Osdorperweg e.o.
COLOFON Opdrachtgever: Opdrachtnummer: Productie: Datum :
stadsdeel Osdorp 76. 03 mRO b.v. Amersfoort 11 maart 2010
Auteurs: Dhr. mr. F. van Beek (stadsdeel Osdorp) Dhr. drs. R. van Engeland (stadsdeel Osdorp) Mw. mr. C. de Jong (stadsdeel Osdorp) Mw. M. Oude Elferink (stedenbouwkundige mRO b.v.) Dhr. R. Brink (planoloog mRO b.v.) Mw. S. Peschek (landschapsarchitecte mRO b.v.) Dhr. H. van Veldhuisen (jurist mRO b.v.) Vastgesteld:
16 februari 2010
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 Inleiding
5
1.1 1.2
Aanleiding Leeswijzer
5 5
Hoofdstuk 2 Plankader
6
2.1 2.2 2.3
Geldend planologisch beleid Beschrijving van het plangebied Geschiedenis
6 6 10
Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
16
Europees beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid Beleid stadsdeel Osdorp
16 16 18 23 23 40
Hoofdstuk 4 Het ruimtelijk kader 4.1 4.2
43
Ruimtelijk-functionele aspecten Stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten
Hoofdstuk 5 Verkeer en parkeren 5.1 5.2 5.3 5.4
46
Algemeen Beschrijving Verkeersmodel Westelijke Tuinsteden 2006 Parkeren
Hoofdstuk 6 Milieuaspecten 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
43 44
46 46 49 49 52
Geluid Bodem Luchtkwaliteit Externe veiligheid Milieuzonering Duurzaamheid
52 57 59 61 66 71
Hoofdstuk 7 Luchthavenindelingbesluit
72
Hoofdstuk 8 Water
75
8.1 Algemeen 75 8.2 Beschrijving 76 8.3 Peilscheiding tussen veenweidegebied en bebouwingslint Osdorperweg 78 8.4 Regelgeving en beleid 81 Hoofdstuk 9 Natuur en landschap
83
2 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
9.1 9.2
Regelgeving en beleid Resultaten onderzoeken
Hoofdstuk 10 10.1 10.2 10.3
89 89 89 90
Juridische planbeschrijving
Algemeen Bestemmingsplanvorm Onderdelen Planregels en bestemmingen Digitaal raadpleegbaar plan
Hoofdstuk 12 12.1 12.2 12.3
Cultuurhistorie en archeologie
Algemeen Regelgeving Beleid / Resultaten onderzoeken
Hoofdstuk 11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5
83 85
98 98 98 99 107 115
Handhaving
116
Handhavingsbeleid Hardheidsclausule Caravan Osdorperweg 697 Bedrijvigheid en de Hoofdgroenstructuur
116 116 116
Hoofdstuk 13
Economische uitvoerbaarheid
120
Hoofdstuk 14
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
121
14.1 14.2
Inspraak en vooroverleg Zienswijzen
121 121
Bijlagen bij de toelichting
123
Bijlage 1 LIJST GEREGISTREERDE BEDRIJVEN (Kamer van Koophandel) Bijlage 2 Brandweer externe veiligheid Bijlage 3 Flora en fauna onderzoek Bijlage 4 KEMA risicoberekening gasleiding Bijlage 5 Nota van Antwoord Bijlage 6 Nota van Zienswijzen
124 131 139 155 168 280
3 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
4 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Toelichting Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding Aanleiding voor de herziening van het bestemmingsplan "Osdorperweg e.o." is de vaststelling van het Structuurplan Amsterdam "Kiezen voor Stedelijkheid" door de gemeenteraad van Amsterdam op 16 april 2003. Daarin is de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam vastgelegd die vervolgens voor de Westrand van Amsterdam nader is uitgewerkt in de "Uitwerking Westrand", een uitwerking van het Structuurplan Amsterdam en tevens de partiële herziening van het Streekplan Noord-Holland Zuid (vastgesteld door gemeenteraad van Amsterdam op 1 juni 2005). Deze Hoofdgroenstructuur van Amsterdam genoot onder het bestemmingsplan "Osdorperweg e.o." uit 1998 onvoldoende bescherming. Op 10 september 2008 is bovendien het "Programma van Eisen Tuinen van West" vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam. De Tuinen van West vormen een programma van eisen voor de structuurplanuitwerking (Uitwerking Westrand). In de Tuinen van West zijn de Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder Zuid aangewezen voor onder meer agrarisch natuurbeheer, polder en veenweidelandschap, stadslandbouw en extensieve recreatie. De Tuinen van West vormen een bouwsteen voor dit bestemmingsplan. Waar mogelijk zullen de functies/beleidsuitgangspunten in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.
1.2
Leeswijzer Het bestemmingsplan bestaat uit de planregels, de toelichting en de verbeelding (onder de oude Wro nog 'plankaart' geheten) conform de artikelen 3.1.3 en 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening. Op de verbeelding zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de planregels opgenomen juridische regeling. De verbeelding en de planregels vormen samen de bestemmingsplanregeling zoals deze door de stadsdeelraad wordt vastgesteld. Bij de planregels is een bedrijvenlijst als bijlage gevoegd (de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging). De toelichting geeft de achtergronden (relevant beleid, resultaten van uitgevoerde onderzoeken) bij de bestemmingsplanregeling. Daarnaast worden de uitkomsten van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening beschreven.
5 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 2
2.1
Plankader
Geldend planologisch beleid Dit bestemmingsplan vervangt het bestemmingsplan "Osdorperweg e.o.", dat op 25 februari 1998 door de stadsdeelraad van Osdorp is vastgesteld (no. 1981SD098) en op 13 oktober 1998 grotendeels door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland is goedgekeurd (no. 98-711238).
2.2
Beschrijving van het plangebied
2.2.1 Ligging plangebied Het plangebied is aan de westzijde van Amsterdam gelegen tussen de Amsterdamse stadsdelen Osdorp en Geuzenveld-Slotermeer en de bebouwing van Zwanenburg en Halfweg.
6 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Het plangebied wordt begrensd door de Wijsentkade, de Ringvaart, de gemeentegrenzen van Haarlemmerliede en Spaarnwoude, de bovensloot langs de Osdorperweg, de sloot ten oosten van het volkstuinpark "De Eendracht", het Ma Braunpad en de Ookmeerweg. De Ringvaart is tevens de gemeentegrens. Rijkswaterstaat heeft voor de Westrandweg een tracé ontwikkeld dat gedeeltelijk door het plangebied loopt. Het tracé van de beoogde Westrandweg maakt geen deel uit van het plangebied. Op 13 maart 2008 hebben de Minister van VenW en de Minister van VROM het Tracébesluit Westrandweg vastgesteld. Tegen dit besluit heeft rechtsbescherming open gestaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op 29 juli 2009 is het Tracébesluit onherroepelijk geworden. Het tracé dient binnen één jaar te worden ingepast in het bestemmingsplan. Tegen deze inpassing kan dan niet opnieuw worden opgekomen. Inspraak en rechtsbescherming hebben immers reeds open gestaan bij het Tracébesluit. In deze toelichting wordt onder meer aandacht besteed aan de bebouwing, de landschapstypen en de vegetatie en fauna die in het 7 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
plangebied voorkomen. Voor de gegevens in deze toelichting is mede gebruik gemaakt van het Programma van Eisen Tuinen van West. 2.2.2 De Osdorper polders Het plangebied bestaat uit de Osdorper Bovenpolder (ten zuiden van de Osdorperweg) en de Osdorper Binnenpolder Zuid (ten noorden van de Osdorperweg).
De grens van de Osdorper Bovenpolder ligt even ten noorden van de Osdorperweg (tevens stadsdeelgrens). Daarachter ligt (hoger) de Osdorper Binnenpolder. De Osdorperweg, waaraan ook de oude dorpskern Osdorp (van oorsprong Oostdorp) ligt, is de belangrijkste weg in het gebied. De overige wegen liggen vrijwel steeds haaks op de Osdorperweg. Historische wegen zijn de Lutkemeerweg en Raasdorperweg, beide aan de zuidkant. Van oorsprong was dit deel van de Osdorperweg verbonden met Sloten. De Osdorper Bovenpolder De Osdorper Bovenpolder is een gedeeltelijk uitgeveende polder en wordt gekenmerkt door een open weidelandschap met een strokenverkaveling. Het middendeel (tussen Slibveldenweg en Lutkemeerweg) is overwegend in gebruik als weidegebied. Uitbreiding van de bebouwing langs de Osdorperweg heeft er toe geleid dat op diverse plaatsen bedrijfsterreinen en kassen prominent de polder in steken. Het gebied heeft bijzondere natuurwaarden (weidevogels, rugstreeppad). De twee 'punten' van de polder worden voornamelijk als kassengebied gebruikt (agrarische en niet-agrarische doeleinden). De Osdorper Binnenpolder Zuid De Osdorper Binnenpolder Zuid is een niet uitgeveende veenpolder en als zodanig het grootste veenweiderelict aan de westelijke stadsgrenzen van Amsterdam. Het gebied heeft zowel een bijzondere cultuurhistorische als natuurwaarde (weidevogels, trekvogels). De polder wordt gebruikt voor extensieve veehouderij. De laatste decennia heeft zich een uitbreiding van de bebouwing langs de Osdorperweg, de polder inwaarts, voorgedaan. Daar heeft het open karakter van de polder onder te lijden.
8 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
2.2.3 Bebouwingsbeeld Oud-Osdorp en Osdorperweg Het bebouwingsbeeld van de huidige Osdorperweg is uitermate divers. Wel is de weg duidelijk herkenbaar als een historisch lint, waaraan ooit alleen boerderijen, arbeiders- en middenstandswoningen moeten hebben gestaan. Die panden stonden vrij ver uiteen, elk op een eigen kavel. Ook het dorpje Oud-Osdorp, gelegen aan de knik van de weg, is als dorpskern duidelijk herkenbaar omdat de panden daar direct aan de weg en veel dichter op elkaar staan. Hier staan ook vrij veel woonhuizen. Daarbuiten ligt de bebouwing verder naar achteren, achter een wegsloot en voorerf of tuin.
Oud-Osdorp, bebouwing direct aan de weg Inmiddels is veel historische bebouwing verdwenen of onherkenbaar verbouwd, en er is veel nieuwbouw tussen verschenen. Er is niet alleen allerlei bedrijvigheid te vinden als autosloperijen en auto- en caravanhandels, hoveniersbedrijven, een benzinepomp en een tuincentrum, maar ook nieuwgebouwde villa's met sierhekken, rotstuinen en fonteinen, kleine complexen vrijstaande woningen, 'informele' woonbebouwing, een woonwagenkamp en heel veel nieuwe bijgebouwen. Samengevat: de Osdorperweg kan worden gekarakteriseerd als een rafelrand van de stad, die in hoog tempo verandert. Het bebouwde oppervlak heeft zich daardoor aanzienlijk uitgebreid. Op diverse plaatsen steekt de bebouwing en niet-agrarische bedrijvigheid diep de Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder Zuid in.
9 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Stadse bebouwing is in opmars;
Bedrijvigheid aan en bij de Osdorperweg 2.3
Geschiedenis In deze paragraaf wordt een historische schets van het plangebied en omgeving weergegeven. De beschrijvingen zijn overgenomen uit de Cultuurhistorische Verkenning 2007.
10 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
2.3.1 Ontstaan en ontwikkeling in de middeleeuwen Het veengebied aan de westkant van Amsterdam hoort in historisch-geografisch opzicht bij het landschap van de veenontginningen (Barends e.a., 2000, p. 8, 54 e.v.). Het Utrechts-Hollandse deel daarvan is merendeels in de periode tussen ca. 950 en ca. 1300 ontgonnen. Deze ontginningen verliepen georganiseerd. Vanaf de ontginningsbasis werden de strookvormige percelen uitgezet. De sloten werden zoveel mogelijk evenwijdig en ongeveer loodrecht of onder een schuine hoek op de ontginningsbasis gegraven om een zo effectief mogelijke afwatering te verkrijgen. Zijen achterkaden werden opgeworpen om het water van aangrenzende ontginningen of nog niet ontgonnen veen te weren. De boerderijen verrezen op de kop van de kavels, zodat langgerekte boerderijlinten ontstonden. Daarbinnen vond op knooppunten van wegen komvorming plaats: verdichting van de bebouwing en vestiging van functies als kerken, rechthuizen e.d. Op deze wijze ontstonden dorpen als Sloten en Osdorp. Het veengebied werd aanvankelijk gebruikt als akkerland. Het veen oxideerde daardoor echter en zakte in. Een diepere ontwatering was dan nodig om het land weer in cultuur te kunnen houden. Na verloop van tijd was akkerbouw niet meer mogelijk vanwege de optredende bodemdaling; de grond was en bleef te nat. In de loop van de 14e eeuw kwam aan de graanbouw een eind. De omschakeling die hierop volgde had echter ook van doen met de opkomst van de stedelijke markt. Met de groei van Amsterdam kwam ook de vraag naar melk, kaas en andere zuivelproducten op, en later de vraag naar groenten. 2.3.2 Verevening en droogmakerij De ontginningsblokken lagen aan de basis van de verdeling in waterstaatkundige eenheden, de polders. Nog in de Middeleeuwen werden deze gevormd. Inmiddels kwam ook een ander gebruik van het veen op: afgraving ten behoeve van turfwinning. De uitgeveende grond werd vaak aan zijn lot overgelaten waardoor plassen ontstonden die door de wind steeds werden vergroot. Ook het Haarlemmermeer, van oorsprong een natuurlijk meer, werd door oeverafslag groter. Vervolgens slokte het meer een aantal andere meren en plassen op. Ook in het westelijk buitengebied lag een aantal natuurlijke meren: het Lutkemeer, het Slotermeer, het Nieuwe Meer en het Ookmeer. Net als het Haarlemmermeer werden deze door de wind vergroot. In de 17e/18e eeuw werd het gebied aan alle kanten door het water bedreigd: in het noorden het IJ, in het westen en zuiden het Haarlemmermeer, in het zuidoosten het daarmee verbonden Nieuwe Meer. Deze situatie is afgebeeld op de Kaart van Amstelland van Johannes Condet uit 1749 (Heinemeijer e.a., 1987 p. 102 -103). De dorpen Rijk en Nieuwerkerk waren al geruime tijd weggespoeld. De kaart geeft ook aan dat men inmiddels met drooglegging bezig was: het Slotermeer is veranderd in een droogmakerij met een centrale middenas en haaks daarop de percelen. Het meer was in 1642 drooggelegd; in het kader van het AUP 1935 is het weer in water veranderd; er werd ophoogzand uit gewonnen voor de westelijke tuinsteden.
11 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Lange tijd bleef de Slotermeerpolder de enige droogmakerij. De Topographische en Militaire Kaart van rond 1850 laat de midden-19e eeuwse situatie zien. In het buitengebied ten westen van de Kostverlorenvaart/Schinkel en ten zuiden van de Haarlemmertrekvaart lagen de Osdorper Bovenpolder, de (Middelveldsche) Akerpolder, de Osdorper Binnenpolder, de Sloterpolder (verdeeld in Uitwegzijde, Sloterwegzijde en Baarsjeszijde en ontstaan door samenvoeging van de polders van Sloterdijk en Sloten in 1598), de Sloter Bovenwegspolder (later Riekerpolder) en de polder Slotermeer. De Slotermeer is nog steeds de enige droogmakerij, wel is men inmiddels bezig met de drooglegging van het Haarlemmermeer. De Ringvaart was al aangelegd. Het Lutkemeer werd vervolgens in 1864-1865, drooggelegd, het Ookmeer in 1874, het Nieuwe Meer bleef water. De Lutkemeerpolder werd aanvankelijk bemalen met een stoomgemaal dat in 1925 werd vervangen door een - nog bestaand - elektrisch gemaal.
Deel van de kaart van Amstelland van Johannes Condet uit 1749 (Heinemeijer e.a., 1987 p. 102 -103). Door de droogleggingen ontstond in het buitengebied een tweedeling tussen het oude, hoger gelegen en niet verveende land en de lager gelegen droogmakerijen. Ook in de verkaveling is er verschil: de droogmakerijen werden grootschaliger en regelmatiger verkaveld. De begin 20ste eeuwse topografische kaarten 1:25.000 (366 en 347) laten het voortgaande droogmakingsproces zien: de Haarlemmermeerpolder is de grootste droogmakerij in de omgeving. De 12 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Lutkemeerpolder en de Ookmeerpolder zijn gerealiseerd. Er wordt echter ook druk verveend: de Middelveldsche Akerpolder is al verveend, vervolgens in 1896 drooggemaakt en weer in cultuur gebracht. De Osdorper Bovenpolder staat op de kaart aangegeven als 'In Vervening'. In 1896 was daartoe vergunning verleend. Om de Lutkemeerpolder te vrijwaren voor wateroverlast vanuit de vervening werd de dijk tussen de beide polders, de Wijsentkade, versterkt en verhoogd. In 1921 werd de polder weer drooggemaakt. Ook een deel van de Osdorper Binnenpolder werd nog verveend: het gebied De Eendracht. In 1941 werd deze polder weer drooggelegd en ingericht volgens een plan van C. van Eesteren. De moderne verkaveling met grote percelen zag hij als een 'proeftuin' voor de IJsselmeerpolders. Aan de westkant is nog een deel van het ontwerp aanwezig (stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer). Al met al bleef alleen een deel van de Osdorper Binnenpolder (stadsdeel Osdorp) buiten de vervening: dit gebied heeft in essentie de middeleeuwse (ontginnings)structuur behouden.
De begin 20s te-eeuwse topografische kaarten 1:25.000 (366 en 347).
13 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
2.3.3 Osdorp Osdorp is van middeleeuwse oorsprong. In bronnen uit 1155 en later wordt het dorp Okesthorp en Okkstorp genoemd. Vermoedelijk gaat het eerste deel van de naam terug op de persoonsnaam Okko of Okke. De achtereenvolgende historische kaarten geven Osdorp steeds aan als niet meer dan een handvol huizen en boerderijen ter hoogte van de knik in de Osdorperweg. In 1789 was in het lint een RK kerk gebouwd, met begraafplaats, op kosten van pastoor H. van Halteren. In november 1836 ging bij een storm de kerktoren verloren. In 1846 telde het dorp 9 huizen met zo'n 35 inwoners (Van der Aa, 1846, p. 616). Even ten zuiden van Osdorp lag een batterij aan de Osdorperweg bij de Uitweg die half 19e eeuw echter niet meer in gebruik was. De batterij hoorde wellicht bij de 'Posten van Kraijenhoff' uit 1810, een van de voorfasen van de Stelling van Amsterdam (1880 - 1920). De topografische kaart 1:25000 uit 1908 laat zien dat de westelijke contour van de batterij nog aanwezig was. In de huidige situatie is niets meer aanwezig; de locatie is aan de zuidkant van de kruising Baden Powellweg/Tussenmeer; het tracé van de Uitweg is ook geheel verdwenen. 2.3.4 Het Westelijke Buitengebied na 1945 Het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van 1935 besloeg een groot deel van de vroegere gemeente Sloten. In het gebied ten noorden van het dorp werden de tuinsteden Slotermeer, Geuzenveld en Osdorp gebouwd, aan de oostkant Slotervaart, Overtoomseveld en Westlandgracht. Slotermeer kwam ter plaatse van een gedeelte van de Osdorper Binnenpolder; Geuzenveld en Osdorp werden gedeeltelijk in de Osdorper Binnenpolder en gedeeltelijk in de Middelveldsche Akerpolder gerealiseerd. Slotervaart, Overtoomseveld en Westlandgracht gingen een groot deel van de Sloter Binnenpolder beslaan. Ook het resterende buitengebied van de voormalige gemeente Sloten kwam in het AUP aan bod. De bestemmingen waren agrarisch, verkeer, bijzondere bestemmingen en water. De agrarische bestemming bestond uit akkerbouw, veeteelt en tuinbouw in de Akerpolder, de Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder. In de partiële herziening van 1950 kwam hier voor het buitengebied van de huidige deelgemeente Osdorp met name de bestemming begraafplaatsen bij (Westgaarde, ontwerp 1965). In 1961 werden militair terrein en parken en plantsoenen toegevoegd (5e partiële herziening AUP). Aan de noordzijde van de Osdorperweg werden in hetzelfde jaar als bestemmingen vastgesteld: eengezinshuizen, tuin, parken en plantsoenen e.d., wegen, kanaal, water (Uitbreidingsplan 'De Eendracht', 1961). In de huidige situatie is de agrarische functie nog aanwezig in de Lutkemeerpolder, met name aan de westkant, in de Osdorper Bovenpolder en in het resterende deel van de Osdorper Binnenpolder ten noorden van de Ookmeerweg.
14 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Agrarisch gebied langs de Osdorperweg
15 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 3
3.1
Beleidskader
Europees beleid
3.1.1 Kaderrichtlijn water De Kaderrichtlijn Water heeft tot doel landoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater te beschermen om: 1. van water afhankelijke ecosystemen in stand te houden en te verbeteren; 2. de beschikbaarheid van water veilig te stellen en het duurzaam gebruik te bevorderen; 3. het aquatisch milieu in stand te houden en te verbeteren door het voorkomen van verontreinigingen; 4. de gevolgen van overstroming en droogte te beperken. Ter implementatie van deze Europese richtlijn is het Nationaal Bestuursakkoord Water op 25 juni 2008 geactualiseerd. 3.2
Rijksbeleid
3.2.1 Nota Ruimte Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat. Het ruimtelijk beleid zal worden gericht op vier algemene doelen: 1. de versterking van de internationale concurrentiepositie; 2. het bevorderen van krachtige steden en een vitaal platteland; 3. het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; 4. het borgen van veiligheid. Bestemmingsplannen zullen aan dit beleid zoveel mogelijk een bijdrage moeten leveren. In het rijksbeleid geldt het gebied tussen Amsterdam en Haarlem al jaren als rijksbufferzone, waar verdere verstedelijking moet worden tegengegaan en grootschalige bebouwing moet worden geweerd. In de Nota Ruimte is de status (en het beleid) voor de rijksbufferzones gehandhaafd en aangevuld met het beleid tot transformatie van deze zones naar relatief grootschalige groene gebieden met diverse mogelijkheden voor ontspanning en dagrecreatie. De provincies moeten voor de rijksbufferzones planologische regimes vaststellen, gericht op het vrijwaren van deze gebieden van verdere verstedelijking. 3.2.2 Nota Mobiliteit De Nota Mobiliteit geeft de volgende beleidsdoelen aan: 1. het verbeteren van de internationale bereikbaarheid; 2. het verbeteren van de interne en onderlinge bereikbaarheid van de nationale stedelijke netwerken en economische ontwikkeling; 3. een goed functionerend systeem voor het vervoer van personen en goederen als essentiële voorwaarde voor economische
16 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
ontwikkeling; 4. het inzetten op proces- en technologie-innovatie ter realisering van de beleidsdoelen. De uitgangspunten bij het realiseren van deze beleidsdoelen zijn betrouwbare reistijden, vlotte en veilige verkeersafwikkeling binnen de (inter)nationale wettelijke en beleidsmatige kaders van milieu en leefomgeving. De nota Mobiliteit bevat tevens beleid met betrekking tot verkeer, vervoer en verkeersveiligheid voor decentrale overheden. 3.2.3 Vierde Nota Waterhuishouding Het beleid in deze nota heeft tot doel duurzame en veilige watersystemen in stand te houden of tot stand te brengen. Dit beleid vormt ook de basis voor de watertoets, die het Besluit ruimtelijke ordening voor ruimtelijke plannen voorschrijft. De hoofddoelstelling van de vierde nota waterhuishouding is het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. De nota pleit voor meer samenhang tussen het beleid voor water, ruimtelijke ordening en milieu, gericht op de verschillende belangen zoals veiligheid, landbouw, natuur, drinkwatervoorziening, transport, recreatie en visserij. Een groeiende economie, een groeiende bevolking, de wens te bouwen in en aan het water, de aanleg van nieuwe infrastructuur, de diffuse verontreiniging en vervuilde waterbodems, de voortschrijdende bodemdaling en de verandering van het klimaat maken het noodzakelijk dat daarop vanuit de waterhuishouding tijdig wordt geanticipeerd. Dit kan volgens de nota gebeuren door naast andere (economische en sociaal-maatschappelijke) ook ecologische en hydrologische ordeningsprincipes te laten dienen als grondslag voor ruimtelijke keuzes. Het beleid, verwoord in de nota, vormt hiermee de basis voor de watertoets zoals voorgeschreven door het Besluit ruimtelijke ordening (zie hoofdstuk 8). De vierde nota zal naar verwachting in december 2009 worden vervangen door het Nationaal Waterplan. Het Nationaal Waterplan zal het beleid uit de Vierde Nota versterkt voortzetten. Het beleidsdoel is het realiseren of in stand houden van een duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Bij de besluitvoerming over ruimtelijke ontwikkelingen zullen de wateraspecten een zwaarder belang in de afweging moeten krijgen dan onder het beleid van de Vierde Nota het geval is. Dit is noodzakelijjk om op de korte en lange termijn te kunnen blijven beschikken over duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Het ontwerp voor het Nationaal Waterplan is in te zien en te downloaden op de site van het inspraakpunt www.inspraakpunt.nl.
17 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
3.2.4 Anders omgaan met water, Waterbeleid in de 21ste eeuw Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. In dit beleidsstuk wordt de watertoets geïntroduceerd om te voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt, door bijvoorbeeld landinrichting, de aanleg van infrastructuur of woningbouw. 3.2.5 Nationaal Bestuursakkoord Water In 2003 sloten het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het Bestuursakkoord water. Het akkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015 de gevolgen van zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat aan te pakken. Het akkoord is op 25 juni 2008 geactualiseerd. In het geactualiseerde akkoord zijn de inspanningen beschreven om de waterhuishouding tegen de achtergrond van de Kaderrichtlijn Water en de nieuwe Klimaatscenario's op orde te brengen en te houden. 3.3
Provinciaal beleid
3.3.1 Streekplan Noord-Holland Zuid In het streekplan Noord-Holland Zuid zijn rode contouren aangegeven waarbinnen verdere verstedelijking plaats kan vinden. De Osdorperweg e.o. is buiten deze provinciale rode contour gelegen. Volgens het provinciale beleid geldt buiten de rode contour het beleid voor het landelijk gebied en mag er geen verdere verstedelijking plaatsvinden. Op de streekplankaart "Groene en Cultuurhistorische waarden en milieubeschermingsgebieden maken de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur. Maar de bestaande kassengebieden in deze polders (achter de Raasdorperweg en bij de Ookmeerweg) zijn daarvan uitgezonderd en maken geen deel uit van de PEHS. Voor ingrepen die mogelijk de natuurwaarden van de PEHS aantasten, geldt het principe "Nee-tenzij". Afweging van het natuurbelang in de PEHS vindt plaats in het bestemmingsplan. De polders zijn volgens de streekplankaart geen vogelrichtlijngebied. Verder is de Ringvaart op de streekplankaart aangegeven als een ecologische verbindingszone. Als uitwerking van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur heeft de provincie diverse plankaders ontwikkeld voor het plangebied Tuinen van West (Ontwikkelingsplan Groene AS 1995, Gebiedsvisie Landelijk West 1999, Strategisch Groenproject Haarlemmermeer Groen). De Groene AS en het Strategisch Groenproject Haarlemmermeer Groen zijn opgenomen in het Raamplan Haarlemmermeer Groen (2000). De intentie van het provinciale beleid kan worden omschreven als het ontwikkelen van het plangebied tot een groengebied met recreatieve functies, agrarische natuur en (natte) natuur langs de Westrandweg. Voor de Westrand wordt in het streekplan een streekplanherziening aangekondigd gericht op een samenhangend groengebied van Sloterplas tot en met Spaarnwoude. In het streekplan staat tevens dat
18 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
het wenselijk is het groene gebied van Amsterdam in samenhang te bezien met het nabijgelegen recreatiegebied Spaarnwoude en dit in de herziening/uitwerking te betrekken. Verder is krachtens het streekplan de begrenzing van de bufferzone tussen Amsterdam en Haarlem aangepast. Dat is gebeurd bij de "Uitwerking Westrand", een herziening van het Streekplan Noord-Holland Zuid en tevens uitwerking van het Structuurplan Amsterdam (zie paragraaf Structuurplan Amsterdam). Binnen de bufferzone is het de bedoeling dat slechts groene en geen nieuwe stedelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Voor de begrenzing van de bufferzone en verdere toelichting: zie paragraaf 3.5.1. Relatie Streekplan Noord-Holland Zuid en Structuurplan Amsterdam Amsterdam neemt binnen het provinciale streekplan een bijzondere positie in. Het nieuwe streekplan Noord-Holland Zuid is gelijktijdig met het Amsterdamse structuurplan 2003 ontwikkeld. Beide producten hangen sterk samen en beide visies op de ruimtelijke ontwikkeling corresponderen met elkaar. Het structuurplan dient echter alleen als 'beleids- en toetsingskader' voor bestemmingsplannen binnen de gemeentegrenzen. Als uitvloeisel van de gesloten beleidsovereenkomst tussen Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en burgemeester en wethouders is het structuurplan op 17 februari 2004 door Gedeputeerde Staten vastgesteld als uitwerking van het streekplan Noord-Holland Zuid. Dat betekent dat bestemmingsplannen, in de meeste gevallen opgesteld door stadsdelen, door de centrale stad aan het structuurplan kunnen worden getoetst. Vrijkomende agrarische bebouwing Verder zijn in het streekplan ook de hoofdlijnen geformuleerd van het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing. Functieverandering van agrarische en niet agrarische functies naar verbrede landbouw en naar kleinschalige vormen van wonen, werken en recreatie is toegestaan. Voor de Osdorperweg e.o. behoort een functiewijziging naar kleinschalig wonen echter niet tot de mogelijkheden omdat het gebied valt onder de werking van het Luchthavenindelingbesluit (LIB). Nieuwbouw van woningen is vanwege Schiphol niet mogelijk (geluid en gevaar). Maar functiewijziging naar kleinschalige vormen van werken en recreatie is wel mogelijk bij herinrichting of sanering van vrijkomende bebouwing en bij het opheffen van ongewenste situaties. Voorwaarde is wel dat er geen sprake is van toename van het bebouwde oppervlak op het bouwperceel. Voor bestaande niet-agrarische functies in het landelijk gebied (bijvoorbeeld bedrijvigheid) moet volgens het Streekplan per geval worden bekeken of een beperkte toename van het bebouwde oppervlak binnen het bestaande bouwperceel mogelijk is. Ruimte voor ontwikkelingen is alleen mogelijk, mits zorgvuldig gewogen en op een zodanige wijze dat de ruimtelijke kwaliteit van het gebied wordt behouden en versterkt. Voor functiewijzigingen geldt altijd dat er geen afbreuk mag worden gedaan aan de bestaande stedenbouwkundige, cultuurhistorische, groen-blauwe kwaliteiten of karakteristieken van het landelijk gebied. In de provinciale nota "Nieuwe kansen voor vrijkomende agrarische 19 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
bebouwing" (juni 2005) is een toetsingskader voor vrijkomende agrarische bebouwing opgenomen. Daarin is onder meer voorgeschreven dat de nieuwe functie bij een wijziging naar werken, wordt gevestigd in de bestaande bebouwing met een maximaal oppervlak van 650 m2. Maar voor inpandige opslag van volumineuze goederen, kan een groter vloeroppervlak binnen de bestaande bebouwing worden aangehouden. Nieuwe bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend toegestaan als tenminste een gelijke hoeveelheid overbodige agrarische bedrijfsgebouwen wordt gesloopt. Structuurvisie en Provinciale Ruimtelijke Verordening Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in 2008 geldt het Streekplan enkel nog als naslagdocument. Het is de bedoeling om het streekplanbeleid te integreren in de nieuwe Structuurvisie 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening. De Structuurvisie gaat binnenkort in ontwerp ter visie. Tot de inwerkingtreding daarvan zijn de provinciale ruimtelijke eisen vastgelegd in het 'Overgangsdocument geldend streekplanbeleid'. Het hiervoor genoemde Streekplanbeleid wordt volgens het Overgangsdocument grotendeels voortgezet. De Provinciale Ruimtelijke Verordening is reeds in werking getreden per 1 januari 2009. 3.3.2 Streekplan Herziening Westrand Zie hierna onder Uitwerking Structuurplan Westrand (paragraaf 3.5). 3.3.3 Raamplan Haarlemmerméér Groen In de beleidsnota Raamplan Haarlemmerméér Groen (vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland in april 2000) zijn de onderdelen van de Groene AS voor Landelijk West opgenomen: 100 hectare groengebied in de Lutkemeerpolder (81 hectare extensief gebruik) en Osdorper Binnenpolder Noord (19 hectare intensief gebruik) in het kader van het Strategisch Groen Project. aanleg van de Westrandweg met ontsnipperende en compenserende maatregelen. realisering van belangrijke delen van de recreatie en natuurverbindingen met name langs de ringvaart van de Haarlemmermeer. Als uitwerking hiervan is in het gebiedsplan Noordzeekanaal Zuid (begrenzing Programma Beheer), vastgesteld in december 2002 door Gedeputeerde Staten, voor de Osdorper Binnenpolder Zuid 69 hectare beheersgebied en voor de Osdorper Bovenpolder 77 hectare 'ruime jas natuur' begrensd. Ontwikkelingsplan Groene AS Het Ontwikkelingsplan Groene AS is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep Groene AS waarin deelnemen: het Ministerie van LNV, de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam en Haarlemmermeer, de stadsdelen Geuzenveld/Slotermeer, Osdorp en Slotervaart/Overtoomse Veld, het Waterschap Groot-Haarlemmermeer, het Hoogheemraadschap van Rijnland en het Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht en de provincie Noord-Holland. De gebiedsvisie Landelijk West is een uitwerking
20 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
hiervan. Hetzelfde geldt voor het Natuurontwikkelingsplan voor de Lutkemeerpolder waarin het volgende is opgenomen: moeraszone 10-20 m breed langs de bermsloot en grasbeplanting in de bermen van Westrandweg tracédeel Ringvaart tot Haarlemmervaart. ecologische verbindingszones met een breedte van circa 10 m onder viaduct Osdorperweg, viaduct over de Haarlemmervaart en onder brug over de ringvaart van de Haarlemmermeer (zuidkant).
3.3.4 Waterplan Op dit moment werkt de provincie aan een nieuw waterplan voor de jaren 2010-2015. Totdat het nieuwe plan is aangenomen, geldt het Proviciaal Waterplan Bewust omgaan met water, dat Provinciale Staten op 30 januari 2006 hebben vastgesteld. In dit plan geeft de provincie aan hoe Noord-Holland droge voeten, schoon water en goed drinkwater behoudt. Het plan zelf is een plan op hoofdlijnen. Niet alleen staat erin wat de provincie zelf doet op het gebied van water, het geeft ook aan wat zij van andere partijen verwacht. Het gaat dan vooral om de waterschappen en gemeenten. Deze partijen hebben belangrijke taken in het waterbeheer. Voor waterschappen is dat duidelijk: zij zorgen in het overgrote deel van Noord-Holland voor het waterbeheer. Gemeenten hebben vooral een taak in het stedelijk waterbeheer en dienen in het ruimtelijk spoor hun bestemmingsplannen in voldoende mate af te stemmen op het watersysteem en -beheer. Dit laatste krijgt vorm door toepassing van de watertoets. Het Provinciaal Waterplan Bewust omgaan met water geeft de hoofdlijnen aan van beleid voor het beheer van het Noord-Hollandse watersysteem. Samen met het Provinciaal Milieubeleidsplan (PMP), de streekplannen en het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan behelst dit plan het provinciaal omgevingsbeleid. In het Tweede Waterhuishoudingsplan "Stilstaan bij stromen" zijn de hoofdlijnen van beleid geformuleerd voor het beheer van het Noord-Hollandse watersysteem. De centrale doelstelling van het plan is om in 2015 een gezonde ecologische kwaliteit van het watersysteem te bereiken. Het waterhuishoudingsplan wordt op dit moment herzien.
3.3.5 Provinciaal Milieubeleidsplan 2002-2006 (Beleid Externe Veiligheid) Het Milieubeleidsplan 2002-2006 is onlangs geëvalueerd en verlengd tot 2008. In het Provinciaal Milieubeleidsplan 2002-2006 heeft de provincie Noord-Holland beleid beschreven omtrent externe veiligheid. Aan de productie, het gebruik, de opslag en het transport (over weg, water, spoor en door buisleidingen) van gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld chloor, ammoniak, benzine, kerosine, LPG/autogas) zijn risico's verbonden. Er bestaat een kleine kans dat deze stoffen vrij kunnen komen waardoor bijvoorbeeld giftige gaswolken of een explosie ontstaat. Ook de risico's vanwege vliegtuigen vallen onder het externe veiligheidsbeleid. Al deze potentiële risicobronnen worden ook wel risicovolle activiteiten genoemd.
21 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Het doel van het beleid is: het beheersen, maar ook minimaliseren van risico's voor aanwezigen in de omgeving van risicovolle activiteiten met gevaarlijke stoffen en risico's rond luchthavens en het voorkomen van nieuwe knelpuntsituaties. De mogelijkheden voor het beperken van risico's bestaat uit twee soorten beleid: brongericht of omgevingsgericht. Brongericht beleid is gericht op maatregelen bij de bron en het verminderen van de kans van optreden en het effect van een incident. Omgevingsgericht beleid is gericht op terughoudendheid bij het bouwen van kwetsbare bestemmingen in de omgeving van risicovolle activiteiten en transportassen van gevaarlijke stoffen. Om effectief omgevingsbeleid te kunnen voeren is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de locaties waar risicovolle objecten zijn en risicovolle activiteiten plaatsvinden. Daartoe heeft de provincie een risicokaart opgesteld. De risicokaart geeft inzicht in de risico's in woon- en werkomgevingen. Op de kaart staan meerdere soorten typen rampen, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. Deze gegevens zijn afkomstig van gemeenten, waterschappen, provincie en de rijksoverheid. In paragraaf 6.5 wordt ingegaan op de veiligheidsaspecten. 3.3.6 Cultuurnota 2005-2008 (archeologie) De provincie Noord-Holland heeft diverse maatregelen getroffen voor de inpassing van archeologie in de ruimtelijke ordening. Culturele planologie en cultureel behoud behoren tot de vier kerntaken die de provincie in de cultuurnota 2005-2008 heeft geformuleerd. Hiermee sluit de provincie aan op de Nota Belvedère. De provincie betrekt nadrukkelijk culturele waarden, waaronder archeologische waarden, bij de inrichting van de ruimtelijke en stedelijke vernieuwing. Hiertoe zijn gebieden, die naar verwachting archeologisch waardevol zijn, aangewezen als provinciale archeologische attentiegebieden op de Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Noord-Holland (CHW.) De Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Holland (CHW-kaart) geeft een overzicht van de (inter)nationale, regionale en bovenlokale cultuurhistorische waarden in Noord-Holland. Een deel van deze waarden is beschermd op basis van de Monumentenwet 1988 of op basis van de lokale monumentenverordening. De CHW-kaart wordt regelmatig geactualiseerd, bijvoorbeeld door het opnemen van recent ontdekte en gewaardeerde archeologische terreinen of door het van de kaart verwijderen van een van de monumentenlijst afgevoerd pand. De waardestellingen van de CHW-kaart zijn bedoeld als primaire algemene indicaties die per specifiek plangebied nadere invulling en precisering behoeven. (zie ook hoofdstuk 10 van deze toelichting).
22 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
3.4
Regionaal beleid De Stadsregio Amsterdam is een samenwerkingsverband van zestien gemeenten. De stadsregio werkt onder meer aan verbetering van de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de economische ontwikkeling en heeft in dat kader een aantal beleidsnota's opgesteld. Het Regionaal Verkeer & Vervoerplan (december 2004). Het Regionaal Verkeer & Vervoerplan (RVVP) is het beleidskader op het gebied van verkeer en vervoer van de stadsregio Amsterdam. Het is richtinggevend voor de beleidsontwikkeling voor 10 jaar, voor de uitvoering van de exploitatie van het openbaar vervoer en de subsidieverlening op het gebied van infrastructuur en verkeersveiligheid. Dit RVVP is opgesteld binnen de ambities die de stadsregiogemeenten gezamenlijk hebben geformuleerd. Deze ambities zijn: het creëren van een gezonde, gedifferentieerde economie met internationale concurrentiekracht, het bieden van een goed sociaal klimaat aan de inwoners en het zorgen voor een duurzame leefomgeving. De hoofdlijnen van beleid zijn samen te vatten in een aantal strategieën: een samenhangend netwerk, gebiedsgerichte aanpak, prijsbeleid, duidelijke keuzes voor leefbaarheid en veiligheid en een slagvaardige samenwerking en financiering (zie verder hoofdstuk 6). Regionaal Actieplan Luchtkwaliteit (oktober 2006) Doel van het Regionaal Actieplan Luchtkwaliteit (RAL) is om in 2015 alle overschrijdingen van de normen voor stikstofdioxide en voor fijnstof (in 2010) te saneren. Het RAL dient eveneens als startdocument voor de bijdrage vanuit de Stadsregio Amsterdam voor dit Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het RAL is een deelprogramma voor het Noordvleugelgebied. In het RAL wordt ingegaan op de problematiek wat betreft luchtkwaliteit en wordt een toelichting gegeven op de relatie van dit regionaal actieplan met andere plannen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Daarbij wordt een overzicht gegeven van de knelpunten wat betreft luchtkwaliteit, indien de Stadsregio en de gemeenten zelf geen maatregelen nemen. Voorts worden de maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren beschreven. Deze maatregelen zijn onderverdeeld in gemeentelijke maatregelen met (gedeeltelijke) financiële dekking, gemeentelijke maatregelen zonder financiële dekking en regionale maatregelen.
3.5
Gemeentelijk beleid
3.5.1 Structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid' (2003) Het Structuurplan, vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam, is tevens een uitwerking van het Streekplan Noord-Holland Zuid. In dit plan worden de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010 beschreven. Het Structuurplan Amsterdam dient als beleids- en toetsingskader voor bestemmingsplannen. In het Structuurplan wordt ingezet op behoud maar vooral ook ontwikkeling van de groene en blauwe kwaliteiten in de Westrandscheg in het algemeen. In het bijzonder worden de inpassing van recreatieve
23 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
en ecologische verbindingszones, het verbeteren van fietsroutes, de optimalisering van sportparken en het zoeken naar ruimte voor volkstuinen en veldsport (nieuw en ter compensatie) genoemd. Ook heeft het structuurplan ruimte gereserveerd voor infrastructuur: de Westrandweg, de Westrandspoorlijn en de Haarlemboog. In het structuurplan is het Wensbeeld Hoofdgroenstructuur opgenomen. De ambitie is om van de Westrand een groengebied van allure te maken volgens het Groene Plantageconcept. Dat laatste bestaat uit een duurzaam groen-blauw raamwerk, met een flexibeler groen/blauwe invulling. Dit raamwerk is afgestemd op de eisen van waterberging in het gebied en bevat recreatieve en ecologische verbindingen. Groene functies als volkstuinen en sportvelden krijgen binnen dit raamwerk een plek. Ook de niet-groene functies in de Westrand, zoals bedrijventerreinen, worden zo mogelijk in het raamwerk opgenomen. In het Waterplan (2002) zijn voor de Westrand de wensen opgenomen voor meer piekberging in de Lutkemeerpolder en meer nieuwe of bredere waterlopen in de Osdorper Binnenpolder Noord en Zuid. Het Waterplan geeft ook ecologische ambitieniveaus aan. In het Structuurplan is ook de nota "Lekker wandelen en fietsen in Amsterdam" opgenomen. Deze geeft aanwijzingen voor de verbetering van het netwerk van recreatieve hoofdwandel- en fietsroutes in Amsterdam. Hoofdgroenstructuur Er is een aanvullend toetsingskader opgesteld voor de hoofdgroenstructuur, behorende bij het structuurplan 'Amsterdam Open Stad' (1996). Dit aanvullende toetsingskader is ook van toepassing op dit structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid', met inbegrip van de nieuwe elementen die in dit structuurplan aan de hoofdgroenstructuur ten opzichte van 1996 worden toegevoegd en met uitzondering van de groene elementen die uit de hoofdgroenstructuur zijn verwijderd. De groengebieden in de hoofdgroenstructuur worden verdeeld in vijf clusters, die weer onderverdeeld zijn in 12 groentypen. De Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder vallen in het cluster Landelijk gebied en het groentype Stadsrandpolders. In de nota 'De hoofdgroenstructuur geordend' zijn de groentypen en de richtlijnen omschreven, om te bepalen welke ruimtelijke ontwikkelingen binnen een groentype zijn toegestaan. Daarnaast is voor de Osdorper Binnenpolder Zuid het 'Ruimtelijk toetsingskader Sloterpark' van kracht, de aanvulling op de 'Hoofdgroenstructuur geordend' (Bijlage 2 van het aanvullend toetsingskader op het vigerende structuurplan). Hoofdwaterstructuur In nieuwe stedenbouwkundige plannen wordt als norm aangehouden dat het oppervlak voor minimaal 10 procent uit water bestaat. Voor alle wateren gelden de Waterstaatsverordeningen en keuren van de waterbeheerders. Dit houdt in dat demping is toegestaan mits kwantitatief wordt gecompenseerd. Daarnaast is in dit structuurplan, naar analogie van de hoofdgroenstructuur, een hoofdwaterstructuur aangegeven. De hoofdwaterstructuur bevat structuurbepalende wateren en wateren die vanuit ecologische, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige
24 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
redenen van gemeentelijk belang zijn. Deze moeten zoveel mogelijk worden beschermd. In het plangebied van de Osdorperweg e.o. komen geen wateren voor die deel uitmaken van de hoofdwaterstructuur. Behalve de hoofdwaterstructuur zijn op de kaart 'Groen en water' ook de ecologische verbindingszones van grootstedelijk belang aangegeven. Deze maken de verspreiding van dier- en plantensoorten over en door de stad mogelijk. Deze verbindingen zullen in de toekomst worden beschermd en verder versterkt . Stadsdelen zijn verantwoordelijk voor het bewaken en versterken van ecologische structuren op lokaal niveau. Bij ingrepen die de ecologische verbindingszones doorkruisen moeten de effecten hiervan op het systeem in kaart worden gebracht. Dat geldt ook voor de maatregelen om deze effecten te compenseren of te minimaliseren. De Osdorper Binnenpolder Zuid maakt deel uit van de ecologische verbindingszone tussen de Sloterplas en Spaarnwoude.
Recreatieve Fiets- en Wandelroutes In aanvulling op het Hoofdnet Fiets is door de gemeenteraad ook een netwerk van recreatieve hoofdwandel- en -fietsroutes vastgesteld 25 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
(nota 'Lekker wandelen en fietsen in Amsterdam'). De recreatieve fietsroutes zijn opgenomen als onderdeel van de hoofdgroenstructuur. De Osdorperweg en de Lutkemeerweg maken deel uit van de recreatieve hoofdfietsroute. Net als het Ma Braunpad en het fietspad langs het volkstuinencomplexen TIGENO en Eendracht, maar die liggen buiten het plangebied. Uitwerking Westrand In het structuurplan Amsterdam 'Kiezen voor Stedelijkheid' uit 2003 is de wens opgenomen om de Westrand een duurzaam groen-blauw raamwerk te geven met een flexibele groen-blauwe inrichting, de zogenaamde Groene Plantage. Daartoe wordt een structuurplanuitwerking voor de Westrand van Amsterdam aangekondigd. Tegelijkertijd wordt ook in het streekplan Noord-Holland Zuid aangegeven dat het tracé en de aanleg van de Westrandweg niet ter discussie staan, maar dat voor het gebied van de Westrand nog een nadere ruimtelijke afweging moet plaatsvinden over groene of stedelijke ontwikkelingen. De Uitwerking Westrand is zowel een uitwerking van het Structuurplan als een herziening van het Streekplan. Twee opgaven die in het Structuurplan zijn benoemd, zijn in de planperiode van de herziening/uitwerking Westrand niet aan de orde. Het betreft het onderzoeken van locaties voor bedrijvigheid en de afstemming van mobiliteitsontwikkeling en bereikbaarheid. Naar aanleiding van het amendement van raadslid Van Poelgeest (april 2003) op het Structuurplan is besloten om de Osdorper Bovenpolder, het Geuzenbos en het gebied bij het boezemkanaal Halfweg in de Hoofdgroenstructuur te laten. Ze waren in het Structuurplan aan de Hoofdgroenstructuur onttrokken om op termijn (na 2010) mogelijk ruimte te maken voor bedrijvigheid. Ook het onderzoek naar het terugbrengen van de hoeveelheid doorgaand verkeer op de Haarlemmerweg (N200) zal niet in deze structuurplanuitwerking worden opgepakt en uitgewerkt. Mede gezien de status van de weg (rijksweg) ligt het initiatief hiervoor bij anderen dan de gemeente Amsterdam. In het Structuurplan Amsterdam is aangegeven dat het merendeel van de structuurplanopgaven ten aanzien van de groene inrichting van de Westrand zal worden opgenomen in een inrichtingsplan voor de Westrand (Programma van Eisen Tuinen van West). In het inrichtingsplan moet rekening worden gehouden met de randvoorwaarden en beleidskaders die in deze herziening/uitwerking zijn opgenomen. De volgende zaken moeten in het inrichtingsplan worden meegenomen: niet onmogelijk maken van de eventuele effectuering van de planologische reservering voor de Parkstadafslag en de verbindingsweg. uitwerken van de landschappelijk inpassingsvoorwaarden voor de Westrandweg. meenemen van het landschapsplan voor de Westrandweg dat is opgenomen in de Bestuursovereenkomst Westrandweg. het behouden van de bestaande landschappelijke waarden en potenties voor het concept van de Groene Plantage, waarbij worden betrokken: het wensbeeld Hoofdgroenstructuur, het
26 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Waterplan en groene onderleggers op het gebied van cultuurhistorie en cultuurhistorische waarde. het maken van een duurzaam groen-blauw raamwerk in de Westrand, met een flexibele groen-blauwe inrichting. het benutten van de kansen voor inpassing van de recreatieve en ecologische verbindingszones Sloterplas-Spaarnwoude en de Groene AS Amstelland-Spaarnwoude. het verbeteren van doorgaande fietsroutes tussen stad en omgeving. optimalisering van de sportparken Ookmeer, Spieringhorn en Eendracht. het zoeken naar ruimte voor volkstuinen en veldsport. inrichten van fiets-, wandel-, skate- en vaarroutes in het gebied van de Westrand. Daarbij zoeken naar een mogelijkheid voor het realiseren van een fietsverbinding tussen de fietsroutes in de Osdorperpolders en de routes in de Brettenzone. een mogelijkheid is een fietsbrug die naast de Westrandweg wordt aangelegd. conform het beleid in het aanvullend toetsingskader Sloterplas (in voorbereiding), het toelaten van intensieve en gebouwde sport- en leisurevoorzieningen op het sportpark Ookmeer, en het doortrekken van de weg Meer en Vaart. herbegrenzing bufferzone; bufferzone blijven het Geuzenbos, een strook aan de noordzijde van de Brettenzone, de Lutkemeerpolder (maar binnen de begrenzing blijft het natuurontwikkelingsplan voor de Lutkemeerpolder) en de kernen Zwanenburg en Halfweg. Deze begrenzing is mede bepaald op basis van het voorstel voor begrenzing zoals opgenomen in het streekplan Noord-Holland Zuid. Bufferzone Amsterdam-Haarlem Het groen-blauwe raamwerk van de Westrand maakt onderdeel uit van de bufferzone Amsterdam-Haarlem. Met deze herziening/uitwerking wordt tevens de begrenzing van de bufferzone op Amsterdams grondgebied vastgesteld. Hiermee wordt compensatie geboden voor de reservering van bedrijventerreinen in Zwanenburg-Zuid en voor het uitwerkingsgebied A4-A5-Oude Schipholweg. Tevens komt op deze manier de samenhang tot stand met het recreatiegebied Spaarnwoude. Het instrumentarium van het bufferzonebeleid biedt de mogelijkheden en financiële middelen om het groen-blauwe raamwerk verder vorm te geven. In de Nota Ruimte is aangegeven dat de dagrecreatieve functie van de in het verleden tot stand gekomen rijksbufferzones verder moet worden versterkt. Deze zones transformeren daarmee tot relatief grootschalige, groene gebieden met diverse mogelijkheden voor ontspanning en dagrecreatie. In bufferzones is uitbreiding van stedelijk ruimtebeslag en uitbreiding van permanente verblijfsrecreatie niet toegestaan. Het plangebied van de Osdorperweg is in zijn geheel gelegen in de Bufferzone Amsterdam-Haarlem.
27 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Structuurvisie Amsterdam Het huidige Structuurplan 'Kiezen voor Stedelijkheid' is geldig tot 2013. Volgens de nieuwe Wet ruimtelijke ordening krijgt dit geldende Structuurplan automatisch de status van een Structuurvisie volgens de nieuwe Wet. Het geldende Structuurplan loopt echter tot 2010, en voor bestemmingsplannen met ontwikkelingen die verder dan 2010 reiken verliest het Structuurplan zijn betekenis. Op dit moment wordt dan ook een nieuwe Structuurvisie voor Amsterdam gemaakt. Deze visie zal onder meer een toetsingskader gaan bevatten voor het beleid van de stadsdelen en een uitvoeringsstrategie voor de periode 2010-2020. 3.5.2 De Hoofdgroenstructuur geordend (Gemeenteraad 5 juni 2002) Volgens het Structuurplan maken de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder deel uit van de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Voor deze Hoofdgroenstructuur is onder de werking van het vorige structuurplan "Amsterdam Open Stad' (1996) een aanvullend toetsingskader opgesteld: De Hoofdgroenstructuur geordend, vastgesteld op 5 juni 2002. Dit aanvullende toetsingskader is ook van toepassing op het huidige structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid'. Het aanvullende toetsingskader omvat de volgende onderdelen: 28 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
1. een groentypologie, 2. toetskaarten, waarop de ligging van de groentypen is aangegeven, 3. richtlijnen voor inpasbaarheid, zowel algemeen als uitgewerkt per groentype, 4. enkele toevoegingen aan de bestaande adviseringsprocedure, namelijk (i) het instellen van een Technische adviescommissie groen, (ii) het betrekken van de geëigende raadscommissie(s) bij de advisering aan B&W, (iii) het verplicht stellen van een groenrapport bij het voorleggen van plannen in de Hoofdgroenstructuur.
29 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Groentypen De Hoofdgroenstructuur omvat uiteenlopende typen groen, met elk hun eigen gebruik, belevingswaarde, cultuurhistorische betekenis, natuurwaarde enzovoort. Om deze reden zijn er richtlijnen voor inpasbaarheid uitgewerkt per groentype. De groengebieden in de Hoofdgroenstructuur zijn hiertoe verdeeld in 12 groentypen, die gegroepeerd zijn in vijf clusters (zie tabel). Op toetskaarten 1 en 2 is de ligging van de groentypen resp. clusters aangegeven. C luster Volkstuinen en sportparken
Parken
Schakelparken en recreatiegebieden Natuurgebieden
Landelijke gebieden
Groentypen Volkstuincomplexen, schoolwerktuinen, nutstuinen Sportparken Historische parken Traditionele parken Traditionele parken (natuurrijk) Groene corridors/corridorparken Begraafplaatsen Diverse groentypen Ruigtegebieden Natuurparken Groene corridors/corridorparken Stadsrandpolders
Er zijn twee soorten initiatieven mogelijk in een groengebied, namelijk: bouwinitiatieven/gebruiksverandering; verandering van groentype (wat overigens ook gepaard kan gaan met bouwen). Bij de toetsing op inpasbaarheid worden de voor het betreffende groentype geldende richtlijnen gehanteerd. Bij verandering van groentype doen zich twee mogelijkheden voor, namelijk: verandering binnen een cluster (bijvoorbeeld van volkstuin naar sportpark). verandering tussen clusters (bijvoorbeeld van natuurgebied naar sportpark). Clusters omvatten 'verwante' groentypen. Als algemene richtlijn voor de Technische adviescommissie groen bij het beoordelen van plannen geldt, dat groentypen binnen een cluster elkaar gemakkelijker kunnen vervangen dan groentypen tussen clusters. Dit geldt als richtlijn, niet als vaste beleidsregel. Een en ander is ter beoordeling van de Technische adviescommissie groen. Er is dus geen sprake van een 'automatische' onderlinge uitwisselbaarheid van bijvoorbeeld sport en volkstuinen. Algemene richtlijnen voor inpasbaarheid In dit aanvullende toetsingskader wordt onderscheid gemaakt tussen de inpasbaarheid en de wenselijkheid van functieveranderingen in de Hoofdgroenstructuur. Inpasbaarheid heeft betrekking op de vraag of het invoegen van nieuwe functies, hetzij rood, hetzij groen, de kwaliteit en de karakteristiek van het groengebied aantast dan wel versterkt, in recreatief, ecologisch, cultuurhistorisch en landschapsarchitectonisch opzicht. Hierbij staat de groenfunctie zelf dus niet ter discussie. Bij wenselijkheid gaat het om de politieke keuze over de ruimtelijke
30 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
ordening van functies, los van de vraag of deze zich verhouden met groenkwaliteiten. Het situeren van woonbebouwing op een sportveldencomplex verhoudt zich bijvoorbeeld niet met de groenfunctie, maar kan maatschappelijk wenselijk zijn. Plannen in het groen waarvoor een advies van B&W nodig is, vragen een afgewogen oordeel. Om dit mogelijk te maken, wordt een deskundigenadvies geïntroduceerd, dat specifiek betrekking heeft op de inpasbaarheid van het initiatief. Hiertoe wordt een Technische adviescommissie groen ingesteld. Rode functies in het groen De adviescommissie beoordeelt op basis van de richtlijnen of rode functies, zoals bebouwing en wegen, naar hun aard, omvang en locatie als al of niet inpasbaar moeten worden beoordeeld. Kwalitatief inpasbaar is in de regel kleinschalige bebouwing die het specifieke groentype ondersteunt en die ook voortvloeit uit het streven om het functioneren van het groen te verbeteren. In veel gevallen zullen dit soort voorzieningen in het bestemmingsplan passen en daarom niet aan B&W hoeven te worden voorgelegd. Niet inpasbaar zijn: bebouwing anders dan groenondersteunend, zoals gebruik voor wonen en werken. wegen voor zover deze de groenfunctie niet ondersteunen. niet aan groen gerelateerde vrijetijdsvoorzieningen. Mate van bebouwing en verharding Als richtlijnen voor de toegestane mate van bebouwing en verharding geldt: behoud van het groene karakter van het gebied. maximaal enkele procenten bebouwd en/of verhard oppervlak of, indien het percentage nu al hoger is, geen significante toename daarvan. Bestaande bebouwing Bestaande bebouwing kan: een integraal (vaak historisch) onderdeel van het groen vormen (bijvoorbeeld het Filmmuseum in het Vondelpark). niet inpasbaar zijn, bij voorkeur ooit uit te plaatsen. vaag begrensd zijn, waardoor niet goed is te bepalen of het in of aan het groen staat. De lijn van dit aanvullend toetsingskader is om bestaande bebouwing (inpasbaar of niet), om praktische redenen te accepteren. Dit houdt niet in dat soortgelijke nieuwe bebouwing zonder meer inpasbaar is. Bij niet-inpasbare bebouwing kunnen mogelijkheden voor uitplaatsing worden overwogen. 9 (Stadsrand)polders Gebruik, gewenste beleving
Doelgroepen Oppervlakte
Landschapsbeleving en agrarisch gebruik staan centraal. Voor recreanten is routegebonden recreatie van belang. Beleven van de openheid en het historische landschap. Fietsers, wandelaars. Regioschaal.
31 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Gewenste ligging Gewenste zonering Type beheer (onderhoud, toezicht, voorlichting) Ontsluiting
Bezoekersdruk Voorbeelden Beleidsintentie
Voorzieningen
Interstedelijk. Niet van toepassing. Agrarisch natuurbeheer (bij voorkeur). Kavels zijn particulier eigendom en dus niet ontsloten. In overleg kunnen natuurpaden worden uitgezet. Laag - intermediair Waterland, Amstelland. Kwaliteitsverbetering stadsrandgebieden, onder andere door voorkomen van uitplaatsing van NIMBY-functies naar de stadsrand. Kleinschalige recreatieve voorzieningen: observatiepunten, infoborden, routing (land, water), kano- en roeibootcentra, infocentrum.
Ruimtelijk toetsingskader Sloterpark Als bijlage bij het aanvullend toetsingskader is tevens het 'Ruimtelijk toetsingskader Sloterpark' van belang voor de Osdorper Binnenpolder Zuid. Het 'Ruimtelijk toetsingskader Sloterpark' geeft een nadere invulling van de ruimtelijke randvoorwaarden die gelden bij het beoordelen van initiatieven in het plangebied Sloterpark voorzover deze worden getoetst aan het structuurplan. Dit toetsingskader heeft als doel gewenste ontwikkelingen planologisch mogelijk te maken en ongewenste ontwikkelingen tegen te houden. Uiteraard gelden eveneens de beleidsregels van de 'De Hoofdgroenstructuur geordend', vastgesteld als aanvullend toetsingskader op het structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid'. Het 'Ruimtelijk toetsingskader Sloterpark' hanteert een kleinere schaal dan het aanvullend toetsingskader voor De Hoofdgroenstructuur en bevat dus relatief veel details. Om voldoende flexibiliteit te bieden zijn de inpasbaarheidsregels daarom globaal gehouden en bieden deze nadrukkelijk mogelijkheden voor alternatieve ontwerpen. Als specifieke punten zijn voor de Osdorper Binnenpolder Zuid meegegeven: van toepassing is het groentype (Stadsrand)polder in aanvulling op of in afwijking van het vorige punt zijn inpasbaar: a. het versterken van de ruimtelijke begrenzing door het maken van nieuwe waterlopen mits het historische kavelpatroon herkenbaar blijft. b. ontwikkeling van de waterloop op de rand van de Osdorper Bovenpolder-Eendrachtspolder als vaarverbinding tussen de plas en Halfweg. c. een waterkering langs de bebouwing (dubbele waterloop) d. het handhaven van open percelen langs het lint met doorsteken voor voetgangers
32 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
3.5.3 Tuinen van West Het plangebied van de Tuinen van West is het open gebied tussen de westelijke tuinsteden en de ringvaart Haarlemmermeer. Het omvat vier kleine polders die zowel agrarische als groene functies herbergen (volkstuinenparken, sportpark, begraafplaats). De Osdorperweg vormt het belangrijkste bebouwingslint door het gebied (woonhuizen, bedrijven en kassen). Volgens planning zal vanaf 2010 de Westrandweg worden aangelegd, een autosnelweg die Schiphol met het Amsterdamse Havengebied en de Coentunnel verbindt. De plan- en besluitvorming zal binnen afzienbare tijd worden afgerond. Alleen de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder maken deel uit van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o..
Figuur : de polders van de Tuinen van West Voor de gemeente Amsterdam vormde de planvorming over de Westrandweg aanleiding om ook de toekomst van het groengebied Tuinen van West op de agenda te plaatsen. Enerzijds wordt een groeiende behoefte aan recreatieruimte verwacht in westelijk Amsterdam, samenhangend met de verdichting van de westelijke tuinsteden. Anderzijds is landbouw als economische drager van het gebied sterk in belang afgenomen. Desondanks hebben de westelijke polders nog steeds grote landschappelijke en recreatieve kwaliteiten en potenties. Voorafgaand aan de voorbereiding van de Tuinen van West hebben een aantal maatschappelijke organisaties de handen ineen geslagen en de notitie "De Westrand Omarmd" opgesteld. Een uitgave van het Milieucentrum Amsterdam, in samenwerking met LTO-Noord, Vereniging Vrienden van de Sloterplas, de ANWB, Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp en Landschap Noord-Holland. In deze notitie geven deze maatschappelijke organisaties een voorschot op het inrichtingsplan. Zij doen suggesties en ideeën aan de hand voor een aantrekkelijke inrichting van het gebied, waarbij ze aansluiten bij het karakter van de verschillende polders en landschappen. Daarnaast gaan ze in de notitie in op mogelijkheden om dit alles te financieren en op de structuur van een beheerorganisatie. Met de notitie hopen zij bestuurders, raadsleden en ambtenaren te inspireren om de Westrand te omarmen, want: de scheg hoort volgens deze organisaties bij de stad! 33 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Volgens de notitie moet het unieke gebied ten westen van Amsterdam de basis vormen voor een goede inrichting. Het recept voor een goede inrichting bestaat uit investeringen in de volgende ingrediënten: 1. fiets-, wandel-, skate- en ruiterpaden en kanoroutes; 2. recreatieve voorzieningen 3. behoud en versterking landschappelijke kwaliteit 4. samenhang tussen deelgebieden. Op basis van dit recept kan een mooi resultaat worden bereikt: het "Landschapspark Westrand". Met de notitie "De Westrand Omarmd" als inspiratiebron heeft de stadsdeelraad Osdorp het Programma van Eisen Tuinen van West op 26 september 2007 vastgesteld. Eerder al, op 3 juli 2007, had de stadsdeelraad van Geuzenveld-Slotermeer het PvE Tuinen van West vastgesteld. De Centrale Stad heeft het PvE Tuinen van West op 10 september 2008 vastgesteld. Het PvE bevat: een ruimtelijk programma van eisen, waarin de ruimtelijke inrichting van en het programma voor het plangebied op hoofdlijnen zijn aangegeven (globale functies/bestemmingen). een financiële paragraaf (kosten van verwerving, inrichting en dekkingsbronnen). een voorstel voor de organisatie en financiering van het beheer van het gebied. Daarnaast kan worden gemeld dat in het kader van het PvE een (concept-)beeldkwaliteitplan is opgesteld ten behoeve van de ruimtelijke inrichting van het gebied. Dit beeldkwaliteitplan maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland is aangegeven dat alleen wanneer in het landelijk gebied nieuwe stedelijke functies en/of niet stedelijke functies met aanzienlijke ruimtelijke effecten gerealiseerd worden een beeldkwaliteitplan vereist is. Voorliggend bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter. Er worden geen nieuwe stedelijke en/of niet stedelijke functies met aanzienlijke ruimtelijke effecten voorzien waardoor een beeldkwaliteitplan niet verplicht is volgens de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland. Het PvE is een aanvulling op het toetsingskader voor de Hoofdgroenstructuur (De Hoofdgroenstructuur geordend). Hoofdstuk 2 van het Programma van Eisen Tuinen van West is door de Centrale Stad vastgesteld als onderdeel van het Aanvullend toetsingskader voor de Hoofdgroenstructuur. Volgens hoofdstuk 2 van de Tuinen van West moeten de natuurwaarden (betekenis voor weidevogels), de landschappelijke waarden (behoud veenweidekarakter en tegengaan oprukkende bebouwing Osdorperweg) en de cultuurhistorische waarden (verkavelingspatroon en boerderijen met cultuurhistorische waarden) van de Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder Zuid, worden behouden en worden beschermd. Dit beleid is voor de bebouwingslinten met het kassengebied, het weidegebied Osdorper Bovenpolder (SL1) en het Veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid (SL2) als volgt uitgewerkt:
34 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Bebouwingslinten en kassengebieden Voor de bebouwingslinten en de gebieden in de Osdorper Bovenpolder met hoofdzakelijk glastuinbouw (de twee 'punten' van de polder) bestaat vooralsnog geen aanleiding om nieuwe voorstellen vanuit groen c.q. recreatie te doen. Deze gebieden behoren weliswaar tot de Hoofdgroenstructuur, maar zijn verregaand bebouwd. Weidegebied Osdorper Bovenpolder Het weidegebied Osdorper Bovenpolder is gelegen tussen de Slibveldenweg en Lutkemeerweg, exclusief de bestaande bebouwing. Beleidsintentie In dit gebied wordt de ontwikkeling tot stadslandbouw mogelijk gemaakt. Stadslandbouw houdt in dat de boeren in het gebied naast of in plaats van voedselproductie 'groene diensten' gaan aanbieden voor een regionale markt. Groene diensten kunnen liggen op het gebied van welzijn en zorg (bijvoorbeeld zorgboerderijen), recreatie en toerisme, huisverkoop/kwaliteitsvoedsel en natuur-, landschaps- en milieudiensten (natuurbeheer, waterberging, CO2-berging). De mogelijkheden voor stadslandbouw en het draagvlak bij de zittende boeren is verkend door middel van gesprekken en bijeenkomsten met
35 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
boeren. Bij een keuze voor stadslandbouw zal in overleg met de agrarische ondernemers de Osdorper Bovenpolder door middel van een onverhard wandelpad licht ontsloten worden voor wandelaars. Een onverhard wandelpad kan seizoensgewijs afgesloten worden of verlegd worden om bijvoorbeeld broedende vogels niet te verstoren. Programma 1. voorkeursoptie: hoofdfunctie stadslandbouw waaronder recreatieve functies en natuur, met inclusief water en een onverhard wandelpad). Het accent ligt op het ontwikkelen van stadslandbouw en het verbeteren van de bruikbaarheid en toegankelijkheid van het gebied voor recreanten. 2. terugvaloptie: hoofdfunctie natuur met nevenfunctie extensieve recreatie. Functionele eisen het gebied moet vanaf de Wijsentkade op minimaal 2 plaatsen toegankelijk zijn voor wandelaars. er moet een rondwandeling van minimaal 20 minuten door het gebied mogelijk zijn inrichting en beheer moeten er op gericht zijn de huidige betekenis van het gebied voor weidevogels te behouden en waar mogelijk te versterken. inrichting en beheer moeten er op gericht zijn de cultuurhistorische waarde van het gebied te behouden (verkavelingspatroon en boerderijen met cultuurhistorische waarde). inrichting en beheer moeten er op gericht zijn verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg en de Lutkemeerweg te voorkomen. Belevingseisen onttrekken van ontsierende bebouwing langs de Osdorperweg door middel van bosschages. gebied visueel vergroten door zeer plaatselijk bosschages toe te laten in het weidegebied. transparantie vanaf de Osdorperweg behouden (doorkijkjes naar het open landschap). Bijzondere randvoorwaarden Het verbreden van waterlopen en toevoegen van water moeten passen binnen het Luchthavenindelingbesluit (LIB).
36 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Veenweidelandschap Osdorper Binnenpolder Zuid De Osdorper Binnenpolder Zuid wordt begrensd door het Ma Braunpad, de Osdorperweg, het fietspad langs oostkant van volkstuinpark TIGENO, exclusief de inliggende bebouwing en verharding. Beleidsintentie Dit gebied dient ten behoeve van de uitoefening van stadslandbouw, waarbij het behoud van het traditionele landschappelijke beeld voorop staat. Als enige grotere restant van het eertijds uitgestrekte veenweidelandschap tussen Amsterdam en het Haarlemmermeer, fungeert het nu als landschappelijk museum ('bodemarchief'). Daarnaast vertegenwoordigt het gebied belangrijke natuurwaarden. In het kader van het genomen peilbesluit, waarbij het oppervlaktewater met 10 cm zal worden verlaagd, zal door Waternet een peilscheiding worden aangebracht. De Osdorper Binnenpolder Zuid wordt hierdoor
37 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
gesplitst in een peilvak langs de Osdorperweg en een peilvak dat de open polder omvat. In het peilvak langs de Osdorperweg wordt het waterpeil gehandhaafd ter bescherming van de bebouwing langs de Osdorperweg. De peilscheiding zal worden begeleid door waterlopen, conform het Ruimtelijk Toetsingskader Sloterpark. Functionele eisen het gebied moet zowel vanaf de Osdorperweg als het Ma Braunpad op minimaal 1 plaats toegankelijk zijn voor wandelaars. er moet een rondwandeling van minimaal 20 minuten door het gebied mogelijk zijn. inrichting en beheer moeten er op gericht zijn de betekenis van het gebied voor weidevogels te versterken. inrichting en beheer moeten er op gericht zijn de cultuurhistorische waarde van het gebied te behouden (verkavelingpatroon, veenweidekarakter) . inrichting en beheer moeten er op gericht zijn verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Programma De bestemming is stadslandbouw/natuurgerichte recreatie/natuurbeheer (indicatieve oppervlakte 613.000 m2) inclusief water en een onverhard wandelpad. Ontwerpeisen Beide (nieuwe) peilvakken dienen omgeven te zijn door een ringsloot (minimale breedte te bepalen in overleg met Waternet). Belevingseisen Onttrekken ontsierende bebouwing door middel van bosschages. Ecologische verbindingen/faunapassages Volgens de Tuinen van West vormt de Wijsentkade evenals de Osdorper Binnenpolder Zuid een ecologische verbindingszone tussen de Sloterplas en Spaarnwoude. Daarnaast vormen de Osdorper Binnenpolder Zuid samen met de Brettenzone en de Osdorper Bovenpolder een schakel in de Groene As. Om de barrièrewerking van de beoogde Westrandweg te verminderen zal natuurcompensatie nodig zijn. Zo zijn moerasstroken gepland langs de beoogde Westrandweg en ecologische verbindingen/faunapassages onder het viaduct over de Osdorperweg. De gebieden langs de Westrandweg dienen te worden gebruikt om de Groene As te realiseren en een verbinding met Spaarnwoude te creëren. Relatie met het bestemmingsplan De Tuinen van West vormde een belangrijke bouwsteen voor dit bestemmingsplan. Waar mogelijk zijn de functies en beleidsuitgangspunten overgenomen in dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan vormt in dat opzicht de juridische vertaling van het Programma van Eisen voor de Tuinen van West. Zo is de bescherming van het waardevolle polderlandschap met weidevogels vastgelegd in dit bestemmingsplan. Dat betekent dat niet alleen het bestuur maar ook de burgers daaraan zijn gebonden. Uitbreidingen in het polderlandschap zijn niet toegestaan. Verder speelt het bestemmingsplan in op de recreatieve ontsluiting van het gebied met wandel en fietspaden. De aanleg van de in het kader
38 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
van de Tuinen van West beoogde laarzenpaden door de weilanden en langs het weidevogelgebied is in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Ook de beoogde ontwikkeling van stadslandbouw is in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Zo zijn een aantal voormalige agrarische bouwpercelen aangewezzen waar de nieuwe stadslandbouw initiatieven kunnen worden ontplooid. Daarnaast kunnen ook stadslandbouwactiviteiten worden ontwikkeld in de bestaande kassen. 3.5.4 Waterplan Amsterdam Het Waterplan Amsterdam bevat de visie van de gemeente en de waterbeheerder op het gewenste beleid voor de komende jaren. In het waterplan zijn de gewenste inrichting, het beoogde gebruik en het toekomstige beheer van het water in de stad omschreven in de vorm van een streefbeeld voor 2030. Deze moeten er voor zorgen dat de sterke kanten van het 'blauwe goud' behouden blijven en dat water een prominente plek krijgt in stedenbouwkundige en ruimtelijke plannen. Hierbij wordt gestreefd naar: 1. voldoende ruimte voor water; 2. ecologisch gezond water; 3. integratie van water en groen; 4. het versterken van de identiteit van Amsterdam als waterstad; 5. het versterken van de belevingswaarde van het water; 6. duurzaam en evenwichtig gebruik; 7. duurzaam omgaan met grondwater. Het waterplan vormt het beleids- en toetsingskader voor gemeentelijk beleid, onder meer voor bestemmingsplannen. Het Waterplan Amsterdam is in januari 2002 bestuurlijk goedgekeurd door de gemeente en door het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 3.5.5 Beleidsnota grondwaterzorg Amsterdam 2002-2006 Deze beleidsnota is een samenvatting van de nota 'Leven met grondwater', een van de achtergronddocumenten van het Waterplan Amsterdam. Het beleid is erop gericht bestaande hinder weg te nemen en nieuwe hinder te voorkomen met een duurzaam functionerend grondwatersysteem en een duurzaam gebruik als eindresultaat. 3.5.6 Actieplan Luchtkwaliteit (maart 2006) De gezondheid van de bewoners van Amsterdam is het belangrijkste argument om aan de luchtkwaliteit te werken. Hiervoor is het Actieplan Luchtkwaliteit opgesteld. Schonere lucht heeft invloed op de kwaliteit van het leven van de Amsterdammers. De voorgestelde maatregelen uit het Actieplan verbeteren ook de kwaliteit van de lucht in zijn geheel. Als Amsterdam zich verder wil ontwikkelen door het realiseren van nieuwe bouwprojecten, dan moet er voldoende (milieu)ruimte worden geschapen. Amsterdam houdt binnen het Actieplan vast aan het beleid met betrekking tot de compacte stad, verbetering van het stedelijk functioneren door een grotere concentratie van de functies wonen, werken en recreëren. Daarnaast houdt Amsterdam vast aan het concentratiebeleid ten aanzien van het Hoofdnet Auto.
39 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
3.6
Beleid stadsdeel Osdorp
3.6.1 Richting Parkstad 2015 Richting Parkstad 2015 (2001) en aanvullingen daarop (2003) zijn vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam. In deze nota wordt voorgesteld in de Westrand extensieve leefmilieus toe te voegen, vrij toegankelijk voor recreanten. Er wordt voorgesteld om (delen) van de Osdorperweg autoluw te maken en een aantal nieuwe fietsroutes aan het Hoofdnet Fiets toe te voegen. Voor de waterstructuur is het uitgangspunt de bestaande kwaliteiten te versterken, onder meer door de verbindingen met de randen te verbeteren (Spaarnwoude, Brettenzone, Nieuwe Meer). Verder is een bomenstructuurplan vastgesteld waarin de karakteristieke lange lijnen in het gebied worden versterkt. 3.6.2 Ruimtelijk Toetsingskader Sloterpark (2004) De hoofdlijnen uit het ruimtelijk toetsingskader Sloterpark zijn vastgesteld als onderdeel van het aanvullend toetsingskader van het structuurplan. Voor de Osdorper Binnenpolder Zuid zijn de relevante aspecten reeds behandeld in pararaaf 3.4.2. Verder wordt in dit toetsingskader aandacht geschonken aan het transparanter maken van het sportpark Ookmeer en het doortrekken van de weg Meer en Vaart. Het meest oostelijke deel van het sportpark is bestemd voor intensieve en gebouwde sport- en leisurevoorzieningen. 3.6.3 Visie Osdorper Bovenpolder en Osdorper Binnenpolder Zuid Stadsdeel Osdorp heeft een visie op de Osdorper Bovenpolder en Osdorper Binnenpolder Zuid opgesteld ter voorbereiding van een herziening van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. In deze studie wordt uitgegaan van consolidatie van het huidige oppervlak aan bebouwing, uitruil van bebouwing om groen te ontsnipperen en handhaving van de agrarische functie van de polders. 3.6.4 Landschapsvisie West De gebiedsvisie Landelijk West van Amsterdam (Landschapsvisie West) is vervaardigd door de stuurgroep Groene AS om de ontwikkelingen in de westelijke polders van de gemeente Amsterdam met elkaar in verband te brengen. De gebiedsvisie moet richtinggevend zijn bij het opstellen van bestemmingsplannen en sturend voor uitvoeringmaatregelen. In de Landschapsvisie is aangegeven dat voor het heden en het verleden het vastgestelde beleid met betrekking tot vigerend grondgebruik en de oude bestemmingsplannen voor een belangrijk deel irrelevant geworden zijn. Het streekplan en structuurplan bepalen de richting van de ontwikkeling van het nieuwe programma. Basis voor de gebiedsvisie voor de Osdorper Binnenpolder Zuid is het behoud van een open karakter van de oude verkaveling. Het ontwerp is daarom gericht op natuurontwikkeling en landschapsbeleving. De polder is bestemd voor de natuur (weidevogels), maar heeft het beeld van het oude cultuurlandschap. 40 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
3.6.5 Groenvisie stadsdeel Osdorp In de Groenvisie Stadsdeel Osdorp van 2001 vormt een integrale visie op het gebied van groen, water en ecologie. Volgens de Groenvisie is het aan te bevelen de groene structuren uiteindelijk vast te leggen in een bestemmingsplan. In de Groenvisie maken de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder deel uit van de Groene Sloterscheg. De Natuurwaarden in de Osdorper Binnenpolder Zuid zijn volgens de Groenvisie zeer hoog met uitstekende mogelijkheden voor natuurontwikkeling. Slechts een klein deel van de Osdorper Bovenpolder heeft hoge natuurwaarden met enkele mogelijkheden voor natuurontwikkeling. De bestaande kassengebieden hebben zeer geringe natuurwaarden. In het gebied maken de Osdorperweg, de Lutkemeerweg en de Raasdorperweg deel uit van de historische bebouwingsstructuur. De Osdorper Binnenpolder Zuid heeft een veenweidelandschap met een verkaveling die nog uit de Middeleeuwen dateert (v.a. 1150). De Wijsentkade vormt volgens de Groenvisie een cultuurhistorisch waardevolle dijk. Volgens de Groenvisie is het behoud van de kwaliteiten van de groene scheg gewenst en is ook de Wijsentkade als groene corridor gewenst, waarbij de historische dijk dient te worden geaccentueerd. In de Groenvisie is het beleid gericht op het behoud van het karakter van de Osdorper Binnenpolder en de Osdorper Bovenpolder. Karakteristiek voor de Osdorper Binnenpolder is volgens de Groenvisie: Behoud historische verkaveling. Handhaven huidige natuurwaarden. Behoud agrarische sector zonder welke het landschap nooit ontstaan zou zijn. Ondersteunen agrariërs bij omschakeling naar stadslandbouw. Recreatief medegebruik van het landschap zoals overnachten en eten bij de boer en de verkoop van streekeigen producten. Aanleg van boerentuinen, karakteristieke erfbeplanting en boomgaarden moet worden gestimuleerd. Langs bebouwing ecologische zone inrichten met struiken. Langs de randen ruimte creëren voor water. Onderzoek naar vasthouden gebiedseigen water. Karakteristiek voor de Osdorper Bovenpolder is: Verrommelde noord-oostzijde maskeren. Openheid van middelste deel van de polder behouden en versterken. In het bestemmingsplan de bestaande functies (kassen, weiland, bedrijven en wonen) duidelijk begrenzen. Ondersteunen agrariërs bij omschakeling naar stadslandbouw. In het bestemmingsplan is hierop ingespeeld door de Wijsentkade een natuurbestemming te geven met medegebruik voor extensieve dagrecreatie. Ook de weilanden hebben een bestemming gekregen voor agrarisch natuurbeheer en een functie als ecologische verbinding. De landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden van het gebied zijn in de bestemmingsomschrijvingen vastgelegd. De ontwikkeling van stadslandbouw, wandel- en laarzenpaden, afschermende groensingels
41 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
en ecologisch verbindingszones (faunapassages) is mogelijk gemaakt en vastgelegd.
42 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 4
4.1
Het ruimtelijk kader
Ruimtelijk-functionele aspecten
4.1.1 Landschap De Osdorper Bovenpolder is een gedeeltelijk uitgeveende polder en wordt gekenmerkt door een open weidelandschap met een strokenverkaveling. Dit gedeelte van de Bovenpolder maakt geen deel uit van de droogmakerij de Bovenpolder die begrenst wordt door de Wijsentkade. De Osdorper Binnenpolder Zuid behoort tot het veenpolderlandschapstype. Het veenpolderlandschap is op de meeste plaatsen in Noord-Holland te karakteriseren als een vlak, open, meer of minder waterrijk landschap. Het water staat hoog in de sloten, soms zelfs ligt het land lager dan het water. Het weinige reliëf in het veenpolderlandschap wordt gevormd door dijken en kaden. Samenhangend met de opstrekkende verkavelingsvorm is de meest voorkomende dorpsvorm het lintdorp. Ook langs de Osdorperweg is dit het geval. Het veenpolderlandschap, waarvan grote delen zich binnen de stedelijke invloedssfeer bevinden, vervult op tal van plaatsen in het stedelijke zuiden van de provincie een belangrijke geldende functie. Recreatief gezien zal de ontwikkeling van het veengebied zich kunnen richten op het vervolmaken van een stelsel van recreatieve wandel-, fiets- en vaarroutes. 4.1.2 Natuur Onder de populieren of iepen die langs de wegen in de Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder Zuid staan groeit een verruigde grasvegetatie die in het voorjaar door massale bloei van fluitenkruid een wit lint tussen akkers en graslanden vormt. In de bomen broeden veel eksters. In de Osdorper Binnenpolder zijn de voorheen vochtige graslanden verdroogd en verruigd. De sloot- en oevervegetatie zijn daarentegen soortenrijk. Rugstreeppad en kleine watersalamander komen algemeen voor. Aansluitend aan de woonbebouwing ligt een deels vervallen tuinbouwgebied met veel ruigtehoekjes, wat bijdraagt aan een goede amfibieënbiotoop. De polder is zeer in trek bij weidevogels zoals bijvoorbeeld de grutto. Een enkele keer foerageren hier lepelaars vanuit het Naardermeer. In de Osdorper Bovenpolder komen op grote schaal soortenrijke raaigrasweiden voor. In het midden van de polder bevatten de weiden allerlei soorten van de kruidenrijke en/of vochtige graslanden, zoals de pinksterbloem. De percelen tussen de kassen in het noorden en het zuiden van de polder zijn veelal als schapen- of paardenwei in gebruik en daardoor iets verruigd. De slootkanten zijn soortenrijk met op grote schaal planten uit de minder bemeste milieus zoals moeraszoutgras en pijptorkruid. De sloten zijn vol gegroeid met waterplanten als schedefonteinkruid of eendekroos. Op basis van de waterplantengroei lijkt de kwaliteit van het water in het graslandgebied veel beter dan in het gedeelte waar de
43 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
kassen staan. Kleine watersalamander, groene en bruine kikker zijn algemene soorten in het weidegebied. Rond de bebouwing broeden veel vogelsoorten, die typerend zijn voor erven en struwelen. 4.1.3 Ecologische verbindingen De Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder Zuid maken deel uit van de ecologische structuur van de Tuinen van West, die bestaat uit een doorgaande ecologische verbindingszone voor soorten van moeras/natte ruigten die de moerasgebieden in de Haarlemmermeerpolder verbindt met de Kluut/Brettenzone/Geuzenbos. Daarnaast vormen de Osdorper Binnenpolder Zuid samen met de Brettenzone en de Osdorper Bovenpolder een schakel in de Groene As. In de Osdorper Bovenpolder Midden en de Osdorper Binnenpolder Zuid komen kerngebiedjes van Grasland/ruigte voor met de soorten van deze habitat. De Wijsentkade vormt een corridor die deze gebieden aaneenschakelt. Verder wordt aan de Osdorperbinnenpolder samen met de Brettenzone en de Osdorper Bovenpolder een grote betekenis gehecht als essentiële schakel in de regionaal recreatieve verbindingszones. 4.2
Stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten
4.2.1 Versnippering, stadsrandverschijnselen In en tussen de van oorsprong agrarische bebouwing langs de Osdorperweg hebben zich de laatste decennia vele 'stadsrandfuncties' ontwikkeld zoals autosloperijen, loodsen, bouwbedrijven en nieuwe, vaak vrijstaande woningen. Het bebouwde oppervlak heeft zich daardoor aanzienlijk uitgebreid. Op diverse plaatsen steken kassen en bedrijven diep de Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder Zuid in. De Osdorpervaart voorkomt deze 'versnippering' in de richting van de Osdorper Binnenpolder Noord.
44 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
4.2.2 Toekomst landbouw onzeker Productielandbouw heeft in de westelijke polders weinig toekomst. Verwacht wordt dat het aantal werkzame agrariërs de komende jaren verder zal dalen. Overschakeling van productielandbouw op stadslandbouw (verbrede of multifunctionele landbouw) is een proces dat in de regio Amsterdam (Amstelscheg, Waterland) snel aan betekenis toeneemt en ook perspectieven biedt voor de agrariërs in de Tuinen van West. Een verkenning van mogelijkheden en de belangstelling bij de zittende boeren laat zien dat er energie en ondernemersschap zit in het gebied om multifunctionele landbouw en nevenactiviteiten op te zetten. De energie is voornamelijk te vinden bij de jongere generaties en de ondernemers van middelbare leeftijd; de oudere ondernemers zijn over het algemeen minder geïnteresseerd in vernieuwende ontwikkelingen binnen het bedrijf. Er bestaat echter nog onduidelijkheid over de doelstellingen die de gemeente voor het gebied stelt en de condities die de gemeente wil scheppen om stadslandbouw te bevorderen. Er is bovendien veel onbekendheid met en wantrouwen over de plannen van de gemeente/het stadsdeel. Ondernemers nemen daarom een afwachtende houding aan. Men wil niettemin graag bij de planontwikkeling betrokken worden. De vraag naar stadslandbouw (voornamelijk particuliere vraag naar diensten als zorg en recreatie) moet nader worden bepaald. 4.2.3 Ontwikkelingen In het plangebied van de Osdorperweg zijn de volgende dominante ontwikkelingen gaande: aanleg Westrandweg en landschappelijke inpassing/natuurcompensatie. behoud landelijk karakter middendeel Osdorper Bovenpolder en Osdorper Binnenpolder Zuid. poging tot consolidatie van de bestaande situatie langs de bebouwingslinten. Dit betekent dat geen uitbreiding plaatsvindt van de op grond van het vorige bestemmingsplan toegelaten bebouwingsmogelijkheden en niet-agrarische gebruiksmogelijkheden.
45 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 5
5.1
Verkeer en parkeren
Algemeen In dit bestemmingsplan Osdorperweg e.o. zitten geen nieuwe woningbouwlocaties, geen nieuwe bedrijfslocaties en ook geen andere nieuwe bouwlocaties. Het is een zogenaamd consoliderend bestemmingsplan waarin vooral de bestaande situatie wordt vastgelegd en het vorige bestemmingsplan is geactualiseerd. Dat betekent dat als gevolg van dit bestemmingsplan ook niet op grote schaal extra verkeer naar de Osdorperweg en omgeving zal komen. In de huidige situatie heeft de Osdorperweg voldoende capaciteit en zijn de bedrijven en woningen goed bereikbaar. De herinrichting van de Osdorperweg en de verkeersmaatregelen zijn met de bewoners en gebruikers besproken en inmiddels in volle gang. Het bestemmingsplan brengt daarin geen enkele verandering. In een bestemmingsplan wordt alleen de functie van een weg (voor verkeer) vastgelegd en niet de inrichting daarvan of de verkeersmaatregelen die nodig zijn. Wel moet bij de voorbereiding van een bestemmingsplan worden bekeken of de wegenstructuur nog toereikend is en de ontsluiting van het gebied voldoende is gegarandeerd. Daarom zal hierna worden ingegaan op de wegenstructuur en de verwachte verkeersstromen. De nieuwe Westrandweg is niet opgenomen in dit bestemmingsplan. De besluitvorming rond de Westrandweg valt binnen de trajectprocedure op basis van de Tracéwet. Binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van het Tracébesluit dient inpassing in het bestemmingsplan plaats te vinden. Tegen deze inpassing staan geen rechtsmiddelen meer open. Dat neemt niet weg dat de aanleg van de Westrandweg een grote ingreep in het gebied van de Osdorperweg en omgeving is, met grote ruimtelijke gevolgen. De verkeersstromen in het plangebied zullen echter door de aanleg van de Westrandweg niet wezenlijk veranderen. De Westrandweg is namelijk een autosnelweg die voorziet in een verbinding van Schiphol met het Westelijk Havengebied en de Coentunnel.
5.2
Beschrijving De Osdorperweg is de belangrijkste weg in het gebied. Het is een lokale gebiedsontsluitingsweg, maar wordt veelvuldig gebruikt als (sluip)route tussen de N200 (Haarlemmerweg) en Amsterdam West. Onlang is de aansluiting op de Haarlemmerweg in Halfweg verbeterd waardoor de sluiproute nog aantrekkelijker is geworden. Bij een onderzoek naar de selectieve toegang Osdorperweg bleek dat tijdens de spitsuren soms wel bijna de helft van het verkeer, doorgaand verkeer was (Onderzoek selectieve toegang Osdorperweg, Goudappel Coffeng, 12 januari 2005. De Osdorperweg is hoofdzakelijk een 50 kilometerweg, maar het stuk door het oude dorp is een 30 kilometerzone. Op delen van de weg wordt veel harder gereden waardoor de verkeersveiligheid van met name voetgangers en fietsers in het geding is. De Osdorperweg behoort bovendien tot het Hoofdnet Fiets van de stad 46
Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Amsterdam. De weg is gelegen op een smalle veendijk waar de bebouwing op sommige plaatsen vlak langs de weg is gesitueerd. Daardoor is de breedte van de weg beperkt en is de weg ook niet geschikt voor zwaar vrachtverkeer. De weg wordt echter wel veelvuldig gebruikt door vrachtverkeer naar de bedrijven langs de Osdorperweg. De herinrichting van de weg (met aangegeven fietsstrook) en de verkeersmaatregelen (30 km met plateau, drempels) zullen de verkeersveiligheid van met name fietsers ten goede komen. Dit geldt ook voor het nieuwe fietspad van de Nico Broekhuysenweg naar Halfweg langs de Bovensloot van de Osdorperweg. De aanleg van laarzenpaden door de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder, en de aanleg van een fietspad over een deel van de Wijsentkade (van Raasdorperweg richting Halfweg), zullen niet tot een groei van autoverkeer leiden. De paden sluiten aan op wandelen fietspaden in de omgeving en de gebruikers van deze paden komen lopend of met de fiets. Het is niet de verwachting dat ze met de auto naar het gebied komen om van daaruit te gaan fietsen of wandelen. Reden hiervoor is dat niet wordt voorzien in parkeergelegenheid ten behoeve van de recreatieve routes. In het bestemmingsplan zijn mogelijkheden opgenomen voor de uitoefening van stadslandbouw. Dat houdt in dat de boeren in het gebied naast of in plaats van voedselproductie 'groene diensten' gaan aanbieden voor een regionale markt. Groene diensten kunnen liggen op het gebied van welzijn en zorg (bijvoorbeeld zorgboerderijen), recreatie en toerisme, huisverkoop/kwaliteitsvoedsel en natuur-, landschaps- en milieudiensten (natuurbeheer, waterberging). In de regels is het begrip stadslandbouw als volgt beschreven:'Agrarisch natuurbeheer in combinatie met groene dienstverlenende nevenactiviteiten die inspelen op natuur- en landschapsbeheer in het open veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid of de Osdorper Bovenpolder en/of die inspelen op de recreatieve landschapsbeleving van deze polders en/of die inspelen op voedselproductie, waarbij tenminste 10% van de inkomsten uit agrarische activiteiten moeten voortkomen. Voorbeelden van stadslandbouw zijn: natuur- en landschapsbeheer; natuur- en milieueducatie; dierverzorging en moestuinieren; een kinderboerderij, een kaasboerderij, een zorgboerderij (zonder overnachtingsmogelijkheden) of andere boerderijvorm waarbij educatie over het agrarische bedrijf, landschap en natuur centraal staan; schoolwerktuinen; recreatieve activiteiten die inspelen op agrarisch natuurbeheer en/of het polderlandschap zoals bijvoorbeeld een boerenspeel-, sport- en/of doetuin, een speel-, sport- of doetuin; jeugd-, kinder- en naschoolseopvang, waarbij het actief bezig zijn met dierverzorging, natuur- en landschapsbeheer en voedselproductie onderdeel is van de activiteiten; horeca die mede gericht is op bewustwording van de voedselproducerende functie van de agrarische sector en/of de recreatieve functie van polderlandschap, zoals de verwerking van
47 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
streekeigenproducten (vergeten groenten) en/of een theetuin. In het kader van de stadslandbouw is de verkoop van agrarische producten en/of de verkoop van producten gerelateerd aan natuur- en milieueducatie toegestaan. Onder stadslandbouw worden geen maneges en productiegerichte paardenhouderijen gerekend. Wel toelaatbaar is een ruiterpaden gerichte paardenhouderij, een pensionstal, privéstal, paardenmelkerij en stalhouderij. Ook grootschalige functies zoals tuincentra, congrescentrum en grootschalige leisureachtige functies zoals bijvoorbeeld de voormalige Flevohof zijn niet toelaatbaar.'. Daartoe zijn in het gebied 7 voormalige agrarische bouwkavels aangewezen voor de ontwikkeling van stadslandbouw. Het gaat om bestaande bouwpercelen. Uitbreiding van deze percelen is niet voorzien. Verder is stadslandbouw ook in de bestaande kassengebieden toegestaan. In die zin is de introductie van stadslandbouw een verbreding van de bestaande agrarische gebruiksmogelijkheden op bestaande bouwpercelen. Voor de introductie van stadslandbouw zijn dus geen nieuwe bouwpercelen gecreëerd. In die zin zal de stadslandbouw dan ook niet leiden tot wezenlijk meer verkeer in het gebied van de Osdorperweg. Dat neemt niet weg dat een stadslandbouw initiatief wel extra verkeer met zich mee kan brengen. Bij een zorgboerderij bijvoorbeeld zullen de cliënten dagelijks met busjes worden gebracht en gehaald. De schaal van deze voorzieningen zal echter beperkt zijn omdat ze zijn aangewezen op de bestaande bouwkavel (uitbreiding van het bouwkavel is niet mogelijk). Bovendien zullen deze voorzieningen in de plaats komen van de bestaande functies die ook verkeer aantrekken. Als een bloemenkweker zijn activiteiten deels naar stadslandbouw verplaatst, zal het verkeer dat de bloemenkwekerij genereerde teruglopen en worden vervangen door stadslandbouwverkeer. Voor zover de stadslandbouw al extra verkeer met zich meebrengt zal dat deels ook een verschuiving van verkeer zijn en leidt dat niet tot een wezenlijke toename van het verkeer. Verder is in de planregels van het bestemmingsplan vastgelegd dat parkeren op eigen terrein moet worden opgelost. Voor de stadslandbouwfuncties wordt daarbij gebruik gemaakt van de landelijk geldende parkeernormen. Dat betekent dat een stadslandbouwfunctie alleen toelaatbaar is als er op eigen erf voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Daarmee is een grootschalige stadslandbouwfunctie met grote verkeersaantrekkende werking niet haalbaar. De aard en de schaal van de stadslandbouw in het gebied van de Osdorperweg en omgeving (groene dienstverlening gericht op voedselproductie, milieu-educatie, en natuur- en landschapsbeheer op bestaande bouwkavels) maken geen grootschalige functies met grote verkeersaantrekkende werking mogelijk. Gelet op de aard van de stadslandbouwfunctie, de omvang van de mogelijkheden en het wegvallen van bestaande verkeersstromen, zal de introductie van stadslandbouw niet tot een wezenlijke toename van
48 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
autoverkeer leiden. De bestaande wegenstructuur heeft voldoende capaciteit om het verkeer als gevolg van nieuwe stadslandbouwinitiatieven te verwerken. Indien van een stadslandbouw initiatief wel het nodige extra verkeer is te verwachten, zal met parkeernormen, milieunormen en eventuele verkeersmaatregelen naar een maatoplossing moeten worden gezocht. 5.3
Verkeersmodel Westelijke Tuinsteden 2006 Het Verkeersmodel Westelijke Tuinsteden is een locatiemodel waarin het verkeersbeeld van de vier tuinsteden, te weten stadsdeel Osdorp, stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, stadsdeel Bos en Lommer en stadsdeel Slotervaart voor de huidige en toekomstige situatie is beschreven. Om te beginnen is de huidige situatie voor de Westelijke Tuinsteden beschreven. Deze situatie is met behulp van tellingen en socio-economische gegevens op het niveau van 2005 gebracht. Vanuit de huidige situatie zijn de prognosejaren 2010, 2015 en 2020 opgesteld. Voor elk prognosejaar is een zogenaamde autonome en een plansituatie berekend. In de autonome situaties zijn de wijzigingen in de infrastructuur en het beleid volgens plan doorgevoerd. In de omgeving van de Westelijke Tuinsteden zijn de ontwikkelingen in de socio-economische gegevens opgenomen. Voor het studiegebied, de vier stadsdelen, zijn socio-economische gegevens gelijk gehouden met de huidige situatie. In de plansituaties zijn veranderingen in de socio-economische gegevens meegenomen zoals deze bij de verschillende projecten zijn verondersteld. De autonome situatie zal in praktijk nooit voorkomen, deze wordt echter wel gebruikt om het effect van de te realiseren projecten aan te tonen. Voor de huidige situatie en de zes prognosesituaties zijn de verkeersbeelden bepaald en in deze rapportage opgenomen. Aan de hand van de verkeersintensiteiten en de omgevingskenmerken zijn de externe effecten op luchtkwaliteit berekend. Voor fijnstof en stikstofdioxide is een effectenoverzicht gegeven en zijn de kaarten in deze rapportage opgenomen. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan kan gebruik worden gemaakt van het Verkeersmodel Westelijke Tuinsteden om de verkeerseffecten van bijvoorbeeld nieuwbouwontwikkelingen te beoordelen, rekening houdend met toekomstige bevolkingsgroei, woonwerkverkeer, infrastructuurontwikkelingen e.d.. Hiervoor is al beschreven dat het bestemmingsplan Osdorperweg geen nieuwbouwontwikkelingen bevat en ook geen mogelijkheden die leiden tot een wezenlijke toename van het verkeer. Ook ontwikkelingen elders (bijvoorbeeld de aanleg Westrandweg) zijn niet van dien aard dat voor de Osdorperweg en omgeving wezenlijke veranderingen zijn voorzien die nopen tot nader onderzoek.
5.4
Parkeren Bestemmingsplan Osdorperweg en omgeving Het plangebied is gelegen in het landelijke gebied van Amsterdam. De parkeernormen voor het stedelijke gebied zijn hier niet van toepassing. Daarom is gebruik gemaakt van de landelijke parkeerkengetallen van het CROW (kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur).
49 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Daartoe is in het plan voorgeschreven dat parkeren op eigen terrein moet worden opgelost en zullen nieuwe stadslandbouwfuncties worden beoordeeld volgens de CROW-cijfers. Zo zal per 100 m2 bvo museum/bibliotheek (milieueducatiecentrum) minimaal 1,0 en maximaal 1,2 parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd (zie ook hoofdstuk 11.3 van deze toelichting). Parkeernota Amsterdam In de nota Parkeren is Manoeuvreren (Parkeernota Amsterdam, april 2001) is het gemeentelijk parkeerbeleid verwoord. Het parkeerbeleid bepaalt in belangrijke mate de bereikbaarheid van een stedelijk gebied en is daarmee van belang voor de economische en sociaal-culturele vitaliteit. Het gemeentelijk beleid richt zich primair op het tegengaan van niet-noodzakelijk autogebruik. Gestreefd wordt naar het concentreren van arbeids- en bezoekersintensieve functies op goed per openbaar vervoer en fiets bereikbare locaties. Ter wille van de bereikbaarheid per auto blijft het stellen van een maximum aantal parkeerplaatsen onvermijdelijk. Tot de vaststelling van het nieuwe Locatiebeleid blijven de normen van het oude beleid van kracht, conform het vorige Structuurplan en het Regionaal Verkeer-en-Vervoerplan (RVVP). Dit is vastgelegd in het document Parkeernormering Amsterdam. Nota Locatiebeleid Amsterdam Het huidige locatiebeleid is in april 2008 vervangen door het beleid neergelegd in de Nota Locatiebeleid Amsterdam. Deze nota bevat een aanvullend toetsingskader op grond van het Structuurplan. Aan de Nota Locatiebeleid Amsterdam ligt ten grondslag dat de gemeente Amsterdam de ambitie heeft geformuleerd om van Amsterdam een Topstad te maken. Bedrijven - groot of klein, internationaal, nationaal, regionaal - moeten in Amsterdam een attractieve plek kunnen vinden om het bedrijf goed te kunnen laten functioneren. Een belangrijk aspect daarbij is een uitstekende bereikbaarheid van deze plekken. Er is voor gekozen om de huidige parkeernormen voor kantoren en bedrijven te blijven hanteren. Dit houdt in een parkeernorm voor kantoren en bedrijven van 1:250 m² bvo op A-locaties en 1:125 m² bvo op B-locaties. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS-stations (CS, Sloterdijk, Zuid en Bijlmer) en B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn/metrolijnstations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk. Daarnaast echter wordt de mogelijkheid gegeven om in bepaalde gevallen van deze vaste normen te kunnen afwijken. Flexibele toepassing van parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit/capaciteit van het wegennet dit toelaten. Dit zijn harde randvoorwaarden. Voor overige niet-woonfuncties (bijvoorbeeld leisure, hotels, congresruimten en winkels) worden de zogenaamde CROW-parkeercijfers gehanteerd (dit zijn op de praktijk gebaseerde kencijfers, die zijn ontwikkeld als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening). Voor de woonfunctie zijn geen normen of richtlijnen opgenomen. Stadsdelen of de centrale stad in geval van grootstedelijke gebieden, kunnen zelf deze normen voor wonen opnemen in hun parkeerbeleid of 50 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
vastleggen in grondexploitatie of erfpachtcontract. Deze normen worden niet centraal geregeld, aangezien de parkeernorm in hoge mate afhankelijk is van de locatie en het type woning.
51 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 6
6.1
Milieuaspecten
Geluid
6.1.1 Algemeen Een van de grondslagen voor de ruimtelijke afweging is de Wet geluidhinder (Wgh). De Wet geluidhinder bevat geluidnormen en richtlijnen met betrekking tot de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail-, wegverkeers- en industrielawaai. Op grond van de Wet geluidhinder gelden rond geluidbronnen met een grote geluiduitstraling, zoals (spoor)wegen en industrieterreinen, zones. De belangrijkste bestaande geluidzones bevinden zich langs bestaande wegen en spoorwegen, rond grote bestaande industrieterreinen en rondom bestaande luchtvaartterreinen. Daarnaast zullen de niet in de Wet geluidhinder geregelde situaties ook in de afweging moeten worden betrokken. Gedacht wordt onder meer aan milieuvergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in de Wet Milieubeheer, inrichtingen die vallen onder een AMvB, horecagelegenheden, disco's en dergelijke. De bebouwing langs de Osdorperweg (en de overige bebouwing in het plangebied) valt niet binnen de zone van een spoorweg of industrieterrein. Wel heeft de Osdorperweg zelf een geluidzone van 250 meter aan weerszijden van de weg. Binnen deze zone zijn een groot aantal woningen en bedrijven gesitueerd. Dat is echter een reeds lang bestaande situatie met een bestaande weg en met bestaande woningen en andere geluidgevoelige functies. De Wet Geluidhinder verplicht alleen om voor nieuwe situaties geluidonderzoek te doen bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. In het bestemmingsplan Osdorperweg en omgeving worden echter geen nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk gemaakt. Het gebied valt namelijk vrijwel geheel onder de werking van het Luchthavenindelingbesluit (LIB). Vanwege de geluidhinder van Schiphol zijn in het gehele gebied geen nieuwe woningen, scholen en gezondheidszorggebouwen toegestaan. In het bestemmingsplan worden met andere woorden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan heeft daarom geen nader geluidonderzoek plaatsgevonden. Hierna is wel kort de regelgeving en het gemeentelijk beleid op dit aspect in beeld gebracht.
52 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
6.1.2 Ontwerp Actieplan Omgevingslawaai Wel is op de onlangs vastgestelde geluidkaart van de gemeente Amsterdam te zien dat op een aantal locaties langs de Osdorperweg (waar de woningen vlak langs de weg staan) een hoge geluidbelasting heerst. De geluidkaart is op 26 juni 2007 vastgesteld door B&W van Amsterdam en vormt de basis voor het Ontwerp Actieplan Omgevingslawaai van de gemeente Amsterdam. In het Ontwerp Actieplan Omgevingslawaai is voor heel Amsterdam beschreven waar veel geluidhinder voorkomt (bestaande situaties) en wat in de komende vijf jaar wordt ondernomen om dit te verminderen. Aan het actieplan hangt een groslijst met maatregelen die de geluidbelasting (voor bestaande situaties) moeten terugbrengen. Op 16 april 2008 is het Ontwerp Actieplan Omgevingslawaai door het college van Burgemeester en Wethouders gepresenteerd en vrijgegeven voor inspraak. Voor de procedure voor vaststelling kunt u terecht op de website van de gemeente Amsterdam. Het Actieplan zal iedere vijf jaar worden bijgesteld. 6.1.3 Regelgeving Op 5 juli 2006 is de wijzigingswet van de Wet geluidhinder aangenomen (Staatsblad 350, Wet van 5 juli 2006, houdende wijziging Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase)). De artikelen van de nieuwe wet zijn in werking getreden per 1 januari 2007. In de (gewijzigde) Wet geluidhinder zijn geluidnormen voor toelaatbare equivalente geluidniveaus opgenomen. De geluidnormen gelden voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen gelegen binnen de geluidzone van een (spoor)weg of industrieterrein. In de Wet geluidhinder is aangegeven dat een akoestisch onderzoek moet worden ingesteld bij het voorbereiden van de vaststelling en/of herziening van een bestemmingsplan voor zover die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op gronden behorende tot een zone als bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder. Wanneer een nieuw (of gewijzigd) bestemmingsplan het mogelijk maakt geluidgevoelige bebouwing in de geluidzone van een industrieterrein of (spoor)weg te realiseren is een akoestisch onderzoek noodzakelijk naar de geluidbelasting van een industrieterrein of spoor(weg) op de geluidgevoelige bebouwing. Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kan op grond van de Wet geluidhinder een hogere waarde (ontheffing op de geluidbelasting) worden verleend door de burgemeester en wethouders (en in een aantal gevallen Gedeputeerde Staten). Voorwaarde is dat het toepassen van maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting onvoldoende doeltreffend is, of overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard een rol spelen. Het toepassen van maatregelen dient in volgorde van prioriteit gericht te zijn op bronmaatregelen (geluiddempers, aanpassing wielen/spoor, aanpassing wegverharding en/of aangepaste rijsnelheden) en overdrachtsmaatregelen (geluidschermen/geluidswallen). In het Amsterdamse geluidbeleid is bepaald dat de woningen waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld of die van een dove gevel
53 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
worden voorzien, altijd ook een geluidluwe gevel moeten krijgen waaraan verblijfsruimten zoals woon- en slaapkamers worden gerealiseerd. Beleid is verder dat de hoogst geluidbelaste woningen bij voorkeur worden bestemd voor jongeren en ouderen en in mindere mate voor gezinnen. Wanneer sprake is van meerdere relevante geluidbronnen, kan slechts een hogere waarde worden vastgesteld voor zover de gecumuleerde geluidbelasting niet leidt tot een onaanvaardbare geluidbelasting (art. 110a lid 6 Wgh en artikel 1.5 Besluit geluidhinder (Bgh). Verder dient, in het geval van ontheffing op de geluidbelasting, de binnenwaarde worden gewaarborgd door het eventueel toepassen van gevelmaatregelen (suskast, isolatieglas). Rond wegen, spoorwegen en industrieterreinen kunnen vanwege de Wet geluidhinder wettelijke zones gelden waarop geluidnormen van toepassing zijn (voorkeurgrenswaarden). Burgemeester en wethouders of in Amsterdam het dagelijks bestuur van een stadsdeel (en in een aantal gevallen gedeputeerde staten) kunnen onder voorwaarden een hogere grenswaarde vaststellen voor weg-, spoor- en industrielawaai. 6.1.4 Industriegeluid Op grond van de Wet Geluidhinder moet een geluidzone worden vastgesteld rond industrieterreinen waar inrichtingen zijn gevestigd die "in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken" (artikel 40 Wgh). Dit zijn inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen en Vergunningenbesluit (Staatblad 1993, 50), de zogenaamde grote lawaaimakers. Dergelijke inrichtingen worden geacht zoveel lawaai te (kunnen) veroorzaken, dat de wijde omgeving ervan zeer zwaar belast wordt. Alle bestaande industrieterreinen waar inrichtingen op grond van het bestemmingsplan zijn of kunnen worden gevestigd die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zijn gezoneerd. Bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan voor een gebied waarin genoemde inrichtingen liggen, moet op grond van artikel 41 van de Wet geluidhinder rond het betrokken terrein een zone worden vastgesteld. Buiten deze zone mag de door bedrijven veroorzaakte geluidbelasting de waarde van 50 dB(A) niet overschrijden. Binnen de vastgestelde zone sluit de wet woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen niet geheel uit, maar er gelden maximaal toelaatbare geluidbelastingen aan de gevel en saneringsbepalingen. Eén en ander is geregeld in het Besluit grenswaarden Binnen het gebied van de bestaande zone (tussen 50 en 55 dB(A)) geldt voor nieuwe geluidgevoelige functies, zoals woningen, een wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde tot 55 dB(A) mogelijk. In het gebied met een hogere geluidbelasting dan 55 dB(A) kunnen geen nieuwe woningen worden geprojecteerd. Op een niet-gezoneerd industrieterrein is de geluidruimte in de milieuvergunningen van de afzonderlijke bedrijven bepalend voor de planologische ontwikkelingen in de omgeving van deze bedrijven. In principe moet de afstand tussen de bedrijven en de geluidgevoelige functies zo groot zijn dat de geluidruimte van de bedrijven niet wordt
54 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
verkleind en de geluidgevoelige functies niet te hoog worden belast.
De bebouwing in het plangebied van de 'Osdorperweg e.o.' valt niet binnen de geluidzones van Schiphol of het Westelijk Havengebied. Wel valt de Osdorperweg en omgeving onder de werking van het Luchthavenindelingbesluit. Vanwege de geluidhinder (en veiligheid) van Schiphol zijn in het gebied geen nieuwe woningen, scholen of gezondheidszorggebouwen toegestaan. 6.1.5 Wegverkeersgeluid Volgens de Wet geluidhinder hebben bijna alle wegen een geluidzone. De breedte van deze zone is afhankelijk van het aantal rijstroken van de weg. Tabel Breedte van geluidzones langs autowegen Aantal rijstroken Weg met één of twee rijstroken Weg met drie of vier rijstroken Weg met vijf of meer rijstroken
Geluidzones buitenstedelijk gebied 250 meter
Geluidzones stedelijk gebied 200 meter
400 meter
350 meter
600 meter
Bron: artikel 74 Wet geluidhinder Voor een aantal wegen is een uitzondering gemaakt en geldt geen geluidzone: 1. wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied of;
55 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
2. wegen waarvoor een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt. Binnen de geluidzone van een weg gelden geluidnormen voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen zoals: 1. basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, instellingen voor hoger beroepsonderwijs inclusief gymnastieklokalen 2. algemene, categorale en academische ziekenhuizen, evenals verpleeghuizen en andere gezondheidszorggebouwen Tabel Geluidhindernormen wegverkeer bij nieuwbouw Geluidsgevoeli g gebouw Woning Scholen Medische voorzieningen
Voorkeursgrenswaard e [dB]
Maximaal toelaatbare geluidbelasting [dB]
Buitennorm 48 48
Buitennorm 63 63
48
63
Binnennorm 33 28 (theorielokalen) 33 (vaklokalen) 28 (onderzoeks- en behandelruimten) 33 (huisvesting, recreatie- en conversatieruimten)
Op basis van artikel 110g van de Wet geluidhinder en artikel 3.7 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 mag er op de geluidbelasting vanwege een weg, op de gevel van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen, een aftrek worden toegepast in verband met het stiller worden van het verkeer in de toekomst. De aftrek bedraagt maximaal: 1. 2 dB voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt; 2. 5 dB voor overige wegen; 3. 0 dB in het geval de geluidbelasting wordt gebruikt voor de bepaling van de gevelisolatie (Bouwbesluit) of het de binnenwaarde betreft. De voorkeursgrenswaarde van het wegverkeer bedraagt 48 dB. Indien deze voorkeursgrenswaarde wordt overschreden moet worden nagegaan of de overschrijding kan worden tegengegaan door het treffen van geluidbeperkende maatregelen. Als er geen afdoende maatregelen kunnen worden getroffen om aan de voorkeurgrenswaarden te voldoen dan kan onder bepaalde voorwaarden een hogere grenswaarde worden toegekend. De uiterste grenswaarde bedraagt voor woningen langs bestaande binnenstedelijke wegen 63 dB en voor woningen langs auto(snel)wegen 53 dB. Voor nieuwe binnenstedelijke wegen geldt voor nieuwe woningen een uiterste grenswaarde van 58 dB. De geluidswaarde binnen de woningen (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB. Woonerven en 30 km/h-wegen zijn op basis van hun snelheidsregime gedezoneerd. Een verzoek tot vaststelling van hogere grenswaarden is voor deze geluidsbronnen daarom niet mogelijk. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening de aanvaardbaarheid van de geluidbelasting ten gevolge van woonwerven
56 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
en 30 km/h-wegen echter wel te worden onderbouwd. 6.2
Bodem
6.2.1 Algemeen Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan waarin nieuwe woningbouwmogelijkheden zijn opgenomen of andere nieuwbouwmogelijkheden is vooraf een bodemonderzoek nodig. Aan de hand van een dergelijk bodemonderzoek kan worden beoordeeld of de bodem wel geschikt is voor het beoogde gebruik, of dat deze vanwege ernstige bodemverontreiniging eerst moet worden gesaneerd. In het bestemmingsplan Osdorperweg en omgeving zijn echter geen nieuwe woningbouwmogelijkheden of andere nieuwbouwmogelijkheden opgenomen. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan was daarom geen bodemonderzoek noodzakelijk. Maar de bodem in het bebouwingslint van de Osdorperweg, de Lutkemeerweg en de Raasdorperweg is volgens de bodemkwaliteitskaart van Amsterdam matig verontreinigd. Dat betekent dat bij grondverzet (of bouwactiviteiten waarbij grondverzet nodig is) in de bebouwingslinten eerst bodemonderzoek moet worden gedaan. Hierna is kort ingegaan op de Bodemkwaliteitskaart en het Bodembeheerplan. Daarna volgt nog een korte beschrijving van de relevante regelgeving. 6.2.2 Bodemkwaliteitskaart Volgens de bomdemkwaliteitskaart van Amsterdam maken de weilanden in de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder deel uit van "Zone 4: Niet opgehoogd agrarisch gebied" en bestaat de bodem uit schone grond. Het bebouwinglint van de Osdorperweg maakt volgens de bodemkwaliteitskaart deel uit van "Zone 2: Oude woongebieden, opgehoogd voor 1870". De bodem van het bebouwingslint langs de Osdorperweg is volgens deze kaart matig verontreinigd. Dat betekent dat grondverzet in het bebouwingslint (ook in het kader van bouwactiviteiten) alleen met een vrijstelling en onder voorwaarden (bodemonderzoek) is toegestaan. Deze regeling is opgenomen in het "Bodembeheerplan stadsdeel Osdorp" (Dienst Milieu- en Bouwtoezicht, oktober 2007). 6.2.3 Regelgeving Wet bodembescherming Voor bodem en bodemverontreiniging is de Wet bodembescherming, inclusief de aanvullende besluiten leidend. In de Wet bodembescherming wordt een algemeen beschermingsniveau ingesteld voor de bodem dat bedoeld is om nieuwe verontreiniging van de bodem te voorkomen. De Wet bodembescherming kent nieuwe gevallen van bodemverontreiniging (ontstaan na 1 januari 1986) waarbij er sprake is van een saneringplicht die direct van kracht is. Voor oude gevallen van bodemverontreiniging is de start van de sanering met de nieuwe Wet bodembescherming afhankelijk van de ontoelaatbare risico's voor de mens, verspreiding of het milieu nu en in de toekomst.
57 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
De Wet bodembescherming is herzien op 1 januari 2006. De belangrijkste wijzigingen zijn: 1. nieuw saneringscriterium en -doelstelling; 2. saneringsplicht voor eigenaren of erfpachters van bedrijfsterreinen; 3. uniforme procedure voor eenvoudige saneringen (zie Besluit Uniforme Saneringen); 4. meer mogelijkheden voor deelsanering; 5. versterking van de handhaving; 6. formalisering van evaluatieverslag en nazorgplan middels beschikkingen; 7. mogelijkheid om beheersmaatregelen op te leggen; 8. wettelijke basis voor een subsidieregeling voor sanering van bedrijfsterreinen. Met name de saneringsverplichtingen zijn voortaan gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het (toekomstig) gebruik van de bodem. De uitvoering van deze verplichte saneringen is meer flexibel geworden: het is niet altijd nodig het hele geval aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of een gefaseerde aanpak. De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. De vernieuwde wet houdt daarnaast rekening met de (im)mobiliteit van de verontreiniging. Voortaan wordt de bodem geschikt gemaakt voor het voorgenomen gebruik, wordt de blootstelling en de verspreiding van de verontreiniging beperkt en worden de nodige beheermaatregelen getroffen. Wanneer economische en maatschappelijke omstandigheden rond de verontreinigde locatie echter om uitstel vragen, kunnen tijdelijke maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat de risico's voldoende worden beheerst. Besluit Uniforme Saneringen (BUS) Op 14 februari 2006 is het Besluit Uniforme Saneringen (BUS) in werking getreden. Deze landelijke uniforme regeling maakt het mogelijk eenvoudige saneringen in korte tijd af te ronden. Een sanering wordt via een standaard meldingsformulier aangemeld en binnen vijf weken kan gestart worden met saneren. Het gebruik van BUS is wel gebonden aan voorwaarden. De belangrijkste zijn: 1. het betreft saneringen met open ontgravingen; 2. in geval van mobiele verontreinigingen met minerale olieproducten worden alleen bewezen technieken gehanteerd; 3. de oppervlakte van de locatie mag niet groter zijn dan 5.000 m2; 4. er mag niet meer dan 500 m3 grond worden afgevoerd. Amsterdams Uitvoeringskader Bodemsanering Het beleidskader voor bodem van de gemeente Amsterdam is verwoord in het Amsterdams Uitvoeringskader Bodemsanering 2004 (AUB). Hierin is het functiegericht en kosteneffectief saneren opgenomen en zijn de regels ten aanzien van het omgaan met asbest in de bodem toegevoegd. Op landelijk niveau is het saneringsbeleid in beweging, waarbij duurzaam bodemgebruik meer centraal komt te staan. Het bodemsaneringsbeleid van het ministerie van VROM is op dit moment volledig opgenomen in het AUB. De belangrijkste aspecten in het saneringsbeleid van VROM en de gemeente Amsterdam zijn het
58 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
functiegericht saneren, middels isolatie of door aanbrengen van een leeflaag met een minimale kwaliteit, en het saneren van mobiele verontreinigingen waarbij gebruik gemaakt kan worden van een stabiele eindsituatie te behalen binnen 30 jaar. 6.3
Luchtkwaliteit
6.3.1 Algemeen In het kader van een goede ruimtelijke ordening bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens dient rekening te worden gehouden met de luchtkwaliteit. Hoewel de luchtkwaliteit in Amsterdam in de afgelopen 10 à 15 jaar aanzienlijk is verbeterd voldoet deze in een sterk verstedelijkt gebied als Amsterdam nog lang niet overal aan de strenge normen. Zo worden langs de Osdorperweg (tussen de Ookmeerweg en de Slibveldenweg) de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2 ) overschreden (in een ongunstig jaar). De grenswaarde voor fijnstof (PM1 0 ) wordt hier overigens niet overschreden. Om deze overschrijding en andere overschrijdingen in de stad aan te pakken heeft de gemeente Amsterdam het Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam 2006 vastgesteld. In het actieplan is een pakket maatregelen opgenomen dat tot een verbetering van de luchtkwaliteit moet leiden. Na uitvoering van deze maatregelen zal er geen overschrijding van de grenswaarden meer zijn langs de Osdorperweg. Op basis van het gemeentelijke Actieplan zullen alle stadsdelen een Plan van Aanpak Luchtkwaliteit opstellen. Zo zijn in het Verkeersmodel Westelijke Tuinsteden modellen opgesteld voor luchtkwaliteitsberekeningen in de Westelijke Tuinsteden. In het bestemmingsplan voor de Osdorperweg en omgeving worden de bestaande functies planologisch vastgelegd. De introductie van stadslandbouw en meer extensieve recreatie (wandelen en fietsen) zal niet tot een wezenlijke toename van de verkeersdrukte leiden en om die reden ook niet in betekenende mate van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Daartoe zijn de mogelijkheden voor stadslandbouw beperkt tot 6 voormalige agrarische bouwpercelen en tot het gebruik van de bestaande kassen voor stadslandbouw. Voor de intensieve niet-agrarische nevenactiviteiten, zoals detailhandel en horeca, die gekoppeld zijn aan stadsdlandbouw geldt een maximum van 350 m² bruto vloeroppervlakte per stadslandbouwvestiging. Binnen de kassen geldt dit maximum tevens voor de totale toegestane bruto vloeroppervlakte aan bedrijfsbebouwing. De te gebruiken oppervlakte van de kas voor agrarische stadslandbouwactivitieten, zoals het telen van gewassen, valt vanzelfsprekend niet onder de werking van dit maximum.
59 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
6.3.2 Regelgeving Op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen van kracht geworden. De hoofdlijnen van de nieuwe regelgeving zijn te vinden in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. De regelgeving is uitgewerkt in onderliggende Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's) en Ministeriële Regelingen. Daarmee zijn het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005), de Regeling saldering luchtkwaliteit, het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit 2005 en de Meetregeling luchtkwaliteit vervallen. De nieuwe Wet luchtkwaliteit is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om: negatieve effecten op de volksgezondheid als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken; mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling te creëren ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. Veel aspecten van de nieuwe regelgeving worden in afzonderlijke uitvoeringsregelingen uitgewerkt: het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen), verder te noemen het Besluit NIBM; de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen), verder te noemen de Regeling NIBM; de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007 (en bijbehorende Handreiking Projectsaldering); de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (en de Handreiking Meten en rekenen luchtkwaliteit); het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL); het toekomstige Besluit gevoelige bestemmingen, op grond van artikel 5.16a Wm (verwacht in 2009). De Wet luchtkwaliteitseisen voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten (o.a. woningbouw- en kantoorontwikkeling) met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden (zie ook Regeling NIBM). Een project draagt 'niet in betekende mate' bij aan de luchtverontreiniging als de zogenaamde 1% grens niet wordt overschreden. De 1% grens is gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijnstof (PM1 0 ) of stikstofdioxide (NO2 ). Deze grenswaarde is conform het oude Besluit Luchtkwaliteit 2005 gesteld op 40 µg/m3 . Dit komt overeen met 0,4 microgram/m3 voor zowel PM1 0 als NO2 . De Nederlandse overheid verzoekt de EU momenteel om verlenging van de termijn (derogatie) waarbinnen de luchtkwaliteitseisen gerealiseerd moeten zijn. Daarbij is in de nieuwe Wet luchtkwaliteitseisen (artikel 5.16 van de Wet milieubeheer) aangegeven in welke gevallen de luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmeringen vormen voor
60 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
ruimtelijke ontwikkelingen: 1. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; 2. een project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; 3. een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging; 4. een project past binnen het NSL, of binnen een regionaal programma van maatregelen. Als een project aan één van de bovengenoemde aspecten voldoet is geen nader luchtkwaliteitsonderzoek nodig. 6.4
Externe veiligheid
6.4.1 Algemeen Bij externe veiligheid gaat het om het binnen aanvaardbare grenzen houden van risico's bij de productie, opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. In het plangebied van de Osdorperweg en omgeving zijn geen inrichtingen aanwezig waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd of opgeslagen. Ook valt het plangebied niet onder de risicocontouren van transportassen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Wel zijn in het plangebied een groot aantal leidingen aanwezig en een gasopvangstation aan de Ookmeerweg 269. Leiding
Soort stof
Beheerder
Diameter buis
W-534-01
Gas
Gasunie
W-534-24
Gas
Gasunie
A-561
Gas
Gasunie
ASP-RK-09 / 08 NPM
Kerosine Koolstofdioxide (C O2) Huishoudelijk afvalwater
KIWA VWS Pipeline C ontrol Hoogheemraad-sc hap van Rijnland
16 inch (406.4 mm) 12 inch (323.9 mm) 30 inch (762 mm) 16 inch 26
2 x drinkwater 2x ruwwater
Waternet
Persleiding rioolgemaal Halfweg Waterleidingen
31,5-50 cm
Max. werkdruk 40 bar 40 bar 66,2 bar 40 bar 21 bar circa 4,1 tot 4,2 bar
800 mm 700 mm
Zo wordt het plangebied doorsneden door verschillende aardgastransportleidingen, een brandstofleiding en CO2-leiding, een rioolpersleiding, en een aantal grote waterleidingen. Deze leidingen hebben een risicozone met een toetsingsafstand. Op de verbeelding zijn de leidingen met hun zakelijk rechtstrook vermeld. De leidingen met stroken hebben een dubbelbestemming 'Leiding' gekregen. Binnen deze zones is geen bebouwing toegestaan zonder toestemming van de leidingbeheerder. Ook grondbewerkingen zijn zonder toestemming van de leidingbeheerder niet toegestaan.
61 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
6.4.2 Regelgeving Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) Voor risicovolle inrichtingen is de normstelling gebaseerd op het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dat op 27 oktober 2004 in werking is getreden. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor mensen buiten de inrichting. Het Bevi is opgesteld om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle bedrijven te beperken. Voorbeelden van deze risicovolle bedrijven zijn LPG-tankstations, ammoniakkoelinstallaties en chemische fabrieken. Het Bevi bevat de normstelling op het gebied van externe veiligheid van inrichtingen en richt zich daarbij op de aspecten vergunningverlening en ruimtelijke ordening. Ook bedrijven waarop het Bevi niet van toepassing is, kunnen risico's voor de omgeving met zich meebrengen. Voor nieuwe situaties geldt voor het PR (plaatsgebonden risico), op basis van de nota Omgaan met risico's, in principe een norm van 10-6 per jaar en voor bestaande situaties 10-5 per jaar. Voor het GR (groepsgebonden risico) noemt deze nota als norm: I. 10-5 voor een ongeval met meer dan 10 dodelijke slachtoffers; II. 10-7 voor een ongeval met meer dan 100 dodelijke slachtoffers; III. 10-9 voor een ongeval met meer dan 1000 dodelijke slachtoffers; IV. enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de norm). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken ) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Wet vervoer gevaarlijke stoffen De Wet vervoer gevaarlijke stoffen (1996) regelt de wijze van vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, per spoor en over de binnenwateren; hierin is onder andere vastgelegd welke stoffen behoren tot de categorie 'gevaarlijke stoffen' en dat het transport binnen de bebouwde kom zoveel mogelijk dient te worden vermeden (art. 11). In deze wet is ook vastgelegd dat gemeenten zelf de route voor gevaarlijke stoffen mogen aanwijzen (art. 18, lid 1). Om bij ruimtelijke ontwikkelingen het vervoer van gevaarlijke stoffen te laten voldoen aan de externe veiligheidsnormen moet het bevoegd gezag rekening houden met het plaatsgebonden risico en het groeprisico. Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen In augustus 2004 is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in de Staatscourant gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt
62 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico nog buiten deze 200 meter strekken. Circulaire Zonering langs hoogdrukaardgasleidingen Het beleid voor ondergrondse buisleidingen is vervat in de circulaires “Zonering langs hogedruk aardgasleidingen” (1984) en “Voorschriften zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1, K2 en K3 categorie” (1991). De circulaire beoogt aan te geven op welke wijze een verantwoorde zonering toegepast kan worden langs nieuwe tracés van aardgastransportleidingen en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van bestaande aardgastransportleidingen. Uit veiligheidsoverwegingen is het van belang een afstand aan te houden tot gebouwen of plaatsen waar frequent en/of langdurig personen verblijven. Deze afstand is in principe zodanig dat daarbuiten de invloed van de leiding op de omgeving verwaarloosbaar mag worden geacht (de toetsingsafstand). Planologische, technische en economische overwegingen kunnen echter leiden tot kleinere afstanden. In die gevallen gelden, afhankelijk van de kwetsbaarheid van de omgeving binnen de invloedszone, regels waaraan zowel de leiding als de omgeving dienen te voldoen (de bebouwingsafstand). Als maat voor de kwetsbaarheid geldt de aard van de omgeving binnen de invloedszone. Hierbij zijn van belang de dichtheid van de woonbebouwing, de aanwezigheid van bijzondere objecten en het gebruik van het gebied, bijvoorbeeld voor recreatie. Afhankelijk van druk en diameter gelden verschillende bebouwings- en toetsingsafstanden). De afstand die, in verband met de bescherming en het beheer van de leiding, minstens moet worden aangehouden ten opzichte van andere functies, wordt bepaald door de zakelijk rechtstrook. Binnen deze afstand is in beginsel geen enkele vorm van bebouwing toegestaan. De zakelijk recht zones zijn met een dubbelbestemming op de verbeelding weergegeven. Binnen de dubbelbestemming zijn er geen bouwmogelijkheden en is voor grondbewerkingen een aanlegvergunning nodig waarbij er wordt getoetst door de leidingbeheerder. Het kabinet heeft op 9 februari 2007 ingestemd met een nieuwe aanpak van buisleidingen. Zo komt er een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Buisleidingen. Daarin werkt de regering de wet verder uit. Deze AMvB zal regels gaan stellen voor risico's en zonering langs buisleidingen, het opnemen van voorschriften in bestemmingsplannen, technische eisen, het aanwijzen van een toezichthouder, melding van incidenten en beschikbaarheid van noodplannen. Het ontwerpbesluit van de AMvB is 19 augustus 2009 naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. 63 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
De minister heeft verzocht om reeds vooruit te lopen op de AMvB Buisleidingen. Door het plangebied lopen diverse leidingen. De kans op en de gevolgen van mogelijke ongevallen zijn te berekenen in een risicoanalyse. Met de risicoanalyse is voor elke willekeurige locatie langs de leidingen, het risico voor de omgeving te berekenen. De risico's worden onderverdeeld in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR): Het PR richt zich als maat voor het risico vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen vooral op de te realiseren basisveiligheid voor personen in de omgeving van die activiteiten. Het wordt uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon op een plaats in de omgeving van een risicovolle activiteit zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van door die activiteit veroorzaakte calamiteit. Een kans op overlijden van 1 op de miljoen per jaar (PR=10-6 ) wordt aanvaardbaar geacht. De PR 10-6 is een harde grenswaarde welke niet mag worden overschreden. Het PR wordt “vertaald” als een risicocontour rondom de risicovolle activiteit, waarbinnen geen kwetsbare objecten mogen liggen. Het GR is bedoeld voor het beperken van de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het GR is een maat voor de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicovolle activiteit en van een daardoor veroorzaakte calamiteit. Rondom een risicobron wordt een invloedsgebied gedefinieerd, waarbinnen grenzen worden gesteld aan het aantal maximaal aanwezige personen, de z.g. oriënterende waarde (OW). Het gaat om een richtwaarde. Het bevoegd gezag mag, mits afdoende gemotiveerd, van deze richtwaarde afwijken (de verantwoordingsplicht). De verantwoordingsplicht geldt voor elke toename van het GR, dus ook als de OW niet wordt overschreden. In 2009 is een risicoberekening naar de gastransportleidingen in het plangebied uitgevoerd door de KEMA (66912979-GCS 09-50416 09-11-24 RPC). Uit de resultaten van dat onderzoek blijkt dat het plaatsgebonden risico overal kleiner is dan de wettelijke norm (10 tot de macht -6). Ook de normen voor het groepsrisico blijven overal onder de oriënterende waarde. Zelfs in Osdorp temidden van de dichte bebouwing blijft het groepsrisico binnen de oriëntatiewaarde (het 'worst case-scenario). Verder bevindt zich aan de Ookmeerweg 269 een gasdrukregel- en meetstation. Volgens tabel 2 van hoofdstuk 4 van de NEN 1059, dient de minimale bebouwingsafstand voor 'Woningen' en 'objecten categorie I' 25 meter en voor 'objecten categorie II' 4 meter te bedragen bij stations boven de 40.000m3/hr. Het gaat hierbij om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hier dient
64 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
rekening mee te worden gehouden bij afwijkingen van het bestemmingsplan. Ruimtelijke ontwikkelingen die passen in het bestemmingsplan zijn toegestaan. Er dient rekening te worden gehouden met de geluidsemissie van het station ter plaatse. In de nabije omgeving van het gasregelstation zijn geen woningen aanwezig. Hierdoor zullen er geen problemen kunnen optreden aangaande geluidsbelasting. De risicoberekening naar de gastransportleidingen is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. Door het plangebied loopt ook een kerosineleiding (ASP-leiding). De beheerder van deze leiding is KIWA. KIWA heeft aangegeven dat zij op dit moment bezig zijn met het uitvoeren van berekeningen voor het groepsgebonden risico. Het stadsdeel en KIWA houden contact over de voortgang van deze berekeningen zodat indien mogelijk de uitkomsten meegenomen kunnen worden in het bestemmingsplan. Vooralsnog kunnen er geen berekeningen worden uitgevoerd. Voor het plaatsgebonden risico wordt een zone rondom de leidingen opgenomen in het bestemmingsplan. Daarnaast loopt er door het gebied een CO2-leiding (koolstofdioxideleiding). VWS Pipecontrol is de beheerder van de koolstofdioxideleiding die in het plangebied ligt. De beheerder heeft aangegeven dat er nog geen rekenmodellen beschikbaar zijn voor een leiding met koolstofdioxide. Daarom is het op dit moment niet mogelijk om voor deze leiding berekeningen op basis van de AmvB Buisleidingen uit te voeren. Voor het plaatsgebonden risico wordt een zone rondom de leidingen opgenomen in het bestemmingsplan. Tot slot heeft de Brandweer Amsterdam-Amstelland in december 2009 een advies afgegeven inzake de externe veiligheid. Op basis van de input van de Gasunie en het stadsdeel hebben zij voor de hogedruk aardgastransportleidingen vastgesteld dat het groepsrisico onder de oriënterende Waarden blijft. Het advies van de brandweer is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. Besluit risico's zware ongevallen Op 19 juli 1999 is het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo 1999) in werking getreden als uitvloeisel van de Seveso II richtlijn van de Europese Unie. Het Brzo 1999 stelt eisen aan het veiligheidsbeleid van bedrijven die op grote schaal met gevaarlijke stoffen werken. Doelstelling is het voorkomen en beperken van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Daartoe moeten bedrijven onder meer over een veiligheidsbeleid en een veiligheidsbeheerssysteem beschikken. Sommige bedrijven moeten daarnaast ook nog een veiligheidsrapport opstellen en indienen bij de overheid.
65 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
6.5
Milieuzonering Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkómen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Sommige activiteiten die in een bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, veroorzaken milieubelasting voor de omgeving. Andere activiteiten moeten juist beschermd worden tegen milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. In het bestemmingsplan kan de afstand tussen milieugevoelige en milieubelastende activiteiten worden vastgelegd. Het regelen van die afstand wordt ook wel milieuzonering genoemd. Het doel van milieuzonering is om te komen tot een optimale kwaliteit van de leefomgeving. Instrumenten van ruimtelijke ordening en milieu kunnen elkaar daarbij ondersteunen. Het waar nodig ruimtelijk scheiden van bedrijven en woningen bij nieuwe ontwikkelingen dient twee doelen: 1. het reeds in het ruimtelijk spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar voor woningen (en andere milieugevoelige objecten); 2. het tegelijk daarmee aan de bedrijven voldoende zekerheid bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. De hoofdvraag van milieuzonering is hoe bedrijven en woningen ten opzichte van elkaar worden gesitueerd. Daarbij komen de volgende deelvragen aan de orde: 1. welke afstand is aanvaardbaar tussen nieuwe bedrijven en bestaande woningen; 2. welke afstand is aanvaardbaar tussen nieuwe woningen en bestaande bedrijven; 3. welke bedrijven zijn aanvaardbaar in een gemengd gebied; 4. mag een concreet bedrijf zich op een bepaalde locatie vestigen. Het voorliggende bestemmingsplan bevat een milieuzonering. Daarbij is gebruik gemaakt van de VNG-uitgave "Bedrijven en Milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk van 2007" (VNG-publicatie).
6.5.1 VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering De VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk (VNG-publicatie) is een hulpmiddel voor milieuzonering in de ruimtelijke planvorming (2007). Om een milieuzonering in een concrete situatie te kunnen uitwerken bevat de VNG-publicatie bouwstenen. De drie belangrijkste bouwstenen zijn: 1. de richtafstandenlijst; 2. twee omgevingstypen; 3. een lijst van toelaatbare activiteiten in gemengd gebied met het oog op functiemenging. 66 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
De belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de twee richtafstandenlijsten die zijn opgenomen in bijlage 1 van de VNG-publicatie. Dit zijn afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk (of een vergelijkbaar omgevingstype, zoals een rustig buitengebied). In de bijlagen wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijke relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Om tot een optimale invulling van de ruimte te komen worden diverse omgevingstypen onderscheiden. Het achterliggende idee is dat de gevoeligheid van een gebied mede afhankelijk is van het omgevingstype. De gevoeligheid van een gebied kan daarom aanleiding zijn om af te wijken van de standaardafstanden in de bedrijvenlijst die uitgaan van de ligging in een rustige woonwijk. Afhankelijk van het type gebied kan een correctie worden toegepast op de afstanden die zijn genoemd in de standaardlijst en wel per hinderaspect (geluid, stof, stank e.d.) dat in de lijst is genoemd. Gemengd gebied / gebied met functiemenging Gemengde gebieden zijn gebieden met matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals kleine bedrijven. Gebieden die direct langs hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-publicatie zijn afgestemd op een rustige woonwijk. Deze richtafstanden kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandstap worden verlaagd indien sprake is van omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Verdere reducties zijn niet te verantwoorden, omdat in algemene zin niet aannemelijk kan worden gemaakt dat het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast en het functioneren van bedrijven niet in gevaar wordt gebracht. De richtafstanden ten opzichte van de omgevingtypen 'rustige woonwijk', 'rustig buitengebied' en 'gemengd gebied' gaan uit van het principe van functiescheiding. Binnen gemengde gebieden (gebieden met functiemenging) heeft men echter veelal te maken met milieubelastende en milieugevoelige functies die op korte afstand van elkaar zijn gesitueerd. In dergelijke gebieden is de vraag welke bedrijven en andere milieubelastende functies nog aanvaardbaar zijn; wat is vanuit leefbaarheid gezien mogelijk aan functiemenging? De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-publicatie zijn dan niet goed toepasbaar. Daarom is in de VNG-publicatie een lijst met functies opgenomen die passen in een gemengd gebied. In bijlage 4 van de VNG-publicatie is een Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gebieden met functiemenging opgenomen, die specifiek is gericht op de toelaatbaarheid van milieubelastende activiteiten binnen gebieden met functiemenging. Deze Staat van Bedrijfsactiviteiten bevat geen richtafstanden, maar categorieën A, B en C, die aangeven onder welke omstandigheden activiteiten inpasbaar zijn. De toelaatbaarheid van milieubelastende functies in gebieden met
67 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
functiemenging wordt beoordeeld aan de hand van de volgende drie ruimtelijk relevante milieucategorieën: 1. categorie A: toelaatbaar inpandig aan woningen; 2. categorie B: toelaatbaar indien bouwkundig afgescheiden van woningen; 3. categorie C: toelaatbaar indien gesitueerd langs een hoofdweg. Categorie A Het betreft activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan een woning - in gebieden met functiemenging - kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend. Categorie B Het betreft activiteiten die in gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies moeten plaatsvinden Categorie C Het betreft activiteiten uit categorie B, waarbij vanwege relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen. 6.5.2 Milieuzonering Osdorperweg e.o. Het plangebied van de Osdorperweg e.o. is aangemerkt als een gemengd gebied waar de woonfunctie van oudsher is gemengd met (kleinschalige) bedrijvigheid en agrarische activiteiten. Om in de bestaande woningen een voldoende woon- en leefklimaat te kunnen garanderen zijn wonen en (relatief grootschalige) bedrijvigheid van elkaar gescheiden (zonering). Daarom hebben de relatief grootschalige bedrijven een bedrijfsbestemming gekregen (B) en is de kleinschalige bedrijvigheid te midden van een overwegende woonomgeving opgenomen in de woonbestemming met een aanduiding (b) voor kleinschalige bedrijvigheid bij de woning. Op die wijze is onderscheid gemaakt tussen "bedrijven" (met de bestemming Bedrijf) en "kleinschalige bedrijvigheid bij de woning" (met een woonbestemming). Voor dat onderscheid is aangesloten bij het geldende bestemmingsplan. De percelen met een geldende bestemming "Bedrijven (B)" hebben opnieuw de bestemming "Bedrijf (B)" gekregen. De percelen met de bestemming Wonen en Bedrijven (WB)" hebben conform de landelijke standaard voor bestemmingsplannen, de bestemming "Wonen (W)" gekregen met een functie aanduiding "bedrijf (b)". Het verschil tussen deze regelingen zit in de zwaarte van de toegelaten bedrijven. Binnen de bedrijfsbestemming (B) zijn bedrijven toelaatbaar in de categorieën A en B. Alleen bestaande categorie C-bedrijven zijn toelaatbaar en krijgen een maatbestemming. Binnen de woonbestemming met een functieaanduiding voor bedrijf zijn alleen categorie A-bedrijven toelaatbaar. De bestaande categorie B bedrijven krijgen een maatbestemming. Categorie C-bedrijven zijn hier niet toelaatbaar. In dat geval is een bedrijfsbestemming aangewezen. Sommige bedrijvigheid zoals de maneges hebben een specifieke 68 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Sport-bestemming gekregen. Vervolgens is nagegaan hoe ze in het geldende bestemmingsplan waren bestemd (meestal Bedrijf of Wonen en Bedrijf) en of de bestaande bedrijfsomvang nog een bedrijfsbestemming rechtvaardigt. De bedrijfsbestemming Binnen de bedrijfsbestemming zijn alleen bedrijfstypen toelaatbaar die voorkomen op een bij het bestemmingsplan behorende lijst met bedrijvigheid, de zogenaamde Staat van Bedrijfsactiviteiten. Deze Staat van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de VNG Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gebieden met functiemenging. Zo zijn bedrijven in de categorieën A en B zonder meer toelaatbaar binnen de bedrijfsbestemming (zoals bijvoorbeeld autohandel- en reparatie/servicebedrijven). In zijn algemeenheid is de milieubelasting van deze bedrijven zo gering dat ze ook te midden van woningen (in een gemengde omgeving) aanvaardbaar zijn. Maar voor autosloperijen gaat dat niet op. Deze zijn vanwege lawaai en verkeer niet zonder meer aanvaardbaar in de nabijheid van woningen. In het plangebied zijn echter van oudsher een aantal autosloperijen gevestigd zoals bijvoorbeeld Autosloperij Rooie Ben. Deze bedrijven hebben een maatbestemming gekregen. Op de verbeelding hebben ze de functieaanduiding (sb - asl) gekregen voor autosloperij. Dat betekent dat de bestaande autosloperij kan worden voortgezet en dat op die locatie ook een nieuwe autosloperij mag komen. Maar op deze locatie mag de autosloperij niet worden vervangen door bijvoorbeeld een groothandel in bouwmaterialen. Vanwege hun verkeersaantrekkende werking zijn dergelijke groothandelsbedrijven namelijk aangemerkt als categorie C-bedrijven. De Osdorperweg is niet geschikt om het daarbij behorende verkeer op een goede wijze te kunnen verwerken. Groothandelsbedrijven zijn daarom voor hun vestigingsmogelijkheden aangewezen op een bedrijventerrein en niet op een locatie langs de Osdorperweg. Binnen de bestemming Bedrijf zijn ook aannemers met een kleine werkplaats zonder meer toelaatbaar (minder dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak). Vanwege lawaai en stof zijn grotere aannemers/bouwbedrijven niet zo maar toegestaan in een gemengde omgeving met woningen. De nieuwvestiging van dergelijke grote bouwondernemingen is om die reden uitgesloten. Maar dat geldt niet voor de bestaande grote bouwbedrijven zoals bijvoorbeeld Rutte (Osdorperweg 580-592). Deze kunnen aanspraak maken op geldende rechten en zijn daarom op maat bestemd. Dat betekent dat zij op de verbeelding een aanduiding hebben gekregen (in het geval van Rutte( sb - tah)). Ter plaatse mag het bestaande grootschalige aannemingsbedrijf worden voortgezet en mag ook een nieuw grootschalig bouwbedrijf komen. Elders in het plangebied is een dergelijk grootschalig bouwbedrijf echter niet toelaatbaar. Binnen de bedrijfsbestemming zijn alle bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking uitgesloten (Categorie C-bedrijven zoals bijvoorbeeld een transportbedrijf of groothandels in bouwmaterialen en tuinartikelen met een brutovloeroppervlakte van meer dan 2.000 m²). De Osdorperweg is niet geschikt om deze verkeersstromen te kunnen verwerken. Dergelijke bedrijven zijn aangewezen op een locatie op een
69 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
bedrijventerrein waar de ontsluiting wel goed is geregeld. Voor de bestaande categorie C-bedrijven is een uitzondering gemaakt. Deze kunnen worden voortgezet en mogen in de toekomst door een zelfde type bedrijf worden vervangen (of door een lichter bedrijf). Daartoe hebben deze bestaande verkeersaantrekkende bedrijven zoals Ton de Jeu aan de Osdorperweg 452 (en andere groothandelsbedrijven) een maatbestemming gekregen (gh). Verder is ook een maatbestemming opgenomen voor een aantal bestaande nutsvoorzieningen (B(nv)). Deze bedrijvigheid is zo specifiek en de bebouwing zo beperkt dat het gerechtvaardigd is om hier andere bedrijvigheid uit te sluiten. Ook voor een tankstation in de woonomgeving gelden vanuit milieuoogpunt zulke specifieke eisen dat deze vorm van bedrijvigheid niet zonder meer overal binnen de bedrijfsbestemming kan worden toegestaan. In beginsel zijn tankstations binnen deze bestemming dan ook niet toelaatbaar (ze komen niet voor in de Staat van Bedrijfsactiviteiten). Voor het bestaande tankstation aan de Osdorperweg 547 is een uitzondering gemaakt en een maatbestemming opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding B(vm) is behalve de overige bedrijvigheid ook een verkooppunt motorbrandstoffen toelaatbaar. Het bestaande tankstation kan hier worden voortgezet en vervangen door een nieuw tankstation. De milieuaspecten rond het tankstation worden verder afgewogen via het milieuspoor. Voor een autosloperij > 1000 m² geldt een richtafstand van 100 meter vanwege het geluid en een potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking (goederenvervoer). Voor een autosloperij = 1000 m² geldt een richtafstand van 50 meter vanwege het geluid en ook hier een potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking (goederenvervoer). Voor een aannemersbedrijf met een werkplaats met een bedrijfsoppervlakte > 1000 m² geldt een richtafstand van 50 meter met een potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking. Voor een aannemersbedrijf met een werkplaats en een bedrijfsoppervlakte = 1000 m² geldt een richtafstand van 30 meter en een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking. Voor een bouwbedrijf met een bedrijfsoppervlakte > 2000 m² geldt richtafstand van 100 meter. Voor een bouwbedrijf = 2000 m² geldt een richtafstand van 50 meter. Beide met potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking (goederenvervoer). In bijlage 2 van de toelichting is een lijst opgenomen met de bedrijven die volgens de inschrijving bij de de Kamer van Koophandel in het plangebied zijn geregistreerd.
70 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
6.6
Duurzaamheid Om het gebruik van duurzame energiebronnen te stimuleren is in het bestemmingsplan een mogelijkheid opgenomen om windturbines te plaatsen op het erf bij een woning, bedrijf of andere functie met een maximale bouwhoogte van 10 meter (vanaf peil/maaiveld). Voorwaarde is wel dat ten minste 10 meter afstand wordt gehouden tot het perceel van de buren om eventuele geluidsoverlast te voorkomen. Indien kan worden aangetoond dat de turbine zo stil is dat het woon- en leefklimaat op de aangrenzende percelen is gewaarborgd, kan een ontheffing worden verleend voor de plaatsing van een windturbine op kortere afstand van de buren (zie artikel 25 van de planregels). Ook is het mogelijk om een ontheffing te verlenen voor een hogere windturbine (maximaal 15 meter), maar dat kan alleen als dat vanwege de windvang noodzakelijk is en de vogels in het vogelweidegebied daardoor niet worden verstoord. Voor zonnecollectoren is een dergelijke regeling in het bestemmingsplan niet nodig omdat het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) mogelijkheden biedt om zonnecollectoren te plaatsen zonder bouwvergunning (zie artikel 3, lid 1, onder c van het Bblb).
71 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 7
Luchthavenindelingbesluit
Op 1 november 2002 heeft het kabinet de nieuwe milieu- en veiligheidsregels voor het vijfbanenstelsel op Schiphol vastgesteld. De regels zijn opgenomen in het Luchthavenindelingbesluit (LIB)(gewijzigd op 23 augustus 2004), waarin beperkingen worden gesteld aan het ruimtegebruik rond de luchthaven en het luchthavenverkeerbesluit (LVB), dat is gericht op de beheersing van de belasting van het milieu door het luchtverkeer. De nieuwe regels zijn op 20 februari 2003 in werking getreden, op het moment dat Schiphol de vijfde baan (Polderbaan) in gebruik had genomen. Deze regels moeten door gemeenten in acht worden genomen bij bestemmingsplannen en bij bouw- of aanlegvergunningen. In het Luchthavenindelingbesluit zijn twee gebieden vastgesteld: het luchthavengebied en het beperkingengebied. Amsterdam valt deels binnen het beperkingengebied. Binnen het beperkingengebied worden weer verschillende deelgebieden onderscheiden met specifieke regels. Delen van Amsterdam vallen binnen de zone waarvoor beperkingen gelden ten aanzien van geluid (voorheen vrijwaringszone), bouwhoogte en vogelaantrekkende bestemmingen. Wat betreft geluid geldt dat binnen de desbetreffende zone geen nieuwe woningen, woonwagens, woonboten, scholen en gezondheidszorggebouwen zijn toegestaan. Amsterdam valt buiten de gebiedsdelen waar beperkingen gelden ten aanzien van veiligheid. In de gebiedsdelen waar hoogtebeperkingen gelden mogen geen objecten worden opgericht of geplaatst die hoger zijn dan de maximale waarden die in de verschillende deelgebieden van kracht zijn. Het Luchthavenindelingbesluit (2002) bevat een beperkingengebied waarin hoogtebeperkingen zijn vastgelegd. In beginsel mogen geen objecten worden opgericht of geplaatst die hoger zijn dan de in bijlage 4 bij het besluit aangegeven maximale hoogte. Het plangebied voor de Osdorperweg e.o. valt nagenoeg geheel onder de werking van het Luchthavenindelingbesluit (beperkingengebied Schiphol). Daaruit vloeien een aantal beperkingen voort. Zo mag in dit gebied volgens het Luchthavenindelingbesluit niet hoger worden gebouwd dan 45 meter. Aangezien aan de geprojecteerde bebouwing in het bestemmingsplan een aanzienlijk lagere maximumbouwhoogte is toegekend, is de conclusie dat het bestemmingsplan op dit punt in overeenstemming is met het Luchthavenindelingbesluit. Maar het huidige Luchthavenindelingbesluit brengt ook andere beperkingen mee. Zo zijn in het plangebied van de Osdorperweg e.o.: geen nieuwe woningen toegestaan; geen nieuwe woonwagens; geen nieuwe gebouwen met een onderwijsfunctie; geen nieuwe gebouwen met een gezondheidszorgfunctie; geen vogelaantrekkende activiteiten/inrichting (moerasgebieden en oppervlaktewater van meer dan 3 hectare/natuurreservaten/vogelreservaten/viskwekerijen met extra-murale bassins).
72 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
In het bestemmingsplan is daar rekening mee gehouden door geen nieuwe scholen of ziekenhuizen mogelijk te maken. Daartoe zijn deze functies in de maatschappelijke bestemming uitgesloten. Ten aanzien van de vogelaantrekkende werking kan worden opgemerkt dat het bestemmingsplan geen functies toelaat waardoor de vogelaantrekkende werking op ongeoorloofde wijze toeneemt. De toekomstige toevoeging van moerasgebied nabij de Westrandweg bedraagt minder dan 3 hectare. Er vindt verder geen toevoeging plaats van oppervlaktewater, natuurreservaten, vogelreservaten en viskwekerijen met extra-murale bassins. Deze functies zijn namelijk niet inpasbaar binnen de nieuwe ontwikkelingen in het bestemmingsplan (extensieve recreatie en stadslandbouw). Ook in het kader van de stadslandbouw is de vestiging van woonfuncties uitgesloten, net als de vestiging van gebouwen voor onderwijs of gebouwen voor gezondheidszorg. Dat betekent dat een zorgboerderij niet kan in de vorm van zorgcliënten die daar ook wonen. Dagbehandeling in de vorm van dierenverzorging of natuurbeheer is wel mogelijk. Jeugd-, kinder- en naschoolse opvang is geen onderwijs en dus toelaatbaar. 73 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Verder zijn de woningaantallen die volgens het vorige bestemmingsplan toelaatbaar waren, in dit bestemmingsplan overgenomen. Vergeleken met het geldende bestemmingsplan zijn er geen nieuwe woonfuncties toegevoegd. Omdat in dit nieuwe bestemmingsplan voor elke woning een bouwvlak is aangewezen (in het vorige bestemmingsplan waren alleen bestemmingsvlakken met woningaantallen aangegeven) volgt hier een verantwoording voor de bestaande woningen die elders op het perceel een bouwvlak toegewezen hebben gekregen. Zo is tussen Raasdorperweg 30 en 38 een bouwvlak toegewezen voor de afgebrande woning op nummer 34. Deze woning was al in het geldende bestemmingsplan opgenomen maar is recent afgebrand. De woning wordt herbouwd. Naast Lutkemeerweg 50 is een bouwvlak toegewezen. In het geldende plan hebben de bestaande woningen op het perceel van Lutkemeerweg 50 de bestemming "Wonen en agrarische bedrijven" gekregen met 3 woningen (inclusief nummer 50). Maar op het voor wonen en agrarische bedrijven bestemde perceel was alleen de woning op nummer 50 gesitueerd en een aantal agrarische bedrijfsgebouwen. Per abuis waren de tweede en derde woning niet in het bestemmingsvlak opgenomen maar in de bestemming Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden terecht gekomen (weiland). De tweede woning zit in de bebouwing naast de bedrijfsloods en de derde woning in de bebouwing (caravan) achter de bedrijfsloods. In het onderhavige bestemmingsplan is deze omissie hersteld. De bestaande tweede en derde woning hebben een woonbestemming gekregen. Het bouwvlak voor de derde woning is echter niet op de bestaande bebouwing (caravan) achter de bedrijfsloods gelegd, maar aan de weg gesitueerd. Het stadsdeel heeft deze gronden in eigendom. De huidige bewoner van de caravan kan deze gronden alleen aankopen voor woningbouw als hij de caravan verwijderd en de bijbehorende bebouwing sloopt. Daarmee is verzekerd dat er geen woning wordt toegevoegd terwijl de caravan/bebouwing blijft staan. Verder is ook in het weiland achter het perceel Lutkemeerweg 74 een caravan/bebouwing aanwezig die al jaren wordt bewoond. In het geldende bestemmingsplan zijn op het perceel Lutkemeerweg 74 en 76 echter maximaal 2 woningen toelaatbaar. Ter plaatse van de woning voormalige Osdorperweg 703B is de grond sterk vervuild. Hier is een nieuwe woning, zonder bodemsanering, niet toelaatbaar. Vooralsnog zijn er geen saneringsplannen. In het geldende bestemmingsplan had deze woning de bestemming "Wonen en bedrijven". De woning is inmiddels gesloopt. De bewoonster is verhuisd naar de woning naast Osdorperweg 737 (geldende bestemmingsplan Wonen en agrarisch met 2 woningen). Voor de verwijderde woning Osdorperweg 703B is in het nieuwe bestemmingsplan geen nieuwe woonbestemming opgenomen.
74 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 8
8.1
Water
Algemeen Op grond van artikel 3.1.6 lid 1 onder b van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet in de toelichting bij het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen over de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Dit is de waterparagraaf. De waterparagraaf geeft ook een weergave van de watertoets. Het doel is te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De meerwaarde van de watertoets is dat zij zorgt voor een vroegtijdige systematische aandacht voor het meewegen van wateraspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets heeft betrekking op alle waterhuishoudkundige aspecten, zoals veiligheid, wateroverlast, riolering, watervoorziening, volksgezondheid, bodemdaling, grondwaterkwaliteit, verdroging en natte natuur. De waterparagraaf moet inzicht geven in de wijze waarop het waterbeleid is vertaald naar de verbeelding en de planregels van het bestemmingsplan. Daarbij wordt een beschrijving gegeven van de wijze waarop bij het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende onderdelen: 1. ruimtelijk relevant waterbeleid 2. de taken van de waterbeherende instantie 3. het overleg met de waterbeherende instantie 4. het huidige watersysteem 5. het toekomstige watersysteem De waterparagraaf geeft de resultaten van de watertoets weer. De watertoets is bedoeld om de gevolgen van ruimtelijke plannen voor veiligheid en wateroverlast in beeld te brengen. Dit in samenhang met de gevolgen voor de waterkwaliteit en verdroging. Als negatieve effecten optreden, worden alternatieven voor het voorgestelde beleid beschreven en wordt een overzicht gegeven van compenserende en mitigerende maatregelen. In het bestemmingsplan Osdorperweg en omgeving wordt de uitvoering van het "Watergebiedsplan Osdorper Binnenpolder Hoog1 " mogelijk gemaakt, dat op 24 mei 2007 door het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht is vastgesteld. Volgens dat Watergebiedsplan wordt in de Osdorper Binnenpolder Zuid een peilscheiding aangelegd waarbij het waterpeil in de Osdorper Binnenpolder Zuid iets wordt verlaagd ten behoeve van het agrarische gebruik, en tegelijkertijd het waterpeil van het bebouwingslint langs de Osdorperweg hoog wordt gehouden om de houten fundering van bebouwing en weg te beschermen. In het Watergebiedsplan zijn ook de effecten van een dergelijke waterscheiding op bebouwing en weidegrond onderzocht en beschreven. Hierna is daarvan een korte samenvatting opgenomen.
75 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Extra onderzoek in het kader van dit bestemmingsplan is niet noodzakelijk. In de Osdorper Bovenpolder is de bestaande situatie in het bestemmingsplan vastgelegd. Daar zijn geen ontwikkelingen (zoals een peilwijziging) voorzien die van wezenlijke invloed zijn op de waterhuishouding. Verder zijn alle bestaande watergangen en waterkeringen in het plangebied beschermd met een verbod om te dempen of te vergraven, waarvan alleen met een vergunning (en toestemming van de waterbeheerder) kan worden afgeweken. Ook in het bebouwingslint langs de Osdorperweg is geen wezenlijke uitbreiding van de bebouwing of het verharde oppervlak mogelijk gemaakt. Hierna is een korte beschrijving van de bestaande waterhuishouding opgenomen. Voor de Osdorper Binnenpolder Zuid is de motivering van de peilscheiding weergegeven. Verder komen hierna de geldende regelgeving en het geldende beleid aan bod. 8.2
Beschrijving In het plangebied hebben de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder elk hun eigen waterpeil.
De polders en peilgebieden worden gescheiden door waterkeringen. De voor het plangebied relevante waterkeringen zijn de volgende: een secundair indirecte waterkering ter hoogte van de Osdorperweg. Deze kering heeft een keurzone van 73 meter, met de kruin onder de Osdorperweg. een tertiaire waterkering ten zuiden van de Osdorperweg, tussen de bovensloot en de Osdorper Bovenpolder. Deze kering heeft een keurzone van 33 meter, met de kruin tussen de bovensloot en de laaggelegen Osdorper Bovenpolder. een secundair directe waterkering langs de Ringvaart. De keurzone hiervan is overgenomen uit de legger van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht bij besluit AB 07/007 d.d. 8 maart 2007. een secundair indirecte waterkering bij de Wysentkade. Deze kering heeft een keurzone van 73 meter, met de kruin onder de Wysentkade.
76 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
een secundair directe waterkering ten noorden van en parallel aan de Osdorpervaart. De kernzone hiervan ligt buiten het plangebied, maar de beschermingszones liggen wel in het plangebied. Deze kering heeft een keurzone die vanaf de zuidelijke oever van de Osdorpervaart nog 50 meter naar het zuiden reikt, parallel aan de Osdorpervaart. Deze waterkeringen hebben in het bestemmingsplan de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering gekregen. Binnen deze dubbelbestemming zijn alle nevenfuncties (gebruiksfuncties) ondergeschikt aan de functie waterkering. De bebouwing langs de Osdorperweg is aangesloten op de riolering. In het gebied is geen gescheiden rioleringssysteem aanwezig. 8.2.1 Osdorper Binnenpolder Zuid De Osdorper Binnenpolder Zuid heeft een oppervlak van 116 hectare, waarvan 8 % oppervlaktewater is. Het is een veenweidegebied. Doordat het veen inkrimpt ontstaan er telkens weer problemen met het polderpeil. Momenteel ligt op een aantal plaatsen het maaiveld lager dan het polderpeil. Dit geldt met name voor het noordwestelijke deel van de Osdorper Binnenpolder. In het verleden heeft in deze polder peilverlaging plaatsgevonden. Verdere peilverlaging is niet zonder meer mogelijk, omdat dan de fundering van de bebouwing langs de Osdorperweg in gevaar komt. Ophoging van de bodem is mogelijk als er voldoende afstand (15 à 20 meter) tussen de bebouwing of de gasleiding en de ophoging gehouden wordt (in de Osdorper Binnenpolder ligt achter de bebouwing een hoofdtransportleiding van de Gasunie). Deze afstand is nodig om te voorkomen dat de bebouwing en/of de gasleiding opzij gedrukt wordt. Een mogelijkheid om de zetting tegen te houden is het aanbrengen van een stalen damwand tussen de bebouwing of gasleiding en de ophoging. Deze damwand moet zwaar genoeg zijn om de zetting tegen te houden. Bij ophoging van de bodem moet tevens rekening worden gehouden met de stabiliteit van de waterkering. Door achter de woningen of de gasleiding een waterkering te maken kan het polderpeil bij de woningen gehandhaafd worden terwijl het polderpeil voor het veenweidegebied tegelijkertijd kan worden verlaagd. Er wordt dan als het ware een nieuwe polder gecreëerd. In het veenweidegebied ligt de maaiveldhoogte tussen de 1.90 meter tot 2.20 meter beneden NAP. Op sommige plekken in het veenweidegebied is het maaiveld opgehoogd tot 1.56 meter beneden NAP. Het maaiveld van het bebouwingslint langs de Osdorperweg komt tot 1.35 meter beneden NAP. In het veenweidegebeid bedraagt het verschil tussen het grondwaterpeil en het maaiveld ongeveer 22 centimeter (bij een polderpeil van 2.17 meter beneden NAP). Omdat het maaiveld in vooral het noordelijke gedeelte van de Osdorper Binnenpolder Zuid erg laag ligt is op sommige plaatsen sprake van een plas-dras-situatie. In de Osdorper Binnenpolder Zuid wateren het veenweidegebied en het bebouwingslint langs de Osdorperweg af, via de hoofdwatergang langs de Ookmeerweg en het Ma Braunpad richting het gemaal Nico Broekhuysenweg. De detailafwatering van met name het
77 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
veenweidegebied geschiedt door een groot aantal kavelsloten. De detailafwatering is globaal van zuidwest naar noordoost. De watervoorziening van de Osdorper Binnenpolder Zuid vindt plaats door waterinlaat uit de Sloterbinnenpolder, uit de Eendrachtspolder en via de Ringvaart in de hoofdwatergang langs de Osdorperweg. Op basis van de gemeten waterstanden in de Eendrachtspolder en het veenweidegebied wordt geconcludeerd dat er regelmatig sprake is van een waterbehoefte in het veenweidegebied terwijl de waterstand in de Eendrachtspolder te laag is om te suppleren naar het veenweidegebied. Neveneffect hiervan is dat wanneer sprake is van hevige neerslag het peil in de Eendrachtspolder stijgt en het suppletiegemaal aanslaat omdat het peil in het veenweidegebied zich nog onder het streefpeil bevindt. Hierdoor ontstaat het beeld bij de gebruikers van het veenweidegebied dat in natte perioden eerst naar het veenweidegebied wordt gemalen in plaats dat er direct wordt uitgemalen op de boezem. Het grondgebruik in de Osdorper Binnenpolder Zuid is hoofdzakelijk agrarisch, waarbij moet worden opgemerkt dat het landgebruik relatief extensief is. Langs de Osdorperweg bevindt zich bebouwing. De grond is hier hoofdzakelijk in gebruik als woongebied. Daarnaast zijn enkele percelen langs de Osdorperweg in gebruik als bedrijventerrein. 8.2.2 Osdorper Bovenpolder Omdat in de Osdorper Bovenpolder geen wijzigingen in de waterhuishouding zijn voorzien is deze hierna ook maar kort beschreven. De Osdorper Bovenpolder is een gedeeltelijk uitgeveende polder. Het middendeel (tussen Slibveldenweg en Lutkemeerweg) is overwegend in gebruik als weidegebied. Uitbreiding van de bebouwing langs de Osdorperweg heeft er toe geleid dat op diverse plaatsen bedrijfsterreinen en kassen prominent de polder in steken. De twee 'punten' van de polder worden voornamelijk als kassengebied gebruikt (agrarische en niet-agrarische doeleinden). De Osdorper Bovenpolder wordt begrensd door de tertiaire waterkering ten zuiden van en parallel aan de Osdorperweg alsmede de secundaire indirecte waterkering langs de Wysentkade en de secundair directe waterkering langs de Ringvaart. Aan de Slibveldenweg is een nieuw suppletiegemaal voorzien ter vervanging van het oude gemaal bij Halfweg. 8.3 Peilscheiding tussen veenweidegebied en bebouwingslint Osdorperweg 8.3.1 Inleiding In de Osdorper Binnenpolder Zuid is een nieuwe waterscheiding voorzien. Daartoe heeft het Algemeen Bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel Gooi- en Vecht het "Watergebiedsplan Osdorperbinnenpolder Hoog2 " op 24 mei 2007 vastgesteld. Om het agrarisch gebruik van het veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid te waarborgen is het nodig om het waterpeil in de polder te verlagen. Door een verlaging van het waterpeil in de polder zou het waterpeil langs de Osdorperweg ook zakken waardoor de
78 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
funderingen van de bebouwing kunnen worden aangetast. Om dat te voorkomen moet het waterpeil langs de Osdorperweg hoog blijven en is dus een waterscheiding nodig tussen veenweidegebied en bebouwingslint langs de Osdorperweg. 8.3.2 Motivering begrenzing Op de verbeelding van het bestemmingsplan is aangeduid waar deze waterscheiding moet komen. Bij het ontwerpen van de peilscheiding is in eerste instantie getracht de grenzen van het ecologisch eindbeeld uit het Inrichtingsplan Westrand te volgen. Hierin is een (nat) veenweidegebied gedefinieerd met een oppervlak van circa 61,3 hectare. Om verschillende redenen bleek dit niet mogelijk: Ten eerste wordt het (nat)veenweidegebied doorsneden door een hoofdaardgasleiding. Deze leiding dient, om schade te voorkomen, in het hogere peilgebied te vallen. Ten tweede dient voor het realiseren van het totale gedefinieerde natte veenweidegebied de sloot tussen de Osdorperweg en de bebouwing te worden opgewaardeerd als wateraanvoersloot voor het hoogwatergebied. Hierbij dienen tal van maatregelen te worden genomen, zoals het aanbrengen en vervangen van duikers onder de toeritten naar de diverse bedrijven en woningen en het verbreden van de sloot om een goede watertoevoer te garanderen. Gezien de beperkte beschikbare ruimte en het uitgangspunt dat de peilscheiding tegen minimale investeringen moet worden gerealiseerd is dit geen haalbare oplossing. Gekozen is om de (tijdelijke) peilscheiding meer in het veenweidegebied te plaatsen waardoor zoveel mogelijk gebruik gemaakt kan worden van bestaande kavelsloten achter de bebouwing. Hiervoor dienen tevens enkele verbindingswatergangen te worden gegraven direct achter het bebouwd gebied. Dit heeft tevens als voordeel dat een soort natuurlijke grens wordt gecreëerd tussen de bebouwing en het veenweidegebied. Daarnaast wordt op deze wijze een goede wateraanvoer naar het bebouwde gebied gewaarborgd. Tenslotte is een positief effect te verwachten op de waterkwaliteit omdat de hoeveelheid doodlopende watergangen wordt beperkt. In totaal wordt in een gebied van circa 57,6 hectare het peil verlaagd. Dit gebied omvat daarmee circa 94% van het gedefinieerde natte veenweidegebied.
79 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
8.3.3 Motivering peilkeuze Veenweidegebied In de huidige situatie is de drooglegging van gemiddeld circa 18 cm in het veenweidegebied te klein voor agrarisch natuurbeheer. De ontwateringsdiepte is kleiner en lokaal is sprake van plas-dras situaties. Het beheren van het land, grazen en bemesten, is van essentieel belang voor de weidevogels. De drooglegging voor weidevogels dient circa 20 tot 60 cm te zijn. Door het peil met 10 cm te verlagen wordt de maaivelddaling gevolgd. De gemiddelde drooglegging neemt toe tot circa 28 cm. De grondwaterstanden volgen de peilverlaging waarmee de ontwateringsdiepte circa 10 cm groter wordt. De situatie voor economische landbouw is hiermee niet ideaal maar de mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer verbeteren waarmee recht wordt gedaan aan de functionele eisen uit het Inrichtingsplan Westrand. De drooglegging en ontwateringsdiepte blijft binnen de bandbreedte die gewenst is voor de weidevogels. Hiermee is de drooglegging in dit gebied niet bepalend voor de toe- of afname van de weidevogels, het beheer is dit wel. 8.3.4 Motivering peilkeuze bebouwingslint Osdorperweg Een deel van de bebouwing langs de Osdorperweg is gefundeerd op houten palen. Om schade aan funderingen te voorkomen kan het waterpeil niet verder worden verlaagd. Om deze reden wordt in dit peilgebied het huidige peil van N.A.P. -2,17 m gehandhaafd. De huidige grondwatersituatie wordt hiermee gehandhaafd waardoor geen toename van kans op grondwateroverlast wordt verwacht. De gemiddelde drooglegging wijzigt in dit gebied dus niet en bedraagt circa 48 cm. 8.3.5 Inrichting peilscheiding en beheer: Om de peilscheiding te realiseren dienen een drietal kavelsloten nieuw te worden gegraven. In totaal dient circa 300 m aan kavelsloten nieuw te worden gegraven. De sloten dienen een keurprofiel te krijgen van 2,0 m breed op de waterlijn, 0,50 m diepe en talud 1:2. De bestaande kavelsloten voldoen over het algemeen aan het keurprofiel maar dienen naar verwachting te worden gebaggerd. Daarnaast dient circa 25 m kavelsloot te worden gedempt. Om de kavelsloten met elkaar te verbinden dienen 12 duikers te worden aangelegd. Tevens dienen een tweetal duikers te worden aangelegd in nieuw te plaatsen dammen voor het bereikbaar houden van achterliggende percelen. De duikers dienen een diameter van 400 mm te krijgen. Voor het realiseren van de waterscheiding dient in de hoofdwatergang langs de grens tussen de Eendrachtspolder en het veenweidegebied één stuw te worden gerealiseerd. Daarnaast dienen 13 dammen te worden aangelegd voor het realiseren van de peilscheiding. Twee dammen met duikers (diameter 400 mm) worden geplaatst in de nieuw te graven watergangen om de achterliggende percelen bereikbaar te houden Het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de hoogwatersloot langs de Osdorperweg. De benodigde kunstwerken voor het realiseren
80 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
van de peilscheiding worden aangelegd door AGV. Het beheer en onderhoud van de peilscheidende kunstwerken (stuw en dammen) blijft bij AGV. Het beheer en onderhoud van de overige kunstwerken (duikers) wordt overgedragen aan de betreffende perceeleigenaren. De eigenaren van percelen aan de overige watergangen zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de halve breedte van de aan hun perceel grenzende watergang. Tevens zijn zij verantwoordelijk voor het onderhouden van de kanten van alle wateren op hun perceel boven het laagst vastgesteld (streef)peil. 8.3.6 Effecten waterscheiding Door het instellen van de genoemde peilen wordt een drooglegging gerealiseerd waarbij de mogelijkheden voor een agrarische bedrijfvoering, met name agrarisch natuurbeheer, worden verbeterd. De ontwateringsbasis wordt vergroot waardoor het gebied in natte perioden minder drassig zal zijn. Het waterpeil en daarmee de grondwaterstanden in het stedelijk gebied blijven ongewijzigd waardoor geen nadelige effecten te verwachten zijn. Door het verlagen van het peil in het veenweidegebied worden geen nadelige effecten op de weidevogels verwacht. Door het verlagen van het peil wordt de situatie van agrarisch natuurbeheer verbeterd wat essentieel is voor weidevogels. De drooglegging blijft binnen de bandbreedte van 20-60 cm welke bepalend is voor de weidevogelstand. Door de peilverlaging wordt de plas-dras situatie in het noorden van het veenweidegebied kleiner maar bljift deze nog wel bestaan. Nadelige effecten voor de watervogels worden daarom niet verwacht. Doordat in de toekomst meer water wordt ingelaten vanuit de Sloterbinnenpolder wordt de waterkwaliteit in de polder aanzienlijk beter. Met name het fosfaatgehalte in de polder zal afnemen. Door de maatregelen zoals voorgesteld in dit watergebiedsplan zal de waterkwaliteit in de polder verbeteren. 8.4
Regelgeving en beleid
8.4.1 Europese Kaderrichtlijn Water In de Europese Kaderrichtlijn Water (EKRW) wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën wateren met verschillende beleidsdoelstellingen. Dit systeem was echter nog niet af bij de opstelling van het "Watergebiedsplan Osdorper Binnenpolder Hoog3 ". De ecologische toestand is daarom beoordeeld aan de hand van de Nota Ecologische Doelstellingen. Bij de detailuitwerking van de EKRW worden de ecologische doelen opnieuw vastgesteld. De verwachting is dat het Watergebiedsplan en de EKRW goed op elkaar zullen aansluiten. Wel is het mogelijk dat er vanuit de detailuitwerkingen aanvullende knelpunten en maatregelen naar voren gebracht zullen worden, met name voor waterkwaliteit en ecologie. Uit de Waternet nota Ecologische doelstellingen volgt dat voor de polder het midden ambitieniveau geldt. Dit houdt in dat wordt gestreefd naar een licht verstoorde of vrijwel niet verstoorde toestand.
81 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Voor de fysisch-chemische waterkwaliteit gelden specifieke normen voor eutrofe veensloten welke strenger zijn dan MTR. 8.4.2 Hoogheemraadschap Amstel- Gooi en Vechtstreek (AGV): Het plangebied maakt deel uit van het geldigheidsgebied van de Integrale keur van het hoogheemraadschap Amstelland, Gooi- en Vechtstreek (AGV). Zonder ontheffing op de keur zijn werkzaamheden aan/op waterstaatskundige werken, watergangen en waterkeringen verboden. Tevens worden in de keur verplichtingen ten aanzien van het onttrekken en lozen, afvoeren en aanvoeren van water, meldplicht en meetplicht aangegeven. Het uitvoeren en handhaven van de keur wordt door Waternet gedaan, thans gevestigd te Amsterdam, Spaklerweg 16. Voor het keurgebied gelden verbods- en gebodsbepalingen tot het onderhoud en gebruik van wateren, oevers en waterkeringen zowel bovengronds als in de grond. In de keur wordt een aantal nota's genoemd waarin de algemene gedragsregels, ontheffingsbepalingen en voorwaarden staan waarmee een keurontheffing verkregen kan worden. Nadere informatie over de keur van AGV + genoemde nota's is te vinden op Internet: www.waternet.nl en www.hhs-agv.nl of via e-mail:
[email protected]. De verplichting om een keurontheffing aan te vragen en te verkrijgen staat beschreven in de handleiding van de Watertoets en Vergunningverlening, deel III, blz 5 en geldt ook voor de (eventuele) WVO-plicht. Naast de (eventuele) gemeentelijke aanlegvergunning is dus ook een keurontheffing vereist. Het gebruik van uitlogende materialen beïnvloedt de kwaliteit van regen- en oppervlaktewater negatief en dient voorkomen te worden. (gedurende zowel de bouw- en gebruiksfase evenals de inrichting van de openbare ruimte). Emissies naar het oppervlaktewater van PAK (teer- en bitumineuze materialen, verduurzaamd hout), lood, zink en koper (via regenwaterafvoer) moeten worden tegengegaan. Kelders en parkeergarages moeten in principe waterdicht zijn. Ondergrondse werken mogen een vrije afstroming van grondwater naar het oppervlaktewater niet belemmeren. Voor een goede doorstroming is het van belang om doodlopende watergangen en sloten smaller dan 3 à 4 meter, te voorkomen. Uitgangspunt voor nieuwe situaties is dat schoon- en vuilwaterstromen worden gescheiden. Relatief schoon regenwater van gevels en daken wordt waar mogelijk benut (toiletspoeling, daktuinen e.d.) en mag rechtstreeks via regenwaterriool naar het oppervlaktewater/grondwater worden afgevoerd. Hemelwater afkomstig van wegen met een relatief lage verkeersintensiteit wordt voorgezuiverd met een lokale voorziening (helofitenfilter/bezinkvoorziening/wadi (water afvoersystemen door infiltratie)) alvorens het op het oppervlaktewater te lozen. Vervuild regenwater, afkomstig van hoofdwegen/drukke parkeerplaatsen e.d. wordt middels het verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. In het plangebied is geen gescheiden rioolwatersysteem aanwezig.
82 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 9
9.1
Natuur en landschap
Regelgeving en beleid Voor de natuurwaarden zijn twee wettelijke regelingen van belang: 1. de Natuurbeschermingswet 1998 (NBW 1998) voor de gebiedsbescherming; 2. de Flora- en faunawet (FFW) voor de soortenbescherming. Daarnaast zijn waardevolle gebieden uit de ecologische hoofdstructuur beschermd op basis van beleid, zoals het Structuurschema Groene Ruimte of het provinciale ecologische beleid. De effecten van de ontwikkeling op beschermde natuurgebieden en beschermde soorten moeten worden onderzocht en getoetst aan de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet.
9.1.1 Natuurbeschermingswet Onder de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet 1998) zijn gebieden aangewezen die onderdeel uitmaken van de Europese ecologische hoofdstructuur (Natura 2000 gebieden). Deze gebieden kennen zogenaamde speciale beschermingszones (sbz). Indien een ruimtelijke ontwikkeling plaatsvindt in zo'n sbz of in de nabijheid van zo'n sbz moet worden onderzocht of de ontwikkeling de kwaliteit van deze gebieden kan verslechteren of verstoren. Vanwege de externe werking worden ook ingrepen buiten de sbz beoordeeld. Indien het bestemmingsplan de kwaliteit van de beschermde gebieden kan verslechteren of verstoren behoeft het goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Indien het plan bovendien mogelijk negatieve significante gevolgen heeft voor deze gebieden dient een passende beoordeling gemaakt te worden. Bij aantasting van de natuurlijke kenmerken van een gebied kan dan afhankelijk van het type habitat en de aanwezige soorten alleen nog onder bepaalde voorwaarden goedkeuring aan het plan op grond van de NBW 1998 worden verleend. Voor het plan moeten dan geen alternatieven zijn, er is sprake van een dwingende reden van groot openbaar belang en er is voorzien in compenserende maatregelen (de zogenaamde ADC-criteria). Het plangebied maakt geen deel uit van een Natura 2000 gebied of sbz en is ook niet in de nabijheid van een dergelijk gebied gelegen. 9.1.2 Flora en faunawet Op grond van de Flora en Faunawet (FFW) zijn vrijwel alle in het wild en van nature in Nederland voorkomende dieren, beschermd. De FFW bevat verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen. De wet en bijbehorend Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten ('vrijstellingenbesluit') kent verschillende beschermingsregimes voor diverse soorten. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de FFW de uitvoering van het bestemmingsplan in de weg staat. Dit zal zich voordoen, wanneer de uitvoering van het bestemmingsplan tot
83 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
ingrepen noodzaakt waarvoor geen vrijstelling geldt of geen ontheffing op grond van de FFW kan worden verleend. In dat geval is het bestemmingsplan vanwege de FFW niet uitvoerbaar. Voor algemene soorten, met name genoemd in het Vrijstellingenbesluit, geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de FFW. Voor overige soorten is geen ontheffing nodig indien de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een gedragscode heeft goedgekeurd voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Voor zover deze vrijstellingen niet van toepassing zijn, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing aan te vragen bij LNV. Voor de zwaarst beschermde soorten, de soorten genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: 1. sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, bestendig gebruik en ruimtelijke inrichting en ontwikkeling); 2. er geen alternatief is; 3. geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort.
9.1.3 Gedragscode Flora en faunawet Amsterdam Op 23 februari 2005 is het “Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen” (AMvB artikel 75) in werking getreden. De Flora- en faunawet is middels deze AmvB vereenvoudigd. Om de administratieve last te beperken biedt de Flora- en faunawet de mogelijkheid om gebruik te maken van de vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen en beheer. Die vrijstellingsregeling mag er niet toe leiden dat vermindering van soortbescherming optreedt. Daarom dient de gemeente als basis voor die vrijstellingsregeling een gedragscode op te stellen. De gedragscode is pas van kracht na goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en ondertekening van de gedragscode door de gemeente Amsterdam en het ministerie van LNV. Na ondertekening van de gedragscode verplicht de gemeente Amsterdam zich om volgens de gedragscode te handelen. De gedragscode heeft een geldigheid van 5 jaar. Een tussentijdse aanpassing is mogelijk indien óf de gemeente Amsterdam óf het ministerie LNV oordeelt dat de ontwikkelingen in de praktijk dit noodzakelijk maken. Na het officieel indienen van de gedragscode legt het ministerie van LNV het ontwerp goedkeuringsbesluit, inclusief de gedragscode, zes weken ter inzage. Tijdens deze zes weken kunnen belanghebbenden hierop reageren door middel van het indienen van een zienswijze. Ook de uitkomsten van de bespreking in de commissie ZM kunnen worden meegenomen in de goedkeuringsprocedure van LNV. Hierna wordt een definitief goedkeuringsbesluit opgesteld. De ingediende zienswijzen worden meegenomen in het besluit. Het besluit wordt ook weer samen met de gedragscode, zes weken ter inzage
84 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
gelegd. Daarna volgt namens de gemeente Amsterdam ondertekening door de wethouder en namens het ministerie van LNV door de minister. Als volgens de regels van de gedragscode wordt gewerkt dan voldoet de gemeente Amsterdam aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de vrijstelling van een aantal verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Zonder de gedragscode moet voor elke ruimtelijke ontwikkeling en inrichtingsplan, beheer- of oderhoudshandeling en aparte ontheffing worden aangevraagd. Eén van de belangrijkste wijzigingen, geregeld in de AmvB, geldt voor regelmatig terugkerende werkzaamheden (bijvoorbeeld bestendig beheer), die al langer op dezelfde manier worden uitgeoefend en kennelijk niet hebben verhinderd dat een beschermde soort zich in het gebied heeft gevestigd. Bijvoorbeeld onderhoud aan vaarwegen of het maaien van graslanden. Voor deze terugkerende werkzaamheden kan een vrijstellingsregeling in werking treden als wordt voldaan aan bepaalde criteria. De criteria die worden gehanteerd bij het opstellen van de vrijstellingsregeling zijn de zeldzaamheid van soorten en de ingrijpendheid van de activiteiten. Hoe zeldzamer de soort en hoe ingrijpender de activiteit, hoe strikter het beschermingsregime. Ook voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt een vrijstellingsregeling, al is deze minder omvattend dan de vrijstellingsregeling voor terugkerende werkzaamheden.
9.2
Resultaten onderzoeken
9.2.1 Natuuronderzoek Uitwerking Westrand: In het kader van de structuurplanuitwerking voor de Westrand heeft natuuronderzoek plaatsgevonden. Daarin is geconstateerd dat de Westrand een groot gebied is met verbindingen naar het buitengebied. De lijst met voorkomende dieren- en plantensoorten is uitgebreid en telt bijna alle in Amsterdam voorkomende soorten. Hieronder volgen de biotopen en de soorten die in het kader van de natuurwetgeving, en met het oog op toekomstige ontwikkelingen, speciale aandacht vragen. In het kassengebied van de Osdorper Bovenpolder, in de Lutkemeerpolder (aan de zuidwestkant van de begraafplaats Westgaarde) en in de Brettenzone zijn populaties van de rugstreeppad aangetroffen. Deze paddensoort wordt beschermd door de Europese Habitatrichtlijn. In het hele gebied van de Westrand zijn foeragerende vleermuizen. Alle vleermuissoorten worden beschermd door de Europese Habitatrichtlijn. De weidevogels hebben twee, nog goede, kerngebieden in de Westrand. In de sloten van het veenweidegebied bevindt zich de kleine modderkruiper, ook een soort die onder de Europese Habitatrichtlijn valt. De door de FFW beschermde florasoorten zijn: de bruinrode wespenorchis, het hondskruid, de moeraswespenorchis, de rietorchis, de veldsalie, de bijenorchis en de steenanjer. Deze laatste opsomming moet gezien worden als een indicatie omdat de inventarisatie 85 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
gebaseerd is op waarnemingen tussen 1980 en1997. Nader onderzoek is nodig. Wat betreft de rugstreeppad: de soort is zeer mobiel en zal zich met grote waarschijnlijkheid naar gebieden met grote dynamiek verplaatsen (daar waar zand opgebracht is). Wat betreft de vleermuizen: uitgebreide boomkap en de sloop van opstallen kan hun leefomgeving vernietigen. Bij dergelijke ingrepen is nader onderzoek gewenst. Goede weidevogelgebieden komen verder niet voor in het stadsdeel. Binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam zijn ze wel te vinden in Waterland. Bij functieverandering zal het gebied zijn aantrekkingskracht op weidevogels verliezen. De algemene zorgplicht die door de FFW wordt opgelegd, brengt met zich mee dat er bij werkzaamheden mitigerende maatregelen moeten worden getroffen. Leefgebieden van beschermde soorten, ook soorten die niet bedreigd zijn in hun voortbestaan, mogen niet onnodig worden vernietigd. In het kader van de FFW is Rijkswaterstaat als initiatiefnemer van het Tracébesluit voor de Westrandweg verplicht het eventuele verlies aan natuurwaarden door de aanleg van de Westrandweg te compenseren. Die compensatie kan ook buiten het werkgebied plaatsvinden. Indien door ingrepen het leefgebied van een soort wordt vernietigd moet ontheffing van de FFW worden aangevraagd. Voor compensatie van mogelijk verlies aan natuurwaarden door de overige maatregelen in deze uitwerking/herziening zijn de initiatiefnemers van de plannen die hieruit voortvloeien verantwoordelijk. 9.2.2 Natuurvisie Tuinen van West Om een juiste afweging te kunnen maken tussen natuur en recreatie is ten behoeve van het Programma van Eisen van de Tuinen van West een 'Natuurvisie' geschreven. Volgens de visie is er in Amsterdam maar één locatie geschikt voor de ontwikkeling van een groot groen recreatiegebied, en dat is de Westrandscheg, bestaande uit de polders: Osdorper Binnenpolder Noord en Zuid, de Osdorper Bovenpolder en de Lutkemeerpolder. Daarvan maken de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder deel uit van het plangebied van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o.. Volgens de Natuurvisie is de Osdorper Binnenpolder Zuid rijk aan soorten en voelen vooral weidevogels zich er thuis. Het noordelijk deel van deze polder ligt wat lager en is daardoor vrij nat. Dit trekt veel steltlopers en grutto's aan. Er komen 14 doelsoorten voor, waaronder de grutto, kievit en tureluur. Ook zijn er veel eenden en ganzen. De Osdorper Bovenpolder ligt lager dan de Osdorper Binnenpolder Zuid. Het is een uitgestrekt, open gebied dat waardevol voor vogels is. Vooral het grasland trekt in de winter veel overwinterende vogels aan. In dit gebied leven 21 doelsoorten, waaronder kievit en kuifeend. Bijzonder is ook het voorkomen van de veenmol in het kassengebied (een sprinkhaan). Knelpunten in het gebied worden gevormd door de bestaande en beoogde wegen (Westrandweg) die een grote barrière vormen voor de
86 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
verplaatsing van dieren. In het bestemmingsplan is daar rekening mee gehouden door de aanleg van faunapassages mogelijk te maken in de relevante bestemmingen. Verder kunnen de beoogde laarzenpaden in de Odorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder volgens de Natuurvisie leiden tot verstoring van de weidevogels. In het bestemmingsplan is daarop ingespeeld door de paden niet door het hart van de vogelgebieden te leggen maar langs de randen. Ook is in de regels opgenomen dat de laarzenpaden tijdens het broedseizoen niet toegankelijk zijn. Het gebied biedt ook mogelijkheden voor versterking van de natuurwaarden. Zo zouden nestkasten, een ooievaarsnest en een observatiehut mogelijk gemaakt kunnen worden. In het bestemmingsplan zijn daartoe explicitiet bouw- en gebruiksmogelijkheden opgenomen. 9.2.3 Natuuronderzoek bestemmingsplan Osdorperweg e.o. Omdat een natuuronderzoek slechts beperkt houdbaar is zal ook bij de voorbereiding van het bestemmingsplan Osdorperweg en omgeving natuuronderzoek plaatsvinden. Daartoe heeft een natuuronderzoek plaatsgevonden door Zoon, buro voor ecologie (Gevolgen van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. voor de natuurwaarden, oktober 2008). Het natuuronderzoek van buro Zoon is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. In dit natuuronderzoek wordt de waarde van het gebied voor (weide)vogels nog eens bevestigd. Geconstateerd wordt dat de beoogde laarzenpaden volgens het Programma van Eisen van de Tuinen van West door het hart van het weidevogelgebied gaan en daardoor tot verstoring van de vogels zullen leiden. Om daaraan tegemoet te komen is een alternatieve route voorgesteld langs de rand van het weidevogelgebied. Op die wijze kan verstoring worden voorkomen. Verder is in het bestemmingsplan nog geregeld dat de laarzenpaden in het broedseizoen niet mogen worden gebruikt. Verder worden in het onderzoek aanbevelingen gedaan voor het agrarische beheer van de weilanden. De huidige verruiging van het weidelandschap moet worden tegengegaan. Daarvoor is beweiding in combinatie met hooilandbeheer noodzakelijk. Hooilandbeheer alleen is daarvoor niet voldoende. 9.2.4 Natuur in het bestemmingsplan De weidegronden hebben in het bestemmingsplan de bestemming Agrarisch met waarden gekregen en zijn expliciet bestemd voor agrarisch natuurbeheer. In die bestemming is expliciet beschreven dat de waarden bestaan uit landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van: het veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid, in de vorm van de open en waterrijke karakteristiek van het veenweidelandschap met strokenverkaveling en kavelsloten en de daarbij behorende flora en fauna; het uitgeveende landschap van de Osdorper Bovenpolder dat bestaat uit een strokenverkaveling met kavelsloten en de daarbij behorende flora en fauna. Bebouwing is niet toegestaan en werkzaamheden die deze waarden kunnen aantasten zijn alleen met een aanlegvergunning toegestaan.
87 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Het bestemmingsplan biedt met andere woorden geen mogelijkheid om de huidige weilanden te bebouwen of te gebruiken voor functies die het weidevogelgebied kunnen schaden. Verder zijn de bedrijfskavels van Rutte en Kamsteeg, achter de op de verbeelding aangeduide bebouwing, exclusief aangewezen voor opslag. Bebouwing is op deze gronden niet toegestaan. Over het agrarisch natuurbeheer vindt overleg plaats met het Recreatieschap Spaarnwoude. In juni 2008 heeft stadsdeel Osdorp deelgenomen in de gemeenschappelijke regeling met het Recreatieschap Spaarnwoude. Het is nog niet duidelijk welke delen van de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder door het recreatieschap gaan worden beheerd.
88 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 10
10.1
Cultuurhistorie en archeologie
Algemeen Cultuurhistorie omvat vele aspecten zoals het archeologisch erfgoed, (archeologische) monumenten, landschappelijke elementen en structuren, stedenbouwkundige structuren en delen van de infrastructuur. Het binnen een plangebied aanwezige cultuurhistorische erfgoed moet worden behouden en vormt de basis voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het gaat niet alleen om de erkende monumenten. De wijze van bescherming via het bestemmingsplan is afhankelijk van de karakteristiek van de cultuurhistorische elementen of gebieden, maar ook van de strategieën instandhouding, aanpassing en vernieuwing. Daarbij gaat het om maatwerk. Van belang zijnde aspecten zijn: (archeologische) rijksmonumenten, (toekomstige) gemeentelijke monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten (kaart 5 van het streekplan), cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwingsstroken, gebouwen en onderdelen van dorpskernen alsmede bekende en te verwachten archeologische waarden. Archeologische waarden In gebieden waar archeologische waarden voorkomen, of een reële verwachting bestaat dat zij aanwezig zijn, zal hiermee rekening moeten worden gehouden bij het ontwikkelen van het gebied. Het archeologisch erfgoed kan zijn: 1. beschermde terreinen op grond van de Monumentenwet; 2. terreinen van groot archeologisch belang volgens de Archeologische Monumenten Kaart; 3. terreinen met reële archeologische verwachtingswaarden volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden.
10.2
Regelgeving Monumentenwet 1988 De Monumentenwet 1988 biedt bescherming aan monumenten en stads- en dorpsgezichten. Per 1 september 2007 is de wijziging van de Monumentenwet 1988 ten behoeve van de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Daarin is bepaald dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Dat betekent dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan niet alleen rekening moet worden gehouden met bekende monumenten, maar ook met de omstandigheid dat in bepaalde terreinen nog archeologische resten in de bodem kunnen worden aangetroffen. In het belang van de archeologische monumentenzorg kan in een bestemmingsplan een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening verplicht worden gesteld. Verder kan bij bestemmingsplan worden bepaald dat de aanvrager van 89
Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 44 lid 1 van de Woningwet een rapport/archeologisch onderzoek dient te overleggen als bedoeld in artikel 39 lid 2 van de Monumentenwet 1988. Tevens kunnen bij bestemmingsplan aan een reguliere bouwvergunning voorschriften worden verbonden als bedoeld in artikel 39 lid 3 van de Monumentenwet 1988 (maatregelen van technische aard, doen van opgravingen, inhuren deskundige). Ook aan een aanlegvergunning en ontheffing kunnen regels worden verbonden in het belang van de archeologische monumentenzorg. In paragraaf 3.3. is aangegeven dat de provincie Noord-Holland de Cultuurnota 2005-2008 heeft vastgesteld en dat gebieden, die naar verwachting archeologisch waardevol zijn, zijn aangewezen als provinciale archeologische attentiegebieden op de Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Noord-Holland (CHW). In het kader van het bestemmingsplan zal onderzoek moeten plaatsvinden of archeologische en cultuurhistorische waarden aanwezig zijn. Het archeologisch en cultuurhistorisch erfgoed zal ook via de bestemmingsregeling beschermd moeten worden. 10.3
Beleid / Resultaten onderzoeken
10.3.1
Archeologisch onderzoek Bij de voorbereiding van dit bestemmingsplan is door ADC Heritage een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de Osdorperweg en omgeving opgesteld (13 september 2007). Daaruit komt naar voren dat voor de gehele Osdorperweg (tot 75 meter uit de as van de weg) een hoge verwachting geldt. Incidenteel wordt afgeweken van de hoge archeologische verwachting binnen 75 meter van de as van de weg, met name bij het eerste gedeelte van de Osdorperweg (gezien vanaf de Ookmeerweg), waarbij de zonering incidenteel tot 320 meter uit de as van de weg reikt.
10.3.2
Cultuurhistorische verkenning 2007 In 2007 is de 'Cultuurhistorische Verkenning 2007' voor de Dorpskern Sloten en de Osdorperweg vastgesteld. Daarin is een cultuurhistorische verkenning van het buitengebied van Osdorp opgenomen bestaande uit de Lutkemeerpolder, de Osdorper Bovenpolder en een deel van de Osdorper Binnenpolder. De waardering en inventarisatie van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing in het plangebied van de Osdorperweg e.o. is overgenomen uit deze Cultuurhistorische Verkenning.
90 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
10.3.3
Waardering gebied Het buitengebied van stadsdeel Osdorp is een restant van het vroeger uitgestrekte agrarische gebied ten westen van Amsterdam, opgebouwd uit droogmakerijen en veenpolders. Ook in het Osdorper buitengebied gaat het om droogmakerijen en veenpolders. Er zijn echter geen complete poldereenheden meer aanwezig. Van alle polders zijn delen verdwenen onder stedelijke uitbreidingen of in beslag genomen door stedelijke functies. Van de droogmakerijen is de Lutkemeerpolder aan de west- en zuidzijde nog goed herkenbaar, maar inmiddels is besloten hier bedrijfsterreinen aan te leggen. Ook de Osdorper Bovenpolder is als droogmakerij goed te ervaren, met name vanaf de hoger gelegen Osdorperweg die op een niet-verveende rand bovenland ligt. Het fragmentarische karakter van het buitengebied sluit een hoge cultuurhistorische waardering uit, temeer daar zowel veenpolders als droogmakerijen geen zeldzaamheidswaarde hebben.
Cultuurhistorisch waardevolle aspecten van het landschap Toch is er wel sprake van cultuurhistorische waarden. In reactie op de Structuurvisie van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer voor het daaronder vallende deel van de Osdorper Binnenpolder heeft de Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg (ARM) gewezen op het karakter van de polder als 'middeleeuws relict in een omgeving waar alles is veranderd' (brief 3/1/01, idem in Van der Valk e.a. p. 54). Daarnaast zijn de hoogteverschillen tussen enerzijds verveend en drooggemaakt en anderzijds niet-verveend gebied van belang, zoals langs de Osdorperweg. Ook de historische grenzen van de polders hebben waarde, zoals de Wijsentkade tussen de Lutkemeer en de Osdorper Bovenpolder. 91 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Tenslotte is Osdorp van waarde als herkenbaar, klein veendorp. Ter hoogte van het dorp grenzen de niet-verveende Osdorper Binnenpolder en de verveende en drooggemaakte Osdorper Bovenpolder aan elkaar. Het dorp zelf en de Osdorperweg liggen op het niet-verveende bovenland. Daarmee is deze markante situatie zeer illustratief voor de landschappelijke ontwikkeling van het gehele Amsterdamse westelijke buitengebied. Als onderdeel van dit landschap zijn de weg- en kavelsloten van groot belang; bijzonder is hoe de wegsloot langs de rand van het bovenland aanmerkelijk hoger ligt dan de kavelsloten in de droogmakerij zelf. De doorzichten naar achterland zijn uiteraard van groot belang voor het ervaren van de Osdorperweg als een van oorsprong agrarisch gebied. Per kavel spelen de groene erven al of niet met bomen wat dat betreft een grote rol, vooral in relatie tot de kavelsloten. Bruggetjes maken die erven toegankelijk. Voor het bebouwingsbeeld van Oud-Osdorp is de rooilijn van de panden, die direct aan de straat liggen van belang, evenals het historische karakter van de panden. Dit beeld wordt recentelijk geweld aangedaan doordat verder naar achteren op de kavel nieuwbouw wordt gezet, direct op de oever, en ontsloten door een toegangsweg waarvoor de wegsloot wordt gedempt en het land wordt opgehoogd. Het erf versteent en eventueel nog aanwezige doorzichten worden door een schutting aan het oog onttrokken.
10.3.4
Bijzondere bebouwing Aan Osdorperweg en Lutkemeerweg staan geen rijks- of gemeentemonumenten. Wel is een aantal panden op de lijst van het Monumenten Inventarisatie Project (mip-lijst, jaren '90) gezet, waarvan er heel wat inmiddels gesloopt blijken te zijn. Op grond van veldwerk, de mip-lijst en de inventarisatie van het gebied 92
Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
die in 1978 is gemaakt door de Commissie Dooijes, is een lijst opgesteld van waardevolle bebouwing aan de Osdorperweg en omgeving. De panden zijn tevens op kaart gezet. Het gaat hier om boerderijen, een tuinderswoning en een school met bijbehorend woonhuis: Osdorperweg 571: voormalige boerderij 'Nooitgedacht', eind 19e eeuw, in Oud-Osdorp, parallel aan de weg gelegen, met bijgebouwen en hooiberg Osdorperweg 576: stolpboerderij, deels wit gestuct in imitatieblokken Osdorperweg 614: boerderij Rust en Vrede, boerderij met voorhuis ca. 1930, stal ca. 1900 Osdorperweg 635/637: Schoolmeesterswoning en school, gelegen op de hoek met de Lutkemeerweg. Woonhuis ca. 1860, sterk gerestaureerd. Schoolgebouw in Amsterdamse School-stijl, fraaie kap, schoorstenen en raamtraceringen. De schoolbel is van het plein verwijderd en opgesteld in de hal van het Grondbedrijf. Osdorperweg 639: tuinderswoning, parallel aan de weg, een van de weinige gaaf bewaard gebleven tuinderswoningen, Osdorperweg 756: stolpboerderij, ca. 1890, Osdorperweg 870: hallehuisboerderij, 1901, speklagen in de voorgevel, ooit verbouwd tot drie woningen.
Tuinderswoning, Osdorperweg 639
93 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Boerderij Osdorperweg 576 In de Cultuurhistorische Verkenning 2007 worden ook een aantal waardevolle panden aan de Lutkemeerweg genoemd, maar die zijn niet gelegen in het plangebied van dit bestemmingsplan. Hier zijn ze daarom niet opgenomen. Meer informatie over waardevolle bebouwing is te vinden in het rapport van het onderzoek en de inventarisatie van boerderijen in Amsterdam, uitgevoerd in opdracht van het bureau Monumenten en Archeologie.
10.3.5
Aanbevelingen Cultuurhistorische verkenning Algemeen Langs de Osdorperweg is het van groot belang de 'drager' van het gebied, het landschap, zoveel mogelijk als structuur te handhaven, op zo'n manier dat het gebied een groen en landelijk aanzien houdt, waarbinnen wel van alles kan gebeuren. Essentieel is dus een kade voor ruimtelijke planvorming dat dit aanzien in stand kan houden, maar dat tegelijkertijd ruimte biedt aan ontwikkelingen zoals die nu al gaande zijn. Onderstaande aanbevelingen lopen daarop vooruit. Welstandseisen zijn aan de Osdorperweg en omgeving globaal: regulier welstandstoezicht lijkt in dit gebied voldoende. Een uitzondering wordt gevormd door Oud-Osdorp, waar 'bovenop' onderstaande aanbevelingen, bovendien een aantal uitgangspunten gelden, om het dorp als historische kern herkenbaar te houden. Tot Oud-Osdorp wordt het bebouwingslint rond de knik van de weg gerekend waar de voorgevelrooilijn van de bebouwing gelijk aan de Osdorperweg grenst en de bebouwing dicht op elkaar staat (Osdorperweg 517-571). Verder zijn enkele gebouwen aangewezen als van bijzondere waarde (orde 2),
94 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
waarop nadere welstandseisen van toepassing zijn. Landschapselementen Hoogteverschillen bij ruimtelijke ontwikkeling handhaven. Het gaat dan om de kaden en dijken (Wijsentkade ook i.v.m. vervening) en de bovenlandranden in verhouding tot het aanliggende gebied, Bij nieuwe ontwikkelingen lager gelegen bouwlocaties zo min mogelijk ophogen, zodat het verschil tussen bovenland enerzijds en uitgeveend en drooggemaakt gebied anderzijds duidelijk blijft, Handhaven van de aan de kaden en dijken gerelateerde waterlopen, zoals de sloot langs de Osdorperweg, Situering nieuwbouw Nieuwbouw situeren in samenhang met de historische verkavelingsrichting. Voorkomen dat er een te dicht bewoningslint aan de Osdorperweg ontstaat waardoor de relatie met het aanliggende gebied verloren gaat. Handhaven van de verkavelingsrichting van de Osdorper Binnenpolder. Bij nieuwe ontwikkeling deze herkenbaar houden, bij voorkeur door uit te gaan van het huidige slotenpatroon. Erfinrichting De groene oevers van de sloten behouden. Bebouwing blijft minimaal twee meter uit de oeverlijn. De oever mag geen 'stedelijke' gemetselde kade krijgen; een houten beschoeiing kan wel. Bij nieuw aan te leggen bedrijfsgebouwen of -terreinen aandacht voor boombeplanting rondom. Erfafscheidingen worden transparant gehouden, dichte schuttingen zijn niet toegestaan. Nog bestaande bruggen worden niet door een dam vervangen. Kavels mogen niet geheel verstenen; vóór de voorgevelrooilijn dient minimaal 50% van het erf groen te blijven.
Karakteristieke zichtrelaties langs de Osdorperweg. Bebouwing is uitgebreid tot direct aan de kavelgrens.
95 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Schutting van een tuin, direct aan de sloot. Bebouwing Osdorperweg Individuele, zeer diverse bebouwing is mogelijk. De historische bebouwing heeft baksteen en gebakken pannen als bouwmateriaal; andersoortige materialen en kleuren zijn in principe mogelijk (behalve in Oud-Osdorp, zie onder), tenzij in de directe omgeving al veel ander materiaal is toegepast waardoor een omslagpunt is bereikt, ter beoordeling van de welstandscommissie. De bijzondere panden aan de Osdorperweg worden door de welstandscommissie behandeld als orde 2 panden: Straatgevels en kap krijgen een restauratieve aanpak, bij de andere gevels worden authentieke gevelelementen gehandhaafd en hersteld. Daarbij zijn geringe veranderingen in materiaal, maatvoering en detaillering denkbaar, mits de oorspronkelijke karakteristiek daarbij niet verloren gaat. Oud-Osdorp Binnen de dorpskern de rooilijn handhaven, In Oud-Osdorp zijn de ruimtes tussen de huizen van groot belang voor de historische dorpsstructuur. Volbouwen (aan/uitbouwen, bijgebouwen) dient te worden uitgesloten; evenals het dichtzetten met ondoorzichtige hekwerken. Waar doorzichten zijn worden aan/uitbouwen en bijgebouwen zoveel mogelijk achter de hoofdmassa geplaatst en overschrijden de zijgevelrooilijn of de zijgevel van een bestaande aan- of uitbouw aan de kant van het doorzicht niet, Bijgebouwen, aan- en uitbouwen op het achter- en zijerf in Oud-Osdorp nemen nooit meer dan de helft van de oorspronkelijke oppervlakte in beslag. De oorspronkelijke oppervlakte is de ruimte vanaf de perceelsgrenzen tot de gevellijn van het hoofdgebouw zonder gelijktijdig met het hoofdgebouw of later gerealiseerde aan-/uitbouwen of bijgebouwen, In Oud-Osdorp staan veel kleine arbeidershuisjes. Aan-, uit- en opbouwen moeten zodanig worden vormgegeven dat het eigenlijke huis het hoofdvolume blijft, In de kern Oud-Osdorp worden traditionele materialen gebruikt: rode of bruine baksteen en een kap met gebakken (niet geglazuurde) pannen. 96 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Karakteristieke arbeiderswoningen; baksteen, pannen en stucwerk
Topzwaar geworden arbeiderswoning
97 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 11
11.1
Juridische planbeschrijving
Algemeen Het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. uit 1998 is meer dan 10 jaar oud en daardoor aan herziening toe. Temeer daar het plangebied is gelegen in de hoofdgroenstructuur van Amsterdam en sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. uit 1998 stringenter gemeentelijk beleid is geformuleerd voor de bescherming van deze hoofdgroenstructuur. Daar komt bij dat het plangebied deel uit maakt van de Tuinen van West en er op 10 september 2008 een Programma van Eisen voor dit gebied is vastgesteld met een aantal inrichtingsvoorstellen (stadslandbouw en wandel- en fietspaden). Met de herziening van dit bestemmingsplan is dan ook een actualisering beoogd waarin de bescherming van de hoofdgroenstructuur en het PvE Tuinen van West zijn meegenomen. De beoogde Westrandweg zal de Osdorper Bovenpolder doorsnijden maar maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan. Te zijner tijd zal de gemeente Amsterdam voor de realisering van de Westrandweg een afzonderlijk bestemmingsplan in procedure brengen. Om ongewenste ontwikkelingen tijdens de voorbereiding van dit bestemmingplan te voorkomen is op 8 januari 2008 een voorbereidingsbesluit genomen. Dit voorbereidingsbesluit is op 17 januari 2008 in werking getreden voor de duur van 2 jaar. Gedurende deze periode geldt voor bouwaanvragen de aanhoudingsplicht zoals omschreven in artikel 50 van de Woningwet.
11.2
Bestemmingsplanvorm Het voorliggende bestemmingsplan 'Osdorperweg e.o.' is in hoofdzaak een consoliderend plan. De bestaande functies en bebouwing zijn vastgelegd met beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Grootschalige ontwikkelingen (bouwplannen) zijn niet voorzien in dit plan. Wel zijn in het bestemmingsplan een aantal 'gebruiksontwikkelingen' mogelijk gemaakt van bestaande bouwkavels en bestaande kassen. Zo is de ontwikkeling van stadslandbouw mogelijk gemaakt op een aantal bestaande bouwkavels en mogen ook de bestaande kassen in het plangebied worden gebruikt voor de ontwikkeling van stadslandbouw (met een maximum van 350 m² bruto vloeroppervlakte aan intensieve stadslandbouwactiviteiten per vestiging; bij de kassen geldt dit maximum tevens voor de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing ten behoeve van stadslandbouw). Ook is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen op grond waarvan de bestemming Agrarisch met kassen kan worden omgezet naar Bedrijf. Bij sloop van alle kassen op het perceel mag maximaal 15% van de gesloopte oppervlakte kassen, worden teruggebouwd in de vorm van bedrijfsgebouwen. Verder is een aantal nieuwe laarzenpaden door de weilanden voorzien, een wandelpad over de Wijsentkade en een fietspad over een deel van de Wijsentkade (Raasdorperweg-Halfweg). Daartoe zijn in de bestemming 'Agrarisch met waarden' zones aangewezen waarbinnen 98
Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
deze paden zijn toegestaan. 11.3
Onderdelen Hoofdgroenstructuur In het bestemmingsplan is het beleid gericht op de bescherming van het veenweidegebied en de beteugeling van de ruimteclaim van de bedrijven langs de Osdorperweg. Daartoe zijn de weilanden aangewezen voor Agrarisch met waarden en onder meer bestemd voor agrarisch natuurbeheer, en het behoud, herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het veenweidegebied die bestaan uit de open en waterrijke karakteristiek van het veenweidegebied met strokenverkaveling en kavelsloten en de daarbij behorende flora en fauna. Een uitvoeriger omschrijving in de planregels is niet mogelijk aangezien een beschrijving in hoofdlijnen onder de werking van de nieuwe Wro niet meer mogelijk is. De bouw van veldschuren en melkstallen in het weiland was onder het geldende bestemmingsplan nog mogelijk maar is in het nieuwe bestemmingsplan geschrapt. Vanwege de relatief beperkte omvang van het gebied en de relatief beperkte agrarische bedrijvigheid zijn die mogelijkheden niet meer nodig. Voor een aantal bestaande bedrijfspercelen die ver het veenweidegebied insteken is een structurele oplossing gezocht (zie hoofdstuk Handhaving). Het is de bedoeling om een fysieke scheiding tussen deze percelen en het veenweidegebied aan te brengen in de vorm van een nieuwe watergang achter de percelen langs. Programma van Eisen Tuinen van West Volgens de Tuinen van West moeten de natuurwaarden (weidevogels), de landschappelijke waarden (open veenweidegebied) en de cultuurhistorische waarden (historisch polderlandschap) van de Osdorper Bovenpolder en de Osdorper Binnenpolder Zuid, behouden blijven en worden beschermd. Tegelijkertijd zijn deze polders aan de rand van de stad aangewezen voor de ontwikkeling van stadslandbouw en moeten ze beter worden ontsloten voor wandelaars. In het bestemmingsplan zijn daartoe 7 percelen aangewezen waar de ontwikkeling van stadslandbouw is mogelijk gemaakt. Het gaat om een aantal voormalige agrarische percelen: Osdorperweg 454, 555, 614, 685, 737, 937 en Raasdorperweg 85. Ten behoeve van de stadslandbouwfunctie kunnen op deze percelen extra bouwmogelijkheden worden aangewend (80% van het bouwperceel). In de begripsomschrijvingen is daartoe een definitie van stadslandbouw opgenomen die voldoende ruimte biedt voor de ontwikkeling van gewenste functies en tegelijkertijd een aantal ongewenste functies uitsluit. Daarom moeten de functies altijd samengaan met: de verzorging van dieren en/of het telen van gewassen; het beheer van natuur en landschap. De begipsomschrijving van stadslandbouw in artikel 1 van de regels luidt als volgt: Agrarisch natuurbeheer in combinatie met groene dienstverlenende
99 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
nevenactiviteiten die inspelen op natuur- en landschapsbeheer in het open veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid of de Osdorper Bovenpolder en/of die inspelen op de recreatieve landschapsbeleving van deze polders en/of die inspelen op voedselproductie, waarbij tenminste 10% van de inkomsten uit agrarische activiteiten moeten voortkomen. Voorbeelden van stadslandbouw zijn: natuur- en landschapsbeheer; natuur- en milieueducatie; dierverzorging en moestuinieren; een kinderboerderij, een kaasboerderij, een zorgboerderij (zonder overnachtingsmogelijkheden) of andere boerderijvorm waarbij educatie over het agrarische bedrijf, landschap en natuur centraal staan; schoolwerktuinen; recreatieve activiteiten die inspelen op agrarisch natuurbeheer en/of het polderlandschap zoals bijvoorbeeld een boerenspeel-, sport- en/of doetuin, een speel-, sport- of doetuin; jeugd-, kinder- en naschoolseopvang, waarbij het actief bezig zijn met dierverzorging, natuur- en landschapsbeheer en voedselproductie onderdeel is van de activiteiten; horeca die mede gericht is op bewustwording van de voedselproducerende functie van de agrarische sector en/of de recreatieve functie van polderlandschap, zoals de verwerking van streekeigenproducten (vergeten groenten) en/of een theetuin. In het kader van de stadslandbouw is de verkoop van agrarische producten en/of de verkoop van producten gerelateerd aan natuuren milieueducatie toegestaan. Onder stadslandbouw worden geen maneges en productiegerichte paardenhouderijen gerekend. Wel toelaatbaar is een ruiterpaden gerichte paardenhouderij, een pensionstal, privéstal, paardenmelkerij en stalhouderij. Ook grootschalige functies zoals tuincentra, congrescentrum en grootschalige leisureachtige functies zoals bijvoorbeeld de voormalige Flevohof zijn niet toelaatbaar. Daarin past dus wel een educatieve boerderij met speelvoorzieningen, maar geen binnenspeelparadijs of partycentrum. Verder heeft op basis van het PvE Tuinen van West, natuuronderzoek plaatsgevonden naar de gevolgen van een aantal onverharde laarzenpaden door het veenweidegebied. Vanwege de mogelijke verstoring van weidevogels die deze paden met zich mee kunnen brengen, is in de Osdorper Binnenpolder Zuid één laarzenpad voorzien op enige afstand van het hart van het vogelgebied, langs de zuidoost-rand van de polder. Ook in de Osdorper Bovenpolder is één laarzenpad voorzien, op enige afstand van het hart van het vogelgebied, aan de oostelijke zijde van het agrarische gebied tussen de Lutkemeerweg en de Slibveldenweg. Ten behoeve van het laarzenpad is ook de aanleg van bruggetjes of andere oeververbindingen mogelijk. M.e.r (beoordelingsplicht)
100 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
In het PvE Tuinen van West zijn een aantal nieuwe ontwikkelingen voorzien op zowel het grondgebied van Stadsdeel Osdorp als stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, die wellicht m.e.r. (beoordelings)plichtig zijn. Daartoe zijn de ontwikkelingen voorzover die op het grondgebied van Osdorp zijn voorzien getoetst aan het Besluit milieu-effectrapportage 1994. Daarbij is geconstateerd dat de ontwikkelingen in het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. zo kleinschalig zijn dat nergens een drempel voor de m.e.r.(beoordelings)plicht wordt overschreden. Recreatie is alleen maar mogelijk gemaakt in de vorm van extensieve dagrecreatie (wandelen en fietsen). Het is niet nodig daarvan de milieu-effecten in beeld te brengen. Ook de stadslandbouwmogelijkheden zijn beperkt in omvang. Stadslandbouw is mogelijk gemaakt op 7 (voormalige) agrarische percelen in het plangebied. Stadslandbouw is niet mogelijk op de agrarische gronden. Verder bestaat een mogelijkheid om de bestaande kassen aan te wenden voor stadslandbouw. Maar de omvang daarvan - dat wil zeggen het intensief gebruikte gedeelte inclusief de bedrijfsbebouwing - is beperkt tot maximaal 350 m² (bvo) per stadslandbouwvestiging. Op basis daarvan is geconcludeerd dat voor de beoogde activiteiten in Osdorp geen m.e.r.(beoordelings)plicht bestaat. Voor het grondgebied van Geuzenveld-Slotermeer zijn de recreatieve voorzieningen grootschaliger. Daarom zijn deze aangemeld als m.e.r.(beoordelings)plichtige activiteiten. Op basis daarvan is men tot de conclusie gekomen dat voor de beoogde activiteiten in Geuzenveld-Slotermeer geen m.e.r.-plicht bestaat en is om die reden afgezien van een m.e.r.-procedure. Dit is door stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer vastgelegd bij besluit van 16 december 2008 (registratienummer: 08.DB.0434 ; 2008/INTERN/699). De bestaande kassengebieden In de Osdorperpolders komen twee bestaande kassengebieden voor. In het gebied achter de Raasdorperweg is thans circa 10 hectare aan kassen aanwezig en aan de zijde van de Ookmeerweg is dat circa 5 hectare. Een aanzienlijk deel daarvan is nog bedrijfsmatig in gebruik voor glastuinbouw (circa 11 hectare). De rest wordt gebruikt voor kleinschalige teelt, opslag en/of stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen (circa 4 hectare). In mei 2009 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van het bestaande gebruik van de kassen. Onder andere aan de hand van deze inventarisatie is vanuit planologisch oogpunt beoordeeld in hoeverre een agrarische bestemming van de kassen nog wenselijk en realistisch is. Uit de inventarisatie is gebleken dat bij een aantal kassen sprake is van niet-agrarisch gebruik in de vorm van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen. Daarbij gaat het om de volgende percelen: Bestaande kassen op percelen Osdorperweg 513 (kadastraal bekend als de Gemeente Sloten, sectie H, nummer 1482)
Stalling gebruik kas in m² 2000
Agrarisch gebruik kas in m² 0
101 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Osdorperweg 541/543(A) 5200 (kadastraal bekend als de Gemeente Sloten, sectie H, nummer 1144) Osdorperweg 575A 300 (kadastraal bekend als de Gemeente Sloten, sectie H, nummer 1550) Osdorperweg 781A 13800 (kadastraal bekend als de Gemeente Sloten, sectie H, nummer 1294) Raasdorperweg 38 42 44 46 200
0
Raasdorperweg 66 (kadastraal bekend als de Gemeente Sloten, sectie H, nummers 1265 en 1266) Raasdorperweg 72 (kadastraal bekend als de Gemeente Sloten, sectie H, nummer 1061) Raasdorperweg 84 (Gemeente Sloten, sectie H, nummers 1462, 1463, 1464, 1465)
0
5000 (+2.800 opslag)
0
0
37300
8300
2750 (+500 opslag) 500 1800
0 0 0
Het beleid voor de kassengebieden De bestaande kassengebieden maken geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Volgens het Structuurplan Amsterdam maken de bestaande kassengebieden wel deel uit van de (gemeentelijke) hoofdgroenstructuur van Amsterdam (cluster landelijk gebied en groentype stadsrandpolders). In het structuurplan is de ambitie opgenomen om voor de Westrand een groengebied van allure te maken volgens het concept 'Groene Plantage'. Het beleid voor dit gebied is om de bestaande landschappelijke waarden en potenties voor het concept van de Groene Plantage te behouden. Daarbij dienen de uitgangspunten van de hoofdgroenstructuur, het waterplan en de groene onderleggers op het gebied van cultuurhistorie en cultuurhistorische waarden te worden betrokken. Het aanvullende toetsingskader voor initiatieven in de hoofdgroenstructuur is opgenomen in de nota "Hoofdgroenstructuur geordend" en in hoofdstuk 2 van de Tuinen van West. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen initiatieven in de vorm van bebouwing en in de vorm van gebruik. De kassen in het plangebied van de Osdorperweg waren al aanwezig voordat dit gebied als hoofdgroenstructuur werd aangewezen. Volgens de "Hoofdgroenstructuur Geordend" is het beleid voor bestaande bebouwing dat deze om praktische redenen kan worden geaccepteerd. In het geldende bestemmingsplan Osdorperweg e.o. (1998) hebben de kassen dan ook een positieve bestemming gekregen. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet niet in uitbreiding van bestaande kassen of nieuwbouw van kassen. Motivering: In het Structuurplan Amsterdam is de ambitie verwoord om het gebied van de Osdorperpolders weer in te richten volgens het concept van de Groene Plantage. Maar in het inrichtingsplan "Tuinen van West" zijn voor het bestaande kassengebied geen voorstellen gedaan vanuit 102 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
groen of recreatie. De Tuinen van West voorziet derhalve niet in actief beleid voor de bestaande kassengebieden. Vervolgens is het de vraag hoe de bestaande kassengebieden in het nieuwe bestemmingsplan te bestemmen. De ambitie van het Structuurplan Amsterdam brengt een Agrarische bestemming zonder kassen met zich mee die bedoeld is voor agrarisch natuurbeheer (stadsrandpolder). In dat geval worden de bestaande kassen wegbestemd en onder het overgangsrecht gebracht. Dat is alleen toegestaan als ook is verzekerd dat alle bestaande kassen binnen de komende 10 jaar zullen verdwijnen. Hierover bestaat nog geen enkele duidelijkheid. Een aanzienlijk deel van de kassen is nog voor glastuinbouw in gebruik en lang niet alle kassen zijn economisch al afgeschreven. Ook als de grond in eigendom is bij de gemeente kunnen de eigenaren en gebruikers van deze kassen - wanneer de kassen zouden worden wegbestemd - aanspraak maken op een vergoeding voor kapitaalvernietiging. Over de financiering van een eventuele sloopregeling zijn nog geen afspraken gemaakt. Verder is bij de inspraak door de bestaande glastuinbouwbedrijven naar voren gebracht dat er geen goede redenen zijn om hun uitbreidingsmogelijkheden te bevriezen. Volgens het provinciale beleid geldt voor bestaande glastuinbouwbedrijven buiten de concentratiegebieden immers dat deze hun kassen mogen uitbreiden tot maximaal 20.000 m². Tijdens de inventarisatie in mei 2009 bleek dat nog ongeveer 11 hectare kassen (van de 16 hectare) in gebruik is voor glastuinbouw. Door deze bestaande bedrijven te bevriezen zou circa 3,6 hectare aan geldende bouwmogelijkheden worden weggenomen. Naar aanleiding daarvan is besloten om de bestaande bedrijven uitbreidingsmogelijkheden toe te kennen conform het geldende provinciale beleid en het huidige bestemmingsplan. Per bestaand glastuinbouwbedrijf is maximaal 20.000 m² kassen toegestaan. Daar komt bij dat vraagtekens kunnen worden gezet bij de kwaliteit van het vrijkomende gebied. Een open veenweidegebied is ten westen van de geplande Westrandweg niet meer haalbaar. Het resterende gebied is te klein om aantrekkelijk te zijn voor weidevogels. De landschapsbeleving zal ter plaatse ook niet optimaal zijn bij een snelweg (Westrandweg) op 8 meter boven maaiveld en een klein gebiedje ingeklemd tussen deze snelweg en de bebouwing van Halfweg en Zwanenburg. Eén en ander betekent dat een bestemming voor agrarisch natuurbeheer voor dit deelgebied volgens de ambities van het Structuurplan Amsterdam momenteel niet reëel is. Om in de toekomst toch een geleidelijke overgang (op vrijwillige basis) naar groen mogelijk te maken, is in het bestemmingsplan wel een sloopregeling opgenomen in ruil voor bouwmogelijkheden aan de weg. Via planwijziging zijn er mogelijkheden om in ruil voor de sloop van kassen, nieuwe bedrijfsgebouwen op te richten aan de weg. Deze regeling is aan strenge voorwaarden gebonden. Zo mag maximaal 15% van de gesloopte kassen worden teruggebouwd in de vorm van bedrijfsgebouwen en mag deze bebouwing niet verder dan 120 meter de polder insteken (vanaf de weg). Op die wijze biedt het plan langs vrijwillige weg mogelijkheden om het middengebied weer groen te
103 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
krijgen en de bebouwing te concentreren langs de weg. Op termijn zal dit tot de gewenste versterking van de hoofdgroenstructuur leiden. In het onderhavige bestemmingsplan hebben de bestaande kassen, conform het beleid van de "Hoofdgroenstructuur Geordend", een positieve bestemming gekregen. Alle bestaande kassen zijn met een aanduiding op de verbeelding aangegeven. Voor de bestaande glastuinbouwbedrijven zijn bovendien uitbreidingsmogelijkheden opgenomen tot maximaal 20.000 m² kassen per bestaand bedrijf. Vervolgens is bekeken welk gebruik in deze bestaande kassen kan worden toegestaan. Glastuinbouw blijft mogelijk in deze bestaande kassen. Maar ook stadslandbouw is toegestaan (bijvoorbeeld horeca en/of recreatie in combinatie en samenhang met voedselproductie). Daarbij is de maximum omvang voor het recreatieve/horeca gebruik beperkt tot 350 m² (bvo) per stadslandbouwvestiging. De resterende vierkante meters kassen mogen wel worden gebruikt voor het telen van gewassen ten behoeve van een dergelijke stadslandbouwvestiging. Deze beperking is vooral opgenomen om de intensivering en schaal van het verbrede gebruik (en de daarmee samenhangende verkeersdruk) in goede banen te leiden. Het gebied leent zich niet voor grootschalige recreatieve activiteiten en veel extra verkeer. Door de schaal - qua intensief gebruik - te beperken tot 350 m² (bvo) per vestiging is de intensivering van het gebruik beperkt en zijn er geen extra maatregelen of onderzoeken noodzakelijk in verband met toekomstige verkeersstromen. Voor de bestaande stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen is in overleg met de centrale stad naar een maatoplossing gezocht. Uiteraard slechts voor zover dit ruimtelijk/planologisch verantwoord is. Daaraan hebben de volgende overwegingen ten grondslag gelegen: de kwaliteit van de hoofdgroenstructuur (stadsrandpolders) wordt in de regel niet aangetast door de bestaande stalling in de kassen. Overigens is die groene kwaliteit door de vele kassen ter plaatse nauwelijks nog aanwezig en zal deze met de komst van de Westrandweg nog verder achteruit gaan; de bebouwing van de kassen zelf (en niet zozeer het gebruik ervan) staat een versterking van de hoofdgroenstructuur in de weg. Door een positieve bestemming van de aanwezigheid van de kassen is al geaccepteerd dat in dit gebied geen versterking van de hoofdgroenstructuuur plaatsvindt; in een stadsrandgebied is er behoefte aan betaalbare stallingsruimte. Bovendien worden dit soort functies in het landelijk gebied wel vaker gecombineerd met agrarische activiteiten en heeft de provincie Noord-Holland daar ook beleid voor in het kader van de verbrede landbouw; de verkeersaantrekkende werking van deze functies is niet meer dan de verkeersaantrekkende werking van een glastuinbouwbedrijf; voor een groot deel gaat het om reeds lang bestaande (niet-agrarische) bedrijfsactiviteiten; nu er geen actief beleid wordt ingezet voor de sanering van het kassengebied vormen de bestaande niet-agrarische bedrijfsactiviteiten in de kassen een wezenlijke economische drager voor het gebied.
104 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Nieuwe bestemmingsregeling In het onderhavige bestemmingsplan hebben de bestaande kassengebieden de bestemming Agrarisch gekregen, bestemd voor: glastuinbouw; kwekerij en/of tuinbouw in de volle grond; stadslandbouw in de bestaande kassen (maximaal 350 m² bvo per vestiging); de bestaande stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen. Daar waar stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen in de kassen is toegestaan is gebruik gemaakt van een maatbestemming waarbij de betreffende bedrijfsactiviteit specifiek wordt aangeduid. Uitbreiding of nieuwvestiging is niet mogelijk. Ook uitbreiding van kassen voor glastuinbouw is niet mogelijk voor de bedrijven die een deel van de kassen in gebruik hebben voor stallingsactiviteiten. In dat geval dient voor de gewenste uitbreiding van de glastuinbouwactiviteiten eerst de bestaande stallingsruimte te worden aangewend. Uitbreiding van kassen is met andere woorden uitsluitend mogelijk voor de bestaande glastuinbouwbedrijven die hun gehele areaal kassen gebruiken voor glastuinbouw. Alle bestaande kassen zijn op de verbeelding als zodanig aangeduid. Nieuwbouw of uitbreiding van kassen is alleen mogelijk voor de bestaande glastuinbouwbedrijven tot een maximum van 20.000 m² per bedrijf. Via planwijziging en onder voorwaarden (zie sloopregeling artikel 6) kunnen nieuwe bedrijfsgebouwen langs de weg worden gebouwd in ruil voor de sloop van de kassen. Water In het bestemmingsplan hebben de bestaande watergangen langs de Osdorperweg, de Lutkemeerweg, de Slibveldenweg, de Raasdorperweg en de Wijsentkade de bestemming Water gekregen, evenals de bestaande watergangen tussen (en achter) de bouwvlakken. Voor het aanleggen van oeververbindingen over deze watergangen is een aanlegvergunning nodig waarbij er wordt getoetst aan de karakteristieken van de oorspronkelijke verkaveling en lintbebouwing. Het anderszins dempen of vergraven van deze watergangen wordt als strijdig gebruik aangemerkt (tenzij dit plaatsvindt in het kader van waterbeheer). De bestemming Agrarisch met waarden, Agrarisch en Natuur zijn gebiedsbestemmingen. De bestaande watergangen zijn niet op de verbeelding aangegeven, maar in de planregels geregeld. Het water is hier een wezenlijk onderdeel van de bestemming. Voor het aanleggen van oeververbindingen, aanlegsteigers e.d. is een aanlegvergunning nodig. Het anderszins dempen en vergraven is strijdig gebruik (tenzij dit plaatsvindt in het kader van waterbeheer). Verder zijn ook de watergangen in de bestemming Groen en de bestemming Tuin beschermd. Ook daar geldt dat voor oeververbindingen, oeverbeschoeiing en aanlegsteigers een aanlegvergunning nodig is, waarbij wordt getoetst aan de cultuurhistorische verkaveling met lintbebouwing en kavelsloten. Het
105 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
anderszins dempen van watergangen wordt aangemerkt als strijdig gebruik (tenzij dit plaatsvindt in het kader van waterbeheer). Archeologie en Cultuurhistorie De gronden van de Osdorperweg in een strook van 75 meter uit het hart van de weg hebben volgens het archeologisch onderzoek een hoge verwachtingswaarde. Daartoe hebben deze gronden in het bestemmingsplan de dubbelbestemming Waarde-Archeologie gekregen. Volgens deze dubbelbestemming kunnen ter plaatse bouw- en aanlegwerkzaamheden plaatsvinden als eerst archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en de aangetroffen waarden afdoende worden beschermd (zie artikel 19 van de regels). Cultuurhistorische waarde gebied De cultuurhistorische waarden van het gebied zijn vastgelegd door de bestaande wegenstructuur, dijklichamen, bermsloten en weilanden consoliderend te bestemmen. Voor het agrarisch gebied en de Wijsentkade zijn de cultuurhistorische waarden ook in de doeleindenomschrijving van de bestemming vastgelegd. Het bestaande veenweidelandschap, de bestaande verkaveling en het bestaande groene dijklichaam genieten bescherming. De bestaande bebouwing is vastgelegd in bouwvlakken. Uitbreidingen zijn alleen daar mogelijk gemaakt, waar er op grond van het geldende bestemmingsplan nog uitbreidingsruimte bestond. De bestaande cultuurhistorisch waardevolle bebouwing heeft een aanduiding 'karakteristiek' gekregen. Deze panden genieten bescherming krachtens het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is daartoe vastgelegd dat de karakteristieke verschijningsvorm van deze bebouwing dient te worden behouden. Dat is minder vergaand dan de bescherming die uitgaat van de monumentenstatus. Sloop is immers toelaatbaar mits de uiterlijke verschijningsvorm maar behouden blijft. Een oude stopboerderij mag krachtens deze regeling derhalve worden gesloopt, zolang er maar een nieuwe stolpboerderij wordt teruggebouwd (zie ook hoofdstuk 10). Parkeren Voor parkeren is in de planregels bepaald dat het parkeren op eigen terrein moet worden opgelost en niet in de openbare ruimte. Voor nieuw te vestigen stadslandbouwfuncties moet daarvoor worden aangesloten bij de volgende parkeernormen (gebaseerd op de kencijfers van het CROW): a. per 100 m2 brutovloeroppervlakte restaurant minimaal 14,0 en maximaal 16,0 parkeerplaatsen; b. per 100 m2 brutovloeroppervlakte museum/bibliotheek (milieueducatiecentrum) minimaal 1,0 en maximaal 1,2 parkeerplaatsen; c. per 100 m2 brutovloeroppervlakte overdekte speeltuin/hal minimaal 3,0 en maximaal 12,0 parkeerplaatsen; d. per arbeidsplaats bij een crèche/peuterspeelzaal/kinderdagverblijf (zorgboerderij) minimaal 0,6 en maximaal 0,8 parkeerplaatsen; e. per perceel bij een volkstuin (moestuinieren) minimaal 0,3 en maximaal 0,3 parkeerplaatsen.
106 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
11.4
Planregels en bestemmingen De planregels zijn verdeeld in vier hoofdstukken: 1. inleidende bepalingen, met daarin definities en de wijze van meten en berekenen; 2. bestemmingsbepalingen, die het hart van ieder bestemmingsplan vormen. Ze zijn opgebouwd uit een bestemmingsomschrijving waarin een omschrijving wordt gegeven van de aan de grond toegekende functies. De hoofdfuncties worden als eerste genoemd. Verder kunnen in de bestemmingsomschrijving ook impliciet bij de bestemming behorende functies worden genoemd ("met de daarbij behorende"), bijvoorbeeld erf, paden, toegangswegen etc. Per bestemming worden bouwregels gegeven, waarin voor alle bouwwerken de van toepassing zijnde bouwbepalingen worden geregeld. Waar nodig worden specifieke gebruiksregels gegeven. Daarin kunnen aanvullingen of afwijkingen van de algemene gebruiksregels worden gegeven. 3. algemene bepalingen, die betrekking hebben op in beginsel alle voorafgaande planregels. Hierbij gaat het om de anti-dubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels, de algemene ontheffingsbevoegdheid, algemeen toegelaten overschrijdingen en verwijzingen naar andere wetgeving. 4. overgangsrecht, strafbepaling en de slotbepaling. Artikelgewijze toelichting In deze paragraaf worden de niet voor zichzelf sprekende en bijzondere juridische aspecten van de bestemmingsbepalingen toegelicht. Het beleid wordt niet toegelicht, maar de wijze van regelen. Artikel 1: Begrippen Stadslandbouw: Dit begrip is nog niet volledig uitgekristalliseerd. Vergelijkbare regelingen elders in het land zijn hier niet zonder meer toepasbaar omdat in het gebied geen agrarische bedrijven meer aanwezig zijn. Het waardevolle open veenweidegebied is in beheer bij het Recreatieschap (agrarisch natuurbeheer). Voor de stadslandbouwfunctie is van wezenlijk belang dat er altijd een relatie is met agrarisch natuur- en landschapsbeheer, landschapsbeleving/milieueducatie en/of voedselproductie. Vanwege de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van dit natte en waterrijke open landschap is ook productiegebonden paardenhouderij hier niet gewenst. Bij deze vormen van paardenhouderij is er in de regel behoefe aan ruime bouwpercelen van 1 tot 2,5 hectare en zijn voorzieningen nodig als open paardenbakken met omheining en verlichting, stapmolens e.d. die ten kosten gaan van landschap, natuur en cultuurhistorie. De weilanden zijn dan niet alleen nodig voor het grazen van paarden, maar ook voor het trainen en africhten met bijbehorende faciliteiten (verlichting en omheiningen). Minder intensieve vormen van paardenhouderijen zijn wel toegestaan onder de noemer van stadslandbouw, zoals ruiterpaden gerichte paardenhouderijen, stalhouderijen, pensionstal en paardenmelkerijen. Bij deze vormen van paardenhouderijen kunnen de bedrijven toe met
107 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
een kleiner bouwperceel en zijn de weilanden uitsluitend nodig om de paarden te laten grazen. De activiteiten van deze bedrijven sluiten nauw aan bij de extensieve recreatie in het gebied (landschapsbeleving op ruiterpaden of huifkartochten). Ook maneges zijn onder deze noemer niet toegestaan. In het plangebied zelf zijn al twee maneges aanwezig en ook in de verdere omgeving zijn al maneges aanwezig (Osdorp en Geuzenveld). Een nadere uitleg van stadsdlandbouw is terug te vinden bij de beschrijving van artikel 16. Artikel 3 Agrarisch De bestaande kassengebieden hebben een agrarische bestemming gekregen voor glastuinbouw, kwekerij, vollegrondstuinbouw en stadslandbouw in de bestaande kassen. Per glastuinbouwbedrijf is maximaal 20.000 m² kassen toegestaan. De kassen mogen mede worden gebruikt voor de stadslandbouwfunctie. Het intensieve stadslandbouwgebruik is beperkt tot maximaal 350 m² bruto vloeroppervlakte. Wel mogen de resterende vierkante meters kassen worden ingezet voor de teelt en verwerking van gewassen ten behoeve van de desbetreffende stadslandbouwfunctie met bijbehorende administratie. De bestaande stallingsactiviteiten hebben een positieve bestemming gekregen met een aanduiding op de verbeelding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling'. Hiervoor onder 11.3 is een overzicht opgenomen van de bestande vierkante meters stalling. Uitbreiding of nieuwbouw ten behoeve van deze stallingsactiviteiten is niet toegestaan. Ook glastuinbouwbedrijven die een deel van hun kassen in gebruik hebben voor stalling, mogen geen kassen uitbreiden voor glastuinbouw. Zij dienen eerst de stallingsruimte om te zetten naar glastuinbouw. In deze bestemming zit een wijzigingsbevoegheid in de vorm van een sloopregeling. In ruil voor de sloop van de kassen mogen onder voorwaarden nieuwe bedrijfsgebouwen worden opgericht achter de bebouwing langs de weg. Om te bewerkstelligen dat het "binnengebied" ook daadwerkelijk vrij komt van bebouwing, is voorgeschreven dat de aangeduide kassen in hun geheel moeten worden gesloopt en dat de nieuwe bedrijfsgebouwen in ruil daarvoor, alleen binnen het op de verbeelding aangeduide wijzigingsgebied mogen worden gebouwd. Het is dus niet mogelijk om slechts een deel van de kassen te slopen (en het gedeelte van de kassen achter op het perceel te laten staan), en vervolgens nieuwe bedrijfsgebouwen op te richten. Voor de maatvoering is gekeken naar de bestaande kassen. Met de 15% regeling is het mogelijk om de grootste bestaande kas (36.000 m²) af te breken en daarvoor 5.400 m² bedrijfsgebouwen terug te bouwen binnen het aangeduide wijzigingsgebied. Door op de verbeelding een wijzigingsgebied aan te wijzen waar de nieuwe bedrijfsgebouwen mogen worden opgericht is verzekerd dat de nieuwe bebouwing niet te ver achter op het perceel komt. In de voorwaarden is daartoe ook nog eens bepaald dat de nieuwe bebouwing niet verder dan 15 meter achter de bestaande bebouwing mag worden opgericht. Ter bescherming van het woon- en leefklimaat en logistieke ruimte moet echter wel 30 meter tot een woning worden aangehouden. Bovendien moet met een inrichtingsplan worden aangetoond dat de herstructurering leidt tot een kwalitatieve verbetering op het perceel
108 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
en in het gebied. Daarbij moet de bebouwing worden geconcentreerd langs de weg en moet het achterland weer vrijkomen voor groen. Wel dient tenminste 5 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen te worden gebouwd om de doorzichten naar het achterland open te houden. Ten behoeve van het agrarisch natuurbeheer van dit groen is van belang dat de gronden daarvoor ook bereikbaar blijven. Indien het nieuwe groen achter de bebouwing door eigendomsgrenzen onbereikbaar wordt, zijn privaatrechtelijke afspraken nodig om deze gronden bereikbaar te houden (recht van overpad). Artikel 4: Agrarisch met waarden De agrarische functie van deze gronden is beperkt tot agrarisch natuurbeheer (beweiding en maaien). Grondgebonden veehouderij in combinatie met agrarisch natuurbeheer is derhalve mogelijk (koeien en schapen). Het gemengde gebied aan de stadsrand leent zich niet voor intensieve veehouderij en de polders zijn hier van oudsher te nat voor akkerbouw of tuinbouw. Vanwege de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van dit natte en waterrijke open landschap zijn akkerbouw en tuinbouw hier niet gewenst. Ook glastuinbouw, sierteelt en boom- en fruitteelt zijn hier vanwege de karakteristieke openheid niet gewenst. Werkzaamheden die de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het waterrijke veenweidegebied kunnen aantasten zijn alleen met een aanlegvergunning toelaatbaar. Wel is het mogelijk om bruggetjes en hekjes te bouwen ten behoeve van de laarzenpaden (met een hoogte van maximaal 1.50 meter). Werkzaamheden ten behoeve van de verbetering van de habitat van weidevogels of het ophogen van het waterpeil worden tot het normale onderhoud en beheer van dit gebied gerekend en zijn niet aanlegvergunningplichtig. Artikel 5: Bedrijf Deze bestemming is toegekend aan de bestaande bedrijven in het gebied. De meeste van deze bedrijven hadden in het geldende bestemmingsplan al een bedrijfsbestemming. Een aantal hebben in het geldende bestemmingsplan nog de bestemming Wonen en Bedrijf maar zijn inmiddels zo doorgegroeid dat een bedrijfsbestemming meer recht doet aan de bestaande situatie. Voor de toelatingsregeling van de bedrijven is gebruik gemaakt van de VNG-brochure "Bedrijven en Milieuzonering" en de daarin opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging'. Het milieu aan de Osdorperweg kan immers niet als een bedrijventerrein worden aangemerkt. Wonen en bedrijvigheid komen naast elkaar voor en ook agrarische bedrijvigheid is mogelijk in dit gebied. Toegestaan zijn bedrijven in de categorieën A en B. Niet toelaatbaar zijn categorie C-bedrijven met in potentie een grote verkeersaantrekkende werking die zijn aangewezen op een hoofdontsluitingsweg. De Osdorperweg heeft onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg en het dijklichaam van de Osdorperweg is niet bestand tegen al te veel zwaar vrachtverkeer. In het verleden hebben een aantal bedrijven in strijd met de geldende bestemming steeds meer weiland geclaimd voor hun bedrijfsuitbreiding. 109 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Met dit bestemmingsplan is beoogd om dergelijke ruimteclaims in de toekomst te voorkomen. Met de betrokken bedrijven is naar een structurele oplossing gezocht. De omvang van deze bedrijven is inmiddels zodanig dat verdere groei op deze locatie niet verantwoord is. Omdat de bedrijfspercelen van Rutte (Osdorperweg 580-592) en Kamsteeg (Osdorperweg 530) ver het weidevogelgebied insteken zijn de achterste delen van deze percelen bestemd voor opslag. Ter plaatse mogen de percelen alleen worden gebruikt voor opslag en niet voor bebouwing. Op die wijze wordt de verstoring van weidevogels binnen de perken gehouden. Een deel van de ruimteclaims is gehonoreerd met een groter bestemmingsvlak, maar verdere uitbreiding van de bebouwing is niet toegestaan. Artikel 6: Cultuur en Ontspanning Deze bestemming is gebruikt voor een aantal ateliers in het voormalige schoolgebouw aan de Lutkemeerweg 2. Omdat het voormalige schoolgebouw zeer beeldbepalend is in deze omgeving, is in de planregels opgenomen dat de beeldbepalende karakteristieke verschijningsvorm van het schoolgebouw behouden moet blijven. Het gebouw mag alleen met ontheffing worden uitgebreid en dan alleen als de karakteristieke verschijningsvorm behouden blijft. Dat betekent dat de bestaande maatvoering en gevelindeling moeten worden aangehouden. Artikel 7: Groen Deze bestemming is met name gebruikt voor het groene en karakteristieke talud van de Osdorperweg. Binnen deze bestemming is het weiden van schapen toelaatbaar. Eventuele schuilgelegenheden voor deze schapen zullen echter op het aansluitende eigen terrein moeten worden voorzien. Het groen moet vrij blijven van bebouwing. Artikel 8: Maatschappelijk Deze bestemmingsregeling wordt beknot door de beperkingen die het Luchthavenindelingbesluit met zich meebrengt. Nieuwe (geluidgevoelige) onderwijs-, gezondheidszorg- en zorgfuncties zijn in het plangebied niet toelaatbaar. Deze functies zijn daarom uitgesloten in de bestemmingsomschrijving. Voor de bestaande onderwijsfunctie is een maataanduiding opgenomen. Verder is het dierenasiel op maat bestemd omdat deze functie dermate belastend is voor de omgeving dat ze niet zomaar binnen elke maatschappelijke bestemming kan worden toegelaten. Op de huidige locatie is deze voor de omgeving via het milieuspoor gereguleerd. Ook een begraafplaats is een functie die niet zomaar overal kan worden toegestaan en hier daarom op maat is bestemd. Alleen ter plaatse van de aanduiding is een begraafplaats toegestaan. Artikel 9: Natuur Deze bestemming is gebruikt voor het groene dijklichaam van de Wijsentkade. Deze heeft een belangrijke functie als ecologische verbindingszone. Daartoe is een groene inrichting met natuurlijke oevers van groot belang. Onder aan het talud is een laarzenpad mogelijk. Ter bescherming van de natuurwaarden geldt ook een aanlegvergunningplicht voor werken en werkzaamheden die deze
110 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
natuurwaarden kunnen aantasten. Artikel 10: Recreatie Deze bestemming is gebruikt voor de nutstuinen langs de Osdorperweg. Artikel 11: Sport Deze bestemming is gebruikt voor de bestaande maneges aan de Osdorperweg 577 en de Lutkemeerweg 46 (zie hoofdstuk Handhaving). Voor de bestaande bebouwing zijn bouwvlakken aangewezen. Artikel 12: Tuin Deze bestemming is gebruikt voor de bij de woning behorende voortuinen. In de voortuin zijn geen gebouwen toegestaan en mogen de erfafscheidingen niet hoger zijn dan 1 meter. Artikel 13: Verkeer Deze bestemming is gebruikt voor de bestaande wegen. Maar voor de karakteristieke bermsloten en het groene talud is de bestemming water respectievelijk groen gebruikt. Aanpassingen van het profiel van de weg zijn alleen mogelijk als dat binnen de verkeersbestemming past. Het groene talud en de bermsloten moeten behouden blijven. Artikel 14: Water Deze bestemming is gebruikt voor de karakteristieke bermsloten langs de Osdorperweg, de Lutkemeerweg, de Slibveldenweg, de Raasdorperweg en de Wijsentkade. De kavelsloten in de polders zijn niet afzonderlijk bestemd maar vallen onder de gebiedsbestemming Agrarisch met waarden. Artikel 15: Wonen Deze bestemming is gebruikt voor de woningen, niet zijnde bedrijfswoningen. In het vorige bestemmingsplan werd onderscheid gemaakt tussen woningen met bedrijvigheid op het achtererf en woningen zonder bedrijvigheid. Bij de woningen met bedrijvigheid is meer bebouwing op het perceel aanwezig. Deze woningen hebben daarom in het vorige bestemmingsplan ruimere bouwmogelijkheden gekregen (tot maximaal 60% van het bestemmingsvlak) dan woningen zonder bedrijvigheid. Omdat echter - conform het SVBP - de dubbelbestemmingen 'Wonen/Bedrijven' (WB) en 'Wonen/Agrarisch' (WA) niet meer mogelijk zijn (en ook niet wenselijk), is in voorliggend bestemmingsplan slechts sprake van enkele woonbestemmingen. Daarbij is er voor gekozen om de woningen binnen een bouwvlak op te nemen c.q. vast te leggen. Dit leidt tot een situatie die planologisch wenselijker is met het oog op spreiding van de bouwmogelijkheden binnen het bestemmingsvlak. In het bouwvlak is aangegeven hoeveel woningen daarbinnen zijn toegestaan. Bij twee aan elkaar gebouwde woningen staat er dus één bouwvlak op de verbeelding waarbinnen krachtens de aanduiding op de verbeelding maximaal 2 wooneenheden zijn toegestaan. De huidige woonbestemming houdt voor zover nodig rekening met de bebouwingspercentages uit het vorige bestemmingsplan. Deze bebouwingspercentages hebben echter - aangezien nu sprake is van een enkele woonbestemming - uitsluitend betrekking op bijgebouwen bij woningen.
111 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Het medegebruik van de woning voor praktijk of vrije beroepsuitoefening aan huis is toegestaan, evenals het medegebruik voor consumentverzorgende dienstverlening. Dat betekent dat tandarts met een praktijk aan huis is toegestaan, maar bijvoorbeeld ook een kleine kapsalon, schoonheidssalon of nailstudio aan huis. Deze activiteiten moeten wel worden uitgeoefend door de bewoner van het huis. Het is dus niet toegestaan om delen van de woning (bijvoorbeeld een groot bijgebouw) bedrijfsmatig aan derden te verhuren voor praktijk- of kantoorruimte. De woonfunctie mag niet door deze activiteiten worden verdrongen. Daarom is als voorwaarde opgenomen dat de activiteiten moeten worden beperkt tot maximaal 150 m2. In deze bestemming is de beeldbepalende stolpboerderij Osdorperweg 756 als karakteristieke bebouwing aangemerkt. Dat betekent dat de karakteristieke verschijningsvorm van deze boerderij behouden moet blijven (vierkante plattegrond met piramidaal dak). Uitbreiding is alleen met ontheffing toegestaan. Deze bescherming gaat minder ver dan de monumentenbescherming. Niet zozeer de cultuurhistorische waarde van het pand is beschermenswaardig, maar de beeldbepalendheid ter plaatse en de karakteristieke verschijningsvorm die verwijst naar het verleden. Om die reden is geen sloopverbod opgelegd, maar is wel voorgeschreven dat ter plaatse alleen een soortgelijk beeldbepalend en karakteristiek gebouw toelaatbaar is. Een andere bouwstijl is ter plaatse niet toegestaan. Artikel 16: Wonen - Stadslandbouw Deze bestemming is voornamelijk gebruikt voor een aantal voormalige agrarische bedrijfspercelen in eigendom van het stadsdeel, waarop de ontwikkeling van stadslandbouw is mogelijk gemaakt. De bestaande gebouwen of de toegekende bouwmogelijkheden mogen voor stadslandbouwactiviteiten worden aangewend. De toegekende bouwmogelijkheden zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan (bestemming Wonen en Agrarische bedrijven) en bedragen maximaal 60% van het bij de woning behorende bouwperceel. Stadslandbouw is in het bestemmingsplan (zie de begripsbepalingen) omschreven als een: "Agrarisch bedrijf in combinatie met dienstverlenende nevenactiviteiten die inspelen op natuur- en landschapsbeheer in het open veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid of de Osdorper Bovenpolder en/of die inspelen op de recreatieve landschapsbeleving van deze polders en/of die inspelen op voedselproductie, waarbij tenminste 10% van de inkomsten uit agrarische activiteiten moeten voortkomen''. Voorbeelden van stadslandbouw zijn: natuur- en landschapsbeheer; natuur- en milieueducatie; dierverzorging en moestuinieren; een kinderboerderij, een kaasboerderij, een zorgboerderij (zonder overnachtingsmogelijkheden) of andere boerderijvorm waarbij educatie over het agrarische bedrijf, landschap en natuur centraal staan; schoolwerktuinen; recreatieve activiteiten die inspelen op agrarisch natuurbeheer
112 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
en/of het polderlandschap zoals bijvoorbeeld een boerenspeel-, sport- en/of doetuin, een speel-, sport- of doetuin; jeugd-, kinder- en naschoolseopvang, waarbij het actief bezig zijn met dierverzorging, natuur- en landschapsbeheer en voedselproductie onderdeel is van de activiteiten; horeca die mede gericht is op bewustwording van de voedselproducerende functie van de agrarische sector en/of de recreatieve functie van polderlandschap, zoals de verwerking van streekeigenproducten (vergeten groenten) en/of een theetuin. In het kader van de stadslandbouw is de verkoop van agrarische producten en/of de verkoop van producten gerelateerd aan natuuren milieueducatie toegestaan. Onder stadslandbouw worden geen maneges, paardenhouderijen en stoeterijen begrepen. Ook grootschalige functies zoals tuincentra, congrescentrum en leisureachtige functies zoals bijvoorbeeld de voormalige Flevohof zijn niet toelaatbaar. In deze bestemming zijn een aantal karakteristieke panden opgenomen (zie hoofdstuk 10 Cultuurhistorie). Uitbreiding is alleen mogelijk als de karakteristieke verschijningsvorm daardoor niet onevenredig wordt aangetast (bestaande goot- en nokhoogtes, gevelindeling en plattegrond). Artikel 17: Wonen - Woonwagenstandplaatsen Deze bestemming is gebruikt voor het bestaande woonwagencentrum. Vergeleken met het geldende bestemmingsplan is een flinke verruiming van de bouwhoogte opgenomen. Voor de woonwagens is een bouwhoogte toegestaan van maximaal 7,50 meter. Voor elke woonwagen is een bouwvlak aangewezen. Verder is zoveel mogelijk de regeling uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. Artikel 18: Leiding Dit is een dubbelbestemming en die gaat voor op de onderliggende bestemming. In dit geval gaat het om bestaande kabels en leidingen (zie hoofdstuk 6 milieu-externe veiligheid). Ter bescherming van deze belangen (voorkomen beschadiging en bereikbaar houden voor onderhoud) mag er binnen de op de verbeelding aangewezen beschermingszone (de dubbelbestemming) niet worden gebouwd en mogen er geen grondbewerkingen worden uitgevoerd, tenzij de belangen van het leidingenbeheer daardoor niet worden geschaad en de beheerder daaromtrent om advies wordt gevraagd. Artikel 19: Waarde - Archeologie Ook dit is een dubbelbestemming ter bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. De begrenzing van deze dubbelbestemming is afgestemd op de archeologische beleidskaart die door ADC-heritage is opgesteld. Het bouwverbod met ontheffingsmogelijkheid geldt niet voor nieuwbouw kleiner dan 100 vierkante meter. Ook voor grondbewerkingen dieper dan 30 centimeter geldt een verbod en een aanlegvergunningplicht. Artikel 20: Waterstaat-Waterkering Deze dubbelbestemming moet bescherming geven aan de bestaande waterkeringen in het gebied (zie hoofdstuk 8 Water). Alle graafwerkzaamheden in de dijk zijn verboden, tenzij daarvoor 113 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
toestemming is verkregen van de dijkbeheerder. De algemene regels in hoofdstuk 3 en de overgangs- en slotregels in hoofdstuk 4, zijn conform het SVBP 2008. 11.4.1
Functieaanduidingen Een functieaanduiding wordt gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming nader te specificeren. Daarbij kan het gaan om een verruiming, een beperking dan wel een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden binnen het aangeduide gebied. De functieaanduidingen zijn terug te vinden op de verbeelding (in afgekorte vorm) en in de regels. Of de werking van een functieaanduiding beperkend is dan wel verruimend valt af te leiden uit de wijze waarop deze is omschreven. In het onderstaande worden een aantal in het bestemmingsplan voorkomende relevante voorbeelden opgesomd: In artikel 4 lid 1 sub d (bestemming 'Bedrijf') wordt de aanduiding voor bouwbedrijf - op de verbeelding afgekort als '(sb-bbd)' - als volgt omschreven: 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-bouwbedrijf' , een bouwbedrijf'. Deze omschrijving moet worden opgevat als een verruiming van de bedrijfsbestemming. Het gaat hier om een functie die niet binnen de toegestane bedrijfscategorieën valt en waarvoor dus binnen het met '(sb-bbd)' aangeduide gebied een verruiming van de gebruiksmogelijkheden noodzakelijk is. In artikel 4 lid 1 sub o (bestemming 'Bedrijf') wordt de aanduiding voor opslag - op de verbeelding aangeduid als '(op)' - als volgt omschreven: 'ter plaatse van de aanduiding 'opslag' , uitsluitend opslag is toegestaan' Deze omschrijving moet worden opgevat als een beperking van de gebruiksmogelijkheden. Van belang is hier het woord 'uitsluitend'. Met 'uitsluitend' wordt bedoeld dat binnen het aangeduide gebied ten behoeve van de toegestane bedrijfscategorieën uitsluitend opslagactiviteiten zijn toegestaan. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat de werking/betekenis van een functieaanduiding - in dit geval opslag - niet verder reikt dan het aangeduide gebied. Om bij het voorbeeld van opslag te blijven: Het woord 'uitsluitend' betekent dus niet dat de aangeduide functie 'uitsluitend' op die locatie mag worden uitgeoefend en niet op de andere bedrijfslocaties. Opslag maakt onderdeel uit van een normale bedrijfsvoering en mag uiteraard ook op andere bedrijfslocaties plaatsvinden. De aanduiding '(op)' bepaalt dus slechts voor één specifiek gebied dat daar de bedrijfsvoering zich beperkt tot opslag. In artikel 8 lid 1 sub b (bestemming 'Maatschappelijk') wordt de aanduiding voor dierenasiel - op de verbeelding afgekort als '(ds)' - als volgt omschreven: 'ter plaatse van de aanduiding 'dierenasiel', een dierenasiel'. Deze omschrijving moet worden opgevat als een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden. Weliswaar valt de functie van dierenasiel reeds onder de bestemming 'Maatschappelijk' maar wordt het onwenselijk geacht om deze functie op iedere locatie met de bestemming 'Maatschappelijk' toe te staan.
114 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Vandaar dat het dierenasiel niet als hoofdfunctie in de regels wordt genoemd maar als specifieke aanduiding wordt omschreven. 11.5
Digitaal raadpleegbaar plan Het plan is gemaakt met behulp van RO-Plan, een softwarepakket waarmee bestemmingsplannen digitaal kunnen worden getekend en voorzien van de bijbehorende planregels. Het bestemmingsplan is door particulieren te raadplegen op internet. Op deze wijze wordt het bestemmingsplan toegankelijker voor particulieren. Daarnaast is zoals gebruikelijk een 'papieren plan' beschikbaar dat geraadpleegd kan worden.
115 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 12
12.1
Handhaving
Handhavingsbeleid In dit bestemmingsplan is het beleid er op gericht om de waardevolle landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van de Osdorper Binnenpolder Zuid en de Osdorper Bovenpolder te behouden. Daartoe is een consoliderend bestemmingsplan opgesteld, waarbij een harde grens tussen de bebouwing en het polderlandschap is aangegeven. Voor die harde grens is aansluiting gezocht bij de huidige bouw- en gebruiksmogelijkheden op basis van geldige vergunningen en bestaande situaties die in rechte onaantastbaar zijn. Voor een aantal percelen is dat hierna ook expliciet verantwoord. Voor het handhavingsbeleid vormt de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan dan ook het peilmoment. Dit betekent dat tegen strijdigheid met dit bestemmingsplan handhavend zal worden opgetreden. De concrete invullling van het handhavingsbeleid dient verder plaats te vinden in het kader van het Handhavingsprogramma van stadsdeel Osdorp.
12.2
Hardheidsclausule Caravan Osdorperweg 697 Voor de caravan aan de Osdorperweg 697 wordt gebruik gemaakt van de hardheidsclausule in artikel 25.3 van de planregels. De huidige gebruiker (mevr. M. van Overschot-Braam) mag in de caravan blijven wonen, maar als zij het gebruik in de toekomst beëindigt mag de caravan niet langer door een ander worden bewoond. Het overgangsrecht is met andere woorden gebonden aan de persoon. Anderen kunnen daarvan geen gebruik maken. Bij verkoop, schenking of in gebruikgeving aan familie, vrienden of derden, zal handhavend worden opgetreden. Het gebruik van de caravan is tevens vastgelegd in de erfpachtakte van 2 september 1997 (reg.nr.: MH/41069).
12.3
Bedrijvigheid en de Hoofdgroenstructuur In het plangebied komen een aantal bedrijven voor die al jaren op hun huidige locatie aan de Osdorperweg zijn gevestigd en die hun bedrijfsperceel in de loop van de jaren steeds verder hebben uitgebreid ten koste van het open veenweidegebied. Daar is in het verleden niet altijd even adequaat tegen opgetreden waardoor het in sommige gevallen niet meer mogelijk is om deze situatie weer ongedaan te maken. Hierna zijn een aantal bedrijfspercelen opgenomen waarbij deze problematiek speelt en waarvoor naar een structurele oplossing is gezocht. Op basis van de handhavingsdossiers is bekeken welk strijdige gebruik (en bebouwing) in rechte nog ongedaan zou kunnen worden gemaakt. Naar aanleiding daarvan zijn bestemmingsvlakken en bouwvlakken toegekend. Om in deze situaties ook voor een structurele oplossing te kunnen zorgen is het de bedoeling om de toegekende bedrijfspercelen fysiek van het veenweidegebied af te schermen door gelijk achter deze
116 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
percelen een watergang te graven en een waterscheiding op te werpen. Osdorperweg 580-592 (Bouwbedrijf Rutte) Op dit moment steekt het gebruik op deze percelen ten behoeve van de niet-agrarische (bedrijfs)activiteiten circa 585 meter de polder in (gemeten vanuit de Osdorperweg). De bestaande bebouwing steekt ongeveer 245 meter de polder in. In het geldende bestemmingsplan steken de voor Wonen en Bedrijf aangewezen gronden ongeveer 235 meter de polder in (gemeten vanuit de Osdorperweg). De gronden daarachter hebben de bestemming Agrarisch gebied met natuur- en landschappelijke waarden (Anl). Dat betekent dat het gebruik over een lengte van 350 meter niet past in de geldende agrarische bestemming. In april 2003 is daartoe een handhavingsprocedure gestart door het dagelijks bestuur van Osdorp (Besluit 29 april 2003, reg.nr. 865 SDO 03). Daarbij werd geconstateerd dat Rutte voor een deel van het niet-agrarische gebruik een beroep kan doen op het overgangsrecht. Bovendien staken delen van het overgangsrechtelijke gebruik nog verder de polder in dan delen van het strijdige gebruik. Ook bij het volledig uitprocederen van de handhavingszaak zou er derhalve nog steeds niet-agrarisch gebruik moeten worden toegestaan ver in de polder en zonder aansluiting op het bedrijfsperceel. Naar aanleiding daarvan heeft intensief overleg met Rutte plaatsgevonden en is tussen stadsdeel Osdorp en Rutte B.V. overeenstemming bereikt over een uitruil van strijdig gebruik tegen overgangsrechtelijk gebruik. In 2004 werd tussen het dagelijks bestuur en Rutte B.V. overeenstemming bereikt over de volgende regeling. De achterste grens van het bedrijfsperceel van Rutte zou komen te liggen op 132 meter uit de achtergevel van de achterste loods op het terrein, gezien vanaf de Osdorperweg. Met de achterste loods wordt bedoeld de loods die vergund is bij besluit van 8 juli 1986 (registratienummer: 1/5402 BWT 1984, dossier 47551). Het gehele terrein achter genoemde grens zou weer teruggebracht worden in de oorspronkelijke staat (ophoging afgraven tot het niveau van het omliggende weiland en aanbrengen van nieuwe laag aarde). Het bedrijfsperceel zou fysiek van de polder worden afgescheiden door een nieuw te graven watergang. Verder zijn daarbij duidelijke afspraken gemaakt over de uitvoering van deze uitruil en de opslag op het bedrijfsperceel. Op basis van deze overeenstemming is in 2004 een vrijstelling ex artikel 19 WRO aangevraagd door Rutte B.V. voor het gebruik tot circa 360 meter uit het hart van de Osdorperweg. Het dagelijks bestuur heeft op 2 juni 2004 een verklaring van geen bezwaar voor deze vrijstelling aangevraagd. Daarop is nog steeds geen beslissing ontvangen. In dit bestemmingsplan is de beoogde vrijstellingsregeling overgenomen. Voor een nadere motivering daarvan zij verwezen naar het verzoek om een verklaring van geen bezwaar d.d. 2 juni 2004. Osdorperweg 530 (Kamsteeg) Op dit moment steekt het gebruik op deze percelen ten behoeve van de niet-agrarische (bedrijfs)activiteiten circa 320 meter de polder in (gemeten vanuit de Osdorperweg). De bestaande bebouwing steekt ongeveer 210 meter de polder in.
117 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
In het geldende bestemmingsplan steken de voor Wonen en Bedrijf aangewezen gronden ongeveer 100 meter de polder in (gemeten vanuit de Osdorperweg). De gronden daarachter hebben de bestemming Agrarisch gebied met natuur- en landschappelijke waarden (Anl). Dat betekent dat het gebruik over een lengte van 220 meter niet past in de geldende agrarische bestemming. In juni 2003 is daartegen een handhavingsprocedure gestart die slechts ten dele succesvol is verlopen. Daarom heeft in het kader van dit bestemmingsplan overleg plaatsgevonden. Op basis daarvan is een bestemmingsvlak toegekend dat circa 275 meter de polder in steekt. De hoeveelheid bebouwing binnen dit bestemmingsvlak is echter beperkt. Bebouwing is volgens de planregels alleen binnen de bouwvlakken toegestaan. De bouwvlakken zijn alleen toegewezen aan loodsen die zijn gebouwd op voor WB aangewezen gronden. De loodsen die zijn gebouwd op de voor Anl aangewezen gronden hebben geen bouwvlak gekregen. Verder is de opslag op het terrein beperkt tot maximaal 5.200 m³. Osdorperweg 577 (W. Schelling/Manege) Op deze locatie is al een groot aantal jaren een manege gevestigd. In het geldende bestemmingsplan hebben deze gronden deels de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (kassen). Na beëindiging van het tuinbouwbedrijf ter plaatse hebben de kassen een aantal jaren leeggestaan. De vestiging van een nieuw tuinbouwbedrijf ter plaatse is niet reëel gebleken. Vervolgens zijn de bestaande kassen omgebouwd tot paardenstallen en andere manegeruimten. Hiervoor geldt dat de manege in het nieuwe bestemmingsplan kan worden ingepast. De omvorming van kassen naar stalruimte en andere manegegebouwen is niet ten koste van landschap, natuur en cultuurhistorie gegaan. In de gemengde omgeving van de Osdorperweg is deze stadsrandactiviteit goed inpasbaar. Op het terrein is voldoende parkeergelegenheid beschikbaar en de verkeersontsluiting over de Osdorperweg is voldoende. Een en ander sluit ook aan bij de uitgangspunten van het 'PvE Tuinen van West' voor extensieve recreatie. Gebruik kassen voor stalling Het bestaande kassengebied aan weerszijden van de Raasdorperweg en ook de bestaande kassen achter de Osdorperweg 505-577 hebben de bestemming 'Agrarisch' gekregen. Bij een inventarisatie in de zomer van 2009 is gebleken dat van de 16 hectare kassen circa 5 hectare in gebruik is voor de stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen. De overige 11 hectare is nog agrarisch in gebruik. In het verleden is gebleken dat het weer ongedaan maken van stallingsactiviteiten erg lastig is. Omdat het gebruik in de kassen plaatsvindt en er geen gerichte controles hebben plaatsgevonden is de start van het strijdige gebruik voor stalling nauwelijks te achterhalen. Dat maakt dat optreden lastig is en dat ook na een langdurig handhavingstraject nauwelijks succes is te halen. In overleg met de centrale stad is daarom besloten uitsluitend de bestaande stallingsactiviteiten toe te staan en nieuwe stallingsactiviteiten uit te sluiten. Daar waar stalling van auto's, boten, caravans en/of andere voertuigen in de kassen is toegestaan is gebruik gemaakt van een
118 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
maatbestemming waarbij de betreffende bedrijfsactiviteit specifiek wordt aangeduid. Uitbreiding of nieuwvestiging is niet mogelijk. Ook uitbreiding van kassen voor glastuinbouw is niet mogelijk voor de bedrijven die een deel van de kassen in gebruik hebben voor stallingsactiviteiten. In dat geval dient voor de gewenste uitbreiding van de glastuinbouwactiviteiten eerst de bestaande stallingsruimte te worden aangewend. Uitbreiding van kassen is met andere woorden uitsluitend mogelijk voor de bestaande glastuinbouwbedrijven die hun gehele areaal kassen gebruiken voor glastuinbouw. Voor de handhaving van toekomstig strijdig gebruik wordt het bestemmingsplan het ijkpunt. Stallingsactiviteiten die niet op de kaart staan zijn in strijd met het bestemmingsplan en na de inwerking treding daarvan ontstaan. Tegen nieuwe gevallen van stalling zal handhavend worden opgetreden (zie hierover ook hoofdstuk 11).
119 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 13
Economische uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. is grotendeels een consoliderend bestemmingsplan. In het plan zijn geen grootschalige ontwikkelingen voorzien waarvan de economische uitvoerbaarheid ter discussie staat. Wel voorziet het Programma van Eisen voor de Tuinen van West in een aantal kleinschalige ontwikkelingen. Hoewel de beoogde Westrandweg het plangebied doorsnijdt is voor de aanleg daarvan een afzonderlijk bestemmingsplan voorzien. De inrichtingskosten voor de delen van de Tuinen van West in Osdorp worden door het stadsdeel geraamd op € 12 miljoen. De aanleg van infrastructuur is de voornaamste kostenpost. De kosten die gemoeid zijn met de ontwikkeling van stadslandbouw vallen hier niet onder. De hiervoor benodigde investeringen worden verwacht te worden gemaakt door de ondernemers. De eventuele kosten die gemoeid zijn met grondverwerving zijn nog niet bekend. Ook opbrengsten uit erfpacht zijn nog niet te ramen. Hierover zullen te zijner tijd onderhandelingen moeten worden gevoerd. In stadsdeel Osdorp is het nog niet duidelijk welke gronden in erfpacht kunnen worden uitgegeven ten behoeve van functies die in het PvE passen zoals stadslandbouw. Het stadsdeel zal eventuele inkomsten uit het gebied in principe ten goede laten komen aan de ontwikkeling van de Tuinen van West. De centrale stad heeft in haar Programakkoord € 12 miljoen aan groengelden vrijgemaakt voor investeringen in groen in en om Amsterdam in de periode 2006-2020 In de begroting voor 2008 is € 4 miljoen uitgetrokken voor de realisering van de Tuinen van West. Het voorstel is om € 3 miljoen te reserveren voor de cofinanciering bij de Rods-aanvraag van stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer en € 393.400 voor de cofinanciering bij de RodS-aanvraag van stadsdeel Osdorp. De besluitvorming vindt plaats bij de verdeling van de Groengelden voor 2008 door B & W. Stadsdeel Osdorp heeft in een niet-openbaar besluit vastgelegd dat de middelen die vrijkomen uit de verkoop van gronden in de Lutkemeerpolder aan het Rijk, in principe zullen worden ingezet voor de uitvoering van de Tuinen van West. Door een herijking van het Rijksbeleid is dit echter niet meer aan de orde. Als alternatief zal de mogelijkheid van verwerving van middelen uit het Rijksbufferzonebeleid worden onderzocht.
120 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Hoofdstuk 14
14.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Inspraak en vooroverleg Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 2 april tot en met 14 mei 2009 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn 48 inspraakreacties ingediend waarvan sommige gezamenlijk zijn ingediend. De inspraakreacties zijn beantwoord in de 'Nota van Antwoord voorontwerp bestemmingsplan Osdorperweg e.o.' (hierna: Nota van Antwoord). Daarnaast zijn in deze periode 16 reacties ontvangen van de vooroverlegpartners zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Ook deze vooroverlegreacties zijn beantwoord in de Nota van Antwoord en als bijlage bij de toelichting opgenomen. De Nota van Antwoord is opgenomen in een afzonderlijk document en maakt deel uit van dit bestemmingsplan.
14.2
Zienswijzen Het ontwerp-bestemmingsplan heeft van 5 november 2009 tot en met 16 december 2009 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn 42 zienswijzen ingekomen. Deze zienswijzen zijn beantwoord in de Nota van Zienswijzen. In die periode is het plan ook nog eens toegestuurd aan een aanntal vooroverlegpartners zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Van 5 overlegpartners zijn opmerkingen terug ontvangen. In de Nota van Zienswijzen zijn de reacties op deze opmerkingen opgenomen. De Nota van Zienswijzen is opgenomen in een afzonderlijjk document en maakt deel uit van dit bestemmingsplan.
121 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
122 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Bijlagen bij de toelichting
123 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Bijlage 1 LIJST GEREGISTREERDE BEDRIJVEN (Kamer van Koophandel) Onderstaande lijst maakt onderdeel uit van de toelichting bij dit bestemmingsplan en is afkomstig van de Kamer van Koophandel. Aan deze lijst kunnen derhalve geen rechten worden ontleend omtrent de (juridische) status van een bedrijf met betrekking tot het bestemmingsplan. Of de aanwezigheid van een al dan niet in de lijst genoemd bedrijf in strijd met dan wel conform het bestemmingsplan is, kan slechts worden afgeleid uit de bij dit bestemmingsplan behorende regels. De bedoeling van de lijst is uitsluitend om een overzicht te geven van de aanwezige bedrijvigheid in onderhavig plangebied. De lijst pretendeert niet volledig te zijn (agrarische bedrijven en vrije beroepen zijn bijvoorbeeld niet verplicht om zich in de KvK in te schrijven). De lijst dateert van mei 2009. ADRES Osdorperweg
NUMMER 485
BEDRIJF J. van der Veldt
Osdorperweg
485
Osdorperweg
487
Osdorperweg
487
Osdorperweg
489
D
Osdorperweg
489
GEBOUW K
Osdorperweg
489
Osdorperweg
489
Osdorperweg
489
E
Osdorperweg
489
m
Osdorperweg
489
gebouw T
Osdorperweg
489
c
Osdorperweg
489
Osdorperweg Osdorperweg
505 505
Osdorperweg
515
A
Timmerbedrijf Toon Dekker Autorecycling Bart
ACTIVITEITEN Laad-, los-, overslagact. (wegvervoer) Timmeren
Groothandel in autosloopmateria al Garage Osdorp Reparatie van personenauto's W.J. Warmerdam Verhuur van Beheer overige woonruimte Herstelwerkplaats Reparatie van David personenauto's Amsterdamse Party Verhuur van Service Van Breemen huisraad Vloerenbedrijf Woningstoffeerd Mittendorff erijen B Royal B.V. Groothandel in bovenkleding Autobedrijf Reparatie van Sleutel/Service personenauto's Masis Garage Reparatie van personenauto's D.W. Pompen B.V. Benzineservicest ations (met winkel) Autoservice Amsterdam Reparatie van personenauto's Allround Travel B.V. Reisorganisatie Autocenter Jan De Detailhandel in Vries gebruikte personenauto's Henk Schelling Prod. verpakking Decoratief van papier en karton
124 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Osdorperweg
515
B
E.G.P. Vork
Osdorperweg
519
Muurblom
Osdorperweg Osdorperweg
537 541
G. Bakker Autobedrijf Osdorp
Osdorperweg
541
Autohandel Amsterdam Jagers
Osdorperweg
547
E.M. van der Laan en Zoon
Osdorperweg
547
Osdorperweg
567
Samenwerkende ABA bedrijven Amsterdam e.o. Gusti Mediterranei
Osdorperweg
571
Osdorperweg
575
B
Osdorperweg
575
A
Osdorperweg
575
Osdorperweg
575
Osdorperweg Osdorperweg
583 583
Osdorperweg
589
Osdorperweg
589
Osdorperweg
589
Osdorperweg
589
Osdorperweg
589
Osdorperweg
605
Osdorperweg
635
Osdorperweg
643
Kweken van groente Modeontwerpers e.d. Natte waterbouw Detailhandel in gebruikte personenauto's Detailhandel in gebruikte personenauto's Detailhandel in nieuwe personenauto's Beroepsorganisa ties
GH in voedingsen genotmidd. alg, ass. V.O.F. Gebr. H.C . en Fokken en G.T. Worm houden van rundvee C hoi Handelskwekerij Kweken van groente J.N.J. van der Tol Kweken van (pot)planten Kuijper C hinese GH in Groenten B.V. buitenlandse levensmiddelen L.G. Kuijper Vastgoed Projectontwikkeli B.V. ng Kubas Klussenbedrijven Marius Osakauskas Algemene Renovatiebedrijf burgerlijke en utiliteitsbouw Vitaplus Nederland B.V. TH papier, boeken, kantoorbehoefte n e.d. Deshima III B.V. Projectontwikkeli ng C opasa Management Overige B.V. economische adviesbureaus MainTrack Holding B.V. Organisatie-advi esbureaus MainTrack Services Organisatie-advi B.V. esbureaus IKWILDESIGN Ontwerp en bouw van websites; webdesign Home-Made Winkels in art. v. woninginr. alg. ass. Autohandel Greco Detailhandel in gebruikte personenauto's
1
125 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Osdorperweg
665
Osdorperweg
703
Osdorperweg
705
Osdorperweg
719
Osdorperweg
721
Osdorperweg
781
Osdorperweg Osdorperweg
781 781
Osdorperweg
781
Osdorperweg
783
Osdorperweg
783
Osdorperweg
787
Osdorperweg
943
Osdorperweg
943
Osdorperweg
945
Osdorperweg
945
Osdorperweg
945
Osdorperweg
949
Osdorperweg
949
Osdorperweg
951
Osdorperweg
452
Osdorperweg
456
Osdorperweg
456
Osdorperweg Osdorperweg
456 456
C SHWDPT C ellspace Hardware Department
Markt- en opinie-onderzoek bureaus Hans Auto Onderdelen Groothandel in autosloopmateria al Autosloperij Rode Ben Groothandel in autosloopmateria al Rowi Bedrijfsdiensten GH en TH in personenauto's Bandenhal Rocky Bandenservicebe drijven A V.O.F. Van Geilswijk Kweken van snijbloemen Bouwservice J. Worm Standbouw A Mavag B.V. Kweken van snijbloemen A ABC Stalling Autoparkeer- en Amsterdam B.V. -stallingbedrijven Jovag B.V. Kweken van snijbloemen Ruvag Multiservice B.V. Rep. van elektrische huish. app. Kwekerij Kramer Kweken van snijbloemen Autobedrijf R.A. Sloot GH en TH in personenauto's Maatschap Kweken van Bijma-Meekel groente Autobedrijf H.G.A. van Reparatie van Klooster personenauto's 1a Zijlstra Autoservice Detailhandel in gebruikte personenauto's -6 Handelsonderneming G. GH en TH in Rais personenauto's Keizer Prestatie Prakt. van C onsultancy psychotherap. en psychologen Praan Solutions Organisatie-advi esbureaus A Gebroeders van Kweken van Geilswijk B.V. snijbloemen Ton de Jeu V.O.F. Groothandel in bloemen en planten E.M.P. (Euro Motor Reparatie van Parts) personenauto's D Rob Klooster Vervaardiging Timmerwerk afbouw van zitmeubels onderhoud LOODS 19 D & F Autos Autowasserijen Loods 3 Firma Handje Klap Detailhandel in gebruikte personenauto's
126 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Osdorperweg
456
LOODS 2
Osdorperweg
456
L5
Osdorperweg
460
Osdorperweg
462
Osdorperweg
462
Osdorperweg
494
Osdorperweg
510
Osdorperweg
510
Osdorperweg
516
B
Osdorperweg Osdorperweg
516 516
H E
Osdorperweg
516
Osdorperweg
516
F
Osdorperweg
518
M
Osdorperweg
518
S
Osdorperweg Osdorperweg
518 518
F S
Osdorperweg
518
N
Osdorperweg
518
K
Osdorperweg Osdorperweg
518 518
C B
Osdorperweg
518
W
Osdorperweg Osdorperweg
518 518
X -V
Osdorperweg
518
-E
Osdorperweg
518
X
Arie Autos Amsterdam
Detailhandel in gebruikte personenauto's Onderhoudsbedrijf R. Detailhandel in Kamerman gebruikte personenauto's Pratum B.V. Kweken van snijbloemen A.W.M. Meekel Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw Hei en Pulsbedrijf V & M Heien en andere funderingswerkz aamheden Schildersbedrijf M. Schilderen en Hulsebos glaszetten 4N GME Studios B.V. Dienstverlening, organisatie tbv cultuur 4N GME C oncerts B.V. Dienstverlening, organisatie tbv cultuur Havé Makelaars- en Bem. Assurantiekantoor B.V. handel/(ver)huur o.g Kn@p & Helder Klussenbedrijven Sterretje Mode Textiel Prod. Productie en Reparatie bovenkleding Prostera Software consultancy (onafh. adv.) Brandarius C apital Rechtskundige Management B.V. adviesbureaus Turing Information Automatiserings Systems B.V. bureaus (allround) Belma Montage & Timmeren Afbouw Atlassib Olanda B.V. Reisorganisatie Meba Montage & Klussenbedrijven Onderhoud A.P.K. C entrum Osdorp Reparatie van B.V. personenauto's Garage Express Reparatie van personenauto's B.A. C leaning B.V. Autowasserijen Autobedrijf Bastiaannet Detailhandel in B.V. gebruikte personenauto's All Products and GH en TH in Services banden Ekolay Grondverzet Plam Trans Reparatie van personenauto's Ronny Bandenservice Bandenservicebe drijven Serra Holland B.V. Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw
127 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Osdorperweg
520
Loonwerkbedrijf P. Sol
Osdorperweg
522
D
GABA
Osdorperweg
530
Z
Minor Original
Osdorperweg
530
Osdorperweg
580
-B
C itotex
Osdorperweg
588
-1
Olbe Produkties B.V.
Osdorperweg
588
1
Benger & Maroli B.V.
Osdorperweg
588
1
Osdorperweg
588
Olbe Theater & Entertainment B.V. Rutte Bouw
Osdorperweg
588
Nirmala Impex B.V.
Osdorperweg
588
Osdorperweg
588
Osdorperweg
588
Recycling Wegenbouwmaterialen Amsterdam C ombinatie Rutte/Koninklijke Bammens A.T.H. Purple B.V.
Osdorperweg
588
Rutte Beheer
Osdorperweg
588
Rutte Transport
Osdorperweg
588
Rutte Wegenbouw
Osdorperweg
590
Osdorperweg
590
Gelita Medical Holding B.V. Gelita Medical B.V.
Osdorperweg
614
G. van Bodegraven
Osdorperweg
632
V.O.F. W. Schelling
Osdorperweg
636
Osdorperweg
638
Foodstyling C or Meijerink A. Dijkzeul Training
Osdorperweg
638
Osdorperweg
642
Osdorperweg
664
Orazio Pulvirenti
a
Verh. bouw- en sloopmach. met personeel Elektrotechn. bouwinstall. (sterkstroom) Markthandel in kleding Markthandel in chocolade en suikerwerk Prod. bovenkleding Producenten van podiumkunst Producenten van podiumkunst Producenten van podiumkunst Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw Prod. bovenkleding Voorbereiding recycling van afval Ov. bouwinstallatie Ontw. en adv. voor de bouw Overig goederenvervoer over de weg Overig goederenvervoer over de weg Aanleg (spoor)wegen, luchth., sportv. Pakken, sorteren e.d. in loon Pakken, sorteren e.d. in loon Diensten voor veeteelt (niet veterinair) Hoveniersbedrijv en C atering
Organisatie-advi esbureaus Tsjitske Dijkstra, Bedrijfsopleiding Training & C oaching en -training TriNova PN C onsultancy Organisatie-advi esbureaus Multi Shoes TH in textiel en lederwaren
128 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Osdorperweg
664
Jin Li Ma
Osdorperweg
674
Osdorperweg
678
Osdorperweg
688
Osdorperweg
688
Sun and Beauty land Osdorp F&C Timmer- en Onderhoudsbedrijf B.V. F.C . van der Kooij C onsultancy F.C . van der Kooij B.V.
Osdorperweg
726
Van Offeren Flower Design
Osdorperweg
750
Osdorperweg
756
C aravanbedryf Klaver Vier Kooter Hoveniers
Osdorperweg
756
Osdorperweg
768
Osdorperweg
800
Osdorperweg
824
B
Aannemers- en Onderhoudsbedrijf P.A.M. Visser Hands and Nails
Osdorperweg
824
c
Oxtown
Osdorperweg Osdorperweg Osdorperweg
830 830 830
A
HAS Autocenter Veli Klussenbedrijf Autocentrum Osdorp
Osdorperweg
850
Osdorperweg
850
Kracht Bedrijfsoplossingen Kracht Advies
Osdorperweg
880
Deuxling Holding B.V.
Osdorperweg
882
Runa Assurantiën
Osdorperweg
888
Raynelstaete B.V.
Osdorperweg
890
Osdorperweg
894
Yaaro Business Solutions
Osdorperweg
922
Osdorperweg Lutkemeerweg
944 48
Van Der Worp Interim Management Roshnis Stichting Het Molenpaardje
V.O.F. Akkerbouwbedrijf J.J. Kooter B.V. Mesthandel C .G. Kroon
B
R M Informatisering
MH in schoeisel, lederwaren en reisart. Exploitatie van zonnebanken Timmeren Organisatie-advi esbureaus Assurantietussen personen Groothandel in bloemen en planten Winkels in caravans Hoveniersbedrijv en Akkerbouw
GH in bestrijdingsmidd. en kunstmeststof Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw Schoonheidsverz orging en manicures Organisatie-advi esbureaus Autowasserijen Klussenbedrijven Detailhandel in gebruikte personenauto's Organisatie-advi esbureaus Organisatie-advi esbureaus Overige diensten voor vervoer over water Assurantietussen personen Ontw. en adv. voor de bouw Software consultancy (onafh. adv.) Markt- en opinie-onderzoek bureaus Organisatie-advi esbureaus C atering Maneges
129 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Lutkemeerweg
92
Lutkemeerweg
21
Lutkemeerweg
21
Pandora Installatie-Techniek Interieur Herstel Wolkers Ernas Keramiek Studio
Lutkemeerweg
23
Burton Mercer
Lutkemeerweg
23
Mercer Burton B.V. i.o.
Lutkemeerweg Raasdorperweg
49 22
A
Lioubov C atering Polder Outdoor Handel
Raasdorperweg
22
A
Nibro services
Raasdorperweg
42
Themagei Beheer B.V.
Raasdorperweg
42
Raasdorperweg
54
Raasdorperweg
56
Gebroeders van Geilswijk Holding B.V. Pius Floris Boomverzorging Amsterdam J. Engel Holding B.V.
Raasdorperweg
56
All Side View Management B.V.
Raasdorperweg
56
B &E Bouwmanagement B.V.
Loodgieterswerk ; install. sanitair Klussenbedrijven Kunstzinnige vorming van amateurs Ontw. en prod.van maatwerk software Ontw. en prod.van maatwerk software C atering Postorderbedrijv en Diensten voor de akker- en tuinbouw Vracht- en tankvaart (zeevaart) Kweken van snijbloemen Hoveniersbedrijv en Ontw. en adv. voor de bouw Overige administratiekant oren Ontw. en adv. voor de bouw
130 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Bijlage 2
Brandweer externe veiligheid
131 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Amsterdam-Amstelland
Onze referentie
DIV2009/
Uw referentie Uw mail van
Datum Onderwerp
24 november 2009
behandelend ambtenaar
18 december 2009 Advies Externe Veiligheid bestemmingsplan Osdorperweg e.o. Mw. mr. I.A.A. Manders
Telefoon Fax E-mail
020-555 6942 020-555 6862
[email protected]
Advies Externe Veiligheid ten behoeve van het bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ CONCEPT Algemeen Dit advies behandelt de risico’s met betrekking tot de plannen die samenhangen met het transport, het gebruik en de opslag van gevaarlijke stoffen (Externe Veiligheid). Er wordt ondermeer ingegaan op de bestrijding van een ongeval en de mogelijkheden om de omvang te beperken. Het stadsdeel Osdorp werkt momenteel aan het bestemmingsplan ‘Osdorperweg en omgeving’. In het plangebied liggen een brandstofleiding, een CO2-leiding, enkele hogedruk aardgasleidingen (30, 16 en 12 inch) en een gasopvangstation aan de Ookmeerweg 269. Daarom moet het aspect ‘externe veiligheid’ worden uitgewerkt in de toelichting bij het plan. Samenvatting en advies De externe veiligheidsrisico’s in het plangebied worden bepaald door de aanwezige buisleidingen en het gasopvangstation. Incidenten met buisleidingen waar gevaarlijke stoffen door worden getransporteerd zijn schaars, maar hebben in potentie een grote omvang. Het groepsrisico als gevolg van de hogedruk aardgastransportleidingen blijft onder de oriënterende waarden. In de risicoberekening is niets opgenomen over het gasopvangstation. Het is niet bekend of sprake is van een toename of overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico als gevolg van het gasopvangstation. De risico’s die worden veroorzaakt door de brandstofleiding en de CO2-leiding zijn niet onderzocht. Het is niet bekend of sprake is van een toename of overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico. De in tabel 4 samengevatte risicobeperkende maatregelen kunnen in overweging genomen worden. We verzoeken u de besproken risico’s en risicobeperkende maatregelen en de mogelijkheden voor de hulpverlening te betrekken bij de afweging voor het nemen van de beslissing over het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. Omgeving Het plangebied van het bestemmingsplan ligt aan de westzijde van Amsterdam, tussen de stadsdelen Osdorp en Geuzenveld-Slotermeer en de bebouwing van Zwanenburg en Halfweg. Het plangebied bestaat uit de Osdorper Bovenpolder (ten zuiden van de Osdorperweg) en de Osdorper Binnenpolder Zuid (ten noorden van de Osdorperweg). De Osdorperweg is de belangrijkste weg in het gebied. De overige wegen liggen vrijwel steeds haaks op de Osdorperweg. De beoogde Westrandweg zal de Osdorper Bovenpolder doorsnijden, maar maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ is in hoofdzaak een consoliderend plan, waarin geen grootschalige ontwikkelingen zijn voorzien.
1
Amsterdam-Amstelland
Risicoanalyse Kema heeft namens de Gasunie de kans op dodelijke slachtoffers, die wordt veroorzaakt door de aardgastransportleidingen in het plangebied onderzocht [1]. Hieruit blijkt dat alle overschrijdingsfactoren onder de oriënterende waarden blijven. In de risicoberekening is niets opgenomen over het gasopvangstation aan de Ookmeerweg 269. Het is niet bekend of er sprake is van een toename of overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico als gevolg van het gasopvangstation. De risico’s die worden veroorzaakt door de brandstofleiding en de CO2-leiding zijn niet onderzocht. Het is niet bekend of er sprake is van een toename of overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico. Bepalende scenario’s voor de hulpverlening Incidenten met het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen zijn schaars maar hebben in potentie een grote omvang. Als gevolg van de buisleidingen kan de hulpverlening worden geconfronteerd met verschillende scenario’s bij een incident met gevaarlijke stoffen. In de onderstaande tabel 1 worden per gevaarlijke stof de mogelijke scenario’s genoemd [2]. Daarbij wordt tevens vermeld welke gevaren gepaard gaan met de scenario’s en op welke wijze de brandweer optreedt. Tabel 1: Buisleidingscenario’s
Stof
Scenario
Gevaar
Aanpak
Aardgas
Uitstroming zonder ontsteking
Gehoorbeschadiging door geluid (hoge druk) Hoofdpijn, sufheid, ademnood en bewusteloosheid (door zuurstofverdringing)
Ontstekingsbronnen verwijderen Verdun explosieve wolk 1000 m afstand afzetting voor onbeschermde hulpverleners en omstanders
Uitstroming met directe ontsteking: fakkelbrand (+ vuurbal)
Gehoorbeschadiging door geluid (hoge druk) Brandwonden Ontstaan van secundaire branden
Laten branden Koelen omgeving Blussen secundaire branden 500 m afstand (36” leiding) of dichterbij onder dekking optreden brandweer in beschermende kleding mogelijk 1000 m afstand afzetting voor onbeschermde hulpverleners en omstanders
Uitstroming met vertraagde ontsteking: gaswolkontbranding (+ fakkelbrand)
Gehoorbeschadiging door geluid (hoge druk) Brandwonden Ontstaan van secundaire branden Longbeschadiging door inademing van hete verbrandingsgassen Mogelijke drukeffecten
Verdun explosieve wolk Laten branden Koelen omgeving Blussen secundaire branden 500 m afstand (36”leiding) of dichterbij onder dekking optreden brandweer in beschermende kleding mogelijk 1000 m afstand afzetting voor onbeschermde hulpverleners en omstanders
2
Amsterdam-Amstelland
Kerosine, Aardolie
Kooldioxide
Plasvorming
Verontreiniging van bodem en oppervlaktewater Verzakking grond Luchtwegirritatie
Indammen Afdekken met schuim 50 m afstand afzetting voor onbeschermde hulpverleners en omstanders
Damp/gaswolkontbranding, gevolgd door plasbrand
Brandwonden Ontstaan van secundaire branden Longbeschadiging door inademing van hete verbrandingsgassen Mogelijke drukeffecten
Koelen omgeving Blussen secundaire branden 25 m afstand of dichterbij onder dekking optreden brandweer in beschermende kleding mogelijk 50 m afstand afzetting voor onbeschermde hulpverleners en omstanders
Vorming toxische gaswolk
Sterke afkoeling Gehoorbeschadiging door geluid (hoge druk) Hartkloppingen, ademnood, duizeligheid, hoofdpijn, zwaktegevoel, bewusteloosheid
Verdun/ventileer toxische wolk 125 m optreden brandweer in beschermende kleding mogelijk 300 m afstand afzetting voor onbeschermde hulpverleners en omstanders
In onderstaande tabel 2 staan de afstanden die in acht moeten worden genomen wanneer zich een incident met een buisleiding voordoet [2]. Tabel 2: Afstanden
Stof
Effect
Minimale afstand
Aardgas
warmtestraling
Kerosine, Aardolie
warmtestraling
Kooldioxide
vergiftiging
240 m (10 kW/m²) kans op secundaire branden 19 m (10 kW/m²) kans op secundaire branden 70 m (levensbedreigende waarde)
Minimale afstand voor volledig beschermde brandweermensen met ademlucht 550 m (3 kW/m²)
Minimale afstand onbeschermde hulpverleners en omstanders 965 m (1 kW/m²)
28 m (3 kW/m²)
40 m (1 kW/m²)
125 m (alarmerings grenswaarde)
300 m (maximaal aanvaarde concentratie
In tabel 1 en 2 is bij de afstanden voor aardgas uitgegaan van een leiding van 36 inch. De hoge druk aardgasleidingen in het plangebied zijn 12, 16 en 30 inch. In tabel 3 zijn de indicatieve af1 standen bij leidingbreuk opgenomen die de gasunie hanteert bij 12, 16 en 36 inch leidingen [3]. 1
Het overzicht Incidenten gasinfrastructuur van de Gasunie geeft de afstanden weer voor 24 en 36 inch leidingen, niet voor 30 inch leidingen.
3
Amsterdam-Amstelland
Tabel 3: warmtestralingscontour bij fakkelbrand bij een aardgastransportleiding
Leiding
Effect
Warmtestraling
Minimale afstand 2 10 kW/m 300 m
Minimale afstand 2 3 kW/m 550 m
Minimale afstand 2 1 kW/m 950 m
36 inch 16 inch
Warmtestraling
100 m
200 m
350 m
12 inch
Warmtestraling
100 m
150 m
250 m
Risicobeperkende maatregelen in relatie tot het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. De maatregelen die genomen kunnen worden om de risico’s te beperken en de hulpverlening te ondersteunen bij het bestrijden van de gevolgen van een incident worden onderverdeeld in bronmaatregelen, effectmaatregelen en maatregelen ten behoeve van de zelfredzaamheid. Omdat het een conserverend bestemmingsplan is, zijn de maatregelen die genomen kunnen worden beperkt. Hieronder noemen wij enkele maatregelen die kunnen worden genomen. Bronmaatregelen Bronmaatregelen zijn de meest effectieve maatregelen die kunnen worden genomen om het risico te beperken. Met betrekking tot het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen zijn dat altijd maatregelen die gaan over de hoeveelheden en de omstandigheden van het transport. De meeste incidenten met buisleidingen wordt veroorzaakt door graaf-, drainage- en heiwerkzaamheden van derden. Het is daarom van belang dat de locatie van de leidingen bekend is en dat wordt voorkomen dat in de directe omgeving van de buisleidingen werkzaamheden worden verricht zonder toestemming van de leidingbeheerder. In het ontwerp bestemmingsplan Osdorperweg e.o. zijn de buisleidingen op de plankaart weergegeven en hebben de betreffende gronden de dubbelbestemming “Leiding” gekregen. Binnen de op de plankaart weergegeven beschermingszone mag niet worden gebouwd en mogen geen grondbewerkingen worden uitgevoerd, tenzij de belangen van het leidingenbeheer daardoor niet worden geschaad en de beheerder daaromtrent om advies wordt gevraagd. Andere bronmaatregelen kan de gemeente niet nemen omdat de gemeente niet de beheerder is van de buisleidingen. Effectbeperkende maatregelen Effectbeperkende maatregelen zijn gericht op het reduceren van het aantal slachtoffers als gevolg van een incident. Deze maatregelen hebben veelal betrekking op de bebouwing in de omgeving van de risicobron. Gedacht kan worden aan het zodanig construeren van de bebouwing dat deze bestand is tegen de effecten van een mogelijk incident. Aangezien in het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. geen ontwikkelingen zijn voorzien is het in het kader van het bestemmingsplan niet mogelijk om effectbeperkende maatregelen te nemen. Een goede bereikbaarheid en voldoende bluswatervoorzieningen verbeteren de bestrijdbaarheid van een incident. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft een basispakket Bereikbaarheid en Bluswatervoorziening opgesteld (zie bijlage 1). Geadviseerd wordt om de bereikbaarheid en bluswatervoorziening in het plangebied goed te organiseren en minimaal te laten voldoen aan het basispakket.
4
Amsterdam-Amstelland
Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het effectgebied in staat zijn om zichzelf op eigen kracht in veiligheid te brengen. Daarnaast wordt steeds meer gesproken over “redzaamheid” (de ander in veiligheid brengen). Bij het bepalen van de zelfredzaamheid moet onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende gebouwtypen. Niet alleen vluchtmogelijkheden kunnen verschillen per gebouw maar ook de gebruikers van het gebouw kunnen in meer of mindere mate (verminderd) zelfredzaam zijn. Het verbeteren van de mogelijkheden tot zelfredzaamheid vermindert het aantal slachtoffers. Hoewel dit buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. valt, worden de te overwegen maatregelen om de zelfredzaamheid te verbeteren hieronder genoemd: 1. Zeker stellen dat de mensen die in het effectgebied verblijven snel worden gewaarschuwd bij een (dreigend) incident met een buisleiding. 2. Interne noodplannen bij bedrijven en instellingen in het effectgebied kunnen er voor zorgen dat bij een (dreigend) incident juist wordt opgetreden. Een dergelijk plan dient wel voldoende geoefend te worden. Deze maatregelen vergen een expliciete communicatie vooraf over de risico’s en hoe men moet handelen bij een incident met gevaarlijke stoffen op de weg. Mensen in het invloedsgebied moeten immers weten wat zij moeten doen wanneer er gealarmeerd wordt. In tabel 4 zijn de maatregelen die mogelijk genomen kunnen worden om de risico’s te beperken samengevat. Tevens is in de tabel een inschatting opgenomen van de bijdrage die een maatregel kan leveren aan de risicobeheersing. Tabel 4: Veiligheidsmaatregelen Bronmaatregelen
Bijdrage scenario aardgas
Bijdrage scenario kerosine
Bijdrage scenario kooldioxide
++
++
++
Invloed op ongevalseffect
Bijdrage scenario aardgas
Bijdrage scenario kerosine
Bijdrage scenario kooldioxide
X
+
+
+
Invloed op ongevalseffect
Bijdrage scenario aardgas
Bijdrage scenario kerosine
Bijdrage scenario kooldioxide
1. Snelle alarmering
X
+
+
+
2. Een bedrijfsnoodplan en een ontruimingsplan.
X
+
+
+
Kenbaarheid locatie leidingen en onbekende werkzaamheden voorkomen Risicobeperkende effectmaatregelen
Invloed op ongevalskans
Invloed op ongevalseffect
X Invloed op ongevalskans
Een goede bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen in het plangebied. Maatregelen zelfredzaamheid
+++ ++ + 0
zeer gunstig effect op de risico’s gunstig effect op de risico’s licht gunstig effect op de risico’s geen effect op de risico’s
Invloed op ongevalskans
---x
licht negatief effect op de risico’s negatief effect op de risico’s zeer negatief effect op de risico’s Invloed op kans of op effect of op beide
5
Amsterdam-Amstelland
Referenties 1. Kema, Risicoberekening gastransportleidingen A-561-KR-022 t/m 038, W-534-01-KR-022
t/m 038 en W-534-24-KR-001 2. Brandweer Amsterdam-Amstelland, Calamiteitenplan buisleidingincidenten, versie 4.0, oktober 2008. 3. Gasunie, Incidenten gasinfrastructuur, versie 6, september 2008.
6
Amsterdam-Amstelland
Basispakket Bluswatervoorzieningen en Bereikbaarheid
Bijlage 1
Eisen met betrekking tot bluswatervoorzieningen: 1. Brandkranen en bijbehorende bordjes dienen schoon, zichtbaar en rondom één meter vrijgehouden te worden. 2. Voor de situering van brandkranen worden dekkingscirkels van 40 meter rond de brandkraan gehanteerd (onderlinge afstand tussen brandkranen dus maximaal 80 meter). 3. Aansluitingen voor droge blusleidingen moeten vrijgehouden worden. 4. Bluswatercapaciteit: 3 Voor woningbouw laagbouw (bijv. Vinex): minimaal 30 m /uur, komende uit een brandkraan (primaire bluswatervoorziening). Voor overige gebouwen (hoogbouw, winkelcentra, scholen, kinderdagverblijf etc.): 3 minimaal 60 m /uur, komende uit een brandkraan. Bij twijfel over de minimale capaciteit, wordt u verzocht contact op te nemen met de Brandweer Amsterdam-Amstelland afdeling BBA (Bereikbaarheid, Bluswater en Aanvalsplannen). Voor de secundaire en tertiaire bluswatervoorziening, dient u contact op te nemen met de Brandweer Amsterdam-Amstelland afdeling BBA of verwijzen wij u naar de uitgave “handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid” van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). 5. Wij adviseren u om in een zo vroeg mogelijk stadium contact op te nemen met de Brandweer Amsterdam-Amstelland afdeling BBA zodat bepaald kan worden of aan de hierboven genoemde eisen kan worden voldaan. Eisen met betrekking tot bereikbaarheid: 1. Te allen tijde vrije doorgang voor nood- en hulpdiensten. 2. Wijken/verblijfsgebieden dienen minimaal twee ontsluitingswegen te bezitten. 3. Straten dienen in beginsel van twee zijden bereikbaar te zijn voor nood- en hulpdiensten. 4. De toegangen tot de gebouwen in het plangebied moeten tot een afstand van maximaal 10 meter bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen. 5. Als een straat gestremd moet worden (één- of tweezijdig), dient dit in overleg met de Brandweer Amsterdam-Amstelland afdeling BBA te gaan. 6. Wegen en paden die toegankelijk moeten zijn voor nood- en hulpdiensten moeten geschikt zijn voor een asbelasting van 10 ton en een totaalgewicht van 15 ton. Bruggen e.d. moeten voldoen aan verkeersklasse 45. 7. Doorrijdbreedte éénrichtingverkeer minimaal 3,50 meter. 8. Doorrijdbreedte tweerichtingsverkeer minimaal 5,50 meter. 9. Doorrijdhoogte minimaal 4,20 meter. 10. Bochtstraal R7. 11. Hellingbaan maximaal 7%. Dit komt overeen met ca. 12°. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de volgende publicaties: 1. “Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom” (ASVV 1996). Dit is een uitgave van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de grond-, water- en wegenbouw en de verkeerstechniek (CROW). 2. “Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid”, een uitgave van het NVBR. Deze is te verkrijgen via www.nvbr.nl (uitgave 2003). 3. Bouwverordening Het is altijd mogelijk om bij onduidelijkheden of bijzondere gevallen contact op te nemen met Brandweer Amsterdam-Amstelland afdeling BBA.
7
Bijlage 3
Flora en fauna onderzoek
139 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Gevolgen van bestemmingsplan Osdorperweg e.o. op de aanwezige natuurwaarden Versie 2 1 oktober 2008
Zoon
buro voor ecologie
Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Versie Datum
Zoon
Gevolgen van het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. op de aanwezige natuurwaarden mRO /Deelgemeente Osdorp C.P.M. Zoon 2 1 oktober 2008
buro voor ecologie
Witharenweg 10, 7738 PG, Witharen tel: 0523-676.470, fax: 0523-676.311 e-mail: zoon-ecologie @ freeler.nl
Inhoud Inleiding Ligging van het gebied Het plan Status van het gebied in het beleid Toets op soortbescherming Toets op gebiedsbescherming Onderzoek Natuurwaarden Algemeen Osdorperbinnenpolder zuid Effecten Aanbevelingen Osdorperbinnenpolder zuid Osdorperbovenpolder Bronnen
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
1
Inleiding Ligging van het gebied
De Osdorperbovenpolder en Osdorperbinnenpolder zuid bij Osdorp
Het plan De Amsterdamse deelgemeente Osdorp bereidt een bestemmingsplan voor voor de Osdorperbinnenpolder zuid en de Osdorperbovenpolder. In dit bestemmingsplan wordt de uitvoering mogelijk gemaakt van een plan voor verandering van de waterhuishouding in de
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
2
Osdorperbinnenpolder zuid, conform het Watergebiedsplan 2007. Het plan zal ook kaders geven voor de ontwikkeling van wandelroutes door het gebied en voor terreinbeheer. Aanpassing peilbeheer De aanpassing in de waterhuishouding houdt in dat het bebouwde gedeelte van de Osdorperbinnenpolder aan de Osdorperweg het huidige peil behoudt, in verband met oude gebouwen op houten funderingspalen. Het onbebouwde gedeelte krijgt een peil 10 cm lager dan het huidige. De drooglegging van de percelen is dermate slecht dat het beheer niet goed uitgevoerd kan worden. Door de bescheiden peilverlaging wordt de inklinking van de veenbodem gevolgd, zodat landbouwkundige werkzaamheden beter uitgevoerd kunnen worden. Ontwikkeling van wandelroutes De deelgemeente wil (onverharde) laarzenpaden mogelijk maken door het gebied.Zowel door de Osdorperbovenpolder als door de Osdorperbinnenpolder Volgens plan zijn er zoekgebieden door het centrum van deze polders. De verbinding tussen de paden wordt gevormd door de Wijsentkade langs de Lutkemeerpolder. Status van het gebied in het beleid Het gebied is door de stad Amsterdam opgenomen in de Hoofdgroenstructuur(structuurplan Amsterdam, 2003). Het vormt voor een groot deel de groene Westrandscheg van Amsterdam. Dit gebied is niet tot weinig verstedelijkt, als gevolg van de beperkingen door Schiphol en de westelijke havens. Sloterpark en Sloterplas vormen de meer oostelijk gelegen delen In het streekplan Noord-Holland zuid (2003) wordt de polder aangemerkt als recreatiegebied met mogelijk mede een functie voor landschaps- en natuurbouw en landbouw en maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Toets in het kader van gebiedsbescherming Voor ingrepen die mogelijk de natuurwaarden van de EHS aantasten, geldt het principe "Nee-tenzij". Afweging van het natuurbelang in de EHS vindt plaats in het spoor van de Ruimtelijke Ordening (bestemmingsplan). Toets in het kader van soortbescherming Bij elk plan dat ingrijpt op standplaatsen van planten of verblijfplaatsen van dieren, dient getoetst te worden wat het effect is op beschermde soorten, die met name genoemd zijn in de Flora- en Faunawet. In deze wet worden beschermde soorten in drie beschermingscategorieën ingedeeld. Beschermingscategorieën Flora- en Faunawet Categorie 1
algemene soorten waarvoor geen ontheffing aangevraagd hoeft te worden bij bestendig beheer of ruimtelijke ontwikkeling. Anders is wel ontheffing nodig voor verstoren of vernietigen en geldt altijd de zorgplicht (art.2).
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
3
Categorie 2
soorten waarvoor ontheffing aangevraagd moet worden, behalve als er gewerkt wordt volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Ontheffing kan worden verleend als de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in gevaar komt.
Categorie 3
zeldzame soorten, Habitatrichtlijnsoorten en Vogelrichtlijnsoorten (alle vogels). Altijd moet ontheffing aangevraagd worden. Ontheffing wordt alleen verleend als voldaan wordt aan alle volgende criteria: én - er sprake is van een in de wet genoemd belang (hier: ruimtelijke ontwikkeling) én - er geen alternatieven zijn én - de ingreep geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding van de soort
Indien het voortbestaan op locatie van beschermde soorten planten of dieren uit categorie 2 en 3 door het plan negatief beïnvloed worden, is het nodig ontheffing aan te vragen van verboden handelingen op grond van de Flora- en Faunawet. Het bevoegd gezag hierin is het ministerie van LNV. De afweging van het belang van rode lijst-soorten vindt plaats in het spoor van de Ruimtelijke Ordening. Het bevoegd gezag hierin is de provincie. Onderzoek Door bureau van der Goes en Groot is in 2006 onderzoek gedaan van de natuurwaarden van het gebied. Dit was vooral gericht op broedvogels. In september 2008 is door ons een veldbezoek gedaan om de huidige toestand te beoordelen.
Natuurwaarden Toestand van de natuur De beide polders zijn bijzonder vogelrijk. In september 2008 waren er veel steltlopers en ganzen aanwezig. Voor weidevogels is met name de Osdorperbinnenpolder een kerngebied van hoge waarde. Het aantal grutto’s dat hier broedt is zeer hoog. Ook de Osdorperbovenpolder is een goed weidevogel- en wintervogelgebied. In de Osdorperbinnenpolder zuid zijn op kleine schaal ruige moerasbegroeiingen ontstaan, waar mogelijk planten en dieren van veenmoeras een plek hebben. Dit wordt veroorzaakt door de zeer hoge waterstanden, die het beheer beperken.
Aangetroffen natuurwaarden in het onderzoeksgebied De onderstaande tabel geeft aan hoeveel broedende weidevogels in de diverse polders van het gebied aangetroffen zijn. Met name de dichtheid aan grutto’s is extreem hoog in de Osdorperbinnenpolder zuid. De dichtheden in de Osdorperbovenpolder en Lutkemeerpolder zijn kenmerkend voor redelijke weidevogelgebieden in Nederland. Landelijk gezien gaat het zeer slecht met de weidevogels. Gezamenlijk zijn deze drie gebieden een zeer sterk weide- en akkervogelgebied.
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
4
Aantallen territoria van weidevogels aangetroffen in het Westrandscheggebied bij de Provinciale Natuurinventarisatie in 1989 en 2001 per deelgebied volgens Vogelvisie Westrandscheg (uit: de Beer en van Groen, 2006a)
Bergeend Krakeend Slobeend
12
13
11
Kuifeend Patrijs
3 2
11
7
Kwartel Scholekster
2 10
Kluut Kleine plevier Kievit Grutto Tureluur Veldleeuwerik Graspieper Gele kwikstaart
10 1 62 22 5 7 5 Niet gekarteerd Niet gekarteerd 17
Totaal
136
5
2
Binnenpolder Zuid
Nijlgans
Bovenpolder
Lutkemeer polder
Binnenpolder Zuid
2001
Bovenpolder
weidevogels
Lutkemeer polder
1989
2
1
3
1 4
1 10
61
5
4
9
8
54 18 2
14
12 5 1
37 24 4
97
1 2
24
1 1
1
34
80
Natuurwaarden in de Osdorperbinnenpolder zuid De volgende tabel geeft aan hoeveel zeldzame en bijzondere steltlopers buiten de broedtijd er in de Osdorperbinnenpolder zuid kunnen vertoeven. Dit geeft de grote betekenis van het gebied voor deze groep aan. Maximaal waargenomen aantallen van een aantal steltlopers in de zuidelijke Osdorper Binnenpolder tussen 1994-2005 Waarnemers: J. van Blanken, P. Tak. (uit: de Beer en van Groen, 2006a) Grutto Kemphaan Watersnip Bonte Strandloper Tureluur Bosruiter Groenpoot Oeverloper Kleine Plevier Witgat Bontbekplevier Lepeaar
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
100 40 17 12 30 15 14 2 3 1 4 9
5
In de volgende figuur is duidelijk te zien hoe in de Osdorperbinnenpolder zuid het broedgebied van weidevogels de laatste 20 jaar ontwikkeld is (uit: van Groen, 2006). De vogels mijden bebouwing en hoge beplanting. De grenslijn van het broedgebied en storingszone is door ons toegevoegd. De storingszone is naar het oosten opgeschoven door groei van de bebouwing Het goede broedgebied is sterk verkleind, mogelijk door verandering in het beheer. In het zuiden is echter zeer goed weidebeheer en is de kwaliteit voor weidevogels achteruitgegaan door verkleining van het open gebied ivm groei van bedrijfsgebouwen.
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
6
Voor de grutto geldt de achteruitgang nog sterker dan voor alle weidevogels samen. Toch is de grutto dichtheid nog zeer hoog en vergelijkbaar met de beste Nederlandse weidevogelgebieden.
Effecten Effecten van het plan op beschermde soorten Volgens plan zullen de laarzenpaden door en langs het beste gedeelte van het weidegebied gaan lopen. Dit zou een dramatische invloed op de weidevogels hebben, omdat de ongestoorde openheid sterk zal afnemen. De geschikte gebieden komen dan op een kritische ondergrens ( < 300 m doorsnede ongestoord gebied), waardoor weidevogels en ganzen het gebied zullen mijden. Aan weerszijden van een pad ontstaat een 100 m brede zone waarin weidevogels niet broeden. De peilwijziging verbetert de randvoorwaarden voor landbouwkundig beheer. Dat is nodig om de kritische weidevogels zoals grutto te behouden. Het peil moet dan wel zo hoog als mogelijk worden gehouden, om de geschiktheid als broedgebied niet negatief te
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
7
beinvloeden. Daarvoor zal het voorjaarspeil niet te ver uit mogen zakken. Voldoende aanvoer van water met goede kwaliteit is hiervoor noodzakelijk. De huidige aanvoer uit de Eendrachtpolder is ontoereikend en ongewenst. Effecten van het plan op beschermde gebieden De geplande laarzenpaden zullen de gebiedskenmerken zeer sterk aantasten. De belangrijkste natuurwaarde (weidevogels) wordt sterk beinvloed. De peilwijziging maakt duurzame instandhouding van het polderlandschap met weidevogels mogelijk, mits aan bovengenoemde voorwaarden voldaan is.
Aanbevelingen Osdorperbinnenpolder Zuid De landbouw wordt in de Osdorperbinnenpolder zuid steeds moeilijker. Dit kan leiden tot andere functies, die niet positief zijn voor de openheid van het weidevogelgebied. De peilverlaging wordt uitgevoerd om landbouwkundig beheer mogelijk te houden. Dit is van groot belang voor de nog aanwezige zeer goede weidevogelstand (veel grutto’s). Indien het gebied als veenmoeras beheerd zou gaan worden, dan is peilverlaging zinloos en ongewenst. Bij een hoog peil is dan het beste natuurbeheer mogelijk. Verder kan recreatie het weidevogelbelang ernstig schaden. Dit betekent dat naast peilbeheer ook landbouwkundig beheer, adequate bestemming en recreatief gebruik goed geregeld moeten zijn. Indeling en bestemming van diverse peilgebieden Het weidevogelgebied is nu al beperkt van omvang en plaatselijk niet groot genoeg. Het zuidoostelijke deel is al door de kritische ondergrens geschoten. Daar broeden bijna geen weidevogels meer, ondanks het gunstige landbouwkundige beheer. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de invloed van bebouwing, die ver in het weidegebied uitsteekt, waardoor de open ruimte verkleind is tot maximaal 300 m. Dit is ongeveer de ondergrens voor een weidevogelgebied. In het concept bestemmingsplan zijn twee kavels meer naar het noorden, tot vrij ver in het open gebied, bestemd als bedrijventerrein. Op dit moment zijn de achterste delen van deze kavels vooral in gebruik voor opslag van materialen en landbouwmachines, wat nog relatief onschadelijk is voor het open veenweidegebied. Op deze plaats is het weidegebied het breedst (ongeveer 400 m) en nog relatief goed van kwaliteit voor weidevogels, hoewel de kritieke ondergrens (300 m open) bijna bereikt is. Gebruik als opslagterrein is één, bestemming als bedrijventerrein is echter twee, omdat daarmee meer massa van gebouwen op den duur mogelijk wordt. Dan wordt het open weidevogelgebied in het hart sterk aangetast. Als de in 2007 voorgestelde peilgrens (Watergebiedsplan, 2007) aangehouden wordt, zullen bovengenoemde ontwikkelingen gestimuleerd worden. Door de hoogwaterzone iets minder grillig en gemiddeld dichter op de Osdorperweg te begrenzen, ontstaat twee sterke gebieden. Een gebied met hoog peil waarin alle intensieve functies met gebouwen, die aan de Osdorperweg liggen en een zo sterk mogelijk veenweidegebied, zonder bebouwing en beplanting. De bestemming van de gronden in het nieuwe laag peilgebied zal vanwege natuurwaarden (weidevogels en
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
8
trekvogels) “Agrarisch met openheid en weidevogels” moeten zijn. Percelen in het nieuwe hoog peilgebied zullen vooral om landschappelijke redenen “Agrarisch met openheid” kunnen blijven (open doorzicht vanaf de Osdorperweg). Via een aanlegvergunningsysteem zal dit gehandhaafd moeten worden. Daarvoor is het belangrijk is om nu aan te geven wat het streefbeeld is. Bestaande storende functies zoals opslag en beplanting zouden met vergoeding opgeruimd kunnen worden. Peilvakken zouden bij voorkeur robuuste omvang en eenvoudige vormen moeten hebben. Bij een grote randlengte en kleine uitstulpingen zijn de onderlinge effecten groot. Nu gaat het slechts om 10 cm peilverschil (streefpeil). In de toekomst zal het weidegebied verder dalen en zijn nieuwe peilverlagingen nodig. Het peilverschil tussen weidegebied en hoogwaterzone wordt dan steeds groter. Daarmee ook de onderlinge effecten. Een voorstel voor een aangepaste peilscheiding en bestemming is weergegeven in de figuur water en bestemming. Inlaat van water in de nieuwe peilgebieden Het watergebiedsplan stelt voor om de watertekorten in deze peilgebieden aan te vullen 1. uit de Sloterbinnenpolder (oostelijk van het gebied) via een bestaande inlaat bij de molen aan het Ma Braunpad (I 1 en I 3) 2. uit de Eendrachtpolder door gemaal Broekhuijsen (G1) in de noordpunt. De eerste optie heeft verre de voorkeur. Ten eerste omdat de kwaliteit van de Sloterbinnenpolder veel beter is dan van de Eendrachtpolder. Ten tweede omdat er ingelaten kan worden onder vrij verval van Sloterbinnenpolder (-210 m) naar Osdorper Binnenpolder (-2.27m). Om echter water in te laten in het peilgebied 2 (Osdorperweg), moet dat volgens plan weer opgepompt worden uit peilgebied 1. De tweede optie is moeizaam, omdat in droge perioden het peil in polder Eendracht vaak te laag is om water op te malen naar de Osdorperbinnenpolder, terwijl vlakbij de inlaat een ongecontroleerde aflaat ligt (U), die het ingelaten water weer terug laat lopen naar de polder Eendracht. Verder is de waterkwaliteit van polder Eendracht zeer laag (watergebiedsplan, 2007). De volgende oplossing verenigt het beste van alle mogelijkheden: Maak een verbindingssloot op hoog peil (-2.17 m) tussen de inlaat uit de Sloterbinnenpolder (I 1) en de Osdorperweg. Dan kan onder vrij verval water ingelaten worden in peilgebied 2 (Osdorperweg) én door inlaat I 2 in peilgebied 1 (veenweide). Hiervoor kan de sloot langs de Ookmeerweg en langs het Ma Braunpad ingericht (plaatselijk verruimd) worden. Het driehoekig perceel in de zuidoosthoek van het weidegebied is helemaal verruigd, ligt relatief hoog en hoeft geen landbouwkundig beheer. Dit kan in de hoogwaterzone komen te liggen en zich verder als moeras ontwikkelen. In dit deel van de polder is de maat van de openheid niet erg belangrijk meer (zie boven). De lange duiker langs het Ma Braunpad zal geopend moeten worden, om voldoende doorstroming te krijgen. Hierdoor wordt ook de toegang tot het weidegebied beter geregeld (beperkt). Omdat het belangrijk is om de hoogwaterzone Osdorperweg (peilgebied 2) op peil te houden, is mogelijk debietverruiming van de inlaat uit de Sloterbinnenpolder nodig. Een pomp van peilgebied 1 naar peilgebied 2 is dan niet nodig. Teveel water uit peilgebied 2 kan afgelaten worden naar peilgebied 1 op een nader te bepalen plaats en naar polder Eendracht.
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
9
Dit voorstel is weergegeven in de figuur water en bestemming. Bemaling van polder Eendracht kan het beste gebeuren op de hoogwaterzone langs de Osdorperweg via het oude gemaal (G2) aan Baron Schimmelpenninck van de Oyeweg, dat tot 2003 functioneerde. - Daar speelt de waterkwaliteit een minder grote rol - Daar is peilbeheer het belangrijkste - Zo komen inlaat en uitlaat van water van en naar polder Eendracht verder uiteen te liggen Het gemaal aan de Nico Broekhuijsenweg (G1) is het meest geschikt om het surplus van de binnenpolder zuid (peilgebied 1) af te laten (malen) naar de Eendrachtspolder. Aflaat is alleen mogelijk als het peil in peilgebied 1 (veenweide) boven het minimumpeil staat. In de zomer wordt het streefpeil 2.27 – NAP. In de winter kan in peilgebied 1 een hoger peil gehouden worden, omdat dan geen beweiding plaats vindt. Dan behoud de polder in de winter haar aantrekkingskracht op trekvogels (De Beer en van Groen, 2006). De particuliere aflaat naar de Eendrachtpolder (U) zou gestopt moeten worden of in beheer van het waterschap moeten komen. Laarzenpad door de polder Beter dan door het hart van de polder is het om een laarzenpad te maken door een randgedeelte, dat nog wel open is, maar niet open genoeg meer voor weidevogels. Dit is in het zuiden het geval. Daar kan de beleving van weidenatuur voor wandelaars ontwikkeld worden, zonder het weidevogelgebied sterk aan te tasten. Ten behoeve van de weidevogels zal het pad in de broedtijd (maart – mei) gesloten moeten zijn. In het plan werd de mogelijkheid geboden om laarzenpaden te ontwikkelen op de schouwpaden (kaden) langs de peilscheidingssloten. De peilscheiding in het watergebiedsplan (2007) ligt op een aantal punten te ver het gebied in om dit te doen zonder effect op de weidevogels. Er moet rekening gehouden worden met een verstoring (niet meer broeden) van 100 m vanuit een wandelpad. In dit advies wordt de peilscheiding gemiddeld 100 m naar de Osdorperweg teruggelegd, waardoor ruimte ontstaat voor een wandelfunctie (blauw in de figuur). Doordat er in dit advies een peilscheiding met kade langs de sloot bij de Ookmeerweg voorgesteld wordt, kan ook deze gebruikt worden als laarzenpad (blauw in de figur). Dit pad heeft nauwelijks effect op de kwaliteit van het weidevogelgebied. Bij het Ma Braunpad kan de dam die noodzakelijk is voor het inlaten in twee peilgebieden, gebruikt worden om over te steken naar de molen. In de figuur Laarzenpaden zijn deze voorstellen voor routes weergegeven. Landbouwkundig beheer Alle bovenbeschreven maatregen zijn gericht op het in stand houden van een weidevogelgebied. Daarvoor dient echter ook en vooral een landbouwkundig beheer. Dit beheer zal in de vorm van agrarisch natuurbeheer of vergelijkbaar moeten zijn. De huidige verruiging van het weidelandschap moet worden tegengegaan (de Beer en van Groen, 2006). Beweiding gecombineerd met hooilandbeheer is hoe dan ook noodzakelijk. Het voeren van alleen hooilandbeheer is ongeschikt.
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
10
I1 I2 I3 G1 G2 U
inlaat Sloterbinnenpolder naar peilgebied 2 inlaat Sloterbinnenpolder naar peilgebied 1 mogelijke inlaat Sloterbinnenpolder naar peilgebied 1 gemaal Nico Broekhuijsenweg gemaal Schimmelpenninck van de Oyeweg particuliere aflaat naar Eendrachtpolder voorstel peilscheiding
1 2
nieuw laag peilgebied
Aw Ao B
Agrarisch open met weidevogels Agrarisch open Bedrijf gasleiding
nieuw hoog peilgebied
Osdorperbinnenpolder zuid Advies water en bestemming
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
11
Osdorperbovenpolder De Osdorperbovenpolder tussen de Slibveldenweg en de Lutkemeerweg is een goed weidevogelgebied, vanwege het landbouwkundig beheer met beweiding, de veenbodem en vochtigheid en de openheid (tenminste 600 m open). Het gedeelte van deze polder tussen de Lutkemeerweg en de Ookmeerweg is niet meer open en grotendeels met tuinbouw en kassen bezet. Landbouwkundig beheer Voor het in stand houden van de Osdorperbovenpolder als weidevogelgebied, is het noodzakelijk om landbouwkundig beheer toe te passen (de Beer en van Groen, 2006). Daarbij is afwisseling van beweiding en hooien noodzakelijk. Verruiging en opslag van bomen moet worden voorkomen. Ontwikkeling van beplanting en ruige natuur in de Osdorperbovenpolder is wel zeer acceptabel tussen de slibveldenweg en de nieuwe westrandweg, omdat deze ruimte straks te klein is voor weidevogels (slechts 150 m). Hiermee kan dan de westrandweg aan het oog onttrokken worden (de Beer en van Groen, 2006a). Langs de Wijsentkade in de Lutkemeerpolder is het af te raden beplanting te ontwikkelen. Hierdoor zou de openheid van dit deel in gevaar komen. Tussen de begraafplaats Westgaarde en de Wijsentkade oost zou wel natuurlijke beplanting ontwikkeld kunnen worden in de Lutkemeerpolder. De openheid is hier al op de kritieke grens voor weidevogels (300 m). Laarzenpad Een laarzenpad dwars door het eerstgenoemde deel van de polder, zoals volgens plan de bedoeling is, zou de afmeting direct onder de kritieke norm voor weidevogels brengen (300 m doorsnede). De enige optie voor een wandelpad hier is over de Wijsentkade. Vanaf de Lutkemeerweg tot aan de slibvelden zou het pad het beste onderaan de kade aan de Lutkemeerzijde kunnen lopen, om verstoring van weidevogels in de Osdorperbovenpolder en Lutkemeerpolder tegen te gaan (de Beer en van Groen, 2006a). Op dit gedeelte is het wel zinvol om het pad in de broedtijd (maart – mei) af te sluiten. Ter hoogte van de slibvelden kan het pad weer op de kade lopen, tegen de achtergrond van de boombeplanting van de slibvelden. De weg van de slibvelden naar de Osdorperweg is met zijn bomen zeer geschikt als wandelroute. Men heeft hier mooi uitzicht over de polder, zonder deze te verstoren. Via de slibvelden kan ook de verbinding naar de ringvaart van de Haarlemmermeer gemaakt worden. De Wijsentkade zal door brede sloten afgescheiden moeten zijn van de Osdorperbovenpolder en Lutkemeerpolder, om ongecontroleerde inloop tegen te gaan. In het tweede deel van de Osdorperbovenpolder, ten zuidoosten van de Lutkemeerweg, kan het pad gewoon op de Wijsentkade liggen. Daar is geen openheid die bedreigd kan worden. Via de voormalige kade van de Akerpolder kan de verbinding met de Osdorperweg gemaakt worden. Op dat punt is in de Osdorperbinnenpolder een vrije kavel, waarop het laarzenpad verder kan gaan (zie figuur Laarzenpaden).
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
12
Gepland zoekgebied laarzenpaden advies laarzenpad
X -
X pad onderlangs Wijsentkade mogelijkheden voor aansluiting bij slibvelden alternatieve paden op peilscheiding gasleiding
Osdorp Advies laarzenpaden
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
13
Bronnen Beer, R. de en F. M, van Groen, 2006. Peilverlaging in de Osdorperbinnenpolder zuid. Mogelijke effecten op weidevogels. Van der Goes en Groot nr. 2006 – 8 / Waternet Beer, R. de en F. M, van Groen, 2006a. Vogelvisie Westrandscheg. Van der Goes en Groot nr. 2006 – 7 / Deelgemeente Osdorp. Groen, F. M. van, 2006. Weidevogels in de Osdorperbinnenpolder zuid in 2006; in vergelijking met 1989 en 2001. Van der Goes en Groot nr 2006-26 / Waternet. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, 2007. Watergebiedsplan Osdorperbinnenpolder-hoog.
Zoon/mRO/Osdorp/versie2/011008
14
Bijlage 4
KEMA risicoberekening gasleiding
155 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
66912927-GCS 09-50416 09-11-24 RPC Notitie aan
:
H.D. Koers
Gasunie
van
:
R.P. Coster
KEMA
kopie
:
Registratuur Registratuur P.C.A. Kassenberg
KEMA Gasunie Gasunie
Betreft
:
Risicoberekening gastransportleidingen A-561-KR-022 t/m 038, W-53401-KR-022 t/m 038 en W-534-24-KR-001
Inleiding In verband met de voorgenomen vaststelling van een bestemmingsplan in Amsterdam, nabij de gastransportleidingen A-561-KR-022 t/m 038, W-534-01-KR-022 t/m 038 en W-534-24KR-001, zijn plaatsgebonden risico-berekeningen (PR) en groepsrisicoberekeningen (GR) uitgevoerd. De risicoberekening zoals vastgelegd in dit memorandum is conform PGS 3 [1] uitgevoerd met PIPESAFE, een door de overheid goedgekeurd softwarepakket voor het uitvoeren van risicoberekeningen aan aardgastransport [2]. Voor de GR-berekening is gebruikgemaakt van de bevolkingsgegevens zoals aangeleverd door de gemeente Amsterdam, weergegeven in Appendix A. Aanvullend is gebruikgemaakt van bevolkingsgegevens uit de Bridgis-database.
Uitgangspunten bij de berekeningen De leidingparameters zijn weergegeven in Tabel 1. Tabel 1 Parameterwaarden van de leiding Parameter Diameter [mm] Staalsoort [-] Ontwerpdruk [barg]
A-561-KR-022 t/m 038
W-534-01-KR-022 t/m 038
W-534-24-KR-001
762 X60 66.2
406.4 Grade B 40
323.9 Grade B 40
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: • De faalfrequentie is gebaseerd op schade door derden. Falen door corrosie wordt voldoende ondervangen in het zorgsysteem van Gasunie en de inspectie daarop door de overheid; in overleg met het ministerie van VROM wordt falen door corrosie daarom niet meegenomen bij de bepaling van de faalfrequentie van de leidingen; • De faalfrequentie als gevolg van schade door derden is gecorrigeerd met een factor 2.5 als gevolg van een wettelijke grondroerdersregeling;
-2-
•
• •
•
66912927-GCS 09-50416
De faalfrequentie als gevolg van schade door derden is gecorrigeerd voor recent ingevoerde maatregelen (factor 1.2) en een dalende trend in leidingbreuken (factor 2.8); In de plaatsgebonden risicoberekening is rekening gehouden met directe ontsteking (75%) en ontsteking na 120s (25%); In de risicoberekening is rekening gehouden met de uit casuïstiek verkregen diameter- en drukafhankelijke ontstekingskans plus een opslag van 10% voor indirecte ontsteking bij RTL leidingen; Voor de GR-berekening is gebruikgemaakt van de windroos van Schiphol.
Resultaten PR-berekeningen De 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontouren zijn opgenomen in Figuur 1. Omdat het plaatsgebonden risico in het gehele gebied kleiner is dan 10-6 per jaar, is er geen contour zichtbaar.
Figuur 1 Binnen blauwe gebieden is het plaatsgebonden risico groter dan 10-6 per jaar. Dit is nergens het geval, dus is er geen blauw gebied zichtbaar.
-3-
66912927-GCS 09-50416
Procedure GR-berekeningen Voor de leidingen is het groepsrisico berekend voor die kilometer die het hoogste groepsrisico oplevert (worst-casesegment). Voor de berekeningen is gebruikgemaakt van de daadwerkelijke parametering over het geselecteerde, één kilometer lange segment. Om het worst-casesegment van iedere leiding te vinden is per stationing de overschrijdingsfactor van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding een segment van een kilometer te kiezen, dat gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en van deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan één geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van één zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan één wordt de oriëntatiewaarde overschreden. Deze overschrijdingsfactor is vervolgens, voor alle leidingen, tegen de stationing uitgezet in een grafiek. In deze grafieken is tevens af te lezen waar het middelpunt van het worst case één kilometer segment ligt. Van het worst-casesegment is de FN-curve weergegeven. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt wat het groepsrisico is.
Resultaten GR-berekening A-561-KR-022 t/m 038 De resultaten van de GR-berekening voor de A-561-KR-022 t/m 038 zijn als volgt weergegeven: •
Figuur 2: Overschrijdingsfactor tegen stationing.
•
Figuur 3: FN-curve van het worst-casesegment.
•
Figuur 4: Ligging van het worst-casesegment.
-4-
66912927-GCS 09-50416
GR Screening 1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0 0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 Stationing
3,000
3,500
4,000
4,500
5,000
Figuur 2 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de A-561-KR-022 t/m 038. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend. FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
1000
Figuur 3 FN-curve worst-casesegment A-561-KR-022 t/m 038. Overschrijdingsfactor 0.31.
-5-
66912927-GCS 09-50416
Figuur 4 Worst-casesegment van de A-561-KR-022 t/m 038, weergegeven in rood. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op.
Resultaten GR-berekening W-534-01-KR-022 t/m 038 De resultaten van de GR-berekening voor de W-534-01-KR-022 t/m 038 zijn als volgt weergegeven: •
Figuur 5: Overschrijdingsfactor tegen stationing.
•
Figuur 6: FN-curve van het worst-casesegment.
•
Figuur 7: Ligging van het worst-casesegment.
-6-
66912927-GCS 09-50416
GR Screening 1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0 0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 3,000 Stationing
3,500
4,000
4,500
5,000
Figuur 5 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de W-534-01-KR-022 t/m 038. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend.
FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
1000
Figuur 6 FN-curve worst-casesegment W-534-01-KR-022 t/m 038. Overschrijdingsfactor 0.14.
-7-
66912927-GCS 09-50416
Figuur 7 Worst-casesegment van de W-534-01-KR-022 t/m 038, weergegeven in rood. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op.
Resultaten GR-berekening W-534-24-KR-001 Omdat de W-534-24-KR-001 korter is dan één kilometer, is de FN-curve berekend over de totale lengte van de leiding. Daarom is er voor deze leiding geen grafiek gemaakt van overschrijdingsfactor tegen stationing. De FN-curve van de W-534-24-KR-001 kan niet worden weergegeven omdat het berekende maximale aantal slachtoffers kleiner is dan tien. Het worst-casesegment van de W-534-24-KR-001 kan niet worden weergegeven omdat dit overeenkomt met de totale lengte van de leiding.
-8-
66912927-GCS 09-50416
Referenties [1] Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 3, “Guidelines for quantitative risk assessment” (PGS 3), 2005. [2]
Toepasbaarheid van PIPESAFE voor risicoberekeningen van aardgastransportleidingen, ministerie van VROM, VROM DGM/SVS/2000073018, 10 juli 2000.
-9-
66912927-GCS 09-50416
Appendix A Hieronder worden de bevolkingsgegevens weergegeven zoals aangeleverd door de gemeente Amsterdam.
Figuur 8 Plattegrond van het gebied
-10-
66912927-GCS 09-50416
Tabel 2 Bevolkingsgegevens van het gebied Blok
Soort bebouwing
Aantal
Oppervlakte in m²
Personen dag
Personen nacht
1
Tuinhuisjes
54
-
9
18
2
Tuinhuisjes
76
-
12,7
25,3
3
Tuinhuisjes
329
-
54,8
109,7
4
Woonwagen
1
-
1,2
2,4
5
Bedrijfsloods
1
243
8,1
0
6
Woning
1
-
1,2
2,4
7
Bedrijfshal
1
567
18,9
0
8
Bedrijfsverzamelgebouw
1
1860
62
0
9
Woningen (ouderen)
72
-
86,4
172,8
10
Woningen
74
-
88,8
177,6
11.1
School
1
-
415/55
0
11.2
Woningen
102
-
122,4
244,8
12
Woningen
300
-
360
720
13
Woningen
7
-
8,4
16,8
14
Woningen
7
-
8,4
16,8
15
School
2
-
345 leerlingen, 50 medewerkers
0
16
Woningen
204
-
244,8
489,6
17
Woningen
145
-
174
348
18
Bedrijven
1
-
21
0
19
Woning
1
-
0,5
1
20
Bedrijven
1
-
1
0
21.1
Woning
1
-
1
2
21.2
Sportpark
1
-
62,5
0
22
Tuinhuisjes
22
-
3,7
7,4
23
Tuinhuisjes
210
-
35
70
24
Woningen
12
-
17
34
25
Woningen
19
-
33
66
26.1
Bedrijf
1
-
1
0
26.2
Woningen
95
-
84
168
-11-
66912927-GCS 09-50416
27.1
Bedrijf
1
-
75
0
27.2
Woningen
1
-
1,5
3
28
Woningen
40
-
70
140
29.1
Bedrijven
8
-
55
0
29.2
School
2
-
692 leerlingen, 73 medewerkers
0
30
Bebouwing
1
-
0
0
31
Bebouwing
1
-
0
0
32
Bebouwing
1
-
0
0
33
Woningen
28
-
32
64
34
Bebouwing
1
-
0
0
35
Woningen
10
-
12
24
36
Woningen
10
-
12
24
37
Woningen
25
-
25
50
38.1
Woningen
83
119,5
239
38.2
Bedrijven
1
-
4
0
39.1
Woningen
92
-
150
300
39.2
Bedrijven
6
-
19
0
40.1
Woningen
90
-
128,5
257
40.2
Detailhandel
1
-
5
10
41
Woningen
90
-
138,5
277
42
Woningen
9
-
15,5
31
43
Woningen
19
-
30,5
61
44
Woningen
20
-
18
36
45
Woningen
17
-
30,5
61
46
Woningen
16
-
17
34
47
Woningen
14
-
18
36
48
Woningen
16
-
28
56
49
School
1
-
405/30
0
50
Woningen
26
-
52
104
51
Woningen
21
-
33,5
67
52
Woningen
4
-
4
8
53
Woningen
26
51,5
103
54
Woningen
10
-
15
30
55
Woningen
7
-
13,5
27
56
Woningen
26
-
52
104
57
Woningen
10
-
18
36
-12-
66912927-GCS 09-50416
58.1
Woningen
74
-
71,5
143
58.2
Bedrijven
2
-
19
0
58.3
Kinderdagverblijf
1
-
79/13
0
59.1
Woningen
123
-
108
216
59.2
Bedrijven
6
-
137
0
60.1
Woningen
143
-
151,5
303
60.2
Bedrijven
2
-
15
0
60.3
School
1
-
394/55
0
61.1
Woningen
232
-
238,5
477
61.2
Bedrijven
5
-
13
0
62.1
Woningen
161
-
162
324
62.2
Bedrijven
6
-
28
0
63.1
Woningen
150
-
163
326
63.2
Bedrijven
2
-
6
0
63.3
Kinderdagverblijf
1
-
62/5
0
64
Woningen
75
-
82
163
A
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
B
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
C
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
D
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
E
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
F
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
G
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
H
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
I
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
J
Kas (stadslandbouw)
1
350
11,7
0
Bijlage 5
Nota van Antwoord
168 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Inhoud
1. Leeswijzer 2. Ingekomen inspraakreacties 2.1 Overzicht ingekomen inspraakreacties 2.2 Beoordeling inspraakreacties 3. Opmerkingen naar aanleiding van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro 3.1 Lijst geadresseerden Bro-overleg 3.2 Overzicht ingekomen opmerkingen 3.3 Beoordeling opmerkingen 4. Ambtshalve aanpassingen 4.1 Toelichting 4.2 Regels 4.3 Verbeelding 5. Verslag inspraakavond 16 april 2009 5.1 Verslag 5.2 Beantwoording inspraakreacties inspraakavond
1
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
1. Leeswijzer
Wanneer gesproken wordt over het huidige bestemmingsplan dan wordt het vigerende bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ bedoeld, vastgesteld door de stadsdeelraad op 25 februari 1998 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op 13 oktober 1998. Wanneer gesproken wordt over het voorontwerp, ontwerp of nieuwe bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ bedoeld waarvan het voorontwerpbestemmingsplan van 2 april 2009 tot en met 14 mei 2009 ter inzage heeft gelegen.
2
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
2. Ingekomen inspraakreacties
2.1 Overzicht ingekomen inspraakreacties Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 2 april tot en met 14 mei 2009 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn 48 inspraakreacties ingediend waarvan sommige gezamenlijk zijn ingediend. 1. de heer Wolkers, Lutkemeerweg 21, 1067 TJ Amsterdam, ingekomen op 23 april; 2. Aekerman, Lutkemeerweg 149, 1067 TJ Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 3. mevrouw A. Buck, Osdorperweg 452A, 1067 SX Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 4. mevrouw P.C. Meekel-Fraikin, Osdorperweg 456, 1067 SX Amsterdam, ingekomen op 7 mei; 5. de heer J.H.M. van der Veldt, Osdorperweg 485, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 14 mei; 6. de heer J.A. van Weerdenburg, namens de heer J.H.M. van der Veldt, achter Osdorperweg 486A, 1067 SX Amsterdam, T.J.D. van Weerdenburg, achter Osdorperweg 486 A, 1067 SX Amsterdam en de heer E.G.P. Vork, Osdorperweg 515B, 1067 SR Amsterdam ingekomen op 13 mei; 7. de heer P. Breure, Osdorperweg 487C, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 8. de heer G. Onguru, Burgemeester Fockstraat 26HS, 1063 CR Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 9. J. Kwa, Eerste Helmersstraat 17 C1, 1054 CX Amsterdam, namens Warmerdam, Osdorperweg 499, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 15 mei; 10. de heer J. de Vries, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 11. Abma Schreurs Advocaten, Waterlandlaan 52, 1440 AN Purmerend, namens heer P.B. Holla, Titanialaan 16, 1562 ZD Krommenie, de heer E. Lampe, Ambachtsheerensingel 16, 1393 RE Nigteveen, PBH Techniek B.V. en Airsense Benelux B.V., beiden gevestigd aan het adres Stammerkamp 19, 1112 VE, Diemen, ingekomen op 14 mei; 12. H.M. Schelling, Osdorperweg 515A, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 14 mei; 13. Schram Oosterveen Sarfaty Advocaten, Apollolaan 119, 1077 AP Amsterdam, namens de heer E.G.P. Vork, Osdorperweg 515B, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 24 april; 14. mevrouw F.P. Mostert, Osdorperweg 519, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 15 mei; 15. mevrouw T. Kaizer, Osdorperweg 529, 1067 SR Amsterdam, ingekomen op 16 april;
3
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
16. Houthoff Buruma, Gustav Mahlerplein 50, 1070 AM Amsterdam, namens de heer J.G. Kamsteeg, Beatrixstraat 71, 1165 GJ Halfweg, ingekomen op 5 mei; 17. de heer A.J. Kramer en de heer H. Kramer, Osdorperweg 535/535A, 1067 ST Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 18. de heer C. T. Stricker, Osdorperweg 541, 1067 ST Amsterdam, ingekomen op 13 mei; 19. de heer N.G. van der Laan, Osdorperweg 547, 1067 ST Amsterdam, ingekomen op 15 april; 20. de heer H.C. Worm, Osdorperweg 555, 1067 ST Amsterdam, ingekomen op 13 mei; 21. Schram Oosterveen Sarfaty Advocaten, Apollolaan 119, 1077 AP Amsterdam, namens L.G. Kuijper, Osdorperweg 575A, 1067 ST Amsterdam, ingekomen op 24 april; 22. W. Schelling, Osdorperweg 577, 1067 ST Amsterdam, ingekomen op 14 mei; 23. BK Ruimte & Milieu B.V., Zadelmakerstraat 150, 1990 AC Velserbroek, namens de Rutte Groep, Osdorperweg 588, 1067 SZ Amsterdam ingekomen op 13 mei; 24. de heer G. van Bodegraven, Osdorperweg 614, 1067 SZ Amsterdam, ingekomen op 23 april; 25. C.B. Meijerink, Osdorperweg 636, 1067 SZ Amsterdam, ingekomen op 16 april; 26. mevrouw M. Holzhaus, Osdorperweg 653, 1067 SV Amsterdam, ingekomen op 15 april; 27. de heer A. van Groningen, Osdorperweg 686, 1067 TA Amsterdam, ingekomen op 21 april; 28. de heer C. Markus, Osdorperweg 697, 1067 SV Amsterdam, ingekomen op 13 mei; 29. de heer J.H. van Geilswijk, V.O.F. Van Geilswijk, Osdorperweg 783, 1067 SW Amsterdam, ingekomen op 15 april. Het gaat om vier inspraakreacties; 30. de heer S.C. Sahiboe, Osdorperweg 785A, 1067 SW Amsterdam, ingekomen op 7 mei; 31. Van der Steenhoven Advocaten, Herengracht 582-584, 1017 CJ Amsterdam, namens Unal Zorg B.V., Osdorperweg 798 1067 TB, ingekomen op 14 mei; 32. de heer P.P.M. Kreike, Osdorperweg 814, 1067 TC Amsterdam, namens K. Kreike, Zwanenburgerdijk 814, 1067 TC Amsterdam, ingekomen op 6 mei; 33. de heer R. Kentie, Osdorperweg 816, 1067 TC Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 34. P.H. Leenhouts en M. Ebbes, Osdorperweg 824C, 1067 TC Amsterdam, ingekomen op 11 mei; 35. W.A.M. Wiebes, Osdorperweg 856, 1067 TD Amsterdam, ingekomen op 14 mei; 36. W. van Jelgerhuis, Osdorperweg 898B, 1067TD Amsterdam, ingekomen op 13 april; 37. Maatschap Bijma-Meekel, Dunantstraat 86, 2131 RS Hoofddorp, ingekomen op 6 mei; 38. de heer F.H. van Woerkens, Margrietplantsoen 3, 1165 GE Halfweg, ingekomen op 24 april; 39. mevrouw E.M. van Klooster, Osdorperweg 945, 1067 SW, ingekomen op 12 mei;
4
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
40. Maatschap Brockhoff Kwekerij, Raasdorperweg 22A, 1067 TK Amsterdam, ingekomen op 13 mei; 41. Gebroeders Van Geilswijk B.V., Raasdorperweg 42, 1067 TK Amsterdam, ingekomen op 12 mei; 42. LTO Noord Advies, Druivengaarde 5-7, 3992 KR Houten, namens H. Celie, Raasdorperweg 80, 1067 TL Amsterdam, ingekomen op 11 mei 43. Ramos Natuursteen, Julianaplantsoen 197, 1111 XL Diemen, ingekomen op 14 mei.
2.2 Beoordeling zienswijzen Hieronder worden de inspraakreacties kort samengevat, waarna de beoordeling volgt. Inspraakreactie 1 (mondelinge inspraakreactie) Korte samenvatting 1. Verzocht wordt om de loods op het perceel aan de Lutkemeerweg 21 de bestemming Bedrijf (B) toe te kennen. Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming Wonen (W). De gronden zijn bestemd voor woningen met de daarbij behorende bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen, tuinen, erven en waterlopen. Voor de loods is op 22 september 1998 een bouwvergunning afgegeven met registratienummer BWBA04980070. De loods is vergund als garage/berging/hobbyruimte. Deze functies staan ten dienste van de woonbestemming die op het perceel rust. De loods wordt opgevat als bijgebouw bij de woning op het perceel Lutkemeerweg 21. Omdat de bebouwing vergund is voor het gebruik dat hoort bij de bestemming wonen is het ook het meest logisch om deze bestemming over te nemen in het nieuwe bestemmingsplan en aldus de bestemming Wonen (W) toe te kennen. Inspraakreactie 2 Korte samenvatting 1. Het stadsdeel dient rekening te houden met de bestaande bedrijven. Politiecontroles op de Osdorperweg en het afsluiten van de zuidkant van de Lutkemeerweg schrikken klanten af. Voor klanten is het onduidelijk wat de route naar het bedrijf van de familie Aekerman aan de Lutkemeerweg 149 is. De bereikbaarheid van bedrijven mag niet verder aangetast worden.
5
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling Ad 1 In een bestemmingsplan wordt uitsluitend de functie van een weg vastgelegd. Er kan in een bestemmingsplan worden aangegeven waarvoor de weg kan worden gebruikt. Het bestemmingsplan gaat niet over de inrichting van de weg of de verkeersmaatregelen die vereist zijn. Zaken als politiecontroles en routebeschrijvingen vallen dus niet onder het planologisch regime en er is daarom geen directe relatie met het bestemmingsplan. Wel staat ter informatie in de toelichting van het bestemmingsplan een beschrijving van de Osdorperweg waarbij ook de herinrichting van de weg en diverse verkeersmaatregelen worden genoemd. Inspraakreactie 3 Korte samenvatting 1. Het perceel aan de Osdorperweg 452 A bestemmen als Wonen (W). In het voorontwerpbestemmingsplan is dit perceel bestemd als Bedrijf (B). Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan hebben zowel het perceel waar Osdorperweg 452 als het perceel waar Osdorperweg 452 A onder vallen de bestemming Wonen en bedrijven (WB). In het huidige bestemmingsplan gold voor het perceel aan de Osdorperweg 452 A dus niet de bestemming Wonen (W). Bij het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan is verondersteld dat er nog steeds een relatie is tussen het bedrijf en de bedrijfswoning. Nu die relatie er feitelijk niet meer is zal de woning de bestemming Wonen (W) krijgen in het ontwerpbestemmingsplan. Dit zou wel gevolgen kunnen hebben voor de milieuvergunning. Aangezien de woning een tijd geleden al kadastraal afgesplitst is ligt het in de verwachting dat de huidige milieuvergunning hierop is afgestemd. Inspraakreactie 4 Korte samenvatting 1. De bestemming Wonen en bedrijven (WB) dient opgenomen te worden voor de percelen aan de Osdorperweg 456,458,460 en 462; 2. De bestemming Tuin (T) te vervangen door de bestemming Wonen en bedrijven (WB); 3. De aanduiding ‘opslag’ (op) verwijderen zodat de bestemming Bedrijf (B) van kracht is zonder de beperkingen van de aanduiding ‘opslag’ (op); 4. De bedrijfsgebouwen tussen 456 K en 456 M opnemen in het bestemmingsplan; 5. De mogelijkheid in het bestemmingsplan opnemen om de bestaande bebouwing te vervangen door bebouwing van dezelfde aard en verschijningsvorm; 6. Bebouwing met platte daken mogelijk maken; 7. De exacte locaties van gasleidingen aangeven op de verbeelding; 8. De exacte locaties van de nieuw te realiseren dammen en bruggen voor de peilwaterscheiding opnemen in het bestemmingsplan.
6
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling Ad 1 De bestemming Wonen en bedrijven (WB) uit het huidige bestemmingsplan komt niet meer terug in het nieuwe bestemmingsplan. De bestemming Wonen en bedrijven (WB) behoort niet langer tot mogelijke bestemmingen voor gronden op basis van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). Hierin staat een limitatieve lijst met mogelijke bestemmingen voor gronden. Voor de percelen aan de Osdorperweg 456, 458, 460 en 462 is gekozen voor de bestemming Wonen (W). De feitelijke situatie op het perceel is dat er woningen en geen bedrijfspanden aanwezig zijn. De bestemming Wonen (W) sluit daarom het best aan bij de bestaande situatie. Ad 2 In het huidige bestemmingsplan heeft het voorste deel van deze grond de bestemming Tuinen en erven (T). Verder heeft dit stuk grond de bestemming Wonen en bedrijven (WB) in het huidige bestemmingsplan. In het voorontwerpbestemmingsplan heeft de grond de bestemming Tuin (T). De achterliggende grond heeft de bestemming Wonen (W). Op die manier wordt aangesloten bij de bestaande situatie. Voorerven bij woningen krijgen indien mogelijk de bestemming Tuin (T). Tot op heden heeft hier geen bebouwing plaatsgevonden. De bestemming Tuin (T) sluit aan bij de bestaande situatie. De bestemming Bedrijf (B) toekennen aan de hier bedoelde grond is niet realistisch omdat hier geen bedrijven gevestigd zijn. Het toekennen van de bestemming Wonen (W) levert niet meer bouwmogelijkheden op dan de bestemming Tuin (T). Binnen de bestemming Wonen (W) mogen gebouwen namelijk slechts achter de voorgevel van de woning worden opgericht. Ad 3 Het perceel aan de Osdorperweg 456 T is in het huidige bestemmingsplan bestemd als Agrarisch gebied met natuur- en landschappelijke waarden (Anl). Binnen deze bestemming was slechts zeer beperkt bebouwing toegestaan. In het voorontwerpbestemmingsplan valt dit perceel binnen de bestemming Bedrijf (B) met aanduiding ‘opslag’ (op). Hier is geen bebouwing meer toegestaan en het perceel dient gebruikt te worden voor opslag conform de planregels. Op deze wijze wordt de vermindering van de recreatieve en ecologische waarde binnen de perken gehouden. Ad 4 De bedrijfsbebouwing tussen Osdorperweg 456 K en 456 M kan alleen worden opgenomen in het bestemmingsplan als hiervoor een onherroepelijke bouwvergunning is afgegeven. Mevrouw Meekel-Fraikin wordt verzocht om door middel van een bouwvergunning aan te tonen dat deze bebouwing legaal aanwezig is. Een andere mogelijkheid voor mevrouw Meekel-Fraikin is aantonen dat de bouwwerken in het huidige bestemmingsplan reeds opgenomen zijn. Op dit moment beschikt het stadsdeel niet over informatie waaruit af te leiden is dat deze gebouwen legaal gebouwd zijn. Ad 5 Bestaande bebouwing vervangen door bebouwing van dezelfde aard en verschijningsvorm behoort tot de mogelijkheden zolang de
7
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bestemmingsomschrijving en de bouwregels van het bestemmingsplan in acht worden genomen. Daarbij dient ook aan overige relevante regelgeving te worden voldaan zoals welstandseisen. Ook zijn in het voorontwerpbestemmingsplan overgangs- en slotbepalingen opgenomen. Het overgangsrecht bestaat uit standaardregels die voorgeschreven worden in het Besluit ruimtelijke ordening. Ad 6 Het voorontwerpbestemmingsplan maakt platte daken reeds mogelijk door het toestaan van een dakhelling van 0 tot 80 graden. De bepalingen omtrent de dakhelling vervallen in het ontwerpbestemmingsplan. Volledigheidshalve wijzen wij er op dat het advies van de Welstandscommissie ook van belang is bij het wel of niet kunnen realiseren van platte daken. Ad 7 Tijdens de voorbereiding van een bestemmingsplan wordt overleg gepleegd met die diensten die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening. De Gasunie is beheerder van de regionale en hoofdaardgasleiding en één van de partijen waarmee overlegd wordt. De Gasunie heeft aangegeven dat de ingetekende leidingen in het voorontwerpbestemmingsplan niet overal correct waren. De opmerkingen van de Gasunie zijn overgenomen waardoor de leidingen nu correct staan weergegeven op de verbeelding. Ad 8 Er zijn geen exacte locaties van de nieuw te realiseren dammen en bruggen voor de peilwaterscheiding bekend. De exacte locaties worden bepaald bij de uitvoering van de waterscheiding maar de werkingssfeer valt buiten het bestemmingsplan. Het traject waar de waterscheiding gepland is, is wel aangewezen door de aanduiding ‘specifieke vorm van water-waterscheiding’ (swawat). Deze aanduiding volstaat op dit moment. Niet kan worden uitgesloten dat hiervan wordt afgeweken. Inspraakreactie 5 Korte samenvatting 1. De bestemmingsgrens van de bestemming Bedrijf (B) met als aanduiding ‘opslag’ (op) opschuiven tot aan de punt van het terrein van het dierenasiel; 2. Handhaving van het 20% bebouwingspercentage indien de bestemmingsgrens opgeschoven wordt. Beoordeling Ad 1 en 2 Op het perceel is het aannemersbedrijf Van der Veldt gevestigd. In het huidige bestemmingsplan heeft het deel dat in het voorontwerpbestemmingsplan slechts opslag toestaat de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). Binnen de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak) past het aannemersbedrijf niet. Conform artikel 21 lid 1 sub b is het echter toegestaan om op
8
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Osdorperweg 485 een aannemingsbedrijf te hebben conform het huidige bestemmingsplan. In de voorschriften bij deze bestemming onder artikel 10 lid 2 sub c wordt bepaald dat bebouwing die wel toegestaan is aansluitend aan de aangrenzende bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA) (de reeds gerealiseerde bebouwing aan de noordzijde van het perceel) gebouwd dient te worden. Met dit nieuwe bestemmingsplan is beoogd om een toename van bebouwing in de toekomst te voorkomen. Binnen de bestemming Bedrijf (B) is het mogelijk om maximaal 20% bebouwingspercentage te realiseren buiten het bouwvlak ten behoeve van de bestemming. Dit geldt niet voor het gebied dat de aanduiding ‘opslag’ (op) heeft. Gelet op de doelstelling, doorzicht naar het achterland, zal aangesloten worden bij de bebouwing van het dierenasiel. De bestemmingsgrens zal in het ontwerpbestemmingsplan opgeschoven worden. Het bebouwingspercentage zal echter worden aangepast. Omdat het gebied waarop bebouwing is toegestaan wordt vergroot zal het bebouwingspercentage verlaagd dienen te worden om nog steeds hetzelfde aantal m² bebouwing toe te staan als voor de hiervoor genoemde wijziging van de bestemmingsgrens. Inspraakreactie 6 Op 13 mei heeft de heer J.A. van Weerdenburg een mondelinge zienswijze ingediend namens de heer J.H.M. van der Veldt, T.J.D. van Weerdenburg, en de heer E.G.P. Vork. a. Betreft achter Osdorperweg 485 A (kadastrale percelen STN02 H, 1512 en STN02 H, 1513) Korte samenvatting 1. De bestemmingsgrens opschuiven tot aan de punt van het terrein van het dierenasiel; 2. Handhaving van het 20% bebouwingspercentage indien de bestemmingsgrens opgeschoven wordt. Beoordeling kadastraal perceel STN02 H, 1512 Ad 1 en 2 Zie inspraakreactie 5. Beoordeling kadastraal perceel STN02 H, 1513 Ad 1 en 2 In het huidige bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). In het voorontwerpbestemmingsplan heeft het perceel de bestemming Bedrijf (B) gekregen. Op dit perceel mag conform de regels van het bestemmingsplan bebouwing ten behoeve van de bestemming gerealiseerd worden. Voor het gedeelte van het perceel waar de aanduiding ‘opslag’ (op) staat is uitsluitend opslag toegestaan.
9
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Met het nieuwe bestemmingsplan is beoogd om een toename van bebouwing in de toekomst te voorkomen. Binnen de bestemming Bedrijf (B) is het mogelijk om conform het ontwerpbestemmingsplan maximaal 7% bebouwingspercentage te realiseren buiten het bouwvlak ten behoeve van de bestemming. Dit geldt niet voor het gebied dat de aanduiding ‘opslag’ (op) heeft. De m² die qua bebouwing mogelijk zijn worden ten opzichte van het vorige bestemmingsplan niet verkleind. Omdat de bedrijfspercelen diep het gebied insteken is het achterste deel van het perceel bestemd voor opslag. Op deze manier wordt de vermindering van de recreatieve waarde beperkt. Daarom wordt de grens van het gebied waarop uitsluitend opslag toegestaan is gehandhaafd. b. Betreft Osdorperweg 515 B Korte samenvatting 1. Woning op het adres Osdorperweg 515 B intekenen; 2. Uitbreiding kassen mogelijk maken; 3. Een andere bestemming mogelijk maken indien tuinbouw niet meer haalbaar is als rendabele bedrijfsvoering. Beoordeling Ad 1 Zowel in het huidige als in het voorontwerpbestemmingsplan staat geen woning aangegeven op het perceel met adres Osdorperweg 515 B. Indien hiervoor een bouwvergunning is afgegeven zal er een woning ingetekend worden. U kunt ten allen tijde een voor dit adres afgegeven bouwvergunning overleggen op het stadsdeel. Ad 2 Uitbreiding van kassen is niet toegestaan conform het voorontwerpbestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan worden de rechten van het huidige bestemmingsplan weer opgenomen. Dit houdt in dat als er op een perceel nog steeds alleen maar sprake is van glastuinbouw (en geen stalling) de kassen mogen uitbreiden tot maximaal twee hectare. Voorwaarde hiervoor is uiteraard wel dat het perceel deze uitbreiding fysiek mogelijk maakt. Ad 3 Op basis van de gedane inventarisatie van de kassen wordt bezien of een maatbestemming voor niet-agrarische activiteiten toegekend wordt in het ontwerpbestemmingsplan. Indien er reeds sprake is van stalling zal de kas daarvoor een maatbestemming krijgen Als er geen stalling plaatsvindt dan zal er ook geen maatbestemming worden toegekend en is stalling niet toegestaan. Wel krijgen bestaande glastuinbouwbedrijven een uitbreidingsmogelijkheid, kunnen zij gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid en is stadslandbouw mogelijk. Inspraakreactie 7 Korte samenvatting 1. De bestemmingen uit het huidige bestemmingsplan handhaven voor de bestemmingsvlakken achter Osdorperweg 487;
10
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
2. Het bestemmingsvlak waar Osdorperweg 487 onder valt te bestemmen als Wonen en bedrijven (WB); 3. Het aantal woningen conform het huidige bestemmingsplan op te nemen; 4. Het gebruik van bouwvlakken afschaffen en verplaatsing van de bouwvlakken mogelijk maken; 5. Gebruik maken van een minimale (15 graden) en een maximale (45 graden) dakhelling; 6. De aanduiding ‘opslag’ (op) voor het terrein achter Osdorperweg 487 laten vervallen of het bebouwingspercentage vergroten zodat de totale te bebouwen oppervlakte overeenkomt met het huidige bestemmingsplan; 7. Bebouwingspercentages per eigenaar toekennen om te voorkomen dat degene die als eerste bouwt het totale bebouwingspercentage benut; 8. De aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-autosloperij’ (sb-asl) toekennen aan het perceel achter Osdorperweg 487 (‘Autorecycling Bart’) met een bebouwingspercentage van 50%; 9. Meer bedrijven per bouwperceel toestaan; 10. De lijst met geregistreerde bedrijven completeren; 11. Het (tweede) pad op het terrein Osdorperweg 487 opnemen in het ontwerpbestemmingsplan met de bestemming Verkeer (V). Beoordeling Ad 1 en 2 In het huidige bestemmingsplan heeft het bestemmingsvlak met daarin Osdorperweg 487 de bestemming Wonen en bedrijven (WB). Een aantal bedrijven hebben in het geldende bestemmingsplan ook de bestemming Wonen en bedrijven (WB) en zijn inmiddels zo doorgegroeid dat een bedrijfsbestemming meer recht doet aan de bestaande situatie. Voor het bestemmingsvlak met daarin Osdorperweg 487 is dat echter niet van toepassing. In het voorontwerpbestemmingsplan geldt daarom de bestemming Wonen (W) voor dit gebied. Volgens de verplichte Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) kan de bestemming Wonen en bedrijven (WB) niet meer gebruikt worden en daarom is gekozen voor Wonen. Ad 3 In het huidige bestemmingsplan mogen maximaal 17 woningen gerealiseerd worden. In het voorontwerpbestemmingsplan mogen maximaal 12 woningen worden gebouwd. Volgens de informatie van het stadsdeel zijn er op dit moment 12 woningen op het perceel aanwezig. De bestaande situatie is vervolgens bestemd. De resterende vijf woningen zullen via een binnenplanse ontheffing mogelijk gemaakt worden. Woningbouw is mogelijk als de woning ruimtelijk goed kan worden ingepast en een goede bereikbaarheid voor de hulpdiensten is verzekerd. De exacte voorwaarden worden in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen bij de bestemming Wonen (W). Ad 4 en 7 Door in het nieuwe bestemmingsplan gebruik te maken van bouwvlakken met daaraan gekoppeld bebouwingspercentages per woning wordt gegarandeerd dat bij elke woning afzonderlijk maximaal het genoemde
11
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bebouwingspercentage gerealiseerd mag worden. Het percentage bebouwing bij de ene woning buiten het bouwvlak staat volledig los van het reeds gerealiseerde percentage bebouwing bij andere woningen buiten het bouwvlak. Op deze manier wordt er meer recht gedaan aan de eigendomsverhoudingen. Voor bedrijven komt een zelfde regeling in het ontwerpbestemmingsplan. De plaats van de bouwvlakken ligt vast. Het is echter wel zo dat het dagelijks bestuur ontheffing kan verlenen om het bouwvlak naar de voorzijde van het perceel te verschuiven wat weer in overeenstemming is met het Programma van Eisen Tuinen van West. Voorwaarden hiervoor zijn dat de grens van de bestemming Tuin (T) niet wordt overschreden en dat het bouwvlak niet wordt vergroot. Ad 5 De regels omtrent een maximaal toegestane dakhelling worden in het ontwerpbestemmingsplan niet meer opgenomen. Een dakhelling van bijvoorbeeld 0 graden is ook al toegestaan in het voorontwerpbestemmingsplan. Dit is gedaan omdat bedrijven nadeel ondervinden van kaphellingen. Deze kappen kennen namelijk geen meerwaarde bij bijvoorbeeld het stallen van bedrijfswagens. Regels omtrent kappen/dakhellingen dienen verder te worden geregeld in de Welstandsnota. Ad 6 Het gedeelte met de aanduiding ‘opslag’ (op) in het voorontwerpbestemmingsplan heeft in het huidige bestemmingsplan de bestemming Bedrijven (B). In het voorontwerpbestemmingsplan heeft dit deel van het perceel ook de bestemming Bedrijf (B) gekregen. Op dit perceel mag conform de regels van het bestemmingsplan bebouwing ten behoeve van de bestemming gerealiseerd worden. Voor het gedeelte van het perceel waar de aanduiding ‘opslag’ (op) staat is uitsluitend opslag toegestaan. De aanduiding wordt naar de zijde van de Wijsentkade verplaatst zodat de grens van het gebied waar slechts opslag toegestaan is gelijk wordt getrokken met de punt van het dierenasiel. Volgens het Programma van Eisen Tuinen van West is het de bedoeling om nieuwe bebouwing zo dicht mogelijk bij de bestaande bebouwing te realiseren vandaar de aanduiding ‘opslag’ (op) op het achterste gedeelte van het perceel. Op deze manier wordt ook de verrommeling langs de Osdorperweg tegengegaan en de recreatieve route over de Wijsentkade zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt. Met dit nieuwe bestemmingsplan is beoogd om een toename van bebouwing in de toekomst te voorkomen. Binnen de bestemming Bedrijf (B) is het mogelijk om maximaal 7% bebouwingspercentage te realiseren buiten het bouwvlak ten behoeve van de bestemming als compensatie voor de bouwmogelijkheden binnen het huidige bestemmingsplan. Dit geldt niet voor het gebied dat de aanduiding ‘opslag’ (op) heeft. Omdat de bedrijfspercelen diep het gebied insteken is het achterste deel van het perceel bestemd voor opslag. Op deze manier wordt de vermindering van de recreatieve en ecologische waarde beperkt. Daarom wordt de grens van het gebied waarop uitsluitend opslag toegestaan is gehandhaafd.
12
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 8 In het huidige bestemmingsplan heeft het gebied waar ‘Autorecycling Bart’ is gevestigd de bestemming Bedrijf (B). Hiervoor geldt dat het bebouwingspercentage per bedrijf maximaal 25% mag bedragen. De locatie waar de erven van ‘Rooie Ben’ is gevestigd heeft in het huidige bestemmingsplan eveneens de bestemming Bedrijf. Daarnaast is er een maximaal bebouwingspercentage toegestaan van 50% per bedrijf. Daarom zijn deze situaties niet vergelijkbaar. Voor het bestemmingsvlak Bedrijf (B) bij Osdorperweg 487 geldt in het voorontwerpbestemmingsplan een maximaal bebouwingspercentage buiten het bouwvlak van 20%. In het ontwerpbestemmingsplan zijn er enkele wijzigingen voor dit perceel. Het aantal bouwvlakken neemt namelijk toe evenals de totale oppervlakte van de bedrijfsbestemming. Dit resulteert weer in een nieuw bebouwingspercentage buiten het bouwvlak. Het maximale bebouwingspercentage voor dit perceel bedraagt in het ontwerpbestemmingsplan 7%. Op die manier sluit het bebouwingspercentage het beste aan bij het huidige bestemmingsplan. Uitbreiding van de bestaande bebouwing wordt aldus overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan en ‘Autorecycling Bart’ wordt niet beperkt in de bouwmogelijkheden. Nog meer bebouwing toestaan door middel van een bebouwingspercentage van 50 % past niet binnen de uitgangspunten van het bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’. In het ontwerpbestemmingsplan is voor Autorecycling Bart een aanduiding opgenomen voor een ‘specifieke vorm van bedrijf-autosloperij’ (sb-asl). Ad 9 Deze regel komt niet als zodanig terug in het ontwerpbestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan bestaat dus wel de mogelijkheid voor meerdere bedrijven per bouwperceel mist aan de voorwaarden wordt voldaan. Ad 10 De lijst zal nader uitgewerkt terugkomen in het ontwerpbestemmingsplan. Ad 11 Het pad op het terrein Osdorperweg 487 dat de bestemming Verkeer (V) heeft gekregen in het voorontwerpbestemmingsplan is ten onrechte bestemd als Verkeer (V). Dit pad zal, evenals het tweede pad niet de bestemming Verkeer (V) krijgen maar vallen binnen de bestemming die hoort bij het bestemmingsvlak waarbinnen het pad loopt. Dit omdat het niet gaat om een openbare weg. Inspraakreactie 8 Korte samenvatting 1. Het bouwvlak voor Osdorperweg 496-498 in het nieuwe bestemmingsplan aanpassen aan de reeds ingediende aanvraag bouwvergunning. Beoordeling Het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan zal aangepast worden ten opzichte van het voorontwerp. De manier waarop het bouwvlak in het voorontwerpbestemmingsplan is ingetekend stuit op het probleem dat het bouwvlak ligt binnen de dubbelbestemming Leiding (L). Door het bouwvlak te verplaatsen, zoals terug te vinden is op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan wordt de strijdigheid met de dubbelbestemming Leiding
13
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
(L) opgeheven. De aanvraag bouwvergunning past daardoor in het ontwerpbestemmingsplan. Het gaat hier om een ambtshalve aanpassing. Inspraakreactie 9 Korte samenvatting 1. De loods achter Osdorperweg 499 de bestemming Bedrijf (B) geven Beoordeling Ad 1 Het perceel Osdorperweg 499 heeft in het huidige bestemmingsplan de bestemming Wonen en bedrijven (WB). In het voorontwerpbestemmingsplan heeft dit perceel de bestemming Wonen (W). Dit geldt ook voor de loods aan de achterzijde van het perceel. In 1992 is de loods vernieuwd. De heer Warmerdam heeft destijds schriftelijk aangegeven dat het ging om de vernieuwing van een schuur. Er is duidelijk aangegeven dat de loods/schuur niet gebruikt wordt als bedrijf. Op 31 maart 1992 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Osdorp een mededeling doen toekomen aan de heer Warmerdam waarin sprake is van de vernieuwing van de schuur met behoud van de bestemming berging. Gezien het bovenstaande is er geen aanleiding de loods/schuur te bestemmen als Bedrijf (B). Inspraakreactie 10 Korte samenvatting 1. Het huidige gebruik van het achterland bij Osdorperweg 505 staat nu kassen toe en dit wordt beperkt tot grasland. De bestemming dient echter ongewijzigd te blijven; 2. Er is een wens om op dit perceel een parenclub te realiseren Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan is het achterland bestemd voor Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). In het voorontwerpbestemmingsplan heeft het achterland de bestemming Gemengd (GD) gekregen behalve het bovenste gedeelte van het achterland gezien vanaf de Wijsentkade. Dit deel heeft de bestemming Bedrijf (B) gekregen. In het ontwerpbestemmingsplan is de bestemming gemengd (GD) gewijzigd naar Agrarisch (A). De bebouwing dient plaats te vinden in het gedeelte van het perceel met de bestemming Bedrijf (B). Het achterland dient verder vrij te blijven van bebouwing en is bestemd voor tuinbouw, sierteelt en agrarisch natuurbeheer. Volgens het Programma van Eisen Tuinen van West is het ook de bedoeling om nieuwe bebouwing zo dicht mogelijk bij de bestaande bebouwing te realiseren. Op deze manier wordt ook de verrommeling langs de Osdorperweg tegengegaan. Ad 2 Een parenclub is strijdig met het huidige en het nieuwe bestemmingsplan. Er is reeds een aanvraag om bouwvergunning voor het realiseren van een parenclub ingediend. Aangezien deze aanvraag om bouwvergunning nog niet afgerond is kan
14
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
de aanvraag om bouwvergunning nog niet in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen worden. In het bestemmingsplan worden alleen vergunde bouwwerken en vergund gebruik opgenomen. Inspraakreactie 11 Korte samenvatting 1. De bestemming Bedrijf (B) opnemen ten aanzien van het bedrijfsgebouw op het perceel Osdorperweg 513A; 2. Opslag in de kassen toestaan binnen de bestemming Gemengd (GD) en opslag voor PHB Techniek B.V. en Airsense Benelux B.V. positief bestemmen; 3. Gevraagd wordt om uit te leggen wat “aangeduide kassen” betekent; 4. Bedrijfsgebouwen toevoegen in de bestemmingsomschrijving van artikel 6 van de planregels; 5. Gevraagd wordt om uit te leggen wat met “kwalitatieve verbetering van de ruimtelijke situatie” en “geconcentreerde bebouwing langs de weg en een groen en bebouwingsvrij achterland dat bereikbaar blijft voor agrarisch natuurbeheer” wordt bedoeld. Beoordeling Ad 1 Er is een vrijstelling gevoerd in 2001 met registratienummer BWBA04010045. Deze vrijstelling voor bedrijfsruimte zal in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen worden. Het bedrijfsgebouw zal dan de bestemming Bedrijf (B) krijgen. Ad 2 In de aangeduide kassen is de stalling mogelijk van caravans, boten en auto’s. Dit valt namelijk onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan. Andere opslag is conform het huidige bestemmingsplan en het nieuwe bestemmingsplan niet toegestaan. Indien het conform het voorontwerpbestemmingsplan is toegestaan om een kas te gebruiken voor stalling dan gaat het alleen om stalling van auto’s, boten en caravans. Indien het hier gaat om andere stalling dan is dat niet toegestaan. Ad 3 In het voorontwerpbestemmingsplan is de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding-kassen’ (sba-ks) opgenomen. In het ontwerpbestemmingsplan is dit de aanduiding ‘kas’(ks) geworden. Hiermee worden de tuinbouwkassen aangeduid. De kassen in het plangebied vallen onder artikel 6 lid 1 sub b, c en d van de planregels van het voorontwerp. Ad 4 Een bedrijfsgebouw is het bouwwerk waarin een bedrijf gevestigd is. Het gaat dus niet om de specifieke functie maar om het soort bouwwerk. Bij de bestemmingsomschrijving komt alleen de functie te staan. Vandaar dat bedrijfsgebouwen niet genoemd zijn bij de bestemmingsomschrijving. In bedrijfsgebouwen mogen slechts de in de bestemmingsomschrijving genoemde activiteiten worden uitgeoefend.
15
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 5 “Kwalitatieve verbetering van de ruimtelijke situatie” en “geconcentreerde bebouwing langs de weg en een groen en bebouwingsvrij achterland dat bereikbaar blijft voor agrarisch natuurbeheer” zijn uitgangspunten vanuit het Programma van Eisen Tuinen van West. Dit beleid bepaald dat het plangebied zo open mogelijk en vrij van bebouwing dient te blijven. Dit zal leiden tot een kwalitatieve verbetering van de ruimtelijke situatie. Geconcentreerde bebouwing langs de weg en een groen en bebouwingsvrij achterland dat bereikbaar blijft voor agrarisch natuurbeheer wordt in de toelichting van het voorontwerpbestemmingsplan uitgewerkt. Nieuwe bebouwing mag niet verder dan vijftien meter achter de bestaande bebouwing worden opgericht. Het achterland mag niet (verder) bebouwd worden. De gronden achter de bebouwing dienen bereikbaar te blijven voor agrarisch natuurbeheer. Inspraakreactie 12 Korte samenvatting 1. De bestemming Wonen en bedrijven (WB) toekennen aan het perceel waarbij vier woningen en 60% bebouwing zijn toegestaan Beoordeling Ad 1 De bestemming Wonen (W) wordt gehandhaafd. In het gebouw voorop het perceel aan de Osdorperweg 515 wordt gewoond. De eigenaar van de woning heeft ervoor gekozen om de woning te verhuren aan drie huishoudens. Conform het huidige bestemmingsplan en het nieuwe bestemmingsplan is op dit perceel slechts één woning toegestaan. Dit aantal is reeds benut. Op basis van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) is het niet toegestaan om extra woningen te bouwen. In het voorontwerpbestemmingsplan is het reeds toegestaan om per woning maximaal 60% van het bij de woning behorende bouwperceel te bebouwen. Inspraakreactie 13 Namens de heer Vork is er twee keer een inspraakreactie ingediend. Eén keer schriftelijk door Schram Oosterveen Sarfaty Advocaten en één keer mondeling door de heer J.A. van Weerrdenburg. Beide inspraakreacties gaan over dezelfde punten. Deze inspraakreactie is gelijk aan de inspraakreactie 6 onder b en wordt daar beoordeeld. Inspraakreactie 14 Korte samenvatting 1. Een evenwichtige afweging maken tussen bedrijvigheid en natuurontwikkeling; 2. Maatregelen nemen tegen sluipverkeer; 3. Bedrijfsgebonden bestemmingen persoonsgebonden in plaats van grondgebonden maken 4. Duidelijk maken welke bedrijvigheid is toegestaan
16
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling Ad 1 Het nieuwe bestemmingsplan voorziet in een afweging tussen de economische functies en de natuurontwikkeling in het gebied. In veel gevallen wordt bestaande bedrijvigheid gecontinueerd maar wordt verdere (grootschalige) uitbreiding voorkomen. Natuurontwikkeling wordt op vele manieren gestimuleerd. Door het Programma van Eisen Tuinen van West krijgt ‘groen’ prioriteit en wordt de bestaand bedrijvigheid geconsolideerd. Alleen bestaande bedrijvigheid is toegestaan en uitbreiding daarvan is alleen mogelijk binnen de grenzen van het huidige bestemmingsplan. Ad 2 In een bestemmingsplan wordt de functie van een weg (voor verkeer) vastgelegd. Het bestemmingsplan zelf gaat niet in op de inrichting van de weg of de verkeersmaatregelen die vereist zijn. In de toelichting van het bestemmingsplan staat slechts een beschrijving van de Osdorperweg waarbij ook de herinrichting van de weg en diverse verkeersmaatregelen worden genoemd. Ad 3 Planologische regelgeving bestaat uit algemeen geldende regelgeving. Dit om rechtszekerheid te garanderen voor de belanghebbenden in het plangebied. Een persoonsgebonden bestemming is in sommige gevallen mogelijk bij een situatie die niet past binnen de onderliggende bestemming. Als handhaving niet het gewenste resultaat heeft of wanneer sprake is van bestaande rechten kan een persoonsgebonden bestemming tot de mogelijkheden behoren. Ad 4 De belangrijkste leidraad voor toegelaten bedrijvigheid is de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging. Verder wordt per bestemming duidelijk aangegeven of en welke bedrijvigheid is toegestaan. Ook wordt in de regels van het bestemmingsplan aangegeven of er nieuwe bedrijvigheid mogelijk is en zo ja in welke vorm. Inspraakreactie 15 Korte samenvatting 1. Uitleggen waaruit het kassengebied bij de Ookmeerweg bestaat (pagina veertien van het voorontwerpbestemmingsplan); 2. Welke maat wordt gehanteerd voor kleinschalige vormen van wonen, werken en recreatie in het kader van functieverandering van agrarische en niet-agrarische functies (pagina vijftien van het voorontwerpbestemmingsplan); 3. Waarom is er een reservering voor een eventuele afslag (Parkstadafslag) en verbindingsweg door de polder (pagina 21 van het voorontwerpbestemmingsplan) aangezien hier op provinciaal niveau afspraken over zijn gemaakt. Dit in het kader van de uitruil inzake verbreding T106 en de omlegging van de A9 om Badhoevedorp; 4. Wat betekent optimalisering van de sportparken Ookmeer, Spieringhorn en Eendracht (pagina 21 van het voorontwerpbestemmingsplan);
17
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
5. Wat betekent ‘groentypologie’ (pagina 21 van het voorontwerpbestemmingsplan); 6. Voorwaarden opnemen voor nieuw te maken waterlopen (pagina 27 van het voorontwerpbestemmingsplan) namelijk - het niet toegankelijk maken voor recreanten met roeiboot of kano; - het niet alleen afsluiten in het broedseizoen voor andere vogels 7. CO2 berging heeft extra veiligheidseisen nodig, veengrond is ongeschikt, er kunnen problemen met aanvoer zijn en het is niet te combineren met natuurfuncties naast ‘stadslandbouw’; 8. Het ‘verlegbare’ en/of ‘afsluitbare’ laarzenpad is lastig omdat mensen niet van het reeds bekende pad willen afwijken (pagina 30 van het voorontwerpbestemmingsplan); 9. Waarom wordt de peilverlaging doorgevoerd als er geen agrarisch gebruik meer is in de polder (pagina 31 van het voorontwerpbestemmingsplan), gezien de inklinking is het slechts een tijdelijke maatregel en de peilverlaging is in strijd met weidevogel- en natuurbescherming; 10. De polder is te klein om een laarzenpad te kunnen aanleggen en weidevogels zullen verstoord worden; 11. Grutto’s zijn niet te vinden in de Osdorper Bovenpolder maar in de Osdorper Binnenpolder Zuid (pagina 35 van het voorontwerpbestemmingsplan); 12. Bruggen over watergangen genieten de voorkeur boven dammen in watergangen (pagina 61 van het voorontwerpbestemmingsplan); 13. De plas-drassituatie (pagina 63 van het voorontwerpbestemmingsplan) is geen probleem maar juist een goede uitgangspositie voor het aantrekken vogels; 14. De oude es bij Osdorperweg 535 als monumentale boom in het bestemmingsplan opnemen (pagina 72 van het voorontwerpbestemmingsplan); 15. Tekstuele aanpassing op pagina 76 van het voorontwerp doorvoeren. In plaats van het wensbeeld van de hoofdgroenstructuur, het waterplan en de groene onderleggers op het gebied van cultuurhistorie en cultuurhistorische waarden te worden betrokken dit als een uitgangspunt te benoemen; 16. De verkeersaantrekkende werking bij stalling is groter dan bij een glastuinbouwbedrijf ondanks dat dit anders wordt gesteld in het voorontwerpbestemmingsplan (pagina 77 van het voorontwerpbestemmingsplan); 17. Bij de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) een maximum percentage verharding toestaan van 10% (pagina 77 van het voorontwerpbestemmingsplan); 18. Bij aanleg van oeververbindingen bruggen gebruiken (pagina 78 van het voorontwerpbestemmingsplan); 19. Groen vrijhouden van bebouwing is een goed punt. Daarom een maximum percentage verharding toe te staan (10%); Beoordeling Ad 1 Dit kassengebied bestaat uit de kassen achter de woningen om en nabij Osdorperweg 513 en Osdorperweg 577. Hier vallen als zodanig aangeduide kassen onder die binnen de bestemming Gemengd (GD) vallen. In het ontwerpbestemmingsplan krijgend deze gronden de bestemming Agrarisch (A).
18
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 2 Kleinschalige vormen van wonen, werken en recreatie in het kader van functieverandering van agrarische en niet-agrarische functies is een enigszins rekkelijk begrip. Deze vormen van wonen, werken en recreatie zullen wel in hun omvang beperkt worden door een aantal factoren. Zo is er voor de bebouwing een bouwvlak opgenomen en buiten het bouwvlak is een maximaal bebouwingspercentage opgenomen variërend van maximaal 0 tot 60%. Ook is de Stadslandbouw gebonden aan milieuregelgeving. Het Programma van Eisen Tuinen van West staat slechts extensieve recreatie toe waardoor ook zaken als verkeersaantrekkende werking beperkt zal blijven. Ad 3 Er komt een uitwerking van het Structuurplan voor de Westrand van Amsterdam. Daarin zal een nadere ruimtelijke afweging gemaakt worden over de afslag vanaf de Westrandweg en over groene of stedelijke ontwikkelingen. Deze uitwerking betreft zowel een uitwerking van het Structuurplan als een herziening van het Streekplan. Over de genoemde afslag van de Westrandweg is aldus nog wel een ruimtereservering vereist. Opgemerkt wordt dat het hier gaat om een reservering. Het is dus nog geen feit dat deze afslag er komt. Er zijn meerdere partijen betrokken bij de besluitvorming omtrent de afslag. Stadsdeel Osdorp is één van deze partijen. Het stadsdeel is van mening dat deze afslag er niet moet komen aangezien er strijdigheid is met het Programma van Eisen Tuinen van West maar zoals gezegd is het stadsdeel niet de enige partij die beslist over de afslag. Ad 4 De genoemde sportparken hebben veel meer potentie dan hoe zij op dit moment gebruikt worden. Veel verenigingen kampen bijvoorbeeld met een tekort aan leden. Door de sportparken intensiever te gaan gebruiken worden de verenigingen ondersteund. Ook is het de bedoeling om de sportparken voor een zo groot mogelijke groep bewoners toegankelijk te maken. Het gebruik van de sportparken wordt aldus gestimuleerd en geïntensiveerd. Ad 5 De term ‘groentypologie’ is afkomstig uit de hoofdgroenstructuur die uiteenlopende typen groen omvat. Elk van deze typen heeft hun eigen gebruik, belevingswaarde, cultuurhistorische betekenis, natuurwaarde enzovoort. Deze groentypologie geeft aan de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) een richtlijn om te kunnen bepalen welke activiteiten wel of niet inpasbaar en wenselijk zijn binnen een bepaalde groentypologie. Ad 6 De nieuw te maken waterlopen komen voort uit het Ruimtelijk toetsingskader Sloterpark. Op dit moment zijn er geen concrete initiatieven om nieuwe waterlopen te realiseren. Mocht dit wel aan de orde zijn dan is het conform het Programma van Eisen Tuinen van West echter wel de bedoeling om slechts extensieve vormen van recreatie mogelijk te maken. Ad 7 CO2 berging is een beleidsintentie. Op dit moment is er geen concrete aanvraag voor ingediend. Indien er een concrete aanvraag komt zal er een
19
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
evenwichtige belangenafweging plaatsvinden waarin ook ruim aandacht zal zijn voor veiligheid, de geschiktheid van de locatie enzovoort. Ad 8 Het laarzenpad is een voortvloeisel uit het Programma van Eisen van de Tuinen van West. Het laarzenpad zal op een dusdanige manier worden afgesloten zodat het niet mogelijk is om op een normale manier het laarzenpad te betreden. Bij overtreding zal handhavend worden opgetreden. Dit is echter iets wat los staat van het nieuwe bestemmingsplan. Ad 9 Door het instellen van de peilscheiding ontstaat een drooglegging die de mogelijkheden voor agrarische bedrijfsvoering vergroot. Hierdoor wordt agrarisch natuurbeheer bevordert wat een positieve uitwerking op de weidevogels zal hebben. Ad 10 Het laarzenpad levert een aantrekkelijke wandelroute op van 20 minuten. Dit wordt niet als een te geringe wandeling ervaren. Het verwachte gebruik van de laarzenpaden zal niet dusdanig groot zijn dat de rust van de weidevogels volledig verstoord wordt. De ligging van het laarzenpad is hier ook op aangepast. Het pad is namelijk gesitueerd aan de zijde van de Osdorperweg. Ad 11 De passage over de grutto’s is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan. Het is inderdaad zo dat de grutto’s niet in de Osdorper Bovenpolder maar in de Osdorper Binnenpolder Zuid met name gedurende de winter foerageren. Ad 12 Voor het aanleggen van oeververbindingen is een aanlegvergunning vereist. Eén van de voorwaarden bij het verlenen van een aanlegvergunning is dat deze alleen verleend kan worden indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en de cultuurhistorische waarden van het gebied. Zowel bij het aanleggen van een oeververbinding in de vorm van een brug of een dam zal naar bovengenoemde waarden gekeken moeten worden voordat tot verlening kan worden overgegaan. De bovengenoemde waarden zijn op deze manier voldoende gewaarborgd. Daarbij komt dat het advies van Waternet ingewonnen dient te worden bij het plaatsen van een brug of een dam. Zij zullen ook naar bovenstaande elementen kijken en hun advies is leidend. Ad 13 Door de plas-drassituatie te verminderen ontstaan er mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer. Het beheren van het land, het grazen en bemesten worden hierdoor mogelijk. Dit alles is van essentieel belang voor de weidevogels. Ad 14 In het ontwerpbestemmingsplan komen geen monumentale bomen meer voor. Er is een interne lijst opgesteld door stadsdeel Osdorp met mogelijke monumentale bomen. Deze lijst is echter nog niet vastgesteld. Daarom worden de mogelijke monumentale bomen op dit moment niet opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan aangezien er nog geen beleid voor is vastgesteld. Ad 15 Het voorstel om de tekst aan te passen is overgenomen.
20
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 16 De inschatting is dat de verkeersdruk niet zal toenemen. Nu is er reeds stalling op een aantal plaatsen in het plangebied. Verkeerstechnisch zijn daar op dit moment geen knelpunten bekend. Ad 17 In het huidige bestemmingsplan hebben de percelen die in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) krijgen de bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA). De in het huidige bestemmingsplan toegekende bouwmogelijkheden zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Er bestaat verder geen noodzaak om de bouwregels in het nieuwe bestemmingsplan aan te scherpen. De bouwregels voor de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) staan weergegeven in artikel 16 lid 2 van de planregels. Ad 18
Zie Inspraakreactie 15 ad 12
Ad 19 In de bestemming Groen (G) mogen slechts bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een maximale bebouwingsoppervlakte van 8m². De gronden met de bestemming Groen (G) zijn vrijwel allemaal in het bezit van stadsdeel Osdorp. Zodoende is er een goede controle ten aanzien van bebouwing binnen de bestemming Groen (G). Inspraakreactie 16 Korte samenvatting 1. Het bedrijf expliciet opnemen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging; 2. De volledige bestaande bebouwing als bouwvlak opnemen; 3. Bebouwingsmogelijkheden toestaan buiten het bouwvlak; 4. In de toelichting staat abusievelijk dat Kamsteeg Beleggingen B.V. failliet is gegaan. De gronden zijn echter overgedragen aan Kamsteeg in privé. De passage dient verwijderd te worden in het ontwerpbestemmingsplan; 5. Het is onredelijk om geen (beperkte) groei van bedrijvigheid toe te staan op basis van het Programma van Eisen Tuinen van West met als uitgangspunten het behoud en de bescherming van de natuurwaarden, de landschappelijke waarden en de cultuurhistorische waarden van het plangebied. Dit is strijdig met een goede ruimtelijke ordening. Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan is het conform artikel 21 van de voorschriften toegestaan een categorie-3 bedrijf te realiseren, uitsluitend zijnde een aannemingsbedrijf in buisleidingen. Voor het nieuwe bestemmingsplan is overleg gevoerd met de heer Kamsteeg om exact uit te zoeken welke bedrijvigheid gevestigd is op het perceel van de heer Kamsteeg. Er zal geen aanduiding specifieke vorm van bedrijf-bouwbedrijf (sb-bbd) in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen worden aangezien de bestaande bedrijvigheid past binnen de bestemming Bedrijf (B).
21
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 2 De bestaande bebouwing is bij het bouwblokonderzoek voor het huidige bestemmingsplan meegenomen. Bij het voorontwerpbestemmingsplan zijn deze gebouwen abusievelijk niet meegenomen. Dit is in het ontwerp aangepast. Ad 3 De rechten uit het huidige bestemmingsplan worden overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Er worden echter geen bebouwingsmogelijkheden toegevoegd. Het Programma van Eisen Tuinen van West is er op gericht om het verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Tuinen van West is een uitwerking van de hoofdgroenstructuur op basis waarvan geen nieuwe bebouwing is toegestaan. Een groei van de bedrijfsbebouwing brengt daarbij automatisch meer bedrijvigheid met zich mee. Het is onverantwoord om het bedrijf nog verder te laten groeien. De Osdorperweg heeft namelijk onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg en het dijklichaam van de Osdorperweg is niet bedoeld voor nog meer zwaar vrachtverkeer. Ad 4
Deze passage is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan
Ad 5
Idem als inspraakreactie 16 ad 3.
Inspraakreactie 17 Korte samenvatting 1. Osdorperweg 535 staat als één woning vermeld. Dit dient veranderd te worden naar twee woningen, bedrijfsruimte en een garagebox. Ad 1 Het aantal wooneenheden zal aangepast worden. Het maximum aantal wooneenheden zal van twee naar drie gaan in het bouwvlak waar Osdorperweg 535 A in ligt. De garagebox valt binnen de bestemming Wonen (W) en hoeft dus niet een aparte bestemming toegewezen te krijgen. Voor de bedrijfsruimte wordt de functie aanduiding bedrijf (b) opgenomen. Deze aanduiding maakt alleen een bedrijf in de categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging mogelijk. De heer Kramer heeft aangegeven dat er opslag van leer plaatsvindt met een oppervlakte van circa 90m². Dit valt onder categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteitenfunctiemenging. Inspraakreactie 18 Korte samenvatting 1. Extra bebouwingsmogelijkheden opnemen voor de agrarische bedrijven; 2. Andere bedrijvigheid dan agrarisch toestaan in de kassen; 3. Op het perceel Osdorperweg 541/543 staan twee woningen ingetekend. Op dit perceel staan echter al jaren drie woningen.
22
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling Ad 1 De kassen vallen binnen de bestemming Gemengd (GD) in het voorontwerpbestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan wordt dit de bestemming Agrarisch (A). Zie verder inspraakreactie 6 onder b ad 2. Ad 2 Zie inspraakreactie 6 onder b ad 3. Ad 3 In het huidige bestemmingsplan is het mogelijk om op het perceel Osdorperweg 541/543 twee woningen te realiseren. Deze rechten worden in het nieuwe bestemmingsplan overgenomen. Toegewezen huisnummers zijn niet leidend voor het vaststellen van het aantal woningen dat is toegestaan. Conform het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) is het niet toegestaan om extra woningen te realiseren. Dit beleid is leidend in deze. Inspraakreactie 19 Korte samenvatting 1. Nummering van tankstation Tinq is niet consequent. Het moet nummer 547 zijn (paragraaf 6.5.2 van de toelichting); 2. De verkeersdruk mag niet toenemen maar toch komen er nieuwe bedrijven bij op de locaties Osdorperweg 518 en de bedrijven op het pad bij de sloperijen van Osdorperweg 485 enz.; 3. Er staat een boerderij vermeld op Osdorperweg nummer 547 maar dat is niet correct; Beoordeling Ad 1 Het nummer Osdorperweg 539 in paragraaf 6.5.2 van de toelichting is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan naar Osdorperweg 547. Ad 2 Indien de nieuwe bedrijvigheid past binnen de planregels van het bestemmingsplan met betrekking tot gebruik en bouwen dan hoeft de verkeersdruk niet onderzocht te worden. Ad 3 In het ontwerpbestemmingsplan zal de boerderij niet vermeld zijn op het perceel Osdorperweg 547. De boerderijen worden correct weergegeven in het ontwerpbestemmingsplan en wel op de percelen aan de Osdorperweg 614 en aan de Osdorperweg 756. Inspraakreactie 20 Korte samenvatting 1. De grond achter het perceel aan de Osdorperweg 571 bestemmen als Bedrijf (B); 2. De stal op deze grond bestemmen als Agrarisch (A);
23
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3. De aanduiding voor deze grond opnemen voor kleinschalige camping/trekkershut en caravanstalling/droge opslag alsmede een horecagelegenheid voor de multifunctionele zorgboerderij; 4. Voor diezelfde grond een bebouwingspercentage toekennen van 60%; 5. De niet gerealiseerde bouwvergunning uit 1999 voor verlenging van de schuur intekenen op de kaart; 6. De bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA) toekennen aan de grond. Beoordeling Ad 1 Op de grond achter het perceel aan de Osdorperweg 571 staat op dit moment een koeienstal die ook als zodanig wordt gebruikt. De bestemming Bedrijf (B) maakt andere activiteiten mogelijk dan hoe de grond nu in gebruik is. Er is daarom geen aanleiding om de bestemming Bedrijf (B) toe te kennen aan de grond. Geconstateerd moet echter wel worden dat de bestemming Wonen (W) minder goed aansluit bij het gebruik dan de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL). Ook gaat het hier om een erg karakteristiek stukje grond waar het agrarische verleden van de Osdorperweg nog goed herkenbaar is. Daarom wordt de bestemming gewijzigd naar Wonen-Stadslandbouw (W-SL) met het daarbij behorende bebouwingspercentage en de tekst in de toelichting wordt hierop aangepast in het ontwerpbestemmingsplan. Ad 2
Zie inspraakreactie 20 ad 1
Ad 3 Door het toekennen van de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) aan de grond achter Osdorperweg 571 wordt deels tegemoetgekomen aan deze inspraakreactie. Caravanstalling en droge opslag zijn echter niet toegestaan binnen deze bestemming. Ad 4
Zie inspraakreactie 20 ad 1
Ad 5 In het archief van het stadsdeel is deze vergunning niet aanwezig. Met de heer Worm is er meerdere malen contact geweest over deze vergunning. Indien de heer Worm deze vergunning kan overleggen dan kan deze meegenomen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Ad 6 Conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) is het niet langer toegestaan om de bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA) te gebruiken. Er is een keuze gemaakt voor de grond achter Osdorperweg 571 die het beste aansluit bij het huidige gebruik. Inspraakreactie 21 Korte samenvatting 1. De volledige kas op het perceel aan de Osdorperweg 575A de aanduiding ‘kas’ (ks) te geven en stalling van auto’s, boten en caravans voor alle kassen toe te staan.
24
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling Ad 1 De kas zal in het ontwerpbestemmingsplan worden opgenomen en krijgt de aanduiding ‘kas’(ks). In het ontwerpbestemmingsplan wordt voor de kassen waarin reeds stalling plaatsvindt een maatbestemming opgenomen. Voor de overige kassen geldt dit echter niet. Inspraakreactie 22 Korte samenvatting 1. De mogelijkheden van de manege uitbreiden naar pension, recreatie; 2. De bestemming Wonen (W) op Osdorperweg 577 deels omzetten naar de bestemming Sport (S); 3. Om de manege goed te kunnen laten functioneren moet ook een stapmolen, paddock en horeca mogelijk zijn; Beoordeling Ad 1 De bestemming Sport (S) in het voorontwerpbestemmingsplan komt overeen met de huidige situatie. Binnen deze bestemming is het toegestaan om een manege te exploiteren waarbij bijvoorbeeld ook kantinevoorzieningen horen. Er is geen aanleiding om de bestemming te verruimen naar Recreatie (R). Een pension past niet binnen het beleidskader van het Programma van Eisen Tuinen van West en is daarom niet toegestaan. Een pension valt namelijk niet onder extensieve recreatie. Ad 2 Binnen het bestemmingsvlak Wonen (W) aangaande Osdorperweg 577 staat alleen woonbebouwing. Om deze woonbebouwing is het bestemmingsvlak Wonen (W) strak heen gelegd. De bestemming Wonen (W) komt overeen met de huidige situatie. Ad 3 Indien aan de bouwregels wordt voldaan zijn bouwwerken die buiten het bouwvlak geplaatst worden toegestaan. De hoogte van overige bouwwerken binnen de bestemming Sport (S) komt in het ontwerpbestemmingsplan te liggen op 3,50 meter. Horeca is niet toegestaan binnen deze bestemming anders dan kantinevoorzieningen. Dat wil zeggen dat slechts sprake mag zijn van horeca als een nevenactiviteit. Inspraakreactie 23 Korte samenvatting 1. De vergunning RBV08009 intekenen op de verbeelding; 2. In de plantoelichting wordt verwezen naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten (Bedrijven en milieuzonering-VNG) en richtafstanden. Dit wijkt af van de genoemde lijst van toelaatbare activiteiten in relatie tot gemengde functies;
25
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3. De passage in de toelichting waarin staat dat de Osdorperweg niet is aan te merken als een hoofdontsluiting, waardoor vestiging van categorie C-bedrijven niet gewenst is nuanceren zodat de vestiging van de bestaande categorie Cbedrijven aan de Osdorperweg aanvaardbaar te maken; 4. De vergunning RBV08004 opnemen op de verbeelding in het ontwerpbestemmingsplan; 5. Binnen de bestemming Bedrijf (B) ontbreekt het bestaande nutsgebouw van 30m2, die op de verbeelding dient te worden opgenomen; 6. Op het bouwperceel een bebouwingspercentage van 15% opnemen; 7. Alle aanwezige bedrijfsactiviteiten plaatsen op de Staat van Bedrijfsactiviteitenfunctiemenging; 8. Het begrip ‘specifieke vorm van bedrijf-bouwbedrijf’ (sb-bbd) opnemen in de definities; 9. In artikel 4 lid 1 sub d de zin ‘een bouwbedrijf met een bruto vloeroppervlakte = 1000m2’ verwijderen; 10. De bepaling in artikel 4 lid 2 sub a onder 1 aanpassen zodat er meerdere bedrijven per bouwperceel zijn toegestaan; 11. Planregels dienen toe te staan dat er voor dit perceel bedrijfsactiviteiten met maximaal categorie C als bedoeld in de Staat van Bedrijfsactiviteitenfunctiemenging mogelijk zijn. De bijlage Staat van Bedrijfsactiviteitenfunctiemenging aanpassen; 12. De maximale bouwhoogte in artikel 4 lid 2 sub b onder 2 van de planregels aanpassen naar 11 meter zodat dit aansluit bij de huidige situatie; 13. Bouwvlak woning met het adres Osdorperweg 586 aanpassen naar de huidige situatie Beoordeling Ad 1 De vergunning RBV08009 maakt het mogelijk om drie gebouwen op de achterzijde van het erf te plaatsen bij het perceel aan de Osdorperweg 580-592. De contouren van deze gebouwen zijn opgenomen in de kadastrale ondergrond. Deze vergunning is afgegeven conform het huidige bestemmingsplan. Binnen het nieuwe bestemmingsplan vallen deze gebouwen onder de bestemming AW (artikel 4, Agrarisch met Waarden). In tegenstelling tot het huidige plan komen de bouwmogelijkheden in het nieuwe plan – in navolging van het beleid zoals vastgelegd in het PvE Tuinen v. West – te vervallen. Uiteraard kunnen de reeds vergunde bouwwerken legaal worden opgericht maar het is dus niet mogelijk om voor deze bouwwerken een bouwvlak op te nemen op de kaart. Het (planologisch) permanent toekennen van bebouwingsmogelijkheden binnen de bestemming AW is immers niet toegestaan. Voor de toekomst betekent dit dat de vergunde bouwwerken uitsluitend mogen worden vervangen en/of vernieuwd voor zover het overgangsrecht dit mogelijk maakt. Ad 2 De richtafstanden worden genoemd in het algemene gedeelte van de toelichting, namelijk paragraaf 6.5.1. In paragraaf 6.5.2 wordt nader toegelicht waarom deze richtafstanden in een gemengd gebied kunnen worden losgelaten. Dit is onderdeel van de systematiek.
26
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 3 Deze passage zoals genoemd in paragraaf 11.4 van de toelichting is feitelijk correct. De Osdorperweg heeft te leiden onder veel en zwaar vrachtverkeer en is niet geschikt als hoofdontsluiting. Een nuancering is hier niet op zijn plaats en zal bovendien de aanwezigheid van de bestaande categorie C-bedrijven niet meer of minder aanvaardbaar maken. Ad 4
De vergunning RBV08004 is in het ontwerpbestemmingsplan ingetekend.
Ad 5 De nutsvoorziening is in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen en heeft de aanduiding ‘nutsvoorziening’ (nv). Ad 6 De omvang van het bedrijf op het perceel aan de Osdorperweg 580-592 is inmiddels zodanig dat verdere groei op deze locatie onverantwoord is. Verdere groei van het bedrijf zal nog meer verkeersbewegingen met zich meebrengen wat niet mogelijk is gezien de verkeerskundige ontsluiting. Ook past verdere groei niet in het Programma van Eisen Tuinen van West. Wel is het zo dat een deel van de ruimteclaims gehonoreerd is met een groter bestemmingsvlak. Verdere uitbreiding is echter niet toegestaan. Ad 7 De Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging is een lijst waarop staat welke bedrijven er in het plangebied binnen de bestemming Bedrijf (B) zijn toegestaan. Als alle bedrijven die op het perceel aan de Osdorperweg 580-592 aanwezig zijn zouden worden genoemd zou dat betekenen dat deze bedrijven in het gehele plangebied zijn toegestaan. Dit is uitdrukkelijk niet de bedoeling. Ad 8 Dit begrip wordt kort toegelicht in de bestemmingsomschrijving van de bestemming Bedrijf (B). Ad 9 Artikel 4 lid 1 sub d wordt zodanig aangepast dat de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-bouwbedrijf’ (sb-bbd) een bouwbedrijf met een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1000m² mogelijk maakt. Aangezien er voor het perceel aan de Osdorperweg 580 geen uitbreidingsmogelijkheden meer bestaan gaat het hier om een aangegeven maximum. Overigens kan van planschade geen sprake zijn omdat de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-bouwbedrijf (sb-bbd)’ andersoortige bedrijven die vallen binnen categorie A en B niet uitsluit. Ad 10 Deze regel komt niet als zodanig terug in het ontwerpbestemmingsplan. Deze regel gaat vervangen worden door een regel die een minimum en maximum kavelomvang kan voorschrijven. Deze regel is zeer goed voor het plangebied van toepassing aangezien grootschalige bedrijvigheid ongewenst is evenals al te kleine bedrijvigheid die tot een grote verrommeling leidt. Hierbij zal nadrukkelijk bepaald worden dat bestaande afwijkende situaties positief worden bestemd. Ad 11 Zie inspraakreactie 23 ad 6.
27
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 12 Bestaande vergunde bebouwing die hoger is dan de in het voorontwerpbestemmingsplan toegestane acht meter valt onder het overgangsrecht. Voor nieuwe bebouwing geldt dat de bouwhoogte maximaal acht meter is. Ad 13 Het bouwvlak is in principe bedoeld voor de oorspronkelijke hoofdbebouwing. Het kan dus zo zijn dat een deel van de bebouwing buiten het bouwvlak valt. Dat deel wordt meegeteld bij de berekening van het maximale bebouwingspercentage voor bijgebouwen van 30% buiten het bouwvlak. Inspraakreactie 24 Korte samenvatting 1. Een toelichting geven op de maximale bouwhoogte en de toegestane dakhelling bij de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) die is toegekend aan het perceel aan de Osdorperweg 614. Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan heeft het perceel aan de Osdorperweg 614 de bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA) conform artikel 5 van de voorschriften. Volgens artikel 5 lid 2 sub k is een dakhelling tussen de 45 en de 60 graden voorgeschreven. Voor agrarische bedrijfsgebouwen geldt conform artikel 5 lid 2 sub f als maximaal toelaatbare hoogte van 9,50 meter. In sub e van datzelfde lid wordt de maximaal toelaatbare goothoogte gesteld op acht meter. In het voorontwerpbestemmingsplan heeft het perceel de bestemming WonenStadslandbouw (W-SL). (Agrarische) bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak bij de stadslandbouwfunctie mogen maximaal acht meter hoog zijn. De voorwaarde ten aanzien van de dakhelling komt in het ontwerpbestemmingsplan niet meer terug. Inspraakreactie 25 Korte samenvatting 1. De maximaal toegestane hoogte van erfafscheidingen aan de achterzijde van woningen één meter maken. Beoordeling Ad 1 Erf- of perceelafscheidingen tot twee meter hoog kunnen aan de achterzijde vaak vergunningvrij worden gebouwd. Of er een bouwvergunning aangevraagd dient te worden is bepaald in het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb). Hierin is bepaald dat erf- of perceelafscheidingen tot twee meter hoog onder voorwaarden vergunningvrij gebouwd mogen worden. De voorwaarden hiervoor zijn dat er reeds een gebouw op het perceel dient te staan, de erfafscheiding meer dan een meter achter de voorgevelrooilijn dient te komen en dat de erfafscheiding meer dan een meter van de weg of het openbaar groen geplaatst dient te worden. Een erfafscheiding tot een meter hoog mag zonder voorwaarden vergunningvrij worden
28
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
geplaatst. Voldoet het bouwwerk niet aan de voorwaarden voor vergunningvrij bouwen dan dient in alle gevallen een bouwvergunning te worden aangevraagd. Pas op dat moment wordt er getoetst aan het bestemmingsplan. Inspraakreactie 26 Korte samenvatting 1. Overlast sluipverkeer verminderen door aanpassingen aan de Osdorperweg. Beoordeling Ad 1 Zie inspraakreactie 14 ad 2. Inspraakreactie 27 Korte samenvatting 1. Vrees voor diverse vormen van overlast van stadslandbouw op het perceel aan de Osdorperweg 685; 2. Geen parkeervoorzieningen maken bij het laarzenpad nabij Osdorperweg 685. Beoordeling Ad 1 Overlast wordt op een aantal manieren voorkomen. Door het gebruik maken van milieucategorieën in het bestemmingsplan wordt alleen bedrijvigheid toegestaan die geen overlast voor een gebied als het plangebied zal veroorzaken. Daarnaast gelden er milieunormen uit de Wet Milieubeheer. Deze normen worden getoets door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB). Ad 2 De verwachting is dat de aanleg van het laarzenpad door de Osdorper Bovenpolder niet zal leiden tot een groei van het autoverkeer. De gebruikers van dit pad zullen lopend of met de fiets komen. Het is niet de verwachting dat ze met de auto naar het gebied komen om van daaruit te gaan fietsen of wandelen. Bij het laarzenpad worden geen parkeervoorzieningen gecreëerd. Gebruikers van het laarzenpad zijn op die manier genoodzaakt om zonder auto naar het laarzenpad te komen. In het ontwerpbestemmingsplan wordt volledigheidshalve “parkeren”opgenomen als zijnde strijdig gebruik met de onderliggende bestemming. Inspraakreactie 28 Korte samenvatting 1. Bouwvlakken omruilen in verband met kabels en leidingen en een slechte bereikbaarheid van het bouwvlak. Beoordeling Ad 1 Door de heer Markus wordt voorgesteld om het bouwvlak op een andere plaats te realiseren. In het huidige en het nieuwe bestemmingsplan wordt getracht
29
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
de bebouwing zoveel mogelijk langs de weg, in dit geval de Osdorperweg, te realiseren. Dit sluit aan bij de hoofdgroenstructuur. Een uitruil van bouwvlakken zoals voorgesteld door de heer Markus is met dit beleid in strijd en kan daarom niet in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen worden. Daarbij is er in het voorontwerpbestemmingsplan een extra stuk grond bijgekomen dat de bestemming Bedrijf (B) heeft gekregen. Deze grond heeft de aanduiding ‘opslag’ (op) en mag daarom alleen gebruikt worden voor opslag. Het is dus mogelijk om dit stuk grond te gebruiken voor opslag en op het gedeelte van het perceel met de bestemming Bedrijf (B) waar niet de aanduiding ‘opslag’ (op) geldt bebouwing te concentreren. Ook is naar aanleiding van een opmerking van de Gasunie de leiding anders ingetekend. Dit levert minder beperkingen op voor het perceel aan de de Osdorperweg 697. Overigens is de grens waar het bouwvlak aan de zuidzijde van het perceel eindigt dezelfde grens alwaar de aanduiding ‘opslag’ (op) begint. Inspraakreactie 29 De heer J.H. van Geilswijk heeft namens V.O.F. Van Geilswijk vijf inspraakreacties gegeven. Eén van de vijf reacties kwam ruim buiten de termijn voor het geven van inspraakreacties binnen bij het stadsdeel. Daarom is die reactie niet behandeld in deze beantwoording. De vier inspraakreacties die wel op tijd bij het staddeel binnen zijn gekomen zijn hieronder behandeld. a. Betreft Osdorperweg 781A Korte samenvatting 1. Bestemming Bedrijf (B) voor het perceel aan de Osdorperweg 781A toekennen. Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan heeft het voorste deel van het perceel de bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA). Hier mogen slechts woningen met de daarbij behorende bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde komen, alsmede agrarische bedrijfsgebouwen, verhardingen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen, tuinen en erven en waterlopen. Het achterste deel heeft de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). Hier zijn de gronden bestemd voor tuinbouwbedrijven, alsmede voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf met de daarbij behorende ontsluitingswegen, paden en waterlopen. Ruvag Multiservice B.V. en ABC Stalling Amsterdam B.V. zijn pas na vaststelling van het huidige bestemmingsplan opgericht. Beide B.V.’s voldoen niet aan de geldende bestemming. In het voorontwerpbestemmingsplan heeft het voorste deel van het perceel aan de Osdorperweg 781 A de bestemming Wonen (W). De rest van de grond kent de bestemming Gemengd (GD) in het voorontwerp. In het ontwerpbestemmingsplan krijgen deze gronden de bestemming Agrarisch (A). ABC Stalling B.V. en Ruvag Multiservice B.V. zijn gesitueerd op gronden waarvoor de bestemming Gemengd (GD) geldt in het voorontwerp. Deze gronden zijn onder andere bestemd voor
30
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
stalling van caravans, boten en auto’s in de aangeduide kassen. ABC Stalling B.V. past binnen deze bestemming. Ruvag Multiservice B.V. past niet binnen de bestemming Gemengd (GD) van het voorontwerpbestemmingsplan. Er is geen aanleiding om dit bedrijf wel toe te staan. Aangezien beide bedrijven nog niet gevestigd waren ten tijde van vaststelling van het huidige bestemmingsplan bestaat er geen aanleiding om de bestemming Gemengd (GD) voor het perceel 781A te wijzigen naar Bedrijf (B). Wel is het zo dat in het ontwerpbestemmingsplan een maatbestemming is opgenomen die stalling zal toestaan. b. Betreft Osdorperweg 783 Korte samenvatting 1. Woning op het perceel aan de Osdorperweg 783 intekenen. Beoordeling Ad 1 Er is op 14 juli 1998 een bouwvergunning afgegeven voor de woning op het perceel aan de Osdorperweg 783. Deze bouwvergunning heeft als kenmerk BWBA04980005. Op basis van deze bouwvergunning wordt een bouwplan ingetekend in het ontwerpbestemmingsplan. Wel wordt er op gewezen dat de bouwvergunning kan worden ingetrokken zo lang er geen uitvoering aan wordt gegeven. c. Betreft Raasdorperweg 66 Korte samenvatting 1. De bestemming Bedrijf (B) toekennen aan het perceel Raasdorperweg 66 Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA). Deze bestemming is op grond van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) niet meer mogelijk. Daarom dient er een keuze gemaakt te worden tussen de bestemmingen Wonen (W) en Agrarisch (A). De bestemming Wonen (W) sluit het beste aan bij de bestaande woning voor op het perceel. In het voorontwerpbestemmingsplan is er verder voor gekozen om de oude grenzen van de bestemmingen aan te houden die gelden voor dit perceel. Het achterste deel van het perceel heeft de bestemming Gemengd (GD)gekregen met een ‘specifieke bouwaanduiding kas’ (sba-ks). De gekozen bestemmingen zijn de bestemmingen die het beste overeenkomen met de werkelijke situatie. d. Betreft Raasdorperweg 84 Korte samenvatting 1. De bestemming Bedrijf (B) toekennen aan het perceel Raasdorperweg 84 Beoordeling
31
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 1 In het huidige bestemmingsplan heeft de woning de bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA) en de kas de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). In het voorontwerp is ervoor gekozen dat de bestemming Wonen (W) strak om de woning komt te liggen. Voor de kas is de bestemming Gemengd (GD) opgenomen met een aanduiding voor ‘kas’ (ks). In het ontwerpbestemmingsplan wordt dit de bestemming Agrarisch (A) met een aanduiding voor ‘kas’ (ks). Als extra aanduiding is de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-stalling’ (sb-st) opgenomen. De gekozen bestemmingen zijn de bestemmingen die het beste overeenkomen met de werkelijke situatie en een logisch gevolg zijn op grond van het huidige bestemmingsplan. Het huidige bestemmingsplan is aldus leidend. Slechts voor de reeds bestaande stallingactiviteiten komt er een maatbestemming. Inspraakreactie 30 Korte samenvatting 1. Verplaatsen bouwvlak van het perceel aan de Osdorperweg 785A in verband met bouwplannen en bouwwerken op aangrenzende percelen Beoordeling Ad 1 Zowel in het huidige als in het nieuwe bestemmingsplan is de insteek dat bebouwing zoveel mogelijk langs het bebouwingslint van de Osdorperweg gesitueerd wordt. Daarachter dient het gebied indien mogelijk vrij te blijven van bebouwing. Dit sluit ook aan bij het Programma van Eisen Tuinen van West. Het bouwvlak naar achteren plaatsen is daarom niet mogelijk. Daarbij kunnen er geen aanpassingen gedaan worden zolang er nog geen bouwvergunning verleend is. Vooralsnog zal het bouwvlak niet aangepast worden. Indien op een later tijdstip het bouwplan ingediend wordt conform de ingediende tekeningen zal er alleen door het voeren van een procedure mogelijk afgeweken kunnen worden van het bestemmingsplan. Inspraakreactie 31 Korte samenvatting 1. Het voorontwerpbestemmingsplan is niet conform artikel 3 lid 8 sub 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) langs elektronische weg beschikbaar gesteld en Unal en Un-Ay wensen het voorontwerpbestemmingsplan alsnog te ontvangen; 2. Stand van zaken vooroverleg met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); 3. Toelichting geven op de betekenis van de bestemming Wonen (W), maatschappelijke voorzieningen en de omschrijving van Maatschappelijk (M) (in artikel 8); 4. Uitleggen waarom het overgangsrecht niet overeenkomt met de regeling conform artikel 3.2.2 van het Bro; 5. Zorgt een verschil in definities tussen het huidige en het nieuwe bestemmingsplan ervoor dat het huidige gebruik van het perceel aan de
32
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
6.
7. 8. 9.
10.
11.
12.
Osdorperweg 798 als een grotere strijdigheid wordt beoordeeld door stadsdeel Osdorp?; Mag het huidige gebruik onder het nieuwe bestemmingsplan worden voortgezet als in de juridische procedure(s) naar aanleiding van de dwangsombeschikking van 7 april 2009 blijkt dat het huidige gebruik van het perceel aan de Osdorperweg 798 niet in strijd is met de huidige bestemming?; Wat betekent één huishouden (artikel 1 van het huidige bestemmingsplan) en wat betekent één afzonderlijk huishouden (artikel 1.65 voorontwerp)?; Heeft de gemeente bij de totstandkoming van het voorontwerp Osdorperweg gekeken naar het feit of het huidige gebruik in strijd is met het LIB?: Hoe heeft de gemeente bij de totstandkoming van het voorontwerp onderzoek verricht naar de aard, omvang en gegrondheid van de klachten van omwonenden?; Indien het huidige gebruik niet past in het voorontwerpbestemmingsplan dan dient het ontwerpbestemmingsplan zodanig gewijzigd te worden zodat het huidige gebruik wel past in de bestemming; Als een bestemmingsplanwijziging niet mogelijk is persoonsgebonden overgangsrecht conform artikel 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) toe te passen; Het bouwvlak vergroten zodat de huidige schuur binnen het bouwvlak valt en aangeven wat de consequenties van de nu ingetekende situatie zijn;
Beoordeling Ad 1 Artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft aan dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. Artikel 3.8 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft aan dat de kennisgeving langs elektronische weg geschiedt en dat het ontwerp-besluit met de daarbij behorende stukken elektronisch beschikbaar wordt gesteld. Aangezien het hier gaat om een voorontwerpbestemmingsplan en geen ontwerpbesluit is artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) niet van toepassing. Het voorontwerp hoeft daarom niet langs elektronische weg beschikbaar te worden gesteld. Wel is het voorontwerpbestemmingsplan per aangetekende post verzonden naar Unal Zorg op 5 juni 2009. Ad 2 Conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient het bestuursorgaan bij de voorbereiding van een bestemmingsplan te onderzoeken welke waarden in het plan in geding zijn en wat de gevolgen van het plan zijn voor deze waarden. Hiertoe is het voorontwerpbestemmingsplan onder andere gestuurd naar de dienst van het Rijk die betrokken is bij de zorg voor de ruimtelijke ordening in het gebied en die belast is met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn namelijk het Ministerie van Volksgezondheid Ruimtelijke ordening en Milieu (VROM).
33
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 3 De bestemming Maatschappelijk (M) sluit aan op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). Wat toegestaan is in deze bestemming staat uitgewerkt in de planregels. In de toelichting wordt uitgelegd waarom nieuwe (geluidgevoelige) functies zoals onderwijs, gezondheidszorg en onderwijsfuncties niet toegestaan zijn. Dit heeft te maken met het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB). Het LIB staat die functies namelijk niet toe. Een maatschappelijke voorziening is een voorziening die past binnen de bestemming Maatschappelijk (M) zoals hiervoor beschreven. Ook voor de bestemming Wonen (W) kan verwezen worden naar de planregels behorende bij de bestemming en de nadere uitleg in de toelichting in het hoofdstuk ‘Juridische planbeschrijving’. Ad 4 Het overgangsrecht komt wel overeen met de regeling conform artikel 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Alleen de aanhef van artikel 3.2.1 en artikel 3.2.2 is niet overgenomen aangezien dit niet verplicht is. Ad 5 Voor zover er een verschil is tussen definities heeft dit voor de mate van strijdigheid met het bestemmingsplan geen gevolgen. Ad 6 Als de juridische procedure naar aanleiding van de dwangsombeschikking van 7 april 2009 onherroepelijk is en als daarin geconstateerd is dat het huidige gebruik van het perceel aan de Osdorperweg 798 niet in strijd is met de huidige bestemming is, dan is het gebruik geoorloofd. Wel dient ook aan overige regelgeving voldaan te worden. Ad 7
Het begrip huishouden wordt in de planregels gedefinieerd in artikel 1.36.
Ad 8 Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) respecteert bestaand gebruik. Door een nieuw bestemmingsplan kan het bestaande toegestane gebruik niet op basis van het LIB strijdig worden. Ad 9 Dit heeft geen rol gespeeld bij de totstandkoming van het voorontwerp. De huidige bestemming wordt eenvoudigweg overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Ad 10 De bestaande bestemming uit het huidige bestemmingsplan wordt overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Er bestaat geen aanleiding om de bestemming Wonen (W) van het perceel te halen. Ad 11 Planologische regelgeving bestaat uit algemeen geldende regelgeving. Dit om rechtszekerheid te garanderen voor de belanghebbenden in het plangebied. Een persoonsgebonden bestemming is soms mogelijk wanneer een situatie niet past binnen de onderliggende bestemming. Als bijvoorbeeld handhaving niet het gewenste resultaat heeft zou een bestemming eventueel persoonsgebonden kunnen worden
34
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 12 Het bouwvlak is bedoeld voor de oorspronkelijke hoofdbebouwing. De schuur behoort niet tot de oorspronkelijke hoofdbebouwing. Het deel van de schuur dat buiten het bouwvlak valt wordt meegeteld bij de berekening van het maximale bebouwingspercentage van 30% buiten het bouwvlak. Inspraakreactie 32 Korte samenvatting 1. De oppervlakte aangeven die voor bebouwing beschikbaar is naast de woning op het perceel aan de Osdorperweg 826 Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan uit 1998 heeft de grond naast Osdorperweg 826 de bestemming Tuinen en erven (T). In het voorontwerpbestemmingsplan heeft deze grond abusievelijk de bestemming Wonen (W). In het ontwerpbestemmingsplan krijgt dit stuk grond, net als in het huidige bestemmingsplan, de bestemming Tuin (T). Voor de bebouwingsmogelijkheden zijn de planregels behorende bij de bestemming Tuin (T) leidend. Inspraakreactie 33 Korte samenvatting 1. Bouwvlak aanpassen zodat de onlangs gerealiseerde uitbreiding van de woning op Osdorperweg 816 valt binnen het bouwblok; 2. De onderliggende contouren zijn niet correct; 3. Geen legalisatie realiseren van illegaal gebruik van kassen en bedrijven uit het verleden; 4. Doorkijkjes garanderen door het volbouwen van percelen niet mogelijk te maken; 5. Kappen verplichten door het instellen van niet alleen een maximale maar ook een minimale dakhelling; 6. Bruggen in plaats van dammen realiseren; 7. Bij bedrijfsbeëindiging / overdracht geen autobedrijf of sloperij meer toestaan Beoordeling Ad 1 Bouwvlakken zijn bedoeld om in ieder geval het oorspronkelijke hoofdgebouw te omvatten. Uitbreidingen aan het hoofdgebouw kunnen daardoor (deels) buiten het bouwvlak liggen. Alle vergunningsplichtige bouwwerken buiten het bouwvlak worden meegerekend bij het maximale bebouwingspercentage van 30% van het bouwperceel. Er is geen aanleiding om het bouwvlak te vergroten in dit specifieke geval. Ad 2 De onderliggende contouren bestaan uit gegevens van de Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN) en het Kadaster. Deze gegevens komen niet terug in de planregels van het bestemmingsplan en hebben daarom geen juridische status. Deze gegevens zijn alleen bedoeld om te kunnen bepalen waar de
35
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
verbeelding gesitueerd dient te worden. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend en deze gegevens zullen in het kader van het bestemmingsplan niet aangepast worden. Ad 3 De kassen vallen binnen de bestemming Gemengd (GD) in het voorontwerpbestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan krijgen ze de bestemming Agrarisch (A). Op percelen waar alleen glastuinbouwbedrijven zijn blijven de uitbreidingsmogelijkheden conform het huidige bestemmingsplan bestaan. Op percelen waar nu stalling plaatsvindt wordt dit op maat bestemd maar uitbreiding is daar, ook weer conform het huidige bestemmingsplan, juist niet toegestaan. Ad 4 Doorkijkjes en dergelijke worden door dit bestemmingsplan zoveel mogelijk behouden. Maatregelen die genomen zijn om dit te realiseren zijn het instellen van bouwvlakken, het beperken van bebouwingsmogelijkheden buiten de bouwvlakken door het aangeven van een maximaal bebouwingspercentage en door het creëren van delen van bedrijfspercelen waar alleen opslag gerealiseerd mag worden. Ad 5 Er is voor gekozen om de bepalingen omtrent de dakhelling te laten vervallen in het ontwerpbestemmingsplan. Wel is het zo dat bouwvergunningplichtige bouwwerken getoets zullen worden door de Welstandscommissie Amsterdam. Op basis van de Welstandsnota zullen zij adviseren of de bouwwerken daaraan voldoen. Het wel of niet opnemen van een kap op een bouwwerk kan in sommige gevallen in de beoordeling een rol spelen. Ad 6 Voor het plaatsen van een dam of een brug in het plangebied zal advies worden gevraagd aan Waternet. Het advies dat door hun wordt afgegeven is leidend bij het plaatsen van een brug of dam. Bij de beoordeling door Waternet zal ook gekeken worden naar de landschappelijke, de natuurlijke en de cultuurhistorische waarden van het gebied. Ad 7 Binnen de bestemming Bedrijf (B) is bedrijvigheid toegestaan die past in de categorieën A of B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging. Een autobedrijf is een categorie B bedrijf en is dus toegestaan in het plangebied indien de bestemming Bedrijf (B) geldt voor de gronden waarop het bedrijf komt. Hiervoor worden geen beperkingen opgenomen bij bedrijfsbeëindiging of overdracht van een bedrijf. Een autosloperij mag alleen daar gevestigd worden waar de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-autosloperij’ (sb-asl) opgenomen is. Planologische regelgeving bestaat daarbij uit algemeen geldende regelgeving. Dit om rechtszekerheid te garanderen voor de belanghebbenden in het plangebied. Een persoonsgebonden bestemming is in sommige gevallen mogelijk bij een situatie die niet past binnen de onderliggende bestemming. Als handhaving niet het gewenste resultaat heeft kan een bestemming persoonsgebonden worden. Voor de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-autosloperij (sb-asl) is dat niet van toepassing.
36
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Inspraakreactie 34 Korte samenvatting 1. Het perceel tussen Osdorperweg 824 A t/m F en Osdorperweg 826 (kadastraal perceel STN02 I 02238) bestemmen als Tuin (T) Beoordeling Ad 1 Zie het antwoord op inspraakreactie 32. Inspraakreactie 35 Korte samenvatting 1. De kaphelling en maximale hoogte voor bijgebouwen zijn niet realistisch; 2. De rioolpersleiding van het Hoogheemraadschap Rijnland is niet opgenomen in het bestemmingsplan Beoordeling Ad 1 Zie Ad 5 bij inspraakreactie 33. Ad 2
De rioolpersleiding is in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen
Inspraakreactie 36 Korte samenvatting 1. Grote oppervlakten agrarisch gebied (kassen) worden aangewezen voor stallingruimte en dit strookt niet met het uitgangspunt om voor het plangebied een groen gebied te maken; 2. De inventarisatie van bedrijven is onvolledig; 3. Het begrip kas opnemen in de begrippenlijst van de planregels; 4. Legalisering van het illegale gebruik is ongewenst; 5. Opslag van auto’s, boten en caravans zal leiden tot een toename van verkeer; 6. De ondernemers van de kassen waar opslag plaatsvindt dienen een gebruiksvergunning aan te vragen Beoordeling Ad 1 De kassen worden naast stalling ook aangewezen voor agrarisch gebruik en stadslandbouw. Eén van de uitgangspunten van het bestemmingsplan is inderdaad om een groen gebied te creëren in het plangebied. Het is nu echter niet reëel om een groene bestemming (Agrarisch met waarden (AW) toe te kennen aan de kassen conform het Structuurplan Amsterdam. Redenen hiervoor zijn dat niet zeker is dat de kassen binnen tien jaar verdwijnen waardoor geen overgangsrecht kan worden toegepast, er nog geen afspraken zijn over de financiering van de sloopregeling en over het agrarisch natuurbeheer van de gronden. Ook kunnen er vraagtekens worden gezet bij de kwaliteit van het eventueel vrijkomende gebied. In het ontwerp zal de regeling van de kassen beperkter worden door middel van
37
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
maatbestemmingen. Bestaande rechten worden gerespecteerd maar verdere uitbreiding van die rechten is niet aan de orde. Ad 2 De inventarisatie van bedrijven in de toelichting zal worden aangepast zodat in het ontwerpbestemmingsplan in ieder geval een actuele lijst staat conform het register van de Kamer van Koophandel. Ad 3 Indien het begrip kas gedefinieerd wordt in de begrippenlijst van de planregels zegt dit nog niets over het gebruik van de kassen. Het gebruik van kassen wordt namelijk bepaald door de onderliggende bestemming. In de planregels voor de onderliggende bestemming is duidelijk aangegeven wat toegestaan is per bestemming. Ad 4
Zie inspraakreactie 33 ad 3.
Ad 5 De inschatting is dat de verkeersdruk niet zal toenemen. Nu vindt er reeds stalling plaats op een aantal locaties in het plangebied. Verkeerstechnisch zijn daar op dit moment geen knelpunten bekend. Ad 6 In een bestemmingsplan worden geen regels gesteld ten aanzien van gebruiksvergunningen. Gebruiksvergunningen zien op brandveiligheid. Deze procedure is geregeld in de Bouwverordening Amsterdam 2003. Het bestemmingsplan gaat hier niet op in. Inspraakreactie 37 Korte samenvatting 1. De kas op het perceel aan de Osdorperweg 943 intekenen op de verbeelding. Beoordeling Ad 1 De kas is ingetekend in het ontwerpbestemmingsplan. Inspraakreactie 38 Korte samenvatting 1. Het bouwvlak zodanig aanpassen dat de lopende aanvraag om bouwvergunning voor het perceel aan de Osdorperweg 944-960 past in het nieuwe bestemmingsplan Beoordeling Ad 1 Pas als er een onherroepelijke bouwvergunning is kan die ingepast worden in het bestemmingsplan. Voor deze aanvraag bouwvergunning wordt momenteel de procedure van het projectbesluit doorlopen. Op een later tijdstip zal de onherroepelijke bouwvergunning ingepast kunnen worden in het nieuwe bestemmingsplan conform artikel 5.1.3 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
38
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Inspraakreactie 39 Korte samenvatting 1. Het stadsdeel is bekend met het feit dat er een autobedrijf en een kwekerij (gedeeltelijk gebruikt voor ‘opslag’ (op)) op het perceel aan de Osdorperweg 945 gevestigd is; 2. Stacaravan toevoegen aan de verbeelding; 3. Overgangsbepalingen conform artikel 26 van het huidige bestemmingsplan bieden de bestaande bebouwing en exploitatie daarvan voldoende rechten om dit ook in het voorontwerpbestemmingsplan te laten doorgaan; 4. Het verkopen van occasions toestaan in de voortuin bij autobedrijf Van Klooster; 5. Meerdere bedrijven per perceel toestaan; 6. Stille opslag vindt al plaats vanaf 1996. ‘Opslag’ (op) toevoegen als aanduiding; 7. Bebouwingspercentage bij de bestemming bedrijf doorgeven en aangeven of dit is gewijzigd ten opzichte van het huidige bestemmingsplan; 8. Notulen van de inspraakavond toesturen; 9. Het Programma van Eisen voldoet niet aan de eisen van behoorlijk bestuur omdat: - verleende vergunningen onzorgvuldig opgenomen zijn (strijd met zorgvuldigheid); - sommige bedrijven wel aanduiding ‘opslag’ (op) en andere niet (strijd met gelijkheidsbeginsel); - inventarisatie dient te zijn om het voorontwerpbestemmingsplan te corrigeren en niet zoals tijdens de inspraakavond gezegd is om te handhaven; - afwegingen lijken al definitief te zijn en de wethouder is niet bereikbaar voor overleg Beoordeling Ad 1 In het huidige bestemmingsplan is het conform artikel 21 van de voorschriften toegestaan om een autoreparatiebedrijf te vestigen op het perceel aan de Osdorperweg 945. Het perceel heeft de bestemming Wonen en bedrijven (WB) in het huidige bestemmingsplan. Hier zijn onder andere niet-agrarische bedrijven toegestaan zoals opslag. In het voorontwerpbestemmingsplan staan in de toelichting bij Bijlage 1 Lijst geregistreerde bedrijven voor Osdorperweg 945 drie bedrijven vermeld. Het gaat om ‘Handelsonderneming A. Bouraada’, ‘opslag’ en ‘Verhuur opslag H.G.A. Van Klooster’. De kwekerij is zoals reeds aangegeven vervangen door stille opslag en stalling van auto’s, boten en caravans. Het stadsdeel heeft op 3 juni 2009 een opname gemaakt op het perceel. De bevindingen tijdens de opname zijn meegenomen in de afwegingen. Ad 2 De stacaravan is onderdeel van de gegevens van de Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN) en het Kadaster. De caravan kan niet als woning worden ingetekend aangezien ook het huidige bestemmingsplan slechts één woning op het perceel aan de Osdorperweg 945 toestaat. Er staat reeds een bedrijfswoning
39
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
waardoor het maximum aantal toegestane woningen reeds is bereikt. Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) staat geen extra woningen toe. Ad 3 In de overgangsbepalingen is aangegeven dat legale bouwwerken die in enigerlei opzicht afwijken van het plan vernieuwd of veranderd mogen worden mits de afwijking niet wordt vergroot. Ook staat er dat het gebruik van gronden en bouwwerken dat reeds bestond ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, voortgezet of gewijzigd mag worden, zolang de strijdigheid met het bestemmingsplan naar aard en omvang niet wordt vergroot. Hierbij wordt opgemerkt dat iets wat onder het overgangsrecht valt niet per definitie wordt opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Ad 4 De verkoop van occasions kan conform de verleende garagevergunning van 6 mei 1992 worden voortgezet. Aangezien het hier om een persoonsgebonden vergunning gaat wordt er geen aanduiding of bestemming in het bestemmingsplan voor opgenomen. Ad 5
Deze regel komt niet als zodanig terug in het ontwerpbestemmingsplan.
Ad 6 In het huidige bestemmingsplan heeft het perceel de bestemmingen Tuinen en erven (T), Wonen en bedrijven (WB) en Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). In het voorontwerpbestemmingsplan heeft het perceel aan de Osdorperweg 945 de bestemmingen Tuin (T), Bedrijf (B) en Gemengd (GD). Binnen de bestemming Bedrijf (B) is een aanduiding toevoegen niet nodig voor de betreffende activiteiten. Het gedeelte van het perceel met de bestemming wordt enigszins vergroot zodat alle bedrijfsactiviteiten die onlosmakelijk verbonden zijn met de activiteiten aan de voorzijde van het perceel in hetzelfde bestemmingsvlak komen. De bestemming Gemengd (GD) wijzigt in het ontwerpbestemmingsplan in Agrarisch (A). De kassen krijgen een maatbestemming die opslag conform de planregels toestaat. Ad 7 In het huidige bestemmingsplan heeft het deel van het perceel aan de Osdorperweg 945 met de bestemming Wonen en bedrijven (WB) een maximaal bebouwingspercentage van 60%. In het voorontwerp wordt een scheiding gemaakt tussen een maximum bebouwingspercentage binnen en buiten het bouwvlak. Het maximum bebouwingspercentage buiten het bouwvlak is voor het bestemmingsvlak met de bestemming Bedrijf (B) op het perceel aan de Osdorperweg 945 lager. Binnen de bouwvlakken is het maximum bebouwingspercentage 100%. De totale oppervlakte die voor bebouwing in aanmerking komt is conform het huidige plan. Ad 8 De Nota van Antwoord met daarin de beantwoording van de inspraakreacties en de notulen van de inspraakavond wordt toegestuurd zodra het gereed is. Ad 9
40
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
- Alle onherroepelijke bouwvergunningen die bij stadsdeel Osdorp bekend zijn komen terug in het voorontwerpbestemmingsplan. Mocht het zo zijn dat er bouwvergunningen toch niet verwerkt zijn dan kan dit alsnog verwerkt worden na overlegging van de bouwvergunning; - De aanduiding ‘opslag’ (op) is van toepassing voor percelen met de bestemming Bedrijf (B) die ver het weidegebied insteken. Op deze percelen dient verdere bebouwing voorkomen te worden. Dit is niet voor alle percelen met de bestemming Bedrijf (B) van toepassing vandaar dat niet al deze percelen de aanduiding ‘opslag’ (op) hebben; - De inventarisatie heeft plaatsgevonden om een zo volledig mogelijk beeld van het plangebied te verkrijgen. De inventarisatie is in eerste instantie niet bedoeld voor handhaving. Gaandeweg de inventarisatie kunnen uiteraard wel illegale situaties geconstateerd worden waarna handhavend kan worden opgetreden. - Alle inspraakreacties worden serieus bekeken en in een aantal gevallen worden de inspraakreacties verwekt in het ontwerpbestemmingsplan. De wethouder is uiteraard bereikbaar voor overleg en heeft ook inmiddels een gesprek gehad met mevrouw Van Klooster. Inspraakreactie 40 Korte samenvatting 1. Het bouwen van nieuwe kassen toestaan; 2. Het toestaan van stalling in slechts bepaalde kassen is niet rechtvaardig; 3. De bestemming Wonen (W) veranderen in Wonen en agrarische bedrijven (WA). Beoordeling Ad 1 De kassen komen in het ontwerpbestemmingsplan te vallen binnen de bestemming Agrarisch (A). In het voorontwerpbestemmingsplan is dit nog de bestemming Gemengd (GD). De bestaande kassen zijn toelaatbaar. Indien er sprake is van glastuinbouw in de kassen dan worden de rechten uit het huidige plan overgenomen. Dit betekent dat uitbreiding tot 2 hectare per glastuinbouwbedrijf wordt toegestaan (voor zover fysiek nog uitbreiding mogelijk is). Voor kassen waar stalling plaatsvindt is uitbreiding niet toegestaan. Ad 2 De insteek van het voorontwerpbestemmingsplan is om in alle kassen stalling toe te staan. Deze maatregel is echter in strijd met het reeds bestaande beleid waardoor deze maatregel niet gerealiseerd kan worden. Daardoor ziet het stadsdeel zich gedwongen om te kiezen voor het mogelijk maken van stalling op een beperkte schaal. Dit compromis komt neer op het toekennen van een maatbestemming op locaties waar reeds sprake is van stalling. Voor de Raasdorperweg 22A geldt dat er nog geen stalling plaatsvindt en dat niet bekend is dat er plannen van de eigenaar zijn om over te stappen naar stalling. Raasdorperweg 22A krijgt daarom geen maatbestemming om stalling toe te staan. Indien er alleen glastuinbouw plaatsvindt bestaat wel de mogelijkheid om uit te breiden conform het huidige bestemmingsplan (zie inspraakreactie 40 ad 2).
41
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 3 De inschatting is gemaakt dat de bestemming Wonen (W) beter past bij de bestaande situatie dan de bestemming Bedrijf (B). De bestemming Wonen en agrarisch (WA) uit het huidige bestemmingsplan is vervangen door de bestemming Wonen (W) in het voorontwerpbestemmingsplan. Conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) is het niet langer toegestaan om de bestemming Wonen en agrarisch (WA) te gebruiken. Er is een keuze gemaakt voor het perceel Raasdorperweg 22 A om het voorste deel waar de woning gevestigd is te bestemmen als Wonen (W). Wel is er rekening gehouden met de aanwezigheid van kleinschalige bedrijvigheid. Daarom is er een maximaal bebouwingspercentage opgenomen van 60%. Inspraakreactie 41 Korte samenvatting 1. Bij het maken van het nieuwe bestemmingsplan is geen rekening gehouden met het huidige bestemmingsplan aangezien de uitbreidingsmogelijkheid voor de kassen is verdwenen; 2. Het gedeelte van de kas achter de Raasdorperweg 42 dat de aanduiding ‘Wrozone-wijzigingsgebied’ heeft is te klein; 3. Het gearceerde gedeelte dient in de lengte te worden gesitueerd in plaats van in de breedte aangezien er dan een doorkijk blijft en er parkeergelegenheid ontstaat; 4. In de tekst van het voorontwerp staat dat de gehele kas gebruikt mag worden voor opslag terwijl dit op de inspraakavond ontkend is Beoordeling Ad 1 Zie inspraakreactie 33 ad 3 en inspraakreactie 40 ad 1. Ad 2 Het gedeelte van de kas dat gearceerd is achter de Raasdorperweg 42 is 15% van de ingetekende kas op de verbeelding. Dit is conform de planregels van het voorontwerpbestemmingsplan. Ad 3 De bebouwing dient zoveel mogelijk langs de weg gesitueerd te worden zodat het achterland weer vrijkomt voor groen. Vandaar dat het gearceerde gedeelte in de breedte gesitueerd is. Indien het gearceerde gebied in de lengte wordt gesitueerd zal de doorkijk vanaf de Wijsentkade en de Osdorperweg worden verstoord. Parkeergelegenheid dient opgelost te worden binnen de aangeduide arcering Wrozone-wijzigingsgebied. Ad 4 De insteek van het voorontwerpbestemmingsplan is om in alle kassen stalling toe te staan. Deze maatregel is echter in strijd met het reeds bestaande beleid waardoor deze maatregel niet gerealiseerd kan worden. Daardoor ziet het stadsdeel zich gedwongen om te kiezen voor het mogelijk maken van stalling op een
42
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
beperkte schaal. Dit compromis komt neer op het toekennen van een maatbestemming op locaties waar reeds sprake is van stalling. Indien er alleen glastuinbouw plaatsvindt bestaat wel de mogelijkheid om uit te breiden conform het huidige bestemmingsplan. Inspraakreactie 42 Korte samenvatting 1. Niet alle bedrijfsgebouwen zijn ingetekend (zoals verplaatsbare rolkassen en een unit gebruikt als toiletgebouw/kantine) 2. Aan de Raasdorperweg 65 zijn met vergunning bedrijfsgebouwen gebouwd die niet zijn ingetekend; 3. Uitbreiding van het glastuinbouwbedrijf wordt door het nieuwe bestemmingsplan onmogelijk gemaakt; 4. Aangezien niet in alle kassen stalling wordt toegestaan is sprake van rechtsongelijkheid Ad 1 en 2 De bedrijfsbebouwing kan alleen worden opgenomen in het bestemmingsplan als hiervoor een onherroepelijke bouwvergunning is afgegeven. De verrijdbare rolkas op het perceel Raasdorperweg 65 is ingetekend op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan. Ook in het huidige bestemmingsplan is deze bedrijfsbebouwing namelijk al ingetekend. Ad 3
Zie inspraakreactie 33 ad 3.
Ad 4 De insteek van het voorontwerpbestemmingsplan is om in alle kassen stalling toe te staan. Deze maatregel is echter in strijd met het reeds bestaande beleid waardoor deze maatregel niet gerealiseerd kan worden. Daardoor ziet het stadsdeel zich gedwongen om te kiezen voor het mogelijk maken van stalling op een beperkte schaal. Dit compromis komt neer op het toekennen van een maatbestemming op locaties waar reeds sprake is van stalling. Voor de Raasdorperweg 80 geldt dat er nog geen stalling plaatsvindt en dat niet bekend is dat er plannen van de eigenaar zijn om over te stappen naar stalling. Raasdorperweg 80 krijgt daarom geen maatbestemming om stalling toe te staan. Indien er alleen glastuinbouw plaatsvindt bestaat wel de mogelijkheid om uit te breiden conform het huidige bestemmingsplan. Inspraakreactie 43 Korte samenvatting 1. Het bedrijf Ramos Natuursteen opnemen in het bestemmingsplan Beoordeling Ad 1 Het bedrijf Ramos Natuursteen heeft de werkplaats gevestigd op de Raasdorperweg nummer 84. In het huidige bestemmingsplan heeft de woning de
43
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA) en de kas de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). In het voorontwerp is ervoor gekozen dat de bestemming Wonen (W) strak om de woning komt te liggen. Voor de kas is de bestemming Gemengd (GD) opgenomen met een ‘specifieke bouwaanduidingkassen (sba-ks). In het ontwerpbestemmingsplan is dit de aanduiding ‘kas’ (ks) geworden. Het bedrijf bevindt zich in de kas. Binnen de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak) past Ramos Natuursteen niet aangezien deze gronden bestemd zijn voor tuinbouwbedrijven, alsmede voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf met de daarbij behorende ontsluitingswegen, paden en waterlopen. Hier valt Ramos natuursteen niet onder. In het voorontwerpbestemmingsplan heeft de kas zoals gezegd de bestemming Gemengd (GD) met een ‘specifieke bouwaanduiding-kassen’ (sba-ks). Een bedrijf als Ramos Natuursteen past niet in de bestemmingsomschrijving behorende bij de bestemming Gemengd (GD). Er bestaat geen aanleiding om Ramos Natuursteen op te nemen in het bestemmingsplan.
44
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3. Opmerkingen naar aanleiding van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro
3.1 Lijst geadresseerden Bro-overleg •
Vrom-Inspectie, Regio Noord-West t.a.v. Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne Postbus 1006 2001 BA HAARLEM
•
Waternet Postbus 94370 1090 GJ AMSTERDAM
•
Provincie Noord-Holland Directie Subsidies, Handhaving en Vergunningen Vergunningen Omgeving Postbus 3007 2001 DA HAARLEM
[email protected]
•
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam P/a Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) Amsterdamse Planologische Commissie Postbus 2758 1000 CT AMSTERDAM
•
Ministerie van LNV Dienst landelijk gebied Regio West Postbus 19275 2500 CG DEN HAAG
•
Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling Postbus 1316 1000 BH AMSTERDAM
•
Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam De Ruijterkade 6 1013 AA AMSTERDAM
45
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
•
Bureau Monumenten & Archeologie Postbus 10718 1001 ES AMSTERDAM
•
NV Nederlandse Gasunie Concourslaan 17 9727 KC GRONINGEN
•
Dienst Wonen Postbus 1900 1000 BX AMSTERDAM
•
Stichting Dorpsraad Sloten – Oud Osdorp Nieuwe Akerweg 14 1066 ES AMSTERDAM
•
Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Luchtvaart Postbus 575 2130 AN HOOFDDORP
•
KPN Telecom Postbus 9107 7300 HR APELDOORN
•
KPN Telecom Voorraadmanagement en Beheer T.a.v. dhr. W. van der Tak Postbus 58036 1040 HA AMSTERDAM
•
Continuon Netbeheer Assetmanagement Regio Randstad PAC: AD4443 Postbus 41920 1009 DC AMSTERDAM
•
Kamer van Koophandel Amsterdam Postbus 2852 1000 CW AMSTERDAM
[email protected]
•
Dienst Milieu en Bouwtoezicht Postbus 922 1000 AX AMSTERDAM
46
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
•
Dagelijks Bestuur stadsdeel Slotervaart/Overtoomseveld Postbus 2010 1000 CA AMSTERDAM
•
Dagelijks Bestuur stadsdeel Geuzenveld/Slotermeer Plein ‘40’45 nr. 1 1064 SW AMSTERDAM
•
Dagelijks Bestuur stadsdeel Centrum Postbus 202 1000 AE AMSTERDAM
•
Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland Toekanweg 7 2035 LC HAARLEM
•
Rijksgebouwendienst Directie Noord-West Kennemerplein 6 2011 MJ HAARLEM
[email protected]
•
Gemeente Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG HAARLEMMERMEER
•
Dagelijks Bestuur stadsdeel Bos en Lommer Postbus 57239 1040 BC AMSTERDAM
•
Haven Amsterdam Postbus 19406 1000 GK AMSTERDAM
•
ProRail Regio Randstad Noord t.a.v. De heer P.W.J.Verheij Postbus 2520 1000 CM AMSTERDAM
•
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed Postbus 1600 3800 BP AMERSFOORT
47
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
•
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Postbus 9959 1006 AR AMSTERDAM
•
Milieucentrum Amsterdam Plantage Middenlaan 2-G 1018 DD AMSTERDAM
[email protected]
•
Brandweer Kazerne Osdorp Ookmeerweg 2 1068 ZX AMSTERDAM
[email protected]
•
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Postbus 94370 1090 GJ AMSTERDAM
•
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 130 1135 ZK EDAM
•
Milieufederatie Noord-Holland Stationsstraat 38 1506 DH ZAANDAM
[email protected]
•
LTO (Noord) Postbus 649 2003 RP HAARLEM
•
Liander N.V. t.a.v. R. van der Kamp / Assetmanagement Regio Randstad Postbus 50 Locatiecode: 2AD3221 6920 AB Duiven
3.2 Overzicht ingekomen opmerkingen 1. Waternet, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1090 GJ Amsterdam, ingekomen op 14 mei; 2. Dienst Ruimtelijke Ordening, Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam, ingekomen op 29 mei;
48
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3. VROM-Inspectie regio afdeling Noord-West, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem, ingekomen op 13 mei; 4. Dienst landelijk Gebied Regio West, Postbus 8540, 3503 RM Utrecht, ingekomen op 13 mei; 5. Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS),Postbus 1316, 1000 BH Amsterdam, ingekomen op 12 mei; 6. Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Nieuwe Akerweg 14, 1066 ES AmsterdamSloten, ingekomen op 12 mei; 7. LTO Noord, Fonteinlaan 5, 2012 JG Haarlem, ingekomen op 8 mei; 8. Bureau Monumenten & Archeologie, Herengracht 482, 1017 CB Amsterdam, ingekomen op 14 mei; 9. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Schepenmakersdijk 16, 1135 ZK Edam, ingekomen op 14 april; 10. Stadsdeel Geuzenveld / Slotermeer, Plein ’40 – ’45 1, 1064 SW Amsterdam, ingekomen op 20 april; 11. Stadsdeel Bos & Lommer, Bos en Lommerplein 250, 1055 EK Amsterdam, ingekomen op 21 april; 12. KPN Telecom, Postbus 58036, 1040 HA Amsterdam, ingekomen op 16 april; 13. ProRail, Moreelsepark 3, 3511 EP Utrecht, ingekomen op 16 april; 14. Gasunie,Concourslaan 17, 9700 MA Groningen, ingekomen op 6 mei; 15. Liander, Postbus 50, 6920 AB Duiven, ingekomen op 12 mei; 16. Haven Amsterdam, Postbus 19406, 1000 GK Amsterdam, ingekomen op 7 april
Beoordeling opmerkingen
1. Waternet Opmerking 1. De lijst met waterkeringen genoemd in paragraaf 8.2 is niet volledig en dient aangepast te worden inclusief de totale afmetingen van de keurzones; 2. De functie waterkering is een dubbelfunctie en dient als zodanig op de verbeelding aangegeven te worden. Op de kruising van de Lutkemeerweg en de Wijsentkade staat een huis. Hier komt de dubbelfunctie van de waterkering niet naar voren; 3. Indien de bodem wordt opgehoogd in de keurzone van een waterkering dient er ook gekeken te worden naar de consequenties voor de stabiliteit van de waterkering; 4. In paragraaf 8.2.2 is de laatste zin onvolledig. De Osdorper Bovenpolder wordt begrensd door de tertiaire waterkering ten zuiden van de Osdorperweg. De waterkering Osdorperweg is een secundaire indirecte kering, geen primaire kering. De Wijsentkade is een secundaire indirecte waterkering. Tevens wordt de Osdorper Bovenpolder in het westen begrensd door de waterkering langs de Ringvaart. Ook dit is een secundair directe kering;
49
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
5. In paragraaf 8.3.4 gaat het over het peil van het veenweidegebied. Dit peil is sinds 24 november 2004 vastgesteld op NAP -2,27 meter; 6. In de Osdorper Bovenpolder, aan de westkant, ligt een persleiding van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Beoordeling Ad 1 Alle door Waternet genoemde waterkeringen zijn in het ontwerpbestemmingsplan toegevoegd aan de toelichting. Ook op de verbeelding zullen de waterkeringen met de daarbij behorende afmetingen van de keurzones worden ingetekend. Ad 2 De waterkeringen in het plangebied hebben een dubbelbestemming gekregen namelijk Waterstaat-Waterkering (WS-WK). Binnen deze dubbelbestemming zijn alle nevenfuncties (gebruiksfuncties) ondergeschikt aan de functie waterkering. Op de kruising van de Lutkemeerweg en de Wijsentkade is eveneens de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering (WS-WK) toegekend. Ad 3 De ophoging van de bodem staat slechts als optie vermeld in de toelichting. Hier is aan toegevoegd dat bij ophoging van de bodem rekening dient te worden gehouden met de stabiliteit van de waterkering. Uiteindelijk wordt conform het ‘Watergebiedsplan Osdorper Binnenpolder Hoog’ van 24 mei 2007 het peil verlaagd. Bij de planregels voor de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering (WS-WK) is aangegeven dat er onder andere voor het ophogen van gronden een aanlegvergunning vereist is. Deze aanlegvergunning kan slechts verleend worden indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterstaat en de waterbeheerder daar vooraf over is gehoord. De kwaliteit van de waterkering is daarmee voldoende gewaarborgd. Ad 4
De genoemde opmerkingen zijn opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan.
Ad 5 DE NAP hoogte in paragraaf 8.3.4 wordt conform de opmerking van Waternet overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Ad 6
De rioolpersleiding is in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen.
2. Dienst Ruimtelijke Ordening(DRO) De Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) heeft op 13 mei het stadsdeel verzocht om de opmerkingen naar aanleiding van het overleg ex artikel 3.1.1. van het besluit ruimtelijke ordening (Bro) die zij hebben later te kunnen inleveren. Stadsdeel Osdorp heeft hiervoor toestemming gegeven.
50
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Opmerking 1. In de periode voorafgaand aan overleg ex artikel 3.1.1. is over het voorontwerpbestemmingsplan, een aantal lopende art 19-procedures en de relatie met het Programma van Eisen “Tuinen van West” ambtelijk en bestuurlijk overleg gevoerd. Het plan dient aangepast te worden aan de in die overleggen gezamenlijk getrokken conclusies; 2. Verzocht wordt het plan op korte termijn via het secretariaat bij de Dienst Ruimtelijek Ordening (DRO) aan de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) voor te leggen; 3. Het kassengebied aan de rand van de Osdorperbovenpolder maakt deel uit van de hoofdgroenstructuur. In het bestemmingsplan wordt, als alternatief gebruik bij het wegvallen van de oorspronkelijke tuinbouw, ondermeer het gebruik van de bestaande kassen voor opslag en stalling mogelijk gemaakt. Dit is in strijd met de uitgangspunten voor de hoofdgroenstructuur. Zowel in de tekst van de toelichting als in de regels dient dit uit het plan verwijdert te worden. 4. Het advies t.a.v. stadslandbouwbedrijven in de hoofdgroenstructuur van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) bij het bestemmingsplan te betrekken waarbij de mogelijkheden en beperkingen van het plangebied worden betrokken. Zo kunnen stadslandbouwbedrijven die uitgaan van overnachting niet toegelaten worden vanwege de ligging binnen het LIB-gebied en zijn ook verkeersaantrekkende bedrijven en grootschalige bedrijven, vanwege de matige bereikbaarheid van het plangebied per openbaar vervoer, niet geschikt. (Locatiebeleid) 5. Het kaartje op pagina 24 van de toelichting is niet geheel correct. De gegevens die daarin zijn verwerkt, zijn mogelijk overgenomen van de (niet geactualiseerde) kaart uit het aanvullend toetsingskader, en niet van de plankaart van het geldende Structuurplan; 6. In paragraaf 3.4 staan de aanstaande aanleg van de Westrandweg, de ruimtelijke reservering voor het Westrandspoor en de eventuele afslag van de Westrandweg vermeld. Hoewel het spoor niet binnen de planperiode van het bestemmingsplan zal worden gerealiseerd, wordt aanbevolen te vermelden welk tracé voor de railverbinding wordt gereserveerd en wat dat betekent voor de inrichting van het landschap. 7. Geadviseerd wordt voor kassen, voor hergebruik van kassen of hergebruik van het perceel na sloop van een kas, de toegelaten bedrijvigheid aan een maximum bruto vloeroppervlakte te binden vanwege de verkeersaantrekkende werking; 8. De onderbouwing dat de extensieve recreatie geen extra verkeer aantrekt (pagina 39) is mager. Worden aan het begin en eind van recreatieve routes door het plangebied parkeervoorzieningen getroffen? 9. In paragraaf 6.3, gewijd aan luchtkwaliteit, zijn subparagrafen “algemeen” en “regelgeving” opgenomen. Deze paragrafen alleen schieten echter tekort om te kunnen spreken van een volledige toetsing aan het wettelijke kader. Het verdient aanbeveling om eveneens een subparagraaf “onderzoek en conclusies” op te nemen; 10. Alhoewel het bestemmingsplan grotendeels conserverend is, zijn er toch onderdelen in opgenomen die als “ontwikkeling” te beschouwen zijn: de
51
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
11.
12. 13. 14.
15.
16.
17.
18.
19. 20.
21.
stadslandbouw en de extensieve recreatie. In het plan wordt gesteld dat de stadslandbouw een bescheiden hoeveelheid verkeer zal aantrekken en de extensieve recreatie waarschijnlijk geen verkeer. Aanbevolen wordt nauwkeuriger te onderzoeken of in het plan aan deze ontwikkelingmogelijkheden vanuit het oogpunt van ‘luchtkwaliteit’ aandacht moet worden besteed. Mocht blijken dat er inderdaad geen toename van verkeer in het gebied is, dan hoeft dit plan inderdaad verder niet te worden getoetst aan de wetgeving rondom luchtkwaliteit. Berekeningen e.d. zijn dan niet noodzakelijk. Mocht blijken dat er wel aan de wet moet worden getoetst, dan is het tevens noodzakelijk bij de berekeningen de effecten van de aanleg van de Westrandweg c.a. te betrekken; Aan het voorliggende plan ontbreekt een beschrijving van de invloed van de Westrandweg op de luchtkwaliteit in het plangebied in zijn geheel. Geadviseerd wordt aan te tonen dat dit bestemmingsplan -ondanks de komst van de Westrandweg- voldoet aan de vereisten van een goede ruimtelijke ordening. Hoofdstuk 7 uit te breiden met onderzoeksresultaten en conclusies; Op 23 augustus 2004 is het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) gewijzigd. Aanbevolen wordt deze datum te vermelden; In het plangebied geldt een bouwhoogtebeperking van 45 meter (niet 150 meter, zoals nu in de tekst staat). Aanbevolen wordt om dit onderdeel van het toetsingskader aan te passen. Geadviseerd wordt aan te tonen dat de nieuwe bedrijvigheid die het bestemmingsplan toestaat (extensieve recreatie, stadslandbouw) niet strijdig is met het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB); Niet geheel duidelijk is of de nieuwe functie “stadslandbouw” ook een vorm van gezondheidszorg toelaat (als er bijv. gehandicapten werkzaamheden uitvoeren). Indien er sprake is van een nieuwe gezondheidszorgfunctie, is deze op grond van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) niet toegestaan. Verder rijst de vraag of kampeerboerderijen en vergelijkbare voorzieningen, op grond van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) moeten worden geschrapt uit het plan. Aanbevolen wordt dit te onderzoeken. In paragraaf 1.1 van de toelichting wordt een relatie gelegd met het Programma van Eisen Tuinen van West. Hieraan gekoppeld is ook een m.e.r.-beoordeling. In de toelichting wordt dit niet benoemd, een aanvulling op dit punt is gewenst; In paragraaf 12.2 van de toelichting wordt over een hardheidsclausule gesproken die in artikel 29.3 is opgenomen. Waarschijnlijk wordt hier artikel 27 bedoeld, echter daar wordt een dergelijke hardheidsclausule gemist; Op pagina 61 wordt nog over het Besluit op de ruimtelijke ordening gesproken; Artikel 1.57 (definitie stadslandbouw): overwogen kan worden de voorbeelden van stadslandbouw naar de toelichting te verplaatsen en de toegelaten activiteiten specifiek te noemen onder de bestemming Gemengd (GD). Artikel 6: In de bestemming Gemengd (GD) wordt het zeer onwenselijk bevonden dat de hier aanwezige kassen mede kunnen worden gebruikt voor de stalling van caravans, boten en auto’s. Zoals in de toelichting reeds geconstateerd druist dit in tegen de ambities die hieromtrent staan verwoord in het Structuurplan. Verzocht wordt dan ook deze functie in deze bestemming niet mogelijk te maken, dan wel te bezien in hoeverre deze functie middels een
52
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
22.
23.
24.
25. 26. 27.
maatbestemming nader beperkt kan worden binnen de bestemming Gemengd (GD); Artikel 6: Aanbevolen wordt in de bestemming Gemengd (GD) alle onder stadslandbouw toegelaten activiteiten te benoemen en aan een maximum bvo te binden. Dit geldt in het bijzonder voor de horeca en de in artikel 1.57 onder de definitie van stadslandbouw toegestane detailhandelsactiviteiten. Artikel 6: Mocht het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) de vestiging van kampeerboerderijen in het plangebied toelaten, dan dient in dit artikel een maximum oppervlakte te worden opgenomen, vergelijkbaar met de gebruiksbepalingen onder art.16.3 lid b. Artikel 6.5.2 sub e: Betwijfeld kan worden of de wijzigingsvoorwaarde in dit artikel voldoende objectief begrensd is en daarmee in overeenstemming is met het rechtszekerheidsbeginsel. Als wordt gesproken over ‘geconcentreerde bebouwing langs de weg’, welke weg wordt dan bedoeld?; Artikel 7: Is het ruimtelijk relevant dat er in de bestemming Groen(G) alleen door schapen wordt geweid? Artikel 24 (algemene gebruiksregels) is niet noodzakelijk om in de planregels op te nemen. De Wet ruimtelijke ordening (artikel 7.10) voorziet hier al in; Artikel 26: Dat op de voorbereiding van een wijziging ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, staat reeds in artikel 3.6 Wro. Artikel 26 is dan ook overbodig.
Beoordeling Ad 1 Het vooroverleg dat het stadsdeel met de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) heeft gehad is meegenomen bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan. Ad 2 De Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) als zodanig is geen partij in het Bro-overleg. Aangezien de officiële inspraaktermijn verlopen is betekent dit dat een eventuele reactie vanuit de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) wellicht pas in de ontwerpfase kan worden meegenomen. Ad 3 en ad 21 Op 27 maart 2009 is er een overleg geweest tussen het stadsdeel en de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO). Tijdens dit overleg zijn afspraken gemaakt over het gebruik van de bestaande kassen voor opslag en stalling. De gemaakte afspraken zijn overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Ad 4 Verkeersaantrekkende bedrijven en grootschalige bedrijven zijn in principe niet voorzien in het plangebied. De definitie van Wonen-Stadslandbouw (W-SL) zal mede op basis van het advies van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) aangepast worden. Indien bestaande bedrijven gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid zal er een andere vorm van bedrijvigheid terug zal komen. Uitsluitend bedrijven die voldoen aan de categorieën A en B van de bij de planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging worden toegestaan. Daarbij komt dat parkeergelegenheid op eigen terrein verzorgd dient te worden. Doordat er een beperkt aantal m² beschikbaar is voor de bedrijven is de verwachting dat de
53
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
verkeersaantrekkende werking in vergelijking met de huidige bedrijvigheid niet sterk zal toenemen bij gebruikmaking van de sloopregeling in de bestemming Gemengd (GD). Ad 5 De kaart op pagina 24 van het voorontwerpbestemmingsplan is aangepast zodat de kaart overeenkomt met de plankaart van het geldende Structuurplan. Ad 6 Het stadsdeel is van mening dat volstaan kan worden met het aangeven van het tracé voor de Westrandweg op de verbeelding. Zowel de rail- als de wegverbinding vallen buiten het plangebied. Ad 7 Het stadsdeel zal een regeling treffen om de bruto vloeroppervlakte in het kassengebied te begrenzen. In het ontwerpbestemmingsplan zal namelijk aangegeven worden dat er maximaal 5000m² bruto vloeroppervlakte is toegestaan. Ad 8 Extensieve recreatievoorzieningen als laarzenpaden zorgen niet voor grote groepen bezoekers. Daarbij zullen de bezoekers niet van ver komen zodat er niet of nauwelijks extra auto’s het gebied in zullen komen. Het ontwerpbestemmingsplan is op dit punt als volgt aangepast: Reden hiervoor is dat niet wordt voorzien in parkeergelegenheid ten behoeve van de recreatieve routes. Ad 9 en ad 10 De extensieve recreatie zal geen verkeersaantrekkende werking hebben in verband met het ontbreken van parkeergelegenheden. Voor de bestemmingen Wonen-Stadslandbouw (W-SL) en Gemengd (GD), in het ontwerpbestemmingsplan Agrarisch (A), is het stadsdeel van mening dat extra onderzoek niet vereist is. Voor stadslandbouw in de bestemming Agrarisch (A) wordt namelijk een maximaal aantal van 350 m² bruto vloeroppervlak voor bijgebouwen gehanteerd. Stalling wordt in het ontwerpbestemmingsplan alleen toegestaan op plaatsen waar deze stalling reeds plaatsvindt. Voor de wijzigingsbevoegdheid om kassen te slopen en andere bedrijvigheid te mogen realiseren geldt dat het gaat om een onzekere toekomstige ontwikkeling die mogelijkerwijs niet of beperkt gerealiseerd zal worden waarvoor ook een maximaal aantal m² bruto vloeroppervlak. Ad 11 Voor de Westrandweg zijn in het kader van het tracébesluit reeds de benodigde onderzoeken voor de luchtkwaliteit uitgevoerd. Het bestemmingsplan wordt gezien als een conserverend plan waarvoor geen nadere onderzoeken met betrekking tot de luchtkwaliteit nodig zijn. Ad 12 Het hoofdstuk over het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) is een beschrijvend hoofdstuk. Er is hier geen sprake van een onderzoek. Een uitbreiding van het hoofdstuk met onderzoeksresultaten en conclusies is daarom niet relevant. Ad 13 De datum waarop het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) is gewijzigd is opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan.
54
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 14 De bouwhoogtebeperking die voortvloeit uit het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) is aangepast naar 45 meter. Ad 15 De passage in paragraaf 2.2.3 van de toelichting over vogelaantrekkende werking is in het ontwerpbestemmingsplan verduidelijkt. Ad 16 Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) geeft aan dat een gebouw met een gezondheidszorgfunctie waarbij geen sprake is van een bestaande situatie niet is toegestaan in het beperkingengebied. In het genoemde voorbeeld door de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO), gehandicapte mensen die werkzaamheden uitvoeren, is er geen sprake van een gebouw met een gezondheidszorgfunctie. Ad 17 Voor het Programma van Eisen Tuinen van West is inderdaad op 16 december 2008 een m.e.r.-beoordelingsbesluit genomen. In de toelichting zal naar dit besluit worden verwezen. Dit is opgenomen in paragraaf 11.3 van de toelichting. Ad 18 Deze passages zijn in het ontwerpbestemmingsplan aangepast. Ad 19 Deze passage is aangepast naar het Besluit ruimtelijke ordening. Ad 20 De voorbeelden zullen in het ontwerpbestemmingsplan in de planregels genoemd blijven worden. Dit omdat het gewenst is om deze voorbeelden juridisch vast te leggen. Ad 21 Stalling wordt in het ontwerpbestemmingsplan aangeduid met een maatbestemming. Ad 22 In het ontwerpbestemmingsplan zijn de intensieve stadslandbouwactiviteiten gebonden aan een maximaal bruto vloeroppervlakte van 350 m². Ad 23 Een kampeerboerderij wordt in het ontwerpbestemmingsplan niet langer als mogelijkheid genoemd en is derhalve niet langer toegestaan. Ad 24 Het stadsdeel is van mening dat de formulering duidelijk genoeg is om te weten welke weg bedoeld wordt. Ad 25 Dit artikel zal aangepast worden. Het is ruimtelijk niet relevant dat beweiding en begrazing slechts door schapen gebeurd. Ad 26 Dit artikel zal anders geformuleerd gaan worden maar wordt niet verwijderd. In de algemene gebruiksbepalingen is aangegeven wat in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt. Ad 27 Artikel 26 zal in het ontwerpbestemmingsplan niet meer worden opgenomen.
55
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3. VROM-Inspectie regio afdeling Noord-West Opmerking 1. Leidinggegevens toevoegen aan paragraaf 6.4.1 voor de leidingen. Het gaat dan om de diameter van de buis, de maximale werkdruk (= maximaal de ontwerpdruk) en de soort stof; 2. Nagaan in hoeverre de leidingen voldoen aan de AmvB Buisleidingen en de toelichting (paragraaf 6.3.1) daarop aanpassen; 3. Het tracé van de Westrandweg is niet helemaal correct buiten het plangebied gehouden. De verbeelding juist aanpassen; 4. Een nadere motivering voor het feit dat de Westrandweg geen deel uitmaakt van het plan toevoegen hiervoor verwijzend naar de trajectprocedure in de Tracéwet en het genomen tracébesluit; 5. In het hoofdstuk over het beleid ontbreekt Europees beleid. De Kaderrichtlijn water is van belang; 6. Het Nationaal waterplan dient bij de verdere planontwikkeling betrokken te worden; 7. Het geactualiseerde Bestuursakkoord Water (datum 25-06-08) als uitgangspunt nemen voor het ontwikkelen en uitvoeren van ruimtelijke plannen; 8. De opmerking dat voor de nieuwe Westrandweg een apart bestemmingsplan gemaakt zal worden gemaakt en dat bezwaren tegen deze weg in dit plan naar voren kunnen worden gebracht is niet juist omdat het tracé voor de Westrandweg tot stand is gekomen via een trajectprocedure op basis van de Tracéwet; Beoordeling Ad 1 De leidinggegevens zullen aan het ontwerpbestemmingsplan worden toegevoegd. Ad 2 Het ontwerpbestemmingsplan zal zodanig worden aangepast zodat duidelijk wordt in hoeverre de leidingen voldoen aan de AmvB Buisleidingen. Ad 3 Het tracé van de Westrandweg is in overeenstemming gebracht met het tracébesluit. Ad 4 Het feit dat de Westrandweg geen onderdeel van het plan uitmaakt zal nader worden gemotiveerd in paragraaf 2.2.1 van het ontwerpbestemmingsplan. Ad 5 Het Europese relevante beleid zal aan het hoofdstuk aangaande beleid worden toegevoegd. Ook in paragraaf 8.4.1 wordt hier aandacht aan besteed. Ad 6 Het Nationaal waterplan zal bij de verdere planontwikkeling betrokken worden.
56
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 7 Het geactualiseerde bestuursakkoord zullen wij als uitgangspunt nemen bij de verdere planvorming. Ad 8 Deze opmerking zal aangepast worden in het ontwerpbestemmingsplan. Opgemerkt kan nog worden dat de aannemer van de Westrandweg het bestemmingsplan heeft getoetst en zijn conclusie is dat het voorontwerpbestemmingsplan niet conflicteert met het definitief ontwerp en zijn werkzaamheden hiervoor.
4. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Opmerking 1. De figuren op pagina 20,29,31 enzovoort zijn slecht tot niet leesbaar; 2. Op pagina 50 staan twee zwarte vlakken in plaats van leidingen in beeld; 3. Op pagina 58, vierde alinea: “Het Luchthavenindelingbesluit (2002) … eindigt in een halve zin; 4. Op pagina 59 staat een zwart vlak in plaats van beeld; 5. In paragraaf 9.3.3 staat dat het bestemmingsplan geen mogelijkheid biedt om de huidige weilanden te bebouwen of te gebruiken voor functies die het weidevogelgebied kunnen schaden. Welke voorwaarden worden hiervoor voor de laarzenpaden opgenomen (welke tijden van het jaar gebruiken etc.) en waar wordt/is dit vastgelegd? 6. Zijn de bestemmingsplanregels leidend (ten opzichte van de toelichting) en wat wordt verstaan onder extensief dagrecreatief medegebruik?; 7. Er is een bijlage meegestuurd genaamd ‘Plan van eisen bouwkundig en ICT (Projectenruimte)’. Welke relatie heeft dit met het voorontwerpbestemmingsplan? Beoordeling Ad 1 en 2 De afbeeldingen zullen indien mogelijk aangepast worden op leesbaarheid. De zwarte vlekken zijn bij een latere uitdraai van het voorontwerpbestemmingsplan verdwenen. Het betrof een technisch mankement. Ad 3
De genoemde zin is aangevuld in het ontwerpbestemmingsplan.
Ad 4 De afbeelding op pagina 59 is inmiddels vervangen door een juiste afbeelding betreffende het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB). Ad 5 Het laarzenpad is een voortvloeisel uit het Programma van Eisen Tuinen van West. Voor het aanleggen van de laarzenpaden is een aanlegvergunning vereist. Voor een af te geven aanlegvergunning geldt dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, de natuurlijke en de cultuurhistorische waarden van het gebied. Het is mogelijk om bruggetjes en hekjes te bouwen voor de laarzenpaden tot maximaal 1,5 meter hoog. Deze zullen het weidevogelgebeid niet schaden. Het laarzenpad zal op een dusdanige manier worden afgesloten zodat het
57
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
niet mogelijk is om op een normale manier het laarzenpad te betreden. Bij overtreding zal handhavend worden opgetreden. Dit is echter iets wat los staat van het nieuwe bestemmingsplan. Ad 6 De planregels zijn juridisch bindend. Dit geldt niet voor de toelichting. De planregels zijn daardoor leidend. Extensief dagrecreatief medegebruik wordt gedefinieerd in artikel 1.27 van de planregels. De definitie is een recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, en met uitsluiting van recreatief nachtverblijf. Voor de bestemming Natuur (N) geldt dat extensief dagrecreatief medegebruik slechts toegestaan is zonder verstoring van het aangrenzende weidevogelgebied aangezien dit als nadrukkelijke voorwaarde is opgenomen in de planregels. Ad 7 Deze bijlage behoort niet bij het voorontwerpbestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ en is abusievelijk meegestuurd.
5. Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS) Opmerking 1. De ARS geeft aan geen tijd te hebben om het plan te toetsen.
6. Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp Opmerking 1. Het voorontwerp is niet consoliderend van karakter omdat grote oppervlakten agrarisch gebied (kassen) worden aangemerkt als stallingruimten voor auto’s, boten en caravans; 2. De inventarisatie van aan de Osdorperweg en omgeving liggende bedrijven is niet correct en deze lijst verwijderen; 3. Geen legalisatie realiseren van illegaal gebruik van kassen en bedrijven uit het verleden en de argumenten hiervoor zijn niet overtuigend; 4. Kassen die niet langer als zodanig worden gebruikt vijf jaar voor opslag van auto’s, boten en caravans gebruiken en daarna de kassen verwijderen wordt voorgesteld; 5. De opmerking dat opslag van auto’s, boten en caravans geen extra verkeer aantrekt wordt nergens goed onderbouwd; 6. Indien overgegaan wordt tot legalisatie van het illegale gebruik de ondernemers een gebruiksvergunning dienen aan te vragen; 7. Niet alleen een maximale maar ook een minimale hoek voor daken definiëren (bijvoorbeeld 40 graden) en de voorgestelde goothoogte ten opzichte van de
58
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
8. 9.
10. 11.
nokhoogte voor bedrijven is veel te klein. Voorgesteld wordt een minimale afstand van drie meter; Bruggen in plaats van dammen realiseren; De wijzigingsbevoegdheid om de ‘specifieke bouwaanduiding-kassen’ (sba-ks) van de verbeelding te verwijderen (als de kassen worden gesloopt) en daarvoor in de plaats bedrijfsactiviteiten toe te staan binnen de aangeduide ‘Wro-zonewijzigingsgebied’, is in tegenspraak met de gewenste doorkijkjes; Illegale bedrijfsuitbreidingen mogen niet gelegaliseerd worden en dienen te worden teruggegeven aan de natuur indien mogelijk; Voorgestelde uitbreidingen van bedrijven op de adressen Raasdorperweg 54, Lutkemeerweg tussen 23 en 47 en de Osdorperweg 538, 697, 485, 756 en 580592 mogen niet doorgaan.
Beoordeling Ad 1 Het voorontwerpbestemmingsplan creëert geen extra bebouwingsmogelijkheden ten opzichte van het huidige plan. Wel worden er op een aantal plaatsen extra gebruiksontwikkelingen inpandig mogelijk gemaakt voor bestaande kassen. Omdat de bebouwingsmogelijkheden niet toenemen kan gesproken worden van een in hoofdzaak consoliderend plan. Ad 2 De lijst zal nader uitgewerkt terugkomen in het ontwerpbestemmingsplan. De status van de lijst is dat deze lijst juridisch niet bindend is omdat de lijst is opgenomen in de toelichting. Ad 3 De kassen vallen binnen de bestemming Gemengd (GD) in het voorontwerpbestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan heeft dit de bestemming Agrarisch (A) gekregen. De bestaande kassen zijn toelaatbaar. Bij het opstellen van het voorontwerp werd er vanuit gegaan dat er nauwelijks nog glastuinbouw plaatsvond in het plangebied. De exploitatiemogelijkheden zijn daarom in het voorontwerp voor de bestaande kassen verruimd om de ondernemers bestaansmogelijkheden te garanderen. De insteek van het voorontwerpbestemmingsplan is geweest om in alle kassen stalling toe te staan. Na inventarisatie is echter gebleken dat op een aantal plaatsen nog wel degelijk glastuinbouw plaatsvindt. De maatregel om in alle kassen stalling toe te staan is in strijd met het reeds bestaande beleid waardoor deze maatregel niet gerealiseerd kan worden. Daarbij is het niet nodig om dit voor alle kassen mogelijk te maken aangezien nog een aantal ondernemers glastuinbouw als hoofdbedrijfsvoering uitoefent. Hierdoor ziet het stadsdeel zich gedwongen om te kiezen voor het mogelijk maken van stalling op een beperkte schaal. Dit compromis komt neer op het toekennen van een maatbestemming op locaties waar reeds sprake is van stalling. Daarbij komt dat handhaving niet tot het gewenste resultaat maar tot leegstand zal leiden. Wij zijn van mening dat de argumenten die aangedragen worden om bovengenoemd gebruik mogelijk te maken voldoende zijn om het gebruik als zodanig te rechtvaardigen.
59
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 4 Het kassenverhaal betreft geen tijdelijke ontwikkeling. Het gebruik van kassen voor stalling heeft eerder een permanent karakter. Ad 5 De inschatting is dat de verkeersdruk niet zal toenemen. Nu is er reeds stalling op een aantal plaatsen in het plangebied. Verkeerstechnisch zijn daar op dit moment geen knelpunten bekend. Ad 6 Een bestemmingsplan gaat in op de planologische situatie. Het bestemmingsplan ziet niet op zaken als gebruiksvergunningen. Dit wordt geregeld in de bouwverordening. Vandaar dat er ook geen regels gesteld zullen worden voor het aanvragen van een gebruiksvergunning. Ad 7 Het voorontwerpbestemmingsplan maakt platte daken reeds mogelijk door het toestaan van een dakhelling van 0 tot 80 graden. De bepalingen omtrent de dakhelling vervallen in het ontwerpbestemmingsplan. Volledigheidshalve wijzen wij er op dat het advies van de Welstandscommissie ook een rol kan spelen bij het wel of niet kunnen realiseren van platte daken. In het voorontwerpbestemmingsplan is de maximale goothoogte zes meter en de maximale bouwhoogte 9,5 meter. Dit verschil is nu al groter dan drie meter. Het is uiteindelijk aan de aanvrager om te bepalen of zij een plat dak op het gebouw realiseren of niet. Nogmaals, het bouwplan dient ook goedgekeurd te worden door de Welstandscommissie voordat een bouwvergunning kan worden afgegeven. Ad 8 Voor het plaatsen van een dam of een brug in het plangebied zal advies worden gevraagd aan Waternet. Het advies dat door hun wordt afgegeven is leidend in het plaatsen van een brug of dam. Bij de beoordeling door Waternet zal ook gekeken worden naar de landschappelijke, de natuurlijke en de cultuurhistorische waarden van het gebied. Ad 9 Doorkijkjes en dergelijke worden door dit bestemmingsplan zoveel mogelijk behouden. Maatregelen die genomen zijn om dit te realiseren zijn het instellen van bouwvlakken, het beperken van bebouwingsmogelijkheden buiten de bouwvlakken door het aangeven van een maximaal bebouwingspercentage en door het creëren van delen van bedrijfspercelen waar alleen opslag gerealiseerd mag worden. Ad 10 Een aantal bedrijven hebben hun bedrijfsperceel in de loop van de jaren steeds verder uitgebreid ten koste van het open veenweidegebied. Daar is in het verleden niet altijd even adequaat tegen opgetreden waardoor het in sommige gevallen niet meer mogelijk is om deze situatie weer ongedaan te maken. Voor sommige bedrijfspercelen zullen de bedrijven fysiek van het veenweidegebied afgeschermd worden door gelijk achter deze percelen een watergang te graven en een waterscheiding op te werpen. Om op andere locaties in de toekomst toch een geleidelijke overgang naar groen mogelijk te maken, is in het bestemmingsplan wel een sloopregeling opgenomen in ruil voor bouwmogelijkheden aan de weg. Deze regeling is aan strenge voorwaarden
60
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
gebonden. Zo mag maximaal 15% van de gesloopte kassen worden teruggebouwd in de vorm van bedrijfsgebouwen en mag deze bebouwing niet verder dan 120 meter de polder insteken (vanaf de weg). Op termijn zal dit alles tot stabilisatie en later ook de gewenste versterking van de hoofdgroenstructuur leiden. Ad 11 Feitelijk worden er geen uitbreidingsmogelijkheden gecreëerd in het voorontwerpbestemmingsplan. De feitelijke situatie is slechts vastgelegd. 7. LTO Noord Opmerking 1. Alle bestaande agrarische bedrijfsgebouwen en kassen op de verbeelding aangeven en voorzien van de juiste bestemming, respectievelijk zijnde stadslandbouw en gemengd gebruik. Voor deze gebouwen moeten bouwregels opgenomen worden voor herbouw en verbouw die agrarisch gebruik en stadslandbouw mogelijk maken; 2. Bij de bestemmingsomschrijving van de bestemming Agrarisch met waarden (AW) de omschrijving agrarische productie toevoegen; 3. Alle (voormalige) agrarische bedrijven, deeltijdbedrijven en hobbybedrijven, ook deze in privé-eigendom, inclusief de bestaande agrarische bebouwing de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) toekennen; 4. Het provinciale beleid inzake glastuinbouw uit de Provinciale Leidraad overnemen waarin ruimte wordt geboden om glastuinbouwbedrijven buiten concentratiegebieden uit te breiden tot 2 hectare, met een wijzigingsbevoegdheid om verder uit te breiden wanneer de noodzaak hiervan met een bedrijfsplan wordt onderbouwd; 5. Ook eigenaren van kassen die in de toekomst aangeven stalling willen te gaan realiseren in hun kassen moeten die rechten kunnen krijgen zodat niet alleen illegaal gebruik uit het verleden beloond wordt; 6. Toevoegen van de omschrijving: gronden gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) of het houden van dieren (conform de begripsbepaling artikel 1.5) aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming Agrarisch met waarden (AW). Zie de toelichting bij deze bestemming; 7. Bouw van bedrijfsgebouwen noodzakelijk voor agrarische bedrijfsvoering mogelijk maken via de bouwregels bij de bestemming Agrarisch met waarden (AW); 8. De omschrijving stalling van caravans, boten en auto’s in de aangeduide kassen verwijderen of voor alle gemengde bedrijven op te nemen. Zie toelichting oneigenlijk gebruik kas; 9. De bouwregel de bestaande oppervlakte aan kassen en overige bedrijfsgebouwen mag niet verder worden uitgebreid verwijderen om bedrijfsontwikkeling mogelijk te maken. Zie toelichting (Glas)tuinbouw;
61
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
10. Het provinciale beleid volgen waarin geen vast percentage maximaal nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen is opgenomen maar dat dit op basis van maatwerk nader wordt ingevuld; 11. Bedrijfsgebouwen die via de wijzigingsbevoegdheid conform artikel 6.5 van de planregels worden gerealiseerd slechts gebruiken voor activiteiten die passen binnen de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL); 12. Het aantal plaatsen op een kleinschalige camping verhogen naar maximaal 25 plaatsen, en beperkt deel als trekkershut of iets vergelijkbaars realiseren en de periode verlengen van Pasen tot eind oktober; 13. De bestaande agrarische bedrijfsgebouwen en kassen op de verbeelding weergeven en deze conform de systematiek te bestemmen; 14. Alle (voormalige) agrarische bedrijven, deeltijdbedrijven en hobbybedrijven op de verbeelding bestemmen als Wonen-Stadslandbouw (W-SL). Beoordeling Ad 1 en ad 14 Er is een inventarisatie gemaakt van alle percelen in het plangebeid. Vervolgens is gekeken welke bestemming het beste aansluit bij het bestaand gebruik. Hierbij is uiteraard ook gekeken naar het huidige bestemmingsplan. Ook in het huidige bestemmingsplan hadden veel van de hier bedoelde percelen of de bestemming Wonen en agrarische bedrijven (WA) of Wonen en bedrijven (WB). Deze bestemmingen zijn conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) niet langer toegestaan. In het voorontwerpbestemmingsplan is zoals gezegd aansluiting gezocht bij het huidige gebruik. Per bestemming zijn bouwregels opgenomen waarin is bepaald wat de bouwmogelijkheden zijn. Ad 2 De toevoeging agrarische productie toevoegen is niet gewenst. De agrarische functie van deze gronden is namelijk beperkt tot agrarisch natuurbeheer (beweiding en maaien). Grondgebonden veehouderij in combinatie met agrarisch natuurbeheer is derhalve mogelijk (koeien en schapen). Het gemengde gebied aan de stadsrand leent zich niet voor intensieve veehouderij en de polders zijn hier van oudsher te nat voor akkerbouw of tuinbouw. Vanwege de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van dit natte en waterrijke open landschap zijn akkerbouw en tuinbouw hier niet gewenst. Ook glastuinbouw, sierteelt en boom- en fruitteelt zijn hier vanwege de karakteristieke openheid niet gewenst. Ad 3 Alle (voormalige) agrarische bedrijven, deeltijdbedrijven en hobbybedrijven, ook deze in privé-eigendom, inclusief de bestaande agrarische bebouwing de bestemming Wonen-Stadslandbouw toekennen zal geen recht doen aan de bestaande situatie. Het is absoluut niet te verwachten dat alle hiervoor genoemde percelen de wens hebben om stadslandbouw te gaan bedrijven. Ad 4, ad 9 en ad 10 Uitbreiding van kassen is niet toegestaan conform het voorontwerpbestemmingsplan. Bestaande glastuinbouwbedrijven mogen in het ontwerpbestemmingsplan, evenals in het huidige bestemmingsplan, wel weer
62
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
uitbreiden tot maximaal 20.000m² indien dit fysiek mogelijk is op het betreffende perceel. Kassen waar stalling plaatsvindt mogen niet uitbreiden. Ad 5 en ad 8 De insteek van het voorontwerpbestemmingsplan is om in alle kassen stalling toe te staan. Deze maatregel is echter in strijd met het reeds bestaande beleid waardoor deze maatregel niet gerealiseerd kan worden. Daardoor ziet het stadsdeel zich gedwongen om te kiezen voor het mogelijk maken van stalling op een beperkte schaal. Dit compromis komt neer op het toekennen van een maatbestemming op locaties waar reeds sprake is van stalling. Ad 6 Aangezien het gebied te nat is voor akkerbouw en tuinbouw is die toevoeging niet zinvol. Grondgebonden veehouderij in combinatie met agrarisch natuurbeheer is reeds mogelijk (koeien en schapen) conform de bestemmingsomschrijving in het voorontwerpbestemmingsplan. Ad 7 Binnen de bestemming Agrarisch met waarden (AW) is het niet toegestaan bedrijfsgebouwen op te richten. De nieuwe (bedrijfs)bebouwing die conform de planregels wel is toegestaan zal zoveel mogelijk aan de voorzijde van de percelen geplaatst dienen te worden. Vandaar dat daar overwegend andere bestemmingen gelden dan Agrarisch met waarden (AW) zoals Wonen-Stadslandbouw (W-SL) en Bedrijf (B). Bij deze bestemming zijn wel bouwregels opgenomen die het oprichten van bebouwing onder voorwaarden mogelijk maakt. Ad 11 Voor de wijzigingsbevoegdheid is ervoor gekozen om slechts bedrijfsgebouwen conform de categorieën A en B van de bij de planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging toe te staan. Ook dient er met een inrichtingsplan te worden aangetoond dat de beoogde sloop/nieuwbouw leidt tot een kwalitatieve verbetering van de ruimtelijke situatie op het perceel en in het gebied met de bestemming Gemengd (GD). Alleen bedrijfsgebouwen conform de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) toestaan maakt de wijzigingsbevoegdheid minder aantrekkelijk waardoor het achterland niet opener zal worden dan nu het geval is. Ad 12 Kleinschalig kamperen, waar kamperen bij de boer een onderdeel van uitmaakt, is geïntroduceerd als tak voor neveninkomsten. Aangezien deze ontwikkeling echter strijdig is met het Luchthavenindelingbesluit (LIB) zal deze in het ontwerpbestemmingsplan niet terugkomen. Ad 13 Alle onherroepelijke bouwvergunningen die bij stadsdeel Osdorp bekend zijn komen terug in het voorontwerpbestemmingsplan. Mocht het zo zijn dat er bouwvergunningen toch niet verwerkt zijn dan kan dit alsnog verwerkt worden na overlegging van de bouwvergunning.
63
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
8. Bureau Monumenten & Archeologie Opmerking 1. De Osdorperbinnenpolder Zuid heeft ten onrechte niet de dubbelbestemming Waarde-Archeologie (WR-A) met als restrictie dat bij bodemingrepen dieper dan een halve meter onder maaiveld en groter dan 500m² een inventariserend veldonderzoek dient te worden uitgevoerd; 2. Zijn inventarisaties van cultuurhistorische waardevolle bebouwing meegenomen in de bestemming van karakteristieke panden? Osdorperweg 756, 576 en 737 zijn geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst en in de toelichting wordt niet verwezen naar de ordekaart van de Welstandsnota van Osdorp terwijl orde2 panden in het bestemmingsplan dienen te worden opgenomen; 3. Aanbevelingen overnemen voor het behoud van de relatie tussen de bebouwing langs de Osdorperweg en het daaraan grenzende landschap uit de Cultuurhistorische Verkenning Sloten en Osdorperweg e.o.; 4. Er is een kleine begraafplaats aanwezig met een bijzondere graftombe in de buurt van Osdorperweg 532. Beoordeling Ad 1 Het overgrote gedeelte van de Osdorperbinnenpolder Zuid heeft de bestemming Agrarisch met waarden (AW). In deze bestemming is het slechts toegestaan om bouwwerken geen gebouwen zijnde te realiseren met een bouwhoogte van maximaal 1,5 meter. Er mogen dus geen gebouwen worden opgericht. Juist voor deze gebouwen zal er vaak dieper dan een halve meter gegraven dienen te worden maar dat is dus niet toegestaan. Ook geldt er voor deze bestemming een aanlegvergunningenstelsel waardoor de bestemming en daarmee het overgrote deel van de Osdorperbinnepolder Zuid beschermd wordt. Ad 2 en ad 3 De Cultuurhistorische Verkenning 2007 Dorpskern Sloten en Osdorperweg zal in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt worden. Het Bureau Monumenten & Archeologie geeft verder aan dat het de bedoeling is om de genoemde boerderijen te beschermen via de gemeentelijke monumentenverordening en de gemeentelijke monumentenlijst. Op dat moment heeft het bestemmingsplan geen aanvullende werking meer. De monumentenbescherming gaat namelijk veel verder dan in een bestemmingsplan kan worden geregeld. Aangezien er nog geen definitieve plaatsing is van panden als monument binnen het plangebied blijft de aanduiding ‘karakteristiek (ka)’ aanwezig op de plankaart voor de desbetreffende panden. Daarbij is het geen verplichting om orde-2 panden in het bestemmingsplan op te nemen. Ad 4 De begraafplaats is bestemd als Maatschappelijk (M) met als aanduiding ‘begraafplaats’ (bp). Op die locatie is uitsluitend een begraafplaats toegestaan en geen andere ontwikkelingen. Op die manier garandeert het nieuwe
64
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bestemmingsplan een begraafplaats. Aangezien de graftombe geen monument is komt er geen aparte aanduiding voor de graftombe in het nieuwe bestemmingsplan.
9. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Opmerking 1. Aangegeven is dat het bestemmingsplan buiten het werkgebied van het hoogheemraadschap ligt 10. Stadsdeel Geuzenveld / Slotermeer Opmerking 1. In paragraaf 3.2 ontbreekt de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland waaruit onder andere voortvloeien het feit dat een bestemmingsplan betreffende het landelijk gebied een beeldkwaliteitplan heeft en de criteria van een beeldkwaliteitplan; 2. Het voor de Tuinen van West in concept gereed zijnde beeldkwaliteitplan wordt in de toelichting op het voorontwerpbestemmingsplan niet genoemd onder punt 3.4; 3. In hoofdstuk 6 is het door stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer vastgestelde Milieubeoordelingsbesluit niet genoemd terwijl dit betrekking heeft op het gehele gebied Tuinen van West; 4. Duidelijkheid geven over het type leiding, de ligging in het gebied en de breedte van het leidingentracé controleren aangezien die niet overeenkomt met de breedte van dit tracé op de verbeelding van stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer. Het gaat om twee aardgastransportleidingen, twee kerosine-leidingen en vijf kooldioxideleidingen; 5. Aangeven of het resultaat van het natuuronderzoek uit het voorjaar van 2009 al bekend is; 6. Aangeven waarom gekozen is voor de bestemming Agrarisch met waarden (AW) terwijl in paragraaf 11.3 staat dat een agrarische bestemming na de sloop van de kassen onzeker is en het gebied te weinig perspectief biedt voor een reële agrarische bestemming; 7. Waarom zijn de gronden bestemd voor Wonen-Stadslandbouw (W-SL) niet bestemd als Natuur (N) terwijl is aangegeven dat de bestemming WonenStadslandbouw (W-SL) niet volledig uitgekristalliseerd is. Beoordeling Ad 1 en ad 2 De Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland zal worden toegevoegd bij de behandeling van het provinciale beleid. Het conceptbeeldkwaliteitplan voor de Tuinen van West zal worden genoemd in het ontwerpbestemmingsplan. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland is aangegeven dat alleen wanneer in het landelijk gebied nieuwe stedelijke functies en/of niet stedelijke
65
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
functies met aanzienlijke ruimtelijke effecten gerealiseerd worden een beeldkwaliteitplan vereist is. Het nieuwe bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ heeft een consoliderend karakter. Er worden geen nieuwe stedelijke en/of niet stedelijke functies met aanzienlijke ruimtelijke effecten voorzien waardoor een beeldkwaliteitplan niet verplicht is volgens de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland. Ad 3 Het Milieubeoordelingsbesluit waar naar verwezen wordt is geraadpleegd voor de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan. Ad 4 Hierover is contact gezocht met het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer. In het ontwerpbestemmingsplan wordt meer informatie gegeven over de aanwezige leidingen en de tracés zijn waar nodig aangepast. Ad 5 Het resultaat van het natuuronderzoek is bekend. De ecoloog van het stadsdeel heeft in het voorjaar van 2009 vastgesteld dat door de verplaatsing van het laarzenpad naar de zijkant van de Osdorper Bovenpolder de ecologische waarden voldoende gewaarborgd worden. De toelichting van het ontwerpbestemmingsplan is hierop aangepast. Ad 6 Insteek is om de vrijgekomen grond een groene functie te geven. Er is gekeken naar de omliggende gronden en daarbij sluit de bestemming Agrarisch met waarden (AW) het beste aan. Deze bestemming is iets anders dan een reële agrarische bestemming. De bestemming Agrarisch met waarden (AW) is hoofdzakelijk gericht op agrarisch natuurbeheer en niet op agrarische productie. Ad 7 De bestemming Natuur (N) is geen optie voor de percelen die in het voorontwerp zijn bestemd als Wonen-Stadslandbouw (W-SL). De bestemming Natuur (N) sluit namelijk niet aan bij de ontwikkeling die mogelijk gemaakt zal worden middels de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL). Het begrip Stadslandbouw zal verder worden uitgewerkt zodat in het ontwerp en vast te stellen bestemmingsplan volledig helder is wat er met dit begrip wordt bedoeld.
11. Stadsdeel Bos & Lommer Opmerking 1. Aangegeven wordt dat stadsdeel Bos & Lommer geen aanleiding ziet voor een reactie
66
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
12. KPN Telecom Opmerking 1. Rekening houden met het creëren van tracés aan beide zijden van straten in openbare grond, in bermen en open verhardingen; 2. Rekening houden met het handhaven van de bestaande tracés; 3. Rekening houden met het vrijhouden van de toegewezen tracés van bomen en beplanting; 4. Rekening houden met het in overleg beschikbaar stellen van ruimten voor het plaatsen van mogelijke kabelverdeelkasten van KPN; 5. Rekening houden met het vrijhouden van straalverbindingspaden van KPN van hoge objecten waarvoor mogelijk beperkingen gelden. Dit dient nagegaan te worden met de KPN Operator Vaste Net Straalverbindingen. Beoordeling Ad 1 Aan beide zijden van de straten Osdorperweg en Raasdorperweg is een smalle strook bestemd als Verkeer (V). Binnen deze bestemming zijn nutsvoorzieningen toegestaan. Langs de Lutkemeerweg is een dergelijke strook niet opgenomen. Langs deze weg ligt de bestemming Groen (G). De Lutkemeerweg wordt direct begrensd door een talud dat de bestemming Groen (G) heeft. Ook binnen de bestemming Groen (G) zijn nutsvoorzieningen toegestaan. Omdat het talud beschermd dient te worden is er voor werkzaamheden in de grond een aanlegvergunning verplicht. Ad 2 en ad 3 In het bestemmingsplan zijn een kerosine-, een koolstofdioxide- en gasleidingen opgenomen. Voor de locaties waar deze leidingen lopen gelden beperkingen. Voor overige locaties niet. Ad 4 Conform het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) artikel 3 lid h is het bouwen van een gebouw ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer vergunningvrij, mits voldaan wordt aan de kenmerken dat de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan drie meter, en dat de bruto-oppervlakte minder is dan 15 m 2 . In het bestemmingsplan worden daarom geen regels gesteld voor het beschikbaar stellen van ruimten voor het plaatsen van kabelverdeelkasten. Ad 5 De KPN Operator Vaste Net Straalverbindingen heeft op 29 juli aangegeven dat de straalpaden buiten de grenzen van het plangebied lopen. Verder heeft hij geen opmerkingen over het voorontwerpbestemmingsplan.
67
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
13. ProRail Opmerking 1. Aangegeven wordt dat het ProRail geen aanleiding ziet voor een reactie.
14. Gasunie Opmerking 1. De ligging van de leidingen van de Gasunie aanpassen en de breedte van de medebestemmingsstroken op juistheid controleren en zonodig aan te passen aan respectievelijk vier of vijf meter ter weerszijde van de hartlijn van de leiding; 2. Conform paragraaf 6.4.2 Regelgeving bij eventuele nieuwe ontwikkelingen binnen de belemmerende strook ten aanzien van leidingen dit niet mogelijk te maken; 3. Rekening houden met het nieuwe beleid inzake de vervanging van de circulaire ‘Zonering langs hogedrukaardgasleidingen” door de AMvB buisleidingen; 4. Volgens tabel 2 van hoofdstuk 4 van de NEN 1059, dient de minimale bebouwingsafstand voor ‘Woningen’ en ‘objecten categorie I’ 25 meter en voor ‘objecten categorie II’ 4 meter te bedragen bij stations boven de 40.000m3/hr. 5. Er dient rekening te worden gehouden met de geluidsemissie van het station ter plaatse; 6. Binnen hoofdstuk 6.4 Externe veiligheid de aanwezigheid van de aardgastransportleidingen en het gasopvangstation vermelden; 7. Bij de bouwregels voor de bestemming Leiding (L) dient het mogelijk te zijn om vliegpalen te kunnen plaatsen van maximaal drie meter hoogte; 8. Artikel 18.4 zodanig uit te breiden dat de werkzaamheden ‘het indrijven van voorwerpen in de bodem’ uitgevoerd binnen een zone van vier of vijf meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding (belemmerde strook), behoudens vrijstelling niet zijn toegestaan. Beoordeling Ad 1 De ligging van de leidingen van de Gasunie wordt aangepast en de breedte van de medebestemmingsstroken wordt op juistheid gecontroleerd en indien nodig aangepast. Ad 2 De bouwregels behorende bij de bestemming Leiding-Leidingstrook (L-L) staan alleen bouwwerken geen gebouwen zijnde toe, met een bouwhoogte van maximaal twee meter. Daarnaast mag het dagelijks bestuur wel een ontheffing verlenen hiervan maar alleen als er uit hoofde van het kabel- en leidingentransport geen overwegende bezwaren bestaan en de leidingbeheerder vooraf gehoord is. Ad 3 In het ontwerpbestemmingsplan zal nader worden ingegaan op de AMvB buisleidingen zodat rekening gehouden wordt met het nieuwe beleid inzake de vervanging van de circulaire ‘Zonering langs hogedrukaardgasleidingen”.
68
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 4 Het gaat hierbij om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij afwijkingen van het bestemmingsplan. Ruimtelijke ontwikkelingen die passen in het bestemmingsplan zijn toegestaan. Dit neemt echter niet weg dat los van het bestemmingsplan de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) op milieutechnische eisen controleert. Ad 5 In de nabije omgeving van het gasregelstation zijn geen woningen aanwezig. Hierdoor zullen er geen problemen kunnen optreden aangaande geluidsbelasting. Ad 6 In de paragraaf over externe veiligheid wordt in het voorontwerpbestemmingsplan reeds de aanwezigheid van de aardgastransportleiding vermeld. In het ontwerpbestemmingsplan zal ook het gasopvangstation vermeld gaan worden. Ad 7 en 8 De planregels zijn op deze punten aangepast conform de opmerkingen van de Gasunie. Daarbij is ook voor de bestemming Leiding-Leidingstrook (L-L) de hoogte voor vliegpalen op drie meter vastgelegd.
15. Liander Opmerking 1. Op pagina 56 van de toelichting staat de aanduiding ‘nutsvoorziening’ (nu). Dit moet echter ‘nutsvoorziening’ (nv) zijn; 2. De genoemde transformatorruimten zijn niet aangegeven, evenals de gasregelruimten; 3. Op pagina 93 en 94, bijlage I lijst geregistreerde bedrijven komen 4 gasregelstations voor waarvan het station Nuon R4-398 op het adres Osdorperweg 515 niet bekend is; 4. De gasregelstations R6-591 bij Osdorperweg 575A, R4-277 nabij Osdorperweg 781B, R3-036 nabij de Raasdorperweg 20, R4-278 Osdorperweg 937, R2-018 nabij Ookmeerweg 269 en R1-007 het eerder genoemde Gasontvangststation Ookmeerweg 269 ontbreken aan Bijlage 1 Lijst geregistreerde bedrijven; 5. Er wordt vanuit gegaan dat het verbod om zonder vergunning kabels of leidingen aan te leggen conform artikel 3.4.1 onder j. alleen betrekking heeft op nieuwe tracés en dat het bijleggen in bestaande tracés altijd mogelijk is; 6. Er wordt vanuit gegaan dat het verbod om zonder vergunning kabels of leidingen aan te leggen alleen betrekking heeft op nieuwe tracés en dat het bijleggen in bestaande tracés altijd mogelijk is aangaande de artikelen 9.4.1 onder j, 18.4.1 onder g, 19.4.1 onder g, 20.4.1 onder g en 21.4.1 onder g; 7. De aanduiding ‘specifieke vorm van water-waterscheiding’ (swa-wat) komt voor op de verbeelding die doorloopt tot het hart van de Ookmeerweg. Er wordt vanuit gegaan dat de daar reeds aanwezige gastransportleidingen (één en acht
69
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bar) en kabels geen beperkingen worden opgelegd ten aanzien van de huidige ligging, het onderhoud en vervanging. Beoordeling Ad 1 De aanduiding voor ‘nutsvoorziening’ op pagina 56 van de toelichting van het voorontwerp is aangepast naar ‘nutsvoorziening’ (nv). Ad 2 De in het plangebied aanwezige transformatorruimten en gasregelruimten zijn niet op de verbeelding vermeld. Dat is ook niet nodig, omdat alle bestemmingen die daarvoor in aanmerking komen nutsvoorzieningen mogelijk maken. Een transformatorhuisje komt ook niet als zodanig op de verbeelding voor en zal daarom in het ontwerpbestemmingsplan niet langer als voorbeeld genoemd worden om verwarring te voorkomen. Ad 3 en ad 4 De genoemde lijst is vervangen door een nieuwe lijst. In de nieuwe lijst, afkomstig van de Kamer van Koophandel, is een overzicht gegeven van de aanwezige bedrijvigheid in onderhavig plangebied. De gasregelstations komen in de nieuwe lijst niet meer voor. Ad 5 en ad 6 Een aanlegvergunning kan vereist zijn voor werkzaamheden die niet zijn aan te merken als bouwen. Voor werken en werkzaamheden die onder het normale onderhoud en beheer vallen is geen aanlegvergunning vereist. Voor het bijleggen van kabels of leidingen in bestaande tracés is wel een aanlegvergunning vereist. Er zullen bij het bijleggen van een kabel of leiding opnieuw bodemverstorende activiteiten plaatsvinden. Daarom zal er opnieuw een aanlegvergunning aangevraagd dien te worden. Ad 7 Indien de aanduiding ‘specifieke vorm van water-waterscheiding’ (swa-wat) overlapping vertoont met de dubbelbestemming Leiding (L) en/of LeidingLeidingstrook (L-L) op de verbeelding dan is in de eerste plaats het bepaalde voor de dubbelbestemmingen van toepassing waardoor de beschadiging voorkomen en het bereikbaar houden voor onderhoud beschermd worden.
16. Haven Amsterdam Opmerking 1. Aangegeven wordt dat de Haven Amsterdam geen aanleiding ziet voor een reactie
70
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
4. Ambtshalve aanpassingen
4.1 Toelichting Reden 3.4 Bij het gemeentelijk beleid staat de Natuurvisie van de Tuinen van West niet genoemd. Dit dient toegevoegd te worden. Aanpassing De Natuurvisie is in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen bij paragraaf 9.3.2 Reden 3.4.3 Hier staat dat de Wijsentkade een ecologische verbindingszone tussen de Sloterplas en Spaarnwoude is maar dat is de Osdorperbinnenpolder Zuid ook. Aanpassing Dit is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan. Reden 3.4.3 In de laatste paragraaf wordt gesproken over de Westrandweg. Hier dient aan toegevoegd te worden dat de gebieden langs de Westrandweg worden gebruikt om de Groene AS te realiseren en te verbinden met Spaarnwoude. Aanpassing Dit is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan. Reden 3.5 Bij het beleid van stadsdeel Osdorp ontbreekt de Groenvisie van stadsdeel Osdorp. Dit terwijl deze heeft gefunctioneerd in de ruimtelijke plannen van Osdorp en nog steeds als zodanig functioneert. Aanpassing De Groenvisie zal in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen worden bij de behandeling van het beleid van stadsdeel Osdorp. Reden 4.1 De Osdorperbovenpolder is geen droogmakerij maar een ontveende polder Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan is dit verbetert. Reden
71
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Reden 4.1.3 In de laatste zin ontbreekt dat de Osdorperbinnenpolder samen met de Brettenzone en de Osdorperbovenpolder ook een schakel in de ecologische Groene AS is. Aanpassing Dit is toegevoegd aan paragraaf 3.5.3 van de toelichting. Reden 6.4.2 Er wordt in deze paragraaf ingegaan op de normstelling op het gebied van externe veiligheid. In het ontwerpbestemmingsplan dient duidelijk te worden aangegeven om wat voor normen het gaat. Aanpassing Het onderzoek inzake externe veiligheid zal meegenomen worden bij het vast te stellen bestemmingsplan. Hieruit zal blijken welke toetsingsafstanden gelden en worden de normen verduidelijkt. Reden 6.5.2 In deze paragraaf is aangegeven dat kleinschalige bedrijvigheid te midden van een overwegende woonomgeving is opgenomen in de woonbestemming met de aanduiding (b) voor kleinschalige bedrijvigheid bij de woning. Deze aanduiding komt niet terug op de verbeelding. Aanpassing Deze aanduiding is wel degelijk van toepassing op het plangebied namelijk voor de Osdorperweg 535 A en zal daarom terugkomen op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan. Reden 9.3.1 Hier ontbreekt de Gedragscode Amsterdam ondanks dat deze nog niet goedgekeurd is door het ministerie van Landbouw Natuur en Visserij (LNV). Aanpassing Deze gedragscode wordt toegevoegd aan paragraaf 9.2.3 van de toelichting. Reden 9.3.3 Hier dient vermeld te worden dat de veenweidegebieden zullen vallen onder de hoofdgroenstructuur met dien verstande dat de Osdorperbovenpolder geen EHS zal zijn maar dat daar wel een beheersvergoeding voor beschikbaar is. Aanpassing Dit is geregeld in paragraaf 9.3.4 van de toelichting. Reden 10.3 De Osdorperweg 576 en 756 zijn beeldbepalende boerderijen maar staan niet als zodanig vermeld in de toelichting.
72
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Aanpassing Deze boerderijen zijn toegevoegd in paragraaf 10.3.4 van de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan. Reden 11.4 Bij de toelichting bij artikel 9 Natuur (N) staat dat ten behoeve van het wandelen geen dagrecreatieve voorzieningen als bankjes, picknickplaatsen of aanlegsteigers mogen worden aangelegd. Bij de planregels staat bij 9.4.1.i dat er een aanlegvergunning vereist is voor het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensieve dagrecreatief medegebruik of het natuur- en milieu-educatief medegebruik. Dit lijkt met elkaar in tegenspraak te zijn. Aanpassing De zinsnede in de toelichting zoals hierboven genoemd wordt niet meer opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Reden 11.4 In deze paragraaf staat de toelichting voor de artikelen van de regels. De toelichting bij de artikelen Recreatie (R) en Waterstaat-Waterkering (WS-WK) ontbreken. Aanpassing De toelichting is hierop aangepast. 4.2
Regels
Reden 1.57 Binnen de definitie van stadslandbouw is het mogelijk om een kampeerboerderij of kamperen bij de boer toe te staan. Dit wordt niet langer als een gewenste ontwikkleing beschouwd. Aanpassing In het Programma van Eisen Tuinen van West is met name in het gedeelte van dit plangebied uitgegaan van extensieve recreatie. Een kampeerboerderij en kamperen bij de boer vallen eerder onder intensieve dan onder extensieve recreatie. Daarom is ervoor gekozen om de definitie van stadslandbouw zodanig aan te passen dat een kampeerboerderij en kamperen bij de boer niet langer past binnen stadslandbouw. Reden 3.1.c Voorgesteld wordt om dit artikel te wijzigen naar de ecologische verbindingszones. Aanpassing Dit artikel is aangepast, zie hiervoor artikel 4.1 onder c van de planregels.
73
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Reden 3.1.g In dit artikel staat het begrip ‘schouwpad’ genoemd. Dit begrip dient uitgewerkt te worden. Aanpassing Schouwpad wordt opgenomen bij de begrippenlijst van de planregels. Het begrip wordt gedefinieerd in artikel 1.55 van de planregels van het ontwerp. Reden 3.3 Bij dit artikel dient een nieuw lid toegevoegd te worden die het gebruik van de recreatieve paden tijdens gevoelige seizoenen voor weidevogels voorkomt. Aanpassing Dit is aangepast in artikel 4.3 van de planregels van het ontwerpbestemmingsplan. Reden 3.3.c In dit artikel dient het woord ‘en’ te worden vervangen door het woord ‘met’. Aanpassing De keuze voor de formulering van dit artikel sluit aan bij de tekst uit het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB). Dit rijksbeleid wordt gevolgd in het bestemmingsplan en daarom zal de formulering blijven zoals die is opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Reden 3.4.1 Ook voor het storten van bagger in de natuurvriendelijke oever dient een aanlegvergunning vereist te zijn. Aanpassing Het storten van bagger in de natuurvriendelijke oever wordt als verboden gebruik in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen in artikel 4.3.f van de planregels. Reden 4.1 Bij de bestemmingsomschrijving dient watergang te worden toegevoegd. Aanpassing Dit is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan. Hier is toegevoegd dat het binnen de bestemming Bedrijf (B) is toegestaan water, watergangen en oeververbindingen te realiseren. Reden 4.2 Bij de bestemming Bedrijf (B) is in het voorontwerp geregeld dat de situering van bijgebouwen bij bedrijfswoningen niet noodzakelijk achter de voorgevel moet plaatsvinden. Bij de bestemming Wonen (W) is dit wel het geval.
74
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Bijgebouwen bij bedrijfswoningen voor de voorgevel zijn ongewenst vanuit stedenbouwkundig oogpunt. Daarom dient de regel bij de bestemming Bedrijf (B) aangepast te worden zodat bijgebouwen achter de bedrijfswoning dienen te komen. Aanpassing Het artikel behorende bij de bestemming is als volgt gewijzigd: voor bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende maxima: situering bijgebouwen bij bedrijfswoning: binnen en buiten het bouwvlak op het bij de woning behorende bouwperceel en achter de voorgevel van de bedrijfswoning. Reden 4.2.c.1 Om te voorkomen dat het ene bedrijf het bebouwingspercentage van het andere bedrijf binnen een bestemmingsvlak kan benutten dient deze regel aangepast te worden. Aanpassing Deze regel zal als volgt worden aangepast: per bedrijf mogen de gronden buiten het bouwvlak die deel uitmaken van de bij dit bedrijf behorende gronden worden bebouwd tot het op de plankaart aangeduide "maximum bebouwingspercentage"; Reden 4.3.2 Het dempen van watergangen binnen de bestemming Bedrijf (B) dient voorkomen te worden. Aanpassing Binnen de bestemming Bedrijf (B) is het dempen van watergangen in het ontwerpbestemmingsplan expliciet vermeld als strijdig gebruik van gronden en bebouwing. Reden 6 Na inventarisatie is gebleken dat er in het plangebied toch nog een aantal bedrijven glastuinbouw als belangrijkste bron van inkomen hebben. Bij het opstellen van het voorontwerp is daar in mindere mate niet van uitgegaan. De bestemming Gemengd(GD) sluit daardoor niet meer goed aan bij de werkelijke situatie. Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan is ervoor gekozen om de bestemming Gemengd (GD) te wijzigen in Agrarisch (A). De bestaande kassen krijgen de aanduiding ‘kas’ (ks). Indien er sprake is van bestaande stalling in de kas dan is ook de aanduiding voor een ‘specifieke vorm van bedrijf-stalling’ (sb-st) toegekend. Reden 6.2.1.b In het ontwerpbestemmingsplan is het mogelijk om op percelen waar uitsluitend glastuinbouwkassen zijn uit te breiden conform bestaande rechten. Voor percelen waar kassen zijn met glastuinbouw en kassen met stalling bestaat deze
75
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
uitbreidingsmogelijkheid niet. In het ontwerpbestemmingsplan dient te worden vastgelegd dat indien er op deze percelen meer glastuinbouwkassen gewenst zijn eerst alle kassen waar geen glastuinbouw in zit daarvoor gebruikt moeten worden. Mocht er daarna nog meer behoefte zijn aan nieuwe kassen voor glastuinbouw, dan mag er een nieuwe kas ten behoeve van glastuinbouw gebouwd worden mits de huidige rechten dit toelaten. Aanpassing Aanpassing heeft plaatsgevonden in artikel 3.2 sub a onder 2 en 3 van de planregels. Reden 7.1.f Van dit artikel dient te worden gemaakt het weiden en begrazen van schapen. Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan is hiervan gemaakt het weiden en begrazen door vee . Reden 9.3.1.b Bij dit artikel dient te worden toegevoegd dat hulp- en beheerdiensten wel zijn toegestaan als gemotoriseerd verkeer. Aanpassing Dit is toegevoegd in het ontwerpbestemmingsplan. Reden 12.1 Ook oeververbindingen dienen binnen de bestemming Tuin (T) te worden opgenomen. Aanpassing Bij de bestemmingsomschrijving voor de bestemming Tuin (T) is toegevoegd dat de voor 'Tuin' aangewezen gronden ook zijn bestemd voor oeververbindingen. Reden 13.1 Onder de Osdorperweg dient een faunatunnel mogelijk te worden gemaakt Aanpassing In artikel 13.1 is toegevoegd dat het binnen deze bestemming eveneens is toegestaan om een faunatunnel te maken. Reden 15/16/17 Binnen de woonbestemmingen Wonen (W), Wonen-Stadslandbouw (W-SL) en Wonen-Woonwagenstandplaats (W-WP) dient te worden toegevoegd dat het bewonen van bijgebouwen strijdig is met het gebruik conform het bestemmingsplan. Aanpassing In de planregels zal bij de hiervoor genoemde bestemmingen het volgende worden toegevoegd:
76
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Strijdig gebruik In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 24.1 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van bijgebouwen bij een woning (respectievelijk woonwagen) bebouwing ten dienste van: a. bewoning. Reden 15.1 Binnen de bestemming Wonen (W) dient toegevoegd te worden dat ‘short stay’ mogelijk is. Aanpassing ‘Short stay’ is als mogelijkheid aan het bestemmingsplan toegevoegd in artikel 15.1 van de planregels. Reden 15.2.1.e.4 Deze regel is te strak geformuleerd. Voor bouwwerken als zwembaden dient er een ruimere regeling te komen. Aanpassing De beperking ten aanzien van zwembaden komt in het ontwerpbestemmingsplan niet langer terug. Reden 15.3 Het dempen van watergangen binnen de bestemming Wonen (W) dient voorkomen te worden. Aanpassing Binnen de bestemming Wonen (W) is het dempen van watergangen in het ontwerpbestemmingsplan expliciet vermeld als strijdig gebruik van gronden en bebouwing. Reden 20.4.2.a Deze zin loopt niet en dient tekstueel te worden aangepast Aanpassing Deze zin is aangepast: Reden 20.4.2.d In artikel 20.4.2 van de planregels staat aangegeven op welke werken en werkzaamheden het in lid 20.4.1 vervatte verbod niet van toepassing is. Onder d staan de voorwaarden voor de aanlegvergunning genoemd. Dit hoort niet thuis in de lijst met werken en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning nodig is. Aanpassing
77
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Artikel 20.4.2.d zal worden opgenomen onder 20.4.3, de voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat een aanlegvergunning verleend kan worden. Diverse artikelen Reden Bij artikel 9.4.2.a, 14.4.2.a en 21.4.2.a dient te worden toegevoegd dat het ook gaat om het beheer. Aanpassing Dit is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan. Ook voor de overige aanlegvergunningstelsels is nagegaan of beheer toegevoegd dient te worden. Waar nodig is dit gedaan. Reden In de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging staat de afkorting b.o.. Dit staat voor bedrijfsoppervlak. In artikel 4 lid 1 sub d wordt gebruik gemaakt van bvo ofwel bruto vloeroppervlak. Dit dient met elkaar in overeenstemming te worden gebracht. Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan wordt alleen nog gesproken over het bruto vloeroppervlak behalve daar waar sprake is van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf bouwbedrjif’ (sb-bbd). . 4.3 Verbeelding Reden Het perceel naast Lutkemeerweg 21/23 dient in plaats van de bestemming Bedrijf (B) de bestemming Agrarisch (A) te krijgen. Dit sluit namelijk beter aan bij de huidige situatie. Aanpassing Dit perceel heeft de bestemming Agrarisch (A) gekregen met een aanduiding voor een ‘agrarisch loonbedrijf’ (al). Reden Op het perceel waar de woning aan de Osdorperweg 487 op ligt staat een bebouwingspercentage aangegeven van 30%. Dit is onnodig omdat dit automatisch uit de planregels voortvloeit. Aanpassing Het bebouwingspercentage van 30% is van de verbeelding verwijderd. Reden Op het adres Osdorperweg 522 A t/m D de bestemming Wonen (W) verwijderen en dit vervangen door de bestemming Bedrijf (B) omdat dit een bedrijfsloods is.
78
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Aanpassing De bestemming Wonen (W) is vervangen door de bestemming Bedrijf (B). Reden In het huidige bestemmingsplan zijn er in het bestemmingsvlak waar Osdorperweg 648 in valt drie woningen toegestaan terwijl in het voorontwerpbestemmingsplan er nog slechts twee woningen toegestaan zijn. Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan zal het wederom mogelijk zijn om op het hiervoor genoemde gedeelte van het plangebied drie woningen te realiseren. Reden Het kadastrale perceel STN02 H 01377 G, Osdorperweg 515, heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Wonen (W). Op dit perceel vindt echter bedrijvigheid plaats. Aanpassing Het perceel krijgt in zijn geheel de bestemming Bedrijf (B) aangezien dit beter aansluit bij de werkelijke situatie. Reden De gebruikte stippellijnen naast Osdorperweg 737 komen niet terug in de legenda. Daardoor is het niet duidelijk wat de stippellijnen betekenen. Aanpassing Met de stippellijnen is beoogd om het bestemmingsvlak voor de overzichtelijkheid op te delen in 3 vlakken die elk hun eigen bebouwingspercentage hebben. Volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) moet elk vlak nu met een zaaglijntje worden begrensd. Dit wordt aangepast op de verbeelding en opgenomen in de legenda. Reden Voor het perceel Osdorperweg 937A is er een aanvraag binnengekomen om de woning iets naar voren te plaatsen. Hiervoor dient het bouwvlak iets naar voren te worden geplaatst. Op deze manier wordt de afwisselende lijn van bebouwing van dit gedeelte van de Osdorperweg versterkt en wordt ook beter aangesloten bij het huidige bestemmingsplan en wordt planschade voorkomen. Aanpassing Het bouwvlak is niet vergoot maar één meter naar voren geplaatst. Reden In het huidige bestemmingsplan heeft het gebied direct achter de woning aan de Osdorperweg 485 A de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). In het
79
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
voorontwerpbestemmingsplan heeft dit gebied de bestemming Wonen (W). Dit sluit niet op elkaar aan. Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan wordt ervoor gekozen om de bestemming Bedrijf (B) toe te kennen aan dit gebied. Deze bestemming sluit het beste aan bij de huidige situatie. Reden Er zijn op een aantal plaatsen wegen / paden bestemd als Verkeer (V) ook al gaat het niet om openbare wegen. In het huidige bestemmingsplan is dit niet het geval. Daar vallen de bedoelde wegen / paden binnen de omliggende bestemming. Aanpassing De bestemming Verkeer (V) zal van alle niet openbare wegen / paden verwijderd worden zodat de situatie in overeenstemming wordt gebracht met het huidige bestemmingsplan. Reden Het gebied achter Osdorperweg 489 D heeft de bestemming Wonen (W) in het voorontwerpbestemmingsplan. De feitelijke situatie is dat er een grasveld is met daarop wat stalling van caravans met daarachter containers. Temeer omdat in het huidige bestemmingsplan de bestemming Bedrijven (B) hiervoor geldt is de bestemming Wonen (W) geen juist gekozen bestemming. Aanpassing Het gedeelte achter de woning aan de Osdorperweg 489 D krijgt in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming Bedrijf (B) omdat dit beter aansluit bij de feitelijke situatie en het huidige bestemmingsplan. Reden Het achterste gedeelte van het kadastrale perceel STN02 H 01526 G, achter Osdorperweg 489 D en Osdorperweg 497, heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming gemengd (GD). In het huidige bestemmingsplan heeft dit gebied de bestemming Bedrijven (B). Er is geen aanleiding om voor dit gebied de bestemming Gemengd (GD) toe te kennen. Aanpassing Het achterste gedeelte van het kadastrale perceel STN02 H 01526 G krijgt in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming Bedrijf (B), net als in het huidige bestemmingsplan. Dit sluit beter aan bij de feitelijke situatie. Reden Het bouwvlak om de woningen Osdorperweg 496 / 498 ligt deels binnen de dubbelbestemming Leiding (L). Indien mogelijk zou het bouwvlak buiten de dubbelbestemming Leiding (L) gesitueerd dienen te worden.
80
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Aanpassing Het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan zal aangepast worden ten opzichte van het voorontwerp. De manier waarop het bouwvlak in het voorontwerpbestemmingsplan is ingetekend stuit op het probleem dat het bouwvlak ligt binnen de dubbelbestemming Leiding (L). Door het bouwvlak te verplaatsen, zoals terug te vinden is op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan wordt de strijdigheid met de dubbelbestemming Leiding (L) opgeheven. Reden Op 19 maart 2002 is er een bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een gebouw op het terrein gelegen aan de Osdorperweg 515 B. Het dossiernummer is BWBA04010122. Dit vergunde gebouw is niet ingetekend. Aanpassing De vergunning BWBA04010122 zal worden ingetekend op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan. Het gebouw zal de aanduiding ‘kas’ (ks) krijgen. Reden De grond achter de bebouwing van Osdorperweg 555 t/m 571 heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Wonen (W) gekregen. Er staat een veestal op de ze grond en de bestemming Wonen (W) sluit daarom niet goed aan bij de feitelijke situatie. Aanpassing Op de grond achter het perceel aan de Osdorperweg 571 staat op dit moment een koeienstal die ook als zodanig wordt gebruikt. Geconstateerd is dat de bestemming Wonen (W) minder goed aansluit bij het gebruik dan de bestemming WonenStadslandbouw (W-SL). Ook gaat het hier om een erg karakteristiek stukje grond waar het agrarische verleden van de Osdorperweg nog goed herkenbaar is. Daarom wordt de bestemming gewijzigd naar Wonen-Stadslandbouw (W-SL) met het daarbij behorende bebouwingspercentage en de tekst in de toelichting wordt hierop aangepast. Reden Achter de woning aan de Osdorperweg 575 A staat een kas die met vergunning gebouwd is. Deze kas is niet ingetekend. Aanpassing De kas wordt ingetekend op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan en zal de aanduiding ‘kas’ (ks) krijgen. Behalve de oprichting van de grote kas zelf, is aan de voorzijde van het perceel, gezien vanaf de Osdorperweg, ook het één en ander gewijzigd ten opzichte van de situatie zoals nu ingetekend is in het voorontwerpbestemmingsplan. Dit alles wordt in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen.
81
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Reden Achter het perceel aan de Osdorperweg 697 staat de groenstrook verkeerd ingetekend. Dit dient aangepast te worden Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan is de groenstrook correct ingetekend. Reden Langs de Wijsentkade loopt water. Bij het gedeelte achter Osdorperweg 485 is dit water aan de achterzijde van het perceel aangegeven met de bestemming Water (Wa). Aan de zijkant van ditzelfde perceel loopt deze strook ook maar daar heeft het water de bestemming Natuur (N). De bestemming dient ook daar Water (Wa) te zijn. Aanpassing In het ontwerpbestemmingsplan zal het water ook bestemd worden als Water (Wa)
82
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
5. Verslag inspraakavond 16 april 2009
5.1 Verslag Soort vergadering Locatie Vergadervoorzitter Vergaderdatum Aanwezig namens stadsdeel Osdorp
Notulist
Inspraakavond voorontwerpbestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ Stadsdeelkantoor Osdorp Mw. V. Broekhuis 16 april 2009, 19.30 uur K. Steeman (portefeuillehouder), F. van Beek (jurist afdeling Ruimtelijke Ordening en Beleid), H. van Veldhuisen (mRO) Mw. H. Passchier (MKW secretariaatsservices)
Opening De voorzitter : Welkom iedereen. Mijn naam is Vonky Broekhuis. Ik probeer de avond een beetje in goede banen te leiden, dat is mijn functie. Ik probeer de eindtijd van 22.00 uur aan te houden, dan weet u ongeveer weer hoe laat u thuis kunt zijn. Er liggen inspraakformulieren op de tafels links en rechts. Ik geef het woord aan de wethouder, de heer Steeman. Welkomstwoord portefeuillehouder Steeman Mijn naam is Kees Steeman en ik heet u van harte welkom. Wij zijn hier voor de presentatie van het voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg en het is de avond waarop u kennismaakt met dit voorontwerp. Daaraan vooraf wil ik graag even de samenhang in beeld brengen. Waar staan wij nu, wat is de relatie met het verleden en wat is het doel? Ik neem u even mee terug naar 2005, de periode waarin het nieuwe bestemmingsplan Osdorperweg op de politieke agenda komt. De noodzaak was er, want de bestaande bedrijvigheid op de Osdorperweg kreeg een andere insteek. Ondernemers konden niet meer met de bestaande producten hun boterham verdienen. Vanuit die omstandigheden hebben desbetreffende ondernemers het bedrijf een andere invulling gegeven. Hierdoor ontstond voor Osdorp een ongewenste situatie, die weliswaar begrijpelijk is, want wat doe je als je bedrijf je inkomstenbron is en bestaande opties en mogelijkheden wegvallen? Anderzijds willen wij niet dat er een situatie ontstaat waarbij de grenzen steeds meer vervagen. Het heeft dus te maken met de erfenis van toen. Vanuit deze erfenis is de situatie ontstaan die vraagt om een nieuw beleid en heldere kaders.
83
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Wat mag wel en wat mag niet? Dat klinkt eenvoudiger dan het is. De kaders waarbinnen wij ons bewegen hebben veel invloed en ik kan een hele reeks opnoemen, een twintigtal in totaal. Maar de meest concrete is wel de Tuinen van West, een uitgebreid plan om groen en recreatie in Amsterdam een plek te geven. Het kader van de Tuinen van West speelt een belangrijke rol als bouwsteen voor het bestemmingsplan van de Osdorperweg. Daar hebben wij mee te maken en wij hebben er ook op moeten wachten, laat dat duidelijk zijn. Ik ben blij dat wij nu eindelijk in de fase zijn waarbij wij het voorontwerp van het bestemmingsplan aan u kunnen presenteren. Dat wij dit als nulpunt kunnen markeren en ook daarna actief op kunnen treden. In het nieuwe bestemmingsplan hebben wij getracht nadrukkelijk rekening te houden met alle partijen, bewoners, ondernemers en bezoekers van Osdorp. Als wij het over de Osdorperweg hebben, dan wordt er ook wel eens gesproken over het rafelrandje van Osdorp, of zelfs van Amsterdam. Maar wij hebben het hier ook over een plek die een functie heeft. Een functie voor veel mensen, voor veel gebruikers van de ontstane voorzieningen en ook voor de bedrijvigheid in Osdorp. Daarentegen hebben wij te maken met de omwonenden en de groene kaders. En daarin is dit bestemmingsplan een afweging. Een afgewogen balans. Over onze schouders terugkijkend willen wij hiermee het evenwicht herstellen in de ontstane situatie. Kaders geven waarmee wij een nieuwe, stabiele situatie creëren. Natuurlijk kunnen wij terugkijken en constateren dat de regels zijn overschreden. Natuurlijk kunnen wij terugkijken en vaststellen dat andere kaders het tempo hebben bepaald. Natuurlijk, dat kan allemaal. Ik wil echter met dit voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg het nulpunt markeren en duidelijkheid scheppen. De erfelijke belasting achter ons laten en helderheid geven waar in de toekomst de mogelijkheden maar ook de onmogelijkheden liggen. Die mogelijkheden zijn ook ingegeven en het zal u niet verbazen, door het geld. Kosten die betrekking hebben op het creëren van andere mogelijkheden van ondernemerschap en voor het realiseren van nieuwe voorzieningen voor de huidige gebruikers. Geld, dat zowel de centrale stad als stadsdeel Osdorp niet in pakken op de plank heeft liggen en ook niet aan andere belangrijke voorzieningen en plannen wil onttrekken. Ook dat is de realiteit waarin wij leven en waarmee wij moeten leven en waar wij vervolgens ook naar handelen. Uw reactie op het voorontwerpbestemmingsplan is eigenlijk een soort check van de door ons gekozen en gezochte balans. Een keuze in deze fase nogmaals te heroverwegen, zodat er straks een bestemmingsplan ligt waar wij daadwerkelijk mee aan de gang gaan. Ik wil u hartelijk danken voor uw aandacht en ik wens u heel veel nuttige informatie en inbreng deze avond over het bestemmingsplan Osdorperweg en omgeving. Dank u wel. De voorzitter: De heer Van Veldhuisen zal op het grote scherm straks de presentatie geven. Daarna is er gelegenheid om vragen te stellen naar aanleiding van de presentatie. Mocht u meteen willen inspreken, moet u dat wel even melden. Ik kom dan naar u toe met de microfoon en vraag u dan uw naam te zeggen en waar u woont op de Osdorperweg. Dan kunt u uw vraag stellen. Ik wil wel weten of het een mondelinge inspraak is of dat u gewoon een vraag heeft. Juridisch is dat erg belangrijk. Ik geef nu het woord aan Han van Veldhuisen.
84
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Presentatie Han van Veldhuisen (mRO) De heer Van Veldhuisen: Wat gaan wij vanavond doen? Vanavond is het de inspraakavond op het voorontwerpbestemmingsplan, het is een soort conceptbestemmingsplan. Dat betekent dat het bestemmingsplan nog niet klaar is. De deelraad gaat het nog niet vaststellen. Daarvoor moeten wij eerst vanavond nog bij u langs om te kijken wat uw opmerkingen zijn, wat u van het plan vindt, of er misschien fouten in zitten en of het aangevuld moet worden. Pas als dat is gebeurd, kan de raad het bestemmingsplan gaan vaststellen. Dat betekent dat uw mening ook telt. Als u opmerkingen heeft moet u vooral de inspraakformulieren die klaarliggen invullen en aan ons geven of opsturen. Daar moet u wel op tijd mee zijn. U kunt tot 14 mei 2009 een reactie indienen, daarna bent u te laat. Hoe gaan wij dan verder met dit bestemmingsplan? Als u uw inspraakreacties heeft ingediend dan gaan wij daarnaar kijken, die moeten verwerkt worden. Wij gaan kijken of wij het plan naar aanleiding van die reacties aanpassen, of door kunnen gaan zoals wij dachten. Dat gaan wij in de zomer doen en dan willen wij eind 2009 met het ontwerpbestemmingsplan komen. Dat ontwerp moeten wij opnieuw aan u voorleggen. Wij komen nog een keer bij u terug met de vraag: dit zijn de aanpassingen, wat vindt u er nu van? Dan kunt u nog een keer een reactie indienen, daar moeten wij ook weer op reageren. Dan pas gaat de raad het bestemmingsplan vaststellen, dus dat duurt nog een tijd. Ik zal u wat over het bestemmingsplan vertellen aan de hand van een paar eenvoudige vragen. Wat is eigenlijk een bestemmingsplan? U heeft al naar een deel ervan staan kijken. De kaarten van het bestemmingsplan hangen hier aan de muur en liggen op tafel. Bij het bestemmingsplan hoort ook een boekje. In dat boekje staan de regels van het bestemmingsplan. Die kaarten en die regels geven precies aan waar je wat mag bouwen en vooral waar je niet mag bouwen. Dat geeft ook gelijk de belangrijkste functie van dat bestemmingsplan weer, want dat is het toetsen van bouwaanvragen. Als u een schuur of loods wilt bouwen, wordt er in het bestemmingsplan gekeken of dat past. Als het bijvoorbeeld in de weilanden is, dan krijgt u geen bouwvergunning. Is het op het erf en heeft u nog bouwmogelijkheden, dan kan er wel een bouwvergunning komen. Dat is de functie van het bestemmingsplan. Dit is het bestemmingsplan voor de Osdorperweg en omgeving. Ik heb een luchtfoto gemaakt van het plangebied. Even voor de duidelijkheid: dit is de Ookmeerweg en hier ziet u Halfweg en het lint van de Osdorperweg loopt daar zo doorheen. Op de kaarten ziet u er een witte band doorheen lopen. Dat is het traject waar de plannen zijn voor de Westrandweg. Die zitten niet in dit bestemmingsplan, die hebben wij eruit geknipt. Dat betekent ook dat dit bestemmingsplan die weg niet mogelijk maakt. Daar moet een apart bestemmingsplan voor komen, dat gaat de centrale stad doen. Als het zover is, komt de centrale stad bij u en kunt u daar op dat bestemmingsplan reageren. Ik heb ook nog even aangegeven voor de mensen die dat niet weten dat het stukje langs het Membraanpad de Osdorperbinnenpolder-Zuid is en de polder langs de Slibveldenweg en de Raasdorperweg is de Osdorperbovenpolder.
85
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Als u het bestemmingsplan, het boekje en de kaarten wilt inzien kan dat. Zij liggen ter inzage op het stadsdeelkantoor, de bibliotheek en in het dorpshuis van Sloten. Daar kunt u de plannen inkijken. U heeft al de kaarten gezien. Er hangen vier bladen, dat lijkt ingewikkeld maar dat is niet zo. Het is een heel groot gebied dus dat paste gewoon niet op één grote kaart. Wat wij gedaan hebben is de kaart opknippen in twee deelbladen. Dat zijn als het ware de overzichtskaarten. Maar omdat ook die kaarten niet zo nauwkeurig waren als je naar je eigen woning of schuur wilt kijken en de huisnummers wilt lezen, hebben wij ook nog detailkaarten gemaakt. Daarop kunt u uw huis terugvinden met huisnummer en straatnaam erbij en als het goed is alle schuurtjes die op uw grond staan. Daar kunt u heel precies op kijken hoe het in elkaar zit. Hoe werken die bladen? Rechtsonder ziet u de legenda staan op die kaartbladen. Dat lijkt ingewikkeld maar als u er voorstaat en even puzzelt dan komt u daar wel uit. Anders leggen wij het u wel uit want wij staan straks bij de kaarten. Waarom gaan wij een nieuw bestemmingsplan vaststellen? Dat is omdat het oude bestemmingsplan al ouder is dan tien jaar. Het stadsdeel is wettelijk verplicht om elke tien jaar de bestemmingsplannen te actualiseren. Dat is één van de redenen. De andere reden, de wethouder noemde die daarnet ook al, is de Tuinen van West. De Tuinen van West is een programma voor het gebied ten westen van Amsterdam, daar hebben wij met de centrale stad en Geuzenveld-Slotermeer een mooi programma voor gemaakt en gekeken hoe je met dat gebied om zou kunnen gaan. Dat programma heeft gevolgen voor dit bestemmingsplan. Ik zal u straks laten zien wat die gevolgen zijn. De weilanden hier maken ook deel uit van de hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Dat zijn niet alleen de Osdorperpolders, maar bijvoorbeeld ook de Sloterplas en het Amsterdamse Bos. Al dat groen van het stadsdeel is eigenlijk voor de hele stad van belang, dat maakt allemaal deel uit van die hoofdgroenstructuur. Verder is het nog zo dat in Nederland hard wordt gewerkt aan het digitaliseren van bestemmingsplannen zodat u thuis straks achter de computer een adres kan intikken en dan precies in beeld krijgt wat de bestemming is, welke regels daarvoor gelden. Daar wordt hard aan gewerkt, maar zo ver is het nog niet. Dit plan is deels digitaal maar nog niet op de manier zoals wij gewend zijn. Wat zijn de uitgangspunten bij het nieuwe bestemmingsplan? De uitgangspunten worden eigenlijk overgenomen van het vorige bestemmingsplan. De rechten die daar in zaten gaan mee naar het nieuwe bestemmingsplan. Dat is ook logisch want mensen hebben daar bouwvergunningen gekregen en ontlenen daar rechten aan. Daar kunnen wij niet zo maar een streep doorhalen, dat nemen wij mee naar het nieuwe bestemmingsplan en dat leggen wij opnieuw vast. Een ander punt is dat het gebied van de Osdorperweg heel bijzonder en mooi is. Het bebouwingslint van de Osdorperweg wordt aan beide zijden door weilanden omgeven, onder de rook van Amsterdam. Dat is eigenlijk heel waardevol. De polders zijn ook heel waardevol. De Osdorperbinnenpolder-Zuid is een laatste stukje veenweidegebied tussen Amsterdam en de Haarlemmermeerpolder. Vroeger was dat allemaal veenweidegebied, dit is het laatste stukje dat over is. Veenweidegebied wil zeggen dat het veen er nog bovenop ligt, het enige dat is gebeurd om het geschikt te maken voor landbouw is dat er vaarten en sloten in zijn gegraven om het water weg te
86
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
krijgen. Dat betekent dat die grond heel drassig is en dat je er eigenlijk alleen maar koeien kan laten grazen en dat je er verder als landbouwgrond niet zoveel meer mee kan doen. Dit is het laatste stukje dat daarvan over is. Het mooie daarvan is dat er ook nog weidevogels zitten. Overal in Nederland loopt het aantal weidevogels terug behalve hier in dit stukje Osdorp, daar zitten nog heel veel weidevogels. Verrassend veel zelfs. Wat betekenen de uitgangspunten verder? De Tuinen van West is al genoemd, verder hebben de hoofdgroenstructuur en het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol ook gevolgen voor dit gebied. Dat betekent gewoon dat er geen nieuwe woningen bij mogen komen in dit hele gebied. Dat betekent ook dat er geen zorg- of onderwijsinstellingen in dit gebied mogen komen. Die hebben allemaal last van het lawaai van Schiphol. Dat is in het Luchthavenindelingsbesluit geregeld en daar hebben wij in het nieuwe bestemmingsplan mee te maken. Overnemen geldende bestemmingsplan. Ik loop de punten nog even langs. Ik noemde net al het overnemen van de geldende bestemming. Hoe hebben wij dat gedaan? Op de kaart links ziet u een plaatje van het oude bestemmingsplan. Dat is het perceel waar twee woningen staan, Osdorperweg 678 en 680. Daarnaast een plaatje van het nieuwe bestemmingsplan voor hetzelfde perceel. In het oude plan was er eigenlijk één rood vlak aangewezen, er stond een '2' en '40%'; dat betekende dat daar twee woningen mochten komen en dat 40% van het vlak bebouwd mocht worden. Dat was heel lastig want als de ene buurman snel was en 40% volbouwde dan was er voor de andere buurman niets meer over. Daar liepen wij in het oude plan steeds tegenaan. Dus wij hebben gezegd, wij leggen die woning vast in een bouwvlak en daar koppelen wij de bebouwingsmogelijkheden aan. Ik zal u straks laten zien hoe wij dat hebben gedaan. Hetzelfde geldt een beetje voor de bedrijven. Het paars gekleurde is een bedrijfsbestemming. Dat hebben wij gewoon overgenomen. Maar in het oude bestemmingsplan is het één groot vlak en in het nieuwe bestemmingsplan hebben wij de gebouwen die er staan met een bouwvlak aangegeven. Ik zal u straks laten zien wat dan de bouwmogelijkheden zijn. Tuinen van West. Het programma de Tuinen van West is erop gericht om de weilanden die er nu nog zijn te behouden. Het landschap wordt mooi als landschap omdat er waardevolle natuur zit zoals de weidevogels. Het landschap kan alleen worden behouden als je daar koeien laat grazen. Als je er alleen iemand neerzet die af en toe die weilanden maait, dan gaat het mis. Daar hoort agrarisch natuurbeheer bij, daar horen beesten te grazen die af en toe poepen, de boel flink bemesten en daar grazen. Dan houd je dat landschap, als je dat niet doet dan verdwijnt het. Het betekent dat op de een of andere manier voor die landbouw – die het moeilijk heeft in deze omgeving omdat de moderne landbouw gewoon zo grootschalig is dat dit niet meer past in dit gebied – iets verzonnen moest worden. In de Tuinen van West heeft men iets bedacht, de introductie van de stadslandbouw. Ik zal u straks uitleggen wat dat precies inhoudt. Verder is in de Tuinen van West aangegeven dat het gebied waardevol is qua landschap en plekken om te recreëren.
87
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Stadslandbouw. Op deze kaart (Osdorperweg 685) ziet u één van de percelen waar dat is toegestaan. Die hebben de aanduiding 'W-SL' dat staat voor ‘wonenstadslandbouw’, zo heet de bestemming. In totaal hebben wij op de Osdorperweg zes van die percelen die daarvoor bestemd zijn. Wat moet u zich daar nu bij voorstellen? Ik noem wat voorbeelden: kaasboerderij, winkeltje, boeren speel- en doetuin, kinderopvang, zorgboerderij, natuur- en milieueducatie, theetuin. Het gaat om functies die op de een of andere manier een relatie hebben met de landbouw. De traditionele landbouw was eigenlijk alleen maar gericht op voedselproductie, daarvoor is dit gebied niet meer geschikt. Stadslandbouw is meer gericht op groene dienstverlening. De mensen in de stad eromheen zijn vooral geïnteresseerd in het landschap en de natuur en vinden het leuk dat het er nog zo agrarisch uitziet, maar het is de bedoeling dat daarop wordt ingespeeld. Dus dienstverlening met een groen randje. Er zijn wel strenge eisen aan gesteld. Het mag niet te grootschalig worden. Het is niet de bedoeling dat er een partycentrum komt. Dat heeft geen enkele relatie met het agrarische gebied. Parkeren moet op eigen terrein, het is niet de bedoeling dat als het een drukke functie wordt, straks langs de dijk wordt geparkeerd. Dat kan niet, daar is geen ruimte voor. En het moet op het gele vlak plaatsvinden. Het mag niet in de weilanden. Laarzenpad. In de Tuinen van West is ook een aantal laarzenpaden bedacht. Wat moet u zich daarbij voorstellen? Ik laat een foto zien van een bestaand laarzenpad, zoals u ziet staat er een paaltje en dat staat ergens verder ook nog. Dat geeft aan waar je langs kunt lopen, verder gebeurt er niets. Je moet inderdaad je laarzen aandoen om door het drassige weiland te lopen. Waarom zijn die laarzenpaden bedacht? U ziet er hier eentje, gesitueerd bij het perceel waar wij net de stadslandbouw hadden gedacht. U ziet dat het pad een beetje langs de rand van de groene polder loopt. Dat is heel bewust, want daar zitten veel vogels. De weidevogels zitten in het hart van het gebied, als je daar een dwarspad doorheen zou laten lopen, jaag je die vogels weg en dat is nu net wat je niet wilt. De bouwmogelijkheden voor wonen. Dit is weer een plaatje van de Osdorperweg 678-680. De woningen zelf, het hoofdgebouw zeg maar, mag binnen het bouwvlak. U ziet ook op elk bouwvlak één woning. Verder heeft u op het perceel buiten het bouwvlak in het gele gebied nog bouwmogelijkheden. Van dat gebied mag nog 30% worden bebouwd met schuren, garages, bergingen. In het gebied buiten het gele bouwvlak mag dat tot een hoogte van drie meter en een nok van 4,5 meter. Dat moet laag blijven. In het bouwvlak mag het hoger, dan mag het 6 tot 9 meter. Dat kan in twee lagen dan heb je ook nog een kap bovenin. Zoals ik al zei hebben wij de bouwmogelijkheden gekoppeld aan de woning. In de planregels staat dat 30% is van het bouwperceel dat bij die woning hoort, het bouwperceel is dan eigenlijk het kadastrale perceel. Dat hebben wij hier op het plaatje in het rood aangegeven. Als je bij het kadaster de gegevens opvraagt zie je dus dat het gaat om 30% van dat vlak. De bouwmogelijkheden zijn gekoppeld aan de woning die er zit. Bouwmogelijkheden voor de bedrijven. Voor bedrijven geldt dat de bedrijfsterreinen, paars op de kaart, niet verder mogen uitbreiden. Die zijn strak vastgezet op de
88
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
huidige situatie. Ook hier ziet u dat wij de bestaande gebouwen in het bouwvlak hebben vastgelegd. Dat bouwvlak mag volledig worden bebouwd, het mag tot 8 meter hoog, er moet wel een kapje op met een hoek tot 80 graden. Buiten dat bouwvlak zijn alleen nog bouwmogelijkheden als die er in het vorige bestemmingsplan ook al waren. U ziet dat op het plaatje een 'op' staat van 'opslag'. Dat betekent dat daar geen gebouwen mogen worden neergezet, het mag alleen voor opslag worden gebruikt. De bouwmogelijkheden zitten aan de andere kant van de lijn, buiten de bouwvlakken mag nog 20% worden bebouwd. Kassen. De kassen hebben een bestemming gemengde doeleinden gekregen, de bestaande kassen zijn op de kaart met een zaagrandje aangeduid. De bestaande kassen zijn positief bestemd en daarover is behoorlijk wat discussie gevoerd zal ik u zeggen. U moet zich realiseren dat die kassen een behoorlijke investering zijn geweest, om ze neer te zetten. Ze vertegenwoordigen ook een behoorlijke waarde. Daar kan je in een bestemmingsplan niet zomaar een streep doorheen zetten. Daar komt bij – de wethouder heeft dat net al gezegd – dat er op dit moment geen geld is om iedereen uit te kopen en daar een mooi groengebied te maken. Dat betekent dat de kassen gewoon mee zijn gegaan naar dit bestemmingsplan. Het mag niet verder worden uitgebreid, dus er mogen geen nieuwe kassen meer bij komen. Er is sprake van een moeilijke situatie want glastuinbouw is in dit gebied helemaal niet aantrekkelijk, daar is het veel te klein voor. Er moet wat verzonnen worden om de uitbaat van de kassen te verbreden. Wat is nu verzonnen? Enerzijds mag je er behalve glastuinbouw ook landbouw ontwikkelen en anderzijds is gezegd dat bestaande stalling en opslag van caravans en boten en auto's die daar plaatsvindt, wordt bevroren. Die stallingen mogen blijven maar er mogen geen nieuwe meer bij komen. Tot slot is een soort bonussloopregeling bedacht om het gebied weer groen te krijgen. Dat betekent dat degene die zijn volledige kas afbreekt in ruil daarvoor bedrijfsgebouwen mag neerzetten in de rode arcering op het plaatje. Tot 15% van wat wordt gesloopt mag terug worden bebouwd in de vorm van bedrijfsgebouwen. Daarmee hopen wij te bereiken dat dit gebied in ieder geval weer vrijkomt en dat de bebouwing zich concentreert langs de linten. Waterscheiding. Misschien heeft u erover gehoord, het is een besluit van het Waternet om het weilandengebied geschikt te houden voor agrarisch natuurbeheer waar beesten kunnen grazen. Daartoe moet het waterpeil iets omlaag, de bodem zakt ieder jaar een heel klein beetje. Het kan, maar de huizen langs de Osdorperweg staan op houten palen en als het waterpeil gaat zakken loop je de kans dat de palen gaan rotten. Dus moet een scheiding worden gemaakt tussen de bebouwing aan de Osdorperweg en de weilanden daarachter. Het Waternet heeft bedacht om een mooie sloot te graven en daardoor een waterscheiding te creëren waarbij het peil aan de kant van de weilanden lager is dan aan de andere kant. Wat kunt u nog doen? Ik heb al gezegd dat de inspraakformulieren per post kunnen worden ingediend, u kunt ook e-mailen als u dat handiger vindt. Het e-mailadres is
[email protected].
89
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De voorzitter: Zijn er mensen die vragen hebben naar aanleiding van de presentatie? De heer Jaasma: Ik heb een vraag over de bestemming van de kassen. In het bestemmingsplan staat dat het bestaande kassengebied de bestemming gemengde doeleinden krijgt, dus alle kassen. De heer Van Veldhuisen zei net dat dit alleen gold voor die kassen die een stalling hebben, maar hier staat dat het voor alle kassen gaat gelden. De heer Van Veldhuisen (mRO): In het plan zijn we begonnen alle kassen toe te staan die opslag voor auto's en caravans hebben. Daar hebben wij heel veel commentaar op gehad, dus dat is teruggebracht. Nu is het zo dat het alleen mag daar waar de opslag nu al plaatsvindt, er worden geen nieuwe situaties toegestaan. De zaak wordt bevroren. De heer Van Nierop: Ik woon op Osdorperweg 872. Ik heb een vraag of in het bestemmingsplan iets is opgenomen over het gebruik van de oeverranden van de waterpartijen, hoe daarmee om te gaan? De heer Van Beek (sdO): Er gaat wel wat veranderen in ecologische zin. Op sommige plekken worden rietkragen aangebracht, maar voor de bestemmingen in het bestemmingsplan maakt het verder niet uit. De bestemming van die oevers verandert niet ten opzichte van het oude plan. Maar feitelijk gaat er wel iets veranderen. De heer Van Nierop: Dus ik mag mijn oever gewoon kapot steken? De heer Van Beek (sdO): Dat heeft u mij niet horen zeggen. De heer Van Nierop: Vandaar mijn vraag, is er niet opgenomen hoe je moet omgaan met de oevers? De heer Van Beek (sdO): Conform de bestemming. Dat is afhankelijk van de bestemming die op de oever rust. Bij sommige oevers is de bestemming natuur, daar zult u bijvoorbeeld niet mogen bouwen. Maar als de oever de bestemming wonen heeft, dan zijn er meer mogelijkheden. In sommige gevallen zal de oever de bestemming tuinen hebben en dan gelden de bebouwingsmogelijkheden die binnen de bestemming tuinen gelden. De heer Van Veldhuisen (mRO): Mag ik het even aanvullen? Zoals u ziet ligt er heel veel water in de bestemming groen. De Wijsentkade bijvoorbeeld heeft de bestemming natuur. In de bestemming agrarisch met waarde zit een aanlegvergunningenstelsel. Als je daar wilt graven, of als je een oeverbeschoeiing zou willen aanleggen, heb je daarvoor een vergunning van het stadsdeel nodig. Er wordt getoetst op de landschappelijke en natuurlijke waarde. In het plan zijn daar wel degelijk regels voor, maar niet in de bestemming tuinen of erf, daar geldt geen
90
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
aanlegvergunningenstelsel want dat gaat weer een beetje ver. Daar is wel voorgeschreven dat je 3 meter uit de oever moet blijven met de bebouwing. De heer Van Nierop: Ook als je een bedrijf hebt? De heer Van Veldhuisen (mRO): Dat durf ik niet met zekerheid te zeggen. De voorzitter: Dat wordt opgezocht. Zijn er nog meer vragen? De heer Van Geilswijk: Ik woon op de Raasdorperweg 42. Ik heb een vraag over de regeling van 15% terugbouw bij de kassen die u net liet zien. Worden daar dan de panden, schuurtjes afgetrokken, hoe werkt dat? De heer Van Beek (sdO): Nee, 15% van de oppervlakte van de geheel af te breken kas. De heer Van Geilswijk: Als je simpelweg uitgaat van een kas van 36.000 m², moet de 15% dan worden gepropt in de gearceerde ruimte op de kaart? Dat gaat niet lukken, want er blijft geen parkeerplaats, niets over. Dat gaat dus niet. De heer Van Beek (sdO): Dat is wel de bedoeling. De heer Van Veldhuisen (mRO): Wij hebben het uitgerekend, gebaseerd op de grootste kas van 36.000 m². Als je daar 15% van neemt, kom je ongeveer op 5000 m², dat past daar in. De heer Van Geilswijk: Dan houd ik geen parkeerplaats meer over, dan staan de auto's op de weg en dat kan niet de bedoeling zijn. De heer Van Veldhuisen (mRO): Misschien moeten wij daar nog even goed naar kijken. De heer Van Geilswijk: Dat wordt een rommelig, in elkaar geperst geheel. De heer Van Veldhuisen (mRO): U mag natuurlijk altijd minder bouwen en dan hebt u meer parkeerplaatsen. De voorzitter: U wilde nog een vraag stellen? Mevrouw Klooster-Timmer: Ik woon op de Osdorperweg 945. Ik vind het bijzonder zorgwekkend dat u zo onzorgvuldig met uw eerste uitgangspunt bent omgegaan. Wij hebben een bestemmingsplan en daarin staan gewoon bestemmingsplanregels. Als ik alleen al naar ons perceel kijk en ik pak het oude bestemmingsplan erbij, dan is het helemaal niet meer in het nieuwe bestemmingsplan vermeld. U bent met de sterke hand, met de politie, bij ons in de kassen komen constateren dat er opslag staat. En ik zie in het nieuwe voorontwerp helemaal niets van die opslag terug die u
91
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
met eigen ogen heeft kunnen zien. Dan kijk ik vanmiddag op mijn werk even op de site van de Kamer van Koophandel en kijk naar de lijst van bedrijven die in uw voorontwerp staat en uw lijst is helemaal niet conform de lijst van de Kamer van Koophandel. Welke bedrijven heeft u nu voor ogen als u zegt op dit overzicht van deze twee A4'tjes met bedrijven, dit zijn de bedrijven die er zijn, terwijl u niet eens kijkt naar de Kamer van Koophandel als u dat opschrijft? Ik vind het onzorgvuldig dat u niet gewoon de middelen pakt die er zijn om op zorgvuldige wijze dit voorontwerp op papier te zetten. Binnen een halfuur had ik zoveel fouten van één perceel dat ik mij ongerust maak over de andere percelen aan de Osdorperweg. De voorzitter: Wil het stadsdeel daarop reageren? De heer Van Beek (sdO): Ja, wat de opslag betreft waar mevrouw het over heeft. Er is inderdaad een opname geweest om te constateren wat voor opslag er plaatsvond. Dat wil niet zeggen dat die opslag ook in het nieuwe bestemmingsplan wordt opgenomen. In de vergunning die toen is verleend voor de nieuw te bouwen loods die toen is opgenomen stond nog steeds agrarisch gebruik. Dat is de legale situatie en zo is het ook in het nieuwe plan opgenomen. Dat sluit niet uit dat de feitelijke situatie wellicht kan afwijken van wat in het plan is opgenomen. Mevrouw Klooster-Timmer: Als ik naar de feitelijke situatie kijk zie ik dat wij al twintig jaar een heel bedrijf met alleen opslag hebben en dat u blijft vasthouden aan een agrarische bestemming. Hoeveel oogkleppen heeft u dan op? De heer Van Beek (sdO): Nou goed, dat is een bewuste afweging geweest omdat er een vergunning is verleend voor agrarische opslag, daarvoor heeft u een vergunning gekregen. Dat is de reden dat het ook zo in het bestemmingsplan terecht is gekomen. Mevrouw Klooster-Timmer: En de lijst van de Kamer van Koophandel is niet relevant? De heer Van Beek (sdO): Wat de bedrijvenlijst betreft kan het zijn dat deze niet compleet is, daar wordt inderdaad nog naar gekeken. Het is een lijst die intern is opgevraagd en die waarschijnlijk verouderd is. De lijst zal nog een keer bij de Kamer van Koophandel worden opgevraagd. Mevrouw Klooster-Timmer: En de uitgangspunten van het oude bestemmingsplan? In het oude bestemmingsplan hebben wij nog wel een autobedrijf en in het nieuwe bestemmingsplan niet meer. Wij zitten er al 25 jaar. De heer Van Beek (sdO): Dat weet ik niet uit mijn hoofd. De voorzitter: Ik stel voor dat als het heel erg individueel is…
92
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Mevrouw Klooster-Timmer: Als ik alleen al op één perceel zoveel fouten constateer; ik heb een garagevergunning van het stadsdeel Osdorp en die garagevergunning wordt gewoon niet meegenomen in het voorontwerp. Nee, er staat dan: wilt u een kopietje van uw vergunningen erbij doen. In dit pand zijn de vergunningen aanwezig. Het zou toch wel zorgvuldig zijn als die gewoon verwerkt waren? De heer Van Beek (sdO): Als er sprake is van een vergunning en wij hebben het over het hoofd gezien, dan moet dat zoals nu, uit de inspraak duidelijk worden. Als er sprake is van een vergunningsituatie, dan wordt deze opgenomen. Daarom verzoek ik u dit aan te geven op het inspraakformulier zodat wij het kunnen verwerken. De heer Van Veldhuisen (mRO): Mag ik nog een aanvulling geven? Het lijkt mij dat mevrouw moet langskomen, nu is het de tijd om het goed geregeld te krijgen in het bestemmingsplan, dus komt u vooral langs. Ik wil nog één ding zeggen over de bedrijvenlijst. Er zitten twee lijsten in het plan, een lijst in de toelichting met bestaande bedrijvigheid voor zover die hier geregistreerd stond maar die is behoorlijk verouderd en klopt niet met de Kamer van Koophandellijst. Die lijst heeft niet zoveel dekking want de bedrijven die er zijn toegestaan volgens die bestemming, daar zit een andere staat van bedrijfsactiviteiten van achter de planregels. Daar zijn alle bedrijfstypen genoemd en dat gaat om milieuzwaarte. Het is een gemengde omgeving waar wonen en bedrijven door elkaar zitten. De enige bedrijven die er niet zijn toegestaan dat zijn grote transportondernemers. Bedrijven waar heel veel verkeer mee gepaard gaat, die mogen volgens dit bestemmingsplan niet langs de Osdorperweg komen, maar andere bedrijven wel. De heer Kentie: Ik woon op de Osdorperweg. Wat is de status van die lijst? Ik bedoel, er is een lijst, so what? Ben je als je op die lijst staat gelukkig dat je daar legaal zit of heeft het helemaal geen enkele status en als dat zo is waarom staat de lijst er dan überhaupt in? De heer Van Beek (sdO): De lijst heeft geen juridische status omdat hij in de toelichting is opgenomen, het is meer een lijst om een beeld te scheppen van wat er in het gebied zit. Dat beeld is niet volledig, dat heb ik net aangegeven. Wat juridisch bindend is, is de lijst die achterin staat, de ‘Staat van bedrijfsactiviteitenfunctiemenging’. Dat heette vroeger de staat van inrichtingen. De toegestane bedrijven zijn per soort ingedeeld, binnen de toegestane categorie, dat is voor deze bestemming bedrijven A en B. Dus als het binnen A of B valt, is uw bedrijf op die locatie toegestaan. De lijst achterin, de ‘Staat van bedrijfsactiviteitenfunctiemenging’, heeft dus juridische status. De voorzitter: U heeft nog een vraag, ik zie het. De heer Kentie: Nog steeds over hetzelfde. Ik ben van mening dat als de lijst geen status heeft, het gevaar bestaat dat dit na verloop van tijd wel gaat gebeuren, want
93
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
het stond per slot van rekening in het bestemmingsplan, weet u wel. Er kunnen best bedrijven op staan die volledig illegaal geplaatst zijn en daarom zou ik die lijst eruit halen. De voorzitter: Wat gaat er met de lijst gebeuren? De heer Van Veldhuisen (mRO): Ik zou zeggen, zorg dat deze klopt. Het is voor ons van belang om dat te weten. De heer Kentie: Maar er zijn bedrijven die daar gewoon illegaal zitten en die staan dan bijvoorbeeld ook op die lijst. Waarom, wat heb je daaraan? Wat is de status? Het lijkt wel een soort legalisatie. De heer Van Beek (sdO): Voor illegale situaties geldt dat zij in principe gewraakt worden. Die lijst zal worden gecheckt met die van de Kamer van Koophandel. Als het bedrijf in die lijst is opgenomen en het valt binnen de lijst achterin die ik net noemde, binnen de toegestane bedrijven, kunnen wij deze in de lijst in de toelichting opnemen. Wij gaan natuurlijk geen bedrijven in de lijst opnemen die niet zijn toegestaan. Daar moet een hele goede check op plaatsvinden. Maar nogmaals, de lijst waar wij het nu over hebben staat in de toelichting en hoe dan ook heeft de toelichting geen juridische status. Het zijn slechts de voorschriften en de ‘Staat van bedrijfsactiviteiten-functiemenging’ achterin die een juridische status hebben. Daar kunnen mensen rechten aan ontlenen. De heer Van Groningen: Ik woon op de Osdorperweg 686 en tegenover mij is een zorgboerderij gepland. Wat is de controle achteraf? Ik woon er recht tegenover en mijn ouders zijn op die boerderij geboren, daar zit ook nog wat verbinding wat dat betreft. Op welke wijze gaat dat overlast geven of niet en wat is de controle als de vergunning eenmaal is verleend en de partij gaat overlast geven. Wat is de inspraak als bewoner op die activiteit daar? De voorzitter: Maakt u zich een beetje zorgen? De heer Van Groningen: Ja. De voorzitter: Goed zo, dat is duidelijk. Er wordt bepaald dat daar een zorgboerderij komt en hoe nu verder? De heer Van Beek (sdO): Als het gaat om overlast geldt voor stadslandbouw, waar u nu op doelt, niets anders dan voor alle andere bestemmingen. Of het nu een bedrijfsbestemming is, of stadslandbouw of een woonbestemming is, er zal naar overlast gekeken moeten worden. Als het bedrijf past binnen de voorbeelden die in het bestemmingsplan staan genoemd en het valt onder stadslandbouw, dan mag het. Wel moet uiteraard aan de regelgeving op het gebied van bijvoorbeeld milieu
94
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
worden voldaan. Ik noem regels over luchtkwaliteit, lawaai, et cetera, daar moet het wel aan voldoen. De voorzitter: Aan wat voor overlast denkt u? De heer Van Groningen: Ik denk aan auto's die 's avonds laat lawaai maken. Is er inspraak voor de bewoners op die activiteit ja of nee? De heer Van Beek (sdO): Als het past binnen de bestemming is daar geen vrijstelling voor nodig. En als er geen bouwactiviteiten worden ontplooid is er geen bouwvergunning nodig. Als het past binnen het bestemmingsplan, dan mag het. Dan is er geen inspraaktraject zoals nu bij het bestemmingsplan of bij een bouwaanvraag. In die zin is er dan geen inspraak. De voorzitter: Dus als mijnheer inspraak zou willen dan zou hij het nu toch moeten doen, op voorhand? De heer Van Groningen: Op het moment dat het overlast zou kunnen geven, dan pas ik, dan zeg ik nee. De heer Van Veldhuisen (mRO): Wat dat betreft is de bestemming natuurlijk niet anders geregeld dan voor een bedrijf. Ik bedoel, dat zit daar en er mag een bedrijf komen en daar kan ook overlast uit voortvloeien. De heer Van Groningen: Maar het was een bedrijf. De heer Van Veldhuisen (mRO): Ja, het was een boerderij. Maar ik wilde even aangeven dat alle bestaande functies kunnen veranderen door bestemmingen. Bijvoorbeeld die bedrijfsbestemming is niet zo strak dat er maar één bedrijf mag zijn, het kunnen verschillende type bedrijven zijn. Het ene type kan wel overlast geven, het andere type niet. De regulering die wij daarvoor hebben, zijn de milieuvergunningen maar daar houdt het wel een beetje op. Het moet natuurlijk wel passen binnen de bedrijfstypen in de lijst achterin het bestemmingsplan, de ‘Staat van bedrijfsactiviteiten-functiemenging’. Met betrekking tot die bedrijfsbestemming kan het zich voordoen dat een klein bedrijfje uitgroeit tot een groot bedrijf en is het op een gegeven moment te grootschalig. Dan kan worden gezegd: dat past niet meer binnen de bestemming. Dan is er een moment dat wij kunnen zeggen: dat past hier niet meer, u zit hier in strijd met het bestemmingsplan, u moet naar een andere plek of bedrijventerrein. Hetzelfde geldt ook een beetje voor die stadslandbouw, daar zitten een heleboel mogelijkheden in, maar het plan geeft ook grenzen aan. Iemand (geen naam opgegeven): Dat pad dat gepland is om naar de Wijsentkade te lopen, het laarzenpad, waar gaat iemand zijn auto parkeren die daar wil gaan lopen?
95
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De heer Van Veldhuisen (mRO): U heeft het wel over wandelaars. Het is geen grootschalige recreatie, er zullen geen drommen auto's op afkomen, je kan er op de fiets prima komen. Er word niet voorzien in parkeerplekken. De voorzitter: Een beetje gerustgesteld? Nog niet? Ik ga even naar die mevrouw. Mevrouw Mosterd: Ik woon op Osdorperweg 519 en ik vroeg mij af of er nog iets aan bedrijven verandert om ons heen omdat die met zwaar beladen vrachtwagens over de dijk denderen. Gaat de overlast daarvan nog veranderen of vallen die bedrijven binnen de bestaande situatie en mogen zij doorgaan zoals zij nu werken? De heer Van Veldhuisen (mRO): Dat is een situatie die wij in het bestemmingsplan niet zo maar kunnen oplossen. Het zijn bestaande bedrijven met bestaande rechten en wij hebben nu geprobeerd goed vast te leggen wat die rechten zijn. Maar daar zitten inderdaad grote jongens bij zoals Rutte, zij hebben grote wagens en die gaan over de dijk. Wij hebben nu niet de mogelijkheden om te zeggen, wij zetten daar een streep door. Mevrouw Mosterd: Maar in de toekomst, als er ooit een verplaatsing naar andere bedrijventerreinen plaatsvindt, verandert de bestemming dan? De heer Van Beek (sdO): Het gaat om een verkeerstechnisch probleem, om de belasting van de Osdorperweg. Die belasting wordt niet in het bestemmingsplan geregeld. Je kan wel indirect invloed uitoefenen door de bestemming die je daar neerlegt. De bestaande rechten moeten worden gerespecteerd. Dat betekent dat in de loop der komende jaren nog steeds grote vrachtwagens daar over de weg kunnen denderen, dat is niet op korte termijn opgelost. Maar wat u zegt, als zo'n bedrijf verdwijnt, stel dat al dat soort bedrijven zou verdwijnen, dan heb je meer mogelijkheden om daar misschien wat aan te doen. Dan zou aan de toegelaten bedrijfscategorieën gesleuteld kunnen worden. Op dit moment is dat toekomstmuziek. De heer Kentie: Mevrouw sprak over eigendomsgebondenheid. Als Rutte daar eventueel weggaat kan het dan weer natuur worden? De heer Van Veldhuisen (mRO): Ik wil best daarin meegaan, het stadsdeel zou dat graag willen. De heer Van Beek (sdO): De bedrijfsbestemming zoals die er nu ligt is niet eigendomsgebonden. De heer Van Veldhuisen (mRO): Voor de duidelijkheid. Zo'n bestemmingsplan kan je ook weer wijzigen, je kan hem herzien. Stel dat de situatie zich voordoet dat er geld van de centrale stad komt en Rutte kan worden uitgekocht in ruil voor natuur, dan gaan wij dat zeker doen. Dan gaat de bedrijfsbestemming eraf en komt er weiland. Maar zo is de situatie op dit moment niet.
96
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De voorzitter: Voorlopig is het niet zo. Aan deze kant nog vragen? De heer Meekel: Ik beheer de percelen rond Osdorperweg 456-460. Daar hebben wij op dit moment een gemengde bestemming in die percelen. Ik zie hier een hele duidelijke scheiding in wonen en bedrijven, terwijl ook wonen in het bedrijfsvlak getekend wordt en bedrijven in het woonvlak zitten. Wat is de juridische status daarvan op dit moment en wat is die in de toekomst als bij wijze van spreken het bedrijf zegt: ik ga weg uit het woonvlak. Wat mag ik daar dan nog? Ik vind dit een beperking van mijn mogelijkheden. De voorzitter: Wonen in een bedrijfsvlak, c.q. bedrijven in een woonvlak. Daar komt het min of meer op neer. De heer Van Beek (sdO): Er is inderdaad een scheiding aangebracht tussen bestaande dubbele functies, wel zijn de bestaande rechten gerespecteerd. In een vlak dat vroeger onder wonen viel met daarop een woning en dat nu als bedrijvenvlak is aangemerkt, mag nog steeds gewoond worden conform bestaande rechten. Dit neemt niet weg dat een afweging is gemaakt tussen percelen waar bedrijvigheid de doorslag geeft en waar wonen de doorslag geeft. De voorzitter: Maar mijnheer vraagt naar de toekomst. De heer Van Beek (sdO): In de toekomst geldt dat als een bedrijf verdwijnt uit de bedrijfsbestemming, daar nog steeds de bedrijfsbestemming op rust. Daar waar nog steeds het wonen is toegestaan, gelden de bestaande rechten waar ik het over had, daar mag nog steeds gewoond worden. De heer Van Nierop: Op welke wijze wordt aangegeven dat de grens van een bedrijf is bereikt, bijvoorbeeld een transportbedrijf dat begint met paard en wagen en uitgroeit tot tien vrachtwagens, waar wordt dan gezegd tot hier en niet verder? Hoe wordt dat beoordeeld. De voorzitter: Waar ligt de grens voor het uitdijen? De heer Van Beek (sdO): Een deel van het antwoord is: dit wordt bepaald door het bestemmingsvlak, het paarse gedeelte op de verbeelding in dit geval. Het andere deel van het antwoord: de lijst die achterin het bestemmingsplan staat, de lijst van bedrijfscategorieën. Voor de huidige bedrijfsbestemmingen in dit plan zijn dat de categorieën A en B. Dat geeft ook een grens aan voor het soort bedrijf. De voorzitter: Maar hoe zwaar, als hij met paard en wagen begint, mag hij daarna dertig vrachtwagens hebben? De heer Van Beek (sdO): Daar is die lijst van bedrijfscategorieën van belang. Iemand die begint met paard en wagen maar daarna een gigantisch transportbedrijf
97
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
wordt, kan niet meer onder categorie B vallen, maar bijvoorbeeld onder categorie C. Als het dan onder C valt, mag het niet meer. Daar ligt de grens. De heer Van Nierop: Wordt er onderscheid gemaakt tussen twee en tien vrachtwagens? De heer Van Beek (sdO): De omvang is zeker een criterium. De heer Van Veldhuisen (mRO): Die lijst is ook overgenomen uit het vorige plan, toen had je categorie 1 en 2. Dat is nu volgens een modernere indeling categorie A en B geworden, maar de zwaarte is vergelijkbaar. Dat is niet hele zware bedrijvigheid, alleen bedrijvigheid die past in zo'n gemengd gebied. Echte zware jongens zijn daar niet toegestaan. De groei van zo'n bedrijf is ook beperkt, want het bouwvlak beperkt de bouwmogelijkheden, op een gegeven moment houdt het op. De voorzitter: Heeft iemand misschien een inspraakmoment, dat hij dat nu al wil uiten? De heer Van Geilswijk: Ik woon op de Raasdorperweg 42. Ik heb zo'n boekwerkje aangeschaft dat bij het bestemmingsplan hoort en de datum is van februari 2009. U vertelt in dit boekwerkje over de kassen en daar maakte ik uit op dat ik de kassen volledig in de kermis kon rijden. Vervolgens vertelt u mij net dat dit niet meer kan. Dus dat boekwerkje is nu rijp voor de vuilnisbak. Vervolgens zegt u dat u het oude bestemmingsplan meeneemt. Wat het kassenoppervlak betreft is dat niet waar want wij mogen geen meter meer uitbouwen en dat staat ook in het boekje. Vervolgens is de 15% waar je mag bouwen zo klein ingetekend dat het helemaal niet kan. Wat klopt er eigenlijk nog van? U berooft mij van mijn economische mogelijkheden, wij komen er zeer bekaaid van af. Het heeft ons niets te bieden, alleen maar nadelen. Als u ons enkel nadelen biedt blijft het bedrijf gewoon staan te verpauperen en zit u straks met een vuilnishoop. De voorzitter: Iemand anders nog een inspraakmoment? De heer Kentie: Ik woon op de Osdorperweg 816. Mijn complimenten voor de inleidende speech, die was nagenoeg hetzelfde als twintig jaar geleden, terugkijkend op het verleden, ook al mag dat dan niet. Wat betreft de inzet en de insteek alle complimenten. Het plankader van hoofdstuk 2 is, zowel als hoofdstuk 3 Beleidskader, gebaseerd op beleid van het rijk, de provincie en de gemeente, zelfs op het beleid van het stadsdeel met het programma de Tuinen van West. Er is sprake van bescherming, consolidatie en versterking van het groen. Allemaal prachtig. Ongeveer twee derde van het bestemmingsplan. Vervolgens krijgen wij een slag voor onze harses want als je dan verder leest blijkt dat bestaande bedrijven die daar gewoon zomaar zitten zonder vergunning, terwijl in Nederland het toch zo is dat je altijd een vergunning moet aanvragen en dat er dan een inspraakprocedure volgt en dat milieu- en allerlei vergunningen gegeven moeten worden. Mijn eerste vraag is of die mensen nu achteraf nog vergunningen moeten aanvragen, of is het
98
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
zo goed? Ik kan mij voorstellen dat bij wijze van spreken de opslag van auto's een gevaar oplevert en dat de brandweer daar eisen aan stelt. Gaat dat achteraf nu nog eens een keer gebeuren of is het nu in een toverslagje allemaal gelegaliseerd? Deze eerste vraag is tevens een bezwaar als dat niet zo is. Vervolgens de Tuinen van West, als daar langs de lintbebouwing allemaal bedrijven komen, al die streepjes van links naar rechts, valt er in ieder geval voor de passant niets meer te zien van het groen. Want ja, daar is verder niet over nagedacht maar dat is dan één massa van bedrijfsmogelijkheid zoals ik begrijp. Wat dat betreft kap je dat in ieder geval helemaal af, daar ben ik het niet mee eens. Dan vind ik in het bestemmingsplan eigenlijk heel weinig terug over het landelijk karakter van het gebied. Natuurlijk staat er wel iets in, dat heeft u net allemaal wel belicht. Maar bijvoorbeeld de bebouwing, in het vorige bestemmingsplan stond er iets van 'lieve bruggetjes dan dammen over de sloten', wat gewoon voor het karakter van het landelijk gebied heel aardig is. Er staan allerlei voorschriften bij wonen, bedrijvigheid, sport en noem het allemaal maar op. Er staat bijvoorbeeld dat de maximale dakhelling 80 graden is, maar er wordt bijvoorbeeld niets gezegd over een minimum dakhelling. Ik zou graag zien dat ook een minimum wordt opgenomen want anders krijgen wij allemaal dozen met een soort afwatering er bovenop. Daar vind je dan niets van het landelijk karakter in terug. Bij bedrijven zie ik een goothoogte en een nokhoogte waaruit blijkt dat als ik daar een schoenendoos neerzet, dat ik dan een soort schuine rand van anderhalve meter krijg, dat vind ik ook niet passen bij het landelijk karakter en ik zou graag zien dat daar meer aandacht aan besteed gaat worden. Hier wil ik het even bij laten en zal het een en ander aanvullen met mijn schriftelijke bezwaren. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog inspraakbijdragen? De heer Kooter: Ik woon op de Osdorperweg 756. Er is een aantal keren gesproken over de boerderij op Osdorperweg 547, bij iedereen bekend omdat het een benzinepomp is. In het verleden is er een bestemming vastgelegd voor autosloperijen met een saneringsregeling voor bedrijven die zouden stoppen. Ik heb daarover niets teruggevonden in het bestemmingsplan. Er zou iets over afbouwen zijn ingevuld ooit, maar daar is eigenlijk nooit verder wat mee gedaan. Verder vind ik het ook eigenlijk een beetje storend dat over fietspaden, voetpaden en laarzenpaden wordt gesproken, maar de Slibweg die er eigenlijk al ligt, ooit gemaakt voor de kruithuizen die er nooit gekomen zijn, wordt eigenlijk in niets meegenomen. Dan denk ik, die weg ligt er, hij is niet mooi, hij is recht maar er zou wat mee gedaan kunnen worden, maar hij heeft helemaal geen functie. Er was een idee om op die manier het vrachtverkeer straks te geleiden naar het Lutkemeergebied en daarmee zou het oude dorp ontlast kunnen worden. Er zijn dus mogelijkheden die niet benut worden en die tegemoet zouden kunnen komen aan bezwaren over het vrachtverkeer. De voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor dat wij nog een spreker aan het woord laten, dan gaan wij daarna even pauzeren en kunt u naar de tekeningen gaan kijken.
99
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De heer Holla: Wanneer gaan zij echt beginnen aan de Westrandweg? De heer Van Beek (sdO): Ik heb uit het geruchtencircuit vernomen dat het eind 2009 zou zijn. Het loopt allemaal via het rijk, de inspraak gaat niet via het stadsdeel maar zal wel worden georganiseerd. - Pauze De voorzitter: Ik heb begrepen dat over de kassen en het bebouwen het nog niet duidelijk is, kan daar nog wat over gezegd worden? De heer Van Veldhuisen (mRO): Het gebied is aangewezen als onderdeel van de hoofdgroenstructuur. Dat betekent dat er geen nieuwe kassen bij mogen komen. Dat is in het bestemmingsplan vertaald, alle bestaande kassen zijn op de kaart gezet en die kunnen blijven staan. Die kan je slopen en vervangen door een nieuwe kas. Maar er mogen dus geen nieuwe kassen bijkomen. Wat wij ook hebben gedaan is dat wij de mogelijkheden in die kassen hebben verruimd. Er mag niet alleen glastuinbouw, maar ook standslandbouw zijn. Dat is een vorm die ingevuld moet worden maar waar wel behoorlijk wat extra mogelijkheden om die kassen te exploiteren, inzitten en waar de ondernemers dus gebruik van kunnen maken. Verder was in het boekje nog geregeld dat die kassen ook mochten worden gebruikt voor de stalling van caravans, auto's en boten. Daar hebben wij gelijk een reactie op gehad van de centrale stad. Er werd gezegd: dat kan niet, het zit in de hoofdgroenstructuur daar zijn die kassen nooit voor bedoeld, dat moet er weer uit. Daar is op bestuurlijk niveau overleg over geweest en de portefeuillehouder heeft daaruit weten te slepen dat in ieder geval dat wat er nu zit mag blijven qua stalling. De situatie wordt bevroren. Wat nu zit mag, maar er mag geen nieuwe stalling bij. Dat is een beetje de regeling voor die huidige kassen. En om te kijken of wij dat gebied toch niet groen kunnen krijgen, hebben wij die bonus sloopregeling. Als je kassen sloopt mag je 15% terugbouwen aan de weg en moet je het achterliggende terrein weer groen maken. Dat is in het kort het verhaal over de kassen. Ben ik duidelijk genoeg geweest, zijn er nog vragen? De voorzitter: Zijn er nog vragen over de kas? Mijnheer van de Dorpsraad: Waarom mag alleen die ene wel caravans stallen en die andere niet? Hoe denkt u dat dan te verkopen? Ik ben van de dorpsraad en wij zijn eigenlijk helemaal niet blij met al die stallingen. Maar ik kan mij voorstellen dat als je het bij de ene wel goedvindt en bij de ander niet, wat is dan de afweging. Alleen omdat dan de centrale stad… De heer Van Beek (sdO): Het is een keuze waartoe wij zijn gedwongen, het is een compromis dat is gesloten. Aanvankelijk hadden wij voor alle kassen dezelfde regeling, nu zullen wij waarschijnlijk weer een inventarisatie moeten maken van alle kassen en dan met nadere bestemmingen moeten gaan werken. Als stadsdeel zijn wij er niet per se blij mee, nee. Maar het is wel zoals het voorligt.
100
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De voorzitter: Heeft iemand nog een ander soort vraag? De heer De Dunne: Ik woon op de Osdorperweg 487. Het achterterrein heeft nu een iets andere bestemming gekregen ten opzichte van het vorige bestemmingsplan. Het vorige bestemmingsplan had een bouwvlak wonen/bedrijven, nu alleen wonen. De huidige functie is deels wonen en deels bedrijven. Tegenover mij zijn ook bedrijven. Ik zie toch graag dat de flexibiliteit wonen/bedrijven gehandhaafd wordt zodat als het wonen zou worden verlaten, toch de bestemming bedrijven kan worden gehandhaafd. In het nieuwe plan is de flexibiliteit weg. De voorzitter: Is dit een vraag of is dit inspraak? De heer De Dunne: Voor mij is dit inspraak, om het zo als gevraagd aan te passen. Ik heb nog een tweede inspraakpunt. Er staat een aantal woningen nu in het vlak getekend op de Osdorperweg 487 en ik mis één woning. De voorzitter: Prima, uitstekend. U zult wel denken wat doet die mevrouw achter de tafel daar nu? Zij maakt een verslag van vanavond en dat komt achter het bestemmingsplan te hangen. U krijgt het niet thuis gestuurd maar dat hangt achter het plan zodra het weer ter inspraak wordt gebracht. Wie heeft er nog een vraag? De heer Zee. Ik woon op de Raasdorperweg 28: Ik wil het verslag van vanavond graag op veel kortere termijn. Niet pas achter het bestemmingsplan. Nu ligt het nog vers in het geheugen en over een halfjaar weet je niet wat er allemaal is gezegd. De heer Van Beek (sdO): Het verslag wordt woordelijk vastgelegd zodat ook over een halfjaar of wanneer dan ook, nog exact terug te halen is wat de inspraakreacties waren. Wij verwachten heel veel inspraakreacties en de inschatting is dat wij daar wel de hele zomer voor nodig hebben. De voorzitter: Daarom vraag ik ook steeds of het inspraak is of een vraag, want als het inspraak is wordt het ook meegenomen, net als e-mail en de schriftelijke reacties. De inspraak die vanavond wordt verwoord wordt ook meegenomen in het geheel. Ik zie nog iemand die een vraag heeft. De heer Kentie: Wat is het criterium van de bebouwingsvierkantjes in de gebieden wonen geweest? De heer Van Beek (sdO): Er is gekeken naar de bestaande bebouwing. De ene keer zal het lijntje exact de gevellijn volgen, soms ook niet, maar de bestaande bebouwing is het uitgangspunt. De heer Kentie: Oké. Betekent dat bijvoorbeeld in mijn specifieke geval waar een heel stuk is weggesaneerd en ik aantoon dat het in de huidige situatie anders is, wordt het dan aangepast?
101
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De heer Van Beek (sdO): Als u aantoont dat het een onderdeel is van uw woning, dan moet dat binnen het bouwvlak. Als het er buiten valt, is het bestaande bebouwing en mag het blijven staan. Ik zeg er wel bij dat rekening gehouden moet worden met het bebouwingspercentage zoals dat gold in het oude bestemmingsplan. Als het gedeelte waar u het nu over heeft, bijvoorbeeld een uitbreiding of bijgebouw is, dan kan het zijn dat het bouwvlak daarvoor niet wordt uitgebreid. U kunt een bouwvergunning hebben gekregen voor een aanbouw, maar een aanbouw is een bijgebouw bij een woning. Dan blijft het bouwvlak zoals het is. De voorzitter: Een-op-een uitzoeken, zou ik zeggen. Zijn er nog vragen. Mevrouw Klooster-Timmer: Kunt u aangeven welke zaken ik moet aantonen want u heeft zelf ook veel zaken hier in huis waarmee u dingen kunt aantonen. Wat verwacht u van ons aan middelen om iets aan te tonen? De heer Van Beek (sdO): Als het bijvoorbeeld gaat om bebouwing, dat is meestal het heikele punt, werk je meestal met bouwvergunningen. Als iemand een bouwvergunning heeft is het legaal en moeten wij het opnemen in het bestemmingsplan. Is er geen bouwvergunning dan wordt het een heel lastig verhaal, dan zou je misschien nog van een overgangsrechtelijke situatie kunnen spreken, maar dan kan ik niet garanderen dat het bouwwerk in de bestemmingsplankaart wordt opgenomen. Dan moet ook naar het oude bestemmingsplan worden gekeken, stond het daar op? Dan wordt los van de vergunning een afweging gemaakt of het opgenomen wordt in de nieuwe plankaart. De bebouwing moet ergens in een officieel juridisch bindend stuk zijn opgenomen, hetzij in een vergunning hetzij op de bestemmingsplankaart. Wij hebben wel iets nodig op papier in de regel. Mevrouw Klooster-Timmer: Jaren geleden is er een nulpuntonderzoek geweest, heeft u dat gebruikt? De heer Van Beek (sdO): Ja, er is toen een inventarisatie van het gebied geweest, op basis daarvan is een aantal handhavingszaken opgestart. Dat is ook gebruikt. Je hebt verschillende soorten inventarisaties. Die inventarisatie waar u op doelt was denk ik puur in het kader van handhaving en was niet bedoeld als bouwblokonderzoek voor het bestemmingsplan. Die inventarisatie is toen niet voor het bestemmingsplan gebruikt. Mevrouw Klooster-Timmer: In de inleiding werd gesteld: Wij moeten ergens beginnen. Dan maakt u een inventarisatie, de ene keer een inventarisatie van dit en de andere keer een inventarisatie van dat. Dan zegt u: dit is ons nulpunt, en de andere keer zegt u weer: als er een vergunning op zit is dat ons nulpunt. Het is niet erg helder. Als ik dit lees - en ik lees vaak bestemmingsplannen - dan zie ik helaas voor bedrijven alleen in hoofdstuk 11 en 12, dat de balans is doorgeslagen naar de Tuinen van West. Er zitten daar heel veel bedrijven en mensen die heel veel geïnvesteerd hebben. Ik vraag iets meer respect voor die ondernemers die daar
102
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
wonen en werken. En laat de balans iets minder doorslaan naar hoe dik de veenweide is en hoeveel vogels er zijn. Wij hebben daar bedrijven en proberen daar ons geld te verdienen en daar wil ik eigenlijk iets meer de balans op gericht zien. De voorzitter: Graag het economisch belang in het oog houden. De heer Van Beek (sdO): Er wordt zeker gekeken naar het economisch belang, maar het zal niet in alle gevallen naar tevredenheid zijn, dat zou kunnen. Maar er wordt zeker ook gekeken naar het bedrijfsbelang. Voor de kassen is ook een verruimde regeling door ons voorgesteld. Maar in het ene geval geeft dat de doorslag en in het andere geval toch de Tuinen van West, dat is toch beleid waarmee wij te maken hebben. Wij kunnen niet in alle gevallen het belang van de ondernemer de doorslag laten geven. De voorzitter: Er zijn heel veel belangen op de Osdorperweg. Toch nog een aanvulling? De heer Van Veldhuisen (mRO): Ik heb net gehoord dat er een nieuw bouwblokonderzoek gaat plaatsvinden voordat wij met een nieuw aangepast plan komen. Een nieuw bouwblokonderzoek medio juli 2009 heb ik begrepen en daar gaan wij kijken naar de bestaande bebouwing. Mevrouw Klooster-Timmer: Heeft het dan zin om dit te gaan handhaven of heeft het dan zin om een inventarisatie voor dit bestemmingsplan te gaan beginnen? De heer Van Beek (sdO): Ik moet er even tussen springen. Het is de bedoeling dat er een inventarisatie komt, bij mijn weten is daar nog niet een besluit over genomen. Er zijn wel plannen voor, de inventarisatie zal bedoeld zijn zoals ik net noemde, meer voor de handhaving. Het is niet bedoeld als vervanging van het bestaande bouwblokonderzoek, er is wel degelijk een bouwblokonderzoek geweest voorafgaand aan het bestemmingsplan. Dus ik ga er nu nog even geen bindende uitspraken over doen of toezeggingen doen. De heer Celie: Ik woon op de Raasdorperweg. Naar aanleiding hiervan is het niet helemaal duidelijk, dus als er nu iets niet klopt moet je het nu melden en het bouwblokonderzoek dat jullie straks gaan doen, dat is dan een gepasseerd station. De heer Van Beek (sdO): Waar nu over werd gesproken is een inventarisatie om alle percelen te inventariseren inclusief de situaties die niet binnen dit plan zullen passen. Natuurlijk moet u nu de situaties aangeven die niet kloppen en die wel in het bestemmingsplan passen. Situaties die niet kloppen en die nu niet inpasbaar zijn zullen niet op basis van de nog uit te voeren inventarisatie alsnog inpasbaar zijn.
103
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De heer Celie: Maar ten opzichte van het oude bestemmingsplan staan er nu ook een hele boel zaken in die er de vorige keer niet inpasten, er wordt gewoon weer bijgetekend over tien jaar. De voorzitter: Het oude bestemmingsplan was het uitgangspunt heb ik begrepen, ja toch? De heer De Dunne: Misschien eerder nog een vraag, of het inspraak wordt weet ik niet. U zegt dat het oude bestemmingsplan leidend is geweest voor het nieuwe plan. Er is een bouwvlak nu als opslag getekend dat in het verleden bestemming had als bedrijven met een bebouwingsmogelijkheid. Ik zie nu dat het alleen opslag is. Als dan wordt gezegd dat het vorige bestemmingsplan leidend is, verrast mij dat. De voorzitter: Hoe zit dat nou? De heer Van Beek (sdO): Als het gaat om het bebouwingspercentage, dan zijn de bebouwingspercentages uit het oude plan wel overgenomen maar de locaties waar bebouwing mogelijk is, zijn aan banden gelegd. U mag nu niet meer overal in het bestemmingsvlak een bouwwerk neerzetten, dat is alleen mogelijk op de locatie waar het is aangegeven, dat is inderdaad een verschil met het oude bestemmingsplan. Als het gaat om het bebouwingspercentage, is dat dus wel overgenomen. Er zijn dus wel zaken veranderd maar het oude bestemmingsplan plan is wel leidend geweest. De heer De Dunne: Naar mijn idee is het niet leidend in de zin dat het als uitgangspunt is gebruikt, het is veranderd. De heer Van Beek (sdO): Niet op alle punten natuurlijk, die bouwvlakken zijn nieuw, dat klopt. De heer De Dunne: De niet-bouwvlakken zijn nieuw. De heer Van Beek (sdO): De bouwvlakken liggen om de bestaande bebouwing heen. De heer De Dunne: Maar het bebouwingsoppervlak als percentage is nu over een kleiner gebied. Het is niet een hoger percentage geworden. De heer Van Beek (sdO): Het percentage is niet anders, maar wel de plek waar nog kan worden gebouwd. De heer Van Veldhuisen (mRO): Dit is de situatie waar u op doelt? In het oude plan kon u de bebouwing ook hier neerzetten. De gedachte daarachter is dat wij de bebouwing toch een beetje willen concentreren langs de weg en niet in het achterland. Daarom hebben wij gezegd, dit proberen wij vrij te houden. De vierkante meters gaan mee maar moeten dan wel in dit stuk.
104
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De heer De Dunne: Dan zou ik toch een hoger bebouwingspercentage moeten hebben op het andere deel? De heer Van Veldhuisen (mRO): Volgens mij hebben wij daarnaar gekeken maar ik moet het nakijken, ik weet het zo niet uit mijn hoofd. De bedoeling is om de vierkante meters mee te nemen. De heer De Dunne: Mijn beleving is juist dat opslag minder fraai is dan bebouwing. Ik bepleit als inspraak om toch bebouwing te handhaven. De heer Van Veldhuisen (mRO): Opslag is wat minder permanent, het staat er de ene keer wel, de andere keer niet. Dien het in als reactie. De voorzitter: Dat heeft mijnheer bij dezen gedaan, dank u wel. Dames en heren, als er geen vragen zijn, geef ik graag het laatste woord aan de wethouder. Afsluiting door portefeuillehouder Steeman De heer Steeman: Leuk dat je als politicus toch weer het laatste woord krijgt, maar neemt u van mij aan, dit is niet het laatste wat er over het bestemmingsplan wordt gezegd. Dit is de start geweest. Zoals ik in mijn inleiding heb gezegd: het bestemmingsplan probeerde de mix te vinden waarin wij zowel ondernemers als bewoners tegemoet zijn gekomen. Of dat gelukt is, zullen wij afwachten. De waarde voor mij in ieder geval van deze avond is dat ik veel nuttige dingen heb gehoord. Ik heb goed geluisterd en ik heb veel nuttige aanwijzingen gehoord. Ik heb ook gehoord dat wij nog wat huiswerk te doen hebben. Nuttige suggesties heb ik in ieder geval goed tot mij genomen en die zullen wij meenemen naar het vervolg. Voor u start nu de inspraak formeel, een aantal van u heeft daar vanavond al gebruik van gemaakt. Heeft u dat nog niet gedaan en ziet u nog missers, heeft u daar de komende periode nog de tijd voor, gebruik die. Het is uw rol, die moet u nu pakken, of u nu ondernemer bent of bewoner. U bent nu aan zet, gebruik die inzet zodat de raad dadelijk een democratisch besluit kan nemen. Wat altijd lastig is bij de politiek: het worden vaak appels en peren en die met elkaar vergelijken. Maar het is wel de inspraak van u op basis waarvan de raad een afgewogen besluit moet nemen. Ik dank u hartelijk voor uw inzet vanavond en voor de woorden die u heeft gesproken. En neemt u van mij aan, ik heb ze in ieder geval gehoord en een aantal raadsleden hier hebben ze gehoord en wij zullen er zeker wat mee doen. Ik dank u wel. De inspraakavond wordt om 21.47 uur afgesloten. 5.2 Beantwoording vragen / inspraakreacties inspraakavond Vraag 1. De heer Van Nierop wil weten of bebouwing drie meter uit de oever dient te blijven bij de bestemming Bedrijf (B).
105
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling Ad 1 Allereerst moet het antwoord dat de heer Van Veldhuisen heeft gegeven op de inspraakavond genuanceerd worden. Het is namelijk niet zo dat er binnen de bestemming Tuin (T) geen bebouwing opgericht mag worden binnen drie meter uit het hart van een watergang. Wel is het zo dat voor deze bestemming geldt dat er uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan zijn. Zo wordt voorkomen dat er gebouwen op de oever geplaatst worden met alle gevolgen van dien voor de oever. Bij de bestemming Bedrijf (B) is in het ontwerpbestemmingsplan in de planregels opgenomen dat gebouwen die buiten het bouwvlak opgenomen zijn minimaal drie meter uit het hart van een watergang gebouwd dienen te worden. Vraag 1. De heer van Geilswijk wil weten of bestaande bebouwing en/of parkeermogelijkheden die valt binnen het gearceerde gedeelte in het kader van de wijzigingsbevoegdheid bij de bestemming Gemengd (GD) afgetrokken wordt van de 15% die mag worden teruggebouwd in de vorm van bedrijfsbebouwing. Ad 1 De wijzigingsbevoegdheid bij de bestemming Gemengd (GD) in het voorontwerpbestemmingsplan geeft de mogelijkheid om onder voorwaarden na sloop en verwijdering van de kassen, voor de gesloopte vierkante meters kassen, maximaal 15% daarvan terug te bouwen in de vorm van bedrijfsgebouwen in het gearceerde gebied op de verbeelding. Het gaat hierbij om een maximum. Indien er reeds bebouwing in het gearceerde gebied aanwezig is wordt die oppervlakte meegeteld in de 15% waar bedrijfsgebouwen mogen komen. Ook parkeerplaatsen moeten mogelijk in dit gearceerde gebied gerealiseerd worden. Dit omdat parkeren op eigen terrein opgelost dient te worden. Is er geen plek buiten het gearceerde gebeid van de wijzigingsbevoegdheid waar het is toegestaan dan dient het parkeren binnen het gearceerde gebied opgelost te worden. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de bestemming Gemengd (GD) is vervangen door Agrarisch (A) in het ontwerpbestemmingsplan. Vraag 1. Mevrouw Van Klooster-Timmer vraagt zich af waarom er geen mogelijkheid voor het hebben van een bedrijf met opslag op haar perceel mogelijk is terwijl dit al jarenlang op haar perceel gevestigd is. Ad 1 Deze vraag wordt beantwoord bij inspraakreactie 39. Vraag 1. De heer van Groningen vraagt zich af hoe in de gaten gehouden wordt wat voor overlast de bestemming Wonen-Stadsdlandbouw (W-SL) oplevert.
106
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 1 Door beperkingen op te leggen wordt op voorhand de overlast beperkt. Voor de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) geldt verder dat het bruto vloeroppervlak van bebouwing ten behoeve van deze bestemming gemaximaliseerd is waardoor de schaal en daardoor ook de overlast beperkt is. Inspraakreactie De heer Van Geilswijk, Raasdorperweg 42, heeft meerdere opmerkingen: 1. Het nieuwe bestemmingsplan neemt niet de rechten over uit het oude bestemmingsplan voor wat betreft de kassen; 2. De wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming Gemengd (GD) klopt niet omdat het percentage wat teruggebouwd mag worden helemaal geen 15% is. Beoordeling Ad 1 In het ontwerpbestemmingsplan wordt weer uitgegaan van de rechten van het huidige bestemmingsplan. Ad 2 Bij de berekening van het toegestane percentage dat teruggebouwd mag worden aangaande de wijzigingsbevoegdheid van de bestemming Gemengd (GD), in het ontwerp vervangen door de bestemming Agrarisch (A), is uitgegaan van 15% van de bestaande kassen. Dit is ook het geval voor het perceel van de heer Van Geilswijk. De berekening is gecontroleerd en indien nodig aangepast. Inspraakreactie De heer Kentie, Osdorperweg 816, heeft meerdere opmerkingen: 1. Dienen bedrijven die zonder vergunning in het plangebied gevestigd zijn alsnog een vergunning aan te vragen indien zij middels het nieuwe bestemmingsplan gelegaliseerd worden? 2. Indien de bedrijfsbebouwing die conform de wijzigingsbevoegdheid behorende bij de bestemming Gemengd (GD) in de breedte van het perceel gebouwd mag worden ontbreken doorkijkjes; 3. Het bestemmingsplan gaat nauwelijks in op het landelijke karakter van het gebied; 4. Er dient ook een minimale dakhelling toegestaan te worden; 5. De goot- en nokhoogte bij de bestemming Bedrijf (B) dienen aangepast te worden. Beoordeling Ad 1 Een bestemmingsplan gaat in op de planologische situatie. Het bestemmingsplan ziet niet toe op zaken als vergunningen. Het is uiteindelijk aan de afdeling Vergunningen, Bouwtoezicht en Handhaving om dit op te pakken. Ad 2 De bebouwing dient zoveel mogelijk langs de weg gesitueerd te worden zodat het achterland weer vrijkomt voor groen. Vandaar dat het gearceerde gedeelte in de breedte gesitueerd is. Dit zorgt bijvoorbeeld voor een doorkijk van de
107
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Osdorperweg naar de Wijsentkade. Bovendien kan alleen van de wijzigingsmogelijkheid gebruik worden gemaakt indien sprak is van een inrichtingsplan waardoor wordt aangetoond dat de wijziging leidt tot een kwalitatieve verbetering van de ruimtelijke situatie. Ad 3 Er wordt op diverse manieren rekening gehouden met het landelijke karakter van het gebied. Zo sluit de bestemming Wonen-Stadslandbouw (W-SL) goed aan bij het karakter van dit gebied, worden karakteristieke gebouwen beschermd en wordt agrarisch natuurbeheer gestimuleerd. Ad 4 en ad 5 De minimale dakhelling wordt 0 graden. Vervolgens zullen vergunningplichtige bouwwerken wel voorgelegd dienen te worden aan de Amsterdamse Welstandscommissie. Inspraakreactie De heer Kooter, Osdorperweg 756, heeft meerdere opmerkingen: 1. Staat er in het bestemmingsplan iets over een saneringsregeling voor autosloperijen die stoppen? 2. Waarom wordt er geen functie aan de Slibveldenweg toegekend in het bestemmingsplan? Beoordeling Ad 1 Autosloperijen krijgen in het nieuwe bestemmingsplan een aanduiding, namelijk ‘specifieke vorm van bedrijf-autosloperij (sb-asl)’. Indien deze bedrijven vertrekken is het toegestaan om opnieuw een autosloperij op de plek van de aanduiding te vestigen. Er is dus geen sprake van een saneringsregeling; Ad 2 De Slibveldenweg heeft in het bestemmingsplan een verkeersbestemming gekregen met een groene zoom. Binnen die bestemming is het heel goed mogelijk deze weg weer een zinnige functie te geven. Volgens de Tuinen van West is het de bedoeling om de Slibveldenweg op te nemen in het stelsel van recreatieve wandelen fietspaden. Vraag 1. De heer Holla wil graag weten wanneer er begonnen wordt met de aanleg van de Westrandweg. Ad 1 Het Tracébesluit voor de Westrandweg is inmiddels onherroepelijk. In september 2009 is met de aanleg van de Westrandweg begonnen. Dit zal gelijk op meerdere plaatsen langs het Tracé merkbaar zijn. Er wordt gestart met het rijden van zand en de benodigde aanleg van een loswal. Vraag 1. De Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp vraagt zich af waarom bij sommige percelen wel stalling in de kassen toegestaan wordt en bij andere percelen niet.
108
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 1 De insteek van het voorontwerpbestemmingsplan is om in alle kassen stalling toe te staan. Deze maatregel is echter in strijd met het reeds bestaande beleid waardoor deze maatregel niet gerealiseerd kan worden. Daardoor ziet het stadsdeel zich gedwongen om te kiezen voor het mogelijk maken van stalling op een beperkte schaal. Dit compromis komt neer op het toekennen van een maatbestemming op locaties waar reeds sprake is van stalling. Van willekeur is geen sprake omdat er sprake moet zijn van bestaande stallingsactiviteiten. Het geheel verbieden van stalling zou meer onredelijk zijn dan de voorgestelde maatbestemmingen. Alhoewel de ondernemers die in de toekomst hadden willen overstappen in het nadeel zijn, is van schending van bestaande rechten geen sprake. Inspraakreactie De heer De Dunne, Osdorperweg 487, heeft meerdere reacties: 1. Voor het perceel Osdorperweg 487 de bestemming Wonen en bedrijven (WB) uit het huidige bestemmingsplan handhaven; 2. In het bestemmingsvlak waar de Osdorperweg 487 in valt is één woning niet ingetekend. Beoordeling Ad 1 De bestemming Wonen en bedrijven (WB) uit het huidige bestemmingsplan komt niet meer terug in het nieuwe bestemmingsplan. De bestemming Wonen en bedrijven (WB) behoort niet langer tot mogelijke bestemmingen voor gronden op basis van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). Hierin staat een limitatieve lijst met mogelijke bestemmingen voor gronden. Voor het perceel aan de Osdorperweg 487 is gekozen voor de bestemming Wonen (W). De bestemming Wonen (W) sluit namelijk het beste aan bij de bestaande situatie. Ad 2 Alle in het stadsdeel Osdorp aanwezige vergunningen voor dit bestemmingsvlak zijn opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Mocht het zo zijn dat niet alle vergunningen zijn opgenomen dan wordt de eigenaar van de vergunning verzocht om de het stadsdeel een kopie van de vergunning te overhandigen. Daarbij is het zo dat in het huidige bestemmingsplan maximaal zeventien woningen gerealiseerd mogen worden. In het voorontwerpbestemmingsplan mogen maximaal twaalf woningen worden gebouwd. Volgens de informatie van het stadsdeel zijn er op dit moment ook twaalf woningen op het perceel aanwezig. De bestaande situatie is vervolgens bestemd. De resterende vijf woningen zullen via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt worden. Woningbouw is mogelijk als de woning ruimtelijk goed kan worden ingepast en een goede bereikbaarheid voor de hulpdiensten is verzekerd. De exacte voorwaarden worden in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen bij de bestemming Wonen (W).
109
november 2009 Nota van Antwoord
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Antwoord voorontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Vraag 1. De heer Zee, Raadorperweg 28, wil het verslag van de inspraakavond op korte termijn ontvangen. Ad 1 Het verslag wordt zoals reeds aangegeven op de inspraakavond woordelijk vastgelegd en zal zijn terug te vinden als bijlage bij het ontwerpbestemmingsplan.
110
Bijlage 6
Nota van Zienswijzen
280 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10
Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Inhoud
1. Leeswijzer
3
2. Ingekomen zienswijzen 2.1 Overzicht ingekomen zienswijzen 2.2 Beoordeling zienswijzen 2.3 Aanpassingen n.a.v. zienswijzen
4 4 6 74
3. Opmerkingen wettelijke vooroverlegpartners 3.1 Overzicht ingekomen opmerkingen 3.2 Reactie opmerkingen 3.3 Aanpassingen n.a.v. opmerkingen vooroverlegpartners
77 77 77 93
4. Ambtshalve aanpassingen 4.1 Regels 4.2 Verbeelding 4.3 Toelichting
94 94 97 101
5. Verslag zienswijzenavond 18 november 2009
103
2
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
1. Leeswijzer Wanneer gesproken wordt over het huidige bestemmingsplan dan wordt het vigerende bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ bedoeld, vastgesteld door de stadsdeelraad op 25 februari 1998 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op 13 oktober 1998. Wanneer gesproken wordt over het voorontwerp, ontwerp of nieuwe bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan ‘Osdorperweg e.o.’ bedoeld waarvan het voorontwerpbestemmingsplan van 2 april 2009 tot en met 14 mei 2009 ter inzage heeft gelegen en het ontwerp van 5 november t/m 16 december 2009.
3
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
2. Ingekomen zienswijzen
2.1
Overzicht ingekomen zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 5 november tot en met 16 december 2009 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn 42 zienswijzen ingekomen. 1. Reclamant 1, wonend te Amsterdam, mondeling op zienswijzenavond 18 november 2009. 2. Reclamant 2, wonend te Amsterdam, mondeling op zienswijzenavond 18 november 2009. 3. Reclamant 3, wonend te Amsterdam, mondeling op zienswijzenavond 18 november 2009 en op 30 november 2009, en schriftelijk ingekomen op .11 december 2010. 4. Reclamant 4, wonend te Amsterdam, mondeling op zienswijzenavond 18 november 2009, mondeling op 23 november 2009 en schriftelijk, ingekomen 14 december 2009. 5. Reclamant 5, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen op 2 december 2009; 6. De Stichting paardenopvang Amsterdam te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen op 7 december 2009. 7. Reclamant 7, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen 9 december 2009. 8. H.A. Burger Makelaardij, namens Reclamant 8, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen 7 december 2009. 9. Delta State, Makelaars & Vastgoedadviseurs, namens Reclamanten 9, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen 10 december 2009. 10. Onkenhout Makelaars, namens Reclamanten 10, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen op 10 december 2009. 11. Reclamant 11, wonend te Amsterdam, mondeling op 10 december 2009, en schriftelijk op 15 december 2009. 12. VVH Advocaten, namens Reclamanten 12, wonend te Amsterdam en Badhoevedorp, schriftelijk, ingekomen 11 december 2009. 13. Reclamant 13, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen 9 december 2009. 14. Reclamant 14, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen 9 december 2009. 15. Reclamanten 15, wonend te Amsterdam, e-mail, ingekomen 14 december 2009. 16. Reclamant 16, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen op 11 december 2009. 17. Reclamant 17, wonend te Amsterdam, schriftelijk, ingekomen 11 december 2009. 18. Reclamant 18, wonend te Amsterdam, ingekomen op 14 december 2009. 19. Reclamanten 19, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 20. Schram Oosterveen Sarfaty Advocaten, namens Reclamant 20, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009.
4
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
21. Schram Oosterveen Sarfaty Advocaten, namens Reclamant 21, wonend te Zwanenburg, ingekomen op 15 december 2009. 22. Reclamanten 22, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 23. Reclamanten 23, te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 24. Reclamant 24, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 25. Reclamant 25, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 26. Reclamant 26, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 27. Reclamanten 27, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 28. LTO Noord, namens Reclamant 28, wonend te Amsterdam, ingekomen 16 december 2009. 29. Schram Oosterveen Sarfaty Advocaten, namens Reclamant 29, wonend te Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 30. Reclamanten 30, wonend te Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 31. Reclamant 31, wonend te Amsterdam, ingekomen op 15 december 2009. 32. Reclamant 32, wonend te Amsterdam abc-stalling, ingekomen op 15 december 2009. 33. Reclamant 33, wonend te Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 34. Abma Schreurs Advocaten, namens Reclamanten 34, wonend te Krommenie, Nigteveen, en Diemen, ingekomen op 16 december 2009. 35. Reclamant 35, wonend te Amsterdam, Jovag BV, ingekomen op 16 december 2009. 36. Reclamant 36, wonend te Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 37. LTO Noord, namens Reclamant 37, wonend te Amsterdam, ingekomen op 17 december 2009. 38. Reclamant 38, wonend te Amsterdam ingekomen op 16 december 2009. 39. Reclamant 39, wonend te Amsterdam, Ruvag Multiservice BV, ingekomen 16 december 2009. 40. Vink & partners, namens Reclamant 40, wonend te Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 41. Reclamanten 41, wonend te Halfweg en Amsterdam, ingekomen 16 december 2009. 42. Reclamant 42, wonend te Amsterdam.
5
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
2.2
Beoordeling zienswijzen
In onderstaande worden de ingekomen zienswijzen kort samengevat, waarna de beoordeling volgt.
Zienswijze 1 (mondeling 18-11-2009) Korte samenvatting: 1 Betreft Osdorperweg 737. Reclamant verzoekt om een stadslandbouwbestemming. Beoordeling Ad 1 Zie beantwoording zienswijze 31.
Zienswijze 2 (mondeling 18-11-2009) Korte samenvatting: 1 Betreft Osdorperweg 697. Reclamant merkt onder meer op dat verschillende leidingen niet op de kaart ingetekend zijn waaronder vier transportleidingen van de waterleiding. Beoordeling Ad 1 Zie beantwoording van de schriftelijke zienswijze 27.
Zienswijze 3 (mondeling 18-11-2009) Korte samenvatting: 1 Reclamant stelt voor om op de Osdorperweg toch te gaan werken met bebouwingspercentages in plaats van bouwvlakken, dus zoals ze nu in de bestaande bestemming staan vermeld. Het afgelopen bestemmingsplan heeft volgens reclamant ontwikkelingen in gang gezet waardoor het opknappen van de Osdorperweg deels is gerealiseerd. De wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan zijn echter nadelig. Het oude bestemmingsplan voldoet goed en het nieuwe bestemmingsplan heeft te veel beperkingen. Beoordeling Ad 1 Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is in die zin aangepast dat in artikel 15.2 van de regels een
6
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
ontheffingsmogelijkheid is opgenomen om de woning ook buiten het bouwvlak te kunnen vergroten tot maximaal 150 m² (oppervlakte). In artikel 15.4 van de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het bouwvlak te verschuiven en elders op het perceel te situeren. Voorwaarden is wel dat tenminste 5 meter afstand tot ‘de buren’ wordt aangehouden en het bouwvlak niet verder achter op het perceel wordt gesitueerd. Verder zal ook moeten worden voldaan aan de geluidsnormen van de Wet geluidhinder. Daartoe is het volgende overwogen: De ruimtelijke situatie op de percelen achter de Osdorperweg 487-491 is één van de redenen geweest om het vorige bestemmingsplan op dit punt (‘flexibiliteit’ bouwvlakken) aan te passen. Mede onder de globale regeling in het vorige bestemmingsplan is op deze percelen een onoverzichtelijke situatie ontstaan die uit ruimtelijk en milieuhygiënisch oogpunt ongewenst is. De woningen en bedrijfsgebouwen staan er door elkaar. In een aantal gevallen gaat het daarbij niet meer om bedrijfswoningen en is er tussen de bedrijfsgebouwen en de woningen geen functionele relatie. Dat betekent dat het woon- en leefklimaat in de woningen sterk wordt beïnvloed door de bedrijvigheid en dat de bedrijfsvoering van de bedrijven wordt beperkt door de aanwezigheid van woningen van derden. Daarmee is rekening gehouden door de vestigingsregeling voor bedrijven te koppelen aan een bedrijvenlijst voor een gebied met functiemenging. Op deze lijst komen enkel bedrijfstypen voor die onder voorwaarden op een aanvaardbare wijze kunnen worden gemengd met een woonbestemming. De bedrijfstypen die daarvoor te zwaar milieubelastend zijn, komen op deze lijst niet voor. Voor de bestaande ´zware´ bedrijven is een maatbestemming opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten, op de plankaart en in de planregels. Zo hebben de bestaande autosloperijen die niet goed met een woonfunctie samengaan de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – autosloperij’ gekregen (categorie 3.2). In de milieuvergunningen voor de bedrijvigheid dienen voorschriften te worden opgenomen om het woon- en leefklimaat van de bestaande woningen te beschermen. Maar ook vanuit ruimtelijk oogpunt is de situatie op de percelen achter de Osdorperweg 487-491 ongewenst. Zo is de Osdorperweg van oudsher een bebouwingslint, met woningen langs de weg en bedrijfsgebouwen daarachter. Terwijl de woningen op deze percelen tot in de zevende linie achter elkaar gebouwd. Dit gaat ten koste van de ruimtelijke kwaliteit. De ontsluiting is lastig, privacy en uitzicht staan onder druk en de bereikbaarheid voor hulpdiensten wordt daardoor bemoeilijkt. In het landschap maken de percelen een rommelige indruk. In dat geval is een algemeen bebouwingspercentage gekoppeld aan een bouwperceel ongewenst en dient een afweging plaats te vinden tussen de belangen van de ondernemers en de bewoners. Juist op deze gemengde percelen is het van belang dat er rekening wordt gehouden met de belangen
7
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
van de ‘buren’ en dat de bouwregels in het bestemmingsplan daarvoor ook minimale waarborgen geven. In voornoemd geval is een algemeen bebouwingspercentage gekoppeld aan een bouwperceel ongewenst. Juist op deze gemengde percelen is het van belang dat er rekening wordt gehouden met de belangen van de buren en dat de bouwregels in het bestemmingsplan daarvoor ook minimale waarborgen geven. Daar komt bij dat het voor de toetsers van bouwaanvragen alleen met onevenredig veel moeite is vast te stellen welke gronden tot het bouwperceel behoren en wie er nog bebouwingspercentage over heeft. Dat zorgt voor een onevenredige bestuurslast en leidt ook bij de gebruikers van woningen en bedrijfsgebouwen tot grote onzekerheid. Door deze onoverzichtelijke situatie op het perceel wordt ook de handhaving bemoeilijkt. Overtredingen zijn moeilijk te constateren en nog moeilijker om tegen op te treden. De onoverzichtelijke situatie is bovendien gevaarlijk bij calamiteiten. Voor de hulpverleners is immers niet duidelijk waar de kwetsbare woningen op het perceel staan. Om meer overzicht te krijgen is de bestaande bebouwing (woningen en bedrijfsgebouwen) in bouwvlakken vastgelegd. Woningen hebben een woonbestemming gekregen en bedrijfsgebouwen een bedrijfsbestemming. Per woning zijn bebouwingsmogelijkheden toegekend. Het bouwvlak van de woning mag volledig worden bebouwd en daarnaast zijn er nog mogelijkheden om buiten het bouwvlak bijgebouwen te realiseren zoals schuren en garages (ook weer per woning toegekend). Voor de bedrijven zijn de bouwmogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan overgenomen. Voor zover het vorige bestemmingsplan nog uitbreidingsmogelijkheden bood, zijn deze in het nieuwe bestemmingsplan overgenomen. In dat geval mag er ook buiten het bouwvlak nog worden gebouwd. Op de verbeelding is daartoe een ‘bebouwingspercentage terrein’ aangeduid. Indien de mogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan reeds volledig zijn benut, bestaan er buiten het bouwvlak geen uitbreidingsmogelijkheden meer. Verdere verdichting op de bedrijfspercelen is vanwege de landschappelijke en verkeerssituatie niet wenselijk. Het Programma van Eisen Tuinen van West is er op gericht om het verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Tuinen van West is een uitwerking van de hoofdgroenstructuur op basis waarvan geen nieuwe bebouwing is toegestaan. Een groei van de bedrijfsbebouwing brengt daarbij automatisch meer bedrijvigheid met zich mee. Het is onverantwoord om het bedrijf nog verder te laten groeien. De Osdorperweg heeft namelijk onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg en het dijklichaam van de Osdorperweg is niet bedoeld voor nog meer zwaar vrachtverkeer.
8
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Om enigszins tegemoet te komen aan de wens om kleine woningen die niet meer aan de huidige wooneisen voldoen, te kunnen vergroten, is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te kunnen overschrijden en de woning uit te breiden tot een oppervlakte van maximaal 150 m². Kleine woningen kunnen op die wijze worden uitgebreid tot een ruime omvang die overeenstemt met het beleid voor landelijk wonen in ruime woningen. Via een planwijziging kan het bouwvlak bovendien worden verschoven en elders op het perceel worden gesitueerd, teneinde de ruimtelijke en milieuhygiënische situatie op het perceel te verbeteren, of om een woning die bovenop een gasleiding staat te kunnen verplaatsen. Daarbij gelden wel een aantal randvoorwaarden die enige ruimtelijke kwaliteit moeten waarborgen en de belangen van de buren beogen te beschermen. Zo is de verschuiving alleen toegestaan als tenminste 5 meter tot de buren (grenzen bouwperceel) kan worden aangehouden. Op die wijze is verzekerd dat het woon- en leefklimaat op het perceel van de buren niet onaanvaardbaar wordt aangetast (uitzicht en privacy). Biedt het perceel die mogelijkheid niet omdat het maar een klein perceel is, dan wegen de belangen van de buren zwaarder en kan het bouwvlak dus niet worden verschoven. Het bouwvlak mag bovendien alleen naar voren worden verschoven, en niet verder achter op het perceel worden gesitueerd. Om de verschuivingsmogelijkheden aan de voorzijde van het perceel te vergroten is de bestemming ‘Tuin’ bovendien weer teruggebracht op de begrenzing uit het vorige bestemmingsplan. Daardoor ontstaat er aan de voorzijde een ruimere woonbestemming en dus ook meer mogelijkheden om te schuiven. Tot slot zal bij een verschuiving naar de weg toe wel moeten worden voldaan aan de geluidsnormen volgens de Wet geluidhinder.
Zienswijze 4 (mondeling zienswijze avond 18-11-2009) Korte samenvatting: 1 Het betreft het perceel Osdorperweg 456a t/m z, 458, 460 462. Reclamant ziet in de plannen niet juist aangegeven wat de bestemmingen zijn van de huidige bebouwingen. Hiervoor wil reclamant graag een nieuwe inventarisatie, in overleg met hem. Beoordeling: Ad 1 Zie beantwoording mondelinge en schriftelijke zienswijzen hierna.
9
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 4 (mondeling 23-11-2009) (afgenomen door F. van Beek / R. van Engeland) Korte samenvatting: 1. Reclamant geeft aan dat zich binnen de woonbestemming tussen de Osdorperweg 460 en de Osdorperweg 456 L een drietal bedrijven bevindt waarvan reclamant de bedrijfsloodsen bestemd wil zien als ‘Bedrijf’ (B). Het betreft drie eenmansbedrijven die verbonden zijn met de nabijgelegen woningen: • Een loodgietersbedrijf naast Osdorperweg 456 L • Een garage/autoreparatiebedrijf tussen 456 F & 456 H • Een timmermansbedrijf naast 456 2.
Reclamant verzoekt om de tuinbestemming aan de voorkant van het perceel terug te brengen naar de omvang zoals opgenomen in het vigerende plan. Het deel waar de bestemming ‘Tuin’ verdwijnt dient dan de bestemming ‘Wonen’ te krijgen zodat in de toekomst de woningen naar voren kunnen worden geplaatst. Dit zal in de toekomst noodzakelijk zijn vanwege de ligging van deze woningen op c.q. in de nabijheid van een gasleiding. Hierdoor is herbouw van de woningen op dezelfde locatie niet mogelijk.
3.
Reclamant geeft aan dat de aanduiding ‘opslag’ (op) moet verdwijnen en wil daarnaast op het achterste deel van het bedrijventerrein bouwmogelijkheden krijgen.
4.
Voor zover de aanduiding ‘opslag’ (op) blijft bestaan meent reclamant dat de toegestane opslaghoogte van 3 meter onvoldoende is voor bepaalde objecten zoals bijvoorbeeld rechtopstaande gastanks (circa 6 meter hoog) die door tuinbouwbedrijven worden gebruikt. Het is reclamant overigens onduidelijk wat precies onder ‘opslag’ moet worden verstaan. Kunnen hier ook bouwwerken geen gebouwen zijnde onder vallen zoals bijvoorbeeld (onder bepaalde omstandigheden) zeecontainers?
5.
Reclamant wil uitbreiding van de bedrijfsbestemming ten koste van de woonbestemming vanaf 456 M tot en met de achtergevel van 456 L. Tevens wil reclamant dat daarbij het bouwvlak navenant wordt doorgetrokken. Deze uitbreidingen zijn volgens reclamant noodzakelijk vanwege het bedrijfsmatige gebruik van circa tien zeecontainers op onderhavige locatie. Reclamant meent – gelet op de brief van 27 augustus 2002 – recht te hebben op een bouwvlak voor deze containers. In genoemde brief van het stadsdeel valt te lezen dat het bedrijfsmatige gebruik van de zeecontainers, dat plaatsvindt sinds 1991, valt onder het overgangsrecht ex artikel 26 lid 2 van het vigerende bestemmingsplan Osdorperweg. Dit betreft het overgangsrecht ten aanzien van gebruik.
10
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
6.
Reclamant verzoekt in het bestemmingsplan een bepaling op te nemen die waarborgt dat bestaande gebouwen in dezelfde aard en verschijningsvorm mogen worden teruggebouwd.
7.
Tijdens de bespreking is naar voren gekomen dat de ligging van het bouwvlak aan de Osdorperweg 460 niet klopt ten opzichte van de ligging van de gasleiding.
8.
Reclamant verzoekt om de locatie van dammen en bruggen – voor zover bekend – in te tekenen op de verbeelding en dan met name de locatie aan de achterkant van zijn perceel.
9.
Reclamant merkt op dat het gebruik van bouwvlakken te beperkend is omdat hierdoor de vroeger bestaande mogelijkheden voor situering van gebouwen ontnomen worden (geen ‘schuifmogelijkheden’ binnen het bestemmingsvlak). Tevens wordt de terug te bouwen oppervlakte hierdoor beperkt.
10.
Reclamant geeft aan dat de twee bedrijfswoningen aan de achterzijde van het perceel (Osdorperweg 456 R en 456 P) geen bedrijfswoningen zijn maar gewone woningen. Deze dienen de bestemming Wonen te krijgen evenals de 2 bij de woningen behorende bijgebouwtjes in de ondergrond.
Beoordeling Ad 1 Aan deze zienswijze is tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast conform de aanwijzingen van reclamant. De bedrijfsgebouwen op de percelen die ten onrechte als bijgebouw bij een woning waren bestemd hebben een bedrijfsbestemming gekregen (Osdorperweg 456L, tussen 456 F&H, naast 456). Ad 2.
Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast in die zin dat de tuinbestemming is teruggelegd volgens de begrenzing in het vorige bestemmingsplan. Ook is in artikel 15.4 van de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de woningen die bovenop een gasleiding zijn gesitueerd te kunnen verplaatsen.
Ad 3.
Op het achterste gedeelte van het terrein mag niet worden gebouwd. De gronden mogen uitsluitend voor opslag worden gebruikt. In het geldende bestemmingsplan hebben deze gronden nog de bestemming ‘Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden’. De ingebruikname voor opslagdoeleinden kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Reclamant krijgt echter geen verdere gebruiks- of bouwmogelijkheden voor deze gronden. Ander gebruik of bebouwing op deze locatie gaat ten koste van de landschappelijke waarde van het open veenweidegebied met weidevogels. Het Programma van Eisen Tuinen van West is er op gericht om het verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Tuinen van West is een uitwerking van de Hoofdgroenstructuur op basis waarvan geen
11
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
nieuwe bebouwing is toegestaan. Een groei van de bedrijfsbebouwing brengt daarbij automatisch meer bedrijvigheid met zich mee. Het is onverantwoord om het bedrijf nog verder te laten groeien. De Osdorperweg heeft namelijk onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg. Ad 4
Ad 5
De maximale hoogte voor opslag van 3 meter is de absolute grens. Opslag van hogere objecten is niet toegestaan. Overtreding daarvan is een strafbaar feit in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Onder opslag vallen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Overkappingen ten behoeve van de opslag is niet toegestaan en ook (permanent aanwezige) zeecontainers zijn hier niet toegestaan. Toegestaan is uitsluitend buitenopslag van goederen in verband met de gevestigde bedrijvigheid. Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. De bedrijfsbestemming is doorgetrokken tot de achtergevel van 456L. Er is echter geen bouwvlak toegekend voor de containers. Voor de containers is geen bouwvergunning afgegeven en overigens heeft reclamant de bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan volledig benut. Het perceel is al zo intensief bebouwd dat verdere uitbreiding van de bebouwing op het perceel niet gewenst is, gelet op de situering in het waardevolle open veenweidenlandschap met weidevogels. In de brief van 27augustus 2002 is gemeld dat het gebruik onder het overgangsrecht mag worden voortgezet. Daaraan kunnen geen aanspraken op een bouwvlak worden ontleend. Het is niet de bedoeling dat de containers worden vervangen door gebouwen.
Ad 6.
De bestaande bebouwing die met een vergunning is gerealiseerd, is positief bestemd en mag dus ook worden teruggebouwd
Ad 7
De situering van het bouwvlak voor de woning Osdorperweg 460 is aangepast.
Ad 8
Alleen de toegang tot het perceel vanaf de Osdorperweg aan de voorzijde van het perceel is ingetekend met een verkeersbestemming. Binnen de bestemming Agrarisch met waarden zijn water en dammen/bruggen niet ingetekend. In de regels zijn de bestaande watergangen en dammen/bruggen bestemd. Voor nieuwe dammen is een aanlegvergunning nodig. Die kan alleen worden verstrekt als de dam nodig is om de agrarische percelen toegankelijk te maken voor het agrarische natuurbeheer van deze gronden. De bestaande watergangen tussen de bedrijfspercelen hebben een bestemming Water gekregen. Binnen de bestemming Bedrijf is de aanleg van dammen of bruggen niet aanlegvergunningplichtig.
12
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 9
Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast in die zin dat de tuinbestemming is teruggelegd volgens de begrenzing in het vorige bestemmingsplan. Ook is in artikel 15.4 van de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de woningen die bovenop een gasleiding zijn gesitueerd te kunnen verplaatsen.
Ad 10 Aan deze zienswijze is tegemoet gekomen. De woningen 456R en 456P met bijgebouwen hebben een woonbestemming gekregen.
Zienswijze 4 (schriftelijk) Korte samenvatting: Naast de mondelinge zienswijze, welke van toepassing blijft, heeft reclamant ook een schriftelijke zienswijze ingediend. Deze laatste wordt hierna behandeld. Er vindt voor een groot deel overlapping plaats. Voor een puntsgewijze beoordeling wordt verwezen naar voorgaande zienswijze. 1
Reclamant doet het verzoek de percelen aan de Osdorperweg 456 a t/m z, 458, 460 en 462 op te nemen als zijnde gemengde bestemming Wonen en Bedrijven. Deze bestemmingen liggen reeds jaren verspreid en gemengd op de percelen van reclamant. Tevens verzoekt reclamant de ingetekende bouwvlakken te verwijderen omdat deze de volgende mogelijkheden belemmeren: • In geval van nieuwbouw kan niet meer met de huidige bebouwing geschoven worden. • Indien nodig kunnen bepaalde gebouwen niet worden verplaatst i.v.m. de ligging van Gasleidingen. • Een woning kan niet worden vergroot en/of de oppervlakte indeling kan niet worden gewijzigd. Dit leidt tot geschillen met de welstandcommissie. Een nieuwbouwplan wordt zo goed als onmogelijk. • Woningen die niet meer in het huidige tijdsbeeld passen worden ingeval van vervanging bij de Raad van State afgewezen. Reclamant verzoekt het bebouwingspercentage weer op te nemen, zoals dit is geregeld in het huidige bestemmingsplan. Reclamant verzoekt de gemeente de bedrijfsgebouwen tussen Osdorperweg 456K en 456 M, welke legaal zijn, op te nemen als bedrijfsgebouwen. Reclamant verwijst naar het schrijven van 27 augustus 2002. Ook dient de ondergrond te worden veranderd in de bestemming Bedrijven omdat al zeer lange tijd geen sprake meer is van de bestemming Wonen. Reclamant merkt het volgende op: • Gebouw Osdorperweg 456F en 456K zijn geen bijgebouwen maar op zichzelf staande bedrijfsgebouwen en dienen als zodanig te worden opgenomen.
13
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
• • •
•
• •
•
Naast gebouw Osdorperweg 456R staat een bedrijfsgebouw, deze weer als zodanig opnemen. Het gebouw naast Osdorperweg 462, een uit rode baksteen opgetrokken bedrijfsloods, is een bedrijfsgebouw en geen bijgebouw. De woningen Osdorperweg 456P en 456R dienen opgenomen te worden als zijnde woning en niet als bedrijfswoning. Ook dient voor de grond waarop beide woningen staan de bestemming wonen te gelden. Voor 456R is inmiddels een bouwvergunning afgegeven. In het vorige bestemmingsplan stonden de milieucategorieën van betreffende percelen, gebouwen en bedrijven vermeld. Deze ontbreken in het huidige bestemmingsplan. Reclamant verzoekt dit te herstellen. De bedrijvenlijst is niet up tot date. Reclamant verzoekt deze lijst te actualiseren. De bestemming Opslag nabij perceel 456T dient te worden gewijzigd in Bedrijven met bijbehorende bebouwingen. De overweging m.b.t. ecologische waarde is niet van toepassing. Samen met dhr. F. van Beek is geconstateerd dat de bebouwing niet juist op de kaart staat. Het verzoek van reclamant om de percelen juist op de kaart op te nemen, is tot op heden niet gehonoreerd. Wel is aangegeven dat volgend jaar een inventarisatie gemaakt gaat worden. Reclamant vraagt zich af hoe een plan aan de deelraad kan worden voorgelegd als de juiste gegevens nog niet zijn opgenomen. Daarnaast vraagt reclamant zich af hoe het mogelijk is om in zo’n korte tijd alle zienswijzen naar behoren te behandelen en ook nog een goed plan voor te leggen aan de deelraad.
Reclamant is van mening dat het doordrukken van dit bestemmingsplan in niemand zijn belang is en adviseert niet in te stemmen met dit ontwerp. Beoordeling: (Zie ook de beantwoording van voorgaande mondelinge zienswijze waarbij puntsgewijs is gereageerd). Ad 1
De ruimtelijke situatie op de percelen achter de Osdorperweg 460 is één van de redenen geweest om het vorige bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Mede onder de globale regeling in het vorige bestemmingsplan met een gemengde bestemming Wonen en Bedrijven is op deze percelen een onoverzichtelijke situatie ontstaan die uit ruimtelijk en milieuhygiënisch oogpunt ongewenst is. De woningen en bedrijfsgebouwen staan er door elkaar. In een aantal gevallen gaat het daarbij niet meer om bedrijfswoningen en is er tussen de bedrijfsgebouwen en de woningen geen functionele relatie. Dat betekent dat het woon- en leefklimaat in de woningen sterk wordt beïnvloed door de
14
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bedrijvigheid en dat de bedrijfsvoering van de bedrijven wordt beperkt door de aanwezigheid van woningen van derden. Daarmee is rekening gehouden door de vestigingsregeling voor bedrijven te koppelen aan een bedrijvenlijst voor een gebied met functiemenging. Op deze lijst komen enkel bedrijfstypen voor die onder voorwaarden op een aanvaardbare wijze kunnen worden gemengd met een woonbestemming. De bedrijfstypen die daarvoor te zwaar milieubelastend zijn, komen op deze lijst niet voor. Voor de bestaande ´zware´ bedrijven is een maatbestemming opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten, op de plankaart en in de planregels. Zo hebben de bestaande autosloperijen die niet goed met een woonfunctie samengaan de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – autosloperij’ gekregen (categorie 3.2). In de milieuvergunningen voor de bedrijvigheid dienen voorschriften te worden opgenomen om het woon- en leefklimaat van de bestaande woningen te beschermen. Maar ook vanuit ruimtelijk oogpunt is de situatie op de percelen achter Osdorperweg 460 ongewenst. Zo is de Osdorperweg van oudsher een bebouwingslint, met woningen langs de weg en bedrijfsgebouwen daarachter. Dit terwijl de woningen op deze percelen tot in de zevende linie achter elkaar zijn gebouwd. Dat gaat ten koste van de ruimtelijke kwaliteit. De ontsluiting is lastig, privacy en uitzicht staan onder druk en de bereikbaarheid voor hulpdiensten wordt daardoor bemoeilijkt. In het landschap maken de percelen een rommelige indruk. In dat geval is een algemeen bebouwingspercentage gekoppeld aan een bouwperceel ongewenst en dient een afweging plaats te vinden tussen de belangen van de ondernemers en de belangen van bewoners. Juist op deze gemengde percelen is het van belang dat er rekening wordt gehouden met de belangen van de ‘buren’ en dat de bouwregels in het bestemmingsplan daarvoor ook minimale waarborgen geven. Daar komt bij dat het voor de toetsers van bouwaanvragen alleen met onevenredig veel moeite is vast te stellen welke gronden tot het bouwperceel behoren en wie er nog bebouwingspercentage over heeft. Dat zorgt voor een onevenredige bestuurslast en leidt ook bij de gebruikers van woningen en bedrijfsgebouwen tot grote onzekerheid. Door deze onoverzichtelijke situatie op het perceel wordt ook de handhaving bemoeilijkt. Overtredingen zijn moeilijk te constateren en nog moeilijker om tegen op te treden. De onoverzichtelijke situatie is bovendien gevaarlijk bij calamiteiten. Voor de hulpverleners is immers niet duidelijk waar de kwetsbare woningen op het perceel staan. Om meer overzicht te krijgen is de bestaande bebouwing (woningen en bedrijfsgebouwen) in bouwvlakken vastgelegd. Woningen hebben een woonbestemming gekregen en bedrijfsgebouwen een bedrijfsbestemming. Per woning zijn bebouwingsmogelijkheden toegekend. Het bouwvlak van de woning mag volledig worden bebouwd en daarnaast zijn er nog
15
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
mogelijkheden om buiten het bouwvlak bijgebouwen te realiseren zoals schuren en garages (ook weer per woning toegekend). Voor de bedrijven zijn de bouwmogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan overgenomen. Voor zover het vorige bestemmingsplan nog uitbreidingsmogelijkheden bood, zijn deze in het nieuwe bestemmingsplan overgenomen. In dat geval mag er ook buiten het bouwvlak nog worden gebouwd. Op de verbeelding is daartoe een ‘bebouwingspercentage terrein’ aangeduid. Indien de mogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan reeds volledig zijn benut, bestaan er buiten het bouwvlak geen uitbreidingsmogelijkheden meer. Verdere verdichting op de bedrijfspercelen is vanwege de landschappelijke en verkeerssituatie ook niet wenselijk. Het Programma van Eisen Tuinen van West is er op gericht om het verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Tuinen van West is een uitwerking van de Hoofdgroenstructuur op basis waarvan geen nieuwe bebouwing is toegestaan. Een groei van de bedrijfsbebouwing brengt daarbij automatisch meer bedrijvigheid met zich mee. Het is onverantwoord om het bedrijf nog verder te laten groeien. De Osdorperweg heeft namelijk onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg. Om enigszins tegemoet te komen aan de wens om kleine woningen die niet meer aan de huidige wooneisen voldoen, te kunnen vergroten, is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te kunnen overschrijden en de woning uit te breiden tot een oppervlakte van maximaal 150 m². Kleine woningen kunnen op die wijze worden uitgebreid tot een ruime omvang die overeenstemt met het beleid voor landelijk wonen in ruime woningen. Via een planwijziging kan het bouwvlak bovendien worden verschoven en elders op het perceel worden gesitueerd, teneinde de ruimtelijke en milieuhygiënische situatie op het perceel te verbeteren, of een woning die bovenop een gasleiding staat te kunnen verplaatsen. Daarbij gelden wel een aantal randvoorwaarden die enige ruimtelijke kwaliteit moeten waarborgen en de belangen van de buren beogen te beschermen. Zo is de verschuiving alleen toegestaan als tenminste 5 meter tot de buren (grenzen bouwperceel) kan worden aangehouden. Op die wijze is verzekerd dat het woon- en leefklimaat op de aangrenzende percelen niet onaanvaardbaar wordt aangetast (uitzicht en privacy). Biedt het perceel die mogelijkheid niet omdat het maar een klein perceel is, dan wegen de belangen van de buren zwaarder en kan het bouwvlak dus niet worden verschoven. Het bouwvlak mag bovendien alleen naar voren worden verschoven, en niet verder achter op het perceel worden gesitueerd. Om de verschuivingsmogelijkheden aan de voorzijde van het perceel te vergroten is de bestemming ‘Tuin’ bovendien weer teruggebracht op de begrenzing uit het vorige bestemmingsplan. Daardoor ontstaat er aan de voorzijde een ruimere woonbestemming en dus
16
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
ook meer mogelijkheden om te schuiven. Tot slot zal bij een verschuiving naar de weg toe wel moeten worden voldaan aan de geluidsnormen volgens de Wet geluidhinder. In de bedrijfsbestemming is net als in het vorige bestemmingsplan gebruik gemaakt van een Staat van bedrijfsactiviteiten met bedrijfstypen en bijbehorende milieucategorieën. De systematiek daarvoor is echter geactualiseerd. Vanwege de functiemenging in het gebied is een Staat van bedrijfsactiviteiten voor functiemenging gehanteerd. Overal binnen de bestemming Bedrijf zijn de milieucategorieën A en B toelaatbaar. Bestaande hogere milieucategorieën zijn op de plankaart aangeduid en hebben een maatbestemming gekregen. Deze regeling is vergelijkbaar met de regeling in het vorige bestemmingsplan. Reclamant wordt daardoor niet benadeeld. Een bedrijvenlijst in de toelichting is altijd een momentopname en derhalve nooit geheel ‘up to date’. De lijst is in mei 2009 opgevraagd bij de Kamer van Koophandel en vormt slechts een hulpmiddel bij de voorbereiding van het bestemmingsplan. De gronden die voor opslag zijn aangeduid waren in het vorige bestemmingsplan nog voor agrarische doeleinden bestemd. Die agrarische bestemming kan thans niet meer worden afgedwongen. Daarom is de bestaande bebouwing ter plaatse bestemd conform het bestaande gebruik voor bedrijfsdoeleinden. Een verdergaand gebruik voor bedrijven is ter plaatse niet gewenst. De percelen steken al een flink eind het polderlandschap in. Nieuwe bebouwing tast het open polderlandschap aan en vormt een bedreiging voor het weidevogelgebied. Om diezelfde reden is de hoogte van opslag ook beperkt tot 3 meter. Onder opslag worden geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde verstaan. Zeecontainers zijn niet toegestaan en overkappingen ten behoeve van de opslag, ook niet. Aan dit verzoek kan niet worden tegemoet gekomen. Het dagelijks bestuur heeft het bestemmingsplan niet alleen met de nodige voortvarendheid opgepakt maar ook met de nodige zorgvuldigheid. Er is hard gewerkt om alle zienswijzen tijdig en zorgvuldig te kunnen beantwoorden. Het verschil met de inspraakperiode is dat er veel minder reacties van de wettelijk vooroverlegpartners zijn binnengekomen. Al met al zijn de belangen van reclamant op deze wijze zorgvuldig afgewogen. De zienswijze is deels ongegrond en deels gegrond.
Zienswijze 5 Korte samenvatting: 1. Reclamant verzoekt het bestemmingsplan te herzien wat betreft het stukje grond aan de Osdorperweg 826A. Reclamant wil graag weten waarom er op
17
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
dit perceel geen bouwvergunning wordt verleend voor een woning. Telkens worden er andere redenen aangedragen waarom geen bouwvergunning kan worden verleend. In het voorontwerpplan heeft het betreffende stukje grond de bestemming W gekregen, wat betekent dat er gebouwd zou mogen worden. Reclamant verzoekt om heroverweging van de beslissing. In het verleden is een bouwvergunning aangevraagd voor Osdorperweg 814 en 826A. De bouwvergunning is alleen verleend voor Osdorperweg 814. 2
Door de toenmalige wethouder is een toezegging gedaan dat de bestemming voor Osdorperweg 826A gewijzigd zal worden van T (tuin) in W (wonen).
Beoordeling: Ad 1 Aan deze zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. In het huidige bestemmingsplan uit 1998 heeft de grond naast Osdorperweg 826 de bestemming Tuinen en erven (T). In het voorontwerpbestemmingsplan heeft deze grond abusievelijk de bestemming Wonen (W) gekregen. In het ontwerpbestemmingsplan heeft de grond, conform het huidige bestemmingsplan, weer de bestemming Tuin (T) gekregen. Voor de bebouwingsmogelijkheden gelden de planregels behorende bij de bestemming Tuin (T). Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) staat conform artikel 2.2.1 lid 4 van dit besluit niet toe dat er nieuwe extra woningen worden toegevoegd aan het beperkingengebied, behoudens de bestaande mogelijkheden op grond van het bestemmingsplan. Het realiseren van een nieuwe woning op het kadastrale perceel STN02 I 02238 is alleen al hierom uitgesloten. De conclusie is dat het stuk grond met de kadastrale aanduiding STN02 I 02238, evenals in het huidige bestemmingsplan, de bestemming Tuin (T) zal behouden. Ad 2
De brief die bij de zienswijze is gevoegd met daarop de handtekening van voormalig wethouder Velthuis heeft voor het stadsdeel niet het karakter van een toezegging. Genoemde brief is geen officiële brief vanuit stadsdeel Osdorp. De brief is ook niet gedateerd en mogelijk heeft de heer Velthuis de handtekening op persoonlijke titel gezet. De heer Velthuis maakt op dit moment al een aantal jaren geen onderdeel meer uit van het dagelijks bestuur in het stadsdeel Osdorp. Daarbij zij nog opgemerkt dat het slechts de bevoegdheid is van de stadsdeelraad om een bestemmingsplan vast te stellen. De bevoegdheid om in een nieuw bestemmingsplan een bestemming te wijzigen ligt ook alleen bij de stadsdeelraad. Deze bevoegdheid ligt niet bij het dagelijks bestuur en ook niet bij één (voormalig) wethouder.
18
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 6 Korte samenvatting: 1. Verzocht wordt om een stadsboerderij te creëren aan de Osdorperweg 939 waardoor voor Amsterdam en omgeving ruimte wordt geboden om in aanraking te komen met natuur, milieu, landbouw en veeteelt. Dit vanuit het oogpunt dat door de omgang met o.a. dieren de maatschappelijke betrokkenheid van de verschillende in Amsterdam wonende culturen wordt gestimuleerd. De stadsboerderij zal binnen het bestek van het voor de Osdorperweg voorziene bestemmingsplan gerealiseerd worden. Er zal sprake zijn van activiteiten op het gebied van educatie, cursussen, recreatie, maatschappelijke betrokkenheid en integratie. De programmapunten zullen met name gericht zijn op kinderen, jongeren en ouderen. De stichting voorziet in het aanbieden speciale programma’s. Beoordeling: Ad1. Aan deze zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. De bestemmingen uit het ontwerpbestemmingsplan blijven ook in het vast te stellen bestemmingsplan behouden voor onderhavig perceel. De Stichting Paardenopvang Amsterdam is zonder vergunning en in strijd met het geldende bestemmingsplan gevestigd aan de Osdorperweg 939. Naar eigen zeggen is de stichting op zoek naar een nieuwe locatie. Privaatrechtelijk zijn er geen bindende afspraken gemaakt met het stadsdeel in de vorm van bijvoorbeeld een erfpachtovereenkomst. Het achterland van het perceel heeft in het huidige bestemmingsplan de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak) en in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming Agrarisch (A). Deze bestemming is (van oudsher) niet bedoeld voor paardenopvang en zal ook niet gewijzigd worden naar Wonen-Stadslandbouw (W-SL) in het vast te stellen bestemmingsplan.
Zienswijze 7 Korte samenvatting: 1. De uitgangspunten van het vorige bestemmingsplan zouden worden overgenomen in het nieuwe plan. Reclamant heeft geconstateerd dat diverse uitgangspunten niet zijn overgenomen. Het uitgangspunt m.b.t. het bebouwingspercentage is niet overgenomen in het ontwerpplan. Reclamant pleit voor behoud van het bebouwingspercentage uit het vorige bestemmingsplan en om de beperkingen uit het (voor)ontwerp niet op te nemen om volgende redenen: • Om aan de huidige woonwensen te voldoen zal een woning met een grotere bebouwde grondoppervlakte noodzakelijk zijn.
19
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
•
•
•
•
•
•
Diverse woningen staan zodanig gesitueerd dat verplaatsen van de woning bij herbouw logisch is omdat de kavel deze mogelijkheid biedt. Argumenten ontbreken om te veronderstellen dat door het verplaatsen van de woning op een kavel er een situatie ontstaat die niet gewenst is. Er is sprake van oneigenlijk gebruik van discussies die in het verleden hebben plaatsgevonden omtrent het bebouwingspercentage. Discussies kunnen worden voorkomen door het bebouwingspercentage te koppelen aan de eigenaar van het perceel en dit op te nemen in het plan. Door de beperkingen in het (voor)ontwerp, wordt het opknappen van locaties niet gestimuleerd. Verpaupering van de Osdorperweg is hiervan het gevolg. Om af te wijken van het bestemmingsplan is een eigenaar afhankelijk van de medewerking van de gemeente. Deze afhankelijkheid moet worden voorkomen bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Het ontwerpplan voldoet hier niet aan. Onvoldoende motivatie waarom het uitgangspunt m.b.t. de bebouwingspercentages in het vorige bestemmingsplan niet voldeed.
Voorgaande is ook van toepassing voor de bestemmingsvlakken achter de Osdorperweg 487. 2.
Een belangrijk uitgangspunt dat is gewijzigd in het ontwerpplan is het ‘exact opnemen van de huidige bebouwde oppervlakten in het nieuwe bestemmingsplan en, daar waar mogelijk, het beperken van de bestemmingsmogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan’. Deze wijziging is niet kenbaar gemaakt op de informatiebijeenkomsten.
3.
Ondanks de inspraakreactie zijn in het ontwerpplan de woningen en bedrijven niet juist bestemd. Een deel van de bestemming Wonen is omringd door bedrijven. De betreffende woningen zijn aan voor en achterzijde omgeven door een bedrijvenbestemming.
4.
Reclamant is van mening dat de mogelijkheid aanwezig moet blijven om naast een woonbestemming in de toekomst ook bedrijfsgebouwen te realiseren. Dit houdt in voortzetting van de bestemming Wonen zoals vermeld in het ontwerpplan en de mogelijkheid opnemen dat elke woning mag worden vervangen door een bedrijfsgebouw.
5.
In het vorige bestemmingsplan was een bebouwingspercentage van 25% opgenomen voor het totale bedrijventerrein gelegen achter de Osdorperweg 487. Dit percentage wordt teruggebracht naar 7% en een ander deel van het terrein moet een open opslag krijgen.
20
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Reclamant is voor handhaving van de 25% over het gehele terrein. Een goede motivering voor de wijziging ontbreekt. Een koppeling met het programma de Tuinen van West is onjuist. Deze is van een latere datum dan het vorige bestemmingsplan. Het ontwerpplan heeft als gevolg een aanmerkelijke waardevermindering van eigendom. Om dit te voorkomen, verzoekt reclamant de bebouwingspercentages uit het vorige bestemmingsplan te handhaven. Indien geen aanpassing plaatsvindt, dient het bebouwingspercentage zodanig te worden vergroot dat de totale te bebouwen oppervlakte overeenkomt met het vorige bestemmingsplan. 6.
Tevens is open opslag vanuit visueel oogpunt minder aantrekkelijk dan gespreide bebouwing waardoor open opslag wordt voorkomen. Het naastgelegen terrein, Osdorperweg 485, heeft ook bebouwing op het achterste deel van het bestemmingsvlak welke is opgenomen in het ontwerpplan. Reclamant verzoekt de open opslag te vervangen door een bebouwingspercentage van 25%.
7.
De gemeente dient te voorkomen dat vanwege bestemmingsvlakken die over meerdere eigenaren zijn verdeeld conflicten ontstaan. Reclamant stelt voor om in het bestemmingsplan voorwaarden op te nemen ter voorkoming van conflicten over de het bestemmingsvlak ‘Bedrijven’.
8.
Het bebouwingspercentage in het ontwerpplan bij autosloperijen, verder gelegen op de Osdorperweg (Rooie Ben), is hoger dan het huidige percentage.
9.
Er is geen aanleiding het bebouwingspercentage voor het terrein van Autorecycling Bart, te verminderen. Reclamant verzoekt om behoud van het percentage van 25%.
10.
Voor een deel van het bedrijvengedeelte heeft de gemeente de specifieke vorm Autosloperij vermeld. Reclamant leest hieruit dat naast bedrijven op dit gedeelte ook deze specifieke vorm is toegestaan. Daarbij komt dat de contourgrens van dit gedeelte niet geheel juist is weergeven. In geval reclamant het niet goed begrijpt, is reclamant van mening dat ook bedrijven zonder specifieke vorm autosloperij op dit gedeelte zijn toegestaan.
11.
Nieuw voor reclamant is de golfarcering welke is opgenomen vanwege de Keur 2006 van Waternet. Op deze gebieden zijn gebodsbepalingen van toepassing. Om werkzaamheden te mogen uitvoeren is ontheffing van Waternet noodzakelijk. Tevens is de strook niet overal correct weergeven. Met name de golfarcering over het gehele perceel 487 is niet overeenkomstig de Keur 2006.
21
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
12.
Over de dubbelbestemming Waterkering en de eventuele gevolgen voor de eigenaren is op de bijeenkomst niet gesproken. Ook in het voorontwerpplan waren geen verbodsbepalingen opgenomen. Reclamant is geschrokken en ontstemd over de vele verschillen tussen het ontwerpplan en het vorige plan. Veel verschillen zijn niet op de informatieavond genoemd. Reclamant is van mening dat een nieuwe bijeenkomst moet worden gehouden.
13.
Het plaatsen van windmolens mag niet op terreinen die voor opslag zijn bestemd. Argumentatie hiervoor ontbreekt. Reclamant verzoekt ook de terreinen die voor opslag bestemd zijn aan te wijzen voor het plaatsen van windmolens.
Beoordeling Ad 1 Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. In artikel 15.2 van de regels is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te kunnen overschrijden en de woning uit te breiden tot een oppervlakte van maximaal 150 m². Ook is artikel 15.4 van de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het bouwvlak kan worden verschoven en elders op het perceel kan worden gesitueerd, teneinde de ruimtelijke en milieuhygiënische situatie op het perceel te verbeteren, of een woning die bovenop een gasleiding staat te kunnen verplaatsen. Daarbij gelden wel een aantal randvoorwaarden die enige ruimtelijke kwaliteit moeten waarborgen en de belangen van de buren beogen te beschermen. Zo moet bijvoorbeeld minimaal 5 meter afstand tot het perceel van de buren worden aangehouden. Bovendien is de begrenzing van de bestemming ‘Tuin’ weer teruggebracht op de begrenzing van het vorige bestemmingsplan. Daardoor ontstaan er ook aan de voorzijde van het perceel ruimere mogelijkheden om met een bouwvlak te schuiven. De ruimtelijke situatie op de percelen achter de Osdorperweg 487-491 is één van de redenen geweest om de globale regeling met een algemeen bebouwingspercentage uit het vorige bestemmingsplan aan te passen. Mede onder de globale regeling in het vorige bestemmingsplan is op deze percelen een onoverzichtelijke situatie ontstaan die uit ruimtelijk en milieuhygiënisch oogpunt ongewenst is. De woningen en bedrijfsgebouwen staan er door elkaar. In een aantal gevallen gaat het daarbij niet meer om bedrijfswoningen en is er tussen de bedrijfsgebouwen en de woningen geen functionele relatie. Dat betekent dat het woon- en leefklimaat in de woningen sterk wordt beïnvloed door de bedrijvigheid en dat de bedrijfsvoering van de bedrijven wordt beperkt door de aanwezigheid van woningen van derden. Daarmee is rekening gehouden door de vestigingsregeling voor bedrijven te koppelen aan een bedrijvenlijst voor een gebied met functiemenging. Op deze lijst komen enkel bedrijven voor die onder voorwaarden op een aanvaardbare wijze kunnen worden gemengd met een woonbestemming. De bedrijven die eigenlijk op een bedrijventerrein thuishoren komen op deze lijst niet voor. De bestaande bedrijven die niet goed met een woonfunctie
22
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
samengaan zijn op maat bestemd en hebben bijvoorbeeld de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – autosloperij’ gekregen. In de milieuvergunningen voor de bedrijvigheid dienen voorschriften te worden opgenomen om het woon- en leefklimaat van de bestaande woningen te beschermen. Maar ook vanuit ruimtelijk oogpunt is de situatie op de percelen achter de Osdorperweg 487-491 ongewenst. Zo is de Osdorperweg van oudsher een bebouwingslint, met woningen langs de weg en bedrijfsgebouwen daarachter. Terwijl de woningen op deze percelen tot in de zevende linie achter elkaar gebouwd. Dat gaat ten koste van de ruimtelijke kwaliteit. De ontsluiting is lastig, privacy en uitzicht staan onder druk en de bereikbaarheid voor hulpdiensten wordt daardoor bemoeilijkt. In het landschap maken de percelen een rommelige indruk. In dat geval is een algemeen bebouwingspercentage gekoppeld aan een bouwperceel ongewenst en dient een afweging plaats te vinden tussen de belangen van de ondernemers en de bewoners. Juist op deze gemengde percelen is het van belang dat er rekening wordt gehouden met de belangen van de ‘buren’ en dat de bouwregels in het bestemmingsplan daarvoor ook minimale waarborgen geven. Daar komt bij dat het voor de toetsers van bouwaanvragen alleen met onevenredig veel moeite is vast te stellen welke gronden tot het bouwperceel behoren en wie er nog bebouwingspercentage over heeft. Dat zorgt voor een onevenredige bestuurslast en leidt ook bij de gebruikers van woningen en bedrijfsgebouwen tot grote onzekerheid. Door deze onoverzichtelijke situatie op het perceel wordt ook de handhaving bemoeilijkt. Overtredingen zijn moeilijk te constateren en nog moeilijker om daartegen op te treden. De onoverzichtelijke situatie is bovendien gevaarlijk bij calamiteiten. Voor de hulpverleners is immers niet duidelijk waar de kwetsbare woningen op het perceel staan. Om meer overzicht te krijgen is de bestaande bebouwing (woningen en bedrijfsgebouwen) in bouwvlakken vastgelegd. Woningen hebben een woonbestemming gekregen en bedrijfsgebouwen een bedrijfsbestemming. Per woning zijn bebouwingsmogelijkheden toegekend. Het bouwvlak van de woning mag volledig worden bebouwd en daarnaast zijn er nog mogelijkheden om buiten het bouwvlak bijgebouwen te realiseren zoals schuren en garages (ook weer per woning toegekend). Voor de bedrijven zijn de bouwmogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan overgenomen. Voor zover het vorige bestemmingsplan nog uitbreidingsmogelijkheden bood, zijn deze in het nieuwe bestemmingsplan overgenomen. In dat geval mag er ook buiten het bouwvlak nog worden gebouwd. Op de verbeelding is daartoe een ‘bebouwingspercentage terrein’ aangeduid. Indien de mogelijkheden uit het vorige bestemmingsplan reeds volledig zijn benut, bestaan er buiten het bouwvlak geen uitbreidingsmogelijkheden meer.
23
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Verdere verdichting op de bedrijfspercelen is vanwege de landschappelijke en verkeerssituatie niet wenselijk. Het Programma van Eisen Tuinen van West is er op gericht om het verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Tuinen van West is een uitwerking van de Hoofdgroenstructuur op basis waarvan geen nieuwe bebouwing is toegestaan. Een groei van de bedrijfsbebouwing brengt daarbij automatisch meer bedrijvigheid met zich mee. Het is onverantwoord om het bedrijf nog verder te laten groeien. De Osdorperweg heeft namelijk onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg en het dijklichaam van de Osdorperweg is niet bedoeld voor nog meer zwaar vrachtverkeer. Om enigszins tegemoet te komen aan de wens om kleine woningen die niet meer aan de huidige wooneisen voldoen, te kunnen vergroten, is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te kunnen overschrijden en de woning uit te breiden tot een oppervlakte van maximaal 150 m². Kleine woningen kunnen op die wijze worden uitgebreid tot een ruime omvang die overeenstemt met het beleid voor landelijk wonen in ruime woningen. Via een planwijziging kan het bouwvlak bovendien worden verschoven en elders op het perceel worden gesitueerd, teneinde de ruimtelijke en milieuhygiënische situatie op het perceel te verbeteren, of een woning die bovenop een gasleiding staat te kunnen verplaatsen. Daarbij gelden wel een aantal randvoorwaarden die enige ruimtelijke kwaliteit moeten waarborgen en de belangen van de buren beogen te beschermen. Zo is de verschuiving alleen toegestaan als tenminste 5 meter tot de buren (grenzen bouwperceel) kan worden aangehouden. Op die wijze is verzekerd dat het woon- en leefklimaat op de aangrenzende percelen niet onaanvaardbaar wordt aangetast (uitzicht en privacy). Biedt het perceel die mogelijkheid niet omdat het maar een klein perceel is, dan wegen de belangen van de buren zwaarder en kan het bouwvlak dus niet worden verschoven. Het bouwvlak mag bovendien alleen naar voren worden verschoven, en niet verder achter op het perceel worden gesitueerd. Om de verschuivingsmogelijkheden aan de voorzijde van het perceel te vergroten is de bestemming ‘Tuin’ bovendien weer teruggebracht op de begrenzing uit het vorige bestemmingsplan. Daardoor ontstaat er aan de voorzijde een ruimere woonbestemming en dus ook meer mogelijkheden om te schuiven. Tot slot zal bij een verschuiving naar de weg toe wel moeten worden voldaan aan de geluidsnormen volgens de Wet geluidhinder. Ad.2.
Verder zij er op gewezen dat op de informatie avonden (inspraak en zienswijzen) uitvoerige informatieverstrekking over het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden. Naast een algemene presentatie over de hoofdlijnen van het plan (inclusief bouwvlakken en bebouwingspercentage) hebben alle aanwezigen op de informatieavonden uitgebreid de gelegenheid gehad om een vertegenwoordiger van de gemeente over het plan te spreken.
24
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad.3.
Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. De gebouwen en terreinen achter Osdorperweg 487A die ten onrechte een woonbestemming hadden gekregen hebben op aanwijzing van reclamant een bedrijfsbestemming gekregen.
Ad. 4. Aan het verzoek om woningen te mogen vervangen door bedrijfsgebouwen kan niet worden tegemoet gekomen. Zie voor de motivering daarvan, de beantwoording onder Ad 1. Ad. 5. Wat betreft de bouwvlakken achter de Osdorperweg 487-491 is het volgende overwogen. In het vorige bestemmingsplan had het voorste gedeelte van het perceel de bestemming Wonen en Bedrijven en het achterste gedeelte de bestemming Bedrijf. Voor het perceel met de bestemming Wonen en Bedrijven mocht het bouwperceel tot maximaal 30% worden bebouwd. De omvang van het bouwperceel achter Osdorperweg 487 bedroeg 6.020 m². Bij een bebouwingspercentage van 30% mocht er maximaal 1.806 m² bebouwing worden opgericht. Binnen dat bebouwingspercentage waren maximaal 17 woningen toegestaan. In het onderhavige plan hebben de gronden aan de voorzijde de bestemming ‘Wonen’ gekregen, alsmede een aantal woningen wat verder achter op het perceel. Op deze gronden zijn op dit moment 13 woningen aanwezig die allemaal een bouwvlak hebben gekregen. In totaal is er 1.400 m² aan bouwvlakken beschikbaar die mogen worden bebouwd met een woning. Maar per woning mag ook nog eens 30% van het bij deze woning behorende bouwperceel worden bebouwd met bijgebouwen. Op dit moment is er al 355 m² aan bijgebouwen aanwezig. De bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan zijn daarmee ruimschoots gerespecteerd. Voor het perceel met de bestemming Bedrijf mocht per bedrijf maximaal 25% worden bebouwd. De omvang van het bouwperceel achter de Osdorperweg 487 bedroeg 30.406 m². Bij een bebouwingspercentage van 25% mocht er maximaal 7.600 m² bebouwing worden opgericht. In het onderhavige bestemmingsplan hebben deze gronden wederom de bestemming ‘Bedrijf’’ gekregen. Op deze gronden is 2.081 m² aan bouwvlakken beschikbaar die bebouwd mogen worden met bedrijfsgebouwen. Vergeleken met het geldende bestemmingsplan is dat 5.519 m² minder bouwmogelijkheden. Op dit punt is het bestemmingsplan aangepast. Buiten de bouwvlakken mag nog 19% van het terrein met de bestemming ‘Bedrijf’ (29.976 m²) worden bebouwd met bedrijfsgebouwen (dat is 5.695 m²). Daartoe is op de verbeelding een maximum bebouwingspercentage terrein aangeduid. Bij het aanwijzen van de bestemming ‘Wonen’ en de bestemming ‘Bedrijf’ zijn de aanwijzingen van reclamant overgenomen. De bestaande
25
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bedrijfsgebouwen die ten onrechte een woonbestemming hebben gekregen, hebben nu een bedrijfsbestemming. Ad.6.
Verdere uitbreiding van de bebouwing op het perceel is niet gewenst. De landelijkheid van het gebied gaat daardoor geheel verloren. Meer bebouwing leidt bovendien tot een verdere intensivering op het perceel en dat leidt op termijn weer tot nieuwe ruimteclaims. Op deze locatie is er voor de huidige bedrijvigheid geen ruimte om nog verder te groeien. De bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan zijn overgenomen. Daarbinnen heeft reclamant nog uitbreidingsmogelijkheden. Er zijn derhalve geen overtuigende redenen om de bestaande mogelijkheden voor opslag te vervangen door de mogelijkheid om bedrijfsgebouwen neer te zetten..
Ad. 7. Het bebouwingspercentage voor bedrijven is gekoppeld aan het bouwperceel. Per bouw-/bedrijfsperceel mag er nog 7% worden bebouwd. Overigens mogen de gronden die al eens zijn meegerekend bij het toestaan van een bouwplan dat is uitgevoerd, niet opnieuw worden meegerekend bij het toestaan van een later bouwplan (zie artikel 21). Ad. 8. Ook voor het autorecyclingbedrijf Rooie Ben verderop langs de Osdorperweg zijn de bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. Daarin had het bedrijf al een bebouwingspercentage van 50% en dat heeft het nu ook. Ad.9.
Hiervoor is al aangegeven dat de bebouwingsmogelijkheden op het perceel van Autorecycling Bart niet zijn verminderd maar overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Gelet op de situering langs de Ookmeerweg, de landelijkheid van het gebied, en de ecologische verbindingszone over de Wijsentkade is verdere uitbreiding van de bebouwing op het perceel hier niet gewenst.
Ad. 10. Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. De contourgrens van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – autosloperij’ is aangepast en gelijk achter de grens met de bestemming ‘Wonen’ gelegd. Voor zover de gronden zijn bestemd voor “Bedrijf’ zijn daar bedrijven toegestaan in de categorieën A en B. Daarnaast is ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – autosloperij’ ook nog een autosloperij toegestaan. Deze zijn op maat bestemd omdat ze in een zwaardere milieucategorie vallen. Ad. 11. De dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering is gelegd op aanwijzing van Waternet tijdens het vooroverleg krachtens artikel 3.1.1. Bro (voorontwerpfase) en nog eens nagekeken. De situering is correct. Ook in het voorontwerp waren de waterkeringen al opgenomen. Verder brengt het bestemmingsplan geen extra beperkingen met zich mee. De beperkingen vanwege de waterkering bestonden ook al op grond van de Keur.
26
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad. 12. Verder zij er op gewezen dat op de informatie avonden (inspraak en zienswijzen) uitvoerige informatieverstrekking over het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden. Naast een algemene presentatie over de hoofdlijnen van het plan (inclusief de dubbelbestemmingen waterkering en archeologie) hebben alle aanwezigen op de informatieavonden uitgebreid de gelegenheid gehad om een vertegenwoordiger van de gemeente over het plan te spreken. Reclamant heeft op beide avonden van de gelegenheid gebruik gemaakt om zijn reacties mondeling naar voren te brengen en is op beide avonden ook uitvoerig te woord gestaan. Ook heeft reclamant herhaaldelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt om onzorgvuldigheden schriftelijk door te geven. De opmerkingen van reclamant zijn telkens verwerkt. Ook naar aanleiding van de inspraakreactie van reclamant is het plan aangepast. Daarbij heeft reclamant ook elke keer uitvoerige informatie over het bestemmingsplan gekregen. Verder zijn de planmakers op het perceel langs geweest om de situatie goed te kunnen bestemmen. Ad. 13. Ten aanzien van de opslag was het ontwerpbestemmingsplan al aangepast naar aanleiding van de inspraakreactie van reclamant. Om een verdere verrommeling in dit gedeelte van het plangebied tegen te gaan, is beoogd de bebouwing zoveel mogelijk aan de voorzijde van het perceel te concentreren, en de achterzijde van het perceel vrij te houden van bebouwing. Op aanwijzing van reclamant is de grens van het voor opslag aangewezen terrein daarbij gelijk getrokken aan de bebouwing van het dierenpension. Vanaf de Ookmeerweg is er immers geen zicht op nieuwe bebouwing als die achter de bebouwing van het dierenpension wordt gesitueerd. Dat geldt ook voor windmolens. Op het perceel, exclusief de voor opslag aangewezen gronden, is voldoende ruimte aanwezig om een goede locatie voor een windmolen te vinden. Al met al zijn de belangen van reclamant op deze wijze zorgvuldig afgewogen.
Zienswijze 8 Korte samenvatting: 1 Reclamant is van mening dat indien er een gegadigde is voor het achterterrein en deze voldoet aan de agrarische bestemming er ook kamerbouw mag plaatsvinden. 2
De mogelijkheden onder het nieuwe bestemmingsplan mogen niet minder worden dan het geval is met de huidige bestemming.
3
Mogelijkheid tot het starten van een swingersclub.
27
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling: Ad 1. In het huidige bestemmingsplan is het achterland van de woning Osdorperweg 505 bestemd voor Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak). In aansluiting hierop is in het ontwerpbestemmingsplan voor het achterland de bestemming Agrarisch (A) opgenomen behalve het bovenste gedeelte van het achterland gezien vanaf de Wijsentkade. Dit deel heeft de bestemming Bedrijf (B) gekregen. Ad. 2. De bestemmingen Agrarisch gebied met tuinbouw (Ak) uit het huidige plan en Agrarisch (A) uit het ontwerpbestemmingsplan komen voor een belangrijk deel met elkaar overeen, hetgeen inhoudt dat ook dezelfde functies worden overgenomen. Ad 3.
Op 14 juli 2009 is er een aanvraag om bouwvergunning ingediend, tevens aan te merken als een verzoek tot het nemen van een projectbesluit omdat de aanvraag strijdig is met het huidige en het nieuwe bestemmingsplan. Het gaat om het oprichten van een swingersclub en horeca op het perceel met het kadastrale nummer STN02 H 01146. De aanvraag is geregistreerd onder nummer RBV09098. Aangezien deze aanvraag om bouwvergunning nog niet afgerond is kan de aanvraag om bouwvergunning niet in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen worden. In het bestemmingsplan worden alleen reeds vergunde bouwwerken en reeds vergund gebruik opgenomen.
Zienswijze 9 Korte samenvatting: 1. Gelet op de bijzondere toekomstige economische belangen in het kader van de bedrijfsvoering, stelt reclamant de volgende gebruiksaanpassing voor: • Osdorperweg 577: woning met aangebouwde garage en achtergelegen gebouw met een bedrijfsbestemming categorie A en B. In het ontwerpplan onder 6.5.2 wordt een dergelijke bestemming als aanvaardbaar omschreven. • Osdorperweg 575C: woning. • terrein achter Osdorperweg 577: - Sport; - Manegebedrijf (met ondersteunende horeca, stapmolen, paddock en binnen- en buitenbak van nader te bepalen afmetingen); - Bedrijven A en B.
28
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling: Ad1 Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast. De manege en het hoveniersbedrijf (achter Osdorperweg 577) hebben een agrarische bedrijfsbestemming op maat gekregen. De woningen met bijbehorende bijgebouwen hebben een woonbestemming gekregen. Op de plankaart zijn de bedrijfsgebouwen bestemd voor agrarisch met de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – hovenier en manege’. In de planregels is opgenomen dat de bedrijfsgebouwen hier uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan, met een maximale goothoogte van 4 meter en een maximale bouwhoogte van 8 meter. In het geldende bestemmingsplan hadden de woningen met bijgebouwen de bestemming Wonen en Agrarische bedrijven en de achtergelegen kassen de bestemming Agrarisch gebied met tuinbouw. De bestaande woningen (577 en 575C) met hun bijgebouwen hebben de bestemming ‘Wonen’ gekregen. De bestaande garage/berging bij de woning 577 is daarmee positief bestemd. Het hoveniersbedrijf en de manege in de bedrijfsgebouwen daarachter, hebben de bestemming Agrarisch gekregen met de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – hovenier en manege’. Ter plaatse van deze aanduiding zijn de manege en het hoveniersbedrijf toegestaan maar geen andere bedrijvigheid. Voor deze bestemming is gekozen omdat deze bestemming het beste aansluit op de geldende agrarische bestemming, de hoveniers en manegeactiviteiten goed passen in de gemengde landelijke omgeving van de Osdorperweg en er ter plaatse geen andere niet-agrarische bedrijvigheid, zoals een aanneembedrijf of autosloperij gewenst is. Onder de manegeactiviteiten is een ondergeschikte kantine ten behoeve van de manege toelaatbaar. Verdergaande horeca, zoals de verhuur van zaalruimte, is niet toelaatbaar. Uitbreiding van de manegeactiviteiten buiten het daarvoor aangeduide gebied is niet toegestaan. Buitenbakken, paddock en stapmolens e.d. zijn uitsluitend binnen de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – hovenier en manege’ toegestaan. Een binnenbak is uitsluitend binnen de aangewezen bouwvlakken toegestaan. De bestaande bedrijfsgebouwen hebben een bouwvlak gekregen. Verdere uitbreiding van de bebouwing is op dit perceel niet wenselijk. Wel is het bestemmingsplan aangepast in die zin dat het ook in de bestemming ‘Agrarisch’ mogelijk is om de bebouwing in de toekomst elders op het perceel te situeren (via planwijziging in artikel 3.5 van de planregels).
Zienswijze 10 Korte samenvatting: 1. De zienswijze van reclamant betreft de Osdorperweg 576 e.v.:
29
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
•
•
reclamant stelt dat sprake is van een onjuiste opname van de bestemming in het ontwerpplan met betrekking tot: - Het woonhuis met achtergelegen bedrijfsruimte (garage, kantoor en opslagruimte) (betreft kadastraal perceel sectie I, 1973). - De boerderij met een deel garagebedrijf en opslag ( betreft kadastraal perceel sectie I, 4452). In het huidige bestemmingsplan is de bestemming van de Osdorperweg 576, 578 en 580 WB (Wonen met bedrijven). In het (voor)ontwerp is deze bestemming ten onrecht komen te vervallen. Reclamant wil dit voornemen ongedaan maken.
Beoordeling: Ad 1 Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast. Het bedrijfsterrein heeft in zijn geheel de bestemming ‘Bedrijf’ gekregen en de woningen een aanduiding ‘bedrijfswoning’. Binnen de bedrijfsbestemming zijn bedrijven in de categorieën A en B van de Staat van bedrijfsactiviteiten – functiemenging toegestaan. Daaronder vallen een garage met opslag en kantoor. Zie ook de beantwoording van zienswijze 23.
Zienswijze 11 (mondeling) Korte samenvatting: 1. Reclamant heeft jaren geleden zijn gronden verkocht aan L.G. Kuijper Vastgoed B.V. Wel heeft reclamant het voorste perceel aan de Osdorperweg 575 A nog in eigendom (kadastraal bekend als Gemeente Sloten, sectie H, nummer 1550; zie bijlage Atlas) en woont ook in de woning op dit perceel. Direct achter de woning is een langwerpige loods aanwezig. Vroeger was dit een agrarisch bedrijfsgebouw voor de achtergelegen kassen, nu is in de loods sprake van een zelfstandige bloemenhandel (in de bedrijvenlijst in de toelichting is sprake van het ‘kweken van potplanten’). De bloemen worden aangeleverd vanaf een veiling. Aangezien de loods in het ontwerp valt onder de bestemming ‘Wonen’ vraagt reclamant zich af of hij zijn bloemenhandel mag voortzetten. Daarnaast wil reclamant in de toekomst wellicht een hoveniersbedrijf beginnen met zijn zoon. Reclamant wil daarom graag een Bedrijfsbestemming ‘B’ hebben voor het hele perceel (dat is dus meer dan alleen de loods). Een hoveniersbedrijf valt namelijk niet onder agrarisch gebruik (en ook niet onder ‘Wonen’). Beoordeling: Ad 1 Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast. De loods met de bloemenhandel en het hoveniersbedrijf (achter Osdorperweg 575A) heeft een agrarische bedrijfsbestemming gekregen met de ‘aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – hovenier en
30
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bloemenhandel’. Voor deze bestemming is gekozen omdat dit het beste aansluit op de agrarische bestemming uit het geldende bestemmingsplan, omdat de activiteiten hovenier en bloemenhandel goed passen in het gemengde landelijke gebied met kassen en omdat hier geen andere bedrijvigheid gewenst is. Binnen de agrarische bestemming hebben de bedrijfsgebouwen een bouwvlak gekregen. De woning met bijgebouw heeft een woonbestemming gekregen conform het bestaande gebruik.
Zienswijze 11 (Schriftelijk) Korte samenvatting: 1. Reclamant wenst voor zijn resterende perceel de bestemming lichte industrie om de volgende reden: • Het kavel is reeds vele jaren bebouwd met loodsen, een opslagruimte en 1 woning. Een woning mag op dit kavel niet meer gebouwd worden. De bestemming wonen is dan ook niet terecht. • Door omstandigheden is de onderneming stil komen te liggen. Eén van de loodsen wordt al gedurende 15 jaar verhuurd. Een kas wordt gebruikt als opslag en een derde kas wordt nog gebruikt voor de verwerking van bloemen. • Op termijn wil reclamant met een van zijn kinderen een bedrijf opstarten. Beoordeling: Ad1. In het geldende bestemmingsplan waren de gronden bestemd voor ‘Wonen en Agrarisch’. Reclamant heeft zelf aangegeven dat hij een bloemenhandel heeft en in de toekomst een hoveniersbedrijf wil vestigen. Dat is geen lichte industrie. In de gemengde landelijke omgeving van de Osdorperweg passen een bloemenhandel en hoveniersbedrijf veel beter dan andere bedrijvigheid zoals bijvoorbeeld een aannemersbedrijf of autosloperij. Om die reden is gekozen voor een agrarische bestemming waarin de bloemenhandel en het hoveniersbedrijf op maat zijn bestemd. Een verdergaande bedrijfsbestemming is niet gewenst. Binnen deze agrarische bedrijfsbestemming mag geen nieuwe woning worden gebouwd. De bestaande woning heeft een woonbestemming gekregen. Zie ook de beantwoording onder zienswijze 11 (mondeling).
31
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 12 Korte samenvatting: Reclamanten zijn gezamenlijke eigenaren van een aantal percelen grond aan de Osdorperweg 512 e.v. en kunnen zich niet vinden op onderstaande punten: 1.
Het vervallen van bebouwingsmogelijkheden: In het huidige bestemmingsplan zijn de percelen bestemd voor de functie wonen en bedrijven waarbij een maximaal bouwpercentage van 35% is vastgesteld en dat in totaal maximaal 9 woningen gerealiseerd mogen worden. In het ontwerpplan worden de percelen overeenkomstig de huidige feitelijke situatie bestemd zodat geen nieuwe woningen gerealiseerd kunnen worden en zodat het maximale bouwpercentage overeenkomstig de huidige situatie is. Hierdoor vervalt voor reclamanten de mogelijkheid tot bebouwing en lijden zij schade.
2.
Gebruik van bouwvlakken c.q. vastleggen van bebouwingsmogelijkheden binnen de bedrijfsbestemming op perceel 3981: Zoals blijkt uit de plankaart is voor het betreffend perceel de huidige bebouwing vastgelegd als de uiterste bebouwingsmogelijkheid voor bedrijven. T.a.v. het huidige bestemmingsplan betekent dit een verslechtering. Argumenten waarom tot een beperking van de bebouwingsmogelijkheden is besloten, zijn in het plan niet aangegeven.
3.
In februari 2002 hebben reclamanten een bouwvergunning aangevraagd welke geleid heeft tot een langdurige procedure tegen het stadsdeel. Op korte termijn zal vrijstelling voor het realiseren van een andere bebouwing worden verkregen zodat het ontwerpplan met deze mogelijkheid rekening dient te houden. Reclamanten verzoeken het bouwvlak dusdanig vast te stellen zodat zowel de huidige als de nog te vergunnen bebouwing mogelijk kan zijn.
4.
Bestemming perceel 4769: dit perceel is uitgegeven in erfpacht en gesplitst in een viertal appartementsrechten. Na splitsing is het perceel nr. 4769 overgegaan in nr.’s 4776 tot en met A4, waarvan Have Onroerend Goed B.V. de nr.’s 3 en 4 in eigendom heeft. Have Onroerend Goed B.V. heeft Osdorperweg 516b en 516d in eigendom. Hier oefent het bedrijf haar activiteiten uit. De percelen worden nu gebruikt als kantoor/bedrijfsruimte. De voorgenomen wijziging in het ontwerpplan naar woningen, maken dit gebruikt niet meer mogelijk. Reclamanten lijden hierdoor schade en merken op dat geen enkele reden is aangegeven waarom de bestemming woningen en bedrijven wijzigt naar de bestemming woningen.
5.
De eigenaren van perceel 4407 zijn reclamanten. Dit perceel wordt in het ontwerpplan deels bestemd om te dienen als laarzenpad. Reclamanten zijn het hier niet mee eens. Reclamanten zijn van mening dat uit niets blijkt dat
32
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
het laarzenpad gewenst is. Het stadsdeel heeft aangegeven dat e.e.a. een voortvloeisel is het Programma van Eisen van de Tuinen van West. Een dergelijke verwijzing is echter onvoldoende om de wijziging te kunnen onderbouwen. Reclamanten vrezen een verstoring van de aanwezige flora en fauna en een ongewenste verkeerstoename. Reclamanten zijn mede tegen de nieuwe bestemming omdat zij als eigenaren van het perceel niet dulden dat derden zich op hun perceel bevinden. Reclamanten zullen zich verzetten tegen de aanleg van het laarzenpad en de toegang tot hun perceel verbieden. 6.
Reclamanten kunnen zich niet verenigen met de wijzigingen in het ontwerpplan en verzoeken de bebouwingsmogelijkheden te handhaven en het bouwvlak aan te passen, het perceel 4769 te bestemmen naar woningen en bedrijven, en het laarzenpad te verwijderen.
Beoordeling: Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast. De bestemming voor het kadastraal perceel 3981/3982 (achter Osdorperweg 512 e.v.) is aangepast conform de begrenzing in het geldende bestemmingsplan. De bedrijfsbestemming steekt nu wat verder het veenweidegebiedpolderlandschap in. Ook het kadastraal perceel 4769 (achter Osdorperweg 512 e.v.) met loods heeft weer een bedrijfsbestemming gekregen conform het geldende bestemmingsplan en het huidige gebruik. Verder heeft ook het kadastraal perceel 3990 weer een bedrijfsbestemming gekregen conform het geldende bestemmingsplan. Ten behoeve van het laarzenpad is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen om het aangeduide traject te wijzigen indien de eigendomssituatie in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het aangeduide pad (artikel 4.5 van de planregels). Ad.1.
De bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan zijn overgenomen. In het geldende bestemmingsplan waren maximaal 9 woningen mogelijk binnen de bestemming ‘Wonen en Bedrijven’. Deze 9 woningen zijn inmiddels gerealiseerd. Dat betekent dat reclamant geen aanspraak meer kan maken op geldende mogelijkheden om woningen te bouwen. In het onderhavige bestemmingsplan zijn dan ook uitsluitend de bestaande woningen bestemd. Nieuwe woningen zijn vanwege het Luchthavenindelingsbesluit niet mogelijk. In het geldende bestemmingsplan had het huidige bedrijfsperceel deels de bestemming ‘Wonen en Bedrijven’ en deels de bestemming ‘Bedrijf”. De omvang van de gronden met de bestemming ‘Wonen en Bedrijven’ was 13.780 m². Daarvan mocht 35% worden bebouwd, hetgeen neerkomt op 4.823 m². De gronden met de bestemming ‘Bedrijf’ hadden een omvang van 5.841 m². Daarvan mocht 25% worden bebouwd, hetgeen neerkomt op 1.460 m². De
33
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
gezamenlijke bouwrechten volgens het geldende bestemmingsplan bedroegen derhalve 6.283 m². In het onderhavige bestemmingsplan zijn er 7 woningen en 2 bedrijfswoningen aanwezig en bestemd. In totaal is er 4.376 m² aan bouwvlakken beschikbaar die mogen worden bebouwd met woningen of bedrijfsgebouwen. Vergeleken met het geldende bestemmingsplan zou dat circa 1.900 m² minder aan bouwmogelijkheden betekenen. Daarom is het bestemmingsplan op dit punt aangepast. Buiten de bouwvlakken mag nog maximaal 12% van het terrrein met de bestemming ‘Bedrijf’ (12.577 m²) worden bebouwd (dat is 1.509 m²). Op de verbeelding is daartoe een aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage terrein’ opgenomen. Daar komt bij dat er per woning nog eens 30% van het bij de woning behorende bouwperceel mag worden bebouwd met bijgebouwen. Op dit moment is er buiten de bouwvlakken nog circa 150 m² aan bijgebouwen aanwezig. Met het bovenstaande zijn de bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan ruimschoots gerespecteerd. Vanwege de gevoeligheid van het aangrenzende veenweidegebied is een verdere uitbreiding met bedrijfsbebouwing op dit perceel (en de daarmee gepaard gaande intensivering van het gebruik) niet gewenst. Het Programma van Eisen Tuinen van West is er op gericht om het verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Tuinen van West is een uitwerking van de Hoofdgroenstructuur op basis waarvan geen nieuwe bebouwing is toegestaan. Een groei van de bedrijfsbebouwing brengt daarbij automatisch meer bedrijvigheid met zich mee. Het is onverantwoord om het bedrijf nog verder te laten groeien. De Osdorperweg heeft namelijk onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg. Ad. 2. Aan deze zienswijze is tegemoet gekomen. Ad. 3. In dit bestemmingsplan wordt niet vooruitgelopen op bouwplannen waarvoor nog geen definitieve vergunning is afgegeven. Om de bebouwing te kunnen vastleggen in gedetailleerde bouwvlakken is namelijk een bouwvergunning nodig. De aangevraagde bouwvergunning voor een nieuwe bedrijfsloods is nog in procedure en om die reden dan ook niet meegenomen in dit bestemmingsplan. Zodra de vergunning onherroepelijk is, kan het bestemmingsplan daarop bij een volgende herziening worden aangepast. Ad. 4. Aan deze zienswijze is tegemoet gekomen. Ad. 5. De rechten van reclamant als eigenaar van de gronden zullen worden gerespecteerd. Indien noodzakelijk zal naar een ander traject worden omgezien waarbij de gronden van reclamant worden gemeden. Flora en fauna zijn juist aanleiding geweest om het laarzenpad langs de rand van het weidevogelgebied te leggen en niet dwars daar doorheen. Met het laarzenpad is beoogd de prachtige en waardevolle polders open te stellen voor landschapsbeleving, op een wijze die rekening houdt met natuur en
34
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
landschap. De voorziening is zo kleinschalig dat de vrees voor verkeersoverlast ongegrond is. Ad. 6. Zie beantwoording voorgaande punten.
Zienswijze 13 Korte samenvatting: 1. De zienswijze betreft het geplande bouwvlak op het perceel Osdorperweg 496-498. In het ontwerpplan is de bestaande lijn van de voorgevel naar voren verplaatst wat naar mening van reclamanten van grote invloed is op de leefsituatie en waarde van hun huis. In de nieuwe situatie kijken reclamanten vanuit de keuken direct op de geplande nieuwbouw. Reclamant verzoekt de gemeente het ontwerp aan te passen en de oude lijn van de voorgevel te behouden en zo een civielrechtelijke procedure te voorkomen. Beoordeling: Ad1 In het huidige bestemmingsplan is er geen sprake van bouwvlakken en mogen de woningen overal binnen het bestemmingsvlak Wonen (W) worden geplaatst. In het nieuwe bestemmingsplan is ervoor gekozen om bouwvlakken toe te passen. Het bouwvlak voor de woningen aan de Osdorperweg 496 en 498 is op een dusdanige wijze ingetekend zodat deze woningen niet binnen de dubbelbestemming Leiding (L) vallen. Benadrukt dient te worden dat de voorgevels van de woningen aan de Osdorperweg 496/498 ook al op deze plaats gesitueerd mochten worden.
Zienswijze 14 Korte samenvatting: De zienswijze betreft de bouwvlakken op het perceel Osdorperweg 490 t/m 502. Het is reclamant niet duidelijk waarom de geplande bouwvlakken op het perceel zo verschillend zijn. Er is naar mening van reclamant sprake van ongelijkwaardigheid. Reclamant verzoekt het ontwerp op de volgende punten aan te passen: 1
De voorgevellijn van het bouwvlak Osdorperweg 500 gelijk te trekken met de Osdorperweg 502;
2.
Het bouwvlak van Osdorperweg 496-498 te relateren aan de bestaande situatie, met als hoofdaandachtspunt het aanhouden van de bestaande voorgevellijn;
35
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3.
Het bouwvlak Osdorperweg 490 t/m 494 aan te passen aan de bestaande achtergevellijn, dus het gedeelte van de bestaande bouw, wat nu is weggevallen, erbij te betrekken.
Beoordeling: Ad. 1. Aan deze zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. De bouwvlakken geven hier de bestaande situatie weer. Het bouwvlak is strak om de bestaande voorgevels gelegd. Er is geen reden om de bouwvlakken gelijk te trekken. De woningen staan op korte afstand van elkaar en dan dienen ook de belangen van de buren te worden afgewogen. Ad. 2. Aan deze zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. In het huidige bestemmingsplan is er geen sprake van bouwvlakken en mogen de woningen overal binnen het bestemmingsvlak Wonen (W) worden geplaatst. In het nieuwe bestemmingsplan is ervoor gekozen om bouwvlakken toe te passen. Het bouwvlak voor de woningen aan de Osdorperweg 496 en 498 is op een dusdanige wijze ingetekend zodat deze woningen niet binnen de dubbelbestemming Leiding (L) vallen. Benadrukt dient te worden dat de voorgevels van de woningen aan de Osdorperweg 496/498 ook al op deze plaats gesitueerd mochten worden en dat een bouwvergunning is afgegeven die exact de contouren van onderhavig bouwvlak volgt. Ad. 3. Aan deze zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. Er is geen reden het bouwvlak te vergroten. Voor de woningen Osdorperweg 490-494 is een ruim bouwvlak opgenomen. De hoofdgebouwen van de woningen vallen daarbinnen. Buiten dit bouwvlak bestaan nog mogelijkheden voor bijgebouwen en aan- en uitbouwen.
Zienswijze 15 Korte samenvatting: 1. Reclamant geeft aan dat het nieuwe bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan niet voorziet in alle bebouwing. In de nabije toekomst is reclamant, net als de buren, van plan om uit te breiden. Het bestemmingsvlak in het huidige bestemmingsplan is groter dan het bouwvlak in het nieuwe bestemmingsplan. Volgens het geldende bestemmingsplan mag 35% van het bestemmingsvlak worden bebouwd. Het bouwwerk van reclamant is op dit moment conform het geldende bestemmingsplan. Het huis is sinds kort in bezit van reclamant. Reclamant heeft begrepen dat het antwoord op deze zienswijze toegevoegd gaat worden aan het bestemmingsplan en terug te lezen is op internet.
36
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling: Ad 1 De mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan zijn overgenomen. De bestaande woning heeft een bouwvlak gekregen en van de gronden buiten het bouwvlak die bij de woning behoren mag nog maximaal 35% worden bebouwd. Het bouwvlak van de woning is net zo groot als dat van de buren en ook de bouwmogelijkheden op het erf zijn net zo ruim als die van de buren. Als de beoogde verbouwingen/nieuwbouw ruimer zijn dan past het er inderdaad niet in en kan daarvoor ook geen bouwvergunning worden verkregen. Na de vaststelling zal het plan op internet worden gezet. Daar komt bij dat er in het bestemmingsplan een ontheffingsmogelijkheid is opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te overschrijden. Voorwaarde is wel dat de voorgevel van de woning niet dichter op de weg wordt gesitueerd.
Zienswijze 16 Korte samenvatting: 1. Reclamant wenst de mogelijkheid te behouden om kassen te bouwen t.b.v. groenten en bloemen achter Osdorperweg 541-543A. 2. Alle omringende percelen hebben een industriebestemming. Reclamant verzoekt de gemeente onderhavig perceel ook een industriebestemming te geven om zo meer mogelijkheden te hebben dan alleen tuinbouw. 3. Van de drie huizen op het perceel zijn slechts twee opgenomen in het bestemmingsplan. Beoordeling: Ad 1 Bestaande glastuinbouwbedrijven krijgen ook in het nieuwe bestemmingsplan de mogelijkheid om kassen uit te breiden tot maximaal 20.000 m. Indien (een deel van) de kassen echter gebruikt worden voor stalling dan is uitbreiding van de kassen niet toegestaan. Op deze manier wordt vastgehouden aan de rechten uit het huidige bestemmingsplan en blijven uitbreidingmogelijkheden voor volledige glastuinbouwbedrijven bestaan. Ad 2
De bestemming Agrarisch (A) met de aanduidingen ‘kas’ en specifieke vorm van bedrijf - stalling die in het ontwerpbestemmingsplan gekozen is voor het kadastrale perceel STN02 H 01144 sluiten het beste aan bij de werkelijke situatie (achter Osdorperweg 541-543A). Er is geen aanleiding om de bestemming te wijzigen naar Bedrijf (B).
37
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 3
In het huidige bestemmingsplan is het mogelijk om 2 woningen op het perceel van de heer Stricker te realiseren. Deze rechten worden overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Conform het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) is het niet toegestaan om nieuwe woningen te realiseren, behoudens bestaand gebruik. Het is dus niet toegestaan om een extra woning toe te kennen aan het perceel van de heer Stricker. Uit de bijgevoegde stukken van de heer Stricker is ook op te maken dat notarieel is vastgelegd dat er twee woonhuizen op het perceel aanwezig zijn. Hieraan wordt vastgehouden. Huisnummering is in dezen niet leidend.
Zienswijze 17 Korte samenvatting: Reclamant heeft de volgende zienswijzen: 1. Op de plankaart staat op het perceel Osdorperweg 937 A de paardenstal c.q. schuurtje niet aangegeven. 2.
Het bouwblok van de Osdorperweg 937A is teveel naar achteren geplaatst.
Beoordeling: Ad 1 Een schuur behoeft als zodanig niet te worden aangegeven op de verbeelding. Alleen vergunde woningen en bedrijfsbebouwing krijgen een bouwvlak toegewezen. Voor een bijgebouw zoals deze schuur is dit niet nodig. Deze gebouwen vallen namelijk onder de regel dat bij de woning nog maximaal 30% van de gronden buiten het bouwvlak mag worden bebouwd met schuurtjes en andere bijgebouwen. Ad 2
Op 20 november 2009 is er een bouwvergunning verleend met kenmerk RBVF109005. Deze bouwvergunning en het nieuwe bestemmingsplan zijn niet in strijd met elkaar. Het bouwvlak voor de woning Osdorperweg 937a nog verder naar voren plaatsen sluit niet aan bij de onlangs verleende vergunning. Het bouwvlak verder naar voren plaatsen is daarom onlogisch en sluit minder goed aan bij de toekomstige situatie op het perceel dan het bouwvlak dat nu opgenomen is in het ontwerpbestemmingsplan. Het bouwvlak wordt daarom niet gewijzigd.
Zienswijze 18 Korte samenvatting: Reclamant heeft de volgende zienswijzen:
38
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
1.
In 1988 zijn de bedrijven van reclamant verplaatst naar de Osdorperweg 945 inclusief de privéwoning van reclamant. De stacaravan werd toen en nu nog steeds gebruikt voor permanente bewoning en is op alle kaarten ingetekend. Reclamant verzoekt de woningen ook in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen. Er is geen sprake van een extra woning.
2.
Het bedrijfsmatige gebruik van het perceel is nog onvoldoende opgenomen in de nota van antwoord.
3.
Op de plankaart van het huidige bestemmingsplan staan de opslagruimtes 10 t/m 15B ingetekend. Echter op de plankaart van het voorontwerpplan ontbreken deze ruimtes. Tevens heeft reclamant geconstateerd dan voor de metingen een verkeerde kaart is gebruikt. Ook hierop ontbreken de reeds 20 jaar aanwezige opslagruimtes.
4.
Het parkeerterrein voor de woningen maakt onderdeel uit van de bedrijfsactiviteiten en dient niet de bestemming ‘tuin’ maar ‘bedrijf’ te krijgen.
5.
In het voorontwerpplan is niet duidelijk dat alle opstallen niet-agrarisch worden gebruikt. Deze hebben de bestemming GD gekregen ipv B. Het gebruik sinds 1996 wordt in de planregels onjuist weergegeven.
6.
De bebouwingsmogelijkheden in het voorontwerpplan zijn aanzienlijk afgenomen. Reclamant verzoekt de gemeente het bouwvlak in overeenstemming te brengen op grond van de realiteit. Het bouwvlak dient het gehele perceel te betreffen met een bebouwingspercentage van 100%. Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol staat uitbreiding van bedrijfsgebouwen toe.
7.
Wanneer de inventarisatie leidt tot handhavingacties van de gemeente, dan maakt reclamant op voorhand bezwaar. Reclamant gaat er van uit in de toekomst niet geconfronteerd te worden met enige vorm van handhaving t.a.v. de bedrijfsactiviteiten en aanwezige bebouwing.
Beoordeling: Ad. 1. De caravan kan niet als woning worden ingetekend aangezien ook het huidige bestemmingsplan slechts één woning op het perceel aan de Osdorperweg 945 toestaat. Er staat nu al een bedrijfswoning waardoor het maximum aantal toegestane woningen reeds is bereikt. Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) staat conform artikel 2.2.1 lid 4 van dit besluit niet toe dat er woningen worden toegevoegd binnen het beperkingengebied, behoudens bestaand gebruik. De caravan een bouwvlak geven en derhalve bestemmen als woning is op basis van het LIB niet toegestaan.
39
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad. 2. Alle kassen in het plangebied hebben de bestemming Agrarisch (A) gekregen met de desbetreffende aanduiding(en). Dit is ook het geval voor de kas op het kadastrale perceel STN02 H 01226. In deze kas is het toegestaan om stalling conform de planregels te hebben. Een kas bestemmen als Bedrijf (B) sluit niet aan bij de feitelijk aanwezige bebouwing. Daarom is ervoor gekozen om de kas te bestemmen als Agrarisch (A) met als aanduidingen ‘kas’ (ks) en ‘specifieke vorm van bedrijf – stalling’ (sb-st). Ad. 3. De onderliggende contouren uit het huidige bestemmingsplan bestaan uit gegevens van de Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN) en het Kadaster. Deze gegevens komen niet terug in de planregels van het bestemmingsplan en hebben daarom geen juridische status. Deze gegevens zijn alleen bedoeld om te kunnen bepalen waar de verbeelding gesitueerd dient te worden. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend en deze gegevens zullen in het kader van het nieuwe bestemmingsplan daarom ook niet aangepast worden. De genoemde opslagruimten worden daarom niet toegevoegd aan de onderliggende contouren. Tevens krijgen de opslagruimten geen bouwvlak vanwege het ontbreken van een bouwvergunning. Ad. 4. Voor dit punt wordt vastgehouden aan het antwoord uit de Nota van Antwoord die opgesteld is ten behoeve van het ontwerpbestemmingsplan. De verkoop van occasions kan conform de verleende garagevergunning van 6 mei 1992 worden voortgezet. Aangezien het hier om een persoonsgebonden vergunning gaat wordt er geen aanduiding of bestemming in het bestemmingsplan voor opgenomen. De bestemming Tuin (T) wordt daarom niet gewijzigd in de bestemming Bedrijf (B). Ad. 5. In het ontwerpbestemmingsplan is reeds aangegeven door middel van de bestemmingen Bedrijf (B) en Agrarisch (A) met de aanduidingen ‘kas’ (ks) en ‘specifieke vorm van bedrijf-stalling’ (sb-st) dat op het kadastrale perceel STN02 H 01226 geen agrarische activiteiten plaatsvinden. De bestemming in het ontwerpbestemmingsplan is daarom conform het huidige gebruik en zal niet gewijzigd worden. Ad. 6. Er is geen sprake van een afname van bebouwingsmogelijkheden. Het te bebouwen stuk van het perceel is groter geworden vandaar dat het bebouwingspercentage afgenomen is. Samen met de bouwvlakken levert dit geen vermindering van de bebouwingsmogelijkheden op. In het huidige bestemmingsplan was er ook geen sprake van de mogelijkheid om 100% van het kadastrale perceel STN02 H 01226 te bebouwen. Dit volledige perceel een bouwvlak geven is daarom geen optie. Ad. 7. Handhaving staat los van de totstandkoming van dit bestemmingsplan.
40
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Derhalve wordt hier niet verder ingegaan op opmerkingen over (toekomstige) handhavingacties.
Zienswijze 19 Korte samenvatting: 1. Op de ontwerp plankaart staat de achterzijde van het perceel tegen het dijklichaam aan, gearceerd als WS WK en staat in het pan omschreven als leidend. Reclamant ziet dit als een vorm van onteigening en vindt dit onacceptabel 2.
In het ontwerpplan wordt gesproken over de aanduiding SB-ST. Echter hier vinden ook het stallen van scooters, motoren en tijdelijke opslag van allerhande goederen plaats. Reclamant verzoekt deze huidige activiteiten in het bestemmingsplan mogelijk te maken.
Beoordeling: Ad. 1. De dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering (WS-WK) is leidend ten opzichte van de bestemming Agrarisch (A). In hun vooroverlegreactie heeft Waternet aangegeven waar de waterkeringen in het plangebied lopen en dat de beschermingszones daarvan op de verbeelding moeten worden aangegeven. Het stadsdeel heeft die opmerkingen van Waternet overgenomen en de verbeelding daarmee aangevuld. Het dagelijks bestuur kan een ontheffing verlenen zodat gebouwd mag worden conform de onderliggende bestemming, mits daartegen uit hoofde van de waterstaatsbelangen geen overwegende bezwaren bestaan en de waterbeheerder daar vooraf over is gehoord. Overigens brengt het bestemmingsplan hier geen nieuwe beperkingen met zich mee. Deze beperkingen golden ook al op grond van de Keur. Van onteigening is geen sprake. Ad. 2. De stallingsregeling is aangepast. Behalve auto’s, boten en caravans is ook de stalling van andere voertuigen mogelijk. Bedrijfsmatige opslag van goederen ten dienste van anderen is niet toegestaan.
Zienswijze 20 Korte samenvatting: 1. Op het perceel 1378 staat de woning van cliënt met huisnummer 515B. Dit nummer is omstreeks 1997 via een huisnummerbeschikking gegeven.
41
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De woning is op de plankaart als bestaande bebouwing aangegeven echter niet positief bestemd. Via een inspraakreactie heeft cliënt reeds verzocht de woning op te nemen met een woonbestemming. Dit verzoek is afgewezen omdat voor de woning geen bouwvergunning is verleend. Cliënt is het niet eens met de afwijzing. Dat voor de woning geen bouwvergunning is verleend is juist. De woning staat echter op het agrarische bedrijfsperceel van cliënt en bestaat de noodzaak op of nabij zijn bedrijf te wonen. De locatie is de enig mogelijke plek. De situatie is bekend bij het stadsdeel. Reclamant verzoekt ter plaatse van de huidige woning een woonbestemming op te nemen. 2.
Cliënt maakt ook bezwaar tegen de regeling omtrent het gebruik van kassen anders dan voor agrarische doeleinden. Deze regeling komt neer op legalisering en bevriezing van het bestaande strijdige gebruik van de desbetreffende kassen.Cliënt is van mening dat het gebruik van de kassen hetzij voor stallingdoeleinden in het algemeen mogelijk gemaakt moet worden, hetzij de bestemming agrarisch gehandhaafd dient te worden.
Beoordeling: Ad 1 Het wel of niet toekennen van een bouwvlak voor een woning staat los van huisnummerbeschikkingen. In het huidige bestemmingsplan was het niet mogelijk om een woning te plaatsen op het kadastrale perceel STN02 H 01378. Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) staat conform artikel 2.2.1 lid 4 van dit besluit niet toe dat er woningen worden toegevoegd binnen het beperkingengebied, behoudens bestaand gebruik. Aangezien er geen bouwvergunning is afgegeven voor het oprichten van een woning wordt er geen bouwvlak voor een woning ingetekend. Ad 2
In het voorontwerp gold genoemde regeling voor alle kassen. Tijdens het wettelijk vooroverleg (art. 3.1.1. Bro) met andere overheden naar voren gekomen dat deze regeling zich slecht verhoudt tot de eisen die de Hoofdgroenstructuur stelt aan dit gebied. Daarnaast heeft een nadere inventarisatie plaatsgevonden waarbij gebleken is dat een significant aantal kassen nog agrarisch wordt gebruikt. Dit heeft tot het besluit geleid om de kassen in het ontwerp weer een agrarische bestemming te geven en uitsluitend de bestaande stallingactiviteiten toe te staan. Voor deze activiteiten geldt dat zij niet mogen worden uitgebreid. Ook mogen de kassen waarbinnen deze activiteiten plaatsvinden niet worden uitgebreid.
42
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 21 Korte samenvatting 1. Cliënt is eigenaar van het perceel Lutkermeerweg naast 21-23. Dit perceel had de bestemming B (sb-lob), in het ontwerpplan is de bestemming voor Lutkemeerweg naast 21-23 ambtshalve gewijzigd in A (al) voor een agrarisch loonbedrijf. Deze bestemming is tot stand gekomen omdat de bestemming A(al) beter aansluit bij de feitelijke situatie. Echter de opstellers van het ontwerpplan zijn niet op de hoogte van de werkelijke situatie ter plaatse. De hoofdzaak van het bedrijf was een agrarisch loonbedrijf maar is in de loop der jaren veranderd naar een grondverzetbedrijf. In bijlage is een uittreksel Handelsregister ingevoegd waaruit de huidige omschrijving van het bedrijf blijkt, en een drietal foto’s die de huidige situatie weergeven. Cliënt verzoekt de bestemming van het perceel te wijzigen in ‘B (sb-lob)’. Beoordeling: Ad 1 In het huidige bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming Agrarisch gebied met natuur- en landschappelijke waarden (Anl). Het ontwerp- en het vast te stellen bestemmingsplan grijpen hierop terug door het perceel de bestemming Agrarisch (A) met de aanduiding ‘’ agrarisch loonbedrijf’ te geven. Op deze manier wordt weer aangesloten bij de feitelijk bestemde situatie. Een grondverzetbedrijf is zowel met het huidige als met het nieuwe bestemmingsplan in strijd en het perceel zal daarom niet als zodanig worden bestemd.
Zienswijze 22 Korte samenvatting: 1. De zienswijze betreft Raasdorperweg 34 t/m 48, 1067 TK Amsterdam Reclamant geeft aan dat het kassenblok waarvan bij volledige sloop maximaal 15% teruggebouwd mag worden als bedrijfsbebouwing (dit betreft de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.5 van de planregels) in de toekomst economisch onhaalbaar is. De oppervlakte waarop de 15% teruggebouwd mag worden (gearceerde deel op de verbeelding) is veel te klein en niet voor het doel bruikbaar. Cliënt verzoekt het gearceerde deel minimaal te verdubbelen en het terugbouwpercentage te verhogen naar 20%. Reclamant voelt zich benadeeld en vergelijkt een aantal situaties met de eigen situatie: • Rechtsongelijkheid 1: Osdorperweg 937, hier kan teruggebouwd worden in 15000 m2. Hierdoor worden op deze locatie meer mogelijkheden geschapen.
43
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
•
•
Rechtsongelijkheid 2: Osdorperweg 756, dit perceel staat ingekleurd met paars als zijnde karakteristieke boerderij. Het betreft echter een voormalig akkerbouwbedrijf. In vergelijking met de bebouwing achter Raasdorperweg 42, zou de paarse inkleuring meer gepast zijn. Cliënt verzoekt dan ook om inkleuring hiervan. Rechtsongelijkheid 3: Kwekerijen die al overgegaan zijn op SB-ST hebben wel de mogelijkheid om zonder enige investering een inkomstenbron te realiseren. Cliënt krijgt deze mogelijkheid niet en kan daarom geen inkomstenbron realiseren. Cliënt verzoekt ook bij bestaande kwekerijen opslag mogelijk te maken.
Beoordeling: Ad.1 Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast. Het gearceerde gedeelte (wro-zone wijzigingsgebied) achter de Raasdorperweg 34-48 is versmald en verlengd teneinde het doorzicht naar het achterland open te houden en tegelijkertijd voldoende ruimte te bieden voor de herbouw van bedrijfsruimte (na sloop van de kas). De arcering bedraagt nu circa 10.000 m en is nu ruim genoeg om het volledige percentage aan bedrijfsbebouwing terug te bouwen en ook nog logistieke ruimte ten behoeve van deze bedrijfsgebouwen beschikbaar te hebben. Het gearceerde gedeelte geeft overigens niet aan hoeveel vierkante meter bedrijfsgebouwen er mag worden teruggebouwd. De arcering geeft alleen maar aan waar de bedrijfsgebouwen mogen worden teruggebouwd. De omvang is afhankelijk van de kas die wordt gesloopt. Maximaal 15% mag worden teruggebouwd, maar dan moet wel de gehele kas worden gesloopt. De kas achter de Raasdorperweg 42-48 is de grootste in het gebied met ongeveer 36.000 m². Als die in zijn geheel wordt gesloopt mag er in het gearceerde gebied maximaal circa 5.400 m² bedrijfsgebouwen worden teruggebouwd. De bedrijfsgebouwen moeten dan wel binnen het gearceerde gebied worden gebouwd. Op de locatie Osdorperweg 937 kan dus niet het gehele gearceerde gebied van 15.000 m² worden volgebouwd, maar maximaal 15% van de te slopen kassen. Op de locatie Osdorperweg 756 is in de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen een hoveniersbedrijf gevestigd. Ten behoeve van dit bedrijf wordt de bestemming gewijzigd in een agrarische bedrijfsbestemming met de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – hovenier’. De karakteristieke boerderij aan de Osdorperweg 756 heeft een woonbestemming gekregen. Deze situatie is niet vergelijkbaar met die van reclamanten. De bedrijfsgebouwen van reclamanten hebben een agrarische bestemming gekregen conform het huidige gebruik. Bij de bestaande kwekerijen is geen stalling toegestaan. Om de exploitatiemogelijkheden voor de bestaande kwekerijen te vergroten zijn de uitbreidingsmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan overgenomen tot 20.000 m² kas per bestaand bedrijf. Daarnaast is een verbreding naar stadslandbouwactiviteiten mogelijk, en als dat niet meer rendabel is kunnen
44
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
de bestaande stallen worden gesloopt en kan maximaal 15% daarvan worden vervangen door bedrijfsgebouwen. De bedrijven die nu stalling als (neven)activiteit hebben kunnen dat niet. Zij mogen de kassen niet verder uitbreiden en zij kunnen geen gebruik maken van de stadslandbouwregeling. De bestaande stalling mag worden voortgezet omdat het ongedaan maken van deze stalling geen reële optie is. Nieuwe stallingsmogelijkheden zijn bovendien in strijd met het gemeentelijke beleid voor de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam.
Zienswijze 23 Korte samenvatting: De zienswijze betreft het perceel Osdorperweg 580-596 te Amsterdam en bijbehorende agrarische percelen. Deze zienswijze dient tevens beoordeeld te worden in samenhang met de inspraakreactie d.d. 13 mei 2009, welke hier als herhaald en ingelast beschouwd dient te worden. Voor de beantwoording van de inspraakreacties zij verwezen naar de Nota van Antwoord van november 2009 die als bijlage bij het bestemmingsplan is gevoegd. 1.
Reclamanten stellen grote vraagtekens bij de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De ambities waar het gaat om Tuinen van West zijn hoog en beperkend voor de betrokken bedrijven c.q. perceeleigenaren. Uitplaatsing van de bedrijven is hiervan het gevolg. Enerzijds heeft dit te maken met de opgelegde beperkingen en anderzijds met de beoogde transformatie van het gebied. Reclamanten respecteren een politiekbestuurlijke keuze, maar zijn van mening dat de daarmee samenhangende financiële consequenties zeker gesteld dienen te zijn. Indien dit niet het geval is, achten reclamanten het ontwerpplan in strijd met de Wro.
2.
Vanwege de beleidsvoornemens met dit gebied is een groot aantal zaken onder het overgangsrecht gebracht. Een dergelijke situatie leidt al snel tot planschade. Reclamanten stellen vast dat geen rekening is gehouden met grondexploitatie zodat om die reden de economische uitvoerbaarheid van het plan niet is gewaarborgd.
3.
Reclamanten zullen op termijn planschade zullen leiden als gevolg van een planologische verslechtering hangt samen met een aantal onderdelen van dit ontwerpplan namelijk: • Het onder overgangsrecht brengen van recent vergunde agrarische bedrijfsgebouwen en de stoeterij; • Het weg bestemmen van een bestaande binnenplanse uitbreidingsmogelijkheid van de bedrijfsgebouwen;
45
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
•
•
Het beperken tot het positief bestemmen van één bedrijfsfunctie terwijl er feitelijk verschillende categorie 3 bedrijfsfuncties op het terrein zijn toegestaan; Het onder het overgangsrecht brengen van met bouwvergunning gerealiseerde bebouwing hoger dan 8 meter. Reclamanten verzoeken bovenstaande zaken niet onder het overgangsrecht te brengen maar positief te bestemmen.
4.
Reclamanten hebben geschetst wat de economische noodzaak is geweest om de bedrijfsactiviteiten mede te richten op het ontwikkelen en beheren van vastgoed. Een uitvloeisel hiervan is dat een aantal units op het terrein aan bedrijven van derden is verhuurd. Reclamanten kunnen uit het ontwerpplan niet opmaken of bedoeld is om feitelijk 1 bedrijf dan wel een samenstel van bedrijven planologisch toe te staan. Reclamanten verzoeken de bestemmingsregeling te verduidelijken. Uitgangspunt dient te zijn dat er op het perceel naast het eigen bedrijf eveneens een aantal andere bedrijven planologisch is toegestaan. Onduidelijk is ook wat onder het begrip ‘bedrijfsoppervlakte’ moet worden verstaan.
5.
Voor zover de regeling van de SVBP2008 en de daarin te onderscheiden hoofdbestemmingen als uitgangspunt worden genomen, verzoeken reclamanten het perceel de bestemming Bedrijventerrein (BT) te geven.
6
Reclamanten hebben geconstateerd dat in het ontwerpplan geen enkele uitbreidingsmogelijkheid is opgenomen. Reclamanten achten dit in strijd met het uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening. De uitgangspunten houden in dat de keuze voor een bedrijfsbestemming impliceert dat een bedrijf gedurende de planperiode van 10 jaar een normale uitbreidingsmogelijkheid dient te worden geboden. In de regel is dat in ieder geval 15% van het bestaande bebouwd bedrijfsoppervlak. In geval tot het oordeel wordt gekomen dat de toelaatbare groei is bereikt dan is de keuze voor een positieve bestemming die niet aansluit bij het bedrijfsperspectief onjuist en te gemakkelijk. In een dergelijk geval dienen door de planregelgever actief en vooraf een aantal zaken te worden onderzocht, namelijk: • Heeft een dergelijke keuze de instemming van het betreffende bedrijf; • Zo niet, dan dient de planregelgever na te gaan of op basis van welke criteria het bedrijf kan worden uitgeplaatst; • Wanneer dit niet mogelijk is, hoe het bedrijf anderszins kan worden gecompenseerd.
7.
Verder achten reclamanten het plan is strijd met een zorgvuldige voorbereiding van de planprocedure in gevolge de Awb, omdat het plan tot stand is gekomen zonder enig overleg met reclamanten en dus zonder zorgvuldig onderzoek.
46
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
8.
De situering van de dubbelbestemming voor de scheidingssloot op de plankaart houdt geen rekening met de vergunde en nog op te richten agrarische bedrijfsgebouwen. Reclamanten verzoeken deze bedrijfsgebouwen door middel van een bouwvlak nader aan te duiden.
9.
De bedrijfscategorie C ‘bouwbedrijf’ ontbreekt in de begripsbepaling en is niet opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging. Reclamanten verzoeken om een duidelijke definitie van dit begrip en om opnamen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging.
10.
Het onderscheid ‘aannemersbedrijf’ en ‘bouwbedrijf’ is niet helder.
11.
Het toestaan van alleen categorie C ‘bouwbedrijf’ is een beperking, als gevolg waarvan een groot aantal van de bedrijfsactiviteiten onder het overgangsrecht worden gebracht.
12.
Een aantal bedrijven, welke een unit huren van reclamanten, komen niet terug in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging. Het gebruik wordt onder het overgangsrecht geplaatst. Reclamanten verzoeken de bedoelde bedrijfscategorieën te vermelden in de Staat van Bedrijfsactiviteitenfunctiemenging.
13.
Het begrip ‘bedrijfsoppervlakte’ ontbreekt in de begripsbepaling. Hierover kan later onduidelijkheid ontstaan bij de toepassing van de planregels en bepaling van de zwaarte van enige bedrijfscategorie. Reclamanten verzoeken dit begrip op te nemen.
14.
De 6 woningen die grenzen aan het terrein van reclamanten hebben in het ontwerpplan de status burgerwoningen gekregen. Reclamanten achten dit niet juist en verzoeken deze woningen te bestemmen als bedrijfswoningen.
15.
De opslag van zand en grind op het terrein is een categorie C activiteit en niet meer toegestaan. De plaatsing onder het overgangsrecht achten reclamanten onjuist en verzoeken deze activiteit expliciet en positief te bestemmen.
16.
Het hoveniersbedrijf op het terrein valt ook onder het overgangsrecht. Reclamanten achten dit onjuist en verzoeken deze activiteit expliciet en positief te bestemmen.
17.
De bepaling onder art. 5.3.1 omtrent de hoeveelheid en hoogt van opslag ter plaatse van de aanduiding opslag, achten reclamanten te veel beperkend voor de bedrijfsvoering en roept vragen op. Wat is incidenteel en wat is opslag? Reclamanten verzoeken om in de betreffende planregel te bepalen dat op dit gedeelte van het bedrijfsterrein max. 10.000m3 bouwstoffen en/of
47
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
halffabricaten mogen worden opgeslagen, naast de reguliere opslag van bouwmaterialen en het gebruik voor stallingdoeleinden. 18.
Rutte Groep vervaardigt ondergrondse afvalinzamelingsystemen, Deze bedrijfsactiviteiten vallen onder SBI-code 2663, 2664, 2665 en 2666 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Reclamanten verzoeken tevens de activiteiten van voornoemde aannemersbedrijf, verhuurbedrijf, het hoveniersbedrijf en de handel in zand en grond op te nemen in de door de gemeente gehanteerde lijst.
19.
Het artikel m.b.t. de bestemming ‘Wonen’ is onduidelijk. Onduidelijk is wat het bouwperceel per woning is. Reclamanten verzoeken dit nader op de plankaart aan te duiden.
20.
Het bouwvlak van de woning Osdorperweg 586 is op de plankaart niet in overeenstemming met de contouren van de bestaande woning. Reclamanten verzoeken het bouwvlak hierop aan te passen.
21.
Voor het adres Osdorperweg 588 is een bouwvergunning verleend voor het oprichten van drie stal- en bergruimten en een paddock t.b.v. een stoeterij. In het ontwerpplan is ter plaatse van deze gronden de bestemming agrarisch met waarden (Aw) opgenomen. De bestaande bebouwing- en gebruiksmogelijkheden zijn niet opgenomen in de planregels en verbeelding. Reclamanten verzoeken het ontwerpplan hierop aan te passen. De situering van de waterscheiding staat in de weg aan de realisering van deze vergunde bebouwing.
Beoordeling Ad. 1. Van een beoogde transformatie naar de ‘Tuinen van West-ambities’ is – zeker op het onderhavige perceel – geen sprake. Voor de Osdorper Binnenpolder Zuid is de ambitie om het bestaande waardevolle veenweidenlandschap te behouden, maar daarbij de geldende rechten te respecteren. De in het kader van de Tuinen van West toe te voegen laarzenpaden vergen niet meer investeringen dan straatmeubilair zoals bijvoorbeeld bewegwijzering en een brug over een sloot. Ad. 2. In het onderstaande is gedetailleerd uiteen gezet hoe de bestaande rechten uit het geldende bestemmingsplan zijn overgenomen. Er is geen sprake van dat er zaken zijn weg bestemd of onder het overgangrecht gebracht. Er is dan ook geen aanleiding om rekening te houden met omvangrijke planschadeclaims die de uitvoerbaarheid van het plan in gevaar kunnen brengen. De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is gelet op het vorenstaande (Ad 1 en Ad 2) dan ook niet in het geding.
48
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad. 3. Van planschade is geen sprake gelet op de beantwoording hierna. • De stoeterij is positief bestemd conform de verleende bouwvergunning van 4 juni 2008 (registratienummer: RBV08009). De stoeterij heeft de bestemming ´Agrarisch´ gekregen met de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch - stoeterij´. Met de oprichting van de 3 bedrijfsgebouwen ten behoeve van deze agrarische activiteit zijn de bouwmogelijkheden binnen het geldende bestemmingsplan (bestemming ‘Anl’) volledig benut. • Zie beantwoording inzake de uitbreidingsmogelijkheden (Ad 6). • De regels zijn zodanig aangepast dat op de onderhavige gronden met de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – transport, aannemer en hovenier’ niet alleen categorie A en B-bedrijvigheid is toegestaan, maar ook een goederentransportbedrijf, een aannemersbedrijf en een hoveniersbedrijf. Voor toelaatbaarheid overige vormen van bedrijvigheid zie beantwoording bij Ad 4. • Bestaande en vergunde bebouwing die hoger is dan 8 meter, valt onder de algemene bouwregel in artikel 22.1. Daarin is deze overschrijdende maatvoering positief bestemd. Dat betekent dat het mag worden voortgezet en in dezelfde hoogtes mag worden teruggebouwd. Ad. 4. Het bestemmingsplan is naar aanleiding van punt 4 deels aangepast. In artikel 5 is geregeld dat de bestemming ´Bedrijf´ bestemd is voor bedrijven in de categorieën A en B. In dit artikel is de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – bouwbedrijf’ vervangen door de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – transport, aannemer en hovenier’. De bedrijfscategorieën ‘aannemersbedrijf’ (cat. 3.2) en ‘goederentransportbedrijf’ (cat. 3.1) zijn toegevoegd aan de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging. In de begrippenlijst is de ‘bedrijfsoppervlakte’ omschreven als de oppervlakte die in gebruik is voor het desbetreffende bedrijf en ook voor deze bedrijvigheid is bestemd. Ten aanzien van de toelaatbaarheid van bedrijvigheid in het algemeen op onderhavig perceel gelden de volgende overwegingen: Wat betreft de toelaatbare bedrijvigheid beroepen reclamanten zich op het vorige bestemmingsplan. Voor de huidige bedrijfsactiviteiten kunnen echter geen aanspraken worden gemaakt op rechten volgens de agrarische bestemmingen. In het vorige bestemmingsplan waren de voor ‘Wonen en Bedrijven’ aangewezen gronden bestemd voor niet-agrarische bedrijven. Toelaatbaar waren: • achter Osdorperweg 578, uitsluitend een transport- en aannemingsbedrijf (categorie 3); • achter Osdorperweg 580-596, uitsluitend een transportbedrijf.
49
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Deze regeling is vertaald in de bestemmingsregeling van het huidige bestemmingsplan. Vanwege de menging van wonen en bedrijven is een bedrijvenlijst voor functiemenging gehanteerd. Toelaatbaar zijn bedrijven in de categorieën A en B (vergelijkbaar met de categorieën 1 en 2 uit het vorige plan). Het transport- en aannemingsbedrijf zijn te zwaar en vallen niet onder categorie A- of B-bedrijvigheid. Om die reden hebben deze bedrijfsactiviteiten een maatbestemming gekregen. Ter plaats zijn een aannemersbedrijf met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1.000 m² (categorie 3.1) en een goederentransportbedrijf met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 1.000 m² (categorie 3.2) toelaatbaar. Dat zijn de geldende rechten uit het vorige plan die naar het huidige plan zijn vertaald. Volgens de ‘Staat van bedrijfsactiviteiten – functiemenging’ vallen onder het bedrijfstype aannemersbedrijf de SBI-codes 41, 42 en 43. Dat betekent dat hieronder worden gerekend: bedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw, grond- water- en wegenbouw en gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw. Eén en ander betekent dat de volgende bedrijfsactiviteiten in strijd zijn met het vorige èn huidige bestemmingsplan: • Hoveniersbedrijf. • Vervaardiging en levering van ondergrondse afvalsystemen. • Verhuurbedrijf van transportmiddelen, machines en werktuigen. Van deze activiteiten kan alleen het Hoveniersbedrijf in het huidige bestemmingsplan worden opgenomen. In het gemengde en landelijke gebied van de Osdorperweg kunnen deze activiteiten als passend worden aangemerkt. Binnen de bestemming ‘Bedrijf’ zal daartoe een aanduiding ‘hovenier’ worden opgenomen. Ter plaatse is een hoveniersbedrijf toegestaan met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 500 m² (categorie 3.1). De vervaardiging van ondergrondse afvalsystemen is door reclamant aangemerkt als een betonmortelcentrale en het vervaardigen van betonproducten. Deze bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toelaatbaar in het kader van het ‘aannemersbedrijf’. Een uitbreiding van de toelaatbare bedrijfsactiviteiten met een betonmortelcentrale is gelet op de gemengde omgeving met wonen en waardevol weidevogellandschap, niet gewenst. Aan deze zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. De verhuur van transportmiddelen en machines en werktuigen was onder het vorige bestemmingsplan niet toegestaan. Volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten – functiemenging zijn deze bedrijfsactiviteiten aan te merken als categorie C-activiteiten. Deze activiteiten zijn op de onderhavige locatie niet gewenst vanwege de verkeersaantrekkende werking. De Osdorperweg is niet geschikt voor zwaar verkeer. Op de onderhavige locatie
50
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
heeft het dijklichaam al te lijden van het zware verkeer in verband met het goederentransportbedrijf en het aannemingsbedrijf. Nog meer zwaar verkeer als gevolg van een verhuurbedrijf van transportmiddelen, machines en werktuigen is niet gewenst. De huidige activiteiten kunnen worden uitgeoefend onder de noemer van het transportbedrijf en het aannemersbedrijf. Een uitbreiding van de toelaatbare bedrijvigheid met de ‘verhuur van transportmiddelen en machines en werktuigen’ is niet gewenst. Een handel in zand en grind met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 200 m² valt niet onder categorie A of B-bedrijvigheid en is om die reden niet toegestaan. Vanwege met name de omvang van het zware verkeer kunnen deze activiteiten op de onderhavige locatie ook in de toekomst niet worden toegestaan. De huidige activiteiten zijn toelaatbaar onder de noemer van het aannemersbedrijf en het transportbedrijf. Een uitbreiding van de toelaatbare bedrijvigheid met de handel in zand en grind is niet gewenst. Wat betreft de verhuur van bedrijfsruimten aan derden. Binnen de bestemming ‘Bedrijf’ zijn bedrijven toelaatbaar die passen binnen de bestemmingsomschrijving (categorieën A en B, aannemer, goederentransport, hovenier). Voor het bestemmingsplan is de eigendom- of verhuurrelatie niet van belang. De bedrijvigheid is ook op basis van verhuur toelaatbaar. De verhuuractiviteiten zelf worden aangemerkt als categorie A-bedrijvigheid en zijn in dit gemengde gebied dus toegestaan. Ad. 5. De bestemming ‘Bedrijventerrein’ is voor de onderhavige percelen niet gewenst. Het gaat hier om een gemengd gebied en niet om een homogeen bedrijventerrein. In dat geval past de bestemming ‘Bedrijf’ beter. Ad. 6. Volgens het vorige bestemmingsplan had slechts een deel van het huidige bedrijfsterrein de bestemming Wonen en Bedrijven. Bijna de helft van het huidige bedrijfsterrein had in het vorige bestemmingsplan nog een agrarische bestemming waarbinnen de huidige bedrijfsactiviteiten niet passen. Zo was een deel bestemd voor ‘Agrarisch gebied met tuinbouw’ en een deel voor ‘Agrarisch gebied met natuur en landschappelijke waarden’. Reclamanten kunnen zich voor hun huidige bedrijfsactiviteiten niet beroepen op de rechten die toekomen aan een agrarisch bedrijf. In die zin heeft er voor reclamanten een aanzienlijke planologische verbetering plaatsgevonden, die bij een eventuele planschadeclaim zullen worden verrekend. Volgens het vorige plan kunnen reclamanten derhalve nog aanspraak maken op de volgende bouwmogelijkheden. De omvang van het vlak met de bestemming ‘Wonen en Bedrijven’ bedroeg 12.569 m². Daarvan mocht maximaal 30% worden bebouwd, wat neerkomt op 3.770 m². In het onderhavige bestemmingsplan is er 3.780 m² bouwvlakken beschikbaar die mogen worden bebouwd met bedrijfsgebouwen.
51
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Volgens de jurisprudentie kunnen de vrijstellingsmogelijkheden in een bestemmingsplan niet als geldende rechten worden geclaimd. Deze zijn hier dan ook niet meegenomen. Dat betekent dat er geen geldende bebouwingsrechten meer zijn. Integendeel, de geldende mogelijkheden zijn inmiddels reeds flink overschreden. In dit bestemmingsplan zijn die uitbreidingen meegenomen. Verdere uitbreiding is niet gewenst. De aard en schaal van het bedrijf passen namelijk niet meer in het gebied van de Osdorperweg. Dat blijkt ook wel want in de loop van de tijd is het bedrijf steeds verder het waardevolle polderlandschap ingetrokken. Het bedrijf vormt in die zin een bedreiging voor het waardevolle landschap van de Osdorper Binnenpolder Zuid en het aanwezige vogelweidegebied. Het verkeer van en naar het bedrijf is te zwaar voor de Osdorperweg die gelegen is op een veendijk. Verdere groei van het bedrijf is op de huidige locatie dan ook ongewenst. In het plan zullen geen uitbreidingsmogelijkheden meer worden opgenomen. Daar komt bij dat het Programma van Eisen Tuinen van West er op is gericht om het verder oprukken van bebouwing vanaf de Osdorperweg te voorkomen. Tuinen van West is een uitwerking van de Hoofdgroenstructuur op basis waarvan geen toename is toegestaan van onder andere nietagrarische bedrijfsbebouwing. Een groei van de bedrijfsbebouwing brengt daarbij automatisch meer bedrijvigheid met zich mee. Het is onverantwoord om het bedrijf nog verder te laten groeien. De Osdorperweg heeft namelijk onvoldoende capaciteit voor een hoofdontsluitingsweg en het dijklichaam van de Osdorperweg is niet bedoeld voor nog meer zwaar vrachtverkeer. Indien het bedrijf verder wil uitbreiden zal het moeten omzien naar een locatie op een bedrijventerrein. In Amsterdam is daarvoor voldoende bedrijfsruimte beschikbaar. Het stadsdeel heeft al eerder aangeboden daarbij behulpzaam te zijn, maar het is aan het bedrijf zelf om naar een geschikte locatie om te zien waar het nog verder kan groeien. Op de huidige locatie zijn die groeimogelijkheden er niet meer. Van een financiële compensatie kan geen sprake zijn. Van meet af aan is duidelijk geweest dat het gebied zich niet leent voor grootschalige bedrijvigheid zoals reclamanten die nu wensen. De huidige situatie is in het verleden zo gegroeid en om die reden grotendeels positief bestemd. Verdere groei op de onderhavige locatie is niet meer mogelijk en dat is ook in het verleden altijd het standpunt van het stadsdeel geweest. Ad. 7. Vanwege de vele verschillende belangen in het gebied is bij de voorbereiding van het onderhavige bestemmingsplan een procedure gevolgd die veel uitgebreider is dan de wettelijk voorgeschreven procedure. Aanvullend op de wettelijke procedure is er eerst een inspraakprocedure gevolgd op het voorontwerp bestemmingsplan. Daarna heeft nog eens een zienswijzenprocedure plaatsgevonden op het ontwerp bestemmingsplan. Reclamant heeft in beide procedures uitgebreid gereageerd. De inspraakreacties en zienswijzen van reclamant zijn ook telkens uitgebreid
52
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
beantwoord. Daar komt bij dat er in het kader van de handhaving diverse keren overleg met reclamant plaatsgevonden. Van een onzorgvuldige totstandkoming is geen sprake. Ad. 8. Zie de beantwoording onder Ad 6 en Ad 3 (eerste bolletje). Ad. 9. zie Ad 4 Ad. 10 zie Ad 3 en 4 Ad. 11. zie Ad 3 en 4 Ad. 12 zie Ad 4 Ad. 13. zie Ad 4 Ad. 14. Aan deze zienswijze is tegemoet gekomen. Het gehele terrein Osdorperweg 576-596 heeft de bestemming ‘Bedrijf’ gekregen en de 6 woningen zijn conform het verzoek van reclamant als bedrijfswoning bestemd. Ad. 15. Zie Ad 4 Ad. 16. Zie Ad 4 Ad. 17. Wat betreft de opslag op het terrein. Op het gehele terrein is opslag in verband met de bestemming toelaatbaar. Ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’ is echter uitsluitend opslag toegestaan en geen bebouwing. Overkappingen en (permanent aanwezige) zeecontainers zijn ter plaatse dus niet toegestaan. De omvang van de opslag vloeit voort uit de wens om het aangrenzende vogelweidegebied te beschermen. Vanwege de weidevogels is de opslaghoogte beperkt tot 3 meter. Incidenteel is een hoogte van 4 meter toegestaan. Om dat te objectiveren is geregeld dat maximaal 5% van het aangeduide gebied mag worden gebruikt voor opslag met een hoogte van 4 meter. Ad. 18. Zie Ad 4 Ad. 19. Deze zienswijze is niet meer relevant. Conform de zienswijze van reclamant is de woonbestemming aangepast in een aanduiding ‘bedrijfswoning’.(zie Ad 14) Ad. 20. Aan deze zienswijze is tegemoet gekomen. Het bouwvlak van de woning Osdorperweg 586 is aangepast. Ad. 21. Zie de beantwoording onder Ad 3. Ten behoeve van de waterscheiding is in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die het
53
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
mogelijk maakt om een ander traject te kiezen, als het aangeduide traject vanwege eigendomsverhouding niet uitvoerbaar blijkt.
Zienswijze 24 Korte samenvatting: 1. Reclamanten maken bezwaar tegen het autovrij maken van de Tom Schreursweg. De Osdorperweg is hierdoor vanaf de N200 niet bereikbaar. De alternatieven, de afslagen Geuzeveld en Tom Schreursweg, worden nu ook in het nieuwe bestemmingsplan onmogelijk gemaakt. Reclamanten zijn van mening dat de polder langzaam veranderd in een industriegebied en er weinig woongenot over blijft. Beoordeling: Ad.1 Het bestemmingsplan Osdorperweg e.o. ziet niet op verkeerstechnische maatregelen maar slechts op de gebruiksfunctie van gronden alsmede de bebouwingsmogelijkheden. Het al dan niet autovrij maken van de Tom Schreursweg wordt derhalve niet door het bestemmingsplan geregeld. Met het bestemmingsplan is juist beoogd het waardevolle polderlandschap van de Osdorper polders te behouden.
Zienswijze 25 Korte samenvatting: 1 Het ontwerpbestemmingsplan legt beperkingen op ten aanzien van de bouwmogelijkheden. Dit is niet wenselijk omdat de heer W.J. v. Geilswijk maatregelen wil treffen tegen overlast van de toekomstige Westrandweg (snelweg). 2 De bestemming W-WS (art. 20) legt onnodige beperkingen op aan het perceel Raasdorperweg 20 3 Onderhavige herzieningsprocedure is een voortzetting van het beleid dat is ingezet onder het bestemmingsplan Haven en Recreatie uit 1978 waardoor pachters benadeeld worden door de Gemeente Amsterdam. Beoordeling: Ad 1 Het ontwerpbestemmingsplan legt qua bebouwingspercentage geen beperkingen op aan de bebouwingsmogelijkheden ten opzichte van het huidig geldende bestemmingsplan. Voor het perceel aan de Raasdorperweg 20 geldt dat de woonbestemming is overgenomen in het ontwerp waarbij 1 woning binnen het bouwvlak is toegestaan en buiten het bouwvlak 30% aan
54
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bijgebouwen en aan- of uitbouwen is toegestaan. De bestaande rechten worden derhalve voldoende gewaarborgd. Ad 2
Deze (mede)bestemming geldt binnen de op de verbeelding aangegeven zonering en dient ter bescherming van de waterkerende functie van het dijklichaam aan de Osdorperweg. De breedte van de zonering is opgenomen conform hetgeen door Waternet is aangegeven (tijdens het vooroverleg krachtens artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (voorontwerpfase)). De beperkingen die hieruit voortvloeien voor bouwinitiatieven golden reeds ten tijde van het vigerende bestemmingsplan maar waren daarin nog niet afdoende vastgelegd. Nu is duidelijker vastgelegd wanneer bouwinitiatieven en andere activiteiten in de nabijheid van een waterkering moeten worden getoetst door Waternet.
Ad 3
Het ontwerpbestemmingsplan moet los worden gezien van bestemmingsplannen voorafgaand aan het huidig geldend bestemmingsplan Osdorperweg e.o.. Hoe dan ook heeft een bestemmingsplan geen betrekking op privaatrechtelijke betrekkingen zoals pacht. Dit onderdeel van de zienswijze blijft dan ook verder buiten beschouwing.
Zienswijze 26 Korte samenvatting: 1. Het perceel aan de Osdorperweg 781A valt binnen het ontwerp onder de bestemmingen Tuin, Wonen en de medebestemming WaterstaatWaterkering. Dit legt beperkingen op aan de mogelijkheden (bouwvergunningen e.d.) op het perceel. Beoordeling Ad 1 Tuin: De tuinbestemming is in het ontwerp doorgetrokken tot aan voorgevels van de woningen omdat dit beter aansluit bij de feitelijke situatie en hierdoor het groene karakter van het plangebied beter wordt gewaarborgd. In het definitieve bestemmingsplan zal de tuinbestemming weer worden teruggebracht naar de omvang zoals vastgelegd in het huidig geldende bestemmingsplan Osdorperweg e.o.. Reden hiervoor is dat de situering van bebouwing onnodig wordt beperkt ten opzichte van het huidig geldende bestemmingsplan. Daarnaast is het op grond van het beleid in de ’Tuinen van West’ wenselijk om bebouwing zoveel mogelijk aan de weg te concentreren. De tuinbestemming in het ontwerp laat dit niet toe. Waterstaat-Waterkering: De dubbelbestemming ‘Waterstaat-Waterkering’ geldt binnen de op de verbeelding aangegeven zonering en dient ter bescherming van de waterkerende functie van het dijklichaam aan de
55
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Osdorperweg. De breedte van de zonering is conform hetgeen door Waternet is aangegeven tijdens het vooroverleg (voorontwerpfase) krachtens artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. De beperkingen die hieruit voortvloeien voor bouwinitiatieven golden reeds ten tijde van het vigerende bestemmingsplan maar waren daarin nog niet afdoende vastgelegd. Nu is duidelijker vastgelegd wanneer bouwinitiatieven en andere activiteiten in de nabijheid van een waterkering moeten worden getoetst door Waternet. Wonen: De thans geldende bestemming van het perceel is Wonen en agrarische bedrijven (WA). Volgens de verplichte Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) kan de bestemming WA niet meer gebruikt worden. Gekozen is voor de bestemming Wonen. Dit sluit aan bij de situatie op het perceel (kadastraal perceel Gemeente Sloten, sectie H, nummer 1240).
Zienswijze 27 Korte samenvatting: 1 Verzocht wordt om de inspraakreactie op het voorontwerp nog een keer nader te beoordelen in verband met de situatie ten aanzien van de leidingentracés en het ontbreken van een viertal transportleidingen voor drinkwater op de verbeelding. Beoordeling: Ad 1 De inspraakreactie op het voorontwerp betreft een verzoek tot het omruilen van bouwmogelijkheden aan de voorzijde van het perceel ten behoeve van bouwmogelijkheden aan de achterzijde van het perceel, dit in verband met de aanwezigheid van kabels en leidingen alsmede de slechte bereikbaarheid van het perceel. De situatie ten aanzien van de leidingen geeft geen aanleiding tot een heroverweging van de inspraakreactie op het voorontwerp. Het betreft hoe dan ook bestaande leidingen waarmee reeds rekening moest worden gehouden onder het vigerende bestemmingsplan. Zowel in het huidige als nieuwe bestemmingsplan wordt getracht de bebouwing zoveel mogelijk langs de weg, in dit geval de Osdorperweg, te realiseren. Dit sluit aan bij het beleid op grond van de Hoofdgroenstructuur (HGS) / de ‘Tuinen van West’. Het verplaatsen van bouwmogelijkheden de polder in is derhalve onwenselijk. Voor het overige wordt de beantwoording van de inspraakreactie hier als herhaald en ingelast beschouwd. Overigens zullen de tracés van de transportleidingen voor drinkwater alsnog worden opgenomen in de verbeelding van het definitieve bestemmingsplan.
56
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 28 Korte samenvatting: 1. Reclamant is het niet eens met de ingetekende dubbelbestemming (artikel 20, Waterstaat – Waterkering). De agrarische functie is binnen deze bestemming ondergeschikt aan de functie waterkering. Hierdoor worden de gebruiksmogelijkheden van de gronden beperkt. De zone is te breed ingetekend. 2. De gebieden langs de Westrandweg dienen gebruikt te worden om de Groene As te realiseren met Spaarnwoude. De plankaart geeft echter nog steeds een agrarische bestemming aan. Deze bestemming komt niet overeen met hetgeen is verwoord in de Tuinen van West. 3. Reclamant constateert dat niet alle bedrijfsgebouwen op de plankaart zijn ingetekend. Met betrekking tot de verplaatsbare rolkassen, is reclamant van mening dat moet worden uitgegaan van de totale oppervlakte waarover de rolkassen kunnen rollen. Deze rolvlakken moeten op de plankaart worden ingetekend op de percelen achter Raasdorperweg 80. 4. Units gebruikt als toiletgebouw/kantine zijn niet ingetekend/bestemd. Bestaande gebouwen vallen hiermee onder het overgangsrecht met alle nadelige gevolgen. 5. Bedrijfsontwikkelingen worden in het ontwerpplan onmogelijk gemaakt. Glastuinbouwbedrijven kunnen zich niet verder ontwikkelen. De huidige kassen worden begrensd en uitbreiding is niet mogelijk. Reclamant is van mening dat glastuinbouwbedrijven buiten de concentratiegebieden de mogelijkheid moet worden geboden uit te kunnen breiden naar 2 hectare glas. Ook moet in het bestemmingsplan worden opgenomen dat verdere uitbreiding van glasopstanden op basis van een bedrijfsplan mogelijk wordt gemaakt. 6. Reclamant is van mening dat sprake is van rechtsongelijkheid indien niet in alle bestaande glasopstanden de mogelijkheid van opslag/stalling wordt geboden. 7. In het ontwerpplan is geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een manege te starten hoewel dit in het verleden wel is aangegeven door mw. De Jong van het stadsdeel. Reclamant verzoekt om alsnog een wijzigingsbevoegdheid op te nemen om een manege te starten. 8. Reclamant is van mening dat de gemeente/stadsdeel in voldoende mate moet zorgen dat het bestemmingsplan wordt gehandhaafd. Beoordeling: Ad. 1. De dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is opgenomen ter bescherming van de waterkerende functie van de dijk. De zone is overgenomen uit de keur van het waterschap en in overleg met Waternet op de plankaart gezet. De beperkingen die daaruit voortvloeien bestaan ook al op grond van de keur. Het bestemmingsplan brengt geen extra beperkingen met zich mee. Het agrarische gebruik wordt daardoor slechts beperkt voor zover dat de belangen van de waterkerende functie kan schaden. Het
57
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
normale agrarische gebruik en beheer worden daar niet door belemmerd. Voor het normale gebruik en beheer is dan ook geen aanlegvergunning nodig. Ad. 2. De gronden langs de Westrandweg zijn niet in eigendom bij Rijkswaterstaat, het stadsdeel of een andere overheid. De gronden zijn nog in eigendom bij particulieren en worden agrarisch gebruikt. Zolang dat nog de feitelijke situatie is, is de invulling van deze gronden voor de groene as niet uitvoerbaar. Om die reden is de ‘groene as- ambitie’ nog niet in dit bestemmingsplan opgenomen. Indien dit in de toekomst veranderd kan het bestemmingsplan daarop worden aangepast. Ad. 3. Het volledige gebied waar de rolkassen verplaatst kunnen worden is op de plankaart aangeduid. De feitelijke kas is veel kleiner. Ad. 4. Krachtens artikel 3.2 van de planregels zijn de bestaande (en vergunde) bedrijfsgebouwen positief bestemd in de huidige omvang. De bestaande en vergunde gebouwtjes in het veld zijn dus niet onder het overgangsrecht gebracht. Ad. 5. Conform het bestaande provinciale beleid kunnen glastuinbouwbedrijven buiten de concentratiegebieden zich ontwikkelen tot een omvang van 2 hectare glas. Die mogelijkheid zit in het bestemmingsplan (artikel 3.2). Verdere uitbreiding is niet in overeenstemming met het beleid voor de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam en in dit gebied ook niet gewenst. Voor grootschalige glastuinbouw is het gebied niet geschikt. Ad. 6. Van rechtsongelijkheid is geen sprake. De bestaande stalling mag worden voortgezet omdat het ongedaan maken van deze stalling geen reële optie is. Nieuwe stallingsmogelijkheden zijn in strijd met het gemeentelijke beleid voor de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Om de stallingbedrijven niet te bevoordelen hebben zij geen mogelijkheden gekregen om het ‘glas’ nog verder uit te breiden. Ook kunnen de stallingbedrijven geen gebruik maken van de mogelijkheden voor stadslandbouw. Verder mogen de stallingactiviteiten in de bestaande kassen niet verder worden uitgebreid. Ad. 7. In het gebied van de Osdorperweg zijn reeds 2 maneges aanwezig. Verdere uitbreiding daarvan is niet gewenst omdat maneges een relatief grote verkeersaantrekkende werking hebben en er bij maneges in de regel behoefte is aan buitenbakken met verlichting. Deze activiteiten vormen een bedreiging voor het waardevolle veenweidenlandschap van de Osdorper polders. In kader van de stadslandbouw zijn wel minder intensievere vormen van paardenhouderijen toegestaan. Zo is een paardenhouderij die is gericht op het recreatieve gebruik van de ruiterpaarden in het gebied, wel toelaatbaar. Ook andere vormen van paardenhouderij die inpasbaar is
58
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
binnen de bestaande gebouwen, en waarbij het weidelandschap alleen nodig is om de paarden te laten grazen, zijn toelaatbaar. Ad. 8. In het bestemmingsplan is gestreefd naar een duidelijke en relatief eenvoudig te handhaven regeling. Daarom is in afwijking van het vorige bestemmingsplan bijvoorbeeld gewerkt met bouwvlakken.
Zienswijze 29 Korte samenvatting: 1 De regeling voor het gebruik van bepaalde kassen voor niet-agrarische doeleinden (stalling van auto’s boten en caravans) is onjuist en dient te gelden voor alle kassen in het gebied. Beoordeling: Ad 1 In het voorontwerp gold genoemde regeling voor alle kassen. Tijdens het wettelijk vooroverleg (art. 3.1.1. Bro) met andere overheden naar voren gekomen dat deze regeling zich slecht verhoudt tot de eisen die de Hoofdgroenstructuur stelt aan dit gebied. Daarnaast heeft een nadere inventarisatie plaatsgevonden waarbij gebleken is dat een significant aantal kassen nog agrarisch wordt gebruikt. Dit heeft tot het besluit geleid om de kassen in het ontwerp weer een agrarische bestemming te geven en uitsluitend de bestaande stallingactiviteiten toe te staan. Voor deze activiteiten geldt dat zij niet mogen worden uitgebreid. Ook mogen de kassen waarbinnen deze activiteiten plaatsvinden niet worden uitgebreid.
Zienswijze 30 Korte samenvatting: 1 De Osdorper Bovenpolder heeft een agrarische bestemming. Agrariërs worden in het ontwerpbestemmingsplan geconfronteerd met verschillende bestemmingen zoals Tuin, Waterstaat-Waterkering en Wonen. Deze functies leiden tot benadeling van de agrarische bedrijfsvoering. Beoordeling: Ad 1 Tuin: De tuinbestemming is in het ontwerp doorgetrokken tot aan voorgevels van de woningen omdat dit beter aansluit bij de feitelijke situatie en hierdoor het groene karakter van het plangebied beter wordt gewaarborgd. In het definitieve bestemmingsplan zal de tuinbestemming – vanwege de beperkende invloed op de bebouwingsmogelijkheden – weer worden teruggebracht naar de omvang zoals vastgelegd in het huidig geldende
59
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bestemmingsplan Osdorperweg e.o.. Voor het perceel aan de Raasdorperweg 22 en 22A heeft dit overigens geen wijzigingen tot gevolg omdat ook onder het geldende bestemmingsplan de bestemming Tuin doorloopt tot aan de voorgevel van de woning aan de Raasdorperweg 22. Waterstaat-Waterkering: De dubbelbestemming ‘Waterstaat-Waterkering’ geldt binnen de op de verbeelding aangegeven zonering en dient ter bescherming van de waterkerende functie van het dijklichaam aan de Osdorperweg. De breedte van de zonering is opgenomen conform hetgeen door Waternet is aangegeven tijdens het vooroverleg (voorontwerpfase) krachtens artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. De beperkingen die hieruit voortvloeien voor bouwinitiatieven golden reeds ten tijde van het vigerende bestemmingsplan maar waren daarin nog niet afdoende vastgelegd. Nu is duidelijker vastgelegd wanneer bouwinitiatieven en andere activiteiten in de nabijheid van een waterkering moeten worden getoetst door Waternet. Wonen: De thans geldende bestemming van het perceel is Wonen en agrarische bedrijven (WA). Volgens de verplichte Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) kan de bestemming WA niet meer gebruikt worden. Gekozen is voor de bestemming Wonen omdat dit aansluit bij de feitelijke situatie op het perceel.
Zienswijze 31 Korte samenvatting: Reclamant heeft de volgende zienswijzen: 1. Reclamant pacht een hoeve met ca. 10 ha. land van de gemeente Amsterdam dat in het pachtcontract is omschreven als grasland met daarop een woonhuis, stal, schuur en hooiberg. Dit alles is bestemd voor agrarisch gebruik. In het ontwerp bestemmingsplan wordt alleen de woonbestemming aan dit perceel gegeven. 2.
Reclamant bedrijft een extensieve schapenhouderij. De stal en de schuur worden alleen gebruikt voor agrarische doeleinden. In geval het perceel alleen een woonbestemming krijgt, kunnen deze agrarische activiteiten hier niet meer plaatsvinden.
3.
In de nota van antwoord staat dat het gebied zich niet leent voor intensieve veehouderij. Dit is juist weergegeven. Reclamant is van mening dat extensieve schapenhouderij goed past in het beeld van de Tuinen van West.
4.
In de nota van antwoord staat dat niet te verwachten is dat alle voorgenoemde percelen de wens hebben om stadslandbouw te gaan
60
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
bedrijven. Deze laatste stelling geldt niet voor reclamant. Reclamant is van mening dat extensieve schapenhouderij in de vorm van stadslandbouw een goede aanvulling kan zijn voor de Tuinen van West en hiervoor een goede basis kan zijn in combinatie met de vrijwel identieke boerderij aan de Osdorperweg 685. Reclamant verzoekt het perceel Osdorperweg 737 in het bestemmingsplan op te nemen als wonen + stadslandbouw. Beoordeling: Ad. 1 t/m 4. Aan deze zienswijze is tegemoet gekomen. De plankaart is aangepast. Het perceel van de Osdorperweg 737 heeft de bestemming ‘Wonen – Stadslandbouw’ gekregen. Een extensieve schapenhouderij past inderdaad heel goed in de ambities voor de ‘Tuinen van West’. Als hier in de toekomst andere stadslandbouwactiviteiten aansluitend op de extensieve schapenhouderij worden ontwikkeld vormt dat een passende en welkome invulling voor het landelijke gebied van de Osdorper polders.
Zienswijze 32 Korte samenvatting: 1. Reclamant verzoekt hetgeen op blz. 83 staat te wijzigen: Verruiming van de omschrijving van specifieke vorm van bedrijfsstalling met stalling van toebehoren, allerlei andere voertuigen en tijdelijke, kleinschalige opslag. 2. Locatie: loods Raasdorperweg 84: De loods is per abuis bestemd als ‘kas sb-st’. De loods is geen kas maar een vrijstaand stenen gebouw en niet geschikt of bestemd voor het kweken van planten. De loods wordt niet gebruikt voor stallingdoeleinden. Reclamant verzoekt de bestemming te wijzigen in ‘B’. Er is geen enkele grond om de loods te bestemmen als ‘kas sb-st’. Overeenkomstig het gebruik en de gelijke behandeling zou de loods de bestemming ‘B’ moeten krijgen. Beoordeling: Ad. 1. Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast in die zin dat onder stalling van auto’s, boten en caravans ook wordt begrepen de stalling van andere voertuigen. De verhuur van opslagruimte ten behoeve van derden is niet toegestaan. Ad. 2. Ter plaatse van de Raasdorperweg 84 zijn op basis van het geldende bestemmingsplan uitsluitend agrarische bedrijfsgebouwen toegestaan. Het gebruik van de bestaande kassen voor stalling is positief bestemd, maar een verdere uitbreiding met niet-agrarische bedrijvigheid is hier niet gewenst. Aan de zienswijze wordt niet tegemoet gekomen.
61
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 33 Korte samenvatting: Reclamant heeft de volgende zienswijzen: 1. In het voorontwerpplan heeft het perceel van reclamant de bestemming Wonen gekregen. In het ontwerpplan heeft het voorste gedeelte van het perceel de bestemming Wonen gekregen. Het gedeelte waarop een loods is gesitueerd en een deel tussen de loods en woonhuis, heeft de bestemming B (sb-vpb) gekregen. Op het voorste gedeelte van het perceel zijn drie aparte wooneenheden gecreëerd die sinds 1994 op deze wijze worden gebruikt. De gemeente is hiervan op de hoogte. Op Osdorperweg 579 is de situatie vergelijkbaar, daar zijn echter drie wooneenheden opgenomen en bij reclamant slechts 1. Met een beroep op het gelijkheidsbeginsel, verzoekt reclamant om aanpassing van het aantal wooneenheden van 1 naar 3 en deze op te nemen in het ontwerpplan. 2.
Dit deel van het perceel heeft de bestemming B (bedrijf) gekregen. In het huidige bestemmingsplan heeft dit deel de bestemming W (wonen). De reden hiervoor is reclamant niet duidelijk. Reclamant verzoekt dan ook de bestemming voor dit deel aan te passen in W (wonen).
3.
Reclamant heeft geen bedenkingen tegen de bestemming B (sb-vpb).
4.
In het ontwerpplan zijn bij bestaande bouwkavels en kassen een aantal gebruiksontwikkelingen mogelijk gemaakt. Verschillende percelen aan de Osdorperweg worden aangeduid met sb-st. Deze percelen hebben in het huidige bestemmingsplan dezelfde bestemming als het perceel van reclamant, zijnde agrarisch gebied met tuinbouw.
5.
Reclamant is van mening dat in het ontwerpplan geen rekening wordt gehouden met een bedrijfswoning op zijn perceel. Op dit moment loopt er nog een procedure m.b.t. de bedrijfswoning van reclamant boven de loods. Reclamant verzoekt om op het perceel van reclamant tevens de functieaanduiding bedrijfswoning (bw) op te nemen.
Beoordeling: Ad. 1. Aan deze zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. De rechten uit het geldende bestemmingsplan zijn overgenomen. Aan de Osdorperweg 515 is maximaal 1 woning toegestaan. Aan de Osdorperweg 579 zijn ten onrechte 3 woningen ingetekend. Dat is een uitbreiding ten opzichte van het vorige bestemmingsplan en dat is vanwege het Luchthavenindelingsbesluit niet toegestaan. Het plan is hierop aangepast. Aan de Osdorperweg 579 is net als op het adres van reclamant maximaal 1 woning toegestaan.
62
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad. 2. Het gedeelte tussen loods en woonhuis is aangepast en heeft conform de zienswijze van reclamant weer de bestemming ‘Wonen’ gekregen. Ad. 3. Overigens betreft de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – verpakkingsbedrijf’ geen verruiming maar een maatbestemming. Het verpakkingbedrijf mag worden voortgezet en mag in de toekomst ook worden vervangen door een nieuw verpakkingsbedrijf, maar ter plaatse is geen andere bedrijvigheid toelaatbaar. Ad. 4. Het inpassen van de stallingactiviteiten in dit bestemmingsplan is niet vergelijkbaar met het al of niet inpassen van de geclaimde bedrijfswoning van reclamant. Tegen het inpassen van de bestaande stallingmogelijkheden bestaan geen onoverkomelijke bezwaren. In een stadsrandgebied als de Osdorperweg en omgeving bestaat daaraan behoefte, het gaat om het gebruik van bestaande gebouwen en ongedaan maken van deze activiteiten is geen reële optie. Ad. 5. In het gebied zijn geen nieuwe woningen toelaatbaar vanwege het Luchthavenindelingsbesluit. Er zijn geen zwaarwegende redenen om daar van af te wijken. Indien uit de lopende procedure voortvloeit dan reclamant aanspraak kan maken op een bedrijfswoning, zal de situatie daarop worden aangepast. Vooralsnog is er geen aanleiding daarop vooruit te lopen.
Zienswijze 34 Korte samenvatting: 1. Het elektrotechnisch installatiebureau komt niet voor in de ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging’. Hierdoor is de legale aanwezigheid van een elektrotechnisch installatiebureau op het perceel Osdorperweg 513A niet positief bestemd. 2.
Onduidelijk is wat de definitie is van een ‘bedrijfsgebouw’ zoals omschreven in art. 3.2 van de regels (bestemming Agrarisch).
3.
Gevraagd wordt of stadslandbouw in de kassen en de specifieke vorm van stalling in de kassen onder het begrip ’bedrijfsgebouw’ vallen.
4.
Verzocht wordt om de opslag ten behoeve van het elektrotechnisch installatiebureau (PBH Techniek B.V. en Airsense Benelux B.V.) toe te staan in achter de bedrijfsloods gelegen agrarisch bestemde kas.
5.
Gesteld wordt dat de gewenste bedrijvigheid aan de Osdorperweg 513A (elektrotechnisch installatiebureau) geen nadelige invloed heeft op de
63
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
ruimtelijke situatie en kwaliteit van het gebied en dat daarom de kas een daarvoor passende bestemming moet krijgen. 6.
Onduidelijk is of in bepaling 3.5.3 van de regels (wijzigingsbevoegdheid) geïmpliceerd wordt dat bestaande glastuinbouwbedrijven met een aanduiding voor stalling van auto’s, boten en caravans niet mogen uitbreiden. In de bouwvoorschriften (art. 3.2 sub a onder 3) is namelijk bepaald dat kassen waar feitelijk stalling plaatsvindt niet mogen uitbreiden.
7.
Onduidelijk is waarom in de regels slechts sprake is van bestaande glastuinbouwbedrijven en geen nieuwe glastuinbouwbedrijven.
Beoordeling: Ad. 1. Het elektrotechnische bedrijf valt onder de categorie aannemersbedrijf. De ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging’ is geen uitputtende lijst. Verder geeft de lijst slechts categorieën van bedrijven aan. Van belang is derhalve niet of het elektrotechnisch installatiebureau specifiek in de lijst voorkomt maar wel of deze past binnen een bedrijfscategorie die valt onder milieucategorie A of B. Op basis van de ‘Staat van Bedrijfsactiviteitenfunctiemenging’ kan dit bedrijf worden gekwalificeerd als vallend onder bedrijfscategorie ‘aannemersbedrijf’met werkplaats, b.o. < 1000 m²’. Deze bedrijfscategorie valt onder milieucategorie B. Dit is toegestaan binnen de bestemming ‘Bedrijven’. Ad. 2. De beantwoording van deze vraag is reeds in de Nota van Antwoord (n.a.v. de inspraakreacties) voldoende duidelijk geformuleerd: ‘Een bedrijfsgebouw is het bouwwerk waarin een bedrijf gevestigd is. Het gaat dus niet om de specifieke functie maar om het soort bouwwerk. Bij de bestemmingsomschrijving komt alleen de functie te staan. Vandaar dat bedrijfsgebouwen niet genoemd zijn bij de bestemmingsomschrijving. In bedrijfsgebouwen mogen slechts de in de bestemmingsomschrijving genoemde activiteiten worden uitgeoefend’. Ad. 3. Dit is niet het geval, zie nogmaals Ad 2: een functie is niet hetzelfde als een soort bouwwerk. Voor zover de vraag er op ziet of kassen als type bouwwerk kunnen vallen onder het begrip bedrijfsgebouw zoals bedoeld in art. 3.2 (bestemming Agrarisch): dit is ook niet het geval. De kassen zijn aangegeven met een specifieke aanduiding. Dit geldt niet voor agrarische bedrijfsgebouwen. Wel kan het in de praktijk voorkomen dat een agrarisch bedrijfsgebouw valt binnen de aanduiding ‘kas’ (‘(ks)’) omdat in het verleden een deel van de kas verbouwd is tot agrarisch bedrijfsgebouw.
64
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad. 4. Over deze kwestie loopt thans een gerechtelijke procedure. Tegen deze opslag is handhavend opgetreden door het stadsdeel. Het stadsdeel is van mening dat de bestemming Agrarisch zich niet leent voor genoemde opslag. Het feit dat binnen het ontwerp in bepaalde kassen – onder voorwaarden – een bepaalde vorm van stalling is toegestaan heeft niet tot gevolg dat daardoor iedere vorm van opslag c.q. bedrijvigheid in de kassen moet worden toegelaten. De stalling van auto’s boten en caravans (stille opslag) past naar het oordeel van het stadsdeel beter binnen het plangebied dan andere vormen van opslag. In dit specifieke geval zou het toestaan van opslag in de kas ten behoeve van het aanpandige elektrotechnisch installatiebureau een feitelijke uitbreiding van dit bedrijf tot gevolg hebben. Dit is niet wenselijk. De kassen in dit plangebied zijn net als in het huidig geldende bestemmingsplan Osdorperweg e.o. agrarisch bestemd. Ad. 5. Deze vraag dient in eerste instantie te worden beantwoord in het kader van de lopende gerechtelijke procedure (zie Ad 4). Voor het overige zie ook Ad 4. Ad. 6. Genoemde bepaling is, mede gelet op het bepaalde in de bouwvoorschriften, voldoende duidelijk geformuleerd. Bestaande glastuinbouwbedrijven c.q. kassen waar feitelijk stalling plaatsvindt van auto’s, boten en caravans mogen volgens de bouwvoorschriften niet uitbreiden, tenzij de stalling wordt beëindigd, want dan is er weer sprake van een bestaand glastuinbouwbedrijf. De kassen waar deze stalling plaatsvindt hebben op de verbeelding een aanduiding gekregen. Voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid krachtens artikel 3.5. is derhalve geen relevant verschil aanwezig tussen de feitelijke en de aangeduide situatie. Ad. 7. Reeds in het huidig geldende bestemmingsplan is uitsluitend sprake van bestaande glastuinbouwbedrijven. Dit is overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan en past ook bij de huidige beleidsintenties om het open veenweidenlandschap zoveel mogelijk te behouden vanwege de recreatieve functie en de aanwezige natuurwaarden.
Zienswijze 35 Korte samenvatting: 1. Het adres waarop het bedrijf Jovag is gevestigd (Osdorperweg 781a) is in het ontwerpplan bestemd als ‘W’ en niet als ‘B’. Reclamant verzoekt alsnog de loods op betreffend adres te bestemmen als ‘B’ zoals ook is gedaan bij de bestemming Osdorperweg 756.
65
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Beoordeling: Ad 1 Het gaat hier om een bijgebouw bij een woning. Het is niet de bedoeling dat dit bijgebouw nu onder de bedrijfsbebouwing wordt gebracht, en er vervolgens weer mogelijkheden ontstaan om nieuwe bijgebouwen bij de woning te realiseren. De bijgebouwen houden daarom de bestemming ‘Wonen’. De bedrijfsactiviteiten kunnen worden uitgevoerd voor zover zij onder de noemer ’bedrijf aan huis’ vallen.
Zienswijze 36 Korte samenvatting: 1. De zienswijze betreft de kassen van Osdorperweg 787. Deze ontbreekt in de lijst op pag. 83 als locatie waar stalling plaatsvindt. In het winterseizoen worden de kassen gebruikt als stalling, in het zomerseizoen voor tuinbouw. Reclamant verzoekt de bestemming Osdorperweg 787 te bestemmen van kas naar kas sb - st. 2. Reclamant constateert dat het gebied dat bestemd is als wijzigingsgebied te klein is om op een fatsoenlijke manier 15% van de gesloopte kas te herbouwen. Ook ontstaan bij herbouw problemen met welstand en brandweer. Reclamant verzoekt het gebied voor herbouw te vergroten. Beoordeling: Ad. 1. Ten tijde van de inventarisatie waren de kassen op dit adres niet voor stalling in gebruik. Het (tijdelijke) gebruik voor stalling kan kennelijk relatief eenvoudig worden beëindigd. Het ongedaan maken van de stallingactiviteiten is hier derhalve een reële optie. Het op maat bestemmen van bestaande stallingactiviteiten is uitsluitend een optie wanneer duidelijk is dat de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse permanent is beëindigd. Agrarisch gebruik heeft gelet op het groene karakter van het gebied nog steeds de sterke voorkeur. Omdat de kassen van reclamant nog steeds agrarisch gebruikt worden en de stallingactiviteiten slechts een tijdelijk/periodiek karakter hebben wordt geen aanleiding gezien om het bestemmingsplan hieraan aan te passen. Voor extra exploitatiemogelijkheden kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden in het kader van de stadslandbouw. Aan het verzoek om de kassen aan de Osdorperweg 787 voor stalling aan te duiden, wordt niet tegemoet gekomen. Ad. 2. De kas achter Osdorperweg 787 heeft een oppervlakte van ongeveer 7.650 m². Dat betekent dat er ongeveer 1.150 m² aan bedrijfsgebouwen mag worden teruggebouwd. Het gearceerde gebied heeft een oppervlakte van 2.280 m² en is dus ruim genoeg om de bebouwing o een goede wijze te realiseren.
66
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 37 Korte samenvatting 1. Reclamant exploiteert een glastuinbouwbedrijf van ca. 9000 m² waar gewassen worden geteeld. Reclamant heeft geconstateerd dat uitsluitend de bestaande opslag/stalling wordt gelegaliseerd en is van mening dat hiermee sprake is van rechtsongelijkheid. Reclamant is van mening dat opslag in alle bestaande kassen mogelijk moet zijn. Tevens geeft reclamant aan dat de aangegeven ruimte op de plankaart voor een eventuele bedrijfsruimte te klein is. Beoordeling: Ad 1 Van rechtsongelijkheid is geen sprake. De bestaande stalling mag worden voortgezet omdat het ongedaan maken van deze stalling geen reële optie is. Nieuwe stallingmogelijkheden zijn in strijd met het gemeentelijke beleid voor de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Om de stallingbedrijven niet te bevoordelen hebben zij geen mogelijkheden gekregen om het ‘glas’ nog verder uit te breiden. Ook kunnen de stallingbedrijven geen gebruik maken van de mogelijkheden voor stadslandbouw. Wat betreft de ruimte voor de bedrijfsruimte zie de beantwoording van zienswijze 36.
Zienswijze 38 Korte samenvatting: 1. Monumentale bomen dienen in het bestemmingsplan te worden opgenomen. 2.
Grutto’s foerageren in de winter niet in de Osdorper Binnenpolder Zuid.
Beoordeling: Ad. 1. Stadsdeel Osdorp beschikt (nog) niet over een vastgestelde Bomenverordening waarin monumentale bomen zijn benoemd en vastgelegd. Bij afwezigheid van dergelijk beleid kunnen in het bestemmingsplan geen ‘monumentale’ bomen worden opgenomen. Ad. 2. Gedoeld wordt op het gestelde in de beantwoording in de Nota van Antwoord naar aanleiding van de inspraakreactie. In het ontwerpbestemmingsplan is echter geen passage opgenomen waarin sprake is van in de winter foeragerende Grutto’s
67
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 39 Korte samenvatting: 1. Een gedeelte van de loods Osdorperweg 781a en het voorste gedeelte van het complex Raasdorperweg 66 worden sinds jaren gebruikt als werkplaats. Beide locaties hebben in het ontwerpplan niet de bestemming ‘B’ gekregen maar kas-sb-st. De loods op Osdorperweg 781A is geen kas en ook niet in gebruik als stalling. Reclamant verzoekt de bestemming ‘B’ toe te kennen voor deze locatie. 2. Ook de werkplaats Raasdorperweg 66 is geen kas. De werkplaats heeft deels eenzelfde constructie als het kassencomplex maar het dak is van cementplaten en de wanden zijn van damwandprofiel. Reclamant verzoekt de bestemming ‘B’ toe te kennen voor deze locatie. Beoordeling: Ad. 1. Ter plaatse van de Osdorperweg 781a zijn op basis van het geldende bestemmingsplan uitsluitend agrarische bedrijfsgebouwen toegestaan. Het gebruik van de bestaande kassen voor stalling is positief bestemd, maar een verdere uitbreiding met niet-agrarische bedrijvigheid is hier niet gewenst. Ad. 2. Ter plaatse van de Osdorperweg 66 zijn op basis van het geldende bestemmingsplan uitsluitend agrarische bedrijfsgebouwen toegestaan. Het gebruik van de bestaande kassen voor stalling is positief bestemd, maar een verdere uitbreiding met niet-agrarische bedrijvigheid is hier niet gewenst. Voor een verbouwing van de kassen is bij het stadsdeel geen bouwvergunning bekend.
Zienswijze 40 Korte samenvatting: 1 Gevraagd wordt om het bedrijf Ramos Natuursteen, gevestigd aan de Raasdorperweg 84, op te nemen in het bestemmingsplan. Daarbij wordt aangevoerd dat voor het opnemen hiervan dezelfde argumenten gelden als bij het toestaan van stalling in de kassen alsmede horeca en detailhandel in de kassen. Beoordeling: Ad 1 ‘Ramos Natuursteen’ past niet binnen de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen agrarische bestemming. Ook in het huidig geldende bestemmingsplan geldt voor onderhavig perceel een agrarische bestemming. De vergelijking met de in sommige kassen toegestane ‘stalling van auto’s boten en caravans gaat niet op. Deze gevallen betreffen een specifieke uitzonderingssituatie in de vorm van ‘stille’ opslag die niet kan worden
68
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
vergeleken met de intensievere en meer continue bedrijfsvoering van een natuursteenverwerkingsbedrijf. De vergelijking met horeca en detailhandel gaat eveneens niet op. Het gaat hier om nevenactiviteiten op een beperkte schaal in het kader van stadslandbouw. Van horeca en detailhandel als zelfstandige bedrijfsvoering is derhalve geen sprake. Er is niet gebleken van gelijke gevallen c.q. een gelijke situatie. Gelet op het voorgaande bestaat er geen aanleiding om Ramos Natuursteen positief te bestemmen in het bestemmingsplan.
Zienswijze 41 Korte samenvatting: 1. Reclamanten maken bezwaar tegen de wijziging van de beide percelen In het ontwerpplan van WB naar W. De objecten zijn aangekocht vanwege de bestemming WB. De wijziging beperkt de gebruiksmogelijkheden. Ook de mogelijkheden voor wonen zijn beperkt vanwege het kleine woonoppervlak en de ligging. Reclamanten hebben geconstateerd dat het bouwblok kleiner is geworden dan het bouwblok in het geldende bestemmingsplan. Bij een eventuele herbouw van de woningen is het niet mogelijk deze verder van de rijbaan af te plaatsen of te vergroten. Reclamanten verzoeken de bestemming WB en het bouwblok ongewijzigd te laten. Beoordeling: Ad 1 In het geldende bestemmingsplan was geen bouwvlak opgenomen. Het bestemmingsvlak was gedeeld in een groot aantal andere percelen. Maximaal 50% van het bouwperceel mocht worden bebouwd. In het onderhavige bestemmingsplan is een ruim bouwvlak toegekend dat meer dan de helft van het perceel beslaat. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd en buiten het bouwvlak mag ook nog eens 30% van de bij de woning behorende gronden worden bebouwd. De geldende bouwmogelijkheden zijn gelet hierop niet beperkt. De woning wordt al jaren als zodanig gebruikt en is nu conform het bestaande gebruik bestemd. Op het relatief kleine perceel zijn bedrijfsactiviteiten die de omvang van een bedrijf aan huis (binnen de woonbestemming) te boven gaan, niet gewenst. De toegekende bedrijfsmogelijkheden (bedrijf aan huis) zijn in overeenstemming met de beperkte mogelijkheden op het perceel dat grenst aan andere woningen. De omzetting van de bestemming ‘Wonen en Bedrijven’ naar ‘Wonen’ is gerechtvaardigd.
69
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze 42 Reclamant heeft de volgende zienswijzen. Korte samenvatting: 1. Osdorperweg 781 A: Bedrijfsactiviteiten: De omschrijving van bedrijfsstalling moet worden verruimd met stalling van toebehoren, allerlei andere voertuigen en tijdelijke, kleinschalige opslag. 2.
De loods op Osdoperweg 781A is bestemd als kas sb-st. Het betreft echter geen kas, het heeft geen kasconstructie en is nooit gebruikt als kas. Het gebouw is gebruikt als werkplaats door diverse bedrijven en wordt nu gebruikt als loods door Poort watersport. Andere loodsen in het gebied zijn bestemd als W of B. Reclamant is van mening dat de loods vanwege het vroegere en huidige gebruik als B of W worden bestemd moet worden.
3.
In het ontwerpplan staat dat van alle kassen op het perceel max. 15% van het kasoppervlak mag worden bebouwd met bedrijfsgebouwen. Het wijzigingsgebied is veel te klein om dit te realiseren. Bebouwing mag alleen bij de sloop van alle kassen. Reclamant is van mening dat dit niet reëel is. Voor de eigenaren is volledige sloop financieel niet mogelijk. Gefaseerde sloop zou reëel zijn.
4.
Raasdorperweg 66: bedrijfsactiviteiten: Benodigde wijziging: Verruiming omschrijving stalling. De omschrijving van bedrijfsstalling moet worden verruimt met stalling van toebehoren, allerlei andere voertuigen en tijdelijke, kleinschalige opslag.
5.
Gebouwen: Het verzoek van reclamant tot het toekennen van bestemming B aan het bedrijfsgedeelte is afgewezen omdat deze bestemming niet overeenkomt met de werkelijke situatie. Echter, reeds vele jaren vinden in het voorste gedeelte activiteiten plaats waarvoor bestemming B vereist. Deze activiteiten vonden reeds plaats voor de vaststelling van het huidige bestemmingsplan. In soortgelijke gevallen is de bestemming B wel toegekend.
6.
Wijzigingsgebied: In het ontwerpplan staat dat van alle kassen op het perceel max. 15% van het kasoppervlak mag worden bebouwd met bedrijfsgebouwen. Het wijzigingsgebied is veel te klein om dit te realiseren. Bebouwing mag alleen bij de sloop van alle kassen. Reclamant is van mening dat dit niet reëel is. Voor de eigenaren is volledige sloop financieel niet mogelijk. Gefaseerde sloop zou reëel zijn.
70
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
7.
Woningen: In het geldende bestemmingsplan staat per abuis 1 ipv 3 woningen op het perceel Raasdorperweg 66 ingetekend. De reden dat reclamant niet binnen de gestelde termijn bezwaar heeft kunnen maken, is bij de gemeente bekend. Reclamant verwijst voor verdere informatie naar de correspondentie d.d. 16 augustus 2006. Op deze brief heeft reclamant echter geen officiële een reactie mogen ontvangen. Reclamant verzoekt om herstel zodat er weer 3 woonbestemmingen op het perceel ingetekend zijn. Tenslotte is de omissie Lutkermeerweg 50 ook hersteld.
8.
Raasdorperweg 84: bedrijfsactiviteiten: De omschrijving van bedrijfsstalling moet worden verruimd met stalling van toebehoren, allerlei andere voertuigen en tijdelijke, kleinschalige opslag.
9.
Gebouwen: In de oude situatie lag de loods in een gedeelte met bestemming WA. In de nieuwe situatie is gekozen om de bestemming wonen strak om de woning te leggen. De loods is aangeduid als kas sb-st wat niet overeenkomt met de werkelijke situatie. De loods is geen kas en altijd als bedrijfspand gebruikt. Ook is de loods geen onderdeel van stallingactiviteiten en moet de bestemming B. krijgen. Tunnelkas: de kas is niet ingetekend. Reclamant verzoekt om aanpassing.
10.
Wijzigingsgebied: In het ontwerpplan staat dat van alle kassen op het perceel max. 15% van het kasoppervlak mag worden bebouwd met bedrijfsgebouwen. Het wijzigingsgebied is veel te klein om dit te realiseren. Bebouwing mag alleen bij de sloop van alle kassen. Reclamant is van mening dat dit niet reëel is. Voor de eigenaren is volledige sloop financieel niet mogelijk. Gefaseerde sloop zou reëel zijn.
11.
Dubbelbestemming WS-WK: De dubbelbestemming voor meer dan 80% van het kassengedeelte heeft waarschijnlijk tot gevolg dat nieuwbouwmogelijkheden beperkt zijn. Hierdoor zal reclamant bij twee instanties vergunningsgerelateerde procedures moeten starten. Tevens kan door de grootte van de WS-WK zone moeilijk gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van het wijzigingsgebied.
12.
Overige: Uitruil woonbestemming: het is niet mogelijk een woning te verplaatsen naar een ander perceel in het gebied Osdorperweg e.o. Reclamant is van mening dat verplaatsing van een woning naar een gunstiger gelegen plaats mogelijk moet blijven.
Beoordeling: Ad 1 Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast in die zin dat onder stalling van auto’s, boten en caravans ook
71
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
wordt begrepen de stalling van andere voertuigen. De verhuur van opslagruimte ten behoeve van derden is niet toegestaan. Ad 2
Zie de beantwoording van zienswijze 39.
Ad 3
Met de regeling is beoogd de ruimtelijke situatie te verbeteren en de hoeveelheid bebouwing te verminderen. Met een gefaseerde sloop wordt die doelstelling niet gerealiseerd omdat er geen enkele garantie is dat de kassen dan verdwijnen. Niet valt in te zien dat de regeling financieel niet haalbaar is. Daar komt bij dat de regeling een aanvulling vormt op de verruimde exploitatiemogelijkheden voor de kassen voor stadslandbouw en eventuele uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande glastuinbouwbedrijven. Daar waar nodig is het wijzigingsgebied enigszins aangepast om niet alleen terugbouwen mogelijk te maken maar ook nog enige logistieke ruimte.
Ad 4
Zie de beantwoording van zienswijze 32.
Ad 5
Zie de beantwoording zienswijzen 32 en 39.
Ad 6
Met de regeling is beoogd de ruimtelijke situatie te verbeteren en de hoeveelheid bebouwing te verminderen. Met een gefaseerde sloop wordt die doelstelling niet gerealiseerd omdat er geen enkele garantie is dat de kassen dan verdwijnen. Niet valt in te zien dat de regeling financieel niet haalbaar is. Daar komt bij dat de regeling een aanvulling vormt op de verruimde exploitatiemogelijkheden voor de kassen voor stadslandbouw en eventuele uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande glastuinbouwbedrijven. Daar waar nodig is het wijzigingsgebied enigszins aangepast om niet alleen terugbouwen mogelijk te maken maar ook nog enige logistieke ruimte.
Ad 7
Aan de Raasdorperweg 66 zijn nooit 3 woningen mogelijk geweest. Ook in het geldende bestemmingsplan was hier sprake van maximaal 1 woning. Die is in het onderhavige bestemmingsplan overgenomen.
Ad 8
Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is aangepast in die zin dat onder stalling van auto’s, boten en caravans ook wordt begrepen de stalling van andere voertuigen. De verhuur van opslagruimte ten behoeve van derden is niet toegestaan.
Ad 9
Zie beantwoording zienswijze 32. Een tunnelkas is geen ‘glasopstand’ en daarom niet ingetekend. Wel is in artikel 3.2 van de planregels een regeling opgenomen voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zoals tunnelkassen met een maximale hoogte van 1,50 meter, en niet meer dan 6 maanden per jaar aanwezig zijn.
Ad 10 Zie Ad 6
72
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad 11 Deze dubbelbestemming met beschermingszone is mede opgenomen naar aanleiding van de opmerkingen van Waternet in het kader van het wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro (voorontwerpfase). Het stadsdeel heeft deze opmerkingen van Waternet overgenomen. Met de dubbelbestemming is beoogd de waterkerende functie van de dijk te beschermen. Het normale gebruik en beheer van de agrarische gronden is zonder beperkingen toegestaan. Daarvoor geldt geen aanlegvergunningplicht. Indien nieuwe bebouwing een bedreiging vormt voor de waterkerende functie zal dat beperkingen voor de bouwmogelijkheden met zich meebrengen. Overigens hebben die beperkingen altijd al bestaan op grond van de door Waternet gehanteerde ‘keur’ (verordening). In een lage polder als de Osdorper Bovenpolder zijn die beperkingen echter noodzakelijk. Ad 12 In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om woningen te verplaatsen naar een andere situering binnen hetzelfde bouwperceel. In het bestemmingsplan zijn geen mogelijkheden opgenomen om de woningen naar een geheel ander bouwperceel te verplaatsen. Daarvoor is het gebied in beginsel ook te gevoelig. In heel specifieke situaties, waarbij er veel aan ruimtelijke kwaliteit kan worden gewonnen, kan altijd nog via een bestemmingsplanherziening worden bekeken of het stadsdeel bereid is daaraan zijn medewerking te verlenen.
73
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
2.3
Aanpassingen n.a.v. zienswijzen •
ZW 3: Aan deze zienswijze is deels tegemoet gekomen. Het bestemmingsplan is in die zin aangepast dat in artikel 15.2 van de regels een ontheffingsmogelijkheid is opgenomen om de woning ook buiten het bouwvlak te kunnen vergroten tot maximaal 150 m² (oppervlakte). In artikel 15.4 van de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het bouwvlak te verschuiven en elders op het perceel te situeren. Voorwaarden is wel dat tenminste 5 meter afstand tot ‘de buren’ wordt aangehouden en het bouwvlak niet verder achter op het perceel wordt gesitueerd. Verder zal ook moeten worden voldaan aan de geluidsnormen van de Wet geluidhinder.
•
ZW 4: De bedrijfsgebouwen op de percelen die ten onrechte als bijgebouw bij een woning waren bestemd hebben een bedrijfsbestemming gekregen (Osdorperweg 456L, tussen 456 F&H, naast 456). De tuinbestemming is aangepast en weer conform de begrenzing van het geldende bestemmingsplan opgenomen. De bedrijfsbestemming is doorgetrokken tot de achtergevel van 456L. De situering van het bouwvlak voor de woning Osdorperweg 460 is aangepast. De woningen 456R en 456P met bijgebouwen hebben een woonbestemming gekregen.
•
ZW 7: In artikel 15.2 van de planregels is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te kunnen overschrijden en de woning uit te breiden tot een oppervlakte van maximaal 150 m². Ook is artikel 15.4 van de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het bouwvlak kan worden verschoven en elders op het perceel kan worden gesitueerd, teneinde de ruimtelijke en milieuhygiënische situatie op het perceel te verbeteren, of een woning die bovenop een gasleiding staat te kunnen verplaatsen. Buiten de bouwvlakken mag nog 19% van het terrein worden bebouwd met bedrijfsgebouwen. Daartoe is op de verbeelding een maximum bebouwingspercentage terrein aangeduid. De gebouwen en terreinen achter Osdorperweg 487A die ten onrechte een woonbestemming hadden gekregen hebben op aanwijzing van reclamant een bedrijfsbestemming gekregen. De contourgrens van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – autosloperij’ is aangepast en gelijk achter de grens met de bestemming ‘Wonen’ gelegd.
•
ZW 9: De manege en het hoveniersbedrijf (achter Osdorperweg 577) hebben een agrarische bedrijfsbestemming op maat gekregen. De woningen met bijbehorende bijgebouwen hebben een woonbestemming gekregen. De bedrijfsgebouwen bestemd voor agrarisch met de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – hovenier en manege’.
74
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
In artikel 3.2 van de planregels is opgenomen dat de bedrijfsgebouwen hier uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan, met een maximale goothoogte van 4 meter en een maximale bouwhoogte van 8 meter. In de bestemming ‘Agrarisch’ is een mogelijkheid opgenomen om de bebouwing in de toekomst elders op het perceel te situeren (via planwijziging in artikel 3.5 van de planregels). •
ZW 11: Loods achter Osdorperweg 575A krijgt bestemming ‘Agrarisch’ met bouwvlak en aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – hovenier en bloemenhandel’.
•
ZW 12: De bestemming voor het kadastraal perceel 3981/3982 (achter Osdorperweg 512 e.v.) is aangepast conform de begrenzing in het geldende bestemmingsplan. Het kadastraal perceel 4769 (achter Osdorperweg 512 e.v.) met loods heeft weer een bedrijfsbestemming gekregen conform het geldende bestemmingsplan en het huidige gebruik. Het kadastraal perceel 3990 weer een bedrijfsbestemming gekregen conform het geldende bestemmingsplan. Buiten het bouwvlak nog maximaal 12% van het terrein met de bestemming ‘Bedrijf’ worden bebouwd. Op de verbeelding is daartoe een aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage terrein’ opgenomen. Ten behoeve van het laarzenpad is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen om het aangeduide traject te wijzigen indien de eigendomssituatie in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het aangeduide pad (artikel 4.5 van de planregels)
•
ZW 19: De regeling voor de stalling van auto’s, boten en caravans in artikel 3.1 van de regels is aangepast. Behalve auto’s, boten en caravans is ook de stalling van andere voertuigen mogelijk.
•
ZW 22: Achter Raasdorperweg 34-48 is de ‘wro-zone wijzigingsgebied’ versmald en verlengd teneinde het doorzicht naar het achterland open te houden.
•
ZW 23: In artikel 5.3 van de planregels is de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – bouwbedrijf’ vervangen door de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – transport, aannemer en hovenier’. Op de verbeelding is deze aanduiding over het gehele perceel gelegd. De bedrijfscategorieën aannemersbedrijf en goederentransportbedrijf zijn toegevoegd aan de ‘Staat van bedrijfsactiviteiten – functiemenging’. De stoeterij heeft de bestemming ´Agrarisch´ gekregen met de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch - stoeterij´. In artikel 5 is geregeld dat de bestemming ´Bedrijf´ bestemd is voor bedrijven in de categorieën A en B. Onder de begrippen is een definitie opgenomen van de bedrijfsoppervlakte. Daaronder wordt de oppervlakte verstaan die voor het bedrijf in gebruik is (bebouwing en terrein) en ook voor deze bedrijfsactiviteiten is bestemd. Osdorperweg 576-596 krijgt in zijn geheel bestemming ‘Bedrijf’. De 6 bedrijfswoningen krijgen een aanduiding ‘bedrijfswoning’. De loods naast 524 krijgt een bouwvlak. In artikel 5.3 is geregeld dat maximaal 5% van de voor opslag aangeduide gronden op de percelen achter Osdorperweg 576-596 mag worden gebruikt
75
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
voor opslag, met een maximale hoogte van 4 meter. Het bouwvlak van de woning Osdorperweg 586 is aangepast. •
ZW 31: Osdorperweg 737 krijgt bestemming ‘Wonen – Stadslandbouw’.
•
ZW 33: Aan de Osdorperweg 579 is maximaal 1 woning toegestaan.
•
ZW 42: In artikel 3 van de planregels is een regeling opgenomen voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zoals tunnelkassen tot een maximale hoogte van 1,50 meter en niet meer dan 6 maanden per jaar aanwezig.
76
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3. Opmerkingen wettelijke vooroverlegpartners
3.1
Overzicht ingekomen opmerkingen
In totaal zijn 5 opmerkingen ontvangen en 1 advies van: 1. Liander, Postbus 50, 6920 AB Duiven, schriftelijk, ingekomen op 8 december 2009. 2. Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, Nieuwe Akerweg 14, 1066 ES AmsterdamSloten, ingekomen op 14 december 2009. 3. Milieucentrum Amsterdam, Plantage Middenlaan 2G, 1018 DD Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 4. Stadsdeel Geuzenveld / Slotermeer, Plein ’40 – ’45 1, 1064 SW Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 5. Waternet, Postbus 94370, 1090 GJ Amsterdam, ingekomen op 16 december 2009. 6. TAC-commissie (gemeentelijke commissie die adviseert inzake de Hoofdgroenstructuur)
3.2 1
Reactie opmerkingen Liander NV
Opmerkingen: 1 Onder verwijzing naar p. 70 van de Nota van Antwoord (inspraakreactie) wordt gevraagd om de aanlegvergunningenstelsels met betrekking tot kabelen leidingtracés zodanig te wijzigen dat duidelijk is dat de aanlegvergunningplicht uitsluitend geldt bij de aanleg van nieuwe kabel- of leidingtracés (betreft de artikelen: 9.4.1 onder j; 18.4.1 onder g; 19.4.1 onder g; 20.4.1 onder g en 21.4.1 onder g) Reactie: Ad 1 De beantwoording blijft gelijk aan de beantwoording in de Nota van Antwoord. Een aanlegvergunning kan vereist zijn voor werkzaamheden die niet zijn aan te merken als bouwen. Voor werken en werkzaamheden die onder het normale onderhoud en beheer vallen is geen aanlegvergunning vereist. Het bijleggen van nieuwe kabels en leidingen wordt niet gezien als werkzaamheden vallend onder het normale onderhoud en beheer. Er zullen bij het bijleggen van een kabel of leiding opnieuw bodemverstorende activiteiten plaatsvinden. Daarom zal er opnieuw een aanlegvergunning aangevraagd dienen te worden.
77
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
2
Dorpsraad Sloten – Oud Osdorp
Opmerkingen: Het ontwerp bestemmingsplan geeft reclamant aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1
Peilscheidingsloot Volgens de plankaart zullen er grote stukken weiland komen te liggen tussen de waterscheiding en de bedrijfsterreinen. Dit zal ondernemers uitnodigen de stukken weiland te betrekken bij het bedrijfsterrein. Ter voorkoming van illegale bedrijfsterrein uitbreidingen, pleit reclamant voor een strak inkaderen van de huidige bedrijfsterreinen door middel van de peilscheidingsloot.
2
Cultuur historische waarden Reclamant pleit voor het opnemen van richtlijnen c.q. voorschriften om de cultuur historische waarden te handhaven. Het betreft de volgende richtlijnen: • Een minimale kaphelling voor woonhuizen en bedrijfsgebouwen; • Een minimale afstand (gedacht wordt aan 4 meter vanaf de erfgrens) voor huizen en gebouwen, zoals die kunnen worden gerealiseerd na bijvoorbeeld de sloop van kassen in het kader van de sloopregeling; • Opname van een voorschrift waardoor in de toekomst de ontsluiting van percelen vanaf de Osdorperweg dient te geschieden in de vorm van een brug.
3
Bouwvlakken: De bouwvlakken die zijn ingetekend voor woningen zijn gelijk aan of groter dan de huidige bebouwing. Reclamant vraagt zich af waarom dit is, tenslotte moeten alle bewoners gelijke opties krijgen. Reclamant pleit er voor alle bouwvlakken gelijk te maken aan de huidige bebouwing.
4
Moeraszones: Op de plankaart is de aangeplante moeraszone tussen Slibweg en de Raasdorperweg niet terug te vinden. Reclamant pleit ervoor dit alsnog in de kaart op te nemen.
5
Legalisering illegaal gebruik: Reclamant is van mening dat de gemeente het gedoogbeleid, bestaande uit het illegaal gebruik van kassen, voortzet door alle kassen en andere illegale bedrijfsruimten een andere bestemming te geven. Reclamant heeft grote bezwaren tegen de voorgestelde legalisatie. Het beleid is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het geldt namelijk alleen voor de reeds bestaande gevallen.
6
Reclamant kan leven met een tijdelijke overgangsregeling voor kassen die niet langer als zodanig gebruikt worden. Wel moet worden voldaan aan minimale eisen van brandveiligheid. Na vijf jaar moeten de kassen weer als
78
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
kas gebruikt gaan worden of weggehaald worden. De aangedragen argumenten voor de wijziging zijn voor reclamant niet overtuigend. 7
Vervangen kassen door bedrijfsruimten: Reclamant is van mening dat het voorstel om kassen die gesloopt worden te kunnen vervangen door bedrijfsruimte, onvoldoende onderbouwd is. Onderzoek naar de ruimtelijke gevolgen van de maatregel ontbreekt. Reclamant verzoekt de maatregel te heroverwegen en eerst onderzoek te doen.
8
Verkeersaantrekkende bedrijven weren: Reclamant verzoekt de gemeente in het plan op te nemen dat de bedrijven die zich in het gebied kunnen vestigen weinig tot geen verkeersaantrekkende werking hebben. Voor bedrijven die gebruik maken van zwaar verkeer dient een verbod te komen.
Reactie: Ad 1 Aan de situering van de peilscheiding liggen waterhuishoudkundige redenen ten grondslag. Daarbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande sloten en watergangen. Ad. 2. Voor de gebouwen is een maximale goothoogte en een maximale bouwhoogte voorgeschreven. Daartussen kan een kap worden gerealiseerd. Hoe die kap er uitziet is aan de welstand overgelaten. Die kan daarbij betrekken dat het hier een landelijk gebied betreft waar de gebouwen met kappen worden afgedekt. Een minimale dakhelling geeft geen enkele garantie voor kwaliteit of cultuurhistorisch verantwoorde bebouwing. Ook met een dakhelling van 40 graden kan een welstandelijk of cultuurhistorisch minder gewenst gebouw worden neergezet dat geen relatie heeft met het verleden. Om die reden schrijft het bestemmingsplan hier alleen de hoofdlijnen voor en wordt er in het kader van de welstand getoetst op uiterlijke kwaliteit. Deze opmerking is verwerkt. Voor nieuwe bedrijfsgebouwen die via planwijziging en de sloop van de volledige kas kunnen worden gerealiseerd, geldt dat deze tenminste 5 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen moeten worden gebouwd. Nieuwe woningen kunnen in het gebied van het Luchthavenindelingsbesluit niet worden gerealiseerd. Deze opmerking is verwerkt. In de bestemmingsomschrijving voor ‘Water’, ‘Verkeer’ en ‘Agrarisch met waarden’ is geregeld dat deze bestemmingen er mede op gericht zijn om de cultuurhistorische waarden in de vorm van bruggetjes te behouden. Nieuwe oeververbindingen moeten derhalve in de vorm van een brug worden gerealiseerd. Ad 3
De huidige bouwvlakken zijn zoveel mogelijk strak langs de voor- en zijgevels van de bebouwing gelegd. Aan de achterzijde is vaak nog enige uitbreidingsruimte gelaten. In het landelijke gebied van Osdorp, met over het
79
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
algemeen ruime percelen, kunnen wat ruimere woningen als passend worden aangemerkt. Daartoe bieden de bouwvlakken waar mogelijk nog enige uitbreidingsmogelijkheden. Met ontheffing is het voor iedereen mogelijk om een woning met een oppervlakte van 150 m² te bouwen. Het perceel moet daarvoor wel de ruimte bieden. Vanwege de buren moet er tenminste 5 meter tot het huis van de buren worden aangehouden, tenzij de bestaande afstand al minder is. Ad 4
Deze gronden zijn nog in particuliere eigendom en worden agrarisch gebruikt. Dat kan niet zomaar worden weg bestemd. Het betekent immers dat de moeraszones vooralsnog niet uitvoerbaar zijn. Zodra Rijkswaterstaat of een andere betrokken overheid de gronden heeft aangekocht, of anderszins de verwezenlijking van de moeraszones heeft zeker gesteld, zal het bestemmingsplan daarop worden aangepast.
Ad 5
De glastuinbouw in dit gebied heeft het al jaren moeilijk en is op zoek gegaan naar alternatieve inkomstenbronnen. Omdat daarop nooit tijdig is ingespeeld zijn de stallinglocaties ontstaan. In een stadsrandgebied als de Osdorperweg is daar namelijk behoefte aan en is daarvoor ook ruimte beschikbaar. Om die reden is er voor gekozen om de huidige stalling in te passen, maar nieuwe stalling uit te sluiten. Het bestemmingsplan biedt daartoe voldoende mogelijkheden. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is een inventarisatie gemaakt van de bestaande stalling. Die is op de plankaart aangeduid en in de toelichting is een overzicht opgenomen van de vierkante meters die ter plaatse van de aanduiding in gebruik waren voor stalling. Op die wijze kan eenvoudig worden geconstateerd of er sprake is van een overtreding.
Ad 6
Zie de beantwoording Ad 5
Ad 7
De ruimtelijke gevolgen van de sloop/herbouwregeling zijn een vermindering van de bebouwing met 85%. Bestaande kassen worden vervangen door nieuwe bedrijfsgebouwen ten behoeve van lichte bedrijvigheid. Aan de wijzigingsbevoegdheid is bovendien de voorwaarde gekoppeld dat met een inrichtingsplan moet worden aangetoond dat de herstructurering leidt tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit op het perceel. Wel is de toelaatbare bouwhoogte voor de nieuwe bedrijfsgebouwen meer afgestemd op de landelijke omgeving en veranderd van 8 meter naar een maximale goothoogte van 4 meter en een maximale bouwhoogte van 8 meter. Op die wijze kan de bouw van hoge bedrijfsloodsen worden voorkomen. Gebouwen met kappen sluiten immers beter aan bij de landelijke omgeving. Op dit punt is het bestemmingsplan aangepast.
80
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De impact van deze bedrijvigheid zal niet veel ingrijpender zijn dan de impact van een florerend glastuinbouwgebied, waartoe het bestemmingsplan ook mogelijkheden biedt. Er is hier gezocht naar een uitruilmogelijkheid die nog enig zicht op een vermindering van de bebouwing biedt. Een regeling waarbij kassen kunnen worden ingeruild voor woningbouw is hier niet mogelijk vanwege Schiphol en het Luchthavenindelingsbesluit. Het stadsdeel heeft er hier heel bewust voor gekozen om niet alle mogelijkheden weg te nemen en (daardoor leegstand in de hand te werken) maar actief te zoeken naar planologische oplossingen voor de gebruikers van het gebied, rekening houdend met de waarden van het gebied. In dat licht moeten ook de mogelijkheden voor stadslandbouw in de kassen en de inpassing van de bestaande stalling worden gezien. Ad 8
Die beperking zit er al in. Toelaatbaar zijn uitsluitend bedrijven in de categorieën A en B. Bedrijven met een grote verkeersaantrekkende werking en zwaar verkeer vallen in de categorie C, en die zijn hier uitgesloten. Wel is er in sommige gevallen sprake van bestaande rechten voor wat betreft zwaardere vormen van bedrijvigheid (categorie C). Deze gevallen zijn op maat bestemd.
3
Milieucentrum Amsterdam
Opmerkingen: Overlegpartner heeft de volgende opmerkingen: 1.
De opgave voor het versterken van het groen in het gebied komt nog onvoldoende uit de verf. De gemeente is in de loop der jaren niet adequaat opgetreden tegen bedrijven die delen van de polders hebben geclaimd voor bedrijfsuitbreiding. Overlegpartner betreurt dat in het ontwerpplan deze illegale ruimteclaims worden gehonoreerd. In de toekomst moet er alles aan gedaan worden om het veenweidegebied te beschermen.
2.
Het is van belang dat de Osdorper Binnenpolder Zuid als gespaard landschap in een stevige lijst wordt gelegd door o.a. een waterscheiding tussen de bedrijfsterreinen en het veenweidegebied aan te leggen. Om illegale bedrijfsuitbreidingen in de toekomst zoveel mogelijk te ontmoedigen moet deze scheiding op de bestemmingskaart direct langs de ingetekende bedrijfsterreinen ingetekend worden.
3.
Tevens moet een verplichting gelden om de bedrijfshallen zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken. Deze verplichting moet opgenomen worden in het bestemmingsplan.
81
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
4.
Overlegpartner is tegen het voorstel om het illegale gebruik van de aanwezige kassen als stalling toe te staan. De functie stalling past niet in het wensbeeld om het gebied van de stadsrandzone om te vormen tot een aantrekkelijk recreatiegebied. De kassengebieden maken deel uit van de Hoofdgroenstructuur. Het gebruik van de kassen voor stalling is in strijd met de uitgangspunten voor de Hoofdgroenstructuur. Zowel de tekst van de toelichting als in de regels dient dit uit het plan verwijderd te worden. Overlegpartner is het ook niet eens om de stalling van auto’s, boten en caravans onder de bestemming Agrarisch te scharen.
5.
Vrijgekomen kassengebieden moeten weer groen worden en opgenomen worden als volwaardig onderdeel van de Tuinen van West. De gebieden verdienen planologische bescherming en moeten onderdeel blijven van de hoofdgroenstructuur. Overlegpartner pleit ervoor om ook aandacht te geven aan de voordelen van het verdwijnen van de kassen in dit plangebied. De kwaliteit van een eventueel vrijgekomen kassengebied aan de zijde Ookmeerweg zou benoemd moeten worden.
6.
Het ontwerpplan stelt een regeling voor dat in ruil voor de sloop van de kassen er nieuwe bedrijfsgebouwen langs de weg gebouwd mogen worden. De aangewezen locaties liggen echter in de Hoofdgroenstructuur. Bedrijfsgebouwen zijn niet groenondersteunend en de voorgestelde regeling is dus strijdig met het geldende toetsingskader. De bouw van bedrijfsgebouwen zal een toename van verkeer in het gebied veroorzaken. De eventuele gevolgen voor de luchtkwaliteit moet onderzocht worden.
7.
Het verbaast overlegpartner dat er geen goede redenen bestaan om de uitbreidingsmogelijkheden van de glastuinbouwbedrijven te bevriezen. Een reden is dat de kassengebieden liggen in de Hoofdgroenstructuur. Gelet op de richtlijnen die gelden voor de toegestane mate van bebouwing en verharding, dienen uitbreidingsmogelijkheden of nieuwbouw van kassen bevroren te worden.
8.
Overlegpartner wenst een duidelijker omschrijving van het begrip stadslandbouw. Het blijft onduidelijk wat wordt verstaan onder intensieve en extensieve stadslandbouwactiviteiten. Uitgangspunt bij de begripsbepaling is dat een stadsboerderij opgezet kan worden met drie doeleinden: • Het beheren van de groene ruimte; • Het aanbieden van educatie en recreatie; • Het uitvoeren van agrarisch natuurbeheer. Enkel kleinschalige horeca, gericht op bovenstaande doeleinden, mag worden toegestaan. Overnachtingfuncties en verkeersaantrekkende bedrijven zijn ongewenst. Deze beperkingen moeten in de begripsomschrijving worden opgenomen.
82
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
9.
Op de plankaart zouden de stroken langs de Westrandweg als natuur ingetekend moeten worden.
Reactie: Ad 1 In het verleden is wel opgetreden, maar weinig succesvol. De insteek van dit bestemmingsplan is dan ook om een duidelijke peildatum te creëren die een stringente handhaving mogelijk en succesvol moeten maken. Ad. 2. Voor de waterscheiding is zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande watergangen en sloten in het gebied. Er is nadrukkelijk voor gekozen daartoe niet allemaal nieuwe watergangen te creëren. Daar komt bij dat het huidige plan voldoende duidelijkheid biedt om er voor te zorgen dat de bestaande bedrijven niet nog verder het landelijke gebied intrekken. Ad. 3. Wat betreft de landschappelijke inpassing van de bestaande bedrijven zij opgemerkt dat de Wet ruimtelijke ordening alleen mogelijkheden biedt voor toelatingsplanologie. In het bestemmingsplan kunnen particulieren niet worden gedwongen tot ruimtelijk wenselijk initiatieven. Tenzij de overheid daartoe zelf het initiatief neemt. Op dit moment zijn die er echter nog niet. Ad 4
Het gebied is inderdaad een stadsrandzone en daarin is grote behoefte aan stallingruimte voor auto’s, boten en caravans. De stalling vindt in de bestaande kassen plaats. Daartoe is geen nieuwe bebouwing toegestaan. De stallingactiviteiten zijn mede ontstaan omdat de glastuinbouwsector in het gebied het al jaren moeilijk heeft. De wens voor een aantrekkelijk recreatiegebied ter plaatse van het kassengebied is nooit met concrete initiatieven en geld ondersteund. Ook binnen de Tuinen van West zijn geen initiatieven opgenomen voor het kassengebied. Het bevriezen van alle gebruiksmogelijkheden is voor de ondernemers in dit gebied geen reële optie. Daarvoor is in dit bestemmingsplan de volgende oplossing gezocht. Als eerste is naar extra exploitatiemogelijkheden voor de bestaande agrarische bedrijven gezocht. Daartoe mogen de bestaande kassen voor stadslandbouw worden aangewend. Extra exploitatiemogelijkheden bieden ook de bestaande stallingactiviteiten die mogen worden voortgezet. Nieuwe stalling is nadrukkelijk uitgesloten. Teneinde dat adequaat te kunnen handhaven is de bestaande stalling geïnventariseerd en op de plankaart aangeduid. Verder is een sloop/herbouw regeling opgenomen die moet voorzien in aanzienlijk minder bebouwing. Ook hier is weer een afweging gemaakt tussen de belangen van het landschap en de belangen van de bestaande bedrijven. Bij sloop mag maximaal 15% worden teruggebouwd. Dat levert een vermindering op van 85% bebouwing. Meer reductie is op deze wijze niet mogelijk omdat de regeling dan financieel zo onaantrekkelijk wordt dat daarvan geen gebruik zal worden gemaakt. Om de ruimtelijke kwaliteit te
83
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
waarborgen zijn voorwaarden opgenomen. Zo moeten de doorzichten naar het achterland open blijven en dient met een inrichtingsplan te worden aangetoond dat de ruimtelijke kwaliteit op het perceel verbetert. Ad 5
Voornoemde kwaliteit is er op dit moment niet en kan alleen worden benoemd als daarvoor concrete herinrichtingsplannen zijn. Die zijn er nu niet.
Ad 6
Zie ook de reactie hiervoor. Verkeersintensieve bedrijvigheid is uitgesloten. De gevolgen van kleinschalige bedrijvigheid op deze locaties zullen niet zwaarder zijn, vergeleken met de gevolgen bij een maximale invulling van de mogelijkheden die het huidige bestemmingsplan al biedt. Ook een florerende glastuinbouwsector brengt het nodige verkeer met zich mee. De omvang van de ontwikkelingen is dermate beperkt dat deze niet in betekenende mate zullen bijdragen aan de luchtkwaliteit. Daar komt bij dat het helemaal niet zeker is dat ook veelvuldig van de regeling gebruik zal worden gemaakt.
Ad 7
Het gaat hier om bestaande bedrijven met geldende rechten. Deze bestaande bedrijven waren al aanwezig voordat het gebied onder de Hoofdgroenstructuur werd gebracht. De gewenste bevriezing is vanwege de daarmee gepaard gaande planschadeclaims niet uitvoerbaar. Om die reden is gekozen om conform het provinciale beleid voor glastuinbouw buiten de concentratiegebieden, nog uitbreidingsruimte te geven tot maximaal 20.000 m² kassen per bedrijf. Zie ook de reactie hiervoor ten aanzien van het door het stadsdeel voorgestane beleid voor dit gebied.
Ad 8
De begripsbepaling is voldoende duidelijk. De genoemde beperkingen en uitgangspunten zijn hierin voldoende verwerkt. Tegelijkertijd moet de omschrijving niet zo stringent zijn dat ook gewenste ontwikkelingen daardoor onmogelijk worden gemaakt.
Ad 9
Deze stroken zijn nog in particuliere eigendom en worden agrarisch gebruikt. Op dit moment is de inrichting als moeraszone niet verzekerd, laat staan dat het stadsdeel kan aangeven hoe de kosten daarvoor zullen worden verhaald. Zodra hierover meer duidelijkheid bestaat zal het bestemmingsplan daarop worden herzien.
4
Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Opmerkingen: 1. In hoofdstuk 6 6 van de toelichting is het vastgestelde milieubeoordelingsbesluit mer niet genoemd. Dit besluit heeft betrekking op het gehele gebied Tuinen van West en is van belang voor het plangebied
84
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Osdorperweg e.o. Uit het ontwerpplan is niet af te leiden op welke manier toepassing is gegeven aan het milieubeoordelingsbesluit. 2.
Er is geen duidelijkheid ten aanzien van de binnen het plangebied aanwezige leidingen.
3.
Niet duidelijk is of met het bestemmen van de gronden tot WonenStadslandbouw een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt die nu niet voor handen is. Gelet op het consoliderende karakter van het bestemmingsplan.
Reactie: Ad. 1. Voor de Osdorperweg e.o. is geen mer nodig. De verantwoording daarvan staat in hoofdstuk 11 van de toelichting beschreven. Ad. 2. Voor de leidingen is gebruik gemaakt van de informatie van de desbetreffende leidingbeheerders. Op onderdelen is het ontwerp hier nog op aangevuld. Ad. 3. Het stadsrandgebied van de Osdorperweg staat onder grote stedelijke druk. De belangrijkste ambitie voor het gebied, is het behoud van het waardevolle polderlandschap. Dat kan alleen als daarvoor maatschappelijk draagvlak bestaat en er ook economische dragers voor zijn. Stadslandbouw is één van de ontwikkelingen die moeten bijdragen aan het maatschappelijk draagvlak en moet zorgen voor economische draagkracht. Daartoe is stadslandbouw uitsluitend mogelijk gemaakt op bestaande voormalige agrarische bouwpercelen en in de bestaande kassengebieden. Van een ontwikkeling van groen naar rood is geen sprake. In het plan is de bescherming van het polderlandschap zorgvuldig geregeld.
5
Waternet
Opmerkingen: 1. In het ontwerpbestemmingsplan zijn een tweetal drinkwaterleidingen en een tweetal ruwwaterleidingen niet in de verbeelding opgenomen. 2.
In de waterparagraaf wordt gesproken over het dempen van sloten en het graven van nieuwe sloten. Er is geen overzicht van de peilgebieden waar dit moet gebeuren en de som van het totaal aan dempingen en het totaal aan nieuw te graven sloten.
Reactie: Ad. 1. De genoemde leidingen zullen worden opgenomen in het definitieve bestemmingsplan.
85
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ad. 2. Bedoeld wordt waarschijnlijk het gestelde in paragraaf 8.3.5. Het gevraagde overzicht is niet voor handen. Overigens is de waterparagraaf een weergave van het door Waternet gehanteerde en uit te voeren beleid. De gevraagde gegevens zijn wellicht dan ook bij Waternet zelf aanwezig.
6
Advies TAC-commissie
Bij brief van 13 januari 2010 heeft de TAC-commissie een advies afgegeven naar aanleiding van het ontwerpbestemmingsplan. Het advies behoeft hier geen verdere beantwoording want dit heeft niet de status van zienswijze. In onderstaande wordt het volledige advies letterlijk weergegeven: ‘’Op 22 december 2009 is door u gevraagd alsnog een TAC advies te geven inzake het ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o., gelegen in stadsdeel Osdorp. Aangezien het hier gaat om een initiatief in de Hoofdgroenstructuur, is een advies van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) vereist, conform de beleidsregels zoals vastgelegd in het ‘Aanvullend Toetsingskader Hoofdgroenstructuur’ (2002). Voor zover deze locatie valt onder het werkingsgebied van het SPvE Tuinen van West, dient deze tevens getoetst te worden aan het SPvE Tuinen van West, hoofdstuk 2, conform het B&W besluit van september 2008. Gerelateerd hieraan heeft de TAC in een eerder stadium reeds geadviseerd inzake het thema stadslandbouw (17 maart 2009) en bouwinitiatieven op meerdere percelen in de Hoofdgroenstructuur langs de Osdorperweg. Aanvullend Toetsingskader De bebouwing langs de Osdorperweg, inclusief de kassenpercelen, valt onder de werking van het ‘Aanvullend Toetsingskader Hoofdgroenstructuur’. Hiervoor is het groentype ‘(stadsrand)polder’ van kracht. Als beleidsintentie voor dit groentype geldt dat een kwaliteitsverbetering van de stadsrandgebieden nagestreefd dient te worden, onder andere door het voorkomen van uitplaatsing van NIMBY-functies. In dit type groen zijn kleinschalige recreatieve voorzieningen toegestaan als observatiepunten, informatieborden, routing (land, water), kano- en roeibootcentra en een informatiecentrum. SPvE Tuinen van West Het SPvE Tuinen van West bevat op hoofdlijnen de inrichtingseisen voor het plangebied Tuinen van West. Deze inrichtingseisen vormen een belangrijk beleidskader bij de herziening van de binnen dit gebied vallende bestemmingsplannen. Voor het Osdorpse deel van het landelijk gebied (Osdorperbovenpolder, Osdorperbinnenpolder Zuid en de Lutkemeerpolder) gaat het vooral om de realisering van extensieve recreatieve voorzieningen zoals fiets- en voetpaden, natuurbeheer en de ontwikkeling van stadslandbouw. De bestaande
86
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
inrichting en het gebruik van het bestemmingsplangebied ‘Osdorperweg en omgeving’ veranderen hierdoor nauwelijks. Het uitgangspunt voor het bebouwingslint aan de Osdorperweg en voor de tuinbouwkassen is dat geen nieuwe voorstellen vanuit groen c.q. recreatie worden gedaan. Weliswaar wordt in het SPvE Tuinen van West erkend dat dit gebied deel uitmaakt van de Hoofdgroenstructuur, maar tevens wordt geconstateerd dat het reeds in hoge mate bebouwd is. Het SPvE Tuinen van West is een uitwerking van de Hoofdgroenstructuur en bevat de volgende relevante uitgangspunten: De natuurwaarden (weidevogels), de landschappelijke waarden (open veenweidegebied) en de cultuurhistorische waarden (historisch polderlandschap), moeten behouden blijven en beschermd worden. Dit heeft tot gevolg dat de polders/weilanden vooral worden bestemd voor agrarisch (mede)gebruik, natuurbeheer en landschaps-beleving. Daarbij is routegebonden recreatie (fietsers en wandelaars) toegestaan. Hiertoe zullen binnen het plangebied een aantal fietsen wandelpaden worden aangelegd. Verder is het plangebied aangewezen voor de ontwikkeling van ‘Stadslandbouw’. Stadslandbouw is een nieuw begrip waarvoor op landelijk niveau nog geen eensluidende definiëring is vastgesteld. In het nieuwe bestemmingsplan wordt de volgende met de projectgroep Tuinen van West besproken definitie gehanteerd: ‘Agrarisch bedrijf in combinatie met groene dienstverlenende nevenactiviteiten die inspelen op natuur- en landschapsbeheer in het open veenweidegebied van de Osdorper Binnenpolder Zuid of het open droogmakerij landschap van de Osdorper Bovenpolder en/of die inspelen op de recreatieve landschapsbeleving van deze polders en/of die inspelen op voedselproductie, waarbij tenminste 10% van de inkomsten uit agrarische activiteiten moeten voortkomen’. Over terugdringing van de verrommeling is in het PvE Tuinen van West niets opgenomen. Het SPvE Tuinen van West volstaat met een verwijzing naar het stadsdeelbeleid, waarin slechts sprake is van een opgave om de verrommeling te consolideren. Dat wil zeggen dat toename van de bebouwingsmogelijkheden en uitbreiding van niet-agrarische bedrijfsactiviteiten niet is toegestaan. In het SPvE Tuinen van West valt het bestemmingsplangebied in de vlakken Weidegebied Osdorper Bovenpolder (SL1), Osdorper Binnenpolder Zuid (SL2) en Moerasstroken Westrandweg (N2). In vlak SL1 wordt de ontwikkeling tot stadslandbouw mogelijk gemaakt. Bij een keuze voor stadslandbouw zal in overleg met de agrarische ondernemers de Osdorper Bovenpolder door middel van een onverhard wandelpad licht ontsloten worden voor wandelaars. Een onverhard wandelpad kan seizoensgewijs afgesloten of verlegd worden om bijvoorbeeld broedende vogels niet te verstoren. Vlak SL2 dient ten behoeve van de uitoefening van stadslandbouw, waarbij het behoud van het traditionele landschappelijke beeld voorop staat. Als enige grotere restant van het eertijds uitgestrekte veenweidelandschap tussen Amsterdam en het Haarlemmermeer, fungeert het nu als landschappelijk museum (‘bodemarchief’). Daarnaast vertegenwoordigt het gebied belangrijke natuurwaarden. In het kader van
87
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
een te nemen peilbesluit, waarbij het oppervlaktewater met 10 cm zal worden verlaagd, zal Waternet een peilscheiding aanbrengen. De Osdorper Binnenpolder zuid wordt hierdoor gesplitst in een peilvak langs de Osdorperweg en een peilvak dat de open polder omvat. In het peilvak langs de Osdorperweg wordt het waterpeil gehandhaafd ter bescherming van de bebouwing langs de Osdorperweg. N2 is in het Landschapsplan Westrandweg (Rijkswaterstaat) bestemd voor de aanleg van een moeraszone van gemiddeld 15 meter breedte. De intentie is om de kavels die hiertoe door Rijkswaterstaat onteigend worden, in hun geheel als (natte) natuur te ontwikkelen. In het Landschapsplan is aan de oostelijke zijde van de Westrandweg voorzien in een verbrede bermsloot met natuurfunctie. De intentie is om het gehele vlak te ontwikkelen tot moeras/natte natuur. Het plan Het ontwerpbestemmingsplan heeft tot doel functies als agrarisch natuurbeheer, polder- en veenlandschap, stadslandbouw en extensieve recreatie te bevorderen. Het bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter. Het plangebied wordt begrensd door de Wijsentkade, de Ringvaart, de gemeentegrenzen van Haarlemmerliede en Spaarnwoude, de bovensloot langs de Osdorperweg, de sloot ten oosten van het volkstuinpark ‘De Eendracht’, het Ma Braunpad en de Ookmeerweg. Voor de bestaande glastuinbouwbedrijven zijn uitbreidingsmogelijkheden opgenomen tot maximaal 20.000 m² kassen per bestaand bedrijf. Voor stadslandbouw geldt dat maximaal 350 m2 bruto vloeroppervlakte mag worden aangewend voor horeca- en detailhandelactiviteiten per stadslandbouwvestiging. Voor stadslandbouw is het tevens van wezenlijk belang dat er altijd een relatie is met agrarisch natuur- en landschapsbeheer, landschapsbeleving, milieueducatie en/of voedselproductie. In het bestemmingsplan is een sloopregeling opgenomen in ruil voor bouwmogelijkheden aan de weg. Zo zijn er via planwijzigingen mogelijkheden om in ruil voor de sloop van kassen, nieuwe bedrijfsgebouwen op te richten aan de weg. Zo mag maximaal 15% van de gesloopte kassen worden teruggebouwd in de vorm van bedrijfsgebouwen en mag deze bebouwing niet verder dan 120 meter de polder insteken (vanaf de weg). Advies De door u verstrekte informatie (‘ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.’ oktober 2009, het aangeleverde kaartmateriaal en de begeleidende brief van 22 december 2009) geeft de TAC aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. Algemeen In de eerste plaats stelt de TAC dat zij met instemming kennis heeft genomen van het Ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o. Deze instemming geldt eveneens voor de wijze waarop in dit ontwerp de problematiek rond de ter plekke aanwezige rafelranden van de grootstedelijke samenleving is behandeld. De onbeheersbare situatie langs de Osdorperweg is de laatste jaren bij herhaling besproken in de TAC en is twee keer onderwerp van een oculaire inspectie geweest. In het
88
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Ontwerpbestemmingsplan wordt zorgvuldig omgegaan met de ter plaatse aanwezig natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. De TAC constateert tegelijkertijd dat er de afgelopen jaren aanzienlijke verrommeling in het betreffende gebied heeft plaatsgevonden die inbreuk betekent op de landschappelijke kwaliteit van het gebied. De oppervlakte van de woon- en bedrijfspercelen langs de Osdorperweg, alsmede het bouwvolume van de daarop aanwezige bebouwing is fors toegenomen. Veel kavels hebben zich in het veenweidegebied uitgebreid, zonder dat hierop actief is gehandhaafd. Vanwege het belang dat het groen heeft voor de kwaliteit van een grootstedelijke samenleving, is betreurenswaardig dat hierdoor inmiddels overgangsrechten verkregen zijn. Door de toenemende bebouwingsdichtheid is bovendien nog maar op enkele locaties vrij doorzicht in het polderlandschap. De TAC ziet het als een absolute voorwaarde dat vanaf nu daadwerkelijk wordt gehandhaafd, zodat nog verdere verrommeling wordt voorkomen. De voorgestelde regelingen in het ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg zijn wat dat betreft hoopgevend. De TAC houdt iedere verdere uitbreiding van het bebouwde oppervlak of van het bouwvolume voor niet inpasbaar, tenzij bij de uiteindelijke planvorming duidelijk wordt aangegeven dat de recreatieve gebruikswaarde van het groen daar ter plekke ermee is gediend. In de Hoofdgroenstructuur zijn bouwen en wonen namelijk niet toegestaan. Indien er voor het voortbestaan van een bepaalde functie in het plangebied meer ruimte nodig is, dan zal het benodigde bouwvolume elders in het gebied gevonden moeten worden. De voorgestelde sloopregeling biedt daartoe de mogelijkheid en zal als zodanig ook gebruikt moeten worden. Stadslandbouw De TAC is van mening dat wanneer stedelingen de landbouw en het platteland als waardevolle omgeving gebruiken om te recreëren, dat een positieve bijdrage levert aan het draagvlak voor deze nieuwe vorm van landbouw. Informatieve activiteiten zoals rondleidingen en educatie kunnen de betrokkenheid met de landbouw in de regio versterken. Andere activiteiten waarbij stedelingen intensiever bij de landbouw worden betrokken kunnen daarnaast vorm krijgen. Want ook voor het meewerken en zelfoogsten en voor een nader contact met een boer of tuinder blijkt een vraag te bestaan. Voor dergelijke initiatieven is het zeer belangrijk dat ze goed toegankelijk zijn. Een locatie in de stadsrand biedt hiervoor mogelijkheden, omdat daar de agrarische bedrijven gemakkelijk wandelend of fietsend bereikbaar zijn. De TAC staat echter op het standpunt dat stadslandbouw geen doel in zichzelf is, maar een middel dat ingezet kan worden om de groene functie van een gebied overeind te houden c.q. te versterken als tegenwicht tegen de stedelijke druk. Stadslandbouw is een breed begrip dat op verschillende wijzen geïnterpreteerd kan worden. Alleen door helder te definiëren welke functies wel en welke functies niet inpasbaar zijn binnen dit begrip, worden situaties voorkomen waarbij een toegekende functie geleidelijk uitgroeit tot een programma dat onwenselijk en onbeheersbaar blijkt.
89
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
De TAC concludeert dat stadslandbouw inpasbaar is in de Hoofdgroenstructuur, mits het begrip concreet wordt gedefinieerd en weloverwogen ingepast. De TAC acht functies binnen de stadslandbouw inpasbaar als die een duidelijke link hebben met natuur- en landschapsbeheer, natuur- en milieueducatie en/of zorg, waarbij een nauw contact tussen boeren en stedelingen een minimale voorwaarde en specifiek aandachtspunt is. Gedacht moet worden aan kleinschalige initiatieven, zonder verblijfsrecreatief element, zoals schoolwerktuinen, verkooppunten van zelfverbouwde producten, speelvoorzieningen in een groene setting, een kinderboerderij en een zorgboerderij/centrum. De functie moet een meerwaarde inhouden voor de groenkwaliteit en gebruikswaarde van de Hoofdgroenstructuur ter plekke. Wat dat betreft wijst de TAC u op de formulering op pagina 36, waarbij ‘overnachten bij de boer’ wordt geschaard onder het recreatief medegebruik van het landschap. De TAC stelt zich echter op het standpunt stelt dat de Hoofdgroenstructuur niet is bedoeld om verblijfsrecreatie mogelijk te maken. De TAC wordt graag overtuigd dat er bij eventuele plannen voor ‘overnachten bij de boer’ geen sprake is van een beginnende hotelfunctie, maar dat de groene kwaliteiten van de boerderij of in haar omgeving daartoe uitnodigen en het plan bijdraagt aan het onderhoud van het landschap, natuur en cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied. Alleen dan kan bij wijze van uitzondering de mogelijkheid tot overnachten worden toe ge laten. Indien niet duidelijk blijkt dat er in deze zin sprake is van een uitzonderlijke situatie, dan moet de TAC concluderen dat het gaat om het vestigen van een beginnende hotelfunctie en dat het plan om die reden niet inpasbaar is in de Hoofdgroenstructuur. Tevens zal de TAC niet instemmen met een vergroting van het bouwvolume. De nieuwe functie zal dus binnen het bestaande bouwvolume gerealiseerd moeten worden, al dan niet na ver- of nieuwbouw. Op dezelfde wijze beoordeelt de TAC plannen welke de vestiging van zorgboerderijen, kinderopvang en naschoolse opvang in de Hoofdgroenstructuur betreffen. De TAC stelt dat de zorgtaken die worden aangeboden, strikt gerelateerd moeten zijn aan zaken als agrarisch natuurbeheer, landschapsbeheer, landschapsbeleving, milieueducatie, voedselproductie en dergelijke. Hierbij verwijst de TAC naar de randvoorwaarden welke op pagina 150-151 in het bestemmingsplan worden geformuleerd voor de mogelijkheden tot stadslandbouw. Daarnaast wil de TAC duidelijk stellen dat in dergelijke gevallen de zorgfunctie adequaat gerealiseerd moeten kunnen worden binnen het bestaande bouwvolume en dat er geen voorzieningen worden getroffen om overnachten mogelijk te maken. De voorgaande uitgangspunten zal de TAC ook hanteren bij het beoordelen van plannen tot vergroting van het bebouwde oppervlak of het bouwvolume ten behoeve van andere functies, bestaande of nieuwe. Tot slot acht de TAC ook geen enkele vorm van zelfstandige horeca inpasbaar in stadslandbouw. Uitzondering hierop vormen zeer kleinschalige initiatieven die onderdeel uitmaken van een stadslandbouwfunctie, zoals de verkoop van ijs en het aanbieden van eten en drinken bij een boerderij. De in het ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o. gehanteerde definitie – die mede op basis van het TAC-advies
90
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
over stadslandbouw is bijgesteld - en de aangehaalde voorbeelden op pagina 92 acht de TAC inpasbaar. Kassen Ten tijde van de instelling van de Hoofdgroenstructuur waren de kassen al in het betreffende gebied aanwezig en daarmee zijn ze ingepast in de Hoofdgroenstructuur ter plekke. Volgens het Aanvullend Toetsingskader Hoofdgroenstructuur is een kas echter niet inpasbaar binnen het groentype stadsrandpolder. Een initiatief tot de realisatie van nieuwe kassen zal dan ook door de TAC negatief worden beoordeeld. Redenerend vanuit de uitdaging om de Hoofdgroenstructuur te laten functioneren als kwaliteitsimpuls voor het bredere gebied (Tuinen van West), is de TAC van mening dat het gebied landschappelijk waar mogelijk groen dient te worden ingevuld, op een dusdanige wijze dat het de groenbeleving en gebruikswaarde van het gebied als geheel versterkt. Kassen vormen wat dit betreft een beeldbepalend element in het landschap en zijn daarom strijdig met de uitgangspunten van de Hoofdgroenstructuur. De TAC acht het aanbevelingswaardig om de activiteiten en functies binnen de kassen waar mogelijk een zo groen mogelijk karakter te laten vervullen. Stadslandbouw is wat dat betreft een acceptabele invulling, mits helder gedefinieerd. Gedacht kan hierbij worden aan specifieke initiatieven als tropische volkstuinen (overdekte volkstuinen), een kassenklas (overdekte schoolwerktuin) en een overdekte natuurspeeltuin. Opslag van caravans, auto’s en boten is wat dit betreft onwenselijk, ondanks het feit dat de TAC zich kan voorstellen dat dit vanuit bedrijfseconomisch oogpunt een aantrekkelijke invulling is. De TAC heeft dan ook moeite met de in het ontwerp bestemmingsplan Osdorperweg voorgestelde intentie om de kassen een bedrijfsbestemming te geven in plaats van een agrarische natuurbeheer bestemming, en de opslag en stalling van caravans, boten en auto’s in de aangeduide kassen toe te staan. De TAC waardeert het gegeven dat de opslag in kassen middels maatbestemmingen tot een aantal percelen wordt beperkt ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Ook waardeert de TAC de opgenomen constructie in het ontwerpbestemmingsplan die het mogelijk maakt dat op het moment dat de kassen zijn afgeschreven, een andersoortige bedrijvigheid is toegestaan (waarmee de opslagfunctie vervalt). Hetzelfde geldt voor de toegevoegde wijzigingsbevoegdheid met sloopregeling. Ter extra stimulans zou nog een ‘uitsterfregeling’ overwogen kunnen worden. Samengevat stelt de TAC vast dat zij kennis heeft genomen van de plannen met betrekking tot de toekomst van het groen in het bestemmingsplangebied Osdorperweg e.o.. Bij de uitwerking daarvan in concrete plannen zal de TAC bijzondere aandacht schenken aan de hiervoor genoemde randvoorwaarden. De TAC verwacht in dat kader ook actief geïnformeerd te worden over en betrokken bij de verdere uitwerking van de plannen voor dit gebied.
91
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Hoogachtend,
Prof. dr. G.J. Borger Voorzitter van Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur’’
92
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
3.3
Aanpassingen n.a.v. opmerkingen vooroverlegpartners
Reden Na sloop van de bestaande kassen mag maximaal 15% worden teruggebouwd in de vorm van bedrijfsgebouwen. De bouwhoogte van die bedrijfsgebouwen is afgestemd op de landelijke omgeving. De maximale goothoogte bedraagt 4 meter en de maximale bouwhoogte 8 meter. Daarbinnen kan maximaal 1 bouwlaag met kap worden gerealiseerd. Aanpassing Na wijziging ten behoeve van sloop kassen en herbouw maximaal 15% bedrijfsgebouwen mag de goothoogte van de nieuwe bedrijfsgebouwen niet meer dan 4 meter bedragen en de bouwhoogte maximaal 8 meter.
Reden Om de doorzichten naar het achterland open te houden is het gewenst dat de bedrijfsgebouwen die via planwijziging en na sloop van de volledige kas kunnen worden teruggebouw, tenminste 5 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen worden gebouwd. Aanpassing Voor nieuwe bedrijfsgebouwen die via planwijziging en de sloop van de volledige kas kunnen worden gerealiseerd, geldt dat deze tenminste 5 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen moeten worden gebouwd.
93
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
4. Ambtshalve aanpassingen
4.1
Regels
Reden Het plan is gereed gemaakt voor de digitale beschikbaarstelling conform de ROstandaarden en heeft daartoe een ID-nummer gekregen conform de Amsterdamse standaard voor de naamgeving van ruimtelijke plannen. Aanpassing In artikel 1.2 is het correcte ID-nummer opgenomen.
Reden In de bestemmingsomschrijving voor ‘Agrarisch’ met stadslandbouw in de kassen is expliciet opgenomen dat de intensieve vormen van stadslandbouw zoals boerderijwinkel en kantine/horeca beperkt moet blijven tot 350 m². De rest van de kassen/bedrijfsgebouwen mag uiteraard wel worden gebruikt voor teelt en/of verwerken van de agrarische producten. Ook de administratie ten behoeve van het bedrijf is binnen deze regeling toelaatbaar. Aanpassing In artikel 3.3. is in de specifieke gebruiksvoorschriften expliciet geregeld dat ruimte voor de verwerking/bewerking van de agrarische producten niet binnen de 350 m² voor intensieve stadslandbouwfuncties is begrepen.
Reden In de bestemming ´Agrarisch met waarden´ is expliciet opgenomen dat de weilanden mogen worden gebruikt voor het beweiden met vee. Aanpassing In de bestemmingsomschrijving van ´Agrarisch met waarden´ in artikel 4 is expliciet opgenomen dat de weilanden bestemd zijn voor het beweiden met vee.
Reden In de begripsomschrijving voor stadslandbouw is expliciet geregeld welk gebruik voor paarden wel is toegestaan en welk gebruik niet. Productiegerichte paardenhouderijen zoals een paardenhouderij waar paarden worden getraind en verhandeld zijn binnen Stadslandbouw niet toegestaan. Voor dergelijke bedrijven zijn in de regel grote bouwvlakken van 1 tot 2,5 hectare nodig en uitgebreide voorzieningen met open paardenbakken met omheining en verlichting. Dergelijke bedrijven en voorzieningen verdragen zich niet met het karakteristieke natte polderlandschap waar veel vogels zitten.
94
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Het grazen van paarden in het weiland past daar wel binnen, maar intensievere vormen waarbij paardenbakken met verlichting nodig zijn, passen niet. In de begripsomschrijving van stadslandbouw is daartoe bepaald dat productiegerichte paardenhouderijen niet zijn toegestaan, maar enkel ruiterpad gerichte paardenhouderijen en nog enkele vormen van paardenhouderij die met een kleiner bouwvlak toekunnen en waarbij geen intensief gebruik (anders dan grazen) van het weidelandschap nodig is. Ook maneges en echte agrarische paardenbedrijven zoals een stoeterij zijn uitgesloten omdat deze vanwege hun ruimtebehoefte en intensieve gebruik niet passen in dit gebied. Aanpassing In de begripsomschrijvingen in artikel 1 is het begrip stadslandbouw aangevuld met ruiterpaarden gerichte paardenhouderij, paardenmelkerij, stalhouderij, privé-stal en pensionstal. Productiegerichte paardenhouderijen zoals een trainings- en africhtingstal, een sportstal, een handelsstal en een fok en opfokstal zijn uitgezonderd en dus niet toegestaan. De begrippenlijst is aangevuld met deze verschillende vormen van paardenhouderij.
Reden Tijdens de behandeling van het ontwerp in de Raad is benadrukt dat vanwege de cultuurhistorie en het landelijke karakter van de Osdorperweg, bruggetjes gewenst zijn in plaats van dammen. In de huidige situatie zijn echter al een groot aantal dammen aanwezig. Daarom is in de planregels voor de bestemming ´Water´, ´Verkeer´ en ´Agrarisch met waarden´ opgenomen dat de bestaande oeververbindingen een positieve bestemming krijgen, maar dat het beleid gericht is op de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden in de vorm van bruggetjes voor de toegang tot percelen. Nieuwe oeververbindingen op een plek waar er nog geen was, zullen dan ook uitgevoerd moeten worden in de vorm van een brug. Aanpassing In de bestemmingen Water (art. 14), Verkeer (art. 13) en Agrarisch met waarden (art. 4) hebben de bestaande oeververbindingen een positieve bestemming gekregen, maar is expliciet opgenomen dat deze bestemmingen er mede op zijn gericht om de cultuurhistorische bruggetjes te behouden en ontwikkelen.
Reden Voor woningen is een ontheffingsmogelijk opgenomen om de woning te vergroten tot een maximale oppervlakte van 150 m². Daarnaast is voor woningen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met behulp waarvan de woning kan worden verplaatst naar een locatie elders op het perceel, teneinde de ruimtelijke situatie op het perceel te verbeteren. Die mogelijkheden zijn ook opgenomen voor bedrijfswoningen. Om de ruimtelijke situatie op een perceel te verbeteren is het met wijziging ook mogelijk het bouwvlak voor een bedrijfsgebouw te verplaatsen.
95
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Aanpassing In artikel 5.2 is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om bedrijfswoningen te vergroten tot een maximale oppervlakte van 150 m². In artikel 5.4 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het aanduidingsvlak voor een bedrijfswoning naar elders op het perceel te verplaatsen, alsmede een bevoegdheid om het bouwvlak voor een bedrijfsgebouw naar elders op het perceel te verplaatsen.
96
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
4.2
Verbeelding
Reden Op de verbeelding zijn binnen de bestemmingsvlakken ter hoogte van de Osdorperweg 454 t/m 456 T in totaal 16 woningen (waaronder 2 bedrijfswoningen) opgenomen. Dit berust op een vergissing en komt niet overeen met de feitelijke situatie en het vigerende bestemmingsplan. Op basis van het vigerende plan zijn maximaal 13 woningen toegestaan. Gebleken is dat ter plaatse van de percelen 456 E en 456 B & C sprake is van bedrijfsbebouwing in plaats van woningen. Aanpassing: De bouwvlakken c.q. woonbestemmingen ter plaatse van de Osdorperweg 456 E en de Osdorperweg 456 B en C zijn omgezet naar een bedrijfsbestemming waardoor het totaal aantal woningen uitkomt op in totaal 13.
Reden In het plan hebben de hoveniersbedrijven een bestemming ‘Agrarisch’ gekregen met de aanduiding ‘hovenier’. Deze bestemming sluit beter aan op het landelijke karakter van de omgeving. Ook op Osdorperweg 756 is een hoveniersbedrijf gevestigd. De bedrijfsbestemming is derhalve aangepast naar een agrarische bedrijfsbestemming met de aanduiding ‘hovenier’. Aanpassing: Het hoveniersbedrijf aan de Osdorperweg 756 krijgt net als de andere hoveniers in het plangebied een agrarische bedrijfsbestemming met de aanduiding ‘hovenier’.
Reden Ten onrechte zijn ter hoogte van de Osdorperweg 684-688 niet het volgens het geldende bestemmingsplan mogelijke aantal woningen opgenomen. Aanpassing Conform het geldende bestemmingsplan zijn er ter hoogte van de Osdorperweg 684688 4 woningen met een bouwvlak mogelijk gemaakt en kunnen er daarnaast nog 4 woningen met wijziging worden gerealiseerd. Op de plankaart is daartoe een ‘wrozone wijzigingsgebied’ opgenomen, met daaraan gekoppeld een wijzigingsbepaling in de planregels waarin is opgenomen dat ter plaatse van het wijzigingsgebied nog 4 woningen kunnen worden toegevoegd onder de voorwaarde dat voldoende afstand tot de buren wordt gehouden.
97
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Reden Ter plaatse van de Osdorperweg 595-597 is volgens het geldende bestemmingsplan en de inventarisatie slechts 1 woning aanwezig. Aanpassing Ter plaatse van de Osdorperweg 595-597 is de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ aangepast en teruggebracht naar 1.
Reden Ter plaatse van de Osdorperweg 585 is een bedrijfswoning aanwezig waarvoor geen aanduiding was opgenomen. Aanpassing Osdorperweg 585 bedrijfswoning aanduiden op de verbeelding.
Reden Op het perceel Lutkemeerweg 48 is ten onrechte een bouwvlak aangewezen waar geen bebouwing aanwezig is en waar ook geen geldende rechten op bebouwing bestaan. Aanpassing Op het perceel Lutkemeerweg 48 is een ten onrechte toegekend bouwvlak geschrapt.
Reden Tussen Osdorperweg 944 en 960 is een bouwvlak ingetekend ten behoeve van een nieuwe vergunde woning. Het perceel valt net buiten de werking van het Luchthavenindeling Besluit. Ruimtelijk is het de invulling van een open ruimte tussen een rijtje bestaande woningen waarbij de ritmiek kan worden voortgezet, terwijl er voldoende doorzicht overblijft. Aanpassing Tussen Osdorperweg 944 en 960 is een bouwvlak toegevoegd ten behoeve van een nieuwe woning.
Reden Achter de Osdorperweg 937 is een grote kas gesloopt. Omdat alle kassen op de verbeelding zijn aangeduid is de aanduiding van de verbeelding verwijderd. Aanpassing Achter Osdorperweg 937 is een deel van de aanduiding ‘kas’ van de verbeelding verwijderd.
98
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Reden Ten onrechte was aan de Osdorperweg 663 de bestemming ‘Maatschappelijk’ toegekend. De vestiging van een maatschappelijke instelling is hier van de baan. Aan het perceel is weer een bedrijfsbestemming toegekend. Aanpassing Voor de Osdorperweg 663 is de bestemming ‘Maatschappelijk’ gewijzigd in de bestemming ‘Bedrijf”.
Reden Weiland achter Osdorperweg 697 is visueel afgescheiden van het polderland. Daarom is de agrarische bestemming ter plaatse vervangen door de bestemming ‘Groen’. Rond de autobedrijven en dit stukje groen komt een groene struweelafscheiding om de bedrijven landschappelijk in te passen. De groene afscherming is daartoe aangeduid als ‘specifieke vorm van groen – struweel’. Aanpassing De bestemming ‘Agrarisch met waarden’ voor het weilandje achter Osdorperweg 697 is vervangen door de bestemming ‘Groen’. De groene afscheiding tussen bedrijven en weilanden is voorzien van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – struweel’.
Reden De tuinbestemming naast Osdorperweg 722 is vervangen door de bestemming ‘Groen’. Het groen mag worden gebruikt voor het grazen van vee. De aanleg van paardenbakken en omheiningen met verlichting is niet toegestaan. Aanpassing Het weilandje naast de Osdorperweg 722 heeft de bestemming ‘Groen’ gekregen zodat het kan worden gebruikt voor het laten grazen van vee.
Reden Het bouwvlak voor de woning Osdorperweg 685 is aangepast zodat de bestaande woning in het bouwvlak is opgenomen. . Aanpassing Het bouwvlak voor de woning Osdorperweg 685 is aangepast conform de bestaande woning.
99
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Reden Voor de woning aan de Lutkemeerweg 92 is de kadastrale grens van het perceel aangehouden. De toegang tot de Wysentkade heeft de bestemming ‘Natuur’ gekregen. Aanpassing De groene toegang tot de Wysentkade naast de woning Lutkemeerweg 92 heeft de bestemming ‘Natuur” gekregen.
Reden Ten onrechte is voor de Osdorperweg 555/559 maar 1 woning aangeduid. Er staan hier 3 woningen. Aanpassing Het aantal aangeduide woningen aan de Osdorperweg 555/559 is in overeenstemming gebracht met het werkelijke aantal van 3 woningen.
Reden Het perceel Osdorperweg 530 is aangepast conform het overleg met de eigenaar. Het achterste gedeelte van de gronden die nu in gebruik zijn voor het bedrijf krijgen weer een agrarische bestemming, in ruil voor een bouwvlak op het bestaande bedrijfsterrein. Aanpassing Het achterste gedeelte van het perceel achter de Osdorperweg 530 heeft een agrarische bestemming gekregen zodat de bedrijfsbestemming nog circa 275 meter de polder insteekt (dat was 320 meter). Op het bedrijfsperceel is een extra bouwvlak opgenomen ten behoeve van een bedrijfsgebouw.
100
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
4.3
Toelichting
Reden In verband met de vele leidingen in het gebied heeft een onderzoek naar de Externe veiligheid plaatsgevonden. Volgens dat onderzoek worden de oriëntatiewaarden nergens overschreden. Aanpassing: De resultaten van het externe veiligheidsonderzoek zijn in de toelichting opgenomen.
Reden: In het plan komen een aantal woningen voor die boven op een gasleiding zijn gebouwd. Mede naar aanleiding van een aantal zienswijzen en een advies van de DMB zijn er in het plan wijzigingsbepalingen opgenomen die het mogelijk maken om woningen en gebouwen die bovenop een gasleiding of in de zakelijk recht strook van een leiding zijn gesitueerd, te verplaatsen naar een locatie elders op het perceel buiten de zakelijk recht zone van de leiding. Verder is de CO-2 leiding op de verbeelding conform de RO-standaarden weergegeven als gasleiding. De kerosineleiding is als brandstofleiding weergegeven op de verbeelding. Aanpassing In artikel 15.4 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met behulp waarvan woningen die bovenop een gasleiding zijn gebouwd kunnen worden verplaatst naar een locatie elders op het perceel.
Reden Ten einde de ruimtelijke kwaliteit op een perceel te kunnen verbeteren is in artikel 5.4 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met behulp waarvan de bouwvlakken voor bedrijfsgebouwen kunnen worden verschoven. Aanpassing In artikel 5.4 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het mogelijk wordt de bouwvlakken voor bedrijfsgebouwen te verschuiven naar een locatie elders op het perceel.
Reden In de toelichting zijn een aantal onjuistheden en onduidelijkheden verbeterd. Aanpassing Naar aanleiding van de behandeling van het ontwerp in de Raad is de toelichting op een aantal plaatsen verduidelijkt. Zo is de verwijzing naar proceseisen geschrapt (paragraaf 3.5.3), zijn de verwijzingen naar de afslag van de Westrandweg geschrapt, is omschreven
101
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
wat onder Oud Osdorp wordt verstaan (het gebied rond de knik waar de gebouwen aan de rand van de weg staan) en zijn een aantal foutieve verwijzingen verbeterd.
102
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
5. Verslag zienswijzenavond 18 november 2009 Mevrouw Broekhuis, avondvoorzitter, opent de zienswijzenavond voor bewoners/belanghebbenden om 20.00 uur en heet iedereen hartelijk welkom. Vanavond is er gelegenheid tot het indienen van mondelinge en schriftelijke zienswijzen. Na de presentatie van mRO is er gelegenheid tot het stellen van vragen. In de pauze kunnen de kaarten worden bestudeerd. Na de pauze kunnen zienswijzen mondeling worden ingediend. Deze zienswijzen worden genotuleerd. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Steeman. Ook wethouder Steeman heet de aanwezigen welkom op de gecombineerde informatie- en zienswijzenavond. Hij herkent veel mensen die ook op de inspraak aanwezig waren. Hij is blij met de grote belangstelling. Tijdens de vorige bijeenkomst zijn verschillende belangen van bewoners gehoord. De belangen zijn zeer uitlopend, hij denkt aan bewoners, bedrijven en natuurliefhebbers. De Osdorperweg heeft een bijzondere samenstelling en is zeker niet standaard. Het is een spannend gebied. Het ontwerp moet helderheid geven over de mix van natuur, wonen en werken, het moet duidelijkheid geven aan iedereen. Na de start in 2005 komt nu eindelijk de afronding in zicht. Gezien de samenvoeging tot Nieuw West is het belangrijk dat het bestemmingsplan nog in deze bestuursperiode wordt vastgesteld. Ook de raad vindt dit belangrijk, juist nu. Een nieuw bestuur brengt ongeacht de kwaliteiten ook onzekerheid mee. Elke discussie kan weer opnieuw worden gevoerd. Dit kan worden voorkomen door nu een besluit te nemen over het bestemmingsplan. Hij nodigt de aanwezigen uit een zienswijze in te dienen en een mening te geven om zo tot een evenwichtig bestemmingsplan te komen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Veldhuisen, mRO. De heer Van Veldhuisen leidt de aanwezigen door het plan middels een Powerpointpresentatie. Hij meldt dat er tot nu toe 48 inspraakreacties van bewoners en bedrijven zijn binnengekomen. Ook zijn er zestien vooroverlegreacties ontvangen van andere overheden, zoals de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam maar ook het hoogheemraadschap van Rijnland en een aantal leidingbeheerders van het gebied. Deze reacties zijn beantwoord in de Nota van Antwoord. Naar aanleiding van de reacties is het bestemmingsplan behoorlijk aangepast. Van 5 november jl. tot en met 16 december a.s. ligt het ontwerpbestemmingsplan ter inzage. Tot en met 16 december a.s. kunnen de zienswijzen worden indienen. Als de zienswijzen binnen zijn, worden ze bekeken. Het gaat snel, het plan moet in februari 2010 in de raad worden behandeld en in maart 2010 door de raad worden vastgesteld. Als het plan is vastgesteld is er daarna alleen nog een mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.
103
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Er zijn veel individuele reacties ontvangen van bewoners. Die zijn allemaal doorgenomen en het plan is aan de hand daarvan wel of niet aangepast. Een grote wijziging in het bestemmingsplan is het kassengebied en het stallen van auto’s, boten en caravans in de kassen. Tot slot is het plan aangepast aan de verschillende leidingen die door het gebied lopen. In het vorige plan hadden de kassen de bestemming ‘Gemengd’. Daarbinnen mocht glastuinbouw, kassen, stadslandbouw en overal stalling van auto's, boten en caravans plaatsvinden. De kassen mochten niet verder uitgebreid worden en er zat een sloopregeling in. Bij sloop van een kas mocht een bedrijfsgebouw worden teruggebouwd met een maximum van 15% en een maximum van circa 5000 m2. Daar moet wel de hele kas voor worden gesloopt. Op de regeling voor de kassen zijn veel reacties ontvangen. Enkele bestaande glastuinbouwbedrijven merkten op 2 dat ze in het oude bestemmingsplan nog mochten uitbreiden tot 20.000 m aan kassen. Ook werd opgemerkt dat stalling van auto's, boten en caravans niet in het gebied past. Dit gebied is aangewezen als Hoofdgroenstructuur en een belangrijk groengebied voor Amsterdam. Naar aanleiding daarvan is de regeling aangepast. Het bleek dat toch nog behoorlijk wat agrarische activiteiten in de kassen plaatsvinden. De bestemming ‘Gemengd’ is dan niet terecht. De kassen krijgen dan ook weer een agrarische bestemming. Bovendien mogen de bestaande glastuinbouwbedrijven de geldende rechten uit het vorige plan overnemen. Voor zover ze nog geen 20.000 m2 aan kassen hebben staan, mogen ze uitbreiden tot maximaal 20.000 m2 kas per bedrijf. Voor de stalling is de regeling getroffen dat alleen de bestaande stalling gehonoreerd wordt. De stalling die er nu is, mag blijven zitten en mag niet worden uitgebreid en er mag geen nieuwe stalling meer komen. De sloopregeling is gebleven. De heer van Veldhuisen beantwoordt vragen van aanwezigen. U zegt dat het gebied is geïnventariseerd. Hoe is dat gebeurd? Een aantal mensen is door het gebied gelopen. Is het ook gedocumenteerd? Ja, we hebben een overzicht van het agrarisch gebruik en van de vierkante meters stalling. Grofweg staat er 16 ha aan kassen. Daarvan is 5 ha voor stalling in gebruik en 11 ha is agrarisch. Het gaat om specifieke situaties. Er zijn situaties op tekening, zijnde ook stallingen, waarvan aanwijsbaar is dat er maar een aantal auto's staat en een groot gedeelte ook nog gewoon als kas wordt gebruikt. Hoe ga je dan controleren als het straks toch weer stalling wordt, terwijl het hele gebied nu al aangegeven staat als stalling? Ik denk dat we voor het plan dit gaan koppelen aan de lijst die we hebben met de vierkante meters, zodat de aanduiding kas naar de regel verwijst dat er in die kas, op dat adres, zoveel vierkante meter aan stalling zit. Dan heb je een overzicht waaraan je je vast kunt houden.
104
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Het idee achter de sloopregeling is dat het achterland weer vrij komt en dat de nieuwe bebouwing wordt geconcentreerd langs de weg. De arcering loopt ongeveer 100 meter uit de weg. Ik heb het plan opgehaald en ben me wezenloos geschrokken. Ik zal u uitleggen waarom. In het hele plan zit een rechtsongelijkheid. De vorige keer heb ik me al uitgelaten over het feit dat er van die 36.000 m2 15% herbouw gepleegd mag worden. In principe niet zo gek, maar als je de arcering neemt van het perceel, dan wordt de 5400 m2 niet helemaal vol gezet. Er is geen ingang en geen uitgang. Dan ga ik even naar de andere perceeltjes kijken die u hebt gearceerd. En dan vergelijk ik het perceel dat wij in gebruik hebben met een perceel dat ook in gebruik is. Daar arceert men een perceeltje van ongeveer 15.000 m 2, gemeten met mijn meetlintje. En bij mij, op mijn perceeltje, arceren ze een gedeelte van 5000 m2 . Dat kan niet. Als het gaat over 15% herbouwen, moet men ook de mogelijkheid hebben om het stukje op een normale wijze te bebouwen en dit op een normale wijze te kunnen doen. De centrale stad kan wel zeggen: we willen het niet verder het land in hebben, waarom mag ik niet een klein stukje meer het land in, zodat er wel een ingang en uitgang komt? Dat is niet de bedoeling. De bedoeling van die regeling is dat er zo geconcentreerd mogelijk aan de weg wordt gebouwd, maar het moet natuurlijk wel een werkbare regeling zijn. Ik begreep al van mijn collega Dhr. F. van Beek dat u daar… Maar vorige keer heb ik ook ingesproken. In de situatie zoals het nu is, heeft het totaal geen doorzicht naar achteren. Dus de ruimtelijke werking die de gemeente voor ogen heeft, komt er ook niet, want die is er alleen maar vanaf de dijkzijde. Ik vind het een slecht ingevuld geheel. Ik voel me benadeeld. Oké, we noteren de reactie en u mag die straks ook nog formeel als zienswijze indienen. Ik doe het ook schriftelijk. Ja, dat lijkt me heel verstandig. Mag ik ook nog even een vraag stellen voor de duidelijkheid? Die 15% waarover u spreekt, is dat kasoppervlak of perceeloppervlak? Dat zijn de vierkante meters kas die u sloopt en daarvan 15% tot een maximum van circa 5000 m2 . Dus als je een kas hebt van 1000 m 2 mag je maar 150 m2 uitbreiden. Ja. Terwijl het perceel veel groter is. Ja. Je mag wel kassen uitbreiden. Dan moet ik het eerst uitbreiden en dan herbouwen! Ik ben Henk Celie. Ik heb een vraag over die tekeningen. Die zijn ingevuld met die functies in een heel klein lettertype. Dat moet je met een loep bekijken. De voorbeelden staan wel groot, ik begrijp niet waarom dat zo klein erin moet staan.
105
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Er zijn twee overzichtskaarten, het is een groot gebied. Het zijn deze twee en daar zijn de lettertjes inderdaad heel klein. Daarnaast zijn er uitvergrotingen gemaakt waarbij de letters wel leesbaar zijn. Het is even zoeken maar hieronder op de kaart, de legenda, staat precies hoe die bladen werken. Hier ziet u twee grote vlakken van het gebied, dat zijn deze twee grote kaarten. Daarbinnen ziet u weer kleinere rode vlakken, dat zijn de detailkaarten. Dat kunt u als het goed is wel lezen. Mijn naam is R. Kentie. Ik sluit een beetje aan op de mijnheer die net heeft gesproken. Wanneer je die 15% gaat terugbouwen, lijkt het inderdaad zo dat je van perceelgrens tot perceelgrens kunt terugbouwen in de breedte, is dat zo? Op uw eigen perceel neem ik aan. Ja. Op uw eigen perceel, binnen het gearceerde gebied, ja, dat kan. Hoe sluit het dan aan op de visie dat er doorkijken moeten zijn en dat je dan het landelijke aspect van het achterliggende deel, dat is aangemerkt als groengebied, niet meer kunt ervaren als je daar een schoenendoos van links naar rechts hebt. Dan krijg je een soort muur. Ja, dat is het lastige van zo’n regeling. Je kunt toch restricties erin bouwen, net als bij woningen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: je moet zo ver van de erfgrens af blijven. Ik zeg maar wat: 5 meter aan weerszijden. Dan heb je in ieder geval 10 meter voor uitkijk elke keer als er een perceel wisselt. Zoiets kun je toch gewoon invoeren? Dat moeten we misschien wel goed in overweging nemen. Het lastige is dat de omvang van de kassen heel erg verschilt. Het ene heeft te maken met de kassen en het 15% terugbouwen. Het andere heeft te maken met de visie op het landelijk gebied. Die twee bijten elkaar. Nu lijkt het zo alsof er een soort Chinese muur gebouwd zou kunnen worden waardoor het landelijk gebied, dat jullie ook belangrijk achten, dat wil je dan juist teruggeven, niet te zien is. Er zal een oplossing voor de frictie moeten worden gezocht. (De voorzitter geeft Frederik van Beek, de projectleider, het woord:) Om op de Chinese muur terug te komen, er zit in de sloopregeling, die 15%regeling, een voorwaarde dat je een inrichtingsplan maakt. Het is niet zo dat je zomaar een Chinese muur kunt bouwen. In de sloopregeling zit een vereiste dat je een bepaalde afstand moet houden tussen oprit en bebouwing. Er moet zeker een plan aan ten grondslag liggen waarbij er bepaalde doorzichten zijn. Je kunt niet zomaar de hele boel met een muur dichtbouwen. Dat ben ik niet met u eens. Dat is namelijk een subjectief beoordelingsfenomeen. Je kunt het ook gewoon regelen in het bestemmingsplan en dan kun je er niet omheen. Nu is het aan de beoordelaar om het zo te interpreteren. Wat betreft de afstand tot de bebouwing, het gaat alleen maar over de diepte maar je moet ook de breedte doen. Een inrichtingsplan kun je niet in een bestemmingsplan plaatsen. Jawel. Je kunt wel degelijk afstanden tot de perceelgrens bepalen. Dat kan wel.
106
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Kijk zo'n muur, het gaat om stedenbouwkundige argumenten. Stedenbouwkundige argumenten zijn sowieso subjectief. Die kun je natuurlijk wel in algemene vorm in een bestemmingsplan plaatsen. Dat is in zekere zin al gebeurd door het eisen van een inrichtingsplan, maar je kunt het niet tot in detail gaan aangeven. Afstanden van de bebouwing worden bijvoorbeeld ook genoemd. Dat is er in verwerkt maar nog niet op detailniveau, dat is aan het stadsdeel. Dat is ook aan de keuze die je maakt. Natuurlijk niet, je hoeft niets te doen. Maar je krijgt een reactie. Zou je dat nu toch alsjeblieft willen doen, om op die manier te dwingen dat er geen andere mogelijkheid is en dat die doorkijken blijven. Je moet zo'n inrichtingsplan indienen, dat is een voorwaarde. Het inrichtingsplan wordt subjectief beoordeeld als er geen eisen worden gesteld. Mijn naam is Piet Breure, ik wil het bouwvlak even zien. Wat ik niet helemaal uit de toelichting kan halen, zijn percelen met een woonbestemming. Neem even deze; dat is een woonbestemming. Het staat me bij dat in het oude bestemmingsplan een bebouwingspercentage van 30% staat als je daar één woning neerzet. Nu probeer ik het nieuwe bestemmingsplan een beetje te vertalen. En als ik het nu goed lees, dan mag je nu dus alleen op dit vlakje, precies op dit vlakje, een woning terugzetten. Ja. Dat lees ik dus goed. Dan denk ik: ik zie aan de Osdorperweg heel veel percelen waarbij de woningen een beetje in het achterland staan. In het oude bestemmingsplan stond 30% en daarbij een bouwlijn, een woning op dat vlak, maar niet op het oude vlak. Daarmee is de Osdorperweg behoorlijk opgeknapt. Dan zie je dus een oude woning die een beetje achteraf staat, gesloopt worden en er komt een nieuwe woning voor terug. Als ik nu bewoner zou zijn van een flatje dat een beetje achterin staat, dan denk ik: ik moet precies dat flatje met die omvang weer terugbouwen. Het mag maar weinig groter. Ik geloof 30%. Ja klopt. Dus als ik nu een kaveltje heb waar een woning op staat van 30 m2 dan mag daar straks weer een woning staan van 39 m 2 grondoppervlakte. Als u daarmee de Osdorperweg een opknapbeurt wilt geven, dan denk ik dat u de plank misslaat. In het oude plan hadden we niet in de hand waar die woning terug zou komen. U veronderstelt dat er netjes in de gevellijn zal worden gebouwd, maar dat hoeft niet. Dat is vrijgelaten. Het idee was er juist omdat de handhaving hier in dit gebied gewoon moeilijk is. Het idee van het bestemmingsplan was oké, wat er nu staat, dat leggen we vast. En als we dat met bouwvlakjes op de kaart doen, kan iedereen precies zien: mijn woning staat op de kaart, die is gehonoreerd. En die mag gesloopt worden en er wordt nieuw gebouwd, maar die mag niet ergens anders worden gebouwd. Er mogen er ook geen twee voor terugkomen. We hebben de bestaande situatie vastgelegd. In mijn ogen is het gebied zo verrommeld doordat allerlei woningen helemaal achter op het perceel staan.
107
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Nee, maar het gebied is wel opgeknapt doordat er bij een woning die eigenlijk niet op een goede plaats stond, een nieuwe woning terugkwam die mooi op dat perceel past. Dat belemmert u hiermee. Volgens mij staan er al heel veel woningen, het merendeel van de woningen staat eigenlijk netjes in de rooilijn. Bij de bestemming Wonen is er wel binnenplans een ontheffingsmogelijkheid. Willen mensen de woning meer naar aan de voorkant naar de weg plaatsen, in jullie voorbeeld het bouwvlak achter op het perceel, dan is dit toegestaan. Dat is een stedenbouwkundige wens, de bebouwing naar de weg toe. Daar is binnenplans ontheffingsmogelijkheid voor. 2 En de omvang dan? Als er nu een woning staat van 30 m en ik mag 30% uitbreiden? In principe moet de omvang, het aantal vierkante meters, gelijk zijn aan het bestaande bouwvlak. Dan krijgt u toch nooit het enthousiasme om het te verbeteren? Dan gaat het verpauperen. Iemand moet enthousiast zijn om het op te knappen. Als je dan 39 m 2 grondoppervlak mag terugbouwen, ga je dat niet terugbouwen. Dat doe je niet. Dat is de investering niet waard. Het bestemmingsplan deugt in deze zin niet. In het vorige bestemmingsplan was het bebouwingspercentage met een maximum van zoveel vierkante meters per woning. Dat had gehandhaafd kunnen blijven. Waarom is dat niet gehandhaafd? Dat heb ik u net uitgelegd. Wij willen de bestaande situatie vastleggen omdat nu eindelijk eens duidelijkheid moet komen over wat er wel en wat er niet gebouwd mag worden. Het gaat met bouwvlakken beter dan met zo'n percentage. Het percentage heeft naar mijn idee een probleem opgeleverd. Als er in een perceel twee dingen stonden genoemd, dat de ene eigenaar eerder ging bouwen dan de andere eigenaar. Dat had ook in het percentage ondervangen kunnen worden. Als de bestaande bouw niet groter is dan het percentage, dan is het gewoon het percentage. Is de bestaande bebouwing groter dan het percentage, dan mag een groter gebouw worden teruggebouwd. Nu gaan we het allemaal met bouwvlakken doen. Je kunt het op honderd verschillende manieren regelen. Wij hebben het op deze manier geregeld. Zoals u het nu doet, belemmert u heel veel mogelijkheden. Nee, dat ben ik niet met u eens. Jawel. Ik wil er nog wel een voorbeeld van geven. Je hebt een woning staan, die staat binnen het gebied van een gasleiding. Als ik een bouwaanvraag indien om die woning te vernieuwen, moet ik 5 meter van die gasleiding af zijn. Dat betekent dat de helft van de woning verdwijnt. Dan zou ik nog die 30% mogen uitbreiden, dan houd ik niets over. Daar kun je je auto niet eens naar binnen duwen. Wat dat betreft worden we bestolen met het aangeven van deze vlakken. Op het aangegeven stukje tuinen en erven zit ook een beperking. Wat u nu noemt, is een ander punt. Ik kan me herinneren dat er woningen op de gasleiding staan. Ik denk dat je, net als met die regeling als je naar voren wilt bouwen in de rooilijn, dit via ontheffing kunt regelen en dat we voor dat soort situaties een uitzondering maken.
108
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Geeft u die nu dan maar zwart-op-wit aan dan. Dan weten we waar we aan toe zijn. Als u dat over twee jaar doet… Daarvoor staan we hier vanavond. Er kunnen zienswijzen worden ingediend en daar moeten wij op reageren. Als we die mogelijkheid willen opnemen, zullen we het doen. Dan zullen we de ontheffing regelen. Dat krijgt u zwart-op-wit. Dan moet ik het dus zelf aan gaan geven. Nu, op dit moment, ligt dat probleem er niet. Als ik nu wil schuiven binnen het bouwvlak met een woning is dat geen probleem en dat maakt u er nu wel van. Nee, wij maken een nieuw bestemmingsplan omdat het oude bestemmingsplan ook allerlei problemen geeft. Het is verouderd. Je moet het elke tien jaar herzien. Er moet een nieuw bestemmingsplan komen. Dat is ook allemaal wel duidelijk denk ik, maar het beperkt ons met dit plan in de mogelijkheden om de bebouwing op ons perceel op een dusdanige wijze naar eigen inzien in te vullen door die woonvlakken aan te geven. We kunnen niet schuiven. Dat is nu beperkt. Met deze bouwvlakken is het gewoon beperkt. Er staat een kavel grond te koop met een woning erop. Die staat nu te koop. Die woning is bedoeld om te slopen, de prijs is er ook naar. De nieuwe eigenaar denkt, hij ziet allerlei percelen waarbij oud gesloopt wordt en nieuw opgebouwd, die staat er niet eens bij stil dat deze beperking nu in het nieuwe bestemmingsplan staat. Die staat er niet eens bij stil. Als hij langs de Osdorperweg rijdt, ziet hij woningen verrijzen die verbetering geven. Dat verwacht deze eigenaar ook te doen en dat is in dit geval gewoon geen opknappen meer. Iedereen wil voor zijn eigen perceel zo veel mogelijk vrijheid. Die wil overal op zijn eigen perceel bouwen, maar als je buren in één keer gaan bouwen vlakbij jouw woning? Dat is toch keurig netjes in het bouwbesluit vastgelegd? Voor dat bestemmingsplan was het 30% bebouwen. Dat was op zich heel flexibel. Een Welstandscommissie beoordeelt hoe de bebouwing op het perceel komt te staan. Dan ben je ook nog gehouden om dat goed in te richten. Vervolgens wordt gewoon gekeken of het goed past in het plan. U doet net of er van alles wordt weggenomen. Bestaande gebouwen staan op de kaart. Daarbuiten mag u nog uitbreiden, op sommige percelen is dat 60% vanuit het verleden overgenomen. U doet net of niets kan. Dat is niet zo. U geeft zelf aan dat je op het bouwvlak weer moet bouwen. Je mag niet schuiven. Ja. Je mag niet schuiven. Als een woning ongelukkig staat op een bouwperceel dan mag je niet schuiven. Dat is niet handig. Dat moet je nu regelen want later krijg je geen toestemming. Nu is het gewoon niet handig om het zo vast te leggen. Als ik er ook nog even iets op mag zeggen: ik heb het idee, als ik die mijnheer zo hoor, en zo ervaar ik het zelf, dat er best nog percelen zijn die een bepaald oppervlakte hebben, maar er staan ook woningen op die hartstikke oud zijn en veel kleiner dan er tegenwoordig gebouwd wordt, omdat mensen tegenwoordig
109
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
een aantal woonvierkantemeters willen hebben. Zo is er een perceel met ruim 2500 m2 waarop een heel klein huisje staat. Ik kan me heel goed voorstellen dat mensen dat op willen doeken. Dan komt een perceel vrij van 2500 m2 , dat leent zich ervoor om daar een mooi vrijstaand huis op te bouwen. In dit geval kan er eigenlijk alleen maar een woning uit de jaren '30 terugkomen. Dat is niet meer van deze tijd. Ja, dat knapt de Osdorperweg ook niet op. Het zijn twee verschillende argumenten die ik nu hoor. We nemen ze mee, beide reacties. Pauze (De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Veldhuisen:) Als u wat over dit plan wilt zeggen, doe dat dan vooral via een zienswijze. De mogelijkheid om naar de rechter te gaan daarna, als u het er echt niet mee eens bent, is gekoppeld aan het indienen van een zienswijze. Als u nu denkt: ik heb al een inspraakreactie gegeven, ik ga niet nog een keer een zienswijze indienen, dan mag dat, maar dan kunt u niet meer naar de rechter. Dan krijgt u van de rechter te horen: had u maar een zienswijze moeten indienen. Het stopt hier voor u. Dit ter overweging. De voorzitter: De zienswijze kun je op drie manieren inleveren: - op een formulier; - via internet; - vanavond via de notuliste met naam en huisnummer.
ZIENSWIJZEN De heer Timmer. Ik woon op een boerderij aan de Osdorperweg 737. Ik zie er alleen maar woonbestemming op zitten terwijl ik schapen houd op mijn boerderij. Ik wil er graag een stadslandbouwbestemming op hebben. Dat is heel belangrijk voor mij. De heer Markus, Osdorperweg 697. Er is gesproken over de leidingen. Ik ben van mening dat verschillende leidingen nog niet zijn ingetekend. Ik heb ook in mei jl. hierover ingesproken. Vier transportleidingen van de waterleiding staan bijvoorbeeld niet op de tekening aangegeven. De heer Breure, Osdorperweg 487c U kunt al een beetje raden wat mijn zienswijze is. Dit is om op de Osdorperweg toch te gaan werken met bebouwingspercentages in plaats van bouwvlakken, dus zoals ze nu in de bestaande bestemming zijn vermeld. Het afgelopen bestemmingsplan
110
maart 2010 Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Nota van Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Osdorperweg e.o.
heeft ontwikkelingen in gang gezet waarvan ik denk: het opknappen van de Osdorperweg is daarmee gerealiseerd. Deze wijzigingen zijn nadelig. Het oude bestemmingsplan voldoet goed en het nieuwe bestemmingsplan heeft te veel beperkingen. De heer Meekel. Het betreft het perceel Osdorperweg 456 a t/m z, 458, 460 462. Ik zie in de plannen niet juist aangegeven wat de bestemmingen zijn van de huidige bebouwingen en hiervoor wil ik graag een nieuwe inventarisatie, in overleg met mij. Daarmee komen we tegelijkertijd wel op de andere zienswijzenpunten terecht. Ik doe een tweede ronde. De heer Breure. Een van de dia's is precies de locatie waar ik het over heb. In deze situatie zit in dit deel een bedrijfsbestemming. De bedrijfsbestemming is hier ook ingetekend. Voorheen was dit stuk wonen en bedrijven. Dan begrijp ik dat het in het nieuwe bestemmingsplan wonen of bedrijven wordt. Nu is hele bestemmingplan wonen. Mijn visie is: als dat zo is, hier staat ook apart bedrijven benoemd, benoem dan hier ook dit stuk apart bedrijven. De voorzitter geeft het laatste woord aan de wethouder. Politici hebben altijd het laatste woord. Dat is natuurlijk maar ten dele waar, want volgens mij hebt u op 3 maart 2010 weer het laatste woord en dan heeft de politiek mooi het nakijken. Ik vond het een goede avond en heb toch weer een aantal dingen gehoord waarvan ik denk: daar moeten we even goed naar kijken. Ik wil u vragen om echt te reageren en de zienswijzen in te dienen tot en met uiterlijk 16 december 2009. Dat is toch de termijn die ervoor staat. Wij gaan ons best doen om ervoor te zorgen dat wij voordat de nieuwe raad wordt geïnstalleerd, op 2 mei 2010, dit besluit over het bestemmingsplan hebben genomen. Ik heb voor de pauze al het belang aangegeven dat ik eraan hecht en dat ook de deelraad eraan hecht. Ik ben heel benieuwd naar het aantal zienswijzen en hoop u wellicht tegen die tijd op een raadsvergadering te ontmoeten waarbij het bestemmingsplan wordt besproken en ook daadwerkelijk wordt vastgesteld. Bedankt voor uw komst. Veel succes en tot ziens.
N.B.: voor beantwoording mondelinge zienswijzen zie paragraaf 2.2
111
Eindnoten
1. Hiermee is de Osdorper Binnenpolder Zuid bedoeld. 2. Dit is de Osdorper Binnenpolder Zuid. 3. Dit is de Osdorper Binnenpolder Zuid.
392 Gemeente Amsterdam bestemmingsplan Osdorperweg e.o. mRO b.v. / PLR / 76.03 / maart 2010
NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 vastgesteld 16 februari 2010 - besluit regnr.104SDO10