Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010
Anne Huizer
Clemens Wenneker
Laure Michon
Jeroen Slot
Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300
Telefoon 020 251 0402
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam
www.os.amsterdam.nl
[email protected]
Amsterdam, september 2013
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
___________________________ Foto voorpagina: Gymnastiek voor ouderen, fotograaf Edwin van Eis (3 oktober 2005)
2
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
Inhoud Inleiding
5
1 Oudere minima in Amsterdam 1.1 Ouderen in Amsterdam 1.2 Armoede onder oudere Amsterdammers
7 7 8
2 Onvolledige AOW en gebruik van AIO 2.1 Amsterdammers met een onvolledige AOW 2.2 Het gebruik van de AIO door oudere minima in Amsterdam 2.3 Kenmerken van AIO-ontvangers 2.4 Risico’s in de toekomst
11 11 12 13 13
Conclusie
15
3
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
4
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
Inleiding
Ouderen hebben relatief een grote kans om tot de minima te behoren: uit de Amsterdamse Armoedemonitor 2012 blijkt dat 24% van de 65-plus-huishoudens onder de armoedegrens valt. Deze ouderen hebben een inkomen tot 110% van het Wettelijk Sociaal Minimum. In de praktijk betekent dit dat zij moeten rondkomen van de AOW of minder, en dat zij weinig of geen eigen vermogen hebben. In hun situatie is er bovendien niet of nauwelijks kans op uitstroom aangezien hun inkomen niet zal toenemen. Daarbij komt dat sommige ouderen geen volledige AOW ontvangen. Dit treft personen die e na hun 15 naar Nederland zijn gekomen en geen aanvullend pensioen hebben. Met andere woorden: vooral laag geschoolde migranten hebben er mee te maken. Tot nu toe was weinig bekend over de omvang van deze groep in Amsterdam. Dankzij de koppeling van DIA (het armoedebestand van Amsterdam) en gegevens van de SVB kunnen we achterhalen hoeveel oudere minima worden gekort op de AOW en hoeveel van hen een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) ontvangen uit de Wet werk en bijstand (WWB). In deze notitie schetsen we een gedetailleerd profiel van oudere minima in Amsterdam, waarbij we eerst de bredere context presenteren over ouderen in de stad. Vervolgens kijken we naar de mate waarin oudere minima in Amsterdam worden gekort op de AOW en presenteren wij gegevens over het gebruik van de AIO. We staan ook stil bij ontwikkelingen die in de komende jaren een rol gaan spelen, waarbij het risico op armoede van sommige oudere Amsterdammers toeneemt.
5
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
6
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
1 Oudere minima in Amsterdam
1.1 Ouderen in Amsterdam Op 1 januari 2013 waren er 92.621 Amsterdammers 65 jaar of ouder. Dat is 12% van de totale Amsterdamse bevolking. Het aandeel 65-plussers neemt in absolute zin de laatste paar jaar toe. Dit komt doordat de eerste babyboomers inmiddels 65 jaar zijn geworden. In Amsterdam zal de vergrijzing verder toenemen door dit generatie-effect. De meeste ouderen zijn Amsterdammers van Nederlandse herkomst: 70% is in Nederland geboren van Nederlandse ouders. Dit aandeel is veel groter dan onder de bevolking als geheel, te weten de helft van de Amsterdammers. De groep ouderen bestaat verder voor 14% uit Westerse migranten en hun nakomelingen en voor 13% uit Marokkaanse, Turkse Antilliaanse en Surinaamse Amsterdammers. Naar verwachting zal het aandeel 65-plussers van buitenlandse herkomst in Amsterdam in de nabije toekomst toenemen, met name het aandeel Amsterdammers van nietwesterse herkomst. Figuur 1.1 Prognose bevolking Amsterdam naar leeftijd en herkomst, 2013-2030
totaal
2013
niet-westerse allochtonen
westerse allochtonen
2020
autochtonen 2030
65+
2013
2020
2030 % 0
20
40
60
80
100
Volgens een prognose van O+S zal de groep oudere Amsterdammers van niet-westerse herkomst toenemen van 16% in 2013 naar 27% in 2030. Het aandeel 65-plus Amsterdammers van Nederlandse herkomst zal juist afnemen van 70% in 2013 naar 58% in 2030. Deze verschuiving is aanzienlijk belangrijker bij de 65-plussers dan bij de totale
7
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
Amsterdamse bevolking: de prognose dat het aandeel Amsterdammers van Nederlandse herkomst in totaal zal afnemen van 50% naar 44%.
1.2 Armoede onder oudere Amsterdammers Uit de Amsterdamse Armoedemonitor 2012 blijkt dat een kwart van de 65plushuishoudens onder de armoedegrens valt. Dit betekent dat deze huishoudens een inkomen hebben op of onder het sociaal minimum, dus alleen AOW of zelfs minder dan AOW ontvangen. Zij hebben ook geen of weinig vermogen, waarbij spaargeld, aandelen, een auto, waardevolle bezittingen maar ook de overwaarde van een eigen woning meetellen. Omgerekend naar personen gaat het om ruim 19.000 Amsterdammers die ouder zijn dan 65 jaar en minima, oftewel 23% van de ouderen in Amsterdam. Dat is een hoger aandeel dan gemiddeld (17%). Van de oudere minima is 61% vrouw, 62% is alleenstaand en 46% is van Nederlandse herkomst. Toch zijn behalve oudere alleenstaande vrouwen van Nederlandse herkomst steeds meer andere groepen kwetsbaar. Zo stijgt het aantal en aandeel Amsterdammers van buitenlandse herkomst onder de oudere minima in de loop der jaren. En met de groei van deze groep verandert ook het profiel van oudere minima: onder oudere minima van Turkse en Marokkaanse herkomst zijn er relatief weinig alleenstaanden (zie figuur 1.2). Van hen leeft respectievelijk 75% en 81% in een meerpersoonshuishouden, terwijl in gezinnen in potentie van meerdere inkomens kunnen beschikken. Figuur 1.2 Oudere minima in Amsterdam naar herkomst en huishoudentype, 2012 (procenten)
Marokkanen
Turken
overig niet-westerse allochtonen
Surinamers
westerse allochtonen
autochtonen % 0
20 alleenstaand
40
60
80
100
meerdere volwassenen in huishouden
bron: DIA/bewerking O+S
8
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
Een onvolledige AOW lijkt de belangrijkste verklaring voor het feit dat Turkse en Marokkaanse ouderen niet worden beschermd voor armoede als ze in gezinsverband leven, in tegenstelling tot andere (oudere) minima. Tot nu toe was het niet mogelijk om deze hypothese te onderbouwen met gegevens: het armoedebestand DIA geeft geen informatie over de hoogte van de AOW. Dankzij nieuwe gegevens van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) kunnen we nu wel zien hoeveel personen een onvolledige AOW hebben, en hoeveel personen een Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) ontvangen. Deze gegevens worden in het volgende hoofdstuk besproken.
9
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
10
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
2 Onvolledige AOW en gebruik van AIO
2.1 Amsterdammers met een onvolledige AOW Begin 2013 ontvingen 92.225 Amsterdammers een AOW-uitkering (tabel 2.1). Drie kwart de AOW-ontvangers in Amsterdam ontvangt een volledige uitkering. Een AOW-uitkering wordt in 50 jaar opgebouwd. Iedereen die in die 50 jaar direct voorafgaand aan de AOWleeftijd onafgebroken in Nederland heeft gewoond, ontvangt een volledige AOW-uitkering. Mensen die in het buitenland hebben gewoond of gewerkt worden voor elk jaar buiten Nederland gekort op de AOW. Een kwart van de Amsterdammers met AOW wordt op deze manier gekort op de AOW. Tabel 2.1 Uitsplitsing AOW-ontvangers naar volledige en onvolledige AOW, 2013 abs.
%
onvolledige AOW
24.021
26
volledige AOW
68.204
74
totaal
92.225
100
bron: SVB/ bewerking O+S
Kijken we naar het geboorteland van de AOW-ontvangers, dan zien we dat bijna alle 1 personen die in Nederland zijn geboren een volledige AOW ontvangen. AOW-ontvangers die in het buitenland zijn geboren ontvangen daarentegen in meerderheid een gekorte AOW. Van de in Suriname en op de Antillen geboren AOW-ontvangers wordt de overgrote meerderheid gekort, en degenen die in Turkije en Marokko zijn geboren zelfs 2 allemaal. Tabel 2.2 AOW-ontvangers in Amsterdam naar geboorteland, 2013 geboorteland
onvolledig
volledig
totaal
N
7
93
100
68.430
91
9
100
759
Suriname
95
5
100
5.521
Marokko
100
0
100
3.749
Turkije
Nederland Nederlandse Antillen
100
0
100
1.918
overige landen
82
18
100
6.291
onbekend
41
59
100
5.557
totaal
26
74
100
92.225
bron: SVB/bewerking O+S
1 2
De SVB heeft alleen informatie over het geboorteland van de uitkeringsontvanger, niet over de herkomst. Er zijn 3 uitzonderingen die procentueel wegvallen.
11
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
2.2 Het gebruik van de AIO door oudere minima in Amsterdam 3
Amsterdam telde in mei 2013 bijna 19.000 minima van 65 jaar en ouder met een AOWuitkering. Onder hen is het aandeel dat een onvolledige AOW ontvangt groter dan onder de totale populatie ouderen: iets meer dan de helft van de oudere minima heeft een onvolledige AOW. Tabel 2.3 Amsterdamse minima met volledige of onvolledige AOW, 2013 abs.
%
volledige AOW
9.113
48
onvolledige AOW
9.883
52
18.996
100
totaal
bron: SVB/DIA, bewerking O+S
Ouderen met een gekorte AOW-uitkering kunnen een aanvulling op hun inkomen ontvangen, om de misgelopen inkomsten te compenseren. De Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) vult de gekorte AOW-uitkering aan tot een vastgesteld minimuminkomen (bijstandsniveau). Van alle Amsterdamse oudere minima ontvangen 6.500 personen, oftewel een derde, de AIO. Tabel 2.4 Gebruik van de AIO onder oudere minima in Amsterdam met een onvolledige AOW, 2013 abs.
%
wel AIO
6.514
66
geen AIO
3.369
34
totaal
9.883
100
bron: SVB/DIA, bewerking O+S
Van degenen die een onvolledige AOW ontvangen, en daarmee in principe tot de doelgroep van de AIO behoren, krijgt twee derde een AIO-uitkering. Het is niet duidelijk waarom een derde geen AIO ontvangt. Het is mogelijk dat ze er niet in aanmerking voor komen, als zij een aanvullend pensioen hebben of een andere inkomensbron waarmee het huishoudinkomen net op of onder de inkomensgrens van 110% WSM uitkomt. Verder is het mogelijk dat zij de AIO niet aanvragen omdat de AIO als bijstandsuitkering meer plichten inhoudt dan de AOW. Bij een beperkte aanvulling van de AOW is een dergelijke afweging denkbaar. Tot slot is het mogelijk dat deze personen niet bekend zijn met de AIO. Hoe deze (combinatie van) factoren in de praktijk een rol spelen is met de beschikbare gegevens niet te achterhalen.
3
12
De koppeling vond plaats in mei 2013, met gegevens van de SVB tot dat moment. DIA betreft echter de situatie van personen in heel het jaar 2012. Ouderen die tussen 1 januari 2013 en april 2013 zijn overleden zijn niet meegenomen in de rapportage.
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
2.3 Kenmerken van AIO-ontvangers De helft van de oudere minima met een onvolledige AOW is alleenstaand. Onder deze alleenstaanden is het bereik van de AIO met 71% groter dan onder de totale groep. Onder eenoudergezinnen is het bereik nog groter, maar het gaat om een klein aantal huishoudens. Kijken we naar de herkomst van de AIO-ontvangers, dan blijkt dat de grootste groep van Surinaamse herkomst is, gevolgd door de groep van Marokkaanse herkomst. Het bereik van de AIO is het grootst onder personen van overig niet-westerse herkomst. Van deze ouderen met een onvolledige AOW ontvangt 85% de AIO. Onder de kleine groep personen met een onvolledige AOW van Nederlandse herkomst is het bereik van de AIO het kleinst. Tabel 2.5 Amsterdamse minima met een onvolledige AOW met wel/geen AIO naar soort huishouden en herkomstgroep, 2013 wel AIO soort huishouden alleenstaand eenoudergezin twee of meer volwassenen zonder kinderen twee of meer volwassenen met kinderen
geen AIO
totaal
abs.
%
abs.
%
abs.
%
3.444
69
1.546
31
4.990
100
420
71
170
29
590
100
1.943
63
1.146
37
3.089
100
707
58
507
42
1.214
100
1.972
76
610
24
2.582
100
227
72
90
28
317
100
herkomstgroep Surinamers Antillianen Turken
502
49
529
51
1.031
100
Marokkanen
1.770
67
879
33
2.649
100
overige niet-westerse allochtonen
1.134
85
207
15
1.341
100
westerse allochtonen
658
57
487
43
1.145
100
autochtonen
251
31
567
69
818
100
6.514
66
3.369
34
9.883
100
totaal
bron: SVB/DIA, bewerking O+S
2.4 Risico’s in de toekomst Naar verwachting zal het aantal Amsterdammers dat wordt gekort op de AOW en potentieel AIO-gerechtigd is in de komende jaren toenemen. Dit baseren we op de uitkomst dat bijna alle in Turkije, Marokko en Suriname geboren Amsterdammers worden gekort op de AOW. Kijken we naar Amsterdammers die over een paar jaar met pensioen zullen gaan en in het buitenland zijn geboren, dan blijkt hun aantal en aandeel groter dan de groep die nu al met pensioen is. In Tabel 2.6 zijn de hoofden van huishoudens opgenomen die in Nederland zijn geboren en in een aantal andere landen. Hun aantal en aandeel in de groep 55 t/m 64 jaar is (veel) groter dan in de groepen van 65 jaar en ouder. Zo is het aantal in Suriname geboren toekomstige AOW’ers twee keer zo groot als de groep van 65 t/m 74 jaar die ook in Suriname is geboren.
13
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
Tabel 2.6 Hoofden van huishouden in Amsterdam naar leeftijd en geboorteland, 2012 geboorteland
55-64 jaar
65-74 jaar
75+
Nederland
39.755
28.781
24.723
Suriname
6.522
3.106
1.630
Marokko
3.005
2.174
804
Turkije
1.655
1.021
360
overige landen
12.246
5.459
3.203
totaal
63.183
40.541
30.720
bron: GBA/bewerking O+S
Niet alle in het buitenland geboren Amsterdammers zullen tot de oudere minima gaan behoren, maar deze groep heeft een verhoogd risico op armoede op oudere leeftijd vanwege de hoge kans op een onvolledige AOW. Met een aanvullend pensioen en/of eigen vermogen kunnen zij dit risico verkleinen.
14
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
Conclusie
Van de ruim 90.000 Amsterdamse ouderen behoren ongeveer 19.000 personen tot de minima, oftewel een vijfde. Daarmee hebben ouderen in Amsterdam een relatief hoog risico op armoede. Het gaat vaak om alleenstaande vrouwen van Nederlandse herkomst, die de AOW als enige inkomensbron hebben. Toch komt er verandering in het profiel van oudere minima in Amsterdam: steeds meer oudere gezinnen van niet-westerse herkomst vallen onder de minima. Ondanks een (potentiële) dubbele inkomensbron leven zij met minder dan het minimuminkomen. Zij worden vaak gekort op hun AOW, als zij niet vanaf e hun 15 in Nederland hebben gewoond, hebben meestal geen aanvullend pensioen en weinig eigen vermogen. Uit de nieuwe gegevens over de AOW die de SVB beschikbaar heeft gemaakt blijkt dat de overgrote meerderheid van de AOW-ontvangers die in het buitenland zijn geboren wordt gekort op hun uitkering. Van de oudere minima in Amsterdam heeft ongeveer de helft een onvolledige AOW, en daarmee mogelijk het recht op een AIO-uitkering. In werkelijkheid ontvangt twee derde van de oudere minima met een onvolledige AOW een AIO-uitkering. Vooral oudere minima met een onvolledige AOW die alleenstaand zijn, en/of van Surinaamse, Marokkaanse en overig niet-westerse herkomst zijn hebben relatief vaak een AIOuitkering. De verwachting is dat de groep gekorte AOW-ontvangers en potentiële AIOontvangers in de toekomst alleen maar groter wordt. Onder Amsterdammers van 55 t/m 64 jaar zijn er meer personen in het buitenland geboren dan onder de 65-plussers. Daarmee blijft ook in de nabije toekomst de onvolledige AOW een belangrijk risico op armoede op latere leeftijd.
15