OTTO Verwerkingsmap
Foesiemauw
1
Otto
1
INHOUD
1 Inhoud
(1)
2 Voorwoord
(2)
3 Kleutertheater: kleuters tijdens en net na de voorstelling 4 Inleving voor de voorstelling
(3)
(4)
5 Hoe Foesiemauw de voorstelling OTTO maakte 6 Het scenario van Otto – door Foesiemauw
(6)
(7)
7 Het verhaal van Otto in foto’s, met tips voor in de klas (9) 7.1 Op het strand (9) 7.2 Bij de zee (9) 7.3 Het boek (11) 7.4 Een pop in de kist (13) 7.5 Otto houdt van het strand (15) 7.6 Otto vindt laarzen in het zand (17) 7.7 Otto doet kunstjes met zijn SUPER laarzen (19) 7.8 Otto durft in het water met zijn NOOIT-MEER-BANG-LAARZEN (21) 7.9 De NOOIT-MEER-BANG-LAARZEN moeten rusten (22) 7.10 Ann zwemt diep in de zee (24) 7.11 De laarzen zijn verdwenen! (26) 7.12 Krab en Otto worden vrienden (29) 7.13 Otto wil naar Krab. Ann bouwt een vuurtoren dicht bij de zee (31) 7.14 Otto durft zonder laarzen in zee om dicht bij Krab te zijn (33) 7.15 Maar waar zijn de laarzen toch gebleven? (34) 8 Werken met de axenroos 9 Kolofon
(37)
(35)
Foesiemauw
2
Otto
VOORWOORD
Juf, meester, hoe heerlijk is het om een dagje naar zee te gaan. Je neemt wat strandspullen mee en je verrekijker om naar de meeuwen te kijken. Op het strand kan je kastelen bouwen en putten graven. Met je emmertje naar de zee stappen om het te vullen met water. Je vindt schelpen, prachtige schelpen! Wat verderop nog enkele en nog wat verder liggen er ook nog en zo kom je, al zoekend, op een verlaten strand uit. In de verte liggen kisten. Oude, aangespoelde kisten. Stevig, met een deksel. Zouden ze iets verbergen? Heel nieuwsgierig, natuurlijk, ga je erop af. Wil je echt weten wat erin zit? Wel, ik neem jullie mee. Allemaal! Samen met OTTO.
Omdat we voor jonge kleuters spelen, houden we van duidelijke, herkenbare situaties. De kleuters zullen zich dan ook tijdens de voorstelling meermaals herkennen in Ann of Otto. Wat ze doen of hoe ze zich voelen: het fijn vinden om samen te spelen, verrast zijn over iets dat ze vinden, bang voor het onbekende, lachen om gekke dingen, genieten van een mooi liedje, overmoedig worden, … Wij bieden jullie ook nog graag deze lesmap aan. Hierin vind je de korte inhoud van het stuk, info rond het bezoek aan een theater, foto’s en heel wat activiteiten waarmee je onmiddellijk aan de slag kan gaan in je eigen klas. Thema’s als zand & water, de zee, vakantie, zoeken & verliezen, angsten overwinnen, ik ben een held; gevoelens: blij, stoer, bang, verdrietig… kan je koppelen aan de voorstelling. Luister naar het ruisen van de zee, snuif de strandgeur op en laat de zon maar schijnen, een hele voorstelling lang. Geniet met volle teugen van OTTO.
2
Foesiemauw
3
Otto
3
BETROKKENHEID
HOE KAN JE DE OP EEN THEATERVOORSTELLING VERHOGEN?
Je kan, door een aantal activiteiten voor en na de voorstelling, de kinderen dichter bij de bedoeling van het stuk brengen. Voor kleuters is een inhoudelijke voorbereiding niet essentieel maar het kan. Belangrijk is in ieder geval dat een voorbereidende activiteit subtiel gebeurt, zodat het mysterie van de voorstelling intact blijft. Voorbeelden van mogelijke activiteiten vind je verder in deze map. Bereid de kinderen voor op hoe ze zich moeten gedragen tijdens de voorstelling. - Ga nooit een half uur voor de voorstelling begint, de (theater-) zaal binnen maar wacht op een andere plaats. De spanning begint bij de kinderen al bij het binnenkomen van de zaal. - In de (theater-) zaal ben je stil en praat je niet met elkaar tijdens de voorstelling. - Probeer een aantal volwassenen te mengen tussen de groep kinderen en laat deze aan de zijkanten en in het midden van een rij plaatsnemen; - Na de voorstelling moeten de kinderen zich eerst even kunnen ontladen. Daarna kunnen ze enkele vragen beantwoorden als: o wat vonden jullie leuk? o wat vond je minder mooi? o wat was lekker spannend? o waarover willen jullie nog meer weten? Mits een seintje vooraf, kunnen de kinderen na de voorstelling de acteurs spreken, vragen stellen, … In de klas wordt het stuk geëvalueerd met de kinderen, en ook met andere collega’s: hoe het was, wat er de volgende keer anders moet,… • Je kan in je klas permanent materiaal aanbieden in verband met theater, b.v. verkleedmateriaal en leuke attributen. • Tijdelijk kan je een theaterhoek maken met materiaal dat met de voorstelling te maken heeft. Daar kan je per dag 15 min. aan dramatiseren besteden met als belangrijkste impuls het spel (actie) gekoppeld aan taal (spreken). Voorbeelden van mogelijke activiteiten, vind je verder in deze map. Je merkt, na de voorstelling kan je zelf met je kinderen aan de slag.
Bron: “Kleuters en ik” nr. 3 (jaargang 15)
Foesiemauw
4
Otto
4
INLEVING VOOR DE VOORSTELLING
•
Het kan, bij de jongste kleuters, helemaal geen kwaad dat je voor de voorstelling het scenario van ”OTTO” al een keertje vertelt. Je zou ook al de foto kunnen tonen waarop Ann en Otto staan. Voor de oudste kleuters is dit zeker niet nodig. Zij zullen er meer van genieten wanneer het allemaal nog een verrassing is.
•
Het is niet slecht om angstige, onzekere kleuters in de buurt van de juf te zetten tijdens de opvoering. Ook hun eigen knuffel kan mee naar de voorstelling komen kijken, toch een vorm van veiligheid voor hen.
•
Je kan al gerust rond het thema werken in de klas en later pas naar de voorstelling komen kijken.
•
Je kan één of meerdere hoeken verrijken in functie van het thema. 1 Boekenhoek Er zijn héél wat boeken rond zand-strand-zee te vinden in de bib. Ook boeken over iets vinden of krijgen en het verloren doen en er dan naar op zoek gaan. Boeken over je beter/sterker voelen wanneer je iets extra bij of aan hebt (zie foto van het boek). 2 Luisterhoek CD’s met zeegeluiden en daar wat informatieve boekjes bij over de zee of het strand. Of laat de kleuters vakantiefoto’s meebrengen van aan zee. De muziek brengt hen helemaal in de juiste sfeer. Ook ingesproken verhaaltjes rond het thema kunnen er bij. 3 Knutselhoek Voor knutseltips: zie verder in de map bij de foto’s. 4 Winkel Je kan een strandwinkel maken: schelpen, emmertjes, windmolentjes, zeesterren, pondekes, zwembandjes, duikbrillen, ….De oudste kleuters kunnen winkelen aan de hand van getalbeelden bij de producten. En dit met zelfgemaakte biljetten. De jongste kleuters kan je opdrachtenkaartjes geven met afbeeldingen op bv. een kaartje met 1 schelp op. Ze moeten dan 1 schelp kopen in de winkel. Of, als je veel schelpen hebt, kan dat ook het betaalmiddel worden. 5 Themahoek Een strand- of zeehoekje in de klas! Een tafeltje, eventueel een voet met parasol en daar wat stranddekens of strandmatjes bij. Dan nog een koelbox met lege petflessen in, een picknickmand met plastieken borden en bekers erbij. Bijna lege zonnecrème busjes, zodat ze toch nog een beetje kunnen smeren, wat petten en zonnekleppen en enkele zonnebrillen. Ook een verrekijker is leuk.
Foesiemauw
Otto
5
De zandbak wordt het strand. Doe er wat water bij en ze kunnen ‘taartjes en kastelen’ maken. Een bak of zwembadje op tafel kan de zee worden. Met schelpen en wat zeedieren erin wordt het helemaal echt. Je kan visnetten spannen en gras in emmers zand zetten (zie knutseltip bij de foto van het strand), als duinen. Een vlieger aan het plafond hangen of een grote (zelfgemaakte) zon. Je kan een bak met zand voorzien waar ze met hun blote voeten in mogen. Breng wat mosselen mee, de geur van de zee! Misschien zijn er kleuters die een vis thuis hebben en hem mee mogen brengen om in het themahoekje te zetten. Ook een grote blauwe plastiek kan de zee simuleren. Leg er wat duikbrillen en zwembanden bij en dan plonsen maar. Knuffels van zeedieren kunnen bij op de plastiek. 6 Poppenkast Enkele vissen, een krab, een zeemeermin, een octopus, wat schelpen, …. en de kleuters hebben een onderzee-wereld in de poppenkast. Voor de oudste kleuters kan je er een schimmenspel van maken door het gat van de poppenkast dicht te maken met papier en er een lamp bij te zetten. 7 Bouwhoek De kleuters kunnen een hoge vuurtoren bouwen met blokken, kistjes, … Bouw eens iets terwijl je een duikbril op hebt! 8 Techniekhoek Je kan allerlei proefjes doen met water zoals drijven & zinken, water kleuren, vanuit verschillende standen in een waterbak kijken waar een voorwerp in ligt, in gekleurd water een witte bloem zetten, voorwerpen in zout water leggen, water laten verdampen: water in de zithoek zetten en een schaaltje bij de verwarming, …. Dingen bekijken door een gekleurde bril. 9 Natuurhoek Je kan aan de kleuters vragen wie een vis heeft. Zet alle bokalen in een hoekje. De kleuters kunnen kijken en verzorgen. Ze kunnen vissen tekenen of knutselen. Met zand, schelpen, plantjes kunnen ze een strand maken in het deksel van een schoendoos. Je kan water zuiveren in een lange bokaal. Allerlei informatieve boeken rond de zee, het strand… kan je aanbieden. Zeewier, riet, een zeester, grote schelpen waar je de zee in hoort, … 10 Poppenhoek Koken met mosselen is eens wat anders! Heb je voor de poppen een badpakje, zonnehoedje? Misschien mogen de poppen mee in de zee? Kunnen ze daarna lekker zonnen. 11 Verkleedkleren Badpakken van jezelf, zwembroeken van je man, die de kleuters over hun kleren kunnen aandoen, zullen een succes zijn. Allerhande strandkledij kan er nog bij. Ook waterschoentjes, badmutsen, zwemvliezen, duikbrillen, …
Foesiemauw
5
Otto
HOE FOESIEMAUW DE VOORSTELLING
6
OTTO MAAKTE
Na “De nieuwe kleren van de keizer”, “Woeste Willem”, “Biebie” en “Eskima” zijn we nu aan onze vijfde productie toe: “OTTO”. Omdat ik graag poppen manipuleer, stond het al snel vast dat het hoofdpersonage een pop zou zijn. Eentje met alle ingrediënten van een kleuter, zodat deze zich met hem kunnen identificeren. Wat verlegen en onwennig. Uiteraard wat deugniet streken. Nieuwsgierig en verwonderd. Stoer maar ook teder. Bij het maken van de poppen en het ontwerpen van het decor, kregen we hulp van Gert Dupont (theater Froefroe), een echte kenner. Er werden leuke figuren bedacht en gemaakt. Vick Verachtert stond ons bij met raad en draad. Het is vooral een visuele voorstelling geworden. Enkele poëtische zinnen en leuke muziekjes versterken de beelden. Samen met Radomira Dostal en Eric Broeckx hebben we gezwoegd op het maken van een duidelijk verhaal met mooie beelden. Daar kwam veel spelplezier bij kijken. Ik heb weer heel wat bijgeleerd en daar doe ik het voor! En om al het praktische rond de voorstelling in goede banen te leiden, kregen we deskundige hulp van onze productieleider, Eric Broeckx.
Nieuwsgierig naar het resultaat? Lees op de volgende pagina’s alvast de korte inhoud van OTTO.
Foesiemauw
6
HET
Otto
7
SCENARIO VAN OTTO – DOOR FOESIEMAUW
Dit scenario kan je gebruiken als leidraad bij de voorstelling. Je mag het gerust met de 2,5en 3-jarige kleuters al op voorhand doornemen. Voor de 4-5 jarigen is dit niet nodig. Het zou voor hen de magie van de voorstelling wegnemen.
Korte inhoud Door haar verrekijker ziet Ann een mooi stukje strand. Er staan enkele houten kisten. Dat is het! Daar wil ze spelen. Ze zet haar parasol open en vult haar emmertjes met zand. Ze maakt torentjes en een zandkasteel op de grote kist : “het strand”! In een andere kist vindt Ann een mooi blauw doek en een bootje. Ze laat het bootje varen achter het blauwe doek. De zee! Een eendje vaart mee in de boot. Met een duikbril gaat ze onder water. In de zee zit een kreeft, oei, ze bijt in Ann haar neus! Maar wat zit er nog in de kist? Een groot boek. Ann kijkt in het boek. Ze ziet een zandkasteel, net als het hare. Ze ziet een eend in een boot, net als in de waterkist. In een nog kleinere kist ziet ze een pop. Een pop? Ann gaat zoeken in de kleine kisten en ja, ze vindt een pop: OTTO! Otto is bang. Bang van de zee. De zee is gevaarlijk groot. Otto is bang. Bang van de golven. De golven zijn gevaarlijk hoog. Otto houdt van het strand. De duinen en het strand en heel veel zand. Hij schept en schept een diepe put. Hé, wat is dat? Een schelp onder het zand en een veer van een meeuw. Hij schept verder. Hé, wat is dat? Een rode laars! Hij schept en schept …. een waterschoen. Nee, hij wil nog een laars. Hij blijft maar scheppen en… een tweede rode laars. Otto trekt ze aan. Ze zitten perfect. Hij speelt met zijn laarzen op het strand en doet kunstjes. Hij wil in zee springen met zijn rode laarzen maar hij durft niet. De zee is gevaarlijk diep. Tot Ann er superlaarzen van maakt. Laarzen die springen, laarzen die vliegen over de golven, in de zee, NOOITMEER-BANG-laarzen! Otto doet onwaarschijnlijke kunsten op het strand en in de zee. Tot de laarzen moe zijn. Ze moeten rusten, in het schelpendoosje. En Otto ook, op het schelpendoosje. Ann gaat de zee in. Diep in zee ontmoet ze mooie en grappige zeedieren. Ze vindt een prachtige schelp. Ze gaat uit de zee en legt de schelp in haar schelpendoosje. Maar wat is dat? De rode laarzen zijn weg! Hoe kan dat nu? Ze had ze toch in het doosje gestopt! Otto is verdrietig. Zonder laarzen kan hij niet meer in de zee. Ze zoeken samen heel het strand af. Ze vinden heel wat rode spullen maar geen laarzen. In de grote kist vinden ze Krab, ook zij heeft de laarzen niet gezien. Het boek! Misschien vertelt het boek waar de laarzen zijn. Ann volgt de sporen in het boek. Niet bij het zandkasteel, niet in de boot, niet in de kleine kist, … in de zee? Zouden de rode laarzen in de zee zijn? Maar Otto durft niet te zoeken in de zee. Misschien… natuurlijk, Krab is niet bang in zee. Krab springt het water in en duikt allerlei rode spullen op. Vele rode spullen maar geen laarzen!
Foesiemauw
Otto
Otto is verdrietig. Krab ook. Ze zoeken troost bij elkaar. Krab aait Otto. Otto kietelt krab. Samen spelen ze verstoppertje. Krab verstopt zich maar Otto kan hem telkens vinden. Wat is het leuk zo samen met z’n tweetjes. Tot Krab zich verstopt in de zee. Otto wil wel naar Krab maar hij durft niet zonder zijn NOOIT-MEER-BANG-laarzen. Otto wil dicht bij Krab zijn. Otto wil Krab zien. Ann bouwt een toren. Een toren met zijn voeten in het water, zijn buik boven het zand en zijn hoofd in de wolken: een vuurtoren! Otto zit bovenop de toren. Hij ziet Krab! Krab speelt met zijn vrienden in de zee. Otto wil zo graag mee dansen met de vissen en de zeepaardjes. Wat hebben ze een pret. Krab zingt voor Otto een heel mooi lied. Otto is zo ontroerd, hij weet het zeker, hij wil naar Krab. Kistje voor kistje wordt de vuurtoren afgebroken tot Otto oog in oog staat met Krab. Zal Otto in het water springen zonder zijn NOOIT-MEER-BANG-laarzen? En de rode laarzen, waar zijn die eigenlijk gebleven? Wel, dat ga ik nog lekker niet verklappen. Nog even wachten. Spannend toch? Ik zie jullie graag bij “Otto”. Tot dan, Ann
8
Foesiemauw
7
Otto
HET VERHAAL VAN OTTO IN MET TIPS VOOR IN DE KLAS
7.1 Op het strand
7.2 Bij de zee
FOTO’S
9
Foesiemauw
Otto
10
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Bootje op zee Neem een wit of lichtblauw vel papier. We gaan eerst de golven maken. Neem een kloddertje verf op je vinger en zet deze op het papier. Maak nu een golfbeweging met je vingers of handen. Zo maak je alle golven. Als je meer kleurverschil in je golven wilt, neem je blauwe en donkerblauwe verf op je vinger. Het bootje maak je van gekleurd papier of stof. Je kunt zelf bedenken hoe deze eruit komt te zien en hoe je deze op de golven plaatst. Misschien kan je er wel een gele eend inzetten. Als de verf droog is, kun je het bootje opplakken.
Eendjes in het water Als eerste maak je het water waar de eendjes in zwemmen. Met een stukje spons in de verf, maak je het water van de zee. Je kan dit mooi maken door wat lichter en donkerder blauw te gebruiken. Met wat wit of lichter blauw maak je de lijntjes die aangeven dat het water beweegt. Daarna kan je met een pijpenrijger gedopt in de verf, wat riet of andere waterplantjes op het blad ‘slaan’. Schilder of dep de onderkant van je vuist in de verf en maak zo de lichamen van de eendjes. Met je vinger zet je er het hoofdje op. En dan de snavel. Daarbij moet je alvast bedenken wat de eendjes doen. Kijken ze omhoog, omlaag, opzij of… Tip voor de oudste kleuters: het makkelijkste is om als de verf droog is de details op de eendjes aan te brengen, zoals de pootjes onder water, de ogen en de vleugels.
Zandtaartjes Je neemt wat zand uit de zandbak en laat de kleuters er behangerslijm onder mengen. Lekker smeuïg! Laat ze een vormpje kiezen uit de zandbak en dit vullen met het zand- en lijmmengsel. Goed tot aan de rand. Dit moet nu enkele dagen rusten tot het zand droog is. Dan draaien ze het vormpje om en krijgen ze een zandtaartje dat mooi vast is van vorm door het toevoegen van de lijm. Tip: je kan ook nog verf onder het zand doen.
Een windmolen in 4 stappen Wat heb je nodig - een vierkant stuk stevig papier - een schaar - een speld met een knop - een liniaal en een pen - een limonaderietje Neem een stuk stevig papier en zorg ervoor dat het precies vierkant is. Leg de liniaal schuin over het papier en trek streepjes van de ene hoek naar de andere. Maak gaatjes in de hoeken aan dezelfde kant van elke lijn. Knip de streepjes in met een schaar. Je knipt maar tot de helft. Vouw de vier hoeken met de gaatjes naar het midden. Duw de speld door de gaatjes en door het midden van het vierkant. Duw de speld in de bovenkant van het limonaderietje.
Zo, je windmolen is klaar! Blaas er tegenaan of hou hem buiten in de wind.
Foesiemauw
7.3 Het boek
Otto
11
Foesiemauw
Otto
12
Enkele boeken die bij het thema passen •
Naar het strand door Thomas Docherty Een avontuurlijk prentenboek over een jongetje met een levendige fantasie. Hij wil dolgraag naar het strand en is er al helemaal op gekleed, maar het regent buiten. Toch breekt voor hem een heerlijke stranddag aan.
•
Matthijs en Lili gaan naar het strand door Cees Rutgers en Rolanda Jongerius Een kuil graven, zwemmen, in de zon liggen, vliegeren… Dat kun je doen op het strand!
•
Dikkie Dik naar het strand door J. Boeke Dikkie Dik ontmoet op het strand een andere poes met wie hij avonturen beleeft.
•
Naar zee door Ingrid Godon Prenten over de zee met alles erop en eraan: boten, ijsjes, schelpen rapen, zwemmen, enz. Elke prent omvat 2 pagina’s en nodigt je uit om er lang naar te kijken en te zoeken naar voorwerpen, handelingen, …
•
Langs de kust door Steve Parker Uit de reeks ‘ooggetuigen’, met een werkelijke weergave van het leven in en rond de zee.
•
Plotter wil niet zwemmen door H. Schuurmans Plotter is erg bang om te zwemmen, maar nadat twee klasgenootjes hem in het water hebben gegooid, helpen ze hem zijn angst overwinnen.
•
Brammert en Tissie raken Kwekkie kwijt door Gabrielle Vincent Tissie (muisje) raakt haar knuffel kwijt. Brammert (beer) probeert een nieuwe te kopen maar Tissie wil alleen haar eigen knuffel.
•
Heksje Mimi en haar nieuwe laarzen door Kathleen Amant Heksje Mimi krijgt mooie nieuwe laarzen. Ze is er heel blij mee en probeert de laarzen meteen uit. Als Mimi over de wei van Bella de koe vliegt, gebeurt er iets ergs: haar nieuwe laarzen vallen uit. Bella vindt de laarzen en wil ze voor zichzelf houden…
•
Beetje bang door Marly van Otterloo. Grote emoties in kleine verhaaltjes. Aanschouwelijk gemaakt en boeiend verteld.
•
De mooiste vis van de zee zoekt zijn glinsterschub door Marcus Pfister Regenboog zwemt het liefst naar de onderwater rots. Als een sterke waterstroom zijn enige glinsterschub meesleurt en in de diepte laat verdwijnen, kan niets hem meer tegenhouden: hij duikt er achteraan!
•
Timmetje Tim is stoer door John Prater Het boek gaat over angst, gevoelens en stoer zijn.
•
Heb je mijn zusje gezien door Joke Van Leeuwen Een klein jongetje zoekt zijn zusje. Op elk blad stelt hij zijn vraag opnieuw en onthult daarbij steevast iets meer over haar. Hij staat voor een muur en de mensen achter de muur hebben telkens een eigenschap die zijn zusje ook heeft, maar ze hebben zijn zusje niet gezien. Het amusante is dat je telkens een stukje van de muur op de rechterpagina als een flapje kan omslaan om de rest van de tekening te voorschijn te toveren. Dit levert leuke verrassingen op.
•
Ik kan spetter echt niet vinden door Lauren Child. Lola is dol op Spetter, de hond van Mark. Ze mag op hem passen. Maar dan roept ze Charlie’s hulp in: ze kan Spetter nergens meer vinden! Charlie is Lola’s grote broer. Haar steun en toeverlaat helpt altijd mee haar problemen koelbloedig oplossen. Charlie en Lola zoeken overal. In het huis, de tuin en het park. Nergens vinden ze Spetter. Terug in huis horen ze een piepklein gaapje uit Lola’s bed…
Foesiemauw
7.4 Een pop in een kist
Otto
13
Foesiemauw
Otto
14
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Stokpop OTTO Onze Otto is gemaakt van piepschuim en hout. Je kan op een eenvoudige manier met de kleuters ook een Otto maken. Wat heb je nodig? o een bol van piepschuim, voor het hoofd, met onderaan een gaatje waar een stokje in kan o losse piepschuim, voor de oren o 2 kopspeldjes o bruin papier of krantenpapier o behangerslijm en witte lijm o 2 halve pingpong balletjes per pop voor de ogen, of 2 dopjes van een petfles o een kartonnen kuif in de vorm van een golf van de zee o roze verf om het hoofdje en de oren te schilderen o bruine verf voor de kuif o rode verf voor de wangen en mond o een stokje en een lapje stof, voor het lichaam en het kleedje o witte afplaktape o een dikke stift Hoe ga je te werk? •
Laat de kleuters repen scheuren uit het bruin (kaft) papier of de krant. Intussen kan je behangerslijm maken. o Kleef het kuifje met witte afplaktape op het hoofd en breng de oren aan met een kopspeldje. o Nu worden de repen op de bol piepschuim gekleefd. Enkele lagen. Kuif en oren worden mee gekleefd.
•
2 of 3 dagen laten rusten tot het helemaal droog is o Het hoofd en de oren kunnen nu roze geschilderd worden. De kuif wordt bruin. o Op elke helft van het pingpong balletje kunnen ze een oogbol tekenen met een dikke stift. o Ze mogen een stofje uitkiezen voor het kleedje.
•
1 dag laten rusten o De wangen worden rood gedept en de mond geschilderd. o De ogen worden er op gekleefd met witte lijm. o Het stokje in het midden van het stofje houden, wat lijm in het gaatje van de piepschuim bol doen en het stokje met stof erin duwen.
•
1 dag laten rusten o Otto is speelklaar. Veel plezier!
Foesiemauw
7.5 Otto houdt van het strand
Otto
15
Foesiemauw
Otto
16
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Een windmolen Breng een windmolentje mee. Hou het zo dat alle kleuters het goed kunnen zien want er volgen enkele opdrachten. Zolang het molentje draait: • Tegen je hand blazen. • Tegen je onderarm blazen. • Het geluid van de wind nabootsen. • Het geluid van een meeuw nabootsen. • …
Bloemen verkopen Maak bloemen van papier. Allerlei soorten en vele verschillende kleuren. Zet de bloemen in emmertjes met zand of in de zandbak. Nu ga je ze ‘verkopen’ aan elkaar: de kleine bloemen kosten 1 schelp, de grotere 2 schelpen, …
Spelen op het strand Maak het zand in de zandbak vochtig zodat je er goed taartjes en kastelen in kan maken. Versier de vormpjes met schelpen, maken duinen met nepgras, maak een stukje zandvrij en doe er water in = de zee. Zet er plastieken visjes in. Met kleine Playmobil popjes kan je de kleuters nu een rollenspel laten spelen. Heb je kleine laarsjes, dan kunnen ze het verhaal van Otto naspelen.
Zandstrand Een strand van zand op stevig papier. Neem wat zand, doe er behangerslijm en verf bij. Neem nu een stevig blad papier en lijm het in, daar waar je het strand wil. Strooi nu het zandmengsel erover. Versier je strand met veren, zeewier, schelpengruis, ….
Strandhuisjes Van frisco stokjes kan je strandhuisjes maken. De oudste kleuters kunnen zelf op karton een huis tekenen. Daarna uitknippen en bekleven met de stokjes. Ramen, een deur, een dak kunnen daarna in verschillende kleuren geschilderd worden. De huisjes kunnen bij in de zandbak. Of je kan een strandtafereel maken. Zand met lijm en verf op een stevig papier kleven, zo heb je het strand. Het huisje kan op het strand komen. De zee kan je er ook nog bij schilderen. En misschien vliegt er wel een meeuw in de lucht? Je kan wolkjes uitknippen en ze bij in de lucht kleven.
Schilderen van schelpen en stenen Schelpen en stenen beschilderen. Op platte stenen kan je bv. een vis schilderen. Stevige schelpen kan je aanrijgen, met wat mooie parels en veertjes erbij wordt het een mooie ketting.
Foesiemauw
7.6 Otto vindt laarzen in het zand
Otto
17
Foesiemauw
Otto
18
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Verstoppen in het zand 1
Je verstopt een aantal voorwerpen in het zand: • De kleuters mogen om de beurt gaan graven. • De kleuters gaan heel concreet op zoek naar een voorwerp dat de anderen noemen. • De kleuters moeten 2 dezelfde spullen zoeken.
2
Je verstopt veel kleine schelpjes of steentjes in zacht zand. Met een zeef gaan de kleuters nu alle schelpjes of steentjes uit het zand opgraven.
Jezelf verstoppen Ook de kleuters verstoppen zich graag. Je kan een grote parasol kantelen zodat de kleuters alleen de voorkant zien. Zet 3/4/5 kleuters naast de parasol. Alle kleuters doen de ogen dicht. Eén van de kleuters naast de parasol gaat er nu achter zitten. Alle ogen open. Wie heeft zich verstopt? Hetzelfde kan je doen met een visnet. Wie zit er onder het visnet?
Voorwerpen verstoppen Ook voorwerpen kan je verstoppen zodat de kleuters alleen de vorm nog kunnen zien. Aan de hand van de vorm raden ze wat er onder bv. het strandlaken zit: een emmer, een gieter, laarzen, … Enkele voorwerpen onder het strandlaken. Goed kijken en verwoorden wat er allemaal ligt. Het strandlaken gaat erover en de ogen gaan dicht. De juf of een kleuter neemt er iets onderuit. Alle ogen open en strandlaken weg. Wat is er verdwenen? Voor de oudere kleuters Enkele voorwerpen laten zien. Goed bekijken en beschrijven. De voorwerpen gaan in een zak. Iedereen gaat spelen en een half uur later komen we weer samen in de kring. Bij de voorwerpen in de zak heb je intussen nog evenveel andere voorwerpen gevoegd. Je legt alles op de mat. De kleuters moeten nu de voorwerpen eruit halen die ze een half uur geleden in de zak stopten.
Laarzen 1 2
3
4
Iedereen heeft vandaag laarzen aan. We gaan eens goed kijken en vergelijken, om de beurt in het midden van de kring, en verwoorden wat we zien. Bekijk de voetzolen eens goed. Zet eens je zoolafdruk in het zand (laag bakje met zand in de kring). Kijken en vergelijken van zoolafdrukken. Buiten in de zandbak kan je vele sporen maken. Je kan ook op een andere manier een afdruk maken van je zool. Leg een papier op je zool en ga er met de brede kant van een waskrijtje over. De afdruk komt tevoorschijn. Overschilder hem nu met houtbeits. Met oude laarzen kan je een schilderafdruk maken.
Foesiemauw
Otto
7.7 Otto doet kunstjes met zijn SUPER laarzen
19
Foesiemauw
Otto
20
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Super laarzen Met de laarzen trekken we naar buiten of naar de turnzaal. • Wie van jullie heeft er ook SUPER laarzen, net als Otto? • Wat kunnen jullie laarzen allemaal? • De kleuters doen één voor één voor, de anderen doen na. • Je kan voor wat extra materiaal zorgen zodat de kleuters het gevoel krijgen dat met laarzen iets doen toch specialer is. Ergens afspringen of overspringen. Lopen tot aan ….
Fantasie laarzen Met oudere kleuters kan je verder gaan in hun fantasie. Je laat de laarzen uitdoen. Wat kunnen jullie laarzen nog? Er komen nu meer mogelijkheden omdat ze de laarzen zelf kunnen manipuleren. Wat kan jullie laars worden? bv. een hoedje op mijn hoofd, een staart aan mijn poep, …
Snelle laarzen •
•
Een loopspel vinden ze ook altijd leuk. Iedereen zet zijn laarzen aan de overkant. Nu om ter snelst naar je eigen laarzen lopen, ze aantrekken en weer terug lopen. Of alle laarzen op een hoop gooien. In 2 groepen : de 1ste kleuter van elke groep loopt naar de berg laarzen. Ze zoeken hun paar eruit, doen ze aan en tikken de volgende van de groep.
Reuze laarzen Je kan nu ook grote laarzen aanbieden. De kleuters trekken ze aan en proberen wat uit. Gaat het even goed of is het moeilijker of gemakkelijker?
Foesiemauw
Otto
21
7.8 Otto durft in het water met zijn NOOIT-MEER-BANG-laarzen
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan:
Gewapend met paraplu en gieter : Met de laarzen gaan we naar buiten en we nemen ook een paraplu en gieter met water mee. De kls. mogen nu om de beurt de paraplu vasthouden. De juf. giet water over de paraplu, de kl. zit er lekker onder. Intussen kan je een liedje zingen over de regen.
Met onze laarzen in de plassen: De plassen die nu op de speelplaats liggen zijn leuk om in te plonsen. Maak ook natte sporen op de grond. En bij mooi weer kunnen er extra badjes water gezet worden waar de kleuters naar harte lust in kunnen pletsen.
Helemaal nat: Of nog meer! Zet 2 (gras) sproeiers op en laat de kleuters erdoor stappen met of zonder paraplu. Een waar festijn, wij hebben het al gedaan bij ons op school!
Natte laarzen: Teken een grote laars. Laat de kleuters er nu regen op spatten. Met verdunde verf en een kwast gooien ze de verf op de laars. Je krijt mooie spatten als je verschillende kleuren neemt.
Foesiemauw
Otto
7.9 De NOOIT-MEER-BANG-laarzen moeten rusten
22
Foesiemauw
Otto
23
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Propere laarzen Na het buiten spelen zullen de laarzen nat en vuil zijn. Voorzie droge doekjes zodat de kleuters hun eigen laarzen kunnen droog en proper maken.
De laarzen moeten rusten Een bewaardoosje maken waar de laarzen in kunnen rusten. Versier de wanden met een techniek. Of alleen het deksel met zandpulp en schelpjes, mooie stenen, een zeester van papiermaché of een vis uit klei, ….
Schimmenspel met laarzen Je kan een schimmenspel zelf spelen of door de kleuters laten spelen. Je knipt twee laarsjes uit en zet ze op een stokje. Spel • Op een vrolijk muziekje kan je de laarzen eerst heel actief laten zijn. • Dan worden de laarzen moe en gaan ze in een doosje.
Pulplaarzen Wat heb je nodig? • een stukje karton • krantenpapier • warm water • een zeef • behangerslijm • verschillende kleuren verf • één plankje per kind • een vork • stijfselpoeder Hoe ga je te werk? - Teken een laars op een stuk karton. - Laat de kleuters kleine stukjes krantenpapier scheuren. - Doe er warm water bij zodat je pulp krijgt. - Laat de pulp uitlekken in een zeef. - Doe nu behangerslijm bij de pulp. - Verdeel de pulp in verschillende porties en doe onder elke portie een andere kleur verf. - Leg nu het patroon van de laars op een plankje en bevochtig de laars. - De kleuters vullen het kartonnen sjabloon op met de pulp, in verschillende kleuren. - Daarna geef je de laars met een vork wat structuur door er zachtjes over te gaan. - Bestrooi de laars met stijfselpoeder zodra hij klaas is. - Zet het plankje met de laars rechtop zodat al het water eraf kan druppelen.
Foesiemauw
7.10 Ann zwemt diep in de zee
Otto
24
Foesiemauw
Otto
25
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Scheppen maar Zet een bak met water in je klas of in de gang en laat de kleuters de bodem bedekken met schelpen, steentjes, plantjes, … Er kunnen nog plastieken vissen en zeediertjes in. Nu kunnen ze met een schepnetje aan het vissen gaan.
Onder water kijken Vul een grote bak, met doorzichtige wanden, met water. Je kan een lamp richten naar de bodem. Leg er allerlei verrassende spullen in bv. een parel in een schelp, een kreeftje in een spons, een zeemeermin achter een plant, … Laat de kleuters nu met een duikbril op onder water kijken. Je kan elke dag wat variatie brengen op de bodem, zo blijft het boeiend om te kijken. Bij de oudste kleuters kan je er een opdrachtfiche bijdoen bv. tel de poten van de kreeft, hoeveel parels zitten er in de schelp, …
Een harmonica-vis Wat heb je nodig? • een halve piepschuimbal • vilt of stof • 2 stokjes • een stofzuigerbuis • karton en lijm • knopen Hoe ga je te werk? Bekleed de halve piepschuimbal met stof of vilt. Dit is de kop van de vis. Voor de ogen kan je knopen opkleven. Knip een staart uit karton en kleef er stof of vilt op. Maak de staart aan het einde van de buis vast en de kop aan de andere kant. De stokjes stop je onderaan of bovenaan in de buis zodat je de vis goed kan manipuleren klein en groot maken door uit te trekken of in te duwen, in grote bogen laten zwemmen naar onder of naar boven.
Onder water: een graat-vis Wat heb je nodig? • een takje van een boom met vele kleine vertakkingen • papier en schaar • lijm • nietjesmachine Hoe ga je te werk? Teken een vissenkop op gekleurd of versierd papier en knip hem uit. Ook een staart. Het lijf van de vis is het takje (de graat van de vis). Breng de staart achteraan het takje vast en de kop vooraan. Je graat-vis is klaar!
Mosselschelpen Heb je mosselen gegeten? Gooi de schelpen niet weg maar was ze samen met de kleuters Teken een groot figuur bv. zeester, inktvis,… en laat ze bekleven met de schelpen. Een heel mooi resultaat!
Foesiemauw
Otto
7.11 De laarzen zijn verdwenen! • Otto en Ann zoeken op het strand
26
Foesiemauw
• Otto en Ann zoeken in het boek
• Krab zoekt in de zee
Otto
27
Foesiemauw
Otto
28
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Laarzen met een opdracht in Je kan ideetjes met de laarzen van de kleuters, die je in een vorige activiteit gezien hebt opschrijven. Je stopt ze in enkele laarzen. Nu verstop je de laarzen in de school of in de buurt van de school. Je gaat met de kleuters op laarzen-zoektocht. Bij elke laars doe je een opdracht.
Zoek dezelfde laarzen Je verstopt een boel laarzenparen op de speelplaats, in de zandbak, in het park, … Als de kleuters een laars vinden, moeten ze op zoek gaan naar de andere laars van dat paar. Dat kan in de omgeving zijn maar ook bij een andere kleuter. De laarzen worden verzameld op een afgesproken plaats.
Op schelpen zoektocht Je kan een weg van schelpjes leggen. De kleuters volgen de schelpjes en komen bij iets uit dat met het strand te maken heeft. Daar kan dan een opdracht bij zijn (bv. een emmer, gooi de strandbal in de emmer ). Nu volgen ze een weg van steentjes tot het volgende voorwerp. Daarna een weg van veren, …
Rode spullen Je verzamelt allemaal rode spullen. De kleuters kunnen ook spullen van thuis meebrengen, als ze maar rood zijn. Verstop de spullen en de rode laarzen. De kleuters moeten om de beurt zo snel mogelijk de laarzen zoeken. Hoeveel spullen hebben ze gevonden voor ze de laarzen hadden?
Op zoek naar … Je kan met de klaspop (bv. Jules) allerlei verstopspelletjes spelen. Ook de kleuters en de juf. kunnen zich verstoppen. Bij oudere kleuters kan je gebruik maken van ‘warm of koud’, hoog of laag, ver of dichtbij, … Je kan ook op een prent op zoek gaan naar… of in de bekende “Wally” boeken.
Foesiemauw
7.12 Krab en Otto worden vrienden • Verstoppertje op het strand
• Een lied in de zee
Otto
29
Foesiemauw
Otto
30
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan Tussen de vissen Je kan in een hoekje aan het plafond blauwe repen van stof of plastiek hangen. Je laat de kleuters vissen schilderen, tekenen, knutselen, …. en hangt ze ertussen. Nu lijkt het alsof de kleuters onder water lopen.
Een vis op je hoofd Om zelf als vis tussen de vissen te zwemmen kan je een hoofddeksel van een vis maken. Wat heb je nodig? • vloeipapier • vilt • karton • aluminiumfolie • lijm • glitter • schaar • nietjesmachine Hoe ga je te werk? Teken een grote vis op een stuk karton. Knip de vis uit en gebruik het sjabloon om nog een vis te maken die precies hetzelfde is. Zet de twee vissen met nietjes of plakband aan elkaar. Laat zoveel ruimte over dat je hoofd precies in de buik van de vis past. Maak schubben van vloeipapier en aluminiumfolie en lijm ze vast. Strooi er glitter overheen en geef de vis een gezicht met stukjes vilt. Nu kan je met de vis op je hoofd zwemmen tussen de andere vissen.
Een waterorkest Een orkest onder water, hoe zou dat klinken? Laat de kleuters eens met hun mond onder water geluiden maken. Zing zo eens samen een lied. Of maak een flessenorgel waarop je kan blazen of met een houten stokje slaan. Pletsen met je handen of voeten in een laag badje gevuld met water geeft weer andere geluiden. Zoek zo verschillende mogelijkheden uit en plaats dan een dirigent voor het waterorkest. Hij geeft aan wie er geluid mag geven door aan te wijzen. Je kan het best eerst als juf/meester even voordoen.
Een krab van rijst Wat heb je nodig? • witte lijm • voedselkleurstof • witte ongekookte rijst • glitter Hoe ga je te werk? Teken een grote krab/vis op een stuk stevig papier. Nu ga je de krab opvullen met gekleurde rijst! Verf de rijst eerst met voedselkleurstof. Vul een paar schaaltjes met ongekookte rijst en toet door elk schaaltje een andere kleur. Hou de kleuren uit elkaar. Bestrijk een vlak van de krab/vis met lijm. Strooi een kleur rijst over de lijm en schud de overtollige korreltjes eraf. Bewerk de andere vlakken van je tekening ook met lijm en rijst. Voor een extra mooi glimeffect kun je hem ook nog met glitter bestrooien.
Foesiemauw
Otto
7.13 Otto wil naar Krab. Ann bouwt een vuurtoren dicht bij de zee
31
Foesiemauw
Otto
32
Tips om in de klas mee aan de slag te gaan
Een toren bouwen Je gaat op zoek naar allerhande materialen waarmee je een toren kan bouwen: houten blokken, schoendozen, lego blokjes, kussens, plankjes, stenen… Laat de kleuters nu in kleine groepjes een toren bouwen. Als de toren klaar is, gaan ze in een kring rond hun toren zitten. Zijn alle torens klaar? Nu gaan ze voorzichtig bij elkaar kijken, naar alle torens. Welke is de hoogste, mooiste, stevigste…? Nu schuiven de groepjes door. Kan jij nog een andere toren maken als daarnet? Of was er een toren bij die je zo leuk vond dat je hem wil proberen na te maken (van imiteren kan je leren!). De kleuters proberen het uit. Weer bij elkaar gaan kijken. Zie je andere dingen dan daarnet? Vind je ze beter of minder goed? Nu kan je twee materialen bij elkaar brengen. Of bij elk materiaal iets extra voegen.
Een vuurtoren knutselen Wat heb je nodig? • lege blikken (hoge) of petflessen en yoghurt- of plastieken bekers • dopje van een petfles • behangerslijm • keukenpapier zonder reliëf en motief • kwast, lijm en plakband • cocktailprikkers • stukje touw Hoe ga je te werk? • Maak een toren van de blikken (flessen) en bekers zodat het een mooi geheel vormt voor een vuurtoren. Plak ze aan elkaar met plakband. • Bepaal de plaats van het balkon. Deze ontstaat door een verschil in doorsnede van de blikken: een kleine boven op een grote laat een klein randje over voor het balkon. • Plak aan de bovenkant van het grotere blik de cocktailprikkers halverwege met het plakband goed vast, zodat de andere helft boven het blik uitkomt. Je kunt hierover straks het papier-maché plakken zodat het nog beter blijft zitten. • Scheur stukjes papier van krant of de keukenrol. Haal de laagjes van elkaar en scheur deze weer in kleine stukjes. • Breng papier-maché aan op alle blikken en werk daarmee de randen goed weg. Breng 2 tot 3 lagen aan. Laat goed drogen. • Verf de vuurtoren in rood en wit en laat drogen. • Verf de ramen, hier en daar in verschillende groottes, denk ook aan ronde ramen, en een deur. • Draai het stukje touw om de cocktailprikkers als leuning voor het balkon. • Plak de dop van de petfles bovenop en steek er een vlag op.
Foesiemauw
Otto
7.14 Otto durft zonder laarzen in zee om dicht bij Krab te zijn
33
Foesiemauw
Otto
7.15 Maar waar zijn de laarzen toch gebleven?
34
Foesiemauw
8
WERKEN MET DE
Otto
AXENROOS
= voor de oudste kleuters Voor jongere kleuters kan je je eventueel beperken tot de 6 complementaire axen: leeuw-kameel, bever-poes, pauw-wasbeer
35
Foesiemauw
Otto
36
Pauw en Wasbeer Hecht bij het maken van de verschillende knutselwerkjes aandacht aan deze twee axen. Kleuters kunnen zo fier zijn op wat ze maakten (“Ik zie dat je zo fier bent als een pauw”) en de anderen bewonderen vaak spontaan elkaar. Je kan het extra stimuleren door een KIJK- of BEWONDER-hoekje te maken.
Niet alleen de kleuters kunnen er een tijdje naar kijken maar ook de ouders krijgen de kans om te komen bewonderen door de bril van Dag, de wasbeer.
Bever en Poes De kleuters kunnen elkaar helpen bij het aandoen van de laarzen of het poetsen van de laarzen. Als ze dat spontaan doen verwoord het dan even: “Wat een knappe bever ben jij. Je helpt Sofie met haar laarzen”. Ze zullen vast genieten van het plensen met de laarzen in het water. Maak na de activiteit even “bewust” tijd om dat te evalueren. “Wat vond je het leukst?” (m.a.w. waar heb je het meest van genoten?) “Wat vond je niet zo leuk?”
Leeuw en Kameel Met de laarzen gaan de kleuters allerlei dingen uitproberen. Na het experimenteren kan je een leeuw/kameel spel doen. Per 2 gaan staan. Duid een leeuw en een kameel aan. Eerst doet de leeuw iets voor en de kameel doet na. Daarna wisselen. Belangrijk is dat je het spel daarna even evalueert: waar voelde jij je het beste bij? Bij de leeuw die voordoet of de kameel die nadoet? Wat vond je het moeilijkste of het gemakkelijkste om te doen?
Foesiemauw
9
Otto
KOLOFON
Bibliografie
“Kleuters & ik”, het driemaandelijks tijdschrift voor ervaringsgerichte kleuterpraktijk Eigen materiaal, verzameld tijdens de opleiding en de jaren in de praktijk als Kleuterleidster Ute & Tilman Michalski (2007). Groot ideeënboek voor kinderen. Uitgeverij Deltas. Karla Duterloo-Homulle (2004). Wereldhandenarbeid - voor kinderen van 8-12 jaar. Uitgeverij Cantecleer. Nellie Shepherd (2006). Kunst voor kleintjes – poppen maken. Uitgeverij Gottmer.
Reacties Wil je ons iets vertellen over de voorstelling? Graag. Stuur een mailtje naar
[email protected] en je doet ons een heel groot plezier! Ons postadres is Kindertheater Foesiemauw vzw, Hoogakkers 3, 2470 Retie.
Auteur verwerkingsmap Ann Goormans
Illustraties Gert Dupont en Vick Verachtert
Foto’s Eric Broeckx met dank aan Willem Goormans
Eindredactie en lay – out Pool Nuyts © 6-11-2009
37