaalt 75 % van de studie, AWV-A 25 %. Opdrachthouder : Langzaam Verkeer

Streefbeeld drager van stedelijk netwerk Lier –Aarschot Streefbeeld voor de N10- R16 en N14 tussen Aarschot en de E313 (Massenhoven) Aanzet eindrapport februari 2004. Stuurgroep 19 april 2004 en PAC mei 2004 Doel van de opdracht : categorisering uitwerken – enkel de ring van Lier is gecategoriseerd in het RSV als primair II, de andere wegen zijn niet gecategoriseerd; eindbeeld geven van een weginfrastructuur in zijn omgeving – verkeerskundig, landschappelijk en stedenbouwkundig. Het resultaat is een lijst van maatregelen die moeten genomen worden op vlak van ruimtelijke ordening, verkeersnetwerken en flankerende maatregelen in onderlinge samenhang. Wegbeheerder : AWV-A Beleidscontext : provinciaal structuurplan Vraag tot visie i.v.m. dringende infrastructuurwerken R16 (ring Lier) Opdrachthouder : Langzaam Verkeer Opdrachtgever : Provincie Antwerpen – Dienst Ruimtelijke Planning en Mobiliteit

Streefbeeld N118 als ontsluiting bedrijventerrein Hoge Mauw te Arendonk Het opmaken van een streefbeeld voor de secundaire weg N118 tussen de E34 en Arendonk en het opmaken van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor het regionaal bedrijventerrein in het economisch knooppunt Arendonk. Deze opdracht kadert in de uitvoering van het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen. De opdracht heeft tot doel de N118 te bestuderen en in te passen in zijn ruimtelijke omgeving en een ruimtelijk uitvoeringsplan op te stellen voor een uitbreiding van een regionaal bedrijventerrein alsook het onderzoeken van de mogelijkheden voor verdichten van het bestaand regionaal bedrijventerrein (Hoge Mauw in Arendonk). De provincie Antwerpen is opdrachtgever. De N118 is een gewestweg. De studie is gestart op 31 januari 2002. Het eindrapport is opgemaakt in september 2002.


9


Opdrachthouder: Belgroma

Mobiliteitsstudie voor de rol van de N124 voor de omgeving van het kleinstedelijk gebied Hoogstraten Mobiliteitsstudie voor de rol van de N124 voor de omgeving en de ontsluiting van het kleinstedelijk gebied Hoogstraten. Deze opdracht kadert in de uitvoering van het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen. Deze opdracht omvat een mobiliteitsstudie voor de rol van de N124 Turnhout – Hoogstraten specifiek voor de omgeving en de ontsluiting van het kleinstedelijk gebied Hoogstraten. De studie bestaat uit een oriëntatiefase, de uitwerking van de visie en het opmaken van een actieplan. Het is de bedoeling om in deze studie aan te geven of de N124 al dan niet moet opgenomen worden als secundaire weg, hoe de ontsluiting van het bedrijventerrein De Kluis moet gebeuren rekeninghoudend met de ruimere omgeving en of een mogelijke omleidingsweg om het centrum van Hoogstraten kan ontlasten. De provincie Antwerpen is opdrachthouder. De N124 is een gewestweg. De studie is gestart op 1 oktober 2003. Opdrachthouder : Langzaam Verkeer

Provincie Vlaams-Brabant Uitgevoed of in opmaak Bij de volgende studies is de provincie lid van de stuurgroep, betrokken bij de opmaak van het bestek, betalen 1/6 van de studiekosten : N2, Leuven-Diest N2: Leuven-Brussel N26, Leuven-Mechelen

Provincie Limburg Geen ervaring als initiatiefnemer. Wel als stuurgroeplid bij de opmaak van streefbeelden voor primaire en secundaire (gewest)wegen, en enkele lokale wegen.


10

Overzicht Streefbeeldstudies van de 5 Vlaamse provincies

Recommend Documents