Handboek
Overheveling orale oncolytica en groeihormonen per 1 januari 2013
26 september 2012
VOORWOORD
5
1. INLEIDING
6
1.1 Over te hevelen geneesmiddelen per 2013
6
1.2 Indicaties
7
1.3 Omzet en patiëntaantallen over te hevelen geneesmiddelen
7
1.4 Huidige situatie -‐ hoe is deze zorg nu georganiseerd?
8
1.5 Overheveling andere groepen geneesmiddelen vanaf 2014
8
1.6 Diverse organisatiemodellen voor levering, distributie en toediening
9
2. STRATEGISCHE KEUZEN VOOR HET ZIEKENHUIS
10
2.1 Organisatievarianten voor zorg, distributie en toediening geneesmiddelen
10
2.2 Beslismatrix
11
3. VOORBEREIDEN OVERHEVELING 2013
14
3.1 Vaststellen en informeren voorschrijvers
14
3.2 Vaststellen patiëntenpopulatie
15
3.3 Informeren patiënten
18
3.4 Vaststellen mogelijke rol unieke leveranciers
20
3.5 Inrichten voorschrijf-‐ en afleverproces
20
3.6 Inrichten inkoop-‐ en declaratieproces
21
3.7 Vaststellen benodigd extra personeel
23
3.8 Deskundigheidsbevordering betrokken medewerkers
23
3.9 Op voorraad nemen geneesmiddelen
24
3.10 Uitvoeren beperkte pilot
25
3.11 Borgen overgangssituatie van 2012 naar 2013
25
4. HET FARMACEUTISCHE ZORGPROCES
27
4.1 Vaststellen actuele behandelprotocollen en formularium
27
4.2 Voorschrijven geneesmiddel door arts
27
4.3 Aannemen recept in apotheek
29
4.4 Actualiseren medicatiedossier patiënt
29
2
4.5 Aanschrijven recept en medicatiebewaking
30
4.6 Gereedmaken geneesmiddelen en controle
34
4.7 Afleveren aan patiënt: eerste uitgifte en vervolguitgifte
36
4.8 Thuisbezorgen bij de patiënt
36
4.9 Overdracht medicatiegegevens
38
4.10 Registreren van de uitgevoerde activiteiten
39
4.11 Evaluatie farmacotherapie bij patiënt
40
4.12 Leren van klachten, fouten en retour ontvangen geneesmiddelen
40
5. AANDACHTSPUNTEN
42
5.1 Afleveren bij ziekenhuizen zonder poliklinische apotheek
42
5.2 Groeihormoonbehandeling: kinderen en volwassenen
45
5.3 Patiënten en het buitenland
47
5.4 Opname en ontslag in/uit het ziekenhuis
47
5.5 Vervallen GVS-‐registratie aantal middelen
48
6. EEN GEBORGD FINANCIEEL PROCES
49
6.1 De beleidsregel
49
6.2 De bekostiging van de over te hevelen geneesmiddelen per 2013
49
6.3. Vergoeding van off-‐label gebruik
51
6.4 BTW
52
6.5 De mogelijke aanpak binnen uw ziekenhuis
53
7. BIJLAGEN
56
7.1 Voorbeeldbrief informeren patiënten over de wijzigingen
57
7.2 Voorbeeld poster voor in wachtkamer arts
59
7.3 Geneesmiddel met fabrikant en unieke leverancier
60
7.4 Kort bericht overheveling voor op uw website
62
7.5 Uitgebreid bericht overheveling voor op uw website
63
7.6 Vraag en antwoord voor patiënten over de overheveling
64
7.7 Aanbeveling orale oncolytica
66
3
7.8 Checklist receptverwerking orale oncolytica
69
7.9 Leverancier Alliance Healthcare
71
7.10 Leverancier: Eurocept
73
7.11 Leverancier: Jadim Medihands
75
7.12 Leverancier: Medithuis
77
7.13 Leverancier: Medizorg
79
7.14 Leverancier: Mediq Pharma Service
81
4
Voorwoord Voor u ligt het handboek “Overheveling orale oncolytica en groeihormonen”. Deze wordt u aangeboden door de NVZ vereniging van ziekenhuizen, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers en Nederlandse Vereniging voor Poliklinische Farmacie. Dit handboek ondersteunt uw ziekenhuis bij het vormgeven van de overheveling van de 16 specialistische geneesmiddelen per 1 januari 2013. Dit handboek is tot stand gekomen door middel van vele interviews met belanghebbende functionarissen zoals ziekenhuisapothekers, poliklinisch apothekers, voorschrijvers, zorgverzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland, beleidsmakers van VWS, unieke leveranciers, de Stichting Kind en Groei maar ook landelijk werkende koeriers. In het bijzonder gaat de dank uit naar de deskundige bijdrage van Jan-Dietert Brugma, poliklinisch apotheker van het Erasmus MC - Daniel den Hoed Oncologisch Centrum te Rotterdam. Ik wens u veel succes bij het vormgeven van deze overheveling waarbij de zorg voor de patiënt blijft gegarandeerd. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over de overheveling, neem dan contact op met onderstaande brancheorganisaties en samenwerkingsverbanden: -
NVZ vereniging van ziekenhuizen (NVZ) Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) of de beroepsverenigingen:
-
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis apothekers (NVZA) Nederlandse Vereniging voor Poliklinische Farmacie (NVPF)
Drs. Y. (Yvonne) Raaijmakers
[email protected]
5
1. Inleiding De overheveling van specialistische geneesmiddelen van het geneesmiddelen vergoedingssysteem (GVS) naar de ziekenhuisbekostiging is beleid van VWS dat in 2010 in gang is gezet. Overheveling van specialistische geneesmiddelen naar de ziekenhuizen betekent dat deze geneesmiddelen van het GVS worden uitgesloten en de aanspraak van de verzekerde wordt ondergebracht onder de geneeskundige zorg. De daarbij behorende financiering wordt overgeheveld van de extramurale farmacie (de openbare apotheek, apotheekhoudende huisarts en poliklinische apotheek) naar het ziekenhuiskader. Redenen hiervoor zijn volgens de minister: 1.
Meer eenduidige bekostigingssystematiek voor deze geneesmiddelen. Nu blijkt met enige regelmaat een afbakeningsproblematiek die - volgens het CVZ - kan leiden tot ongewenste situaties waarbij zorginhoudelijke overwegingen ondergeschikt kunnen raken aan financiële overwegingen.
2.
Regie bij het ziekenhuis voor specialistische geneesmiddelen die onderdeel zijn van de medisch specialistische behandeling.
3.
Doelmatige inkoop is beter gewaarborgd als de betreffende geneesmiddelen integraal onder de ziekenhuisbekostiging worden gebracht. Bundeling tussen vraag en inkoop biedt betere randvoorwaarden voor prijscompetitie tussen middelen.
De overheveling vindt gefaseerd plaats en is in 2012 gestart met de TNF-alfaremmers. Ziekenhuizen zijn sinds 2012 verantwoordelijk voor inkoop, aflevering en toediening van de TNF-alfaremmers. 1.1 Over te hevelen geneesmiddelen per 2013 De volgende oncolytica en groeihormonen worden per 1 januari 2013 overgeheveld. Overheveling 2013 - oncolytica – IMATINIB – GEFITINIB – ERLOTINIB – SUNITINIB – SORAFENIB – DASATINIB – LAPATINIB – NILOTINIB – EVEROLIMUS (ALLEEN AFINITOR, VOTUBIA) – PAZOPANIB – MITOTAAN – BEXAROTEEN – ABIRATERON – LENALIDOMIDE Overheveling 2013 - groeihormonen – SOMATROPINE – MECASERMINE In 2012 is het nieuwe geneesmiddel vemurafenib (Zelboraf) al overgeheveld.
6
1.2 Indicaties Momenteel wordt een lijst met indicaties en off-label gebruik opgesteld door de beroepsgroepen. Indien deze beschikbaar is, wordt deze in ieder geval verspreid onder de leden van de NVZA en NVPF.
1.3 Omzet en patiëntaantallen over te hevelen geneesmiddelen De omzet van de over te hevelen geneesmiddelen in 2011 is hieronder weergegeven. Het onderstaande overzicht is afkomstig van VWS. VWS heeft hiervoor gebruik gemaakt van de GIPdatabank. Let op, de gegevens uit dit overzicht dateren van 2011. Voor 2012 zijn de getallen waarschijnlijk anders, maar zijn nog niet beschikbaar in de GIPdatabank.
GIP TK2011 ATC3_H01A ADENOHYPOFYSEHORMONEN EN VERWANTE VERBINDINGEN ATC5_H01AC01 SOMATROPINE_(c) ATC5_H01AC03 MECASERMINE_(i) ATC5_H01AC03 MECASERMINE_(i)
ATC3_L01X OVERIGE ONCOLYTICA ATC5_L01XE01 IMATINIB_(c) ATC5_L01XE02 GEFITINIB_(i) ATC5_L01XE03 ERLOTINIB_(i) ATC5_L01XE04 SUNITINIB_(i) ATC5_L01XE05 SORAFENIB_(i) ATC5_L01XE06 DASATINIB_(i) ATC5_L01XE07 LAPATINIB_(i) ATC5_L01XE08 NILOTINIB_(i) ATC5_L01XE10 EVEROLIMUS_(i) (ALLEEN AFINITOR, VOTUBIA) ATC5_L01XE11 PAZOPANIB_(i) ATC5_L01XX23 MITOTAAN_(c) ATC5_L01XX25 BEXAROTEEN_(c)
55.834.344 55.815.449 18.895 730.000 56.545.449
37.252.843 4.902.505 10.970.040 14.530.331 3.583.068 8.607.453 145.657 4.659.285
Aantal gebruikers (GIP 2011) 5119 1 ?
1460 345 1310 826 256 300 26 213 350
5.228.913 839.800 386.747 187.299 91.293.941
69 42 12
ATC3_L02B ANTIHORMONEN ATC5_L02BX03 ABIRATERON ATC5_L02BX03 ABIRATERON
0 11.000.000
0 ?
WEESONCOLYTICA ATC5_L04AX04 LENALIDOMIDE_(i)
30.704.549 30.704.549
923
7
1.4 Huidige situatie - hoe is deze zorg nu georganiseerd? Momenteel zijn de per 2013 over te hevelen opgenomen in het GVS. Qua vergoeding geldt hiervoor de officiële lijstprijs in de Taxe: de zogenaamde Apotheek Inkoop Prijs (AIP) + receptregelvergoeding. Deze manier van vergoeding wordt geacht de gemiddelde kosten van geneesmiddelen en de aflevering aan de patiënt te dekken.
Oncolytica De over te hevelen oncolytica in 2013 zijn orale geneesmiddelen. Patiënten halen in de huidige situatie deze geneesmiddelen op bij de openbare apotheek, apotheekhoudende huisarts of poliklinische apotheek.
Groeihormonen De over te hevelen groeihormonen (somatropine en mecasermine) worden toegediend via injecties. Tot op heden worden deze groeihormonen meestal geleverd door een zogenoemde "unieke leverancier" die middels een overeenkomst met de fabrikant het alleenrecht heeft deze middelen - eventueel met als tussenschakel een openbare apotheek te leveren. Vaak is hieraan gekoppeld de mogelijkheid het middel ook thuis te laten toedienen, indien hiervoor indicatie bestaat. Groeihormonen kunnen ook wel verstrekt door openbare apotheken, apotheekhouden huisartsen of poliklinische apotheken. Bij distributie van de groeihormonen worden echter ook additionele kosten gemaakt: 1.
Gekoelde levering bij de patiënt thuis (of andere plek).
2.
Eventuele (thuis)toediening van deze middelen bij patiënten die deze zorg behoeven.
Bij de unieke leveranciers worden de gekoelde thuisdistributie en thuistoediening betaald uit het inkoopvoordeel.
1.5 Overheveling andere groepen geneesmiddelen vanaf 2014 Vanaf 2014 staan, als fase 3 van de overheveling, de volgende geneesmiddelen gepland om te worden overgeheveld naar het kader ziekenhuizen: de achtergebleven oncolytica uit groepen L01 en L02, fertiliteitshormonen, de achtergebleven groeihormonen, geneesmiddelen tegen bloedarmoede, epoëtines, immunoglobulinen en overige weesgeneesmiddelen. Een landelijke werkgroep met vertegenwoordigers van de ziekenhuizen en beroepsgroepen zal hiervoor ook weer een plan van aanpak maken.
8
1.6 Diverse organisatiemodellen voor levering, distributie en toediening Er zijn diverse mogelijkheden om de overheveling van specialistische geneesmiddelen in de praktijk vorm te geven. Deze opties worden verder uitgewerkt en toegelicht in het volgende hoofdstuk. Bij de uiteindelijke keuze is het van belang een aantal zaken te wegen: 1.
Belangrijk is te realiseren dat deze overheveling waarschijnlijk de komende jaren gevolgd zal worden door andere groepen specialistische geneesmiddelen.
2.
Evenzeer is het goed u te realiseren dat het zowel om inhoudelijke als financiële overwegingen een trend zal worden steeds meer specialistische tweedelijnszorg buiten het ziekenhuis vorm en inhoud te geven.
3.
En tenslotte is het van belang - zeker ook indien ziekenhuizen afgerekend worden op hun voorschrijf- en aflevergedrag - de nadruk te leggen op zinnig en zuinig gebruik van geneesmiddelen.
9
2. Strategische keuzen voor het ziekenhuis 2.1 Organisatievarianten voor zorg, distributie en toediening geneesmiddelen Er zijn diverse mogelijkheden om de overheveling van specialistische geneesmiddelen in de praktijk vorm te geven. In de huidige situatie zijn er patiënten die hun geneesmiddelen thuis geleverd kunnen krijgen door “unieke leveranciers”, bijvoorbeeld het groeihormoon. Andere patiënten halen de geneesmiddelen op bij de openbare apotheek, apotheekhoudende huisarts of poliklinische apotheek; dit is zowel bij de over te hevelen oncolytica als ook bij groeihormonen het geval. De minister heeft in haar brief aan de Tweede Kamer d.d. 24 mei 2012 het volgende uitgangspunt benadrukt: “De patiënt mag geen hinder ondervinden; de inhoud van het verzekerde pakket blijft zoals die is, net als de mogelijkheid om de zorg in de thuissituatie te ontvangen”. Bij het hierboven beschreven uitgangspunt van de minister moet overigens worden opgemerkt dat het voor ziekenhuizen ook mogelijk is geneesmiddelen die in de huidige situatie nog worden thuisbezorgd, deze in de toekomst op een andere manier aan de patiënt te verstrekken. Denk bijvoorbeeld aan het verstrekken van de geneesmiddelen aan de patiënt na afloop van het polikliniekbezoek. Dit is nu ook voor de TNF-alfaremmers het geval. De minister is hiermee akkoord, mits de patiënt niet apart naar het ziekenhuis moet komen om de geneesmiddelen op te halen. Hieronder worden enkele mogelijke organisatievarianten beknopt weergegeven. 1. Farmaceutische zorg binnen het ziekenhuis met "eigen (lokale)" distributie en toediening. Het ziekenhuis doet het gehele proces zelf. 2. Farmaceutische zorg binnen het ziekenhuis en uitbesteden van distributie en toediening. Het ziekenhuis voert de apotheekfunctie (inkoop, aflevering, farmaceutische zorg) zelf uit, maar zoekt een partner voor (gekoelde) distributie en thuistoediening. Dat kan zowel een landelijk, als lokaal werkende partner (bijvoorbeeld thuiszorginstelling) zijn. 3. Volledig uitbesteden aan een andere organisatie. Het ziekenhuis besteedt het hele proces uit. Uiteraard zijn vele tussenvormen van de hiervoor genoemde organisatievarianten mogelijk. Bij het in de praktijk vormgeven van levering, distributie en toediening van dure specialistische geneesmiddelen is het raadzaam onderscheid te maken tussen met name (farmaceutische) zorg en distributie. Met de functie “distributie” wordt met name de logistiek buiten het ziekenhuis (gekoeld transport en bezorging) bedoeld. Dit zal nagenoeg alleen van toepassing zijn bij groeihormoon. Thuistoediening kan zich beperken tot alleen de toediening (door een verpleegkundige). De keuze tussen zelf doen of uitbesteden kan anders uitpakken als het thuisbezoek ook wordt ingevuld met functies als voorlichting over medische en farmaceutische zaken, begeleiding op het gebied van juist gebruik van het geneesmiddel (injectietechniek) en therapietrouw.
10
Deze indeling is van belang om procesonderdelen te definiëren die van groot belang zijn voor het in kwalitatieve en bedrijfsmatige zin welslagen van de overheveling. Over het algemeen zijn dat die procesonderdelen die gebonden zijn aan de driehoek: Patiënt
Medisch specialist
Apotheker van het ziekenhuis
Procesonderdelen als formulariumbeleid (en dus ook inkoop), indicatiestelling, medicatiebewaking, voorlichting (medisch en farmaceutisch in samenhang), therapietrouwbevordering en begeleiding, leunen qua succes zwaar op relaties en vertrouwen binnen bovengenoemde driehoek en bepalen in hoge mate het zinnig en zuinig gebruik. Dit geldt minder tot niet voor distributie (logistiek). Uiteraard kan het thuisbezoek door een zorgverlener - zeker ook bij andere middelen (iv-middelen) waarbij de contacttijd langer is - mede ingevuld worden door zorgtaken en hiermee van karakter veranderen. De keuze of de distributie door de eigen organisatie wordt ingevuld of door anderen is meer afhankelijk van bedrijfsmatige factoren.
2.2 Beslismatrix Een beslismatrix kan gebruikt worden als hulp in het denkproces om van de verschillende taken vast te stellen of deze beter door het ziekenhuis zelf (intern), met een aantal ziekenhuizen samen (gezamenlijk), of door een externe partij (uitbesteed) kunnen worden uitgevoerd. Hieronder volgt een voorbeeld van de beslismatrix die kan worden gebruikt bij de overheveling van de orale oncolytica. Voorbeeld: ziekenhuis beslismatrix Overheveling 2013 (orale) oncolytica
voorkeur ziekenhuis i
g
inkoop geneesmiddelen
2
2
receptverwerking
1
distributie en levering
3
distributie en levering na onverwachte bijwerkingen
voorbereidings beschikbaar beschikbare spreiding tijd personeel ruimte adherentie
u
i
u
i
1 3
3
1
pati ëntenbegeleiding
3
1
communicatie extramuraal
3
1
3
1
i= intern uitvoeren
g
u
i
2
2
1
g
u
i
g
u
i
g 3
1
3
3
medicatiebewaking
monitoring & evaluatie
g
samenwerking onderhandel sturing ziekenhuizen macht formularium u
i
g
3
3
u
1
1
3
3
3
1
2
3
3
2 3
1 1
1 1
3
3
2
2
g= gemeenschappelijk met ander ziekenhuizen
i
u= uitbesteden
g
totaal gewicht
u
i
g
u
2
7
8
4
5
1
0
12
0
0
0
0
15
2
3
2
6
0
0
6
3
6
6
2
2
44
17
29
Figuur: beslismatrix Overheveling 2013 – (orale) oncolytica
De beslismatrix voor de overheveling van de groeihormonen bevat ook de onderwerpen ‘toedieningsinstructie’ en ‘toediening extramuraal’ daar deze geneesmiddelen worden toegediend via injecties. Hieronder volgt het voorbeeld van de beslismatrix die kan worden gebruikt bij de overheveling van de groeihormonen in 2013.
11
Voorbeeld: ziekenhuis beslismatrix Overheveling 2013 groeihormonen
voorkeur ziekenhuis
i
g
inkoop geneesmiddelen
2
2
Voor toediening gereed maken en receptverwerking
1
distributie en levering
voorbereidings beschikbaar beschikbare spreiding tijd personeel ruimte adherentie
u
i
1
pati ënteneducatie
3
u
i
1
3
medicatiebewaking
g
3
g
u
i
2
2
1
g
u
i
1
1
2
toediening extramuraal
3
2
3
2
2
3
2
3
1
pati ëntenbegeleiding
1
communicatie extramuraal
3
1
monitoring & evaluatie
3
1
i= intern uitvoeren
3
3
1 1
u
i
g
3
3
u
i
1
3
3
3
2
1
g
3
2
3
3
i
1
3
toedieningsinstructie
u
3
1
3
g
samenwerking onderhandel sturing ziekenhuizen macht formularium
3
g
totaal gewicht
u
i
g
u
2
7
8
4
5
1
0
0
0
15
2
3
2
18
0
0
3
3
3
3
8
3
3
2
3
12
3
3
5
3
8
3
3
6
3
6
2
2
6
2
2
54
26
57
g= gemeenschappelijk met ander ziekenhuizen
u= uitbesteden
Figuur: beslismatrix overheveling 2013 – groeihormonen
De matrixen zijn als volgt opgebouwd: in de linker kolom staan verschillende werkzaamheden, zoals die voor kunnen komen bij een behandeling met de over te hevelen oncolytica of groeihormonen in 2013. De matrix is als Excel bestand beschikbaar en is op te vragen bij
[email protected]. Hiermee is het dus mogelijk dit aan te vullen, of taken samen te nemen als dat beter past bij de situatie in uw ziekenhuis. In de bovenste rij staan ziekenhuis specifieke determinanten die van invloed kunnen zijn op de beslissing of de werkzaamheden bij voorkeur intern uitgevoerd (i), gezamenlijk opgepakt (g), of uitbesteed worden (u). Het belang van een bepaalde overweging kan worden aangegeven door er een hoger cijfer voor te geven. In de voorbeeld matrices is er voor gekozen te variëren tussen 0 en 3. Let op: de getallen in onderstaande matrix zijn slechts ingevuld als voorbeeld, de situatie in uw ziekenhuis kan heel anders zijn! Voor alle werkzaamheden wordt per determinant bedacht in hoeverre intern, gezamenlijk of uitbesteden de beste oplossing is. Een 0 in alle drie de kolommen (i, g en u) geeft aan dat deze input variabele niet relevant is voor deze taak. Een 3, zoals bijv. bij ‘samenwerking ziekenhuizen’ voor de taak ‘patiënten educatie’, in de kolom "intern" geeft aan dat er zwaarwegende argumenten zijn om deze taak intern uit te voeren. In de voorbeeld matrix zijn getallen ingevuld voor een fictief ziekenhuis. Voor elk van de werkzaamheden is bedacht hoe zwaar de verschillende ziekenhuis specifieke determinanten wegen. Hieronder ter verduidelijking stap voor stap het invullen van de bovenste rij (inkoop geneesmiddelen): - Ons voorbeeldziekenhuis wil bij voorkeur de geneesmiddelen zelf inkopen, of samen in een groep ziekenhuizen: dus 2 voor intern en 2 voor gezamenlijk. Deze voorkeur kan zijn op basis van een beleidsplan, of als onderdeel van de strategie. -
Voorbereidingstijd wordt niet gezien als issue voor de inkoop, dus geen punten hier.
-
Het benodigde personeel heeft het al erg druk, dat spreekt tegen intern: dus 2 punten voor uitbesteden (misschien kan hier ook een 2 bij gezamenlijk, als bekend is dat er dan geen werk bijkomt in het eigen ziekenhuis).
12
-
Beschikbare ruimte voor de opslag van de ingekochte geneesmiddelen is er voldoende in ons voorbeeld ziekenhuis, dus 2.
-
Spreiding adherentie wordt bij het voorbeeldziekenhuis niet gezien als issue voor de inkoop, dus geen punten hier.
-
De samenwerking tussen de ziekenhuizen in de groep is goed m.b.t de inkoop: een sterke voorkeur om dit samen te doen: 3 punten.
-
Het ziekenhuis is groot genoeg om alleen de onderhandelingen in te gaan, maar met de hele groep ziekenhuizen blijft dat argument van kracht: 3 punten voor i en g.
-
De verschillende ziekenhuizen hebben verschillende formularia en willen die vrijheid houden, dus eigenlijk wil de groep op alle middelen een fikse korting. Op basis hiervan zou het uitbesteden van de inkoop weer voordeel op kunnen leveren: 2 punten voor u.
In de rechter kolom geeft de matrix een rij getallen per taak. Voor elke taak komt er een getal onder i (intern) onder g (gezamenlijk) en onder u (uitbesteden). Deze getallen geven een indicatie van de wenselijkheid van uitvoering intern, gezamenlijk of door uitbesteding. Hoe hoger het getal, hoe meer deze vorm de voorkeur heeft. Als deze getallen bekend zijn, komt stap 2: een logische combinatie van taken die worden uitbesteed en taken die gezamenlijk worden opgepakt of intern worden gedaan. Hiervoor geldt natuurlijk dat een keuze van tijdelijke aard kan zijn, omdat tijd nodig is om de gewenste situatie te bereiken.
13
3. Voorbereiden overheveling 2013 De voorbereiding op de overheveling kan minimaal 6 maanden in beslag nemen. Ervan uitgaande dat u al bent gestart met de voorbereiding, is het zinvol om een projectgroep te formeren. Deze bestaat naast de projectleider minimaal uit een afvaardiging van voorschrijvers, ziekenhuisapotheker, poliklinisch apotheker en een medewerker van de financiële afdeling. Vervolgens dienen de voorschrijvers en patiënten te worden geïnformeerd en tenslotte dient het proces van afleveren en declareren opnieuw te worden ingericht.
3.1 Vaststellen en informeren voorschrijvers
Vaststellen voorschrijvers De over te hevelen middelen worden voorgeschreven: Orale oncolytica
Groeihormoon
Oncologen Hematologen Longartsen Urologen Kinderartsen Gynaecologen Endocrinologen
In sommige gevallen In uitzonderlijke gevallen, bv imatinib Bv mitotaan, sorafenib
Kinderarts-endocrinologen Endocrinologen
Door off-label gebruik, kunnen er ook andere artsen voorschrijven dan hierboven genoemd, bijvoorbeeld immunologen. Om de overheveling goed vorm te kunnen geven, is het nodig om alle voorschrijvers in uw ziekenhuis vast te stellen. Dit kan door alle artsen (bijvoorbeeld per brief) te vragen of ze de middelen voorschrijven (incl. off-label) en of ze dat doen via het Elektronisch Voorschrijfsysteem. Indien dan laatste niet het geval is, is een stimulerend beleid hierop voeren op zijn plaats, mede om meer zicht te krijgen op de patiëntenpopulatie. De behandelrichtlijn “Richtlijn Groeihormoonbehandeling bij Kinderen” geeft aan dat alleen kinderartsen die geregistreerd zijn als kinderarts - endocrinoloog groeihormoon mogen voorschrijven. De algemene kinderartsen zullen dus voor kinderen geen groeihormoon voorschrijven. In Nederland zijn ongeveer 25 kinderarts - endocrinologen werkzaam. Deze zijn voornamelijk gevestigd in de academische ziekenhuizen en een aantal andere centra, zoals het Albert Schweitzer ziekenhuis, Atrium Medisch Centrum, Catharina ziekenhuis, Diabeter, Doctors4kids, Haga ziekenhuis, Jeroen Bosch ziekenhuis, Canisius-Wilhelmina ziekenhuis, Isala klinieken (Zwolle), Reinier de Graaf groep en het St. Antonius Ziekenhuis. De genoemde ziekenhuizen zijn afkomstig uit de Landelijke Registratie Groeihormoonbehandeling bij Kinderen en kunnen theoretisch gezien onvolledig zijn. Controleer dus altijd of er binnen uw ziekenhuis groeihormoon wordt voorgeschreven. Het is ook mogelijk dat er binnen uw ziekenhuis door middel van het “verlengde-arm principe” wordt voorgeschreven door kinderartsen met aandachtsveld endocrinologie, ook al is het gangbaar dat deze alleen de diagnostiek uitvoert. De hoofdbehandelaar is altijd de kinderartsendocrinoloog.
14
Informeren voorschrijvers en maken afspraken Informeer de voorschrijvers over de aanstaande wijzigingen in regelgeving. Maak tevens afspraken met de voorschrijvers. Agendapunten kunnen onder anderen zijn: • • • • • • • • •
• • • •
Het gebruik van het Elektronisch Voorschrijfsysteem, ook op de polikliniek Minimale eisen waar een recept aan moet voldoen. Voorschrijven volgens een format recept (wellicht te ontwikkelen) incl. vermelding behandelprotocol en voorschrijfhoeveelheid Afleverhoeveelheid per recept Doseringscontrole uit te voeren door apotheek, ook bij oncolyticakuren Beleid rondom interactieafhandeling van minder relevante interacties Frequentie van ziekenhuisbezoek door de patiënt Beleid rondom het bezorgen bij de patiënt thuis Frequentie van wijzigingen in geneesmiddelen tussen 2 polibezoeken na een telefonisch consult (inclusief de mogelijkheid om de wijziging niet dezelfde dag in te laten gaan zodat meer ruimte is om het geneesmiddel bij de patiënt te krijgen) Wie verstrekt welke informatie over het geneesmiddel aan de patiënt (zowel mondeling als schriftelijk). Is de huidige schriftelijke informatie begrijpelijk en actueel? Wie geeft prikinstructie (groeihormonen) met herhaalinstructie? Wat doen we met het leveren van naaldencontainers, pennen en de afvalstroom die dit met zich meebrengt? Onderlinge uitwisselbaarheid van de middelen om zo te komen tot een formulariumbeleid Tips: 1. Oncolytica die intraveneus worden toegediend, worden vaak voorgeschreven volgens een vast format. Wellicht kunt u bij het vaststellen van een format recept orale oncolytica hieruit ideeën opdoen.
3.2 Vaststellen patiëntenpopulatie Tot 1 januari 2013 kunnen patiënten de over te hevelen geneesmiddelen verkrijgen via de poliklinische apotheek, openbare apotheek, apotheekhoudende huisarts of unieke leverancier. Dit zal voor de meeste patiënten per 1 januari 2013 veranderen, waarover ze door uw ziekenhuis geïnformeerd dienen te worden. U dient dus in kaart te brengen welke patiënten de over te hevelen middelen zullen gebruiken op 1 januari 2013. Uit ervaring met de overheveling TNF-alfaremmers blijkt dat voorschrijvers niet eenvoudig een complete lijst met gebruikers konden aanleveren. Daarom kunnen onderstaande bronnen behulpzaam zijn om de gebruikers in kaart te brengen. Het verschil met de TNF-alfaremmers is wel dat de patiënten groep niet uitsluitend bestaat uit chronische patiënten. Er kunnen dus altijd nog op het laatste moment patiënten afvallen (wisseling van geneesmiddelen door bijwerkingen, overlijden) of bij komen bij uw telling. Dit zal naar verhouding bij orale oncolytica veel meer zijn dan bij de vorige overheveling TNFalfaremmers.
15
Gegevens uit GIPdatabank Op www.gipdatabank.nl zijn landelijke patiëntaantallen per middel in 2011 beschikbaar. Deze zijn ook opgenomen in het voorgaande hoofdstuk.
De Stichting Kind en Groei De Stichting Kind en Groei beoordeelt alle aanvragen voor behandeling met groeihormoon bij kinderen in Nederland en registreert deze gegevens in de Landelijke Registratie Groeihormoonbehandeling bij Kinderen (uitgezonderd Menzis verzekerden). Hierdoor heeft zij inzicht in het aantal kinderen dat per voorschrijver/ziekenhuis met groeihormoon wordt behandeld, met welke dosis en merk/toedieningsysteem. De Stichting Kind en Groei kan tevens een prognose geven van het jaarlijks te verwachten aantal patiënten. Deze gegevens zijn (mogelijk tegen betaling) op te vragen via telefoonnummer 010-225 15 33. De Stichting Kind en Groei heeft GEEN inzicht in het gebruik van groeihormoon bij volwassenen. Hiervoor bestaat geen landelijke database meer.
Unieke leveranciers Een aantal unieke leveranciers leveren (met of zonder alleenrecht) de geneesmiddelen af. Dit betreft voornamelijk groeihormoon. Informeer bij hen of ze u kunnen helpen bij het in kaart brengen van patiënten. In de bijlage is een overzicht opgenomen van middelen die momenteel door unieke leveranciers worden verstrekt en of parallel beschikbaar is (er is dan wel een ander ZInummer). Ze kunnen ook gewoon door de openbare apotheek worden verstrekt, dus het overzicht van de unieke leveranciers kan onvolledig zijn.
Elektronisch Voorschrijfsysteem Uit het Elektronisch Voorschrijfsysteem (EVS) kunnen eenvoudig gebruikers worden getraceerd. De praktijk wijst echter uit dat niet alle artsen zowel klinisch als poliklinisch via het EVS voorschrijven. Het overzicht is dus niet perse volledig. Tips: 2. Het is wenselijk dat artsen het EVS zowel klinisch als poliklinisch gebruiken, dat maakt het overzicht van patiënten steeds completer. Er zijn ziekenhuizen bekend waar voorschrijvers door het afdelingshoofd worden beboet indien ze niet voorschrijven via het EVS. 3. Indien het EVS nog niet volledig is geïmplementeerd in uw ziekenhuis, verzoek vriendelijk doch dringend aan het implementatieteam van het EVS prioriteit te geven aan de voorschrijvers die betrokken zijn bij de overheveling. 4. Indien u patiënten in het EVS zoekt aan de hand van voorgeschreven middelen, kunt u dit doen op stofnaam. Er is 1 uitzondering: van everolimus wordt alleen het merk Afinitor en Votubia overgeheveld. Indien u zou zoeken op stofnaam komt u ook uit bij nefrologen (niertransplantatie) terwijl daar geen Afinitor of Votubia wordt voorgeschreven (maar wel Certican).
16
Bijhouden door artsen Indien u geen EVS systeem heeft of dit nog te beperkt wordt gebruikt, verzoek dan tijdig de artsen dat ze de komende drie maanden bijhouden voor wie ze de over te hevelen geneesmiddelen voorschrijven. Indien het ziekenhuis beschikt over een poliklinische apotheek, dan kan deze de patiënten in 2012 ook al voorzien van hun geneesmiddelen. Indien de patiënt daar vanaf nu hun geneesmiddelen gaat ophalen, verandert er voor de patiënt (nagenoeg) niets en zal de patiënt van de overheveling geen hinder ondervinden. Het enige wat de poliklinische apotheek per 1 januari 2013 dient te doen is “de financiële knop omdraaien”.
Poliklinische apotheek Indien uw ziekenhuis een poliklinische apotheek heeft, is de kans aanwezig dat een aantal patiënten in 2012 hun geneesmiddelen daar al ophalen. Per middel kan dan eenvoudig een lijst met gebruikers uit het Apotheek Informatie Systeem worden geproduceerd. Realiseert u zich wel dat dit overzicht geen compleet beeld is van uw gebruikerspopulatie.
Ziekenhuisapotheek of financiële afdeling Mogelijk is de patiënt opgenomen geweest in uw ziekenhuis en zijn de geneesmiddelen waarschijnlijk gewoon door gebruikt en gedeclareerd via de DBC. Het informatiesysteem van de ziekenhuisapotheek of het declaratiebestand kunnen dus ook een bron zijn om patiënten in kaart te brengen. Let op: de geneesmiddelen kunnen voor of tijdens opname ook bewust worden gestopt, omdat dit de reden van opname is. Het geeft dus zeker geen betrouwbaar volledig beeld, maar het kan het overzicht van gebruikers wel aanvullen.
Poster in wachtkamer van voorschrijver Patiënten die orale oncolytica of groeihormoon gebruiken, komen meestal 1 keer per maand of kwartaal/4 maanden op polibezoek. In uitzonderingsgevallen bezoekt de patiënt 1 keer per half jaar de arts b.v. bij gebruik van imatinib. Dit betekent dat eind september (bij bezoek 1 keer per kwartaal) de patiënt voor de laatste keer in 2012 het ziekenhuis bezoekt. Hang in de wachtkamer van iedere mogelijke voorschrijver zeker vanaf eind september 2012 een poster op. Hierop staat vermeld dat indien de patiënt 1 van de genoemde geneesmiddelen gebruikt, hij zich dient te melden bij de poliassistente. Hier kan dan een lijst met patiëntgegevens worden aangelegd, waarna ze op een later tijdstip per brief kunnen worden geïnformeerd. Mocht het proces rondom de overheveling in uw ziekenhuis al eerder duidelijk zijn, dan kan het nieuwe “ophaaladres” meteen worden toegelicht aan de patiënt, eventueel ondersteund met een informatiefolder of plattegrond. In de bijlage is een voorbeeld opgenomen van een poster. Tips: 1. Hang de poster zo snel mogelijk op om alle patiënten de revue te laten passeren bij hun herhaalbezoek aan de voorschrijver. Openbare apotheken Verzoek de openbare apotheken (per brief) of zij hun patiënten willen informeren over de aanstaande overheveling en de consequenties voor het verkrijgen van de geneesmiddelen voor de patiënt. Dit allemaal om de overheveling voor de patiënt zo geruisloos mogelijk te laten verlopen. Voeg eventueel zelf een informatiefolder bij die de openbare apotheek kan
17
verstrekken aan de patiënt. Openbare apotheken zullen de privacy van de patiënt respecteren en patiëntgegevens niet zomaar aan u doorgeven.
Vektis, SFK en IMS Health De Landelijke werkgroep Overheveling is in gesprek met SFK en Vektis om data per ziekenhuis beschikbaar te stellen. Hiermee krijgt u o.a. per geneesmiddel inzichtelijk de patiëntaantallen en de kosten per patiënt per jaar. U kunt deze aantallen gebruiken voor het vaststellen van het budget. Daarnaast geeft het u inzicht of u alle patiënten in beeld heeft. Bij het drukken van dit handboek is de uitkomst van het overleg nog niet bekend, maar het ziet er positief uit. U wordt op een nader tijdstip geïnformeerd over de mogelijkheden. Mocht er onverhoopt uit Vektis of SFK niets voortkomen, dan kan het Instituut voor Medische Statistiek (IMS) u data aanleveren tegen betaling. Aandachtspunten: • •
Nagenoeg alle extramurale apotheekhoudenden leveren aflevergegevens aan aan SFK en ongeveer 75% aan IMS. IMS kan data extrapoleren naar 100 %. U dient zelf toestemming te vragen aan de openbare apotheek voor het door IMS laten verstrekken van data. Dit kan bij een ziekenhuis met een groot adherentiegebied een grote klus zijn.
Fabrikant De meeste geneesmiddelenfabrikanten kopen voorschrijfdata in bij IMS om inzicht te krijgen in het voorschrijfgedrag van huisartsen en specialisten. Door strikte privacywetgeving zijn deze data nimmer herleidbaar tot patiënt of arts, ze zijn alleen beschikbaar op brick-niveau. Een brick is een gebied met een vastgesteld aantal inwoners. In 1 brick kunnen meerdere ziekenhuizen vallen, dus heel zuiver zijn de data niet, maar ze geven wel een richting. Mogelijk wil een artsenbezoeker of de salesmanager deze data met u delen. Deze aantallen kunt u naast de aantallen leggen om inzicht te krijgen in de verschillen en dus missend aantal patiënten. 3.3 Informeren patiënten Nadat u zicht hebt op uw patiëntenpopulatie dient u de patiënten tijdig te informeren over de veranderingen die de overheveling voor hem of haar met zich meebrengt. Deel dit tijdig met de patiënt. Het zijn middelen waar “hun leven vanaf kan hangen”, waardoor ze een extra grote behoefte zullen hebben aan tijdige en begrijpelijke informatie.
Verstuur een brief per post Stuur de patiënt tijdig een brief met de veranderingen die voor hem of haar per 1 januari 2013 gelden. Indien u de communicatie alleen door de voorschrijvers laat verlopen, loopt het ziekenhuis het risico dat er wel eens een patiënt tussendoor glipt. In de bijlage is een voorbeeldbrief opgenomen. Tips: 2. Stuur de brief niet te laat in verband met een mogelijke vakantie van de patiënt. Stuur de brieven aan de hand van actuele gegevens. Het zou vervelend zijn als een brief wordt verstuurd aan een patiënt die inmiddels is overleden.
18
Informeer de patiënt tevens dat voor zijn behandeling altijd inzicht nodig is in zijn actueel medicatiegebruik (incl. zelfzorg). U kunt vragen of de patiënt een formulier invult met zijn of haar actuele geneesmiddelen en deze terugstuurt. Of dat de patiënt de naam van de apotheek waar hij doorgaans komt aan u doorgeeft zodat u de afleverhistorie kunt opvragen (via OZIS of fax). Realiseert u zich dat beide methoden niet vanzelfsprekend leiden tot een juist Actueel Medicatie Overzicht. Medicatie ontbreekt, het gebruik klopt niet meer of zelfzorgartikelen worden niet gezien als geneesmiddel. Verifieer dus als de patiënt aan de balie staat het overzicht door het door te spreken met de patiënt. Vergeet u niet om in de brief aan de patiënt kenbaar te maken dat deze bezwaar kan maken voor het opvragen van medicatiegegevens bij een andere zorgverlener? En dat de patiënt bij wijziging in gebruik van zijn geneesmiddelen dit door moet geven aan de apotheek van het ziekenhuis? Dit kan namelijk invloed hebben op zijn therapie in het ziekenhuis.
Brief verstrekt door voorschrijver Een logisch moment voor informeren over de wijzigingen is dat de patiënt in 2012 de voorschrijver bezoekt. De voorschrijver kan de patiënt een brief meegeven. Besteed hieraan aandacht aan de overgangsregeling van 2012 naar 2013. Zie de andere paragraaf in dit handboek. In de bijlage is een voorbeeldbrief opgenomen die per post verstuurd kan worden aan patiënten. Deze (of een deel ervan) is ook bruikbaar voor het meegeven door voorschrijvers. Tips: 3. Wellicht kan de patiënt zijn geneesmiddelen ook in 2012 al ophalen in de poliklinische apotheek, zodat de route voor de patiënt al bekend is. De poliklinische apotheek declareert het middel dan gewoon nog via de in 2012 gangbare wijze bij de zorgverzekeraar. Dit kan veel overgangsperikelen voorkómen.
Informatiefolder verstrekt door poliklinische apotheek Het is goed mogelijk dat de poliklinische apotheek in uw ziekenhuis de over te hevelen middelen nu al verstrekt aan de patiënt. Dat is nu nog vrijblijvend, de patiënt kan er ook voor kiezen om het elders op te halen. Vanaf 1 januari 2013 kan dat niet meer. Daarom dient de “bestaande” patiënt hier ook over te worden geïnformeerd.
Website ziekenhuis en/of poliklinische apotheek Bij de overheveling TNF bleek dat ziekenhuizen de nieuwe werkwijze van de overheveling onvoldoende communiceerde op de website van het ziekenhuis en/of poliklinische apotheek. Dit is een eenvoudige actie, omdat er gebruik kan worden gemaakt van teksten die landelijk zijn vastgesteld (zie bijlage). Vul deze dan zo nodig aan met specifieke informatie die voor uw patiënt geldt binnen uw ziekenhuis.
Landelijke informatievoorziening Landelijk informeert de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening (Stichting EGV) de patiënten over de globale wijzigingen die de overheveling met zich meebrengt. Dit is ondersteunend aan uw informatievoorziening, want niet iedere patiënt is aangesloten bij een
19
patiëntenvereniging of zoekt informatie op websites. De volgende communicatiemiddelen zijn door de Stichting EGV opgesteld. Ze zijn opgenomen in de bijlage. • • •
Kort bericht voor website Uitgebreid bericht voor website Vraag en antwoord voor patiënten Tips: 4. Ieder mag deze communicatiematerialen gebruiken. Mocht er behoefte zijn aan een andere vorm van informatietekst (zoals artikelen, folders, posters of anderszins), dan kunt u zich wenden tot de Stichting EGV (tel. 010 – 480 09 42 of
[email protected]). Deze zal dan kosteloos in de gewenste informatievariant voorzien.
3.4 Vaststellen mogelijke rol unieke leveranciers In de bijlage is een overzicht opgenomen van welke unieke leveranciers welke over te hevelen middelen in 2012 leveren met hun mogelijkheden in 2013. Ze richten zich voornamelijk op planbare zorg, zoals groeihormonen en op dit moment niet of nauwelijks op orale oncolytica. Wel zeggen een aantal partijen de apotheekfunctie geheel te kunnen overnemen (dus zowel groeihormoon als alle orale oncolytica), maar vraag u dan af hoe of zij werkelijk alles kunnen. Is het mogelijk dat een externe inzicht krijgt in de behandelprotocollen bij orale oncolytica en dat ze daar dosering op controleren? Is het mogelijk dat zij op de hoogte kunnen zijn van intraveneuze oncolytica? Etc. etc. Richt daarom eerst uw proces op papier in en stel dan vast wat wel en wat niet uitbesteed kan worden en wat past bij de visie van uw ziekenhuis.
3.5 Inrichten voorschrijf- en afleverproces Richt samen met voorschrijvers, poli-assistentes, apothekers en apothekersassistentes het proces van voorschrijven en afleveren in. In het volgende hoofdstuk wordt hier uitgebreid aandacht aan besteed. Doelmatigheid in het proces is van belang. 1. Doelmatig voorschrijven Bij geneesmiddelen die onderling uitwisselbaar zijn. 2. Doelmatig afleveren a. Zoveel mogelijk afleveren via de apotheek van het ziekenhuis als de patiënt toch in het ziekenhuis aanwezig is. b. Spillage voorkomen door de afleverhoeveelheid af te stemmen op de nog aanwezige thuisvoorraad en het geplande volgend polibezoek. c. Duidelijke afspraken maken met de voorschrijvers over de hoeveelheid van de eerste uitgifte. Bij een deel van de geneesmiddelen krijgt een significant deel van de patiënten bijwerking waardoor de therapie moet worden aangepast.
20
3. Doelmatig gebruiken Het wegnemen van de oorzaken van onjuist gebruik (therapieontrouw). Het onnodig stoppen van een therapie kan worden gezien als een spillage van de reeds wel gebruikte geneesmiddelen. Interventies op het gebied van doelmatig gebruiken dienen te worden afgestemd met de voorschrijver. Zo zal het beleid rondom therapietrouw in verhouding tot bijwerkingen bij een curatieve patiënt anders zijn dan bij een palliatieve patiënt. Tips: 5. Bekijk de voorwaarden die de zorgverzekeraar heeft opgenomen in het contract tussen zorgverzekeraar en ziekenhuis. Neem deze voorwaarden mee in het inrichten van uw proces.
3.6 Inrichten inkoop- en declaratieproces Het is voor de hand liggend dat de “apotheek van het ziekenhuis” (eenheid van ziekenhuisapotheek en poliklinische apotheek) de middelen inkoopt. Mocht dit in uw ziekenhuis nog niet als dusdanig zijn ingericht, stel dan vast wie de inkoop van de middelen verzorgt: ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek en wie dus de eventuele marge ontvangt en hoe u deze inzet. Mogelijkheden om een scherpe prijs te bedingen zijn na het afschaffen van de afslag vergelijkbaar als bij de klassieke ziekenhuismiddelen: door schaalgrootte in samenwerking met andere ziekenhuizen of door lokale marktmacht indien alternatieven voorhanden zijn en formulariumafspraken kunnen worden gemaakt.
Prijs-‐ en inkoopafspraken zijn geheim De ‘afslag’ is afgeschaft. Dat betekent dat u met uw leveranciers prijsafspraken kunt maken waarbij u geheimhouding van inkoopafspraken biedt aan de leverancier. Indien zorgverzekeraars prijstransparantie wensen, dan kan uw ziekenhuis zich daartegen verzetten en wijzen op de argumenten die de minister heeft gebruikt om de afslag af te schaffen. Het argument dat u kunt geven is dat prijsafspraken over de inkoop van geneesmiddelen en alle andere inkoopafspraken van het ziekenhuis geheim zijn. Het zijn individuele prijsafspraken die leveranciers om hun moverende redenen aan een specifiek ziekenhuis of inkoopgroep gunnen, en die ze dus niet aan anderen gunnen. U kunt wel met de zorgverzekeraar overleggen dat u bijvoorbeeld op geaggregeerd niveau gegevens kunt aanleveren of dat u met de zorgverzekeraar de resultaatrekening van de apotheek bespreekt, waarin ontvangen kortingen een plek hebben, maar wel op geaggregeerd niveau. Achmea heeft gegevens op productniveau geëist in hun voorstellen voor 2013, maar een gesprek van de NVZA met hen heeft al opgeleverd dat ze aangeven dat her er met name om gaat zicht te hebben op de processen rondom de apotheek. Indien u bezwaar heeft tegen het afgeven van de nettoprijzen aan Achmea dan kunt u met hen in discussie. U kunt ook aangeven aan uw zorgverzekeraar dat de prijzen van DBC’s transparant zijn, en dat u in de prijs van de DBC kortingen en bonussen zijn verwerkt. Ook kunt u met
21
zorgverzekeraars gaan afspreken kosten van geneesmiddelen op te nemen in de prijs van de DBC, maar daarbij blijft alleen de prijs van de DBC transparant, en niet de inkoopprijs van geneesmiddelen. U kunt eventuele (structurele) problemen met verzekeraars ook aankaarten via de NVZA of NVPF en NVZ/NFU, maar u kunt bijvoorbeeld ook individueel een klacht indienen bij de NMa, aangezien het waarschijnlijk zo is dat afgedwongen prijstransparantie leidt tot verstoring van de markt.
Kostprijs en declareren poliklinische apotheek De kosten van de poliklinische apotheek bestaat uit de materiaalkosten (kosten van het geneesmiddel) en de “handlingkosten” (receptverwerking, bezorgkosten, prikinstructie). Voor een declaratie vanuit de poliklinische apotheek aan het ziekenhuis, dient een extractie te komen van de verstrekkingen, omgerekend naar de add-on (in mg). Stem onderling af hoe, wanneer en welke gegevens aangeleverd moeten worden. Tips: 6. De afspraak is dat add-ons real time, dus direct na levering, gedeclareerd kunnen worden. Bij de declaratie moet wel het bijhorende ZP-nr. geleverd worden. Er zijn ziekenhuizen die er voor kiezen om add-ons 1x per 2 weken of 1x per maand te declareren. E.e.a. ligt aan de declareer frequentie van ziekenhuizen. 7. Overweeg om de kosten door te berekenen aan de afdeling of zelfs de voorschrijver, waardoor monitoring en eventuele bijsturing mogelijk is. 8. Tarieven van geneesmiddelen kunnen tussentijds worden aangepast zoals onlangs het tarief voor lenalidomide. Stel vast hoe hiermee om te gaan. 9. Houdt rekening met de declaratie per milligram. Mogelijk komt de laagste prijs per milligram in het add-on tarief. Mocht u een sterkte afleveren die duurder is dan de prijs van de add-on, stel dan vast hoe u hier binnen het ziekenhuis mee omgaat. Zie ook hoofdstuk 6.
Inrichten declaratiesystemen Indien de poliklinische apotheek de kosten declareert, is het nodig dat zij hun Apotheek Informatie Systeem correct inrichten. •
Invoeren nieuwe “zorgverzekeraar ziekenhuis” (bij Aposys kan dit via de aanvullende verzekering/polis, waarbij je de juiste machtiging vaststelt, bij andere Apotheek Informatie Systemen zou dit ook moeten kunnen). Mogelijk kunt u de diverse afdelingen aanmaken zodat de kosten per afdeling traceerbaar zijn.
•
Invoeren prijzen van de geneesmiddelen (lijstprijs?). Aan iedere “verzekeraar” kan een eigen prijs worden toegekend.
•
Invoeren eventuele handlingkosten, die vasthangen aan een zorgrecord
22
De poliklinische apotheek kan nu al deze geneesmiddelen afleveren aan patiënten. Zij zullen per 1 januari 2013 niet meer bij zorgverzekeraars declareren maar bij het ziekenhuis. Zij hebben ook te maken met de door de zorgverzekeraar opgelegde overgangsregeling en zullen hier hun declaratiesysteem op moeten aanpassen. Er moet een moment worden bepaald wanneer “de financiële knop” omgaat.
Declareren bij verlengde arm-‐constructie Kinderen die worden behandeld met groeihormoon, kunnen ook volgens het “verlengde-armconstructie” worden onderzocht en behandeld. Dat wil zeggen dat het kind 2 keer per jaar de hoofdbehandelaar bezoekt in meestal een academisch centrum en 2 keer per jaar een regionaal ziekenhuis. In dit regionale ziekenhuis kan de kinderarts ook groeihormoon voorschrijven. Er zijn dan 2 mogelijkheden voor het verstrekken van het groeihormoon: 1.
Door de apotheek die is gevestigd in het ziekenhuis van de hoofdbehandelaar. Het groeihormoon zal dan in de meeste gevallen moeten worden thuisbezorgd.
2.
Door de apotheek waar de medebehandelaar is gevestigd. De patiënt kan dan het groeihormoon gewoon ophalen bij de apotheek. Er dient dan wel een factuur te worden gestuurd naar het ziekenhuis van de hoofdbehandelaar. Maak van tevoren afspraken over de hoogte van de factuur
Maak binnen uw ziekenhuis afspraken over wat de meest aangewezen weg voor u lijkt.
3.7 Vaststellen benodigd extra personeel Afhankelijk van de omvang die deze overheveling heeft op uw ziekenhuis en de wijze waarop u het proces gaat inrichten, kan extra personeel nodig zijn. Tips: 10. Bij uitbreiding van personeel kan worden gedacht aan farmaceutisch ondersteunend personeel of apothekersassistenten. Indien deze werkzaam gaat zijn in de poliklinische apotheek, kan ook in de ziekenhuisapotheek worden bekeken of daar een medewerker interesse heeft om te gaan werken in de poliklinische apotheek.
3.8 Deskundigheidsbevordering betrokken medewerkers Om goede farmaceutische zorg te kunnen verlenen dienen alle medewerkers deskundig te zijn. Dat wil zeggen geïnformeerd over het proces en de vakkennis. Indien de over te hevelen middelen ook in de avond, nacht of weekend worden verstrekt, dienen alle dienstassistentes ook deskundig te zijn. Dit kan een grote ploeg zijn, dus het is de vraag of zij allemaal over voldoende ervaring kunnen blijven beschikken bij het afleveren van deze specialistische middelen.
23
Proces verstrekken orale oncolytica en groeihormonen Alle voorschrijvers (inclusief artsen in opleiding), poliassistenten, apothekersassistenten, apothekers dienen te zijn geïnformeerd over de wijzigingen die deze overheveling met zich meebrengt. Dit geldt ook van de overgangstermijn van 2012 naar 2013. Spreek af wie verantwoordelijk is voor het juist en tijdig informeren van welke functies. Tips: 11. Vergeet niet om de medewerkers die alleen maar “diensten draaien” te informeren, bijvoorbeeld de apothekersassistenten en waarnemend apothekers van de poliklinische apotheek. Dit kan een grote ploeg zijn, dus het is de vraag of zij allemaal over voldoende ervaring kunnen blijven beschikken bij het afleveren van deze specialistische middelen. 12. Borg het afwijkende proces in de apotheek door de afwijkingen ook op nemen in de procedures van het kwaliteitssysteem en het inwerkschema van een nieuwe medewerker (dus ook nieuwe dienstapothekersassistente en nieuwe waarnemend apotheker).
Vakkennis: kennis over de ziektebeelden en geneesmiddelenkennis De Nederlandse Vereniging voor Poliklinische Farmacie (NVPF) is voornemens om eind 2012 een nascholing te organiseren voor apothekersassistenten over de ziektebeelden die horen bij orale oncolytica en groeihormonen en de rol van de geneesmiddelen hierbij. De uitnodiging wordt gestuurd naar alle leden van de NVPF en NVZA.
Injecties groeihormonen Bij de groeihormonen bestaan verschillende toediensystemen. Stel vast wie de spuitinstructies geven (poli-assistentes, apothekersassistentes of anderen) en of zij beschikken over actuele kennis en vaardigheden over de diverse systemen. Zorg ervoor dat ze zo nodig worden bijgeschoold. De verschillende firma’s kunnen in deze scholing ondersteunen.
3.9 Op voorraad nemen geneesmiddelen Uiterlijk 1 januari 2013 dient u voldoende geneesmiddelen op voorraad te hebben. Wellicht heeft u op dit moment al middelen op voorraad omdat u ook in 2012 reeds aan patiënten aflevert. Houd bij het bepalen van de voorraadhoogte rekening met: • • • • • •
de te verwachten vraag (is mede afhankelijk van het overgangsbeleid per zorgverzekeraar en mogelijke vertrekking aan patiënten uit een ander ziekenhuis) De budgetimpact van het op voorraad nemen van deze middelen de mogelijke bestelfrequentie (soms kun je maar 1 keer per week een bestelling plaatsen of per staffel) de levertijd van de geneesmiddelen (minimaal 1 dag) beschikbare opslagruimte, ook in een koelkast voor het groeihormoon te verwachten wijzigingen in therapiebeleid, bijvoorbeeld een verschuiving van imatinib naar nilotinib of nieuwe indicaties (bv pazopanib).
24
• •
• •
mogelijk te verwachten piek van bestellingen vanuit alle ziekenhuizen in december 2012 en januari 2013 De beschikbare voorraad bij de groothandel. Een aantal middelen kunnen door de fabrikant zijn gequoteerd (b.v. Humatrope en Sprycel, met name 100 mg). Informeer bij uw groothandel de beschikbaarheid van de middelen. Onbekende patiënten, probeer met de voorschrijvers een schatting hiervan te maken. Eventuele beschikbare verpakkingsmaterialen voor distributie aan de patiënten Tips: 13. Gezien het grote kapitaalbeslag van de middelen is het zinvol om de bestelfrequentie en bestelhoeveelheid periodiek te evalueren. 14. Via een groothandel of leverancier kunnen de geneesmiddelen over het algemeen in consignatie worden gelegd. Een voordeel hiervan is dat de levertijd wordt verkort en de geneesmiddelen met de gewone bestelling worden geleverd. Er zal dan wel duidelijk afspraken over ingaande en uitgaande geneesmiddelen moeten worden gemaakt.
3.10 Uitvoeren beperkte pilot Voer in november 2012 of indien mogelijk eerder een pilot uit met bestaande patiënten (bijvoorbeeld met 1 of 2 voorschrijvers) om het nieuw ingerichte proces van voorschrijven, afleveren en declareren te testen. Hierdoor kunnen eventuele kinderziekten nog tijdig worden gecorrigeerd. Advies hierbij is zowel een oncologische voorschrijver als een endocrinoloog mee te nemen in de pilot. 3.11 Borgen overgangssituatie van 2012 naar 2013 Het is van belang dat de patiënt niet wordt gehinderd in het gebruik van zijn geneesmiddelen tijdens de overgangssituatie van financiering per 1 januari 2013. Hij dient altijd te kunnen beschikken over zijn geneesmiddelen. Omdat het geneesmiddelen zijn, waar het leven vanaf kan hangen, is het voorstelbaar dat de patiënten uit onzekerheid de geneesmiddelen willen gaan hamsteren. Een goede informatievoorziening en een goed ingeregeld proces kunnen dit voorkómen. Zorgverzekeraars Nederland streeft naar een uniforme overgangsregeling voor alle verzekerden, ongeacht zorgverzekeraar. Hoe de overgangsregeling er per zorgverzekeraar uit gaat zien is bij het schrijven van dit handboek nog onbekend. De patiënt is niet gebaat bij het ontvangen van halve oncolyticakuren of geneesmiddelen voor 2 weken. Openbare apotheken en poliklinische apotheken worden doorgaans per brief door de zorgverzekeraars geïnformeerd over de inhoud van de overgangsregeling. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat de openbare apotheek of unieke leverancier van bv groeihormoon, de geneesmiddelen t/m half januari 2013 mag declareren bij de zorgverzekeraar. Mocht de openbare apotheek toch geneesmiddelen afleveren buiten de gecommuniceerde datum van de overgangsregeling, dan is het mogelijk dat de apotheekhoudende een factuur stuurt naar het ziekenhuis. Maak indien mogelijk vooraf afspraken met de openbare apotheek of apotheekhoudende huisarts in uw adherentiegebied over het omgaan met verstrekkingen in de overgangsperiode. Dit lijkt onmogelijk indien het adherentiegebied heel Nederland is.
25
Een voorbeeld van een patiënt en de overgangssituatie: Meneer Janssen bezoekt 26 september 2012 zijn hematoloog in een ziekenhuis aan de andere kant van het land. Het is een hele trip. Hij krijgt een recept mee voor 4 maanden geneesmiddelen, want hij bezoekt 23 januari 2013 weer zijn behandelend arts. Dat is na zijn vakantie begin januari 2013. De arts heeft hem op 26 september niet geïnformeerd over het feit dat meneer Janssen zijn geneesmiddelen vanaf 1 januari 2013 in de poliklinische apotheek van het ziekenhuis moet ophalen. Meneer Janssen levert op 26 september zijn recept in in de openbare apotheek en hij krijgt voor 3 maanden geneesmiddelen mee. Hij ontvangt ook een herhaalrecept voor geneesmiddelen van 1 maand. Hij ontvangt dus geneesmiddelen tot en met 26 december 2012. De openbare apotheek informeert hem op 26 september ook niet over de aanstaande wijzigingen in ophalen van geneesmiddelen. Op 24 december 2013 gaat meneer Janssen naar de openbare apotheek om zijn geneesmiddelen voor 1 maand op te halen door middel van het herhaalrecept. Daar hoort hij dat hij maar voor 2 weken meekrijgt, want zijn zorgverzekeraar heeft aan de openbare apotheek medegedeeld dat deze maar tot en met 7 januari 2013 geneesmiddelen mag declareren. De openbare apotheek wil liever niet meer dan 2 weken afleveren, want hij krijgt deze dure geneesmiddelen niet vergoedt van de zorgverzekeraar. En om het geld nou te krijgen van een ziekenhuis aan de andere kant van het land, ziet de openbare apotheek niet zitten. Het ziekenhuis zit gevoelsmatig en letterlijk ver weg. Meneer Janssen heeft dus geneesmiddelen in zijn bezit tot en met 7 januari 2013. Terwijl hij pas op 23 januari 2013 het ziekenhuis de hematoloog bezoekt aan de andere kant van het land. Hoe krijgt meneer Janssen nu zijn geneesmiddelen in zijn bezit? Hij belt maar naar de afdeling hematologie, waar het de dag voor kerst een grote drukte is. Daar weet de poliassistente niets van “de overheveling”. Meneer Janssen gaat een onrustige kerst tegemoet. Conclusie: wees dus goed voorbereid op deze situatie!
26
4. Het farmaceutische zorgproces In dit hoofdstuk wordt uitgebreid stilgestaan bij het proces van voorschrijven, aanschrijven, medicatiebewaking, afleveren/bezorgen, informatievoorziening, medicatie-overdracht en leren van fouten. Bij deze overheveling geldt dat de receptverwerking voor de orale oncolytica moeilijker planbaar is dan de TNF-alfaremmers. Reden hiervan is onder andere dat de behandeling relatief vaak wordt bijgesteld (dosering, ingangsdatum nieuwe kuur). Groeihormoonbehandeling is wel beter planbaar. Belangrijk! De “aanbevelingen orale oncolytica” (opgesteld in september 2010 door KNMPNVZA-NVPF) bevat goede aanwijzingen om het proces goed in te richten. Dit document is opgenomen in de bijlage. Voor de compleetheid van dit hoofdstuk zijn de belangrijkste passages hieronder opgenomen. Voor een compleet beeld is het echter van belang het gehele document uit de bijlage door te nemen. 4.1 Vaststellen actuele behandelprotocollen en formularium Orale oncolytica en groeihormonen worden veelal geprotocolleerd voorgeschreven. Zorg ervoor dat de apotheek altijd beschikt over de meest actuele behandelprotocollen zodat medicatiebewaking van recepten goed kan worden uitgevoerd. Stel samen met de voorschrijvers waar mogelijk de onderlinge uitwisselbaarheid vast om zo te komen tot een formulariumbeleid binnen het ziekenhuis op. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de behandeling van niercelcarcinoom. Hierdoor zullen de leveranciers ook eerder geneigd zijn “iets aan de prijs te doen”. Het is op voorhand moeilijk aan te geven om welke middelen het gaat. Ook krijgen de orale oncolytica regelmatig nieuwe indicaties, waardoor de onderlinge uitwisselbaarheid wijzigt. Evalueer dus periodiek het formularium.
4.2 Voorschrijven geneesmiddel door arts De arts schrijft het oraal oncolyticum of groeihormoon voor, zo mogelijk via het EVS en /of gestandaardiseerd recept.
Voorschrijfhoeveelheid Groeihormoon bij kinderen wordt per 3 - 4 maanden voorgeschreven. Groeihormoon bij volwassenen (indien de patiënt is ingesteld) wordt per half jaar voorgeschreven. Oncolyticakuren en een aantal orale oncolytica vaak voor 1 maand en een aantal orale oncolytica vaak per 3 - 4 maanden (eventueel met een herhaalrecept, zoals bij imatinib).
Informeren patiënten De arts licht de patiënt in hoe hij zijn geneesmiddel in bezit kan krijgen.
Tussentijdse wijzigingen oncolytica Mocht de patiënt tussen de polikliniekbezoeken door last krijgen van bijwerkingen, dan wordt de dosering soms bij een telefonisch consult met de arts gewijzigd. Dit komt regelmatig bij alle orale oncolytica voor. Dit kan betekenen dat de patiënt een nieuwe sterkte van het geneesmiddel dient te ontvangen. De apotheek is er verantwoordelijk voor dat de geneesmiddelen bij de patiënt in huis komt. Indien de patiënt ver weg woont of niet in staat is om de geneesmiddelen op te halen in het ziekenhuis, wordt het middel bezorgd. Zie elders in dit hoofdstuk.
27
Voorschrijven groeihormoon Alleen geregistreerde kinderarts-endocrinologen mogen groeihormoon voorschrijven voor kinderen. Kinderartsen met aandachtsveld endocrinologie werken nauw samen met de hoofdbehandelaar (zijnde kinderarts-endocrinoloog) en mogen geen behandeling starten of wijzigen. Ze kunnen wel de voortgang van de groei monitoren namens de hoofdbehandelaar. Daarnaast schrijven endocrinologen groeihormoon voor bij volwassenen. Zij schrijven voor 6 keer zoveel patiënten groeihormoon voor in vergelijking met kinderarts-endocrinologen. Tips: 15. Binnen het EVS (in ieder geval EZIS) bestaat de mogelijkheid om standaard VCMO’s (Voorgedefinieerde Combinatie Medicatie Opdracht) te maken van kuurschema’s. Hierdoor wordt de voorschrijver bij voorschrijven van de kuur door een protocol geleid, waardoor alle kuurgegevens kunnen worden vastgelegd (bv lengte, stopdagen, dosering, indicatie). Ook bestaat de mogelijkheid om specialismen te koppelen aan voorschrijvers, waardoor alleen vastgestelde specialisten de VCMO’s mogen voorschrijven. Op het recept is dan de indicatie zichtbaar en via een notitieveld dat de arts volgens een VCMO heeft voorgeschreven. 16. Het is aan te bevelen dat de arts de theoretische voorraad bij de patiënt thuis kan zien (of bij de patiënt navraagt), zodat hij het aantal voor te schrijven middelen kan afstemmen op het volgende polibezoek. 17. Maak zo mogelijk de prijs van de middelen zichtbaar voor de voorschrijver en patiënt, zodat ze bewust zijn van de (grote) hoeveelheid geld die de middelen kosten. 18. Indien het recept is voorgeschreven door een arts in opleiding tot specialist, laat deze dan altijd controleren en ondertekenen door de verantwoordelijk medisch specialist. 19. Voor de over te hevelen middelen is formeel geen machtiging meer nodig voor de zorgverzekeraar (ook niet bij off-label gebruik omdat dit niet via de add-on wordt vergoed. De kosten voor eventueel off-labelgebruik zijn verdisconteerd in de DBC-prijs). Het kan wel zo zijn dat u in uw ziekenhuis deze wel wilt gebruiken (interne controle op juist voorschrijven). Download deze dan tijdig van www.zn.nl, want vanaf 1 januari 2013 zullen deze niet meer beschikbaar zijn op deze website. 20. Stel het EVS dusdanig in dat de recepten uit de printer van de poliklinische apotheek komen en niet met de patiënt meegegeven worden. Hierdoor wordt de patiënt gestuurd om zijn geneesmiddelen daar op te halen en ”verdwijnt” hij niet per ongeluk uit het ziekenhuis.
28
4.3 Aannemen recept in apotheek
Vaststellen juiste arts Het is van belang dat u recepten aanneemt in de apotheek van voorschrijvers uit uw eigen ziekenhuis, omdat de declaratie dan is geregeld. U dient patiënten die recepten aanbieden van voorschrijvers uit andere ziekenhuis dus naar dat ziekenhuis terug te verwijzen. Er is 1 uitzondering: groeihormoon bij kinderen. Kinderen zijn onder behandeling bij een kinderarts-endocrinoloog (hoofdbehandelaar, vaak UMC). Maar om praktische redenen voert een kinderarts in een perifeer ziekenhuis 2 x per jaar de diagnostiek uit (verlengde arm principe). Laatstgenoemde kan groeihormoon voorschrijven, terwijl dit niet kan worden gedeclareerd in het perifere ziekenhuis (omdat daar geen DBC voor beschikbaar is en dus geen add-on kan worden gedeclareerd). Het ziekenhuis van de hoofdbehandelaar zal dus het groeihormoon (perifeer voorgeschreven) kunnen declareren en wellicht ook afleveren. Vraag in uw ziekenhuis na hoe het precies is geregeld in uw situatie. Indicatie voor behandeling met groeihormoon bij kinderen De stichting Kind en Groei beoordeelt jaarlijks de voortgang van de behandeling met groeihormoon. Het kan zijn dat er tussentijds geen indicatie meer is voor behandeling. Dit wordt dan doorgegeven aan de zorgverzekeraar welke het advies meestal overneemt en de behandeling niet meer vergoedt. Een kinderarts-endocrinoloog kan voor maximaal een jaar groeihormoon voorschrijven en schrijft dus voor maximaal 1 jaar recepten uit en overhandigt dit aan de patiënt. Controleer dus bij ieder ingeleverd recept of de zorgverzekeraar de behandeling nog steeds vergoedt. Dit kan door het na te vragen bij de zorgverzekeraar of bij de stichting Kind en Groei. Telefoonnummer: 010 - 225 15 33. Het maken van een kopie van de brief die de patiënt laat zien is dus niet altijd waterdicht omdat de behandeling tussentijds kan worden gestaakt en de patiënt toch graag het hormoon wil hebben, ook omdat het is te verkopen in het illegale circuit. Tips: 21. De mogelijkheid bestaat dat het perifeer ziekenhuis het groeihormoon aflevert en een factuur stuurt naar het ziekenhuis van de hoofdbehandelaar. Maak van tevoren wel afspraken over de hoogte van de factuur, want het is mogelijk dat er verschillende inkoopafspraken bestaan in beide ziekenhuizen. Eventueel kunnen er ook geneesmiddelen in consignatie worden gelegd bij de perifere ziekenhuizen, zodat er geen verschil is in inkoopprijs.
4.4 Actualiseren medicatiedossier patiënt Orale oncolytica geven relatief veel interacties. Daarom dient de apothekersassistente voorafgaande aan het aanschrijven van ieder recept een Actueel Medicatie Overzicht op te stellen van de patiënt. Dit vindt plaats in een gesprek met de patiënt. Hierbij wordt zo mogelijk de afleverhistorie van de openbare apotheek gebruikt (via OZIS of per fax opvragen). Uit onderzoek blijkt dat deze afleverhistorie in de praktijk in 40 – 80 % niet overeen te komen met het geneesmiddelengebruik zoals de patiënt deze daadwerkelijk gebruikt. Regelmatig worden geneesmiddelen gemist of niet gebruikt en blijkt het door de openbare apotheek geregistreerde gebruik niet overeen te komen met het werkelijk gebruik door de patiënt.
29
Tips: 22. Vermeld ook de intraveneuze therapie in het Actueel Medicatie Overzicht. 23. Indien de patiënt ontslagen wordt uit het ziekenhuis kan ook het medicatieprofiel uit het EVS worden gebruikt. Soms gebruiken patiënten dan nog wel geneesmiddelen in eigen beheer, dat niet is opgenomen in het EVS. 24. Het is ook van belang de zelfzorg geneesmiddelen op te vragen, aangezien veel tyrosinekinaseremmers via het Cytochroom P450 systeem en/of via Pgp worden gemetaboliseerd. Zelfzorg middelen die regelmatig worden gebruikt zijn Hypericum en Ginkgo Biloba. Daarnaast hebben een deel van de tyrosinekinase remmers een pH afhankelijke absorptie. Indien een patiënt een maagzuurremmer gebruikt, via de drogist, kan dit problemen geven. Bij Groeihormonen is voornamelijk de interactie met corticosteroïden van belang. Daarnaast kan een hogere de dosering van somatropine bij vrouwen die behandeld worden met oestrogenen nodig zijn.
4.5 Aanschrijven recept en medicatiebewaking De juiste middelen dienen in het juiste aantal met de juiste informatie worden afgeleverd aan de patiënt. Dit vraagt een juiste en tijdige controle vóór afleveren. Het is zeer aanbevelenswaardig om gebruik te maken van een interne checklist bij de receptverwerking. Een voorbeeld is opgenomen in de bijlage.
Vraag naar ervaringen van de patiënt Indien een patiënt voor een vervolguitgifte komt (dus niet een eerste uitgifte), vraagt de apothekersassistente hoe het geneesmiddel is bevallen. Bij de aanwezigheid van bijwerkingen geeft de assistente indien mogelijk tips om de bijwerkingen te verminderen. Tips: 25. Gezien het feit dat de patiënt een redelijk nieuw geneesmiddel gebruikt en deze middelen vaak veel bijwerkingen geven, is het zeer belangrijk dat de bijwerkingen worden gemeld bij het LAREB (het Nederlands Bijwerkingen Centrum). Dat geldt in het bijzonder voor nog onbekende bijwerkingen. Hiermee wordt de medicatieveiligheid bewaakt. Het melden gaat eenvoudig via internet op www.lareb.nl.
30
Vaststellen afleverhoeveelheid De apothekersassistente vraagt voorafgaande aan het aanschrijven hoeveel voorraad de patiënt nog in huis heeft en vraagt bij een te grote of te kleine voorraad na wat de oorzaak is. Bespreek het belang van therapietrouw en probeer de oorzaak van het afwijkend gebruik vast te stellen. Stel zo nodig de voorschrijver hiervan op de hoogte. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die bij de patiënt worden thuisbezorgd. Wees bij een bijzonder kleine voorraad groeihormoon bedacht op misbruik. Groeihormoon is erg gewild in de sportschool of bij duursporten. Stem met de kinderarts-endocrinoloog af wie naar de thuisvoorraad vraagt: de arts, de doktersassistente of de apotheek. Dit om te voorkómen dat de patiënt steeds dezelfde vragen krijgt. Vraag vervolgens naar de datum van het volgende polibezoek en schrijf vervolgens het juiste aantal aan tot het volgende bezoek aan het ziekenhuis. Lever altijd wat meer af i.v.m. de mogelijke verplaatsing van de datum van het polibezoek. Bedraagt de bezoekfrequentie minder dan 1 keer per maand, spreek dan met artsen af voor welke termijn kan worden afgeleverd. Dit geldt zowel voor recepten die worden opgehaald in het ziekenhuis als recepten die thuis worden bezorgd. In dat laatste geval neemt de apotheekmedewerker een aantal weken voor de theoretische einddatum van de thuisvoorraad telefonisch contact op met de patiënt. Tips: 26. Lever voldoende maar geen grote hoeveelheden af, vooral niet bij groeihormoon. De redenen zijn: •
•
•
het (vooral bij hoge doseringen bij kinderen) veel ruimte inneemt in de koelkast bij de patiënt thuis, waardoor het risico bestaat dat het niet in de koelkast wordt opgeborgen. De koelkast bij de patiënt thuis niet van een goede kwaliteit hoeft te zijn, zodat de middelen onder de onjuiste temperatuur worden opgeslagen. Veel voorraad bij de patiënt thuis werkt het mogelijk verdwijnen in het illegale circuit in de hand.
31
Aanschrijven van oncolyticakuren Van de over te hevelen middelen wordt sunitinib, lenalidomide en lapatinib volgens een kuurschema voorgeschreven. Onderstaande voorbeelden van kuren kunnen in de praktijk voorkomen, maar zijn niet uitputtend. Het schetst echter wel een beeld. •
Lenalidomide kan worden gebruikt in combinatie met dexamethason. Het kuurschema kan na 3 weken gebruik van lenalidomide een stopweek bevatten en gedurende de maand moet dexamethason op een aantal dagen worden gebruikt.
•
Sunitinib kan voor 4 weken worden voorgeschreven waarna het middel 2 weken wordt gestopt. Het kan dan onterecht lijken op continue gebruik, omdat het voor een maand wordt afgeleverd.
•
Lapatinib wordt wel continue gebruikt, maar indien het gecombineerd wordt met capecitabine wordt dit laatste middel wel voor een periode gestopt.
De apothekersassistente controleert de dosering (in mg/m2), doseerregime en gebruiksperiode altijd handmatig, aangezien het Apotheek Informatie Systeem de dosering niet automatisch kan controleren (dagdosering in combinatie met kuur- en stopperiode). 1. Controleer de dosering aan de hand van het gebruikte behandelprotocol/doseerschema 2. Controleer de dosering aan de hand van actueel gewicht (en lengte) 3. Controleer altijd de nierfunctie bij de oncolytica waarbij dit van belang is (bijv. lenalidomide) 4. Laat de dosering door een tweede gekwalificeerde persoon controleren. De apothekersassistente vermeldt op het etiket de startdatum + gebruiksperiode (gedurende …. dagen) en de lengte van de stopperiode (daarna … weken stoppen). Een andere optie is het vermelden van de gebruiksdata (gebruiken van … tot …, daarna stoppen van …. tot ….). Vermeld ook op het etiket de totale dagdosering voor de patiënt. “Gebruik bekend” of “gebruik volgens schema” mag niet worden geaccepteerd. De apothekersassistente levert het exact aantal tabletten af van de kuur, waardoor onbedoeld doorgebruiken door de patiënt wordt voorkómen. Tevens wordt het geneesmiddel dat bij het oncolyticum wordt voorgeschreven ook afgeleverd. Tips: 27. Maak bij het aanschrijven zo min mogelijk gebruik van vrije tekstregels. Deze gaan niet mee in de medicatiebewaking en komen via OZIS niet (juist) terecht in de diverse Apotheek Informatie Systemen. Mocht u er niet aan kunnen ontkomen, fax dan altijd het Actueel Medicatie Overzicht naar de openbare apotheek. 28. Vraag aan de patiënt het kuurschema op bij bv erlotinib in combinatie met een parenteraal oncolyticum. Dit om vast te stellen of het recept erlotinib juist is voorgeschreven. Verpleegkundigen kunnen goedbedoeld ook een eenvoudige handmatig opgestelde innameschema opstellen voor de patiënt. Controleer deze dus op juistheid.
32
29. Verwarde patiënten of patiënten met verminderde cognitie mogen oncolytica die in een kuur worden voorgeschreven NIET in eigen beheer hebben. De kans op fouten met doseerinterval is hierbij te groot. Ga na of degene die de geneesmiddelen voor deze patiënt beheert op de hoogte is van het doseerregime. Het verdient aanbeveling om bij de medicatie een overzicht van de geneesmiddelen met momenten van inname en mogelijkheid om af te tekenen mee te geven. 30. Controleer of de patiënt via een openbare apotheek zijn geneesmiddelen in een rol verstrekt krijgt. De orale oncolytica worden hier dus niet in verpakt hetgeen tot verwarring kan leiden. Stel vast wat een passende werkwijze is voor de patiënt. 31. Groeihormonen zijn beschikbaar in spuiten met verschillende spuitmonden. Wissel niet zomaar van spuitsysteem, maar stem dit af met de voorschrijver. Deze heeft vaak bewust voor een bepaald type spuitmond gekozen die past bij de patiënt.
Medicatiebewaking Voor een goede medicatiebewaking is het noodzakelijk dat alle geneesmiddelen incl. intraveneus toegediende oncolytica en zelfzorg die de patiënt op dat moment gebruikt zijn opgenomen in het Apotheek Informatie Systeem (AIS). Hieruit worden o.a. interacties gesignaleerd en volgt de afhandeling zoals die gangbaar is in de apotheek. Elk EVS heeft ook een medicatiecontrole en maakt gebruik van de G-standaard, echter vaak is deze gericht op geneesmiddelen in huis en niet op de geneesmiddelen bij de patiënt thuis. Daarbij is het mogelijk dat een deel van de interacties in het verleden zijn uitgezet, hoewel het nu wenselijk wordt om deze weer te controleren. De apothekersassistente controleert het voorschrift aan de hand van de meest actuele (lokaal gebruikt) behandelprotocol. Mocht er een afwijking zijn gevonden in het voorschrift, dan controleert ze of de afwijking is beargumenteerd door de arts. Indien dit afwezig is dan neemt ze contact op met de voorschrijver. Bij een eerste uitgifte controleert de apotheker altijd of het recept voldoet aan het behandelprotocol. Tips: 32. Controleer de instellingen van uw Apotheek Informatie Systeem op waarschuwingssignalen bij stopperioden en dosering op lichaamsgewicht/oppervlak. De G-standaard zou bij deze middelen voorzien in het signaal “Let op dosering + mogelijk stopperiode oncolyticum” met bijbehorende adviestekst. Indien deze signalen in uw systeem niet zichtbaar kunnen worden gemaakt, vraag uw softwareleverancier deze te koppelen. Indien dit in uw systeem niet mogelijk is, zorg dan in elk geval dat u op een andere wijze handmatig een signaalfunctie invoert in het Apotheek Informatie Systeem bij de orale oncolytica die oproept tot handmatige dosiscontrole. 33. Voorkòm dat de orale oncolytica tijdens de stopweek uit de medicatiebewaking verdwijnt. Zet ze dus op “permanent”.
33
34. Maak afspraken met voorschrijvers over de afhandeling van interacties. Een aantal “nibjes” geven een interactie met maagzuurremmers. Deze interactie wordt niet altijd als relevant gezien door artsen.
4.6 Gereedmaken geneesmiddelen en controle De apothekersassistente neemt het juiste middel in de juiste hoeveelheid uit voorraad. Het is van belang dat het juiste geneesmiddel wordt uitgevuld en ook in het juiste aantal. Indien meer wordt uitgevuld dan aangeschreven, wordt er minder gedeclareerd hetgeen een financieel verlies met zich meebrengt. De hoeveelheid die is voorgeschreven kan wel worden aangepast. Controleer indien mogelijk iedere verpakking door middel van de barcodecontrole (en dus niet maar 1 van de 3 verpakkingen per receptregel). De apothekersassistente sluit alle bijbehorende papieren bij, zoals: 1. de fabrieksbijsluiter 2. VI-folder (Voorlichtings Instructie) of Pharmacombijsluiter 3. Zo nodig interactiefolder 4. Deels ingevulde checklist orale oncolytica 5. Actueel Medicatie Overzicht voor de patiënt 6. Innameschema voor de patiënt (zeker bij oncolyticakuren) 7. Formulier voor de medicatie-overdracht naar de openbare apotheek 8. Zo nodig: spuitinstructie groeihormoon 9. Herhaalrecept voor het ophalen of laten bezorgen van de volgende hoeveelheid 10. Informatie over bezorgen 11. Machtigingen indien deze nog door het ziekenhuis worden gebruikt
Tips: 35. De VI-folders zijn automatisch te printen bij het aanschrijven van het geneesmiddel (MIRA en Aposys-gebruikers). Ze zijn ook te raadplegen op www.ui-online.nl (abonnement kost dan 295 euro per jaar). Op dit moment zijn nog maar van 4 (van de 16) over te hevelen middelen VI-folders beschikbaar. Het proces van verstrekken van groeihormonen (koelkastartikel) kan op dezelfde wijze plaatsvinden zoals het nu bij de TNF-alfaremmers plaatsvindt. Hiervoor wordt u verwezen naar de “praktische handleiding overheveling TNF-alfaremmers”. Deze kunt u ook digitaal opvragen bij
[email protected] De apothekersassistente noteert haar paraaf voor klaarmaken. Laat het geneesmiddel met bijbehorende papieren door een 2e gekwalificeerde medewerker controleren. Laat alles vervolgens door een apotheker controleren. Als deze niet aanwezig is, wordt of telefonisch goedgekeurd door de dienstdoende (bij spoedgeval als patiënt direct moet starten) of wordt op een later moment gecontroleerd en bezorgd bij patiënt thuis. Laat iedere controle aftekenen op het recept.
34
Omgaan met risicovolle stoffen Een aantal orale oncolytica is aangemerkt als risicovolle stof. Van een aantal is dit onbekend. Bestel liever verpakkingen waar het geneesmiddel in strips is verpakt dan potten waar de apothekersassistente uit zou moeten uitvullen. Om de apothekersassistenten bij het uitvullen niet bloot te stellen aan deze risicovolle stoffen, wordt er in de praktijk voor gekozen om de verpakking niet aan te breken. Hier zitten ook ongewenste risico’s aan: 1. De patiënt gebruikt meer geneesmiddelen dan is voorgeschreven of blijft dit langer doorgebruiken dan voorgeschreven. 2. De patiënt stopt na een Eerste Uitgifte binnen 30 dagen omdat het geneesmiddel niet bevalt. Hierdoor wordt de resterende dure geneesmiddelen niet meer gebruikt. Het afleveren van verschillende sterktes in strips aan de patiënt om zo te komen tot de juiste dosering lijkt een oplossing, maar het werkt ook onduidelijkheid bij de patiënt in de hand. De volgende geneesmiddelen worden niet in strips maar in potten geleverd. Het heeft de voorkeur deze geneesmiddelen om te pakken zodat patiënten niet te veel oncolytica per kuur mee naar huis krijgen. Geneesmiddel Dasatinib (Sprycel) Imatinib (Glivec) Sunitinib (Sutent) Pazopanib (Votrient) Lapatinib (Tyverb) Abiraterone (Zytiga) Lenalidomide (Revlimid) Erlotinib (Tarceva) Gefitinib (Iressa) Sorafenib (Nexavar) Everolimus (Votubia) Everolimus (Afinitor) Bexaroteen (Targretin) Mitotaan (Lysodren)
Pot/Strip Pot en Strip Strip Strip Pot Pot Pot Strip Strip Strip Strip Strip Strip Pot Waarschijnlijk een pot
Sommige verpakkers pakken zelf ook om, denk hierbij aan de “Baxterapotheken”. U bepaalt dan zelf het aantal tabletten per zakje. Wellicht kan de ziekenhuisapotheek de middelen ook ompakken. Mocht de apotheekmedewerker ze zelf uitvullen, draag dan zorg voor de juiste beschermingsmaatregelen. Het is namelijk bekend dat aan de buitenkant van gecoate tabletten ook werkzame stof zit. Zie voor de juiste beschermingsmaatregel: www.rifas.nl
35
4.7 Afleveren aan patiënt: eerste uitgifte en vervolguitgifte De apothekersassistente licht het geneesmiddel met het gebruik toe aan de patiënt met alle schriftelijke informatie. Dit geldt ook voor patiënten die het middel krijgen thuisbezorgd. Bij groeihormoon controleert de apothekersassistente of de patiënt de spuitinstructie van de poli-assistente heeft ontvangen of dat dit op korte termijn plaatsvindt. De apothekersassistente polst of alles duidelijk is voor de patiënt en vraagt of de patiënt nog vragen heeft. Ze wijst hem op het telefoonnummer van de apotheek voor het geval de patiënt thuis toch nog een aantal vragen heeft. De apothekersassistente zet haar afleverparaaf op het recept. In weinig voorkomende gevallen is het nodig dat de patiënt thuis door een verpleegkundige wordt geprikt met het groeihormoon. Dit kunt u ook uitbesteden aan de thuiszorginstelling, huisarts of een landelijk netwerk van verpleegkundigen. Maar meestal is een prikinstructie in het ziekenhuis voldoende voor de patiënt om zelf thuis te gaan prikken. Tips: 36. Informeer in het ziekenhuis met welke partij al wordt samengewerkt m.b.t. het thuis toedienen van specialistische geneesmiddelen of het leveren van zorg rondom medische hulpmiddelen (antidecubitusmatrassen). Voorbeelden van organisaties waar goede ervaring mee is opgedaan zijn op te vragen bij de NVPF of NVZA. 37. Verkort de wachttijd in de poliklinische apotheek voor deze patiënten door op het nummerapparaat een aparte knop in te stellen voor het afhalen van deze middelen. 38. Een aantal patiënten (vooral van toepassing bij groeihormonen) kregen bij de unieke leverancier het geneesmiddel thuisbezorgd. Ze zullen het niet altijd even op prijs stellen dat ze het nu op moeten halen in het ziekenhuis. Leg uit dat als u toch in het ziekenhuis bent u met z’n allen geld bespaart die ingezet kan worden voor de farmaceutische zorg.
4.8 Thuisbezorgen bij de patiënt De patiënt dient altijd te kunnen beschikken over zijn of haar geneesmiddelen. In de meeste gevallen haalt de patiënt het geneesmiddel op in het ziekenhuis na een bezoek aan de arts op de poli of na ontslag uit het ziekenhuis. Mocht de patiënt tussentijds geneesmiddelen nodig hebben dan bekijkt de apothekersassistente eventueel in overleg met de apotheker wat binnen alle redelijkheid de meest passende optie is. Dit is o.a. afhankelijk van de afstand naar het ziekenhuis, de mobiliteit van de patiënt, wanneer de medicatie nodig is en andere zaken.
36
Er bestaan de volgende mogelijkheden: 1. Patiënt haalt het op: a. bij een buitenpoli van het ziekenhuis b. bij een ander ziekenhuis in de omgeving van de woonplaats c. bij een openbare apotheek in de woonplaats 2. Het ziekenhuis laat het bij de patiënt thuisbezorgen (of een andere plaats) door: a. Bezorgservice eigendom van het ziekenhuis b. Taxi c. Koerier /per pakketpost De volgende aandachtspunten neemt de apothekersassistente mee: •
Zorg voor het juist verpakken van de geneesmiddelen: borg de privacy en de bewaarcondities.
•
Zorg ervoor dat de patiënt van de juiste informatie wordt voorzien (u belt de patiënt) over het geneesmiddelgebruik en over het ophalen of verwachte aflevertijd.
•
Zorg voor het beschikbaar zijn van het Actueel Medicatie Overzicht bij iedere zorgverlener.
•
Maak vooraf afspraken over de hoogte van eventuele facturen die u gaat ontvangen (voor het geneesmiddel zelf, de handelingkosten incl. bezorgkosten).
Vele partijen kunnen geneesmiddelen thuisbezorgen bij de patiënt. Informeer in het ziekenhuis met welke partij inmiddels al ervaring is opgedaan bijvoorbeeld voor het laboratorium of studiemedicatie. Aandachtspunten bij de selectie van een koerier kunnen zijn: • Tijd tussen aanmelden, ophalen in ziekenhuis en afleveren (incl. spoed) • Afleverwindow bij patiënt • Krijgt patiënt een keuze in dag of tijd van afleveren • Kan patiënt geïnformeerd worden over exacte tijdstip bv per SMS • Dagen van afleveren en tijden (overdag, avond, zaterdag) • Koele keten (groeihormonen) • Verzekeringsvoorwaarden bij verlies of beschadiging (let op!: de standaard AVCvoorwaarden verzekeren maar tot een zeer beperkt bedrag van 3,40 per pakket). De prijzen van de verzekeringen verschillen behoorlijk van 3 euro per pakket tot 1,5 % van de waarde. • Track & trace mogelijkheid • Wijze van aanmelden van pakket • En uiteraard……, de prijs
37
Bekende partijen zijn TNT Post, DHL, GLS, SDX, Dynalogic, Pharmacy Logistic, maar ook de unieke leveranciers kunnen dit voor hun rekening nemen. Tips: 39. Overweeg om de arts op het recept “bezorgen medische noodzaak” te laten noteren indien het recept bezorgd moet worden. 40. Mocht de patiënt toch de middelen komen ophalen in het ziekenhuis, verstrek ze dan een parkeerkaart als tegemoetkoming. 41. Leg een postboek aan om alle zendingen te kunnen achterhalen.
4.9 Overdracht medicatiegegevens De vervanger van OZIS (het nieuwe “LSP”) wordt momenteel door steeds meer zorgverleners gebruikt. Omdat nog niet iedere zorgverlener is aangesloten en patiënten nog niet allemaal toestemming hebben gegeven, is onderstaande werkwijze van toepassing. OZIS kan ook vaak niet worden gebruikt (los van de onmogelijkheden van het systeem) omdat deze vaak regionaal gebonden is. Oncologische zorg wordt in de meeste ziekenhuizen geboden aan patiënten in en ook buiten de regio. De apothekersassistente stelt het Actueel Medicatie Overzicht op. Hierop staat het actueel geneesmiddelengebruik van de patiënt. Dus incl. de thuismedicatie die de patiënt gebruikt, het zojuist afgeleverde geneesmiddel, zelfzorg en eventueel intraveneus oncolyticum. Geef ook duidelijk aan welke thuismedicatie gestopt of gewijzigd is! De apothekersassistente faxt het Actueel Medicatie Overzicht naar de apotheek waar de patiënt doorgaans komt, naar de huisarts en eventueel een instelling zoals verzorgingshuis. Hierop staat ook het verzoek gemeld om het eigen Apotheek Informatie Systeem aan te passen conform dit Actueel Medicatie Overzicht. De apothekersassistente legt op het AMO vast aan wie het is gefaxt en voegt het afleverbericht toe. Het is van belang dat wijzigingen in het actueel geneesmiddelgebruik, welke wordt geïnitieerd door de huisarts of medisch specialist (niet zijnde de voorschrijver van het oncolyticum), wordt doorgegeven aan de apotheek die het oraal oncolyticum aflevert. De wijziging kan namelijk invloed hebben op het oncolyticum. Dit vergt een actieve rol van de patiënt, huisarts of medisch specialist. Een methode kan zijn dat u de patiënt een kaartje verstrekt met de tekst “ik gebruik ………. Dit geneesmiddel kan niet worden gecombineerd met ……….. Voor meer vragen, neem contact op met de poliklinische apotheek op telefoonnummer ………”. Instrueer de patiënt dat hij dit kaartje laat zien bij ieder bezoek aan een arts.
38
Tips: 42. !!!! Neem de vervanger van het LSP in gebruik !!!!!! Op www.sczorg.nl staat voor zorgverleners een eenvoudig stappenplan benoemd om u aan te sluiten (o.a. UZI-passen aanvragen). 43. Het alleen doorgeven van afgeleverde geneesmiddelen via OZIS blijkt in de praktijk onvoldoende te zijn, omdat o.a. vrije tekstregels (bv kuur-stop periodes, lichaamsoppervlakte e.d.) niet door worden gegeven. Daarnaast kan de voor de kuur gestopte thuismedicatie niet via OZIS worden op “stop” worden gezet. Hierdoor bestaat het risico dat de huisarts deze gestopte medicatie weer onterecht herhaalt. 44. U kunt overwegen om naast het doorfaxen van het AMO toch het afgeleverde middel ook per OZIS door te geven, omdat de openbare apotheek of apotheekhoudende huisarts de fax mogelijk niet of niet tijdig in het eigen Apotheek Informatie Systeem verwerkt. Vermeldt dan op de fax goed dat mogelijk een deel van de medicatie al in hun systeem terecht is gekomen via OZIS, maar dat dit onvolledig kan zijn door de technische onmogelijkheid van OZIS. 45. Fax de medicatiegegevens pas vanaf het moment dat de apotheker het recept heeft nagekeken. 46. Aposys-gebruikers kunnen via de Elektronische Berichten Service (EBS) het Actueel Medicatie Overzicht of afleverhistorie faxen naar openbare apotheek, huisarts of een andere zorgverlener. Dit kan batchgewijs of per recept. Het scheelt u veel tijd (wel eenmalig de faxnummers invoeren). Het is vanzelfsprekend om het Actueel Medicatie Overzicht te faxen i.p.v. het afleverbericht. Fax het in ieder geval naar de openbare apotheek maar ook naar de huisarts. Uit ervaring blijkt dat huisartsen de voorgeschreven geneesmiddelen pas (erg) laat van de specialist ontvangen.
4.10 Registreren van de uitgevoerde activiteiten De apothekersassistente legt alle uitgevoerde zorghandelingen vast in het Apotheek Informatie Systeem. Tips: 47. Registreer zoveel mogelijk de verrichte zorg, ook al hangt daar nu geen vergoeding aan. Hierdoor wordt inzichtelijk welke werkzaamheden de apotheek allemaal uitvoert, wat een kostprijsberekening in de toekomst verder mogelijk maakt. Voorbeelden van zorgregistraties zijn Eerste uitgifte, Tweede uitgifte, contact arts over interactie, contact arts over contraindicatie, contact arts over toevoegen extra geneesmiddel, spuitinstructies, bezorgen, klacht etc..
39
4.11 Evaluatie farmacotherapie bij patiënt De arts zal de farmacotherapie evalueren. Spreek met de arts af welke rol de apotheek kan spelen in de evaluatie. Dit om te voorkomen dat er veel dubbel wordt gevraagd. 4.12 Leren van klachten, fouten en retour ontvangen geneesmiddelen
Leren van klachten en fouten Mochten er in het proces toch fouten of klachten (heet ook wel: afwijkingen of incidenten) zich hebben voorgedaan, trek hier dan lering uit om herhaling in de toekomst te voorkómen. Dit geldt voor intern (binnen ziekenhuis) geconstateerde fouten en door externen gemelde klachten zoals bijvoorbeeld patiënt of openbare apotheek. U kunt het zien als gratis advies. Een goed functionerend fouten of klachtensysteem werkt goed als er 1 persoon verantwoordelijk voor is. Onderstaande taken kunnen daarbij horen: •
Ontwikkel zo nodig een nieuw klachtenformulier
•
Introduceer het formulier bij zowel bij artsen, poli-assistentes, apothekers, apothekersassistentes, bezorgers en andere betrokkenen
•
Verzamel de ingevulde formulieren en controleer op juiste afhandeling en of het proces aangepast moet worden
•
Bespreek periodiek de ingevulde formulieren om het registreren “in the picture” te houden. Tips: 48. Achterhaal de daadwerkelijke oorzaak van iedere fout of klacht. Dan bent u beter in staat om maatregelen te treffen die herhaling in de toekomst voorkómen. 49. Achterhaal in uw huidige fouten en klachtenadministratie (van de apotheek of het ziekenhuis) of zich er in 2011 of 2012 fouten of klachten hebben voorgedaan omtrent deze middelen. Achterhaal de oorzaak en implementeer de maatregelen die herhaling in de toekomst voorkómen.
CMR Daarnaast is het zeer zinvol om fouten / incidenten zie zich hebben voorgedaan in voorgenoemde proces te melden bij CMR (Centrale Medicatie-incidenten Registratie). Dit geldt dus voor alle fouten of bijna fouten, niet alleen de incidenten die in de apotheek gebeuren. Wekelijks worden alle meldingen geanalyseerd. Van incidenten waarbij de kans op herhaling en schade groot is en de educatieve waarde aanmerkelijk is, wordt een Alert gemaakt, welke u ontvangt via CMR. De meeste ziekenhuizen beschikken inmiddels over de inloggegevens om fouten te melden. Meldingen zijn en blijven anoniem. Als de inhoud van de melding wordt gebruikt voor een alert of een artikel, gebeurt dit alleen indien u uitdrukkelijk daarvoor toestemming geeft. CMR zal u in dat geval persoonlijk benaderen. Geeft u geen toestemming, dan zal de melding niet worden gebruikt.
40
Leren van retour ontvangen geneesmiddelen of te laat opgehaalde medicatie Meld de patiënt dat deze niet gebruikte geneesmiddelen in kan leveren in de apotheek van het ziekenhuis, de eigen openbare apotheek of een gemeentedepot. Deze geneesmiddelen kunnen niet voor een andere patiënt worden gebruikt omdat de kwaliteit dan niet kan worden gegarandeerd. Van retour ontvangen geneesmiddelen van patiënten of het te laat ophalen van nieuwe geneesmiddelen kunt u ook lering trekken. Wat is de reden dat de geneesmiddelen niet wordt gebruikt volgens voorschrift? Zijn het de bijwerkingen? Is het gebruik onduidelijk? Er kunnen tal van redenen zijn. Met deze informatie kan het proces verder worden bijgestuurd. Stel vast hoe u de arts betrekt bij het niet volgens voorschrift gebruiken van de geneesmiddelen.
41
5. Aandachtspunten 5.1 Afleveren bij ziekenhuizen zonder poliklinische apotheek
Organisatievormen bij het afleveren Hoewel de afgelopen jaren veel poliklinische apotheken zijn opgericht, bestaan er ook ziekenhuizen waar deze (nog) niet aanwezig is op de locatie waar de middelen worden voorgeschreven. Dit aantal zal sterk afnemen, gezien het gemak voor de patiënt om het geneesmiddel meteen op te halen na ontslag uit het ziekenhuis of na polibezoek aan de arts. Daarnaast is de wijziging in regelgeving (zoals de overhevelingen 2012-2013-2014) een stimulans om een poliklinische apotheek te openen. Toch bestaan er manieren om de over te hevelen geneesmiddelen af te leveren zonder poliklinische apotheek, ook al zijn ze zeker niet ideaal. Het vergt veel afstemming, met een verhoogd risico op fouten. Het is het overwegen waard om de tijd van afstemmen te steken in het opzetten van een eigen poliklinische apotheek. De hieronder genoemde mogelijkheden kunnen dus worden beschouwd als een tijdelijke overbrugging totdat de gehele farmaceutische zorg door het ziekenhuis zelf kan worden verstrekt (waarbij de logistiek desgewenst kan worden uitbesteed). Het lijkt een onmogelijke taak om het gehele farmaceutische proces uit het vorige hoofdstuk uit te besteden. Vooral de farmaceutische zorg zoals o.a. medicatiebewaking vraagt om een intensieve samenwerking tussen apotheek en voorschrijver. De mogelijkheden voor het verstrekken van geneesmiddelen vanuit: 1. de poliklinische apotheek van hetzelfde ziekenhuis levert aan de buitenpoli waar wordt voorgeschreven 2. de ziekenhuisapotheek of een apart ingerichte “kamer” op de polikliniek van de oncologen of kinderarts-endocrinologen. 3. de dienstapotheek, die overdag open gaat voor de overheveling 4. een unieke leverancier met apotheekfunctie 5. een poliklinische apotheek van een ander ziekenhuis 6. de openbare apotheek in de woonplaats van de patiënt of recht tegenover het ziekenhuis
5.1.1. Poliklinische apotheek van hetzelfde ziekenhuis levert aan de “buitenpoli” Mogelijk bestaat uw ziekenhuis uit meerdere locaties en is op de hoofdlocatie een poliklinische apotheek gevestigd. Wellicht is het voor patiënten ondoenlijk om de geneesmiddelen op te halen op de hoofdlocatie in de poliklinische apotheek. Mogelijk kan de poliklinische apotheek een kamer inrichten als een soort “dependance” op de locatie waar de over te hevelen middelen worden voorgeschreven. Het proces is (nagenoeg) hetzelfde als op de hoofdlocatie en de ervaring is dan al in huis. Indien in de “dependance” alleen geëtiketteerde geneesmiddelen liggen (dus op naam van patiënt) fungeert deze als uitdeelpost en hoeft voor deze locatie geen apotheker te zijn ingeschreven. Wordt er in de dependance daadwerkelijk geneesmiddelen worden aangeschreven en uitgevuld, dan kan een apotheker wel nodig zijn. Informeer bij IGZ naar de mogelijkheden.
42
5.1.2 Ziekenhuisapotheek of ingerichte kamer op polikliniek De ziekenhuisapotheek is reeds gewend om geneesmiddelen te verstrekken, maar dan wel intramuraal. Extramuraal verstrekken heeft een andere dimensie omdat het gericht is op de patiënt in plaats van de verpleegkundige. Dit stelt andere eisen aan automatisering, apotheekpersoneel en toegankelijkheid van de apotheek. Men dient te beschikken over een Apotheek Informatie Systeem dat geschikt is om bijvoorbeeld medicatiebewaking uit te voeren, patiëntetiketten op te stellen, een Actueel Medicatie Overzicht te genereren voor de medicatieoverdracht of declaratiegegevens te kunnen genereren. Het personeel dient in staat te zijn om te werken met het nieuwe Apotheek Informatie Systeem en zijn ze in staat om voorlichting te geven over de geneesmiddelen aan de patiënt. Mocht u vanuit de ziekenhuisapotheek geneesmiddelen willen verstrekken: is deze voor patiënten die (ernstig) ziek zijn vindbaar? Is er een wachtruimte waar patiënten kunnen zitten? En ligt de ziekenhuisapotheek toevallig niet naast het mortuarium? Het inrichten van een kamer op de polikliniek kan worden gezien als voorloper op een nieuw te openen poliklinische apotheek. De automatisering kan dan al worden aangeschaft, de werkwijzen kunnen al worden vastgesteld en tegen de tijd dat de poliklinische apotheek gereed is voor inrichten, kan alles worden verplaatst. Vanaf het moment dat er mediatie wordt aangeschreven dient een apotheker te zijn ingeschreven bij deze apotheek.
5.1.3. Dienstapotheek die overdag open gaat De kans is groot dat er een dienstapotheek in het ziekenhuis is gevestigd bij de huisartsenpost. Deze is meestal in eigendom van openbare apotheken. Overdag is deze normaal gesproken gesloten, maar mogelijk is er een deal te sluiten dat deze overdag wordt gebruikt voor het verstrekken van de over te hevelen middelen. Bekijk wel of de locatie voor patiënten bereikbaar is, want ze zijn meestal gevestigd aan de achterkant van een ziekenhuis bij de huisartsenpost.
5.1.4 Unieke leverancier Geen enkele unieke leverancier levert in 2012 het totale pakket van over te hevelen middelen. De meeste focussen zich op de planbare zorg van groeihormonen en een enkeling richt zich op 1 oraal oncolyticum. Mocht u overwegen om alle leveringen van orale oncolytica uit te besteden aan een unieke leverancier, breng dan van tevoren de risico’s in kaart en spreek deze goed met de leverancier door. Vergewis u ervan dat de farmaceutische zorg van de leveringen bij hen in goede handen is, gezien de ontbrekende of beperkte ervaring in het verstrekken van deze middelen.
5.1.5 Poliklinische apotheek van een ander ziekenhuis Het voordeel van het (deels) uitbesteden van het proces aan een poliklinische apotheek van een ander ziekenhuis is dat zij ook ervaring hebben met de overheveling van TNF en ook met deze overheveling aan de slag zijn gegaan. Een nadeel is uiteraard de afstand: van patiënten kan niet worden verwacht dat ze naar een ander ziekenhuis gaan om de geneesmiddelen op te halen. Of alles wordt thuisbezorgd vanuit de poliklinische apotheek of de poliklinische apotheek opent een dependance in uw ziekenhuis. Dit kan een volwaardige apotheek zijn (incl. apotheker) of alleen een uitdeelpost (volgens IGZ een “vastgenagelde
43
bezorger”). Er worden in dit laatste geval alleen geneesmiddelen overhandigt die al op naam zijn gesteld in de andere locatie.
5.1.6 Openbare apotheek of apotheekhoudend huisarts Het afleveren van de geneesmiddelen kan geheel of gedeeltelijk worden uitbesteed aan 1 of meerdere openbare apotheken / apotheekhoudende huisarts. Dit kan op structurele of incidentele basis plaatsvinden. De apotheek kan zijn gevestigd: a. recht tegenover het ziekenhuis b. in de woonplaats van de patiënt Het voordeel is dat de geneesmiddelen door de patiënt dichtbij het ziekenhuis of huis kan ophalen (geen transportkosten). Er kleven echter ook een (groot) aantal nadelen aan, voornamelijk bij openbare apotheek of apotheekhoudende huisarts in de woonplaats van de patiënt. Waar hieronder “openbare apotheek” staat vermeld, kan ook worden gelezen “apotheekhoudende huisarts”. 1. Het is een grote/ondoenlijke klus voor ziekenhuizen met een groot adherentiegebied om met alle openbare apotheken afspraken te maken over werkwijzen en facturatie. Er zal met iedere apotheek een contract moeten worden gesloten waarin wederzijdse verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. 2. De openbare apotheek heeft vanwege het geringe aantal patiënten per apotheek (waarschijnlijk 1 - 5) minder gelegenheid om ervaring te houden in het verstrekken van deze specialistische middelen. 3. De openbare apotheek zal wellicht voor het beperkt aantal patiënten geen voorraad aanhouden van deze dure middelen. Zij zullen het geneesmiddel bestellen op het moment dat de patiënt een recept inlevert. De geneesmiddelen zal op zijn vroegst de volgende dag worden geleverd. Waarschijnlijk zal de patiënt op dezelfde dat van voorschrijven willen starten met de medicatie, vooral bij orale oncolytica. Dit kan worden opgelost door de geneesmiddelen in consignatie te leggen bij de openbare apotheek. 4. De openbare apotheek kan ervoor kiezen om hele verpakkingen af te leveren omdat men niet het risico wil lopen met een aangebroken verpakking te blijven zitten (gezien het kleine aantal patiënten per apotheek). Mocht de patiënt voortijdig stoppen met de geneesmiddelen, dan lijdt dit tot “dode voorraad”. En die is duur bij deze middelen. 5. De openbare apotheek is alleen tijdens kantooruren geopend. Patiënten die dus laat op de dag het ziekenhuis verlaten, kunnen pas de volgende dag bij hun openbare apotheek terecht. Waar mogelijk dan de geneesmiddelen nog moet worden besteld. 6. Het is nodig om de medicatie-overdracht goed te regelen zodat een volledige medicatiebewaking kan worden uitgevoerd. Dit houdt in het overdragen van het Actueel Medicatie Overzicht (inclusief intraveneuze oncolytica) van het ziekenhuis naar de openbare apotheek en omgekeerd weer naar het ziekenhuis na iedere aflevering. Dit vergt een wederzijdse inspanning. Indien is overeengekomen dat de openbare apotheek geneesmiddelen aflevert, zal het ziekenhuis een factuur ontvangen. Maak vooraf wel afspraken over de hoogte van de in rekening te brengen kosten.
44
Declareren extramurale middelen door ziekenhuizen zonder poliklinische apotheek Ziekenhuizen zonder poliklinische apotheek kunnen geen extramurale medicatie declareren bij de zorgverzekeraar omdat ze daar geen contract mee hebben. Toch kan extramurale medicatie worden voorgeschreven in combinatie met het oraal oncolyticum. Denk aan dexamethason (combinatie lenalidomide), antibiotica (profylaxe), capecitabine (combinatie lapatinib) en metoclopramide. Stem in 2012 nog af met de zorgverzekeraar of u deze middelen kunt declareren (u heeft geen status “openbare apotheek”). De patiënt is er niet bij gebaat om zijn geneesmiddelen die hij gebruikt tegen kanker in 2 verschillende apotheken op te halen.
5.2 Groeihormoonbehandeling: kinderen en volwassenen
5.2.1 Groeihormonen bij kinderen: de Stichting Kind en Groei De Stichting Kind en Groei beoordeelt in 2012 de behandeling van kinderen met het groeihormoon (met uitzondering van kinderen die zijn verzekerd bij Menzis). Welke rol de stichting in 2013 gaat vervullen is nog niet geheel uitgekristalliseerd. Voor de volledigheid worden de werkzaamheden voor 2012 in deze paragraaf uiteengezet. De stichting beoordeelt: 1. Nieuw te starten behandelingen: is er een terechte indicatie voor behandeling? 2. Jaarlijkse herbeoordeling per kind: is de behandeling effectief en veilig?
Nieuw te starten behandelingen met groeihormoon Indien de voorschrijver bij een kind wil starten met de behandeling van een groeihormoon, levert hij een formulier “verzoek tot start van de behandeling” in tezamen met een kopie van de groeicurve van het kind in bij de Stichting Kind en Groei. Hier beoordeelt een onafhankelijke deskundige of er inderdaad een indicatie voor behandeling aanwezig is. De indicatiestelling is bij kinderen namelijk niet eenvoudig. De deskundige geeft het advies van wel of niet behandelen door aan de zorgverzekeraar met een kopie van het advies aan de voorschrijver. De zorgverzekeraar neemt in de meeste gevallen het advies over. Bij een positief advies verstrekt de zorgverzekeraar een brief aan de patiënt met een akkoord tot vergoeding voor maximaal 1 jaar. Deze brief dient de patiënt bij de apotheek te laten zien bij het inleveren van ieder recept. Hierdoor is de apotheek geïnformeerd over de goedkeuring voor vergoeding. Ongeveer 15% van de aanvragen wordt door de deskundige van de stichting Kind en Groei afgewezen (besparing van 7 miljoen euro per jaar). Indien de voorgestelde groeihormoon (GH)behandeling is goedgekeurd, worden de medische gegevens van het kind opgenomen in de Landelijke Registratie Groeihormoonbehandeling bij Kinderen (LRG-Kinderen), waarin de gegevens van 5000 kinderen zijn opgenomen.
45
Jaarlijkse herbeoordeling behandeling met groeihormoon Jaarlijks beoordelen de onafhankelijke deskundigen van de Stichting Groei en Kind de behandeling. Aan de hand van de 3-4 maandelijkse groeigegevens en medische gegevens wordt beoordeeld of er nog steeds een indicatie is voor het GH-behandeling (bijvoorbeeld is de groei voldoende en hoeveel groei kan nog worden behaald het GH-behandeling, wordt de juiste dosis voorgeschreven). Daarbij worden referentiegegevens uit de Landelijke Registratie Groeihormoonbehandeling bij Kinderen betrokken. Hiermee kan worden opgemerkt als een kind minder groeit dan verwacht. De voorschrijver dient de oorzaak te achterhalen. Spuit het kind wel goed (dus niet in de teddybeer)? Wordt het hormoon wel toegediend of belandt het in het illegale circuit (groeihormonen zijn zeer gewild bij duursporten en de sportschool)? Is er een andere ziekte aanwezig welke de groei vertraagt etc.? Is het kind eigenlijk vrijwel uitgegroeid? Zo nodig wordt geadviseerd om 3 maanden onder toezicht van de huisarts of wijkverpleegkundige te spuiten om na te gaan of de groei dan beter gaat. Behandeling kan op advies van Stichting Kind en Groei worden vervolgd, aangepast of worden gestaakt.
Geen beoordeling Menzis-‐verzekerden Stichting Kind en Groei beoordeelt GEEN aanvragen van Menzis-verzekerden. Menzis besloot in 2010 om alleen gebruik te maken van een artsenverklaring. Indien een artsenverklaring aanwezig is, mag de patiënt groeihormoon gebruiken tot de volwassen leeftijd is bereikt c.q. de groeischijven zijn gesloten. Risico hiervan kan zijn dat de patiënt onterecht of onjuist wordt behandeld met groeihormoon of dat het middel verdwijnt in het illegale circuit.
Aantal af te leveren groeihormoon Groeihormoon moet dagelijks worden toegediend en de patiënt komt iedere 3 maanden op de poli, waar zo nodig de dosering wordt aangepast, zeker bij de kinderen. De arts schrijft meestal voor 3 tot 4 maanden geneesmiddelen voor. Tussentijds vinden nauwelijks doseringswijzigingen plaats naar aanleiding van een telefonisch consult met de voorschrijver. Lever als apotheek wel voldoende af, want kinderen kunnen wel eens ziek zijn bij een volgende poli-afspraak. Lever ook weer niet te veel af, want dat werkt misbruik in de hand.
5.2.2 Groeihormonen bij volwassenen Alle endocrinologen kunnen groeihormonen voorschrijven voor volwassenen. Zij schrijven voor in een aanzienlijke lagere dosering dan bij kinderen. De indicatiestelling is makkelijker dan bij kinderen, maar het meten van het effect van de behandeling is weer moeilijker. Er bestaat GEEN landelijke database meer waarin de patiënten zijn opgenomen en worden gemonitord. Er vindt ook geen landelijke beoordeling plaats van de indicatiestelling, behalve die van de zorgverzekeraar op basis van de artsenverklaringen. Deze zijn in 2013 niet meer verplicht.
5.2.3 Vaststellen voorkeursbeleid groeihormoon De overheveling van groeihormoon kan een reden zijn om een bestaand voorkeursbeleid opnieuw te bekijken of een nieuw beleid vast te stellen bij bestaande en nieuwe patiënten. Verschillende zaken dienen hierin mee genomen te worden: zoals het toediensysteem, aantal behandelde patiëntjaren, kennis over lange termijnveiligheid en de prijs.
46
De verschillende merken somatropine (GH) verschillen in toedieningsystemen. Sommige pennen zijn lastiger te bedienen door kinderen (spuiten meestal vanaf 6 jaar zelf) dan anderen. De voorschrijver zal per kind beoordelen welk toedieningsysteem het meest geschikt is voor het kind. Bij een wisseling van toediensysteem waar het kind goed mee spuit bestaat het risico dat het kind minder en/of slechter gaat spuiten en dus minder therapietrouw wordt (denk weer aan de teddybeer die wordt geïnjecteerd en kostbare geneesmiddelen verloren gaat). Stem binnen het ziekenhuis af (tussen inkoop en voorschrijver) welk merk groeihormoon het beste kan worden voorgeschreven bij bestaande en nieuwe patiënten.
5.3 Patiënten en het buitenland
Patiënten in het buitenland behandeld Indien de patiënt momenteel in het buitenland wordt behandeld, geldt dat deze behandeling na 1 januari 2013 kan worden voortgezet. Voor de behandeling in het buitenland heeft de patiënt hoogstwaarschijnlijk toestemming verkregen van de zorgverzekeraar. Om er zeker van te zijn dat deze toestemming ook na 1 januari 2013 nog geldig is, dient de patiënt contact op te nemen met de zorgverzekeraar. Informeer bij de zorgverzekeraar van de patiënt hoe om te gaan met het verstrekken van de geneesmiddelen indien de voorschrijver in het buitenland is gevestigd. Mogelijk haalt de patiënt de geneesmiddelen dan ook in het buitenland? Maar mogelijk komt hij ook bij u aan de balie voor het geval hij plotseling thuis niets meer heeft.
Patiënten die langere tijd in het buitenland verblijven Als een patiënt onder behandeling is in het ziekenhuis en hij verhuist voor langere tijd naar het buitenland, zal zolang hij behandeld wordt door dat buitenlands ziekenhuis ook financieel onder dat ziekenhuis vallen. Het ziekenhuis zal dan ook verantwoordelijk worden voor het afleveren van de geneesmiddelen. Let op: buiten Europa mogen geen geneesmiddelen door een Nederlandse apotheek worden afgeleverd. De patiënt kan uitsluitend zelf de geneesmiddelen ophalen. Daarnaast gebruiken veel patiënten naast oncologische middelen ook opiaten, als een patiënt deze meeneemt op vakantie, dient dit volgens een procedure van IGZ aangemeld te zijn.
Patiënten uit het buitenland in Nederland onder behandeling Over het algemeen heeft een ziekenhuis een aparte procedure voor patiënten die uit het buitenland komen en behandeld worden in Nederland. Relevant hiervoor is of de patiënt verzekerd is. De patiënten vallen onder de verantwoordelijkheid van de voorschrijver, dus ook onder dat budget, er zal dus een financiële regeling getroffen moeten worden om de kosten van de therapie te dekken.
5.4 Opname en ontslag in/uit het ziekenhuis
Opname Indien de patiënt die 1 van de over te hevelen middelen gebruikt wordt opgenomen in het ziekenhuis, dient medicatieverificatie plaats te vinden. Hierdoor ontstaat een Actueel Medicatie Overzicht, waarop vervolgbehandeling in het ziekenhuis wordt gebaseerd. Eén van de vaak geraadpleegde bronnen (naast het verificatiegesprek met de patiënt) is de
47
afleverhistorie van de openbare apotheek. Deze zou theoretisch gezien de overgehevelde middelen moeten bevatten (medicatie-overdracht van ziekenhuis naar openbare apotheek en huisarts). Beter is het om de afleverhistorie van deze patiënt ook op te vragen bij de poliklinische apotheek van uw ziekenhuis. Of indien u deze niet heeft, bij de ziekenhuisapotheek. U heeft dus nodig bij opname: het doseerschema, de dosering, kuur en stopperiode. Informeer de medewerkers die bij dit proces betrokken zijn.
Ontslag Indien de patiënt wordt ontslagen, wordt deze in de meeste ziekenhuizen vrij gelaten waar de ontslagmedicatie wordt opgehaald: poliklinische apotheek of openbare apotheek (of apotheekhoudende huisarts). Echter, de over te hevelen middelen dienen vanuit het ziekenhuis te worden verstrekt. Pas de checklist “medicatieverificatie bij ontslag” zo nodig aan en informeer de medewerkers die bij dit proces betrokken zijn.
5.5 Vervallen GVS-registratie aantal middelen Voor een aantal andere orale oncolytica geldt dat ze voornamelijk in het ziekenhuis worden gebruikt en zover bekend zeer beperkt of niet extramuraal. Toch hebben deze geneesmiddelen een GVS-registratie. Deze registratie wordt per 1 januari 2013 geschrapt. Hierdoor is het mogelijk dat voor een aantal patiënten deze middelen extramuraal worden verstrekt, wat vanaf 1 januari 2013 niet meer mogelijk is. Vanaf deze datum zullen deze geneesmiddelen uitsluitend via het ziekenhuis verstrekt moeten worden. Informeer ook bij uw artsen of zij patiënten buiten het ziekenhuis met deze geneesmiddelen behandelen. De geneesmiddelen die dit betreffen zijn: ATC5_L01CA01 VINBLASTINE ATC5_L01CA02 VINCRISTINE ATC5_L01CB02 TENIPOSIDE ATC5_L01DA01 DACTINOMYCINE ATC5_L01DB03 EPIRUBICINE ATC5_L01DB06 IDARUBICINE ATC5_L01DB07 MITOXANTRON ATC5_L01DC01 BLEOMYCINE ATC5_L01DC03 MITOMYCINE ATC5_L01XX01 AMSACRINE ATC5_L01XX32 BORTEZOMIB ATC5_L01XA01 CISPLATINE ATC5_L02AE HISTRELINE
48
6. Een geborgd financieel proces 6.1 De beleidsregel Het uitgangspunt van VWS is dat de overheveling zijn beslag krijgt binnen de systematiek die voor 2013 is voorzien, namelijk die van prestatiebekostiging op basis van DBCzorgproducten en add-on bekostiging. VWS schrijft in de aanwijzing ( MC-U-3125844) die op 27 augustus 2012 is gepubliceerd in de Staatscourant het volgende: “Alle toepassingen (‘indicaties’) van de betreffende geneesmiddelen die nu via het GVS als verzekerde zorg zijn aangemerkt en door zorgverzekeraars worden vergoed dienen in de nieuwe situatie door instellingen als toevoeging bij het DBC-zorgproduct gedeclareerd te kunnen worden bij zorgverzekeraars. Er dienen dus add-on’s te worden vastgesteld voor alle toepassingen, inclusief off-labeltoepassingen, waarvoor nu in het GVS aanspraak bestaat”. De bekostiging van de over te hevelen geneesmiddelen per 2013 zal verlopen via aparte declarabele prestaties, de zogenaamde ‘add-ons’, waarvoor de NZa maximum tarieven vaststelt. De add-ons van de over te hevelen geneesmiddelen zullen worden meegenomen in de updaterelease RZ13b. De geplande uitleverdatum zal zijn: 15 november 2012. Later dit jaar zullen de 'Beleidsregel prestaties en tarieven medisch specialistisch zorg' en de 'Regeling prestaties en tarieven medisch specialistisch zorg' die zullen ingaan per 1 januari 2013 door de NZa worden vastgesteld.
6.2 De bekostiging van de over te hevelen geneesmiddelen per 2013
Voorstel van WVS voor ophoging macrokader ziekenhuizen Het ministerie van VWS zal het macrokader voor de komende jaren ophogen met de verwachte uitgaven aan de over te hevelen geneesmiddelen. De ophoging van het macrokader wordt geacht niet alleen de kosten van het geneesmiddel, maar ook de bijbehorende kosten te dekken (aflevering, farmaceutische zorg en distributie). VWS heeft in juli 2012 aangegeven voornemens te zijn het kader ziekenhuizen voor de komende jaren met de volgende bedragen op te hogen: 2013:
214.733.263
2014:
238.106.422
2015:
257.115.629
Reactie NVZ, NFU en beroepsgroepen op voorstel VWS voor ophoging macrokader De NVZ en de NFU hebben op basis van input van beroepsgroep een reactie gegeven aan VWS op de gepresenteerde bedragen. Hieronder volgt een beknopte weergave van de reactie van de NVZ en de NFU. De NVZ en NFU zijn van mening dat het lastig is om een goede prognose te geven in verband met onvoorziene ontwikkelingen zoals instroom van nieuwe middelen, uitbreiding indicaties, aanpassing dosering en wijziging van het aantal patiënten. Ziekenhuizen kunnen
49
en willen niet het risico dragen van foute prognoses/ bedragen. Het is de verantwoordelijkheid van VWS om het kader voldoende op te hogen. De NFU en NVZ kunnen die verantwoordelijkheid niet overnemen of delen. VWS houdt geen rekening met de kostenstijging als gevolg van nieuwe introducties en uitbreiding van indicaties die niet in de plaats komen van bestaande middelen. Beroepsgroepen en NVZ/NFU komen voor de periode tot en met 2015 tot hogere bedragen dan VWS voor de bestaande middelen. Belangrijkste conclusie: Er zal monitoring moeten plaatsvinden en de bedragen zullen naar bevind van zaken moeten worden aangepast als de realisatie afwijkt van de prognose. Specifiek voor kostenstijgingen als gevolg van nieuwe introducties en uitbreiding van indicaties die niet in de plaats komen van bestaande middelen vragen de NVZ en de NFU aan VWS de garantie dat het kader hiervoor zal worden aangepast als die situaties zich voordoen. Hierbij kan worden aangesloten op de procedure die CVZ ontwikkelt voor voorwaardelijke financiering. CVZ maakt hierbij een budget impactanalyse (bij middelen met kostenprognose > 2,5 mln. euro).
Bekostigingssystematiek In 2011 heeft de NZa de wijze van bekostigen van de TNF-alfaremmers en bijbehorende zorg eind juni vastgesteld: het geneesmiddel wordt een add-on op basis van 100% vergoeding van lijstprijs (maximum tarief) en gebruikte hoeveelheid; overige kosten (exclusief verpleging thuis) worden opgenomen in het DBC- zorgproduct; verpleging thuis is een apart product. Er is op dit moment geen reden om aan te nemen dat bij de overheveling van de oncolytica en groeihormonen in 2013 de systematiek af zal wijken van die van de TNFalfaremmers. De add-on tarieven zijn zuiver bedoeld om kosten van geneesmiddelen te dekken en niet om distributie- en/of toedienkosten uit te betalen. Die kosten dienen uit het (vrij onderhandelbare) tarief voor het DBC-zorgproduct en het tarief voor verpleging in de thuissituatie gedekt te worden. Hieronder wordt de bekostiging van de over te hevelen geneesmiddelen en bijbehorende zorg weergegeven: Add-ons zijn bedoeld ter dekking van de geneesmiddelkosten. Overige kosten (exclusief verpleging thuis) kunnen worden opgenomen in de tarieven van bijbehorende DBC-zorgproducten. Denk bij overige kosten aan de kosten die samenhangen met de apotheekfunctie (inkoop, aflevering, farmaceutische zorg) en distributie. De declaratie van personele kosten voor extramurale toediening kan lopen via de beleidsregel ‘Verpleging in de thuissituatie’ (CU-2013). Veel DBC-zorgproducten waarbij de over te hevelen oncolytica en groeihormonen in 2013 worden voorgeschreven vallen in het vrije segment. Toch zullen er ook DBC-zorgproducten zijn die vallen in het gereguleerde segment. Daar de overige kosten zullen moeten worden versleuteld in het DBC-zorgproduct, zal de NZa voor DBC-zorgproducten die vallen in het gereguleerde segment de prijzen moeten ophogen. DBC-zorgproducten zullen niet meer voor 2013 worden aangepast. Door de veldpartijen zal worden onderzocht of, en op welke termijn, aanpassingen nodig zijn in DBC-zorgproducten.
50
Tarieven in 2013 In 2012 en de jaren erna zal worden uitgegaan van maximumtarieven voor de add-ons. De maximumtarieven in 2013 voor de add-ons zullen zijn: lijstprijs per milligram werkzame stof per toedieningsvorm (tabletten, injectiepoeders e.d.). De geneesmiddelen zullen worden gedeclareerd op basis van eenheden mg werkzame stof. Verzekeraars en ziekenhuizen dienen te onderhandelen op of onder het maximum tarief. VWS heeft besloten dat er geen afslag komt op het maximum tarief. Die afslag zou gelijk moeten zijn aan de gemiddeld behaalde inkoopkorting. In plaats hiervan wordt van ziekenhuizen en verzekeraars verwacht dat zij afspraken maken over verdeling van kortingen. Variërende prijs per mg van dezelfde werkzame stof De tarieven van de verschillende sterktes van de over te hevelen producten wisselen. Dat komt omdat de fabrikanten de prijs veelal per kuur vaststellen en niet per mg. Door uit te gaan van de tot nu toe door de NZa gehanteerde systematiek van goedkoopste prijs per mg ontstaan niet kostendekkende tarieven bij verschillende sterktes van sommige geneesmiddelen. De NVZ/NFU en NVZA/NVPF hebben dit probleem gemeld bij de NZa en VWS en gevraagd om kostendekkende tarieven vast te stellen.
6.3. Vergoeding van off-label gebruik De vergoeding van de off-label toepassingen van de per 2013 over te hevelen geneesmiddelen moet goed zijn geregeld. De over te hevelen geneesmiddelen worden namelijk bij zowel geregistreerde als niet geregistreerde indicaties voorgeschreven. VWS heeft de NFU en NVZ gevraagd om een overzicht aan te leveren van off-label toepassingen. Momenteel brengen de beroepsgroepen het off-labelgebruik in kaart. In de aanwijzing van de minister aan de NZa staat dat alle indicaties die nu onder het GVS worden vergoed, ook in de nieuwe situatie vergoed blijven worden: “Alle toepassingen (‘indicaties’) van de betreffende geneesmiddelen die nu via het GVS als verzekerde zorg zijn aangemerkt en door zorgverzekeraars worden vergoed dienen in de nieuwe situatie door instellingen als toevoeging bij het DBC-zorgproduct gedeclareerd te kunnen worden bij zorgverzekeraars. Er dienen dus add-on’s te worden vastgesteld voor alle toepassingen, inclusief off-labeltoepassingen, waarvoor nu in het GVS aanspraak bestaat”. Staat het geneesmiddel op bijlage 1 van de Regeling zorgverzekering, dan zijn in principe alle indicaties (geregistreerde en niet geregistreerde indicaties) verzekerde zorg. Wel moet voor elke toepassing zijn voldaan aan het criterium “stand der wetenschap en praktijk”. Staat het geneesmiddel op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering, dan heeft de minister aangewezen welke indicaties worden vergoed. Indicaties die niet zijn aangewezen, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Voor een aantal geneesmiddelen op bijlage 2 heeft de minister naast één of meerdere geregistreerde indicaties de bepaling opgenomen dat ook niet-geregistreerde indicaties voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Van recht op vergoeding is echter alleen sprake indien: ▪ de verzekerde lijdt aan een ziekte die in Nederland bij minder dan 1 op de 150.000 inwoners voorkomt; ▪ én de werkzaamheid van dat geneesmiddel bij die indicatie wetenschappelijk is onderbouwd; ▪ én in Nederland voor die aandoening geen behandeling mogelijk is met enig geneesmiddel dat in Nederland voor die indicatie is geregistreerd.
51
De Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) adviseert de zorgverzekeraars zo nodig over de vraag of een voor een andere indicatie geregistreerd geneesmiddel bij zo’n zelden voorkomende aandoening wel of niet valt onder de verzekerde farmaceutische zorg. De zorgverzekeraar neemt de uiteindelijke beslissing. De vergoeding van off-label use van enkele geneesmiddelen die nu op bijlage 2 staan, is waarschijnlijk op dit moment niet goed omschreven in deze bijlage. Voorbeeld: lenalidomide. Ook vragen wij aandacht voor het voorschrijven bij kinderen. Inventarisatie wordt momenteel door de betrokken beroepsgroepen gedaan. Na deze inventarisatie zullen de NFU, NVZ en de betrokken beroepsgroepen VWS verzoeken om CVZ met spoed een advies uit te laten brengen of het hier om verzekerde zorg gaat. Verder is van belang dat ziekenhuizen een volledige registratie bijhouden van de patiënten aan wie deze geneesmiddelen wordt verstrekt, met daarbij de indicatie, duur en het effect van de behandeling. Zo spoedig mogelijk zal er een overzicht beschikbaar komen met daarin welke indicaties behorende bij de over te hevelen geneesmiddelen verzekerde zorg zijn.
6.4 BTW Het verrichten van diensten wordt belast met omzetbelasting, btw. Hierop bestaan echter uitzonderingen in de vorm van vrijstellingen. De omzetbelasting kent twee vrijstellingen die van toepassing zijn op het verstrekken van (dure) geneesmiddelen. Er bestaat een ziekenhuis vrijstelling (art 11 eerste lid sub C Omzetbelasting). Deze regelt een btw-vrijstelling voor in het ziekenhuis opgenomen patiënten. Onder deze vrijstelling worden ook de verrichtingen die worden uitgevoerd in dagbehandeling verstaan. Daarnaast bestaat er een medische vrijstelling voor handelingen die gericht zijn op de geneeskundige verzorging van de mens door beroepsbeoefenaren die een BIG-opleiding hebben gevolgd (art 11 eerste lid sub G Omzetbelasting).
Extramurale afleveringen Indien geneesmiddelen worden afgeleverd buiten de muren van het ziekenhuis, dan gelden de eerder genoemde vrijstellingen niet. In dat geval dient de levering van geneesmiddelen (in rekening gebrachte vergoeding voor medicatiekosten en kosten van afleveren) belast te worden met het verlaagde btw-tarief van 6%.
Toediening extramuraal Indien aan een patiënt in de thuissituatie geneesmiddelen worden toegediend, dan is de vraag of dit wel of niet moet worden gezien als een medische handeling waarvoor de medische vrijstelling geldt. Indien de geneesmiddelen door een verpleegkundige wordt gebracht en toegediend in de thuissituatie, dan valt deze handeling waarschijnlijk onder de medische vrijstelling. Immers het is een handeling door een verpleegkundige (BIG-geregistreerde). Deze vrijstelling zou dan ook gelden voor de kosten van de geneesmiddelen, omdat dit gezien wordt als één prestatie.
52
Of de vrijstelling geldt in het geval de geneesmiddelen thuis wordt geleverd door een apotheek (6%) en (op een later tijdstip) door de verpleegkundige wordt toegediend (vrijgesteld) is momenteel niet duidelijk. Indien de medische handeling de overhand heeft binnen de totale verrichting, zou dit als één prestatie kunnen worden beschouwd en in zijn geheel onder de vrijstelling worden begrepen. Er is echter ook een zienswijze die in deze specifieke situatie de aflevering van de geneesmiddelen wel onder de btw-heffing en de medische handeling als vrijgesteld beschouwt. De NFU en NVZ hebben overleg met de Belastingdienst over de details. Dat overleg was nog niet afgerond bij het ter perse gaan van het handboek. Over de heffing van btw ontvangen de leden van NFU, NVZ, NVZA en NVPF nader bericht.
6.5 De mogelijke aanpak binnen uw ziekenhuis Stap 1: bepaal samen met voorschrijvers de forecast per middel per jaar De markt van de middelen blijft in ontwikkeling. Imatinib zal in omvang afnemen en nilotinib en sunitinib zullen in omvang toenemen. Het relatief nieuwe middel erlotinib zou naar verwachting kunnen groeien. In pazopanib, everolimus en abirateron is ook groei te verwachten vanwege te verwachten goedkeuring voor nieuwe indicaties. Ook kan de HOVON besluiten dat een bepaald middel alleen in specialistische centra mag worden voorgeschreven, waardoor er ook een verschuiving gaat plaatsvinden. Daarnaast komen er patiënten vrij uit een studie. Allemaal factoren die de groei beïnvloeden. Tips: 50. Overleg met de behandeld artsen welke groei ze per geneesmiddel verwachten. Dit kan afhankelijk zijn van veranderingen in nieuwe protocollen, registratie van nieuwe indicaties, verschuiving van patiënten door bijvoorbeeld nieuwe expertisecentra of het afstoten van zorg bij andere ziekenhuizen en nieuwe diagnostische technieken. 51. Monitor gedurende het jaar ook het aantal patiënten, in de oncologie kunnen er snel veel veranderingen optreden. Er kan dan ook eerder gestuurd worden in de behandelingen van de patiënten. 52. Neem ook de patiënten mee die in uw ziekenhuis met de behandeling worden opgestart terwijl deze (deels) door een perifeer ziekenhuis wordt overgenomen. Belangrijk aandachtspunt is de tarieven, vooral bij orale oncolytica. Controleer niet alleen de tarieven op de toedieningsvorm met de laagste prijs per mg, maar controleer ook de milligrammen bij andere sterktes.
53
Stap 2: Maak afspraken met zorgverzekeraars Voor de ziekenhuizen zal het lastig worden om voor 2013 een compleet inzicht te hebben in de patiëntaantallen en bijbehorende behandelingen met specialistische geneesmiddelen die worden overgeheveld. Dit zal meer werk zijn, en complexer zijn, dan voor de TNFalfaremmers. Het vooraf maken van budgetafspraken over deze geneesmiddelen onder het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord voor 2013 is ingewikkeld, vanwege het ontbreken van adequate gegevens over kosten en aantallen patiënten per ziekenhuis (bovendien zullen er verschuivingen optreden in patiëntenstromen). Voorkómen moet worden dat de patiënt onverhoopt de dupe wordt van knellende budgetafspraken op lokaal niveau. Deze geneesmiddelen worden nu extramuraal afgeleverd en omdat er nog geen ingevoerd EVS is op de poliklinieken hebben ziekenhuizen geen cijfers die ze uit hun systemen kunnen halen. Het is raadzaam met zorgverzekeraars over deze nieuwe ontwikkelingen expliciet afspraken te maken. Deze aspecten, evenals als andere ontwikkelingen rond de overheveling, komen ook aan de orde in het bestuurlijk overleg over het hoofdlijnenakkoord. Stap 3: Koop de middelen in In het ziekenhuis zijn diverse mogelijkheden wie de geneesmiddelen inkoopt en het bijbehorende inkoopvoordeel ontvangt. Omdat u mogelijk voor een bepaalt middel weinig patiënten heeft, is hier geen of weinig inkoopvoordeel te behalen. Door u aan te sluiten bij bestaande inkoopverbanden of nieuwe op te richten kunt u inkoopmacht organiseren. Leveranciers zijn steeds meer geneigd om aanvullende afspraken te maken. Voor Celgene (Revlimid) geldt dat er een uitgestelde betalingsregeling van 90 dagen kan worden afgesproken en dat artikelen die bijna gaan vervallen kosteloos kunnen worden omgeruild. Ook staan zij open voor het in consignatie leggen van voorraad bij de groothandel, hetgeen voor u het bestelproces vereenvoudigd en het middel sneller wordt geleverd. Stap 4: Stel de vergoeding vast voor de poliklinische apotheek Uit het inkoopvoordeel kan (een deel) van de handlingkosten worden betaald. Maar u kunt ook deze kosten verwerken in de tarieven van de bijbehorende DBC zorgproducten. Indien de inkoop en receptverwerking is verdeeld onder ziekenhuisapotheek en poliklinische apotheek, maak dan afspraken over wie het financieel risico draagt in geval van bv. telfouten of bederf. Pas daar eventueel het handlingstarief op aan. De poliklinische apotheek hoeft niet 100 % eigendom van het ziekenhuis te zijn. Daarom zal het wenselijk kunnen zijn om een handling fee vast te stellen voor het verstrekken van de middelen. De hoogte van de fee is afhankelijk van onder anderen: a. het werk dat wordt verricht b. wanneer het middel wordt verstrekt (overdag, avond, nacht, weekend) c. kosten van uitbestede diensten zoals (gekoeld) bezorgen, prikinstructie thuis d. wie de inkoopmarge ontvangt Het extramuraal gehanteerde WMG-tarief blijkt in de praktijk onvoldoende te zijn om de handlingskosten te dekken. Dit tarief is namelijk gebaseerd op de receptverwerking van de openbare apotheek (relatief eenvoudige geneesmiddelen, veel herhaalmedicatie). Wel kan worden overwogen om de WMG-systematiek aan te houden van Eerste Uitgifte en herhaaluitgifte.
54
Varianten van onderlinge verrekening die in de praktijk bestaan zijn een vast percentage van de omzet, het vergoeden van FTE of een vast bedrag per receptregel. Leg de gemaakte afspraken vast in een overeenkomst tussen ziekenhuis(apotheek) en poliklinische apotheek. Denk hierbij ook aan de verdeling van kosten van: a. eenmalige investeringen zoals koelkasten, koelelementen, speciale software, extra werkplekken i.v.m. toename aantal patiënten of zelfs een extra ruimte b. verzekering (incl. de kosten bij het aanspraak maken op de verzekering) c. risico’s bij receptverwerking zoals winkeldochters of beschadiging tijdens de receptverwerking d. de voorbereidende werkzaamheden om de overheveling vorm te geven e. het werk voor het aanleveren van bestanden aan derden b.v. fabrikanten om extra marge te ontvangen f. rol van ziekenhuisapotheek bij levering buiten openingstijden van de poliklinische apotheek g. De rente kosten van de geneesmiddelen die op voorraad moeten worden genomen. h. Maak duidelijk afspraken wie welke taak heeft, omtrent uitgifte en informatievoorziening naar de patiënt. Op basis hiervan kan ook een kostenraming worden gemaakt. i. Er zal extra scholing nodig zijn op het gebied van orale cytostatica Stap 5: periodieke evaluatie Gezien de grote kosten die gemoeid zijn het met verstrekken van de middelen is het zeer zinvol om periodiek de kosten te evalueren. Stel een passende frequentie vast en zorg dat iemand deze bewaakt op uitvoering.
55
7. Bijlagen
56
7.1 Voorbeeldbrief informeren patiënten over de wijzigingen Betreft: wijziging in het ontvangen van uw geneesmiddelen vanaf 1 januari 2013 Geachte mevrouw/mijnheer, Momenteel schrijft uw arts geneesmiddelen aan u voor die u ophaalt bij de apotheek in uw buurt, in het ziekenhuis bij de poliklinische apotheek of u krijgt ze thuisbezorgd door een landelijke apotheek. Dit gaat volgend jaar veranderen. De overheid heeft bepaald dat per 1 januari 2013 de verstrekking van een aantal geneesmiddelen aan patiënten voortaan door het ziekenhuis geregeld moet worden. Deze verandering heeft invloed op de volgende 16 geneesmiddelen: Geneesmiddelen tegen kanker: - Imatinib (Glivec), gefitinib (Iressa), erlotinib (Tarceva), sunitinib (Sutent), sorafenib (Nexavar), dasatinib (Sprycel), lapatinib (Tyverb), nilotinib (Tasigna), Everolimus (uitsluitend Afinitor en Votubia), pazopanib (Votrient), mitotaan (Lysodren), bexaroteen (Targretin), abirateron (Zytiga), lenalidomide (Revlimid). Groeihormonen: - somatropine (Genotropin, Humatrope, Norditropin, NutropinAq, Omnitrope, Zomacton) - mecasermine (Increlex) Uit onze administratie blijkt dat u 1 of meerdere van deze middelen gebruikt. Daarom hebben we de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij gezet: -
Als u één van de 16 geneesmiddelen via uw openbare apotheek of één van de landelijke apotheken (bijvoorbeeld Apotheekzorg, Mediq) verstrekt krijgt, zal het ziekenhuis vanaf …/…/…. de uitgifte van dit geneesmiddel en de overige zorg zoals bijvoorbeeld het toedienen van de injecties van deze partijen overnemen. Dit betekent dat u uw geneesmiddelen na uw bezoek aan de dokter ophaalt bij de poliklinische apotheek (aparte balie) in hetzelfde ziekenhuis. U volgt route …. in het ziekenhuis, dan komt u bij de apotheek uit.
-
Indien u ver van het ziekenhuis woont, en u heeft een doseringswijziging van uw geneesmiddel, of uw geneesmiddel raakt op, dan zal het ziekenhuis zorgen dat u uw geneesmiddel ontvangt. Neem hiervoor contact op met de apotheek om de mogelijkheden te bespreken. Het telefoonnummer is ………
-
Als u uw geneesmiddel geleverd nu al verstrekt krijgt door de poliklinische apotheek van het ziekenhuis waar uw arts is gevestigd, zal er per 1 januari 2013 niets voor u veranderen. Uw geneesmiddel zal gewoon via de poliklinische apotheek blijven worden geleverd.
-
Patiënten die groeihormonen krijgen, zullen dit altijd via het ziekenhuis van de hoofdbehandelaar verstrekt krijgen. Dit betekent dat als u onder behandeling bent bij twee artsen, het ziekenhuis dat de therapie is gestart, het geneesmiddel aan u zal leveren.
57
-
Heeft u begin 2013 geen geneesmiddelen meer in uw bezit en bezoekt u uw arts pas later in het jaar, neem dan contact op met uw arts of met de (ziekenhuis/poliklinische apotheek). Zij zullen er voor zorgen dat u uw geneesmiddel zo snel mogelijk krijgt.
-
Wij controleren of uw geneesmiddel veilig gebruikt kan worden met de andere geneesmiddelen die u gebruikt. Daarom verzoeken wij u om de geneesmiddelen die u op dit moment gebruikt aan ons door te geven. Dit kan eenvoudig door het invullen van bijgevoegd formulier en deze naar ons te retourneren in bijgevoegde antwoordenveloppe (postzegel is niet nodig).
-
Indien u het geneesmiddel bij ons heeft opgehaald, is het belangrijk dat uw eigen apotheek hiervan op de hoogte is. Dan blijft uw medicatiedossier daar ook compleet. Daarom geven wij iedere aflevering van uw geneesmiddel aan hen door. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, geef het dan aan ons door.
Tot slot willen wij u nadrukkelijk aangeven, ook namens uw behandelend specialist dat uw huidige medicatie vanwege deze maatregel niet zal veranderen. U blijft gewoon uw geneesmiddelen ontvangen! Actuele informatie over de overheveling komt beschikbaar op de website van het ziekenhuis (www….). Als u daarnaast nog vragen heeft, kunt u een e-mail sturen naar:………... Wij nemen indien nodig contact met u op. We hopen u voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groeten, …..
58
7.2 Voorbeeld poster voor in wachtkamer arts
Gebruikt u geneesmiddelen tegen een vorm van kanker of een groeistoornis? Dan kan onderstaande informatie voor u belangrijk zijn. De overheid heeft besloten dat per 1 januari 2013 de onderstaande geneesmiddelen worden ondergebracht onder de ziekenhuisbekostiging en hiermee zal de bekostiging via het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) vervallen. Wat betekent dit voor u? Nu loopt de vergoeding vanuit de zorgverzekeraar via uw eigen apotheek. Per 1 januari 2013 zal de zorgverzekeraar deze geneesmiddelen uitsluitend nog vergoeden via het ziekenhuis. Dit heeft ook consequenties voor de levering van uw geneesmiddel.
Komend jaar zullen de volgende geneesmiddelen via het ziekenhuis worden gedistribueerd: Imatinib (Glivec)
Nilotinib (Tasigna)
Somatropine (Genotropin)
Gefitinib (Iressa)
Everolimus (uitsluitend
Somatropine (Humatrope)
Afinitor en Votubia) Erlotinib (Tarceva)
Pazopanib (Votrient)
Somatropine (Norditropin)
Sunitinib (Sutent)
Mitotaan (Lysodren)
Somatropine (NutropinAq)
Sorafenib (Nexavar)
Bexaroteen (Targretin)
Somatropine (Omnitrope)
Dasatinib (Sprycel)
Abirateron (Zytiga)
Somatropine (Zomacton)
Lapatinib (Tyverb)
Lenalidomide (Revlimid)
Mecasermine (Increlex)
Gebruikt u deze geneesmiddelen, of gaat u dit geneesmiddel gebruiken? Meld u zich dan bij uw behandelend arts / balie van de polikliniek / poliklinische apotheek (telefoon/email-‐adres). Zij kunnen u dan over de nieuwe manier van leveren informeren.
59
7.3 Geneesmiddel met fabrikant en unieke leverancier ZI-nummer
Fabrikant
Geneesmiddel Somatropine
14670879 FERRING BV Somatropine 14670887 FERRING BV Somatropine 15419126 FERRING BV Somatropine 15419134 FERRING BV Somatropine 15583694 NOVO NORDISK BV Somatropine 15583708 NOVO NORDISK BV Somatropine 14286998 NOVO NORDISK BV Somatropine 14287005 NOVO NORDISK BV Somatropine 14287013 NOVO NORDISK BV Somatropine 14607557 PFIZER BV Somatropine 14607573 PFIZER BV Somatropine 15583910 PFIZER BV Somatropine 15583929 PFIZER BV Somatropine 15419150 SANDOZ BV Somatropine 15265889 SANDOZ BV Somatropine 15373444 SANDOZ BV ELI LILLY 13842900 NEDERLAND ELI LILLY 13842919 NEDERLAND ELI LILLY 13842927 NEDERLAND IPSEN 14959011 FARMACEUTICA BV IPSEN 14959038 FARMACEUTICA BV IPSEN 15033589 FARMACEUTICA BV IPSEN 15255042 FARMACEUTICA BV
Somatropine Somatropine Somatropine Somatropine Somatropine Somatropine
Naamgeneesmiddel ZOMACTON INJPDR FLACON 4MG + SOLV 3,5ML + TOEBEH ZOMACTON INJPDR FLACON 4MG + SOLV 3,5ML + TOEBEH ZOMACTON INJPDR FLACON 10MG + SOLV 1ML + TOEBEH ZOMACTON INJPDR FLACON 10MG + SOLV 1ML + TOEBEH NORDITROPIN FLEXPRO INJVLST 5MG/WWSP 1,5ML NORDITROPIN FLEXPRO INJVLST 10MG/WWSP 1,5ML NORDITROPIN SIMPLEXX INJVL 10MG/ML PATROON 1,5ML NORDITROPIN SIMPLEXX INJVLST 5MG/PATROON 1,5ML NORDITROPIN SIMPLEXX INJVLST 10MG/PATROON 1,5ML GENOTROPIN INJPDR PATROON 5MG + CONS+SOLV 1ML GENOTROPIN INJPDR PATROON 12MG + CONS+SOLV 1ML GENOTROPIN GOQUICK INJPDR 5MG+CONS+SV 1ML IN WWSP GENOTROPIN GOQUICK INJPDR 12MG+CONS+SV 1ML IN WWSP OMNITROPE INJPDR FLACON 5MG + SOLV 1ML + RECOSET OMNITROPE INJVLST 3,3MG/ML PATROON 1,5ML OMNITROPE INJVLST 6,7MG/ML PATROON 1,5ML HUMATROPE PENPATROON INJPDR PATR 6MG+SOLV 3,15ML HUMATROPE PENPATROON INJPDR PATR 12MG+SOLV 3,15ML HUMATROPE PENPATROON INJPDR PATR 24MG+SOLV 3,15ML NUTROPINAQ INJVLST 5MG/ML PATROON 2ML NUTROPINAQ INJVLST 5MG/ML PATROON 2ML
Zelfzorg/service programma's
Pa
Medizorg
J
Medizorg
J
Medizorg
J
Medizorg
J
Medithuis
N
Medithuis
N
Medithuis
N
Medithuis
N
Medithuis
N
ApotheekZorg
J
ApotheekZorg
J
ApotheekZorg
J
ApotheekZorg
J
Jadim/Alloga
N
Jadim/Alloga
N
Jadim/Alloga
N
Red Swan / Mediq
J
Red Swan/ Mediq
J
Red Swan/ Mediq
J
Eurocept (nutrocare)
J
Eurocept (nutrocare)
J
Eurocept (nutrocare)
N
Mecasermine
NUTROPINAQ PEN INCRELEX INJVLST 10MG/ML FLACON 4ML
Eurocept
N
15492818 ASTRAZENECA NOVARTIS PHARMA 14914050 BV NOVARTIS PHARMA 14914077 BV ROCHE NEDERLAND 15099865 BV ROCHE NEDERLAND 15099873 BV ROCHE NEDERLAND 15099881 BV
Gefitinib
IRESSA TABLET FILMOMHULD 250MG
Red Swan
N
Imatinib
GLIVEC TABL 100MG FILMOMH 60ST
Geen
J
Imatinib
GLIVEC TABL 400MG FILMOMH 30ST
Geen
J
Erlotinib
TARCEVA TABL 25MG FILMOMH 30ST
Geen
N
Erlotinib
TARCEVA TABL 100MG FILMOMH
Geen
J
Erlotinib
TARCEVA TABL 150MG FILMOMH
Geen
J
15324575 PFIZER BV
Sunitinib
SUTENT CAPS 12,5MG
28ST
Geen
J
15324583 PFIZER BV
Sunitinib
SUTENT CAPS 25MG
28ST
Geen
J
15324591 PFIZER BV BAYER 15195252 HEALTHCARE BRISTOL-MYERS 15687708 SQUIBB BV
Sunitinib
SUTENT CAPS 50MG
28ST
Geen
J
Sorafenib
NEXAVAR TABL FILMOMHULD 200MG
Eurocept
N
Dasatinib
SPRYCEL TABL 20MG FILMOMH
CML Sensemedic (medicijndoos)
N
15687724 BRISTOL-MYERS
Dasatinib
SPRYCEL TABL 50MG FILMOMH
CML Sensemedic, medicijndoos
J
60
SQUIBB BV BRISTOL-MYERS 15687732 SQUIBB BV BRISTOL-MYERS 15781267 SQUIBB BV BRISTOL-MYERS 15687767 SQUIBB BV
Dasatinib
SPRYCEL TABL 70MG FILMOMH
CML Sensemedic, medicijndoos
J
Dasatinib
SPRYCEL TABL 100MG FILMOMH
CML Sensemedic, medicijndoos
J
Dasatinib
SPRYCEL TABL FILMOMH 140MG
CML Sensemedic, medicijndoos
J
15662780 GLAXO SMITHKLINE NOVARTIS PHARMA 15346951 BV NOVARTIS PHARMA 15780856 BV NOVARTIS PHARMA 15634493 BV NOVARTIS PHARMA 15662942 BV NOVARTIS PHARMA 15780848 BV NOVARTIS PHARMA 15561593 BV NOVARTIS PHARMA 15561607 BV NOVARTIS PHARMA 15735346 BV NOVARTIS PHARMA 15735354 BV
Lapatinib
TYVERB TABL OMHULD 250MG
Geen
N
Nilotinib
TASIGNA CAPSULE 200MG 28ST
Geen
N
Nilotinib
TASIGNA CAPSULE 200MG 40ST
Geen
N
Nilotinib
TASIGNA CAPSULE 150MG 28ST
Geen
N
Nilotinib
TASIGNA CAPSULE 150MG 112ST
Geen
N
Nilotinib
TASIGNA CAPSULE 150MG 40ST
Geen
N
Everolimus
AFINITOR TABLET 5MG
30ST
Geen
N
Everolimus
AFINITOR TABLET 10MG
30ST
Geen
N
Everolimus
VOTUBIA TABLET 2,5MG
30ST
Geen
N
Everolimus
VOTUBIA TABLET 5MG
Geen
N
15579239 GLAXO SMITHKLINE
Pazopanib
VOTRIENT TABL FILMOMH 200MG
Geen
N
15579247 GLAXO SMITHKLINE
Pazopanib
VOTRIENT TABL FILMOMH 400MG
Geen
N
15293939 CELGENE
Lenalidomide
REVLIMID CAPSULE 5MG
21ST
Mediq
N
15293947 CELGENE
Lenalidomide
REVLIMID CAPSULE 10MG
21
Mediq
J
15293955 CELGENE
Lenalidomide
REVLIMID CAPSULE 15MG
21
Mediq
J
15293963 CELGENE
Lenalidomide
REVLIMID CAPSULE 25MG
21
Mediq
J
15706206 JANSSEN-CILAG
Abirateron
ZYTIGA TABLET 250 MG
Geen
N
14899787 PHARMACHEMIE BV LABORATOIRE HRA 15219593 PHARMA
Bexaroteen
TARGRETIN CAPSULE 75MG
Geen
N
Mitotaan
LYSODREN TABLET 500MG
onbekend
N
30ST
61
7.4 Kort bericht overheveling voor op uw website Nieuwsbericht voor website De Minister van VWS heeft bekend gemaakt dat er een wijziging zal plaatsvinden in de financiering van een aantal geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van kanker. Deze geneesmiddelen worden tot op heden rechtstreeks door de zorgverzekering gefinancierd, vanaf 1 januari 2013 zal de financiering van deze geneesmiddelen de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis worden. Deze verandering mag geen invloed hebben op uw behandeling. In de komende maanden zal er regelmatig een actuele stand van zaken op deze website verschijnen over de ontwikkelingen bij de overheveling. Hou daarom deze website in de gaten!
62
7.5 Uitgebreid bericht overheveling voor op uw website Nieuwsbericht voor website Veranderingen in de financiering van geneesmiddelen voor kanker Vorig jaar heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bekend gemaakt dat er een wijziging zal plaatsvinden in de financiering van een aantal geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van kanker. De veranderingen mogen daarbij geen invloed hebben op de behandelingen. Toch blijft het belangrijk dat u als patiënt alert blijft op welke geneesmiddelen u krijgt voorgeschreven en dat u het gesprek blijft aangaan met uw arts of verpleegkundige. Op dit moment worden de geneesmiddelen waarbij de financiering zal veranderen, rechtstreeks vergoed door uw zorgverzekeraar via het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het gaat hierbij om de geneesmiddelen die u zelf in de apotheek kunt ophalen en buiten het ziekenhuis gebruikt of geneesmiddelen die door de apotheek bij u worden thuis geleverd. De geneesmiddelen die u wel in het ziekenhuis krijgt geleverd en toegediend worden gefinancierd via het ziekenhuisbudget. Het ziekenhuis maakt over de kosten afspraken met uw zorgverzekeraar. Als gevolg van de wijzigingen zoals aangekondigd door de Minister zal vanaf volgend jaar ook een aantal geneesmiddelen die u nu ophaalt in de apotheek uitsluitend nog via het ziekenhuis worden gefinancierd. De kosten van deze geneesmiddelen worden ‘overgeheveld’ naar het budget van het ziekenhuis. Omdat ziekenhuizen afspraken maken met zorgverzekeraars over de kosten van geneesmiddelen hebben de wijzigingen in de vergoeding geen invloed op de behandeling van kanker. Toch is het op momenten zoals deze goed weer stil te staan bij wat u, of uw naasten, kunt doen om er voor te zorgen dat u op een juiste wijze wordt behandeld. Wat kunt u doen? Als onderdeel van uw zelfmanagement (het overleg met uw arts over waarbij u meebeslist over uw behandeling en de nazorg, zie ook www.nfk.nl) kunt u bijhouden welke geneesmiddelen u voorgeschreven heeft gekregen. Daarbij kunt u tevens bijhouden in welke doseringen u de geneesmiddelen gebuikt. Bij vragen kunt u altijd vragen stellen aan de arts of verpleegkundige. Schrijf bijvoorbeeld uw vragen vooraf op zodat u tijdens het gesprek kunt nagaan of al uw vragen zijn beantwoord. Vanzelfsprekend kunt u hiervoor ook vrienden of familie inschakelen als u zelf niet in staat bent deze acties uit te voeren. Door deze handelingen uit te voeren houdt u ook deels zelf de regie in handen en dient deze regie als extra controle over uw behandeling. Laatste stand van zaken In de komende maanden zal er regelmatig een actuele stand van zaken op deze website verschijnen over ontwikkelingen bij de overheveling. Hou daarom deze website in de gaten!
63
7.6 Vraag en antwoord voor patiënten over de overheveling Overheveling 2013 – Vraag & Antwoord
Vraag: hebben de veranderingen in de financiering gevolgen voor mijn behandeling? Antwoord: Uitgangspunt van de minister van VWS is dat patiënten, die behandeld worden met een van de geneesmiddelen waarvan de financiering gaat veranderen er ‘geen hinder van mogen ondervinden’. Patiëntenorganisaties, verenigingen van specialisten, ziekenhuizen en apotheken werken nauw samen om ervoor te zorgen dat de gevolgen voor patiënten van de overheveling inderdaad tot een minimum worden beperkt. Vraag: Ik krijg mijn geneesmiddel thuis door een verpleegkundige toegediend, zal dit hetzelfde blijven? Antwoord: Uw ziekenhuis zal per 1 januari 2013 verantwoordelijk worden voor de levering van de over te hevelen geneesmiddelen. Ook de begeleiding van de toediening van deze geneesmiddelen valt vanaf de overheveling onder de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis. Als u gewend bent dat er een verpleegkundige bij u thuis komt om uw geneesmiddel toe te dienen, dan zal dat als daar een goede reden voor is waarschijnlijk zo blijven. Wel kan het zo zijn dat dit gebeurt door een andere organisatie of een andere verpleegkundige dan u gewend was. Heeft u hier vragen over? Dan kunt u terecht bij uw behandelend arts of ziekenhuis. Vraag: Ik krijg mijn geneesmiddel nu thuis bezorgd, zal dat ook veranderen? Antwoord: Een aantal ziekenhuizen zal deze service voortzetten, andere ziekenhuizen zullen aan hun patiënten vragen om de geneesmiddelen op te halen in de ziekenhuisapotheek, bijvoorbeeld door dit af te stemmen met het polikliniekbezoek. Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met uw behandelend arts of ziekenhuis. Vraag: Op dit moment word ik behandeld met een van de over te hevelen geneesmiddelen in een kliniek buiten het ziekenhuis, kan deze behandeling straks worden voortgezet? Antwoord: Als u buiten het ziekenhuis in een kliniek (of ZBC) wordt behandeld kan deze behandeling ook na 1 januari 2013 worden voortgezet. Dit is echter wel afhankelijk van de afspraken die uw zorgverzekeraar met de desbetreffende kliniek heeft gemaakt. Indien u er zeker van wilt zijn dat uw behandeling in de kliniek kan worden voortgezet kunt u daartoe contact opnemen met uw eigen zorgverzekeraar. Vraag: Op dit moment word ik behandeld met een van de over te hevelen geneesmiddelen in het buitenland, kan deze behandeling straks worden voortgezet? Antwoord: In het geval dat u op dit moment in het buitenland wordt behandeld, geldt dat deze behandeling na 1 januari 2013 kan worden voortgezet. U heeft voor de behandeling in het buitenland hoogstwaarschijnlijk toestemming gekregen van uw zorgverzekeraar. Om er zeker van te zijn dat deze toestemming ook na 1 januari 2013 nog geldig is kunt u contact opnemen met uw eigen zorgverzekeraar om na te gaan of er geen wijzigingen plaatsvinden
64
in de hoogte van de vergoeding van uw behandeling in het ziekenhuis en het geneesmiddel dat u vanuit dat ziekenhuis krijgt voorgeschreven. Vraag: Wat verandert er in de financiering en wat merk ik daarvan? Antwoord: Op 1 januari 2013 zal de financiering van een aantal geneesmiddelen worden gewijzigd. De geneesmiddelen die eerst nog via de zorgverzekeraar werden bekostigd worden per 1 januari 2013 via het ziekenhuis bekostigd. Van deze wijzigingen mag u als patiënt geen hinder ondervinden.
65
7.7 Aanbeveling orale oncolytica
Aanbevelingen orale oncolytica Opgesteld door KNMP - NVZA - NVPF September 2010 Omdat er steeds meer orale oncolytica op de markt komen, is het van belang dat de apotheker en het apotheekteam zich bewust zijn van de risicovolle stappen in de receptverwerking bij deze middelen en is een goede ketenbrede medicatieoverdracht met betrekking tot deze geneesmiddelen van belang. Daarnaast is het van belang dat de apotheker een pro-actieve rol speelt bij de medicatiebegeleiding van de patiënt. Orale oncolytica worden vaak op lichaamsoppervlak gedoseerd, worden soms in verschillende doseerschema’s toegepast, kennen vaak een kuur- en stopperiode en doseringen worden regelmatig gedurende de behandeling aangepast. Hierdoor is de complexiteit van de doseerregimes van dit soort middelen groot. Vanwege de ernstige bijwerkingen van deze geneesmiddelen (onder meer op het bloedbeeld) kunnen incidenten levensbedreigend en zelfs dodelijk zijn. Om de risico’s op medicatie-incidenten bij het gebruik van orale oncolytica te beperken, hebben de KNMP, NVZA en Nederlandse Vereniging van Poliklinische Farmacie (NVPF) aanbevelingen t.b.v. hun leden opgesteld. Deze aanbevelingen zijn opgedeeld in twee groepen. De eerste groep bevat maatregelen die moeten worden getroffen om goede randvoorwaarden te scheppen. De tweede groep bevat aanbevelingen met betrekking tot de receptgang (in chronologische volgorde van aanschrijven tot en met afleveren). Hoewel de meeste aanbevelingen betrekking hebben op zowel ziekenhuis-/ openbaar als poliklinische apotheek zijn sommige aanbevelingen sectorspecifiek. In dat geval staat dit erbij vermeld. Randvoorwaardelijke maatregelen 1. Controleer de instellingen van uw (Z)AIS. De volgende punten zijn hierbij van belang: a) de aanwezigheid van een waarschuwingssignaal bij het aanschrijven van orale oncolytica die een stopperiode hebben en/of gedoseerd worden op lichaamsgewicht of lichaamsoppervlak. De G-Standaard voorziet bij deze middelen in het signaal ‘Let op dosering + mogelijk stopperiode oncolyticum’ met bijbehorende adviestekst. Indien deze signalen in uw systeem niet zichtbaar kunnen worden gemaakt vraag uw softwareleverancier deze te koppelen. Indien dit in uw (Z)AIS niet mogelijk is, zorg dan in elk geval dat u op andere wijze handmatig een signaalfunctie invoert in het (Z)AIS bij de orale oncolytica die oproept tot handmatige dosiscontrole. b) De weergave van de vrije tekst in geprinte documenten zoals etiketten, toedienlijsten, mutatielijsten, etc. 2. Beoordeel per patiënt of het verantwoord is het oraal oncolyticum in een weekdoseersysteem te verwerken. a) Verwarde patiënten of patiënten met verminderde cognitie mogen oncolytica NIET in eigen beheer hebben. De kans op fouten met doseerinterval is hierbij te groot. Iemand anders dient het oncolyticum te beheren, bijvoorbeeld een verpleegkundige van de thuiszorg of een mantelzorger. De apotheek dient na te gaan of degene die de medicatie in beheer heeft op de hoogte is van het doseerregime. Het verdient aanbeveling om bij de medicatie een overzicht van de medicatie met momenten van inname en mogelijkheid om af te tekenen mee te geven. 3. Besteed aandacht aan deskundigheidsbevordering met betrekking tot de orale oncolytica. Attendeer uw medewerkers op de lijst van orale oncolytica die gedoseerd worden met stopperiode en/of een dosering op lichaamsgewicht of lichaamsoppervlak hebben. 4. Bespreek specifieke problemen rondom deze groep geneesmiddelen met het apotheekteam, bijvoorbeeld tijdens het werkoverleg. Leg de afspraken vervolgens vast. Controleer van tijd tot tijd of alle medewerkers zich nog bewust zijn van de afspraken.
66
Samenwerking tussen eerste en tweede lijn 1. Zorg voor een infrastructuur waarbij de uitwisseling van gegevens foutloos kan verlopen. a) Maak zo min mogelijk gebruik van vrije tekstregels. b) Controleer of de dosering, kuur- en stopperiodes op een juiste manier worden gecommuniceerd. 2. Maak afspraken over overdracht van medicatiegegevens conform de concept richtlijn medicatieoverdracht. a) Bij opname in het ziekenhuis: zorg ervoor dat minimaal het gebruikte doseerschema, de dosering, kuur, en stopperiode bekend zijn. b) Bij ontslag uit het ziekenhuis/ poliklinische aflevering: Zorg ervoor dat minimaal het gebruikte doseerschema, de dosering, kuur en stopperiode bekend zijn en worden gecommuniceerd naar de apotheek, de huisarts en evt verpleeg-/verzorgingshuis van de patiënt. c) Maak afspraken met betrekking tot afleveren van medicatie voor patiënten die medicatie met een weekdoseersysteem krijgen: a) Wie levert af? b) Wie beheert de medicatie van de patiënt? d) Bespreek de aanbevelingen uit de CMR alerts (zie www.medicatieveiligheid.info) die betrekking hebben op orale oncolytica en maak regionale afspraken om herhaling van vergelijkbare incidenten te voorkomen. Aanbevelingen receptgang Algemeen 1. Een recept met ‘gebruik bekend’, 'gebruik volgens schema', onvolledige dosering of zonder gebruiksperiode mag nooit worden geaccepteerd. In dit geval dient u bij de arts na te gaan wat de dosering, kuur- en stopperiode zijn. 2 2. Controleer de dosering (in mg/m ), doseerregime en gebruiksperiode altijd handmatig, aangezien het (Z)AIS de dosering (dagdosering in combinatie met kuur- en stopperiode) niet automatisch kan controleren. a) Controleer de dosering aan de hand van het gebruikte behandelprotocol/ doseerschema. b) Controleer de dosering aan de hand van actueel gewicht (en lengte). c) Laat de dosering door een tweede gekwalificeerd persoon controleren. 3. Wees alert op interacties. Deze kunnen ook optreden met vrij verkrijgbare geneesmiddelen. Vraag altijd naar gebruik van geneesmiddelen zonder recept (bv. NSAID’s). Raadpleeg zo nodig de KNMP Kennisbank of het zakboekje Oncolytica-interacties. Voor openbaar apotheek/ poliklinische apotheek 1. Wanneer een recept voor een oraal oncolyticum wordt voorgeschreven door de huisarts, ga na bij de voorschrijver of dit inderdaad de bedoeling is. 2. Vraag de patiënt of hij het geneesmiddel al eerder heeft gekregen en zo ja, wanneer dit voor het laatst is geweest. 3. Vermeld op het etiket de gebruiksperiode (‘gedurende .. dagen’) en de lengte van de stopperiode (‘daarna .. weken stoppen’). Een andere optie is het vermelden van de gebruiksdata (gebruiken van … tot…, daarna stoppen van…. tot…). 4. Voorkom dat oncolytica tijdens de stopperiode uit de medicatiebewaking verdwijnen. 5. Lever het juiste aantal tabletten af voor maximaal één kuurperiode. - Bij losse tabletten/ capsules: indien onvoldoende beschermende maatregelen getroffen kunnen worden, overweeg dan om het geneesmiddel door een andere apotheek te laten ompakken die de juiste beschermende maatregelen wel kan treffen. 6. Lever een oraal oncolyticum pas af na controle door de apotheker. 7. Informeer de patiënt en/of mantelzorg goed over het gebruik in kuurperioden afgewisseld met perioden waarin het geneesmiddel niet wordt gebruikt.
67
Voor ziekenhuisapotheek/ poliklinische apotheek 1. Beschrijf alle kuren oncolytica in kuurschema’s (therapieprotocollen) en vergelijk elke aanvraag qua dosis en tijdschema met deze vastgelegde schema's. Raadpleeg bij afwijkingen de voorschrijver. 2. Lever indien mogelijk het juiste aantal tabletten af voor maximaal één kuurperiode. a. Registreer de datum van uitgifte. 3. Tijdens het farmaceutisch ontslaggesprek: Ga na of de patiënt in staat is deze medicatie in eigen beheer te kunnen gebruiken (b.v. verwarde patiënten of patiënten met verminderde cognitie). Informeer de patiënt en/of mantelzorg goed over het gebruik in kuurperioden afgewisseld met perioden waarin het geneesmiddel niet wordt gebruikt. Lijst van orale oncolytica Onderstaande lijst bevat de orale oncolytica die gedoseerd worden met een stopperiode en/of een dosering op lichaamsgewicht of lichaamsoppervlak hebben. Generieke naam Busulfan Capecitabine Chloorambucil Cyclofosfamide Estramustine Etoposide Fludarabine Hydroxycarbamide Lenalidomide Lomustine Melfalan Mercaptopurine Methotrexaat* Procarbazine Sunitinib Tegafur/Uracil Temozolomide Tioguanine Topotecan
Specialité Myleran® Xeloda® Leukeran® ® Endoxan Estracyt® Vepesid® Fludara® Siklos®, Hydrea® ® Revlimid ® Belustine ® Alkeran Puri-Nethol® ®
Natulan Sutent® UFT® ® Temodal ® Lanvis Hycantim®
Groep Alkylsulfonzuurderivaten Pyrimidine antagonist Stikstofmosterdderivaten Oxazafosforinen Stikstomosterdderivaten Topo-Isomerase II remmers Purine-antagonisten Overige oncolytica Immunosuppressiva Nitrosureumderivaten Stikstofmosterdderivaten Purine-antagonisten Foliumzuur antagonisten Overige alkylerende stoffen Proteïnekinaseremmers Pyrimidine antagonisten Overige alkylerende stoffen Purine-antagonisten Topo-isomerase I remmers
* voor methotrexaat zijn in 2009 specifieke aanbevelingen opgesteld. Deze zijn terug te vinden op www.knmp.nl.
68
Plak hier het patiënt etiket
7.8 Checklist receptverwerking orale oncolytica In te vullen door apothekersassistent: EU / TU / VU gewijzigd / VU ongewijzigd
ja / nee
TU of VU gewijzigd à akkoord patiënt
ja / nee
Reden wijziging vlg. patiënt: …………………………………………………………… □ Voorschrijver = specialist gevestigd in dit ziekenhuis
ja / nee
□ Naam, geboortedatum en evt. Patiëntnummer staan vermeld op recept
ja / nee
□ Actueel Medicatie Overzicht vastgelegd in AIS (incl. zelfzorg en IV-oncolytica) ja / nee Bron: gesprek patiënt / OZIS / fax openbare apotheek / anders, nl ……………...…… □ Geneesmiddel en dosering vermeld op recept
ja / nee
□ Patiënt heeft weekdoseersysteem of Baxtersysteem
ja / nee
□ Patiënt lijkt capabel om medicatie zelf te beheren (of iemand anders)
ja / nee
□ Voorschrift betreft een kuur
ja / nee
□ Stopperiode bekend voorgaande kuur
ja / nee
□ Voorgaande stopperiode sluit aan bij startdatum deze kuur
ja / nee
□ Etikettekst vermeldt startdatum, gebruiks- en stopperiode in codering ja / nee □ Medicatiebewaking staat op ‘altijd bewaken: ja’
ja / nee
□ Hoeveelheid van één kuur aangeschreven
ja / nee
□ Voorschrift wordt gebruikt in een studie, zo ja naam studie: …………………
ja / nee
□ Interacties en contra-indicaties zijn traceerbaar afgehandeld
ja / nee / nvt
Gewicht:
Lengte:
Thuisvoorraad (in aantal):
Bereken lichaamsopp. (m2): Datum volgend polibezoek:
□ Dosering is akkoord volgens behandelprotocol ………………………………… ja / nee Reden van ontbrekende doseringscontrole is ………………………………………. □ Iedere verpakking is gecontroleerd met de barcodecontrole (indien niet mogelijk is RVG-nummer genoteerd en gecontroleerd) Paraaf voor klaarmaken:
……………………
Paraaf voor 2e controle incl. natellen van hoeveelheid:
……………………
ja / nee / nvt ja / nee / nvt
69
□ Actueel Mediatie Overzicht is gefaxt naar: Openbare apotheek of apotheekhoudend huisarts Huisarts Instelling van patiënt
ja / nee ja / nee ja / nee
□ Geneesmiddel wordt thuisbezorgd
ja / nee
□ EU à Stopperiode voor/ na kuur uitgelegd aan patiënt à Voorlichtingsinstructie toegelicht à Schriftelijke informatie meegegeven aan patiënt
ja / nee / nvt ja / nee ja / nee
□ VU (on)gewijzigd à Stopperiode voor/ na kuur uitgelegd aan patiënt à Bijwerkingen geëvalueerd en zo nodig tips gegeven? à ………………………… à Therapietrouw besproken?
ja / nee / nvt ja / nee ja / nee ja / nee
Paraaf voor afleveren: ……………………………………
In te vullen door apotheker voor afleveren Dosering gecontroleerd volgens behandelprotocol ……………………………………..………. Nierfunctie: Patiënt moet krijgen:
Patiënt krijgt : Afwijking van behandelprotocol:
ja / nee
Reden van afwijking akkoord volgens voorschrijver:
ja / nee
□ Dosering (mg/m2), doseerregime en gebruiksperiode akkoord
ja / nee
□ Indicatie ingevoerd in AIS
ja / nee
Paraaf apotheker:
………………………….
Datum:
………………………….
Plak hier de etiketten van de medicatiebewakingssignalen
Plak hier de etiketten van de medicatiebewakingssignalen
70
7.9 Leverancier Alliance Healthcare 1. Elementen: a. Apotheekfunctie: i. AMO opvragen: Dit kan via de eigen apotheek van AHC, echter AHC geeft de voorkeur om dit in het beheer van het ziekenhuis te houden. Indien de apotheek van AHC dit doet, vindt er voor elke aflevering een AMO opvraag plaats. Deze apotheek heeft een landelijke apotheek functie en de apothekersassistenten zijn dedicated voor thuisservices. ii. Medicatie bewaking: Er vindt voor elke aflevering controle op basis van interacties en contra-indicaties plaats na afstemming met de eigen apotheek van de patiënt. iii. Medicatie-overdracht: Dit wordt na elke aflevering naar de apotheek van de patiënt gedaan. Daarnaast is het AHC ook in staat om adverse event rapportage te doen. b. Distributie i. Bij de patiënt thuis: Dit is mogelijk en wordt op dit moment al gedaan. Afhankelijk van hoe het proces ingericht is kan dit binnen 24 uur. Eventuele spoedleveringen zijn mogelijk. ii. Bij de apotheek van de patiënt: AHC heeft een landelijk distributienetwerk van eigen apotheken, daarnaast is het mogelijk om bij alle andere openbare apotheken te leveren. iii. Bij de ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek: Er is een apart programma gemaakt dat rekening houdt met levering aan de poliklinisch/ziekenhuisapotheek of bij de patiënt, dit kan per levering worden aangegeven. Hierdoor is een doorlopende planning van leveringen mogelijk. c. Groothandelsfunctie: ja, daarbij kunnen geneesmiddelen in consignatie worden gelegd. Alle geneesmiddelen kunnen op voorraad worden genomen, afgezien van de geneesmiddelen waar een firma een leveringsbeperking voor heeft. d. Communicatie over receptregel i. Naar de voorschrijver: In eerste instantie communiceert de voorschrijver (via de apotheek) naar AHC met een recept, de verdere communicatie voorloopt voornamelijk via de apotheker. Er kan wel eventueel telefonisch contact zijn tussen AHC en de voorschrijver. ii. Naar de apotheek: Via e-mail, telefonisch, persoonlijk, via een webbased zorgdossier of via een fax. Daarnaast is er 1 keer per 4-6 weken contact met de apotheek over rapportages en om de stand van zaken door te nemen. iii. Naar de patiënt: Afhankelijk van de patiënt wordt er via e-mail, SMS en altijd per telefoon contact opgenomen over de leveringen, bij deze contact momenten wordt een van te voren opgestelde vragenlijst doorgenomen. iv. Bereikbaarheid: Via een 0800-nummer of per e-mail is er 24/7 bereikbaarheid. Daarnaast is er periodiek persoonlijk contact. e. Zorg i. Prikservice: Deze kan via AHC, maar wordt niet door AHC zelf gedaan. De thuiszorg wordt geleverd door Jadim Medihands, maar kan ook via een regionale zorgleverancier of door het ziekenhuis zelf worden gedaan. De applicatie die AHC aanbiedt kan dit proces naar alle partijen aansturen. ii. Prik instructie (zowel in het ziekenhuis als bij de patiënt thuis): zie bovenstaande vraag.
71
iii. Therapietrouw: In de applicatie is therapietrouw een onderdeel. Voorraadhoogtes worden bijgehouden en leveringen worden aangepast aan de hoeveelheden. Eventuele afwijkingen bij de patiënt en redenen hiervan worden geregistreerd en kunnen periodiek worden teruggekoppeld aan het ziekenhuis. Daarnaast wordt in de planningstool rekening gehouden met de poliklinische bezoeken. f. Financieel i. Kan er gedeclareerd worden via MSVT: Ja dit kan via onze partners ii. Ondersteuning voor declaraties add-ons: Ja, in de database kunnen de benodigde gegevens opgenomen worden, zodat een declaratietabel direct voor de zorgverzekeraars aangeleverd kan worden. g. Gebruiksgegeven ten baten van fabrikanten: Ja, dit wordt op dit moment al gedaan voor verschillende ziekenhuizen voor de TNF-alfa-remmers h. Voorkomen van spillage i. Planningstool: De planningstool houdt rekening met hoeveelheid die de patiënt thuis heeft en het polibezoek van de patiënt. Op een afgesproken tijdstip wordt er met de patiënt contact opgenomen om een nieuwe leveringsafspraak te maken. ii. Ompakken risicovolle stoffen: ja 2. Ervaring in 2012 a. met de reeds overgehevelde geneesmiddelen: Ja b. met geneesmiddelen die overgeheveld gaan worden: Via Alloga worden op dit moment verschillende dure orale cytostatica geleverd. Daarnaast is een prik en thuiszorgservices geïnitieerd voor Omnitrope. 3. Demo versie beschikbaar van applicatie is op aanvraag beschikbaar. Ook mogelijk in de toekomst koppelbaar aan een AIS systeem. 4. Verbonden aan een firma? Alliance Healthcare is een onderdeel van Alliance Boots.
72
7.10 Leverancier: Eurocept 1. Elementen: a. Apotheekfunctie: i. AMO opvragen: Eurocept werkt voor terhandstelling medicatie met alle apotheekhoudenden in Nederland in het kader van medicatiebewaking en veiligheid. Het ziekenhuis bepaalt waar de medicatie wordt afgeleverd. De patiënt kan de medicatie ophalen bij de stadsapotheek of de (poli) apotheek of de medicatie wordt bij de patiënt thuis afgeleverd. De medicatie wordt gestuurd naar de openbare apotheek, waarbij ook de vraag wordt neergelegd om medicatie bewaking te doen. ii. Medicatie bewaking: Dit loopt via de openbare of poli apotheek van de patiënt. iii. Medicatie-overdracht: Dit is niet van toepassing aangezien het geneesmiddel wordt gestuurd naar de openbare apotheek van de patiënt. b. Distributie i. Bij de patiënt thuis: de volgende dag bij de patiënt voor 14.00 uur besteld is de volgende dag bij de apotheek) De leveringen aan de verpleegkundige of de patiënt verlopen altijd via de openbare of poli apotheek van de patiënt. Bestaande patiënten kunnen tussen de 2-3 dagen beleverd worden, nieuwe patiënten tussen de 3 en 5 dagen. Spoed leveringen zijn binnen 2-3 uur. ii. Bij de apotheek van de patiënt: De medicatie verloopt altijd via de openbare apotheek van de patiënt, zie hierboven. iii. Bij de ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek: Eurocept werkt met alle apotheekhoudenden in Nederland. Het ziekenhuis bepaalt waar de medicatie wordt afgeleverd. c. Groothandelsfunctie: ja, Eurocept geeft aan alle geneesmiddelen te kunnen leveren (Geneesmiddelen kunnen in consignatie worden gelegd. )zowel regulier als cold chain volgens GDP vereisten. d. Communicatie over receptregel i. Naar de voorschrijver: via internet applicatie of via een fax ii. Naar de apotheek: via het informatiesysteem Eurocept Plaza verder via telefoon, fax en e-mail. iii. Naar de patiënt: dit verloopt via de verpleegkundige van Eurocept, of telefonisch contact via de services desk iv. Bereikbaarheid: 24 uur per dag 7 dagen per week via de servicesdesk e. Zorg i. Prikservice: ja ii. Prik instructie (zowel in het ziekenhuis als bij de patiënt thuis): ja, beide iii. Therapietrouw: De apotheker ontvangt een besteladvies van Eurocept. Indien er vertraging in de bestelling plaatsvindt, wordt dit opgemerkt bij Eurocept Pharmaceuticals en de apotheker opnieuw geadviseerd te bestellen. Als er als oorzaak van de achterblijvende bestelling therapieontrouw wordt vermoed, neemt de verpleegkundige contact op met de patiënt, en eventueel de behandelaar om de reden te achterhalen. Eurocept heeft ook zorgprogramma’s die de therapie trouw monitoren van patiënten met bijvoorbeeld orale oncolytica. f. Financieel i. Kan er gedeclareerd worden via MSVT: nee ii. Ondersteuning voor declaraties add-ons: kan een rol spelen in de addon declaraties via Eurocept Plaza. .
73
g. Gebruiksgegeven ten baten van fabrikanten: deze kunnen maandelijks verstrekt worden. Fabrikanten kunnen met een eigen inlognaam en wachtwoord inloggen op Eurocept Plaza en 24 uur per dag geanonimiseerde management informatie uploaden, uiteraard conform WPB. h. Voorkomen van spillage i. Planningstool: als een patiënt wordt aangemeld op Eurocept Plaza, bepaalt de postcode welke verpleegkundige contact opneemt met de patiënt. Dit wordt de vaste verpleegkundige. De Eurocept Homecare verpleegkundige neemt binnen 2 dagen contact op met de patiënt voor het maken van een afspraak ii. Ompakken risicovolle stoffen: is mogelijk met uitzondering van radioactieve materialen 2. Ervaring in 2012 a. met de reeds overgehevelde geneesmiddelen: Ja, regelt nu voor de ziekenhuizen de TNF-alfa-remmers b. met geneesmiddelen die overgeheveld gaan worden: Ja, Eurocept Pharmaceuticals is unieke leverancier van oncolytica Nexavar® en groeihormoon Nutropin® en is derhalve ervaren de geneesmiddelen groep van de oncolytica en groeihormonen. 3. Demo versie beschikbaar van applicatie op beschikbaar: nee. Het zorgprogramma van Eurocept Homecare wordt uitgelegd in een 3-minuten animatiefilm te downloaden op www.eurocept.nl 4. Verbonden aan een firma? Eurocept Homecare behoort tot de Eurocept groep. Onder de Eurocept Groep valt ook Eurocept Pharmaceuticals met een groothandelsvergunning.
74
7.11 Leverancier: Jadim Medihands 1. Elementen: a. Apotheekfunctie: Jadim Medihands heeft geen apotheekfunctie maar biedt uitsluitend begeleiding en toediening thuis. Voor de apotheekfunctie werken we met vele partijen samen. b. Distributie i. Bij de patiënt thuis: Jadim levert geen geneesmiddelen bij de patiënt thuis, wel kan de Jadim verpleegkundige het geneesmiddelen ophalen bij de openbare/ poliklinische/ ziekenhuis apotheek en mee nemen naar de patiënt. ii. Bij de apotheek van de patiënt: zie boven iii. Bij de ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek: Jadim heeft een landelijk dekkend netwerk, inclusief de Waddeneilanden. c. Groothandelsfunctie: nvt d. Communicatie over receptregel i. Naar de voorschrijver: Jadim maakt momenteel gebruik van een digitaal platform waar de vraag naar zorg en aanbod van zorg elkaar ontmoeten. De voorschrijver heeft bij dit platform de mogelijkheid aan te geven welke medicatie hij/zij wenst toe te passen en op welke manier de zorg geregeld dient te worden. Jadim rapporteert alle uitgevoerde toedieningen aan de voorschrijver, ook indien er geen afwijkingen zijn (binnen 24 uur). ii. Naar de apotheek: Indien het geneesmiddel opgehaald moet worden bij de apotheek van de patiënt, bellen we altijd van te voren met de apotheek of het geneesmiddelen aanwezig is. iii. Naar de patiënt: Tussen 8:30 en 18:00 is de Servicesdesk bereikbaar op het telefoonnummer 030-2567880 en in de avond en nachturen is Jadim bereikbaar via de noodtelefoon. Daarbij zijn ook de productspecialisten en verpleegkundigen 24 uur per dag beschikbaar. iv. Bereikbaarheid: zie boven e. Zorg i. Prikservice: Jadim kan de eigen prikservices van het ziekenhuis ondersteunen met haar unieke planningstool en digitale platform, protocollering etc. Verder kan de prikservice van het ziekenhuis aangevuld worden met de landelijke pool van Jadim verpleegkundigen en/ of de uitvoering overgenomen worden bij ziekte, vakantie of onvoorspelbare groei. Jadim kan ook op verzoek van het ziekenhuis verpleegkundigen (deels) overnemen. De verpleegkundigen komen dan in dienst bij Jadim en voeren, in opdracht van Jadim, de aanvragen van het ziekenhuis uit. Daarnaast kan Jadim samenwerken met regionale thuiszorgorganisaties. ii. Prik instructie (zowel in het ziekenhuis als bij de patiënt thuis): Jadim kan zowel zorgprocessen in als buiten het ziekenhuis organiseren. Hierbij zijn thuistoediening of een instructie kerntaken, waarbij altijd gestreefd wordt naar de zelfstandigheid van de patiënt. iii. Therapietrouw: De verpleegkundigen zijn getraind om therapietrouw te bevorderen en zelfredzaamheid bij de patiënt te bewerkstelligen. Therapietrouw kan gestimuleerd worden door bij de start van de therapie, de medicatie te laten afleveren door een verpleegkundige. De verpleegkundige legt (in de thuissituatie) het gebruik en noodzaak nogmaals uit en spreekt desgewenst af periodiek contact op te nemen met de patiënt om het gebruik van de medicatie te bespreken. iv. Praktisch voorbeeld: bij de toediening van Erytropoëtine neemt de Jadim verpleegkundige ook de ijzertabletten mee, legt de noodzaak
75
van het gebruik uit en “controleert” het gebruik bij het volgende bezoek. Bij afwijkingen wordt de arts op de hoogte gesteld. f. Financieel i. Kan er gedeclareerd worden via MSVT: Jadim heeft een thuiszorg erkenning en is in bespreking met alle zorgverzekeraars over declaratie voor MSVT. De regelgeving rondom MSVT voor 2013 is echter nog onduidelijk en per zorgverzekeraar wordt er aan verschillende oplossingen gedacht. Daarom is het op dit moment nog niet mogelijk een eenduidig antwoord op deze vraag te geven. ii. Ondersteuning voor declaraties add-ons: n.v.t. g. Gebruiksgegeven ten baten van fabrikanten: nvt h. Voorkomen van spillage i. Door de inzet van Jadim verpleegkundigen wordt de zelfredzaamheid, juiste gebruik van de medicatie en de therapietrouw bij patiënten bevorderd. Deze aanpak voorkomt spillage. ii. Ompakken risicovolle stoffen: n.v.t. 2. Ervaring in 2012 a. met de reeds overgehevelde geneesmiddelen: Voor meerdere ziekenhuizen verzorgt Jadim de toediening van de TNF-alfa-remmers in de thuissituatie. b. met geneesmiddelen die overgeheveld gaan worden: Met alle groeihormonen is er ervaring met toedienen en prikinstructie. 3. Demo versie beschikbaar van applicatie op www,zorgstarter.nl (geen demo versie) 4. Verbonden aan een firma? Jadim is niet verbonden aan een groothandel of farmaceutische industrie en is dan ook volledig onafhankelijk. 5. Tarief: Jadim werkt op basis van het verrichten van handelingen en niet op basis van een standaard uurtarief. Uiteraard is maatwerk mogelijk
76
7.12 Leverancier: Medithuis
1. Elementen: a. Apotheekfunctie: i. AMO opvragen: Dit kan via de Medithuis apotheek of via het landelijke apothekers netwerk (BENU apotheek ii. Medicatie bewaking: Dit gebeurd via de Medithuis apotheek of via het landelijk apothekersnetwerk iii. Medicatie-overdracht: ja, zie boven. b. Distributie i. Bij de patiënt thuis: de volgende dag bij de patiënt. Tijdsframe: tussen 8.00 en 18.30. Er wordt altijd via de openbare apotheek geleverd. Voor de distributie van de TNF-alfaremmers hebben de meeste ziekenhuizen gekozen voor het model voor levering rechtstreeks aan de patiënt via de Medithuis apotheek. De doorlooptijd van een recept is binnen 48 uur. Daarnaast is er een spoeddienst waarbij leveringen in de avond/nacht/weekend mogelijk zijn. ii. Bij de apotheek van de patiënt: Medithuis heeft als onderdeel van de Brocacef Groep een eigen distributienetwerk. GVS-producten worden op dit moment niet rechtstreeks aan de patiënten geleverd, maar via de openbare apotheken. iii. Bij de ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek: Er kan direct bij de poliklinische of ziekenhuisapotheek geleverd worden, c. Groothandelsfunctie: Ja, echter als een firma een beperking in de leveringen oplegt, dan zal het niet mogelijk zijn om alle geneesmiddel te kunnen leveren. Wel kunnen alle geneesmiddelen in consignatie worden gelegd. Ook is het mogelijk de geneesmiddelen voor rekening en risico van Medithuis / Brocacef Groep te laten vallen: daar is een model voor beschikbaar. Naast geneesmiddelen worden er ook naaldencontainers en andere hulpmiddelen desgewenst afgeleverd. d. Communicatie over receptregel i. Naar de voorschrijver: Dit is afhankelijk van de voorkeur van de voorschrijver, dit kan schriftelijk, per e-mail een webportal of persoonlijk. Medithuis vindt het belangrijk dat het behandelplan per patiënt afgestemd wordt: daarom is altijd contact met de verpleegkundige in het ziekenhuis. ii. Naar de apotheek: via fax, e-mail en telefonisch, daarnaast is er vier keer per jaar een persoonlijke evaluatie met de (ziekenhuis-, poliklinische)apotheker/inkoper. iii. Naar de patiënt: via een telefonisch gesprek wordt een intakegesprek gehouden, waarbij de patiënt eventueel een afwijkende leveringslocatie kan aangeven. In het telefoongesprek wordt ook de huidige voorraad besproken. Bij elke levering vindt er vooraf contact plaats. Daarnaast is er persoonlijk contact via de verpleegkundige van Medithuis indien de patiënt een prikinstructie in de thuissituatie dient te krijgen en/of structureel geprikt dient te worden (MSVT). iv. Bereikbaarheid: Medithuis is 24 uur per dag bereikbaar, e. Zorg i. Prikservice: Prikservices wordt gegeven in de thuissituatie indien dat wenselijk is. ii. Prik instructie (zowel in het ziekenhuis als bij de patiënt thuis): Medithuis geeft aan dat ze thuis en in het ziekenhuis prikinstructie kunnen geven. Daarbij is een samenwerking met de afdelingen van belang.
77
iii. Therapietrouw: Er wordt gebruik gemaakt van een gedifferentieerd behandelplan. Daarnaast worden de geneesmiddelen proactief geleverd, daarbij wordt de levering ook aan de actuele voorraad aangepast. Signalen van therapieontrouw worden - indien overeengekomen - met de zorgverleners besproken. f. Financieel i. Kan er gedeclareerd worden via MSVT: Met de gewijzigde financiering zijn de MSVT contracten niet gecontinueerd. Wel wordt alle informatie - elektronisch en in het format van het financieel pakket van het ziekenhuis - gegeven, om de declaratie van de MSVT mogelijk te maken. ii. Ondersteuning voor declaraties add-ons: Ziekenhuizen kunnen voorzien worden van alle gegevens - elektronisch en in het format van het financieel pakket dat men gebruikt- die nodig zijn voor de declaratie van de add-on’s. g. Gebruiksgegevens ten baten van fabrikanten: Medithuis heeft een contract met de ziekenhuizen en levert alleen op verzoek van hen gegevens aan andere partijen. Hierbij conformeert Medithuis zich een de bepalingen van de WBp. Medithuis is ook bij het CBP aangemeld. h. Voorkomen van spillage i. Planningstool: Per patiënt wordt er een risicoprofiel gemaakt om de therapietrouw te verbeteren. Patiënten kunnen door verpleegkundigen worden gestimuleerd tot therapietrouw, bij een pilot met luchtwegverwijders is de therapietrouw toegenomen van 40 naar 76,9%. Bij dure geneesmiddelen als Norditropin (groeihormoon) en Avonex (MS) is het percentage: 90 - 95. ii. Ompakken risicovolle stoffen: kan risicovolle stoffen ompakken, heeft hier ook ervaring mee. 2. Ervaring in 2012 a. met de reeds overgehevelde geneesmiddelen: Ja b. met geneesmiddelen die overgeheveld gaan worden: Is nu unieke leverancier van Norditropin. 3. Demo versie beschikbaar van applicatie op http://www.pharmeon.nl/vbv/1620webportaal/6.html 4. Verbonden aan een firma? Medithuis is een onderdeel van de Brocacef Groep.
78
7.13 Leverancier: Medizorg 1. Elementen: a. Apotheekfunctie: i. AMO opvragen: Medizorg heeft een eigen apotheek, de Sanatheek. ii. Medicatie bewaking: De Sanatheek is voorbereid op de uitrol van het landelijk LSP. iii. Medicatie-overdracht: De apotheek van Medizorg werkt volgens de richtlijn overdracht medicatiegegevens van het IGZ. b. Distributie i. Bij de patiënt thuis: De geneesmiddelendistributie van Medizorg wordt verzorgd door Dynalogic, deze firma hanteert een tijdframe van een uur. De geneesmiddelen worden direct vanuit het Sanatheek/ poliklinische of ziekenhuisapotheek geleverd aan de patiënt, daarbij is er een online track en trace systeem. ii. Bij de apotheek van de patiënt: De levering is gericht op de patiënt, maar de openbare apotheek is ook mogelijk, dit is in het systeem van Medizorg geen verlaging van de kosten. iii. Bij de ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek: Medizorg gaat er vanuit dat de eerste uitgifte plaatsvindt in de poliklinische of ziekenhuisapotheek. Medizorg kan de poliklinische of ziekenhuisapotheek aanvullen door in de thuissituatie te leveren of te instrueren. c. Groothandelsfunctie: Ja, Q-pharma, hier kunnen alle geneesmiddelen op consignatie worden gelegd, daarbij krijgt de apotheek elke maand een overzicht over de in en uitgaande goederen. Daarnaast kan Q-pharma alle geneesmiddelen inkopen. d. Communicatie over receptregel i. Naar de voorschrijver: Medizorg informeert in de regel de specialist bij de start van de behandeling, bijzonderheden en het beëindigen van een behandeling. Dit gebeurd via een webportal (leveringen, verpleegkundige bezoeken en terugkoppelingen). ii. Naar de apotheek: Via brief, fax, e-mail, telefoon, webportal, ICTkoppeling, de frequentie is afhankelijk van de behoefte. iii. Naar de patiënt: Via brief, e-mail, telefoon, SMS en webportal. Daarnaast kan de patiënt elk bezorgadres aangeven. iv. Bereikbaarheid: e. Zorg i. Prikservice: Deze kan worden gegeven door de verpleegkundigen van Medizorg (niveau 4 en 5) ii. Prikinstructie (zowel in het ziekenhuis als bij de patiënt thuis) iii. Therapietrouw: Medizorg heeft ruime ervaring met een eigen patiëntvolgsysteem. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van telemonitoring voor het meten van verschillende klinische parameters. f. Financieel i. Kan er gedeclareerd worden via MSVT: Op dit moment niet, de zorgverzekeraars hebben aangegeven dat ze de MSVT onder het budget van het ziekenhuis zullen plaatsen. ii. Ondersteuning voor declaraties add-ons: Medizorg heeft ervaring met het maken van declaratiebestanden. g. Gebruiksgegeven ten baten van fabrikanten: Met de huidige planningstool is dit per maand mogelijk. h. Voorkomen van spillage i. Planningstool: Medizorg heeft een eigen planningstool, waarmee al goede resultaten zijn bereikt op therapietrouw.
79
ii. Ompakken risicovolle stoffen: Zien hier wel mogelijkheid toe en zullen dit gaan doen wanneer de vraag voldoende is. 2. Ervaring in 2012 a. met de reeds overgehevelde geneesmiddelen: Ja b. met geneesmiddelen die overgeheveld gaan worden: Op dit moment wordt Zomacton geleverd door Medizorg 3. Demo versie beschikbaar van applicatie: nee 4. Verbonden aan een firma? Medizorg is onafhankelijk
80
7.14 Leverancier: Mediq Pharma Service 1. Elementen: a. Apotheekfunctie: i. AMO opvragen: Via de eigen apotheek van Mediq Pharma Services worden AMO’s opgevraagd en medicatiebewaking uitgevoerd. Ook kan het beheer van het medicatiedossier en de medicatiebewaking via het landelijke apothekersnetwerk van Mediq (veel apotheken in Nederland) en via zelfstandige apothekers die daaraan hun medewerking willen verlenen verlopen. ii. Medicatie bewaking: Geneesmiddelen kunnen zowel op naam van Mediq Pharma Services als de apotheek van het ziekenhuis worden afgeleverd. iii. Medicatie-overdracht: Er wordt aan de openbare apotheek van de patiënt medicatie-overdracht gedaan. b. Distributie i. Bij de patiënt thuis (of ieder ander adres in Nederland): Er kunnen geneesmiddelen geleverd worden op het woonadres van de patiënt, de doorlooptijd is tussen de 16 en 48 uur. Spoedleveringen zijn ook mogelijk, dit kan telefonisch worden afgesproken. Hier zijn welk extra kosten aan verbonden. ii. Bij de apotheek van de patiënt: Mediq heeft een eigen distributienetwerk en wil dit ook inzetten voor geneesmiddelen die overgeheveld worden in 2013 en 2014. iii. Bij de ziekenhuisapotheek of poliklinische apotheek: Dit netwerk is ook beschikbaar voor poliklinische en ziekenhuisapotheken. Mediq maakt gebruik van 3 modules; de apotheekfunctie, logistiek functie en de verpleegkundige zorg. Alle drie de functies kunnen onafhankelijk van elkaar worden afgenomen. c. Groothandelsfunctie: ja, kan bijna alle geneesmiddelen op voorraad nemen, mits de fabrikanten daaraan hun medewerking willen verlenen en er overeenstemming is over de condities met de fabrikanten. d. Communicatie over receptregel i. Naar de voorschrijver: Kan via een EVS een recept sturen naar Mediq Pharma Services. De arts krijgt herhaalrecepten automatisch via het EVS aangeboden ter goedkeuring. ii. Naar de apotheek: Via een internetapplicatie kan de apotheker inzicht krijgen in leveringen, toedieningen en financiële rapportages ten behoeve van de declaratie bij zorgverzekeraars. iii. Naar de patiënt: Patiënten kunnen telefonisch een afspraak met Mediq Pharma Services maken. In de regel neemt Mediq het initiatief tot het maken van een afspraak. In 2013 kan de patiënt ook zelf de planningen ter hand nemen, via de Mediq Herhaalgemakwebsite; de patiënt ontvangt via e-mail of SMS tijdig een reminder voor het plannen van de afspraak. In beide gevallen wordt de patiënt tijdig en proactief benaderd door Mediq Pharma Services. iv. Bereikbaarheid: 24 uur per dag. e. Zorg i. Prikservice: Medisource maakt onderdeel uit van Mediq. Medisource is het bedrijf binnen Mediq dat via een geavanceerd planningssysteem verpleegkundige diensten op niveau 4 en 5 aanbiedt. Daarnaast werkt Mediq Pharma Services samen met Mediq Teva en Mediq Romedic voor infuustechnologie, pompen, vernevelapparatuur, medische hulpmiddelen, enterale en totale parenterale voeding. ii. Prik instructie (zowel in het ziekenhuis als bij de patiënt thuis)
81
iii. Therapietrouw: voorschrijvers worden via de website ingelicht over het gebruik van de medicatie van de patiënten. Daarnaast zullen patiënten proactief worden benaderd over hun medicatie, wat de therapietrouw bevordert. f. Financieel i. Kan er gedeclareerd worden via MSVT: Ja Medisource heeft erkenning bij de zorgkantoren. ii. Ondersteuning voor declaraties add-ons: Er is alleen ondersteuning mogelijk indien de geneesmiddel geleverd wordt door de apotheek van Mediq Services en de geneesmiddelen daar gepickt worden. Dit hoeft niet te betekenen dat dossier en medicatiebewaking door de apotheek van Mediq hoeft te worden uitgevoerd. g. Gebruiksgegeven ten baten van fabrikanten: Ja mogelijk. h. Voorkomen van spillage i. Planningstool: Er wordt gebruik gemaakt van ERP systeem Navision, dit systeem is gekoppeld aan MIRA, waarin alle recepten worden verwerkt en medicatie bewaking plaatsvindt. Drie weken van te voren wordt er contact opgenomen met de patiënt voor nieuwe medicatie en nagevraagd of de volgende herhaling wordt voortgezet. ii. Ompakken risicovolle stoffen: Dit is momenteel in onderzoek. 2. Ervaring in 2012 a. met de reeds overgehevelde geneesmiddelen: Mediq levert voor verschillende ziekenhuizen al de TNF-alfa-remmers en het totale dienstverleningspakket. b. met geneesmiddelen die overgeheveld gaan worden in 2012: Op dit moment is Mediq unieke leverancier voor het groeihormoon Humatrope en Revlimid 3. Demo versie beschikbaar van applicatie: nee 4. Demo versie beschikbaar van de mogelijkheden: http://youtu.be/QBr2wBuYsig 5. Verbonden aan een firma? Mediq Pharma Services, is onderdeel van Mediq, voorheen OPG.
82