Over het boek De klassieker over de Eerste Wereldoorlog; hoe het allemaal begon De kanonnen van augustus is Tuchmans klassieke boek over de Eerste Wereldoorlog waarin zij het politieke voorspel belicht en de eerste oorlogshandelingen van het bloedige treffen dat in korte tijd zou uitgroeien tot een wereldbrand. Op meeslepende wijze beschrijft de Amerikaanse historica het koortsachtig diplomatiek overleg en de voor de Fransen en Belgen zo moeilijke eerste oorlogsmaand. In de eerste weken van de Grote Oorlog, die op 1 augustus 1914 is uitgebroken, heeft het Eerste Duitse leger onder bevel van generaal Alexander von Kluck in snel tempo België en Noord-Frankrijk onder de voet gelopen. Parijs wordt bedreigd. Bij de Marne brengen de Franse en Britse eenheden de Duitse opmars tot stilstand. Narratieve non-fictie van de bovenste plank. De pers over het boek ‘Barbara Tuchman heeft een feilloos instinct voor het onthullende detail.’ – newsweek Over de auteur Barbara Tuchman (1912-1989) is de auteur van een aantal inmiddels klassieke, in een briljante verhalende stijl geschreven boeken over belangrijke historische tijdperken, zoals De trotse toren en, haar grootste succes, De waanzinnige veertiende eeuw. Met De kanonnen van augustus, dat met de Pulitzer Prize werd bekroond, brak zij definitief door bij het grote publiek.
Barbara Tuchman
De kanonnen van augustus De eerste oorlogsmaand van 1914 Vertaald door A. Alberts Leesfragment
Uitgeverij De Arbeiderspers . Amsterdam . Antwerpen
Eerste druk 1976 Negende druk 2011 Copyright © 1962, 2000 erven Barbara Tuchman Copyright Nederlandse vertaling © 1976 (Uitgeverij Agon bv), 2000 bv Uitgeverij De Arbeiderspers Oorspronkelijke titel: The Guns of August Uitgave: MacMillan Publishing Co., Inc., New York Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Herengracht 370-372, 1016 ch Amsterdam. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Herengracht 370-372, 1016 ch Amsterdam. Omslagontwerp: Bram van Baal Foto omslag: Camera Press/Hollandse Hoogte 978 90 295 5 / nur isbnisbn paperback 978 906417 295 7331 3 / 680 nur 680 isbn e-book 978 90 295 6925 5 / nur 680 www.arbeiderspers.nl www.arbeiderspers.nl
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 7
1. Een begrafenis
De sombere, zwijgend wachtende menigte kon een gemurmel van intense bewondering niet onderdrukken, toen op die meimorgen van 1910 negen regerende monarchen in de begrafenisstoet van Edward vii van Engeland meereden. In scharlaken en blauw, groen en purper, kwamen ze in rijen van drie door de geopende hekken van het paleis, met bepluimde helmen, gouden nestels, rode sjerpen en behangen met ordetekens, waarvan de juwelen glinsterden in de zon. En na deze negen volgden vijf erfgenamen van koninkrijken, veertig keizerlijke en koninklijke prinsen, zeven koninginnen – drie regerende en vier koninginweduwen – en een kleine groep van bijzondere afgezanten van landen, die niet of niet meer monarchaal waren. Tezamen vertegenwoordigden zij niet minder dan zeventig volken. Hier was de grootste verzameling koningen van alle tijden voor de laatste maal bijeen. De klok van Westminster sloeg zijn negen doffe slagen toen de stoet in de ochtend het paleis verliet, maar volgens het uurwerk der geschiedenis was het zonsondergang: een voorgoed wegzinken van een oude wereld in een laatste opflikkering van pracht en praal. In het midden van de eerste rij reed de nieuwe koning George v, met aan zijn linkerzijde de hertog van Connaught, Edwards enige overlevende broer en aan zijn rechterkant de man, aan wie volgens The Times ‘de eerste plaats onder de buitenlandse rouwdragers toekwam’ en die ‘zelfs tijdens de meest gespannen betrekkingen tussen onze beide landen steeds zijn populariteit te onzent heeft behouden’. Kortom, Wilhelm ii, keizer van Duitsland. De keizer bereed een schimmel en hij was gekleed in de scharlaken uniform der Britse veldmaarschalken, terwijl hij de bij die rang behorende staf in de vuist geklemd hield. Aan zijn 7
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 8
gelaat achter de beroemde omhooggedraaide snorpunten had hij een uitdrukking weten te geven van ‘een bijna gestrenge ernst’. Aangaande de tegenstrijdige gevoelens, waaraan zijn ontvankelijk gemoed op dat ogenblik ten prooi was, weten we iets meer uit zijn brieven. ‘Ik ben er trots op mij hier thuis te voelen en een lid van deze koninklijke familie te zijn,’ schreef hij aan zijn Duitse familie, na de nacht te hebben doorgebracht in Windsor Castle in de voorheen door zijn Engelse moeder bewoonde appartementen. Een weemoedig verlangen, opgewekt door de omgang met zijn Engelse verwanten, streed om de voorrang met de trots, de eerste te zijn van de aanwezige monarchen en met de bijna wilde opluchting, die hij voelde, nu zijn oom van het Europese staatstoneel was verdwenen. Hij was immers gekomen om Edward te begraven, Edward, de vloek van zijn leven, Edward, de aartsintrigant, die, zoals Wilhelm het zag, de hoofdschuldige was van Duitslands ‘Einkreisung’. Edward, de broer van zijn moeder, die hij nooit had kunnen intimideren of imponeren en wiens dikke lichaam een schaduw over Duitsland had geworpen. ‘Hij is een satan. U kunt zich niet voorstellen wat voor een satan hij is!’ Deze uitspraak, door de keizer gedaan in Berlijn in 1907 tijdens een diner voor driehonderd gasten, was ingegeven door een van Edwards reizen door het vasteland van Europa, ondernomen met de kennelijk duivelse bedoeling de politiek van omsingeling nog verder door te voeren. Hij had een uitdagend bezoek van een week aan Parijs gebracht, was zonder noodzaak naar Spanje gegaan (waarvan de koning juist met zijn nicht was getrouwd) om de reis te besluiten met het afleggen van een visite bij de koning van Italië, ongetwijfeld om deze monarch los te weken uit het Drievoudig Verbond met Duitsland en Oostenrijk. De keizer, die de meest losse tong van Europa in zijn mond had, praatte zichzelf in een soort razernij, waarna hij zich ten slotte te buiten ging aan het soort opmerkingen, waarvan de diplomaten gedurende de voorafgaande twintig jaar van tijd tot tijd de zenuwen hadden gekregen. Gelukkig was de Omsingelaar nu dood en werd zijn plaats ingenomen door George, die, zoals de keizer een paar dagen voor de begrafenis tegen Theodore Roosevelt zei, een ‘erg aardige jongen’ was (van vijfenveertig jaar, zes jaar jonger dan de 8
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 9
keizer zelf). ‘Hij is door en door Engels en hij haat alle buitenlanders, maar dat kan me niet schelen, zolang hij de Duitsers maar niet meer haat dan de anderen.’ Wilhelm reed dus vol vertrouwen naast George en hij groette het vaandel van het 1ste regiment Royal Dragoons, waarvan hij ere-kolonel was. Bij een vorige gelegenheid had hij foto’s van zichzelf in regimentsuniform rondgedeeld. Boven zijn handtekening stonden de raadselachtige woorden: ‘Ik beid mijn tijd’. Die tijd was nu gekomen. Hij was de grootste monarch van Europa. Achter hem reden de twee broers van de koningin-weduwe Alexandra, koning Frederik van Denemarken en koning George van Griekenland, haar neef, koning Haakon van Noorwegen en drie koningen, die hun tronen zouden verliezen: Alfonso van Spanje, Manoël van Portugal en koning Ferdinand van Bulgarije, die een zijden tulband droeg en die zijn collega-soevereinen ergerde door zichzelf Tsaar te noemen. Thuis bewaarde hij in een kist de tekenen van de Byzantijnse keizerlijke waardigheid, afkomstig van een handelaar in toneelrekwisieten. Hij hield ze bij de hand voor het geval hij nog eens de scepter zou zwaaien over Constantinopel en omstreken. De menigte was zo verblind door dit schouwspel van de ‘schitterende bereden vorstenstoet’, zoals The Times het uitdrukte, dat maar weinigen aandacht hadden voor de negende koning. En het was nog wel de enige, die als mens tot grote hoogte zou stijgen. Ondanks zijn lengte en zijn perfecte rijkunst maakte Albert, koning der Belgen, die alle vorstelijke praal verafschuwde, in dit gezelschap een zowel verlegen als verstrooide indruk. Hij was toen vijfendertig jaar en nog nauwelijks een jaar in functie. In later tijden, toen zijn gezicht voor de wereld een symbool zou worden van heldendom en tragiek, zou het die uitdrukking van afwezigheid, van met zijn gedachten ergens anders zijn, blijven bewaren. De toekomstige aanleiding tot het drama reed aan Alberts rechterzijde: de lange, zwaarlijvige, in een korset verpakte en een met groene pluimen versierde helm dragende aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk, erfgenaam van de oude keizer Frans Jozef. Aan Alberts linkerkant een andere vorstentelg, die zijn troon nooit zou zien: kroonprins Joessoef van Turkije. 9
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 10
Na de koningen kwamen de koninklijke hoogheden: prins Fushimi, broer van de keizer van Japan, groothertog Michael, broer van de tsaar aller Russen, de hertog van Aosta, broer van de koning van Italië, in een lichtblauw uniform met groene pluimen, prins Karel van Zweden, prins Hendrik der Nederlanden en de kroonprinsen van Servië, Roemenië en Montenegro. Laatstgenoemde, prins Danilo, ‘een beminnelijk, bijzonder knap jongmens met allercharmantste manieren’, leek niet alleen in naam op de minnaar van de Lustige Witwe. Tot ontzetting van de Britse hofdignitarissen was hij de vorige avond aangekomen in gezelschap van ‘een charmante, zeer bekoorlijke jongedame’, die hij voorstelde als een der hofdames van zijn vrouw, naar Londen gekomen om te winkelen. Een heel regiment van lagere goden volgde: Duitse landskoningen, groothertogen en hertogen: Mecklenburg-Schwerin, Mecklenburg-Strelitz, Sleeswijk-Holstein, Waldeck-Pyrmont, Coburg, Saksen-Coburg en Saksen-Coburg-Gotha, Saksen, Hessen, Württemberg, Baden en Beieren. De Beierse afgezant, kroonprins Rupprecht, zou een paar jaar later een Duits legerkorps te velde commanderen. Dan was er nog een prins van Siam, een prins van Perzië, vijf prinsen uit het voormalige Franse koningshuis Bourbon-Orléans, een broer van de Khedive van Egypte, die een met gouddraad bestikte fez droeg, prins Tsiatao van China in een geborduurde lichtblauwe tabbaard en wiens oude dynastie het nog maar twee jaar zou uithouden. En dan nog de broer van de Duitse keizer, prins Hendrik van Pruisen, vertegenwoordiger van de Duitse marine, waarvan hij opperbevelhebber was. Te midden van deze vorstelijke praal bevonden zich drie heren in civiel: de heer Caston-Carlin, president van de Zwitserse Bondsrepubliek, de heer Pichon, minister van buitenlandse zaken van Frankrijk en oud-president Theodore Roosevelt, de speciale afgezant van de Verenigde Staten van Noord-Amerika. Men heeft Edward, wiens begrafenis het doel was van deze weergaloze bijeenkomst, dikwijls de ‘oom van Europa’ genoemd. Ten aanzien van de regerende Europese families was deze betiteling letterlijk juist. Hij was niet alleen de oom van keizer Wilhelm, maar ook, door de zuster van zijn vrouw, van de 10
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 11
keizerin-weduwe Marie van Rusland. De tsarina was zijn eigen nicht Alix; zijn dochter Maud was koningin van Noorwegen, een andere nicht, Ena, koningin van Spanje en een derde, Marie, zou al gauw koningin van Roemenië worden. De Deense familie van zijn vrouw bezette niet alleen de troon van Denemarken, maar had ook nog koningen geleverd voor Griekenland en Noorwegen. Andere familieleden, afstammelingen in verschillende graden van de negen zoons en dochters van koningin Victoria, kon men in overvloed aan alle hoven van Europa ontmoeten. Maar noch de familieband, noch zelfs de schok van Edwards plotselinge overlijden – hij was blijkens de uitgegeven berichten maar één dag ziek geweest – kon de onverwacht grote golf van medeleven verklaren. Dat medeleven was in feite een eerbewijs, gebracht aan Edwards grote en voor zijn land onwaardeerbare gaven als bekwaam en beminnelijk koninklijk ambassadeur. Tijdens zijn korte, negenjarige regeringsperiode had de ‘splendid isolation’ van Engeland plaats moeten maken voor een reeks afspraken en vriendschapsverdragen, die nog juist geen vastomschreven allianties waren – want zoiets definitiefs ligt Engeland niet – met twee oude vijanden, Frankrijk en Rusland, en met de opkomende wereldmacht Japan. De resultaten van deze evenwichtsverplaatsing had men over de hele wereld en ook in de betrekkingen tussen vrijwel alle landen onderling kunnen opmerken. Hoewel Edward geen leiding gaf aan, noch invloed uitoefende op de buitenlandse politiek van zijn land, heeft zijn persoonlijke diplomatie er veel toe bijgedragen deze verandering mogelijk te maken. Toen hij als kind eens werd meegenomen op een bezoek aan Frankrijk, heeft hij tegen Napoleon iii gezegd: ‘U heeft een mooi land. Ik zou best uw zoon willen zijn.’ Deze voorkeur voor alles wat Frans was (in tegenstelling tot of misschien wel uit protest tegen zijn moeders Duitse gezindheid) is hem bijgebleven en werd na haar dood in praktijk gebracht. Toen Engeland, geprikkeld door de bedreiging van het Duitse Vlootbouwprogramma van 1900, besloot zijn ruzies met Frankrijk bij te leggen, hebben Edwards gaven als Roi Charmeur de weg hiertoe geplaveid. Hij ging in 1903 naar Parijs, ondanks de adviezen, die 11
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 12
hem een uiterst koel welkom voorspelden. Bij zijn aankomst was de menigte nors en stil en er was alleen wat uittartend geschreeuw van ‘Vivent les Boers!’ en ‘Vive Fashoda!’1 De koning deed, alsof hij het niet hoorde. Toen een tobberige adjudant hem influisterde: ‘De Fransen mogen ons niet,’ antwoordde hij: ‘Waarom zouden ze?’ En ondertussen zat hij in zijn rijtuig te buigen en te glimlachen. Vier dagen achtereen vertoonde hij zich in het openbaar. Hij nam parades af in Vincennes, hij ging naar de paardenrennen in Longchamps, naar een galavoorstelling in de Opéra, naar een staatsiediner op het Elysée, een lunch op het ministerie van binnenlandse zaken en tijdens zijn theaterbezoek deed hij de vrieskou wijken voor warmer gevoelens door zich in de pauze tussen het publiek te mengen en in de foyer een beroemde Franse actrice uiterst galant te complimenteren. Overal sprak hij even beminnelijk als tactvol over zijn vriendschap en bewondering voor de Fransen, over hun ‘roemrijk verleden’ hun ‘heerlijke stad’, waaraan hij een gehechtheid koesterde, ‘versterkt door vele gelukkige herinneringen’. Hij sprak over het ‘wezenlijk genoegen’, dat hij aan dit bezoek beleefde en over zijn overtuiging, dat oude misverstanden ‘nu gelukkig voorbij en vergeten zijn’. Hij verzekerde, dat de wederzijdse voorspoed van Frankrijk en Engeland een zaak was, die beide landen aanging en dat hun vriendschap hem bij voortduring na aan het hart zou liggen. Toen hij vertrok riep de menigte: ‘Vive notre roi!’ ‘Er heeft zelden een zo volledige omzwaai in de openbare mening plaatsgevonden als hier het geval is geweest. Hij heeft de harten van alle Fransen veroverd,’ aldus een Belgisch diplomaat. De Duitse ambassadeur vond het koninklijk bezoek ‘een heel wonderlijke zaak’ en hij veronderstelde, dat een Engels-Franse toenadering het resultaat was van ‘een algemeen gevoelde afkeer jegens Duitsland’. Na een jaar hard werken aan het regelen van geschillen werd de toenadering vastgelegd in de in april 1904 ondertekende Engels-Franse Entente. Duitsland had zo’n Engels verbond voor zichzelf kunnen krijgen, als zijn politieke leiders, door hun wantrouwen aangaande de Engelse motieven, de avances van de minister van koloniën, Joseph Chamberlain, in 1899 en later nog in 1901 niet 12
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 13
hadden afgewezen. Noch de duistere Holstein, die de Duitse buitenlandse politiek van achter de schermen leidde, noch de elegante en erudiete kanselier, prins Bülow, noch de keizer zelf wisten precies, waarvan zij Engeland verdachten, maar het was vast wel iets verraderlijks. De keizer heeft altijd een verdrag met Engeland gewild, als hij het had kunnen krijgen zonder openlijk voor die wens uit te komen. Bij de begrafenis van koningin Victoria heeft hij, onder de indruk van zijn Engelse omgeving en familie zijn verlangen dienaangaande aan Edward bekend. ‘Nog geen muis zou zich in Europa mogen bewegen zonder onze toestemming’, dat was de manier, waarop de keizer een EngelsDuits verbond zag. Maar zodra niet vertoonden de Engelsen een zekere bereidheid, of de keizer en zijn ministers deinsden terug. Ze vreesden een valstrik. En omdat ze bang waren aan de conferentietafel een nederlaag te lijden, gaven ze er de voorkeur aan maar liever helemaal weg te blijven en hun toevlucht te zoeken bij een steeds groter wordende vloot om daarmee de Engelsen te dwingen tot een overeenkomst. Bismarck had zijn landgenoten al gewaarschuwd zich tevreden te stellen met een militair overwicht te land, maar zijn opvolgers waren noch ieder afzonderlijk noch in vereniging van zijn kaliber. Hij had zich niet laten afleiden van duidelijk gestelde doelen; zij tastten hun weg naar breder horizonnen zonder een helder begrip van wat ze eigenlijk wilden. Holstein was een Machiavelli zonder politieke ideeën, die volgens één principe werkte: wantrouw iedereen. Bülow had helemaal geen principes. Hij was zó glibberig, klaagde zijn collega, admiraal Tirpitz, dat bij hem vergeleken een aal wel een bloedzuiger leek. De licht ontvlambare, onstandvastige, altijd weer nieuwe denkbeelden krijgende keizer stelde zich om het uur een ander doel en hij bedreef de diplomatie als een soort oefening in perpetuum mobile. Geen van hen geloofde, dat Frankrijk en Engeland ooit tot overeenstemming zouden raken en alle waarschuwingen op dit gebied werden door Holstein als ‘kinderlijk’ afgedaan. Dat gebeurde zelfs met een bijzonder uitvoerig rapport van baron Eckhardstein, Duits ambassaderaad in Londen. Tijdens een diner op Marlborough House in 1902 had Eckhardstein de Fran13
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 14
se ambassadeur Cambon met Chamberlain in de biljartkamer zien verdwijnen om daar een ‘geanimeerd gesprek’ te voeren, dat achtentwintig minuten duurde en waarvan hij maar twee woorden heeft kunnen opvangen: ‘Egypte’ en ‘Marokko’. (De baron heeft in zijn memoires niet meegedeeld of de deur openstond of dat hij aan het sleutelgat heeft geluisterd.) Naderhand moest hij bij de koning in diens studeerkamer komen, waar Edward hem een 1888-Uppmannsigaar aanbood en hem vertelde, dat Engeland en Frankrijk een einde zouden gaan maken aan al hun onderlinge geschillen. Toen de Entente een feit werd barstte Wilhelm van woede. Het ergste was voor hem misschien nog wel, dat de grondslag van het verdrag was gelegd tijdens Edwards triomf in Parijs. De Reise-Kaiser, zoals Wilhelm wel werd genoemd, vond balsem voor zijn vaak gewonde ziel in het afleggen van staatsiebezoeken aan buitenlandse hoofdsteden en zijn grootste verlangen ging uit naar het onbereikbare Parijs. Hij was overal geweest, zelfs in Jeruzalem, waar men de Jaffa-poort had moeten uitbreken om hem in staat te stellen zijn intocht te paard te maken, maar Parijs, dat alles had, wat Berlijn niet bezat, bleef voor hem een gesloten gebied. Hij wilde de toejuichingen der Parijzenaars in ontvangst nemen en onderscheiden worden met het Grootkruis van het Legioen van Eer en tot tweemaal toe liet hij die wens in Frankrijk blijken. Maar de uitnodiging kwam niet. Hij kon de Elzas binnenrijden en de glorie van 1870 bezingen. Hij kon in het Lotharingse Metz parades afnemen, maar – misschien is dat wel het droevigste verhaal van een vorstenlot – de keizer heeft tweeëntachtig jaar geleefd en hij is gestorven zonder ooit Parijs te hebben gezien. De afgunst jegens oudere landen knaagde aan hem. Tegenover Theodore Roosevelt beklaagde hij er zich over, dat de Engelse adel tijdens reizen op het vasteland nooit naar Berlijn ging, maar altijd naar Parijs. Hij voelde zich niet naar waarde geschat. ‘Tijdens mijn lange regering,’ heeft hij eens tegen de koning van Italië gezegd, ‘hebben mijn collega’s, de vorsten van Europa, geen aandacht geschonken aan wat ik te zeggen heb. Maar als ik binnenkort met mijn sterke vloot mijn woorden zal onderstrepen, dan zullen ze wel wat meer eerbied krijgen.’ Soortgelijke 14
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 15
gevoelens koesterde het hele Duitse volk, dat evenals zijn keizer leed onder een ontzettend gemis aan erkenning. Boordevol energie en eerzucht, bewust van zijn kracht, gevoed met de leringen van Nietzsche en Treitschke, meenden zij er recht op te hebben ‘über alles’ te zijn en zij voelden zich bedrogen toen de wereld dat recht niet erkende. ‘Wij moeten,’ aldus schreef Bernhardi, de woordvoerder der militaristen, ‘aan de Duitse natie en de Duitse geest door de hele wereld heen die grote waardering verschaffen, die haar toekomt... en die men haar tot nu toe niet heeft willen geven.’ Hij erkende openlijk, dat er maar één middel bestond ter bereiking van dit doel. De kleinere Bernhardi’s, de keizer aan het hoofd, probeerden de zo innig verlangde waardering te krijgen door dit middel: dreigementen en machtsvertoon. Zij schudden de ‘Panzerfaust’, eisten hun plaats onder de zon en verkondigden de deugden van het zwaard in lofzangen op ‘Blut und Eisen’ en ‘glitzernde Rüstung’. Voor Duits gebruik werd Theodore Roosevelts voorschrift op het stuk van omgang met naburen (‘Spreek bedaard, maar houd een dikke stok bij de hand’), verteutoniseerd in: ‘Schreeuw zo hard mogelijk en zwaai met een groot geweer’. Als ze dat deden, als de keizer zijn troepen vóór hun vertrek naar het China van de Boxeropstand opdroeg zich te gedragen als de Hunnen van Attila (de keuze van Hun als het prototype van een Duitser is de zijne geweest) en als de pan-Germaanse genootschappen en Kriegsmarinebünde zich verveelvoudigden en tijdens congressen van andere volken de erkenning van Duitslands recht op Lebensraum eisten, dan beantwoordden die andere landen dit door het sluiten van onderlinge allianties. En als ze dat deden dan schreeuwde men in Duitsland: ‘Einkreisung!’ – Omsingeling! Het refrein ‘Deutschland gänzlich einzukreisen’ kraste in de oren van het Europa uit die dagen. Edwards buitenlandse reizen werden voortgezet – Rome, Wenen, Lissabon, Madrid – en niet alleen naar koninklijke hoven. Ieder jaar ging hij kuren in Marienbad, waar hij van gedachten wisselde met Frankrijks Tijger. Ze waren in hetzelfde jaar geboren en Clemenceau was tijdens Edwards regeringsperiode vier jaar lang premier. Clemenceau was met Napoleon van mening, dat Pruisen ‘uit een kanonskogel was gebroed’ en hij 15
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 16
zag het kuiken in zijn richting komen. Al zijn werken en plannenmaken gebeurde in de schaduw van één overheersende gedachte: ‘dat de Duitse machtswellust... de uitroeiing van Frankrijk ten doel had.’ Hij zei tegen Edward, dat als Frankrijk eens hulp nodig zou hebben, Engelands macht ter zee niet voldoende zou zijn en hij herinnerde de koning eraan, dat Napoleon bij Waterloo en niet bij Trafalgar was verslagen. De koning, die in zijn leven twee hartstochten kende: correcte kleding en een weinig orthodox gezelschap, vergaf Clemenceau zijn slechtzittend pak en bewonderde hem. Tot groot ongenoegen van zijn onderdanen bracht Edward in 1908 een staatsiebezoek aan de tsaar aan boord van diens jacht in Reval. De Engelse imperialisten beschouwden Rusland als de oude vijand uit de Krimoorlog en als de meer recente bedreiger van Brits-Indië, terwijl de Liberalen en Labour het zagen als het land van de knoet, de pogrom en het afslachten van de revolutionairen van 1905 en de tsaar volgens Ramsay Macdonald niets anders was dan een doodgewone moordenaar. Het ongenoegen was overigens wederkerig. Rusland verafschuwde Engelands verbond met Japan en Engeland stond de verwezenlijking van het eeuwige Russische verlangen naar het bezit van Constantinopel, de Bosporus en de Dardanellen in de weg. Nicolaas ii heeft eens twee van zijn persoonlijke vooroordelen samengevat in één enkele uitspraak: ‘Een Engelsman is een Jood.’ Maar oude tegenstellingen waren niet zo sterk als nieuwe noodzakelijkheden en door het drijven van de Fransen, die hun beide bondgenoten maar al te graag tot overeenstemming zagen komen, werd in 1907 een Engels-Russisch verdrag gesloten. Het leek wenselijk, dat een persoonlijk en vriendschappelijk koninklijk contact het laatste wantrouwen zou wegnemen en daarom scheepte Edward zich in voor Reval. Hij voerde daar lange gesprekken met de Russische minister van buitenlandse zaken Isvolsky en hij danste met de tsarina de wals uit de Lustige Witwe. Dit laatste zelfs met zoveel succes, dat hij de eerste was, die haar liet lachen sinds het ogenblik, waarop deze ongelukkige vrouw de kroon der Romanovs had gedragen. En dit was gewichtiger dan men zou denken, want Nicolaas, die Rusland misschien niet bestuurde in de actieve betekenis van het woord, re16
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 17
geerde in ieder geval als autocraat en hij werd op zijn beurt weer geregeerd door zijn eigenzinnige, zij het wat zwakhoofdige vrouw. Mooi, hysterisch en ziekelijk wantrouwend, haatte zij iedereen buiten haar onmiddellijke familie en buiten een reeks fantastische of krankzinnige charlatans, die aanboden haar troost te brengen in haar wanhoop. De tsaar, een mentaal bekrompen en weinig onderlegd man, was volgens keizer Wilhelm ‘alleen maar geschikt om op het land te wonen en knolrapen te verbouwen.’ De keizer beschouwde de tsaar als zijn persoonlijke invloedssfeer en hij probeerde hem op allerlei slimme manieren los te maken uit het Franse verbond, dat het gevolg was geweest van Wilhelms eigen dwaasheid. Bismarcks stelregel ‘Blijf vrienden met Rusland’ en zijn Russisch Verdrag had Wilhelm tegelijk met Bismarck laten vallen. Het was de eerste en ergste blunder van zijn regering. Alexander, de lange, strenge tsaar uit die dagen, was onmiddellijk overstag gegaan en had in 1892 een verbond gesloten met het republikeinse Frankrijk, ook al moest hij daarvoor in de houding gaan staan bij de Marseillaise. Bovendien zette hij Wilhelm, die hij beschouwde als een ongemanierde kwajongen (‘un garçon mal élevé’) van tijd tot tijd op zijn nummer en hij behandelde hem met een bestudeerde achteloosheid. Na de troonsbestijging van Nicolaas had Wilhelm voortdurend geprobeerd zijn blunder te herstellen door aan de jonge tsaar lange brieven te schrijven in het Engels, vol adviezen, kletspraatjes en politieke tinnegieterij (de bekende NickyWilly-correspondentie). Een ongodsdienstige republiek, bevlekt met het bloed van koningen was, aldus Wilhelm, voor de tsaar geen geschikt gezelschap. ‘Geloof, me, Nicky, dat land is voor altijd door God vervloekt.’ Nicky’s ware belangen lagen in een Drei-Kaiser Bund, namelijk van de keizers van Rusland, Oostenrijk en Duitsland. En omdat de oude tsaar hem vroeger op zijn nummer had gezet, meende Wilhelm op zijn beurt de zoon een beetje neerbuigend te moeten behandelen, bijvoorbeeld door hem op de schouder te kloppen en te zeggen: ‘Ik raad je aan meer redevoeringen te houden en meer parades af te nemen. Meer redevoeringen en meer parades.’ En dan bood hij ook nog aan Duitse troepen te sturen om Nicolaas tegen zijn 17
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 18
oproerige onderdanen te beschermen en dat maakte de tsarina razend, die na ieder bezoek steeds meer het land aan Wilhelm kreeg. Toen het hem niet lukte Rusland van Frankrijk weg te lokken, stelde de keizer een vernuftig verdrag op, waarbij Rusland en Duitsland zich verbonden elkander bij te staan in geval van een aanval op een van beide. Dit verdrag moest dan na ondertekening door de tsaar worden voorgelegd aan de Franse regering met het verzoek zich erbij aan te sluiten. Na Ruslands rampzalige oorlog met Japan (waartoe de keizer de tsaar had aangemoedigd) en de daarop gevolgde revolutionaire woelingen, kortom, toen de Russische regering in een treurige situatie verkeerde, nodigde Wilhelm de tsaar uit tot een geheim gesprek, buiten aanwezigheid der ministers in Björkö aan de Finse golf. Wilhelm wist heel goed, dat Rusland niet tot zijn verdrag kon toetreden zonder zijn woord jegens Frankrijk te breken, maar hij meende, dat de handtekeningen der beide soevereinen voldoende waren om die moeilijkheid uit de weg te ruimen. Nicolaas tekende. Wilhelm was in de wolken. Hij had zijn fatale blunder goedgemaakt en de omsingeling doorbroken. De Duitse achterdeur stond weer open. ‘De tranen glinsterden in mijn ogen,’ schreef hij aan Bülow en hij was er zeker van, dat grootpapa (Wilhelm i, die op zijn sterfbed iets had gemompeld over een oorlog aan twee fronten) vanuit de hemel op hem neerzag. Hij meende, dat zijn verdrag een diplomatiek meesterwerk van de eerste orde was. En dat zou het ook zijn geweest op een kleine fout na. Toen de tsaar met zijn verdrag thuiskwam, wezen zijn ministers, na één ontzette blik op de tekst te hebben geworpen, op het feit, dat hij, door de belofte zich in een mogelijke oorlog aan te sluiten bij Duitsland, zijn verbond met Frankrijk had gedesavoueerd, een kleinigheid, die ‘ongetwijfeld onder de invloed van keizer Wilhelms welsprekendheid aan de aandacht van Zijne Majesteit was ontsnapt.’ Het verdrag van Björkö was hiermee na een kortstondig bestaan voorgoed van de baan. En nu ging Edward onder vier ogen met de tsaar in Reval zitten praten. Bij het lezen van het rapport van de Duitse ambassadeur over deze ontmoeting, waarin werd geopperd, dat Edward 18
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 19
werkelijk vredelievende bedoelingen had, schreef de keizer woedend in de marge: ‘Leugens. Hij wil oorlog. Maar die moet ik beginnen zodat hem de blaam niet treft.’ Het jaar eindigde met de meest explosieve faux pas, ooit door de keizer gemaakt: een interview, gegeven aan de Daily Telegraph, waarin hij zijn denkbeelden uiteenzette over wie tegen wie zou moeten vechten. Ditmaal streek hij niet alleen zijn buren, maar ook zijn eigen landgenoten tegen de haren in. De openbare afkeuring klonk zo luid, dat de keizer naar bed ging, drie weken ziek bleef en zich daarna tamelijk lang wat terughoudender toonde. Nadien hadden zich geen nieuwe opwindende gebeurtenissen voorgedaan. De periode tussen 1908 en 1910 was de rustigste van het tijdperk. Europa vermeide zich rijk en welgedaan in een sfeer als van een middagdutje. Het jaar 1910 was vredig en voorspoedig en de tweede ronde met de Marokkaanse crises2 en de Balkanoorlogen3 moest nog komen. Er was juist een nieuw boek gepubliceerd, De Grote Illusie door Norman Angell en daarin werd bewezen, dat oorlog tot de onmogelijkheden hoorde. Door indrukwekkende voorbeelden en onomstotelijke argumenten toonde Angell aan, dat onder de bestaande onderlinge afhankelijkheid der volken, de overwinnaar net zoveel te lijden zou krijgen als de overwonnene. De oorlog was onvoordelig geworden en daarom zou geen enkel land zo dwaas zijn er een te beginnen. Vertaald in elf talen werd De Grote Illusie een cultus. Aan de universiteiten in Manchester, Glasgow en andere industriesteden vormden zich meer dan veertig studiegroepen van ware gelovigen, die zich wijdden aan de verspreiding van hun dogma. Angells meest overtuigde discipel was een man met grote invloed op de defensiepolitiek: burggraaf Esher, vriend en raadsman van de koning, voorzitter van de Oorlogsraad, belast met de reorganisatie van het leger na de slechte ervaringen in de Boerenoorlog. Lord Esher hield lezingen over de conclusies uit De Grote Illusie in Cambridge en aan de Sorbonne, waarin hij betoogde hoe ‘de nieuwe economische factoren duidelijk de zinloosheid van aanvalsoorlogen bewezen.’ Een twintigsteeeuwse oorlog zou, zei hij, op een dermate grote schaal moeten worden gevoerd, dat de onvermijdelijke gevolgen in de vorm van commerciële rampen, financiële ondergang en menselijk 19
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 20
lijden zoveel preventief werkende invloeden zouden hebben, dat de oorlog er eenvoudig ondenkbaar door werd. Hij vertelde aan een gehoor, bestaande uit officieren-leden van de United Service Club onder voorzitterschap van de chef van de generale staf Sir John French, dat ‘oorlogvoering elke dag moeilijker en onwaarschijnlijker werd’ ten gevolge van het steeds sterker wordende onderlinge verband der volken. Lord Esher was ervan overtuigd, dat Duitsland ‘even ontvankelijk voor de leerstellingen van Norman Angell is als Engeland.’ Er is niets bekend geworden over de mate van ontvankelijkheid van de keizer en de kroonprins, aan wie hij exemplaren van De Grote Illusie toezond of deed toezenden. En het is al evenmin bekend, of hij het boek ter kennis heeft gebracht van generaal Von Bernhardi, die in 1910 bezig was met het schrijven van een werk Deutschland und der nächtste Krieg. Dit boek werd in 1911 gepubliceerd en het zou evenveel invloed hebben als dat van Angell, maar dan vanuit een tegenovergestelde gezichtshoek. Van de door Bernhardi verdedigde stellingen krijgt men een goede indruk uit de titels van enkele hoofdstukken: ‘Het recht tot oorlogvoeren’, ‘De plicht tot oorlogvoeren’ en ‘Wereldmacht of vernietiging’. Als eenentwintigjarige cavalerie-officier reed Bernhardi als eerste Duitser onder de Arc de Triomphe door bij de Pruisische intocht in Parijs. Sindsdien hebben vaandels en roem hem minder belang ingeboezemd dan de wetenschap van het oorlogvoeren, in verband gebracht met ‘Duitslands historische opdracht’ (nog een van zijn hoofdstukken). Hij werd hoofd van de afdeling Militaire geschiedenis van de Generale Staf en hij behoorde zelfs tot de elite van dit scherp denkende, hardwerkende orgaan. Hij heeft verder nog een klassiek geworden werk geschreven over de cavalerie alvorens een jarenlange bestudering van Clausewitz, Treitschke en Darwin te comprimeren in het boek, dat zijn naam een synoniem zou maken van die van Mars. Oorlog, verklaarde hij, is een biologische noodzakelijkheid. Hij vervult een rol bij de uitvoering der natuurwetten, met name bij die van de wet, die de strijd om het bestaan beheerst. Volken, zei hij, moeten vooruitstreven of tenondergaan. Stilstaan is niet mogelijk en Duitsland moet dus kiezen tussen ‘wereldmacht of 20
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 21
vernietiging’. Duitsland ‘staat in sociaal-politiek opzicht voorop in culturele ontwikkeling’, maar het ligt ‘beklemd binnen nauwe, onnatuurlijke grenzen’. Het kan zijn ‘grote zedelijke doelstellingen’ niet verwezenlijken zonder een versterkte politieke macht, een vergrote invloedssfeer en nieuw grondgebied. Deze machtstoename, ‘die bij onze belangrijkheid past’ en ‘die wij gerechtigd zijn te eisen’ is ‘een politieke noodzakelijkheid’ en ‘de eerste en allerhoogste plicht van de staat’. ‘Voor dat wat wij nu nog verder willen bereiken moet gevochten worden.’ (Cursivering van Bernhardi.) En na deze conclusie galoppeerde hij naar de finish: ‘Verovering wordt aldus een noodzakelijkheid.’ Na op deze manier het bewijs te hebben geleverd voor de Notwendigkeit (een lievelingsuitdrukking van de Duitse militaire theoretici), ging Bernhardi over tot de bespreking van de methode. De plicht tot het voeren van een oorlog eenmaal erkend zijnde, moet men hem vervolgens met succes voeren. En daarom behoort een staat die oorlog ‘op het meest geschikte’ ogenblik te beginnen. De staat bezit een ‘erkend recht... zichzelf van het trotse voorrecht van een dergelijk initiatief te verzekeren.’ Een aanvalsoorlog wordt aldus opnieuw een ‘Notwendigkeit’ en daaraan kan een volgende onontkoombare conclusie worden verbonden: ‘Het is onze plicht... in het offensief te gaan en de eerste klap uit te delen.’ Bernhardi was, anders dan de keizer, allerminst bevreesd voor het op een agressor rustende ‘odium’. En het stuitte hem ook allerminst tegen de borst te vertellen, waar die eerste klap zou moeten vallen. Het was ondenkbaar, schreef hij, dat Duitsland en Frankrijk hun geschillen ooit door onderhandelingen zouden kunnen oplossen. ‘Frankrijk moet zo volkomen worden gekraakt, dat het nooit meer in staat zal zijn ons pad te kruisen; het moet eens en voor al als grote mogendheid worden vernietigd.’ Koning Edward heeft het boek van Bernhardi niet meer gelezen. In januari 1910 zond hij de keizer zijn jaarlijkse gelukwensen, vergezeld van een wandelstok. Daarna vertrok hij naar Marienbad en Biarritz. Een paar maanden later was hij dood. ‘We hebben de voornaamste steunpilaar van onze buitenlandse politiek verloren,’ zei Isvolsky, toen hij het nieuws hoorde. Dit was overdreven, want Edward was alleen het instrument 21
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 22
en niet de architect geweest van het nieuwe machtsevenwicht. In Frankrijk veroorzaakte zijn overlijden een ‘diepe ontroering’ en een ‘wezenlijke verbijstering’, zoals de Figaro schreef. In Parijs werd, volgens het blad, het verlies van een ‘groot vriend’ even diep gevoeld als in Londen. De lantaarns en de etalages in de rue de la Paix waren, evenals die in Piccadilly, met rouw omfloerst. Huurkoetsiers bonden kleine krippen sluiers aan hun zwepen en de met zwarte banden omlijste portretten van de koning zag men zelfs in de Franse provinciesteden, als gold het de dood van een landgenoot. In Tokio werd tevens eer gebracht aan het Engels-Japanse verbond. Daar waren de huizen getooid met de gekruiste, door zwarte stokken gedragen vlaggen der twee landen. En hoe men in Duitsland ook over de gebeurtenis mocht denken, de vormen werden correct in acht genomen. Alle leger- en marine-officieren kregen bevel voor acht dagen de rouw aan te nemen en de thuisvloot vuurde een saluut af en liet de vlaggen halfstok waaien. De Rijksdag hoorde staande de voorlezing van een boodschap van medeleven aan en de keizer bracht persoonlijk een bezoek van anderhalf uur aan de Britse ambassadeur. In de daaropvolgende week was in Londen de koninklijke familie druk doende met het ontvangen der koninklijke gasten, die aan het Victoria Station aankwamen. De keizer maakte de reis overzee met zijn jacht, de Hohenzollern, geëscorteerd door vier Engelse torpedobootjagers. Hij ging voor anker in de Theemsmonding en maakte de rest van de reis per trein, zodat hij evenals de gewone koningen aankwam aan het Victoria Station. Er werd een purperen loper over het perron uitgerold op de plaats, waar het keizerlijk rijtuig zou stoppen. Toen de trein op het middaguur binnenstoomde zag men even later de bekende figuur van de Duitse keizer uitstappen om te worden begroet door zijn neef, koning George, die hij op beide wangen zoende. Na de lunch gingen ze samen naar Westminster Hall, waar het lichaam van Edward lag opgebaard. Een nachtelijk onweer en stortregens, die de hele ochtend duurden, hadden de lange rij van Edwards onderdanen, die hun beurt afwachtten om langs de baar te mogen defileren, niet kunnen afschrikken. Op deze donderdag, 19 mei, was de stoet van wachtenden vijf mijl lang. Het 22
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 23
was ook de dag, waarop de baan van de aarde door de staart van de komeet van Halley zou moeten gaan en er waren mensen, die eraan herinnerden, dat kometen van oudsher als ongeluksboden werden beschouwd. (Een komeet had indertijd de verovering van Engeland door de Normandiërs aangekondigd.) Literair aangelegde redacteuren van kranten namen dan ook hun toevlucht tot Shakespeares regels uit Julius Caesar: Als bedelaars sterven ziet men geen kometen, Maar vurige strepen aan de hemel zelf Verkondigen de dood van vorsten. In de grote hal van de abdij stond in sombere majesteit de kist, waarop kroon, rijksappel en scepter lagen. Bij de vier hoeken stonden officieren van verschillende regimenten in de traditionele rouwhouding, met gebogen hoofden en met witgeschoeide handen over het gevest van de degen gekruist. De keizer bekeek dit alles met een kennelijk professionele belangstelling. Hij was erg onder de indruk en nog jaren later wist hij zich alle details, waaronder vooral het ‘prachtige middeleeuwse decor’ te herinneren. Hij zag het schemerend daglicht door de smalle gotische ramen op de kroonjuwelen vallen. Hij keek naar het aflossen van de wacht: hoe de vier aflossende officieren aangemarcheerd kwamen, de degen met de punt omhooggericht tijdens het lopen en met de punt naar beneden, zodra ze de houding hadden aangenomen, terwijl ondertussen de afgeloste wacht langzaam van het toneel in het duister verdween. De keizer legde zijn krans van rode en witte bloemen op de kist, knielde naast koning George in stil gebed neer, stond weer op en drukte de hand van zijn neef met een krachtig en meelevend gebaar. Dit raakte al gauw bekend en werd heel sympathiek gevonden. In het openbaar was zijn houding voorbeeldig. Maar in zijn particuliere gesprekken kon hij geen weerstand bieden aan de geboden gelegenheid tot complotteren. Tijdens een diner, door de koning in Buckingham Palace gegeven voor zeventig koninklijke en andere officiële rouwdragers, nam de keizer de Franse minister Pichon apart en stelde hem voor, dat Frankrijk de zijde van Duitsland zou kiezen ingeval laatstgenoemd land in 23
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 24
conflict met Engeland zou komen. Gezien tijd en plaats veroorzaakte deze keizerlijke aberratie nogal wat opschudding. Het was een van die incidenten, die vroeger de Britse minister van buitenlandse zaken, Sir Edward Grey, al eens hadden doen verzuchten: ‘De andere soevereinen zijn zoveel bedaarder.’ De keizer ontkende naderhand ook maar iets in deze geest te hebben gezegd. Hij zou alleen maar hebben gesproken over Marokko en ‘enige andere politieke problemen’. De heer Pichon was de discretie zelf en vertelde, dat de keizer zich ‘minzaam en vredelievend had uitgelaten.’ In de begrafenisstoet op de volgende ochtend – hij moest toen zijn mond wel houden – was Wilhelms gedrag voorbeeldig. Hij bleef met zijn paard een hoofdlengte achter dat van koning George en Conan Doyle, voor deze gelegenheid de speciale correspondent van The Times, vond hem ‘zo edel, dat Engeland iets van zijn aloude vriendelijkheid zou verliezen, als het hem die dag niet opnieuw aan het hart zou drukken.’ Toen de stoet bij Westminster Hall aankwam, was hij de eerste, die afsteeg en toen het rijtuig van koningin Alexandra voorreed ‘liep hij zó vlug naar het portier, dat hij het nog vóór de lakeien bereikte,’ om vervolgens te merken, dat de koningin bezig was aan de andere kant uit te stappen. Wilhelm draafde lichtvoetig om het rijtuig heen, nog altijd met een kleine voorsprong op de lakeien, hielp de weduwe bij het uitstappen kuste haar met al de genegenheid van een bedroefde neef. Gelukkig kwam koning George om zijn moeder uit dit perikel te redden en haar naar binnen te leiden. Alexandra haatte namelijk de keizer, zowel om zijn persoon als om Sleeswijk-Holstein. Wilhelm was weliswaar pas acht jaar, toen Pruisen het Deense hertogdom had bezet, maar ze had het noch hem, noch zijn land ooit vergeven. Toen haar zoon in 1890 tijdens een bezoek aan Berlijn erekolonel van een Pruisisch garderegiment werd gemaakt, schreef ze hem: ‘En is mijn arme jongen nu werkelijk een vieze Duitse Picklehaubesoldaat in een blauwe jas geworden!!! Ik had niet gedacht, dat ik dat nog eens zou meemaken! Maar het was gelukkig jouw schuld niet.’ Omfloerst tromgeroffel en het klagend geluid van doedelzakken weerklonk, toen de kist, bedekt met de koninklijke stan24
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 25
daard door twintig matrozen uit de Hall werd gedragen. Een felle glinstering van sabels in de zon, toen de cavalerie in de houding kwam. Vier scherpe fluitsignalen en de kist werd op een affuit getild. De stoet ging verder tussen twee rijen onbeweeglijke grenadiers, die een afscheiding vormden voor de massa van doodstille toeschouwers. Londen was nog nooit zo vol geweest en nog nooit zo stil. Naast en achter het affuit, getrokken door de Koninklijke Bereden Artillerie gingen de drieënzestig adjudanten van wijlen Zijne Majesteit, alle behorende tot de rijksadel. Onder hen bevonden zich vijf hertogen, vier markiezen en dertien graven. Drie Britse veldmaarschalken, Lord Kitchener, Lord Roberts en Sir Evelyn Wood, reden naast elkaar. Zes admiralen volgden en achter hen, alleen, Edwards grote vriend Sir John Fisher, de onstuimige, excentrieke en nu gepensioneerde First Sea Lord4 met zijn wonderlijke, on-Engelse mandarijnengezicht. Daarna volgden detachementen van alle beroemde Britse regimenten, de Coldstreams, de Gordon Highlanders, de Household Cavalry, de Horseguards en de Royal Fuseliers; schitterend gemonteerde huzaren en dragonders van Duitse, Russische, Oostenrijkse en andere buitenlandse cavalerie-regimenten, waarvan Edward erekolonel was geweest, admiraals van de Duitse marine – kortom zoveel, dat sommige toeschouwers aanmerking maakten op een dergelijk uitgebreid militair vertoon in de begrafenisstoet van een man, die men wel de ‘Vredestichter’ had genoemd. Zijn paard met het lege zadel en de laarzen achterstevoren in de stijgbeugels en zijn kortharige terriër Caesar, die ook in de stoet meeliepen, deden een rilling van sentiment door de menigte gaan. En daarna kwamen de vertegenwoordigers van Engelands historische praal: wapenherauten in hun met blazoenen versierde middeleeuwse tabbaards, de Silver Stick-in-waiting,5 stalmeesters, Schotse boogschutters, gepruikte rechters in hun zwarte toga’s en de Lord Opperrechter in het rood, bisschoppen in hun purperen gewaden, leden van de Lijfwacht met hun zwartfluwelen hoeden en hun kanten halskragen uit de tijd van Elizabeth, trompetters en daarna de hele parade van koningen, die weer werd gevolgd door een glazen koets, waarin de koningin-weduwe en haar zuster, de keizerin-weduwe van Rusland, 25
B.Tuchman-DE KANONNEN VAN2
29-06-2006
15:08
Pagina 26
en daarachter twaalf rijtuigen met koninginnen, hofdames en Oosterse vorsten. Langs Whitehall, de Mall, Piccadilly en het Park ging het naar Paddington Station, vanwaar het lichaam per trein naar Windsor werd vervoerd om daar te worden begraven. De band van de Royal Horse Guards speelde de Dodenmars uit Saul. De toeschouwers voelden uit het langzame voortgaan van de stoet en uit de plechtige muziek, dat hier iets voorgoed voorbij was. Na de begrafenis schreef Lord Esher in zijn dagboek: ‘Een dergelijke ontwrichting heeft zich nog nooit voorgedaan. Alle bakens, die het kanaal van onze levens markeerden, schijnen weggeslagen te zijn!’
26