Ouderen in Onderzoek Nieuwsbrief uitgegeven door het ‘Research on Ageing & Wellbeing Network’ N R .
2
M A A R T
2 0 1 4
Redactioneel
IN DIT NUMMER:
Oproep: Roze ouderen
2
Ouderen in onderzoek
3
Ouderen in onderwijs
5
In de praktijk
7
Publicaties
8
COLOFOON Ouderen in Onderzoek is een nieuwsbrief van het ‘Research on Ageing & Wellbeing Network’, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen en verschijnt driejaarlijks.
Nr. 2 - Maart 2014
Redactie Debbie Lager Wilt u opgenomen worden in de emaillijst, stuur dan een mail naar Debbie Lager (
[email protected])
In 2011 werd het ‘Research on Ageing & Wellbeing Network’ (Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen) gevormd met het doel om onderzoekers van verschillende disciplines, met een interesse in ouderen en welbevinden, samen te brengen. Naast het tot stand brengen van discussie en samenwerkingen binnen het netwerk zelf, streeft het netwerk ernaar om verbindingen te leggen met beleidsmakers, ouderenorganisaties en andere geïnteresseerden. Vanuit dit streven is het idee van deze nieuwsbrief ontstaan. In de komende nieuwsbrieven zullen de onderzoeksthema’s uitgebreider aan bod komen. In deze editie deelt Liesbeth de Wit de resultaten van haar onderzoek naar Healthy Literacy. Naast onderzoek wordt er in het onderwijs aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen ook aandacht besteed aan ‘ouderen’. Dr. Mirjam Klaassens vertelt in deze editie over het vak Healthy Ageing, dat onderdeel uitmaakt van de bachelor Sociale Geografie & Planologie. Verder vindt u in deze nieuwsbrief een oproep van masterstudent Stenfinn Deguelle, hij is op zoek naar deelnemers voor zijn onderzoek naar ´roze´ ouderen. En Leonie Andreas, afgestuurd cultureel geograaf, vertelt over haar werk als consultant in de zorgregistratie- en logistiek. Recentelijk hebben we een nieuw lid van ons netwerk mogen verwelkomen. Prof. George de Kam, bij velen van u wellicht al bekend, is als honorair hoogleraar Volkshuisvesting en grondmarkt, met bijzondere aandacht voor het wonen van ouderen, verbonden aan onze faculteit. In de nieuwsbrief van juli volgt een interview met hem over zijn onderzoeksinteresses. Wij hopen dat ook deze nieuwsbrief weer aanknopingspunten kan geven voor contact en kennisuitwisseling tussen wetenschap en de praktijk. Uw inbreng en ideeën voor de komende edities zijn van harte welkom.
PAGINA
Oproep: Roze ouderen* gezocht
2
Thuis voor iedereen Woonervaringen van roze ouderen in zorginstellingen in Groningen. Een onderzoek door Stenfinn Deguelle en dr. Bettina van Hoven Mijn naam is Stenfinn Deguelle. Ik ben een masterstudent Culturele Geografie aan de RUG en zal vanaf begin april met een onderzoek beginnen naar ´roze´ ouderen die onder één dak wonen met andere ouderen, zoals bijvoorbeeld in verzorgingshuizen en woonzorgcentra. Mijn onderzoek wordt begeleid door dr. Bettina van Hoven.
Waarom dit onderzoek? Met dit onderzoek proberen we inzicht te krijgen in de woon- en leefervaringen van roze ouderen in een zorginstelling. Hoe zijn de contacten met andere ouderen en de staf? Wanneer voelen nietheteroseksuele ouderen zich prettig in deze woonomgeving? En zijn er specifieke behoeften en/of problemen? Het doel van het onderzoek is om enerzijds meer kennis en inzicht te verkrijgen in de woon- en leefervaring van roze ouderen in zorginstellingen en anderzijds om de wensen en behoeften van deze ouderen in kaart te brengen. Deze kennis is waardevol, onder andere voor diversiteitstraining van staf in zorginstellingen, maar ook om concrete verbeterpunten onder de aandacht te kunnen brengen.
Achtergrond In het kader van 'gezond ouder worden' is er recentelijk veel aandacht besteed aan de medische kant van ouder worden. Daarnaast is er ook onderzoek gedaan naar hoe mensen het ouder worden in hun wijk of een zorginstelling ervaren en op welke manier prettig en zelfstandig wonen bevorderd kan worden. In deze onderzoeken is er geen aandacht besteed aan het feit dat deze ervaringen kunnen verschillen op basis van een verschillende seksuele oriëntatie en/of seksuele identiteit. In een uitzending van het televisieprogramma Meldpunt! van Omroep MAX (6 december 2012) stond de groep niet-heteroseksuele ouderen in zorginstellingen centraal. Alle ouderen zijn opgegroeid in een tijd waarin
*wanneer ben je een roze oudere? Een roze oudere is in dit onderzoek een persoon van 65 jaar en ouder die zelf aangeeft niet heteroseksueel georiënteerd te zijn en/of zelf aangeeft transgender, transseksueel of interseksueel te zijn. homoseksualiteit in Nederland werd gezien als aandoening en strafbaar feit. Wanneer roze ouderen zelfstandig wonen, zijn er mogelijkheden om mensen en plaatsen te bezoeken die ze vertrouwen en waarbij ze zich veilig voelen. In zorginstellingen is deze mogelijkheid beperkt. Het programma Meldpunt! belichtte ervaringen van nietheteroseksuele ouderen met discriminatie, uitsluiting en pesterijen. Het initiatief de Roze Loper Tolerantiescan van Consortium Roze 50+ en KIWA haakt hierop in en probeert nadrukkelijk een plezierige en veilige omgeving te scheppen voor ouderen ongeacht hun seksuele geaardheid.
Deelnemers gezocht! Voor het onderzoek ben ik op zoek naar mensen die voldoen aan de volgende kenmerken:
65 jaar en ouder die niet-heteroseksueel zijn en/of transgender, transseksueel of interseksueel zijn die met andere mensen van hun leeftijd in een zorginstelling samenwonen, bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis, woon-zorgcentrum of aanleunwoning.
Hoe ziet het onderzoek eruit? Het onderzoek zal bestaan uit 1 of 2 gesprekken. Ik zal vooraf een telefonische afspraak maken met de roze oudere. Ik zal dan naar de woonlocatie van de oudere toekomen. Ons gesprek kan plaats vinden in de woonruimte van de oudere of in een andere, rustige ruimte van het complex. Ook behoort afspreken in een openbaar gebouw tot de mogelijkheden.
PAGINA
3
Oproep: Roze ouderen gezocht
Anonimiteit en vertrouwelijkheid Het kan voor niet-heteroseksuele ouderen moeilijk zijn om over zaken te praten die te maken hebben met hun seksuele voorkeur en/of seksuele identiteit en daar aan gerelateerde onderwerpen, zeker tegenover een vreemde. Het is daarom van belang om te weten dat de gesprekken vertrouwelijk zijn en de informatie waar gewenst en indien nodig geanonimiseerd zal worden. Het onderzoek vindt plaats op vrijwillige basis, een deelnemer is tot niets verplicht en een deelnemer kan zich ten alle tijde terugtrekken uit het onderzoek.
Vragen en contact Kent u een oudere die wellicht wil deelnemen aan dit onderzoek? Dan zou ik aan u willen vragen om eens te praten met deze oudere over deelname aan dit onder-
zoek. Deze persoon kan, indien gewenst, ook zelf met mij contact met opnemen. Heeft u vragen of wilt u zichzelf of een roze oudere op de hoogte stellen van het onderzoek? Neemt u dan contact met mij op. U kunt mij op de volgende manieren bereiken: Stenfinn Deguelle per e-mail:
[email protected] per telefoon: 06 40 14 76 44 (van maandag tot en met vrijdag van 10.00 uur tot 17.00 uur) per post: Dr. Bettina van Hoven Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Postbus 800 9700 AV Groningen
Ouderen in Onderzoek Ouderen, zorg en informatie Ik ben Liesbeth de Wit, sinds een jaar promovenda bij Demografie, en lid van het ‘Reseach on Ageing & Wellbeing Network’. Ik doe mijn promotieonderzoek in het kader van het EU-project Irohla, dat zich de komende twee jaren richt op het evalueren van Interventies voor ouderen in Europa op het gebied van Health Literacy. De term health literacy betekent hier niet alleen de cognitieve en sociale vaardigheden die nodig zijn om gezondheidsinformatie te begrijpen en gebruiken, maar ook het aanbod van informatie in ons zorglandschap, door bijvoorbeeld artsen, zorginstellingen en media. Voor de effectiviteit van gezondheidsprogramma’s voor ouderen is het belangrijk dat activiteiten aansluiten op de behoeftes van ouderen. Maar tijden veranderen en daarmee waarden en behoeftes. Daarnaast zijn behoeftes divers, niet alleen binnen Europa, maar ook binnen Nederland. De eerste vraag die ik mij stelde voor mijn proefschift is: “Wat zijn belangrijke waarden en behoeftes voor ouderen in verschillende Europese landen, als het gaat om de zorg en de informatievoorziening rondom zorg, gezondheid en welbevinden?” In het kader van deze vraag hebben we in het voorjaar van 2013 drie focusgroepdiscussies gehouden met vijftigplussers en zorgprofessionals in Vinkhuizen en de Korrewegwijk in Groningen. Ook in Hongarije (Budapest) en Griekenland (Athene) hebben collega-onderzoekers soortgelijke groepsgesprekken gehouden. Hier beschrijf ik de belangrijkste resultaten van deze groepsgesprekken. Afhankelijk van de sociale en culturele achtergrond gaven vijftigplussers en professionals in de drie landen verschillende wensen en behoeften te kennen: in elk land hebben de deelnemers hun eigen verhaal.
Zowel Nederlandse, Griekse als Hongaarse vijftigplussers gaven aan de volgende waarden en behoeftes te hebben als het gaat om hun gezondheid, welbevinden, zorg en informatievoorziening:
Hebben en behouden van autonomie Hebben van een sociaal netwerk Vertrouwensrelatie met de huisarts of verzorgende Voldoende tijd en aandacht bij de huisarts Begrijpelijke communicatie met de dokter of arts Betaalbare zorg en activiteiten om gezond te blijven Duidelijkheid over verantwoordelijkheden in de zorg Gemakkelijke toegang tot informatie en zorg Vertrouwen in het nationale zorgsysteem
PAGINA
4
Nederland In Nederland vinden vijftigplussers het belangrijk om hun eigen keuzes te maken, en te blijven maken als zij ouder worden. We kunnen een grote groep onderscheiden, die kritisch zijn ten opzichte van gezondheidsadviezen, proactief zoeken naar gezondheidsinformatie en fysiek actief zijn. Dit lijken kenmerken van de ‘nieuwe’ generatie vijftigplussers. “wij gaan toch wel zelf achter dingen aan, en niet afwachten” (Aaltje uit Groningen) “ik ben zeer actief bezig om gezond te blijven, en dat houdt in wandelen, fietsen, naar het tuintje toe…” (Hans uit Groningen) Vanuit het perspectief van de professionals is er een kleinere groep vijftigplussers die moeite heeft om zelfstandig haar weg te vinden in het zorg; dit zijn vaak mensen op hogere leeftijd en met over het algemeen lagere opleidingen en inkomens.
Griekenland In Griekenland werd de belangrijke rol van kinderen en kleinkinderen in het welbevinden en de zorg van vijftigplussers benadrukt. Zo wonen ouders, kinderen en kleinkinderen vaak (dicht) bij elkaar en zorgen zij voor elkaar.
gen vijftigplussers om meer tijd en aandacht voor hun ‘verhaal’ tijdens een bezoek aan de dokter. Zowel vijftigplussers als professionals voelen zich vaak onbegrepen wanneer zij in gesprek zijn met elkaar. Mede door het gebrek aan vertrouwen in het (zorg-)systeem maken veel mensen gebruik van alternatieve geneeswijzen, zoals acupunctuur. “het gebeurde me dat de dokter tegen me sprak, ik schreef de technische termen op, ik ben naar huis gegaan, heb ze opgezocht op internet, maar daarna begreep ik nog niet wat hij bedoelde” (Gabor uit Budapest) Uit deze studie kunnen wij concluderen dat een goede interactie tussen het zorgsysteem en de waarden en behoeftes van vijftigplussers van groot belang is voor de gezondheid en het welbevinden van mensen. Niet alleen vijftigplussers dragen hieraan bij, door bijvoorbeeld assertief en proactief gedrag, maar ook het zorgsysteem, door het aanbieden en toegankelijk maken van zorg die past bij de waarden en behoeftes van mensen. Echter, vijftigplussers met verschillende sociale en culturele achtergronden hebben verschillende wensen en behoeften, niet alleen tussen landen, maar ook binnen landen. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij het ontwikkelen en implementeren van gezondheidsprogramma’s.
“sinds ik kinderen heb, zeg ik tegen mezelf dat zij later voor mij zullen zorgen als ik ziek wordt” (Antonella uit Athene) Vijftigplussers gaven aan dat zij bang zijn om fysiek of financieel afhankelijk te worden van hun familie als zij ouder worden. Steun wordt vaak gezocht in religie. Veel vijftigplussers ervaren het publieke zorgstelsel als te duur en van slechte kwaliteit. Reorganisaties als gevolg van de huidige financiële crisis dragen hieraan bij. Mensen gaan voor zorgadvies sneller naar de apotheek als naar de dokter.
Voor meer informatie:
[email protected]
Hongarije In Hongarije is, vanuit het perspectief van vijftigplussers, het publieke zorgstelsel niet goed georganiseerd. Zij vinden het lastig om te beoordelen welke gezondheidsinformatie de juiste is door de grote verscheidenheid aan informatie die er verspreid wordt. Daarnaast vra-
Het IROHLA project wordt gecoördineerd door het UMCG en is gefinancierd door de Europese Unie. Voor meer informatie: www.irohla.eu
PAGINA
5
Ouderen in Onderwijs
In Ouderen in Onderwijs brengen wij voor het voetlicht hoe en waarom er in het bachelor- en master- onderwijs op de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW) aandacht wordt besteed aan ouderen en welzijn. In deze editie is Dr. Mirjam Klaassens aan het woord. Zij verzorgt sinds enkele jaren het keuzevak ‘Healthy Ageing’ als onderdeel van de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie. Healthy Ageing, oftewel gezond ouder worden, is een strategisch speerpunt van de Rijksuniversiteit Groningen. Het concept roept al snel de associatie op met Medische Wetenschappen, terwijl de oprichting van het netwerk ‘Ageing and Wellbeing’ aantoont dat onderzoekers aan de Faculteit Ruimtelijke wetenschappen zich ook meer en meer met het onderwerp bezig houden. Tijdens het vak wordt er aandacht besteed aan de bijdrage die geografen en demografen aan het huidige Healthy Ageing debat leveren. Onderzoekers aan de FRW vertellen tijdens een tiental colleges over hun onderzoek. Zo wordt onderzoek met onderwijs geïntegreerd. De colleges zijn geen reguliere hoorcolleges; tijdens de lessen worden de studenten gestimuleerd om actief met de verschillende onderwerpen aan de slag te gaan door middel van discussies en opdrachten. Zo geeft dr. Louise Meijering een college over ‘beperkingen, mobiliteit en welbevinden op oudere leeftijd’ binnen de context van de buurt. In het tweede gedeelte van het college kunnen studenten zelf ervaren hoe het is om ouder te zijn. In tweetallen worden verschillende opdrachten gedaan die verschillende lichamelijke beperkingen simuleerden. Door bonen in de schoenen te doen en met een rollator een traject af te leggen ervaren de studenten wat voor obstakels er moeten worden overkomen, zowel in letterlijke als figuurlijke zin, als je moeilijker ter been bent. Het thema ‘ageing in place’ komt in enkele colleges aan bod. Dr. Aleid Brouwer geeft een college over het huisvesten van een ouder wordende samenleving. Ouderen zijn wat betreft hun woonsituatie erg honkvast, terwijl hun woningen vaak niet lijken aan te sluiten bij hun veranderende behoeften. In Aleid haar college wordt er besproken of mensen honkvast zijn uit vrije wil of dat dit het gevolg is van obstakels zoals bijvoorbeeld het ontbreken van een geschikte woning of financiële beperkingen. Vooral ouderen blijken zeer gehecht te zijn aan hun woning en directe leefomgeving, wat de zelfredzaamheid en de controle over het dagelijks leven bevordert. Het huidige overheidsbeleid, dat gericht is op het bevorderen van de zelfredzaamheid van ouderen, sluit hierop aan. Het college van dr. Eva Kibele
gaat verder in op het thema ‘ageing in place’. Tijdens dit college krijgen de studenten de opdracht om op basis van demografische gegevens van wijken in Groningen aan te geven, in welke wijken dit fenomeen zich voordoet. Naast het afleggen van een tentamen, doen de studenten onderzoek naar onderwerpen die tijdens de colleges worden behandeld. De studenten houden diepte-interviews met ouderen. De perspectieven van ouderen op het gekozen onderwerp in relatie tot gezond ouder worden, worden bediscussieerd in een onderzoeksrapport. Een groep studenten heeft onderzoek gedaan naar ouderen in een krimpgebied, hoe zij hun leefomgeving ervaren en het effect hiervan op hun welbevinden. Een andere groep richtte zich op verschillende soorten mobiliteit van ouderen, zoals fysieke, sociale, elektronische mobiliteit en ‘the mobility of the self’’ en het effect op het zelfervaren welbevinden. Dit laatste type gaat om de wil van ouderen om mobiel te zijn, wat los staat van de fysieke mogelijkheid, en in sommige gevallen een grotere rol speelt in de mobiliteit van ouderen. Niet onbelangrijk, de studenten beoordelen het vak goed. Ze waarderen de verbinding tussen theoretische concepten en praktijk, omdat de docenten over concrete onderzoeken en onderzoeksresultaten praten. Nadat de interviews zijn gehouden, gebruiken de studenten ook hetgeen wat ze van hun respondenten hebben gehoord als voorbeelden in de les. Dit interactieve karakter van de lessen wordt zeer op prijs gesteld.
Op de volgende pagina vindt u een fotoreportage van de opdrachten die studenten hebben gedaan om verschillende lichamelijke beperkingen te simuleren.
PAGINA
6
Ouderen in Onderwijs
Studenten doen bonen in hun schoenen om vervolgens met boodschappen de trap op te lopen en met een rollator te lopen. Hiermee simuleren ze polyneuropathie. Dit is een aandoening van de uiteinden van de zenuwen in armen en benen, en bestaat uit gevoelsstoornissen en/of krachtvermindering.
Deze student zijn vingers zijn gespalkt om arteritis na te bootsen. Hij moest zijn blouse dichtknopen, een riem omdoen en kleingeld uittellen.
Door middel van watten in de neus simuleren deze studenten beperkingen van het reuk– en smaakvermogen. Ze proeven verschillende producten en raden wat het is.
Deze student draagt een bril omwikkelt met doorzichtig plastic om visuele beperkingen te simuleren.
PAGINA
7
In de praktijk
Mijn naam is Leonie Andreas, en in 2013 heb ik mijn master Culturele Geografie aan de RUG afgerond. Binnen het overkoepelende thema ‘ageing in place’ heb ik in mijn masterthesis antwoord proberen te geven op de vraag ‘wat is de betekenis is van de lokale woonomgeving voor het sociaal kapitaal van ouderen in Vinkhuizen?’. In mijn huidige baan, maar ook tijdens de zoektocht naar een baan, ben ik er achter gekomen hoe breed inzetbaar een Cultureel Geograaf eigenlijk is. Afhankelijk van de vacature kan ik altijd wel een competentie of vaardigheid aanhalen die ik opgedaan heb tijdens mijn master Culturele Geografie. Op dit moment ben ik werkzaam als consultant in de zorgregistratie- en logistiek. Hoewel dit misschien niet een voor de hand liggende combinatie is zie ik in mijn huidige werk regelmatig het verband tussen de master Culturele Geografie, mijn masterthesis en de dagelijkse praktijk in de zorg. Een eerste voorbeeld is dat het onderwerp van mijn masterthesis op veel vlakken aan de thema’s raakt waar ouderen, mantelzorgers, (lokale) overheden en zorginstellingen dagelijks mee te maken krijgen. Zo ondergaat het Nederlandse zorgstelsel de laatste jaren een transitie waarbij de hulp die ouderen vandaag de dag kunnen verwachten van de professionele zorginstellingen steeds beperkter wordt, met als gevolg dat zij min of meer gedwongen worden om langer thuis te blijven wonen en dat de hulp van familie, vrienden en buren een steeds grotere rol gaat spelen. In mijn onderzoek kwam naar voren dat ouderen er ook de voorkeur aan geven om (langer) thuis te blijven wonen omdat zij bang zijn hun autonomie te verliezen, maar ook omdat zij een sterk gevoel van ‘thuis’ ontwikkeld hebben met hun huidige woonplaats en huis. Anders gezegd: zij hebben een sterke place attachment met hun woonomgeving. Om invulling te kunnen geven aan het (bezuinigings-) beleid van de overheid zullen zorginstellingen veel aanpassingen moeten doen. De wetgeving op het gebied van zorg is constant in beweging en aan verandering onderhevig. Het tweede voorbeeld is dan ook dat je als Cultureel Geograaf een belangrijke bijdrage kunt leveren in het ondersteunen van zorginstellingen die te maken krijgen met deze veranderingen. Veranderingen in wet- en regelgeving hebben namelijk niet alleen invloed op zorgbehoeftige mensen, maar ook op het beleid wat een zorginstelling voert en daarmee de interne (zorglogistieke) processen. In mijn baan als consultant adviseer ik zorginstellingen over (de implementatie van) de nieuwe wet- en regelgeving in de zorg en welke gevolgen dat heeft voor de betreffende instelling. Hierbij kan gedacht worden aan de extramuralisering van de AWBZ, de transitie naar de WMO en de overheveling van een aantal zorgaanspraken van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. Eén van de gevolgen van deze wetswijzigingen is dat een grote groep ouderen niet meer geïndiceerd worden voor verblijf, waar zij daar voorheen wel recht op hadden. Het komt er op neer dat zij dus langer thuis moeten blijven wonen en daar hun verzorging en verpleging ontvangen.
Ten derde blijkt dat veel zorginstellingen moeite hebben met het doorvoeren van deze veranderingen in hun beleid en daarmee samenhangend de praktijk. Mijn taak is om zorginstellingen hierbij de adviseren en te ondersteunen. De kern van dit werk zit erin om de vertaalslag te maken naar de praktijk. Verschillende (groepen) mensen, van management tot cliëntenadministratie worden geconfronteerd met veranderingen in hun beleidsvoering, organisatie(cultuur) en werkwijze. Om een instelling hierin te adviseren en te ondersteunen ben je dus in contact met veel verschillende (groepen) mensen, iets wat bij Culturele Geografie centraal staat. Het contact met verschillende (groepen) mensen, het leggen van verbanden, het vertalen van beleid naar de praktijk en het analyseren (en oplossen) van problemen is natuurlijk niet typerend voor de zorgsector, maar voor veel verschillende werkvelden. Wat ik hiermee wil zeggen is dat het volgen van een studie en het schrijven van een scriptie wellicht een kijkje geeft in de keuken van wat er mogelijk is in de praktijk. Ben je, zoals ik, eenmaal aangekomen in deze praktijkfase dan wordt pas écht duidelijk wat de mogelijkheden zijn en hoeveel raakvlakken Culturele Geografie eigenlijk heeft met het werkveld.
PAGINA
8
Publicaties 2013 Douma, L.E. & Meijering, L. (2013). Aal goud? Agora, 29 (3), 27-29 Kibele, E., & Janssen, F. (2013). Distortion of regional oldage mortality due to late-life migration in the Netherlands? Demographic Research, 29, 105-132 Kibele, E. (2013). Individual- and area-level effects on mortality risk in Germany, both East and West, among male Germans aged 65+. International Journal of Public Health. Kibele, E., Jasilionis, D., & Shkolnikov, V.M. (2013). Widening socioeconomic differences in mortality among men aged 65 years and older in Germany. Journal of Epidemiology and Community Health, 67(5), 453-557 Klaassens, M. & A. Beek (2013). Ruimte voor ouderen. Agora, 29(3), pp.4-7. Lager, D., Hoven, B. van, & Huigen, P.P.P. (2013). Dealing with change in old age: Negotiating working-class belonging in a neighbourhood in the process of urban renewal in the Netherlands. Geoforum, 50, 54-61. Lager, D., & Meijering, L. (2013). Woongemeenschap voor Caribische ouderen. Agora, 29(3), 20-22. Meijering, L., & Lager, D. (2013). Home-making of older Antillean migrants in the Netherlands. Ageing & Society, 1-17 Meijering, L. (2013). Ouder worden in De Bouwen. Geografie, 6-6.
2012 De Jong, P. & Brouwer, A.E. (2012) Residential mobility of older adults in the Dutch housing market: Do individual characteristics and housing attributes have an effect on mobility? European Spatial Research & Policy 19(1), 33-48. De Jong, P.A., Rouwendaal, J., Brouwer & P.van Hattum
(2012) Housing preferences of an ageing population: Insight in the diversity among senior citizens. (Netspar discussion paper no. 07/2012-024 Douma, L.E., & Meijering, L. (2012). Geografie van de beroerte. Geografie, 21(1), 30-31. Herbers, D. J. (2012), The movement out of homeownership at older ages: The influence of past events and current situations in the family life course, Master’s Thesis European Master in Demography, Departament de Geografia, Universitat Autònoma de Barcelona, UAB. Hoven, B. van, Brouwer, A.E., & Meijering, L. (2012). Introduction: ageing and well-being - where and how do older adults live? European Spatial Research & Policy, 19(1). Hoven, B. van, & Douma, L.E. (2012). We make ourselves at home wherever we are - Older people's placemaking in Newton Hall. European Spatial Research and Policy, 19(1), 65-79. Klaassens, M., Meijering, L. & I. Hutter (2012). De participatieve benadering in de ouderenzorg: Zorg Zonder Regels in De Hoven. RuG-FRW. Lager, D., Hoven, B. van, & Meijering, L. (2012). Places that matter: place attachment and wellbeing of older Antillean migrants in the Netherlands. European Spatial Research and Policy, 19(1), 81-94.