HEARTSTART XL+
SCHERM DEFIBRILLATOR
OVERZICHT APPARAAT USB-poort Therapieknop AED
Off Uit Monitor
Display Kies energie
Laden-knop
Pacemaker
Sync
Knop Lead Select
Charge Laden
Schok Shock
Schok-knop Softkeys (4)
Batterijindi Alarmpauzecaties knop
Sync-knop
Knop NavigatieMarkeer Rapporten knoppen voorvalKnop knop Afdrukken
Therapiepoort ECG-poort SpO2-poort NiBD-poort
Printerklep en vergrendeling Menukeu zetoets
Overzicht apparaat
Indicator Klaar voor gebruik
Knop Type patiënt
HEARTSTART XL+
Klaar voor gebruik
Indicator Klaar voor gebruik De indicator Klaar voor gebruik, aan de rechterkant op het handvat van het apparaat, geeft aan of het apparaat klaar is om een schok toe te dienen. Knipperende zandloper
Defibrilleren, pacen en ECG-functies zijn klaar voor gebruik. Er is voldoende batterijcapaciteit beschikbaar.
Knipperende rode "X" met herhalend geluidssignaal
De batterij is bijna leeg en wordt niet opgeladen of er is geen batterij geïnstalleerd en het apparaat werkt alleen op netvoeding.
Knipperende rode "X" zonder herhalend geluidssignaal
De batterij is bijna leeg, maar wordt momenteel opgeladen. Het apparaat kan worden gebruikt, maar de gebruiksduur is beperkt.
Rode "X" met herhalend geluidssignaal
Er is een fout gedetecteerd die defibrilleren, pacen of ECG-opname zou kunnen verhinderen.
Rode “X” zonder herhalend geluidssignaal
Geen netvoeding beschikbaar of het apparaat kan niet worden ingeschakeld. Als de indicator, nadat de netvoeding weer is hersteld, terugkeert als een knipperende zwarte zandloper, is het apparaat weer klaar voor gebruik.
453564090871 Editie 1 Juni 2011
HEARTSTART XL+
SCHERM DEFIBRILLATOR
Alarmen Berichten alarmscherm Alarmen aan Er wordt niets weergegeven op het scherm. Visuele instructies en geluidsinstructies zijn ingeschakeld. Alarm audio gepauzeerd
Alarmen uit
Alleen de visuele instructies zijn ingeschakeld.
Audio uit Alarmen uit
Zowel de geluidsinstructies als de visuele instructies zijn uitgeschakeld voor een bepaalde periode.
Alarmgrenzen aanpassen De alarmgrenzen zijn vooraf ingesteld op de HeartStart XL+. Dit is gebaseerd op de configuratie en het patiënttype. Als alarmen zijn ingeschakeld, zijn de alarmgrenzen zichtbaar naast de gemeten waarde.
➜ Een alarmgrensinstelling aanpassen: 1. Druk op de menukeuzetoets
.
2. Kies Metingen/alarmen en druk op de menukeuzetoets. 3. Kies de gewenste parameter en druk op de menukeuzetoets. 4. Kies de (parameter)-grenzen en druk op de menukeuzetoets. 5. Druk op de bovenste navigatieknop om de grens te verhogen. Druk op de onderste navigatieknop om de grens te verlagen.
OPMERKING: Houd de navigatieknop ingedrukt om het scrollen te versnellen. Laat de knop los om te stoppen.
Alarmen
Alarm Audio uit
Alleen de visuele instructies zijn ingeschakeld als het geluidsalarm is gepauzeerd. Als het tijdkader voorbij is, zijn zowel de geluidsinstructies als de visuele instructies ingeschakeld.
Audio pauzeren
HEARTSTART XL+ CURVEN SELECTEREN Curvesector 1 - alleen primair ECG
Curven selecteren
Als u de HeartStart XL+ voor de eerste keer inschakelt, zoekt het apparaat naar de standaard primaire ECG-afleiding die is geselecteerd tijdens de configuratie (fabriekstandaardconfiguratie is afleiding II). Als de standaardafleiding niet beschikbaar is, zoekt de HeartStart XL+ automatisch naar de volgende beschikbare afleiding. Zodra het apparaat een beschikbare afleiding vindt, wordt deze in Curvesector 1 weergegeven. Om de curve te wijzigen, drukt u meerdere keren op de knop Lead Select om door de beschikbare curven te scrollen.
Curvesectoren 2 en 3 Curven in deze sectoren worden gewijzigd door middel van een menu.
➜ Het menu Getoonde curven openen: 1. Druk op de menukeuzetoets
.
2. Selecteer Getoonde curven en druk op de menukeuzetoets. 3. Selecteer de curvesector die u wilt wijzigen en druk op de menukeuzetoets. 4. Selecteer de nieuwe curve en druk op de menukeuzetoets. 5. Selecteer, indien nodig, de juiste ECG-curvegrootte (vergroten) en druk dan op de menukeuzetoets. OPMERKING: Als u de ECG-curvegrootte voor een bepaalde afleiding selecteert, wordt dit overal bij de betreffende afleiding aangepast. Het aanpassen van de ECG-curvegrootte op het scherm heeft geen gevolgen voor het ECG-signaal dat wordt gebruikt voor de aritmiebewaking in curvesector 1.
453564090871 Editie 1 Juli 2011
HEARTSTART XL+
SCHERM DEFIBRILLATOR
AED-MODUS - Stappen voor defibrillatie
1 - Plaats de elektroden op het apparaat en op de patiënt en draai de therapieknop naar AED. De HeartStart XL+ kondigt het huidig ingestelde patiënttype aan. Gebruik de knop Type patiënt
om van type patiënt te wisselen.
– Gebruik Volwassene als de patiënten ≥ 25 kg wegen en ≥ 8 jaar zijn. – Gebruik Baby/kind als de patiënten < 25 kg wegen of < 8 jaar zijn. – Het patiënttype Neonataal wordt niet ondersteund in de AED-modus.
2 - Volg de gesproken prompts en schermmeldingen. – Als de toediening van een schok wordt geadviseerd, laadt HeartStart XL+ automatisch op. – Als er geen toediening van een schok wordt geadviseerd gaat het apparaat door met de analyse of pauzeert zodat u de patiënt kunt helpen. Dit hangt af van de eerder door u ingestelde configuratie.
3 - Druk op de oranje knop Schok, zodra dit aangegeven wordt. Shock Schok
AED
Het apparaat analyseert de ECG en bepaalt of er een schok toegediend moet worden.
HEARTSTART XL+ HANDMATIGE DEFIBRILLATIE Stappen voor defibrillatie Doe het volgende nadat u de elektroden/paddles op het apparaat en de patiënt hebt geplaatst:
1 - Gebruik de therapieknop om de hoeveelheid energie te selecteren. 2 - Druk op de gele knop Laden. – Paddles: druk op de knop Laden op de apex paddle.
Manueel defibrilleren
– Elektroden: druk op de knop Laden op de voorzijde van de defibrillator.
3 - Druk op de oranje knop Schok. – Paddles: druk tegelijkertijd op de Schokknoppen op de paddles. – Elektroden: druk op de knop Schok op de voorzijde van de defibrillator.
Druk op de softkey [Laden annuleren] om de geladen defibrillator te ontladen. 453564090871 Editie 1 Juli 2011
HEARTSTART XL+
SCHERM DEFIBRILLATOR
GESYNCHRONISEERDE CARDIOVERSIE - Elektroden gebruiken 1. Plaats de elektroden en desgewenst de bewakingselektroden op de patiënt. 2. Stel de therapieknop in op Monitor en druk op de Sync-knop. 3. Bevestig dat de Sync-knop oplicht, dat de Sync-indicator aanwezig is en de tekens voor R-top alleen weergegeven worden bij een R-top. 4. Draai de therapieknop in de gewenste energiestand. 5. Druk op de gele knop Laden.
U kunt het geselecteerde energieniveau op elk gewenst moment verhogen of verlagen tijdens het laden of erna door de therapieknop naar het gewenste energieniveau te draaien. Wacht tot het gekozen energieniveau is bereikt voordat u verder gaat. 6. Als de defibrillator het gekozen energieniveau heeft bereikt, dient u ervoor te zorgen dat niemand de patiënt aanraakt of objecten die in verbinding staan met de patiënt. Roep luid en duidelijk “NIET AANRAKEN”. 7. Controleer de ECG van de patiënt en bevestig vervolgens opnieuw de hoeveelheid energie en de curve. Houd de knop Schok op de HeartStart XL+ ingedrukt. Het is belangrijk om de knop Schok ingedrukt te houden totdat de schok is toegediend. De defibrillator dient een schok toe bij de volgende gedetecteerde R-top. Als de schok eenmaal is toegediend, dient u de Schokknop los te laten De schokteller wordt verhoogd met één.
OPMERKING: Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van de HeartStart XL+ voor specifieke instructies met betrekking tot gesynchroniseerde cardioversie met externe paddles.
Gesynchroniseer de cardioversie
Druk op de softkey [Laden annuleren] om de defibrillator te ontladen.
HEARTSTART XL+ Niet-invasieve pacingtherapie ➜ In de modus Vragen pacen: 1. Bevestig de multifunctionele elektrodepads en ECG-afleidingen. 2. Draai de therapieknop uit de stand Pacemaker en druk op de knop Lead Select om de afleiding te selecteren die de R-top weergeeft die het best detecteerbaar is. 3. Controleer of er boven of op de R-top van de ECG-curve witte pijlen worden weergeven. 4. Druk op de softkey [Frequent.] om de pacerfrequentie te selecteren. 5. Druk op de softkey [Output] om de pacer output aan te passen. 6. Druk op [Pacen starten] en controleer of er witte pacingtekens worden weergegeven of dat er op de R-top van de ECG-curve witte pijlen worden weergeven. 7. Druk op de softkey [Output]. Gebruik het bovenste gedeelte om de output te verhogen totdat het niveau wordt bereikt. Gebruik het onderste gedeelte om de output te verlagen naar het laagst mogelijke niveau.
➜ In de Vaste modus pacen: 1. Bevestig de multifunctionele elektrodepads. 2. Draai de therapieknop in de stand Pacemaker. 3. Druk op de menukeuzeknop en selecteer Pacemakermodus. 4. Druk op de menukeuzeknop, selecteer Vast en druk nogmaals op de menukeuzeknop. 5. Druk op de knop Lead Select om de afleiding te selecteren die het meest geschikt is voor weergave, als er één beschikbaar is. 6. Volg de stappen 3-6 hierboven voor pacen in de modus Vragen.
Niet-invasieve pacingtherapie
➜ Om te stoppen met pacen doet u het volgende: Druk op de softkey [Pacen pauzeren] en selecteer Ja, zodra dit wordt aangegeven om uw actie te bevestigen. OF draai de therapieknop uit de stand Pacemaker. 453564090871 Editie 1 Juli 2011
HEARTSTART XL+
SCHERM DEFIBRILLATOR
WEKELIJKSE SCHOKTEST Wekelijkse schoktest
Naast de automatische tests dient u de HeartStart XL+ te controleren of deze in staat is te defibrilleren door een wekelijkse schoktest uit te voeren. ➜ De wekelijkse schoktest uitvoeren 1. Als u elektroden gebruikt, dient u de testplug (of testbelasting) van de defibrillator op de therapiekabel te plaatsen/in te schakelen. Als u paddles gebruikt, dient u te controleren of de paddles in de tray zitten en te bevestigen dat de indicatoren voor Patiëntcontact niet branden. Als u externe paddles gebruikt en over de optie Pacing beschikt, dient u de functionaliteit van de pads te bevestigen door een functionele controle uit te voeren. 2. Draai de therapieknop naar 150 J. 3. Druk op de knop Laden. De strook wordt afgedrukt als het apparaat daartoe is geconfigureerd. Als de strook niet direct wordt afgedrukt, drukt u op de knop Afdrukken. 4. Druk op de Schok-knop. 5. Bij gebruik van: Elektroden met een testbelasting – Bevestig op de strook dat het resultaat OK is en dat het energieniveau is ingesteld op 150 J, ± 15 J. Koppel de testbelasting los. Als u vooraf aangesloten elektroden gebruikt, dient u deze weer terug te plaatsen. Test voltooid. Elektroden met een testplug – Bevestig dat u een bericht hebt ontvangen met de tekst Schok afgebroken en dat de strook aangeeft dat de defibrillatietest is geslaagd. Verwijder de testplug. Als u vooraf aangesloten elektroden gebruikt, dient u deze weer terug te plaatsen. Test voltooid. Paddles – Bevestig op de strook dat het resultaat OK is en dat het energieniveau is ingesteld op 150 J, ± 15 J. Test voltooid. OPMERKING: Als het apparaat niet naar behoren werkt, gebruik het dan niet en waarschuw een technicus.
HEARTSTART XL+
Functionele controle
FUNCTIONELE CONTROLE Functionele controles vormen een aanvulling op de automatische tests door controle van therapiekabels, de ECG-kabel, de paddles, de geluidsfuncties, de laad- en schokknoppen en de functionaliteit voor afgifte van defibrillatie- en pacingtherapie. Voordat u een Functionele controle uitvoert, dient u ervoor te zorgen dat er een geladen batterij is geplaatst en dat er een ECG-kabel is aangesloten. ➜ Een Functionele controle uitvoeren 1. Draai de therapieknop naar Monitor en druk op de menukeuzetoets . 2. Selecteer Overig en druk op de menukeuzeknop 3. Kies Functionele controle en druk op de menukeuzetoets. 4. Selecteer Func.contr uitvoeren, druk op de menukeuzetoets en bevestig dat u de klinische modus verlaat. 5. Volg de berichten op het scherm om de Functionele controle te voltooien. Als u de instellingen voor een Functionele controle eenmaal hebt ingesteld worden de controles automatisch uitgevoerd. OPMERKING: Als de HeartStart XL+ niet correct is ingesteld, geeft het scherm aan dat u de vereiste wijzigingen moet uitvoeren voor een succesvolle Functionele controle. U dient de therapieknop in te stellen op 170 J om een Functionele controle te starten. Als de controle begint, dient u zodra dit wordt aangeven de knop terug te zetten naar 150 J. Als u ervoor kiest om door te gaan zonder de juiste instellingen, kan de Functionele controle mislukken.
453564090871 Editie 1 Juli 2011 De gebruiksaanwijzing van het apparaat bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Deze beknopte gids is niet bedoeld als vervanging van de gebruiksaanwijzing. U dient bekend te zijn met de informatie in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
*453564090871* *1*