Over pensioenen • Jaargang 12 • april 2010 • nr 2
ALE I C E P S EDITIE
Leren van de crisis
Sterker uit de strijd
PENSIOENVRAAG?
PME je klaar zit voor
Vragen over je pensioen kun je op verschillende manieren stellen aan PME. Allereerst via de Servicedesk: 020 607 22 00. Van maandag t/m donderdag is deze bereikbaar van 8.00 tot 18.00 uur en op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. Hier kun je zowel met algemene als met specifieke (administratieve) vragen terecht. De Servicedesk kan je eveneens helpen aan brochures over tal van onderwerpen die met het pensioen van doen hebben. Ook wordt er uitgebreid over veel pensioenzaken informatie verstrekt via www.metalektropensioen.nl. Op de site kun je verder meer inzicht krijgen in je eigen pensioen, door in te loggen op de pensioenplanner. Wil je eens dieper op je eigen pensioensituatie ingaan, dan kun je het beste contact opnemen met een pensioenconsulent van PME uit je eigen regio. De contactgegevens vind je hieronder, een afspraak is snel gemaakt!
Werknemersconsulenten PME
• •
•
•
Postcodes 1000-2599 Arjan de Beurs T 06 10 91 76 52
[email protected] Postcodes 2700-2899, 3300-4299, 5300-5399 en 6700-6799 Rob van der Wal T 06 12 50 54 04
[email protected] Postcodes 2600-2699, 2900-3299 en 4300-4799 Jeroen van Zunderd T 06 20 30 17 84
[email protected] Postcodes 4800-5299, 5400-5499, 5600-5699 en 5800-5899 Joost Asser T 06 53 91 19 84
[email protected]
•
•
•
•
Werkgeversconsulenten PME Postcodes 5500-5599, 5700-5799, 5900-5999 en 6000-6499 Diana Verschuren T 06 10 88 68 37
[email protected] Postcodes 6500-6699 en 6800-7399 André Nijhuis T 06 51 10 92 73
[email protected] Postcodes 7400-7799 en 7900-8399 Irene Hendriksen T 06 20 49 79 82
[email protected] Postcodes 7800-7899 en 8400-9999 Jannie Boonstra T 06 53 70 80 70
[email protected]
• FME regio Noord en Oost • •
Marcel Dorren T 06 20 54 46 29
[email protected] FME regio West en Rijn/Delta José Middendorp T 06 53 18 51 35
[email protected] FME regio Zuid Alfred Hamelink T 06 53 61 20 44
[email protected]
Klopt het pensioen? De eerste maanden van ieder jaar, vragen veel gepensioneerden zich af of hun pensioenbedrag wel correct is. Dit jaar is het heel makkelijk om te zien of het bedrag klopt. Door de kredietcrisis kon PME de pensioenen niet verhogen. Het bruto bedrag van het pensioen is dus hetzelfde als vorig jaar. Dat is makkelijk zelf te controleren, want het bruto bedrag staat op de uitkeringsspecificatie die alle gepensioneerden krijgen. Klopt het bedrag niet? Bel dan met PME op (020) 607 2200.
2
Heeft u een TOP-uitkering met daarnaast WAO? Dan is de bruto TOP-uitkering wel iets lager. De bruto WAO-uitkeringen zijn namelijk iets omhoog gegaan per 1 januari 2010.
4 INHOUD
PME MAGAZINE 4
De weg omhoog Iedereen draagt bij aan herstel
5
Lang zullen we leven
De toekomst van ons pensioen
Sterker uit de strijd
6
Beleggen nodig voor goed pensioen
8
Leren van de crisis
Sparen levert te weinig op
Samen sterker
10
Een sterk bolwerk
12
Drie voordelen van collectief pensioen
Jaap Janissen: ‘De rijen gesloten’
5
8 10
COLOFON PME magazine is een uitgave van het Pensioenfonds van de Metalektro (PME). PME magazine wordt verspreid onder de aangesloten werkgevers, deelnemers en gepensioneerden van het pensioenfonds en overige relaties van PME. Het verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 278.000 exemplaren.
Samenstelling bestuur PME Het bestuur van PME bestaat uit vertegenwoordigers van werkgeversen werknemersorganisaties. Werkgeverszijde Vereniging FME-CWM
•
Pensioenfonds Metalektro Postbus 9103 1006 AC Amsterdam
Werknemerszijde FNV Bondgenoten CNV Vakmensen De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening VHP2
Servicedesk 020 607 22 00
[email protected]
www.metalektropensioen.nl
• • • •
Hoofdredactie PME, Gerda Smits Redactie Erik Huijsman, Ed Veltrop Tekst Backscratch, Bram van Els Productie Communication Concert b.v. Fotografie Joël van Houdt Drukwerk Springer & Lippes, Velsen-Noord
3
Iedereen draagt bij aan herstel
De
omhoog
weg
Lasten eerlijk delen Het herstel in 2009 had een paar oorzaken. Ten eerste betaalden werkgevers en werknemers een hogere premie. Daarnaast werden de pensioenen van gepensioneerden en werknemers niet verhoogd. Zo betaalt iedereen mee aan het herstel van PME. De pijn is zo eerlijk mogelijk verdeeld. En als het weer beter gaat, worden ook de lusten eerlijk verdeeld.
Rente en rendement
Na het crisisjaar 2008, krabbelde PME in 2009 weer voorzichtig op. De beurzen deden het in de hele wereld beter en - heel belangrijk - de rente steeg iets. Maar vooral de gezamenlijke bijdragen van alle gepensioneerden, werknemers en werkgevers in de Metalektro droegen hun steentje bij. De financiële positie van PME verbeterde in 2009 sterk. De dekkingsgraad van PME herstelde van 88% eind 2008 tot 100% aan het eind van 2009. Dat betekent dat voor elke 100 euro pensioen die PME nu en in de verre toekomst moet uitbetalen, nu precies 100 euro in kas is. Dat is een stuk beter dan een jaar geleden. Maar nog niet genoeg, want pensioenfondsen moeten een reserve hebben om slechte tijden op te vangen.
4
Ook de economie hielp een handje. In 2009 ging het op de beurs veel beter dan een jaar daarvoor. PME haalde het afgelopen jaar een rendement op de beleggingen van 13,4%. Maar voor PME minstens net zo belangrijk was de iets hogere rente. Het klinkt ingewikkeld, maar het werkt eigenlijk net als bij sparen: stel je wilt over 25 jaar 10.000 euro hebben. Als de rente op je spaarrekening 5% is, moet je nu een kleine 3.000 euro opzij zetten om dat bedrag te halen. Maar als die rente maar 2,5% is, moet je nu bijna 5.400 euro op je spaarrekening zetten. Dat is dus heel wat meer. Zo werkt het voor pensioenfondsen ook. Ze moeten de rente van vandaag gebruiken om te berekenen hoeveel ze nu in kas moeten hebben om straks de pensioenen uit te betalen. Daalt de rente, dan worden toekomstige pensioenen vandaag al een stuk duurder. De terugval die PME te verduren kreeg in 2008, werd voor ongeveer de helft veroorzaakt door de plotseling hele lage rente. De wereldwijd instortende beurzen veroorzaakten de andere helft. Kortom: in 2009 ging het beter op de beurzen en ging de rente weer iets omhoog. Dat was voor PME dus dubbel goed nieuws. Het herstel gaat tot nu toe dan ook sneller dan verwacht. Ook dat is goed nieuws. Maar we zijn er nog niet. Meer over beleggen voor pensioen op pagina 8 en 9.
Lang zullen we
leven!
De toekomst van ons pensioen
we ook straks onze oude dag nog betalen? En willen we het straks nog wel betalen? Want de wereld verandert. Er komen steeds meer ouderen, en misschien nog wel belangrijker: we leven steeds langer. Die veranderingen hebben invloed op ons pensioen.
We worden ouder Het gaat goed met de gezondheid van Nederlanders. We leven in ieder geval steeds langer. Voor ons pensioen betekent dat nogal wat. Wie een jaar langer leeft, wil immers ook een jaar langer een uitkering. Zomaar stoppen met pensioen voor wie echt oud wordt, kan niet. Langer leven kost dus veel geld. PME houdt daar al rekening mee. Eind 2009 is extra geld gereserveerd om straks de langere pensioenuitkeringen te betalen.
Langer werken? De premie die mensen nu betalen voor pensioen, is al aan de hoge kant. Veel hoger kan niet meer, de rek is er echt uit. Door een nog hogere premie komen andere arbeidsvoorwaarden in de knel of houden we allemaal minder geld over in onze portemonnee.
Hoe gaan we het dan wel betalen?
Pensioen is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Dat toonde de kredietcrisis wel aan. Minister Donner (Sociale Zaken) van het inmiddels gevallen kabinet Balkenende IV, deed wat een minister vaak doet als het lastig is: hij zette een paar commissies met wijzen aan het werk. Die zijn nu klaar. Eén van de commissies die minister Donner eind vorig jaar aan het werk zette, moest onderzoeken of het Nederlandse pensioensysteem klaar is voor de toekomst. Deze commissie vertelde de minister dat ons pensioensysteem het beste van de wereld is.
Dat komt door de combinatie van een AOW-uitkering van de overheid en een zelf, samen met je werkgever bij elkaar gespaard pensioen. Daardoor is Nederland van alle landen het beste voorbereid op de toekomst en de vergrijzing. Maar er zijn ook grote vragen. Kunnen
Daarover is nog lang niet iedereen het eens. Het kabinet heeft gezegd dat we langer moeten doorwerken, maar of dat voor iedereen in de Metalektro kan, is nog maar de vraag. Werknemersvoorzitter van PME Jos Brocken: “De komende tijd gaan werknemers en werkgevers samen nadenken over de vraag hoe we ook in de toekomst voor een goed pensioen gaan zorgen. Dat kan best een lastige puzzel worden. Maar één ding is duidelijk: met de hele Metalektro samen je pensioen regelen, zorgt voor hele lage kosten. En dat maakt juist in deze tijden een belangrijk verschil. Bovendien: PME bestaat al meer dan 60 jaar. In die tijd is er veel veranderd. PME heeft al die jaren laten zien zich steeds aan te kunnen passen aan nieuwe omstandigheden. Dat gaat ook nu weer lukken.”
5
Sterker u Leren van de crisis
Met de ervaringen van de kredietcrisis nog vers in het geheugen, onderzocht PME wat beter kan zodat PME, ondanks de tegenslagen van de crisis, toch beter uit de strijd komt. Alle pensioenfondsen in Nederland zijn hard geraakt door de kredietcrisis. De beleggingen werden minder waard, en voor de pensioenen moest tegelijkertijd meer geld opzij worden gezet omdat de rente daalde. Daardoor werd ingeteerd op de reserves die in goede tijden waren aangelegd. PME moest maatregelen nemen om de reserves weer op peil te krijgen. Werknemers en werkgevers betalen een hogere premie, en het pensioen van werknemers en gepensioneerden wordt voorlopig niet verhoogd. Maar bij PME zelf verandert ook het één en ander.
6
Lessen Als de economie in de hele wereld instort, kun je daar als pensioenfonds niets aan veranderen. Maar dat betekent niet dat er niks te leren valt van de crisis. Werknemersvoorzitter Jos Brocken: “PME had de financiële crisis natuurlijk niet kunnen voorkomen. Maar we willen de ervaring wel gebruiken om van te leren. En er sterker uit te komen. Wat beter kan, moet ook beter. En we beginnen bij onszelf.” Dat is precies wat PME gedaan heeft. Zo is bekeken of de beleggingen moeten worden aangepast, nu de economische omstandigheden sterk veranderd zijn. Daarnaast keek PME goed naar de eigen organisatie. Zowel in de beleggingen als in de organisatie gaat er wat veranderen. Over het
beleggingsbeleid is meer te lezen op pagina 8.
Kleiner bestuur PME is het pensioenfonds van en voor de sector Metalektro. Werkgevers en werknemers zijn samen de baas. Ze hebben ieder de helft van de stoelen in het bestuur. Dat bestuur bestond lange tijd uit 14 mensen. Zeven van de werkgeversorganisatie, en zeven van de vakbonden in de Metalektro. Doordat pensioenen en beleggingen steeds ingewikkelder worden, kost het de bestuursleden steeds meer tijd. PME’s werkgeversvoorzitter Ronald Van Vliet daarover: “De wereld om ons heen wordt steeds ingewikkelder. Wil je als bestuur van een pensioenfonds die steeds
uit de strijd complexere wereld blijven overzien, dan moet je er veel tijd in steken. Dat wordt alleen maar meer de komende jaren. Daarnaast neemt de complexiteit toe, dit vereist meer specifieke deskundigheid. Bovendien moeten besluiten, zeker als het gaat over beleggingen, soms snel worden genomen. Ook dat vraagt steeds meer tijd van bestuurders. Niet iedereen heeft die tijd, omdat iedereen in het dagelijks leven gewoon voor of in de Metalektro werkt. Daarom hebben we nu gekozen voor een ander bestuursmodel dat aan genoemde eisen voldoet, een compacter bestuur met aanvulling op het gebied van beleggen en risicomanagement, dat er nog meer bovenop kan zitten.”
Het bestuur van PME gaat het dus voortaan met minder mensen doen. In plaats van 14, komen er in het nieuwe bestuur 10 mensen. Uit het vorige bestuur blijven acht mensen, en er komen twee nieuwe bestuurders met extra ervaring en kennis op het gebied van beleggen. Overigens ontvangen bestuursleden geen salaris van PME en ook geen bonussen. De bestuursleden of hun werkgevers ontvangen alleen vacatiegelden. Dat zijn vergoedingen voor de werktijd die bestuursleden in het besturen van het fonds steken.
Strenge meester
De Nederlandsche Bank (DNB) controleert alle Nederlandse pensioenfondsen, net als dat bij banken gebeurt. In 2009 koos DNB met een steekproef tien pensioenfondsen uit voor een onderzoek naar de beleggingen. PME zat daar ook bij. DNB kwam dus langs bij PME. Alle kasten gingen open, en onder alle vloerkleden werd gekeken. Uiteindelijk was de conclusie van DNB dat sommige zaken bij PME beter konden. Het bestuur van PME was zelf al eerder begonnen met een onderzoek naar de ervaringen met de
Grip op de zaak Ook als de kredietcrisis voorbij is, zal de wereld er niet eenvoudiger op worden. De wereldwijde economieen grijpen steeds meer in elkaar. Daarnaast ligt de vraag op tafel hoe we ons pensioen de komende tientallen jaren goed én betaalbaar houden? Om sterk te blijven staan in de komende jaren, breidt PME de eigen organisatie uit. Een kleiner bestuur dus, maar met meer ondersteunende medewerkers. Vooral op het gebied van beleggingen en het in de gaten houden van
kredietcrisis. De punten die PME wilde verbeteren, werden bevestigd door de conclusies in de zogenoemde Aanwijzing van DNB. Nog meer aandacht voor het beter in kaart brengen en beheersen van alle mogelijke risico’s is één van die leerpunten uit de crisis. Een ander is de wens om meer grip te krijgen op het werk van vermogensbeheerders buiten de deur, vooral bij ingewikkelde beleggingen. Een kleiner bestuur, dat vaker bij elkaar kan komen, is daarbij belangrijk, Ook huurt PME extra specialisten in die het bestuur daarin kunnen ondersteunen.
allerlei mogelijke risico’s worden een paar extra mensen aangenomen. Want de nieuwe tijd vraagt om meer grip. Ronald van Vliet: “Al tientallen jaren besturen werkgevers en werknemers op een goede manier samen het fonds. De resultaten daarvan zijn over die hele periode beter dan gemiddeld. Dat tonen de rendementscijfers aan. Er is wel een hoop veranderd in al die jaren. En steeds ging PME mee met zijn tijd. Vaak liepen we voorop. Dat doen we ook nu weer.”
7
Sparen levert te weinig op
Beleggen nodig voor goed pensioen Wie spaart, die heeft wat. Maar aan het eind van de rit te weinig. Ten minste, als het gaat om je pensioen. Toch willen de meeste Nederlanders dat pensioenfondsen de euro’s parkeren op een spaarrekening, in plaats van er mee te beleggen. De angst voor beleggen zit blijkbaar diep, middenin de crisis. Hoe zit het eigenlijk? Levert dat beleggen nou echt wat op?
Groei van 100 euro in de afgelopen 25 jaar door verschillende manieren van sparen en beleggen. Start: € 100 eind 1984*
Eind 2009
Belegd door PME
€ 577
Belegd door gemiddeld Nederlands pensioenfonds
€ 514
Belegd in Nederlandse (10-jaars) staatsobligaties
€ 403
Gespaard
€ 308
* de bedragen zijn niet gecorrigeerd voor inflatie
8
Begin dit jaar werd onderzoek gedaan naar wat Nederlanders vinden van beleggen door pensioenfondsen. De uitkomst: 6 van de 10 Nederlanders vinden dat pensioenfondsen moeten worden verplicht het geld voor de pensioenen op een spaarrekening te zetten. Geen rare uitkomst, midden in de kredietcrisis. Want pensioenfondsen verloren in 2008 veel geld op de beleggingen.
Sparen of beleggen? Maar wat levert sparen op? En hoeveel verdienen we voor ons pensioen met de beleggingen? PME zette het op een rijtje. We namen 100 euro en deden alsof we die 25 jaar veilig hadden gespaard. En we keken ook wat die 100 euro had gedaan in de beleggingen van PME. Wat bleek: de 100 euro op de spaarrekening is na 25 jaar door de rente gegroeid tot 308 euro. Maar de 100 euro die PME belegde, groeide tot 577 euro. De opbrengst van beleggen is dus op de lange termijn veel hoger dan van sparen. In de tabel hiernaast staat alles op een rijtje. Daarin is ook te zien dat PME het met de beleggingen beter deed dan het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds.
Risico’s Beleggen is dus nodig voor een goed pensioen. Maar er zitten ook nadelen aan. Want de economie gaat op en neer. En dat geldt ook voor de waarde van de beleggingen. Er zijn dus risico’s. Maar door met alle werknemers en werkgevers in de Metalektro samen het pensioen te regelen, delen we die risico’s. We spreiden het risico over heel veel mensen, en over een hele lange tijd. Daardoor is het risico draagbaar, en kan iedereen toch profiteren van het geld dat beleggen op de lange termijn oplevert. Geld dat nodig is om de pensioenen betaalbaar en de uitkeringen op niveau te houden. In het plaatje hiernaast is te zien hoe 100 euro die PME 25 jaar geleden belegde, is gegroeid. In het plaatje is duidelijk te zien dat beleggen risico’s meebrengt. Want op
Waar zijn die rendementen voor nodig? Pensioenen worden steeds duurder. Want de salarissen stijgen bijna ieder jaar. En daardoor bouwen werknemers ieder jaar meer pensioen op. Bovendien probeert PME de pensioenen te laten meegroeien met de stijging van de prijzen. Zodat je met een euro van nu, als je straks met pensioen gaat, nog evenveel kunt kopen. Voor die steeds duurder wordende pensioenen is de premie die werknemers iedere maand samen met hun werkgever betalen, niet bedoeld. Werknemers betalen dus geen premie voor de jaarlijkse verhoging van het pensioen. De verhoging van de pensioenen wordt betaald uit de opbrengsten van de beleggingen. De pensioenen kunnen daardoor alleen verhoogd worden, als er voldoende wordt verdiend met die beleggingen. In slechte economische tijden, kunnen de pensioenen dus niet omhoog. Dat is ook nu het geval.
= PME = Nederlandse staatsobligaties = sparen
sommige momenten daalt de waarde. Dan wordt er dus verloren op de beleggingen. Dat gebeurde zowel tijdens de internetcrisis in 2002 als de kredietcrisis in 2008. Maar op lange termijn levert beleggen veel geld op. Geld voor uw pensioen. Ook dat is te zien in het plaatje.
Zekerheid is duur Natuurlijk kunnen we er met elkaar voor kiezen geen enkel risico te lopen. Dat we alleen nog maar sparen voor pensioen, en ver weg blijven van beleggen in aandelen, onroerend goed en grondstoffen. We weten dan een stuk beter waar we aan toe zijn. Maar wie kijkt naar de groene lijn in de grafiek, ziet dat sparen veel minder oplevert. Wie echte zekerheid wil, is dus zeker ook een stuk armer. Want absolute zekerheid is duur. Onbetaalbaar, als het gaat over pensioen. De premie zou bij absolute zekerheid meer dan twee keer zo hoog zijn. Of de pensioenen bijna de helft lager.
Leren van de crisis De 21 miljard euro pensioengeld belegt PME over de hele wereld. In bijvoorbeeld aandelen, staatsleningen en onroerend goed. De afgelopen jaren werden beleggingen, ook bij pensioenfondsen, steeds meer
verspreid over allerlei soorten investeringen. Op die manier werd een goed rendement gehaald en werden de risico’s gespreid. Maar dat maakte beleggen er niet eenvoudiger op. Dat bleek toen de kredietcrisis uitbrak, en het niet onmiddellijk duidelijk was, welke risico’s waren genomen. Werknemersvoorzitter van PME Jos Brocken zegt het zo: “De afgelopen jaren is beleggen steeds ingewikkelder geworden. Onze resultaten waren prima. Dat versterkte het vertrouwen in onze aanpak. Tijdens de kredietcrisis bleek wel dat het moeilijk is om alles van dag tot dag goed te blijven beoordelen als overal ter wereld de markten tegelijkertijd de weg kwijt raken. Daar moet je in de toekomst dus rekening mee houden. We weten ook dat werknemers en gepensioneerden ingewikkelde beleggingen met hun pensioengeld steeds minder vertrouwen. Ik denk dat het dus nodig is dat we de beleggingen overzichtelijker en - als het even kan - simpeler maken. Daardoor kunnen we tegelijkertijd de risico’s beter beheersen en kan ons bestuur het toezicht op de beleggers buiten de deur versterken. Om dat toezicht te versterken, is het logisch dat we op dat gebied extra expertise in het bestuur halen.”
9
Samen sterker Drie voordelen van een collectief pensioen Sommige dingen kun je nu eenmaal beter samen regelen dan in je eentje. En dat geldt zeker voor je pensioen. Maar waarom eigenlijk? Waarom ben je beter af bij een bedrijfstakpensioenfonds zoals PME? Een bedrijfstakpensioenfonds verzorgt de pensioenen voor alle werknemers binnen een sector. En dat heeft veel voordelen. Met een gezamenlijk pensioen worden kosten en risico’s met elkaar gedeeld. Zodat er per persoon uiteindelijk meer geld overblijft voor het pensioen. En ook de invloed deel je met elkaar. Werknemers en werkgevers zijn samen de baas.
Gedeelde kosten Wie in zijn eentje een pensioen regelt bij een verzekeraar, is veel meer euro’s kwijt aan administratiekosten dan bij een pensioenfonds. Logisch, als je nagaat dat een pensioenfonds voor een grote groep mensen hetzelfde pensioen regelt. Het is nu eenmaal goedkoper om in 1 keer hetzelfde voor 100 mensen te doen dan 100 keer iets anders. Daar komt nog iets bij: bedrijfstakpensioenfondsen zijn van en voor de sector. Het zijn stichtingen die geen winst hoeven uit te keren aan aandeelhouders en niet commercieel zijn. Dat geldt dus ook voor PME. Wat verdiend wordt met de beleggingen, komt dan ook allemaal ten goede aan de pensioenen. Er blijft niets aan de strijkstok hangen. Samen je pensioen regelen is dus een stuk goedkoper dan
10
alleen. Op een leven lang werken kan dat al snel tienduizenden euro’s schelen.
Gedeelde risico’s Pensioenfondsen beleggen een groot deel van het pensioengeld. Op de lange termijn levert dat nu eenmaal meer op dan sparen. Maar beleggen heeft ook risico’s. De kredietcrisis heeft dat opnieuw laten zien. Toch is enig risico nodig om de pensioenen nu en in de toekomst betaalbaar te houden. Als PME de afgelopen decennia geen beleggingsrisico had genomen en het geld alleen op veilige spaarrekeningen had gezet, waren de pensioenen nu een stuk lager en de premies veel hoger geweest. Gelukkig zijn de risico’s met een collectief pensioen een stuk kleiner dan wanneer je het in je eentje regelt. Dat komt omdat de risico’s over een hele grote groep en over een lange periode worden gespreid. Dus als de economie – zoals nu – in een crisis verkeert, vangen we de tegenvallers met elkaar op. Dat voelen we allemaal in onze portemonnee, maar minder dan wanneer je er alleen voor zou staan. Wie het in zijn eentje regelt, moet bovendien steeds veiliger beleggen naarmate het pensioen dichterbij
komt. Want een tegenvaller op de beurs gaat meteen ten koste van het opgebouwde pensioeninkomen. Tijd om dat goed te maken, is er dan vaak niet meer. Een bedrijfstakpensioenfonds belegt voor verschillende generaties tegelijk. Zo profiteren de ouderen tot op het laatste moment van de hogere rendementen van beleggingen met een iets hoger risico.
Andere gedeelde risico’s Met een bedrijfstakpensioen deel je ook nog een paar andere risico’s. Om te beginnen blijft je pensioen gewoon veilig wanneer het bedrijf waarvoor je werkt, failliet gaat. Maar ook als jou zelf iets overkomt, blijft je pensioen beschermd. Bij ziekte en arbeidsongeschiktheid blijf je in de meeste gevallen gewoon pensioen opbouwen. Als je volledig arbeidsongeschikt raakt, is dat nog gratis ook. En als je overlijdt, is er een levenslange uitkering voor je officiële partner en soms ook voor de kinderen.
Meer weten over de voordelen van een collectief pensioen? Bekijk de filmpjes op samenstajijsterk.nl.
"AJ>A@NEFBOP=GLAJOEKAJBKJ@O %KASANGPDAPAECAJHEFG "DIUWBOEFUJFOXFSLFOEF/FEFSMBOEFST[JUUFOCJKFFOCFESJKGTUBLQFOTJPFOGPOET %BOL[JK IFU /FEFSMBOETF QFOTJPFOTUFMTFM XBBS 1.& PPL EFFM WBO VJUNBBLU LBOJFEFSFFONFUFFOCFESJKGTUBLQFOTJPFOPQFFOHPFEFPVEFEBHTWPPS[JFOJOH SFLFOFO 5PDI JT FFO HPFE QFOTJPFO OJFU [P WBO[FMGTQSFLFOE BMT IFU MJKLU %F IVJEJHF FDPOPNJTDIF DSJTJT NBBLU POT EBBS OPH FFOT FYUSB WBO CFXVTU %BBSPNJTIFUCFMBOHSJKLFSEBOPPJUPNUFXFUFOIPF1.&XFSLU %FLFSOWBOQFOTJPFOGPOETFOJTDPMMFDUJWJUFJU.FUBOEFSFXPPSEFOTBNFO[PSHFO XFWPPSJFEFSFFO7PPSKPVFOKFDPMMFHBTPQEFBGEFMJOH NBBSPPLWPPSEJFJOEF SFTUWBO /FEFSMBOE 8BOU EPPS IFU TBNFO UF SFHFMFO QSPāUFSFOXF BMMFNBBMWBO IFFMWFFMWPPSEFMFO 0NUFCFHJOOFOEFMFOXFEFLPTUFO.FUFFODPMMFDUJFGQFOTJPFOXPSEFOEJFEPPSWFMF TDIPVEFSTHFESBHFO%BUJTWPPSJFEFSFFOFFOLMFJOFSFMBTUEBOXBOOFFSKFFSBMMFFO WPPS [PV TUBBO 3JTJDPT EFMFO XF PPL %JF [JKO NFU FFO DPMMFDUJFG QFOTJPFO NJOEFS HSPPU PNEBU[FPWFSFFOHSPUFHSPFQFOPWFSFFOMBOHFQFSJPEFXPSEFOHFTQSFJE &OXFEFMFOEFJOWMPFE8BOUXFXPSEFOCFTUVVSEEPPSXFSLOFNFSTFOXFSLHFWFST %F[FDPMMFDUJWJUFJUNBBLUPOTQFOTJPFOTUFMTFMVOJFLJOEFXFSFME7PMHFOTEFFYQFSUT JTIFU[FMGTIFUCFTUFQFOTJPFOTUFMTFMUFSXFSFME8FCMJKWFOPOTEBOPPLTBNFOTUFSL NBLFOWPPSFFOHPFEQFOTJPFO/VFOJOEFUPFLPNTU7PPSEF.FUBMFLUSPFOWPPSKPV
11
INTERVIEW
Jaap Janissen
voorzitter deelnemersraad
Een sterk bolwerk De rijen gesloten
In de Deelnemersraad van PME praten werknemers en gepensioneerden mee over het beleid van het pensioenfonds. De raad adviseert het bestuur over alle belangrijke besluiten. PME magazine sprak met Jaap Janissen, voorzitter van de Deelnemersraad, over de gevolgen van de kredietcrisis.
In januari schreef de Deelnemersraad van PME een open brief aan Nout Wellink, president van De Nederlandsche Bank. De belangrijkste boodschap voor de bankpresident: zorg voor rust in pensioenland en probeer te voorkomen dat pensioenfondsen gedwongen worden de pensioenen te verlagen als gevolg van de strenge regels. Jaap Janissen heeft nog geen antwoord ontvangen van Wellink. “Hij heeft natuurlijk nogal wat aan zijn hoofd op dit moment, maar ik hoop toch nog wat van hem te horen.”
Kritisch Jaap Janisssen: “De Deelnemersraad bestaat uit 22 mensen met een zeer kritische houding. Bijna iedereen heeft een achtergrond als actief
12
vakbondslid en OR-lid, dus dat is ons wel toevertrouwd. We zijn het dan ook niet altijd eens met het bestuur van PME. Maar nu zijn de rijen gesloten. We kunnen ons vinden in de maatregelen van PME om de crisis te bezweren: samen de lasten verdelen en er echt alles aan doen om te voorkomen dat de pensioenen worden verlaagd. Ook de lessen die zijn geleerd, spreken ons aan.”
Op één hoop Sinds het uitbreken van de kredietcrisis vertrouwen mensen de hele financiële sector een stuk minder. Ook pensioenfondsen hebben last van dat gedaalde vertrouwen. Jaap Janissen: “De pensioenfondsen worden op één hoop gegooid met de banken. Maar de banken hebben de
crisis veroorzaakt, en de pensioenfondsen zijn er het slachtoffer van. Dat is dus heel iets anders.” De Deelnemersraad vindt dan ook dat het vertrouwen in pensioenfondsen weer omhoog moet. “Goed en streng toezicht door De Nederlandsche Bank helpt daarbij, maar pensioenfondsen moeten niet vastgeketend worden. De pensioenfondsen zijn het laatste sterke bolwerk van sociale partners, waar werknemers en werkgevers samen optrekken. Als zij door allerlei wetten en regels steeds minder ruimte krijgen om zelf beslissingen te nemen, is het einde zoek. Dan brokkelt het draagvlak af voor ons collectieve pensioenstelsel. Terwijl dat al meer dan zestig jaar bewijst voor iedereen het beste systeem te zijn.”, zo besluit Jaap Janissen.