D R I E M A A N D E L I J K S
I N F O R M AT I E B L A D
V O O R
W E L Z I J N
E N
M I L I E U
I N
D E
B O U W S E C T O R
Numéro Erkenningnummer d’agréation : :PP404005 404006--Bureau Afgiftekantoor de dépôt : Namen : Namur- -Waarde: Valeur: € 2,80 2,50
Nr 45 - 4e trimester 2007
Overgangsperiode voor de opleiding van Niveau II
Het woord van de voorzitter
Zoals we u al aankondigden in het vorige nummer van NAVB info, ondergaat de opleiding van niveau II binnenkort een facelift door de verschijning in het Belgisch Staatsblad, op 11 juli laatstleden, van het KB van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Dit koninklijk besluit heft het KB van 10 augustus 1978 over de vorming van preventieadviseurs op en voert een volledig nieuwe regeling terzake in. Onze teams van de afdelingen “Opleidingen” en “Onderzoek en Ontwikkeling” hebben alles in het werk gesteld om u vanaf de volgende sessie een opleiding aan te bieden die beantwoordt aan de bepalingen van dit nieuwe KB. Toelatingsvoorwaarden De vereisten m.b.t. de toelatingsvoorwaarden uit het KB van 17 mei 2007 zijn strenger geworden. Zo kunnen voortaan enkel nog kandidaten die beschikken over een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs zich inschrijven voor een opleiding van niveau II. Er is echter een overgangsperiode voorzien waarin alle opleidingscentra, waaronder het NAVB, mogen blijven werken volgens de oude toelatingsvoorwaarden. Dat wil zeggen dat de kandidaat ofwel in het bezit moet zijn van het hierboven vernoemde getuigschrift van hoger secundair onderwijs, ofwel een nuttige beroepservaring van 3 jaar m.b.t. welzijn moet kunnen bewijzen. De overgangsperiode duurt tot de huidige erkenning van de cursus afloopt.
Twee modules Zoals onder invloed van Europa voor veel opleidingen het geval is, zal de aanvullende vorming voor preventieadviseurs voortaan uit twee modules bestaan. De eerste module is de multidisciplinaire basisvorming van minstens 120 uur, die wordt afgesloten met een kennistest. Daarna volgt een specialisatiemodule van het eerste niveau van ten
minste 280 uur of een specialisatiemodule van het tweede niveau van minstens 90 uur. De vorming wordt afgesloten met een grondige evaluatie : de kennis van de cursist wordt getest en hij moet een eindwerk opstellen en verdedigen om aan te tonen dat hij de opgedane kennis en vaardigheden kan toepassen in de praktijk. Aangezien de specialisatiemodule van het eerste niveau op universitair niveau moet worden georganiseerd, biedt het NAVB enkel de specialisatiemodule van het tweede niveau aan. Concreet zal de opleiding van het NAVB er tijdens de overgangsperiode als volgt uitzien : de basismodule wordt net als in het verleden aangevuld met tussentijdse kennistesten - die evenwel niet meetellen - en de specialisatiemodule van niveau II sluit daar onmiddellijk op aan. Op die manier is de opleiding al modulair, maar wordt ze nog binnen het jaar afgewerkt. Het eerste deel zal alle theoretische basisbegrippen bevatten die een preventieadviseur moet kennen, terwijl in het tweede deel - de specialisatiemodule - de kandidaten geconfronteerd worden met concrete gevallen, toepassingen, strategische keuzes die ze moeten maken op basis van de opgedane kennis. Op die manier worden ze zo goed mogelijk voorbereid op de uitvoering van hun toekomstig beroep.
Versmelting van theorie en praktijk De ene module is meer gericht op de aspecten die een preventieadviseur moet beheersen en de andere op de te volgen strategieën, rekening houdend met de situatie waarin hij zich bevindt, maar al tijdens de opleiding krijgt de kandidaat-preventieadviseur de gelegenheid om in de oefeningen in module twee de theorie te toetsen aan de praktijk en om alle partners te ontmoeten met wie hij beroepsmatig zal moeten samenwerken. Deze ‘partners’ zijn de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, de verzekeringsmaatschappijen, de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, de externe diensten voor technische controles, vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg… Die ontmoetingen zullen plaatsvinden tijdens debatten en rondetafelgesprekken, maar ook tijdens bezoeken en praktische oefeningen.
vervolg pagina 2
Het tweede jaar op rij waarin het NAVB doelgroepgerichte campagnes voert, nadert stilaan zijn einde. In februari 2008, tijdens Batibouw, zullen we de balans opmaken van de campagne voor de dakdekkers. Daarbij zullen we zowel de preventieve campagnegolf als de handhavingsgolf onder de loep nemen. Ondertussen ging een preventieve campagne van start voor een tweede doelgroep, de wegenwerkers. Er is op dat vlak opnieuw een ruime samenwerking tot stand gekomen en er werden al heel wat acties gevoerd om ook bij deze doelgroep de veiligheid op een hoger peil te brengen. Maar om de acties nog beter voelbaar te maken, werd beslist om deze campagnegolf te laten doorlopen tot aan het bouwverlof van 2008. Daarna volgt een handhavingsgolf, die opnieuw exclusief gevoerd zal worden door de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de FOD WASO. In september 2008 komt er een derde doelgroepgerichte campagne, gefocust op de afwerkingsberoepen. Dat is een zeer uitgebreide doelgroep, die niet altijd eenvoudig te bereiken is. Om dit te verhelpen, zal de campagne zich ook richten tot de algemene aannemers, aangezien de afwerkingsbedrijven vaak in onderaanneming voor hen werken. Er zal een globale balans van deze campagnes opgemaakt worden tijdens het internationaal symposium over arbeidsveiligheid en –gezondheid in de bouw, dat plaatsvindt van 22 tot 25 november 2009 in Brussel. Hopelijk hebben we dan onze doelstelling bereikt om het veiligste bouwland ter wereld te worden. Voor het zover is, is er nog werk aan de winkel. En daarbij rekenen we ook op u! Wat ook uw rol is in de wereld van bouwen en verbouwen, u kan zeker uw steentje bijdragen om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in de bouw op een hoger niveau te tillen. We wensen u hierbij veel succes en een veilig en gezond 2008!
Joos LOUAGE Voorzitter
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
In memoriam Werken met derden : wijziging De directie en het personeel van het NAVB b ie de n de echtgenote en de familie van de heer André Vandenbroucke hun oprechte deelneming aan. André was een van de mede-oprichters van het NAVB en vervulde twee erg gewaardeerde mandaten als voorzitter (1978-1979, 1982-1983).
van de Welzijnswet
Door recente wijzigingen in de Welzijnswet is de reglementering over werken op eenzelfde arbeidsplaats en werken met derden (contractorveiligheid) aangepast. In de nieuwe regels worden de verplichtingen en verantwoordelijkheden van alle actoren en de doelstellingen die ze moeten beogen, duidelijker omschreven. De wet van 03.06.07 houdende diverse arbeidsbepalingen (B.S. 23.07.07) heeft de Welzijnswet van 04.08.96, voluit de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gewijzigd. Hoofdstuk III en hoofdstuk IV, afdeling 1 worden vervangen door nieuwe artikels.
Hoofdstuk III – Bijzondere bepalingen betreffende tewerkstelling op eenzelfde arbeidsplaats of op aanpalende of naburige arbeidsplaatsen Vroeger was hoofdstuk III van toepassing op verschillende ondernemingen of
vervolg pagina 2
Opleidingsagenda pagina 4
2 3 3 4
Nieuwe campagne rugpijn FBZ Toelage Ervaringsfonds Posttraumatische begeleiding Wijziging arbeidsongevallensteekkaart
navbinfo vervolg van pagina 1
Overgangsperiode voor de opleiding van Niveau II
Net als de voorbije jaren zal de kandidaat gevraagd worden om stage te doen bij een preventieadviseur, zodat hij de boeiende taak die hem wacht goed kan inschatten. Uit dat oogpunt vraagt het NAVB om een eindwerk op te stellen dat werkelijk gericht is op de praktijk en meer bepaald op een onderwerp dat onmiddellijk praktisch nut heeft.
de constructieve opmerkingen van vroegere kandidaten. Zonder onze bouwroots te verloochenen, hebben we het technische gedeelte van onze opleiding van niveau III herwerkt door er wat meer afwisseling in te stoppen, zodat ze beter aansluit bij de verschillende sectoren die op zoek zijn naar een opleiding voor preventieadviseurs van niveau III.
Basisniveau
Bijscholing
In ondernemingen van klasse C is de werkgever verplicht om een preventieadviseur aan te stellen die beschikt over de nodige basiskennis van de wetgeving inzake welzijn. Het koninklijk besluit van 17 mei 2007 voorziet dat de preventieadviseurs die een basiscursus hebben gevolgd van 40 uur bij een instelling die voorkomt op een lijst die bekendgemaakt wordt door de Minister van Werk, worden geacht te voldoen aan de vereiste van basiskennis. Het NAVB heeft het basisniveau - doorgaans “de niveau III” genoemd - enigszins bijgewerkt, zodat de basiscursus beantwoordt aan de eisen van het KB. Ook werd er rekening gehouden met
Het NAVB biedt vanaf 2008 overigens studienamiddagen aan om de preventieadviseurs op de hoogte te houden van de laatste wijzigingen in de reglementering en van nieuwe technologieën om het welzijn in hun ondernemingen verder te verbeteren. Het NAVB heeft zoals steeds alles in het werk gesteld om zo snel mogelijk opleidingen aan te bieden die in overeenstemming zijn met de jongste wettelijke bepalingen en om zo de best mogelijke service te bieden aan werknemers en werkgevers uit de bouw en aan alle andere partners die van ver of van nabij met welzijn te maken hebben.
Het Fonds voor de beroepsziekten lanceert een nieuwe campagne om mensen met rugpijn te helpen Het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ) geeft het startschot om via een campagne en een actieplan iets te ondernemen tegen de groeiende problematiek van mensen met lage rugpijn. Onder bepaalde voorwaarden kunnen alle loontrekkenden met rugproblemen quasi kosteloos een revalidatieprogramma volgen in een erkend revalidatiecentrum.
Negentig procent van de algemene bevolking heeft vroeg of laat in zijn leven te maken met een acuut rugprobleem. Maar in sommige beroepssectoren, zoals de verzorging (ziekenhuizen, rusthuizen), de bouw, de metaalnijverheid enz. kan dit evolueren naar chronische rugpijn. Een min of meer grote groep mensen - afhankelijk van de beroepscategorie - blijft jaarlijks wel eens een tijdje thuis omdat zijn rug het te zwaar te verduren heeft. De federale overheid wil hier iets aan doen. Via een campagne wil ze de komende maanden ruchtbaarheid geven aan een nieuw project waarbij alle loontrekkenden - onder bepaalde voorwaarden - quasi kosteloos een revalidatieprogramma kunnen volgen. Het gaat hier wel om mensen die al enige tijd arbeidsongeschikt zijn én rugbelastend werk uitvoeren, zoals het tillen van zware lasten, of blootgesteld worden aan mechanische trillingen. Het succes van deze actie is al gebleken tijdens een pilootproject vorig jaar, waarbij een 100-tal mensen uit de verzorgingssector het programma konden volgen. De resultaten waren gewoonweg verbluffend. De deelnemers waren erg lovend over het programma en de geboekte resultaten. Meer informatie over deze campagne kunt u bekomen bij het Fonds voor de beroepsziekten of op hun website : www.fmp-fbz. fgov.be > Rugpreventie
2
Werken met derden : wijziging van de Welzijnswet instellingen die bedrijvig zijn op eenzelfde arbeidsplaats waar werknemers werken. Voorbeelden zijn shoppingcomplexen, bedrijvencentra, maar ook kantoren gebruikt door werknemers van verschillende werkgevers. Het ging dus om verschillende juridische entiteiten in eenzelfde gebouw. De bepalingen van hoofdstuk III worden nu evenwel uitgebreid tot de aanpalende of naburige arbeidsplaatsen. Het moet wel gaan om arbeidsplaatsen gelegen in eenzelfde onroerend goed met gemeenschappelijke uitrustingen, toegangs-, evacuatie- en reddingsvoorzieningen. Als dat het geval is, moeten de betrokken ondernemingen samenwerken en hun optreden coördineren met betrekking tot het gebruik en in voorkomend geval het beheer van die uitrustingen en voorzieningen. Opgelet : het gaat hier om situaties waarbij er geen aannemingsovereenkomst is tussen die verschillende aannemers. In dat geval is immers hoofdstuk IV van toepassing. Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen geldt dan weer het aparte regime van hoofdstuk V.
Hoofdstuk IV – Afdeling 1 – Werkzaamheden van werkgevers of zelfstandigen van buitenaf Werken met derden De klassieke indeling in werken met derden-werkgevers enerzijds en werken met derden-zelfstandigen anderzijds, wordt opgeheven. Er geldt een nieuwe indeling, waarbij ‘aannemer’ de verzamelterm wordt voor ondernemingen van buitenaf die in de inrichting van een werkgever werkzaamheden uitvoeren, conform de overeenkomst met deze werkgever. Er wordt bovendien rekening gehouden met de aanwezigheid van onderaannemers. Voor de relatie aannemer-onderaannemer is een regeling getroffen waarbij elke schakel in de keten een verantwoordelijkheid heeft t.a.v. van de volgende schakel. Aannemers en onderaannemers De begrippen ‘aannemer’ en ‘onderaannemer’ hebben in de context van werken met derden een eigen betekenis gekregen : “2° aannemer : een werkgever of zelfstandige van buitenaf die in de inrichting van een werkgever, voor diens rekening of met diens toestemming, werkzaamheden verricht conform een met deze laatste werkgever gesloten overeenkomst ; 3° onderaannemer : een werkgever of zelfstandige van buitenaf die in het kader van de onder 2° bedoelde overeenkomst, werkzaamheden verricht in de inrichting van een werkgever op basis van een met een aannemer gesloten overeenkomst ; Voor de toepassing van de bepalingen van deze afdeling worden eveneens als onderaannemers beschouwd, werkgevers of zelfstandigen van buitenaf die in het kader van de onder vorig lid, 2° bedoelde overeenkomst, werkzaamheden verrichten in de inrichting van een werkgever op basis van een met een onderaannemer gesloten overeenkomst.” Opmerking : deze definitie van een aannemer is niet dezelfde als in de context van de reglementering over tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (hoofdstuk V), waar een
aannemer wordt gedefinieerd als “iedere natuurlijke of rechtspersoon die activiteiten verricht tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk”. Essentieel is dat er een overeenkomst wordt afgesloten tussen de werkgever en de aannemer e n , i n ge v a l van onderaanneming, tussen de (onder)aannemer en zijn onderaannemer, want het is die overeenkomst die het mogelijk maakt dat werken worden verricht of activiteiten worden uitgeoefend in de inrichting van de werkgever. Er zijn nieuwe verplichtingen voor werkgevers in wiens inrichting de werkzaamheden worden uitgevoerd, zoals de organisatie van het onthaal van de werknemers van buitenaf, het opstellen van algemene en/ of specifieke veiligheidsprocedures… Het weren van onveilige aannemers De opdrachtgever is nog steeds verplicht om aannemers te weren van wie hij kan weten dat ze de wettelijke bepalingen inzake het welzijn van de werknemers niet naleven. Dat kan gebeuren door de aannemers vragen te stellen, door vast te stellen dat ze niet beantwoorden aan bepaalde eisen van het bestek of dat ze niet over een veiligheidszorgsysteem beschikken (VCA, BeSaCC, OHSAS…). Het kan evenzeer op basis van vaststellingen die gebeurden tijdens hun vorige aanwezigheid in de inrichting. De Welzijnswet legt verplichtingen op aan aannemers en onderaannemers die werkzaamheden komen uitvoeren in de inrichting van de werkgever, namelijk : • De welzijnsverplichtingen eigen aan de inrichting van de opdrachtgever naleven en doen naleven door hun onderaannemers • De informatie verkregen van de opdrachtgever aan hun werknemers en onderaannemers verstrekken • De opdrachtgever informatie geven over de risico’s eigen aan hun werkzaamheden • Medewerking verlenen aan de coördinatie en samenwerking Nieuw is dat een aannemer die een beroep doet op (een) onderaannemer(s), dezelfde verplichtingen heeft als de opdrachtgever. Niet alleen moet hij onveilige onderaannemers weren, hij moet met zijn onderaannemers ook een overeenkomst sluiten. Daarin moeten dezelfde bepalingen staan als in zijn overeenkomst met de opdrachtgever. Dat houdt dus ook in dat de aannemer zelf de nodige maatregelen kan treffen op kosten van de onderaannemer, indien deze laatste zijn verplichtingen niet of gebrekkig naleeft. Dat kan echter enkel in de gevallen die in de overeenkomst werden bepaald.
Een hoofdaannemer moet onveilige onderaannemers weren
4e trimester 2007 - Nr 45
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
vervolg van pagina 1
navbinfo
Aanvraag voor een toelage bij het Ervaringsfonds Het Ervaringsfonds geeft subsidies om 45-plussers langer aan de slag te houden. Daarvoor komen verschillende soorten projecten in aanmerking. Meting werkbaarheid De bedoeling van een meetinstrument is om de graad van werkbaarheid van de oudere werknemers te meten, met het oog op het behoud of de verhoging van die werkbaarheidsgraad. In NAVB info nummer 42 gingen we daar al uitvoerig op in.
In de aanvraag voor een betoelaging van de meting van de werkbaarheid moet vermeld worden welk meetinstrument aangewend zal worden. Vervolgens moet aangegeven worden voor hoeveel 45-plussers de meting gebeurt en wie ze zal uitvoeren (naam en functie). Tot slot moet de aanvraag een stappenplan bevatten met de belangrijkste datums van de meting (begindatum, belangrijkste tussendatums, verwachte einddatum).
In de aanvraag voor een betoelaging van het gebruik van een diagnose-instrument moet vermeld worden welk instrument zal worden aangewend. Vervolgens moet aangegeven worden voor hoeveel 45-plussers de diagnose gebeurt en wie ze zal uitvoeren (naam en functie). Tot slot moet de aanvraag een stappenplan bevatten met de belangrijkste datums van de diagnose (begindatum, belangrijkste tussendatums, verwachte einddatum).
Diagnose werkomgeving De bedoeling van e e n d ia g no s e - i ns t r u ment (complementair aan een meetinstrument) is om de omgevingsfactoren te detecteren die verbeterd kunnen worden. De verkregen resultaten moeten toelaten om verbeteringsvoorstellen gerichter te formuleren. Ook daarover vindt u meer informatie in NAVB info nr. 42.
Wat moet vermeld worden in de beschrijving van een verbeterproject ? 1. Leeftijdsgebonden problematiek Beschrijving van de problemen waarmee de 45-plussers geconfronteerd (zullen) worden. Voorbeeld : gezondheidsklachten, stressklachten, jongere collega’s niet meer kunnen volgen… Hier moeten ook de resultaten van de meting of de diagnose vermeld worden. Een hoge werkdruk kan voor een oudere werknemer een reden zijn om te stoppen met werken
Verbeteringsproject Een verbeteringsproject kan van toepassing zijn op een individuele werknemer of op een groep werknemers. De aanvraag voor een project moet in elk geval uitgaan van een probleem (klachten of knelpunten) waarmee een of meerdere 45-plussers binnen uw organisatie te kampen hebben. Het kan gaan om gezondheidsklachten van de 45-plusser, de redenen waarom hij eraan denkt vervroegd te stoppen met werken of de redenen waarom de werkgever hem vervroegd wil laten afvloeien, de vraag waarom hij niet meer mee kan of wil met jongere collega’s… Die problematiek kan het best in kaart gebracht worden via een meting of een diagnose die de klachten van de 45-plusser belicht. In de aanvraag wordt dan een verslag van de bevindingen genoteerd. Daarbij moet een concrete beschrijving van de voorgestelde oplossing gegeven
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
worden, waarin duidelijk aangetoond wordt dat de voorgestelde verandering en verbetering van de arbeidsomstandigheden zal leiden tot het behoud en de verlengde tewerkstelling van de 45-plusser. Dat wil zeggen dat duidelijk beschreven moet worden dat de werknemer van een situatie A met voor hem moeilijke werkomstandigheden, overgaat naar een situatie B met verbeterde werkomstandigheden. Die beschrijving mag niet algemeen zijn, maar moet gebeuren op basis van de concrete bedrijfsomstandigheden. Verder moet de aanvraag een stappenplan bevatten dat de belangrijkste data van het project weergeeft (begindatum, belangrijkste tussendatums, verwachte einddatum). Tot slot moet een lijst bijgevoegd worden met de betrokken werknemers, waarop enkel de 45-plussers staan die het voorwerp uitmaken van de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Het is mogelijk om meerdere projecten in te dienen, maar niet voor dezelfde werknemers. Bijkomende projecten dienen ook innoverend te zijn. De projectinhoud mag m.a.w. niet steeds dezelfde zijn.
2. Acties Beschrijving van de voorgestelde preventiemaatregelen. Dit omvat een beschrijving van het doel van de maatregelen, van de toegepaste strategie of methodiek en van het daarbij gebruikte aangepast materieel, de werkmethodes, de noodzakelijke opleidingen… 3. Stappenplan Dit is een uitvoeringsplan met de timing van de verschillende stappen in het project. 4. Beoogd resultaat Beschrijving van de beoogde betere werkomstandigheden voor de 45-plusser(s), waardoor deze langer aan het werk blijven.
Een toelageaanvraag dient aangetekend verstuurd te zijn alvorens het project een aanvang neemt. Als u overleg wenst met iemand van het Ervaringsfonds om een toelageaanvraag in te dienen, contacteer dan
[email protected] (Nederlandstaligen) of isabelle.flamion@ meta.fgov.be (Franstaligen).
Posttraumatische begeleiding in de bouw Zoals we u al vertelden in NAVB info nr. 43, heeft de bouwsector een overeenkomst afgesloten met het adviesbureau IVP/POBOS, dat gespecialiseerd is in traumazorg en welzijnszorg. Wanneer zich een dodelijk arbeidsongeval voordoet, kan de werkgever, zijn aangestelde of elke belanghebbende partij dat voortaan melden aan IVP/POBOS, zodat er zo snel mogelijk een begeleidingsprogramma kan worden opgestart om het sociaal en psychisch leed bij familie en werkmakkers van het slachtoffer te verlichten. Meer info : www.pobos.be (advertentie)
4e trimester 2007 - Nr 45
3
navbinfo
Wijziging van de arbeidsongevallensteekkaart
Opleidingsagenda VCA
Wanneer er een arbeidsongeval plaatsvindt, moet de preventieadviseur een aantal formaliteiten vervullen. Een daarvan bestaat erin een ongevallensteekkaart in te vullen, indien het ongeval minstens 4 dagen arbeidsongeschiktheid met zich heeft meegebracht. De inhoud van die steekkaart werd gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 april 2007 (BS van 18 juni 2007) en zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2008. Waarover gaat het ? Ongevallenaangifte en ongevallensteekkaart De Arbeidsongevallenwet (Wet van 10 april 1971, art. 62) verplicht de wetgever om elk arbeidsongeval binnen de 8 dagen aan te geven bij de verzekering. Het KB Welzijnsbeleid (KB van 27 maart 1998, art. 28) verplicht de werkgever ervoor te zorgen dat zijn bevoegde preventiedienst een ongevallensteekkaart opstelt voor elk ongeval dat ten minste vier dagen arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt. De inhoud van deze steekkaart staat in bijlage IV van het KB betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk (KB van 27 maart 1998). Om het aantal invulformulieren te beperken, kan de werkgever de ongevallensteekkaart vervangen door het ongevallenaangifteformulier, op voorwaarde dat de gegevens die nodig zijn om de ongevallensteekkaart op te stellen, ingevuld worden op het aangifteformulier. Van zodra er een wijziging gebeurt aan de ongevallensteekkaart of aan de ongevallenaangifte, worden deze wijzigingen ook aangebracht op het andere formulier, zodat
de twee formulieren blijven overeenstemmen. Met het KB van 9 april 2007 werd een dergelijke wijziging aangebracht. Op onze website vindt u een tabel met de wijzigingen die werden aangebracht aan bijlage IV van het KB betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk : www.navb.be → Advies → Regelgeving → Koninklijke besluiten → KB Interne Dienst voor Preventie en bescherming.
Open opleidingssessies VCA (Basisveiligheid en Operationeel Leidinggevenden) : VCA Basisveiligheid Nederlandstalige sessie : 23-24 januari 2008 Franstalige sessie : 30-31 januari 2008 VCA Operationeel Leidinggevenden Nederlandstalige sessie : 11-18-25 februari 2008 - examen 25 februari 2008 om 15u Franstalige sessie : 20 en 27 februari, 5 maart 2008 - examen 5 maart 2008 om 15u Maandelijkse examensessies voor VCA Basisveiligheid en VCA Operationeel leidinggevenden : 10/12/2007 - 10.00 u 21/01/2008 - 10.00 u 18/02/2008 - 10.00 u 17/03/2008 - 10.00 u 21/04/2008 - 10.00 u 19/05/2008 - 10.00 u 16/06/2008 - 10.00 u Al deze VCA-sessies (opleidingen en examens) vinden plaats in Brussel, op het NAVB
Aanvullende vorming voor preventieadviseurs – Niveau II
Overdracht en bewaring van de ongevallensteekkaart Indien de bevoegde preventiedienst die de ongevallensteekkaart heeft opgesteld, niet belast is met het medisch toezicht van zijn werknemers, stuurt de werkgever een kopie van de steekkaart naar de afdeling belast met het medisch toezicht van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarbij hij aangesloten is. De werkgever bewaart de arbeidsongevallensteekkaarten minstens 10 jaar lang op de betrokken exploitatiezetel en houdt ze ter beschikking van de ambtenaren die belast zijn met het toezicht op het welzijn op het werk.
De sessies van niveau II gaan slechts door indien er voldoende deelnemers zijn. Een sessie voor Nederlandstaligen is gestart op dinsdag 23 oktober 2007 Een sessie voor Franstaligen is gestart op vrijdag 26 oktober 2007 Opmerking Door de verschijning van een nieuw KB worden de toelatingsvoorwaarden gewijzigd vanaf 2008: kandidaten die niet beschikken over een getuigschrift van hoger secundair onderwijs worden niet langer toegelaten. Voor de lichting 2007 blijven de oude beschikkingen uit artikel 4 van het Intern Reglement van kracht, namelijk : Art. 4 : De kandidaten moeten beantwoorden aan de vereiste toelatingsvoorwaarden. Deze zijn vastgelegd in art. 4.3. van het KB van 10/08/78, gewijzigd door het KB van
12/08/93 : “Worden slechts toegelaten tot de cursussen van aanvullende vorming van het tweede niveau, de kandidaten die : - hetzij houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs of hogere secundaire leergangen ; - hetzij een nuttige bedrijfservaring van meer dan drie jaar hebben op het vlak van de veiligheid en gezondheid van de werknemers.”
Coördinator - Niveau B Nederlandstalige sessie : Binnenkort vindt een nieuwe sessie plaats in Brussel, op het NAVB. De datum zal worden meegedeeld op onze website www.navb.be, in de rubriek ‘Opleidingen’ Franstalige sessie : van 20 februari 2008 tot 28 mei 2008 Deze sessie vindt plaats in het Centre Créalys in Gembloux (les Isnes)
Module Planning Coördinatie Nederlandstalige sessie : Binnenkort vindt een nieuwe sessie plaats in Brussel, op het NAVB. De datum zal worden meegedeeld op onze website www.navb.be, in de rubriek ‘Opleidingen’ Franstalige sessie : 7 en 14 mei 2008 Deze sessie vindt plaats in het Centre Créalys in Gembloux (les Isnes)
Coördinator - Niveau D Franstalige sessie : van 25 januari tot 21 februari 2008 Deze sessie vindt plaats bij de Confederatie Bouw - Faubourg de Binche 33 - Le Roeulx
Niveau III Nederlandstalige sessie : van 9 april 2008 tot 14 mei 2008 Deze sessie vindt plaats in Brussel, op het NAVB Franstalige sessie : van 10 april 2008 tot 15 mei 2008 Deze sessie vindt plaats in Brussel, op het NAVB
Publicaties NAVB – Verdelingsmodaliteiten De verdelingsmodaliteiten en de volledige lijst met onze publicaties staan op www.navb.be
NAVB dossiers
✓
€ 5*
€ 7,50*
Laatste nummers : • dl. 111 : Onthaalwijzer - Preventiefiches • dl. 112 : Lawaai en trillingen • dl. 113 : Wegenwerken van korte duur • dl. 114 : Wegenwerken - Psychosociale arbeidsbelasting en gezondheidsklachten • dl. 115 : Isolatiewerken aan industriële installaties
NAVB info (per nummer)
✓
€ 2,80*
€ 3,50*
Beroepsmonografieën
€ 15
€ 20
Publicaties
Gratis in pdf op www.navb.be
Prijs op papier Andere persoBouw of onder(PC 124) nen nemingen
Nu gratis op onze website : het nieuwe NAVB dossier
Abonnement op NAVB info 2007
€ 7,50*
€ 11,20*
De kleedkamers, refters, wasplaatsen, toiletten… op de bouwplaatsen
NAVB vademecums
€ 30*
€ 40*
De signalisatie van de bouwplaatsen
€ 10*
€ 12,50*
Dvd’s en cd-roms
€ 100*
€ 130*
NAVB experts (Beroepsmonografieën)
* Administratiekosten niet inbegrepen
Gebruik deze bestelbon of bezoek onze website : www.navb.be Facturering : Bouw (PC 124)/Andere sectoren (*)
Naam : .................................................................................................................................................................................
Naam onderneming :...........................................................................................................................................
Adres : ....................................................................................................................................... Nr :................................
✂
Postnummer :............................... Gemeente : ..............................................................................................
Tel. : ............................................................................... Handtekening: ...............................................................
• Gids voor de preventieadviseur van een KMO in de bouwsector • De veiligheids- en gezondheidscoördinatie van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – Toelichting bij de regelgeving
Colofon NAVB info is een driemaandelijks informatieblad van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (ook beschikbaar in het Frans onder de titel “CNAC info”).
Redactie : Adres : ....................................................................................................................................... Nr :................................
Postnummer :................................ Gemeente : ................................................................................................
NAVB vademecums
NAVB
In te vullen en terug te zenden naar het NAVB - Sint-Jansstraat 4 - 1000 BRUSSEL - Fax 02/552.05.05 Leveringsadres :
Enkele voorbeelden : • De schilder • De dakdekker • De polyvalente bouwvakker
RSZ-nr : ..................................................................................... BTW-nr : ................................................................ Tel. : ..................................................................................... Fax:
.................................................................................
Aantal Gewenste publicatie(s) :
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
(tegen betaling)
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Raymond Brems, Christian Depue, Carl Heyrman, Véronique le Paige, Arlette Moonens, Christelle Schmitz, Emmy Streuve, Isabelle Urbain, Nicolaas Van Leeuwen
Verantwoordelijke uitgever : Carl Heyrman - Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties. Het redactiecomité van NAVB info streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie. Zij kan er echter niet aansprakelijk voor worden gesteld. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en duidelijke bronvermelding.
Informatie en abonnement : ................................................................................................................................................................................................................................................................................................
NAVB – Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel Tel. : 02/552.05.00 – fax : 02/552.05.05 E-mail :
[email protected] Website : www.navb.be
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Opmaak en drukwerk: (*) Schrappen wat niet past
4
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
4e trimester 2007 - Nr 45
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
www.navb.be
NAVB dossiers
De bouw,
bij Bijlage info NAVB 45 nr.
ons werk, ons leven
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD OVER VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU VOOR WERKGEVERS EN WERKNEMERS UIT DE BOUWSECTOR • Nr21
De campagne Wegenwerken op het terrein: de eerste vaststellingen In april 2007 ging de campagne Wegenwerken van start. Tijdens de preventieve campagnegolf, die nog loopt tot juni 2008, bezoeken de adviseurs van het NAVB werven van bedrijven uit de wegenbouw met NACE-code 4523. Er wordt ook gefocust op tal van bedrijven die aanverwante werkzaamheden uitvoeren: riolerings- en kabelwerken, straten leggen… Daarbij gaat het in veel gevallen om deelprojecten bij het aanleggen of vernieuwen van wegen. We hebben de voornaamste vaststellingen bij wegenwerken in kaart gebracht. Tijdens hun werfbezoeken geven de adviseurs van het NAVB adviezen om het welzijn op de bouwplaats te verbeteren. Deze adviezen worden steeds vermeld in een verslag, dat onmiddellijk afgegeven wordt aan de werfverantwoordelijke of opgestuurd wordt naar de onderneming. Op die manier krijgen de ondernemingen de nodige feedback om hun preventiebeleid te verbeteren. Alle vaststellingen die de adviseurs tijdens hun werfbezoeken doen, worden verwerkt in een informaticatoepassing, de “Preventieatlas”. In deze Preventieatlas wordt de MUOP-methode gebruikt om risico’s te detecteren. Die gaat uit van de analyse van de gevaren die verbonden zijn aan vier factoren, namelijk de Mens, de Uitrusting, de Omgeving en het Product, evenals van de gevaren die veroorzaakt worden door de interferentie tussen deze 4 factoren. Van april 2007 tot 24 september 2007 hebben de adviseurs van het NAVB 1286 werfbezoeken afgelegd bij de betrokken doelgroep. Daarvan werden 1641 bezoekverslagen opgesteld, waarin de vastgestelde tekortkomingen betreffende welzijn worden vermeld. Er werden 9796 vaststellingen gedaan, waarvan er 1014 onmiddellijk werden opgelost tijdens het bezoek van de adviseur of opgelost waren bij een herhaald bezoek. 793 vaststellingen waren bij een herhaald bezoek niet meer van toepassing. De vaststellingen waren als volgt verdeeld over de 4 MUOP-parameters: Mens 10%, Uitrusting 67%, Omgeving 19,8% en Producten 3,2%.
Mens
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
In de rubriek Mens hebben de meeste vaststellingen betrekking op de volgende categorieën:
Bouwbetrokkenen – tijdens de uitvoeringsfase (92,7%) • De coördinator-verwezenlijking heeft geen veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld • Een aantal administratieve verplichtingen werden niet nagekomen: - De werkmelding hangt niet uit op een zichtbare plaats - Een lijst met noodnummers ontbreekt op de werf • Een algemeen preventiebeleid binnen de onderneming ontbreekt - Er werd geen risico-inventarisatie en –evaluatie opgesteld
Figuur 1 : MENS 92,70 %
5,70 % Ontwerpfase Uitvoeringsfase Menselijke factoren
- Het personeel werd onvoldoende geïnformeerd - Een ongevallenprocedure ontbreekt op de werf
1,50 %
Menselijke factoren (5,7%) • De gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie ontbreekt • De bestuurders beschikken niet over een rijgeschiktheidsattest • Er werden geen instructies m.b.t. preventie en bescherming overhandigd aan de werknemers
Figuur 2 : UITRUSTING 21,20 % 25,50 %
18,90 %
Huisvesting Bouwtoebehoren
Uitrusting In de rubriek uitrusting hebben de meeste vaststellingen betrekking op de volgende categorieën:
Arbeidsmiddelen Ind. uitrusting
Huisvesting huisvestingsmateriaal (34,4%) • Een werfkeet en sanitaire installaties ontbreken op de werf • De EHBO-uitrusting is onvolledig • De installaties zijn niet conform de CAO van 10.02.2005
Individuele uitrusting - Persoonlijke beschermingsmiddelen (17,2%)
34,40 %
Figuur 3 : OMGEVING
• Signalisatiekledij wordt niet gedragen
Arbeidsmiddelen - machines met specifieke ARAB-keuring (16,9%)
1,10 % 52,10 %
3,60 % 9,70 %
Geografische bodemgesteldheid
• Het niet laten uitvoeren van periodieke keuringen • Het aanslagmateriaal wordt niet correct gebruikt
Nabijheid van andere werken
Arbeidsmiddelen - machines zonder specifieke ARAB-keuring (3,7%)
Werfligging
Nabijheid van verkeer
• De toestellen staan onvoldoende stabiel opgesteld • Grondverzetmachines gebruikt als heftoestel worden niet periodiek gekeurd
Bouwtoebehoren Werfsignalisatie (13,5%) • Naam en telefoonnummer van de signalisatieverantwoordelijke ontbreken of er werd gewoon geen signalisatieverantwoordelijke aangesteld • De signalisatie voldoet niet aan de vigerende wetgeving • De nodige signalisatie ontbreekt
0,70 % 0,90 % 0,70 % 0,80 %
27,30 %
0,90 % 2,90 %
Nabijheid van leidingen Orde en netheid Nabijheid van water Verlichting Modder Stof Andere
Vervolg pagina 2 www.navbcnac.be
1
De campagne Wegenwerken op het terrein: de eerste vaststellingen Vervolg van pagina 1
Orde en netheid (9,4%)
In de rubriek omgeving hebben de meeste vaststellingen betrekking op de volgende categorieën:
• Wachtijzers zijn niet afgedekt • Toegangen en doorgangen zijn belemmerd door obstakels • Gevaarlijke openingen zijn onvoldoende afgeschermd • Materiaal/materieel is niet ordelijk en stabiel gestapeld
Nabijheid van verkeer (52,1%) • Preventiemaatregelen om derden en onbevoegden van de bouwplaats te weren ontbreken • De wetgeving betreffende de verkeerssignalisatie en –geleiding wordt niet gerespecteerd • Er worden verkeersborden gebruikt die niet voldoen aan de wettelijke voorschriften • De signalisatie stemt niet overeen met het goedgekeurde signalisatieplan
Geografische bodemgesteldheid (27,3%) • De veiligheidsvoorschriften bij uitgravingen werden niet nageleefd - De juiste taludhellingen werden niet gerespecteerd - Bij een verticale uitgraving werden geen beschoeiingen toegepast - De rand bij uitgravingen is te zwaar belast - Er zijn onvoldoende toegangsladders - Putten en uitgravingen zijn onvoldoende afgeschermd - Voor de aanvang van de werken werd geen grondonderzoek uitgevoerd
Figuur 4 : PRODUCTEN 84,90 %
Verfproducten Isolatiematerialen Lijmen Andere
Nabijheid van leidingen (3,6%) • De veilige werkafstand tussen de arbeidsmiddelen en de leidingen onder spanning wordt niet gerespecteerd • De gegevens over de juiste ligging van de kabels en de leidingen ontbreken
Producten In de rubriek producten zijn dit de belangrijkste vaststellingen: • Op de aanwezige producten ontbreekt een correct etiket • Er wordt geen reglementaire producthouder gebruikt • De M.S.D.S.-fiche is niet beschikbaar op de werf Net zoals in de eerste doelgroepgerichte campagne plannen de adviseurs van het NAVB bezoeken aan de zetel van de onderneming om samen met de werkgever de pijnpunten binnen de onderneming te bespreken. Dat zal gebeuren aan de hand van een individuele analyse
Brandstoffen 5,50 % 3,80 % 3,10 % 2,70 %
per onderneming, waarbij een top 10 wordt opgesteld van de leemten in het preventiebeleid van de onderneming. Voor iedere onderneming waar al minstens vijf werfbezoeken werden uitgevoerd, zijn de analyses al gemaakt. In de loop van de maand november hebben 115 ondernemingen een uitnodiging ontvangen voor een gesprek met de adviseur van de sector waar de onderneming gevestigd is. Tijdens de contacten met de zaakvoerder of de preventieadviseur wordt voorgesteld om deze tekortkomingen op te nemen in een actieplan. Om de punten uit het actieplan te verwezenlijken, kan de onderneming rekenen op de hulp van de adviseurs van het NAVB. Er wordt steeds een verslag opge-
Kabelbeschadigingen bij grondwerken Dat beschadigingen van kabels en leidingen zware gevolgen kunnen hebben, hoeft geen betoog: de gasramp in Ghislenghien in 2004 ligt bij iedereen nog vers in het geheugen. Over de problematiek van de ligging van de ondergrondse infrastructuur organiseerde Bouwunie op 6 september een debat tijdens de Matexpo-beurs in Kortrijk. Vertegenwoordigers van de aannemers, de kabel- en leidingbeheerders, de overheid en de verzekeringsmaatschappijen hielden een constructief gesprek voor een gevarieerd maar sterk opgekomen publiek. Kabel- en leidingbeschadiging bij grondwerken is geen banaal, maar helaas wel een alledaags gegeven: bij energiedistributeur Eandis bijvoorbeeld worden jaarlijks zo’n 10.000 schadegevallen geteld. Om die te kunnen voorkomen, moeten aannemers die grondwerkzaamheden verrichten, precies weten waar alle kabels en leidingen lopen.
KLIM en KLIP De positie van kabels en leidingen wordt bijgehouden door de verschillende kabel- en leidingbeheerders (KLB’s). Dat zijn nutsbedrijven zoals Elia, Fluxys, Eandis, diverse watermaatschappijen en telecomoperatoren, maar ook heel wat overheden (onder meer gemeenten). Om die informatie bij de aannemers te krijgen, werden twee initiatieven opgestart: KLIM (het Kabel- en LeidingInformatieMeldpunt) en KLIP (het Kabel- en LeidingInformatiePortaal). Bij het federale KLIM kunnen plannen worden aangevraagd over kabels en leidingen in heel België; de regionale planaanvraagmodule KLIP daarentegen bevat enkel informatie over de kabels en leidingen op het Vlaamse grondgebied. Beide systemen zijn internettoepassingen, te vinden op de volgende adressen: www.klim-cicc.be (KLIM) en www.klip.be (KLIP). Ook in Wallonië en in Brussel wordt gewerkt aan een regionale aanvulling op het federale KLIM-initiatief.
www.navbcnac.be
Op dit moment zijn sommige KLB’s enkel bij KLIM óf bij KLIP aangesloten en een aantal gemeenten heeft zijn gegevens zelfs helemaal niet ter beschikking gesteld. Daarom moet je vandaag nog drie verschillende aanvragen doen om alle beschikbare informatie te krijgen over de leidingen in een bepaald werkgebied: via KLIM, KLIP én bij de gemeenten. Vanaf 2008 zouden KLIP en KLIM dezelfde informatie moeten bevatten, wat alvast 1 aanvraag minder zou betekenen. Als het Vlaamse KLIP-decreet goedgekeurd wordt, zal in de toekomst ook de aanvraag bij de gemeenten overbodig worden en zal één enkele aanvraag via KLIM of KLIP volstaan om van de kabel- en leidingbeheerders de nodige plannen te krijgen.
Na het debat kon er nog wat worden doorgepraat. Rechts KLIP-projectleider Wim Van Huele
Doordat elke KLB zijn plannen apart opstuurt, krijgt de werfleider sowieso een grote hoeveelheid plannen in zijn handen. Een geïntegreerd plan met daarop alle kabels en leidingen is nog niet voor morgen, maar is evenmin een utopie. Wim Van Huele, projectleider van het KLIP, legde uit dat de verschillende KLB’s en de gebruikers van KLIP momenteel overleggen om de uitwisseling van kabel- en leidinginformatie te uniformiseren. Als dat gebeurd is, kunnen alle gegevens gekoppeld worden aan het Grootschalig ReferentieBestand (GRB) om een soort “Atlas van de ondergrond” te maken. Op basis daarvan moet het mogelijk worden om voor een bepaald werkgebied één plan te genereren waarop alle nodige kabelinformatie staat. Een lacune in de plannen van de verschillende KLB’s, is dat ze geen huisaansluitingen vermelden; enkel de hoofd- en doorvoerleidingen zijn in kaart gebracht. De meeste KLB’s huldigen wel als algemeen principe dat de huisaansluitingen loodrecht op de hoofdleiding lopen, maar ze kunnen dat niet garanderen.
Ruimte voor verbetering
Verlaten leidingen
Hoewel de aannemers die grondwerken uitvoeren vragende partij zijn voor initiatieven als KLIM en KLIP, is er volgens hen toch veel ruimte voor verbetering. Een van de problemen die Roland De Backer van Canalco aanhaalde, is de verschillende invalshoek die ze hanteren: lokalisatie op huisnummer is wel mogelijk in KLIP, maar niet in KLIM. De overvloed aan informatie maakt het er ook niet makkelijker op: doordat de goedmenende aannemer en de kabel- en leidingbeheerder meestal allebei een veiligheidsmarge inbouwen, krijgt de werfleider vaak plannen voor een veel te groot gebied.
De zogenoemde “verlaten leidingen” vormen een belangrijker probleem, omdat niet alle KLB’s ze vermelden op hun plannen. Verlaten leidingen zijn leidingen die niet meer in gebruik zijn, maar die de betrokken KLB heeft laten liggen. Om de continuïteit voor de klant te verzekeren, kunnen oude leidingen immers pas verwijderd worden als de nieuwe in gebruik zijn, en daarenboven kost het uitgraven van oude leidingen veel tijd en geld.
maakt waarin de besproken punten, de voorstellen ter verbetering en de engagementen zijn opgenomen. In ondernemingen waar een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk opgericht is, wordt overwogen om de hierboven aangehaalde punten te bespreken tijdens de vergaderingen van het CPBW. Naast de bezoeken aan de zetel van ondernemingen blijven de adviseurs uiteraard ook intensief de werven bezoeken. Ten slotte willen we graag verwijzen naar andere initiatieven die ondersteund worden door het NAVB, o.a. infomomenten waar de lopende campagne aan bod komt. U vindt hierover meer informatie in de campagnekrant, in NAVB info en op de campagnewebsite.
plannen zijn immers niet onfeilbaar: ook de leidingen die in gebruik zijn, liggen niet altijd precies op de aangegeven plaats en soms staan ze zelfs gewoon niet op het plan. Bovendien is een verlaten leiding niet altijd te onderscheiden van een leiding die nog in gebruik is. De aannemers zouden graag zien dat de ondergrond ‘gesaneerd’ wordt, maar de verwijdering van alle verlaten leidingen is volgens de verzamelde kabel- en leidingbeheerders zo goed als onhaalbaar. Toch gaf José Vandevyvere van watermaatschappij TMVW aan dat deze situatie op termijn wellicht onhoudbaar wordt en dat een gezamenlijk initiatief van alle nutsmaatschappijen misschien overwogen moet worden.
Wie is verantwoordelijk voor schade? De verzekeraars spelen in zekere zin de rol van waakhond, door erop toe te zien dat de aannemers zo veilig mogelijk te werk gaan. Uit het publiek kwam de vraag of een nutsmaatschappij juridisch verantwoordelijk is voor schade die werd veroorzaakt doordat de maatschappij foute gegevens ter beschikking stelde van de aannemer. Daarop antwoordde Marc-Antoine Lemaigre van Federale Verzekering dat de meeste verzekeraars de schade die de aannemer veroorzaakt probleemloos vergoeden, op voorwaarde dat de aannemer de plannen heeft aangevraagd en geraadpleegd. Hij gaf wel toe dat, wanneer een schadegeval voor de rechter komt, de rechtspraak doorgaans zeer nadelig is voor de aannemer.
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Omgeving
Als aannemer mag je er echter niet van uitgaan dat een leiding die je niet terugvindt op de plannen, altijd een verlaten leiding is. Die
2
INTERVIEW
Leren werken op het werk Veel bouwbedrijven kampen met een gebrek aan gekwalificeerd personeel. Voor heel wat functies bieden zich gewoon te weinig bouwvakkers aan, en bovendien zijn ze meestal onvoldoende geschoold om onmiddellijk te kunnen ‘meedraaien’ op de werf. Dat is niet anders in de wegenbouw. Louis Vandecraen (59) werkt al bijna twintig jaar als preventieadviseur en geeft de 470 werknemers van de Herentalse wegenbouwer VBG interne opleidingen, gericht op hun specifieke werkzaamheden. L.V.: “Door het tekort aan bouwvakkers wordt bijna iedereen aangenomen die zich aanbiedt, zowel jong als oud. Bij VBG hebben we een peterschapsysteem om de instroom van die nieuwe werknemers in goede banen te leiden. Elke maand breng ik één dag samen met de nieuwelingen en hun peters door. Onze afgevaardigde bestuurder geeft de inleiding”. Daarnaast is ook een goede opleiding essentieel. Helaas is de schoolopleiding die een jonge bouwvakker achter de rug heeft, meestal onvoldoende om hem direct aan de slag te laten gaan op de werf. Er zijn bovendien weinig jobspecifieke opleidingen voor wegenbouwers. Niemand studeert af als asfalteerder of als rioollegger, omdat die opleidingen gewoonweg niet bestaan. Daarom organiseert VBG zelf opleidingen, waarin de verhouding tussen theorie en praktijk fiftyfifty is.
L.V.: “Het probleem is dat ons werk zo specifiek is dat je er geen schoolse opleiding voor vindt. Buizen leggen bijvoorbeeld is iets wat overal op een andere manier gebeurt, je moet dat leren op de werf. Onze rioolleggers werken met een hydraulische ‘tire-fort’ om buizen aaneen te sluiten: dat leren ze je niet op de schoolbanken.”
Niemand studeert af als asfalteerder of als rioollegger, omdat die opleidingen gewoon niet bestaan Bij VBG zijn er opleidingen per functie en per taak. Daarbij gaan techniek en veiligheid hand in hand. De voornaamste wegenbouwfuncties die Louis Vandecraen onder handen neemt, zijn rioolleggers, asfalteerders, bekisters,
betonmakers, betonplaatsers, klinkerleggers en machinisten. Daarnaast zijn er de opleidingen over één bepaalde taak, zoals hanteren van klein materieel, werken met waterproefdeksels of aanslaan van lasten. Zelfs ervaren rioolleggers blijken vaak niet te weten hoeveel de buizen die ze aanslaan precies wegen. Opleiding geven voor zoveel verschillende functies in de wegenbouw is niet evident. Het vraagt een grondige kennis van alle functies om inzicht te hebben in de specifieke risico’s
waarmee ze te kampen hebben. L.V.: “Ik durf zeggen dat ik al die functies ken. Ik zit nu 37 jaar in de wegenbouw en heb op verschillende posten gewerkt: betoncentrales, betonmachines en ‘brekers en zeven’ (de gebroken deklaag van de weg recycleren). Ondertussen ben ik ook een ervaren preventieadviseur. Maar dat wil niet zeggen dat ik alle risico’s ken. Daarom zijn mijn opleidingen altijd interactief; ik wil zelf nog altijd bijleren.” “Een opleiding is iets dat groeit. Verleden jaar heb ik al onze operationele werknemers opgeleid om de risico’s op de werf beter te leren zien. 27 opleidingssessies in totaal, aangepast aan de beroepsgroep. De 27e opleiding ‘Risico’s zien’ was echt niet meer dezelfde als de eerste…” Opleidingen zijn nuttig en nodig, maar er moet natuurlijk ook nog worden gewerkt. Daarom pikt Louis Vandecraen er de kalme periodes uit. Asfalteerders bijvoorbeeld doen onderhoud in januari en februari, dus is dat hét moment om hen op te leiden. Gelukkig kan hij bij de planning rekenen op veel goodwill van zijn bazen. Een interne commissie die overlegt met het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk, zorgt ervoor dat de opleidingen planmatig verlopen. Heeft hij een roeping als leraar gemist? L.V.: “Toch niet, maar ik doe het wel graag, opleiding geven. Het voelt goed om mensen iets te kunnen bijbrengen.”
Veilig werken op gevaarlijke plaatsen Eind juni raakte op de Brusselse ring, ter hoogte van de afrit naar de A12 in Wemmel, een brug zwaar beschadigd toen er een vrachtwagen tegenaan reed. De chauffeur kwam daarbij om. De brug werd onmiddellijk gestut en midden augustus begonnen de herstellingswerken onder de brug. De bouwplaats zat gekneld tussen de ring en de afrit, maar toch is men erin geslaagd een redelijk veilige werksituatie te creëren zonder veel verkeershinder te veroorzaken.
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Omwille van de werkzaamheden werd het aantal rijstroken op de afrit teruggebracht van twee naar één, maar de automobilisten op de ring zelf ondervonden geen verkeershinder. Enkel de pechstrook werd ingenomen als veiligheidsmarge; de drie rijstroken bleven beschikbaar. Het oorspronkelijke plan om de rijstroken te versmallen en een grotere (en veiligere) werfzone te creëren, verdween in de prullenmand. Soms moet veiligheid wijken voor de beperking van de verkeershinder… Daardoor was de werfzone vrij klein, maar door goede signalisatie (pijlwagens, afbakening met stootblokken van het type “New Jersey” enz.) ontstond er toch een redelijk veilige werksituatie.
Een moeilijke werftoegang De toegang tot de werf was een moeilijk punt. De werf zat gekneld tussen de Brusselse ring en de afrit en daarom was het altijd uitkijken om met een voertuig op de bouwplaats te raken. Om de aandacht van de andere weggebruikers te trekken, zetten de werknemers soms de vier richtingaanwijzers aan om tussen de zijdelingse signalisatiebakens de werf op te rijden. De afbakening van de werf liep een eindje door, voorbij de zone waar er eigenlijk werd gewerkt, zodat auto’s die de werf moesten oprijden wat meer manoeuvreerruimte en meer tijd kregen.
Ik rem... ook voor wegenwerkers ? Volgens werfleider De Guismé van de Groep Janssens hebben de weggebruikers maar weinig aandacht voor arbeiders op de bouwplaats: “10 % van de bestuurders is misschien echt aandachtig. Er gold een snelheidsbeperking van 70 km/u, maar daar hielden weinig bestuurders rekening mee. De reden daarvoor is dat er te weinig controles gebeuren op het naleven van tijdelijke snelheidsbeperkingen bij wegwerkzaamheden. Nochtans is dat de enige oplossing: de pakkans vergroten, en de zogenoemde recidivisten, die meermaals overtredingen begaan, hard aanpakken.” Tijdens de werken zijn er gelukkig geen ernstige ongevallen gebeurd, aldus signalisatieverantwoordelijke Zwanckaert van Traffic Services. “Eenmaal zijn er enkele bakens omvergereden. Op een bouwplaats zoals deze, categorie 1 met sterke hinder, moet je dan binnen de twee uur op de werf aanwezig zijn om de schade te herstellen en terug een veilige situatie te creëren.”
Contact met de overheid
Door goede signalisatie (pijlwagens, New Jerseys etc.) ontstond er een redelijk veilige werfzone
www.navbcnac.be
De verschillende overheden waren niet altijd even consequent in hun communicatie: de afdeling Verkeerskunde van Mobiliteit en Openbare Werken liet de snelheidsbeperking ongedaan maken, maar de politie en de opdrachtgever van de werken, de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, wilden de snelheidsbeperking terug en kregen het laatste woord.
De nieuwe pijler met op de achtergrond de voorlopige vijzelconstructie
Gelukkig was er een goede samenwerking met de politie. Het overleg voor de signalisatieplannen verliep erg vlot en bij het opvijzelen van de brug zorgden ze voor permanentie. Tijdens de plaatsing van de signalisatie organiseerde de politie het blokrijden en hielden agenten het verkeer tegen als dat nodig was. Hun aanwezigheid verhoogde de veiligheid aanzienlijk: weggebruikers vertragen sneller voor een blauw licht dan voor een oranje…
3
Preventie en veiligheid bij wegenwerken Geslaagde lancering werkgroep PréVoir in Namen Sinds april 2007 organiseert het NAVB acties voor de wegenwerkers, de doelgroep van de campagne die momenteel loopt. De vele risico’s in deze sector, zoals de opsporing van ondergrondse kabels en leidingen of de moeilijkheden bij werkzaamheden in de nabijheid van het verkeer, mogen immers niet onderschat worden. In het kader van deze acties heeft het NAVB samen met de Waalse Federatie van Wegenbouwers (FWEV) en een vijftiental preventieadviseurs van representatieve ondernemingen uit de sector de Franstalige werkgroep PréVoir opgericht, wat staat voor “Prévention Travaux de Voirie”, preventie bij wegenwerken. Het doel van de werkgroep bestaat erin een aantal producten te ontwikkelen om de preventie bij de uitvoering van wegenwerken vooruit te helpen. In eerste instantie zullen zogenoemde ‘goede praktijken’ uit de wegenbouwondernemingen verzameld en uitgewisseld worden, zodat ook andere ondernemingen er hun voordeel mee kunnen doen. Deze goede praktijken worden in
januari 2008 gepubliceerd op de website van de campagne “Wegenwerken”, waarop ook een discussieforum over preventie bij wegenwerken te vinden zal zijn.
Samenwerkingshandvest Op 19 oktober hebben veertig Waalse wegenbouwondernemingen een samenwerkingshandvest ondertekend in de ‘Moulins de Beez’ (Namen). Daarbij engageren ze zich om de initiatieven van PréVoir te steunen, om de hulpmiddelen die deze werkgroep aanbiedt, ter beschikking van hun personeel te stellen en om het gebruik ervan te doen naleven. Het uiteindelijke doel bestaat erin het aantal arbeidsongevallen en beroepsziekten in de wegenbouw te doen dalen. Het evenement vond plaats in aanwezigheid van de Waalse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden Philippe Courard en van vertegenwoordigers van de kabinetten van Minister-president Rudy Demotte en Minister Michel Daerden (respectievelijk Paul Dewil, kabinetsmedewerker en Dirk Desmet, kabinetschef). Ze juichten allen het initiatief toe en spraken hun steun uit voor PréVoir.
Studiedagen In februari 2008 zijn twee studiedagen gepland waarbij de hulpmiddelen die in de werkgroep ontwikkeld werden, voorgesteld zullen worden. De organisatie gebeurt in samenwerking met enkele partners, zoals de CONSTRUFORM-centra van Grâce-Hollogne en Châtelineau, de externe diensten voor preventie en bescherming op
Orde en netheid bij Heijmans Op 7 oktober 2007 vond in België de Open Bedrijvendag plaats. De Groep Heijmans NV uit Bilzen mocht daarbij op heel wat interesse rekenen, want de onderneming haalde het derde hoogste bezoekersaantal in Limburg. Er waren onder meer tal van demonstraties te zien over de dagelijkse activiteiten binnen de groep, die onder andere gespecialiseerd is in wegenwerken. Heijmans heeft een jaar lang actie gevoerd over orde en netheid, met de nodige ondersteuning van het NAVB. De individuele bedrijven binnen de groep kregen een award voor hun inspanningen op het vlak van orde en netheid.
het werk, de verenigingen van coördinatoren, Randstad en het BIVV. Deze studiedagen richten zich tot de werkgevers en de preventieadviseurs van de wegenbouwondernemingen. Deelnemers zullen de handen uit de mouwen mogen steken: de aanwezige ondernemingen zullen kunnen deelnemen aan praktijkgerichte workshops over thema’s zoals: • het onthaal van werknemers • globaal risicobeheer: toolboxmeetings, verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, ongevallen en bijna-ongevallen • radiodetectie – graaf-zuigmachine – materieel in sleuven • signalisatie-PBM • eerstehulpdemo’s: noodprocedures, gasdetectie, brand, elektrisering Op de campagnewebsite www.cnacnavb.be vindt u binnenkort meer details over deze twee studiedagen.
Het NAVB op nummer één bij de dakdekkers Bijna twee dakdekkers op drie doen een beroep op de diensten van het NAVB om zich te informeren over veilig werken, zo blijkt uit een recente enquête. Daarmee is het NAVB de vaakst genoemde informatiebron, vóór de beroepsorganisaties, de externe diensten voor preventie en bescherming en de verzekeraars.
De Campagnekrant is een initiatief van het NAVB, in samenwerking met ACV Bouw en Industrie, de Algemene Centrale ABVV, de Confederatie Bouw en Bouwunie. Een initiatief van:
In samenwerking met:
Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel www.navbcnac.be 4
Tel.: 02 552 05 00 Fax: 02 552 05 05
E-mail:
[email protected] Website: www.navb.be www.navbcnac.be 4