overzicht lesstof groep 3
algemeen Regelmatig mogen leerlingen meehelpen met kleine klusjes. Iedere week zijn twee leerlingen onze weekhulp.
verjaardag De verjaardag vieren we om 10 uur. In groep 3 wordt de verjaardag zonder ouders gevierd. Graag een eenvoudige “gezonde”traktatie.
schriftenweekend Twee keer per jaar is er een schriftenweekend. Dan brengen alle leerlingen al hun schriften mee naar huis ter inzage. Na het weekend gaat alles dan weer mee terug naar school. U heeft zo tussendoor enig zicht op het gemaakte werk.
huiswerk Het kan voorkomen dat uw kind "huiswerk" mee naar huis krijgt. Wij willen u vragen om uw kind daarbij te begeleiden. Uiteraard maakt uw kind het werk wel zelf, slechts toezicht en soms een beetje uitleg is voldoende. Het kan ook nodig zijn om structureel ( gedurende langere of kortere tijd) "huiswerk" mee te geven. Als dat van toepassing is dan neemt de leerkracht altijd met u contact op. Met ingang van dit schooljaar krijgen de kinderen een inlogcode voor het thuisprogramma van Ambrasoft zodat thuis op de computer “huiswerk”gemaakt kan worden.
ziekte / verlof Als uw kind om welke reden dan ook niet naar school komt, wilt u dit dan altijd telefonisch of schriftelijk even melden. (liefst niet door laten geven door broertjes/zusjes, vriendjes/vriendinnetjes ed.) Verlof buiten de vastliggende vrije dagen moet u schriftelijk aanvragen bij de directie via een aanvraagformulier.
rapport Drie maal per jaar worden de resultaten van de leerlingen op een digitaal rapport weergegeven. Er is dan ook gelegenheid voor een 10-minutengesprek over deze resultaten. Natuurlijk kunt u ook buiten deze 10-minutengesprekken contact hebben met ons. Neem dan ook altijd met ons contact op als u iets wilt vragen of laten weten. Schriftelijk, telefonisch, na schooltijd of door even een afspraakje te maken.
pauze Tijdens de pauze is er gelegenheid om meegebracht fruit, een gezonde koek en/of drinken te nuttigen. Graag niet te grote hoeveelheden zodat voor uw kind nog tijd over blijft om te spelen in de pauze. 2
We willen de berg afval, die tijdens de pauze ontstaat, verkleinen. Helpt u ons mee? Dat kan door het drinken en/of eten mee te geven in een plastic beker of flesje.
lezen We werken in groep 3 met de Maan versie van de methode “Veilig Leren Lezen”. Deze methode combineert het plezier van het samen leren lezen en bezig zijn met taal met het “onderwijs op maat.” Dat wil zeggen dat er een ruim aanbod van materialen is waarmee kinderen de leerstof op hun eigen niveau verwerken. Voor de kinderen die al kunnen lezen bij de start van groep 3 zijn speciale lees- en werkboekjes beschikbaar. We besteden natuurlijk ook extra aandacht aan de kinderen die moeite hebben met het leesproces door middel van herhaalde instructie en meer oefening. De nieuwe methode bestaat uit leesboekjes en werkboekjes, maar daarnaast ook veel materialen waar we in de klas mee gaan werken, dit zal klassikaal gebeuren, maar ook tijdens de zelfstandige verwerking. In een schooljaar komen 12 kernen aan bod; elke kern begint met een themaverhaal en aan de hand van dit themaverhaal wordt er verder gewerkt. In de thema’s van Veilig Leren Lezen zijn naast het technisch lezen en begrijpend lezen ook spreken, luisteren, boekoriëntatie en verhaalbegrip, woordenschat en spelling uitgewerkt. De “structuurwoorden” zoals: ik, maan, roos, vis, enz. spelen een grote rol bij het aanleren van de elementaire leeshandeling. Componenten in de elementaire leeshandeling zijn:
Werken van links naar rechts
Analyse van een woord in grafemen ( verdelen van een woord in letters) m-ui- s
Koppelen van het juiste foneem (klank) aan het grafeem ( letter) /m/ui/s/
Onthouden van de afzonderlijke klanken in de juiste volgorde ( korte duurgeheugen)
Verbinden van de fonemen tot een woord (auditieve synthese) /muis/ De betekenis van het woord (terug)kennen ( betekenisaspect)
Belangrijke oefeningen tijdens het leesproces zijn:
Auditieve oefeningen (klankoefeningen) bijv. “welke letter hoor je vooraan?”
Verdeel-en samenvoegbeweging ( hakken en plakken ofwel analyse en synthese)
3
Lezen met verlengde klankwaarde ( -mmmmmmmmmaaaaaaaaaaann) Wisselwoorden lezen: maan maak
vis
roos
vaas doos
Uit ervaring weten we dat de verschillen in leesvaardigheid in een en dezelfde groep enorm kunnen zijn. Om aan deze verschillende behoeften tegemoet te komen onderscheidt de methode veilig leren lezen twee leerlijnen:
De maan-leerlijn o
Maan kinderen: zij volgen het normale programma.
o
Maan-ster kinderen: kinderen die extra tijd en instructie nodig hebben naast het normale programma.
o
Maan-raket kinderen: deze kinderen werken sneller in de normale methode en krijgen daarom dus extra verrijking.
De zon-leerlijn Zon-kinderen: deze kinderen komen binnen in groep drie met minimaal beheersing AVI-1 en beheersen alle letters, ook de tweeklanken ( eu-ui-oe-….). ook moeten deze leerlingen zelfstandig kunnen werken en een goede concentratie en werkhouding hebben.
Voor begrijpend lezen en leesbevordering gebruiken we diverse series leesboekjes en het computerprogramma “Boekje open”. Ook nemen we deel aan diverse activiteiten in samenwerking met de bibliotheek. Op de website van veilig leren lezen (www.veiliglerenlezen.nl) staat een informatiepagina voor ouders met leuke tips en ideeën om thuis mee te oefenen.
spelling Er is voor groep drie geen aparte methode voor spelling. De methode Veilig Leren Lezen laat dit aspect voldoende aan bod komen. Er wordt geoefend met:
m-k-m woorden zoals oo-m
m-k-m woorden zoals b-oo-t
mm-k-m woorden zoals t-r-a-p
m-k-mm woorden zoals k-a-s-t
mmm-k-m woorden zoals s-t-r-aa-t
m-k-mmm woorden zoals d-o-r-s-t
mm-k-mm woorden zoals p-l-a-n-t
(m=medeklinker, k=klinker)
4
rekenen We werken met de rekenmethode Wereld In Getallen (WIG). We hebben deze methode gekozen omdat WIG:
een beproefde rekenmethode is, die voldoet aan alle eisen die overheid en inspectie stellen.
Iedere dag instructie biedt, naast het werken aan de weektaak op je eigen niveau.
Iedere les bestaat voor de helft uit instructie met eventuele verlenging, voor de helft uit zelfstandig werken aan de weektaak.
Iedere les is er extra instructie voor de kinderen met één ster en uitbreiding en verdieping voor kinderen met drie sterren.
Hiervoor zijn de materialen Plusboek en Bijwerkboek, waar de kinderen gebruik van maken.
Bij de methode hoort ook een uitgebreid computerprogramma en een digibordprogramma. Omdat we weten dat deze methode ook voorbereid op de CITO-toetsen “Rekenen en Wiskunde” en het aansluit op het Voortgezet Onderwijs was de keuze niet moeilijk.
We toetsen na ieder blok van 3 of 4 weken, waarna remediëring volgt. In de klas liggen inzage-exmplaren van de leerlijn van groep 3 waarin u kunt zien welke en op welke manier de leerstof wordt aangeboden.
schrijven Methode: Pennenstreken (woordversie). Boekje Al en A2: parallel met de leesmethode worden de schrijfletters aangeboden. Boekje A3: verbinden van de losse letters. Boekje A cijfers 0 t/m 10. We schrijven met schrijfpotlood (3-zijdig) eventueel aangevuld met corrector ( voor het stimuleren van een goede pengreep).
5
biologie We volgen elke week de uitzending Huisje Boompje Beestje van Schooltv en proberen bij deze actualiteit aan te sluiten met diverse soorten opdrachten.
verkeer We werken met de methode Wijzer Door Het Verkeer. Wijzer door het verkeer is samen met Veilig Verkeer Nederland ontwikkeld. Door de ROV's (Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid) is deze verkeersmethode als beste keuze bestempeld. De leerstof staat in het teken van oversteken en voorgaan, veilig fietsen, weer en verkeer, borden, Kijk uit!, over het spoor, tekens, wie mag eerst? En verkeer en vervoer. We werken met een boek en een werkschrift. Ook zijn er regelmatig doe-lessen waarbij de kinderen bijv. een verkeerswandeling maken of onderzoeken hoe veilig hun fiets is.
godsdienst/Sova We werken met de methode Hemel En Aarde. Elk jaar komen diverse thema’s aan bod. Ook doen we mee met het vastenproject in samenwerking met de parochie. Als Kanjer-school werken wij het gehele jaar aan het Kanjer-project . Positief gedrag staat hierin centraal . Kinderen leren inzien wat bepaald gedrag betekent voor groepsgenoten. De groep leert ‘negatief’ gedrag te corrigeren en om te buigen naar positief (=kanjer) gedrag. In groep 3 werken we met het boek “Max en de vogel”. We gaan als Kanjers met elkaar om volgens de afspraken:
We vertrouwen elkaar
We helpen elkaar
Niemand speelt de baas
Niemand lacht uit
Niemand doet zielig
Gesymboliseerd door de petten, wit, zwart, rood en geel. De kanjertraining gaat er vanuit dat mensen verschillende soorten gedrag kunnen vertonen. Je kunt je vervelend, pesterig en bazig gedragen. Dat benoemen we door te 6
zeggen dat je “een zwarte pet” op hebt. Je kunt je ook heel “grappig” gedragen en zorgen dat je constant de lachers op je hand hebt. Dat benoemen we door te zeggen dat je een “rode” pet op hebt. Kinderen kunnen zich ook heel verlegen, teruggetrokken, niet assertief, soms wat “zielig” gedragen. Dan zeggen we dat je een “gele pet” op hebt. Ook kun je je assertief, stevig gedragen. Dan heb je een “witte pet” op.
muziek Sinds eind schooljaar 2013-2014 maken wij voor muziek op school gebruik van de digitale lesomgeving van 123 Zing. 123 Zing biedt elke leerkracht online toegang tot tientallen liedjes voor groep 1 t/m 8, bijpassende lessuggesties, meezingvideo’s en zanglessen. Met behulp van 123 Zing investeert de school in de deskundigheidsbevordering van leerkrachten. In combinatie met de zeer gebruiksvriendelijke digitale lesomgeving ontstaat een stevige basis voor meer muziek.
gymnastiek Twee keer in de week gymmen we in de gymzaal, een spelles en een gymles met oefeningen. Gymkleding en gymschoenen zijn verplicht en een handdoek mag worden meegenomen. Gymkleding is verplicht en een handdoek mag meegenomen worden zodat voeten, handen en gezicht na de les verfrist kunnen worden.
tehatex Onder tehatex verstaan we tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen. De opdrachten sluiten aan bij de tijd van het jaar en/of leerstofgebieden. We werken met verschillende technieken. De nadruk ligt op creatief werken, zodat elk kind zijn unieke werkstuk kan maken. We putten voor onze ideeën en technieken uit de methode Uit De Kunst.
zelfstandig werken Na een aantal weken starten we met de schijf, of wel werken in hoeken, waarbij de nadruk ligt op het zelfstandig werken. De volgende leerstofgebieden komen aan de orde: taal, spelling, rekenen herhaling of verrijking, automatiseren van sommen tot 20, tafels, spel- en constructiehoek. Bij deze leerstofgebieden maken we ook gebruik van de computer. 7
Daarnaast gaan we drie keer per week met de gehele groep naar het computerlokaal waar we aan alle vakgebieden zelfstandig kunnen werken. De kinderen werken aan eigen opdrachten op eigen niveau en tempo. De leerkracht heeft de gelegenheid om individueel met kinderen te werken.
leestips en leesspelletjes voor ouders van kinderen die leren lezen leestips voorlezen Uw kind leert op school nu zelf te lezen. Het is echter belangrijk dat u blijft voorlezen. Een goede taalvaardigheid is belangrijk bij het leren lezen en wanneer u voorleest bent u optimaal met taal bezig. Her kind leert zo bijvoorbeeld nieuwe woorden, waardoor de woordenschat wordt vergroot. Een grote woordenschat vergemakkelijkt het leren lezen. Daarnaast stimuleert u door voor te lezen het kind tot zelf (leren) lezen. Het kind ervaart hoe plezierig lezen is, en wil zelf ook zulke mooie verhalen kunnen lezen. Lees voor op een rustig tijdstip: na het eten, voor het slapengaan of als het kind moe is van het spelen. Neem de rijd om over het voorgelezen verhaal te praten. Bespreek waarom bepaalde dingen gebeuren in het verhaal en vraag het kind af en toe te voorspellen hoe het verhaal verder zal gaan. Betrek de illustraties bij het verhaal. samen lezen In het begin herkent uw kind slechts enkele letters of woorden, maar u zult merken dat het steeds meer woorden kan lezen en al gauw ook echte zinnen. Bij Uitgeverij Zwijsen zijn diverse leesseries ontwikkeld die aansluiten bij de leesontwikkeling van uw kind. Als u uw kind hardop laat lezen, let er dan op dat uw rol niet alleen bestaat uit het corrigeren van uw kind. Reageer niet op alle foutjes. Praat samen over het verhaal en prikkel de fantasie van uw kind door samen te voorspellen hoe het verhaal verder zal gaan. Juist door samen het verhaal te beleven begrijpt uw kind de inhoud beter en geniet het nog meer van het lezen. Als uw kind moeite heeft met het lezen van een woord kunt u het op verschillende manieren helpen: bij nieuwe woorden of letters kan uw kind het woord eerst letter voor letter uitspreken (benoemen) en daarna die letters samenvoegen tot een woord; u leest een gedeelte van de zin voor en vraagt of het kind kijkend naar de plaat]es en denkend aan het verhaal weet welk woord er kan staan.
8
leesspelletjes computer Als u thuis een computer hebt, kunt u op het toetsenbord stickers plakken op de letters die het kind al heeft geleerd. U schrijft op die stickers de letter op de manier waarop het kind die op school leert (dus ‘a’ in plaats van ‘A). Stimuleer het kind om woorden te maken met de letters waar een sticker op zit. Laat het eventueel ook letters gebruiken die het nog niet op school geleerd heeft, maar wel kent, bijvoorbeeld de letters van de eigen naam. boodschappen/mededelingen Hang op een opvallende plaats een schoolbord (of memobord) of een notitieblok. Schrijf daarop mededelingen en boodschappen als morgen zwemspullen mee naar school’ of ‘cadeautje voor Marc kopen. U kunt deze boodschappen zo noteren dat uw kind ze begrijpt, bijvoorbeeld door gebruik te maken van tekeningen of pictogrammen. hengelen Schrijf de letters die het kind tot nu toe geleerd heeft op een kaartje U kunt op de website van veilig leren lezen terugvinden welke letters uw kind geleerd heet. Doe een paperclip aan elk kaartje en verzamel de kaartjes in een bak. Met een stokje, een touwtje en een magneetje maakt u een hengel. U hengelt nu om beurten een letter uit de bak en kijkt of met die letters woorden te maken zijn. Wie heeft de meeste woorden? raadspelletje Elke keer als uw kind u vertelt weer een nieuw woord geleerd te hebben, kunt u daar een raadspelletje aan koppelen. Bijvoorbeeld: uw kind vertelt u dat het het woord ‘koek’ geleerd heeft. U zegt: ‘Als ik een letter weglaat heb ik een dier’. Uw kind moet dan raden ... koe! - uw kind vertelt u dat het het woord ‘sok’ geleerd heeft. U zegt: ‘Als ik de middelste letter verander heb ik een baardje’. Uw kind moet dan raden ... sik Eventueel kunt u de woorden die u zo gemaakt hebt ook opschrijven. een lange slang Voor dit spelletje kunt u weer de nieuwe woorden die uw kind geleerd heeft gebruiken, maar u kunt eventueel ook een willekeurig woord als uitgangspunt nemen. Neem bijvoorbeeld het woord ‘sok’. Dit woord eindigt op een•k’. Het volgende woord moet nu beginnen met een ‘k’: ‘kip’. Het volgende woord begint met een ‘p’, etc. U kunt de woorden ook opschrijven of tekenen. Als u de woorden op kaartjes tekent kunt u de slang telkens opnieuw laten leggen.
9
zoekspel Schrijf de letter die uw kind het laatst geleerd heeft op vijf stickers of kaartjes. Vraag aan uw kind om in huis vijf voorwerpen te zoeken die die letter in hun naam hebben. Laat uw zoon of dochter de stickers of kaartjes erop plakken. U kunt dan vervolgens de voorwerpen gaan zoeken. Als variatie hierop kunt u stickers plakken op vijf voorwerpen. Uw kind moet dan raden welke letter in de namen van die voorwerpen voorkomt. Bijvoorbeeld: ‘bank-vork-jurkmok-sok’. Uw kind moet zeggen dat de ‘k’ in alle woorden voorkomt.
leestips en Ieesspelletjes voor ouders van kinderen die alle letters kennen leestips bijwijzen Sommige kinderen vinden het prettig als ze tijdens het lezen een blaadje of een boekenlegger kunnen gebruiken om onder de regel die ze aan het lezen zijn te leggen (bijwijzen). Uw kind kan zich dan goed concentreren op de te lezen zin en wordt niet afgeleid door de regels en letters daaronder. Als uw kind moeite heeft met bepaalde letters, schrijf die dan met een tekening erbij op het blaadje dat het kind gebruikt om bij te wijzen. Bijvoorbeeld ‘b’ en schrijf een ‘b’ op het blaadje en teken er een buik bij, of ‘ei’ en ‘ie’: teken een ei bij de letter ‘ei’. Welk woord is weg? Lees een bladzijde uit een boek samen met uw kind (u leest hardop voor en uw kind leest in zichzelf mee). Daarna leest u de bladzijde nog een keer voor, maar u laat uit elke zin een woord weg. Uw kind vult dit woord aan. Op de volgende bladzijde kunt u de rollen eventueel omdraaien. expres fout Lees een stukje voor uit het boek waarin uw kind aan het lezen is. Uw kind leest mee. Maak expres een fout bij het voorlezen en kijk of uw kind de fout ontdekt. om beurten lezen Door om beurten een stukje van het verhaal te lezen geeft u uw kind een goed voorbeeld. Let daarbij vooral op de intonatie. Pas uw leestempo aan het tempo van uw kind aan, anders kan uw kind u niet volgen. Deze vorm van lezen is erg geschikt als uw kind geen vlotte lezer is. interesse in een onderwerp Het kan zijn dat uw kind een voorkeur ontwikkelt voor een bepaald soort boeken. U kunt daarbij aansluiten door in de bibliotheek of boekhandel speciaal te vragen naar boeken over dat onderwerp. 10
even teruglezen Als de boeken die uw kind leest wat dikker worden, leest uw kind ze niet meer in één keer uit. Daarom is het slim om bij het verder lezen in het boek het voorgaande stukje samen nog eens te lezen. Om het geheugen van uw kind op te frissen kunt u ook met uw kind praten over wat het tot dan toe gelezen heeft.
leesspelletjes Woordjes uit een woord Neem een lang woord, bijvoorbeeld van een verpakking: hagelslag, .pindakaas of paneermeel. Maak met de letters van dat woord zoveel mogelijk andere woorden. Schijf die woorden op een blaadje. U kunt dit spel met verschillende personen tegelijk doen. Vergelijk vervolgens alle gevonden woorden met elkaar. Een woord dat door meer dan één persoon is gevonden levert één punt op, een woord dat niemand anders heeft gevonden levert twee punten op. Wie leeft de meeste punten? Welk boekje? Uw kind mag bij dit spelletje niet kijken. U neemt een boekje dat het kind goed kent uit de boekenkast en leest een bladzijde of enkele zinnen voor. Kan uw kind raden welk boekje u heeft gepakt? U kunt ook de naam noemen van een van de personen in het boek en eventueel de plaats waar het verhaal zich afspeelt of een voorwerp dat een belangrijke rol speelt. Uw kind moet dan met behulp van die aanwijzingen de juiste titel raden. Nog een manier waarop u dit spelletje kunt doen, is het kind vragen te laten stellen, waarop u alleen met ja of nee antwoordt. Door een slimme manier van vragen kan uw kind er zo achter komen welk boek u heeft uitgekozen. doorgeven Dit spel is met verschillende personen te spelen en begint met een willekeurig woord, dat op een blaadje geschreven wordt. De eerste speler moet door een letter van het woord te veranderen een nieuw woord bedenken. Dat woord wordt onder het eerste woord geschreven en het blaadje wordt doorgeschoven. De volgende speler bedenkt op dezelfde manier een woord. Hoeveel woorden worden er bedacht? rare zinnen Dit spel is leuk om met verschillende personen te spelen. Elke deelnemer krijgt een reep papier. Daarop schrijft iedereen een naam. Daarna rolt elke speler de reep een stukje op, zodat de naam voor de anderen niet meer leesbaar is. De repen worden doorgegeven aan de buurman. Daarna schrijft iedereen een ‘doe-woord’ op de reep, bijvoorbeeld ‘speelt’, ‘valt’, ‘huilt’. De reep wordt verder opgerold en doorgegeven. Dan schrijft iedereen een woord op dat een plaats aangeeft: ‘in’, ‘op’, ‘aan’, enzovoort. Dan wordt de opgerolde reep doorgegeven en schrijft iedereen er een 11
‘ding’ op. Bijvoorbeeld ‘het huis’, ‘de hond’, ‘de wolk’. Tot slot worden de repen weer doorgegeven en voorgelezen. Welke zin is het grappigst? We wensen u en uw kind veel leuke en leerzame momenten.
12