OverheidsTelecom 2010
Toelichting Overeenkomst september 2010
Clusters Vast, Mobiel, EUD en Inbound
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 1 van 29
© OT2010, Den Haag 2010. Auteursrechten voorbehouden
Documentnaam Opsteller Datum Versie Status
Toelichting Overeenkomst OT2010
Documentgegevens Toelichting Overeenkomst Marcel van den Bergh 30 september 2010 1.0 Definitief
Pagina 2 van 29
Inhoudsopgave ....................................................................... ................
Toelichting Overeenkomst OT2010
1. 1.1 1.2
Inleiding 4 Doel van dit document. Opbouw en leeswijzer
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Structuur van de Overeenkomsten 5 Clusters en Percelen 5 Centrale en Decentrale Deelnemers 5 Staatscontracten en Decentrale Overeenkomsten Contractbeheer 6 Opdrachtgever versus Deelnemer 6 Opbouw Overeenkomst 6 Contractdocumenten 6 Algemene voorwaarden en leveringsvoorwaarden Schaduwovereenkomst (Inbound) 7
3.
Artikelgewijze toelichting
4 4
8
Pagina 3 van 29
5
7
1. Inleiding ....................................................................... .................
1.1
Doel van dit document.
Deze toelichting is bedoeld voor de Deelnemers aan OT2010 en de door deze Deelnemers aangewezen uitvoerende afdelingen of organisaties. Het document is opgesteld door het programmateam OT2010 in samenwerking met SBO ICM en geeft een toelichting op de Overeenkomsten voor de Clusters Vast, Mobiel, EUD en Inbound.
1.2
Opbouw en leeswijzer
De toelichting bestaat uit 3 hoofdstukken. Na deze inleiding volgt een toelichting op de structuur van de Overeenkomst en een artikelgewijze toelichting. Omdat de Overeenkomsten voor de verschillende Clusters van OT2010 vrijwel identiek zijn, geldt deze toelichting voor alle Clusters. Alleen waar de Overeenkomst voor een bepaald Cluster afwijkt is dat specifiek aangegeven. Daar waar artikelen worden genoemd zonder nadere aanduiding worden artikelen van de Overeenkomst bedoeld. In dit document worden de met een hoofdletter aangegeven begrippen gebruikt in de betekenis zoals aangegeven in de begrippenlijst (Bijlage 1 bij de Overeenkomst). De betekenis daarvan kan op onderdelen afwijken van de betekenis, die in de begrippenlijst van het Beschrijvend Document is opgenomen.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 4 van 29
2. Structuur van de Overeenkomsten 2.1
Clusters en Percelen
Er zijn 4 Clusters aanbesteed: Vast, Mobiel, EUD en Inbound. Het Cluster Mobiel bestaat uit 2 Percelen: Mobiele Communicatie en SMS Gateway. Voor ieder Cluster c.q. Perceel worden met één leverancier per Cluster c.q. Perceel aparte Overeenkomsten gesloten. Een Deelnemer aan OT2010 heeft daarom voor ieder Cluster c.q. Perceel waaraan hij deelneemt een aparte Overeenkomst.
2.2
Centrale en Decentrale Deelnemers
De Centrale Deelnemers behoren in beginsel tot de rechtspersoon ‘Staat der Nederlanden’. Hiertoe behoren bijvoorbeeld de departementen en de daartoe behorende diensten, directoraten en agentschappen en de Hogere Colleges van Staat. De Decentrale Deelnemers behoren in beginsel tot een andere rechtspersoon dan de ‘Staat der Nederlanden’. Hiertoe behoren de meeste ZBO’s, de lagere overheden en de andere instellingen met een publieke functie zoals de onderwijsinstellingen en zorginstellingen.
2.3
Staatscontracten en Decentrale Overeenkomsten
Voor de Centrale Deelnemers gezamenlijk wordt voor ieder Cluster c.q. Perceel een collectieve Overeenkomst gesloten met de Opdrachtnemer van dat Cluster c.q. Perceel. Dit zijn de ‘Staatscontracten’. De Decentrale Deelnemers sluiten zelf voor ieder Cluster c.q. Perceel waaraan ze deelnemen een individuele Overeenkomst met de Opdrachtnemer van dat Cluster c.q. Perceel. Dit zijn de ‘Decentrale Overeenkomsten’.
Uitzonderingen op de regel Er zijn enkele Deelnemers die niet behoren tot de rechtspersoon ‘Staat der Nederlanden’ en die toch deelnemen aan de Staatscontracten. Dit zijn: Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA), Reclassering Nederland en de Stichting ICTU.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 5 van 29
2.4
Contractbeheer
Voor de Staatscontracten bestaat er ook een collectief contractbeheer. Dit wordt uitgevoerd door SBO ICM. Voor de Decentrale Overeenkomsten dienen de Decentrale Deelnemers zelf het contractbeheer te voeren.
2.5
Opdrachtgever versus Deelnemer
Bij de Decentrale Overeenkomsten kent iedere Overeenkomst slechts één Deelnemer; de hoedanigheid van de Opdrachtgever komt daarmee overeen met de hoedanigheid van de Deelnemer. Bij de Staatscontracten kent iedere Overeenkomst echter een veelvoud aan Deelnemers; de hoedanigheid van de Opdrachtgever is dan veel ruimer dan van een individuele Deelnemer. Bij de Staatscontracten worden bepaalde taken en bevoegdheden aan de Opdrachtgever en andere taken en bevoegdheden (in eerste instantie) aan een individuele Deelnemer toegedeeld. Voor de Staatscontracten wordt de toedeling van de taken en bevoegdheden vastgelegd in de taken- en bevoegdhedenmatrix, die als Bijlage 9 van de Overeenkomst is opgenomen. Voor de Decentrale Deelnemers is het facultatief of ze de Bijlage 9 van hun Overeenkomst willen gebruiken om bepaalde taken en bevoegdheden vast te leggen.
2.6
Opbouw Overeenkomst
De Overeenkomst bestaat voor alle clusters uit 47 artikelen en 14 Bijlagen. De artikelen zijn onderverdeeld in 10 titels. De nummering van de artikelen en van de Bijlagen zijn voor alle clusters grotendeels gelijk gehouden om het contractbeheer te vereenvoudigen. Van artikelen of Bijlagen die voor een bepaald cluster niet van toepassing zijn, is daarom het nummer gehandhaafd onder vermelding van ‘vervallen’.
2.7
Contractdocumenten
De volgende documenten behoren tot de Overeenkomst: – Tekst van de Overeenkomst; – Bijlagen van de Overeenkomst; – Aanbestedingsdocumenten OT2010; – Contractwijzigingen. Zie verder bij artikel 1 lid 2 en artikel 45.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 6 van 29
2.8
Algemene voorwaarden en leveringsvoorwaarden
Hoofdregel Alle algemene voorwaarden of leveringsvoorwaarden van zowel Opdrachtnemer als Opdrachtgever zijn uitgesloten (zie artikel 4). Dat betekent dat bijvoorbeeld ook de Arvodi of Arbit voorwaarden niet van toepassing zijn.
Uitzonderingen Uitzonderingen hierop zijn de migratieperiode, en (bij Mobiele Communicatie) bestellingen uit een reguliere producten- en dienstencatalogus. Zie hiervoor bij toelichting artikel 4.
2.9
Schaduwovereenkomst (Inbound)
Voor de Overeenkomst van het cluster Inbound was een structuur bedacht met twee Overeenkomsten. Omdat slechts één partij op het Cluster Inbound heeft ingeschreven, kan de structuur met een schaduwovereenkomst niet worden toegepast. Overeenkomst 1 zou worden gesloten met de hoogst scorende Inschrijver, Opdrachtnemer 1, en Overeenkomst 2 (de ‘schaduwovereenkomst’) met de op één na hoogst scorende Inschrijver, Opdrachtnemer 2. Overeenkomst 1 treedt direct in werking, maar Overeenkomst 2 zou alleen in werking treden, indien Overeenkomst 1 binnen 8 maanden zou eindigen. Een belangrijke reden voor het vroegtijdig eindigen (ontbinding van rechtswege) van Overeenkomst 1 is het falen van Opdrachtnemer 1 voor de zogeheten ‘migratietesten’. Deze testen zijn bedoeld om vast te stellen of de Opdrachtnemer het grote volume aan kan dat samenhangt met de Inbound dienstverlening. Het fenomeen van de migratietesten blijft echter wel van toepassing alsmede de ontbinding van Overeenkomst in geval van het falen van de opdrachtnemer voor deze testen. Indien de Opdrachtnemer zou falen voor de migratietesten worden alle Overeenkomsten in het Cluster Inbound, dus ook de Decentrale Overeenkomsten van rechtswege ontbonden.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 7 van 29
3. Artikelgewijze toelichting Titel 1 Artikel 1
Algemene bepalingen Opzet van de Overeenkomst
Dit artikel beschrijft de indeling van de Overeenkomst in Titels (lid 1), de onderdelen en documenten die tot de Overeenkomst behoren (lid 2) en de rangorde daarvan (lid 3). Lid 2:Onderdelen van de Overeenkomst De volgende documenten behoren tot de Overeenkomst: – Tekst van de Overeenkomst; – Bijlagen van de Overeenkomst; – Aanbestedingsdocumenten OT2010; – Contractwijzigingen.
Tekst van de Overeenkomst: Dit betreft de omschrijving van de ondergetekenden, de considerans (‘overwegende dat’), de artikelen 1 tot en met 47 en de ondertekening van de Overeenkomst.
Bijlagen van de Overeenkomst: De Overeenkomst bevat 14 Bijlagen. Deze zijn benoemd in de inhoudsopgave van de Overeenkomst. Er zijn (op dit moment) geen andere Bijlagen dan de Bijlagen genoemd in de inhoudsopgave van de Overeenkomst. Er kunnen alleen Bijlagen worden toegevoegd door middel van een contractwijziging (artikel 45). Deze worden opgenomen in het wijzigingenregister.
Aanbestedingsdocumenten: De Aanbestedingsdocumenten bestaan uit het Beschrijvend Document van de Aanbesteding, de publicatie daarvan in het officiële publicatieblad van de Europese Unie en in de Aanbestedingskalender, de Nota’s van Inlichtingen van de Aanbesteding en de Inschrijving van Opdrachtnemer. Een aantal onderdelen van de Aanbestedingsdocumenten zijn opgenomen in de Bijlagen van de Overeenkomst. Ook de onderdelen van de Aanbestedingsdocumenten (of onderdelen daarvan), die niet zijn opgenomen in de Bijlagen van de Overeenkomst, maken wel onderdeel uit van de Overeenkomst (Aanbestedingsdocumenten kunnen gedownload worden van de website van SBO ICM). Deze hebben echter een lagere rangorde dan de onderdelen die wel in een Bijlage zijn opgenomen. Zie verder bij lid 3 Rangorde).
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 8 van 29
Contractwijzigingen: Een contractwijziging is uiteraard ook onderdeel van de Overeenkomst. Contractwijzigingen zijn terug te vinden in het wijzigingenregister of in het Speciale Diensten register indien het een Speciale Dienst betreft. Een wijziging kan ook een Bijlage of een Speciale Dienst betreffen, maar niet de Aanbestedingsdocumenten, voor zover deze niet in een Bijlage zijn opgenomen (Zie verder bij artikel 45).
Dossier Afspraken en Procedures: Opdrachtgever en de individuele Deelnemers stellen ieder tijdens de Migratie gezamenlijk met Opdrachtnemer een Dossier Afspraken en Procedures (DAP) op (artikel 25 lid 2). Dit betekent dat iedere individuele Deelnemer een aparte DAP krijgt; dat geldt ook voor de individuele Deelnemers aan het Staatscontract. Het DAP maakt echter geen onderdeel uit van de Overeenkomst. Bepalingen in het DAP die inbreuk maken op de Overeenkomst zijn nietig. Het is immers niet de bedoeling dat door middel van het DAP de Overeenkomst herschreven wordt.
Lid 3: Rangorde documenten In geval van strijdigheid tussen de verschillende documenten geldt de volgende rangorde (artikel 1 lid 3): – (de tekst van) de Overeenkomst; – de Bijlagen van de Overeenkomst; – de geaccordeerde offertes voor Speciale Diensten; – de Aanbestedingsdocumenten. Een contractwijziging is ook onderdeel van de Overeenkomst, maar sluit qua rangorde aan bij het contractdocument, dat door de contractwijziging gewijzigd is. Een contractwijziging waarmee een Speciale Dienst wordt toegevoegd aan de Overeenkomst heeft altijd een lagere rangorde dan de tekst en de Bijlagen van de Overeenkomst, omdat het niet de bedoeling is om door middel van een Speciale Dienst andere onderdelen van de Overeenkomst te wijzigen. (zie verder bij artikel 7 lid 7). Bepaalde onderdelen van de Aanbestedingsdocumenten zijn opgenomen in de Bijlagen van de Overeenkomst en verkrijgen daarmee de rangorde van Bijlage. Ook de niet in de Bijlagen opgenomen Aanbestedingsdocumenten zijn onderdeel van de Overeenkomst. Deze hebben de laagste rangorde, niet omdat ze niet belangrijk zijn, maar omdat het Partijen vrij staat om bij Overeenkomst hiervan af te wijken. Indien de Overeenkomst op fundamentele punten gaat afwijken van hetgeen aanbesteed is, kan dit uiteraard in strijd zijn met het aanbestedingsrecht. Het is echter de verantwoordelijkheid van Partijen zelf om daarin een de juiste grens te trekken
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 9 van 29
Artikel 2
Begrippen
De begrippenlijst is opgenomen als Bijlage 1 van de Overeenkomst. Voor ieder Cluster c.q. Perceel is een aparte begrippenlijst opgesteld. Deze zijn zoveel mogelijk aan elkaar gelijk gehouden en wijken slechts op enkele details van elkaar af.
Artikel 3
Voorwerp van de Overeenkomst
Het voorwerp van de Overeenkomst is gelimiteerd tot Producten en Diensten, die behoren tot het werkgebied van het betreffende Cluster of Perceel. Dit geldt ook voor de nog nader overeen te komen Speciale Diensten (zie artikel 7). De werkgebieden zijn respectievelijk Vaste Communicatie, Mobiele Communicatie, SMS Gateway, End User Devices en Inbound Communicatie. Deze werkgebieden worden benoemd in artikel 3 van de betreffende Overeenkomst en gedefinieerd in de Begrippenlijst van het betreffende Cluster of Perceel. Wat de Producten en Diensten inhouden is vastgelegd in Bijlage 2 ‘Specificaties van de dienstverlening’. Het voorwerp van de Overeenkomst wordt voorts begrensd door de Deelnemers aan de betreffende Overeenkomst, die zijn omschreven in Bijlage 13 en 14 Daarnaast kan het pakket aan Producten en Diensten (of de inhoud daarvan) worden aangepast door het fenomeen van ‘Dienstverleningsverbetering’ (zie artikel 8).
Artikel 4
Toepasselijkheid voorwaarden en wettelijke en andere voorschriften
Alle algemene voorwaarden, leveringsvoorwaarden van Opdrachtnemer of inkoopvoorwaarden van Opdrachtgever c.q. een Deelnemer zijn uitgesloten. Voor de levering van Producten en Diensten en de overige betrekkingen tussen Opdrachtgever c.q. een Deelnemer en Opdrachtnemer gelden alleen de voorwaarden en bepalingen, die zijn opgenomen in de Overeenkomst. Daarnaast dienen alle partijen uiteraard de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht te nemen. Gedurende de migratieperiode kan echter nog geleverd worden onder de voorwaarden van voorgaande overeenkomsten van de betreffende Deelnemer (zie ook artikel 6 lid 1). Op deze voorgaande overeenkomsten zijn mogelijk algemene- of leveringsvoorwaarden van toepassing. Vanaf de Startdatum Levering (na afronding van de migratie) worden Producten en Diensten alleen nog volgens de voorwaarden en bepalingen van de Overeenkomst geleverd. Uitzondering Mobiele Communicatie
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 10 van 29
Bij de Overeenkomst Mobiele Communicatie kan een Deelnemer in bepaalde gevallen bestellingen doen uit een reguliere producten- en diensten catalogus van Opdrachtnemer (zie artikel 10). Indien een Deelnemer daar een bestelling uit doet, mag Opdrachtnemer voor die bestelling ook de daarbij behorende reguliere leveringsvoorwaarden van toepassing verklaren. Artikel 23 lid 2 en artikel 31 lid 5 maken daar weer een uitzondering op.
Artikel 5
Duur van de Overeenkomst en deelname aan de Overeenkomst
De Overeenkomst heeft een initiële looptijd van 3 jaar en 6 maanden inclusief de migratieperiode bij aanvang van de Overeenkomst. Hoe sneller wordt gemigreerd hoe langer de periode van dienstverlening. Tijdens de initiële looptijd kan niet tussentijds worden opgezegd. De Overeenkomst kan op initiatief van de Opdrachtgever maximaal 3 keer worden verlengd voor een periode van in totaal maximaal 3 jaar. Dat betekent dat de drie verlengingen bij elkaar opgeteld niet meer dan 3 jaar mogen bedragen. Indien de Opdrachtgever de Overeenkomst wenst te beëindigen, mag de Overeenkomst (of dit nu na de initiële looptijd of na één of meer verlengingen is) nog eens worden verlengd met maximaal 6 maanden voor de overgang naar een andere leverancier. Indien alle verlengingsopties maximaal worden benut is de totale looptijd van de Overeenkomst precies 7 jaar.
Titel 2
Producten en Diensten
Artikel 6
Producten en Diensten Algemeen
De leveringsplicht van Opdrachtnemer start vanaf de Startdatum Levering (zie artikel 19). Vanaf dat moment zijn Opdrachtgever c.q. de Deelnemers ook verplicht om van Opdrachtnemer af te nemen en mogen zij geen Producten of Diensten meer van andere Aanbieders afnemen. Opdrachtnemer garandeert om Producten en Diensten in functionele zin marktconform te houden tijdens de gehele looptijd van de Overeenkomst. De garantie om Producten en Diensten in financiële zin marktconform te houden staat in artikel 12. De procedure om tot functionele marktconformiteit te komen wordt behandeld in artikel 8.
Artikel 7
Speciale Diensten
Speciale Diensten zijn diensten (of producten) die na de inwerkingtreding van de Overeenkomst door één of meer Deelnemers worden overeengekomen met Opdrachtnemer. Bijlage 2 van de Overeenkomst benoemd de Speciale Diensten die
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 11 van 29
Opdrachtnemer minimaal verplicht is om te leveren, maar een Deelnemer en Opdrachtnemer kunnen ook andere Speciale Diensten overeenkomen. De enige beperking is dat de Speciale Dienst moet behoren tot het werkgebied van het betreffende Cluster of Perceel. Een Speciale Dienst die Opdrachtnemer verplicht is om te leveren, is de rapportage over additionele rapportage-items die niet zijn genoemd in Bijlage 10. (Zie artikel 26 lid 4). De Prijs en de overige specificaties van een Speciale Dienst worden vastgesteld door middel van een offerte van opdrachtnemer (lid 2), die door de betreffende Deelnemer schriftelijk moet worden goedgekeurd (lid 7). Indien voor bepaalde onderdelen van de Speciale Dienst al Tarieven of Prijzen zijn vastgelegd in de Overeenkomst, dient Opdrachtnemer dezelfde Tarieven en Prijzen te hanteren in zijn kostencalculatie, die onderdeel is van zijn offerte (lid 5). Voor de onderdelen van de Speciale Dienst, die niet worden gedekt door reeds in de Overeenkomst vastgelegde Tarieven en Prijzen voegt Opdrachtnemer een specificatie van de kosten daaraan toe. De geaccordeerde offertes worden opgenomen in het Speciale Diensten Register en vanaf dat moment zijn ze onderdeel van de Overeenkomst (lid 7). Iedere Deelnemer houdt in beginsel zijn eigen Speciale Diensten Register bij. Een Speciale Dienst is bedoeld als een aanvulling op de Overeenkomst en het daarin vastgelegde Producten- en Dienstenpakket en niet als een wijziging daarvan. Nadat de Speciale Dienst door de Deelnemer is geaccordeerd en is opgenomen in het Speciale Diensten register, worden de voorwaarden en bepalingen van de Overeenkomst ook van toepassing op de Speciale Dienst. De formulering van de voorwaarden en bepalingen van de Speciale Dienst in de geaccordeerde offerte mag niet in strijd zijn met de formulering van de voorwaarden en bepalingen in de Overeenkomst. Dit zou kunnen leiden tot onduidelijkheid en tot de situatie dat voor de verschillende Speciale Diensten verschillende contractuele voorwaarden gelden en dat via de Speciale Diensten allerlei contractwijzigingen de Overeenkomst in sluipen. Daarom bepaalt lid 7 dat bepalingen in de offerte die inbreuk maken op de overige bepalingen van de Overeenkomst nietig zijn en wordt aan een Speciale Dienst een lagere rangorde toegekend dan aan de tekst van de Overeenkomst en de Bijlage (artikel 1 lid 3). Andere wijzigingen van de Overeenkomst dienen te worden opgenomen in het Wijzigingenregister (zie artikel 45). Een Deelnemer mag de uitvoering van de Speciale Dienst ook aan een alternatieve Aanbieder gunnen, mits de offerte van de alternatieve Aanbieder onder gelijke voorwaarden meer dan 10% goedkoper is. Uiteraard mag ook aan een alternatieve Aanbieder
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 12 van 29
worden gegund, indien Opdrachtnemer niet in staat of bereid is om de gevraagde Speciale Dienst te leveren.
Artikel 8
Dienstverleningsverbetering
Dienstverleningsverbetering kan zowel de uitbreiding van het te leveren pakket aan Producten of Diensten betreffen als de verbetering van de specificaties of van de functionaliteit daarvan, alles uiteraard binnen de scope van de Overeenkomst overeenkomstig artikel 3. De procedure is uitgebreid beschreven in Bijlage 3. Artikel 8 behandelt slechts de verplichting van Opdrachtnemer om aan verbetering van de dienstverlening mee te werken en de vastlegging daarvan. Mocht het volgen van deze procedure leiden tot een uitbreiding van het producten- en dienstenpakket of tot een aanpassing van de specs of functionaliteit daarvan, dan wordt dit beschouwd als een wijziging van de Overeenkomst en te worden vastgelegd in het wijzigingenregister.
Artikel 9
Dekkingsprocedure (Mobiele Communicatie)
De dekkingsprocedure is bedoeld om hiaten in de beschikbaarheid van Mobiele Communicatie aan te pakken. De procedure is uitgebreid beschreven in Bijlage 4. Artikel 9 behandelt slechts de verplichtingen van Partijen om aan de procedure mee te werken en om de uitkomst daarvan te aanvaarden. De uiterste consequentie van het doorlopen van de dekkingsprocedure is dat de betreffende Deelnemer de Overeenkomst mag opzeggen en z’n heil mag zoeken bij een andere Aanbieder. Dat mag echter alleen indien alle andere opties niet tot een oplossing leiden.
Artikel 10
Producten en Diensten uit de catalogus van Opdrachtnemer (Mobiele Communicatie)
Indien de Producten en Diensten uit de PDC minder adequaat of duurder zijn voor het gebruik in het buitenland, mag een Deelnemer bestellingen doen uit een reguliere producten- en diensten catalogus van Opdrachtnemer. Dat is een producten- en diensten catalogus die door Opdrachtnemer is ingericht voor andere klanten dan de OT2010 Deelnemers. Op het moment dat een Deelnemer producten of diensten uit zo’n reguliere catalogus bestelt is het logisch dat ook de bijbehorende reguliere voorwaarden van Opdrachtnemer van toepassing zijn op de betreffende producten en diensten. Deze kunnen dan afwijken van de OT2010 voorwaarden. In artikel 23 lid 2 is weer een uitzondering opgenomen op deze regel om te voorkomen dat Opdrachtnemer zijn dienstverlening zou mogen opschorten indien een factuur te laat betaald zou zijn. Een tweede uitzondering staat in artikel 31 lid 5 met betrekking tot het gebruik van persoonsgegevens.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 13 van 29
Artikel 11
Netwerken voor (Mobiele) Communicatie en Redundantie (Mobiele Communicatie)
De Opdrachtnemer voor het Perceel Mobiele Communicatie heeft het netwerk aangewezen waar hij voor de dienstverlening gebruik van maakt. Voor het gebruik van een ander netwerk heeft de Opdrachtnemer vooraf de schriftelijke instemming van Opdrachtgever nodig. De door Opdrachtnemer aangeboden en door de Aanbesteder geteste kwaliteit hangt immers sterk samen met het gebruikte netwerk. Op deze regel bestaan een tweetal uitzonderingen. De eerste uitzondering betreft nationale of internationale roaming om een tijdelijke of lokale lagere beschikbaarheid te verhelpen. In dat geval mag binnen Nederland van een ander netwerk gebruik gemaakt worden zonder toestemming van de Opdrachtgever (lid 3). De tweede uitzondering betreft de levering van SIM-kaarten voor een ander netwerk voor het realisieren van redundantie of voor het verhelpen van lokale dekkingsproblemen. In dat geval mag de Opdrachtgever een ander netwerk kiezen, in welk geval de Opdrachtnemer de nodige SIMkaarten (aansluitingen) moet kunnen leveren.
Titel 3
Prijzen, Tarieven en Marktconformiteit
Artikel 12
Algemeen (Prijzen en Tarieven)
Opdrachtnemer garandeert dat de door hem in rekening te brengen Prijzen en Tarieven marktconform zijn en voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Deze algemene garantie met betrekking tot marktconformiteit wordt uitgewerkt in de verschillende artikelen van dezelfde Titel van de Overeenkomst, waarin de te hanteren marktconformiteitinstrumenten worden geregeld. De verschillende marktconformiteitinstrumenten worden diepgaande omschreven in Bijlage 6 Marktconformiteit.
Artikel 13
Prijzen en Tarieven
De in rekening te brengen Prijzen en Tarieven zijn vastgelegd in Bijlage 5, die direct is afgeleid van de financiële aanbieding van Opdrachtnemer in de Aanbesteding. Bijlage 5 bevat tevens een voorbeeldfactuur waaruit de juiste berekeningswijze om Prijzen en Tarieven samen te stellen kan worden afgeleid. Indien verschillende berekeningswijzen mogelijk zijn, wordt gekozen voor de berekeningswijze die leidt tot de laagste Prijs of Tarief (lid 2). Indien Prijzen of Tarieven worden aangepast vanwege een wijziging van wet- en regelgeving of besluiten van de OPTA, hoeft Opdrachtgever dit alleen te accepteren, indien de nieuwe regelgeving of het OPTA-besluit de aanpassing van Prijzen of Tarieven dwingend voorschrijft. In bepaalde gevallen biedt de
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 14 van 29
nieuwe regelgeving of het OPTA-besluit een keuzemogelijkheid aan de Opdrachtgever om al of niet tot van een aanpassing van Prijzen of Tarieven gebruik te maken. In dat geval dient Opdrachtnemer de keuze ook aan Opdrachtgever voor te leggen.
Artikel 14
Meestbegunstigdeclausule (behalve EUD)
De Deelnemers aan OT2010 zijn meestbegunstigde van Opdrachtnemer op de Nederlandse markt. Dit geldt voor iedere individuele Prijs of individueel Tarief. Hoewel de meestbegunstigdeclausule tevens is beschreven in Bijlage 6 (Marktconformiteit) is de procedure voor de toepassing van de meestbegunstigdeclausule tevens opgenomen in artikel 14 en staat daarmee in rangorde boven de Bijlagen. Dit is gedaan om te voorkomen dat Opdrachtnemer in de Bijlagen, die een meer beschrijvend karakter hebben, aanknopingspunten zou kunnen vinden om de meestbegunstigdeclausule in bepaalde gevallen buiten toepassing te verklaring. Indien Opdrachtnemer het niet eens is met een gemotiveerd verzoek van Opdrachtgever om de meestbegunstigdeclausule toe te passen, kan worden overgegaan tot een benchmarkprocedure waarvan de uitkomst bindend is. De toerekening van de kosten van de benchmark is afhankelijk van de uitkomst daarvan. Indien de uitkomst van de benchmark dichter bij het door Opdrachtgever gewenste meestbegunstigde Tarief ligt dan bij het door Opdrachtnemer tot dan toe gehanteerde Tarief zijn de kosten voor Opdrachtnemer. Dat betekent dat indien Opdrachtnemer ten onrechte een beroep op de meestbegunstigde clausule afwijst, hij voor de kosten van de benchmark zal opdraaien, maar ook dat indien Opdrachtgever ten onrechte een beroep doet op de meestbegunstigde clausule, Opdrachtgever voor de kosten van de benchmark zal opdraaien.
Artikel 15
Benchmarkclausule (behalve EUD)
De Benchmarkprocedure en de gevallen waarin deze kan worden toegepast wordt uitgebreid beschreven in Bijlage 6. Eén van deze gevallen, de situatie dat Partijen geen overeenstemming bereiken over de toepassing van de meestbegunstigdeclausule, is tevens omschreven in artikel 14 lid 5.
Artikel 16
Indexering (behalve SMS Gateway)
In artikel 16 is alleen geregeld dat indexering voor het eerst zal plaatsvinden bij een eventuele eerste verlenging van de Overeenkomst. De werkwijze is beschreven in Bijlage 6.
Titel 4
Toelichting Overeenkomst OT2010
Migratie
Pagina 15 van 29
Artikel 17
Uitvoering Migratie
In dit artikel is met name de verplichting geregeld van Opdrachtnemer om de Migratie tijdig af te ronden en van Opdrachtgever c.q. de Deelnemers om tijdig alle benodigde informatie te verstrekken en voorts alle nodige medewerking te verlenen. De eerste factor die de termijn waarbinnen de Migratie dient te zijn afgerond bepaalt is het moment dat Opdrachtgever c.q. de Deelnemers de benodigde informatie hebben aangeleverd. Een tweede factor die de afronding van de Migratie bepaalt zijn de eventuele nog lopende verplichtingen van een Deelnemer tot na het moment dat de Migratie (op basis van de eerste factor) zou moeten zijn afgerond. In dat geval zal de afronding van de Migratie moeten worden uitgesteld tot het moment dat de lopende verplichtingen zijn afgelopen. Uiteraard gelden alleen lopende verplichtingen voor zover deze ook in Bijlage 14 bij de betreffende Deelnemer zijn aangegeven. Het ter acceptatie in te dienen Masterplan Migratie is een belangrijke toetssteen vooraf waarmee Opdrachtgever de overtuiging moet verkrijgen dat Opdrachtnemer de Migratie voor zowel de Centrale als de Decentrale Deelnemers tot een goed einde zal brengen (geldt niet voor EUD). Indien het plan niet aan de eisen en specificaties van de Overeenkomst (Bijlage 2) voldoet, levert dat een zware contractuele diskwalificatie op, de ‘tekortkoming van wezenlijke betekenis’. Dit is een grond voor ontbinding van de Overeenkomst. Hier is voor gekozen om te verzekeren dat Opdrachtnemer met voldoende voorbereiding en capaciteit de Migratie ingaat.
Artikel 18
Acceptatie Migratie
Op het moment dat Opdrachtnemer klaar is om te migreren en voldoet aan de eisen en specificaties die daaraan op grond van de Overeenkomst te stellen zijn, mag Opdrachtgever niet onnodig wachten met de acceptatie daarvan. Bij het Staatscontract zal de acceptatie van de Migratie aan de individuele Deelnemers zijn voorbehouden.
Artikel 19
Startdatum Levering
De Startdatum Levering is de datum dat Opdrachtnemer start met de levering van Producten of Diensten overeenkomstig de eisen en specificaties van de Overeenkomst. Dit is het moment dat de Migratie is geaccepteerd en er eveneens geen lopende verplichtingen naar andere Aanbieders meer zijn. Dit moment kan per Deelnemer en per Product of Dienst verschillen. Vóór de Startdatum Levering mag een Deelnemer in principe nog Producten en Diensten afnemen van andere Aanbieders dan Opdrachtnemer. Na de Startdatum Levering mag dat niet meer.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 16 van 29
Opdrachtgever kan bepalen. dat Opdrachtnemer al vóór de Startdatum Levering mag leveren. Mogelijk kan Opdrachtnemer vóór de Startdatum Levering nog niet alle eisen en specificaties van de Overeenkomst nakomen, maar dat moet wel zoveel mogelijk gebeuren. Partijen dienen dus voor de eventuele levering vóór de Startdatum Levering duidelijke afspraken maken, welke contractuele bepalingen al gelden en welke nog niet.
Titel 5
Bestelcyclus
Artikel 20
Bestellen van Producten en Diensten
Bestellingen kunnen worden geplaatst voor de periode vanaf de Startdatum Levering. In theorie kan in verband met een bepaalde levertijd al een bestelling worden geplaatst vóór de Startdatum Levering voor levering na de Startdatum Levering. In de praktijk zal in goed overleg tussen Partijen moeten worden vastgesteld of en hoe dat mogelijk is. Partijen dienen zich te realiseren dat vóór de Startdatum Levering niet dezelfde contractuele eisen (bijvoorbeeld qua levertijden) aan Opdrachtnemer kunnen worden gesteld als na de Startdatum Levering (zie ook bij toelichting artikel 19). Het derde lid bepaalt dat er geen beperking geldt voor het aantal Eindgebruikers en het volume aan Producten en Diensten. Vanzelfsprekend geldt wel de beperking dat het om Eindgebruikers moet gaan die onderdeel zijn van de organisatie van de Deelnemer en om Producten en Diensten die door de organisatie van de betreffende Deelnemer worden gebruikt binnen de scope van de Aanbesteding, anders opereren Partijen in strijd met het aanbestedingsrecht. Het vierde lid bepaalt dat het bestelproces in beginsel elektronisch verloopt. Indien een Deelnemer toch in bepaalde gevallen een ‘papieren’ bestelproces wenst, dienen de Deelnemer en Opdrachtnemer dat in onderling overleg uit te werken en daar aparte afspraken over te maken. Opdrachtnemer is niet verplicht om daar kosteloos aan mee te werken en zou het kunnen aanmerken als een Speciale Dienst. Een mogelijk toepassingsgebied voor een ‘papieren’ bestelproces is de periode voorafgaand aan de Startdatum Levering (zie toelichting bij artikel 19). He vijfde lid bepaalt dat artikel 20 van overeenkomstige toepassing is op het wijzigen of opzeggen van Producten en Diensten. Voor enkele Producten of Diensten kan een minimale looptijd of een opzegtermijn gelden. Zie daarvoor Bijlage 2 of de PDC.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 17 van 29
Artikel 21
Leveren van een Product of Dienst
De wijze van levering van Producten en Diensten is inhoudelijk niet beschreven in de artikelen van de Overeenkomst. Artikel 21 verwijst enerzijds naar Bijlage 2 voor de wijze van levering van Producten en Diensten en anderzijds naar de afspraken voor de wijze van (op)levering die specifiek zijn overeengekomen voor Speciale Diensten.
Artikel 22
Facturering
Artikel 22 beschrijft alleen een aantal basisprincipes voor de facturering (lid 1) en creëert de mogelijkheid om een andere organisatie aan te wijzen om de factuur af te handelen (lid 2). Dit geeft de nodige flexibiliteit met betrekking tot samenwerking en consolidatieprocessen tussen verschillende overheidsorganisaties op het gebied van beheer en de financiële afhandeling. Lid 3 verwijst verder naar Bijlage 7, waarin de voorschriften waaraan een factuur dient te voldoen worden beschreven. Op grond van de conformiteitlijst dient Opdrachtnemer voorafgaand aan de eerst factuur een pro-forma factuur op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de Opdrachtgever c.q. de Contract Beheer Organisatie. Het vierde lid geeft de gronden voor het afwijzen van een factuur. Een factuur mag alleen worden afgewezen, indien deze inhoudelijk onjuist is of indien deze niet aan de voorschriften van Bijlage 7 voldoet. Een Opdrachtnemer mag de dienstverlening niet opschorten wegens het afwijzen van een factuur. Het vijfde lid tot slot regelt de verplichting van opdrachtnemer om gebruik te maken van de door Opdrachtgever gehanteerde systemen voor electronisch factureren.
Artikel 23
Betaling
Betaling van een factuur is niet alleen gekoppeld aan de ontvangst van een factuur, maar ook aan de ontvangst van de rapportages over dezelfde maand als de factuur betreft. Zonder de rapportages is de factuur immers moeilijk te beoordelen. Het tweede lid bepaalt dat het niet tijdig betalen van een factuur geen reden is voor Opdrachtnemer om de dienstverlening op te schorten. Hetzelfde geldt ingeval een factuur is afgewezen (artikel 22 lid 4). Voorts behandelt het tweede lid het bijzondere geval dat een Deelnemer een Product of Dienst uit een reguliere producten- en dienstencatalogus van Opdrachtnemer heeft besteld (alleen bij Mobiele Communicatie). In dat geval kunnen ook de reguliere voorwaarden van Opdrachtnemer van toepassing zijn. Het tweede lid bepaalt echter dat dat er niet toe mag leiden dat Opdrachtnemer zijn dienstverlening mag opschorten, indien de factuur te laat wordt betaald.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 18 van 29
Het derde lid bepaalt dat een Deelnemer een andere organisatie kan aanwijzen voor de uitvoering van betalingen. Dit geeft (evenals artikel 22 lid 2) de nodige flexibiliteit met betrekking tot samenwerking en consolidatieprocessen bij de overheid op het gebied van beheer en de financiële afhandeling. De betreffende Deelnemer mag zich daar echter niet achter verschuilen en kan nog steeds worden aangesproken op een tijdige betaling van de factuur.
Artikel 24
Audit
Het eerste lid verwijst naar Bijlage 8 voor de gevallen waarin een audit mag worden uitgevoerd en de daarbij te volgen werkwijze. Het tweede lid regelt de verplichting van Opdrachtnemer om opvolging te geven aan de uitkomst van de audit en gebreken te herstellen.
Titel 6
Contractbeheer
Artikel 25
Organisatie en Contactpersonen
Het eerste lid geeft de mogelijkheid om een taken- en bevoegdhedenmatrix te gebruiken, die kan worden opgenomen als Bijlage 9. Het gaat hier met name om de uitoefening van de contractuele bevoegdheden, die op deze wijze kan worden vastgelegd als onderdeel van de Overeenkomst. Voor de Staatscontracten zal deze matrix in ieder geval worden gebruikt om bepaalde contractuele bevoegdheden of acties toe te delen aan hetzij de individuele Deelnemers, hetzij de Opdrachtgever, vertegenwoordigd door SBO ICM. Het is verstandig om dat in de genoemde matrix vast te leggen en niet in de DAP, omdat de matrix als Bijlage 9 onderdeel is van de Overeenkomst. Het tweede lid bepaalt dat de Opdrachtgever c.q. de individuele Deelnemers tijdens de Migratie ieder gezamenlijk met Opdrachtnemer een Dossier Afspraken Procedures (DAP) zullen opstellen. Het is niet de bedoeling dat via het DAP de Overeenkomst herschreven wordt. Daarom is in het tweede lid opgenomen dat bepalingen in het DAP die inbreuk maken op de Overeenkomst nietig zijn. Het derde lid bepaalt dat in het DAP de Contactpersonen en hun plaatsvervangers en hun bevoegdheden worden opgenomen. Zie ook bij artikel 44.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 19 van 29
Artikel 26
Rapportage
De voorschriften waaraan de rapportages moeten voldoen zijn opgenomen in Bijlage 10. Opdrachtnemer moet kunnen rapporteren vanaf de Startdatum Levering. Dat is immers de datum dat ook de dienstverlening van start gaat en alle voorwaarden en bepalingen van de Overeenkomst daarop van toepassing zijn. Het derde lid regelt de nulrapportage voor het geval er over een bepaald rapportage-item geen afname is geweest. Op grond van het vierde lid is Opdrachtnemer verplicht om ook op verzoek van Opdrachtgever c.q. een Deelnemer over andere rapportage-items te rapporteren dan de rapportage-items die zijn genoemd in Bijlage 10. Dit wordt dan ondergebracht in een Speciale Dienst, waarvoor Opdrachtnemer een prijs kan offreren. Opdrachtnemer is echter wel verplicht om hieraan mee te werken.
Artikel 27
Overleg
Het eerste lid geeft een minimale frequentie voor overleg tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer over de (uitvoering van) de Overeenkomst. Het tweede lid regelt overleg tussen Opdrachtnemer en de individuele Deelnemers. Dit is alleen aan de orde, indien er binnen één Overeenkomst meerdere Deelnemers zijn, zoals bij de Staatscontracten. De vorm en de frequentie van deze overleggen is vrij en wordt bepaald door de behoefte van de betrokken partijen. Bijlage 2 (3.1.2.4 en 3.1.2.5) geeft een minimum invulling van het overleg op strategisch en tactisch niveau, dat met de Opdrachtnemer wordt gevoerd door de door de Deelnemers aangewezen strategische beheerorganisatie respectievelijk system integrator. De feitelijke invulling van de overleggen wordt vastgelegd in het DAP Het derde lid regelt de instelling van accountteams door Opdrachtnemer, die beschikbaar zijn voor de in dit artikel genoemde overleggen (zie ook Bijlage 2: 3.1.2.1). Uiteraard is de deelname van de daarbij genoemde functionarissen naar bevind van zaken. De accountteams gelden tevens als eerste escalatieniveau van een mogelijke escalatie zoals bedoeld in artikel 34. Het vierde lid regelt de instelling door Opdrachtnemer van een tweede en een derde escalatieniveau (zie ook Bijlage 2: 3.1.2.2 en 3.1.2.3). Het gaat om personen, die met naam en toenaam worden genoemd in het DAP, en niet om functies. Het eerste escalatieniveau betreft het reguliere accountteam, maar vanaf het tweede escalatieniveau moet de betreffende persoon extra mensen en middelen kunnen toewijzen. In veel gevallen is alleen praten immers
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 20 van 29
niet genoeg om de geconstateerde problemen op te lossen. Het derde escalatieniveau betreft de persoon, die eindverantwoordelijk is voor de totale dienstverlening in Nederland. Deze is dus per definitie bevoegd om extra mensen en middelen toe te wijzen aan de oplossing van de geconstateerde problemen. Zie verder bij artikel 34.
Titel 7
Intellectuele eigendomsrechten
Artikel 28
Intellectuele eigendomsrechten
Dit artikel is niet zozeer bedoeld om Opdrachtgever de mogelijkheid te geven zoveel mogelijk intellectuele eigendomsrechten te claimen, maar om problemen te voorkomen in die zin dat andere partijen claims tegen de Opdrachtgever zouden kunnen indienen voor het gebruik van intellectuele eigendommen als gevolg van de uitvoering van de Overeenkomst. Het eerste lid geeft de hoofdregel dat Opdrachtnemer (voor de duur van de Overeenkomst) een gebruiksrecht verleent aan Opdrachtgever, dat tevens overdraagbaar is aan de Deelnemers. Indien het intellectuele eigendomsrecht bij een derde berust moet Opdrachtnemer ervoor zorgen dat deze derde het gebruiksrecht aan Opdrachtgever c.q. de Deelnemers verleent. Het gebruiksrecht is niet-exclusief, zodat Opdrachtnemer het gebruiksrecht ook aan derden mag verlenen. Een exclusief gebruiksrecht zou een prijsverhogend effect kunnen hebben gehad op de financiële aanbieding als onderdeel van de Inschrijving van Opdrachtnemer. Het tweede lid regelt de situatie dat er intellectuele eigendomsrechten ontstaan, omdat Opdrachtnemer Producten of Diensten specifiek voor Opdrachtgever heeft ontworpen of vervaardigd. In dat geval verkrijgt de Opdrachtgever een eeuwigdurend gebruiksrecht, dat uiteraard ook overdraagbaar moet zijn aan de Deelnemers. De Opdrachtgever heeft immers door middel van de Overeenkomst voor de ontwikkeling van het Product of Dienst betaald. Ook hier is het gebruiksrecht niet-exclusief om een mogelijk prijsverhogend effect te voorkomen. Het derde lid sluit uit dat het hebben van een Overeenkomst met Opdrachtnemer de intellectuele eigendomsrechten van Opdrachtgever kan aantasten en het vierde lid sluit uit dat een dispuut tussen Partijen over de intellectuele eigendom van Producten of Diensten het gebruik daarvan conform de Overeenkomst kan belemmeren. Het vijfde lid verplicht Opdrachtnemer kort gezegd om Opdrachtgever ‘uit de wind’ te houden en te beschermen tegen claims van derden met betrekking tot een mogelijke inbreuk op
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 21 van 29
intellectuele eigendomsrechten door het gebruik van Producten en Diensten op grond van de Overeenkomst. Mocht het desondanks tot claims van derden komen met betrekking tot de schending van intellectuele eigendomsrechten, dan is dat een grond voor de Opdrachtgever om de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te beëindigen.
Titel 8
Geheimhouding en (informatie)beveiliging
Artikel 29
Vertrouwelijkheid / publicaties of reclameuitingen
Het eerste lid geeft de hoofdregel, dat informatie met betrekking tot de uitvoering van de Overeenkomst in beginsel vertrouwelijk is, tenzij de betreffende informatie al openbaar gemaakt is. Het tweede lid regelt dat Opdrachtnemer voor het in publicaties of reclame-uitingen verwijzen naar het programma OT2010 toestemming nodig heeft van de Opdrachtgever. Het zal van de context van de betreffende publicatie of reclame-uiting afhangen aan welke Opdrachtgever toestemming moet worden gevraagd: de Opdrachtgever van een Centrale of van een Decentrale Overeenkomst. Het voorgaande geldt eveneens voor het gebruik van de naam van een Opdrachtgever of deelnemer als referentie.
Artikel 30
Personeel en Beveiliging
De Opdrachtnemer en de door deze in te zetten medewerkers dienen de bij de Opdrachtgever geldende beveiligingsprocedures en huisregels in acht te nemen. De Opdrachtgever dient de Opdrachtnemer daar tijdig over te informeren. Tijdig betekent dat Opdrachtnemer een redelijke tijd moet krijgen om z’n medewerkers te informeren en om de werkzaamheden aan te passen aan de betreffende regels. Het tweede lid regelt de verklaring omtrent het gedrag van de door Opdrachtnemer in te zetten medewerkers. Op grond van het derde lid mag de Opdrachtgever de in te zetten medewerkers van Opdrachtnemer aan een veiligheidsonderzoek onderwerpen overeenkomstig de bij de Opdrachtgever gebruikelijke regels. De gebruikelijke regels kunnen van Deelnemer tot Deelnemer verschillen. De Opdrachtgever c.q. een Deelnemer mag dus niet ad hoc andere veiligheidsonderzoeken bedenken voor de door Opdrachtnemer in te zetten medewerkers dan bij de betreffende Opdrachtgever c.q. Deelnemer gebruikelijk is. Indien een onderzoek leidt tot de diskwalificatie van een door Opdrachtnemer in te zetten medewerker, is dat geen reden voor Opdrachtnemer om niet gewoon de Overeenkomst te blijven nakomen. Volgens het vierde lid moet
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 22 van 29
het veiligheidsonderzoek wel zodanig worden ingericht dat Opdrachtnemer zijn werk kan blijven doen. Het vijfde lid bepaalt dat Opdrachtgever de Opdrachtnemer kan vragen om maatregelen te nemen om gevoelige informatie te beveiligen die bij de uitvoering van de Overeenkomst binnen de organisatie van de Opdrachtnemer beschikbaar komt. Het doel is om te voorkomen dat gevoelige informatie ‘op straat komt’. Indien de gevraagde maatregelen verder gaan dan de normale zorgvuldigheid c.q. veiligheidsmaatregelen die de Opdrachtnemer in acht dient te nemen, kan Opdrachtnemer dit als Speciale Dienst in rekening brengen bij Opdrachtgever.
Artikel 31
Gebruik persoonsgegevens Eindgebruiker
Opdrachtnemer zal niet meer persoonsgegevens van Eindgebruikers verwerken en deze ook niet langer vasthouden dan voor een strikte uitvoering van de dienstverlening nodig is (lid 1). Een tweede beperking is dat persoonsgegevens uitsluitend gebruikt mogen worden voor facturatie en verkeersbeheer (lid 2). Commerciële activiteiten richting de Eindgebruikers, waarbij een relatie wordt gelegd met OT2010 is uit den boze. (lid 3). Uiteraard dient Opdrachtnemer de wettelijke verplichtingen met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens na te leven (lid 4) en artikel 31 heeft altijd een hogere rangorde dan eventuele reguliere voorwaarden van Opdrachtnemer, ook met betrekking tot Producten of Diensten, die de Deelnemer uit een reguliere producten- en dienstencatalogus van Opdrachtnemer heeft besteld (lid 5).
Titel 9
Tekortkoming, Aansprakelijkheid en Beëindiging
Artikel 32
Tekortkoming Opdrachtgever
Indien Opdrachtnemer een tekortkoming van Opdrachtgever constateert in de nakoming van de Overeenkomst dient Opdrachtnemer dit schriftelijk mede te delen aan Opdrachtgever. Voor zover nodig stelt Opdrachtnemer daarbij een redelijke termijn om alsnog na te komen. Het stellen van een redelijke termijn hoeft uiteraard niet meer, indien nakoming reeds blijvend onmogelijk is of uit een uitlating van Opdrachtgever zou kunnen worden opgemaakt dat Opdrachtgever niet van plan is om na te komen. Dit zijn gebruikelijke bepalingen, die zijn geënt op het Burgerlijk Wetboek in het kader van een ingebrekestelling. Hetzelfde geldt voor de bepalingen van artikel 33, die hiervan het spiegelbeeld vormen. Deze zijn wat uitgebreider, omdat de dienstverlening door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever het hoofddoel van de Overeenkomst is.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 23 van 29
Artikel 33
Tekortkoming Opdrachtnemer
Het eerste en het tweede lid zijn de gebruikelijke bepalingen voor een ingebrekestelling op grond van het Burgerlijk Wetboek. Het derde lid regelt het bijzondere geval dat de tekortkoming een SLA Parameter betreft. De Opdrachtgever c.q. de Deelnemer jegens wie de Opdrachtnemer een verplichting had moeten nakomen heeft de keuze om voor de tekortkoming de toepasselijke Service Credit (EUD: sanctie) al of niet in rekening te brengen. Het vierde lid geeft de juridische kwalificatie aan een tekortkoming waarmee Opdrachtnemer een kritieke grens overschrijdt met betrekking tot de SLA Parameters. Het overtreden van een kritieke grens vormt per definitie een ‘tekortkoming van wezenlijke betekenis’. Een ‘tekortkoming van wezenlijke betekenis’ is een term uit het Burgerlijk Wetboek, waarbij de Partij jegens wie had moeten worden nagekomen het recht heeft de Overeenkomst te ontbinden. In artikel 38 lid 2 wordt dit nog eens herhaald in de Overeenkomst. Dit betekent niet dat automatisch wordt ontbonden, maar dat de Opdrachtgever het recht heeft om de Overeenkomst te ontbinden. Met de kwalificatie ‘tekortkoming van wezenlijke betekenis’ wordt dus vastgelegd dat het overschrijden van een kritieke grens voor de Opdrachtgever een ernstige gebeurtenis is, waar Opdrachtgever gevolgen aan kan verbinden.
Artikel 34
Escalatie terzake een tekortkoming van wezenlijke betekenis.
Bij een tekortkoming van wezenlijke betekenis is de eerste stap overleg tussen Partijen met als doel om de nakoming van de Overeenkomst zeker te stellen. Uitgangspunt is immers dat de Overeenkomst moet worden nagekomen. Dit is het eerste escalatieniveau dat is bedoeld in artikel 27 lid 3. Artikel 34 is in neutrale bewoordingen gesteld, omdat de tekortkoming uiteraard beide Partijen kan betreffen. Het tweede lid bepaalt dat de tekortkomende Partij de nodige mensen en middelen ter beschikking moet stellen om de tekortkoming te verhelpen. De tekortkomende Partij dient te rapporteren over de voortgang, zodat de andere Partij kan vaststellen of het probleem serieus wordt aangepakt. Het derde lid bepaalt dat indien het probleem naar het oordeel van één der Partijen niet effectief lijkt te worden aangepakt, deze het overleg naar het volgende (tweede) escalatieniveau kan brengen, zoals bedoeld in artikel 27 lid 4, en zonodig naar het derde escalatieniveau indien het tweede ook niet blijkt te werken. Beide Partijen kunnen besluiten om een niveau op te schalen, dus ook de tekortkomende Partij, indien de tekortkomende Partij de indruk heeft
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 24 van 29
dat het probleem op het betreffende niveau niet goed wordt behandeld. Partijen moeten binnen 5 werkdagen de betreffende functionarissen ter beschikking stellen. Het vierde lid regelt tot slot de ‘step-in rights’, hetgeen inhoudt dat de tekortkomende Partij een overleg van haar managementteam belegt, waarin de problematiek besproken wordt en de andere Partij daarbij uitnodigt. Het betreffende overleg moet het managementteam betreffen van het escalatieniveau waarop Partijen op dat moment zijn aangeland.
Artikel 35
Aansprakelijkheid
Het eerste lid bepaalt hetgeen de Opdrachtnemer ook al diende te verklaren in zijn Inschrijving in geval Opdrachtnemer heeft ingeschreven in de vorm van een combinatie. Het tweede lid bepaalt dat er alleen sprake is van een plicht tot schadevergoeding, indien de tekortkomende Partij toerekenbaar is tekortgeschoten. Er is dus in beginsel geen sprake van resultaatsverbintenissen op grond van de Overeenkomst. Indien er sprake is van overmacht, hoeft de tekortschietende Partij geen schadevergoeding te betalen. Hetzelfde geldt overigens voor de Service Credits (EUD: sancties). Ook deze worden alleen opgelegd, indien er sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de Opdrachtnemer. Het derde lid zorgt voor een verdere beperking van de plicht tot schadevergoeding tot indirecte schade en het vierde lid topt dit af tot een maximum per gebeurtenis en per jaar, maar het vijfde lid maakt daar weer een aantal uitzonderingen op ingeval van dood of letsel, opzet of grove schuld en schending van intellectuele eigendomsrechten.
Artikel 36
Service Credits
Het Service Credit regime is uitgebreid beschreven in Bijlage 11. Artikel 36 is alleen bedoeld om de werking daarvan en de rechten en verplichtingen die daaruit voortvloeien ook duidelijk ín de tekst van de Overeenkomst vast te leggen, omdat deze de hoogste rangorde heeft. Een Service Credit kan pas worden verbeurd, nadat het Service Credit regime in werking is getreden, omdat Opdrachtnemer een ‘kritieke grens’ heeft overschreden zoals aangegeven in de SLA Parameters (Bijlage 11). Het Service Credit regime eindigt weer, nadat Opdrachtnemer op de betreffende SLA Parameter 3 maanden lang niet meer is tekortgeschoten, tenzij Opdrachtnemer in de tussentijd op een andere parameter de ‘kritieke grens’ heeft overschreden. EUD kent wel een ‘kritieke grens’, maar geen ‘Service
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 25 van 29
Credit regime’. Zodra bij EUD de SLA Parameter niet wordt gehaald kan de toepasselijke sanctie aan Opdrachtnemer worden opgelegd, ook indien er nog geen ‘kritieke grens’ is overschreden. Bij EUD heeft de ‘kritieke grens’ alleen een betekenis om vast te stellen dat er sprake is van een ‘tekortkoming van wezenlijke betekenis’ . Van belang is dat zoals in het eerste lid wordt aangegeven een Service Credit (EUD: sanctie) alleen kan worden verbeurd, indien Opdrachtnemer toerekenbaar is tekortgeschoten. Anderzijds doet de betaling van een Service Credit (EUD: sanctie) ook geen afbreuk aan enig ander recht van Opdrachtgever c.q. een Deelnemer jegens Opdrachtnemer. Dat betekent dat Opdrachtgever nog steeds schadevergoeding kan eisen en/of alsnog volledige nakoming van de prestaties waarop de Opdrachtnemer is tekortgeschoten. Mocht er eenmaal een door Opdrachtnemer te betalen schadevergoeding zijn vastgesteld als gevolg van een tekortkoming van Opdrachtnemer op een SLA Parameter dan kunnen reeds door Opdrachtnemer betaalde Service Credits in mindering worden gebracht op de te betalen schadevergoeding (lid 5, niet van toepassing EUD).
Artikel 37
Overmacht
Zoals ook is op te maken uit artikel 35 lid 2 en artikel 36 lid 1 is er bij de verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst geen sprake van resultaatverplichtingen. Ingeval van overmacht wordt er geen schadevergoeding betaald. Het tweede lid sluit wel een aantal gebeurtenissen uit als overmacht, omdat het anders al te gemakkelijk zou worden voor Opdrachtnemer om niet na te komen zonder dat dat consequenties zou hebben. Het derde lid benoemt een bijzonder geval dat samenhangt met het karakter van de Opdrachtgevers c.q. Deelnemers als onderdeel van de overheid. Ingeval van politieke besluitvorming of wijziging van wet- en regelgeving, die tot gevolg heeft dat ongewijzigde nakoming van de Overeenkomst door de Opdrachtgever c.q. de Deelnemers (maar ook door Opdrachtnemer) niet meer mogelijk is, is er sprake van overmacht. Daarbij kan worden gedacht aan de opheffing of wijziging van de taken of van de organisatie van een overheidsorganisatie, zodat deze niet meer kan afnemen onder de Overeenkomst. Het vierde lid bepaalt daarbij allereerst dat de tekortschietende Partij dit direct moet mededelen aan de Opdracbtnemer. Vervolgens treden Partijen in overleg om een oplossing te zoeken die zoveel mogelijk recht doet aan de oorspronkelijke opzet en doelstellingen van de Overeenkomst. Het is dus geen vrijbrief om zonder pardon de gehele Overeenkomst op te zeggen. Het uitgangspunt blijft dat de Overeenkomst zoveel als mogelijk moet worden nagekomen. Op dit overleg is tevens het escalatieregime van artikel 34 van toepassing.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 26 van 29
Artikel 38
Ontbinding
Uit het eerste en tweede lid blijkt dat bij een tekortkoming van wezenlijke betekenis mag worden ontbonden. Voor een ontbinding is niet nodig dat er toerekenbaar is tekortgeschoten. Dus ook in een overmacht situatie mag er worden ontbonden; er hoeft dan alleen geen schadevergoeding of Service Credit (EUD: sanctie) te worden betaald. Het derde lid bepaalt dat er eerst voor zover nodig een redelijke termijn tot nakoming moet worden geboden. Dit vloeit voort uit het verbintenissenrecht uit het Burgerlijk Wetboek. Een andere beperking aan het ontbindingsrecht is dat eerst alle escalatieniveaus van artikel 34 moeten worden doorlopen om een oplossing te vinden. Alleen indien ook de escalatie op alle niveaus heeft gefaald mag er uiteindelijk worden ontbonden. Het zesde lid geeft de gebruikelijk situaties waarin een onmiddellijke ontbinding van de Overeenkomst wel is toegestaan, omdat in deze situaties er van mag worden uitgegaan dat de tekortschietende Partij toch niet meer in staat is om de Overeenkomst na te komen.
Titel 10
Overige bepalingen
Artikel 39
Overdracht van rechten en verplichtingen
Opdrachtnemer kan niet zomaar de Overeenkomst overdragen aan een derde. Daarvoor is toestemming van de Opdrachtgever vereist. Dat is ook logisch, want de Opdrachtnemer is op basis van zijn kwaliteiten en zijn Inschrijving geselecteerd bij de Aanbesteding en kan de opdracht niet zomaar aan een ander overdragen. Ook de kosten die dat met zich mee zou brengen zijn voor rekening van Opdrachtnemer. Het derde lid bepaalt dat onderaanneming moet worden vermeld en dat de hoofdaannemer altijd verantwoordelijk blijft voor de nakoming van de Overeenkomst.
Artikel 40
Verzekering
Opdrachtnemer dient zich te verzekeren overeenkomstig de maximum bedragen waarvoor hij aansprakelijk kan worden gesteld.
Artikel 41
Vervaltermijnen
Dit is een standaardbepaling om te voorkomen dat een Partij onbedoeld het recht zou verliezen om nakoming van de Overeenkomst te verlangen. Uitgangspunt is hier wederom dat de Overeenkomst moet worden nagekomen.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 27 van 29
Artikel 42
Geschillen, toepasselijk recht en domiciliekeuze.
Dit artikel bepaalt dat Nederlands recht van toepassing is en de rechter in Den Haag bevoegd om over geschillen te oordelen. Dat is een logische keuze gelet op het grote aandeel van de Rijksoverheid in de Overeenkomst. Belangrijk is dat eerst alle escalatieniveaus van artikel 27 (c.q. 34) moeten worden doorlopen, voordat een geschil aan de rechter kan worden voorgelegd.
Artikel 43
Overname personeel, omkoping en belangenverstrengeling
Het eerste lid bepaalt dat Partijen niet zonder toestemming van de andere Partij elkaars medewerkers mogen overnemen tijdens de Overeenkomst en tot één jaar na beëindiging daarvan. Het tweede lid ziet op omkoping. Omkoping is een grond voor ontbinding van de Overeenkomst. Het derde lid heeft als doel om situaties te voorkomen dat medewerkers aan de zijde van Opdrachtgever c.q. een Deelnemer mogelijk niet neutraal zijn geweest tijdens de Aanbesteding, vanwege (financiële) banden met Opdrachtnemer. Eventuele (financiële) banden dienen vóór het sluiten van de Overeenkomst (en voor zover van toepassing ook vóór de start van de Aanbesteding) te zijn gemeld. Indien dat niet is gebeurd is dat een grond voor ontbinding van de Overeenkomst. Het vierde lid ziet op de situatie dat medewerkers van Opdrachtgever worden overgenomen, die voorafgaand aan de Overeenkomst in dienst van Opdrachtgever waren. Hiermee wordt uitgesloten, dat de betreffende medewerker een baan bij Opdrachtnemer wordt aangeboden als beloning voor het ondersteunen van Opdrachtnemer bij het verkrijgen van de opdracht. Het vijfde lid, tot slot, bevat een boeteclausule voor overtredingen van het eerste en het vierde lid.
Artikel 44
Bindende mededelingen
Alleen schriftelijke mededelingen (met inbegrip van email) kunnen Partijen binden. Tevens moet de afzender (en uiteraard ook de ontvanger) benoemd zijn in het DAP. De in het DAP benoemde bevoegdheden van een contactpersoon, dienen ingeval van mededelingen met verstrekkende juridische of financiële gevolgen wel door een correcte procuratie of volmacht te zijn onderbouwd, omdat het DAP geen onderdeel is van de Overeenkomst. Uiteraard kan ook het DAP zelf als volmacht worden aangemerkt, indien het is ondertekend door een persoon, die bevoegd is om volmachten te verstrekken.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 28 van 29
Artikel 45
Wijziging Overeenkomst
Contractwijzigingen kunnen bestaan uit Tarief- en Prijswijzigingen (zie Titel 3), Dienstverleningsverbetering (artikel 8), Speciale Diensten (artikel 7) en (tekstuele) wijzigingen van de Overeenkomst, de Bijlagen of eerdere contractwijzigingen. De aanbestedingsdocumenten kunnen, voor zover ze niet in een Bijlage zijn opgenomen, niet worden gewijzigd. Een contractwijziging moet schriftelijk worden vastgelegd, door beide Partijen ondertekend en opgenomen in het wijzigingenregister, dit laatste met uitzondering van een contractwijziging in de vorm van een Speciale Dienst, die wordt opgenomen in het Speciale Diensten register (artikel 7 lid 7). Het wijzigingenregister wordt bijgehouden door Opdrachtgever, die daarvan een kopie verstrekt aan Opdrachtnemer. Daarmee zijn de wijzigingen goed traceerbaar. De Overeenkomst kent verder geen vormvoorschriften of specifieke formats voor contractwijzigingen. De vorm is in feite vrij, zolang de wijziging maar schriftelijk is vastgelegd en door beide Partijen is ondertekend (in overeenstemming met de (correcte) bevoegdheden genoemd in het DAP). Vervolgens wordt de wijziging opgenomen in het ‘wijzigingenregister’ (of het Speciale Dienstenregister, indien het een Speciale Dienst betreft). Deze vrije vorm betekent dat gemaakte afspraken en gezamenlijk vastgestelde stukken niet nog eens hoeven te worden omgezet in een ‘contractwijziging’ om ze onderdeel van de Overeenkomst te maken. Het derde lid verwijst wel naar de procedures in de Bijlagen van de Overeenkomst, die – indien van toepassing - uiteraard wel moeten worden toegepast. Dit betreft bijvoorbeeld de procedures op het gebied van marktconformiteit of dienstverleningsverbetering.
Artikel 46
Extranet
Dit artikel geeft aan dat Opdrachtnemer een extranet zal inrichten en toegankelijk zal maken voor de Deelnemers. Verder wordt verwezen naar Bijlage 12 van de Overeenkomst. Hoewel belangrijk voor het functioneren van de Overeenkomst, is het extranet niet een onderdeel dat gedetailleerd in de Overeenkomst moet worden vastgelegd. De vorm en inhoud zullen continu worden aangepast aan de meest actuele behoefte.
Artikel 47
Beëindiging
Belangrijkste punt van dit artikel is de medewerking van Opdrachtnemer aan de overdracht naar een opvolgende Aanbieder en in het kader daarvan het verstrekken van documenten, gegevens en informatie.
Toelichting Overeenkomst OT2010
Pagina 29 van 29