Waterdunen
Een bewerking van Patricia Kuiper naar het boek Waterdunen van Rob Ruggenberg in opdracht van stichting de dRANG/Oscar Postema
Rolverdeling: Speler 1 Robbe, jongen/Justus, oude man, Jana Speler 2 Barbe, meisje/Yunio, Spaanse sargento/Mus, muchilero van Rodriguez, Denise Speler 3 Enghel, meisje/Emet, dwerg, Channa Speler 4 Lo, meisje/Rodriguez, Spaanse soldaat/Joorden, muchelero van Yunio, Esther Speler 5 José, Spaanse soldaat/ Treslong, geuzenkapitein/Vissersvrouw, Linde
EERSTE BEDRIJF I
Ketters in Honbeeke en Dordrecht
Speler 1
Stel dat de Westerschelde de Honte heette en een rivier was.
Speler 4
Stel dat de Honte vol zandbanken en verraderlijke stromingen zat.
Speler 2
Stel dat Spanje geen leuk vakantieland was, maar een natie die met terreur over ons heerste.
Speler 3
Stel dat wij niet vrij mochten geloven, niet vrij mochten denken.
Speler 5
Stel dat het verplicht was om katholiek te zijn.
Speler 1
Stel dat je uit protest iets anders geloofde.
Speler 2
Stel dat je in dat geval werd opgehangen.
Speler 5
Als protestant.
Speler 1
Je bedoelt katholiek tegen protestant? OMG, waar hebben we het over?
Speler 3
Nu is dat no big deal. Maar in 1572 is katholiek de norm. Hun paus is onfeilbaar, maakt nooit een fout, en je kunt je zonden afkopen met geld. Wie protesteert, protestant is, wordt beschuldigd van ketterij.
Speler 5
Ketterij: afwijking van de als enig juist geachte geloofsleer.
Speler 3
De protestanten in de Lage Landen hebben de kerken geterroriseerd! Alle heiligenbeelden kapot gemaakt!!! Ze vinden dat afgoderij. En respectloos naar God. Maar voor de katholieken zijn die beelden heilig. Wie die beelden vernielt, beledigt God.
Speler 1
Wie heeft er gelijk?
Speler5
De Spanjaarden want die heersen over de Lage Landen én de katholieken want de Spanjaarden zijn katholiek. De Spaanse koning Philips de tweede neemt maatregelen om de protesten van de protestanten de kop in te drukken. Hij stuurt Fernando Álvarez de Toledo y Pimentel naar de Lage Landen. Kort gezegd Alva.
Speler 1
Die van op één april verliest Alva zijn bril?
Speler 5
Ja die Alva. Hij verliest op één april 1572 de vestingstad Den Briel aan de geuzen. Briel, bril, grapje, snap je?
Speler 3
Alva is het begin van het einde maar dat weet in de winter van 1572 nog niemand.
Speler 2
Middelburg, Vlaanderen en Vlissingen zijn is Spaanse handen. De geuzen proberen de Spanjaarden te bestrijden.
Speler 1
Zij vinden dat zij gelijk hebben. Het is hun land en ze eisen vrijheid van geloof.
Speler 2
Maar ze konden net zo wreed zijn als de Spanjaarden. En ze hadden nog een probleempje: vrouwen mochten geen geus zijn.
Speler 5
Ja maar dat was overal. Vrouwen mochten ook geen soldaat zijn of leerlooier of visser. Vrouwen speelden geen rol.
Speler 2
En Margaretha van Parma dan? Zij was Landvoogdes van Philips de tweede.
Speler 5
Zij luisterde naar kardinaal Granvelle en Alva. Dat waren mannen.
Speler 3
Toch is er een verhaal over meiden. Meiden die het verschil maakten. Het is 1572, hartje winter. Vlaanderen. Ketters en katholieken staan op gespannen voet. Het dorp Honbeeke is goed katholiek, maar één protestantse predikant en een pestepidemie zorgen voor de vlam in de pan.
Speler 5
De gouverneur weet het zeker. God straft met de pest omdat de zondaars, de ketters in leven zijn gelaten. Hij geeft de Spaanse soldaten opdracht de hele streek te zuiveren van ketters.
Speler 2
Dat komt de Spaanse soldaten goed uit want ze hebben al in geen maanden soldij gehad. Al ‘zuiverend’ kunnen ze mooi hun zakken vullen. Ze laten er geen gras over groeien.
Speler 4
Die dag zijn Barbe, Enghel en Lo uit Honbeeke op het land achter gebleven om aren te lezen.
Speler 1
Een kinderwerkje. Het verzamelen van verloren graankorrels.
Speler 4
Hun ouders zijn met kar vol korenschoven al naar het dorp. Opeens ver geschreeuw en dan dikke rookwolken boven Honbeeke.
3 Enghel
Wat is dat?
2 Barbe
Naar huis, kijken wat er is!
4 Lo
Nee! Wachten! We kunnen daar niets doen. De hele nacht zien we de gloed van vuur. Bij het eerste licht durven we te gaan kijken. Niets dan geblakerde resten.
Speler 1
Stel je voor dat je niets en niemand meer hebt. Maakt het dan nog uit wat je denkt? Voedsel, onderdak en overleven zijn het enige dat telt.
2 Barbe
Vaders, moeders, kinderen, broertjes en zusjes liggen verkoold onder de smeulende puinhopen. Een man hangt aan een galg.
4 Lo
(gilt vreselijk) Mijn vader!
2 Barbe
(slaat in het luchtledige) Lieve, Lieve mijn liefste, kleine zusje! Wat hebben ze met je gedaan…
3 Enghel
(kijkt rond en snikt heel stil) Bestaat er dan helemaal geen liefde meer?
4 Lo
Handelen! We moeten handelen! Niemand zal ons helpen, wij zijn de angst voor wat hier is gebeurd! Barbe! Enghel! Zoek dekens, potten, pannen, eten! We moeten hier weg!
2 Barbe
Bepaal jij dat?
4 Lo
We zijn nu ketterskinderen.
2 Barbe
Ik blijf hier, bij mijn zusje.
3 Enghel
Barbe, ik beloof je dat we terugkeren. We moeten nu gaan! Gauw!
2 Barbe
(maakt omslag en praat tegen denkbeeldig zusje) Lieve, wordt wakker. Je grote zus is bij je. Ik ben het, Barbe. We gaan nu weg. Pak mijn hand maar. Goed zo.
3 Enghel
(tegen Lo) Waar gaan we heen?
4 Lo
Weet ik niet. Zwerven.
Speler 5
Ver aan de andere kant van de Honte, in Dordrecht hebben schout en schepenen in opdracht van de Spanjaarden een publieke executie van ketters georganiseerd.
Speler 2
Schout en schepenen zijn zeg maar de huidige burgemeester en wethouders. Zij staan onder het gezag van de Spanjaarden. Ze doen hun plicht zegt de één. Landverraders zegt de ander.
Speler 5
De vrouw mag eerst gewurgd voor ze op de brandstapel gaat, de man wordt levend verbrand. Hoefsmid Jan Benteyn die scheldt op alles wat hem niet zint, houdt ook deze middag niet zijn mond. Het kost hem zijn leven want die nacht vallen schepenen zijn huis binnen en slachten hem en
zijn vrouw af. Hun zoon Robbe vlucht door het zolderraam naar het dak. 1 Robbe
Ik ben Robbe. Ik hoor mijn vader en moeder kermen. Wat kan ik doen? Doodsbang wacht ik de ochtend af. Dan sluip ik naar beneden. (kreet van afschuw) Ik vlucht naar mijn oom Malchus.
Speler 5
Als oom Malchus: Ik kan je niet helpen. Je bent nu een ketterskind. Je brengt mijn hele gezin in gevaar! Ik breng je de stad uit.
1 Robbe
Maar… maar dat zijn Spanjaarden! De moordenaars van mijn ouders!
Speler 5
Robbe, jongen! Doe niet zo moeilijk, Spanjaarden zijn ook mensen. Bij hen heb je bad, bed en brood.
Speler 2
Zijn het inderdaad mensen, die Spanjaarden? Wie zijn het? Hoe leven ze hier?