OSIRIS. Module A4 Bouwplaatsen autorisatie

OSIRIS Module A4 – Bouwplaatsen autorisatie

Dit document is het resultaat van een collectief werk en is opgesteld door het consortium NSI-SIGGIS onder de leiding van Nathan Leenaerts

V 0.1

Dit document is voorlopig. Met name in het geval waar een formulering verschillend blijkt te zijn van de wettelijke referentieteksten is het evident dat deze laatste voorrang hebben.

Inhoudstafel 1 Module Initialisatie

3

1.1

Inleiding

3

1.2

Functionaliteiten

3

1.2.1

Bepalen en wijzigen van het terrein van het project

3

1.2.2

De attributen van het project bepalen

6

1.2.3

De attributen van een project valideren

1.3

2

10

Matrix van afwijkingen

Module Coördinatie

11

14

2.1

Inleiding

14

2.2

Een bouwplaats plannen

14

2.3

Een coördinatie oproepen

15

2.4

Een bouwplaats in coördinatie bekijken als geappelleerde verzoeker

16

2.5

Antwoorden op een oproep tot coördinatie

17

2.5.1

Deelnemen aan coördinatie

18

2.5.2

Niet deelnemen aan de coördinatie

18

2.5.3

Verzet

19

2.5.4

Einde van het antwoord op de oproep tot coördinatie

19

2.6

Coördinatie

20

2.6.1 De naam van de piloot-verzoeker en eventueel van de coördinator-verzoeker registreren 20 2.6.2

De werkzone(s) op het geplande terrein definiëren en wijzigen

22

2.6.3

Vereenvoudigd dossier doorsturen

24

2.6.4

De balans en eventueel de coördinatiesynthese vaststellen

24

2.6.5

De coördinatiebalans afwerken

27

2.6.6

In het geval van meerdere wegbeheerders

28

2.6.7 In het geval van een gemeentelijke weg, onderworpen aan het advies van de CCB of een regionale weg 29 2.6.8

Verkleining van het terrein van de bouwplaats

29

2.6.9

Update van het dagboek van de bouwplaats in het stadium van de coördinatie

29

3 4

Module Autorisatie: Inleiding Module autorisatie: Functionaliteiten 4.1

Functionaliteiten verzoeker

4.1.1 V 0.1

Verlenging aanvragen Dit document is voorlopig. Met name in het geval waar een formulering verschillend blijkt te zijn van de wettelijke referentieteksten is het evident dat deze laatste voorrang hebben.

30 32 32 32 1

4.1.2

Verlengingsaanvraag raadplegen

33

4.1.3

Inhoud dossier

34

4.1.4

Fasen

35

4.1.5

Mobiliteitsdoorsnedes

39

4.1.6

Omleidingsplan

40

4.1.7

Opeenvolging van de fasen

43

4.1.8

Vergunningsaanvraag

47

4.1.9

Bijkomende vragen na ATG controle door beheerder voor ontvankelijkheid

48

4.1.10

Consulteren beslissing beheerder

50

4.1.11

Bouwplaats type A en dringendheid P2

50

4.1.12

Rectificatiebericht aanmaken

52

4.1.13

Rectificatiebericht doorsturen

54

4.1.14

Rectificatiebericht bekijken

55

Overzicht van de figuren

V 0.1


57

2

1 MODULE INITIALISATIE 1.1

Inleiding

De module Initialisatie is het startpunt voor elke bouwplaats in Osiris. De initialisatie is het aanmaken van een bouwplaats in het systeem door er het terrein van de bouwplaats en de nodige attribuutgegevens te bepalen opdat de procedures, zoals bepaald in de ordonnantie, gevolgd kunnen worden. Men kan deze stap opdelen in drie belangrijke delen: - Het bepalen van het terrein van de bouwplaats; dat de oppervlakte van de weg bevat, weergegeven door een convexe veelhoek, met het openbare verkeer van één of meerdere categorieën van gebruikers (voetgangers, fietsers, automobilisten, openbaar vervoer, …) voor de directe en indirecte noden van de uitvoering van de bouwplaats, met inbegrip van plaatsen voor laden en lossen, parkeerplaatsen voor voertuigen die noodzakelijk zijn op de bouwplaats…, in vermindering gebracht. Wanneer de bouwplaats is uitgevoerd boven of onder de weg, is het terrein van de bouwplaats de oppervlakte van de convexe veelhoek die orthogonaal geprojecteerd is op de oppervlakte van de weg. - Verzamelen van de attribuutgegevens; die alle diverse gegevens van de bouwplaats zijn en die uitgelegd worden in dit hoofdstuk (duur, type, aard, …). - Doorlopen van de matrix van afwijkingen; alle gegevens, zowel het terrein als de attribuutgegevens, doorlopen een matrix van afwijkingen die voor elke bouwplaats en volgens gecodeerde gegevens de rest van de te volgen procedure bepaalt (Uitvoering, Planning-Coördinatie-Vergunning, …). 1.2 Functionaliteiten 1.2.1 Bepalen en wijzigen van het terrein van het project

De eerste stap bij het maken van een bouwplaats is het bepalen van zijn terrein (oppervlakte die wordt onttrokken aan het huidige gebruik van de weg voor alle werkzaamheden inclusief opslagruimte, een zone voor het pad…). Om het terrein van een bouwplaats aan te maken moet de gebruiker eerst: - Zich in de cockpit bevinden, - Geen enkele bouwplaats, evenement of klacht geselecteerd hebben, - Over de nodige rechten beschikken om deze opdracht uit te voeren. Voor het gebruiksgemak kan de gebruiker best eerst naar de zone gaan waar hij zijn bouwplaats wenst in te tekenen. Hij kan hiervoor gebruik maken van de geolocalisatie tool of zoomen en navigeren door de kaart (Zie Deel 3: Module van Beheer & Cockpit). Om een bouwplaats aan te maken, moeten volgende stappen worden uitgevoerd: a) Klik op de knop Acties (linksboven op de kaart). Een menu opent zich.

V 0.1


3

fig. 1.1: Nieuwe bouwplaats

b) Klik op de knop Acties  Initialisatie  Nieuwe bouwplaats Links in de toepassing (onder de filters), opent zich een menu met twee mogelijkheden: - Digitaliseren van het terrein van een bouwplaats - Een plaatselijke bouwplaats aanmaken

fig. 1.2: Initialisatiemenu

1.2.1.1

Het terrein van een bouwplaats digitaliseren

De gebruiker klikt op “Digitaliseer…” en vervolgens op de kaart om er de hoekpunten van een polygoon te plaatsen die het terrein van de bouwplaats aangeeft. Bij elke klik bouwt het systeem de polygoon op en toont die deze aan de gebruiker.

fig. 1.3: Digitalisatie van het terrein

Het laatste hoekpunt wordt toegevoegd door een dubbelklik. Op dat moment sluit het systeem de polygoon van het terrein van de bouwplaats en opent het attributenformulier (zie sectie 7.3.3). V 0.1


4

Opmerking: Op elk gegeven moment kan de gebruiker zich verplaatsen op de kaart door de linkermuisknop ingedrukt te houden en de kaart te verslepen (lange klik). De gebruiker kan ook in- en uitzoomen met de klassieke functionaliteiten (muiswiel).

1.2.1.2

Plaatselijke bouwplaats

De plaatselijke bouwplaats laat de gebruiker toe om een rechthoekige bouwplaats aan te maken, voorzien voor kleine bouwplaatsen (aansluitingen, openen van de stoep, …). De bouwplaats wordt vervolgens op de kaart geplaatst met behulp van de digitalisatie van twee punten die de oorsprong en richting van de bouwplaats weergeven. Hiervoor: a) Kiest de gebruiker "Het digitaliseren van een plaatselijke bouwplaats starten". b) Een formulier opent zich. De gebruiker vult de afmetingen van de bouwplaats in en kiest de digitalisatiemethode voor de bouwplaats waarop het formulier zich sluit.

fig. 1.4: Initialisatie plaatselijke bouwplaats

c) De gebruiker klikt op de kaart om de 2 punten te plaatsen. Tijdens de tweede klik plaatst het systeem de bouwplaats en opent het attributenformulier (zie sectie 0). 1.2.1.3

Het terrein van een project wijzigen

Eenmaal het terrein van de bouwplaats getekend is en het attributenformulier ingevuld is, is het mogelijk om terug te keren naar dit formulier en de grootte van het terrein te wijzigen zolang het project van de bouwplaats niet gepland is. Ga in het menu « Acties » naar Initialisatie  Bouwplaats raadplegen.

V 0.1


5

fig. 1.5: Bouwplaats raadplegen

In de cockpit zie je een optie "Geometrie wijzigen" verschijnen. U ziet vervolgens het kaartgedeelte verschijnen met grijze punten op de hoekpunten van de polygoon van uw terrein. Door er op te klikken kan je de hoekpunten verplaatsen. Tussen deze grijze punten, bevinden zich in het midden van de segmenten die twee grijze punten met elkaar verbinden, witte punten die het mogelijk maken een nieuw hoekpunt aan te maken door erop te klikken. Door met de rechtermuisknop op een grijs punt te klikken, kan dit punt verwijderd worden.

fig. 1.6: Wijziging van geometrie

1.2.2

De attributen van het project bepalen

De bouwplaatsfiche, of het attributenformulier, laat toe om de nodige elementen te definiëren die nodig zijn voor andere organisaties die Osiris gebruiken om de bouwplaats goed te begrijpen. Ook bepalen de noodzakelijke elementen de procedure door de matrix van afwijkingen. De fiche wordt getoond in meerdere tabbladen. fig. 1.7: Attributen; algemene informatie

1.2.2.1

De verplichte attributen

De eerste 3 tabbladen bevatten essentiële gegevens. Het is daarom verplicht om deze tabbladen te doorlopen. a) Algemene informatie Onder de algemene informatie, gekoppeld aan de bouwplaats, vallen volgende velden: Veld

Omschrijving

Interne Referentie

V 0.1

Reeks karakters die eigen is aan de

Commentaar Dit attribuut is niet verplicht. Het zoekveld in de cockpit laat toe om een bouwplaats terug te vinden


6

organisatie die de bouwplaats heeft aangemaakt.

ofwel met behulp van deze interne referentie, ofwel door het nummer B1 dat automatisch toegewezen wordt door het systeem.

Type bouwplaats

Aard van de bouwplaats

Omschrijving

Tekst die de bouwplaats omschrijft.

Begindatum

Datum van de opstarting van de bouwplaats

In dit stadium gaat het over de best mogelijke inschatting die het begin bepaalt van een tijdvenster waarin de bouwplaats moet uitgevoerd worden.

Einddatum

Datum van het einde van de bouwplaats

Idem begindatum.

Als de aard « Overige » geselecteerd is, wordt een beschrijving aan de gebruiker gevraagd. In dit geval wordt een advies aan de sCCB1 gevraagd die ofwel een procedure kan opleggen, ofwel kan antwoorden en zijn akkoord geven.

Betrouwbaarheid van de startdatum

Indicatie van de precisie van de begindatum.

Duur (in werkdagen)

Aantal werkdagen die nodig zijn om de bouwplaats uit te voeren.

Duur (in kalenderdagen)

Aantal kalenderdagen die nodig zijn om de bouwplaats uit te voeren.

b) Algemene informatie (Vervolg)

fig. 1.8: Attributen; vervolg

Het vervolg van de algemene informatie bevat volgende velden:

1

V 0.1

sCCB: secretariaat van de Coördinatiecommissie van Bouwplaatsen (CCB) Dit document is voorlopig. Met name in het geval waar een formulering verschillend blijkt te zijn van de wettelijke referentieteksten is het evident dat deze laatste voorrang hebben.

7

Veld

Omschrijving

Herhaling

Commentaar Laat toe om te preciseren of er een herhaling van de werken bestaat tussen de begindatum en de einddatum van de bouwplaats.

Methode

De belangrijkste gebruikte methode

Als de methode « Overige » gekozen is, wordt een aanvullende beschrijving aan de gebruiker gevraagd.

Z-index

Hoogte-index

Specificeert of de bouwplaats wegen boven (brug), op of onder het grondniveau omvat, conform met de notaties van Urbis.

c) Hinder

fig. 1.9: Attributen; hinder

Dit tabblad bevat een aantal selectievakjes met elementen waarop de bouwplaats impact heeft. Het veld « Andere » laat de gebruiker toe vrije tekst over andere potentiële hinder in te voeren. 1.2.2.2

De optionele attributen

a) De pre-coördinatie Het tabblad « Pre-coördinatie » laat toe gegevens in te voeren over een eventuele pre-coördinatie van een groep verzoekers voor een bouwplaats. Deze gegevens worden dus opgenomen als een attribuut van de bouwplaats, maar worden niet door het systeem in rekening gebracht, deze gegevens zijn enkel indicatief. De gegevens kunnen vervolledigd worden door documenten, opgeladen met behulp van de functionaliteit « Documenten » die verder uitgelegd wordt. b) Dringendheid

V 0.1


8

Het tabblad « Dringendheid » laat toe om het dringende karakter van de bouwplaats weer te geven. Twee dringendheden zijn gekend in de ordonnantie: (definitie in de figuur 1.9): - Dringendheid P1: de bouwplaats moet de fases van planning, coördinatie en vergunning niet doorlopen en mag meteen uitgevoerd worden. Het gaat om een bijzondere afwijking voor dit type situatie. De verzending van een verklaring van opstarting mag echter niet later dan één dag na de opstarting van de bouwplaats gebeuren. Een regularisatieprocedure wordt vervolgens in gang gezet. De applicatie neemt in dit geval enkel de initialisatie en de uitvoering in rekening. - Dringendheid P2: de bouwplaats moet de fases planning en coördinatie niet doorlopen, maar de bouwplaats is altijd onderworpen aan de vergunningsfase. De bijhorende termijnen van deze fase worden echter gereduceerd tot een minimum in vergelijking met de normale procedure. De applicatie laat dus aan deze bouwplaatsen toe om onmiddellijk naar de vergunningsfase te worden overgebracht.

fig. 1.10: Attributen; dringendheid

c) Tabblad Afwijkingen

V 0.1


9

fig. 1.11: Attributen; tabblad Afwijkingen

De dringendheden bestaan uit twee bijzondere gevallen die niet onderworpen zijn aan de complete procedure van Planning-Coördinatie-Vergunning (PCV), maar die andere types bouwplaatsen omvatten die mogen afwijken van deze procedure. Het tabblad « Afwijkingen » geeft de mogelijkheid om karakteristieken toe te kennen aan een bouwplaats die, wanneer andere aspecten zoals de grootte van de bouwplaats en het type weg die deze omvat in rekening worden gebracht, een verkorte procedure verwachten (zie deel Afwijkingen).

1.2.3

De attributen van een project valideren

Ter bescherming van het formulier, wordt een validatie uitgevoerd. De gevalideerde elementen zijn: - Alle verplichte elementen bezitten een waarde - De onderling afhankelijke waarden zijn onderling coherent, zoals: o De duur en de data o De data en het weekendwerk o Werken die zich beperken tot de stoep en een versperring van de weg zijn niet samen geactiveerd. Als de validering mislukt, wordt een boodschap weergegeven rechtsboven op het scherm.

V 0.1


10

1.3

Matrix van afwijkingen

Deze sectie bevat een overzicht van het hoofdstuk over de attribuutinformatie van een procedure met betrekking tot de bouwplaats. De matrix wordt de matrix van afwijkingen genoemd omdat ze toelaat de afwijkingen op de langste procedure PCV te bepalen. Elke bouwplaats volgt, volgens haar kenmerken, een procedure gedefinieerd door de Ordonnantie2. De afbeelding hieronder hervat de weg die afgelegd moet worden voor het toekennen van de attributen voor de te volgen procedure, in functie van de gecodeerde gegevens:

fig. 1.12: Proces van afwijkingen

a) Aanmaken van het terrein van de bouwplaats b) Dringendheid P1: indien de bouwplaats in de attributen gedefinieerd is als een dringendheid P1; het systeem kent de procedure van uitvoering U toe aan de bouwplaats. Gezien het dringende karakter van dit geval, moet de bouwplaats niet later dan de eerste dag die volgt op de opstarting van de bouwplaats geregistreerd worden. c) Als het geen dringendheid P1 is, bekijkt het systeem, rekening houdende met de geregistreerde gegevens (attributen en terrein), of de bouwplaats zich bevindt in een lijst met vooraf vastgestelde voorwaarden. De elementen die in rekening worden gebracht zijn:  Wegklasse;

2

V 0.1

Ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg Dit document is voorlopig. Met name in het geval waar een formulering verschillend blijkt te zijn van de wettelijke referentieteksten is het evident dat deze laatste voorrang hebben.

11

     

Minimale oppervlakte van het terrein; Maximale oppervlakte van het terrein; Maximale duur van de bouwplaats (in werkdagen en in kalenderdagen); Of de circulatie op de weg behouden blijft; Of de bouwplaats plaatsvindt tijdens een voorkeursperiode (weekend, schoolvakanties, …); Of de bouwplaats plaatsvindt op één enkele sectie, dat er met andere woorden geen kruispunt is opgenomen in het terrein; Of er tijdens de werken minstens nog één circulatiestrook beschikbaar zal zijn; Of het over een mobiele bouwplaats gaat. bouwplaats aan geen enkele van deze voorwaarden voldoet, zal de procedure PCV

  d) Als de zijn. e) Als de bouwplaats aan één van deze voorwaarden voldoet, zal het systeem de situatie analyseren in functie van de aard van de bouwplaats (zie 1.2.2.1 verplichte attributen, algemene informatie) of de voorwaarden in kwestie en de aard van de bouwplaats elkaar kruisen.

fig. 1.13: Schema van de matrix van afwijkingen

In functie van dit kruisen zal dit resulteren in de te volgen procedure voor de bouwplaats. De mogelijke procedures zijn:  V: Vergunning  U: Uitvoering  CV: Coördinatie – Vergunning  PV: Planning – Vergunning  PCV: Planning – Coördinatie – Vergunning  Advies: Als de gebruiker een ander type van de aard van de bouwplaats ingevuld heeft dan deze opgenomen in de lijst, dan beslist de CCB over de te volgen procedure voor deze specifieke bouwplaats. f) Een laatste stap bevestigt twee zaken: V 0.1


12





Als het gaat over een dringendheid P1; in dit geval zal de procedure van het type V zijn, met de termijnen, die gekoppeld zijn aan dit type procedure, beperkt tot een minimum. Als de gebruiker die de bouwplaats opgestart heeft een niet-institutionele verzoeker is, zal de procedure van het type V zijn met de termijnen zoals voorzien.

Opmerkingen: - Het detail van elke procedure wordt in detail uitgelegd in de hoofdstukken die eraan gewijd zijn. - De complete matrix van afwijkingen zal volledig ter beschikking zijn op de sharepoint website. - In het geval van een niet-institutionele verzoeker die niet onderworpen is aan de coördinatie en planning, zal het resultaat door de matrix gegeven steeds ofwel V (wanneer de gedocumenteerde matrix een procedure xV aanduidt) ofwel U (wanneer de gedocumenteerde matrix reeds een procedure U aanduidt) zijn.

V 0.1


13

2

MODULE COÖRDINATIE

2.1

Inleiding

De module Coördinatie omvat een onmisbare stap (tenzij afwijking, zie onderdeel XXX) voor de vergunning van een bouwplaats, uitgevoerd door institutionele verzoekers (artikel 15 van de ordonnantie). De module laat onder meer een coördinatie toe tussen alle institutionele verzoekers. Dit proces structureert zich in twee grote delen: - Het bepalen van de deelnemers In een eerste stap raadpleegt de appellerende verzoeker (die het initiatief neemt voor het project) de andere institutionele verzoekers en nodigt ze uit om deel te nemen aan het project dat hij gestart heeft. Dit doet hij door een oproep tot coördinatie te versturen. De geappelleerde verzoekers kunnen beslissen om al dan niet deel te nemen aan de bouwplaats of om zich te verzetten tegen de oproep, als zij denken dat de bouwplaats nog niet lang geleden gepland is3. Deze stap eindigt met een volledig coördinatieattest. - Het bepalen van de uit te voeren werken De gecoördineerde verzoekers plaatsen gezamenlijk hun werkzones. Dit zijn de oppervlaktes waarop ze daadwerkelijk het werk zullen uitvoeren (zonder parkeergelegenheid, opslagzone, …). Ook stellen de gecoördineerde verzoekers de som van het uit te voeren werk van het gecoördineerde project vast. Deze stap eindigt met de oprichting van de coördinatiebalans.

2.2

Een bouwplaats plannen

Zonder afwijking (zie onderdeel XXX) moeten de projecten van bouwplaatsen, geregistreerd door institutionele verzoekers, gepland worden in het systeem. Dit betekent dat de projecten zichtbaar worden voor de andere gebruikers van Osiris. Wanneer een bouwplaats aangemaakt is in Osiris is deze bouwplaats enkel zichtbaar voor de organisatie de ze aangemaakt heeft voor zolang zijn status “Geregistreerd” is. Om een bouwplaats te plannen, moet de gebruiker: a) Een bouwplaats selecteren, b) Op de knop Acties klikken en daarna “Bouwplaats plannen” kiezen

3

V 0.1

Het gaat over een procedure PCV, en de planningsperiode (60 dagen) is nog niet verstreken Dit document is voorlopig. Met name in het geval waar een formulering verschillend blijkt te zijn van de wettelijke referentieteksten is het evident dat deze laatste voorrang hebben.

14

fig. 2.1: Een bouwplaats plannen

c) De bevestigingsvraag van het systeem accepteren

fig. 2.2: Bevestiging voor de planning

Wanneer de bouwplaats gepland is, is het niet meer mogelijk om het terrein of de attributen aan te passen tot de fase van de balans wordt bereikt. Vervolgens is het altijd mogelijk voor de pilootverzoeker om het terrein te verkleinen (niet vergroten) en om de attributen aan te passen. Het is dus belangrijk dat de gebruiker de ingevoerde gegevens controleert alvorens de bouwplaats te plannen.

2.3

Een coördinatie oproepen

Als de procedure, bepaald door de matrix van afwijkingen (zie onderdeel XXX) een oproep tot coördinatie nodig heeft en de bouwplaats gepland is of vrijgesteld is van planning, dan is het mogelijk om de coördinatie op te roepen. In het geval van een bouwplaats die gepland moet worden, is verzet door de geappelleerde verzoekers tegen de oproep tot coördinatie mogelijk als de bouwplaats niet langer dan 60 dagen geleden gepland is. Om een oproep tot coördinatie uit te voeren, selecteert de verzoeker de bouwplaats in kwestie en klikt op de knop “Acties” en daarna op “Coördinatie oproepen”.

V 0.1


15

fig. 2.3: Oproep tot coördinatie

Als een bouwplaats die gepland moet worden, minder dan 60 dagen geleden gepland is, verschijnt een scherm die de verzoeker waarschuwt dat de geappelleerde verzoekers zich mogen verzetten tegen zijn oproep.

2.4

Een bouwplaats in coördinatie bekijken als geappelleerde verzoeker

Wanneer de appellerende verzoeker de oproep tot coördinatie heeft verstuurd, worden de institutionele verzoekers, van wie de bouwplaats in kwestie in hun geografische sector van interesse (zie module Beheer) ligt, op de hoogte gesteld op verschillende manieren: a) Berichten Een boodschap die toegankelijk is via hun postvak.

a) fig. 2.4: Oproep Echéancier tot coördinatie; postvak b) Tijdschema

V 0.1


16

Het tijdschema toont ons alle termijnen die een actie van ons verwachten. Zo ziet de verzoeker een oproep tot coördinatie verschijnen als deze in zijn sector voorkomt.

fig. 2.5: Oproep tot coördinatie; tijdschema

c) Filters in de cockpit Door de filters in de cockpit te gebruiken kan de verzoeker de bouwplaatsen zo filteren dat enkel die in coördinatie waarvoor hij opgeroepen is om aan deel te nemen, verschijnen.

fig. 2.6: Oproep tot coördinatie; filters

2.5

Antwoorden op een oproep tot coördinatie

Om te antwoorden op een oproep, zijn meerdere stappen noodzakelijk: a) De betreffende bouwplaats selecteren Door op het nummer van de bouwplaats te klikken in zijn tijdschema of in zijn postvak of door de bouwplaats te selecteren op de kaart na een filter te hebben gebruikt, selecteert het systeem de bouwplaats en laat het de verzoeker toe om bepaalde acties uit te voeren zoals antwoorden op de oproep. b) Antwoorden op de coördinatieoproep via het menu " Acties… " Klik op de knop “Acties” en kies de sectie “Coördinatie” (blijf erop staan met de muis). De actie “Coördinatie beantwoorden” is beschikbaar.

V 0.1


fig. 2.7: Coördinatie beantwoorden

17

Door erop te klikken, opent een nieuw tabblad in de cockpit en drie acties zijn beschikbaar. Deze worden gedetailleerd besproken in het volgende deel van de documentatie. 2.5.1

Deelnemen aan coördinatie

Als de verzoeker wenst deel te nemen aan de bouwplaats, accepteert hij de uitnodiging om te coördineren die verstuurd is door de appellerende verzoeker. Door dit te doen, vult het systeem de lijn in die aan hem gewijd is in de coördinatiefiche. De appellerende verzoeker en alle geappelleerde verzoekers kunnen zo op de hoogte gehouden worden van de coördinatie tussen de verzoekers. fig. 2.8: Positief antwoord

Om de bouwplaatsfiche te raadplegen, selecteert de verzoeker de bouwplaats waarvan hij de fiche wil bekijken en selecteert hij het tabblad “Gecoördineerden” in de tabel.

fig. 2.9: Fiche van gecoördineerden

2.5.2

Niet deelnemen aan de coördinatie

fig. 2.10: Negatief antwoord

V 0.1

Als de verzoeker niet wenst deel te nemen aan de bouwplaats, weigert hij de uitnodiging om te coördineren die door de appellerende verzoeker is verstuurd. Door dit te doen, vervolledigt het systeem de lijn die aan hem gewijd is in de coördinatiefiche. De lijn geeft nu weer dat het antwoord negatief is. De appellerende verzoeker en alle geappelleerde verzoekers kunnen zo gewaarschuwd worden dat hij niet deelneemt aan de bouwplaats.


18

2.5.3

Verzet

De verzoeker kan zich verzetten tegen de bouwplaats als de oproep tot coördinatie minder dan 60 dagen na de planning is verstuurd. Een bevestigingsboodschap wordt getoond wanneer men zich wil verzetten.

fig. 2.11: Verzet

De appellerende verzoeker wordt dan onmiddellijk geïnformeerd van het verzet van een verzoeker. Hij krijgt een boodschap van laatsgenoemde waarin hij geïnformeerd wordt van deze beslissing. De appellerende verzoeker moet vervolgens akte nemen van het verzet. Om dit te doen, opent hij de

fig. 2.12: Akte nemen van verzet

sectie “Coördinatie” van het menu “Acties…”. Een bevestigingsboodschap verschijnt en geeft u meteen de mogelijkheid om de coördinatieoproep automatisch opnieuw te versturen wanneer de termijn van 60 dagen (te beginnen van de datum van planning) gepasseerd is. Het is anderzijds ook mogelijk om de oproep tot coördinatie manueel opnieuw te versturen meteen na akte genomen te hebben van het verzet, maar dan is verzet nog steeds mogelijk. Deze cyclus (coördinatie-verzet-coördinatie-verzet…) blijft mogelijk zolang de termijn van 60 dagen na de planning niet verstreken is. Daarna is verzet niet meer mogelijk. Deze mogelijkheid om de oproep opnieuw te versturen is bewust gespecificeerd om de geappeleerde verzoekers en de appellerende verzoeker toe te laten om een akkoord te bereiken via boodschappen of buiten het systeem.

2.5.4

Einde van het antwoord op de oproep tot coördinatie

Na een oproep tot coördinatie te hebben ontvangen, hebben de verzoekers 10 dagen om te antwoorden. Als ze dit niet doen, wordt hen een herinnering gestuurd door het systeem zonder nieuwe interventie van de appellerende verzoeker en hebben ze nog 5 extra dagen om te antwoorden. Wanneer een antwoord uitblijft na de herinnering zal het systeem automatisch noteren dat ze niet wensen deel te nemen, met de reeds vermelde gevolgen. V 0.1


19

Aan het einde van dit proces hebben alle verzoekers geantwoord en is de coördinatiefiche compleet. Dan kan ze, indien nodig, geprint worden (door op “export pdf” te klikken). Ze blijft beschikbaar voor de volledige duur van het project.

fig. 2.13: Coördinatiefiche

2.6

Coördinatie

2.6.1

De naam van de piloot-verzoeker en eventueel van de coördinator-verzoeker registreren

Er zijn twee scenario’s mogelijk, in functie van het type bouwplaats… Types bouwplaatsen: a) Niet gemengde bouwplaats: een bouwplaats waar er ofwel door alle verzoekers op de installaties gewerkt wordt (type A) ofwel door geen enkele verzoeker (type B). b) Gemengde bouwplaats: in tegenstelling tot het voorgaande werkt hier een deel van de verzoekers op de installaties en een ander deel niet. De ordonnantie (en dus Osiris) behandelt deze twee gevallen verschillend: -

In het geval van een niet gemengde bouwplaats: de appellerende verzoeker stelt enkel een piloot-verzoeker aan die verantwoordelijk zal zijn voor de balans. In het geval van een gemengde bouwplaats: de appellerende verzoeker stelt een pilootverzoeker aan die een verzoeker is van het type A of B, deze piloot-verzoeker stelt een coördinator-verzoeker aan die van het andere type is (als piloot-verzoeker = type A  coördinator-verzoeker = type B; als piloot-verzoeker = type B  coördinator-verzoeker = type B). Ze zijn elk verantwoordelijk voor de syntheses van type A en B en de pilootverzoeker is verantwoordelijk voor de balans (zie verder in de documentatie). Hier wordt gezegd dat een synthese de documentatie van alle voorziene werken verzamelt (alle vereenvoudigde dossiers van de gecoördineerden) en deze invoegt in een overzichtstabel, en dit voor de categorie (A of B) voor de bouwplaats in kwestie, in dit stadium van de procedure. Men noemt de som van de 2 syntheses de Balans. 2.6.1.1 Piloot-verzoeker aanstellen

Wanneer de coördinatiefiche compleet is, kan de appellerende

V 0.1


fig. 2.14: Piloot-verzoeker aanstellen

20

verzoeker een piloot-verzoeker aanstellen in het systeem. Hij wordt buiten het systeem aangesteld door alle deelnemende verzoekers. Als de stemmen verdeeld zijn over de kandidaten, is de stem van de appellerende verzoekers bepalend. Zelfs als geen enkele beslissing in het systeem is ingevoerd op het einde van de termijn, zal de appellerende verzoeker default als Piloot benoemd worden door het systeem. Als de piloot-verzoeker uit de verzoekers die aan de installaties werken afkomstig is, zal, in het geval van een gemengde bouwplaats, de coördinator-verzoeker een verzoeker zijn die niet aan de installaties werkt, en vice-versa. In het geval van een niet gemengde bouwplaats zal enkel een piloot-verzoeker aangesteld worden.

2.6.1.2

Coördinator-verzoeker aanstellen

Enkel in het geval van een gemengde bouwplaats moet een coördinator-verzoeker gekozen worden uit de andere categorie dan diegene waaruit de piloot-verzoeker gekozen is (werkend aan de installaties of niet). Eenmaal gekozen buiten het systeem, moet de piloot-verzoeker aangesteld worden in

fig. 2.15: Coördinator-verzoeker aanstellen

het systeem.

In het geval van een fout bij het aanstellen van de coördinator-verzoeker door de piloot-verzoeker na het verstrijken van de termijn, wordt de verzoeker van de gepaste categorie met de grootste werkzone automatisch door het systeem gekozen. In het geval van meerdere gecoördineerden van deze categorie die een werkzone hebben die even groot is, dient de voorrang van het antwoord op de coördinatie als selectiefilter.

V 0.1


21

2.6.1.3

Vereenvoudigde dossiers raadplegen

Wanneer de piloot-verzoeker en de coördinator-verzoeker aangesteld zijn, kunnen alle deelnemende verzoekers de vereenvoudigde dossiers raadplegen. Deze dossiers worden uitgebreid wanneer de verzoekers hun werkzones aanmaken. Een synthese van de intenties van beide categoriën van verzoekers wordt daarna beschikbaar. De door de verzoekers aangemaakte werkzones worden opgenomen in de vereenvoudigde dossiers.

2.6.2

De werkzone(s) op het geplande terrein definiëren en wijzigen

Wanneer alle verzoekers geantwoord hebben op de oproep tot coördinatie, kunnen diegene die deelnemen aan de bouwplaats beginnen met het coördineren van hun acties. Om dit te doen, moeten zij de zones van het terrein van de bouwplaats specificeren waarin zij de intentie hebben om te werken. Zij definiëren dus een werkzone door volgend proces te volgen: a) Een bouwplaats selecteren Met behulp van de filters, het zoekveld of door te klikken op het nummer van de bouwplaats in de boodschap van de oproep tot coördinatie selecteert de verzoeker de bouwplaats waarvoor hij een werkzone wil definiëren. b) De vereenvoudigde dossiers openen Elke verzoeker die deelneemt aan de bouwplaats moet de geassocieerde vereenvoudigde dossiers openen om een nieuwe werkzone te kunnen aanmaken. Om dit te doen, gaat hij naar het menu “Acties” en kiest hij, door erop te staan met de muis, de sectie “Coördinatie en klikt op “Vereenvoudigde dossiers”. c) Een nieuwe werkzone aanmaken Door te klikken op de knop “Werkzone toevoegen” kan elke verzoeker met behulp van zijn cursor het terrein van zijn werkzone digitaliseren binnen het terrein van de bouwplaats. De cockpit toont dan een tabblad met de tools die men kan gebruiken bij de digitalisatie. Om de digitalisatie te beëindigen, maakt de verzoeker een dubbelklik op het einde van de laatste lijn. V 0.1


22

fig. 2.16: Werkzone aanmaken

d) Attributen van de werkzone bewerken en de werkzone opslaan Eenmaal de geometrie van de werkzone aangemaakt is, verschijnt een venster met alle velden die ingevuld moeten worden, afhankelijk van de werkzone. De velden waarvan de naam gevolgd wordt door een sterretje zijn verplichte velden. De drie tabbladen moeten doorlopen worden om de werkzone te kunnen registreren. Eenmaal alle verplichte velden ingevuld zijn, slaat de verzoeker zijn werkzone op door te klikken op “Opslaan”.

fig. 2.17: Attributen; werkzone

e) Een intentie aanpassen Eenmaal een werkzone is opgeslagen, kan ze worden bewerkt. Door te klikken op de werkzone in de vereenvoudigde dossiers van de bouwplaats, heeft de verzoeker toegang tot verschillende acties. Zo kan hij de geometrie en de attributen wijzigen of de werkzone verwijderen. De werkzone kan vervolgens opgeslagen worden zoals bij de aanmaak ervan. Elke verzoeker maakt dus zijn eigen werkzone(s) aan en zorgt ervoor dat er voldoende attributen met een exacte datum ingevuld zijn bij de werkzone.

f) V 0.1

De werkzones raadplegen Dit document is voorlopig. Met name in het geval waar een formulering verschillend blijkt te zijn van de wettelijke referentieteksten is het evident dat deze laatste voorrang hebben.

23

Wanneer een verzoeker een werkzone op een bouwplaats heeft geregistreerd, kunnen de andere verzoekers van de bouwplaats deze werkzone raadplegen. Wanneer zij de vereenvoudigde dossiers openen, zijn alle werkzones zichtbaar. Door op een werkzone te staan met zijn cursor kan de verzoeker het terrein hiervan op de kaart zien. Door op de werkzone in de vereenvoudigde dossiers te klikken en daarna op “Attributen raadplegen”, kan hij de gegevens van de werkzone bekijken.

2.6.3

Vereenvoudigd dossier doorsturen

Wanneer een verzoeker zijn werkzone(s) op de bouwplaats aangemaakt heeft, moet hij zijn vereenvoudigd dossier die deze werkzone(s) bevat, doorsturen. Om dit te doen, gaat hij naar het menu “Acties”, kiest hij, door erop te staan met de cursor, de sectie “Coördinatie” en klikt op “Vereenvoudigd dossier doorsturen”. Elke verzoeker stuurt zo zijn dossier door zodat de piloot-verzoeker, in het geval van een gemengde bouwplaats, een synthese van werkzones kan opmaken of, in het geval van een niet gemengde bouwplaats, een balans kan opmaken.

fig. 2.18: Vereenvoudigde dossiers doorsturen

2.6.4

De balans en eventueel de coördinatiesynthese vaststellen

Wanneer de verzoekers hun vereenvoudigde dossiers hebben doorgestuurd, is de synthese van de werkzones compleet voor zowel de werkzones aan de installaties als diegene die niet aan de installaties werken. In het geval van een niet gemengde bouwplaats is er geen synthese maar wel een algemene balans van de werkzones die de synthese van de enige categorie van verzoekers bevat. Eenmaal de synthese aangemaakt zijn, kunnen hun attributen nog gewijzigd worden door de pilootverzoeker en de coördinator-verzoeker. Enkel de synthese van de coördinator-verzoeker kan door de coördinator-verzoeker gewijzigd worden en de piloot-verzoeker kan beide syntheses wijzigen, maar de twee syntheses kunnen door de gecoördineerde verzoekers geraadpleegd worden. In het geval van een gemengde bouwplaats:

V 0.1


24

2.6.4.1

Syntheses raadplegen

Om de syntheses te raadplegen, moet de verzoeker zijn vereenvoudigd dossier openen (menu " Acties… ", sectie " Coördinatie ", " Vereenvoudigd dossier"). Hij klikt vervolgens op één van de twee syntheses en op “Attributen raadplegen”.

fig. 2.19: Synthese raadplegen

De piloot-verzoeker en de coördinator-verzoeker kunnen de attributen wijzigen bij de synthese van hun sector(aan de installaties of niet aan de installaties).

2.6.4.2 Attributen wijzigen

De attributen bestaan uit een synthese van de attributen van de verschillende werkzones. Deze attributen kunnen gewijzigd worden door de piloot-verzoeker of de coördinator-verzoeker. Om dit te doen, klikt de verzoeker (piloot of coördinator) op de synthese van zijn sector en klikt op “Attributen wijzigen”.

V 0.1


25

fig. 2.20: Attributen wijzigen

Het scherm dat dan verschijnt is hetzelfde als het scherm dat verschijnt bij de aanmaak van een werkzone. De gegevens zijn echter de synthese van de gegevens van de verschillende werkzones.

2.6.4.3

Syntheses versturen

Wanneer de piloot-verzoeker en de coördinatorverzoeker de inhoud van de syntheses hebben bevestigd en eventuele bepaalde attributen hebben gewijzigd, kunnen zij de synthese doorsturen. Deze syntheses worden dan gecombineerd met de coördinatiebalans. Om een synthese te versturen, opent de verzoeker (piloot of coördinator) het menu “Acties…” en blijft met de cursor op de sectie “Coördinatie” staan. Vervolgens klikt hij op “Synthese versturen”.

fig. 2.21: Synthese versturen

2.6.4.4 Balans raadplegen en wijzigen

De coördinatiebalans verzamelt alle informatie met betrekking tot de werkzones. Deze kunnen niet aangepast worden, behalve door de piloot-verzoeker. Om de balans te raadplegen, opent de verzoeker (die deelneemt aan de V 0.1


26

bouwplaats) het vereenvoudigde dossier (“Acties…”  "Coördinatie"  "Vereenvoudigde dossiers"), klik op "Balans" en op "Attributen consulteren". Als het de piloot-verzoeker is, wordt de knop “Attributen raadplegen” de knop “Attributen wijzigen”. Het scherm dat toelaat de gegevens te raadplegen is hetzelfde scherm als het scherm dat opent bij de aanmaak van een werkzone.

Verzoeker

OF

Piloot

fig. 2.22: Attributen

bouwplaats:

2.6.4.5 In het geval van een niet-gemengde

Bij een bouwplaats waar alle verzoekers ofwel aan de installaties ofwel niet aan de installaties werken, is er geen synthese. Een coördinatiebalans wordt meteen gegenereerd door het versturen van de vereenvoudigde dossiers door de verschillende verzoekers die deelnemen aan de bouwplaats. Deze balans bevat alle gegevens die tot de verschillende werkzones van de bouwplaats behoren. De Verzoeker

OF

Piloot

balans moet afgewerkt worden binnen de 10 dagen na zijn creatie. fig. 2.23: Balans raadplegen/wijzigen

De piloot-verzoeker kan de balans wijzigen door op “Attributen wijzigen” te klikken. Het scherm dat de gegevens van de balans bevat is hetzelfde scherm als dat met de in te vullen velden bij de aanmaak van de intentie. De velden hier hernemen alle gegevens met betrekking tot de werkzones, waaronder de methode, het aantal sleuven en de soort leiding.

2.6.5

V 0.1

De coördinatiebalans afwerken


27

fig. 2.24: Balans plannen

2.6.6

Wanneer de balans gecontroleerd is door de pilootverzoeker, is de coördinatieprocedure bijna afgesloten. Om de procedure te beëindigen, maakt de piloot-verzoeker de laatste wijzigingen in de gegevens van de balans en verstuurt hij de definitieve balans ter bevestiging naar de gecoördineerden. Deze procedure is dezelfde voor gemengde en niet gemengde bouwplaatsen. Om de definitieve balans te versturen, opent de piloot-verzoeker de sectie “Coördinatie” in het menu “Acties…” en klikt op “Balans plannen”. Eenmaal deze actie is uitgevoerd, verandert de status van de bouwplaats van het coördineren naar de vergunningsaanvraag. De status wordt: “Vergunningsaanvraag in behandeling”.

In het geval van meerdere wegbeheerders

Wanneer de bouwplaats zich op een deel van de weg bevindt die tot meerdere wegbeheerders, gemeentelijk en/of regionaal, behoort, wordt de bouwplaats opgedeeld in meerdere bouwplaatsen die elk tot één wegbeheerder toebehoren. Een nieuw nummer B1 wordt aan elke sub-bouwplaats toegekend. Elke wegbeheerder ontvangt de documentatie en het terrein van de werken in zijn sector. Wanneer de verzoeker klikt op “Balans plannen” wordt de bouwplaats verdeeld en het aantal nieuwe bouwplaatsen is gelijk aan het aantal betrokken wegbeheerders. Voor het plannen van de balans

Na het plannen van de balans

fig. 2.25: In het geval van meerdere wegbeheerders

V 0.1


28

Het systeem toont meteen een venster “Gerelateerde objecten” die de verschillende nieuwe bouwplaatsen in de eerste bouwplaats weergeeft.

2.6.7

In het geval van een gemeentelijke weg, onderworpen aan het advies van de CCB of een regionale weg

In het geval van een gemeentelijke/regionale weg onder het advies van de CCB, krijgen tegelijk de gemeentelijke/regionale wegbeheerder en het secretariaat van de commissie de coördinatiebalans. 2.6.8

Verkleining van het terrein van de bouwplaats

Vanaf het moment dat de balans afgewerkt is, behoudt de piloot-verzoeker de functionaliteit om het terrein van de bouwplaats te kunnen verkleinen, tot op het moment van de vergunningsaanvraag. Hetzelfde geldt voor elk later gewijzigd advies. De procedure is dezelfde voor de wijziging van het terrein tijdens de initialisatie. Enkel de vergroting van het terrein is verboden door het systeem. 2.6.9

Update van het dagboek van de bouwplaats in het stadium van de coördinatie

In het stadium van de coördinatie wordt het dagboek van de bouwplaats opgesteld uit het complete coördinatieattest, de coördinatiebalans, de coördinatiesynthese (in het geval van een gemengde bouwplaats) en de werkzones.

V 0.1


29

3 MODULE AUTORISATIE: INLEIDING

De Autorisatie Module ondersteunt drie grote kwesties: A) In eerste instantie moet de aanvrager de uitvoeringsmodaliteiten van het project bepalen.  Indien de coördinatiebalans de gegevens van de deelnemers en hun werkintenties bevat dan moet de aanvraag tot vergunning aangeven hoe de verzoeker van plan is de werken aan te pakken.  Indien het project bij wijze van afwijking geen deel uitmaakt van een coördinatie moet de rede tot afwijking hier verklaard worden. B) In tweede instantie dient het dossier dat overgemaakt is aan de beheerder op verschillende punten gecontroleerd te worden (administratie, technisch en cartografisch). Een bewijs van indiening certifieert de verzending van het dossier. Het ontvangstbewijs dat vervolgens kan worden afgeleverd door de beheerder toont aan dat het dossier voor de vergunningsaanvraag volledig is. C) Tot slot, zal het beslissingsproces voort lopen tot aan de aflevering van de vergunning om de werken uit te voeren, of indien dit het geval is, de weigering. Dit proces kan verschillende vormen aannemen naargelang de omstandigheden, al dan niet met inbegrip (in functie van de aard van de weg) van een advies van de Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen. Ter herinnering, enkele vereisten stellen zich niet al naargelang de omstandigheden - van de werken (vb. dringend spoedgeval of bouwplaats van geringe omvang) of - van de betrokken partijen (vb. niet-institutionele verzoekers).

Deze afwijkingen4 van de algemene regel hebben als effect dat het proces tijdens bepaalde fasen van de algemene procedure kort gesloten kan worden of dat de termijnen aangepast kunnen worden. De bouwplaatsen zijn opgedeeld in drie categorieën:

1. De belangrijke bouwplaatsen, zonder afwijking;

2. Bouwplaatsen “van geringe omvang”;  Er bestaan vier verschillende afwijkingen voor deze bouwplaatsen: - variant 1: vrijgesteld van planning(bouwplaatsen « CA »), - variant 2: vrijgesteld van coördinatie (bouwplaatsen « PA »), - variant 3: vrijgesteld van planning en coördinatie (bouwplaatsen « A »), - variant 4: vrijgesteld van planning, coördinatie en autorisatie (bouwplaatsen « E » = Het gaat hier voornamelijk om de kleinste bouwplaatsen, die het vaakst voorkomen: +/- 80%).  Voorwaarden van vrijstelling: De onderverdeling van een bouwplaats in één van deze varianten gebeurt automatisch. De volgende criteria bepalen de variant:  De aard van het werk (gekozen uit een keuzelijst bij het aanmaken van een bouwplaats);  Oppervlakte van het terrein (berekend door het systeem);

4

V 0.1

Versie 1 van de software zal het over afwijkingen hebben. Op vraag van de administratie zal dit aangepast worden in een latere versie van de software om aldaar dezelfde terminologie te hernemen uit de arresten en de ordonnantie.


30

  

Duur van de bouwplaats (opgetekend bij het aanmaken van de bouwplaats); De impact op de mobiliteit (gekozen uit een keuzelijst bij het aanmaken van de bouwplaats). De wegklasse waarop de bouwplaats wordt uitgevoerd

3. Dringende bouwplaatsen, met twee varianten van vrijstelling: Dringende spoedgevallen (bouwplaatsen P1), waarbij het gevaar op ongevallen met schade aan personen en goederen de onmiddellijke aanvang van de werken rechtvaardigt. Voor deze bouwplaatsen zal een procedure van administratieve regularisatie volgen. Niet dringende spoedgevallen (bouwplaatsen P2), waarvoor een situatie van groot ongemak of (niet levensbedreigend) gevaar voor weggebruikers of klanten van de verzoeker de halvering van de termijnen voor onderzoek en afgifte van de uitvoeringsvergunning rechtvaardigt. Een aanvraag van dringendheid P2 kan op elk moment gedaan worden, van de planning tot de uitvoering. In ieder geval zal de aanvraag dringendheid P2 een attribuut zijn in de beschrijving van de bouwplaats. Als dusdanig moet de aanvraag eerst worden goedgekeurd door de beheerder opdat deze afwijking van toepassing zou zijn. De enige eigenschappen van een bouwplaats die aanleiding geven tot een inkorting van de termijnen zijn de volgende:  Bouwplaatsen van geringe omvang van type E  Dringende bouwplaatsen van type P1  Bouwplaatsen van type P2: De gebruikelijke vergunningsprocedure (type A, zonder coördinatie of planning, maar met gehalveerde termijnen

V 0.1


31

4 MODULE AUTORISATIE: FUNCTIONALITEITEN

Om dit document overzichtelijker te maken zullen we dit hoofdstuk onderverdelen naargelang het profiel van de gebruiker, hetzij de verzoeker die de vergunning aanvraagt, hetzij de lokale of regionale overheid die de vergunning toekent. 4.1

4.1.1

Functionaliteiten verzoeker Verlenging aanvragen

In het geval van een bouwplaats van het type PCV moet de verzoeker na het coördinatieproces een vergunning aanvragen binnen een termijn die vastgelegd is door de ordonnantie (120 dagen). Deze termijn kan echter éénmalig verlengd worden via een aanvraag tot verlenging (max 120 dagen). Dit is enkel mogelijk wanneer de procedure coördinatie voorziet in de afhandeling van de bouwplaats en wanneer de nieuwe aanvraag uitgevoerd wordt, minstens 30 dagen voor het verlopen van de oorspronkelijke termijn van 120 dagen. De aanvraag tot verlenging kan worden ingediend via de volgende knop in het « Acties » menu: Fig. 4-1 : Toegang aanvraag vergunning

De aanvraag bevat de volgende elementen:  Aantal werkdagen (maximum 120)  De taal waarin men het antwoord verwacht (vastgesteld op de taal van de maatschappelijke zetel van de organisatie behalve wanneer de organisatie van Brussel is, in dat geval is de keuze open)  Een rede voor de verlenging  Eventueel bijkomende documenten

Fig. 4-2 : Aanvraag verlenging

Het toevoegen van documenten bij de aanvraag van verlenging kan via de knop « Bijlagen ». Deze documenten worden voorzien van een type en bijkomende commentaar.

V 0.1


32

Fig. 4-3 : Bijlage aanvraag verlenging

De beheerder op de hoogte stellen van de aanvraag van verlenging gebeurt via de knop « Doorsturen ». Hiermee zal een Osiris bericht gestuurd worden naar de beheerder met betrekking tot de aanvraag. Het doorsturen van de aanvraag zorgt er natuurlijk niet voor dat de vervaldag voor het aanvragen van een vergunning zal verschoven worden, dit zal pas gebeuren wanneer de beheerder positief antwoordt op de vraag. 4.1.2

Verlengingsaanvraag raadplegen

Deze functionaliteit is toegankelijk via de volgende knop uit het « Acties » menu:

Fig. 4-4 : Verlengingsaanvraag raadplegen

Na het indienen van de aanvraag laat dit scherm toe om de status van de aanvraag te consulteren, met toegang tot de bijlagen. Voor het antwoord van de beheerder…

V 0.1


33

Fig. 4-5 : Voor antwoord op verlengingsaanvraag

Na het antwoord van de beheerder ziet men zijn beslissing, samen met een motivatie, indien het antwoord negatief was of met de nieuwe vervaldatum, indien het antwoord positief was.

Fig. 4-6 : Na beslissing, bij positief antwoord

4.1.3

Inhoud dossier

Tijdens het optionele proces van verlenging aan te vragen kan de verzoeker zijn dossier consulteren via de volgende knop:

Fig. 4-7 : Toegang dossier inhoud

V 0.1


34

Het submenu zal links van de kaart getoond worden.

Fig. 4-8 : Submenu inhoud dossier

4.1.4

Fasen

Wanneer bij de uitvoering van bouwplaatsen een gefaseerde aanpak nodig en mogelijk is, moet de vergunningsaanvraag de voorziene fasen bevatten. Bijvoorbeeld: om de impact van de bouwplaats op de mobiliteit op de openbare weg te beperken (oversteekplaatsen/nachtwerk/ …) of om rekening te houden met verschillende procedures op éénzelfde bouwplaats (geulen / graafwerkzaamheden, sporen plaatsen, mobiele kraan vs torenkraan …) … De fasen van het project worden bepaald in termen van:  Bereik van de werken en de eigenschappen die deze zones bepalen;  Bepalen van opeenvolgende en gelijktijdige werken;  Geschatte doorlooptijd;  Vermoedelijke begin- en einddatum, onderhevig aan eventuele aanpassingen tijdens de doorlooptijd van het project;  Betrokken verzoekers (vastgesteld op basis van het samenvallen van de werkzones);  Verstoring van de mobiliteit. De procedure om een fase aan te maken is de volgende: 1) Klik in het submenu « Inhoud dossier » op de optie « Fasen » 2) Een submenu laat toe over te gaan tot het intekenen op de kaart via de volgende optie: Fig. 4-9 : Toegang fase intekenen

3) Bij de eerste fase vraagt het systeem aan de gebruiker of hij slechts één fase wenst aan te maken. Is dit het geval, dan krijgt deze fase automatisch de omvang van de bouwplaats, zo niet, dan kan de gebruiker de omvang van zijn eerste fase intekenen. 4) Als de verzoeker kiest om een fase in te tekenen geeft hij met opeenvolgende kliks het oppervlak in van de fase. Een dubbelklik beëindigt het intekenen.

V 0.1


35

Fig. 4-10 : Oppervlak fase intekenen

5) Na het intekenen biedt het systeem de mogelijkheid om de attributen van de fase op te geven in verschillende kaders: Kader Z-Index

Fig. 4-11 : Z-index kader, fase

De mogelijke niveaus voor de fase zijn degene die ingevoerd werden voor de bouwplaats, maar één enkel niveau is ook mogelijk. Kader planning

Fig. 4-12 : planning kader, fase

De begin- en einddatums van de fase moeten binnen de datums liggen die tijdens de initialisatie (of die aangepast werden bij het opstellen van de coördinatiebalans) van de bouwplaats werden opgegeven. Technisch kader

V 0.1


36

Fig. 4-13 : Technisch kader, fase

Het aantal buizen en sleuven kan nooit hoger zijn dan de som van de buizen en sleuven die opgegeven zijn in de verschillende werkzones die geheel of gedeeltelijk binnen de omvang van de fase liggen. Kader Mobiliteitsimpact

Fig. 4-14 : Mobiliteitsimpact kader, fase

De aangegeven verstoringen van de mobiliteit zijn de samenvoeging van de verstoringen die opgegeven werden voor de werkzones die geheel of gedeeltelijk binnen de omvang van de fase vallen.

6) De volgende functionaliteiten zijn toegankelijk voor alle fases via knoppen: Omtrek aanpassen: laat toe de oppervlakte van de fase aan te passen Werkzone: haalt de lijst van werkzones op die geheel of gedeeltelijk binnen de omvang van de fase vallen.

V 0.1


37

Fig. 4-15 : Werkzones lijst voor fase

Van hieruit kan men de details van de werkzones ophalen, via het vergrootglas:

Fig. 4-16 : Details werkzone voor fase

Documenten: toont de lijst van documenten die verbonden zijn aan de fase

Fig. 4-17 : Fase documenten

Met de knop « Om een nieuw document toe te voegen, klik hier » kan een document toegevoegd worden en aan deze fase gekoppeld worden. Dit document kan ook aan één of meerdere fasen van deze bouwplaats gekoppeld worden.

V 0.1


38

Fig. 4-18 : Document toevoegen aan fase

De status van een fase waarvoor nog geen vergunning is aangevraagd zal de volgende zijn:

De lijst van fasen wordt getoond binnen de dossierinhoud. Door met de muis over een fase te gaan zal deze oplichten op de kaart.

Fig. 4-19 : Fasenlijst

4.1.5

Mobiliteitsdoorsnedes

De procedure om een mobiliteitsdoorsnede aan te maken is de volgende: 1) Klik in het submenu « Inhoud dossier » op de optie. « Mobiliteitsdoorsnede » 2) Via een submenu gaat men over tot het intekenen:

Fig. 4-20 : Toegang intekenen mobiliteitsdoorsnede

3) Bij de eerste klik op de kaart start het intekenen 4) De tweede klik beëindigt het tracé van de coupe. Pijlen tonen de richting van de mobiliteitsdoorsnede. V 0.1


39

4.1.6

Omleidingsplan

Het aanmaken van een nieuw opleidingsplan kan gestart worden via een optie in het volgende menu:

Fig. 4-21 : Omleidingsplan aanmaken

Er is een scherm dat toelaat om attributen aan de omleiding te koppelen:  Label FR/NL  Type weggebruiker



Uurregeling

Fig. 34-22 : Attributen omleidingsplan



V 0.1

Lijst van betrokken fasen


40

Fig. 4-23 : Verdere attributen omleidingsplan

Eens de attributen van het omleidingsplan ingegeven zijn kan via de volgende icoon naar een menu gegaan worden van waaruit de omleidingslijnen kunnen ingetekend worden.

Fig. 4-24 : Toegang omleidingslijnen

Door op « Nieuwe lijn aanmaken » te klikken gaat men over tot het intekenen van de omleidingslijn. Deze lijn kan in verschillende segmenten ingetekend worden. De eerste klik start de lijn en de volgende kliks voegen stappen toe aan de lijn. Een dubbelklik sluit het intekenen van de lijn af. Hierna is het mogelijk om op te geven of het hier om een lijn in één of twee richtingen gaat.

Fig. 4-25 : Richting omleidingslijn

V 0.1


41

Of, wanneer het om een lijn in één richting gaat, kan de richting omgekeerd worden moet de volgende optie: Na het intekenen van de lijn is het mogelijk om het zelfde soort attributen op te geven zoals voor de omleiding zelf. De attributen weggebruiker en uurregeling kunnen alleen aangepast worden wanneer deze op het niveau van het omleidingsplan op « Gemengd » gezet was.

Fig. 4-26 : Attributen omleidingslijn

Wanneer de omleidingslijn opgeslagen is, kent het systeem hier twee letters A-B aan toe voor de eerste lijn, C-D voor de tweede, enzovoorts. De Urbis secties die gevonden worden voor de lijn worden opgelijst.

Fig. 4-27 : Urbis secties voor omleidingslijn

Het linker deel van de kaart lijst de omleidingslijnen op van het omleidingsplan en laat toe om het volledige oppervlak van het plan, of van elke lijn afzonderlijk te laten oplichten door er met de muis over te gaan. Men heeft ook toegang naar de volgende functionaliteiten:

V 0.1


42

Lijn verwijderen Lijn tekenen Lijnattributen wijzigen Lijnattributen bekijken Plan intekenen Fig. 4-28 : Toegang intekenen en attributenoverzicht omleidingsplan en -lijnen

Fig. 4-29 : Oplichten omleiding

4.1.7

Opeenvolging van de fasen

Een opeenvolging van fasen is een schematische voorstelling van de volledige bouwplaats (of een deel er van) die toelaat om de impact te tonen die de verschillende fasen van de bouwplaats zullen hebben op de verschillende elementen (attributen) van de openbare weg (busstroken, fietspaden, middenberm, …) Door middel van een gestandaardiseerde voorstelling van de openbare weg (van gevel tot gevel) wordt fase per fase aangegeven wie wat doet, waar en wanneer. V 0.1


43

Het aanmaken van een nieuwe opeenvolging van fasen wordt gestart met de volgende knop:

Fig. 4-30 : Opeenvolging van fasen aanmaken

Na een klik op deze knop moet de gebruiker een « lijn van opeenvolging » trekken van de éne kant van de bouwplaats naar de andere. Op basis van deze lijn kunnen de Urbis wegsecties die de bouwplaats kruisen gevonden worden. De richting van intekening van deze lijn bepaalt de volgorde waarin de sectie gevonden worden. De lijn van opeenvolging kan buiten de grenzen van de bouwplaats beginnen en eindigen.

Einde de lijn opeenvolging (dubbelklik) Fin de van la ligne de van déroulé (double clic)

Débutvan Start de de la ligne lijn van de déroulé opeenvolging, één enkele klik

Fig. 4-31 : Intekenen lijn van opeenvolging

V 0.1


44

Na het intekenen toont het systeem een formulier om de opeenvolging van fasen te bewerken:

1

2

3

Fig. 4-32 : Formulier voor bewerking lijn van opeenvolging

Dit scherm is onderverdeeld in drie delen: 1) Het kader voor het ingeven van de Frans- en Nederlandstalige labels voor de opeenvolging. 2) De lijst van Urbis sectie die gevonden werden door het systeem. a. De secties worden getoond in de volgorde waarin de lijn van opeenvolging getekend is. De gebruiker kan secties uit de lijst verwijderen met de knop onder de naam van de sectie. b. De gebruiker kan secties selecteren door op de naam te klikken. 3) Het kader met de details van de Urbis sectie. a. Laat toe aan de gebruiker om de lijst van elementen te beheren voor elke gevonden sectie. Ook de impact van de verschillende fasen op deze elementen kan bewerkt worden. Door op de overeenkomstige knop onderaan het scherm te klikken, kan een element toegevoegd worden. Het element wordt achteraan de lijst toegevoegd:

Fig. 4-33 : Element toevoegen aan sectie

V 0.1


45

NB: De attributen « EVEN zijde » en « ONEVEN zijde » zijn een uitzondering. Ze stellen geen eigenlijke elementen van de sectie voor maar laten toe aan de gebruiker, wanneer ze bovenaan en onderaan de lijst gezet worden om aan te geven over welke zijde van de straat het gaat.

Het is mogelijk om de elementen van een sectie te herordenen door ze te verslepen:

Fig. 4-34 : Herordenen van elementen

Een element verwijderen gebeurt via de knop

.

Elementen kunnen van de éne sectie naar de andere gekopieerd worden met de knoppen

en

. De eerste knop kopieert elementen van de vorige sectie naar de huidige en de tweede knop kopieert elementen van de volgende sectie naar de huidige. Het is altijd mogelijk om de lijst van elementen van een sectie te bewerken (toevoegen, verwijderen, herordenen) zelfs wanneer ze gekopieerd zijn van de éne sectie naar de andere. Wanneer een sectie die bewerkt wordt (geheel of gedeeltelijk) bedekt wordt door één of meer fasen zal de tabel een bijkomende kolom tonen voor elk van deze fasen. De hoofding van deze kolommen toont het fasenummer, samen met de huisnummers die het dichts bij het begin en einde van de lijn van opeenvolging liggen. Deze nummers worden automatisch gedetecteerd, maar kunnen aangepast worden door de gebruiker. Elke elementenregel binnen de kolommen van de fasen bevat een selectie vak waarmee de gebruiker kan aangeven welke impact elke fase zal hebben op de elementen van de sectie.

Fig. 4-35 : Impact vastleggen

Wanneer alle secties ingevuld zijn bewaart de gebruiker de opeenvolging van fasen door op de « Opslaan » knop te klikken. De lijst van opeenvolging van fasen past zich aan en toont de nieuwe opeenvolging: V 0.1


46

Fig. 4-36 Lijst opeenvolging van fasen

De drie knoppen verwijderen.

laten respectievelijk toe om de opeenvolging te bekijken, bewerken en

De weergave toont het resultaat van de bewerking van de opeenvolging van de fasen. De verschillende secties en hun elementen worden naast elkaar gezet, met daarboven, de gevonden fasen met een schematische weergave van hun impact. Door over een regel in de tabel onder de opeenvolging te gaan licht de bijhorende fase op.

Fig. 4-37 : Weergave opeenvolging van fasen

4.1.8

Vergunningsaanvraag

De eerste vergunningsaanvraag voor een bouwplaats is beschikbaar via de volgende knop van het « Acties » menu:

Fig. 4-38 Toegang vergunningsaanvraag

De verzoeker geeft aan om welke fasen de aanvraag gaat en geeft een lijst van aangevraagde afwijkingen, indien nodig.

V 0.1


47

Fig. 4-39 : Vergunningsaanvraag door verzoeker

De verzoeker moet op de knop « vergunningsaanvraag doorsturen » klikken om de beheerder op de hoogte te stellen van zijn aanvraag. Het volgende bericht geeft aan dat het doorsturen geslaagd is:

Fig. 4-40 : Bevestiging van verzending vergunningsaanvraag

De status van de fasen wordt nu: De status van de bouwplaats verandert in « Vergunningsaanvraag doorgestuurd ». Een Osiris bericht is naar de beheerder gestuurd zodat hij kan beslissen of het dossier ontvankelijk is en vervolgens een beslissing nemen over de eigenlijke aanvraag. De politiezone(s) die betrokken zijn bij de fase(n) zullen ook een Osiris bericht ontvangen om hen de kans te geven hun advies door te geven voor het omleidingsplan. 4.1.9

Bijkomende vragen na ATG controle door beheerder voor ontvankelijkheid

Om te kunnen komen tot een beslissing aangaande de ontvankelijkheid van een vergunningsaanvraag kan de beheerder bijkomende vragen stellen. In dit geval wordt er een Osiris V 0.1


48

bericht verstuurd naar de verzoeker met deze vraag naar bijkomende informatie en de termijn voor het verstrekken van deze informatie. De verzoeker kan zijn dossier aanpassen door de gevraagde informatie toe te voegen. Na het toevoegen kan verzoeker de beheerder op de hoogte brengen van zijn antwoord via de volgende knop in het « Acties » menu:

Fig. 4-41 : Toegang antwoord bijkomende vragen

Deze module laat toe: - De vragen van de beheerder te bekijken - Een antwoordtekst op te stellen - De elementen uit zijn dossier die effectief veranderd zijn bekijken

Fig. 4-42 : Antwoord bijkomende vragen

V 0.1


49

Met de knop « Verzenden » wordt een bericht verstuurd naar de beheerder. Na het versturen van het antwoord kan de verzoeker nog steeds zijn antwoord bekijken via de volgende knop in het « Acties » menu:

Fig. 4-43 : Toegang antwoorden op bijkomende vragen

Op dit punt moet de beheerder opnieuw oordelen over de ontvankelijkheid van het dossier. Indien het dossier inderdaad volledig en ontvankelijk is verandert de status van de bouwplaats in « Vergunningsaanvraag ontvankelijk ». Vervolgens moet de beheerder beslissen over het goedkeuren of weigeren van de werken op de fasen waarop de vergunningsaanvraag van toepassing is. 4.1.10 Consulteren beslissing beheerder

De verzoeker kan de beslissing van de beheerder bekijken via de volgende optie in het « Acties » menu:

Fig. 4-44 : Toegang historiek van de beslissingen

De lijst van vergunningsaanvragen wordt getoond met een samengevoegde status voor alle fasen van de aanvraag. De details van de beslissing kunnen getoond worden via het vergrootglas icoon.

Fig. 4-45 : Lijst historiek van beslissingen

4.1.11 Bouwplaats type A en dringendheid P2

Bouwplaatsen waarvoor een situatie van groot ongemak of (niet levensbedreigend) gevaar voor weggebruikers of klanten van de verzoeker bestaat worden bouwplaatsen van « dringendheid P2 » genoemd.

V 0.1


50

Dit brengt een halvering van de termijnen voor instructies en aflevering van goedkeuring met zich mee. Een aanvraag van dringendheid P2 kan gebeuren op elk moment van de initialisatie van de planning tot aan de uitvoering. In elk geval is een aanvraag van dringendheid P2 een attribuut van de omschrijving van de bouwplaats.

Fig. 4-46 : Aanvraag P2

Documenten aangaande deze dringendheid kunnen opgeladen worden via de volgende knop in het « Acties » menu:

Fig. 4-47 : Toegang initialisatie documenten

Het afwijkingsscenario moet eerst goedgekeurd worden door de wegbeheerder alvorens het effectief van toepassing is. Aangezien de procedures van planning en coördinatie niet van toepassing zijn voor een dringendheid P2 is er eens de bouwplaats ingegeven is en knop ter beschikking in het « Initialisatie » menu om naar het vergunningstraject te gaan.

Fig. 4-48 : Toegang vergunningstraject P2

Wanneer de bouwplaats is toegevoegd aan de « Vergunning » module wordt het onderdeel « Dossierinhoud » toegankelijk zoals voor een gewone bouwplaats PCA De verzoeker kan aldus zijn vergunningsverzoek doorsturen naar de beheerder. V 0.1


51

De beheerder beslist vooreerst over ontvankelijkheid van het dossier. Wanneer dit gebeurd is, kan hij de dringendheid P2 weigeren met in het achterhoofd: a) Het dossier accepteren als zijnde volledig, maar de dringendheid P2 weigeren en dus aanvaardt dat de procedure van de coördinatie vermeden kan worden, en dat bijgevolg de vervaltermijnen halveert. b) De dringendheid P2 weigeren door het dossier te weigeren en dus zo te beschouwen dat de bouwplaats onderworpen wordt aan een nieuwe registratie omdat de procedure mogelijks verschillende kan zijn indien de dringendheid niet vereist is

4.1.12 Rectificatiebericht aanmaken

De pilootverzoeker kan een rectificatiebericht uitsturen op elk moment na het toekennen of weigeren van een vergunning, zolang de uitvoering niet afgesloten is. Deze functionaliteit is toegankelijk via de volgende knop uit het « Acties » menu:

Fig. 4-49 : Toegang rectificatiebericht aanmaken

Een rectificatiebericht versturen is dus enkel mogelijk nadat er een beslissing genomen is, positief of negatief, over de vergunningsaanvraag. Het rectificatiebericht laat toe om:  alle attributen van de bouwplaats te wijzigen, met inbegrip van de starten einddatums en de fasen van de bouwplaats;  de omvang aan te passen van o de omvang van de fasen binnen de volledige omvang van de bouwplaats; o de werkzones o de volledige omvang van de bouwplaats zolang deze binnen de huidige omvang blijft (enkel een verkleining is dus mogelijk) Op het einde van de bouwplaats kan de verzoeker een rectificatiebericht versturen dat, indien aanvaard door de beheerder, een deel van de omvang van de bouwplaats kan onttrekken aan de regel van de geblokkeerde zone. Om een rectificatiebericht uit te sturen betekent dat het dossier opnieuw geopend wordt. Het doel is bepalen welke fasen betrokken zijn bij de volgende vergunningsaanvraag en om een reden te geven voor het bericht.

V 0.1


52

Fig. 4-50 : Rectificatiebericht aanmaken

Er kunnen verschillende redenen zijn voor het aanmaken van een rectificatiebericht. Sommige redenen kunnen het beslissingsproces van de beheerder versnellen. In sommige gevallen kan de procedure van ontvankelijkheid volledig omzeild worden uit hoofde van de beheerder. Dit is het geval voor de volgende redenen:  Vrieskou (stillegging / heropstarting)  Hittegolf (stillegging / heropstarting)  Overstroming (stillegging / heropstarting) De reden kan getoond worden in het dynamische overzicht van de bouwplaats door met de muis over de volgende link te gaan:

Fig. 4-51 : Link voor tonen van reden voor rectificatiebericht

De fasen die getoond worden en geselecteerd kunnen worden in het opstartscherm van de rectificatieberichten zijn deze waarvoor er reeds een beslissing genomen is. Door een rectificatiebericht aan te maken zullen alle aanpassingen die dan nog gebeuren in het dossier tot aan het doorsturen van het bericht naar de beheerder deel gaan uitmaken van die rectificatiebericht.

V 0.1


53

4.1.13 Rectificatiebericht doorsturen

Wanneer de piloot oordeelt dat alle nodige aanpassingen in het dossier uitgevoerd zijn kan hij via de volgende knop in het « Acties » menu zijn nieuwe vergunningsaanvraag versturen:

Fig. 4-52 : Toegang rectificatiebericht doorsturen

Met deze knop gaat men naar het rectificatiebericht zoals het is opgesteld.

Fig. 4-53 : Huidige rectificatiebericht

De reden kan nog steeds aangepast worden. De fasen die bij het aanmaken van het bericht geselecteerd werden moeten geselecteerd blijven. Fasen die na het aanmaken van het bericht toegevoegd zijn, zijn standaard geselecteerd maar kunnen uitgevinkt worden. Een samenvatting bevat alle elementen die aangepast zijn sinds het aanmaken van het rectificatiebericht in een vorm zoals hieronder weergegeven.

V 0.1


54

Fig. 4-54 : Inhoud rectificatiebericht

Indien de verzoeker nog een aanpassing vergeten is, kan hij het doorsturen afbreken en eerst de inhoud van het dossier aanpassen. Anders kan hij het rectificatiebericht verzenden met de knop « Doorsturen ». Een bericht op het scherm bevestigt de verzending en er zal een Osiris bericht verstuurd worden naar de beheerder opdat hij een beslissing kan nemen over de aanpassingen op de zelfde manier als gelijk welke andere aanvraag (rekening houdende met het feit dat wanneer de opgegeven reden dit rechtvaardigt het proces van ontvankelijkheid niet uitgevoerd moet worden). 4.1.14 Rectificatiebericht bekijken

Na het verzenden van een rectificatiebericht door de verzoeker kan die bekeken worden door op de volgende link te klikken (in dit geval voor het eerste rectificatiebericht)

V 0.1


.

55

Fig. 4-55 : Bekijken rectificatiebericht na verzending

In dit overzicht staat de volgende informatie:  De volledige opsomming van alle elementen die aangepast zijn tussen het aanmaken van het rectificatiebericht en het verzenden ervan.  Het overzicht van de genomen acties: aanmaken/wijzigen/weigeren  Per aanpassing, het detail van de attributen die aangemaakt/gewijzigd zijn De onderdelen « Historiek van acties » en « Detailoverzicht van de actie » zijn onderverdeeld in pagina’s op de volgende manier: In het detailoverzicht, wat betreft een wijziging, worden de oude en de nieuwe waarden getoond. Voor wijzigingen van de omvang, toont het overzicht het volgende:

Fig. 4-56 : Wijziging omvang in detailscherm

Wanneer men naar twee schermen modus gaat via het icoon bovenaan rechts in het venster zal de oude omvang oplichten wanneer men met de muis over het rode vierkant gaat. De nieuwe omvang licht op wanneer men over het groene vierkant gaat.

V 0.1


56

OVERZICHT VAN DE FIGUREN fig. 1.1: Nieuwe bouwplaats.................................................................................................................... 4 fig. 1.2: Initialisatiemenu......................................................................................................................... 4 fig. 1.3: Digitalisatie van het terrein ........................................................................................................ 4 fig. 1.4: Initialisatie plaatselijke bouwplaats ........................................................................................... 5 fig. 1.5: Bouwplaats raadplegen.............................................................................................................. 6 fig. 1.6: Wijziging van geometrie............................................................................................................. 6 fig. 1.7: Attributen; algemene informatie ............................................................................................... 6 fig. 1.8: Attributen; vervolg ..................................................................................................................... 7 fig. 1.9: Attributen; hinder ...................................................................................................................... 8 fig. 1.10: Attributen; dringendheid ......................................................................................................... 9 fig. 1.11: Attributen; tabblad Afwijkingen............................................................................................. 10 fig. 1.12: Proces van afwijkingen........................................................................................................... 11 fig. 1.13: Schema van de matrix van afwijkingen .................................................................................. 12 fig. 2.1: Een bouwplaats plannen .......................................................................................................... 15 fig. 2.2: Bevestiging voor de planning ................................................................................................... 15 fig. 2.3: Oproep tot coördinatie............................................................................................................. 16 fig. 2.4: Oproep tot coördinatie; postvak.............................................................................................. 16 fig. 2.5: Oproep tot coördinatie; tijdschema......................................................................................... 17 fig. 1.6: Oproep tot coördinatie; filters ................................................................................................. 17 fig. 2.7: Coördinatie beantwoorden ...................................................................................................... 17 fig. 2.8: Positief antwoord ..................................................................................................................... 18 fig. 2.9: Fiche van gecoördineerden ...................................................................................................... 18 fig. 2.10: Negatief antwoord ................................................................................................................. 18 fig. 2.11: Verzet ..................................................................................................................................... 19 fig. 2.12: Akte nemen van verzet........................................................................................................... 19 fig. 2.13: Coördinatiefiche ..................................................................................................................... 20 fig. 2.14: Piloot-verzoeker aanstellen.................................................................................................... 20 fig. 2.15: Coördinator-verzoeker aanstellen ......................................................................................... 21 fig. 2.16: Werkzone aanmaken.............................................................................................................. 23 fig. 2.17: Attributen; werkzone ............................................................................................................. 23 fig. 2.19: Vereenvoudigde dossiers doorsturen .................................................................................... 24 fig. 2.20: Synthese raadplegen .............................................................................................................. 25 fig. 2.21: Attributen wijzigen ................................................................................................................. 26 fig. 2.22: Synthese versturen................................................................................................................. 26 fig. 2.23: Attributen ............................................................................................................................... 27 fig. 2.24: Balans raadplegen/wijzigen ................................................................................................... 27 fig. 2.25: Balans plannen ....................................................................................................................... 28 fig. 2.26: In het geval van meerdere wegbeheerders ........................................................................... 28 Fig. 4-1 : Toegang aanvraag vergunning................................................................................................ 32 Fig. 4-2 : Aanvraag verlenging ............................................................................................................... 32 Fig. 4-3 : Bijlage aanvraag verlenging.................................................................................................... 33 Fig. 4-4 : Verlengingsaanvraag raadplegen ........................................................................................... 33 Fig. 4-5 : Voor antwoord op verlengingsaanvraag ................................................................................ 34 Fig. 4-6 : Na beslissing, bij positief antwoord........................................................................................ 34 V 0.1


57

Fig. 4-7 : Toegang dossier inhoud.......................................................................................................... 34 Fig. 4-8 : Submenu inhoud dossier ........................................................................................................ 35 Fig. 4-9 : Toegang fase intekenen.......................................................................................................... 35 Fig. 4-10 : Oppervlak fase intekenen..................................................................................................... 36 Fig. 4-11 : Z-index kader, fase................................................................................................................ 36 Fig. 4-12 : planning kader, fase.............................................................................................................. 36 Fig. 4-13 : Technisch kader, fase ........................................................................................................... 37 Fig. 4-14 : Mobiliteitsimpact kader, fase............................................................................................... 37 Fig. 4-15 : Werkzones lijst voor fase...................................................................................................... 38 Fig. 4-16 : Details werkzone voor fase................................................................................................... 38 Fig. 4-17 : Fase documenten ................................................................................................................. 38 Fig. 4-18 : Document toevoegen aan fase............................................................................................. 39 Fig. 4-19 : Fasenlijst ............................................................................................................................... 39 Fig. 4-20 : Toegang intekenen mobiliteitsdoorsnede............................................................................ 39 Fig. 4-21 : Omleidingsplan aanmaken ................................................................................................... 40 Fig. 32-22 : Attributen omleidingsplan.................................................................................................. 40 Fig. 4-23 : Verdere attributen omleidingsplan ...................................................................................... 41 Fig. 4-24 : Toegang omleidingslijnen..................................................................................................... 41 Fig. 4-25 : Richting omleidingslijn.......................................................................................................... 41 Fig. 4-26 : Attributen omleidingslijn...................................................................................................... 42 Fig. 4-27 : Urbis secties voor omleidingslijn .......................................................................................... 42 Fig. 4-28 : Toegang intekenen en attributenoverzicht omleidingsplan en -lijnen ................................ 43 Fig. 4-29 : Oplichten omleiding ............................................................................................................. 43 Fig. 4-30 : Opeenvolging van fasen aanmaken...................................................................................... 44 Fig. 4-31 : Intekenen lijn van opeenvolging........................................................................................... 44 Fig. 4-32 : Formulier voor bewerking lijn van opeenvolging ................................................................. 45 Fig. 4-33 : Element toevoegen aan sectie ............................................................................................. 45 Fig. 4-34 : Herordenen van elementen ................................................................................................. 46 Fig. 4-35 : Impact vastleggen................................................................................................................. 46 Fig. 4-36 Lijst opeenvolging van fasen................................................................................................... 47 Fig. 4-37 : Weergave opeenvolging van fasen....................................................................................... 47 Fig. 4-38 Toegang vergunningsaanvraag............................................................................................... 47 Fig. 4-39 : Vergunningsaanvraag door verzoeker.................................................................................. 48 Fig. 4-40 : Bevestiging van verzending vergunningsaanvraag............................................................... 48 Fig. 4-41 : Toegang antwoord bijkomende vragen................................................................................ 49 Fig. 4-42 : Antwoord bijkomende vragen.............................................................................................. 49 Fig. 4-43 : Toegang antwoorden op bijkomende vragen ...................................................................... 50 Fig. 4-44 : Toegang historiek van de beslissingen ................................................................................. 50 Fig. 4-45 : Lijst historiek van beslissingen.............................................................................................. 50 Fig. 4-46 : Aanvraag P2 .......................................................................................................................... 51 Fig. 4-47 : Toegang initialisatie documenten ........................................................................................ 51 Fig. 4-48 : Toegang vergunningstraject P2 ............................................................................................ 51 Fig. 4-49 : Toegang rectificatiebericht aanmaken................................................................................. 52 Fig. 4-50 : Rectificatiebericht aanmaken............................................................................................... 53 Fig. 4-51 : Link voor tonen van reden voor rectificatiebericht.............................................................. 53 Fig. 4-52 : Toegang rectificatiebericht doorsturen................................................................................ 54 V 0.1


58

Fig. 4-53 : Huidige rectificatiebericht .................................................................................................... 54 Fig. 4-54 : Inhoud rectificatiebericht ..................................................................................................... 55 Fig. 4-55 : Bekijken rectificatiebericht na verzending ........................................................................... 56 Fig. 4-56 : Wijziging omvang in detailscherm........................................................................................ 56

V 0.1


59

OSIRIS. Module A4 Bouwplaatsen autorisatie

Recommend Documents