Bijlage rollend jaarverslag 2012
Overzicht activiteiten beleids-, bewegings- en doelgroepenwerking downloaden via www.bondbeterleefmilieu.be > over ons > werkingsverslagen > 2012
Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw koepel van 145 Vlaamse milieuverenigingen
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
Inhoudstafel Inhoudstafel..................................................................................................................... 2 1. Bewegingswerking .................................................................................................. 7 1.1. Overleg................................................................................................................... 7 1.1.1 Regionaal Beraad.................................................................................................. 7 1.1.2 Open en thematische overlegfora............................................................................ 8 1.1.3 Overleg sectoruitdagingen ..................................................................................... 9 1.1.4 Overleg met koepelverenigingen............................................................................. 9 1.2. Vorming en begeleiding........................................................................................ 10 1.2.1 Vorming en begeleiding organisatieontwikkeling ......................................................10 1.2.2 Inhoudelijke vorming milieubeleid..........................................................................14 1.2.3 Ondersteuning lokaal milieu- en natuurbeleid ..........................................................15 1.3. Bewegingscampagnes .......................................................................................... 16 1.3.1 Op maat van lokale en regionale verenigingen.........................................................16 1.4. Kenniscentrum en communicatie.......................................................................... 17 1.4.1 Instrumenten organisatieontwikkeling ....................................................................17 1.4.2 Wetgeving (vzw, vrijwilligers, arbeid) en subsidies...................................................18 1.4.3 Ledencommunicatie .............................................................................................19 1.5. Belangenbehartiging ............................................................................................ 21 2. Communicatie........................................................................................................ 23 2.1 BBL in externe media ............................................................................................ 23 2.2 BBL en eigen websites........................................................................................... 23 2.3 BBL en nieuwsbrieven ........................................................................................... 24 2.4 BBL en sociale media............................................................................................. 24 2.5 Archiefopbouw van de milieubeweging via samenwerking met Amsab ................. 25 3. Inhoudelijke activiteiten: beleid- en doelgroepenwerking.......................................... 26 3.1 Duurzame ontwikkeling......................................................................................... 27 3.1.1 Mondiaal.............................................................................................................29 3.1.2 Europees ............................................................................................................29 3.1.2.1 EU2020-strategie moet ‘slim, duurzaam en inclusief’ zijn en blijven .....................30 3.1.3 Federaal .............................................................................................................30 3.1.3.1. Ontwikkelen van een lange termijn visie op DO (nieuw) .....................................31 3.1.4 Vlaams ...............................................................................................................31 3.1.4.1 ‘Vlaanderen in Actie’ helpen evolueren tot een volwaardige dynamiek van Duurzame Ontwikkeling in Vlaanderen ........................................................................................32 3.1.4.2 De dynamiek van het Pact2020 onderhouden en sturen ......................................33 3.1.4.3 Mee de motor vormen voor het transitienetwerk Middenveld (nieuw) ...................33 3.1.5 Lokaal ................................................................................................................34 3.1.5.1. Lokale Agenda 21 in Leuven zichtbaar houden via concrete en succesvolle activiteiten op het terrein...........................................................................................34 3.1.5.2 Verzelfstandiging van het Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg dat bouwbedrijven en bouwactoren aanmoedigt om duurzaam bouwen in de praktijk te brengen...................34 3.1.5.3. ondersteuning van het Vlaams Netwerk van provinciale steunpunten duurzaam bouwen....................................................................................................................35 3.1.5.4. Inspiratiedag voor lokale besturen over ecovillages/duurzame wijken..................36 3.2 Doelgroepenbeleid ................................................................................................ 36 3.2.1 Milieu & politiek ...................................................................................................36 3.2.1.1 Het milieubeleid van de Vlaamse regering evalueren ..........................................37 3.2.1.2 Het milieubeleid van de federale regering opvolgen............................................38 3.2.2 Milieu & bedrijf ....................................................................................................38 3.2.2.1 Onderhouden van actieve dialoog met bedrijfsfederaties en -koepels. ..................39 3.2.3 Milieu & landbouw................................................................................................39 3.2.3.1 IJveren voor een transitie naar duurzame landbouw en voeding...........................40 3.2.3.2 IJveren voor oplossingen die de nitraatvervuiling van het Vlaamse oppervlakte- en grondwater terugdringen ...........................................................................................41
2
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 3.2.3.3 Genetisch gemodificeerde organismen..............................................................41 3.2.3.4 Erover waken dat de middelen van het Vlaams programma voor plattelandsontwikkeling de milieu- en natuurdoelstellingen ten goede komen ...................42 3.2.3.5 Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid ....................................................42 3.2.4 Milieu & burger ....................................................................................................43 3.2.4.1 Verdrag van Aarhus: naar een aangepast wettelijk kader, zodat verenigingen hun doelstellingen ook via gerechtelijke weg kunnen afdwingen ............................................43 3.2.4.2 Versnelling investeringsprojecten: vroegere en betere inspraakmogelijkheden in milieu- en ruimtelijke ordeningsdossiers ......................................................................44 4.2.4.3 Interne staatshervorming: aandacht voor democratisch functioneren, transparantie, efficiëntie en effectiviteit ............................................................................................45 3.2.5 Milieu en consument ............................................................................................45 3.2.5.1 www.milieukoopwijzer.be verstrekt milieuadvies voor aankoopverantwoordelijken en begeleidt leveranciers naar een groener productaanbod.................................................46 3.2.5.2 Groene Sleutel: ecolabel voor toerisme en recreatie ...........................................46 3.2.5.3 Blauwe vlag: ecolabel voor kuststranden, zwemvijvers, jachthavens en individuele booteigenaars...........................................................................................................47 3.2.5.4 The Big Jump van duizenden mensen in tientallen kanalen en rivieren in Vlaanderen ..............................................................................................................................48 3.2.5.5 Lokale besturen aanzetten tot milieuverantwoord aankoopbeleid .........................48 3.2.5.6. Van Hebben naar Delen : stappen naar een materiaalextensieve economie ..........49 3.3. De gereedschapskist – milieubeleidsinstrumenten ............................................... 50 3.3.1. Vergroening fiscaliteit..........................................................................................50 3.4 Thema’s................................................................................................................. 51 3.4.1. Milieu & ruimte ...................................................................................................51 3.4.1.1 Uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1): stedelijke gebieden en bedrijvenzones .........................................................................................................52 3.4.1.2 Uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (2): AGNAS – Afbakening natuurlijke en agrarische structuur ..............................................................................................53 3.4.1.3 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen: voorstellen formuleren voor de herziening van het RSV.........................................................................................................................54 3.4.1.4 Woonbeleidsplan Vlaanderen (nieuw) ..............................................................54 3.4.1.5 Strategische havenplannen en afbakeningsplannen voor havens met aandacht voor economische inbreiding, ruimte voor leefbare woonkernen en natuurbehoud ....................55 3.4.2. Duurzame productie en consumptie - duurzaam materialenbeheer............................56 3.4.2.1. Opvolgen van de beleidsinitiatieven inzake geïntegreerd productbeleid................57 3.4.2.2 Inspelen op beleidsontwikkelingen met het oog op een duurzaam materialenbeheer ..............................................................................................................................58 3.4.2.3 Bedrijfsafvalstoffen ........................................................................................58 3.4.2.4 Huishoudelijke afvalstoffen..............................................................................58 3.4.2.5 Afvalverbrandingsinstallaties ...........................................................................59 3.4.2.6. Kwalitatieve en kwantitatieve pesticidenreductie blijven nastreven.....................59 3.4.2.7 Strategische advisering Limburg.net.................................................................60 3.4.3 Transport en mobiliteit .........................................................................................60 3.4.3.1 Beleidsvoorstellen formuleren voor een luchthavenbeleid dat rekening houdt met de draagkracht van de omgeving.....................................................................................62 3.4.3.2 Naar een rationele oplossing voor congestieproblemen ......................................62 3.4.3.3. Elektrische mobiliteit als hefboom tot duurzame mobiliteit .................................63 3.4.3.4 transportfiscaliteit die stuurt naar duurzame mobiliteit .......................................64 3.4.3.5. Biobrandstoffen ............................................................................................65 3.4.3.6 Mobimix: platform efficiënt vlootbeheer en eco-driving .......................................65 3.4.3.7 Met Belgerinkel naar de Winkel: meer dan honderdduizend klanten kiezen bewust voor de fiets .............................................................................................................66 3.4.3.8 Cycle Chic .....................................................................................................67 3.4.3.9. Ik kyoto: honderden werkgevers stimuleren hun werknemers om duurzaam naar het werk te pendelen.................................................................................................68
3
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 3.4.3.10 Mobiliteitsbudget Werkt!: proefproject onderzoekt alternatieven voor de bedrijfswagen (nieuw) ...............................................................................................68 3.4.3.11 Expeditie Duurzame Mobiliteit........................................................................69 3.4.4 Klimaat & Energie ................................................................................................70 3.4.4.1 Naar een ambitieuzer Europees klimaatbeleid....................................................70 3.4.4.2. Opvolgen en adviseren van het Belgische en Vlaamse klimaatbeleid ....................71 3.4.4.3 Garanderen van het behoud van de kernuitstap .................................................71 3.4.4.4 Opvolgen en adviseren van het actieplan hernieuwbare energie (nieuw) ...............72 3.4.4.5 Opvolgen en adviseren bij de uitbouw van een slim elektriciteitnetwerk (nieuw) ....73 3.4.4.6 Biomassa duurzaam! ......................................................................................74 3.4.4.7 Scarabee: lokaal sluiten van biomassastromen in Vlaamse bio-energiedorpen of regio’s. ....................................................................................................................75 3.4.4.8 Mijngaswinning in Limburg (nieuw) ..................................................................75 3.4.4.9 Pleiten voor een ambitieus Europees energiebesparingsbeleid .............................76 3.4.4.10 Inzetten op een ambitieus Belgische en Vlaams energiebesparingsbeleid ............77 3.4.4.11 Omslag naar een energiezuinigere industrie (nieuw).........................................77 3.4.4.12 De krachten bundelen tegen energiearmoede ..................................................78 3.4.4.13 Strategische advisering van de netbeheerder Infrax .........................................78 3.4.4.14 Ecobouwers: onafhankelijke informatie over duurzaam bouwen door milieubewuste bouwheren ...............................................................................................................79 3.4.4.15. Ecobouwers Basis stimuleert de drie essentiële ingrepen om energie te sparen...79 3.4.4.16 Gemeenten maken werk van lokaal klimaatbeleid: BBL zet in op de Covenant of Mayors ....................................................................................................................80 3.4.4.17 Energiejacht: gegarandeerde energiebesparing................................................81 3.4.4.18 Energiekampioen: welke gemeente scoort best rond hernieuwbare energie? (nieuw) ..............................................................................................................................82 3.4.4.19 Topten website toont de zuinigste toestellen ...................................................82 3.4.4.20 Energy neighbourhoods2...............................................................................83 3.4.5 Hinder ................................................................................................................83 3.4.5.1 Werken op de doorwerking van de Europese richtlijn geluid ................................84 3.4.5.2 Nacht van de Duisternis: gemeenten sensibiliseren m.b.t. duurzame, energiezuinige en milieuvriendelijke verlichting..................................................................................84 3.4.6 Water.................................................................................................................86 3.4.6.1 Beleid integraal waterbeheer: kwalitatieve en tijdige implementatie kaderrichtlijn water in Vlaanderen ..................................................................................................86 3.4.6.2 Afvalwaterbehandeling: volledige zuivering Vlaams huishoudelijk afvalwater .........86 3.4.6.3. Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium: waken over de tijdige en kwalitatieve uitvoering van natuur- en veiligheidsprojecten..............................................................87 3.4.7. Milieu & Gezondheid............................................................................................88 3.4.7.1. Beleidsvoorstellen uitwerken voor een gedegen wettelijk kader tegen verzurende uitstoot, fijn stof en ozonpieken ..................................................................................89 4. Externe vertegenwoordiging van BBL .................................................................... 90 4.1 BBL als gesprekspartner in advies- en overlegorganen ......................................... 90 VLAANDEREN...............................................................................................................90 4.1.1 Minaraad – Strategische adviesraad .......................................................................90 4.1.2 Strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed ...........................91 4.1.3 Mobiliteitsraad Vlaanderen – strategische adviesraad ...............................................92 4.1.4 Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij – Strategische adviesraad ...................92 4.1.5 Technische werkgroep Nutriënten ..........................................................................93 4.1.6 SIGMA-plan: klankbordgroep en werkgroepen .........................................................93 4.1.7 Vlaamse Luchthavencommissie (VLC) .....................................................................93 4.1.8 De transitiearena Duurzaam materialenbeheer, PlanC ..............................................94 4.1.9 Overlegplatform Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Huishoudelijke Afvalstoffen ..........94 4.1.10 overlegplatform bouwmaterialen..........................................................................95 FEDERAAL ...................................................................................................................95 4.1.11 Federale Raad Duurzame Ontwikkeling .................................................................95 4.1.12 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) ......................96
4
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 4.1.13 Technisch Comité voor de flexibele mechanismen ..................................................96 4.1.14 Adviesgroep pesticiden .......................................................................................97 4.1.15 Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen...............................................................................................................97 PROVINCIAAL ..............................................................................................................98 4.1.16 Provinciale en gemeentelijke commissies ruimtelijke ordening .................................98 4.1.17 Overlegcommissies luchthavens Zaventem en Deurne ............................................98 4.1.18 Stuurgroep Gentse Kanaalzone (“Subregionaal Overleg”) ........................................99 4.1.19 Centraal Netwerk Antwerpse haven (nieuw) ..........................................................99 4.2 BBL binnen de Belgische en internationale milieubeweging ................................ 100 BELGIË ..................................................................................................................... 100 4.2.1 Vier (gewestelijke) milieufederaties als coördinatieorgaan inzake federale en intergewestelijke milieudossiers en belendende beleidsdomeinen ........................................... 100 4.2.2. Klimaatcoalitie.................................................................................................. 101 4.2.3 Trage Wegen vzw, samenwerken rond buurtwegen met diverse sectoren uit het Vlaamse middenveld ............................................................................................................... 101 EUROPEES................................................................................................................. 102 4.2.4 Climate Action Network Europe, onze Europese koepelvereniging inzake klimaat en energie ..................................................................................................................... 102 4.2.5 Transport and Environment (T&E), onze Europese koepelvereniging inzake Europees transportbeleid .......................................................................................................... 103 4.2.6 European Environmental Bureau (EEB), onze Europese koepelvereniging inzake opvolging en beïnvloeding van het globale Europese leefmilieubeleid................................ 103 4.2.7 European environmental citizens organisation in standardisation (ECOS) .................. 104 4.2.8 Pesticides action network Europe (PAN Europe) ..................................................... 104 4.2.9 Grenzeloze Schelde vzw...................................................................................... 105 INTERNATIONAAL ...................................................................................................... 105 4.2.10 International Foundation for Environmental Education (FEE) in Vlaanderen drager van de campagnes Groene Sleutel, Blauwe Vlag, logo 3 Groene School en LEAF....................... 105 4.3 Deelname in niet-gouvernementele netwerken buiten de milieubeweging.......... 106 4.3.1 Verenigde Verenigingen (en Samen vzw), het brede samenwerkingsverband van het Vlaamse middenveld .................................................................................................. 106 4.3.2 Arbeid en Milieu vzw, samenwerken met vakbonden .............................................. 107 4.3.3 Komimo – Netwerk duurzame mobiliteit ............................................................... 107 4.3.4 Netwerk Bewust Verbruiken (NBV), samenwerken met consumentenorganisaties....... 108
5
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
Deze ‘activiteitenbijlage’ is een annex van het ‘rollend meerjarenverslag 2012’ van Bond Beter Leefmilieu. Beide documenten kunnen elektronisch afgehaald worden via www.bblv.be > over ons > jaarverslagen > 2012 De ‘activiteitenbijlage kwam tot stand dankzij de medewerking van: Bea Lootens; Benedicte Swennen; Benjamin Clarysse; Bernard Govaert; Bram Dousselaere; Corinna Schäke; Danny Jacobs; Dries Vleugels; Emma Denorme; Erik Grietens; Geert Jespers; Gerda de Laat; Jan Vanhee; Jeroen Gillabel; Jessika De Lille; Johan Niemegeers; Jouri Naessens; Jurgen Naets; Katleen Deruytter; Kris Van Rossem; Kristel Maasen; Lieze Cloots; Marc Steens; Mathias Bienstman; Michiel Heyvaert; Mike Desmet; Miriam Van Loon; Nicolas De Baere; Roel Vanderbeuren; Sara Van Dyck; Sarah Vandenbroucke; Sirka Lüdtke; Stefaan Claeys; Stefaan D'Hauwers; Stefan Vanthuyne; Tine Claus; Yanti Ehrentraut Redactie : Lieze Cloots en Stefaan Claeys Eindredactie: Danny Jacobs © BBL vzw, 28 maart 2012
6
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
1. Bewegingswerking 1.1. Overleg 1.1.1 Regionaal Beraad Strategische doelstelling: Uitwisseling van informatie en bevordering van onderlinge betrokkenheid en afstemming tussen de regionale verenigingen onderling en tussen hen en Natuurpunt en BBL. Deze informatiedoorstroming en afstemming over beleidsthema’s en dossiers leidt tot een betere beleidswerking, zowel op verenigings- als sectorniveau. Operationele doelstelling: Zesmaandelijks nodigen BBL en Natuurpunt de 25 regionale verenigingen en provinciale koepels uit op een “regionaal beraad”, bij wijze van structureel contactpatroon tussen regionale verenigingen en de koepel. Activiteiten: Organisatie van minimaal twee bijeenkomsten per jaar (één in het voorjaar en één in het najaar) met professionals en vrijwilligers van de regionale verenigingen en provinciale koepels. Op de agenda van het Regionaal Beraad staan voornamelijk inhoudelijke als ook bewegingsgerichte punten. Op de vergadering in het najaar worden steeds de beleidsprioriteiten uit de werkingsprogramma’s van BBL/Natuurpunt en de regionale organisaties geagendeerd. Verantwoordelijke intern: Danny Jacobs en Yanti Ehrentraut. Type activiteit: ondersteunen van aangesloten regionale verenigingen en provinciale koepels, informatie uitwisseling Type financiering: subsidies houdende erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Partners: Natuurpunt, regionale verenigingen, provinciale koepels en streekgebonden verenigingen actief in de stadsgewesten aangesloten bij BBL Vlaanderen vzw Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: minstens twee bijeenkomsten per jaar Verslag: Het Regionaal Beraad kwam samen in het voorjaar en in het najaar. Een belangrijk punt was de onzekere toekomst van de milieuraden en wat de milieubeweging kan ondernemen om lokaal te werken aan het voortbestaan van een milieuraad. Datum 08/03
Soort bijeenkomst (begeleider) Regionaal Beraad
Inhoud -
Opvolging vorig regionaal beraad Subidiëring van de natuur- en milieusector Lange termijn visie Omgevingsvergunning Exit lokale milieuraden vanaf 2013? Campagnes 2012 Acties rond lokale verkiezingen 2012 en andere speerpunten Varia
7
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 22/11
Regionaal Beraad
-
Evaluatie van de instrumenten van natuur- en bosbeleid i.f.v. instandhoudingsdoelstellingen Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Lokaal milieubeleid en de verkiezingen Klimaatbeleid Campagnekalender en jaarprogramma 2013 Pesticidenplan Transitienetwerk en Ronde van Vlaanderen – 10 min Varia
1.1.2 Open en thematische overlegfora Strategische doelstelling: Stimuleren van intervisie, kennisopbouw, netwerking en frontvorming met lidverenigingen rond de drie inhoudelijke sporen van BBL en eventueel andere milieubeleidthema’s die leven bij onze achterban (en actiegroepen). Dit moet leiden tot een sterkere beleids- en projectwerking, zowel op vereniging- als sectorniveau. Operationele doelstelling: Organiseren van open en thematische overlegfora rond de drie inhoudelijke sporen van BBL: ruimtelijke ordening, klimaat, energie en duurzaam materialenbeheer. Opzet van deze fora is intervisie, overleg en gezamenlijke beleidsacties of projecten met onze lidverenigingen (en actiegroepen) faciliteren. Activiteiten: 1. meewerken aan het betrekken van lidverenigingen bij het visietraject 2020-2050 van de milieubeweging. 2. meewerken aan de organisatie van overlegfora rond duurzaam materiaalbeheer (in uitvoering van gelijknamig beleidsproject), Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (opvolger RSV), klimaat/energie, transitiethema’s en overige relevante beleidsthema’s 3. meewerken aan de organisatie van lunchcauserieën over onderwerpen die onze lidverenigingen aanbelangen. 4. organisatie van thematische provinciale overlegfora in provincies waar geen provinciale koepels actief zijn en op vraag van lidverenigingen actief in deze provincies Verantwoordelijke intern: betrokken beleids- en projectmedewerkers en Nicolas De Baere Type activiteit: ondersteunen van aangesloten verenigingen (en actiegroepen) Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Partners: betrokken lidorganisaties en actiegroepen Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold, maar gewijzigd Timing: permanent en op aanvraag Verslag: In het kader van het visietraject 2020-2050 van de milieubeweging werden in het voorjaar specialisten en strategische denkers uit de lidverenigingen uitgenodigd voor expertgroep- en focusgroepbijeenkomsten. Daarnaast werd ook een breder G700 communicatie- en participatietraject opgezet vanuit de bewegingswerking om een 700-tal mensen uit lidverenigingen te betrekken. De G700 deelnemers ontvingen periodieke polls (stellingenspel) om mensen warm te maken en mee aan het denken te zetten en een grote visiebevraging op basis van de ontwerptekst van de Langetermijnvisie van de milieubeweging. Een 200-tal mensen namen actief deel. Vanuit de invalshoek organisatieontwikkeling bieden we ook ondersteuning aan verenigingen die in hun eigen werking het langetermijndenken, transitie en doelgericht/impactgericht werken willen integreren en zich laten inspireren aan de langetermijnvisie van de milieubeweging. Daartoe
8
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 werd ook een Ronde van Vlaanderen – regionale infosessies met de langetermijnvisie – georganiseerd. In een collegagroep met lidverenigingen reflecteerden we over samenwerking met bedrijven. Naast input voor de eigen partnerschappen, werd er ook overeenstemming bereikt over een aantal principes die op sectorniveau opgenomen kunnen worden. Dit resulteerde in een document “richtlijnen voor de milieubeweging bij het aangaan van samenwerking met bedrijven”. Via de bewegingsbabbel riepen we lidverenigingen op om deze richtlijnen te ondertekenen. We organiseerden twee info- en discussiemomenten over het Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Met de input die op deze momenten gegeven werd, werken we in de toekomst verder rond dit thema.
1.1.3 Overleg sectoruitdagingen Strategische doelstelling: Stimuleren van reflectie en uitwisseling van ervaringen en goede praktijken rond de sectoruitdagingen. Dit moet resulteren in een slagkrachtige verenigingswerking, op individueel en sectorniveau. Operationele doelstellingen: Via diverse overleginstrumenten en minstens één maal per jaar nodigt BBL al zijn lidverenigingen uit voor een focusdag rond een sectoruitdaging. Opzet is het uitwisselen van info, goede ervaringen en praktijken, detectie vormingsbehoeften, en ook reflectie en samenwerking ter zake stimuleren. Activiteiten: 1. Stuurgroep of collegagroep per uitdaging voor afbakening, verkenning en uitwerking traject 2. Focusdag: In 2012 hangen we deze sectordag op aan het thema modern verenigingen vrijwilligersmanagement (uitdaging 2). Verantwoordelijke intern: Kristel Maasen en Nicolas De Baere. Type activiteit: ondersteuning van aangesloten verenigingen. Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen. Partners: Natuurpunt, regionale verenigingen, provinciale koepels en streekgebonden verenigingen actief in de stadsgewesten aangesloten bij BBL Vlaanderen vzw Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend; focusdag: 1 bijeenkomst per jaar (mei/juni) Verslag: De sectoruitdaging “verwerven van alternatieve inkomstenbronnen“ werd verder aangepakt via het traject dat van start ging in 2011 met een reeks van collegagroepen en vormingen rond afgelijnde thema’s die georganiseerd werden op vraag van deelnemers aan de collegagroepen. Rond de sectoruitdagingen “organiseren van vrijwilligersengagement” en “mensen mobiliseren voor beleidsbeïnvloeding” werden ook een reeks bijeenkomsten opgezet. Details bij 1.2.1 Vorming en begeleiding organisatieontwikkeling. De focusdag ging niet door in 2012, maar wordt in voorjaar 2013 opgehangen aan het thema transitie en sociale innovatie.
1.1.4 Overleg met koepelverenigingen
9
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Strategische doelstelling: Uitwisseling van informatie en bevordering van onderlinge betrokkenheid en afstemming tussen BBL, de provinciale koepels en gewestelijke lidverenigingen, en tussen BBL en de koepels waarin BBL participeert. Deze informatiedoorstroming en afstemming draagt bij tot een sterke koepelwerking van zowel deze provinciale als gewestelijke verenigingen als van BBL zelf. Operationele ambitie: BBL overlegt op structurele basis met provinciale en gewestelijke verenigingen met het oog op informatie-uitwisseling, afstemming werking en uitbouw koepelwerking, …. Activiteiten: 1. Verenigde Verenigingen: BBL participeert mee aan de werking van de Verenigde Verenigingen en promoot actief de werking naar zijn achterban. 2. JNM: BBL komt 3 maal per jaar samen met JNM met op de agenda de onderlinge afstemming van de werking en de afdelingsondersteuning en dossiers ‘streekverenigingen’ van de afdelingen. 3. Komimo: BBL onderhoudt nauw contact met Komimo, de koepel van de mobiliteitsverenigingen, en neemt de nodige initiatieven tot afstemming waar nodig. 4. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk (VSV vzw): BBL zet zijn bestuurdersmandaat in het VSV vzw voort en blijft verder de acties van het VSV promoten in functie van het aansterken van een modern vrijwilligersmanagement bij zijn lidverenigingen. 5. Klimaatcoalitie: BBL zetelt in Raad van Bestuur van Klimaatcoalitie en ondersteunt de publieks- en evenementenwerking van de coalitie naar zijn lidverenigingen. Verantwoordelijke intern: Nicolas De Baere, Kristel Maasen en Danny Jacobs Type activiteit: ondersteuning van aangesloten verenigingen Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Partners: Limburgse Milieukoepel, West-Vlaamse Milieufederatie, Vogelbescherming Vlaanderen, Verenigde Verenigingen, Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, Komimo, JNM Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: permanent Timing: permanent Verslag: In het voorjaar zaten we verschillende keren samen met 11.11.11vzw en de Klimaatcoalitie om tot een actieconcept en samenwerkingsverband te komen voor Sing for the Climate. We stemmen regelmatig af en werken samen met de West-Vlaamse Milieufederatie en de Jeugdbond voor Natuur en Milieu. BBL is ook vertegenwoordigd in Komimo, de koepel van de mobiliteitsverenigingen en in Trage Wegen vzw. We komen samen met de Verenigde Verenigingen, het Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk en Socius om informatie en kennis uit te wisselen. Daarnaast doen we ook inspiratie op via andere netwerken, via nieuwsbrieven en opleidingen. BBL blijft vertegenwoordigd in de Verenigde Verenigingen, maar zet zijn bestuursmandaat van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk stop op het eind van het jaar.
1.2. Vorming en begeleiding 1.2.1 Vorming en begeleiding organisatieontwikkeling Strategische doelstelling: Lidverenigingen hebben via BBL toegang tot vorming, begeleiding en ervaringsuitwisseling ter ondersteuning van verbeteracties inzake organisatieontwikkeling. Verenigingen gebruiken dit in de praktijk en dit leidt tot verbeteringen in de verenigingswerking en resultaten op terrein.
10
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Operationele doelstelling: BBL organiseert cursussen en momenten voor ervaringsuitwisseling en biedt begeleiding aan. De nadruk ligt hierbij op de sectoruitdagingen: inspelen op eco-activiteit (uitd1), eigentijds vrijwilligersengagement (uitd2), alternatieve financiële middelen (uitd3), mensen mobiliseren voor beleidsbeïnvloeding (uitd4), aansluiten bij nog niet bereikten (uitd5). Indicatoren: tevredenheid, gebruik en resultaat van vormingen en begeleidingen; algemene deelname aan en tevredenheid met BBL ondersteuningsaanbod. Activiteiten: 1. Organisatie van een 10-tal cursussen, collega-groepen en andere collectieve vormingsmomenten per jaar: cursussen rond vrijwilligerswerking voor lokale achterban (voorjaar en najaar) of hen beter toeleiden naar reeds bestaand ruim vormingsaanbod in het brede sociaal-culturele veld (uitdaging 2) cursus(sen) rond alternatieve financiering indien hier vraag naar is binnen het traject met regionale en gewestelijke lidverenigingen (uitdaging 3) cursus rond multidimensionele beleidsbeïnvloeding: interactieve probleemanalyse/netwerkanalyse en uitwerking actieplan,… (uitdaging 4) cursussen rond draagvlakontwikkeling: bijvoorbeeld inzetten van nieuwe media en sociale actie, hoe een actie opzetten die mensen trekt, (uitdaging 4) collega-groep rond afweging maken bij milieubeleidbeïnvloeding (uitdaging 4) infosessie over eco-activiteit en transitie in onze samenleving: wat, wie en hoe hier op inspelen vanuit de eigen thematische werking van de vereniging (uitdaging 1) cursussen over het gebruik van nieuwe media voor verenigingswerking, actievoeren en aantrekken van nieuwe groepen (uitdaging 1, 3 en 4) - collega-groep voor verzameling van activiteitmodellen en praktijkvoorbeelden om netwerking tussen lokale achterban en eco-actieve groepen te bevorderen, alsook de inhoudelijke ondersteuning van hun werking door onze lokale beweging (uitdaging 1) collega-groep rond een of meerdere thema’s van vrijwilligerswerking (uitdaging 2) collega-groepsbijeenkomsten om kennis, ervaringen en mogelijkheden te bekijken rond alternatieve financiering voor gewestelijke en regionale verenigingen (uitdaging 3) aangevuld met andere onderwerpen die van bijzonder belang zijn voor milieu- en natuurverenigingen 2. Begeleiding van individuele verenigingen op aanvraag: algemeen aanbod: meerjarenplanning, architectuur van de organisatie, visie en missie/inhoudelijke denkdag, zelfevaluatie en opzetten verbeteringsplan, begeleiding bij crisis en herstructurering opzetten van een meer systematisch aanbod rond begeleiding (begeleidingskader en thema’s) tien begeleidingen van lokale lidverenigingen rond modern vereniging- en vrijwilligersmanagement (hulpmiddel Verenigingskompas) (uitdaging 2) begeleiding van een aantal verenigingen rond het opstellen van een inkomstendiversiteitsplan (uitdaging 3) andere begeleidingen op aanvraag 3. Detectie van vormings- en begeleidingsbehoeften: jaarlijkse behoeftebevraging, signalen via persoonlijke contacten met verenigingen, sectoruitdagingen. Verantwoordelijke intern: Kristel Maasen, Nicolas De Baere, Danny Jacobs, Bram Dousselaere Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Nieuw/doorgerold: doorgerold maar gewijzigd
11
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Timing: permanent Verslag: In 2012 organiseerde BBL binnen de sectorwerking kwaliteitszorg en organisatieontwikkeling 16 vormingen: 12 cursussen en 4 collegagroepen. De kwaliteit van de cursussen organisatieontwikkeling werden goed tot zeer goed geëvalueerd, met een gemiddelde score van 8,1/10. De vormingen organisatieontwikkeling werden bijgewoond door in totaal 178 deelnemers van 151 lidverenigingen (niet uniek). 68% van de gewestelijke verenigingen (21 verenigingen), 68% van de regionale verenigingen (23 verenigingen) en 27% van de verenigingen met milieu als nevendoelstelling (3 verenigingen) namen deel aan minstens een vorming organisatieontwikkeling in 2012. Dit is een stijging ten opzichte van 2011 (resp. 57% en 65%). Verenigingen namen 1 tot 6 keer deel aan een vorming in 2012. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de inhoud en diversiteit van de vormingen. We hebben speciale aandacht voor het afbakenen en afstemmen van de thema’s op de verenigingen en de doorvertaling naar de praktijk. Thematisch concentreerden we ons op de sectoruitdagingen en bijhorende communicatiemiddelen. De sectoruitdaging “verwerven van alternatieve inkomstenbronnen” werd verder aangepakt via het traject dat van start ging in 2011 met een reeks van collegagroepen en vormingen rond afgelijnde thema’s die georganiseerd werden op vraag van deelnemers aan de collegagroepen. Rond de sectoruitdagingen “organiseren van vrijwilligersengagement” en “mensen mobiliseren voor beleidsbeïnvloeding” werden ook een reeks bijeenkomsten opgezet. Zoals in 2011 besteedden we ook extra aandacht aan de nieuwe media als communicatiekanaal tussen verenigingen en vrijwilligers, leden en het bredere publiek. We bieden zowel cursussen als collegagroepen aan. Datum 26/01
Vorming (begeleider) Interne communicatie via nieuwe media (ILikeMedia)
16/02
Collegagroep ethisch charter (BBL: Danny Jacobs, Bram Dousselaere)
6/03
Externe communicatie via sociale media (CIBE communicatie)
29/03
Collegagroep projectfondsen (BBL: Stefaan Claeys)
29/03
Collegagroep opstellen van een inkomstendiversiteitsplan (BBL: Peter Wollaert, Jonathan Pues) Collegagroep interne communicatie via nieuwe media (ILikeMedia)
26/04
Inhoud Online tools voor engageren van leden en vrijwilligers bij de verenigingswerking –ikv vrijwilligersengagement Uitwisseling. Criteria en afspraken voor samenwerking met bedrijven – ikv alternatieve inkomsten Mogelijkheden van sociale media voor campagnes, ledenbinding, verenigingspromotie, projecten en opstellen van een communicatiestrategie, inbedding binnen algemene communicatie –ikv vrijwilligersengagement Ervaringsuitwisseling en bespreking mogelijkheden en uitdagingen in verband met projectfondsen – ikv alternatieve inkomsten Uitdieping en innovatie inkomsten uit privésector –ikv alternatieve inkomsten Ervaringsuitwisseling, tips, bespreking successen en bijkomende vragen (opvolging opleidingen interne communicatie in 2011 en op 26/01) –ikv vrijwilligersengagement
12
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 2/05 en 20/06
Mensen actief betrekken bij je verenigingswerking (VOCA Training & Consult)
29/05
Effectief actievoeren voor beleidsbeïnvloeding (Vredesactie)
6/07
BTW: de basis en BTW-circulaire Nr. E.T. 121.844 (De Blay J. & C°) Argumenteren en debateren (Praxis Netwerk)
11/09
9/10
Schermschrijven: online en doelgericht schrijven (Mark Van Bogaert)
25/10
Conferentie: doelen en middelen van de milieubeweging vandaag en morgen (Lodewijk De Raet stichting en BBL: Danny Jacobs, Bram Dousselaere) Sponsoring (Ethicom)
8/11
20/11 29/11
Traject
Demonstratie SurveyMonkey, Eventbrite, Mailchimp (BBL: Kristel Maasen) Verkoop van diensten: juridisch en fiscaal kader (Stefaan Tuytten)
Innovatietraject Digitale media – deel 1 (CIBE)
Creatieve en interactieve methodieken om te werken met vrijwilligers –ikv vrijwilligersengagement Inspiratie voor acties, aanpak, omgaan met risico’s –ikv mensen mobiliseren voor beleidsbeïnvloeding Wettelijke basis –ikv alternatieve inkomsten Publiek overtuigen van standpunten, gericht op beleidsmedewerkers, cases – ikv mensen mobiliseren voor beleidsbeïnvloeding Tips voor effectief communiceren op websites en in elektronische nieuwsbrieven –ikv vrijwilligersengagement Startbijeenkomst in een traject om de dialoog rond een herziening van het MiNasubsidiekader aan te kunnen gaan. Opleiding sponsoring aan de hand van concrete vragen deelnemers -ikv alternatieve inkomsten Demonstratie van de mogelijkheden van een aantal gratis beschikbare programma’s Grenzen van verkoop van diensten binnen de vzw-wetgeving en mogelijke oplossingen – ikv verwerven alternatieve inkomsten Traject met vier verenigingen die op basis van een kandidatuur twee individuele sessies krijgen om digitale media effectief in te zetten
We startten met een nieuwe aanpak, namelijk innovatietrajecten, waarbij verenigingen beroep kunnen doen op individuele begeleiding voor concrete vernieuwende activiteiten. Als tegenprestatie rapporteren zij over hun wedervaren een aantal maanden later in een collegagroep waarbij de ruime groep van lidverenigingen uitgenodigd wordt. Op deze manier begeleiden we concrete innovaties in verenigingen, ontwikkelen gezamenlijk best practices op maat van onze sector en verzamelen we praktijkvoorbeelden. Het innovatietraject “digitale media” loopt van december 2012 tot voorjaar 2013. Het innovatietraject “effectief actievoeren” trok maar twee kandidaturen aan en wordt in het najaar 2013 opnieuw opgenomen. De sectorconferentie “doelen en middelen van de milieubeweging vandaag en morgen” bracht 58% van de gewestelijke verenigingen (18 verenigingen) en 56% van de regionale verenigingen (19 verenigingen) samen om te reflecteren over de milieubeweging vandaag en onze doelen naar de toekomst. Dit in het kader van een eerste stap om de dialoog aan te gaan rond de financiering van de natuur- en milieuverenigingen. Lidverenigingen doen ook beroep op begeleiding bij trajecten organisatieontwikkeling. Op maat en individueel werken biedt grotere garantie op doorwerking in de praktijk. In 2012 bood BBL intensieve begeleiding aan vier verenigingen. Intensieve begeleiding wil zeggen dat er meerdere keren samen gekomen werd met verschillende kernpersonen van de vereniging. We hebben een instrumentarium van kennis en methodieken die we
13
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 inzetten voor begeleiding rond verschillende thematieken. Bijvoorbeeld meerjarenplanning, missie- en visie-ontwikkeling al dan niet met externe belanghebbenden, vernieuwing organisatiestructuur/ beslissingsstructuur, zelfevaluatie en opzetten verbeteringsplan, begeleiding bij crisis en herstructurering. Verenigingen komen ook terecht bij BBL voor feedback inzake statutenwijzigingen, erkenningsdossiers, projectdossiers en integrale verslaggeving. Zo vonden bij een reeks andere verenigingen ook kleinere interventies plaats. De meest tijdsintensieve begeleidingen waren: Vereniging GREEN Belgium
Centrum Voor Natuur- en milieueducatie
Bos+
Vzw Durme
Onderwerp Verbeteringstraject met een traject van zes afgelijnde werven rond governance, organisatiecultuur en communicatie Inhoudelijke en strategische reoriëntering, daarbij resulterend in reorganisatie, rol van CVN in de langetermijnvisie van de milieubeweging Ontwerp systeem voor tijdsregistratie + keuze tussen verschillende samenwerkingsvormen tussen Groenhart en Vereniging voor Bos in Vlaanderen + aandachtspunten en afspraken voor nieuwe structuur + nieuwe statuten Ondersteuning opmaak nieuwe statuten en nazicht, ondersteuning subsidiedossier
Wie Stuurgroep bestaande uit personeel en Raad van Bestuur Raad van Bestuur en personeel
Personeel
Personeel
1.2.2 Inhoudelijke vorming milieubeleid Strategische doelstelling: Lidverenigingen hebben via BBL toegang tot vorming en intervisie rond milieubeleidthema’s. Verenigingen gebruiken dit in de praktijk en dit leidt tot een betere beleidswerking, zowel op individueel vereniging- als sectorniveau. Operationele doelstellingen: BBL organiseert structureel een inhoudelijk vormingsaanbod en uitwisselingsmomenten rond milieubeleidthema’s. Activiteiten: 1. Organisatie van een aanbod cursussen en uitwisselingsmomenten per jaar: vorming en collegagroepen met het oog op de vertaling van de visie 2020-2050 van de milieubeweging naar programmatie in de projectwerking en dagelijkse praktijk van lidverenigingen. belangrijke milieubeleidthema’s: verkiezingen 2012 andere cursussen of collega-groepen over onderwerpen die van bijzonder belang zijn voor milieu- en natuurverenigingen (kernenergie, transitie, …) 2. Detectie van vormings- en begeleidingsbehoeften: jaarlijkse behoeftebevraging, signalen via persoonlijke contacten met verenigingen. 3. Samenwerking zoeken met vormingsaanbieders binnen en buiten de sector die ook voor onze achterban interessante vormingen verstrekken Verantwoordelijke intern: Nicolas De Baere, Yanti Ehrentraut, betrokken beleidsmedewerkers Type activiteit: ondersteuning van aangesloten lidverenigingen Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Partners: CVN, Natuurpunt Studie doorgerold maar gewijzigd
14
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Timing: permanent Verslag: De langetermijnvisie van de milieusector, de gemeenteraadsverkiezingen en gebiedsgerichte thema’s zoals ruimtelijke ordening en integraal waterbeheer vormden de basis voor de inhoudelijke programmatie. In het voorjaar zetten organiseerden we samen met Natuurpunt, Velt en enkele regionale lidverenigingen voor onze lidverenigingen een regionale inforonde met memorandum en actiehandleiding van de milieubeweging. Bedoeling was om de lokale achterban tools en tips te geven om hun stempel te drukken op de lokale verkiezingen. In 2011 vonden er ook al verschillende sessies plaats. In het najaar organiseerden we opnieuw een regionale inforonde, de Ronde van Vlaanderen. Deze keer om onze lidverenigingen kennis te laten maken met de nieuwe langetermijnvisie en rol/positie van de milieubeweging hierin. Op 4 mei 2012 werd het groenboek BRV ‘Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool?’ goedgekeurd door de Vlaamse regering. Daarom organiseerden we info- en discussieavonden rond het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen om onze lidverenigingen op de hoogte te brengen van de plannen en te discussiëren over de inhoud ervan. Met deze input zullen we de komende reageren op de voorstellen van de Vlaamse regering. Data
Vorming
Doelstelling
16/02, 22/02, 07/03, 21/04, 25/04
infosessie gemeenteraadsverkiezingen in samenwerking met Natuurpunt en partners Meetjesland en partners, Milieufront Omer Wattez, Natuurpunt De Torenvalk en ABBLO Info- en discussieavond Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen
De lidverenigingen informeren en activeren rond verkiezingsthema’s in het kader van de nakende gemeenteraadsverkiezingen.
05/06, 26/06
19/10, 30/10, 14/11, 21/11, 28/11
De Ronde van Vlaanderen in Leuven, Hasselt, Gent, Oudenaarde en Antwerpen
De lidverenigingen informeren en input verzamelen rond de plannen van de Vlaamse Overheid met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. De lidverenigingen op de hoogte brengen van de inhoud van de langetermijnvisie van de milieubeweging 2020 en 2050, de raakvlakken met hun werking aantonen en hen in actie zetten om met deze basis in hun werking aan de slag te gaan.
Enkele lidverenigingen kregen ook een individuele begeleidingssessie ter plaatse.
1.2.3 Ondersteuning lokaal milieu- en natuurbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Versterken van het lokaal natuuren milieubeleid Operationele doelstellingen: Steden en gemeenten zijn op de hoogte van het aanbod (campagnes en acties) en aanbevelingen van de natuur- en milieubeweging. Lokale na-
15
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 tuur- en milieuraden maken gebruik maken van een aanbod aan cursussen, vormingen en handleidingen om hun praktische en inhoudelijke competenties te versterken. Activiteiten: Bond Beter Leefmilieu en CVN werken samen een aanbod uit aan cursussen, vormingen en handleidingen om de competenties van lokale milieuraden te versterken. BBL en CVN werken een nieuwe nieuwsbrief en website uit specifiek voor lokale milieuraden. De vroegere Tandemwebsite blijft online. Hier kunnen lokale natuur- en milieuverenigingen inspiratie vinden voor lokale natuur- en milieuprojecten. Via de Tandemnieuwsbrief blijven de lokale actoren op de hoogte van de natuur- en milieucampagnes. Verantwoordelijke intern: Yanti Ehrentraut Type activiteit: project Type financiering: gemeenten, provincies en eigen middelen. Partners: BBL en geïnteresseerde gewestelijke milieuverenigingen Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd Timing: permanent Verslag: de Gemeentebabbel werd gelanceerd in het begin van het jaar. Dit is een nieuw e-zine voor gemeenten en ambtenaren over projecten en campagnes uit de sector (5259 abonnees). De vroegere Tandemwebsite blijft online (3196 bezoeken in 2012).
1.3. Bewegingscampagnes 1.3.1 Op maat van lokale en regionale verenigingen Strategische doelstelling: Via een gecoördineerde campagnewerking ondersteunt BBL de frontvorming in de sector rond enkele milieu(beleids)thema’s met extra aandacht voor ruimtelijke ordening, klimaat/energie en duurzaam materiaalbeheer. Dit ondersteunt de beleid- en projectwerking van de lokale/regionale lidverenigingen en een betere draagvlakontwikkeling bij het brede publiek. Operationele doelstelling: voor sterk en breed gedragen milieucampagnes in de sector zetten we minder of niet meer in op de klassieke bewegingscampagnes en investeren we in flexibele campagne en actieformules met onze lidverenigingen (beperkt in tijd en thema). Hiervoor gaan we samenwerkingsverbanden aan met onze lidverenigingen gericht op het promoten van hun campagnes of acties naar lidverenigingen en andere doelgroepen, mediaondersteuning, en mee zoeken naar financiering en sponsoring, enz.… Activiteiten: 2012: BBL stopt de campagnecoördinatie van Dag van de Aarde in Vlaanderen en investeert in meer flexibele campagneformules met zijn lidverenigingen. Zo gaan we een samenwerkingsverband aan met Natuur.koepel en eventueel andere partners rond het project Sol Suffit. Dit project wordt gepromoot en ondersteund als de globale actie vanuit de milieubeweging tijdens het tweede jaar van de klimaatcampagne van 11.11.11 en BBL. Big Jump en Nacht van de Duisternis: BBL neemt deel aan de campagnewerkgroepen en promoot de campagnes naar zijn achterban. Voor de Big Jump werkt BBL een vernieuwd en grootschaliger campagne- en sponsormodel uit. 2013: Nog in overleg met onze lidverenigingen te bepalen Verantwoordelijke intern: Nicolas De Baere en beleid- en projectmedewerkers Type activiteit: ondersteuning van aangesloten verenigingen Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Partners: lidorganisaties Bond Beter Leefmilieu Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd.
16
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Timing: de campagnemomenten van Nacht van de Duisternis, Big Jump en andere nieuwe sectorcampagnes in 2012-2013 Verslag: Samen met Natuurpunt en Green organiseerden we de Big Jump. De focus van de Big Jump werd na een grondige evaluatie met de campagnepartners verlegd naar de lokale problematiek. Iedere Jump heeft zijn eigen lokaal verhaal: aandacht voor waterrijke natuur, de vraag naar groene oevers en plaats om te zwemmen in de rivier, overstromingsproblemen, het nieuwe waterzuiveringsstation of het de geschiedenis van de waterloop. De Big Jump blijft een zeer mediagenieke campagne met veel lokale en nationale persaandacht. Negen focusjumps – jumps waarvan we de lokale verhalen extra in de media wilden brengen – kregen van de campagnepartners extra ondersteuning en begeleiding. BBL ondersteunde vooral in Aalst. Daarnaast mobiliseerde BBL de achterban om een Big Jump te organiseren of aan één van de jumps deel te nemen. Op de Nacht van De Duisternis doofden 114 verschillende gemeenten zoveel mogelijk de openbare verlichting en en organiseerden ze samen met 139 verenigingen 147 activiteiten. BBL mobiliseerde de achterban en lokale verenigingen om hun gemeente aan te zetten de lichten te doven en om die nacht een activiteit te organiseren die verband hield met het thema. BBL promootte sterk de ‘Sing for the Climate’-campagne naar zijn lidverenigingen. Op 22 en 23 september gaven meer dan 80.000 mensen hun stem aan het klimaat tijdens Sing for the Climate. Op 26 oktober deden 300.000 leerlingen hetzelfde voor sing@school. Deze acties werden op film vastgelegd. Nic Balthazar monteerde dit tot een internationaal klimaatactiefilmpje. BBL en Bostoen maakte n.a.v. deze campagne een eigen actiefilmpje.
1.4. Kenniscentrum en communicatie 1.4.1 Instrumenten organisatieontwikkeling Strategische doelstelling: Lidverenigingen hebben via BBL toegang tot praktische kennis, tips en instrumenten om zelf aan de slag te gaan rond organisatieontwikkeling. Verenigingen maken hier gebruik van en dit leidt tot verbeteringen in de verenigingswerking. Operationele doelstelling: BBL biedt handige infofiches en instrumenten aan ivm de verenigingswerking via de ledenpagina en bij ondersteuningsvragen. Indicator: diversiteit en nuttigheidswaarde van infofiches en instrumenten, algemene tevredenheid met BBL ondersteuningsaanbod, gebruik van infofiches en instrumenten (wordt niet gemeten). Activiteiten: 1. Bestaande infofiches en instrumenten blijven aanbieden: infofiches inzake volgende domeinen: besturen, beleid en strategie, leden- en vrijwilligersbeleid, personeelsbeleid, opzetten van activiteiten, financiële middelen, netwerken. instrumenten: het Kwaliteitshandboek en het Verenigingskompas (zelfevaluatie), eenvoudige kasboekhouding, stappenplan erkenning als VZW, snelscan ledentijdschriften/website/e-zine. 2. Nieuwe infofiches en instrumenten ontwikkelen en promoten: verder promoten van het gebruik van het Verenigingskompas infofiches over thema’s van de cursussen organisatieontwikkeling infofiches over de thema’s van de sectoruitdagingen
17
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 introductie van eigen of ondersteuningsinstrumenten uit andere sectoren (uitdaging 2) 3. Onderzoek en verkenning onderzoek naar de interesse en financieringsmogelijkheden voor het gezamenlijk ontwikkelen van een aanbod gericht op eco-actieve groepen (genre buurtbox) waarmee lokale vrijwilligers ook deze groepen kunnen aanspreken en ondersteunen in hun werking (uitdaging 1). onderzoek van de evolutie in het huidige vrijwilligersengagement en profiel van de nieuwe vrijwilliger binnen de milieusector (i.s.m. Natuurpunt, Velt, …). Op basis van de onderzoeksresultaten acties en tips ontwikkelen die lidverenigingen ondersteunen in het aantrekken en behouden van de nieuwe vrijwilliger (uitdaging 2) verkenning mogelijkheden alternatieve financiering voor gewestelijke en regionale lidverenigingen (uitdaging 3) verder verkennen en verzamelen van nieuwe vormen van actievoeren, en uitwerken van een methodiek voor afwegingsproces beleidsbeïnvloeding (uitdaging 4) Verantwoordelijke intern: Nicolas De Baere en Kristel Maasen Type financiering: subsidies houdende erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Nieuw/doorgerold: doorgerold maar gewijzigd Timing: permanent Verslag: Op basis van een brede bevraging maakten we twee uitgebreide rapporten op: het profiel en de financiën van de natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen. De rapporten werden gepresenteerd tijdens de sectorconferentie “doelen en middelen van de milieubeweging vandaag”. Enkele cijfers uit het rapport: In Vlaanderen zijn 290.000 mensen, 2000 verenigingen en 700 bedrijven lid van een natuur- en milieuvereniging. In 2011 organiseerden de natuur- en milieuverenigingen meer dan 18.000 activiteiten waaraan 2.300.000 mensen deelnamen. Ze konden dit realiseren dankzij de actieve inzet van 15.000 vrijwilligers en 485 VTE personeel. Uit de rapporten komt een grote diversiteit van verenigingen op inhoudelijk en financieel vlak naar voor. Er werden een nieuwe infofiche aangemaakt en online beschikbaar gesteld over samenwerking tussen organisaties (juridische en organisationele aspecten).
1.4.2 Wetgeving (vzw, vrijwilligers, arbeid) en subsidies Strategische doelstelling: Lidverenigingen zijn in orde met de VZW-, vrijwilligers- en arbeidswetgeving en dienen een correct dossier in voor reguliere subsidies bij de Vlaamse Overheid, departement LNE. Operationele doelstelling: BBL brengt lidverenigingen op de hoogte van belangrijke wijzigingen. BBL biedt lidverenigingen een antwoord op hun vragen rond wetgeving en subsidieregelgeving. Indicator: tevredenheid met de kwaliteit van de ontvangen informatie, algemene tevredenheid over het BBL ondersteuningsaanbod (wordt niet gemeten). Activiteiten: BBL volgt de evoluties inzake wetgeving en subsidieregelgeving en brengt lidverenigingen op de hoogte van belangrijke wijzigingen Helpdesk waar lidverenigingen terecht kunnen met hun vragen. Indien te specifiek of te complex worden ze doorverwezen.
18
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 BBL kijkt de subsidiedossiers van lokale verenigingen na en dient ze in bij de administratie. Verantwoordelijke intern: Bram Dousselaere (vzw-wetgeving, arbeidswetgeving), Kristel Maasen (vzw-wetgeving, subsidies gewestelijke en regionale verenigingen); Nicolas De Baere (vrijwilligerwetgeving, subsidies streekverenigingen) Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Partners: Sociare en Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk Nieuw/doorgerold: doorgerold Timing: permanent Verslag: de BBL helpdesk beantwoordt quasi dagelijks vragen van lidverenigingen over: - vzw-wetgeving en statuutswijzigingen - vrijwilligerswetgeving - werkgeversinfo en arbeidswetgeving - boekhouding - het subsidiebesluit, subsidiedossiers en erkenning - financiële problemen en mogelijke inkomstenbronnen - vormingsmogelijkheden - organisatieontwikkeling Via een bijzondere overeenkomst met Sociare werden ook door Sociare vragen behandeld van BBL-lidverenigingen ivm werkgeversaangelegenheden.
1.4.3 Ledencommunicatie Strategische doelstelling: Lidverenigingen hebben toegang tot informatie over het BBL-ondersteuningsaanbod en voor de sector interessante thema’s en acties Operationele doelstelling: BBL informeert lidverenigingen over verschillende relevante thema’s op verschillende manieren. Indicator: regelmatige en toegankelijke communicatie Activiteiten: 1. Lidverenigingen op de hoogte brengen van het BBL-ondersteuningsaanbod: kalender (2x/jaar) met de geplande activiteiten brochure over het ondersteuningsaanbod verspreiden onthaaldag (2x/jaar) organiseren voor nieuwe professionele medewerkers in de sector bezoek aan nieuwe lidverenigingen 2. Informatie verzamelen en verspreiden over voor de sector interessante thema’s en acties: e-zine “bewegingsbabbel” (2-wekelijks) met vaste rubrieken: sectornieuws; campagnes en acties van BBL, lidverenigingen en derden; beleidsinformatie; projectsubsidies; vormingen en informatie over organisatieondersteuning, enz… communicatie en interactie met betrekking tot het visietraject 2020-2050 van BBL en de milieubeweging campagnes zoals Week van de Vrijwilliger en Prijs voor het Vrijwilligerswerk actief promoten naar lokale achterban (uitdaging 2) goede praktijken, methodieken, activiteit- en projectmodellen om eco-actieve groepen aan te spreken of te ondersteunen vanuit de sector en daarbuiten (uitdaging 1) in kaart brengen van goede vrijwilligerspraktijken (databank/brochure Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk) en vertalen naar de sector (uitdaging 2)
19
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 goede voorbeelden mobiliseren van mensen rond beleidsbeïnvloeding verzamelen en verspreiden, ook nieuwe instrumenten gemeentedecreet verder bekend maken (uitdaging 4) medewerking aan innovatieblog ‘Wereldverbeteraars 8.0’ om verenigingen en mensen te inspireren om hun doel sneller, beter en met meer plezier te bereiken, via interactieve webtoepassingen (uitdaging 1, 2 en 4) 3. BBL-ledenpagina als bron van nuttige informatie In 2011-2012 volledige reorganisatie van de ledenpagina met aandacht voor gebruiksvriendelijkheid Verantwoordelijke intern: Nicolas De Baere en Kristel Maasen Type financiering: subsidies erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Nieuw/doorgerold: doorgerold Timing: permanent Verslag: bijzondere aandacht ging naar het G700 communicatie- en participatietraject en naar een nieuwe bewegingsfolder en wervingsfolder.
E-zine bewegingsb@BBeL
Brochure volledig ondersteuningsaanbod
Bewegingsfolder
Wervingsfolder
Halfjaarlijkse kalender met het ondersteuningsaanbod
Websitegedeelte specifiek voor lidverenigingen
Website Verenigingskompas
De bewegingsb@BBel bericht twee- à driewekelijks over alle relevante sectornieuws, campagnenieuws, het ondersteuningsaanbod aan lidverenigingen, en praktijkvoorbeelden en tips rond organisatieontwikkeling. In 2012 verschenen 18 edities. 925 abonnees uit alle gewestelijke, regionale en lokale lidverenigingen De brochure geeft een overzicht van het volledige ondersteuningsaanbod van BBL voor zijn lidverenigingen. Een nieuwe, korte, wervende en geactualiseerde versie van de brochure met het ondersteuningsaanbod Nieuwe folder om nieuwe leden informatie te bezorgen over wat lidmaatschap van BBL inhoudt en wat BBL voor lidverenigingen doet. Twee keer per jaar ontvingen alle lidverenigingen de kalender met cursussen, collegagroepen, infomomenten, andere geplande activiteiten. Vanaf de zomer van 2012 wordt het ondersteuningsaanbod gecommuniceerd in een speciale editie van de bewegingsbabbel met links naar een website met meer informatie en automatische inschrijving (eventbrite). Dit is én meer informatief én een vermindering van de administratieve last voor BBL. De bewegingspagina bundelt kennis en informatie rond o.a. organisatieontwikkeling en deskundigheidsbevordering en maakt deze permanent raadpleegbaar. Gemiddeld meer dan 485 bezoeken per maand in 2012. Het Verenigingskompas is een zelf-evaluatieinstrument voor middelgrote en kleine natuuren milieuverenigingen. 501 bezoeken in 2012.
20
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Introductiedagen voor nieuwe medewerkers in de sector
Bezoeken aan lidverenigingen voor kennismaking met het ondersteuningsaanbod
Infofiches voor lidverenigingen
Verenigings- en vrijwilligersmap
G700 nieuwsbrief en website
Draaiboek Big Jump
Website Nacht van de Duisternis en OpenRuimteAdemruimte Goede voorbeelden verzamelen en verspreiden
Nieuwe professionele medewerkers in de sector worden uitgenodigd om kennis te maken met de werking en het ondersteuningsaanbod van BBL. In 2012 kampten we met afzeggingen waardoor de twee geplande bijeenkomsten afgelast werden. Bestaande en nieuwe lidverenigingen krijgen een bezoekje ter plaatse. In 2012 werden enkele verenigingen bezocht in het kader van kennismaking. BBL stelt een reeks beknopte infofiches ter beschikking met handige tips over een hele waaier aan thema’s: besturen, medewerkers en personeel, communicatie, financiële middelen en opzetten van publieksacties. Er werd ook een link gelegd naar een aantal fiches vanuit het Verenigingskompas. In 2012 maakten we een nieuwe infofiche: samenwerking tussen organisaties (juridische en organisationele aspecten). Bundeling van een groot aantal infofiches in twee standaardwerken voor wie zijn verenigingswerking en vrijwilligersaanpak wil evalueren en bijsturen. Campagnenieuwsbrief en bijbehorende website met polls en bevraging over de Langetermijnvisie van de milieubeweging, gericht op een 700-tal mensen uit lidverenigingen (abonnees van de bewegingsb@BBeL). 200 mensen uit onze lidverenigingen nemen actief deel. Campagne-informatie, praktische informatie (stappenplan, veiligheid) voor lokale organisatoren Respectievelijk 8534 en 2415 bezoeken in 2012. We verzamelen permanent goede verenigingsvoorbeelden, met een focus op de sectoruitdagingen.
1.5. Belangenbehartiging Strategische doelstelling: De belangen van lidverenigingen als subsidieontvanger en als werkgever worden behartigd via de koepel BBL. Operationele doelstelling: BBL volgt de evoluties en behartigt de belangen van de milieusector inzake werkgeverszaken en inzake gewestelijke overheidssubsidies. Activiteiten: BBL behartigt de belangen van de sector naar de subsidiegever toe en volgt subsidiedossiers op indien nodig (Vlaamse overheid departement LNE en andere waar van toepassing). BBL vertegenwoordigt (samen met Natuurpunt) de sector natuur en milieu binnen Sociare, de enige werkgeversorganisatie in het Paritair Comité 329. BBL volgt tevens de sociale fondsen op. BBL is verantwoordelijk voor het eigen sectoroverleg en organiseert infomomenten wanneer er zich relevante ontwikkelingen voordoen. In 20112012 gaat bijzondere aandacht naar de ontwikkeling van de VIA4-akkoorden.
21
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Verantwoordelijke intern: Bram Dousselaere en Danny Jacobs Type financiering: lidgelden betaald door onze aangesloten verenigingen aan Sociare Partners: Natuurpunt, Sociare Nieuw/doorgerold: doorgerold Timing: permanent Verslag: De LNE-administratie hanteert een kader voor de beoordeling van voldoende spreiding van leden, activiteiten en publicaties over het werkingsgebied. Het kwantitatief kader dat toegepast werd voor werkingsjaar 2010 leverde voor een aantal verenigingen onterecht negatieve opmerkingen over hun werking op. In overleg met de LNEadministratie en de betrokken verenigingen kwamen we tot een duidelijker en beter kwantitatief beoordelingskader voor spreiding van leden en activiteiten. Vroeg of laat zal het huidige subsidiestelsel herzien worden. Als sector willen we klaar zijn om hierover in dialoog te gaan. En, indien mogelijk, zelf een voorzet leveren voor een financieringskader dat tegemoet komt aan de diversiteit van natuur- en milieuverenigingen en een basis vormt voor het bereiken van een nog grotere impact. Volgend op enkele samenkomsten van de taakgroep in 2011, zette BBL een traject uit om in twee sectorconferenties - die in een open en transparante setting worden opgezet - te komen tot principes en uitgangspunten voor een bijgesteld subsidiekader voor de natuur- en milieuverenigingen. In het najaar organiseerden we een sectorconferentie “doelen en middelen van de natuur- en milieubeweging vandaag en morgen”. Tijdens de sectorconferentie werden de twee rapporten over het profiel en de financiën van de natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen, op basis van een ruime bevraging, gepresenteerd. De rapporten geven een blik op de diversiteit, de kracht en de reikwijdte van onze werking. In werkgroepen debatteerden we over de doelstellingen en gewenste impact van de milieubeweging in 2020, welke strategieën daartoe kunnen leiden en financieringsnoden. Het traject wordt uitgezet vanuit een Stuurgroep van lidverenigingen onder leiding van Yves Larock van de Lodewijk De Raet Stichting. Het traject wordt verdergezet in 2013 met werktafels en een tweede sectorconferentie. We deden een bevraging bij alle natuur- en milieuverenigingen met personeel ter voorbereiding van onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers over een mogelijks sectoraal loonbarema. Onderhandelingen hierover werden afgedwongen door de vakbonden bij het afsluiten van het VIA4. Op basis van de bevragingsresultaten maakten BBL, Natuurpunt en Sociare een voorstel op dat goedgekeurd werd door de Raad van Bestuur van BBL en van Sociare en waarbij een mandaat verkregen werd om dit verder uit te werken en te bespreken met de vakbonden. Het voorstel werd overgemaakt aan de vakbonden en moet nog ten gronde besproken worden.
22
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
2. Communicatie 2.1 BBL in externe media Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de mediawerking zorgde ervoor dat onze beleidsmedewerkers bij persoonlijke gesprekken met het beleid of bedrijven meer gewicht in de schaal konden werpen. Onze optredens in de media schepten een beeld waardoor beleidsmakers en andere actoren gevoeliger zijn voor onze standpunten. De doelgroepen- en bewegingswerking van BBL toonde in de media op een positieve manier dat iedereen kan bijdragen aan een beter milieu en informeerde over hoe je dat kunt doen. Operationele ambitie: we hebben permanent gewerkt aan een goede aanwezigheid in de geschreven, de audiovisuele en de online media. We hebben een goede relatie opgebouwd met die media door snel en accuraat te reageren op vragen en kansen. Omschrijving activiteit: De mediawerking volgde de opdeling doelgroepenwerking/beleid/beweging binnen BBL. Voor de doelgroepenwerking hebben we ons vooral gericht op lokale pers en online media, maar voor een aantal sleutelmomenten hebben we de nationale media bereikt. Met originele concepten hebben we de persaandacht getrokken. De concrete resultaten van campagnes hebben we zo tastbaar gemaakt. De perswerking ter ondersteuning van de beleidswerking van BBL volgde een andere strategie. Via persacties trad BBL manifest naar buiten als spreekbuis van de Vlaamse milieubeweging. We werkten aan de persvaardigheden van de beleidsmedewerkers. Dat deden we door ad hoc coachen en door intern in groep te oefenen, om te leren van elkaar. De persaandacht genereerden we door de publicatie van inhoudelijke dossiers, persberichten en persconferenties. Onze aanwezigheid op twitter genereerde nieuwe persaandacht. Onze persrelaties kenden ons hoofdzakelijk van milieuhygiënische zaken zoals water- en luchtkwaliteit. Het voorbije jaar hebben we hen ook op de hoogte gebracht van de drie thema’s waar wij onze werking nu op toespitsen. Verantwoordelijke(n) intern: Kris Van Rossem en Lieze Cloots Type activiteit: beleidsbeïnvloeding, informeren over publieks- en doelgroepgerichte campagnes en projecten. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: permanente werking.
2.2 BBL en eigen websites Strategische doelstelling of overkoepelend doel: De BBL-website is het centrale informatiekanaal over de werking en de standpunten van BBL en schets een beeld van de milieubeweging in Vlaanderen. De milieuactualiteit staat centraal. De websites van de verschillende projecten en campagnes zijn gebruiksvriendelijk en zijn herkenbaar als ‘BBL-websites’ en ondersteunen zo ons imago. Operationele ambities: 1. Via een continue stroom aan nieuwsberichten en analyses profileerde de BBL-website zich als referentie over milieu, -beweging en -beleid in Vlaanderen. 2. We verzamelden op alle BBL websites adresgegevens van de gebruikers in een centrale database (Civicrm). Dit zal ons in staat stellen om deze mensen ook op de hoogte te brengen van andere BBL informatie.
23
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 3. Tegelijkertijd verbeterde de veiligheid en de stabiliteit en de uniformiteit van de BBLsites door over te schakelen op Drupal. We evalueerden per website of het opportuun is deze naar Drupal om te zetten 4. Bij het ontwikkelen van websites staat de surfer steeds centraal. Onze website zijn gebruiksvriendelijk. Omschrijving: De hoofdwebsite www.bblv.be verzamelde alle nieuws over de BBLcampagnes en de BBL-beleidswerking. De agenda en vacatures verzamelde informatie van de hele milieubeweging. Leden van de milieubeweging konden zelf agendapunten en vacatures op de website zetten. In 2012 -2013 zullen we de BBL-site om naar Drupal omzetten. Hierbij zullen we extra aandacht hebben voor het beter integreren van de beleidswerking met de doelgroepenwerking in de website. Verantwoordelijke intern: Kris Van Rossem en Stefan Vanthuyne. Partners: de Vlaamse milieubeweging. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: permanente werking.
2.3 BBL en nieuwsbrieven Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Met onze nieuwsbrieven brengen we het milieunieuws naar de mensen toe. Waar mogelijk en nuttig trachten we met onze nieuwsbrieven mensen naar onze websites te krijgen. Operationele ambities: We willen de gegevens die we in Civicrm verzamelen gebruiken om geïnteresseerden aan ons te binden. We onderzoeken of we de onderstaande nieuwsbrieven daarvoor moeten herprofileren. Omschrijving: - Via de Milieub@BBeL informeerde BBL de achterban over wat er reilt en zeilt in de Vlaamse milieubeweging. Nadruk lag op acties die binnen de beweging gevoerd worden, op vacatures, publicaties, activiteiten, overzichten, aankondigingen,… - De Beleidsb@BBeL behandelde dossiers met een rechtstreekse impact op het Vlaamse milieubeleid. Dat ging van Europese, over federale, en Vlaamse tot lokale dossiers. Vooral beleidsmakers, milieuprofessionals en milieujournalisten krijgen de Beleidsb@BBeL. Om de Beleidsb@BBeL een gezicht te geven, komen de auteurs van de artikels zelf aan bod via de Milieublog. In die laatste staan de standpunten en de analyses van BBL over het milieubeleid centraal. Verantwoordelijke intern: Kris Van Rossem en Stefan Vanthuyne. Partners: de Vlaamse milieubeweging. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold.
2.4 BBL en sociale media Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Via de BBL facebookpagina brachten we het milieunieuws naar de mensen toe. Via twitter bereikten we beleidsmakers, journalisten en opinion leaders. Operationele ambities: Op regelmatige basis communiceren en converseren via facebook en twitter. Omschrijving: Via facebook berichtten we over wat er reilt en zeilt op vlak van milieu in zeer brede zin. De nadruk lag op leuke of belangwekkende berichten. We brachten nieuws over de beleidswerking en de doelgroepenwerking, maar beperkten ons daar niet toe. Via twitter hebben we onze mening in de kijker gezet. Kris volgde ook veel journalisten om voeling te houden met hun interesses en meningen.
24
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Verantwoordelijke intern: Kris Van Rossem en Stefan Vanthuyne. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd.
2.5 Archiefopbouw van de milieubeweging via samenwerking met Amsab Strategische doel of overkoepelend doel: erfgoed van de milieubeweging in Vlaanderen veilig stellen en onderzoek naar de sociale en historische betekenis van de natuur- en milieubeweging mogelijk maken. Operationele ambitie: overdracht statisch archief, geordend dynamische archief, digitale archivering Omschrijving activiteit: Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis is zowel een archief, een bibliotheek als een onderzoekscentrum. Het verzamelt bronnen over progressieve sociale bewegingen. Niet alleen de ‘klassieke’ bewegingen zoals de socialistische arbeidersbeweging en de kleinlinkse partijen komen in beeld. Ook de nieuwe sociale bewegingen rond thema’s als vrede, milieu, vrouwenemancipatie, migranten en de derde wereld vinden de weg naar Amsab-ISG. In de zomer van 2002 sloten Amsab-ISG en BBL een samenwerkingsakkoord om het historisch erfgoed van de milieukoepel en aangesloten verenigingen veilig te stellen voor de toekomst. In 2012 en 2013 werken we verder aan de uitwerking van de samenwerkingsovereenkomst. Er zal een sterke nadruk gelegd worden op duurzaam archiveren van digitale documenten. Verantwoordelijke intern: Stef D’Hauwers Type activiteit: ondersteunen van aangesloten verenigingen, verzamelen en beheren van het archief Type financiering: subsidie houdende erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen Partners: Amsab Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold
25
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3. Inhoudelijke activiteiten: beleid- en doelgroepenwerking De inhoudelijke werking van BBL wordt geschraagd door de beleids- en projectploeg, die hun werking steeds verder trachten te integreren rond gezamenlijke beleidslijnen. Het inhoudelijk werkingsprogramma onderscheidt (1) een geïntegreerde werking rond duurzame ontwikkeling op mondiaal, Europees, federaal, Vlaams en lokaal niveau; (2) een werking gericht naar specifieke doelgroepen zoals politiek, bedrijfsleven, burgers, consumenten en landbouw; (3) een werking rond de verdere ontwikkeling van ‘horizontale’ (d.w.z. voor meerdere milieuproblemen geldende) milieubeleidsinstrumenten en (4) een werking m.b.t. specifieke milieuthema’s zoals milieu & ruimte, afval & duurzaam materialenbeheer, transport & mobiliteit, energie & klimaat, hinder, water, milieu& gezondheid. De taakverdeling binnen ziet er als volgt uit: Beleidsveld 3.1
3.2
3.3
3.4
Duurzame ontwikkeling 3.1.1 Mondiaal 3.1.2 Europees 3.1.3 Federaal 3.1.4. Vlaams 3.1.5. Lokaal Doelgroepenbeleid 3.2.1 Milieu & politiek 3.2.2 Milieu & bedrijf 32.3 Milieu & landbouw 3.2.4. Milieu & burger 3.2.5. Milieu & consument Gereedschapskist milieubeleidsinstrumenten 3.3.1 Leefmilieubegroting 3.3.2 Milieuaansprakelijkheid 3.3.3 Milieuhandhaving 3.3.5 Milieueffectenbeoordeling Thema’s 3.4.1 Milieu&ruimte 3.4.2 Duurzame productie en consumptie Materialen en afvalstoffen Gevaarlijke stoffen en producten 3.4.3 Transport&mobiliteit
Verantwoordelijke Medeopvolging door dibeleidsmedewerker rectielid, teamcoördinator doelgroepen Lieze Lieze Lieze Lieze Yanti
Cloots Cloots Cloots Cloots Ehrentraut
Lieze Cloots Jeroen Gillabel/Lieze Cloots Jeroen Gillabel Erik Grietens Jeroen Gillabel
Stefaan Claeys Danny Jacobs Stefaan Claeys Danny Jacobs Stefaan Claeys Stefaan Claeys Stefaan Claeys
Danny Jacobs Erik Grietens Erik Grietens Erik Grietens Erik Grietens/Karlien Vandecasteele Jeroen Gillabel
Stefaan Claeys
Mathias Bienstman/Erik Grietens
Roel Vanderbeuren, Stefaan Claeys
26
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 3.4.4 Energie&klimaat 3.4.5 Hinder 3.4.6. Water 3.4.7 Milieu & gezondheid
Sara Van Dyck/ Mike Desmet, Mathias Bienstman Stefaan Claeys Erik Grietens Karlien Vandecasteele Erik Grietens
In voorliggend inhoudelijk werkingsprogramma, vertrekken we per beleidsveld van een strategisch ‘visiestukje’ dat zowat onze eigen ‘doctrine’ weergeeft waar we onze werking aan ophangen. Daarna volgen de acties, waarbij per actie wordt weergegeven wie er intern verantwoordelijk voor is, om welk type activiteit het gaat, wanneer ze wordt uitgevoerd, wat het beoogd resultaat is, en met welke partners het geheel wordt uitgevoerd.
3.1 Duurzame ontwikkeling Er bestaan diverse invalshoeken om met het concept ‘duurzame ontwikkeling’ (D.O.) aan de slag te gaan. D.O. kan bekeken worden vanuit de internationale dimensie. Daarbij ligt de nadruk op het woord ‘ontwikkeling’, zoals we het kennen uit ‘ontwikkelingssamenwerking’. Het concept is ook vanuit de internationale dynamiek ontstaan. Het werd op de Conferentie van de Verenigde Naties over Milieu & Ontwikkeling (UNCED, Rio de Janeiro, 1992) boven de doopvond gehouden. Het gaat hierbij in se over een rechtvaardiger spreiding van de welvaart over de wereldbevolking. Een andere invalshoek is de milieu-invalshoek. Hierbij wordt aandacht gevraagd voor de blijvende schade die sommige productie- en consumptiepatronen aan het ecosysteem aarde aanrichten. Vermits dat ecosysteem ons huis is en de voornaamste bron van onze welvaart, moeten we er zorgvuldig mee omspringen. Het volstaat dus niet om aan de huidige generaties te denken, we moeten ook de volgende generaties beschermen. Het krachtige aan het concept D.O. is dat het vertrekt vanuit de premisse dat combinatie van twee doelstellingen mogelijk is: de rechtvaardige spreiding van de welvaart over de huidige generaties valt te rijmen met het beschermen van onze natuurlijke rijkdommen voor de komende generaties. In het concept D.O. is zorg voor het huis dus ook zorg voor haar bewoners. De huidige en de toekomstige. Bond Beter Leefmilieu is zeer actief op vlak van Duurzame Ontwikkeling, maar doet dat vanuit haar eigen invalshoek: wij willen er toe bijdragen dat welvaartsopbouw gepaard gaat met de bescherming van het ecosysteem aarde tegen blijvende schade. Wij waken er dus in de eerste plaats over dat de opbouw van onze welvaart hier en nu geen roofbouw pleegt op de natuurlijke voorraden die nodig zijn voor de volgende generaties. Wij zijn minder actief op het vlak van de rechtvaardige spreiding van de opgebouwde rijkdom in eigen land en wereldwijd. Niet dat wij deze dimensie van D.O. minder belangrijk zouden vinden. Wel omdat wij erkennen dat onze kennis en bijdrage op dat vlak meer beperkt is dan deze van sociale organisaties of Ontwikkelingsorganisaties. Wij ondersteunen wel sterke samenwerkingsverbanden die de sociale en ecologische invalshoek willen integreren. Wij doen dit ondermeer op vlak van energiearmoede.
27
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Terwijl de institutionele (politieke) dynamiek rond duurzame ontwikkeling vandaag weinig interesse kan opwekken bij de beleidsdomeinen waarop ze gericht is en weinig effectieve impact heeft op het reële beleid, zien we wel een maatschappelijke dynamiek die wel de positieve richting lijkt uit te gaan. Vooral het bedrijfsleven besteedt de laatste tijd aandacht aan ‘Duurzame Ontwikkeling’. Ze doet dat ten dele – maar zeker niet uitsluitend - om haar imago op te poetsen. Meer en meer bedrijfsleiders zijn het belang van Duurzame Ontwikkeling gaan inzien. Zij ervaren dat er vandaag reeds signalen zijn dat de economische ontwikkeling wordt bedreigd door een aantal niet-duurzame tendensen. Zij gaan op zoek naar een andere wijze van produceren, waarbij de milieugebruiksruimte als belangrijke productiefactor wordt erkend en waarbij de fysieke grenzen ervan worden ervaren. Die tendens is nieuw. Ze heeft echter een belangrijk potentieel, dat door de milieubeweging niet mag worden veronachtzaamd: voor het eerst wordt vanuit een economische logica erkend dat milieuzorg bijdraagt of kan bijdragen tot economische ontwikkeling. In de klassieke school werd milieuzorg altijd als hinderlijk voor de economische ontwikkeling ervaren. Die klassieke benadering vormt trouwens nog steeds de basis voor het economisch beleid, waarbij het meenemen van de milieudimensie van in de conceptfase van het beleid nauwelijks of niet wordt overwogen. Toch ligt het debat open. Economische tinktanks zoals Econopolis of Itinera wijzen steeds vaker op de nood aan weloverwogen integratie – in een vroeg stadium van de besluitvorming – van niet klassiek economische elementen in de economische planning. Ook binnen de milieubeweging gaat steeds meer aandacht uit naar het economische en de integratie van ecologie en economie. Niet alleen binnen de bedrijfswereld maar ook binnen het brede middenveld is de groeiende aandacht voor duurzame ontwikkeling een constante. Het Transitienetwerk Middenveld (TNM) werd in juni 2010 opgericht met als doel de transitie naar een duurzame samenleving en economie op sociaal-rechtvaardige en democratische wijze te laten verlopen. Het TNM vormt een open platform van diverse middenveldorganisaties uit diverse hoeken van de samenleving, bedrijven en geëngageerde journalisten. Concreet wil het TNM bestaande transitieprocessen kritisch beoordelen en zo mogelijk bijsturen in een meer sociaal-rechtvaardige richting, beleidsvoorstellen en beleidsvisies toetsen op hun sociale rechtvaardigheid en in diverse overleg- en adviesraden het rechtvaardige transitiedenken binnenbrengen. Daarnaast zet het TNM zich in om een draagvlak te creëren bij ieders achterban voor het transitiedenken tout court en de sociale rechtvaardigheid ervan in het bijzonder. Bond Beter Leefmilieu wil ertoe aansporen dat productie- en consumptieprocessen grondig worden omgebogen. Dit wil niet zeggen dat wij ‘economische groei’ verwerpen (al vormt het gehanteerde meetinstrument voor deze groei, het BNP, geen adequaat instrument). Zonder economische groei/ontwikkeling/welvaartsstijging (termen die dezelfde lading dekken) is er geen hoop voor het gros van de wereldbevolking. Maar binnen de huidige economische groei is deze hoop er evenmin. Een project voor duurzame ontwikkeling veronderstelt in de eerste plaats dat milieubescherming een integrerend bestanddeel wordt van het ontwikkelingsproces. Daarbij worden niet alleen direct in geld waardeerbare goederen geacht bij te dragen aan de welvaart en ontwikkeling, maar ook milieugoederen zoals biodiversiteit, zuiver water, een stabiel klimaat, gezonde lucht, enz. Het integreren van milieubekommernissen in alle beleidsdomeinen is een belangrijke voorwaarde voor duurzame ontwikkeling en een voortdurend streefdoel van BBL. Daarbij is het de taak van BBL om te wijzen op het potentieel van marktgebaseerde instrumenten (zie ook ‘vergroening fiscaliteit’), van maatregelen inzake eco-efficiëntie en van culturele omschakelingen.
28
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 De visie van BBL op D.O. is dus veel ruimer dan wat de federale en Vlaamse regering naar voren schuiven als een apart beleidsdomein of een aparte strategie. Zolang er tussen de plannen strategieën aan de en zijde en het economisch beleid aan de andere zijde geen helder verband bestaat, blijven deze plannen dode concepten Een doorbraak in duurzame ontwikkeling vereist echter ook dat BBL het debat durft te voeren over de ontkoppeling tussen economische groei enerzijds en het gebruik van energie en grondstoffen anderzijds. Er is nood aan ‘dematerialisatie’ van de economie: diensten en producten moeten met veel minder grondstoffen en energie voortgebracht worden, willen we iedereen de kans geven op een goede ontwikkeling. BBL moet er daarbij op wijzen dat technologische verbeteringen maar een deel van de oplossing zijn, aangezien bijkomende consumptie de milieuwinst van innovatie kan teniet doen. Naast het promoten van milieusparende technologieën, moet BBL daarom met de maatschappelijke actoren vooral in dialoog durven gaan over de noodzakelijke cultuurveranderingen en gedragswijzigingen, en daarin een voorbeeld- en voortrekkersrol spelen via projecten en campagnes.
3.1.1 Mondiaal De mondiale dimensie van D.O. is er een die vanuit BBL minder actief wordt opgevolgd. In 2012 zal hier tijdelijk wel meer aandacht naar uitgaan doordat 20 jaar na de Conferentie van Rio, in juni 2012 de Conferentie Rio+20 plaatsvindt. Groene economie en governance van DO staan tijdens deze conferentie uitgesproken op de agenda. De afspraken die hier gemaakt worden moeten doorsijpelen naar Europese en Nationale duurzaamheidstrategieën.
3.1.2 Europees Eind 2009 kwam de Europese Commissie met een opvolger voor de Lissabon-strategie. De EU2020-strategie pretendeert meer te zijn dan een strikt economische strategie, en omarmt de ‘groene economie’. De relatie tot de Europese Strategie Duurzame Ontwikkeling (ESDO) is zeer onduidelijk. Wel duidelijk is dat de ESDO een relatief papieren bestaan leidt. BBL heeft dan ook de duidelijke keuze gemaakt om – zonder de ESDO af te vallen, en met het ESDO in het achterhoofd – meer in te zetten op de concretisering van de EU2020 strategie, die weliswaar vertrekt vanuit het concept ‘groei’, maar daarbij drie adjectieven hanteert die belangrijk zijn: de groei moet ‘slim’, ‘duurzaam’ en ‘inclusief’ zijn. We kunnen dus stellen dat een deel van de ESDO haar weg gevonden heeft naar het ‘reguliere’ economische denken. Althans in theorie. We zien immers dat – mede onder invloed van de economische, maar vooral financiële en budgettaire crisis – de concrete analyses en voorstellen, geformuleerd door de Europese Commissie, weinig aandacht hebben voor de elementen ‘slim, duurzaam en inclusief’. We beschouwen het als onze rol om deze elementen op een systematische manier onder de aandacht te brengen en te houden bij de opmaakt van het Nationale Hervormingsplannen en bij de implementatie van de EU2020 strategie binnen de diverse beleidsniveaus in ons land.
29
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.1.2.1 EU2020-strategie moet ‘slim, duurzaam en inclusief’ zijn en blijven Strategische doelstelling of overkoepelend doel: koppelen van economische groei aan duurzaamheidsstrategie Operationele ambitie: integratie van milieudimensie in Europese economische strategie Omschrijving activiteit: Op de Europese raad van Göteborg werd in 2001 een Strategie Duurzame Ontwikkeling vastgelegd, en werd de milieudimensie toegevoegd aan het proces van Lissabon voor werkgelegenheid, economische hervorming en sociale samenhang. Beide strategieën (Göteborg en Lissabon) kampten echter met ademnood. Sinds eind 2009 lanceerde de Europese Commissie de EU2020-strategie, die zou moeten zorgen voor ‘slimme, duurzame en inclusieve” groei. BBL droeg actief bij aan het verbeteren van duurzaamheiddimensie van de EU2020-strategie door te participeren in het Europees Milieubureau (EEB), in de werkgroepen en als lid van de Raad van Bestuur, door via de federale raad voor Duurzame Ontwikkeling haar prioriteiten voor de Nationale Hervormingsprogramma’s te formuleren en door de advisering in de FRDO over de implementatie van de Rio+20 outcome, en via het actief stimuleren van het federaal en Vlaams beleid Duurzame Ontwikkeling. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots/Mathias Bienstman. Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobby en campagne. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: EEB, leden federale raad voor duurzame ontwikkeling, Minaraad. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd Timing: 2012-2013.
3.1.3 Federaal Op Federaal vlak kennen we een sterk institutioneel kader, met inschrijving van D.O. in de grondwet. Daarnaast bestaat er opeenvolgende Federale Plannen Duurzame Ontwikkeling (FPDO). We kunnen dus spreken van een federale strategie. De milieubeweging wordt binnen de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling geconsulteerd over belangrijke beleidsontwikkelingen en voorstellen m.b.t. het beleidsdomein ‘duurzame ontwikkeling’. Maar terwijl het concept ‘duurzame ontwikkeling’ geïnstitutionaliseerd raakt, blijkt de toepassing van het concept op de diverse andere beleidsdomeinen nog steeds grotendeels dode letter. We stellen vast dat er van de acties, die in deze federale strategie vervat zijn, zeer weinig wordt gerealiseerd. In concreto blijft het Plan meestal dode letter, en als er vorderingen worden gemaakt in de acties, lijkt dat meer voort te vloeien uit het feit dat deze acties waren voorzien in het beleidsdomein waartoe ze horen, eerder dan voort te vloeien uit het Plan. Tegelijk stellen we vast dat de beleidsdomeinen ‘economie’ en ‘financiën’, twee essentiële domeinen als het aankomt op Duurzame Ontwikkeling, systematisch buiten de scope van de Federale Raad en zijn adviezen blijven. Daar hebben ook de opeenvolgende Federale Plannen Duurzame Ontwikkeling vooralsnog weinig aan veranderd. Op het einde van de vorige federale legislatuur (net voor de val van de regering Leterme), nam de federaal parlement een nieuwe wet op de Duurzame Ontwikkeling aan, waarbij onder meer de FRDO werd hervormd. Door de val van de regering werd de wet echter (we schrijven oktober 2010) nog niet uitgevoerd. Wel vroeg ontslagnemend Minister Magnette aan de FRDO om in uitvoering van de wet op de duurzame ontwikkeling, een advies uit te brengen over de lange termijn visie op Duurzame ontwikkeling en op de tussentijdse uitdagingen en doelstellingen die daarmee gepaard gaan
30
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.1.3.1. Ontwikkelen van een lange termijn visie op DO (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: om inzichten te krijgen in de mogelijke paden naar transitie en in de beleidsbeslissingen die daarbij aansluiten, moet een gedeeld beeld voorop staan van wat men op langere termijn nastreeft. Operationele ambitie: binnen de milieugroep en vervolgens met andere groepen een gezamenlijke lange termijn visie op duurzame ontwikkeling formuleren en mogelijks ook de concrete tussentijdse uitdagingen en doelstellingen die ermee gepaard gaan via backcasting identificeren Omschrijving activiteit: De totstandkoming van een lange termijnvisie op DO verliep in verschillende fase in de loop van 2012. Eerst stelde we binnen BBL, intern en met onze lidorganisaties, onze lange termijn streefbeelden scherp. Hiermee stapten we vervolgens naar de partners binnen de ‘4 feds’ om tot een gezamenlijke visie te komen. De oefening situeerde zich binnen een ‘perimeter’ die volgende componenten omvat: 1) inclusieve maatschappij (sociale inclusie, gezondheid, werk, competenties) 2) milieubescherming (biodiversiteit, klimaatverandering en natuurlijke hulpbronnen), 3) economische ontwikkeling (energie, transport, wonen en bouwen, en voeding) 4) transversale thema’s (implementatie-instrumentarium, de externe dimensie en gendergelijkheid). De visie van de verschillende groepen (milieu, werkgevers, werknemers, Noord-Zuid) werd vervolgens in de schoot van de FRDO onderling gepresenteerd, waarna we tot een gezamenlijke formulering van een lange termijn streefbeeld kwamen. De resultaten van deze werden gepresenteerd aan het parlement en golden tegelijk als bijdrage aan het Rio+20 proces. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots. Type activiteit: overleg en afstemming. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: 4feds, FRDO, TNM Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: 2011-2012.
3.1.4 Vlaams Bij het aantreden van de regering Leterme I, werd de indruk gewekt dat Duurzame Ontwikkeling een plaats zou krijgen in het Vlaams beleid en dat Vlaanderen zijn achterstand op het federale niveau zou inlopen. Het toewijzen van de bevoegdheid over Duurzame Ontwikkeling aan Vlaams minister-president Leterme gaf aan dat Vlaanderen bereid was haar eigen strategie Duurzame Ontwikkeling op te zetten en er een transversaal beleidsdomein van te maken. In 2005 werd de eerste aanzet hiertoe gegeven, door het uittekenen van een eigen Vlaamse strategie Duurzame Ontwikkeling. De diverse stakeholders werden hierbij op actieve wijze betrokken, en het resultaat is een strategische nota die Duurzame Ontwikkeling op een geïntegreerde manier beschouwt en streeft naar een dynamiek waarbij de drie interne dimensies van D.O. (economisch, ecologisch en sociaal) voldoende aan bod komen. Terzelfder tijd werd het Pact van Vilvoorde geactualiseerd, dat (mede) de basis vormt voor het Vlaams beleid Duurzame Ontwikkeling. Hiermee werden grondstenen gelegd om tot een onderbouwd Vlaams beleid Duurzame Ontwikkeling te komen. Na het leggen van deze bouwstenen viel het beleid inzake Duurzame Ontwikkeling echter stil. In 2007 werd een ‘steunpunt Duurzame Ontwikkeling” opgericht. Daarna bleef het twee jaar stil. Pas eind 2009 ontwikkelde zich een nieuwe dynamiek rond een nieuwe VSDO, die in 2011 werd goedgekeurd. Deze tweede VSDO is meer gericht op een
31
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 algemeen lange termijnkader waarop de diverse Vlaamse beleidsdomeinen zich zouden kunnen enten en straalt ook de ambitie uit om een transitie naar een (meer) duurzame samenleving te ondersteunen. We stellen voorlopig evenwel vast dat het moeilijk is om transversale interesse te wekken binnen de Vlaamse overheid. De vraag is dan ook of de nieuwe strategie meer kans op slagen heeft dan de vorige – mislukte - poging. Inmiddels heeft zich, los van de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling, een nieuwe dynamiek ontwikkeld in het Vlaamse beleid. In de aanloop naar de verkiezingen van juni 2009 werd het ‘Pact 2020’ goedgekeurd, waarin sociaaleconomische, milieu- en maatschappelijke stakeholders een aantal concrete doelstellingen formuleerden tegen 2020. Het samenbrengen van deze diverse actoren had aanleiding kunnen geven tot een ‘Duurzame Ontwikkelings’-benadering. Het Pact 2020 is echter niet meer geworden dan het formuleren van afzonderlijke doelstellingen , zonder geïntegreerde visie. Het gaat dus de facto niet om Duurzaam Ontwikkelingsbeleid in de klassieke zin van het woord. Het ‘Pact’ heeft wel het voordeel dat het breed gedragen wordt binnen de administratie en in principe ook binnen de Vlaamse regering. Het ‘Pact 2020’ werd door de Vlaamse regering (informeel) ingebed in het project/concept/idee ‘Vlaanderen In Actie’ (VIA) dat het potentieel in zich draagt om uit te groeien tot een Duurzaam Ontwikkelingsbeleid. Door te weinig transversale werking en een te grote verkokering begon de dynamiek enigszins te slabakken. In juni 2011 blies de Vlaamse Regering het ViA proces nieuw leven in door 13 transversale, geïntegreerde thema’s te definiëren waar een transitieaanpak rond uitgebouwd wordt. Tegelijk blijft de reguliere uitvoering van de Doorbraken en doelstellingen uit het Regeerakkoord behouden. Hoewel het ViA proces naar invulling (transversale thema’s) en aanpak (transitiemanagement) ten goede opgeschoven is richting een ‘duurzame ontwikkelings-aanpak’, is het feit dat beide processen nog steeds naast elkaar bestaan nefast voor hun slagkracht.
3.1.4.1 ‘Vlaanderen in Actie’ helpen evolueren tot een volwaardige dynamiek van Duurzame Ontwikkeling in Vlaanderen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Vlaanderen in Actie ombuigen tot een coherente strategie voor Duurzame Ontwikkeling Operationele ambitie: Actief participeren in Vlaanderen in Actie met het oog op het bijsturen van de dynamiek. Omschrijving activiteit: We participeerden verder in ViA, zowel door deelname aan de ‘Raad van Wijzen’ als aan de diverse fora die binnen het kader van ViA worden georganiseerd, zoals de transitieprojecten die onder de voor ons relevante transversale thema’s worden opgezet. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots,... Type activiteit: beleidsadvisering; beleidbeïnvloeding via lobbyen en campagne. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: Minaraad en SERV, TNM. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd Timing: 2012-2013
32
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.1.4.2 De dynamiek van het Pact2020 onderhouden en sturen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: De (milieu)doelstellingen uit Pact 2020 realiseren. Operationele ambitie: komen tot een geïntegreerde dynamiek rond de Pact 2020 doelstellingen Omschrijving activiteit: We participeerden aan de evaluatie van de jaarlijkse meting van de indicatoren en brengen, en formuleerden oa. via een tussentijdse evaluatie van de Vlaamse Regering in 2012 en via de 11 klimaatmaatregelen verder te nemen initiatieven om de doelstellingen dichter bij te brengen. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots, Danny Jacobs Type activiteit: beleidsadvisering; beleidbeïnvloeding via lobbyen en campagne. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: Verenigde Verenigingen en SERV Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012-2013
3.1.4.3 Mee de motor vormen voor het transitienetwerk Middenveld (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de transitie naar een duurzame samenleving en economie op sociaalrechtvaardige en democratische wijze laten verlopen Operationele ambitie: een open platform van middenveldorganisaties uit diverse hoeken van de samenleving, bedrijven en geëngageerde journalisten vormen, waar aan draagvlakcreatie wordt gedaan bij de achterban van de diversie middenveldorganisaties; Omschrijving activiteit: BBL was actief in meerdere van de TNM fora. In de eerste plaats in de stuurgroep, waar de grote lijnen werden uitgezet en waar werd nagedacht over het doel en strategie van het netwerk. In de horizontale WG werd ene gezamenlijke ‘Leitbild’, geformuleerd dat als streefbeeld gehanteerd kan worden bij de thematische werkgroepen. BBL participeerde tevens in de WG energie, landbouw en voeding, wonen en bouwen. BBL zal begin 2012 de WG mobiliteit opstarten. In oktober 2012 vond een transitiefestival plaats in Gent waar 700 mensen kwamen kennismaken met transitie in Vlaanderen. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots, … Type activiteit: beleidsadvisering; overleg, beleidbeïnvloeding via lobbyen en campagne. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: ACW, vakbonden, Noord-Zuid Beweging, culturele sector, landbouwsector, Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: 2012-2013
33
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.1.5 Lokaal 3.1.5.1. Lokale Agenda 21 in Leuven zichtbaar houden via concrete en succesvolle activiteiten op het terrein Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Een voorbeeld-LA21 voor de andere Vlaamse gemeenten uitwerken in Leuven. Operationele ambitie: Lokale betrokkenheid bij het stadsbeleid uitbouwen door samen met diverse partners acties op te zetten die Leuven verduurzamen. Omschrijving activiteit: Begin 2012 ging de stad Leuven met het project Leuven Klimaatneutraal van start. In het eerste jaar van dit project onderzocht men aan de hand van een nulmeting met welke acties en projecten Leuven Klimaatneutraal kan worden tegen 2030. Bond Beter Leefmilieu organiseerde de inspraak en participatie in het project. In totaal namen een 250 tal personen uit een 150 tal verschillende organisaties aan 6 verschillende cellen inzake de thema’s energie, gebouwen, mobiliteit, transitie en participatie, consumptie, landbouw en natuur. Deze thematische cellen kwamen allemaal verschillende keren afzonderlijk samen, en brachten in mei en december hun ideeën samen op een ronde tafel bijeenkomst. 160 Leuvenaars toonden interesse om deel te nemen aan het klimaatparlement, waarvan er 20 een klimaatgesprek organiseerden en een 60-tal deelnamen aan het Leuvense Klimaatparlement op zaterdag 15 december. Verantwoordelijke intern: Mike Desmet en Yanti Ehrentraut Type activiteit: project Type financiering: contractuele overeenkomsten met derden. Partners: stadsbestuur Leuven, KULeuven, KHLeuven, … Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold sinds 1998 Timing: 2012 - 2013
3.1.5.2 Verzelfstandiging van het Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg dat bouwbedrijven en bouwactoren aanmoedigt om duurzaam bouwen in de praktijk te brengen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Duurzaam bouwen en wonen (kennis van principes inzake duurzaam bouwen en wonen, duurzame bouwtechnieken en materialen, …) op brede schaal ingang laten vinden bij Limburgse (ver-)bouwers, gemeenten en bouwprofessionelen. Operationele ambitie: via netwerking en samenwerking voorlopers (uit de bouwsector, de overheid, andere sectoren) creëren, concrete projecten tot stand helpen brengen en (particuliere) investeringen in duurzame technieken stimuleren. Omschrijving activiteit: Het Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg is een samenwerkingsinitiatief van de Provincie Limburg, het Centrum Duurzaam Bouwen (Cedubo) en de Bond Beter Leefmilieu. Het steunpunt werkt met een basisfinanciering van het provinciebestuur Limburg en daarnaast via projectfinancieringen. De basiswerking van het Steunpunt bestaat in het aanmoedigen van Limburgse bouwprofessionals, gemeenten en particulieren om duurzaam bouwen in de praktijk te brengen. De Limburgse gemeenten worden ondersteund bij hun eerstelijnsfunctie naar de burger door hen instrumenten aan te reiken om bouwers en verbouwers te sensibiliseren, te informeren, te begeleiden en te adviseren. Samen met gemeenten worden klimaatscans & klimaatactieplannen uitgewerkt. Hieruit resulteren concrete acties waarbij gemeenten ook
34
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 door het steunpunt begeleid worden. Voor particulieren werd een breed aanbod uitgewerkt: planadviezen, quickscans, quickscans@home, quickscans on the road, thermografie, infosessies, beurzen,… Bouwprofessionelen kunnen bij het steunpunt terecht voor professioneel advies op maat, debatten, infosessies, workshops, excursies, de wedstrijd duwobo, … Met de campagnes Elke dag zondag en Limburg Isoleert worden alle doelgroepen aangesproken en aangezet tot het breed toepassen van woningisolatie. In het kader van de Limburgse ambitie om klimaatneutraal te worden is het steunpunt trekker van de Do-tank duurzaam bouwen. Op 13/1/2012 is Dubolimburg verzelfstandigd tot vzw. Dubolimburg was medeorganisator van Bouwinnovatie 2012. Onze beursstand ontving de Persprijs voor mooiste stand dit jaar. Binnen de campagne Limburg Isoleert zorgt het steunpunt voor info en begeleiding. Het steunpunt begeleiddt concrete bouwdossiers zoals het nieuwe zwembad met WKK van de Stad Hasselt en een duurzame wijk met passiefwoningen in Diepenbeek. Met de gemeente Genk starten we een gemeentelijk dakisolatieproject Genk Isoleert. Samen met Infrax werd een projectvoorstel goedgekeurd bij het Europese IEE-programma, gericht op de financiering van lokale energiesparende investeringsprojecten. In december werd een zeer succesvolle DuboXL dag georganiseerd naar aanleiding van het einde van het EFRO project. Het Duboek werd overhandigd aan de nieuwe gedeputeerde Vandenhove. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.dubolimburg.be. Verantwoordelijke intern: Kris Asnong Type activiteit: project Type financiering: Doelstelling II – Europa, Interreg-Europa, Milieuprojectenfonds LNE, provincie Limburg. Partners: Cedubo, provincie Limburg. Doorgerold Timing: 2012-2013
3.1.5.3. ondersteuning van het Vlaams Netwerk van provinciale steunpunten duurzaam bouwen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Duurzaam bouwen (kennis van principes inzake duurzaam bouwen, duurzame bouwtechnieken en materialen) op brede schaal ingang laten vinden bij particuliere bouwers en verbouwers. Operationele ambitie: In elke provincie is een steunpunt opgestart waarbij de overheid, de bouwsector en de milieubeweging structureel samenwerken met als doel de transitie naar duurzaam bouwen en wonen op het terrein waar te maken. BBL zorgt voor de nodige ondersteuning. Omschrijving activiteit: Enkele jaren geleden sloot de Vlaamse overheid een langdurige overeenkomst af met de provincies voor de uitbouw van een Vlaams netwerk van 5 provinciale steunpunten duurzaam bouwen en wonen. Een initiatief waar BBL mee aan de wieg stond. Om de werking tussen de 5 steunpunten op elkaar af te stemmen en de steunpunten te ondersteunen verzorgt BBL in opdracht van de Vlaamse Overheid de nodige ondersteuning. Een kerntaak van de steunpunten is het geven van duurzaam bouwadvies aan particuliere (ver)bouwers en aan lokale overheden met bouwplannen. In nauw overleg met de steunpunten, ontwikkelde BBL een adviesinstrumentarium die deze kerntaak moet faciliteren en de adviespraktijk moet stroomlijnen. Dit op basis van de Vlaamse “Maatstaf duurzaam bouwen en wonen.” BBL stelde ook een plan van aanpak op om de het bouwadvies meer bekendheid te geven bij intermediaren en eerste lijnadviseurs, zoals architecten, notarissen, …. Bovendien organiseerde BBL enkele inhoudelijke vormingsmomenten zodat de adviesgevers en het
35
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 personeel van de steunpunten de kans kregen om mee te zijn met de nieuwste ontwikkelingen op hun werkveld. Tot slot werd de werking en van het bouwadvies bevraagd door middel van een enquête, gericht aan de adviesvragers, zodat de adviespraktijk gepast bijgestuurd kan worden in de onmiddellijke toekomst. Verantwoordelijke intern: Mike Desmet en Jurgen Naets Type activiteit: specifieke overheidsopdracht Type financiering: Overheidsopdracht in opdracht van DAR (Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid) Partners: Dar en de verschillende steunpunten (ngo’s en provincies) Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: 2012-2013, jaarlijks te vernieuwen.
3.1.5.4. Inspiratiedag voor lokale besturen over ecovillages/duurzame wijken Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Breder draagvlak bewerkstelligen bij lokale besturen voor duurzaam wonen. Operationele ambitie: De uitdagende doelstellingen waar we op vlak van wonen voor staan duidelijk maken en hefbomen aanreiken hoe daarmee kan omgegaan worden. Bedoeling is de nieuwe gemeentebesturen input aan te reiken voor de opmaak van de beleidsplanning voor de komende zes jaar. Omschrijving activiteit: Inspiratiedag voor 175 vertegenwoordigers van lokale besturen. Sprekers uit binnen en buitenland duiden wat een duurzame wijk is en bespreken concrete voorbeelden uit binnen- en buitenland. Standhouders van verschillende organisaties gericht op duurzaam wonen geven informatie. Netwerkmoment. Type financiering: Strategische partner Bostoen. Partners: VIBE, Passiefhuisplatform, Bostoen Verantwoordelijke intern: Jessika De Lille Type activiteit: project Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: nieuw. Timing: 2012
3.2 Doelgroepenbeleid 3.2.1 Milieu & politiek BBL is een pluralistische en per definitie partijonafhankelijke koepel. Voor het realiseren van zijn beleidsdoelstellingen doet hij een beroep op alle democratische partijen en mandatarissen. BBL overlegt ook – in volle onafhankelijkheid – met alle leden van de uitvoerende macht die een verantwoordelijkheid hebben op één van de werkingsgebieden van BBL. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen ministers van diverse partijen, in de mate dat de betrokkene zelf tot open dialoog bereid is. De beleidsstandpunten van BBL zijn openbaar. Zij worden geformuleerd in memoranda – die worden gepubliceerd naar aanleiding van de verkiezingen. Geldende memoranda voor de periode 2011-2012 zijn het Vlaams memorandum van BBL naar aanleiding van de Vlaamse verkiezingen van 17 juni 2009, het Europees memorandum 2009 dat werd op-
36
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 gesteld binnen het kader van het Europees milieubureau EEB en het federaal memorandum naar aanleiding van de federale verkiezingen van 13 juni 2010. Aanvullend hierbij werd ook een nota ‘milieu en staatshervorming’ gepubliceerd, die als bijlage bij het memorandum kan worden beschouwd. Bij de opmaak van dit document (we spreken oktober 2011) staan we aan de vooravond van een nieuwe federale regering. Met oog op de onderhandelingen die hierbij worden gevoerd oordeelde BBL dat haar federaal memorandum en de nota ‘milieu en staatshervorming’ nog steeds actueel waren. Aanvullend bracht de milieubeweging specifiek het dossier rond vergroening van de fiscaliteit onder de aandacht van de federale onderhandelaars. Meteen na het aantreden van de nieuwe Vlaamse regering in juli 2009 (Peeters II) werd door BBL contact opgenomen met de diverse nieuwe ministers en hun kabinetten, met het oog op het komen tot een opbouwende samenwerking. De voor BBL meest ‘relevante’ kabinetten zijn deze van Leefmilieu en natuur, van Ruimtelijke Ordening, van Mobiliteit en van Energie en van Landbouw. Waar vroeger meer een traditie bestond van systematisch overleg, stellen we vast dat de diverse kabinetten nu eerder aansturen op ad hoc vergaderingen, gekoppeld aan specifieke dossiers. Op federaal niveau wordt, binnen het kader van ‘de 4 federaties’ overleg gepleegd met de minister van Klimaat en Duurzame Ontwikkeling. Sinds de val van de federale regering is hier evenwel een leegte ontstaan, die wellicht pas zal worden opgevuld als de nieuwe regering is aangetreden. Het ‘groene middenveld’ ambieert geen plaats in de oppositie, maar wil actief zijn verantwoordelijkheid opnemen in de realisatie van een breed gedragen milieubeleid. Het wil zijn maatschappelijke rol ten volle spelen en werkt hiervoor actief samen met andere actoren in het middenveld en de economie. Ook met de democratische partijen uit meerderheid en oppositie streeft BBL naar een open dialoog. BBL tracht elke politiek partij ervan te overtuigen dat ze belang heeft bij een duurzame ontwikkeling en een doeltreffend, slagvaardig en sociaal rechtvaardig milieubeleid. In het geval van CD&V, Groen! en SP.A/Spirit gebeurt dit op geregelde basis. Sinds 2007 waren er ook terug herhaalde contacten met Open VLD, terwijl in 2010 nieuwe afspraken worden gemaakt met N-VA. BBL onderhoudt ook goede contacten met individuele parlementsleden uit elk van deze partijen.
3.2.1.1 Het milieubeleid van de Vlaamse regering evalueren Strategische doelstelling of overkoepelend doel: stimuleren van een progressief Vlaams milieubeleid. Operationele ambitie: sterkte/zwakte van het Vlaams milieubeleid analyseren Omschrijving activiteit: We brachten in 2012 een tussentijdse evaluatie uit waarbij we nagingen hoe duurzaam het beleid was dat de Regering Peeters II in de eerste helft van de legislatuur had gevoerd. We concludeerden dat we op vele vlakken de doelstellingen van het Pact 2020 nog niet halen en dat de regering in een aantal dossiers eerder weigerachtig staat om voluit te kiezen voor een groene economie. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots Type activiteit: publicatie Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: lidorganisaties BBL. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2011 en/of 2012
37
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.2.1.2 Het milieubeleid van de federale regering opvolgen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: stimuleren van een progressief federaal milieubeleid Operationele ambitie: de vinger aan de pols van het federale milieubeleid houden Omschrijving activiteit: we hadden geregeld contacten met federale kabinetten en administraties om de evoluties in thema’s zoals milieu, energie, marien milieu, duurzame ontwikkeling en fiscaliteit van nabij op te volgen. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots. Type activiteit: lobby. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: lidorganisaties BBL. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: 2012/2013
3.2.2 Milieu & bedrijf Zonder bedrijven is welvaart onmogelijk. Zonder bedrijven die duurzaam produceren is het behoud van die welvaart onmogelijk. Bond Beter Leefmilieu wil dus inzetten op een open, correcte en constructieve dialoog met het bedrijfsleven, gericht op het verduurzamen van economische processen en op het ontkoppelen van economische activiteit en milieudruk. BBL beschouwt het bedrijfsleven als een ‘partner in solutions’, maar beseft dat de overwegende economische trend nog steeds een niet-duurzame trend is. Bovendien stellen we vast dat de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in de maatschappelijke dialoog (sectorfederaties, Unizo, VOKA, VBO, …) vaak het standpunt van hun meest behoudsgezinde leden vertegenwoordigen, omdat deze zich het meest bedreigd voelen door een krachtdadig milieubeleid. De kentering die we zien bij een deel van het bedrijfsleven, dat opteert voor een nieuwe en op duurzame ontwikkeling gerichte economische ontwikkeling, krijgt nog veel te weinig stem in de besluitvorming. Daardoor blijven kansen voor de voorlopers liggen. Toch beschouwt BBL ook de georganiseerde vertegenwoordigers van het bedrijfsleven als partners in de dialoog en als potentiële partners bij het aanreiken van oplossingen. Het is aan de bedrijven zelf om hun keuzes te maken. De voorbije jaren is binnen de economische activiteit meer aandacht gegaan naar een ‘groenere’ economie. Daarmee wordt meestal verwezen naar bedrijven die activiteiten ontwikkelen binnen de sector van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en het recupereren en recycleren van grondstoffen. Concepten als ‘cradle to cradle’ maakten snel opgang . Bedrijven die binnen deze sectoren actief zijn, vormen meestal eerder een deel van de oplossing dan een deel van het probleem. Vergroening van de economie zal echter moeten gepaard gaan met een grondige transitie van de bestaande economie. Onder meer de energie-intensieve sectoren zullen het de komende jaren moeilijker krijgen. Inzetten op een ‘vergroening’ van deze sectoren zal de komende jaren blijken een economische en sociale noodzaak te zijn. Binnen de sectoren zelf begint dit inzicht ook steeds vastere grond te krijgen. Binnen het economisch beleid daarentegen, lijkt dit inzicht alsnog slechts mondjesmaat door te dringen. Deze benadering van de economische actoren als ‘partners in solutions’, wil niet zeggen dat Bond Beter Leefmilieu kritiekloos de bestaande concepten van ‘groei’ zou aanvaarden. Veel liever hebben we het over (duurzame) economische ontwikkeling dan over ‘groei’.
38
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Blinde groei dreigt immers niet alleen milieuvernietigend te zijn, maar (mede daardoor) bovenal te leiden tot systematische verarming.
3.2.2.1 Onderhouden van actieve dialoog met bedrijfsfederaties en -koepels. Strategische doelstelling of overkoepelend doel: inzichten, houding en acties rond milieu binnen het bedrijfsleven doen evolueren Operationele ambitie: met elke belangrijke bedrijfsfederatie een constructieve en kritische dialoog voeren. Omschrijving activiteit: We zetten de dialoog met (de leiding van) de federatie van de Chemische industrie (Essenscia) voort. Verder namen we ook contact met andere bedrijfsfederaties om met hen van gedachten te wisselen over onze lange termijnvisie 2050. We hadden een uitwisseling met Boerenbond, Indaver, Unizo, Febem, VCB, Testaankoop,… Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots. Type activiteit: maatschappelijke dialoog, beleidsbeïnvloeding op (middel)lange termijn. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: Essenscia, Fevia, Agoria, VBO, VOKA, Unizo, Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012 - 2013
3.2.3 Milieu & landbouw Landbouw heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in onze maatschappij, en doet dat nog steeds. Niet alleen levert de landbouw ons voeding, hij neemt ook een groot deel van het landoppervlak in beslag en heeft zo een sterke invloed op ons landschap, de milieukwaliteit en de biodiversiteit. Door het verdwijnen van kleine landschapselementen zoals hagen, houtkanten en poelen worden landbouwgebieden biljarttafels die veeleer een barrière in plaats van een leefgebied en verbindingsweg vormen voor planten en dieren. De biodiversiteit in agrarisch gebied gaat nog steeds achteruit. Ook pesticiden kunnen een nefaste impact hebben op biodiversiteit. Bijensterfte is bijvoorbeeld meermaals gerelateerd aan pesticidengebruik. Het is van cruciaal belang het mestprobleem onder controle te krijgen, het pesticidengebruik naar beneden te brengen, kritisch te staan ten opzichte van GGO’s en andere met het huidige landbouwmodel gerelateerde milieuproblemen aan te pakken. Het mestprobleem in Vlaanderen is al jaren een van de meest prangende milieuproblemen. Op de kleine oppervlakte van Vlaanderen leven miljoenen stuks vee en pluimvee. De grondloze, intensieve veehouderij voert grote hoeveelheden veevoer in vanuit andere werelddelen, dat zorgt bij ons voor een enorm mestoverschot. De overbemesting leidt ertoe dat onze waterlopen en bodem erg vervuild zijn met nitraten en fosfaten en dat de kosten voor de productie van drinkwater oplopen. Mestverwerking is duur en geen duurzame lange termijn oplossing. Intensivering van akker- en tuinbouw gaat hand in hand met het overmatig gebruik van kunstmest en pesticiden. Dat leidt tot de verspreiding van gevaarlijke stoffen die gronden oppervlaktewater vervuilen en de gezondheid van mens en milieu bedreigen. Een af-
39
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 bouw van het pesticidengebruik en overgang naar biologische en geïntegreerde teeltmethoden is hoogdringend. Van genetisch gewijzigde organismen (GGO’s) wordt veel beweerd. Ze zouden de wereld kunnen voeden, het milieu redden,… Na meer dan tien jaar GGO-teelt kan dat echter nog steeds niet bewezen worden. De onzekerheid over de milieu- en gezondheidsrisico’s van GGO’s blijft bovendien groot. Daarom ijvert BBL voor de ontwikkeling van duurzame landbouw en voldoende investering in onderzoek naar ecologische landbouwvormen. Het Europese landbouwbeleid kan op (een aantal van) die uitdagingen een antwoord bieden. Het Europese landbouwbeleid (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid of GLB) drukt een belangrijke stempel op de Europese landbouw, en dus ook op de Vlaamse landbouw. Tot hiertoe heeft het GLB met haar subsidies het milieu meer kwaad dan goed gedaan. Uitputting van grondstoffen, overbemesting, achteruitgang van biodiversiteit en overproductie waren enkele gevolgen. In oktober 2011 komt de Commissie met haar voorstellen voor hervormingen van het beleid. Hierin zitten mogelijks kansen om de landbouw in Europa te sturen richting milieuvriendelijke productie.
3.2.3.1 IJveren voor een transitie naar duurzame landbouw en voeding Strategische doelstelling of overkoepelend doel: inzichten en houding met betrekking tot een duurzamer landbouw en voedingsmodel mee doen evolueren Operationele ambitie: met de landbouworganisaties en andere gerelateerde partijen een constructieve en kritische dialoog voeren. Omschrijving activiteit: BBL werkte actief mee aan de beeldengroep van het pretransitieproject “The new food frontier”, waarin met een brede groep stakeholders getracht werd een gezamenlijke visie op duurzame landbouw te ontwikkelen. Hoewel er overeenstemming werd bereikt over een aantal criteria waaraan duurzame landbouw zou moeten voldoen, was er geen eensgezindheid over de landbouwmodellen die daar het best toe bijdragen. In de schoot van het Transitienetwerk Middenveld (TNM) werd mede onder impuls van BBL de werkgroep landbouw-voeding opgericht als opvolger van de VODO werkgroep landbouw. Hierin zijn subwerkgroepen actief rond eiwittransitie, biobrandstoffen, PDPO,…. Na een reeks overlegrondes tussen Boerenbond/Fevia en de middenveldorganisaties uit deze werkgroep, werd overeengekomen om een nieuw project op te starten in 2013 waarin de regimespelers samen met de middenveldorganisaties werk willen maken van de verduurzaming van het landbouw-voedselsysteem. Dit project zou in eerste instantie gedurende een jaar de tijd krijgen. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobby en perswerk; beleidsadvisering. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: Boerenbond, Vredeseilanden, Velt, Vlaams overheid, TNM partners Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: 2012-2013
40
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.2.3.2 IJveren voor oplossingen die de nitraatvervuiling van het Vlaamse oppervlakte- en grondwater terugdringen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: De nitraatvervuiling van de Vlaamse oppervlakte- en grondwateren overal terugdringen tot een milieukundig aanvaardbaar niveau. Operationele ambitie: De doelstellingen uit het 4de MAP moeten in 2014 en 2018 gehaald worden door het toepassen van een geschikt instrumentarium. Omschrijving activiteit: BBL participeerde aan een studie van het Instituut voor de Overheid over de doorlichting van het mestbeleid, maar stelde daarbij vast dat enkel naar de administratieve aspecten van het beleid werd gekeken, en niet naar (het behalen van) de doelstellingen zelf. BBL besliste, samen met Natuurpunt, om bij de opvolging van het mestbeleid te focussen op de ‘Opvolgingscommissie voor het mestbeleid’ (OMAP), waar vertegenwoordigers van de Ministers van landbouw en Leefmilieu, de landbouwsector en de milieusector de vooruitgang en evaluatie van het mestbeleid kunnen bespreken, evenals de voorbereiding van het volgende MAP. De doelstellingen voor de waterkwaliteit zijn immers helder, en ondertussen werden de landbouwers geresponsabiliseerd om deze doelstellingen in 2014 (max. 16% overschrijdingen van de nitraatnorm) te behalen via het opzetten van de zogenaamde waterkwaliteitsgroepen. Dit vrijwillig instrument moet landbouwers ertoe aanzetten om in onderlinge samenwerking verantwoorde bemestingspraktijken toe te passen. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobby en perswerk; beleidsadvisering. Type financiering: reguliere werkingsmiddelen. Partners: Natuurpunt vzw, WMF Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: 2012-2013
3.2.3.3 Genetisch gemodificeerde organismen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: een GGO-vrij Vlaanderen. Operationele ambitie: een co-existentieregeling die de teelt van GGO’s in Vlaanderen de facto onwenselijk maakt. Omschrijving activiteit: BBL volgde het GGO-domein op via de werkgroep “Zaadvast”, waarin NGO’s samenwerken rond de problematiek van GGO’s in de landbouw. Er werd ondermeer gelobbyd om een nieuwe proef met genetisch gemodificeerde maïs niet toe te laten, en ook het vervolg van de aardappelveldproef werd ter discussie gesteld. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit : beleidsadvisering, lobbywerk. Type financiering: reguliere middelen Partners : FoE, Werkgroep GGO vrij Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: 2011-2012
41
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.2.3.4 Erover waken dat de middelen van het Vlaams programma voor plattelandsontwikkeling de milieu- en natuurdoelstellingen ten goede komen Strategische doelstelling: een betere harmonie vinden tussen landbouw en milieu (behoud open ruimte, ontwikkeling natuur en bos, meer duurzame landbouw, versterking biologische landbouw,…) Operationele doelstelling: Bij de uitvoering van het tweede Programmeringdocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO II, 2007-2013) moeten we erover waken dat de bestede middelen de milieu- en natuurdoelstellingen ten goede komen. Omschrijving activiteit: Het tweede programma voor plattelandsontwikkeling (PDPO II) loopt van 2007 tot 2013. In 2012 maakten BBL en Natuurpunt een evaluatie van dit PDPO II, samen met een aantal voorstellen voor het PDPO III. Van alle Europese lidstaten wordt in het Vlaamse PDPO II het meest ingezet op as 1, rechtstreekse landbouwinvesteringen. De middelen die voor milieu- en natuurdoelstellingen dienen, zijn zeer beperkt. Daarom ijveren Natuurpunt en BBL voor een milieuefficiënter PDPO III, waarin meer middelen gaan naar de doelstellingen klimaat, biodiversiteit, energie en water, zoals voorgeschreven door Europa met de Health Check. Verder werd in 2012 vanuit BBL input gegeven voor de consultatiedag ‘Platteland na 2013’ van de administratie. Via de SALV en Minaraad werd advies uitgebracht over het op te richten plattelandsfonds en over de herziening van het Europees landbouwbeleid (GLB). Doordat deze herziening vertraging oploopt, zal het PDPO II met één jaar worden verlengd en zal het PDPO III pas in werking treden in 2015. Daarnaast evalueerde de Minaraad de werking van de Regionale Landschappen en Bosgroepen en werd advies uitgebracht over de toekomst ervan. Verantwoordelijke intern: Karlien Vandecasteele en Erik Grietens Type activiteit: beleidsadvisering, lobbywerk, beleidsbeïnvloeding Financiering: subsidies houdende erkenning en subsidiëring natuur- en milieuverenigingen. Partners: Natuurpunt vzw, Velt, EEB, … Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold
3.2.3.5 Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid Strategische doelstelling: een Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) bevorderen dat het milieu meer en meer in rekening brengt Operationele ambitie: Visie ontwikkelen op landbouw en GLB na 2013 Omschrijving activiteit: Natuurpunt volgde dit thema op, en BBL zorgde waar nuttig voor ondersteuning. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit: beleidsbeïnvloeding, lobbywerk Type financiering: reguliere middelen Partners: EEB, Natuurpunt, Wervel, VODO. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: 2012-2013.
42
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.2.4 Milieu & burger Organisaties uit het maatschappelijk middenveld – in het bijzonder milieu- en ontwikkelingsorganisaties en consumentenverenigingen – hebben een belangrijke signaalfunctie en zorgen voor het verdedigen van algemene belangen in het publieke debat. De betrokkenheid van deze maatschappelijke organisaties bij de beleidsformulering is noodzakelijk voor de verdediging van zgn. diffuse belangen, zoals bijvoorbeeld de bezorgdheid om het leefmilieu. De centrale rol van burgers en milieuorganisaties wordt expliciet erkend en omschreven in het zogenaamde Verdrag van Aarhus. Dit milieuverdrag van de Europese tak van de VN (UNECE) gaat uit van het recht van elk individu op een gezond leefmilieu. Daartoe bevat het verdrag drie poten : toegang tot milieu-informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. Het eerste luik van het verdrag (toegang tot milieu-informatie) werd reeds omgezet in het nieuwe decreet inzake openbaarheid van bestuur. Tegelijk werden in dit decreet de beroepsmogelijkheden voor milieuverenigingen bij milieuvergunningen verruimd. Op het gebied van inspraak bij de besluitvorming en vooral toegang tot de rechter bij milieuzaken moeten echter nog de nodige wet- en decreetaanpassingen doorgevoerd worden. Ngo’s en vzw’s die een algemeen of collectief belang nastreven, moeten soms beroep doen op het gerecht om hun doelstellingen af te dwingen. Daarbij duikt het probleem op dat een vordering van dergelijke verenigingen al te vaak onontvankelijk wordt verklaard, omdat geen “belang” kan worden aangetoond. In het Belgische rechtssysteem wordt het begrip “belang” zeer eng geïnterpreteerd. Men moet bewijzen dat er een “persoonlijk” en “rechtstreeks” nadeel is. Bij de aantasting van een algemeen belang (zoals de bescherming van het leefmilieu) is dit onmogelijk. Een dergelijke situatie is ondemocratisch en in strijd met het Verdrag van Aarhus.
3.2.4.1 Verdrag van Aarhus: naar een aangepast wettelijk kader, zodat verenigingen hun doelstellingen ook via gerechtelijke weg kunnen afdwingen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: betere toegang voor verenigingen tot de rechtbank. Operationele ambitie: aanpassing gerechtelijk wetboek, wetboek strafvordering en wetgeving Raad van State. Omschrijving activiteit: Voor milieu- en andere verenigingen is het vaak moeilijk om hun statutaire doelstellingen via gerechtelijke te verdedigen. Volgens de Belgische rechtspraak is een rechtszaak immers maar ontvankelijk indien een ‘rechtstreeks’ en ‘persoonlijk’ belang kan aangetoond worden. Voor vzw’s die een algemeen of collectief belangen nastreven, zoals milieuverenigingen - is dit in een strikte interpretatie van deze regel niet mogelijk. Hierdoor worden veel rechtszaken die vzw’s inspannen, niet ontvankelijk verklaard. Dit is in strijd met het Verdrag van Aarhus, dat voorziet in ‘wide acces to justice’ voor NGO’s. Op basis hiervan ijvert BBL voor een aanpassing van het gerechtelijk wetboek en de wetgeving op de Raad van State. Nadat BBL een “communication” had ingediend bij het Compliance Committee van het Verdrag en hierover een positieve uitspraak bekwam, werden in Kamer en Senaat wetsvoorstellen ingediend om het gerechtelijk wetboek en de wetgeving op de Raad van State ter zake aan te passen. In de Kamer werden
43
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 in 2011 wetsvoorstellen ingediend door CDH en Groen/Ecolo/SPa om het gerechtelijk wetboek aan te passen. In maart 2012 werd BBL uitgenodigd in de commissie justitie om (in naam van de Verenigde Verenigingen) onze standpunten toe te lichten bij de ingediende wetsvoorstellen om het gerechtelijk wetboek te herzien. Tevens werd deelgenomen aan de ronde tafel conferentie van de federale overheid en van diverse rechtbanken, waarin de recente rechtspraak en de nieuwe wetsvoorstellen werden bediscussieerd. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens. Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne. Type financiering: eigen middelen. Partners: platform Recht op Recht, aangesloten verenigingen, bewonerscomités,… Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011
3.2.4.2 Versnelling investeringsprojecten: vroegere en betere inspraakmogelijkheden in milieu- en ruimtelijke ordeningsdossiers Strategische doelstelling of overkoepelend doel: betere inspraakmogelijkheden. Operationele ambitie: aanpassing milieuwetgeving en wetgeving ruimtelijke ordening. Omschrijving activiteit: Het Verdrag van Aarhus voorziet dat bij de voorbereiding van beleidsplannen of –projecten die een belangrijke impact hebben op het leefmilieu, de overheid moet instaan voor vroegtijdige inspraak, dit wil zeggen wanneer alle opties nog open zijn en doeltreffende inspraak kan plaatsvinden. Dit bleek in het recente verleden een probleem, met de Oosterweelsaga als schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. In 2012 werd vanuit de Vlaamse overheid gewerkt worden aan herziening van procedures, onder meer in uitvoering van de aanbevelingen van de Commissies Berx en Sauwens, die vertaald werden in de zgn. routeplanner. Daarin wordt een ruime en transparante voorfase voorzien bij grote projecten. In 2012 werd deelgenomen aan een ronde tafel debat van de overheid over deze routeplanner. Nog in 2012 werd via de Minaraad en SERV gezamenlijk advies uitgebracht over de samenvoeging van de bouw- en milieuvergunning in de omgevingsvergunning, waarbij inspraakrechten en vroegtijdige participatie een belangrijk aandachtspunt vormen. Daarnaast werd in 2012 meegewerkt aan een initiatief Bussiness and Society. Bussiness and Society liet een studie uitvoeren over de manier waarop het draagvlak bij omwonenden voor bedrijfsinvesteringen kan verhoogd worden. Veel nadruk wordt onder meer gelegd op een vroegtijdige inspraak en een transparante communicatie met de buurt. BBL werkte mee aan de studie en werd als spreker uitgenodigd over een congres over burgerparticipatie. Samen met Business and Society werd gebrainstormd over de manier waarop deze aanbevelingen in de praktijk kunnen gebracht worden, via concrete projecten. Dit wordt vervolgd in 2013. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens. Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne. Type financiering: eigen middelen. Partners: aangesloten verenigingen, bewonerscomités,… Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011 maar gewijzigd.
44
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
4.2.4.3 Interne staatshervorming: aandacht voor democratisch functioneren, transparantie, efficiëntie en effectiviteit Strategische doelstelling of overkoepelend doel: betere interne staatshuishouding binnen Vlaanderen Operationele ambitie: efficiënter en effectiever milieubeleid met meer overleg en inspraakmogelijkheden Omschrijving activiteit: In april 2011 hechtte de Vlaamse regering haar goedkeuring aan het ‘Witboek Interne Staatshervorming’ van minister Geert Bourgeois. Dit Witboek vormt de basis voor een politieke en maatschappelijke discussie over een interne staathervorming en dient als basis dient voor decreetvoorstellen. In dit proces wordt vooral gefocust op de (wissel)werking van de Vlaamse overheid, provincies en gemeenten. Daarbij gaat ook veel aandacht naar tal van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en intermediaire structuren op regioniveau. De centrale uitgangspunten van het Witboek zijn een beter democratisch functioneren en meer transparantie enerzijds en meer efficiëntie en effectiviteit in het beleid anderzijds. Vastgestelde knelpunten in de Vlaamse bestuurlijke organisatie die men met de interne staatshervorming wil aanpakken, zijn onder meer de ‘bestuurlijke verrommeling’ op het intermediaire niveau, het gebrek aan bestuurskracht, vnl. bij kleinere gemeenten; de verkokering van het sectorale beleid; te veel detailsturing en controle vanuit de centrale overheid; onduidelijke bevoegdheidsverdelingen, … In dit kader werd medio 2012 voorgesteld om de samenwerkingsovereenkomst leefmilieu tussen het Vlaams Gewest en de lokale besturen op te schorten en het geld te gebruiken voor rioleringen. Vanuit BBL en Natuurpunt werden in samenwerking met VVSG voorstellen gelanceerd om deze samenwerking niet volledig stop te zetten, maar op een andere leest te schoeien. Via de Minaraad werd daarnaast advies uitgebracht over de transfert van regionale landschappen en bosgroepen naar het provinciale bestuursniveau. Beiden zijn een vorm van interactieve democratie: de organisaties zijn er voor en door de betrokkenen. Dit moet behouden blijven. Daarnaast vraagt de Minaraad dat de bosgroepen een passende rol krijgen inzake de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen m.b.t. boshabitats. Tot slot wordt vanuit BBL, via de Verenigde Verenigingen, deelgenomen aan het regelmatig overleg met kabinet Bourgeois over de algemene voortgang van de interne staatshervorming. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens en Danny Jacobs Type activiteit: beleidsbeïnvloeding Type financiering: eigen middelen. Partners: Verenigde Verenigingen, aangesloten verenigingen BBL Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold
3.2.5 Milieu en consument Consumenten spelen een uitermate belangrijke rol bij het streven naar een duurzame ontwikkeling. Via hun aankoopgedrag dwingen consumenten distributiesector en bedrijven aandacht te hebben voor duurzame producten en diensten. Indien de consument kiest voor een duurzamere levensstijl, zullen de producenten en de distributiesector daarop moeten inspelen. BBL wil consumenten aanmoedigen om te kiezen voor duurzame consumptie. Tevens wil BBL ook alles in het werk stellen om de obstakels die duurzame consumptie bemoeilijken, weg te werken. Desinformatie via reclameboodschappen die consumenten aanzetten tot steeds meer consumeren, een gebrek aan objectieve in-
45
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 formatie betreffende de milieu- en gezondheidsaspecten van (bepaalde onderdelen) van producten en daar bovenop nog eens een prijszetting die helemaal geen rekening houdt met externe milieu- en gezondheidskosten van producten, bemoeilijken nog teveel de keuze voor duurzame consumptie. Alle (al dan niet ambitieuze) doelstellingen vanwege de overheid ten spijt (bijvoorbeeld in het federale plan duurzame ontwikkeling), stellen we ook vast dat het tot op heden pover gesteld is met de marktpenetratie voor producten afkomstig van biologische landbouw en eerlijke handel, producten met een ecolabel, herbruikbare producten, energiezuinige toestellen, enz…
3.2.5.1 www.milieukoopwijzer.be verstrekt milieuadvies voor aankoopverantwoordelijken en begeleidt leveranciers naar een groener productaanbod Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de drempel voor grootverbruikers verlagen om hun aankoopbeleid te vergroenen Operationele ambitie: aanbieden van een instrument met informatie over wat milieusparende producten zijn en wie hun leveranciers zijn. Omschrijving activiteit: www.milieukoopwijzer.be is een website met milieusparend aankoopadvies voor grootgebruikers met specifieke aandacht voor scholen, overheden, de toeristisch-recreatieve sector, de jeugdsector, zorgsector en sociaal-cultureel volwassenenwerk. Hiermee zorgt de BBL voor het zichtbaar maken van milieuverantwoorde aankoopmogelijkheden op de huidige markt. Het vernieuwingsproces van de website (aangevat in 2011) verliep trager dan verwacht, waardoor de site nog niet gelanceerd is en er ook in 2012 nog veel tijd in werd gestoken. Zoals aangekondigd zal deze nieuwe site eenvoudiger en gebruiksvriendelijker zijn. Bovendien zal deze, dankzij de samenwerking met écoconso, ook in een Franstalige versie beschikbaar zijn. Bij de herziening van de criteria van de Milieukoopwijzer wordt rekening gehouden met de criteria die op Vlaams en federaal niveau worden geformuleerd en met de bestaande instrumenten zoals de ecolabels en producttest van OVAM. Verantwoordelijke intern: Emma Denorme Type activiteit: project Type financiering: contract basisonderhoud LNE Partners: écoconso, MOS, onderwijsnetten, provincies, VVSG, Caplo, IMZ Vlaamse gemeenschap, Socius, Netwerk Bewust Verbruiken, UNIZO, Ecolife, CKVB, Toerisme Vlaanderen, Steunpunt Jeugd,... Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2006
3.2.5.2 Groene Sleutel: ecolabel voor toerisme en recreatie Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Duurzaam toerisme en recreatie stimuleren en controleren Operationele ambitie: De Groene Sleutel draagt bij tot duurzaam toerisme door jaarlijkse uitreiking van het internationale Groene Sleutel–label aan toeristisch-recreatieve ondernemingen die positieve duurzame inspanningen hebben geleverd. Omschrijving activiteit: het Groene Sleutel Programma is een initiatief van de Foundation for Environmental Education (FEE). Het Programma richt zich tot uitbaters van toeristischrecreatieve infrastructuur als hotels, campings, recreatiedomeinen, amusementsparken,... De Groene Sleutel wil uitbaters aanzetten om concrete inspanningen te doen naar beheer, veiligheid en milieu. Voor bezoekers is het een keurmerk om te kiezen voor milieuvriendelijke accommodaties. BBL beheert het project in Vlaanderen in samenwerking met Toerisme Vlaanderen en staat onder andere in voor de jaarlijkse oproep en de con-
46
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 trole van de inschrijvingen en de kandidaten (terreinbezoeken), het opmaken van een adviesdossier voor de Belgische jury en contacten met de internationale coördinatie. Toerisme Vlaanderen staat in voor de begeleiding van de kandidaten naar het behalen van een Groene Sleutel, communicatie en organisatie van het label. In 2007 startte de Groene Sleutel met het labelen van campings, in 2008 werd de Groene Sleutel beschikbaar voor jeugdlogies en in 2009 konden ook hotels, vakantiecentra en gastenkamers het label aanvragen. 2010 kwamen de attracties erbij; in 2012 congrescentra. In 2012 werden de Groene Sleutels voor het zesde jaar op rij uitgereikt. 11 campings, 24 jeugdverblijven, 24 hotels, 11 gastenkamers, 8 attracties en 1 vakantiecentrum zijn bij de gelukkigen. Nieuw dit jaar zijn ook de congrescentra: 7 meetinglocaties krijgen de Groene Sleutel toegekend in 2012. Naast de 89 laureaten zijn er nog 248 toeristische ondernemingen die bij Toerisme Vlaanderen het Groene Sleutel-begeleidingsprogramma volgen. Zo zullen zij in de toekomst hopelijk ook het label aan hun deur mogen hangen. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.groenesleutel.be Verantwoordelijke intern: Tine Claus Type activiteit: project Type financiering: overheidssteun via contract met Toerisme Vlaanderen Partners: Foundation For Environmental Education (FEE International), Toerisme Vlaanderen, de koepel van de dagrecreatieve centra (VIR), Vlaanderen is Recreatie, Kempen campings, Recread Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012 - 2013
3.2.5.3 Blauwe vlag: ecolabel voor kuststranden, zwemvijvers, jachthavens en individuele booteigenaars Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het duurzaam water(sport)toerisme stimuleren en controleren. Operationele ambitie: De Blauwe Vlag draagt bij tot duurzaam water(sport)toerisme door de jaarlijkse uitreiking van het internationale Blauwe Vlag –label aan locaties die positieve duurzame inspanningen hebben geleverd. We willen een gestage uitbreiding van het aantal labelhouders. Omschrijving activiteit: De internationale Blauwe Vlag campagne is een initiatief van de Stichting voor Milieueducatie (Fee). Ze loopt reeds sedert 1987 en bestaat inmiddels in 41 landen verspreid over heel de wereld. Het Blauwe Vlag label wordt jaarlijks uitgereikt aan locaties die positief scoren op de internationale Blauwe Vlag criteria: (zwem)waterkwaliteit, natuur- en milieu informatie, veiligheid en milieubeheer. In de komende jaren wordt het programma verder versterkt door het aantrekken van sponsors, organisatie van een publieksdag, verstrekken van promotiemateriaal en groei van het aantal deelnemende stranden en jachthavens. In 2012 kon de blauwe vlag in 11 Vlaamse jachthavens en 9 zwemvijvers worden gehesen. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.blauwevlag.be. Verantwoordelijke intern: Tine Claus Type activiteit: project Type financiering: eigen middelen, deelnamegeld (laureaten) en sponsoring Partners: Foundation For Environmental Education (FEE International), Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM), de koepel van de dagrecreatieve centra (VIR), de koepel van de jachthavens (VYF), de Vlaamse Redderscentrale, Vlaamse Gezondheidsinspectie, Centrum Voor Natuur - en Milieueducatie (CVN) Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012 - 2013
47
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.2.5.4 The Big Jump van duizenden mensen in tientallen kanalen en rivieren in Vlaanderen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: een groter draagvlak bij publiek en politiek voor propere en levende rivieren en voor een integraal waterbeleid Operationele ambitie: Jaarlijks wordt minstens 20 plaatsen in Vlaanderen en met 2.500 mensen tegelijk in het water gesprongen. Omschrijving activiteit: Big Jump is een actie voor iedereen die mee wil werken aan propere en levende rivieren. Ze gaat door in heel Europa. Op hetzelfde tijdstip springen duizenden mensen in het water om te tonen dat ze wakker liggen van proper water én eraan willen werken. De achtergrond van de Big Jump actie is de Europese kaderrichtlijn water. Volgens die richtlijn moet tegen 2015 alle oppervlaktewater voldoen aan de ‘goede ecologische toestand’. Die ambitieuze doelstelling zal moeilijk te bereiken zijn zonder steun van het brede publiek. Met de Big Jump proberen we om de mensen (letterlijk) terug in contact te brengen met de waterlopen. Aansluitend bij het campagnethema van Week van de Aarde willen we tijdens de Big Jump biodiversiteit ook centraal stellen, meer bepaald vissen in onze waterlopen. Dit levert niet alleen tal van mogelijkheden voor ongewone activiteiten (we hopen minstens op enkele plekken ook echt vissen te kunnen laten zien), maar biedt ook kansen voor duidelijke beleidseisen naar het beleid. Met deze actie bieden we de lidverenigingen en gemeentebesturen een ludiek actiemodel aan. Verantwoordelijke intern: Nicolas Debaere Type activiteit: bewegingsevenement Type financiering: eigen middelen Partners: Natuurpunt, Green, lokale en regionale lidorganisaties Bond Beter Leefmilieu, gemeentebesturen Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: juli 2012
3.2.5.5 Lokale besturen aanzetten tot milieuverantwoord aankoopbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de drempel verlagen voor lokale besturen om milieuverantwoord aan te kopen; samenwerking bevorderen binnen lokale besturen en marktaanbod duurzame producten aanwakkeren door groeiende vraag vanuit lokale overheden. Operationele ambitie: Lerende Netwerken starten waarin informatie uitwisseling en samenwerking centraal staan; kennismaking met het instrument “Groepsaankopen” en begeleiding van 3 Groepsaankoop processen voor duurzame producten. Omschrijving activiteit: VVSG startte in 2011 met een steunpunt duurzaam aankoopbeleid voor lokale besturen. Het steunpunt zelf richt zich in eerste instantie voornamelijk op de helpdeskfunctie, individuele begeleiding en het verspreiden van informatie. In een project dat liep van 2010 tot 2012 organiseerde BBL 20 collectieve infosessies over de inhoudelijke en procedurele aspecten van een lokaal aankoopbeleid. In dit nieuwe project organiseren we bijeenkomsten waar deelnemers hun kennis, ervaring en voorbeeldbestekken inbrengen om tot een goed modelbestek te komen waar ze meteen en concreet mee aan de slag kunnen. Het zijn heel interactieve bijeenkomsten gericht op aankoopverantwoordelijken, milieudeskundigen, die na dit project verder kunnen bouwen op deze ervaring van een lerend netwerk en blijvend samenwerking kunnen aangaan.
48
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 In dit project laten we besturen ook kennismaken met het instrument “Groepsaankopen”. We begeleiden 3 groepsaankopen waar we engagement vragen van de deelnemers om samen een milieuverantwoorde aankoop aan te vatten. Het project startte eind 2012. Verantwoordelijke intern: Katleen Deruytter Type activiteit: project Type financiering: subsidies van Vlaamse overheid (LNE) Partners: VVSG Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: november 2012 – november 2013
3.2.5.6. Van Hebben naar Delen : stappen naar een materiaalextensieve economie Strategische doelstelling of overkoepelend doel: met dit project willen we de initiatieven gericht op meervoudig gebruik van producten doen groeien in Vlaanderen. Op die manier willen we bijdragen tot een materiaalextensivering van de Vlaamse economie. Operationele ambitie: opmaak van een roadmap om de sector gericht op gedeeld gebruik en hergebruik te laten doorbreken, en opstart van een lerend businessnetwerk met enkele spelers in de sector Omschrijving activiteit: de initiatieven gericht op meervoudig gebruik van producten (autodelen, kringwinkel, strijkatelier, swapping, samentuinen,…) kunnen mits de nodige opschaling tegemoet komen aan belangrijke maatschappelijke noden, zowel op sociaal als ecologisch vlak. Het project ontwikkelet een roadmap voor de verdere opschaling van deze sector in Vlaanderen en zet een innoverenc businessnetwerk op om dit samen te realiseren. Het project startte eind 2012. Verantwoordelijke intern: Katleen Deruytter Type activiteit: project Type financiering: financiële steun vanuit het fonds duurzaam afval- en energiebeheer van de Koning Boudewijnstichting. Partners: Netwerk Bewust Verbruiken vzw Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: november 2012 – september 2013
49
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.3. De gereedschapskist – milieubeleidsinstrumenten Tot nog toe werden vooral zogenaamde juridische instrumenten ingezet in het milieubeleid. Het gaat dan om productnormen en vergunningsvoorwaarden voor installaties en activiteiten. Het gebruik van deze klassieke juridische instrumenten is absoluut noodzakelijk gebleken om de meest flagrante vormen van milieuaantasting tegen te gaan en om minimale milieunormen aan de maatschappelijke actoren op te leggen. Externe dwang onder de vorm van geboden en verboden en een door de overheid opgezette controle op de naleving daarvan - moet verhinderen dat bepaalde actoren milieukosten op de gemeenschap afwentelen. Dat beleid heeft op een aantal terreinen ontegensprekelijk tot resultaten geleid. Milieuemissies werden erdoor teruggedrongen of beheerst. Toch kent het zogenaamde "command and control"-beleid tekortkomingen. Het verhindert inderdaad dat er ‘achterblijvers’ zijn, maar het steunt op geen enkele manier de ‘voorlopers’. Daarom moet volgens BBL de gereedschapskoffer van het milieubeleid worden uitgebreid met instrumenten die voorlopers stimuleren, innovatie bevorderen en in algemene zin meer aanzetten tot voorzorg en preventie. Net als economische instrumenten, passen ook milieubeleidovereenkomsten en convenanten in een beleid dat meer verantwoordelijkheid – maar ook meer keuzemogelijkheden – legt bij de maatschappelijke actoren en dat het probleemoplossend vermogen van de samenleving maximaal benut. Alleen meent BBL dat met de economische instrumenten effectiever zullen blijken. “Doelgroepenoverleg” dat enkel gepaard gaat met vrijwillige afspraken en engagementen, zal er in de praktijk voor zorgen dat de werkelijke maatregelen en oplossingen in de tijd vooruit worden geschoven. Ten slotte zijn volgens BBL goede regels inzake milieuaansprakelijkheid en verplichte verzekeringen voor milieuschade noodzakelijk om risicobeheersing en –besef in de bedrijfsvoering te “verinnerlijken”. Door de toepassing van objectieve aansprakelijkheid een aansprakelijkheid waarbij bij schade de veroorzaker steeds aansprakelijk kan worden gesteld ook indien hij niet wettelijk in de fout ging - worden producenten tot meer voorzichtigheid aangemaand en zullen ze geneigd zijn om veel minder risico’s te nemen. Op die manier worden de producenten er zelf toe aangezet het voorzorgsbeginsel toe te passen.
3.3.1. Vergroening fiscaliteit Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het stimuleren van duurzaam produceren en consumeren. Operationele ambitie het vergroenen van de fiscaliteit door milieubelastende fiscale steunmaatregelen af te bouwen en nieuwe fiscale maatregelen voor te stellen die leiden tot een verlaging van de milieu-impact. Omschrijving activiteit De huidige economische conjunctuur in ons land dwingt de beleidsmakers tot budgettaire ingrepen om een ontsporing van de begroting de vermijden. Vele politieke actoren vinden een vergroening van de fiscaliteit een prioriteit. Er lijkt consensus onder de beleidsmakers dat vergroening van de fiscaliteit een onderdeel zal uitmaken van deze verwachte budgettaire maatregelen. Aan de hand van de inventaris die
50
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 in augustus 2011 werd voorgesteld met de prioritaire fiscale maatregelen zal BBL, al dan niet samen met de andere milieuorganisaties, dit thema steeds opnieuw benadrukken ten aanzien van haar gesprekspartners als belangrijke hefboom voor een vergroening van de economie, verbetering van leefmilieu, en sanering van de overheidsfinanciën. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots, Mathias Bienstman, Type activiteit: beleidsadvisering en lobbying; campagne en advisering Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: 2012-2013.
3.4 Thema’s 3.4.1. Milieu & ruimte BBL streeft naar een duurzaam ruimtegebruik. Eén van de belangrijkste ziektes waaraan het Vlaams beleid vandaag leidt, is dat zij weinig of geen aandacht heeft voor het ruimtebeslag van tal van activiteiten. Dat ruimte in Vlaanderen schaars is, en dat er dus zorgvuldig mee moet worden omgesprongen, lijkt geen beleidsprioriteit meer. Bond beter Leefmilieu daarentegen streeft t naar het bewaren en ontwikkelen van open ruimte en natuur met daaraan gekoppeld het streven naar aantrekkelijke en leefbare steden annex dorpskernen, Binnen die stadskernen willen we de automobiliteit beperken. Daarom moet er meer aandacht gaan naar een kernversterkend beleid. Bedrijfsactiviteiten van hun kant moeten beter gebruik maken van de beschikbare (milieu)ruimte. Dit duurzaam beheer van de omgeving kan slechts gerealiseerd worden als rekening gehouden wordt met volgende vier doelstellingen: •
•
•
•
Onvervangbare elementen behouden voor de toekomst. Sommige onderdelen van onze omgeving zijn zo kwetsbaar dat ze niet meer hersteld kunnen worden als ze verdwijnen en moeten daarom maximaal beschermd worden, zodat ook de volgende generaties er van kunnen genieten. Voorbeelden zijn monumenten, waardevolle landschappen of natuurgebieden. Zuinig omgaan met de beschikbare (milieu)ruimte. Omdat de voorraad aan ruimte beperkt is, moet de nu al gebruikte ruimte beter benut en zuiniger gebruikt worden, zonder dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid. Kernversterking is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Bovendien moet ook zuinig omgesprongen worden met de schaarse milieuruimte. Dit impliceert ecologisch (steden)bouwen met aandacht voor rationeel water- en energiegebruik, koppeling van bedrijfsactiviteiten, beperken van verkeersstromen,… Nieuw duurzaam ruimtegebruik ontwikkelen. Het beter benutten van de beschikbare ruimte in de stad of de dorpskern, zal vaak niet volstaan om de behoefte aan nieuwe woningen of bedrijven op te vangen. Als het aansnijden van nieuwe ruimte onvermijdbaar is, moet hiervoor de minst kwetsbare ruimte gekozen worden. Door te kiezen voor gebieden aansluitend bij de bebouwde kern, blijft de aantasting van open ruimte beperkt. Bovendien moet ook bij het aansnijden van nieuwe zones de milieuruimte zo optimaal mogelijk gebruikt worden. Een samenhangend beleid voeren. De drie hoger genoemde doelstellingen moeten samen gerealiseerd worden. Het heeft immers weinig zin de ruimte in stads- of dorpskern beter te benutten, als ondertussen waardevolle open gebieden verkaveld
51
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 mogen worden. Een gemeentelijk structuurplan kan een goed instrument zijn om die samenhang in het beleid mogelijk te maken. Belangrijk hierbij is de integrale en samenhangende benadering van de omgeving, waarbij (sectorale) milieudoelstellingen doorwerken in het omgevingsbeleid. Daarom moet meer werk gemaakt worden van “geïntegreerd gebiedsgericht beleid”: voor één bepaald gebied moeten zowel ruimtelijke maatregelen als milieu- en natuurdoelstellingen worden uitgewerkt, waardoor beide mekaar kunnen versterken. Voorbeelden van zo’n gebiedsgericht beleid zijn het stedelijk beleid, plattelandsbeleid, ontwikkelingsplannen voor duurzame bedrijventerreinen, havenzones of woonwijken. In de open ruimte moeten bestemming, inrichting en beheer van een gebied beter op mekaar worden afgestemd. Dat kan o.m. door landinrichting en landschapsbeheer te integreren in het ruimtelijk beleid. Aangewezen instrumenten om dat alles te kunnen bereiken zijn de structuurplannen op de diverse niveaus, ruimtelijke uitvoeringsplannen die gebiedsgericht werken mogelijk maken, het werken met stedenbouwkundige verordeningen, een degelijk uitgewerkt grondbeleid en een stringente handhaving. Hierbij moet er steeds over gewaakt worden dat er door het beleid voldoende mogelijkheden worden geboden voor inspraak en participatie vanuit de bevolking. Tot slot moet BBL ook meewerken aan het vergroten van het draagvlak voor een beter ruimtelijk beleid. De doorsnee Vlaming ligt immers niet wakker van een goede ruimtelijke ordening, wel integendeel. Het is daarom van belang dat BBL voldoende investeert in sensibilisatie, vorming, perswerking,… inzake ruimtelijke ordening. Daarbij moet steeds gewezen worden op de diverse rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen van het slecht ruimtelijk beleid. Hierbij kan gedacht worden aan het onherroepelijk verlies van open ruimte en natuur, torenhoge kosten bij verspreide bebouwing voor publieke voorziening zoals waterzuivering, afvalophaling, postbedeling, verkeersonveilige situaties door lintbebouwing, wateroverlast door te bouwen in natuurlijke overstromingsgebieden,… Tegelijk is het ook van belang dat BBL duurzame alternatieven uitwerkt, bijvoorbeeld voor de inplanting van bedrijven nabij stations of voor het ontwikkelen van inbreidingsgerichte woonwijken.
3.4.1.1 Uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1): stedelijke gebieden en bedrijvenzones Strategische doelstelling of overkoepelend doel: correcte uitvoering RSV. Operationele ambitie: versterken steden, bewaren open ruimte. Omschrijving activiteit: Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) streeft naar een open en stedelijk Vlaanderen: door wonen en werken meer te concentreren in stedelijke gebieden, kan de open ruimte bewaard blijven voor natuurontwikkeling, landbouw, recreatie,… Om dit te realiseren worden de stedelijke gebieden afgebakend door een grenslijn aan te duiden op het gewestplan. Binnen deze grenslijn kunnen nieuwe stedelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Op provinciaal niveau wordt tevens gewerkt aan de afbakening van kleinstedelijke gebieden. De afbakeningsplannen zullen vanuit BBL – in overleg met plaatselijke verenigingen - van nabij opgevolgd worden. Daarbij leggen wij de nadruk op het kernversterkend beleid door een compacte afbakening, inbreiding op bestaande bedrijvenzones, vrijwaring van open ruimte in de randstedelijke zones en de aanduiding van stadsbossen. Verder worden in uitvoering van het RSV ook nieuwe bedrijvenzones ingetekend.
52
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 In 2012 stonden er echter geen gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen voor stedelijke gebieden of bedrijventerreinen op de agenda, waardoor BBL hier ook geen werking rond opzette Wel werd in 2012 veel aandacht besteed aan een kernversterkend winkelbeleid. Via het “Platform voor een duurzaam economisch beleid” (met BBL, Unizo, Bral, IEB, ACV Brussel-Halle-Vlvoorde, ACW Brussel,…) werd via administratieve en juridische procedures geageerd tegen de drie voorstellen voor shoppingecntra in het Noorden van Brussel (Uplace, Just Under The Sky en NEO). Daarnaast werden vanuit dit platform diverse activiteiten opgezet voor een kernversterkend detailhandelsbeleid in Brussel en de Vlaamse rand. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne. Type financiering: eigen middelen. Partners: aangesloten verenigingen. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011
3.4.1.2 Uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (2): AGNAS – Afbakening natuurlijke en agrarische structuur Strategische doelstelling of overkoepelend doel: volwaardige afbakening natuurlijke, bos- en agrarische structuur Operationele ambitie: versnellen van de afbakeningsprocedures via doorgedreven overleg Omschrijving activiteit: In uitvoering van het RSV wordt gewerkt aan de gelijktijdige afbakening van de natuurlijke structuur en de agrarische structuur. Om de natuurlijke structuur of het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN, 125.000 ha) te realiseren moesten er volgens het RSV tegen 2007 38.000 ha bijkomende natuurgebieden en 10.000 ha extra bosgebieden worden ingekleurd op de gewestplannen. De agrarische structuur van zijn kant bestaat uit 750.000 ha landbouwgebied voor beroepslandbouw. Vlaanderen is hiervoor opgedeeld in vijftien buitengebiedregio’s, waarvoor een geïntegreerde ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos wordt uitgewerkt. Deze wordt in een tweede fase vertaald in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Daartoe startte de Vlaamse regering met ‘AGNAS’, een interbestuurlijk overlegproces om de afbakeningsplannen vlotter te laten verlopen. Dit coördinatieplatform heeft de bedoeling om de bestaande procedures sneller te laten verlopen, door een betere afstemming tussen de administraties en door een beter vooroverleg bij de opmaak van RUP’s, vnl. tussen landbouw en natuur. Aanvullend op het coördinatieplatform zijn er vier technische werkgroepen: een werkgroep organisatie voortraject, een werkgroep landbouwonderzoek, een werkgroep afstemming instandhoudingsdoelstellingen (voor EU habitatgebieden) en een werkgroep alternatief en vereenvoudigd kader. BBL ijverde er via AGNAS voor om zoveel mogelijk RUP’s uit de lijst van de uitvoeringsprogramma’s samen te voegen (per buitengebiedregio of per gewestplan), zodat het aantal RUP-procedures en de bijhorende openbare onderzoeken, adviezen, enz. beperkt wordt en de afbakening van de natuurlijke structuur sneller kan verlopen. In 2012 werden de ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Noorderkempen en Erfgoedlandschap 'Abdij van Westmalle' goedgekeurd. Verantwoordelijke intern: Lambert Schoenmakers (vertegenwoordiger Stuurgroep) Karlien Vandecasteele (werkgroepen) Type activiteit: overleg, beleidswerking Type financiering: reguliere middelen Partners: Natuurpunt, VBV
53
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011 Timing: doorlopend
3.4.1.3 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen: voorstellen formuleren voor de herziening van het RSV Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzame ruimtelijke strategieën uitwerken voor nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen Operationele ambitie: meer aandacht voor operationele kwaliteitsdoelstellingen en nieuwe ruimtelijke uitdagingen Omschrijving activiteit: Het huidige RSV dateert reeds van 1997 en had in principe een looptijd tot eind 2007. Het blijft echter van kracht tot het vervangen is door een nieuw RSV. Voor een volledig nieuw RSV – BRV of Beleidsplan Ruimte Vlaanderen – werden onder de vorige regering reeds enkele voorbereidende studies opgestart. Begin mei 2012 keurde de Vlaamse Regering het Groenboek Beleidsplan Ruimte goed. Dit groenboek stelt een nieuwe ruimtelijke visie op Vlaanderen voor en vormt de basis voor een maatschappelijk debat over hoe Vlaanderen ruimtelijk moet ontwikkelen tegen 2050. Vanuit BBL werd in 2012 deelgenomen aan de voorbereidende ‘partnerdialogen’ en aan drie thematische werkgroepen, die vanaf september maandelijks samenkomen en de algemene thema’s uit het groenboek uitdiepen tot daadwerkelijke keuzes voor het Witboek. Verder organiseerden BBL en Natuurpunt in 2012 een eigen ‘Collega-groep’, waarbij het groenboek BRV werd voorgesteld aan de achterban en reacties werden ingezameld. Mede op basis hiervan maakten BBL en Natuurpunt een gezamenlijke standpuntennota, die als input gebruikt werd voor de grootschalige bevraging van de administratie. Aanvullend organiseerden Natuurpunt en BBL de zgn. ‘coalitievergadering’ waarbij gelijkgestemde verenigingen van buiten de milieubeweging werden uitgenodigd om mee te werken aan een gezamenlijke visie voor het BRV. Nog in 2012 werd vanuit negen verschillende raden (MINA, SERV, SALV, SARO, woonraad,…) een gemeenschappelijk advies uitgebracht over het groenboek. Daarbij wordt o.a. gewezen op het belang van de basisdoelstellingen van het RSV (kernversterking in steden, behoud open ruimte voor bos en natuurontwikkeling, bundeling van economische activiteiten,..), welke in het kleine en versnipperde Vlaanderen bijzonder actueel blijven. Tot slot werd in 2012 vanuit BBL deelgenomen aan ‘The ambition of the territory’, een visionaire tentoonstelling over hoe Vlaanderen er in 2050 moet uitzien. Architecten, stadplanners, een cartograaf, een beeldend kunstenaar,… geven hun visie op de toekomst van Vlaanderen. In samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester werden een reeks workshops en debatten georganiseerd in De Singel en werden ontwerpvragen opgelijst, die tevens moeten doorwerken in het BRV. Verantwoordelijke intern: Karlien Vandecasteele en Erik Grietens Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt, regionale verenigingen, VRP (Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning). Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011
3.4.1.4 Woonbeleidsplan Vlaanderen (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzame strategieën uitwerken om de toekomstige woonbehoeften op te vangen, optimaal gebruik maken van de bevoegdheden die door de staatshervorming naar Vlaanderen komen
54
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Operationele ambitie: meer aandacht voor kernversterking, tegengaan verstedelijking buitengebied, intensiever gebruik bestaande woonvoorraad, energiebesparing Omschrijving activiteit: Door de toename van de bevolking zullen er tegen 2030 ongeveer 300.000 woningen moeten bijkomen in Vlaanderen. Minister Freya Vanden Bossche bereidt daarom een beleidsvisie rond wonen in Vlaanderen voor. Dit gebeurt via een interactief proces, waar ook de stakeholders in betrokken worden. Ook BBL nam deel aan een aantal rondetafels. Parallel met dit proces werkte BBL in 2012 een eigen visienota op wonen uit. We formuleren daarin aanbevelingen voor de heroriëntatie van het Vlaamse woonbeleid, het regionaliseren van de energiefiscaliteit en verschillende bevoegdheidsoverdrachten naar Vlaanderen binnen het woonbeleid (woonbonus, klein beschrijf,…). In deze visienota formuleert BBL aanbevelingen voor een transformatie van het bestaande woningbestand, een goed onderbouwd grond- en pandenbeleid, een grondige hervorming van de woonfiscaliteit en innovatieve woonconcepten en –formules. Omdat BBL veel belang hecht aan het intensiever gebruiken van de bestaande, sterk onderbenutte woningvoorraad, werd in 2012 tevens mee ingestapt in een onderzoeksproject van de KU Leuven/ASRO over mogelijke concepten en modellen voor de verduurzaming van de typische verkavelingswijken in Vlaanderen. Het duurzaamheidsniveau van deze verkavelingen is problematisch: vooral vrij grote, volledig vrijstaande woningen op een groot perceel, met een hoog energieverbruik, grote afhankelijkheid van de auto, veel onderbezette woningen van veelal oudere bewoners,... Mogelijke oplossingen kunnen gezocht worden in het verdichten van deze verkavelingen naar meer aaneengesloten bebouwing (cfr. BIMBY-project Frankrijk), het uitbouwen van gemeenschappelijke diensten voor e-novatie (van model samenaankoop naar samen e-novatie), kangoeroewonen en zorgwonen, intergenerationeel wonen, cohousingprojecten, lokale energieproductie op wijkniveau (bv. lokale vergistingsinstallatie of wijkgerichte WKK),... Bond Beter Leefmilieu hoopt hier in 2013 verder op in te spelen, door enkele proefprojecten op te starten om dergelijke ideeën voor bestaande verkavelingen uit te testen in de praktijk. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens en Karlien Vandecasteele Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt, regionale verenigingen, VRP (Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning). Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: nieuw
3.4.1.5 Strategische havenplannen en afbakeningsplannen voor havens met aandacht voor economische inbreiding, ruimte voor leefbare woonkernen en natuurbehoud Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzame ontwikkeling van havens. Operationele ambitie: havenontwikkeling die inzet op toegevoegde waarde en tewerkstelling en rekening houdt met leefbare woonkernen, beperking milieudruk en natuurbehoud. Omschrijving activiteit: Alle Vlaamse havens beschikken over een “strategisch plan” voor hun haven, waarin naast krachtlijnen voor de toekomstige havenontwikkeling tevens een actieplan voor de korte termijn wordt opgenomen. Op basis van dit strategisch plan wordt elk havengebied afgebakend in een RUP. In 2012 liep de procedure voor het RUP voor de haven van Antwerpen. De milieubeweging wordt via diverse kanalen betrokken bij de opmaak en uitvoering van deze plannen. BBL tracht via deelname aan deze processen onder meer te bekomen dat woonkernen in
55
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 havenzones maximaal worden beschermd, dat natuurwaarden worden behouden en versterkt en dat zuinig ruimtegebruik wordt nagestreefd bij de verdere economische ontwikkeling van de betrokken haven. In juli werd een bezwaarschrift ingediend tegen het RUP voor de verdere uitbreiding van de haven van Antwerpen. Bond Beter Leefmilieu is niet gekant tegen de verdere ontwikkeling van de Antwerpse haven, dit is immers één van de belangrijkste motoren voor onze economie en werkgelegenheid. BBL is wel gekant tegen een nieuw containerdok. Vanuit economisch opzicht kunnen grote vragen gesteld worden bij de keuze voor een nieuw containerdok. Voor een sterke haven zou best gekozen worden voor havenactiviteiten met een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde en tewerkstelling en liefst zo weinig mogelijk impact op mobiliteit, gezondheid en milieu. Met de keuze voor het Saeftinghedok doet de regering net het tegenovergestelde. De toegevoegde waarde van containertrafieken en van logistieke ontwikkelingen is relatief beperkt, zeker in vergelijking met productieactiviteiten. BBL pleit daarom voor een toekomstgerichte ontwikkeling van de haven in de richting van de groene maakindustrie. Deze keuze zorgt voor een hoge toegevoegde waarde, veel werkgelegenheid, minder verkeerproblemen naar het achterland en een betere milieukwaliteit in de regio. Dit RUP biedt daartoe een goede gelegenheid, maar vraagt dan wel om een andere invulling. BBL zal deze standpunten verder verdedigen via het in 2012 opgerichte ‘Centraal Netwerk’. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt, aangesloten verenigingen in betrokken havengebied. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011
3.4.2. Duurzame productie en consumptie - duurzaam materialenbeheer Voor BBL is geïntegreerd productbeleid (IPP) de mate waarin verschillende beleidsinstrumenten (juridische instrumenten zoals proces- en productnormen, maar bijvoorbeeld ook objectieve (product)aansprakelijkheid, economische instrumenten zoals fiscaliteit en subsidies, en sociale instrumenten zoals ecolabeling) optimaal worden ingezet en op elkaar afgestemd om tot een duurzaam productbeleid te komen. Bij een duurzaam productbeleid wordt niet enkel rekening gehouden met economische principes, maar dienen deze gekaderd te worden binnen mogelijkheden van de milieugebruiksruimte, én moet ook rekening worden gehouden met sociale randvoorwaarden. Concrete doelstellingen worden vooropgesteld en vervolgens dient onderzocht met welke mix van instrumenten deze doelstellingen het beste bereikt kunnen worden. Dit heeft voor gevolg dat dergelijk productbeleid het bevoegdheidsdomein van milieuministers en andere milieubeleidverantwoordelijken overstijgt. Er zijn belangrijke linken met ondermeer financiën, economie, internationale handel, enz. Bij een ecologisch geïntegreerd productbeleid staat niet het product centraal, wél de functie (de behoefte) die vervuld moet worden. IPP mag zich niet enkel focussen op bestaande productsystemen, maar dient ook het product zelf in vraag te stellen. Alternatieve producten of diensten kunnen mogelijkerwijs een betere invulling geven aan de behoefte, en wel met een lagere milieubelasting. Zo worden materiaalintensieve productsystemen vervangen door product- en dienstensystemen die minder materiaalintensief zijn (dematerialisatie): indien antwoordapparaten worden vervangen door gratis of goedkope voicemaildiensten kan één computer tienduizenden antwoordapparaten vervangen.
56
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Vervolgens moet aandacht worden besteed aan ecodesign: zowel het kwalitatieve (minimaal gebruik en zo mogelijk bannen van gevaarlijke stoffen) als het kwantitatieve luik (eco-efficiëntie zowel op vlak van grondstoffenintensiteit als energie-intensiteit) zijn essentieel en dit over de volledige levensloop van het product. Een brongerichte aanpak (preventie) is essentieel. Er mag geen afwenteling plaats vinden, noch tussen de verschillende milieucompartimenten (lucht, water), noch tussen de verschillende fasen van de levensloop van een product (ontginning van grondstoffen, productie, distributie, gebruik, afvalbehandeling). Ook de keuze van de locatie (zowel qua productie, gebruik als afvalfase) mag niet leiden tot afwenteling. Eco-dumping moet in al z’n facetten absoluut vermeden worden. Gewone huishoudelijke producten bevatten nog teveel schadelijke stoffen waar we ons als consument niet bewust van zijn: denk bijvoorbeeld maar aan de gebromeerde brandvertragers in computers en TV’s of het inzetten van nanomaterialen in cosmetica. Indien er alternatieve stoffen bestaan die dezelfde functie kunnen invullen, dienen producenten te worden verplicht te kiezen voor die alternatieven (substitutiebeginsel). Slecht afbreekbare stoffen (persistente), nanomaterialen waar de eco-toxicologische risico’s niet van gekend zijn of stoffen die gemakkelijk in het lichaamsvet van mensen en dieren aanwezig blijven (bio-accumuleren) moeten vanuit het voorzorgsbeginsel als verdacht worden beschouwd, ook al zijn de precieze toxische eigenschappen nog niet geheel gekend. De schadelijkste stoffen dienen zo snel mogelijk – binnen één generatie - te worden uitgefaseerd. Consumenten en maatschappelijke organisaties moeten meer toegang hebben tot informatie betreffende de samenstelling van producten. En uiteraard dienen veel meer inspanningen te worden gedaan om te weten welke schadelijke effecten stoffen hebben.
3.4.2.1. Opvolgen van de beleidsinitiatieven inzake geïntegreerd productbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: preventie van milieuproblemen via productbeleid door stofkringlopen te sluiten, het gebruik van schadelijke stoffen in producten te voorkomen en het energieverbruik doorheen de levenscyclus van het product te beperken Operationele ambitie: opvolgen van beleidsinitiatieven ter zake (in het bijzonder het federale productplan), hoofdzakelijk via de werkgroep productnormen van de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling Omschrijving activiteit: BBL volgde in 2012 de werkzaamheden van OVAM rond ecodesign op, en werkte in dat kader ook mee aan de ontwikkeling van de hefboom “duurzaam design” binnen het Vlaams Materialenprogramma. In deze hefboom werden een aantal acties naar voor geschoven om ecodesign en recyclage te bevorderen via productnormering. Het federale productbeleid werd in eerste instantie opgevolgd door IEW. Op Europees niveau werkte BBL ad-hoc samen met ECOS (de Europese NGO die focust op milieuaspecten van productnormalisatie) rond een aantal dossiers (vlamvertagers, classificatie van SRF), en werden gesprekken opgestart om te verkennen of er mogelijkheden zijn om de invloed van Belgische NGO’s op het tot stand komen van milieurelevante normalisatieprocessen te verhogen. Verantwoordelijke intern : Jeroen Gillabel Type activiteit : beleidsadvisering. Type financiering: federale subsidies leefmilieu. Partners : IEW, lidorganisaties. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold.
57
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Timing : 2012-2013
3.4.2.2 Inspelen op beleidsontwikkelingen met het oog op een duurzaam materialenbeheer Strategische doelstelling of overkoepelend doel: het bestaande afvalbeleid omvormen tot een beleid met duurzaam materialenbeheer als doelstelling. Operationele ambitie: Verruimen van de afvaldiscussie door tevens aspecten van product beleid en duurzame productie en consumptie te integreren. Gebruik maken van de implementatie van de Europese kaderrichtlijn Afvalstoffen en het Vlaams Materialendecreet om de uitbreiding van deze beleidsvisie te ondersteunen. Opvolgen en ondersteunen van initiatieven rond individuele productenverantwoordelijkheid die passen binnen dit kader. Omschrijving activiteit: BBL werkte actief mee aan de verruiming van het afvalbeleid naar duurzaam materialenbeheer, op verschillende vlakken en in diverse fora. BBL nam als lid van de stuurgroep van het Vlaams Materialenprogramma verantwoordelijkheid om mee vorm te geven aan het actieplan met 9 hefbomen en 45 acties om duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen op korte termijn vorm te geven. Binnen dit actieplan trekt BBL de hefboom “Slim samenwerken”, waar de focus ligt op samenwerking en informatiedoorstroming tussen verschillende actoren in de materialenketen. Daarnaast werkte BBL actief mee (ondermeer als lid van de raad van bestuur) aan de uitbouw van Plan C, het Vlaamse transitienetwerk duurzaam materialenbeheer, tot een volwaardige vzw. Verder verdedigde BBL consequent de principes van het duurzaam materialenbeheer in de verschillende beleidsfora waarin het actief is, en in contacten met allerlei actoren. Een uitgebreid overzicht van activiteiten in dit verband is samengevat in het eindverslag van de LNE-beleidssubsidie “beleidswerking duurzaam materialenbeheer”. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit: beleidsadvisering en lobbying; campagne en advisering Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012-2013.
3.4.2.3 Bedrijfsafvalstoffen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het reduceren van de hoeveelheid bedrijfsafvalstoffen die gestort of verbrand worden. Operationele ambitie Samenwerken met actoren om die materialenkringlopen beter te sluiten of om de milieu-impact van de afvalfase te reduceren. Omschrijving activiteit:. BBL volgde dit thema op via de hogervermelde activiteiten ikv het Materialenprogramma, en via deelname aan het OVAM overlegplatform KMO-afval Verantwoordelijke intern: Jeroen gillabel. Type activiteit: beleidsadvisering en lobbying; campagne en advisering Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012-2013
3.4.2.4 Huishoudelijke afvalstoffen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het beperken van de milieu impact van de huishoudelijke afvalstromen.
58
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Operationele ambitie: Ondersteunen van “ladder van Lansink”. Selecteren van die huishoudelijke (of gelijkaardige bedrijfsmatige) afvalstromen die de belangrijkste milieuimpact vertegenwoordigen. Samenwerken met actoren om die te reduceren.. Omschrijving activiteit: BBL zorgde ervoor dat er in het Vlaams Materialenprogramma voldoende oog was voor het verder terugdringen van huishoudelijke afvalstromen. Ook via het overlegplatform huishoudelijk afval werd ervoor gepleit om, nu de huidige doelstelling van 150 kg restafval per inwoner al sinds 2010 gehaald wordt, verdere stappen te zetten richting “zero-waste”. BBL adviseerde ook ivm een nieuwe milieubeleidovereenkomst rond terugname van zonnepanelen. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit: beleidsadvisering en lobbying; campagne en advisering Type financiering: Partners: Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012-2013.
3.4.2.5 Afvalverbrandingsinstallaties Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Optimaliseren van afvalverbrandingscapaciteit – en technologieën, in lijn met duurzaam materialenbeheer. Operationele ambitie: Het kritisch evalueren van de nood aan extra afvalverbrandingsinstallaties in het licht van de gewijzigde Europese wetgevende context en de bestaande en verwachte evoluties rond materialenbeheer. Het integreren van eventueel geplande afvalverbrandingsinstallaties in een ruimer kader van alternatieve energieproductie. Omschrijving activiteit: BBL volgde een aantal relevante (vernieuwing van) milieuvergunningsaanvragen van afvalverbrandingsinstallaties op (Indaver Doel, IVBO, IMOG, IVOO, Electrawinds). Telkens werd via het overlegplatform huishoudelijk afval advies gegeven over de dossiers in kwestie, waarbij het verder afbouwen van verbrandingscapaciteit en de problematiek van emissies en transport centraal stonden. Bij Indaver werd een bezwaarschrift ingediend, omdat de aanvrager in het dossier had duidelijk gemaakt niet langer te willen streven naar aanvoer van afval via het water. Als gevolg van het door BBL ingediende bezwaarschrift, en op voorstel van Indaver, is er in de nieuwe milieuvergunning opgenomen dat Indaver een breed platform met vertegenwoordigers van alle relevante actoren zal coördineren dat de problematiek van de “modal shift” (meer vervoer via spoor of water ipv over de weg) voor de site in Doel moet aanpakken. Verder ijverde BBL ook om bij de herziening van het groenestroombeleid de ondersteuning voor elektriciteitsproductie bij afvalverbranding af te schaffen, aangezien dit het verder terugdringen van afvalverbranding bemoeilijkt, en ook niet de meest effectieve/efficiënte ondersteuning is voor het bevorderen van recuperatie van restwarmte bij deze installaties. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit: beleidsadvisering en lobbying; campagne en advisering Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: 2012-2013.
3.4.2.6. Kwalitatieve en kwantitatieve pesticidenreductie blijven nastreven Strategische doelstelling of overkoepelend doel: BBL wenst een samenhangend pesticiden-reductiebeleid, met optimale inzet van diverse beleidsinstrumenten met als doel de reductie van emissies, het gebruik én de afhankelijkheid van pesticiden.
59
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Operationele ambitie: opvolging van de uitvoering van het federale pesticidenreductieprogramma, opvolging van implementatie van de nieuwe EU-verordening en EU-richtlijn betreffende duurzaam gebruik van pesticiden. Omschrijving: BBl adviseerde over de implementatie van de EU-richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden in Vlaamse wetgeving, via het decreet en uitvoeringsbesluit duurzaam gebruik van pesticiden, via flankerend beleid voor grondwaterbescherming, en via het Vlaams actiepland duurzaam gebruik van pesticiden. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit : beleidsadvisering, lobbywerk. Type financiering: reguliere middelen Partners : gewestelijke milieufederaties, Velt, IEW, PAN Europe. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing : 2012-2013
3.4.2.7 Strategische advisering Limburg.net Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Via samenwerking met Limburg.net mikken op de implementatie van nieuwe inzichten in het Vlaamse en Federale beleid en omgekeerd (evoluties in Vlaanderen, België, Europa vertalen naar intercommunaal niveau). Operationele ambitie : BBL en Limburg.net streven via overleg en proefprojecten een zo duurzaam mogelijk materialenbeheer na. Daarnaast willen we goede praktijkvoorbeelden zo ruim mogelijk bekend maken en verspreiden. Omschrijving activiteit : BBL hield regelmatig contact en overleg met Limburg.net over beleidsdossiers en projecten. BBL toetste met Limburg.net af wat de pijnpunten zijn in verband met Fost Plus, in het licht van de nieuwe erkenning die dit beheersorganisme zal aanvragen in 2013. Ook bestudeerde BBL een nieuw project van limburg.net voor de invoering van een meer transparante afvalfactuur voor de burgers, met oog op het introduceren van dit voorbeeldproject in de rest val Limburg en Vlaanderen. BBL nam deel aan een tweedaagse strategische oefening die Limburg.net organiseerde, waarbij met de stakeholders van Limburg.net input werd verzameld om de werking van de intercommunale de volgende jaren te vernieuwen en te versterken. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit : project Type Financiering : contractuele overeenkomst met derden. Partners : Limburg.net Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd : doorgerold. Timing: sinds 2005, jaarlijks verlengd.
3.4.3 Transport en mobiliteit De groei van de mobiliteit zorgt voor een toenemende milieudruk. Vooral de blijvende groei van het wegverkeer is problematisch. Dankzij inspanningen van de overheid (emissienormen) en de industrie (milieuvriendelijker motortechnologie) volgen niet alle milieubelastende emissies in dezelfde mate de groei van het wegverkeer. Een deel van deze inspanningen op voertuigniveau gaan echter teniet door de toename van het aantal voertuig- en reizigerskilometers, en de blijvende trend naar zwaardere auto's (b.v. 4x4’s SUV’s, volumewagens). Bovendien heeft de automobielindustrie zelf een rem gezet op de positieve ontwikkeling, door krachtig te lobbyen bij de Europese commissie tegen strengere emissienormen.
60
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Ook processen zoals suburbanisatie zorgen voor een toename van de mobiliteit: heel wat gezinnen verlaten de stad om te gaan wonen in het buitengebied. De maatschappelijke prijs die hiervoor moet betaald worden is hoog: congestie, toename infrastructuur, luchtvervuiling, geluidshinder, ruimte-inname, enz. Werknemers die in of nabij de stad werken gaan buiten de stad wonen. Dit zorgt voor een toename van het woon-werkverkeer. De gemiddelde pendelafstand steeg van 17 naar 19 km in zo’n 5 jaar tijd. Een gelijkaardige ontwikkeling doet zich voor op het vlak van goederentransport. Het aandeel vervoer over de weg blijft groeien, mede door de “just in time” economie en de wereldwijde economische groei. Het beleid hecht sinds eind vorige eeuw meer belang aan het promoten van duurzame vervoersmodi en maakt werk van “duurzame mobiliteit”. Op Vlaams niveau is er sterk geinvesteerd in de uitbouw van het stads- en streekvervoer en het aantrekkelijker en doorzichtiger maken van de tarieven. Ook de fiets en het te voet gaan kreeg meer aandacht in de beleidsplannen en –uitvoering. Instrumenten zoals de mobiliteitsconvenants zorgen voor een meer gecoördineerde en samenhangende aanpak van het lokale mobiliteitsbeleid. Federaal kreeg het spoor de voorbije jaren terug meer aandacht. Deze integrale benadering heeft echter de modal split (nog) niet kunnen veranderen. De auto is voor de modale burger nog steeds het meest attractieve vervoermiddel. Het aanbieden van alternatieven is belangrijk. Inwerken op prijs, reistijd, comfort en status zijn minstens even belangrijk. Hiervoor zijn er pull en push maatregelen nodig. Milieu was de voorbije jaren (politiek) geen reden om mobiliteit aan te passen. Het waren veeleer fenomenen als congestie en brandstofprijzen die een stimulans vormden voor een beter transportbeleid. Voor de komende periode valt aan te nemen dat milieuargumenten zwaarder zullen doorwegen in het transportbeleid. De Europese 2020-doelstellingen inzake CO2-emissies en de NEC-richtlijn inzake verzurende emissies vergen een stevige inspanning van de transportsector. Vanuit de automobielconstructeurs zelf – die zich de voorbije jaren als uiterst conservatief hebben opgesteld als het er op aankwam te investeren in verbeterde voertuigtechnologie om de brandstofconsumptie te drukken, komen ook nieuwe geluiden. Er is een explosief groeiende aandacht voor (kleine) elektrische wagens en er bestaat een algemene aanname dat dure energieverslindende wagens geen groeipotentieel meer hebben. Inzake goederentransport gaat veel aandacht naar multimodaal transport. In praktijk komt dit echter weinig van de grond. Ook hier stellen we vast dat bedrijven zich vaak vestigen op weglocaties, terwijl spoor- of waterlocaties minder gegeerd zijn. Strategische lijnen BBL zet zich in voor groene en gezonde leefomgeving en streeft in dit kader een daling van de milieuimpact van het transport. Een strategische lijn is het verduurzamen van de mobiliteit. Dit betekent dat verplaatsingen op een zo milieuefficiënt mogelijke manier plaatsvinden. Concreet kan dit gerealiseerd worden door te kiezen voor: • verplaatsingenbehoefte beperken door een efficiëntere vervoersorganisatie en duurzaam ruimtegebruik; • inzetten van de meest milieuvriendelijke verplaatsingsmodi volgens de afstand (bijv. personenvervoer op korte afstand: te voet en per fiets; op lange afstand: openbaar vervoer; voor vracht verschuiving van weg naar water en spoor);
61
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 • •
kiezen voor voertuigen en brandstoffen die intrinsiek milieuvriendelijk zijn (schone brandstoftechnologie); gebruik voertuigen op energie-efficiënte manier (ecodriving; snelheidsbegrenzing, …)
Om dit te bereiken zijn een mix van zowel economische, sociale als regulerende instrumenten nodig. BBL zet in op gedragsbeïnvloeding, sociale actie en beleidswerking.
3.4.3.1 Beleidsvoorstellen formuleren voor een luchthavenbeleid dat rekening houdt met de draagkracht van de omgeving Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzaam luchthavenbeleid. Operationele ambitie: bijsturing van het beleid inzake de luchthavens rond drie assen: plafonneren nachtvluchten, beperken geluidshinder aan de bron, de vervuiler betaalt Omschrijving activiteit: Inzake luchthavens streeft BBL algemeen naar een beleid dat een evenwicht nastreeft tussen de economische belangen van de luchthaven en de draagkracht van de omgeving. De objectieve gezondheidsbelasting van de omwonenden staat hierbij centraal. Zulk beleid impliceert onder meer het vastleggen van duidelijke geluidsnormen die gebaseerd zijn op de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie, een afbouw van nachtvluchten, beperken van grondlawaai, het plafonneren van het aantal (nacht)vluchten, landingstarieven die afhankelijk zijn van de geluidsproductie van het vliegtuig… Deze doelstellingen werden in 2012 vooral nagestreefd via de Vlaamse Luchthavencommissie. BBL streeft naar een rationeel onderbouwd toekomstproject voor de luchthaven(omgeving) waarbij op basis van objectieve maatschappelijke kosten en baten een evenwichtig beleid wordt uitgestippeld. Ook de problematiek van de regionale luchthavens van Oostende en Deurne wordt van nabij opgevolgd. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne. Type financiering: eigen middelen. Partners: IEB, BRAL, bewonersorganisaties rond Zaventem, Deurne en Oostende. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011
3.4.3.2 Naar een rationele oplossing voor congestieproblemen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: doorbreken van de hang naar meer (snel)wegen Operationele ambitie: reële oplossingen bieden voor een aantal mobiliteitsproblemen, in samenhang met daling van de milieu-impact van het verkeer. Keren van de dynamiek rond de verbreding van de Brusselse ring. Bijdragen tot een nieuwe maatschappelijke consensus rond de Antwerpse ring. Omschrijving activiteit: Om congestieproblemen in Vlaanderen op te lossen, wenst het beleid meer autowegen aan te leggen. In praktijk is er voldoende kennis om vandaag reeds te stellen dat meer autowegen in elk geval een negatieve impact zullen hebben op emissies en geluidsoverlast en in de meeste gevallen ook extra verkeer zullen aantrekken, zonder de congestie in te dijken. BBL stelt tegenover deze benadering het rationaliseren van het verkeer, onder meer door economische verkeerssturing (slimme kilometerheffing, afbouwen systeem bedrijfswagens), die het verkeersvolume gevoelig kan doen dalen. Indien dit scenario gecombineerd wordt met meer invetseringen in openbaar ver-
62
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 voer (voorstedelijke netten, sneltrams,…) worden congestieproblemen effectief opgelost en zal de milieukwaliteit verbeteren. In 2012 ging de aandacht van BBL in de eerste plaats gaan naar het verbredingproject voor de Brusselse ring en naar de Oosterweelverbinding in Antwerpen. Voor de Brusselse ring werkt BBL via het platform Modal Shift, het samenwerkingsverband van diverse milieu- en mobiliteitsverenigingen rond de Brusselse Ring. Via dit platform werd in 2012 deelgenomen aan diverse vergadering van de klankbordgroep van AWV, werd regelmatig overlegd met diverse politici uit de regio en worden de lopende procedures opgevolgd (MER, MKBA,…). In juni werd een studienamiddag georganiseerd in het Vlaams parlement, met sprekers uit binnen- en buitenland die elk vanuit hun ervaring een alternatieve en frisse kijk gaven op dit cruciale debat. Zij toonden aan dat het aanleggen van extra rijstroken helemaal geen oplossing is om het verkeersprobleem in en rond Brussel echt op te lossen. Een doorgedreven verkeersmanagement dat verkeersstromen tracht te beheersen, helpt wel. Voor de Oosterweelverbinding te Antwerpen werd in 2012 gestart met een nieuwe MERprocedure, als gevolg van de juridische procedures tegen het eerste plan. BBL diende een inspraakreactie in met enkele alternatieve voorstellen om de verkeers- en milieuproblemen rond ntwerpen aan te pakken. Tevens werd deelgenomen aan een overleg met de Dienst MER en met diverse verenigingen uit het Antwerpse (Ademloos, Straten-Generaal, Natuurpunt WAL,…) over de richtlijnen voor het nieuwe milieueffectenrapport voor de Oosterweelverbinding en alternatieven daarvoor. Er werd vooral ingegaan op de te onderzoeken alternatieven en op de te onderzoeken milieu- en gezondheidseffecten. Dit is een nieuwe manier van werken van de dienst MER. Voorheen werden de richtlijnen voor een op te maken MER achter de schermen opgesteld. Deze openheid vanuit de dienst MER is dan ook een positieve evolutie. Nog in 2012 werd door Greenpeace en BBL een studie besteld bij Transport & Mobility Leuven over de impact van het aanleggen van extra wegcapaciteit op de CO2-uitstoot. Volgens de berekeningen wordt het halen van de klimaatdoelstellingen in Vlaanderen onmogelijk indien extra wegcapaciteit wordt voorzien rond Brussel en Antwerpen. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne. Type financiering: eigen middelen. Partners: Modal Shift, plaatselijke aangesloten verenigingen, academici, economisten,… Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011
3.4.3.3. Elektrische mobiliteit als hefboom tot duurzame mobiliteit Strategische doelstelling of overkoepelend doel: maximaal kansen bieden aan elektrische mobiliteit en de kansen die elektrische mobiliteit biedt, maximaal grijpen Operationele ambitie: er voor zorgen dat het beleid de (infra)structurele maatregelen treft die nodig zijn om elektrische mobiliteit mogelijk te maken en te koppelen aan duurzame energieproductie en nieuwe duurzame vormen van mobiliteit. Omschrijving activiteit: Bond Beter Leefmilieu zette in 2012 verder in op een breed gedragen transitieproces naar elektrische mobiliteit. Hierbij stelde zij zich op als partner van overheid, ondernemingen en mobiliteitsverenigingen voor het creëren van de noodzakelijke voorwaarden, zowel inzake infrastructuur als inzake flankerend beleid, om zo snel mogelijk de huidige zeer milieubelastende vormen van (personen)vervoer te wijzigen naar ‘duurzame’ elektrische mobiliteit. Het concept ‘duurzame elektrische mobiliteit’ houdt in dat de elektriciteit die ingezet wordt afkomstig is uit duurzame, hernieuwbare
63
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 energiebronnen, en dat het huidige wagenpark evolueert naar een mix van twee-, drieen vierwielers, aangevuld met klassieke personenwagens met elektrische aandrijving en geïntegreerd in een soepel systeem van vlotte overgang tussen elektrische voertuigen en openbaar vervoer, waarbij intensief gebruik wordt gemaakt van multimodale informatica. Begin 2012 ondertekende BBL mee het Belgische masterplan elektrische mobiliteit. Nadien vielen de werkzaamheden in het kader van dat masterplan ietwat stil. Bij een gelijkaardig plan op Vlaams niveau wil BBL een constructieve rol opnemen. Verantwoordelijke intern: Mathias Bienstman Type activiteit: deelname aan het beleidsproces Type financiering: reguliere middelen en projectsubsidie Partners: leden van BBL, overheid; kabinetten en administraties, industrie, energieproducenten, academici …. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend 2012-2013
3.4.3.4 transportfiscaliteit die stuurt naar duurzame mobiliteit Strategische doelstelling of overkoepelend doel: transportfiscaliteit hervormen tot een fiscaliteit die stuurt naar een duurzame mobiliteit Operationele ambitie: de invoering van een belastingsysteem dat een stap zet in de richting van een ‘slimme’ internalisering van de externe kosten van het (weg)transport en het afschaffen van subsidies die hiertegen in gaan. Omschrijving activiteit: We streven naar: • In 2012 zette we een belangrijke stap naar een op milieukenmerken gebaseerde inschrijvingstaks die ervoor zorgt dat de meest milieuvriendelijke wagens in het park komen. In het voorjaar trad een hervormde BIV in werking die niet alleen stuurt richting minder CO2, maar ook richting minder luchtvervuiling, doordat de reële NOX uitstoot van diesel wagens in rekening wordt gebracht. BBL kon er samen met andere organisaties voor zorgen dat het Vlaamse parlement nog een wijziging doorvoerde in de berekeningsformule van de BIV zodat ze zowel naar zuinige als naar milieuvriendelijke wagens stuurt. • In 2012 oefenden we opnieuw druk uit voor de invoering van een kilometerheffing voor personenwagens, in de eerste plaats door het voorstel op te nemen als één van de prioritaire maatregelen in onze input voor het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020: 11 maatregelen voor een trendbreuk in het klimaatbeleid. De 11 maatregelen kregen de nodige persaandacht en meermaals herhaalden we op de radio en in kranten het belang van een kilometerheffing. Daarnaast trachten we het draagvlak voor een kilometerheffing in de MORA te vergroten door een informeel overleg met de vakbonden in het kader in de werkgroep mobiliteit van het Transitienetwerk Middenveld. We gaan daarbij na of sociale correcties zo een heffing meer aanvaardbaar maken voor de vakbond en of er alternatieve systemen zijn met dezelfde impact maar die minder weerstand oproepen. • In 2012 publiceerden we nog enkele opinie artikels over de ongelijke behandeling van privé km afgelegd met een privé wagen en een bedrijfswagen. Hierbij gingen we in op het milieuschadelijk stelsel van de bedrijfsauto en de tankkaart. We spraken er ook minister van Financiën Steven Vanackere op aan. • We schreven een brief aan de minister van Financiën om te pleiten voor accijnzen op benzine en diesel die naar elkaar toegroeien, ideaal op het niveau van accijnzen op benzine, maar in eerste stap op het niveau van de accijnzen in onze buurlanden
64
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Verantwoordelijke intern: Matthias Bienstman en Erik Grietens Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying Type financiering: reguliere middelen Partners: IEW, BRAL, IEB, leden van BBL, werkgevers, economisten-academici, aanbieders van kmheffing technologie Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2012 Timing: doorlopend 2012-2013
3.4.3.5. Biobrandstoffen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: biomassa duurzaam inzetten Operationele ambitie: biobrandstoffen van de eerste generatie zo weinig mogelijk inzetten in de transportsector Omschrijving activiteit: Het inzetten van biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen in de transportsector is vanuit efficiëntiestandpunt onverantwoord. Daarnaast heeft de productie van biomassa ook indirecte gevolgen wat betreft landgebruik. Het netto klimaat- en milieueffect is daarom dikwijls negatief. Onze acties op dit vlak lagen in de lijn van wat er op EU vlak gebeurt door onze koepelorganisatie Transport & Environment en onze zusterorganisatie IEW. We onderschreven mee brieven naar leden van de Europese Commissie, het Europees Parlement en beleidsmakers in eigen land. Er ligt immers een voorstel van de commissie ter herziening van de FQD en RED richtlijn voor, zodat er al minstens al over indirect landgebruik wordt gerapporteerd en de bijdrage van eerste generatie biobrandstoffen tot de RED doelstelling beperkt wordt tot 5%. We ijveren ervoor om de hernieuwbare energie doelstelling in transport volledig te bereiken met energiebesparing, elektrificeren van transport en biobrandstoffen die geen beslag leggen op schaarse grond. Over de thematiek publiceren we regelmatig in onze beleidsbrief. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck en Mathias Bienstman. Type activiteit: sensibilisering en beleidsbeïnvloeding via lobbying Type financiering: reguliere middelen Partners: IEW, T&E Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011. Timing: doorlopend 2012-2013
3.4.3.6 Mobimix: platform efficiënt vlootbeheer en ecodriving Strategische doelstelling: Vlaamse werkgevers aanzetten tot structureel engagement inzake duurzaam mobiliteitsmanagement, mobiliteitsbudget, slimme fiscaliteit, duurzaam vlootbeheer en eco-driving. Operationele ambitie: Mobimix.be wil het centraal kennispunt zijn waar gebruikers objectieve informatie kunnen vinden over duurzaam en efficiënt vlootbeheer. Het platform verzamelt en verspreidt kennis over ecologisch vlootbeheer en rijgedrag, mobiliteitsmanagement, fiscaliteit, mobiliteitsbudget en elektromobiliteit. Mobimix.be draagt bij aan het maatschappelijk debat over onderwerpen als autofiscaliteit, mobiliteitsbudget, elektrisch rijden, …. Omschrijving activiteit: Binnen de platformwerking zetten we in op een gedifferentieerde aanpak met verschillende activiteiten zoals workshops en een jaarlijkse terugkerende conferentie waar een stand van zaken gegeven wordt over duurzaam vlootbeheer in Vlaanderen.
65
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 We rapporteren dagelijks via de website www.mobimix.be, maandelijks via de newsletter en zorgen voor degelijke duiding bij actuele tendensen aan de hand van een dossier. Doelgroepen kunnen eerstelijns bij Mobimix terecht via een loketwerking waarbij, indien nodig, wordt doorverwezen naar partners en andere organisaties. We zorgen voor een interactieve impuls aan de hand van diverse fleettools en trachten stakeholders bij elkaar te brengen zodat nieuwe diensten en producten kunnen ontwikkeld worden die o.a. het multimodale karakter van onze mobiliteit optimaliseren. In 2012 werd een nieuwe activiteit opgestart, namelijk de Mobimixbeurs. Deze vakbeurs voor duurzame mobiliteit richtte zicht naar ondernemers, fleet managers, mobiliteitscoördinatoren, HR managers en andere mobiliteitsprofessionals. De beurs bereikte 42 standhouders en mocht meer dan 1000 bezoekers verwelkomen. Verantwoordelijke intern: Roel Vanderbeuren Type activiteit: actieprogramma Type financiering: projectsubsidies Vlaamse overheid (actieprogramma duurzame mobiliteit) Partners: VITO, VSV, Mobiel 21, Vlaamse overheid departementen LNE en MOW. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold, maar gewijzigd
3.4.3.7 Met Belgerinkel naar de Winkel: meer dan honderdduizend klanten kiezen bewust voor de fiets Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de milieubelasting van verkeer en vervoer verlagen door middel van gedragsverandering bij de burger in de richting van meer duurzame vervoersmodi. Operationele ambitie: gemeenten en handelaars aanzetten om het fietsen in het woonwinkelverkeer te promoten en te faciliteren. Burgers sensibiliseren om voor kleine boodschappen de fiets in plaats van de auto te nemen. In 2012 willen we het aantal deelnemende gemeenten en handelaars op peil houden. Dit betekent dat we ongeveer 200 gemeenten en 16.000 handelaars moeten overtuigen om deel te nemen aan de campagne. Gezien de vermindering van resultaten (aantal volle spaarkaarten die worden ingediend) die zich sinds 2009 heeft ingezet, is dit niet evident. Toch zijn de algemene resultaten van de campagne nog zeer succesvol (met ongeveer 80.000 deelnemers in 2012) en kiest BBL ervoor om de campagne te blijven organiseren. We bedachten weer een leuk thema dat interessante communicatiemogelijkheden aan de campagne kan toevoegen: gezondheid. Slogans in 2013: Fiets je kern-gezond; fietsen zorgt voor een gezonde geest, in een gezond lichaam. En gezonde lokale handel, in een gezonde gemeente. Omschrijving activiteit: Vlaamse sensibilisatiecampagne die het fietsen van en naar de buurtwinkel wil promoten. “Met Belgerinkel naar de winkel” is een campagne met veel facetten en grote partners zoals UNIZO, CM, Gezinsbond en de Fietsersbond. Naast het stimuleren van het fietsgebruik wil de campagne een aanzet zijn tot initiatieven rond kernversterkend beleid, een gezonde mix van verplaatsingsmodi en de plaats van handelsvestigingen in de gemeente. Het project wil de lokale handel stimuleren, de gezondheid bevorderen door een portie dagelijkse beweging en bijdragen tot een betere leef- en woonomgeving. Kort samengevat is de formule als volgt: fietsende klanten krijgen bij de deelnemende winkeliers een spaarkaart waarop bij elke winkelbeurt met de fiets een stempel wordt geplaatst. Op het einde van de campagne kan de klant mooie tombolaprijzen winnen. ‘Met Belgerinkel naar de Winkel’ stimuleert de bevolking om een ander verplaatsingsgedrag uit te proberen. In 2012 organiseerden 197 Vlaamse gemeenten samen met meer dan 16.000 handelaars Met Belgerinkel naar de Winkel van 5 mei tot 9 juni. Meer dan 80.000 fietsers werden zo gemotiveerd om met de fiets te gaan winkelen. Het retro-thema inspireerde alle betrok-
66
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 ken partijen van Met Belgerinkel naar de Winkel 2012. Al onze activiteiten ademden nostalgie uit; de enthousiaste aanwezigheid van de fietsers op het startevenement, de versierde etalages van de handelaars, de retro Radio 2-spot, het aangepaste fietsmandje tot en met de speciale Belgerinkel-fiets van Achielle. In totaal sloot de campagne af met 163.737 ingezamelde spaarkaarten; 4.400 fietsmandjes werden besteld. De goede oude tijd, toen iedereen nog de fiets nam, blijkt soms dichter bij dan gedacht! De online bevraging van de fietsers geeft immers aan dat de campagne zijn effect niet mist: occasionele fietsers (38%) springen tijdens ‘Belgerinkel’ vaker op de fiets. Ook na de campagne zegt 1 op 2 deelnemers meer te fietsen voor allerlei korte verplaatsingen. www.belgerinkel.be (jan – aug 2012): 53.486 bezoeken (37.221 unieke bezoekers) Verantwoordelijke intern: Tine Claus Type activiteit: publieksgerichte campagne. Type financiering: projectsubsidies; financiële tussenkomst en subsidie van lokale besturen (provincie en/of gemeente); sponsoring en advertentiewerving Partners: UNIZO, CM, Fietsersbond, Gezinsbond, ViGez en verschillende mediapartners en sponsors. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: campagneperiode: jaarlijks (periode: begin mei tot omstreeks half juni)
3.4.3.8 Cycle Chic Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de milieubelasting van verkeer en vervoer verlagen door middel van gedragsverandering bij de burger in de richting van meer duurzame vervoersmodi. Operationele ambitie: Cycle Chic promoot de fietscultuur in Vlaanderen aan de hand van een levende blog en bijhorende activiteiten. De filosofie van Cycle Chic- een bloeiende fietscultuur pompt zuurstof in de stad – willen we in 2013 tot leven brengen in drie steden. Elke deelnemende stad zal op de blog gerepresenteerd worden en kiest daarenboven één van de interventies rond Cycle Chic in de stad (meer uitleg over de interventies hieronder). Omschrijving activiteit: Cycle Chic heeft als doel duurzame mobiliteit te promoten door fietsen in de stad op een positieve manier in de kijker te plaatsen. Aan de hand van een weblog, een fototentoonstelling, een modeshow en een fietstocht willen we de fietscultuur in Vlaanderen versterken en de lokale fietser in Vlaamse steden een gezicht geven. Meer fietsers betekent meer zuurstof, vlotter verkeer, minder ongevallen, minder geluid… Dit komt de leefbaarheid in de stad ten goede. We zochten steden om Cycle Chic in Vlaanderen tot leven te brengen: Brugge, Hasselt, Antwerpen en Gent werden in 2012 Cycle Chic-steden. Met de Cycle Chic straatportretten legden we de gevarieerde fietscultuur in Vlaamse steden op de gevoelige plaat vast en waren gewone fietsers even model in een openluchttentoonstelling. Brugge en Hasselt namen hieraan deel. In Hasselt werkten we samen met CC Hasselt een VIP-aanbod voor fietsers uit. Tijdens vier voorstellingen konden ze genieten van een gepersonaliseerde uitnodiging, een bewaakte VIP-fietsenstalling, een hapje en drankje, een Meet & Greet met de artiesten en een cadeautje. 74 fietsers gingen op dit aanbod in. Andere interventies in de stad waren het organiseren van een fietsmodeshow met lokale modellen op de catwalk (Antwerpen, 14 juli). In Gent tenslotte werd de eerste Tweed & Vintage Ride van Vlaanderen georganiseerd samen met Radio Modern. Aantal bezoekers www.cyclechic.be : januari – november 2012: 31.890 bezoeken (google analytics). Cycle Chic heeft verder een actieve Facebookpagina met 2.604 fans. En ook op Twitter is Cycle Chic actief met 645 volgers.
67
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Verantwoordelijke intern: Benedicte Swennen Type activiteit: publieksgerichte campagne. Type financiering: projectsubsidies; financiële tussenkomst en subsidie van lokale besturen (stad); sponsoring en advertentiewerving Partners: BBL gaat in elke stad op zoek naar lokale partners Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: hele jaar door
3.4.3.9. Ik kyoto: honderden werkgevers stimuleren hun werknemers om duurzaam naar het werk te pendelen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: De milieubelasting van het verkeer verlagen door gedragsverandering bij de burger (meer gebruik maken van duurzame vervoersmodi) en door werkgevers aan te zetten tot investeringen in duurzame maatregelen. We linken het project beleidsmatig aan het idee “multimodaal mobiliteitspakket”. Operationele ambitie: Werkgevers aanzetten om duurzaam woon-werkverkeer (te voet, fiets, openbaar vervoer en carpoolen) te promoten en te faciliteren. Werknemers sensibiliseren om niet langer alleen in de auto naar het werk te pendelen. Er wordt gemikt op 240 deelnemende werkgevers in 2012. Omschrijving activiteit: Vlaamse sensibilisatiecampagne die het duurzaam pendelen wil promoten. Het project zet aan om de auto thuis te laten en te vervangen door een duurzaam alternatief (te voet, de fiets, het openbaar vervoer of carpoolen). Zo worden autokilometers en dus CO2-uitstoot vermeden. Het project legt een link tussen verkeer en het Kyoto-protocol. Doel van het project is zoveel mogelijk CO2-besparing te realiseren. Om het aandeel van duurzame vervoermiddelen in het woon-werkverkeer structureel te verhogen is meer nodig dan de werknemersactie die in het voorjaar zal plaatsvinden. Vandaar dat ‘ik kyoto’, in samenwerking met tal van partners, bedrijven het hele jaar door wil aanzetten tot het nemen van structurele ondersteunende maatregelen (fietsvergoeding, fietsenstallingen, 100% terugbetaling openbaar vervoer...). ‘ De ‘ik kyoto’-campagne liep dit jaar van 26 maart tot 21 juni. In totaal deden 5.279 werknemers uit 189 bedrijven mee met ‘ik kyoto’. Ze bespaarden met zijn allen 876 ton CO2. De campagne startte met een ruilactie op de trein tussen Gent en Brussel. Reizigers ruilden hun boeken en cd’s, of wisselden hun miskoopjes in voor een ander kledingstuk. Projectwebsite: www.ikkyoto.be Verantwoordelijke intern: Julie Vandenberghe / Benedicte Swennen Type activiteit: publieksgerichte campagne. Type financiering: financiële tussenkomst van werkgevers, sponsoring van bedrijven en provinciale overheden. Partners: provinciebesturen en provinciale mobiliteitswerkingen, mediapartners, De Lijn, NMBS, sponsors. Er wordt gemikt op een (versterking van de) samenwerking met partners zoals VOKA, VSV, Arbeid&Milieu, Kauri enz. We willen inzetten op het uitbreiden van het aantal intermediairen. We denken hierbij aan het benutten van de rol die lokale overheden kunnen spelen in het promoten van de campagne naar de bedrijven op hun grondgebied. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: De campagne vindt jaarlijks plaats, en het werkgeversluik loopt permanent
3.4.3.10 Mobiliteitsbudget Werkt!: proefproject onderzoekt alternatieven voor de bedrijfswagen (nieuw)
68
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Strategische doelstelling of overkoepelend doel: België is het land van de fiscaal aantrekkelijke bedrijfswagens. Toch zijn bedrijven, politici en middenveld steeds meer op zoek naar even aantrekkelijke alternatieven. De invoering van een multimodaal mobiliteitsbudget kan bedrijven interessante oplossingen bieden. Met dit project onderzoeken we aan welke voorwaarden een mobiliteitsbudget moet voldoen om fiscaal interessant te zijn voor bedrijven. Operationele ambitie: Met Mobiliteitsbudget Werkt! testen we een mobiliteitsbudget uit bij 5 proefbedrijven. Het eindresultaat van het proefproject zal een concreet draaiboek zijn voor bedrijven en een eindrapport met beleidsaanbevelingen. Omschrijving activiteit: BBL ging in 2012 samen met Mobiel 21 en Voka Kamer van Koophandel Halle-Vilvoorde op zoek naar 5 bedrijven om het mobiliteitsbudget als alternatief voor de bedrijfswagen uit te testen. Het mobiliteitsbudget is een budget dat een werknemer vrij kan spenderen aan een waaier van vervoersmiddelen. In een eerste fase werd inspiratie opgedaan bij ondernemingen in Vlaanderen en Nederland die al met een systeem van mobiliteitsbudget zijn gestart. Tegelijkertijd werden in Vlaanderen 5 proefbedrijven gezocht. Dat liep niet van een leien dakje. Door de hervorming van de belasting op bedrijfswagens en de onduidelijkheid bij de fiscus over de behandeling van het mobiliteitsbudget, haakten enkele kandidaten af. Uiteindelijk kon de fiscus duidelijkheid scheppen en kon worden gestart bij Boss Paint, Artoos, KBC, Kluwer en Your Mover. Een selectie van werknemers kreeg gedurende zes maanden een pakket met alternatieven voor hun (bedrijfs)wagen: trein- of busabonnement, een bedrijfsfiets of leasefiets,… Tijdens het proefproject konden de ondernemingen en de proefpersonen gebruik maken van een door SD Worx ontwikkelde tool. Deze tool laat het voor de onderneming toe om een selectie van vervoersmiddelen in de mogelijkheden op te nemen en voor werknemers om hierbinnen een keuze te maken, afhankelijk van hun beschikbare budget. Er werd een bevraging gehouden bij de proefpersonen voor, tijdens en na het proefproject waarin hun verplaatsingsgedrag alsook hun attitudes ten aanzien van de verschillende vervoersmogelijkheden werden onderzocht. Uit de bevraging was een opvallende daling van het autogebruik vast te stellen, alsook een positievere attitude ten aanzien van de fiets en de trein. De definitieve resultaten van het project worden voorgesteld op een slotconferentie in het Vlaams Parlement op 12 maart 2013 en verschijnen in een rapport. Alle info over het project wordt verzameld op de website Mobimix.be (www.mobimix.be/thema/mobiliteitsbudget). Verantwoordelijke intern: Roel Vanderbeuren Type activiteit: proefproject praktijkwerking mobiliteitsbudget uittesten. Type financiering: projectsubsidie Vlaamse Overheid, minister van openbare werken en Mobiliteit Crevits. Mogelijk sponsoring in natura de vervoersaanbieders. Partners: Mobiel 21 en Voka Halle-Vilvoorde. De projectpartners proberen het proefproject voor de proefbedrijven budgetneutraal te houden en doen hiervoor beroep op vervoersaanbieders als De Lijn, NMBS, Taxistop, Cambio, Fiets en Werk en de Taxifederatie. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: De looptijd van de campagne is 20 maanden. Het einde is voorzien voor april 2013.
3.4.3.11 Expeditie Duurzame Mobiliteit Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Meer gebruik van duurzame mobiliteitsmodi en minder gebruik van de auto door Vlaamse autombilisten.
69
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Operationele ambitie: 100 testpersonen testen diverse vormen van duurzame mobiliteit en streven naar een vermindering van hun autogebruik met minstens een derde. Omschrijving activiteit: Vanaf 15 oktober 2012 gingen 70 personen de uitdaging aan om hun autogebruik te verminderen met minstens 1/3 gedurende één maand. Elke kandidaat ging na welke autoverplaatsingen (woonwerk, vrije tijd, winkel, …) hij kon vervangen door duurzame alternatieven. Hiervoor konden ze kiezen uit een gratis pakket duurzame vervoersmiddelen. BBL en Slimweg hielpen de deelnemers om de meest efficiënte keuzes te maken. De groep van 70 personen slaagde erin om gemiddeld 55% minder autoverplaatsingen af te leggen waarbij de doelstelling ruimschoots behaald werd. Na de testperiode - die liep van 15 oktober tot 16 november 2012 – bevraagde de Gentse Universiteit de deelnemers. Op de vraag “Hoeveel autoverplaatsingen denk je in de toekomst minder te gaan doen in vergelijking met de periode vóór de Expeditie?” antwoordde 95% van de respondenten dat ze de auto minder gaan gebruiken in de toekomst. Eén derde van de respondenten wil dit autogebruik met minstens 30% verminderen. Verantwoordelijke intern: Jan Vanhee Type activiteit: doelgroepencampagne Type financiering: Nationale Loterij Partners: UGent, De Lijn, NMBS, MIVB, Etra, Netwerk Duurzame Mobiliteit, SlimWeg, FietsenWerk, tal van fietsbedrijven Timing: januari 2012 - einde april 2013
3.4.4 Klimaat & Energie 3.4.4.1 Naar een ambitieuzer Europees klimaatbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het ambitieniveau van het Europees energie- en klimaatbeleid is in lijn met de aanbevelingen van de klimaatwetenschap om opwarming onder de 2°C te houden. Operationele ambitie: Een ambitieus Belgisch standpunt over de hervorming van de ETS en de klimaatdoelen Omschrijving activiteit: het Europese energie- en klimaatpakket mist ambitie. De huidige emissiereductiedoelstelling van 20% tegen 2020 is onvoldoende. Wil Europa een eerlijke en afdoende bijdrage leveren aan de strijd tegen de klimaatverandering, zal ze haar emissies met 40% moeten laten dalen tegen 2020. Het doordrukken van de - reeds enige tijd hangende - opstap naar een emissiereductiedoelstelling van 30% is een eerste essentiële stap. In 2012 slaagde de milieubeweging er in het Vlaamse gewest van positie te doen veranderen, waardoor nu alle gewesten en de Federale overheid een doelstelling van -30% tegen 2020 steunen op Europees vlak. Het Vlaamse parlement keurde in maart een resolutie goed “betreffende de steun van Vlaanderen aan het optrekken van de Europese reductiedoelstelling tot 30% minder broeikasgassen tegen 2020.” De maanden ervoor heeft BBL in samenwerking met andere milieuorganisaties intensief gelobbyd bij de verschillende fracties om zo een resolutie goed te keuren op basis van een document dat de voordelen opsomde. Verantwoordelijke intern: Mathias Bienstman Type activiteit: beleidsopvolging en informatie voor lidverenigingen en publieke opinie Type financiering: eigen middelen, subsidies leefmilieu of duurzame ontwikkeling federaal, middelen voorzien in Minaraad. Partners: lidverenigingen, 4fd. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd
70
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Timing: 2012-2013
3.4.4.2. Opvolgen en adviseren van het Belgische en Vlaamse klimaatbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: België en Vlaanderen reduceren de broeikasgassen in lijn met de aanbevelingen van de klimaatwetenschap om opwarming onder de 2°C te houden. Operationele ambitie: klimaatplannen die borg staan voor reële verminderingen van de uitstoot van broeikasgassen. Omschrijving activiteit: Als milieubeweging namen we een actieve rol op bij de opmaak van het nieuw Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 en het nationaal klimaatbeleidsplan. We drukken hierbij op de noodzaak van een ambitieus klimaatbeleid en doen suggesties voor op te nemen maatregelen zodat de emissies in de niet-ETS minstens met 21% dalen tegen 2020. Daartoe publiceerden we het dossier 11 maatregelen voor een trendbreuk in het Vlaamse klimaatbeleid. We informeerden ermee de publieke opinie via de pers informeerden, lichtten het toe bij alle democratische partijen en bij sleutelspelers in de bevoegde administraties. We namen ook deel aan zo goed als alle ronde tafels die georganiseerd werden om de inhoud van het plan voor te bereiden: industrie, gebouwen, transport, landbouw en F gassen. Daarnaast verdiepten we ons in het voorbereidend studiewerk van VITO, waarin we inzage bekwamen door beroep te doen op WOB. We bespraken ook met het kabinet van de verantwoordelijke minister op geregelde tijdstippen de voortgang van het plan en oefenden via diverse wegen druk uit om het ambitieniveau te verhogen. Het Belgische klimaatbeleid zat in 2012 grotendeels geblokkeerd doordat er geen inspanningsverdeling tot stand kwam in de schoot van de Nationale Klimaatcommissie. Om druk uit te oefenen op die werkzaamheden en het gesprek aan te knopen met alle leden van die commissie, schreef BBL met andere organisaties een positie over de inspanningsverdeling. Op basis van die positie voerden we in de zomer en het najaar een tiental gesprekken bij alle vertegenwoordigers van de gewestelijke en federale regering. Verantwoordelijke intern: Mathias Bienstman, Sara Van Dyck Type activiteit: beleidsopvolging en informatie van lidverenigingen en publieke opinie. Type financiering: eigen middelen, subsidies leefmilieu of duurzame ontwikkeling federaal, middelen voorzien in schoot Minaraad. Partners: lidverenigingen. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd Timing: doorlopend.
3.4.4.3 Garanderen van het behoud van de kernuitstap Strategische doelstelling of overkoepelend doel: uitfasering van kernenergie als elektriciteitproductiemethode. Operationele ambitie: sluiting van de oudste kerncentrales in 2015 en de reeds gesloten centrales uit veiligheidsredenen dicht houden Omschrijving activiteit: Na het stemmen van de wet op de kernuitstap zette de privésector in toenemende mate in op alternatieven: hernieuwbare energie en WKK groeiden snel. Sinds de politieke wereld, onder druk van -vooral de christendemocratische - bondgenoten van Electrabel twijfel zaait over de kernuitstap, nam de investeringswil af. Een aantal partijen van de (aftredende) federale regering wil – onder het mom van ‘een gebrek aan alternatieven' - de sluiting van de oudste kerncentrales uitstellen. Dit heeft een
71
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 sterk negatieve impact op het vrijmaken van de elektriciteitsmarkt en zet een rem op de ontwikkeling van hernieuwbare energie (en dit zowel om economische als om technische redenen). De aftredende regering gooide het op een akkoordje met Electrabel om de levensduur van de kerncentrales te verlengen. Dit akkoord (dat sowieso al niet wettelijk was) is volledig zonder betekenis, sinds de federale regering gevallen is. We blijven pleiten voor het uitvoeren van de - nog steeds geldende – wet op de kernuitstap van 2003. Actie werd ondernomen op vier manieren. Ten eerste door campagnevoering. Samen met een de partners WWF, Greenpeace en IEW heeft BBLL de campagne ‘stop and go’ gelanceerd om te wegen op de concrete uitvoering van het regeerakkoord. Ter promotie van deze campagne werden ludieke activiteiten en een fototentoonstelling georganiseerd. Ten tweede door het opzetten van studies. BBL heeft samen met Greenpeace het studiebureau CLIMACT om een studie gevraagd over het korte en middellangetermijn elektriciteitsbesparingspotentieel in België, ter argumentatie van de kernuitstap. Ten derde door het indienen van bezwaarschriften, tegen de bouw van een tweede kerncentrale in Borssele. Ten laatste door continu overleg met stakeholders en beleidsmakers zoals ELIA, staatssecretaris Wathelet, de CREG, kabinet Vandelanotte, minister Vandelanotte, kabinet Quickenborne en kabinet Vanackere. In haar direct overleg met de beleidsmakers heeft BBL een concrete lobbynota opgesteld op basis van een uitgelekt “uitrustingsplan” dat inzicht biedt in het evenwicht tussen productiecapaciteit en vraag. Verder werd ook door de druk van BBL een kernenergieoverleg georganiseerd door Vandelanotte met een ruimere sp.a delegatie (van EU niveau tot NIRAS en FANC). Ten laatste, met het stilleggen van Doel 3 en Tihange 2 leefde de discussie weer helemaal op. Om de positie van BBL kenbaar te maken werd er een open brief gestuurd. BBL pleit voor meer leiderschap van Wathelet. Daarbij werden drie aandachtspitses naar voor geschoven: energiebesparing, import uit Nederland en piekvraagbeheersing. Ook werd commentaar voorzien bij de kernuitstapbeslissing van Vandelanotte. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: netwerkvorming, publieksgerichte campagne, beleidscampagne, advisering Type financiering: eigen middelen. Partners: lidverenigingen, middenveldorganisaties. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend.
3.4.4.4 Opvolgen en adviseren van het actieplan hernieuwbare energie (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: maximale uitbouw van hernieuwbare energie in eigen land in het licht van de omschakeling naar een volledig hernieuwbare energievoorziening in Europa tegen 2050 Operationele ambitie: minstens een realisatie van de Europese hernieuwbare energiedoelstelling (13%) in eigen land en een duidelijk uitgewerkte visie voor de omschakeling naar een 100% hernieuwbare energievoorziening Omschrijving activiteit: België diende in het najaar van 2010 (met vertraging) een actieplan hernieuwbare energie in bij de Europese Commissie. Dit actieplan moet aangeven hoe België de Europees opgelegde hernieuwbare energiedoelstelling zal realiseren. Het plan, waar wij als milieubeweging niet bij betrokken werden, blijkt echter een lege doos zonder een duidelijke visie of nieuwe beleidsinitiatieven. Daarnaast wordt ook de deur opengezet voor het realiseren van de doelstelling door middel van buitenlandse projecten. De milieubeweging heeft actief geadviseerd bij de verdere uitwerking van het plan.
72
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Ze heeft een duidelijk advies kenbaar gemaakt bij de goedkeuring van de conceptnota van ‘Innovatiecentrum Vlaanderen’. Daarbij werd input geleverd omtrent eco-innovatie met als focus duurzaam materiaalbeheer, kringloopeconomie en cleantech, omtrent hernieuwbare energie en sociale innovatie en maatschappelijke vernieuwing. Daarbij wordt er gewaakt over een stabiel investeringskader voor groenestroom- en warmte. We kaderen dit in het beeld van 100% hernieuwbare energie tegen 2050. De inzet van biomassa, alsook de uitbouw van een slim elektriciteitsnetwerk (zie verder) verdienen daarbij bijzondere aandacht. De BBL steunde de Minaraad die een studie uitgebracht over 100% hernieuwbare energie. In samenwerking met de partners binnen de Minaraad werd daar advies over gegeven. In overleg met beleidsmakers op het kabinet Vandenbossche en Bourgeois werd de problematiek rond de groenestroomcertificaten aangehaald. De politieke knoop ligt duidelijk in een quotumverhoging tegenover een verhoogde vrijstelling voor de grootindustrie. BBL streeft naar meer ambitie, kritische overweging bij het uitdelen van groenestroomcertificaten aan bedrijven, correcte steun voor elke duurzame technologie, een sterk prijzenobservatorium, en nood aan een duurzaamheidskader voor (grootschalige) biomassaprojecten. Het gebruik van groenestroomcertificaten voor afvalverbranding is niet wenselijk. De ombouw van de steenkoolcentrale in Langerlo paste niet in deze visie. Daarom diende de milieubeweging een bezwaar in tegen de ombouw. De belangrijkste opmerkingen waren: vragen bij de duurzaamheid van de ingezette biomassa, betwistbaar uitgangspunt van “CO2 neutrale” biomassa en geen garantie van nuttig gebruik van warmte. Op Europees vlak is BBL actief geweest om ambitieuze doelstellingen te promoten. Zo werd er bijvoorbeeld in overleg met Can-Europe beslissingen gemaakt rond het post 2020 EU hernieuwbaar energiebeleid, energie-efficiëntie maatregelen, biomassa en de problemen bij de marktwerking daarvan. BBL verzamelde en leverde commentaar voor de openbare inspraakprocedure van het RES-E project dat wil werken aan een hernieuwbare energiestandaard voor Europa. De belangrijkste opmerkingen hadden betrekking op de (te zwakke) biomassacriteria. Biomassa is ook een thema geweest dat op verschillende Europese fora besproken werd. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: netwerkvorming, beleidsopvolging, beleidscampagne (zie SCARABEE), advisering Type financiering: eigen middelen. Partners: lidverenigingen, middenveldorganisaties, sector hernieuwbare energie Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: doorlopend.
3.4.4.5 Opvolgen en adviseren bij de uitbouw van een slim elektriciteitnetwerk (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: realisatie van een slim elektriciteitsnetwerk Operationele ambitie: in overeenstemming met het pact 2020 wordt het elektriciteitsnet tegen 2020 omgevormd tot een internationaal goed geïnterconnecteerd en slim net waarop decentrale productie-eenheden en nieuwe toepassingen kunnen worden gekoppeld. Omschrijving activiteit: om een maximale uitbouw van hernieuwbare energie mogelijk te maken, moet ons netwerk aangepast worden. Nu wordt stroom van enkele grote centrales over grote afstanden naar duizenden afnemers getransporteerd. Voor de integratie van de verschillende –variabele en flexibele- hernieuwbare energiebronnen, zal het net moeten evolueren naar een soort decentrale ‘internet-structuur’ waarvan de gebruikers
73
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 niet alleen energie kunnen afnemen, maar ook kunnen opzetten. Als milieubeweging adviseren we over de omschakeling naar en een doordachte uitbouw van een slim netwerk en de uitrol van slimme meters. Hierbij waken we over een sociaal en ecologisch te verantwoorden inzet van slimme meters en pleiten we voor een kritische analyse van een al dan niet volledige uitrol van slimme meters. We besteden daarnaast in het bijzonder aandacht aan de integratie van elektrische voertuigen in een slim net. De BBL neemt deel aan een overleg over slimme meters met een breed platform van sociale organisaties en stimuleert Vlaamse Parlementariërs in het openen van een debat rond het gebruik van slimme meters. De sociale organisaties werden gevraagd om hun visie toe te lichten omtrent het gebruik van slimme meters tijdens een parlementaire hoorzitting. De BBL vraagt naar meer onderzoekswerk met aandacht voor de verdelingseffecten, de effectieve energiebesparing dankzij slimme meters en de bijdrage aan een slim net. Binnen de Minaraad werd er een advies uitgewerkt over de conceptnota inzake slimme meters. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: netwerkvorming, beleidsopvolging, advisering Type financiering: eigen middelen. Partners: lidverenigingen, middenveldorganisaties (in het bijzonder voor de slimme meters), sector hernieuwbare energie Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: doorlopend.
3.4.4.6 Biomassa duurzaam! Strategische doelstelling: op een duurzame manier omspringen met biomassa als hernieuwbare energiebron Operationele ambitie: realiseren van strenge duurzaamheidcriteria voor biomassa als hernieuwbare energiebron, met voorrang voor hoogwaardigere toepassingen (zie stukje over duurzaam materialenbeheer). Bij energetische toepassingen, voorrang voor de inzet van biomassa binnen stationaire installaties (met het hoogste rendement); geen biomassa als bijstook in oude centrales met laag rendement; beperken inzet biobrandstoffen voor transport; constructief kritische houding hanteren bij “tweede en derde” generatie biobrandstoffen Omschrijving activiteit: Biomassa wordt als potentiële oplossing naar voor geschoven in het klimaatdebat. BBL is kritisch voor de inzet van deze vorm van hernieuwbare energie. De inzet van biomassa voor transport en energieopwekking komt meer en meer in opspraak, aangezien de teelt van biobrandstoffen vaak nefaste gevolgen heeft voor mens en milieu. Bovendien blijkt dat verscheidene biobrandstoffen geen effectieve CO2 reducties leveren, indien rekening gehouden wordt met alle (indirecte) effecten van de teelt. Bond Beter Leefmilieu werkte samen met andere milieu- en Noord-zuid NGO’s aan een standpunt over de inzet van biobrandstoffen. Dit standpunt vertrekt vanuit de stelling dat biomassa een schaars en zeer waardevol materiaal is dat moet worden ingezet in volwaardige en de meest efficiënte toepassingen. In eerste instantie moet het recht op gezond en voldoende voedsel voor iedere wereldburger gevrijwaard blijven. Daarnaast kan biomassa ingezet worden als grondstof voor (biogebaseerde economie) materiaaltoepassingen (zie stukje bij materialenbeheer). In derde instantie kan biomassa ook voor energetische doeleinden gebruikt worden. Als biomassa wordt ingezet voor energetische doeleinden, moet bovendien bekeken worden in welke sectoren die het meest efficiënt kan worden ingezet. Rechtstreeks gebruik van biomassa voor een lokale, energie-efficiënte, gedecentraliseerde productie van warmte of de gecombineerde productie van warmte en elektriciteit in centrales of de productie van methaangas levert de beste prestaties en geniet daarom de voorkeur voor de inzet van biomassa voor energie (zie beleidsproject SCARABEE). De commercieel nog niet beschikbare tweede generatie biobrandstoffen zou-
74
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 den eventueel een alternatief voor de toekomst bieden, maar ook hier moet gewaakt worden over de impact op mens en milieu. We willen aandacht houden voor concurrentie op vlak van landgebruik en voor de dreiging van een verhoogde toepassing van ggo’s, met een ernstig risico voor biodiversiteit. De volgende jaren zullen belangrijk zijn om het debat over bio-energie te verbreden, en alle effecten van deze vorm van energie-inzet in rekening te brengen. Dit zal gebeuren door o.a het opbouwen van een netwerk en kennis rond de verschillende opties met de verschillende actoren. BBL zetelt in het energieplatform waar het overleg pleegt over de duurzaamheidcriteria voor vaste biomassa. De Minaraad heeft een advies voorgelegd op eigen initiatief waarin de BBL een voortrekkersrol innam bij de werkzaamheden van de werkgroep. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck, Mathias Bienstman, Jeroen Gillabel Type activiteit: netwerkvorming, standpuntbepaling, beleidsvoorbereiding, beleidsopvolging, beleidscampagne (SCARABEE). Type financiering: reguliere middelen. Partners: diverse Europese milieuorganisaties, lidverenigingen, ontwikkelingsorganisaties,… Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: doorlopend
3.4.4.7 Scarabee: lokaal sluiten van biomassastromen in Vlaamse bio-energiedorpen of -regio’s. Operationele ambitie: Onderzoeken van de mogelijkheid tot lokaal sluiten van biomassastromen in Vlaanderen door het oprichten van bio-energiedorpen of -regio’s. Omschrijving activiteit: In het licht van de klimaatverandering en de toenemende schaarste aan fossiele brandstoffen, is de interesse voor en vraag naar biomassa als hernieuwbare energiebron de laatste jaren enorm gestegen. Bij de ontwikkeling van concrete bio-energieprojecten zoals biogasproductie uit vergisting, wordt echter niet steeds ten volle rekening gehouden met de duurzaamheid van de gebruikte biomassabronnen, met de interferentie met andere nuttige toepassingen van biomassa voor voedsel, materialen of het in stand houden van de biodiversiteit, of met de belangen en bezorgdheden van de mensen die geconfronteerd worden met de installatie. In 2012 werd de MIP2-haalbaarheidsstudie “Maatschappelijke en ecologische haalbaarheid van bio-energieregio’s in Vlaanderen” afgerond, die een antwoord zocht voor deze problematiek. Als output van het project werden een uitgebreid rapport opgeleverd, en een praktische gids voor lokale besturen of verenigingen. Deze gids kan gebruikt worden om nieuwe of bestaande projectplannen voor vergisting te evalueren op vlak van ecologische en maatschappelijke haalbaarheid. Meer info is te vinden op www.bondbeterleefmilieu.be/bioenergieregio Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: beleidsproject Type financiering: projectsubsidies MIP (Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform) Partners: Biogas-E, Bionerga, Ecopower, Limburg.net, Vestal Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2011-2012
3.4.4.8 Mijngaswinning in Limburg (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: geen onduurzame winning van niet conventionele energie, maar volop inzetten op hernieuwbare energie
75
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Operationele ambitie: volwaardig milieueffectenrapport vooraleer gestart kan worden met proefboringen Omschrijving activiteit: Net zoals in vele andere Europese lidstaten worden ook in Vlaanderen plannen gemakt voor de winning van mijngas en/of schaliegas, in de provincie Limburg. Bedoeling is om grondwater uit oude steenkoollagen te pompen, om zo het vrijkomende methaangas op te vangen. Hiervoor werd de vennootschap Limburg Gas NV opgericht, een samenwerking tussen de Limburgse Reconversiemaatschappij en het Australische Dart Energy. Zij willen een proefproject uitvoeren en als dat positief is, verdergaan met de winning van gas. Limburg Gas wilde in het najaar van 2012 een aanvraag indienen voor proefboringen. Hiervoor is eerst een opsporingsvergunning nodig, samen met een milieuvergunning. Zowel voor de proefboringen als voor de eigenlijke winning moet een milieuvergunning klasse 1 worden aangevraagd. Omdat er veel onduidelijkheden zijn over de techniek en over de gevolgen voor het leefmilieu (grondwater, grondverschuivingen, lekken van gas naar de omgeving, effecten op natuur,…) lobbyde BBL er in 2012 in eerste instantie voor dat pas een opsporingsvergunning wordt afgeleverd, nadat eerst een volwaardig milieueffectrapport wordt opgemaakt. De wetgeving voorziet immers de mogelijkheid dat geen MER moet worden opgemaakt bij de proefboringen. Het gevaar is dat dan via een ‘voldongen feiten’ strategie zal worden verder gewerkt. Verder vroeg BBL in 2012 dat terdege wordt onderzocht wat het effect is van mijngaswinning op het uitbouwen van hernieuwbare energie. De uitbouw hiervan wordt immers gehypothekeerd door de winning van niet conventionele energie. Nog in 2012 werd regelmatig overleg gepleegd met Greenpeace, Friends of the Earth en de Limburgse Milieukoepel om een gezamenlijk standpunt ter zake uit te werken. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsbeïnvloeding, publieksactie Type financiering: eigen middelen. Partners: Greenpeace, Friends of the Earth, Limburgse Milieukoepel Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: nieuw
3.4.4.9 Pleiten voor een ambitieus Europees energiebesparingsbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: een ambitieus Europees energiebesparingsbeleid met een bindende absolute energiebesparingsdoelstelling Operationele ambitie: Europa voert een bindende absolute energiebesparingsdoelstelling en een ambitieuze nieuwe energie-efficiëntie richtlijn in Omschrijving activiteit: Energiebesparing blijft het zwakke broertje in het Europese energie- en klimaatbeleid, terwijl dit net de sleutel tot succes is in de strijd tegen de klimaatverandering. We pleiten voor een ambitieus Belgisch standpunt in de Europese onderhandelingen en voeren samen met de Europese koepel EEB en milieuorganisaties in andere Europese lidstaten, de druk op voor een ambitieuzer Europees energiebesparingsbeleid. Met deze doelstelling in het achterhoofd neemt BBL deel aan verschillende debatten en conferenties. In een studiedag van CEDEC (European Federation of Local Energy Companies) werd een langetermijnvisie besproken omtrent thema’s zoals energieefficiëntie, Energy Roadmap 2050 en de nood aan een hervorming en uitbouw van het elektriciteitsnetwerk. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: netwerkvorming, beleidsopvolging, beleidsvoorbereiding, advisering Type financiering: eigen middelen
76
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Partners: lidverenigingen, middenveldorganisaties. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012-2013.
3.4.4.10 Inzetten op een ambitieus Belgische en Vlaams energiebesparingsbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: bijdragen aan het heroriënteren van de Belgische en Vlaamse productie- en consumptie naar energiezuinigheid Operationele ambitie: Omschrijving activiteit: de opmaak van het nieuwe energie-efficiëntie beleid werd jammer genoeg niet aangegrepen om een grondige evaluatie en discussie over het toekomstige REG-beleid met inbegrip van de inbedding ervan in relevante andere beleidsdomeinen zoals wonen, armoede, economie, ruimtelijke ordening en onderwijs te voeren. BBL is vragende partij om een grondige evaluatie te maken van het huidige energiebesparingsbeleid en om in dit debat betrokken te worden. Een doorgedreven energiebesparing in de gebouwensector is hierbij een sleutel tot succes. BBL heeft actief gewerkt rond het formuleren van energiebesparingsmaatregelen en zal naast advies over maatregelen om het bestaande en nieuwe gebouwenbestand energiezuiniger te maken, zich ook richten op de mogelijke energiebesparingsmaatregelen in andere sectoren zoals industrie en transport. De BBL stond mee aan de basis van een reeks studies en rapporten die aangeven dat Belgie een groot energiebesparingspotentieel heeft. In opdracht van BBL in samenwerking met WWF, IEW en Greenpeace werd een studie uitgevoerd door 3E. De studie onderzoekt de besparingcapaciteit van elektriciteit in België tijdens de piekuren door het doorvoeren van drie energiebesparingsmaatregelen. Ze steunt ook de studie voor een low carbon roadmap voor België (hoe bereiken we 80 tot 95% CO2 reductie in België tegen 2050 door maatregelen in gebouwen, transport, landbouw, industrie en energie). Daarnaast blijft de BBL hameren op besparingsmogelijkheden door overleg met de CREG, de klankbordgroep Argus en FOD leefmilieu. Door het schrijven van “babbels”, persberichten en open brieven blijft het de maatregelen aanhalen als een valabele tak binnen duurzaam energiebeleid. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: netwerkvorming, beleidsvoorbereiding en opvolging, advisering, studiewerk Type financiering: eigen middelen Partners: lidverenigingen, middenveldorganisaties. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend.
3.4.4.11 Omslag naar een energiezuinigere industrie (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: omslag naar een energiezuinigere industrie in het licht van de transitie naar een koolstofarme samenleving Operationele ambitie: een volwaardig (pakket aan) beleidsinstrument(en) voor een energiezuinigere industrie als opvolger voor de aflopende benchmark- en auditconvenant Omschrijving activiteit: in 2013 is het auditconvenant afgelopen. Deze beleidsovereenkomsten, die onze industrie op een energiezuiniger pad moesten zetten, kenden maar een matig succes en leken niet veel meer dan een schaamlapje om aan de industrie een aantal voordelen toe te kennen (gratis emissierechten, vrijstelling van een aantal taksen,…).. Niet alleen de resultaten, maar ook de werking van het convenant zijn zeer in-
77
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 transparant. BBL pleit voor een degelijke evaluatie van de convenanten en zal aandringen op concrete beleidsinstrumenten als opvolger voor de convenanten die onze industrie echt op weg zetten in de transitie naar een koolstofarme samenleving tegen 2050 De BBL zetelde in rondetafelconferenties zoals ‘energiebesparing in de industrie’ in het kader van de klimaatconferentie. Deze rondetafelconferenties getuigen helaas van bijzonder weinig dynamiek, en resulteren in zeer weinig concrete maatregels of aanpakken. Ook participeerde de BBL in de werkgroep over energiebesparing in de industrie in de Minaraad en de SERV ter ontwikkeling van advies op eigen initiatief naar aanleiding van het energiebesparingsconvenant. De uitkomst is een kritisch advies en BBL heeft via parlementariërs getracht om hier een hoorzitting rond te organiseren. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: netwerkvorming, beleidsvoorbereiding en opvolging, advisering Type financiering: eigen middelen Partners: lidverenigingen, vakbonden (?) Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: 2012-2013
3.4.4.12 De krachten bundelen tegen energiearmoede Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de strijd aangaan tegen energiearmoede en zo een winwin realiseren op sociaal en ecologisch vlak Operationele ambitie: een geïntegreerde aanpak van de woonkwaliteit en energieprestatie van woningen, met een bijzondere aandacht voor de sociaal zwakkeren (en de huurmarkt in het bijzonder) Omschrijving activiteit: Bond Beter Leefmilieu werkte samen met Samenlevingsopbouw en het Vlaams Overleg Bewonersbelangen aan een visietekst voor een energiezuinig woningenbestand. Hiermee wil de milieubeweging de krachten bundelen met woonen armoedeorganisaties om zowel vanuit sociaal als ecologisch perspectief te pleiten voor een doorgedreven renovatie van het Vlaamse woningenbestand. Met de visietekst als leidraad heeft de BBL samen met voornoemde organisaties via verschillende overlegplatformen en bilaterale contacten gepleit voor een e-novatie van het huidige woningenbestand. Aangezien deze legislatuur zowel de beleidsvelden wonen als energie onder de bevoegdheid van één minister vallen, heeft de BBL gepleit voor een geïntegreerde aanpak. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: netwerkvorming, beleidsopvolging, beleidsvoorbereiding, advisering Type financiering: eigen middelen. Partners: lidverenigingen, middenveldorganisaties. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012-2013
3.4.4.13 Strategische advisering van de netbeheerder Infrax Strategische doelstelling: Met dit samenwerkingsverband willen distributienetbeheerder Infrax en BBL hun schouders zetten onder gezamenlijke energiebesparingprojecten. We grijpen deze samenwerking ook aan om te ijveren voor ambitieuzere openbare dienstverplichtingen, wat een belangrijk instrument is in het energiebesparingsbeleid van Vlaanderen. Operationele ambitie: gezamenlijke uitvoering van projecten en campagnes, gericht op effectieve energiebesparing, netwerking en lokaal klimaatbeleid, gezamenlijke standpuntbepaling.
78
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Omschrijving activiteit: In 2012 hebben BBL en Infrax zich gefocust op lokaal klimaatbeleid met de Covenant of Mayors als kapstok (zie verder). BBL bleef haar begeleidingswerk in Limburg verder zetten door klimaatplannen te maken voor Limburgse gemeenten. Verantwoordelijke intern: Mike Desmet Type activiteit: project Type financiering: driejarige overeenkomst met Infrax Partners: provincie Limburg, steden en gemeenten Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd. Timing: September 2011 – september 2014
3.4.4.14 Ecobouwers: onafhankelijke informatie over duurzaam bouwen door milieubewuste bouwheren Strategische doelstelling of overkoepelend doel: het energieverbruik in van gebouwen drastisch verminderen en de markt voor energiezuinig bouwen aanzwengelen. Operationele ambitie: vraag naar energiezuinige gebouwen vanuit de bouwers en verbouwers stimuleren. Het initiatief ‘Ecobouwers Opendeur’ lokt jaarlijks meer openstellers en meer bezoekers. Het forum op Ecobouwers.be blijft de Vlaamse referentie voor het uitwisselen van gebruikerservaringen rond duurzaam bouwen. Omschrijving activiteit: Ecobouwers brengt toekomstige (ver)bouwers in contact met ervaren (ver)bouwers van energiezuinige en duurzame woningen. Je komt uit eerste hand te weten hoe het bouwproces verloopt en wat de belangrijkste aandachtspunten zijn bij het bouwen van een energievriendelijk gebouw. Geen loze verkoopspraatjes, maar echte verhalen van bouwheren die gekozen hebben een voor een comfortabele en zuinige woning. Ecobouwers is een kapstokcampagne. BBL zet de inhoudelijke krijtlijnen uit, organiseert en communiceert. Openstellers en partners leveren de inhoud. De website www.ecobouwers.be is het belangrijkste en permanente communicatie-instrument. Op twee momenten organiseren we een opendeur. In november een grote publiekscampagne voor particuliere bouwers. In 2012 kende de opendeurcampagne een sterke groei: 3500 bezoekers (+25%) en 156 opengestelde woningen. 93,7% van de bezoekers vond de campagne geslaagd tot zeer geslaagd. We kregen een grote mediabelangstelling: VRT Journaal, VTM Het Nieuws, Radio 1, Radio 2, Q-music en Joe-fm, Het Nieuwsblad. In 2012 startte ook NZB2021 Doors Open Days waarmee BBL Ecobouwers Opendeur exporteert naar 9 andere EU landen en voor het eerst optreedt als coördinator van een IEE project. We willen aantonen dat bijna-energieneutraal bouwen een haalbare kaart is: voorlopers tonen ons nu al hoe het moet. Verantwoordelijke intern: Benjamin Clarysse Type activiteit: doelgroepgerichte publiekscampagne Type financiering: contractuele overeenkomsten met derden, sponsoring, Intelligent Energy Europe Partners: PHP, VIBE, Steunpunten Duurzaam Bouwen, ABLLO, De Boot, Zonnewindt, Casa Calida, beter bouwen & verbouwen en Immoweb, Hout&Groen Wonen, Bouwunie, sponsors Doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: november 2012
3.4.4.15. Ecobouwers Basis stimuleert de drie essentiële ingrepen om energie te sparen
79
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het energieverbruik in bestaande particuliere woningen in Vlaanderen terugdringen. In het bestaande woningenpark is er nog een enorm besparingspotentieel als je weet dat in Vlaanderen 1 op 3 woningen geen dakisolatie heeft, 1 op 4 nog (deels) enkel glas en in 800.000 woningen nog een oude stookketel staat. Operationele ambitie: Via face to face contacten met huiseigenaars uit de buurt die al energiebesparende investeringen (dakisolatie, superisolerend glas en hoogrendementsketel) gedaan hebben mensen overtuigen en motiveren om zelf ook deze ingrepen uit te voeren. Omschrijving activiteit: In de eerste helft van 2012 werden 60 Ecobouwers Basisenergiemeesters opgeleid. Zij kregen van BBL en Dialoog een opleiding over de campagne en over de 3 energiebesparende ingrepen: dakisolatie, superisolerend glas en condensatieketels. Zij maakten de campagne lokaal mee bekend en openstellers konden hen ook aanspreken bij vragen of problemen. Tijdens de Ecobouwers Basis opendeurweekends in oktober stelden in totaal 100 woningen tijdens een 270-tal momenten hun woning open. Uiteindelijk vonden slechts een 400-tal geïnteresseerden hun weg naar één of meer opengestelde woningen. Om openstellers te werven en om de opendeurdagen bekend te maken werden tal van communicatiemiddelen ingezet: artikels in tijdschriften (gemeentelijke infobladen, verenigingen, bouwsector, …), folder openstellers (40.000 ex.), banner, website, standaardmail openstellers en opendeurdagen, folder opendeurdagen (127.500 ex.), affiche (3100 ex.), radiospot, persberichten. Verantwoordelijke intern: Johan Niemegeers Type activiteit: doelgroepgerichte publiekscampagne Type financiering: gesubsidieerd door het Vlaamse Energieagentschap Partners: Dialoog, Steunpunten duurzaam bouwen, Komosie (energiesnoeiers), Bouwunie, Vlaamse Confederatie Bouw, Haacht, Belfius Timing: 1 februari 2011 – 31 december 2013
3.4.4.16 Gemeenten maken werk van lokaal klimaatbeleid: BBL zet in op de Covenant of Mayors Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het lokaal beleidsniveau neemt een voortrekkersrol op op het gebied van klimaatbeleid. Operationele ambitie: BBL wil dat alle Vlaamse gemeenten een lokaal klimaatbeleid opzetten. BBL zal alle gemeenten stimuleren om hun ambitie uit te spreken: meer dan 20% CO2-reductie tegen 2020 en klimaatneutraliteit tegen 2050. Omschrijving activiteit: BBL werkte voort aan het IEE-project Come2CoM in Limburg, waarbij eind 2011 alle 44 Limburgse gemeenten de Covenant of Mayors hadden ondertekend. BBL maakte op basis van een gedetailleerde scenario-analyse van VITO een model van actieplan voor de gemeenten. Alle Limburgse gemeenten konden dit plan gebruiken als basis voor hun strategic energy action plan dat ze een jaar na ondertekening moeten indien bij Covenant of Mayors Office. In dat model plan focuste BBL op verregaande renovatie van woningen, uitbreiden en optimaliseren van fietsinfrastructuur, het verdichten van kernen en opzetten van participatieve projecten. Daarnaast werkte BBL ook een aanbod voor provincies uit om samen te werken aan lokaal klimaatbeleid. In dat aanbod wil BBL samen met provinciale voorlopers enkele prioritaire maatregelen en projecten bedenken die het verschil kunnen maken. Deze prioritaire maatregelen worden dan in een modelplan gegoten en verspreid naar gemeentebesturen. Eind 2012 had nog geen enkele provincie ingetekend op het BBL aanbod. Verantwoordelijke intern: Mike Desmet
80
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Type activiteit: project. Type financiering: Infrax en IEE. Partners: gemeenten en provincies, netbeheerders, Europees projectconsortium Doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012 – 2013
3.4.4.17 Energiejacht: gegarandeerde energiebesparing Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Meetbare energiebesparing realiseren bij huishoudens door gedragsverandering (via het invoeren van meterstanden) in samenwerking met netbeheerders en lokale overheden (provincies en gemeenten). Dit kadert binnen de doelstelling om tegen 2050 95% minder CO2 uitstoot te behalen. Operationele ambitie: Energiejacht wil individuele deelnemers en groepen bewoners uitnodigen om in te gaan op de uitdaging van het gemeentebestuur, OCMW of sociale huisvesting om zoveel mogelijk energie te besparen door hun meterstanden op te volgen en eenvoudige tips toe te passen die het verbruik doen dalen zonder grote investeringen en zonder comfortverlies. Omschrijving activiteit: Energiejacht bestaat uit drie luiken: een webtool, een groepscampagne en een opleidingsmodule. BBL heeft een unieke en gebruiksvriendelijke webtool ontwikkeld waar deelnemers hun meterstanden voor elektriciteit, gas en water kunnen invoeren. Ze krijgen een persoonlijke online analyse van hun energieverbruik ten opzichte van een zelf gekozen referentieperiode. Op de site is zichtbaar hoeveel ton CO2 op dat moment door alle geregistreerde verbruikers reeds is bespaard. Deze tool is permanent beschikbaar. Deelnemers zien ook meteen hoeveel hun inspanningen opleveren in euro. De websitetool is ook in 15 andere Europese landen in gebruik in het Energy Neighbourhoods 2 project. Groepscampagne: tijdens het stookseizoen (van 1 december tot 31 maart) loopt er een groepscampagne waarbij lokale groepen worden betrokken. Gemeenten of organisaties roepen hun inwoners of leden op om mee te doen en energie te besparen. Onze boodschap: “Doe mee en bespaar energie en geld”. De klemtoon van de campagne ligt op hoeveel % energie en hoeveel euro deelnemers gemiddeld besparen. Voor het eerst doen in de provincie West-Vlaanderen, onder impuls van de POM West-Vlaanderen, een aantal bedrijven mee aan de campagne. Naast de groepscampagne loopt er ook een campagne naar kansengroepen. De provincie Oost-Vlaanderen focust zelf uitsluitend op deze doelgroep. In samenwerking met Ecolife en ABLLO werd een folder en nieuwsbrief ontwikkeld die specifiek naar deze doelgroep is gericht. Opleidingsmodule: de deelnemers aan de groepscampagne kunnen rekenen op de ondersteuning door ervaren energiemeesters, die opgeleid zijn door Dialoog (voor de reguliere campagne) en Ecolife (voor de campagne naar kansengroepen). De energiemeesters fungeren als ambassadeurs en eerste aanspreekpunt voor de deelnemers. Bij de campagne 2011-2012 telden we meer dan 5.000 deelnemers die samen gemiddeld 10,44 % energie bespaarden. Verantwoordelijke intern: Marc Steens Type activiteit: publiekscampagne. Type financiering: lokale en provinciale overheden, intercommunales, OCMW’s en sociale huisvestingsmaatschappijen, sponsoring, Europese subsidie ingediend via ENH2. Partners: Dialoog, Ecolife, ABLLO, provincies Oost- en West-Vlaanderen en netbeheerders, gemeentes, POM West-Vlaanderen, 11.11.11, Gezinsbond, Komosie Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: gewijzigd Timing: 2012-2013
81
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.4.4.18 Energiekampioen: welke gemeente scoort best rond hernieuwbare energie? (nieuw) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: stimuleren lokaal energiebeleid, meer bepaald rond hernieuwbare energie Operationele ambitie: Het project Belgian Renewable Energy League’ (BREL) sluit aan bij het Europese project RES champions League, dat al in een zestal landen loopt. Het project wil een positieve competitie teweegbrengen tussen steden en gemeenten over de investeringen inzake hernieuwbare energie op hun grondgebied. Met dit project willen we een competitie opzetten in België, waarbij we verschillende deelcompetities definiëren (zon, wind, eventueel zelfs ook energiebesparing) voor verschillende regio’s en volgens de grootte van de gemeenten Omschrijving activiteit: BBL organiseerde samen met APERe een 5 maand durend kampioenschap waarbij de gemeente met het beste energiebeleid won. Deze campagne ging van start op 1 oktober 2011 met 56 deelnemende gemeenten, waaronder 26 Vlaamse. BBL verzamelde hiervoor de nodige informatie rond lokale energieproductie en ontwikkelde samen met APERe een campagnewebsite. De campagne eindigde in april 2012. Het slotevent vond plaats op 26 april 2012. 100 deelnemers waren aanwezig. Hasselt, Lommel en Sankth Vith waren de laureaten binnen hun categorie. Verantwoordelijke intern: Bernard Govaert Type activiteit: sensibilisatie, websitecampagne gericht naar lokale overheden en hun innwoners Type financiering: overeenkomst APERe, steun van drie gewesten Partners: APERe vzw Nieuw Timing: 1/4/2011 – 1/4/2012
3.4.4.19 Topten website toont de zuinigste toestellen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Energiebesparing. consumenten aanzetten tot aankopen van energiezuinige toestellen. Operationele ambitie: BBL wil deze tool sterker inzetten en integreren in zijn bestaande energiecampagnes. De topten website moet inhoudelijk groeien en nog meer bezoekers trekken. Omschrijving activiteit: Via de topten website www.topten.be kan men snel en gemakkelijk de meest energiezuinige producten en diensten vinden voor thuis en op kantoor. BBL houdt de website permanent up to date met recente en relevante informatie voor de consumenten. Hiervoor werd in 2012 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Ecoconso en Vito. Voor 8 productgroepen (huishoudtoestellen, wagens, verlichting, groene stroom, circulatiepompen, printers, pc-schermen en televisies) is de nodige relevante informatie aanwezig. De selectiecriteria zijn voor elke categorie scherp gesteld. Een ideale timing voor de updates per productcategorie is opgesteld in samenwerking met Vito en Ecoconso. BBL onderhoudt contacten met producenten. De website wordt breed bekend gemaakt, en alle persneerslag en communicatie wordt zesmaandelijk gerapporteerd.. BBL is eveneens aanwezig op de Europese projectmeetings. Verantwoordelijke intern: Bernard Govaert Type activiteit: website Type financiering: subsidies BIM en Europese IEE-subsidies via het project Topten-MAX Partners: Vito, Ecoconso, Timing: 1/1/2012 – 31/12/2014.
82
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.4.4.20 Energy neighbourhoods2 Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Energiebesparing bij huishoudens Operationele ambitie: Organisatie van een Europese versie van de Energiejacht. In 16 Europese landen kunnen de inwoners zich registreren op de website en groepen vormen om samen zoveel mogelijk CO2 te besparen. De klemtoon van de campagne ligt op de hoeveelheid bespaarde CO2. De groepen gaan een gezamenlijke uitdaging aan om zoveel mogelijk ton CO2 te besparen op 4 maanden tijd. Omschrijving activiteit: Energy Neighbourhoods is Energiejacht op Europees niveau. Het is de voortzetting van Energy Neighbourhoods I. BBL is work package leader voor de ontwikkeling van de website en de rekenmodule. BBL heeft een unieke en gebruiksvriendelijke webtool ontwikkeld waar deelnemers hun meterstanden voor elektriciteit, gas en water kunnen invoeren. Ze krijgen een persoonlijke online analyse van hun energieverbruik ten opzichte van een zelf gekozen referentieperiode. Op de site is zichtbaar hoeveel ton CO2 op dat moment door alle geregistreerde verbruikers al is bespaard. Deze tool is permanent beschikbaar, ook buiten de campagneperiode. Momenteel zijn meer dan 5000 gezinnen geregistreerd. BBL verzorgt de Europese rapportage en terugkoppeling naar de partners. Verantwoordelijke intern: Bernard Govaert Type activiteit: doelgroepencampagne Type financiering: IEE, cofinanciering met Vlaamse Energiejacht Partners: Beratungs- und Service-Gesellschaft Umwelt (D) is coördinator; BBL en 14 andere organisaties zijn partner. De Europese commissie Timing: 26 april 2011 - einde oktober 2013
3.4.5 Hinder Hinder vormt een belangrijk maatschappelijk probleem. Dit blijkt onder meer uit de jaarverslagen van de Vlaamse ombudsman en uit het Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen. Geluidshinder komt daarbij op de eerste plaats - zo wordt één Vlaming op drie gehinderd door overmatig verkeerslawaai, gevolgd door geurhinder, stof- en rookhinder en lichthinder. Uit de - vaak schrijnende - verhalen die hierover bij BBL binnenkomen, komt de onmacht en de onwil van de diverse betrokken overheden om hinder in te perken duidelijk naar voor. Deze impasse is volgens BBL te wijten aan verschillende factoren, zoals: - Een gebrekkige motivatie: overheden beschouwen hinder te gemakkelijk als een onbelangrijk probleem in de sfeer van overgevoelige, onverdraagzame mensen en burenruzies. De politieke verantwoordelijken aarzelen om electorale redenen om in te grijpen. - Een gebrekkige of versnipperde wetgeving: de bestaande reglementering rond hinder is zeer versnipperd, onvolledig en moeilijk te hanteren. Bovendien is niet altijd duidelijk welke instantie wanneer verplicht is om bij inbreuken, oplossingsgerichte maatregelen op te leggen. - Een gebrek aan deskundigheid: bevoegde ambtenaren beschikken vaak niet over de nodige apparatuur en dito knowhow om betrouwbare metingen uit te voeren van hinder. De Vlaamse Milieu-inspectie is nu al onderbemand en kan niet bijkomend ingeschakeld worden voor kleinschalige hinderproblemen. In combinatie met een gebrek-
83
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 kige normering is het dus moeilijk om exact te laten vaststellen of de grens van het aanvaardbare overschreden is. - Een gebrekkige opvolging: als al een PV wordt opgemaakt, wordt dat maar al te vaak geseponeerd door het parket. Een eventuele boete betekent bovendien niet dat de veroorzaker voor de toekomst verplichtingen worden opgelegd die de hinder tegengaan. Voor Bond Beter Leefmilieu is het dan ook duidelijk dat er een grote maatschappelijke behoefte bestaat aan een duidelijk wettelijk kader en een actief beleid om hinderproblemen effectief en efficiënt op te lossen.
3.4.5.1 Werken op de doorwerking van de Europese richtlijn geluid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: beperken geluidshinder in Vlaanderen. Operationele ambitie: opmaak van ambitieuze geluidsactieplannen. Omschrijving activiteit: : De Europese richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai bepaalt dat geluidskaarten moeten opgemaakt worden voor belangrijke wegeninfrastructuur, grote luchthavens, grote agglomeraties,… Op basis van deze geluidskaarten moeten vervolgens actieplannen uitgewerkt worden om waar nodig omgevingslawaai te voorkomen en te beperken en om het aantal mensen dat ernstige geluidshinder ondervindt terug te dringen. De geluidskaarten werden medio 2009 goedgekeurd. Vervolgens werden eind 2010 voorlopige actieplannen goedgekeurd. Op basis van verder studiewerk moeten deze actieplannen aangescherpt worden. Hoewel dit bijkomend studiewerk reeds in 2010 werd afgerond, werden door de regering nog steeds geen aangescherpte actieplannen voorgesteld. BBL drong hier meermaals op aan, maar kan enkel betreuren dat er in 2012 niet meer ambitieuze maatregelen werden doorgevoerd om geluidshinder terug te dringen en het aantal ernstig gehinderden te beperken. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens. Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: aangesloten verenigingen. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011
3.4.5.2 Nacht van de Duisternis: gemeenten sensibiliseren m.b.t. duurzame, energiezuinige en milieuvriendelijke verlichting Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Gemeenten en het grote publiek sensibiliseren over lichthinder en duurzame, milieuvriendelijke verlichting. Operationele ambitie: Vlaamse gemeenten aansporen om gedurende één avond de verlichting te doven. Lokale verenigingen aansporen om een activiteit te organiseren waarbij de deelnemers de gezelligheid van de donkere nacht ervaren. Het overleg omtrent openbare verlichting tussen lokale besturen en hun netbeheerders aanwakkeren. Omschrijving activiteit: Gemeenten wordt gevraagd om de verlichting gedurende één avond te doven. Dit is een gelegenheid om met het grote publiek te communiceren over het gebruik van verlichting en de nadelen van slechte verlichting. Het doel is ook de nacht te herontdekken via nachtelijke activiteiten, al dan niet samen met een lokale natuur- of sterrenkundevereniging. BBL blijft een minimumondersteuning voorzien voor
84
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 gemeenten en verenigingen, met onder andere een geüpdate website met basisinfo over lichthinder en een inschrijfmodule, het maken van afspraken met netbeheerders en het voeren van algemene communicatie over de Nacht via de BBL kanalen. De nacht van de duisternis ging dit jaar door op 20 oktober. De opkomst was dit jaar iets lager wegens wolken en regen, Maar de meeste activiteiten waren toch geslaagd. Verantwoordelijke intern: Bernard Govaert, Nicolas De Baere Type activiteit: bewegingsevenement Type financiering: geen Partners: Vereniging voor Sterrenkunde, Preventie Lichthinder vzw, JNM, Natuurpunt educatie, IEW Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: Doorgerold. Timing: 20 oktober 2012
85
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
3.4.6 Water 3.4.6.1 Beleid integraal waterbeheer: kwalitatieve en tijdige implementatie kaderrichtlijn water in Vlaanderen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: een tijdige en kwalitatieve implementatie van de kaderrichtlijn water in Vlaanderen. Operationele ambitie: De bekken -en deelbekkenplannen zijn in volle uitvoering. Ook de uitvoering van de stroomgebiedsbeheersplannen moet zijn opgestart. Omschrijving activiteit: Vlaanderen werd in 2012 opnieuw met de neus op de feiten gedrukt: als het heviger regent dan normaal, kan de riolering op verschillende plaatsen al dat regenwater niet verwerken, komen straten blank te staan en lopen kelders onder water. Eén van de oorzaken van die jaarlijks terugkerende wateroverlast is dat er nog te veel regenwater via parkings, opritten, daken, terrassen,… rechtstreeks in de riolering terechtkomt, die dat niet kan slikken en overloopt. De uitvoering van de bekken- en deelbekkenplannen heeft ernstige vertraging opgelopen. Het blijft belangrijk om de ambitie van het Pact 2020 hierin waar te maken. Op gewestelijk niveau tracht BBL – in nauw overleg met Natuurpunt - de verdere implementatie van het decreet IWB realiseren en mee sturen, onder andere via regulier beleidswerk en de MINA raad. Zo werd in 2012 een gezamenlijk advies uitgebracht door Minaraad, SERV en SALV over de aanpassing van het decreet integraal waterbeheer. Deze aanpassing bevat diverse wijzigingen die in het verleden door de raden werden gevraagd. Het decreet gaat in op de vereenvoudiging van de planning, overlegstructuren en procedures van het integraal waterbeleid. Dit moet gepaard gaan met de versterking van de coördinerende kracht van het bekkenbeleid, een aanpak van de verkokering en een versterking van de kennis en bestuurskracht inzake waterbeleid van de lokale besturen. De Raden vragen aanvullend een instrument om het waterbergend vermogen in overstromingsgevoelige gebieden te waarborgen, zoals een erfdienstbaarheid met een vergoedingsplicht. Verantwoordelijke intern: Karlien Vandecasteele en Erik Grietens Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne; beleidsadvisering. Type financiering: Subsidies houdende erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen. Partners: Natuurpunt, EEB. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold
3.4.6.2 Afvalwaterbehandeling: volledige zuivering Vlaams huishoudelijk afvalwater Strategische doelstelling of overkoepelend doel: het herstel van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater via de volledige en efficiënte zuivering van het (huishoudelijk) afvalwater. Operationele ambitie: de aansluitingsgraad in de achterblijvende gemeenten een forse impuls geven; de overheid initiatieven doen ontwikkelen rond scheiding van afval- en hemelwater; verder werken aan een betere planning, een grotere transparantie en responsabilisering en een adequate financiering. Omschrijving activiteit: Het Vlaamse afvalwater wordt nog te weinig via riolering naar de zuivering gevoerd; er is een te grote vermenging van afvalwater en hemelwater, waardoor de investeringen in waterzuivering niet renderen. De slechte kwaliteit van ons oppervlaktewater stabiliseert, maar verbetert niet meer structureel. We willen het pro-
86
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 bleem van de afvalwaterzuivering onder de aandacht houden, en onder andere de link leggen naar kosten die op dit gebied worden veroorzaakt door de slechte ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Volgens cijfers van VMM, voorgesteld op een studiedag van VLARIO (het overlegplatform van de sector van de riolerings- en afvalwaterzuivering), hebben de gemeenten tot 2027 liefst 9,9 miljard euro nodig voor uitbreiding en onderhoud van het rioleringsnetwerk. Een deel daarvan zal voortvloeien uit de subsidies van de Vlaamse overheid en de saneringsbijdrage die iedere burger betaalt bovenop zijn drinkwaterfactuur. Dan nog rest er een tekort van 4,4 miljard euro. BBL lobbyde in 2012 daarom voor een bijkomende bron van inkomsten via een ‘hemelwaterheffing’. Zo’n heffing houdt in dat wie regenwater rechtstreeks in het openbare rioleringsnet loost - via parkings, opritten, daken, terrassen- hiervoor moet betalen. De heffing kan worden voorkomen als je regenwater opvangt in een regenwaterput en hergebruikt (bijvoorbeeld voor het doorspoelen van de toiletten) of je kunt water laten insijpelen (infiltreren) in de tuin. Door regenwater te hergebruiken of te laten infiltreren moet het niet worden afgevoerd. Dit belast het rioleringsnet minder en verkleint het risico op wateroverlast. Bovendien gaat de maatregel ook verdroging tegen omdat infiltratie de dalende grondwaterniveaus aanvult. Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen maakte VLARIO een memorandum op met suggesties naar de gemeentebesturen voor een duurzaam afvalwaterbeleid. Het aanleggen, onderhouden van riolen en het voeren van een hemelwaterbeleid moet hoog op de gemeentelijke agenda staan. Gemeenten kunnen bij gebrek aan Vlaams initiatief ook zelf zo een heffing invoeren. BBL nam dit op in haar memorandum voor de gemeenteraadsverkiezingen. Verantwoordelijke intern: Karlien Vandecasteele Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne, beleidsbeïnvloeding. Type financiering: subsidies houdende erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen. Partners: Aangesloten verenigingen, VVSG, VMM, AMINAL afd. water, VLARIO… Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold
3.4.6.3. Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium: waken over de tijdige en kwalitatieve uitvoering van natuur- en veiligheidsprojecten Strategische doelstelling of overkoepelend doel: uitvoering van lange termijnvisie Schelde- estuarium. Operationele ambitie: volledige en kwalitatieve uitvoering van de OS 2010, inclusief het Meest Wenselijk Alternatief voor het SIGMA-plan. Omschrijving activiteit: De “Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium” (OS 2010) is goedgekeurd door de Vlaamse en de Nederlandse regering. In dit kader passen een verdere uitdieping van de Westerschelde, alsook natuurinrichtingsmaatregelen om het estuariene karakter van de Scheldevallei te herstellen – veelal gepaard gaande met veiligheidsprojecten en passend binnen het geactualiseerde SIGMA plan. In Vlaanderen zijn de eerste projecten uit de OS 2010 in uitvoering. Nauw overleg binnen de Estuarium Werkgroep blijft de basis van verdere acties in de grensoverschrijdende context. Voor de uitvoering van het SIGMA-plan in Vlaanderen zijn de terreinbeherende verenigingen de belangrijkste partners. BBL nam in 2012 systematisch deel aan de verschillende klankbordgroepen over de uitvoering van het Sigma-plan. Verantwoordelijke intern: Karlien Vandecasteele Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne; beleidsadvisering.
87
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Type financiering: subsidies houdende erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen. Partners: Natuurorganisaties verenigd door het Verdrag van Saeftinghe, daarbinnen specifiek de estuariumwerkgroep, Natuurpunt, vzw Durme. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold.
3.4.7. Milieu & Gezondheid Milieuverontreiniging en milieuhinder hebben een belangrijke impact op onze gezondheid. Ziektes verbonden aan sommige vormen van luchtverontreiniging behoren in industrielanden tot de top tien van doodsoorzaken. De maatschappelijke kost verbonden aan milieuverontreiniging is enorm hoog. Dat werd nog eens onder de aandacht gebracht door een studie van de Wereldgezondheidsorganisatie die voor Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk berekende dat luchtverontreiniging verantwoordelijk was voor 6% van de totale sterfte. De helft daarvan werd op conto van het wegvervoer geschreven, wat maakt dat er meer mensen sterven ten gevolge van luchtverontreiniging veroorzaakt door het verkeer, dan in verkeersongevallen. Voor de drie bestudeerde landen werd wegverkeer verantwoordelijk geacht voor jaarlijks 25.000 bijkomende gevallen van chronische bronchitis bij volwassenen, 290.000 episodes van bronchitis bij kinderen en 500 000 astma aanvallen. De gezondheidskosten die voor deze drie landen voortvloeiden uit de luchtverontreiniging werden geraamd op 1,7% van het BNP. Fijn stof en ozon op leefniveau (in aanwezigheid gevormd door inwerking van zonlicht op stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen) zijn belangrijke bronnen van allerlei aandoeningen aan de luchtwegen. Polluenten zoals stikstofoxiden, formaldehyde en isocyanaten werken rechtstreeks in op de luchtwegen of bevorderen de sensibilisatie of overgevoeligheid voor allergenen die onder meer kunnen leiden tot het ontstaan van astma. De aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen in het milieu zorgt er mee voor dat het cumulatief risico op kanker in Vlaanderen ontzettend hoog ligt. Tot deze kankerverwekkende stoffen behoren onder meer asbestvezels, sommige bestrijdingsmiddelen, en producten van onvolledige verbranding zoals polyaromatische koolwaterstoffen en dioxines (die nu wel minder worden uitgestoten maar nog lang in het milieu aanwezig zullen blijven). Hormoonverstorende stoffen – waaronder veel gechloreerde en gebromeerde organische verbindingen - ontregelen onze hormoonhuishouding, met negatieve effecten op onze vruchtbaarheid, afweersysteem en ontwikkeling… Verontrustend is dat de risico’s voor mens en milieu van de tienduizenden chemische stoffen die op onze markt aanwezig zijn, grotendeels onbekend zijn terwijl er maar meer stoffen bij komen. Heel veel van die stoffen zijn ook aanwezig in op het eerste zich onschuldig lijkende producten, zoals bv. televisies, tapijten, enz... In Vlaanderen met zijn grote bevolkingsdichtheid, groot ecologisch passief, intensieve landbouw, dicht wegennet en hoge concentratie aan energie-intensieve industrie, zullen de gezondheidseffecten veroorzaakt door milieuverontreiniging vermoedelijk nog veel aanzienlijker zijn dat in andere industrielanden. BBL vindt dat iedereen recht heeft op een schoon leefmilieu. Tegen 2030 willen wij dat zelfs de meest kwetsbare bevolkingsgroepen (ouderen, kinderen,…) geen gezondheidseffecten meer ondervinden door milieuvervuiling. Tegen 2010 wil BBL de “doelafstand” met 2/3 verkleind zien. Dat vereist onder meer een correcte omzetting en toepassing van Europese dochterrichtlijnen op de kaderrichtlijn luchtkwaliteit en van de richtlijn met nationale uitstootplafonds voor ozonvormende en verzurende stoffen. BBL zal erover waken
88
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 dat het nationaal emissie-reductieprogramma dat op basis van deze richtlijn moet worden opgemaakt voldoende oplevert. Verder zal BBL pleiten voor ambitieuze veel verdergaande emissiereducties in de periode na 2010. BBL vraagt ook samen met de Europese milieuorganisaties naar een degelijke nieuwe strategie voor de aanpak van chemische stoffen, met ondermeer aandacht voor de toepassing van het substitutiebeginsel en het uitfaseren van de meest schadelijke stoffen binnen één generatie .
3.4.7.1. Beleidsvoorstellen uitwerken voor een gedegen wettelijk kader tegen verzurende uitstoot, fijn stof en ozonpieken Strategische doelstelling of overkoepelend doel: luchtkwaliteit die voldoet aan de Europese minimumstandaarden het terugdringen van Operationele ambitie: beleidsmaatregelen die de uitstoot van ozonvormende emissies en fijn stof daadwerkelijk terugdringen. Omschrijving activiteit: In het kader van de Europese richtlijn rond luchtkwaliteit, moet de luchtkwaliteit in elke lidstaat voldoen aan Europese minimum standaarden. Als die normen niet worden gehaald, moet de lidstaat een luchtactieplan opmaken met bijkomende voorstellen om in de toekomst wel aan de minimum standaarden te voldoen. In Vlaanderen worden de normen voor fijn stof en voor stikstofoxiden (NOx, verzurende uitstoot) niet gehaald. Voor fijn stof werd reeds enkele jaren geleden een actieplan opgemaakt, dat onder meer voorziet in snelheidsverlagingen bij smogperiodes. Aangezien de Europese Commissie dit plan onvoldoende vond, werd Vlaanderen doorverwezen naar het Europees Hof. Ook voor NOx maakte Vlaanderen een dergelijk luchtkwaliteitsplan op. Dat plan kon BBL geenszins bekoren: het is een aaneenschakeling van vage intenties, proefprojecten en bijkomende studies. Zo bevat het plan een intentie om een kilometerheffing voor vrachtwagens in te voeren, een vage verwijzing naar lage emissie zones in steden, bijkomend onderzoek naar aparte vrachtroutenetwerken,… maar dat alles zonder harde garanties. Het plan werd door de Europese Commissie echter aanvaard als basis voor uitstel van de normen tot 2015. Dit echter op voorwaarde dat de aanvullende verkeersgerichte maatregelen “strikt en doeltreffend worden toegepast”. Met ander woorden: alle vage intenties uit het Vlaamse luchtkwaliteitsplan moeten van Europa nu ook zodanig hardgemaakt worden op het terrein dat ze tegen 1 januari 2015 effectief resulteren in conformiteit met de Europese NO2 normen. De maatregel met het grootste potentieel is de invoering van een slimme kilometerheffing. De drie gewestregering sloten begin 2011 een politiek akkoord over de invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens en een wegenvignet voor personenwagens. Oorspronkelijk was voorzien om dit in te voeren vanaf 2013, maar door allerhande vertragingen is de invoering uitgesteld tot 2016. Er werd wel een ‘voorlopige architectuur’ uitgewerkt voor de kilometerheffing en het vignet. Het tarief kan aangepast worden afhankelijk van plaats en tijd (duurder in congestiezones en tijdens de spitsuren, goedkoper in de daluren) en van de milieukenmerken van de vrachtwagen (op basis van de Euro-normen). Bedoeling is dat voor de kilometerheffing een systeem wordt gebruikt dat op termijn uitbreidbaar is naar het ganse wagenpark. In het kader van de bevraging over de voorstellen in de voorlopige architectuurnota werkte BL een eigen position paper uit. Belangrijk is dat nog tijdens deze legislatuur een ‘point of no return’ wordt bereikt, door de gunning van het contract voor een private partner – die instaat voor de levering van de on bord units, de installatie van een centrale server,… - in 2013 af te ronden. Verantwoordelijke intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsbeïnvloeding, publieksactie, juridische actie. Type financiering: eigen middelen.
89
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Partners: aangesloten verenigingen. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold.
4. Externe vertegenwoordiging van BBL 4.1 BBL als gesprekspartner in advies- en overlegorganen BBL is vertegenwoordigd in tal van adviesorganen: de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling, de raad van advies bij de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit- en Gasmarkt (CREG), het Belgisch Ecolabelcomité, de Commissie milieuetikettering en milieureclame, het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN), het Raadgevend Comité van het Federale Voedselagentschap, de Milieu- en Natuurraad Vlaanderen (Minaraad), de Technische Werkgroep Nutriënten, de Saro, De Vlacoro, de SALV, de MORA, de provinciale commissies voor advies inzake ruimtelijke ordening, en andere diverse klankbord- en opvolgingscommissies,… De laatste jaren werd BBL ook op federaal vlak in heel wat nieuwe advies- of overlegorganen vertegenwoordigd. Dit is een gevolg van enerzijds de meer structurele onderbouwing van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling, voedselveiligheid, energie en producten, en anderzijds van de verhoogde activiteit van BBL rond federale beleidsthema’s. Ook wordt BBL meer en meer betrokken in de aansturing of begeleiding van de opmaak van Strategische plannen voor gebiedsgericht beleid. Zo wordt BBL betrokken in de opmaak van Strategische plannen voor de ontwikkeling van zeehavengebieden en de ontwikkelingsschets rond het Schelde-estuarium en namen wij deel aan de klankbordgroep rond Seine Schelde West. BBL heeft alvast ambitie om te (blijven) participeren in de strategische adviesraden voor de beleidsdomeinen leefmilieu en energie (Minaraad), ruimtelijke ordening (SARO/Vlacoro), Landbouw (SALV) en mobiliteit (MORA).
VLAANDEREN 4.1.1 Minaraad – Strategische adviesraad Strategische doelstelling of overkoepelend doel: maatschappelijke rol en impact van de Minaraad versterken. Operationele ambitie: ‘nieuwe’ Minaraad operationaliseren en de samenwerking met SERV verbeteren Omschrijving activiteit: . Het Vlaams parlement keurde in 2004 het nieuwe decreet op de Minaraad goed. Hierdoor wordt de raad hervormd tot de strategische adviesraad voor het beleidsdomein leefmilieu op basis van de principes uit het kaderdecreet “strategische adviesraden”. In 2009 nam de SAR Minaraad de plaats in van de vroegere Milieu- en Na-
90
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 tuurraad. De samenstelling van de Raad is gewijzigd en biedt nieuwe kansen voor overleg tussen de natuur- en milieuverenigingen en andere maatschappelijke actoren. Dit overleg moet leiden tot adviezen, oriëntatienota’s of studies. Door een advies vast te stellen geeft de Minaraad onderbouwde aanbevelingen die gericht zijn aan de Vlaamse regering, aan individuele Vlaamse ministers of aan het Vlaams parlement. Deze adviezen kunnen over alles gaan wat (on)rechtstreeks betrekking heeft op het leefmilieu of op het natuurbehoud. De Vlaamse regering is verplicht het advies van de raad in te winnen over alle voorontwerpen van decreet, over het begrotingsbeleid en over de krachtlijnen van het te voeren milieubeleid. Tegen de achtergrond van de hernieuwende interesse voor groene economie is ook de goede samenwerking met de SERV van belang. In 2012 nam de milieubeweging het voorzitterschap van de Minaraad op zich. NP leverde de voorzitter? BBL nam het voorzitterschap van de WCSG op zich. Bijkomende informatie : www.minaraad.be. Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots – beleidscoördinator. Type activiteit: beleidsadvisering, overleg met andere maatschappelijke actoren. Type financiering: subsidies houdende de erkenning en subsidiëring van natuur- en milieuverenigingen. Partners: Natuurpunt Vlaanderen (plenair), diverse aangesloten verenigingen (werkgroepen). Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: doorlopend
4.1.2 Strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzaam ruimtelijk beleid Operationele ambitie: bijsturing ruimtelijke plannen en regelgeving op basis van de uitgebrachte adviezen Omschrijving activiteit: In 2007 werd de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed opgericht, afgekort "SARO". De milieuverenigingen vertegenwoordigd in de Minaraad hebben één effectief lid en één plaatsvervanger in deze nieuwe Raad. De SARO heeft onder meer als opdracht uit eigen beweging of op verzoek advies uitbrengen over de hoofdlijnen van het beleid inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed; bij te dragen tot het vormen van een beleidsvisie over de ruimtelijke ordening en de zorg voor het onroerend erfgoed; de maatschappelijke ontwikkelingen op het vlak van de ruimtelijke ordening en de zorg voor het onroerend erfgoed volgen en interpreteren; advies uit te brengen over voorontwerpen van decreet met betrekking tot ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed; uit eigen beweging of op verzoek advies uitbrengen over ontwerpen van besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed. Tevens geeft de SARO advies over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen. In 2012 werd onder meer advies uitgebracht over het Groenboek beleidsplan ruimte, over de typevoorschriften voor ruimtelijke uitvoeringsplannen en over het nieuw erfgoedinstrumentarium. Voor meer informatie zie http://www.sarovlaanderen.be/ Verantwoordelijke intern: Karlien Vandecasteele. Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt, ACW, VRP, … Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011 Timing: doorlopend.
91
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
4.1.3 Mobiliteitsraad Vlaanderen – strategische adviesraad Strategische doelstelling of overkoepelend doel: adviseren aan de Vlaamse overheid inzake mobiliteit. Operationele ambitie: vanuit de milieubeweging participeren aan deze nieuwe Vlaamse adviesraad. Omschrijving activiteit: In 2007 werd de strategische adviesraad ‘Mobiliteitsraad van Vlaanderen’ opgericht binnen de schoot van de SERV. De MORA kan op verzoek of uit eigen beweging advies uitbrengen over het Vlaamse mobiliteitsbeleid in al zijn aspecten. Daarnaast brengt de MORA vijfjaarlijks een mobiliteitsrapport uit met een analyse van de mobiliteitsproblematiek op middellange en lange termijn. De MORA wordt ook specifiek belast met de evaluatie van het decreet betreffende de mobiliteitsconvenants en zij formuleert de nodige aanbevelingen voor de integratie van het lokaal mobiliteitsbeleid in het Vlaamse mobiliteitsbeleid. De milieuverenigingen zetelend in de Minaraad hebben 2 effectieve leden en 2 plaatsvervangers in de MORA. In 2012 bracht de Mobiliteitsraad onder meer advies uit over de missie en visie voor het nieuwe Mobiliteitsplan Vlaanderen, over de insteek vanuit transport vor het klimaatbeleidsplan en over de architectuur voor een kilometerheffing voor vrachtverkeer. Bijkomende informatie : http://www.mobiliteitsraad.be/mora Verantwoordelijke intern: Erik Grietens en Mathias Bienstman Type activiteit: beleidsadvisering, overleg met andere maatschappelijke actoren. Type financiering: eigen middelen. Partners: diverse mobiliteitsverenigingen. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopende.
4.1.4 Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij – Strategische adviesraad Strategische doelstelling: adviseren aan de Vlaamse overheid inzake duurzame landbouw en visserij Operationele ambitie: vanuit de milieubeweging participeren aan deze nieuwe Vlaamse adviesraad Omschrijving activiteit: BBL nam deel aan de advieswerkzaamheden voor het advies over voedselverlies en –verspilling, als plaatsvervanger voor Natuurpunt aan het advies over het Landbouwdecreet, en aan het advies over het GLB. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: beleidsadvisering Type financiering: eigen middelen Partners: Natuurpunt, Vredeseilanden, Bioforum,… Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: permanent
92
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
4.1.5 Technische werkgroep Nutriënten Strategische doelstelling: het behoud van een overlegplatform tussen landbouw, milieu en wetenschap aangaande de mestproblematiek. Operationele ambitie: implementatie en impact van het nieuwe mestbeleid op de voet volgen Omschrijving activiteit: Op vraag van BBL en Natuurpunt werd de verhouding van de TWN ten opzichte van de Opvolgingscommissie Mestactieplan (OMAP) door het kabinet Leefmilieu verduidelijkt. In principe worden strategische aspecten van het mestbeleid besproken in de OMAP, en de meer technische dossiers in de TWN. BBL en Natuurpunt laten deelname aan vergaderingen van de TWN afhangen van de concrete dossiers die er op de agenda staan. Verantwoordelijken intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: subsidies houdende erkenning en subsidiëring natuur- en milieuverenigingen. Partners: Natuurpunt Vlaanderen. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: permanent.
4.1.6 SIGMA-plan: klankbordgroep en werkgroepen Strategische doelstelling: uitvoering Lange termijn visie Schelde estuarium Operationele ambitie: uitvoering van het Meest Wenselijk Alternatief (MWA), opstarten fase 2 Omschrijving activiteit: Via opvolging van de klankbordgroep en input in de verschillende werkgroepen probeert BBL bij te dragen aan de tijdige en volledige realisatie van het MWA, zoals vastgelegd door de Vlaamse regering. In de voorliggende fase houdt dit vooral in het proactief mee zoeken naar mogelijkheden om (lokale) problemen op te lossen. In 2012 werd vanuit BBL deelgenomen aan diverse klankborgroepen en werkgroepen. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.sigmaplan.be Verantwoordelijken intern: Karlien Vandecasteele Type activiteit: beleidsadvisering, overleg met andere maatschappelijke actoren. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: 2012-2013
4.1.7 Vlaamse Luchthavencommissie (VLC) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzaam luchthavenbeleid Operationele ambitie: bijsturing plannen START Omschrijving activiteit: de Vlaamse Luchthavencommissie (VLC) is het officiële adviesorgaan dat de Vlaamse regering moet adviseren over alle aangelegenheden inzake luchtvaart en luchthavenbeleid. De VLC werd eind 2005 opgericht in de schoot van de SERV.
93
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Er nemen vertegenwoordigers deel van de luchthavenuitbaters, werkgevers, vakbonden, milieuverenigingen, administraties,… BBL en Natuurpunt hebben elk één stemgerechtigde vertegenwoordiger en één plaatsvervanger in deze adviescommissie. In 2012 werd onder meer advies uitgebracht over de concurrentiepositie van de verschillende luchthavens in België. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.serv.be/vlc Verantwoordelijke intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsadvisering Type financiering: eigen middelen Partners: luchthavencomités, Natuurpunt Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend
4.1.8 De transitiearena Duurzaam materialenbeheer, PlanC Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Een verregaande reductie van de doorstroom van materialen in onze economie realiseren. Operationele ambitie: meewerken aan realisatie van de PlanC-visie vanuit het Strategisch Comité voor Inhoudelijke Afstemming (SCIA) en de vertaling en uitwerking van de visie onder de vorm van transitie-experimenten mee ondersteunen. Meewerken aan de uitbouw van de transitiearena en zo de transitie van het traditionele afvalbeleid naar een duurzame materialenbeheer mee helpen realiseren in praktijk. Omschrijving activiteit: Plan C maakte in 2012 de omvorming mee van informeel netwerk naar zelfstandige vzw. BBL werkte mee aan dit proces door als stichtend lid en lid van de raad van bestuur de werking van de vzw mee op poten te zetten. Daarnaast werd ook inhoudelijk meegewerkt aan de activiteiten van Plan C, zoals de Community Day in november, of een visie-atelier rond delen van infrastructuur op bedrijventerreinen. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit: advisering en ondersteuning Type financiering: reguliere middelen Partners: Plan C netwerk. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: Doorgerold Timing: 2012-2013
4.1.9 Overlegplatform Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Huishoudelijke Afvalstoffen Strategische doelstelling: het opvolgen en beïnvloeden van het OVAM overlegplatform dat het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen begeleidt. Operationele ambitie: implementatie en impact van het uitvoeringsplan opvolgen. Omschrijving activiteit: BBL nam steeds deel aan het overlegplatform, en trachtte er consequent de vertaling van de principes van het duurzaam materialenbeleid in concrete maatregelen rond huishoudelijk afval te stimuleren. Verantwoordelijken intern: Jeroen Gillabel. Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: intern. Partners:
94
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: permanent.
4.1.10 overlegplatform bouwmaterialen Strategische doelstelling: het opvolgen en beïnvloeden van het OVAM overlegplatform dat het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord materialengebruik en afvalbeheer in de bouw begeleidt. Operationele ambitie: implementatie en impact van het uitvoeringsplan opvolgen. Omschrijving activiteit: In het kader van dit overlegplatform werd stakeholderoverleg opgevolgd voor de totstandkoming van een nieuw Uitvoeringsplan. Dit nieuwe plan zal de principes van het duurzaam materialenbeleid concreet moeten maken voor bouw- en sloopafval. Op dat vlak wordt er veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van tools die de milieu-impact van materialen in de bouw kunnen evalueren, en van het concept van dynamisch bouwen (bouwen zodat de wijzigende behoeften van mensen doorheen hun leven meer flexibel kunnen ingevuld worden). Verantwoordelijken intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: beleidsadvisering Type financiering: intern Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: permanent.
FEDERAAL 4.1.11 Federale Raad Duurzame Ontwikkeling Strategische doelstelling of overkoepelend doel: het concept ‘duurzame ontwikkeling’ verder laten doordringen binnen diverse maatschappelijke geledingen en binnen het (federale) beleid. Operationele ambitie: de dialoog tussen de diverse samenstellende delen van de FRDO versterken Omschrijving activiteit: De FRDO werd op 5 mei 1997 bij wet opgericht als opvolger van de Nationale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. van de Raad. De raad adviseert de federale overheid over alle maatregelen die betrekking hebben op het beleid inzake duurzame ontwikkeling. Speciale aandacht gaat naar de uitvoering in België van internationale verbintenissen (zoals Agenda 21, Klimaatverdrag, Biodiversiteitsverdrag). BBL levert een van de 3 vice voorzitters en neemt actief deel aan het Bureau en aan verschillende werkgroepen, zoals de werkgroepen rond duurzaamheidstrategieën, internationale betrekkingen, productbeleid en energie en klimaat, en zetelt in de algemene vergadering van de FRDO. De Raad functioneert als discussieforum over duurzame ontwikkeling en heeft eveneens tot doel publieke en private organisaties, alsook de burgers zelf te sensibiliseren. De samenstelling van de FRDO werd in 2012 volledig herbekeken. Het resultaat van deze politieke besluitvorming was dat de verschillende groepen rondde tafel als volgt zijn vertegenwoordigd in de algemene Vergadering: voorzitter (Philippe Maystadt), 3 onder-voorzitters, 3 vertegenwoordigers van de NGO's voor milieubescherming, 3 vertegenwoordigers van de NGO's voor ontwikkelingsamenwerking, 2 vertegenwoordigers van de sector van het verbruik, 6 vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties, 6 vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, 2 vertegenwoordigers van de jeugdorganisaties en 6 vertegenwoordigers van de wetenschappelijke milieus.
95
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.frdo.be/nl/ Verantwoordelijke intern: Lieze Cloots (lid algemene vergadering, lid bureau en coördinatie milieubeweging) Type activiteit: overlegforum, beleidsadvisering. Type financiering: zitpenningen. Partners: Greenpeace, Natagora (Birdlife), WWF, IEW, IEB, VODO, Broederlijk Delen, 11.11.11., e.a. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: permanent.
4.1.12 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: betere omkadering van rationeel energiegebruik en duurzame energieproductie. Operationele ambitie: zorgen dat energiebesparing en hernieuwbare energie volwaardig worden meegenomen in adviezen van de CREG. Kernenergie en fossiele brandstoffen moeten daarbij worden afgeremd. Omschrijving activiteit: De CREG adviseert sinds 2000 de federale overheid over het tariefsysteem inzake energievoorziening. Sinds 2002 heeft de milieubeweging in de Algemene Raad van de CREG twee niet-stemgerechtigde vertegenwoordigers. Deze kunnen ook deelnemen aan de (talrijke) werkgroepen. De zitjes van de milieubeweging worden ingevuld door BBL en Greenpeace (plaatsvervanger is IEW). Een doordachte planning van de elektriciteitsproductie en het gasnetwerk, in het bijzonder gelinkt aan de uitstap uit de kernenergie is essentieel. Door deelname aan de werkgroep productiecapaciteit waar een advies werd beraadslaagd, is de BBL blijven drukken op nood aan elektriciteitsbesparing en bijstelling van vooruitzichten elektriciteitsverbruik in lijn met de meest recente (en lagere dan oorspronkelijk ingeschatte) elektriciteitsverbruikgegevens. BBL werkte ook actief mee aan een advies omtrent de studie van de CREG inzake bevoorradingszekerheid op piekvraagmomenten. De mogelijkheid tot elektriciteitsimport vanuit Nederland werd besproken met Essencia tijdens een algemene raad van de CREG. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.creg.be Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck Type activiteit: advisering en overleg. Type financiering: eigen middelen en zitpenningen. Partners: IEW, Greenpeace, ODE, EDORA. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: doorlopend
4.1.13 Technisch Comité voor de flexibele mechanismen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: inzet flexibele mechanismen door België beperken tot duurzame projecten, en inzet interne maatregelen niet laten bedreigen. Operationele ambitie: adviseren over offertevraag aankoop kredieten door de federale overheid. Omschrijving activiteit: Op de ministerraad van 20 maart 2004 besliste de federale regering om het opstellen van criteria voor het inzetten van flexibele mechanismen door de federale overheid, te laten voorbereiden door een technisch comité. Dit comité adviseert de regering, en bestaat uit 4 vertegenwoordigers van de federale overheidsdiensten, en 4 vertegenwoordigers van de maatschappelijke groepen (werkgevers, werknemers, ontwik-
96
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 kelingsorganisaties en milieubeweging). De leden voor de milieubeweging (1 effectief en 1 plaatsvervangend) worden voorgedragen door BBL en IEW. In 2012 vond er 1 vergadering plaats waarin de voortgang van het aankoopbeleid is geëvalueerd en enkele opties zijn besproken. Daarnaast nam BBL deel aan een bezoek van de GIS projecten in de Hongarije en evalueerde als onafhankelijke expert de duurzaamheid, effectiviteit en efficiënte van die vergroeningsprojecten. Verantwoordelijke intern: Mathias Bienstman Type activiteit: advisering en overleg. Type financiering: subsidies leefmilieu of duurzame ontwikkeling federaal. Partners: IEW, Greenpeace, WWF, Natuurpunt, VODO, KWIA, ODE, EDORA, OXFAM, … Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend
4.1.14 Adviesgroep pesticiden Strategische doelstelling of overkoepelend doel: volledige implementatie van het pesticidenreductieprogramma en omzetting van de Europese kaderrichtlijn duurzaam pesticidengebruik Operationele ambitie: via deelname aan de adviesgroep krijgen we beter inzicht in de diverse standpunten en vooral de argumentatie van de verschillende stakeholders over de concrete deelaspecten van het reductieprogramma. Beleidsaanbevelingen kunnen op die manier beter onderbouwd worden zodat ze een breder draagvlak verkrijgen. Omschrijving activiteit: Met de implementatie van de nieuwe federale wetgeving rond duurzaam gebruik van pesticiden, werd de adviesgroep van het Programma ter Reductie van Pesticiden en Biociden vervangen door een adviesraad van het Federaal Programma voor de Reductie van pesticiden (FRPP). BBL blijft ook in dit vernieuwde orgaan plaatsvervanger voor IEW. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel (plaatsvervanger) Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: federale subsidies leefmilieu. Partners: IEW (effectief lid), Bioforum. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: 2012-2013
4.1.15 Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Strategische doelstelling: informatie krijgen en raad geven over milieurelevante ontwikkelingen op vlak van veiligheid van de voedselketen Operationele ambitie: vanuit de milieubeweging participeren aan dit comité en overleggen met de andere betrokken actoren. Omschrijving activiteit: BBL zetelde als plaatsvervanger in het Raadgevend Comité, Natuurpunt als effectief lid. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: advisering en overleg Type financiering: eigen middelen Partners: Natuurpunt, Bioforum, andere verbruiksorganisaties Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 201é-201”
97
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
PROVINCIAAL 4.1.16 Provinciale en gemeentelijke commissies ruimtelijke ordening Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzaam ruimtelijk beleid ondersteunen. Operationele ambitie: bijsturing provinciale en gemeentelijke ruimtelijke plannen. Omschrijving activiteit: In elke provincie is een provinciale commissie voor ruimtelijke ordening actief waarin vertegenwoordigers zetelen van BBL en Natuurpunt. Deze PROCORO moet onder meer advies geven over de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, moet de ingediende bezwaren naar aanleiding van deze plannen behandelen en moet advies geven over de overeenstemming van gemeentelijke structuurplannen met het betrokken provinciaal structuurplan. In 2012 adviseerden diverse provinciale commissies de nieuwe ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de aanduiding van natuurverbindingsgebieden, de afbakening van kleinstedelijke gebieden, de aanduiding van bijkomende bedrijvenzones,… Afgevaardigden BBL zijn: • Antwerpen: Jan Claes (Verenigde Actiecomités Leefmilieu Kempen vzw); • Limburg: Gust Feyen (Limburgse Milieukoepel vzw); • Vlaams-Brabant: Jos Nijs (Sterrebeek 2000 vzw); • Oost-Vlaanderen: Jenny De Laet (Actiegroep ter Beveiliging van het Leefmilieu op Linkeroever vzw); • West-Vlaanderen: Eric Vandorpe (West-Vlaamse Milieufederatie vzw). Daarnaast is in bijna elke gemeente ook een GECORO actief, welke een vergelijkbare werking heeft maar dan op gemeentelijk niveau. Ook hierin zetelen tal van afgevaardigden van aangesloten verenigingen/afdelingen van BBL/Natuurpunt. Verantwoordelijk intern: Erik Grietens. Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt, regionale milieufederaties, regionale verenigingen Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011 Timing: doorlopend.
4.1.17 Overlegcommissies luchthavens Zaventem en Deurne Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzaam luchthavenbeleid. Operationele ambitie: beperken hinder luchthavens. Omschrijving activiteit: Eind 2000 werden voor de luchthavens van Zaventem , Deurne en Oostende overlegcommissies opgericht waarin vertegenwoordigers zetelen van de betrokken luchthaven, de gemeentebesturen, de omwonenden en BBL. Deze commissies moeten klachten van omwonenden inventariseren, mogelijkheden ter oplossing voorstellen en omwonenden inlichten over de gevoerde en nog te voeren milieupolitiek van de luchthaven. De werking richtte zich in 2012 voornamelijk op vliegprocedures, de werking van het geluidsmeetnet, maatregelen tegen grondlawaai,… Verantwoordelijk intern: Erik Grietens Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen.
98
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Partners: lokale comités Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold van 2011 Timing: doorlopend.
4.1.18 Stuurgroep Gentse Kanaalzone (“Subregionaal Overleg”) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzaam havenbeleid Operationele ambitie: voldoende aandacht voor milieu, natuur en leefbaarheid Omschrijving activiteit: Het Subregionaal Overleg (SRO) Gentse Kanaalzone is een stuurgroep waarin vertegenwoordigers zetelen van de provincie, gemeentebesturen, het havenbestuur, administraties, bewonerscomités en milieuverenigingen. Het is een overlegorgaan gericht op de uitvoering van het strategisch plan voor de Gentse Kanaalzone. In 2012 spitste de werking van het SRO zich voornamelijk toe op de het opmaken van landinrichtingsplannen voor de zgn. koppelingsgebieden, de herinrichting van de R4 Oost en West, het beperken van milieuhinder,… Aandachtspunten vanuit BBL zijn het prioritair gebruik van leegstaande bedrijfsterreinen in de kanaalzone (in plaats van de aansnijding van nieuwe maagdelijke terreinen), bescherming van natuurwaarden in de kanaalzone, verbetering van de leefbaarheid in de kanaaldorpen, de doorwerking van Europese milieurichtlijnen in de kanaalzone en de uitbouw van duurzame bedrijvenzones. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.gentsekanaalzone.be/organisatie/stuurgroep.html Verantwoordelijk intern: Erik Grietens. Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend.
4.1.19 Centraal Netwerk Antwerpse haven (nieuw) Doelstelling: duurzaam havenbeleid Antwerpse haven Beoogde impact: voldoende aandacht voor milieu, natuur en leefbaarheid Omschrijving activiteit: Het Centraal netwerk is een stuurgroep waarin vertegenwoordigers zetelen van de provincie, gemeentebesturen, het havenbestuur, administraties, bewonerscomités en milieuverenigingen. Het is een overlegorgaan gericht op de uitvoering van het strategisch plan voor de Antwerpse haven. Het Centraal Netwerk werd eind 2012 opgericht en kende in dit jaa nog geen volwaardige werking. In 2013 zal de werking van het Centraal netwerk zich voornamelijk toespitsen op de uitvoering van het zgn. actieplan met flankerend beleid dat bij het RUP voor de afbakening van de haven hoort. BBL zal in de Centraal netwerk pleiten voor een invulling van de Saeftinghezone met groene industrie en niet met een nieuw containerdok. Vanuit economisch opzicht kunnen grote vragen gesteld worden bij de keuze voor een nieuw containerdok. Voor een sterke haven zou best gekozen worden voor havenactiviteiten met een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde en tewerkstelling en liefst zo weinig mogelijk impact op mobiliteit, gezondheid en milieu. De toegevoegde waarde van containertrafieken en van logistieke ontwikkelingen is zeer beperkt, zeker in vergelijking met productieactiviteiten. BBL pleit daarom voor een toekomstgerichte ontwikkeling van de haven in de richting van de groe-
99
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 ne maakindustrie. Deze keuze zorgt voor een hoge toegevoegde waarde, veel werkgelegenheid, minder verkeerproblemen naar het achterland en een betere milieukwaliteit in de regio. Verantwoordelijk intern: Erik Grietens. Type activiteit: beleidsadvisering. Type financiering: eigen middelen. Partners: Natuurpunt Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: nieuw Timing: doorlopend.
4.2 BBL binnen de Belgische en internationale milieubeweging Zowel omwille van de hogere kwaliteit van de BBL-werking als omwille van het steeds grotere belang van de Europese Unie worden de Vlaams gewestgebonden grenzen van de activiteiten steeds meer overschreden: er wordt intens samengewerkt op federaal en internationaal niveau. Belangrijkste gesprekspartners in deze zijn: de drie zusterfederaties Inter-Environnement Wallonie (IEW) en Inter-Environnement Bruxelles (IEB), Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL), het Europees Milieubureau (EEB) - met diverse interne werkgroepen en “task forces” bij de Europese Commissie, de Stichting Milieueducatie in Europa (FEEE), Friends of the Earth, Climate Network Europe, Transport and Environment, Greenpeace, WWF, Grenzeloze Schelde vzw en andere internationale organisaties.
BELGIË 4.2.1 Vier (gewestelijke) milieufederaties als coördinatieorgaan inzake federale en inter-gewestelijke milieudossiers en belendende beleidsdomeinen Strategische doelstelling of overkoepelend doel: structureel overleg tussen de vier gewestelijke milieufederaties (BBL, BRAL, IEW en IEB), uitgebreid met Greenpeace België, WWF België, Natuurpunt en Natagora. Doel is te komen tot onderlinge coördinatie inzake federale en inter-gewestelijke milieudossiers en belendende beleidsdomeinen. Operationele ambitie: maandelijks overleggen over de diverse actuele thema’s met het oog op onderlinge besluitvorming inzake standpunten, strategieën en producten (zoals b.v. persacties, lobbyinitiatieven, symposia,…). Omschrijving activiteit: De vier milieufederaties (uitgebreid) hanteren een eigenlijk, gezamenlijk werkingsprogramma dat alle gezamenlijke federale en inter-gewestelijke beleidsmateries omvat. Binnen dit programma worden een aantal prioritaire aandachtsvelden afgebakend, gebaseerd op de respectievelijke werkingsprogramma’s van de verschillende organisaties (met ondermeer aandacht voor pesticiden en schadelijke stoffen in het algemeen, luchtvaart, het Europese milieubeleid, energie en mobiliteit. De 4feds coördinatie focuste in 2012 voorval op het dossier van de kernuitstap, de Klimaat COP, de lange termijnvisie duurzame ontwikkeling, de nieuwe samenstelling van de FRDO, Verantwoordelijke intern : Lieze Cloots (coördinatie) Type activiteit: overleg en samenwerking Type financiering: eigen middelen. Partners: IEW, Bral, IEB, Greenpeace België, WWF België, Natuurpunt, Natagora.
100
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: permanent
4.2.2. Klimaatcoalitie Strategische doelstelling of overkoepelend doel: De Klimaatcoalitie is apolitiek en pluralistisch en bestaat sinds drie jaar. Deze vzw werd opgericht in juni 2008 en bestaat uit ongeveer zeventig Belgische (tweetalige, Franstalige en Nederlandstalige) verenigingen die eigenlijk behoren tot drie grote families: milieuorganisaties: WWF België, Greenpeace België, Bond Beter Leefmilieu, InterEnvironnement Wallonie, Friends of the Earth België, Natuurpunt, Natagora, Nature et Progrès, ... Noord-Zuidbewegingen: 11.11.11 Koepel van de Vlaamse Noord- Zuidbeweging, CNCD-11.11.11, Oxfam Solidariteit, ... sociale en sociaal-culturele verenigingen: ACV-CSC, ABVV-FGTB, Gezinsbond, Ligue des familles, Chiro, Scouts, Climat et Justice sociale, ... Het algemene doel van de coalitie is het vergroten van het maatschappelijke en politieke draagvlak voor structurele klimaatmaatregelen, Operationele ambitie: de druk op het beleid hoog houden voor de realisatie van ambitieuze doelstellingen voor het klimaatbeleid. Omschrijving activiteit: Als gezamenlijk platform staan al deze organisaties achter dezelfde eis in verband met de klimaatverandering: zij willen dat de beleidsmakers krachtige maatregelen nemen om klimaatrampen te vermijden die niet alleen een bedreiging vormt voor het leefmilieu, maar ook voor de sociale cohesie en de meest kwetsbare mensen in het Zuiden en in het Noorden. De acties van het netwerk zijn bedoeld om een breed publiek te sensibiliseren en te mobiliseren voor de uitdagingen van de klimaatverandering. In 2012 organiseerde de klimaatcoalitie in samenwerking met 11.11.11/CNCD de erg succesvolle campagne Sing For the CLimate. Zie www.singfortheclimate.com Op 22 & 23 september zongen 80.000 Belgen op 180 pleinen voor het klimaat. Een maand later organiseerden 725 scholen hun Sing@school. 300.000 leerlingen zongen 'Do it Now' op de speelplaats. 380.000 mensen gaven zo hun stem aan het klimaat Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.klimaatcoalitie.be Verantwoordelijke intern: Nicolas De Baere en Mathias Bienstman Type activiteit: overleg en beleidsbeïnvloeding Type financiering: eigen middelen Partners: de Belgische milieu en sociale beweging, de NZ-beweging Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: permanent
4.2.3 Trage Wegen vzw, samenwerken rond buurtwegen met diverse sectoren uit het Vlaamse middenveld Strategische doelstelling of overkoepelend doel: opkomen voor het behoud, de aanleg, het herstel en de multifunctionele ontwikkeling van trage wegen zoals onder meer buurt- en veldwegen, kerkwegels, jaagpaden, landwegen, voormalige treinbeddingen,… Deze multifunctionele ontwikkeling omvat onder meer het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden, het cultuurhistorisch belang, de landschappelijke waarden, de toeris-
101
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 tisch-recreatieve meerwaarde, de zachte verkeersfuncties. Dit alles binnen de grenzen van de draagkracht van het ecosysteem. Operationele ambitie: Via het participeren aan de werking van de vzw Trage Wegen bundelt BBL samen met verenigingen uit andere sectoren de krachten om verschillende overheden (gemeentebesturen, provincies, het Vlaams Gewest) warm te maken voor een betere bescherming en een beter beheer van trage wegen. Omschrijving activiteit: De projecten van de vzw Trage Wegen zijn erop gericht het trage-wegenpatrimonium een toekomst te bezorgen. De vzw vormt gemeenteambtenaren. Ze begeleiden tevens terreininventarisaties. De komende twee werkingsjaren bouwt de vereniging verder een eigen inhoudelijk werking uit via projecten als via als reguliere verenigingswerking als erkende milieuvereniging. Bijkomende informatie op www.tragewegen.be. Verantwoordelijke intern: en Danny Jacobs (secretaris en penningmeester Trage Wegen vzw) en Erik Grietens (ondervoorzitter Trage Wegen vzw) Type activiteit: sociale of juridische actie; beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne; beleidsadvisering; publieks- doelgroepgerichte campagne; uitgeven van publicaties; ondersteunen van aangesloten verenigingen, lokale groepen en afdelingen, educatie en vorming. Type financiering: eigen middelen. Partners: Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt, Vakantiegenoegens, Plattelandsontwikkeling, Grote Routepaden, de Vlaamse Wandel- en Joggingliga, Regionale Landschappen, Vereniging voor Bos in Vlaanderen, Langzaam Verkeer, de voetgangersbeweging, verschillende lokale werkgroepen,… Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: doorlopend
EUROPEES 4.2.4 Climate Action Network Europe, onze Europese koepelvereniging inzake klimaat en energie Strategische doelstelling of overkoepelend doel: wisselwerking Belgisch-Europees klimaatbeleid bevorderen. Operationele ambitie: stroomlijning standpunten en beïnvloeding Europees klimaatbeleid. Omschrijving activiteit: CANE (Climate Action Network Europe) is de opvolger van Climate Network Europe. De vereniging volgt op Europees vlak de klimaat- en energiegebonden problematiek op. Tal van milieuorganisaties uit gans Europa maken deel uit van de vereniging. BBL volgt samen met IEW en lidorganisaties (Greenpeace, WWF) de activiteiten van CAN op. CAN-Europe is een belangrijke bron van informatie over de praktische uitwerking van het internationaal en het Europees klimaatbeleid waaruit BBL en IEW putten voor de opvolging van het Belgische klimaatbeleid. In 2012 nam BBL deel aan de Algemene Vergadering van CANE, nam deel aan de CANE coördinatievergaderingen tijdens de klimaattop in Doha, en verspreidde veel van de informatie en posities die op de CANE emaillijsten circuleren. Verantwoordelijke intern: Mathias Bienstman Type activiteit: overleg en beleidsbeïnvloeding Type financiering: eigen middelen Partners: de Europese klimaatverenigingen
102
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
4.2.5 Transport and Environment (T&E), onze Europese koepelvereniging inzake Europees transportbeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: wisselwerking Belgisch en Europees transportbeleid bevorderen. Operationele ambitie: stroomlijning standpunten en beïnvloeding Europees transportbeleid. Omschrijving activiteit: T&E is een Europese ngo die actief lobby werk verricht bij de EU op het vlak van duurzame mobiliteit. De werking en agenda van T&E leunt erg dicht aan bij die van BBL voor wat betreft mobiliteit en milieu. De BBL werkt met T&E op concrete domeinen als emissieregulering voor verschillende modi, kmheffing voor vrachtwagens, beperken van het gebruik van biobrandstoffen in transport, fiscaliteit van luchtvaartsector,…. BBL probeert daartoe onder andere in dialoog te gaan met Europese parlementsleden. In 2012 verspreidde BBL posities en informatie die via de emaillijsten van T&E binnenkwam. Daarnaast is BBL in nauw overleg met T&E voor de beleidsbeïnvloeding rond biobrandstoffen en bedrijfswagens. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.transportenvironment.org Verantwoordelijke intern: Mathias Bienstman. Type activiteit: overleg en beleidsbeïnvloeding. Type financiering: eigen middelen en beperkte financiering vanuit European Climate Foundation (ECF). Partners: KOMIMO, Klimaatnetwerk België, de Europese mobiliteitsverenigingen. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing: doorlopend.
4.2.6 European Environmental Bureau (EEB), onze Europese koepelvereniging inzake opvolging en beïnvloeding van het globale Europese leefmilieubeleid Strategische doelstelling of overkoepelend doel: opvolging van Europese milieudossiers die op korte of middellange termijn een belangrijke impact zullen hebben op de federale of Vlaamse leefmilieuwerking. Operationele ambitie: Actieve participatie in de inhoudelijke werking van het Europees milieubureau enerzijds (zowel in de werkgroepen als in de Raad van bestuur); anderzijds fungeert het werk van het EEB als belangrijke informatiebron voor lobbywerk. inzake Europese milieudossiers naar federale overheid en gewesten, en Vlaamse Europarlementsleden. Omschrijving activiteit: BBL participeerde, als van meer dan 130 natuur- en milieuverenigingen die lid zijn van de Europese milieukoepel, aan een aantal werkgroepen. Sinds september 2012 zetelt BBL ook in de board van EEB. De doelstelling van het EEB is om het milieubeleid in Europa te versterken en participatie van de milieubeweging te bevorderen in het beleid. Het EEB verleent daartoe informatie, volgt het beleid op via een tiental werkgroepen met EEB-leden, werkt standpunten uit en vertegenwoordigt zijn leden bij overleg met de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.eeb.org. Verantwoordelijken intern: diverse medewerkers beleidsploeg BBL (zie schema). Tabel : betrokkenheid BBL bij werkgroepen EEB
103
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Werkgroep Environmental fiscal reform Waste Ecological Product Policy Agriculture Water Lucht Energie-efficentie Board
Opvolging door nn Jeroen Gillabel nn Jeroen Gillabel Karlien Vandecasteele Mathias Bienstman, Erik Grietens Sara Van Dyck Lieze Cloots
Type activiteit: overleg en samenwerking. Type financiering: subsidies (divers, afhankelijk van behandelde thema). Partners: EEB en z’n leden. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing : Doorlopend
4.2.7 European environmental citizens organisation in standardisation (ECOS) Strategische doelstelling of overkoepelend doel: productnormering waarbij rekening wordt gehouden met leefmilieuaspecten, opvolging van de implementatie van de Energy Using Products Directive Operationele ambitie: steun aan een overkoepelende organisatie die waakt over het in rekening brengen van leefmilieuaspecten bij standaardisatie van producten binnen normalisatie-instellingen zoals CEN, CENELEC en ETSI enerzijds en bij de technische implementatie van de Energy Using Products Directive (EuP richtlijn) anderzijds Omschrijving activiteit: Met ECOS werd ad-hoc samengewerkt rond concrete dossiers (vlamvertragers, SRF classificatie), en er werden gesprekken opgestart om te bekijken op welke manier de invloed van Belgische NGO’s in het normalisatieproces verbeterd kan worden. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: samenwerking. Type financiering: geen. Partners: Inter-Environnement Wallonie (IEW). Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold maar gewijzigd Timing : doorlopend.
4.2.8 Pesticides action network Europe (PAN Europe) Strategische doelstelling of overkoepelend doel : ambitieus Europees beleid inzake pesticiden. Operationele ambitie: opvolging van de inhoudelijke (lobby) werking van PAN Europe enerzijds en anderzijds fungeert het werk van het EEB als belangrijke informatiebron voor lobbywerk naar federale overheid en gewesten, en Vlaamse Europarlementsleden.. Omschrijving activiteit: het lidmaatschap van BBL bij PAN werd niet verlengd. Verantwoordelijke intern: Jeroen Gillabel Type activiteit: overleg en samenwerking. Type financiering: reguliere middelen Partners: leden van PAN Europe. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold.
104
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Timing : 2012-2013
4.2.9 Grenzeloze Schelde vzw Strategische doelstelling of overkoepelend doel: grensoverschrijdend samenwerken tussen natuur- en milieuverenigingen in België, Nederland en Frankrijk met het oog op kwalitatieve en tijdige implementatie van de kaderrichtlijn water in het stroomgebied van de Schelde. Omschrijving activiteit: Grenzeloze Schelde – Escaut sans Frontières is een vzw/asbl naar Belgisch recht. De vereniging initieert en coördineert beleidsadviserende en educatieve acties binnen het stroomgebied van de Schelde in Frankrijk, de drie gewesten in België en Zeeland. In de schoot van de vereniging opereren tevens onafhankelijke werkgroepen als de Werkgroep Schelde-estuarium en het Zenne-Overleg. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.gs-esf.be Verantwoordelijke intern: n.n Type activiteit: overlegforum. Type financiering: Subsidies houdende erkenning en subsidiering natuur- en milieuverenigingen. Partners: Grenzeloze Schelde, Natuurpunt, WWF, milieuboot, IEW, ZMF. Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012-2013
INTERNATIONAAL 4.2.10 International Foundation for Environmental Education (FEE) in Vlaanderen drager van de campagnes Groene Sleutel, Blauwe Vlag, logo 3 Groene School en LEAF. Strategische doelstelling of overkoepelend doel: mondiale organisatie voor milieueducatie en haar effectieve Vlaamse poot die door middel van educatieve campagnes komen tot effectieve gedragsverandering bij tal van doelgroepen. Operationele ambitie: BBL wenst in het kader van FEE te komen tot een verbrede uitbouw van het aantal milieueducatieve programma’s in Vlaanderen en zoekt hiervoor de komende jaren financiële middelen en operationele partners. Omschrijving activiteit: - internationaal. Foundation for Environmental Education (FEE) is non-gouvernementele en non-profit organisatie gericht op het promoten van duurzame ontwikkeling via milieueducatie via scholen, vorming en sensibiliserende campagnes. FEE coördineert vijf campagnes: Blue Flag, Eco-Schools, Young Reporters for the Environment, Learning about Forests and Green Key. Organisaties uit 61 landen zijn aangesloten. BBL vertegenwoordigt België. Zie www.fee-international.org. - Vlaanderen: BBL is juridisch drager van de feitelijke vereniging FEE Vlaanderen. FEE Vlaanderen/BBL vzw beheert de officiële programma’s van FEE International, welke in Vlaanderen door ‘derden’ kunnen worden uitgevoerd. FEE Vlaanderen/BBL is in principe geen operationeel uitvoerder van programma’s, met uitzondering van de Blauwe Vlag. FEE Vlaanderen staat als coördinatie- en afstemmingsstructuur borg voor kwaliteit en in-
105
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 tegriteit van deze programma's. Dit betekent dat BBL vooral zal inzetten op het controleren van de goede uitvoering van de programma’s door derden. De vijf internationale programma’s worden in Vlaanderen als volgt ingevuld: - Blauwe Vlag: jaarlijkse uitreiking van blauwe wimpel aan zwemvijvers en jachthavens, uitgevoerd door BBL. Zie www.blauwevlag.be - Eco-Schools: jaarlijkse uitreiking van groene wimpel aan de Logo 3-scholen van het programma Milieuzorg op School (MOS), uitgevoerd door Afdeling Informatie, Milieuintegratie en Subsidies van Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Controle en toezicht door BBL vzw. Zie www.milieuzorgopschool.be - Groene Sleutel: jaarlijkse toekenning van dit keurmerk voor de toeristisch-recreatieve sector, uitgevoerd door Toerisme Vlaanderen. Controle en toezicht gebeuren door BBL. Zie www.groenesleutel.be - Learning about Forests: de implementatie van LEAF in Vlaanderen en Brussel is sinds 2012 operationeel en in handen van Vereniging voor Bos in Vlaanderen. Controle en toezicht door BBL vzw. Zie www.leaf-international.org - Young Reporters for the Environment, geen concrete plannen om op te starten in Vlaanderen. Zie www.youngreporters.org Verantwoordelijke intern: Stefaan Claeys Type activiteit: project Type financiering: eigen middelen en beperkte sponsoring Partners: Zie programma’s Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: 2012 - 2013
4.3 Deelname in niet-gouvernementele netwerken buiten de milieubeweging Naast de vertegenwoordiging in officiële advies- en overlegorganen, haar contacten en netwerken in de Belgische en internationale milieubeweging investeert de Bond intensief in het zogenaamde ‘doelgroepenoverleg’.
4.3.1 Verenigde Verenigingen (en Samen vzw), het brede samenwerkingsverband van het Vlaamse middenveld Strategische doelstelling of overkoepelend doel: de Verenigde Verenigingen als samenwerkingsverband van de Vlaamse middenveldorganisaties werken aan het voorwaardenscheppend kader voor het middenveld (het statuut van de vrijwilliger, inspraak en participatie van en naar het beleid, democratie op diverse niveaus en in diverse sectoren, betere en eenvoudigere regelgeving voor middenveldorganisaties, initiatieven die de sociale samenhang bevorderen, vorming en ondersteuning van middenveldorganisaties) en fungeren als een ontmoetingsplaats voor middenveldorganisaties. De Verenigde Verenigingen wordt juridisch vertegenwoordigd door Samen vzw. Operationele ambitie: BBL blijft trekker van dit samenwerkingsverband. Via haar actieve participatie in dit samenwerkingsverband wenst de BBL de milieusector te integreren in de maatschappelijke en politieke context waarin het Vlaamse middenveld opereert. Tevens ijvert BBL mee voor een versterkt voorwaardenscheppend kader voor het middenveld.
106
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Verantwoordelijke intern: Danny Jacobs (lid van de kerngroep van de Verenigde Verenigingen en secretaris van Samen vzw). Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne; publieks- doelgroepgerichte campagne Type financiering: eigen middelen. Partners: gezinsorganisaties (de Gezinsbond), jeugdorganisaties (Vlaamse Jeugdraad), natuur- en milieuverenigingen (Vlaamse milieukoepel Bond Beter Leefmilieu), Noord-Zuid beweging (11.11.11 - koepel van de Vlaamse Noord-Zuid beweging), Minderhedenorganisaties (Vlaams Minderheden Centrum), sociaal-culturele verenigingen (Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk), sociale organisaties (ACW), vakbonden (ACV, Vlaams ABVV, ACLVB) en ziekenfondsen (Socialistische Mutualiteiten, Christelijke Mutualiteiten). Binnen de milieusector ook opgevolgd door Natuurpunt. Doorgerold maar gewijzigd: Timing: doorlopend in 2012-2013.
4.3.2 Arbeid en Milieu vzw, samenwerken met vakbonden Strategische doelstelling of overkoepelend doel: krachten bundelen van de maatschappelijke groepen om te werken aan duurzame ontwikkeling. Operationele ambitie: door samenwerking begrip kweken bij de vakbonden en milieubeweging voor elkaars standpunten. Omschrijving activiteit: Arbeid en Milieu werd in de jaren ’80 opgericht als samenwerkingsverband van de milieu- en de vakbeweging. Voor de milieubeweging zetelt de BBL in het bestuur van de vereniging. Voor de vakbeweging is dit het ABVV, het ACLVB en het ACV. De vereniging fungeert als overlegorgaan tussen beide partijen. Periodiek organiseert ze studie- en vormingsdagen. 5 keer per jaar publiceert Arbeid en Milieu het “A&M Magazine”. Zoals ook in het verleden het geval was, werden ook dit jaar op regelmatige tijdstippen publieksactiviteiten ingericht, zowel in het kader van de projectwerking als daarbuiten. Bovendien is het de traditie om aan ieder Algemene Vergadering een debatavond te koppelen, een traditie die ook werd voortgezet. Arbeid en Milieu heeft in de mate van het mogelijke tijd uitgetrokken voor het meewerken aan initiatieven van andere organisaties door het optreden als spreker of als auteur, en door het verzorgen van infostands. Zie ook www.a-m.be. Verantwoordelijke intern: Sara Van Dyck, Mike Desmet Type activiteit: overleg met vakbeweging, vorming en studie. Type financiering: eigen middelen. Partners: ACV, ABVV, ACLVB. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold.
4.3.3 Komimo – Netwerk duurzame mobiliteit Strategische doelstelling of overkoepelend doel: Het Netwerk streeft naar een duurzame uitbouw van duurzame mobiliteit Operationele ambitie: Het Netwerk Duurzame Mobiliteit wil samen met de leden acties en campagnes organiseren om het brede publiek en verschillende doelgroepen te overtuigen van de voordelen van duurzame mobiliteit. Daarnaast wil het Netwerk beleidsmatig standpunten innemen en verspreiden.
107
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012 Omschrijving activiteit: Het Netwerk Duurzame Mobiliteit werd in 2012 opgericht door Komimo vzw, de Vlaamse koepel van mobiliteitsorganisaties. Het Netwerk richt zich naar iedereen (organisatie, bedrijf, vereniging, stad of gemeente, overheid, het individu) die zich wil inzetten voor een duurzame mobiliteit, zowel van mensen als van goederen. Jaarlijks organiseert het Netwerk de Week van de Mobiliteit met tal van acties zoals de Autovrije Zondag en de Car Free Day. Daarnaast werd in 2013 gewerkt aan het thema ‘duurzame mobiliteit en recreatie’. Naast de campagnes formuleert en verspreidt het Netwerk ook gedegen standpunten en is het vertegenwoordigd in diverse adviesraden en overlegorganen. Met Verenigingen voor Verkeersveiligheid ondersteunt en stimuleert het Netwerk verkeersveiligheid bij het brede verenigingsleven. Tot slot kunnen leden terecht voor informatie, aanbod en kennis met betrekking tot duurzame mobiliteit. Komimo vzw blijft actief als Vlaamse koepel van mobiliteitsorganisaties. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op www.duurzame-mobiliteit.be Verantwoordelijke intern: Jan Vanhee (werkgroepen en campagnes) en Roel Vanderbeuren (lid raad van bestuur) Type activiteit: beleidsbeïnvloeding via lobbying en campagne; beleidsadvisering, publieks- doelgroepgerichte campagne, manifestatie Type financiering: subsidie Vlaamse overheid (mobiliteit) aangevuld met sponsoring Partners: Autopia, BBL, Trein Tram Bus, Fietsersbond, Mobiel 21, Taxistop, Trage Wegen, Voetgangersbeweging, Fiets en Werk, Vigez, Uitrit 4, Ouders van Verongelukte Kinderen Nieuw/doorgerold/doorgerold maar gewijzigd: doorgerold Timing: doorlopend in 2012 en 2013
4.3.4 Netwerk Bewust Verbruiken (NBV), samenwerken met consumentenorganisaties Strategische doelstelling of overkoepelend doel: duurzamere productie- en consumptiepatronen door actieve bijdrage aan een netwerk. Operationele ambitie: deelname (via Algemene Vergadering,) aan de netwerking, informatieverspreiding en campagnes georganiseerd door het NBV. Omschrijving activiteit: Het Netwerk Bewust Verbruiken (NBV) heeft als doel het stimuleren van het bewust verbruiken onder brede lagen van de Vlaamse bevolking. Dit wil men bereiken door studie en vorming, door informatieverspreiding via o.m. verenigingen, door het stimuleren van samenwerking tussen organisaties die actief zijn op vlak van consumptie, milieu, ethiek en rechten van werknemers en/of derde wereld. Tevens coördineert het NBV acties om zoveel mogelijk bewuste verbruikers te vormen en anderzijds het beleid te beïnvloeden. NBV wordt gesubsidieerd als beweging in de sociaal-cultureel volwassenenwerking. Bijkomende informatie is raadpleegbaar op : www.bewustverbruiken.org Verantwoordelijke intern: Stefaan Claeys Type activiteit: overleg, sensibiliseren. Nieuw / doorgerold / doorgerold maar gewijzigd: doorgerold. Timing : doorlopend
108
Activiteitenbijlage --- werkingsverslag 2012
BBL is de koepel van 31 gewestelijke verenigingen Arbeid & Milieu, ATB De Natuurvrienden, Autopia, Bos+, Bos+ Tropen, Comité Jean-Pain, CVN, De Milieuboot, Dialoog, Ecolife, Fair Timber/FSC België, Friends of the Earth, afdeling Vlaanderen en Brussel, GREEN, Greenpeace Belgium, Grenzeloze Schelde, Groenhart, JNM, KMDA, Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie, Koninklijke Vereniging Natuur- en Stedenschoon, Nationale Boomgaardenstichting, Natuurpunt, Passiefhuis-Platform, Preventie Lichthinder, Sea First Foundation, Taxistop, Trage Wegen, TreinTramBus, VELT, VIBE, Vogelbescherming Vlaanderen, WWF-Vlaanderen
34 regionale verenigingen ABLLO, ALR, Benegora Leefmilieu, De Bron, Gents MilieuFront, Houtlandse Milieuvereniging, Limburgs Landschap, Limburgse Milieukoepel, MAMA, Marien Ecologisch Centrum, Milieufront Omer Wattez, Natuur.koepel, Natuurhulpcentrum, Natuurpunt Antwerpen Noord, Natuurpunt Brugs Ommeland, Natuurpunt De Torenvalk, Natuurpunt en Partners Meetjesland, Natuurpunt Gent, Natuurpunt Limburg, Natuurpunt Oost-Brabant, Natuurpunt Schijnvallei, Natuurpunt Wase Linkerscheldeoever, Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren Oostende, Orchis, Raldes, Red De Voorkempen, Strandwerkgroep België, VMPA, Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum, Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud, vzw Durme, Werkgroep Isis, WestVlaamse Milieufederatie, Zenne en Zoniën
67 lokale verenigingen 't Groot Gedelf, ’t Uilekot, Actiecomité Bessemstraat, Actief Terhagen, actiegroep BETON, Actiegroep Sint-Baafskouter-Rozebroeken, Boreas, BorgerhouDt Van Mensen, De Groene Beuk, De Gruune Steen, De Paddenbroek, De Papegay, De Raaklijn, De Ruidenberg, De Verrekijker, De witte Pion, Dorpscomité Wilsele-Dorp, Durme afdeling Zele-Berlare-Wichelen, Ecofolie, Fauna Flora Fotoclub Schoten, Gents Ecologisch Centrum, Greenplease, Groen, Groen- en Natuurbeschermingscomité Destelbergen, Groen-Blauw-Rood, Groene Gordel Front in Brugge en Ommeland, Groenkomitee Hasselt, Groep Leefmilieu Klein-Brabant, Heempark Genk, Houtlandse Milieugroep, Kolena, Koninklijke Vereniging Natura-Limburg, Kringloopcentrum Teleshop, Leefbare polderdorpen, Leefmilieu Roeselare, Leefmilieu Tongeren, Leefmilieu Wetteren, Leefmilieugroep Mechelen-Zuid, Milieugroep de Mangelbeek, Milieuwerkgroep Tielrode - Ons Streven, Mobiel, Mondo, Natura Zoniën, Natuur & Milieu Lebbeke, Natuurlijk Zulte, Natuurpunt Borgloon, Natuurpunt De Vlasbek, Natuurpunt M.O.Lennik, Natuurpunt-De Buizerd, Natuurwerkgroep De Gavers, Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Beernem vzw, Poëziebosnetwerk, Steendorp Leefruimte, Sterrebeek 2000, Stichting Marguerite Yourcenar, stRatengeneraal, Stuurgroep Sint-Andries, Vanonderuit!, Vogelopvangcentrum Brasschaat, Vogelopvangcentrum Geraardsbergen-Lierde, Vogelopvangcentrum Herenthout, Vogelopvangcentrum Kieldrecht, Vogelopvangcentrum Malderen, Vogelopvangcentrum Merelbeke, Aktiegroep Leefmilieu Kempen (VALK), Wake-Up Kraainem, Werkgroep voor Milieu en Verkeer, WILOO, ZonneWinDT
13 verenigingen met milieu als nevendoelstelling Catapa, Climaxi, EVA, Federatie van kinder, jeugd-en gezinsboerderijen, Fietsersbond, Kilowat?uur, LETS Vlaanderen, Mier, Milieucel V.V.H.V., MOBIEL 21, Netwerk Bewust Verbruiken, Opbouwwerk Pajottenland, Pro Natura Sociale werkplaats, Samenhuizen
109