Ouders, laat die dropjes staan! - Jeroen Melgers -
Terwijl je in de rij staat voor de kassa, verstoort een krijsend kind de stilte. De rij kijkt om en ziet een vader die probeert zijn zoontje op te rapen dat stampvoetend over de grond rolt. ‘Ik wil een snoepje!’. Vader kijkt verontschuldigend om zich heen. ‘Je krijgt dadelijk een snoepje, als we in de auto zitten.’ Het jongetje lijkt een seconde na te denken, maar gaat niet akkoord. ‘Ik wil het nuuuhuuu!’. Meer mensen kijken nu in de richting van het kabaal. Vader gooit snel een zak drop op de kassabank en haalt er alvast één uit om het onheil te bezweren. Dit lukt. Het jongetje sabbelt tevreden op zijn dropje en lijkt in niets meer op het schreeuwende verwende joch van even geleden. Probleem opgelost? Of juist niet?
Het verwende kind Elke ouder herkent waarschijnlijk deze situatie uit zijn eigen rondje supermarkt. Het thema opvoeden en verwende kinderen is echter niet nieuw. Hoewel er van drop of kassaband nog geen sprake was, zei Socrates (via Plato) al in de 5e eeuw v. Christus: ‘Kinderen van nu houden van luxe, ze hebben slechte gewoontes, minachting voor autoriteit, tonen een gebrek aan respect voor ouderen en kletsen liever dan dat ze leren.’ (Pieter Zandt, 2013) Toch is er de laatste jaren in toenemende mate aandacht voor het thema ‘verwende kinderen’ Zo zond de VPRO in 2013 ‘Alles voor je kind’ uit. Een thema-avond waarin de VPRO onderzoekt of onze kinderen verwend worden en of dat erg is. VPRO constateert dat de ‘roep om een strengere opvoeding steeds luider klinkt.’ (VPRO, 2013) En schrijfster Maggie Mamen zegt in haar boek ‘The Pampered Child Syndrome’ (2005). ‘We live in a child-centered society where children’s wants and demands are increasingly being given priority over marital or family harmony, financial considerations, parental sanity, common courtesy, quiet enjoyment, respect and common sense.’
In 2013 houdt dagblad Trouw een groot Opvoedonderzoek. Aan 788 ouders wordt gevraagd welke eigenschap ze belangrijk vinden voor hun kind. IJverig en gehoorzaamheid komen niet voor in de top 10. 61% van de ouders vindt dat kinderen te vrij worden gelaten in de opvoeding. Voor de volledigheid: het betreft hier andermans kinderen. Slechts 10% zou zelf strenger willen zijn. 17% geeft aan thuis te stoeien met regels en grenzen (Pronk, 2013). Opvoeding en verwende kinderen is dus een actueel thema, maar is verwennen eigenlijk wel een probleem? Verwennen Volgens van Dale (2015) heeft verwennen een positieve betekenis (‘bijzonder goed verzorgen’) en een negatieve betekenis (‘bederven door toegevendheid’). Uiteraard is de positieve variant van verwennen geen probleem, maar gaat het in dit betoog om de tweede betekenis. Maar dan nog blijft verwennen een subjectief begrip. Wat de ene ouder verstaat onder verwennen, hoeft niet overeen te komen met wat een andere ouder vindt. Misschien is dat ook één van de redenen waarom relatief weinig onderzoek is gedaan naar de gevolgen van problematisch verwennen. Volgens Erikson (Keenan & Evans, 2009) doorlopen opgroeiende kinderen een aantal fasen, waarin er een specifieke wisselwerking is tussen het kind en zijn sociale omgeving (de Jong, 2011). Zo is in het eerste levensjaar van belang dat wordt voldaan aan behoeften van het kind, zoals voeding en genegenheid. Hierdoor ontwikkelt het kind vertrouwen. In het tweede en derde levensjaar ontstaan bij kinderen gevoelens van autonomie en zelfvertrouwen. Kinderen leren keuzes maken, maar ook dat er grenzen en beperkingen zijn. Op vier- en vijfjarige leeftijd wordt onder meer het geweten gevormd. Hierbij spelen opvoeders een belangrijke rol door noodzakelijke correcties en begrenzing, maar ook door het stimuleren van de fantasie. In de puberteit en adolescentiefase gaan kinderen steeds meer eigen keuzes maken, waarbij ouders hen beschermen tegen het nemen van onverantwoorde risico’s. Hoe succesvol kinderen een bepaalde fase doorlopen, bepaalt volgens Erikson (Keenan & Evans, 2009) de aard van de verdere ontwikkeling. Voor een goede ontwikkeling van kinderen zijn grenzen en correcties dus noodzakelijk. Na een grondige literatuurstudie introduceerde Bruce Macintosh in 1989 de term ‘Spoiled Child Syndrome’. (McIntosh, 1989) Hij gaf als definitie: “Het verwende kind syndroom wordt gekarakteriseerd door een extreme mate van op zichzelf gericht zijn van het kind en veel te jong gedrag. Dit is het resultaat van het feit dat ouders geen leeftijdsadequate eisen stellen. Verwende kinderen houden weinig rekening met anderen, hebben moeite met uitstel van beloning en hebben de neiging hun frustraties af te reageren met woedeaanvallen. Hun gedrag
is berekenend, dwars en manipulatief. Ze zijn moeilijk tevreden te stellen en hun tevredenheid duurt niet lang.” (de Jong, 2011). Het verwende kind syndroom is geen officiële diagnose, maar bestaat wel degelijk. Bredehoft, Dawson en Clarke (de Jong, 2011) doen al ruim vijftien jaar onderzoek naar problematische verwenning. Om te bepalen of er sprake is van problematische verwenning kijken zij naar de antwoorden op de volgende vier vragen: 1) Wordt het kind gehinderd in het aanleren van taken die passend zijn bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind? 2) Wordt een onevenredig beroep gedaan op de middelen die een gezin heeft, ten behoeve van één of meerdere kinderen (geld, ruimte, tijd, energie, aandacht)? 3) Heeft de volwassene meer voordeel van zijn handelen dan het kind? 4) Is het gedrag van het kind schadelijk voor anderen of de maatschappij? Er is sprake van problematisch verwennen wanneer het antwoord op één van de bovenstaande vragen bevestigend is. Op basis van gesprekken met docenten becijfert Willem de Jong dat Nederland ruim 100.000 problematisch verwende kinderen kent (NRC Next, 2012). Bij problematische verwenning wordt onderscheid gemaakt tussen materiële, pedagogische en affectieve verwenning. Samengevat: bij materiële verwenning worden kinderen bedolven onder de spullen. Bij pedagogische verwenning worden kinderen niet, te laat of verkeerd gecorrigeerd en bij affectieve verwenning is er een overdaad aan liefde en positieve aandacht, ook als juist corrigerend zou moeten worden opgetreden (de la Marche, 1998). Er is een aantal mogelijke redenen waarom ouders hun kinderen overmatig verwennen (de Jong, 2011). Een selectie hieruit: ● Schuldgevoel: ouders brengen relatief weinig tijd door met hun kinderen en willen dat compenseren. ● Eigen opvoeding: ouders willen het beter doen dan hun eigen ouders. ● Compensatie: bij een scheiding verwennen ouders het kind om het verdriet weg te willen nemen. ● Ziekte: kinderen die complicaties hebben meegemaakt tijdens de bevalling, krijgen vaak extra aandacht en zorg. Gevolgen Problematisch verwennen kan op lange termijn een aantal vervelende gevolgen hebben (de Jong, 2011):
- Sociaal angstig gedrag Problematisch verwende kinderen zijn door hun ouders vaak beschermd tegen negatieve ervaringen en hebben niet geleerd om op een sociale manier voor zichzelf op te komen. Wanneer ze vervolgens in aanraking komen met hun sociale omgeving, levert dit conflicten op. Problematisch verwende kinderen ervaren die sociale omgeving dan ook als onvoorspelbaar, oneerlijk en onveilig. Hierdoor kunnen ze sociaal angstig gedrag gaan vertonen, wat zich kan uiten in manipulerend of agressief gedrag. - Negatief zelfbeeld Wanneer kinderen en jongeren ouder worden, zal dit gepaard gaan met positieve en negatieve ervaringen. Kinderen krijgen ruimte van ouders om zelf beslissingen te nemen en daarvoor de verantwoordelijkheid te dragen. Langzamerhand vormt zich het zelfbeeld van kinderen. Hiervoor hebben ze positieve aandacht nodig van hun ouders, maar ook begrenzing en stimulering om over tegenslagen heen te stappen. Bij problematisch verwende kinderen heeft het vooral aan dit laatste ontbroken. Ze voelen zich onmachtig, wat zich dikwijls uit in arrogant of egocentrisch gedrag. - Depressieve klachten Wanneer een negatief zelfbeeld gaat overheersen, lopen problematisch verwende kinderen het risico depressieve klachten te ontwikkelen. Hierbij gaat ook vaak manipulatief gedrag een rol spelen. Slechte eetlust om lekker eten op tafel te krijgen, suïcidale uitingen als dwangmiddel. - Agressief, dwingend of oppositioneel gedrag Wanneer ouders zwichten voor het dwingende of agressieve gedrag van hun kind, zal deze dit gedrag vaker in gaan zetten om succes af te dwingen. Uiteindelijk loopt het kind zelfs risico om (wellicht onterecht) te worden gediagnosticeerd met een oppositioneel opstandige stoornis. Dit omdat een aantal criteria van ODD overeenkomsten vertoont met het gedrag van problematisch verwende kinderen. Maar wat doe je dan in de supermarkt in plaats van die zak drop mee te grissen? Ouders, laat die dropjes staan! Het zoet houden door verwenning is slechts een oplossing op korte termijn. Opvoeden is moeilijk. Waarden en normen zijn in onze postmoderne, individualistische maatschappij niet meer zo duidelijk (Awel, 2013). Ouders moeten in de opvoeding van hun kinderen continu keuzes maken en flexibel zijn (Adriaenssens, 2007). Duidelijk is dat kinderen, naast liefde en steun, ook behoefte hebben aan autonomie en leiding. De autoritatieve opvoedingsstijl sluit hier het best bij aan (Awel, 2013). Dit houdt in dat ouders kinderen duidelijke grenzen bieden. Kinderen kunnen vervolgens de wereld ontdekken, doordat ze weten dat hun ouders die
grenzen in de gaten houden. Autoritatieve ouders corrigeren en sanctioneren hun kinderen indien dat nodig is. Zo leren kinderen de consequenties van hun gedrag te aanvaarden en zich sociaal op te stellen. Daarnaast laten ze hun kinderen de autonomie en zelfstandigheid die ze aankunnen. Ze communiceren met hun kinderen en staan in bepaalde mate open voor het bespreken van grenzen en regels (Awel, 2013). Als je kind eenmaal problematisch verwend is, dan zal het moeten ‘ontwennen’. Hoe eerder je daarmee begint, hoe groter het effect zal zijn. Jonge kinderen zijn al in een paar weken te ‘decoderen’. Wanneer je de verwenning pas aanpakt in de puberteit, is dat veel moeilijker (Jacobs, 1998). Maar er zijn ook mensen die zeggen dat je gerust die zak drop kunt blijven kopen bij de kassa. Tegengeluiden/contra’s De socioloog van Stigt komt op voor de ouders, die haar inziens, een schuldgevoel aangepraat wordt. Hierbij refereert ze aan het feit dat Nederlandse kinderen de gelukkigste ter wereld zijn (The Children's Society, 2013). Van Stigt vindt bovendien dat adequate cijfers ontbreken. Er is sprake van schattingen, waarbij het aantal problematisch verwende kinderen hooguit 7% omvat (NRC Next, 2012). ‘Als ik als pedagoog in deze tijd van overvloed en consumentisme zou constateren dat slechts 7% van de kinderen problematisch verwend is, dan zou ik toch echt een rondedansje maken.’ (van Stigt, 2013) De Vlaamse hoogleraar en kinderpsychiater Adriaenssens relativeert de gevolgen van problematische verwenning. 85% van de verwende kinderen geeft als jong volwassene geen echte problemen meer (Jacobs, 1998). Kohn geeft in zijn boek ‘The myth of the spoiled child’ (2014) aan dat kinderen het best leren om te gaan met teleurstellingen door succeservaringen. Ouders die hun kinderen verwennen, beperken vaak het aantal teleurstellingen en dragen zo bij aan meer zelfvertrouwen. Daarnaast vormt een autoritaire opvoeding een grotere bedreiging voor de ontwikkeling van kinderen dan een permissieve stijl en wordt de waarde van discipline overschat. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat opgeven soms juist voordelig kan zijn voor het welbevinden kan kinderen (Wrosch, Scheier, Carver, & Schulz, 2003). Conclusie Het is jammer dat er niet meer onderzoek wordt gedaan naar de gevolgen van problematisch verwennen. In de beeldvorming wordt namelijk vaak gekozen voor uitersten, waarbij je termen tegenkomt als: watjescultuur, pamperen, keihard aanpakken, strafkrukjes, verwende nesten en
autoritaire opvoeding. De nuance is vaak ver te zoeken en leidt af van wat iedere leerkracht of ouder die te maken heeft met een problematisch verwend kind, zal erkennen: Voor zijn omgeving en uiteindelijk ook voor het kind zelf is problematisch verwennen schadelijk en onwenselijk. Verder longitudinaal onderzoek kan ervoor zorgen dat meer duidelijk wordt over het aantal probleemgevallen, de precieze mogelijke gevolgen en de meest effectieve aanpak van het probleem. Ieder kind verdient een opvoeding waarbij vertrouwen geven en grenzen aanbieden hand in hand gaan. Daarom pleit ik ervoor dat ouders ondersteund worden in hun opvoedende taak, mocht problematisch verwennen een rol spelen. Ten onrechte zien ouders het inschakelen van anderen als een persoonlijk falen (Jacobs, 1998). Als je twijfelt of je kind problematisch verwend wordt of als je je zorgen maakt over zijn/haar ontwikkeling? Zoek ondersteuning in je naaste omgeving, zoals familie en vrienden of het centrum voor Jeugd en Gezin. Dit zal leiden tot meer gelukkige kinderen.
En dan kan een dropje op zijn tijd echt geen kwaad. Eet smakelijk!
Literatuur: Adriaenssens, P. (2007). Gids voor succesvol opvoeden. Tielt: Lannoo. Awel. (2013, Mei 6). Info over Ouder-kind relatie. Opgehaald van Website van Nimbu: https://nimbu.global.ssl.fastly.net/s/wiwrlkx/assets/Onderzoeksrapport_ouderkindrelatie.pdf de Jong, W. (2011). Het verwende kind syndroom. Huizen: Pica. de la Marche, J. (1998). Verwenning. Psychologische achtergronden en gevolgen voor de ontwikkeling van het kind. Caleidoscoop, 4-9. Dikke van Dale. (2015, Maart 5). Info over definitie verwennen. Opgeroepen op Maart 5, 2015, van Website van Dikke van Dale: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=verwennen&lang=nn#.VPhNNvkl5D8 Jacobs, W. (1998). Prof. dr. Adriaenssens over verwenning, tefal-jongeren, ouders die zelf hun verwenning organiseren en hotelkamersbegaafdheid. Caleidoscoop, 26-30. Keenan, T., & Evans, S. (2009). An introduction to child development. London: Sage . Kohn, A. (2014). The myth of the spoiled child. Boston: Da Capo. Mamen, M. (2005). The Pampered Child Syndrome. London: Jessica Kingsley Publishers. McIntosh, J. B. (1989, Januari). Artikel Spoiled Child Syndrome. Opgehaald van Website Spoiled Child Syndrome: http://oikosistemata.yolasite.com/resources/ped-83-108-mcintosh1989-spoilchildsynd.pdf NRC Next. (2012, Januari 11). Te verwend is nieuwe vorm van verwaarlozing. NRC Next. Pieter Zandt. (2013, April 23). Info over Pieter Zandt. Opgehaald van Website van Pieter Zandt: http://www.pieterzandt.nl/Portals/0/Het%20verwende%20kind%20syndroom.pdf
Pronk, I. (2013, Januari 25). Ouders van nu willen geen gehoorzaam kind. Opgehaald van Website van Trouw: http://www.trouw.nl/tr/nl/4556/Onderwijs/article/detail/3382836/2013/01/25/Ouders -van-nu-willen-geen-gehoorzaam-kind.dhtml The Children's Society. (2013). The Good Child Report. Opgehaald van Children's Society: http://www.childrenssociety.org.uk/sites/default/files/tcs/good_childhood_report_201 3_final.pdf van Stigt, M. (2013, Mei 15). Opgehaald van Sociale Vraagstukken: http://www.socialevraagstukken.nl/site/column/de-nieuwe-dominees-prediken-hetverwende-kind-syndroom/ VPRO. (2013, April 11). Info over alles voor je kind. Opgehaald van Website van VPRO: http://www.vpro.nl/lees/tv/alles-voor-je-kind.html Wrosch, C., Scheier, M. F., Carver, C. S., & Schulz, R. (2003). Info over Goal Disengagement. Opgehaald van Website over Goal Disengagement: http://crdh.concordia.ca/Wrosch_Lab/Publications/pdfs/Self%26Identity.pdf