overzicht lesstof groep 8
algemeen schriftenweekend Twee keer per jaar is er een schriftenweekend. Dan brengen alle leerlingen al hun schriften en mappen met verzamelde werkbladen mee naar huis ter inzage. Na het weekend gaat alles dan weer mee terug naar school. U heeft zo tussendoor enig zicht op het gemaakte werk.
rapport Drie maal per jaar worden de resultaten van de leerlingen op een digitaal rapport weergegeven. Er is dan ook gelegenheid voor een 10-minutengesprek over deze resultaten. Natuurlijk kunt u ook buiten deze 10-minutengesprekken contact hebben met ons. Neem dan ook altijd met ons contact op als u iets wilt vragen of laten weten. Schriftelijk, telefonisch, na schooltijd of door even een afspraakje te maken.
ziekte / verlof Kan uw kind om welke reden dan ook niet naar school komen? Meldt u dit dan altijd zelf telefonisch of schriftelijk. Verlof buiten de vastliggende vrije dagen vraagt u schriftelijk aan bij de directie via een aanvraagformulier.
pauze Tijdens de pauze is er gelegenheid om meegebracht fruit, een gezonde koek en/of drinken te nuttigen. We willen de berg afval, die tijdens de pauze ontstaat, verkleinen. Helpt u ons mee? Dat kan door het drinken en/of eten mee te geven in een plastic beker of flesje.
taal We werken met de methode Taalverhaal. De stof is ingedeeld in 5 blokken van 4 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bestaat uit 8 lessen. Elke oneven les is een leerkrachtgebonden les en tijdens elke even les gaan de leerlingen na een korte instructie zelfstandig aan het werk. Elk hoofdstuk heeft dezelfde opbouw:
Les 1: spreken, luisteren, woordenschat: tekst beluisteren, bespreken van doelwoorden, samenwerkopdracht.
Les 2: spreken, luisteren: opdrachten gericht op verbanden in de tekst.
Les 3: woordenschat en tekst lezen: lezen van een tekst en vragen over woorden maken. Les 4:
woordenschat: opdrachten over de doelwoorden.
Les 5: taalbeschouwing: klassikale les over woord/zinsbouw. 2
Les 6: taalbeschouwing: zelfstandig werken met woord/zinsbouw opdrachten.
Les 7: - stellen: schrijven van teksten, maken van brochures, folders, affiche, etc.
Les 8: woordenschat: opdrachten met andere woorden dan de doelwoorden.
toetsing We toetsen halverwege elk blok (na twee hoofdstukken), na elk blok en verder hebben we twee voortgangstoetsen.
differentiatie Differentiatie bieden we aan door extra opdrachten achter in het boek, ssteropdrachten in het werkschrift, software en kopieerbladen.
spelling We werken met de spellingmethode Taalverhaal. De stof is ingedeeld in 5 blokken van 6 weken. In elk blok worden 8 woordpakketten behandeld. Elke week twee woordpakketten met hetzelfde spellingprobleem. Elke week heeft vier lessen:
Les 1: introductie nieuw woordpakket en bespreking van het spellingprobleem.
Les 2: oefeningen maken
Les 3: nieuw woordpakket met hetzelfde spellingprobleem.
Les 4: herhaling/verdieping met software, kopieerbladen, oefenboek.
We werken met de volgende pictogrammen om een spellingprobleem aan te geven.
toetsing We toetsen door een signaleringsdictee halverwege elk blok en controledictee na elk blok
differentiatie We bieden differentatie aan door software, kopieerbladen en het oefenboek Spelen met Spellen.
3
technisch lezen We werken met de leesmethode Estafette. De leerlingen van groep 8 begeleiden jongere leerlingen (groep 4 en 5) – het tutorlezen.
Bij het werken met Estafette ligt het accent op het aanleren van een goede technische leesvaardigheid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in correct lezen, vlot lezen en vloeiend lezen. Maar daarnaast wordt in de methode ook veel ruimte gegeven aan leesplezier. Kinderen leren allereerst een technische vaardigheid op hoog niveau. En daardoor kunnen ze ook plezier in lezen krijgen of houden, zodat ze in de toekomst gebruik blijven maken van de verworven leesvaardigheid. We gaan kort in op deze verschillende aspecten van leesvaardigheid:
correct lezen Onder “correct lezen” verstaan we het foutloos lezen van woorden, zinnen of teksten. Hiermee wordt niets anders bedoeld dan dat van de leerling verwacht wordt dat hij “leest wat er staat.” Voor het aanleren van een goede technische leesvaardigheid is dit de basis. Zolang een leerling niet in staat is om correct te lezen, heeft het weinig zin om uitgebreid aandacht te besteden aan “vlot lezen” en “vloeiend lezen”.
vlot lezen Met ”vlot lezen” bedoelen we dat een leerling de woorden correct leest en voldoende vlot verloopt. Als een leerling in staat is om correct te lezen, maar daar veel te veel tijd voor nodig heeft, werkt dit belemmerend op het goed kunnen lezen van een tekst. De lezer heeft dan nog te veel aandacht nodig voor het op de juiste verklanken van de tekst. Daardoor kan onvoldoende aandacht besteedt worden aan het in zich opnemen van wat hij leest.
vloeiend lezen Om vloeiend te kunnen lezen, heeft de lezer geen moeite met “correct en vlot lezen.” We spreken van vloeiend lezen, als de lezer een tekst zonder haperingen en met een goede intonatie voorleest. Een goede intonatie is als de lezer zijn intonatie afstemt op de inhoud van de tekst die hij leest. Dat kan alleen als de lezer weinig aandacht nodig heeft voor het correct en het voldoende vlot lezen van de tekst.
4
leesplezier Zorgen dat kinderen plezier beleven aan lezen, is een belangrijke doelstelling in Estafette. Het gaat erom dat leerlingen een goede technische vaardigheid verwerven, zodat dit lezen vrijwel moeiteloos gaat. Zij kunnen ervaren dat je aan lezen plezier kunt beleven. In Estafette wordt hier uitdrukkelijk aandacht aanbesteed. Dit gebeurt met name in de wekelijkse toepassingslessen en in de toepassingsweken die vier keer per jaar kunnen worden in gepland. Belangrijk hierbij is om te laten zien dat wij zelf ook plezier aan lezen beleven. Daarom besteden we aandacht aan boekpromotie, waarbij wordt verteld over boeken waarvan wij hebben genoten. En niet te vergeten; regelmatig wordt ook voorgelezen.
toetsen en controletaken In de loop van een schooljaar worden een aantal keren toetsen en controletaken afgenomen. De leesvaardigheid wordt in kaart gebracht en waarmee we nagaan of de leerlingen de doelen hebben bereikt.
werken met verschillende aanpakken Bij het werken met Estafette zijn twee factoren van groot belang: het aanbieden van leerstof op het juiste niveau en het hanteren van de juiste aanpak bij elke leerling. De verschillende aanpakken spelen een cruciale rol bij de organisatie van het leesonderwijs met Estafette. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een aanpak:
voor risicolezers (aanpak 1); Deze leerlingen krijgen verlengde instructie, meer begeleiding en extra leestijd.
voor methodevolgers ( aanpak 2); Deze leerlingen krijgen een basisinstructie en werken vervolgens zelfstandig.
voor de vlotte lezers ( aanpak 3) ;Deze leerlingen werken zelfstandig in een special werkboek en krijgen veel vrijheid in lezen.
begrijpend lezen We gebruiken Nieuwsbegrip voor begrijpend lezen. Dit is een online-methode waarbij elke week een les begrijpend lezen wordt aangeboden die aansluit bij de actualiteit. Elke week staat er een leesstrategie centraal. De leesstrategieën zijn: voorspellen, ophelderen van onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen, relaties/verwijswoorden, visualiseren. HET HEBBEN VAN LEESPLEZIER is heel belangrijk!
5
rekenen We werken met de rekenmethode Wereld In Getallen (WIG). We hebben deze methode gekozen omdat WIG:
een beproefde rekenmethode is, die voldoet aan alle eisen die overheid en inspectie stellen.
Iedere dag instructie biedt, naast het werken aan de weektaak op je eigen niveau.
Iedere les bestaat voor de helft uit instructie met eventuele verlenging, voor de helft uit zelfstandig werken aan de weektaak.
Iedere les is er extra instructie voor de kinderen met één ster en uitbreiding en verdieping voor kinderen met drie sterren.
Hiervoor zijn de materialen Plusboek en Bijwerkboek, waar de kinderen gebruik van maken.
Bij de methode hoort ook een uitgebreid computerprogramma en een digibordprogramma. Omdat we weten dat deze methode ook voorbereid op de CITO-toetsen “Rekenen en Wiskunde” en het aansluit op het Voortgezet Onderwijs was de keuze niet moeilijk.
We toetsen na ieder blok van 3 of 4 weken, waarna remediëring volgt.
schrijven We werken met de methode Pennenstreken. Daarbij komt ook creatief schrijven aan de beurt. De kinderen schrijven met vulpen.
biologie De methode voor biologie is Leefwereld. Er zijn 5 domeinen (eigen lichaam, planten en dieren, nietlevende natuur, milieu, techniek) met verschillende thema’s. Leefwereld gaat uit van de werkelijkheid. Leefwereld werkt met echte, concrete materialen en levende organismen. De directe schoolomgeving wordt ook zoveel mogelijk gebruikt als bron voor leerstof en activiteiten. Verkennende en onderzoekende activiteiten worden afgewisseld met informatieve en verklarende tekst. Leefwereld gaat uit van de leefwereld van het kind. De leerinhouden zijn ontleend aan de dagelijkse omgeving van de kinderen. In de lessen is er volop ruimte voor hun eigen ervaring en beleving. Leefwereld sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van het kind. De opbouw van de leerinhouden is gefaseerd. In elke fase ligt het accent op een ander facet van de ontwikkeling van het kind: in groep 8 is dit onderzoek en verklaring.
6
jeugd Eerste Hulp A De opleiding is bestemd voor leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs. De Jeugd Eerste Hulp A wordt gegeven aan de hand van en in overeenstemming met de meest recente druk van het boekje Jeugd Eerste Hulp A. Het examen wordt afgenomen door een medisch docent, een instructeur Eerste Hulp of een instructeur Jeugd Eerste Hulp B, aan te zoeken door de organisator van de cursus. De examinator mag niet betrokken zijn geweest bij de opleiding. De eindtermen zijn opgenomen in de Uitvoeringsbepalingen. Het diploma is twee jaar geldig.
aardrijkskunde We werken met de methode Een Wereld Van Verschil. De methode heeft 8 blokken van 4 lessen. We werken met leerkrachtgebonden lessen en zelfstandig werklessen. De lessen 1 en 3 zijn leerkrachtgebonden en de lessen 2 en 4 zelfstandig. Na elk blok volgt een toets. Verder werkt de methode met verbredingvragen (*) en verdiepingsvragen (** of ***). Om te leren oordelen over verschijnselen in de wereld leren kinderen beseffen dat niet alle mensen onder dezelfde omstandigheden leven. Daarom wordt in Een wereld van verschil steeds een vergelijking gemaakt tussen verschijnselen “hier”; en op andere plekken op aarde. Deze benadering loopt door de hele methode heen, van groep 5 tot en met 8. Vanaf groep 5 komen dan ook elk jaardezelfde thema's aan bod: bevolking, kringloop van gesteente, productie, kringloop van het water, verstedelijking, ingrijpen van de mens, politieke aspecten en recreatie. Aan de topografie besteden we aandacht door middel van de methode en extra kopieerbladen.
geschiedenis De kinderen maken kennis met het vak geschiedenis. Vanaf groep 5 werken we met de methode Bij de tijd gewerkt. De methode bestaat uit 6 blokken van 4 lessen, waarna een toetsles volgt. De lessen 1 en 3 zijn leerkrachtgebonden en de lessen 2 en 4 zelfstandig. We willen de kinderen een beeld bijbrengen van het leven van de mensen in verschillende perioden van de geschiedenis.
7
De tijdvakken zijn:
Tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v. C - 500 n.C)
Tijd van de steden en de staten (1000 – 1500)
Tijd van de ontdekkers en hervormers (1500 – 1600)
Tijd van de pruiken en de revoluties (1700 – 1800)
Tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900)
Tijd van televisie en computer (vanaf 1950)
Bij geschiedenis besteden we dit schooljaar extra aandacht aan de Tweede Wereldoorlog. Dit doen we aan de hand van het Vrijheidsproject en de Anne Frankkrant.
verkeer We werken met de methode Wijzer Door Het Verkeer. Wijzer door het verkeer is samen met Veilig Verkeer Nederland ontwikkeld. Door de ROV's (Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid) is deze verkeersmethode als beste keuze bestempeld. De leerstof staat in het teken van oversteken en voorgaan, veilig fietsen, weer en verkeer, borden, Kijk uit!, over het spoor, tekens, wie mag eerst? En verkeer en vervoer. We werken met een boek en een werkschrift. Ook zijn er regelmatig doe-lessen waarbij de kinderen bijv. een verkeerswandeling maken of onderzoeken hoe veilig hun fiets is.
Engels We zijn ons in dit schooljaar aan het oriënteren voor een nieuwe methode Engels. De lessen worden gegeven uit diverse methodes om tot een goede keuze te kunnen komen.
godsdienst/Sova We werken met de methode Hemel En Aarde. Elk jaar komen diverse thema’s aan bod. Ook doen we mee met het vastenproject in samenwerking met de parochie. Als Kanjer-school werken wij het gehele jaar aan het Kanjer-project . Positief gedrag staat hierin centraal . Kinderen leren inzien wat bepaald gedrag betekent voor groepsgenoten. De groep leert ‘negatief’ gedrag te corrigeren en om te buigen naar positief (=kanjer) gedrag.
8
We gaan als Kanjers met elkaar om volgens de afspraken:
We vertrouwen elkaar
We helpen elkaar
Niemand speelt de baas
Niemand lacht uit
Niemand doet zielig
Gesymboliseerd door de petten, wit, zwart, rood en geel.
muziek Sinds eind schooljaar 2013-2014 maken wij voor muziek op school gebruik van de digitale lesomgeving van 123 Zing. 123 Zing biedt elke leerkracht online toegang tot tientallen liedjes voor groep 1 t/m 8, bijpassende lessuggesties, meezingvideo’s en zanglessen. Met behulp van 123 Zing investeert de school in de deskundigheidsbevordering van leerkrachten. In combinatie met de zeer gebruiksvriendelijke digitale lesomgeving ontstaat een stevige basis voor meer muziek.
gymnastiek Twee keer in de week gymmen we in de gymzaal, een spelles en een gymles met oefeningen. Gymkleding en gymschoenen zijn verplicht en een handdoek mag worden meegenomen. Uw kind kan zijn gezicht en voeten afspoelen.
tehatex Onder tehatex verstaan we tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen. De opdrachten sluiten aan bij de tijd van het jaar en/of leerstofgebieden. We werken met verschillende technieken. De nadruk ligt op creatief werken, zodat elk kind zijn unieke werkstuk kan maken. We putten voor onze ideeën en technieken uit de methode Uit De Kunst.
drama Drama moet je niet alleen doen maar ook durven. Drama heet in de Wet op het basisonderwijs ‘spel en bevordering van het taalgebruik’. Bij drama gaat het om een specifieke vorm van spel: dramatisch spel oftewel ‘doen-
9
alsof-spel’. Dat sluit aan bij het doen-alsof-spel dat kinderen spelen. Het vak drama heeft ook raak vlakken met de kunstvormen toneel en theater. Bij drama komen de volgende spelvormen aan bod:
Spelvormen vanuit taal: klankspelen, dialoogspelen, associatiespelen en voordrachtspelen
Spelvormen vanuit beweging: pantomime en tableau
Spelvormen vanuit dramatisch spel: afspreekspelen, inspringspelen, improvisatiespelen, productiespelen en spel met materiaal
Bij de dramalessen gaat het om taal, stem, houding, beweging en mimiek. De kinderen houden dialogen, doen improvisaties of werken met bestaand materiaal. Zo leren ze goed op elkaar in te spelen en samen te werken.
zelfstandig werken In groep 8 wordt net als het vorige schooljaar gewerkt met een weektaak. Veel lesstof verwerken de kinderen zelfstandig. Ze krijgen in het begin van de week een instructieles en in dezelfde week gaan ze dan proberen om die informatie toe te passen in een zelfstandige werkopdracht. Door deze manier van werken geven we de kinderen de kans om op eigen niveau en tempo te werken. De leerkracht heeft nu ook de gelegenheid om individueel met kinderen te werken. Veel van het werk wordt door de kinderen zelf gecontroleerd. De volgende leerstofgebieden komen aan de orde: lezen, spelling, rekenen, schrijven, geschiedenis, aardrijkskunde, computervaardigheden en techniek. Iedere middag beginnen we met zelfstandig werken. Dit duurt dan 2x 30 minuten.
10