VRAGENLIJST Datum
………………………………………………………………..
Plaats
……………………………………………………………….
Organisatie
……………………….………………………………………
Interview nummer
…………………………………….………………….…….
Naam interviewer
……………………………………………….….……………
Pseudoniem geïnterviewde…………………………………………………………….. Leeftijd geïnterviewde
………………………………………….…..………………..
WELKOM Introductie Mijn naam is ………………………… . Ik ben medeonderzoeker van het Europese onderzoek ‘Combating Youth Homelessness. In vier landen willen we de opvattingen en behoeften van zwerfjongeren beter in beeld krijgen. En we willen zicht krijgen op de wensen van jongeren ten aanzien van het hulpverleningsaanbod. Ik ben gevraagd als co-researcher voor dit onderzoek omdat ik in een soortgelijke situatie heb gezeten. Doel van het interview We hebben eerst interviews gehouden met professionals en managers die werken met jongeren. Nu willen we graag de jongeren zélf interviewen om meer te weten te komen over hun eigen ervaring met betrekking tot de hulpverlening en de opvang. Het interview gaat ook over hun verleden en levensverhaal. In de vier landen worden in totaal 216 jongeren geïnterviewd. Zij hebben allemaal een ander verhaal. Dat maakt het interessant. We kunnen dan in vier landen de situatie van jongeren en het hulpverleningsaanbod vergelijken. Jouw antwoorden Jouw antwoorden, en de antwoorden van de andere geïnterviewden, worden gebruikt voor een rapport. In dat rapport zullen adviezen staan hoe het aanbod voor jongeren in de vier landen verbeterd kan worden, en aanbevelingen voor nieuwe projecten. De adviezen moeten inspelen op de moeilijkheden waar jongeren mee te maken hebben. Dit rapport sturen we naar alle landelijke organisaties en instanties die ons hebben geholpen bij het onderzoek. En verder wordt het ook gepresenteerd op een groot landelijk congres. Komen mensen te weten wat je hebt gezegd? Ik neem het interview op. De enigen die het afluisteren zijn ikzelf, de onderzoekers en een typist die het hele interview uittypt. Deze persoon woont niet hier in de buurt, en weet niet wie jij bent. Je echte naam komt nooit terug in het rapport. We zullen een andere naam (pseudoniem) noteren die we in het rapport zullen gebruiken. Jouw verhaal is dus anoniem en komt bij niemand terecht, ook niet bij de hulpverlening. Er is echter één uitzondering: wanneer jijzelf of iemand anders zich in een gevaarlijke situatie bevindt, ben ik verplicht om dit te vertellen aan de projectleider van dit onderzoek. Zij zal dan hierover contact met jou opnemen. Als er sprake is van misbruik of andere risicovolle situaties moeten we dit melden aan jouw hulpverlener/hulpverlenende instantie. Dat is voor jouw eigen veiligheid of die van een ander. Als dit het geval is, dan vertellen we je dat meteen.
1
Uitleg over het interview Het interview gaat als volgt. Ik stel je allerlei vragen over jezelf. Ik vraag je ook naar je achtergrond. Als je bepaalde vragen liever niet beantwoordt is dat geen probleem. Je kunt dan zeggen dat je die vraag liever niet beantwoordt. Het interview duurt ongeveer 1 a 1 ½ uur. We hebben tussendoor een korte pauze. Je doet vrijwillig aan dit interview mee. Dat betekent dat je het interview ook altijd mag stoppen. Het interview wordt opgenomen zodat we er zeker van zijn dat jouw antwoorden in je eigen woorden blijven. Na het uittypen worden de opnamen gewist. Toestemming geven Bij dit project horen een aantal formaliteiten. Deze regels zijn bedoeld om zowel de interviewer als de jongere die geïnterviewd wordt te beschermen. Het is onder andere nodig dat je voordat we dit gesprek voeren een formulier ondertekent waarop je aangeeft dat je deze introductie hebt begrepen en toestemming geeft voor dit interview. Je ondertekent het twee keer, zodat jij en ik allebei een exemplaar hebben.
Geef nu 2X het toestemmingsformulier en laat dit tekenen.
De bijdrage voor de geïnterviewde krijgt hij/zij aan het eind. Daarvoor moet hij/zij NA AFLOOP ook tekenen
Zet nu de voicerecorder aan
Wil je je mobiele telefoon uitzetten?
2
DEEL 1
Ik ben allereerst geïnteresseerd in hoe jijzelf je leven ziet tot nu toe. OPEN VRAAG: Kan je iets vertellen over jouw levenservaringen tot nu toe… inclusief de ups en downs, de leuke dingen en de vervelende dingen? Begin waar je wilt en neem de tijd.
DEEL 2 Ik wil je nu enkele korte vragen stellen over je achtergrond.
THEMA 1 Achtergrond
1. Vrouw Man 1.1 Waar ben je geboren? Land ____________________________________ Plaats ____________________________________ Provincie ____________________________________
1.2 In welk jaar ben je geboren? ______________________ 1.3 Indien in het buitenland geboren: 1.3.1 In welk jaar kwam je naar Nederland? ______________________________ 1.3.2 Kwam je met familie, vrienden of alleen?____________________________ 1.3.3 Heb je asiel aangevraagd? Ja
3
Nee
1.4 Waar woonde je tussen je 4e tot 16e jaar het langst? Land ____________________________________ Plaats ____________________________________ Provincie ____________________________________
1.5 Zijn er nog andere plaatsen waar je veel verbleef in deze periode? _________________________________________________________________ 1.6 In welke landen heb je gewoond in je leven? _________________________________________________________________ 1.7 In welk land is je moeder geboren?__________________________________ 1.8 In welk land is je vader geboren?___________________________________ 1.9 Welke afkomst (etnische achtergrond) heb je? _________________________________________________________________ 1.10 Welke afkomst (etnische achtergrond) heeft je moeder? _________________________________________________________________ 1.11 En je vader? __________________________________________________ 1.12 Wie heeft/hebben je grotendeels opgevoed? _________________________________________________________________ 1.13 Wat is je huidige nationaliteit?_____________________________________ 1.14 Is je nationaliteit veranderd sinds je geboorte?
Ja
Nee
Zo ja: Was eerst: _______________________________ Is nu: __________________________________ Per wanneer veranderd? ____________________________________________
1.15 Ben je religieus?
Ja
Nee
Welke religie? _________________
Neem een pauze hier van 5 – 10 min. (Als dit nodig is; het kan ook na THEMA 2) Bedank voor alles wat hij/zij al verteld heeft of zeg dat het zo goed gaat.
4
THEMA 2 Jeugd Dit onderdeel gaat over je kindertijd. Als er een vraag bij zit die jij te persoonlijk vindt, dan is het geen enkel probleem als je die vraag niet wilt beantwoorden. Zoals ik je al eerder zei beloven we je dat alles wat je zegt absoluut vertrouwelijk blijft.
2.1 Bij wie woonde je op je twaalfde? En op je 16e? en op je 18? En waar/bij wie woon je nu? (Kruis bij elke leeftijd alle hokjes aan die van toepassing zijn). Familiesituatie in jeugd en nu Lees niet op, maar laat zelf antwoorden
Op je 12e
Op je 16e
Op je 18e
Nu
Bij beide biologische ouders Bij één biologische ouder Bij één biologische ouder en één stiefouder Bij adoptieouders Bij pleegouders Bij een ander familielid, namelijk:_______________ Bij een vriend(in) en zijn/haar familie Alleen met vrienden Met andere asielzoekers in de asielopvang In een kindertehuis/internaat Op mezelf (zonder familie/vrienden) In een hostel Ergens anders namelijk________________________ Ergens anders namelijk________________________ Ergens anders namelijk________________________
2.2 In wat voor soort woning of plek leefde je tijdens jeugd tot aan nu? (Kruis bij elke leeftijd alle hokjes aan die van toepassing zijn). Woonsituatie Lees op: Eigen woning (koopwoning van mijzelf) Eigen woning (koopwoning van ouders/verzorgers) Huurwoning (gehuurd bij woningcorporatie) Huurwoning (particuliere huurwoning) Bedrijfswoning (in verband met werk ouder(s) Tijdelijk onderkomen (boot, caravan, camper) (Jeugd)hotel/hostel Logeren bij familie of vrienden Op straat Vluchtelingen opvang / asielzoekerscentrum Pleeggezin In een gesloten instelling of gevangenis Begeleid wonen Opvanghuis Anders namelijk:______________________________
5
Op je 12e
Op je 16e
Op 18e
je
Nu
2.3. Heb je ooit in een pleeggezin of ander opvang (tehuis) gewoond? Ja
Nee
Zo Ja 2.3.1. Hoe oud was je toen je hier voor het eerst in terecht kwam? ___________________ 2.3.2. Hoe lang bleef je daar?_____________________________________ 2.3.3. Was je dan steeds daar of switchte je regelmatig tussen thuis en het pleeggezin/opvang thuis? ______________________________________________________________ 2.3.4. In hoeveel pleeggezinnen of opvang tehuizen ben je ongeveer geweest? ____________ ____________________________________________ 2.4. Zijn jouw ouders ooit vluchteling geweest? Ja
Nee
Weet ik niet
Zo Ja 2.4.1 Waren allebei je ouders vluchteling of een van hen? Allebei de ouders Alleen vader Alleen moeder 2.4.2 Hebben je ouders ooit in een vluchtelingenopvang/asielzoekerscentrum of uitzetcentrum gewoond? Ja Nee Zo ja: 2.4.3 Woonde je toen bij hen? Ja Nee Kun je aangeven waarom wel of niet? __________________________________ _________________________________________________________________ 2.5. Zijn jouw ouders ooit dak- of thuisloos geweest? Ja
Nee Weet ik niet
Zo ja: 2.5.1 Hebben zij ooit in een opvanginstelling gezeten? Ja Nee Weet ik niet Zo ja: 2.5.2 Was je ook bij hen? Ja
Nee
Kun je aangeven waarom wel of niet? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________
2.6 Hoe kwamen jouw ouders aan geld om van te leven gedurende jouw jeugd? Werk? _________________________________________________________ Uitkering? ______________________________________________________ Van andere familieleden? ________________ Anders namelijk(Bijvoorbeeld voedsel van hulpverlenende instanties of de kerk, hulp van de buren) _________________________________________________ _________________________________________________________________ Weet ik niet
6
2.7 Heb je tijdens je jeugd wel eens ruzie gehad met je ouders of opvoeders over de volgende onderwerpen: (Kruis aan) Kruis aan
Onderwerpen Lees op: Geld, rekeningen betalen Uitgaan School/spijbelen Verkering Vrienden waar je mee optrok Hun macht over jou Grote mond / tegenspreken Over broers of zussen Drugs, Alcohol Politie, in de problemen komen Huisarrest Anders namelijk _______________
2.8 Gingen de ruzies ook wel eens gepaard met geweld? Nooit Soms Vaak
2.9 Hadden je ouders / opvoeders te maken met de volgende problemen (Kruis aan):
Lees op:
Geen inkomen / werkloos Ziekte Veel afwezig door ziekte Veel afwezig door werk Heeft gezin verlaten Psychische problemen Gehandicapt Drankproblemen Drugsproblemen Verbaal agressief Fysiek agressief Anders, namelijk____________
7
Ja Kruis aan
Wie? (vader, moeder, stiefvader – of moeder, broers of zussen etc.)
2.10 Hoe zou je jouw relatie met de volgende personen willen beschrijven? Was deze goed, redelijk, matig of slecht? (Kruis aan of voor meerdere broers/zussen schrijf op: (1), (2) Relatie met jouw …(lees op) Moeder Vader Stiefvader Stiefmoeder Broers Zussen Stiefbroers- en zussen Half broers- en zussen Andere familieleden die meehielpen met opvoeding (bijvoorbeeld oom) Inwonende hulpverleners Pleegouders
Goed
Redelijk
Matig
Slecht
N.v.t
2.11.1 Welke persoon steunde jou tijdens jouw jeugd het meest – bij wie kon je altijd terecht voor hulp of advies? (familielid, vriend(in), hulpverlener) ________________________________
2.11.2 Vertel eens over jouw band met deze persoon, wat was daar bijzonder aan?
2.11.3 Was er nog iemand anders die jou veel steunde? ________________________________________________________
Weglopen 2.12a Ben je wel eens van huis of van een instelling weggelopen voor een nacht of meer, zonder aan je ouders of verzorgers te vertellen waar je was? Ja Nee 2.12b. Ben je wel eens van huis of van een instelling weggelopen voor drie nachten of meer? Ja Nee Zo nee Ga naar vraag 2.13 Zo ja: 2.12.1 Waarom ben je weggelopen?
2.12.2 Hoe vaak ben je weggelopen? ___________________
8
2.12.3 Hoe oud was je de eerste keer dat je wegliep? ____________________ 2.12.4 Hoe oud was je de laatste keer dat je wegliep?___________________ 2.12.5 Hoe ‘overleefde’ je toen je was weggelopen?
2.12.6 Wat wilde je bereiken met weglopen, wat hoopte je dat er zou veranderen?
2.12.7 Was er toen je wegliep iemand die jou probeerde te helpen, en wilde voorkomen dat je wegliep? Ja Nee Zo ja: 2.12.8 Wie was dat? _______________________________________ 2.12.9 En wat gebeurde er toen? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 2.12.10 Hebben jouw ouders of verzorgers jou toen als vermist opgegeven? Ja
Nee
Weet niet
2.12.11 Zijn er mensen naar je op zoek gegaan? Ja Nee Weet niet
OPEN VRAAG 2.13 Hoe zou je jouw jeugd beschrijven?
9
2.14 Als je terugdenkt aan je leven tot nu toe. Zou je dan zeggen dat je leven grotendeels Gesetteld, of grotendeels niet gesetteld was? (Met gesetteld bedoelen we: vaste woonruimte, regelmaat in leven qua school of werk, veilig gevoel etc.) Grotendeels gesetteld Eventueel commentaar niet meer.)
grotendeels niet gesetteld (bijvoorbeeld ik was gesetteld tot ik 10 was en daarna
2.15 Welke dingen in je leven hebben er aan bijgedragen dat je in deze situatie (als zwerfjongere) zit?
2.16 Als je terugkijkt naar je jeugd en kindertijd, is er dan iets dat je graag anders had gezien ? Bijvoorbeeld aan je opleiding, een andere plek om te wonen, meer tijd met je ouders doorbrengen, meer stabiliteit in het gezinsleven, minder ruzies of iets anders
2.17 Wat zijn de gebeurtenissen of personen uit je verleden die je op dit moment motiveren? Gebeurtenissen of mensen die je helpen om je door moeilijke tijden heen te slaan? Bijvoorbeeld ouders, steun van familie, school, vakanties, steun van vrienden of iets anders
2.18 Zijn er vormen van ondersteuning of hulpverlening die in jouw leven een verschil hadden kunnen maken voor hoe jouw jeugd verlopen is? (Kruis alles aan wat van toepassing is en daarna de drie belangrijkste) Lees op:
Bemiddeling tussen familieleden Advocaat – juridische steun Maatschappelijk werker of andere hulpverlener Een centrum waar je informatie en advies kunt krijgen Ondersteuning bij het volgens van onderwijs Ondersteuning bij het leren van de taal Ondersteuning van een kerk of religieuze organisatie Een plek om in noodgevallen te kunnen verblijven - rustpunt Iemand om mee te praten – een counsellor Sociale ondersteuning na het verlaten van een zorginstelling Steun om verder te kunnen na opname of detentie (in zorg, gevangenis, afkicken, ziekenhuis etc) Anders, namelijk…______________________________
10
Kruis aan indien van toepassing
3 Belangrijk ste
2.18.1 Wat zijn daarvan de drie belangrijkste vormen van ondersteuning/hulpverlening? (Kruis hierboven aan)
2.19. Hoe zou die ondersteuning hebben kunnen voorkomen dat je in je huidige situatie terecht bent gekomen?
11
THEMA 3
Opleiding
Nu volgen een aantal vragen over je opleiding
3.1. Waar ging je naar school? Basisschool: In welk land: ____________In welke plaats: ________________ Middelbare school: In welk land: ____________In welke plaats: ____________ 3.2 Ben je tussentijds van school veranderd? Ja Nee Zo ja: 3.2.2. Waarom? _______________________________________________
3.3 Ben je naar een speciale school geweest? (Bijvoorbeeld in het geval van vluchteling, religie of een handicap).
Ja
Nee
Zo ja: 3.3.2. Wat voor een school was dat dan? _____________________________________________
3.4 Had je ooit te maken met de volgende problemen op school? Lees voor: Kruis Zo ja, hoe ging je ermee om? aan Geschorst van school Spijbelen Gepest door andere kinderen Zelf andere kinderen gepest Problemen met leraren 3.5 Zit je nog op school ? Ja Nee Zo nee: 3.5.1 Op welke leeftijd ging je van school af? ___________________________________________________________ 3.6 Heb je een diploma of certificaat gekregen van de school die je hebt gedaan? Ja Nee Zo nee: 3.6.1 Waarom niet?_______________________
12
3.7 Wat is de hoogste opleiding of school die je hebt afgemaakt? Kruis aan School niveau Nooit naar school geweest Kleuterschool (groep 1 en 2) Middenbouw (groep 3,4,5) Bovenbouw (groep 6,7,8) VMBO/Mavo Havo VWO MBO HBO WO/Universiteit 3.8 Wat wilde je worden of doen toen je van school kwam? (bv naar vervolgopleiding of gaan werken) _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 3.9. Is het gelukt dit doel te bereiken? Ja
Nee
Zo nee: 3.10 Waarom is het niet gelukt? (Niet oplezen) Er was geen opleiding beschikbaar Ik had moeite met schrijven Ik had te weinig geld om mijn studie te betalen Ik had moeite met wiskunde Ik had moeite met lezen Ik had/kreeg een kind Een familielid overleed Voor mijn familie was het belangrijker dat ik een baan vond Ik had geen motivatie Ik had te weinig informatie over mogelijkheden Anders, namelijk:_________________
Kruis aan
Toelichting: _____
3.11. Heb je nadat je van school kwam ooit nog een opleiding of cursus gedaan? Ja
Nee
Zo ja: 3.11.2. Welke?_______________________ 3.11.3. Hoe lang geleden? __________________________________ 3.11.4 Volg je die opleiding of cursus nog steeds? Ja
Zo nee:
13
Nee
3.11.5. Waarom niet? _________________________________________________________________ ________________________________________________________________ _________________________________________________________________
14
THEMA 4 Het huis uitgaan en zelfstandig worden Nu wil ik je een aantal vragen stellen over de periode dat je je ouderlijk huis verliet. 4.1. Hoe oud was je toen je het laatst het ouderlijk huis of het huis waar je bent opgegroeid verliet? _____________ ALS respondent nooit uit ouderlijk huis is weggegaan, ga verder bij 4.5 4.2 Wat waren je redenen om weg te gaan ? 1.____________________________________________ _ 2._____________________________________________ 3._____________________________________________
4.3 Waar ging je naartoe? _____________________________________
4.4 Ging je op jezelf wonen?
Ja
Nee
Kijkend naar je situatie op dit moment: 4.5 Hoe zou je je persoonlijke situatie nu beschrijven? Kruis aan Ben je? Lees op: Alleenstaand (single) Aan het daten met iemand LAT relatie (serieuze relatie zonder samenwonen) Verloofd Getrouwd Woon je samen, maar niet getrouwd Gescheiden of uit elkaar Weduwnaar/weduwe Anders, namelijke ______________________________
4.6 Heb je zelf kinderen die wel of niet bij je wonen ? Kruis aan 1. Ja, zij wonen bij mij 2 Ja, zij wonen niet bij mij 3. Nee, geen kinderen
15
THEMA 5
Inkomen, werk en activiteiten
5.1 Kun je vertellen wat de belangrijkste activiteiten zijn in je dagelijks leven? (op het gebied van werk, onderwijs etc.) (Omcirkel wat van toepassing is) Economische Status Lees op: Een full time betaalde baan (30 uur p.w of meer) Part-time betaalde baan Aanbod vanuit de gemeente (bijv. sollicitatietraining of traject van CWI) Een voltijd opleiding Een deeltijd opleiding Huishouden doen en/of zorgen voor de kinderen Werkloos Door ziekte of handicap niet in staat te werken Werkzaam als zelfstandige Vrijwilligerswerk Training bij landelijke organisatie (vraag wat voor organisatie/training en noteer hier!) ____________________________________ Niets, rondhangen op straat of met vrienden Iets anders, namelijk _________________________ _________________________________________
Omcirkel wat van toepassing is 1 2 3
Kruis hoofdactiviteit aan
4 5 6 7 8 9 10 11
12 13
5.1.2. Welke van de deze activiteiten is je hoofdactiviteit (wat doe je het meest)? (Kruis hierboven aan) Als is genoemd: fulltime of part-time baan of werkzaam als zelfstandige 5.1.3 Wat voor soort werk doe je op het moment?_________________________
Als je terugdenkt aan je ervaring met werk in het verleden …………… 5.2 Wat voor soort werk heb je allemaal gedaan in het verleden? (zowel betaald als onbetaald) _____________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Als je nadenkt over je huidige situatie……. 5.3 Heb je problemen om het soort werk te krijgen dat je wilt doen? Ja
Nee
Zo Ja 5.3.2.Wat zijn de redenen daarvoor? _________________________________ _________________________________________________________________ 5.4 Heb je problemen om de opleiding/training te volgen die je wilt doen? Zoals stages Ja
Nee
Zo ja 5.4.2 Wat zijn de redenen daarvoor? _________________________________________________________________
16
5.5 Hoe kom je op dit moment aan geld/inkomsten? (omcirkel wat van toepassing is en kruis de belangrijkste inkomstenbron aan) Inkomsten Lees op:
Omcirkel wat van toepassing is
Een uitkering Familie Bedelen Werk/salaris Via opleiding /studiebeurs Illegale activiteiten (verkopen, dealen, etc.) Liefdadigheid Lenen Anders, namelijk… __________________
Kruis belangrijkste aan
1 2 3 4 5 6 7 8 9
5.5.1 Van de inkomstenbronnen die je net genoemd hebt, wat is de belangrijkste? (kruis hierboven aan)
5.6 Wat is je huidige inkomen per maand? Bruto € _____ of Netto € ________
5.7 Moet je van dit geld de huur of andere kosten voor je woning betalen? Ja
Nee
5.8 Is het geld dat je overhoudt genoeg om van te leven? Ja
Nee
Zo nee: 5.8.1 Hoe hoog zou het maandelijks inkomen moeten zijn om genoeg te hebben om van te leven?___________ 5.9 Wat zou je doen met 30 euro extra per week? ________ _________________________________________________________________
5.10. Heb je schulden op het moment? Ja
Nee
Zo Ja: 5.10.1 Van wie heb je dit geld geleend of hoe kom je aan de schuld?______________________________________ 5.10.2 Kun je vertellen hoe hoog dit bedrag is?____________________________ 5.10.3 Weet je nog waar je het geld voor moest lenen?____________ ________________________________________________________________
17
THEMA 6
Sociale contacten
De volgende vragen gaan over je sociale contacten. 6.1 Kun je me vertellen welke van de volgende activiteiten je wel eens onderneemt: Omcirkel alles genoemd wordt
Sociale activititeiten Lees op: Activiteiten bij een club of vereniging Fysieke activiteiten (bijvoorbeeld sporten, fietsen, wandelen, dansen) Creatieve activiteiten (schilderen bv) Cursussen om iets te leren (bv een taal, boekhouden, computercursus) Buurthuis (voor Internet bijvoorbeeld) Anders, namelijk_____________
wat
Kruis de meest ondernomen activiteit aan
1 2 3 4 5 6
6.1.1 Welke van die activiteiten onderneem je het meest? (kruis aan in tabel hierboven)
6.2 Heb je het gevoel dat je bij een bepaalde groep of gemeenschap hoort? Dat kan bijvoorbeeld de buurt zijn waarin je woont, een club, een religieuze organisatie, een culturele organisatie . Ja
Nee
Toelichting:________________________________________________________ _________________________________________________________________
Zo Ja 6.2.1. Is dat (onderdeel van deze groep zijn) belangrijk voor je? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _
6.3 Wie is er belangrijk voor je op dit moment in je leven? Bijvoorbeeld je vriend(in), moeder, zus, vriend of iemand anders? (vul het antwoord in) Relatie
Stad/plaats
1 2 3 4 5 Vraag voor iedere persoon: Waar woont hij zij? Hoe vaak hebben jullie contact? Hebben jullie een goede band?
18
Hoevaak contact?
Goede band Ja/Nee
6.4 Heb je een vriendengroep die je regelmatig ontmoet? Ja
Nee
Zo Ja: 6.4.1. Wat voor soort dingen doen jullie graag samen? _______________________ _______________________________________________________________
6.5 Zijn er dingen die je wel graag zou willen doen, maar die je niet kunt doen? Waarom kan dat niet? ______________________________________________
6.6 Zijn er dingen die je zou willen doen, maar waar je geen geld voor hebt? ______________________________________________________
19
THEMA 7 Invloed van huisvesting We hebben al heel wat dingen besproken over je leven. Als je het niet erg vindt ga ik nog een aantal dingen na zodat we een compleet beeld krijgen van het verloop van je leven tot nu toe. Zoals ik eerder aangaf gaat ons onderzoek specifiek over het leven van jonge mensen en de omstandigheden waarin ze leven. De woonomstandigheden zijn daarin een belangrijk onderwerp 7.1. Kun je alle verschillende plekken opnoemen waar je ooit hebt geleefd hebt, zelfs als het maar voor een paar dagen was…? (Omcirkel/Kruis aan wat van toepassing is) Verblijfsplekken Lees voor: Buiten/op straat Kraakpand (Nacht)opvang Hostel Hotel of ‘bed and breakfast’ Famillie Vrienden Pleegouders Tijdelijke woning Vaste woning Huur vrije sector huurbaas Huur bij woningcorporatie Jongeren zorginstelling Zorginsteling zoals ziekenhuis Detentie of gesloten inrichting Afkick centrum Leger Anders, namelijk____________ Anders, namelijk_____________ Anders, namelijk_____________
Omcirkel wat van toepassing is 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Kruis de drie langste verblijven aan
18 19 20
7.2 En op welke drie plekken heb je het langst geleefd? (kruis aan in tabel) 7.3 Zou je jezelf op dit moment als dak/thuisloos omschrijven? Ja
Nee
Waarom wel/niet?
Zo ja: 7.3.1 Wat zijn volgens jouw de belangrijkste oorzaken dat je dak/thuisloos bent geraakt?
20
Zo Nee.. 7.4 Denk je dat je op dit moment risico loopt dakloos te worden? Ja
Nee
Waarom denk je dat?
7.5 Vind je dat je op dit moment een plek voor jezelf hebt? Ja Zo nee:
Nee
7.5.1 Denk je dat het gebrek aan een plek voor jezelf van invloed is op hoe je over jezelf denkt? Ja Nee Zo Ja: Op welke manier
7.6 Heeft het gebrek aan een eigen verblijfsplaats effect op datgene wat je wilt doen? Ja Nee Zo Ja: Op welke manier dan?
7.7 Kreeg je, toen je geen eigen verblijfplaats had, ooit een verblijfplaats aangeboden door een organisatie? Ja Nee Zo ja 7.7.1 Welke organisatie? _________________________
7.8 Heb je de gemeente, een woningcorporatie of Woningnet ingeschakeld om een woning te vinden? Ja Nee Zo Ja: 7.9 Wat was de uitkomst daarvan? ___________________________________ 7.10 Is er ooit een tijd geweest dat je terug naar huis wilde , maar dat dit niet kon? Zo ja 7.10.1 waarom kon je niet terug? ____________________________________________
21
THEMA 8 Ondersteuning en hulpverlening Nu zou ik je een aantal vragen willen stellen over de specifieke behoefte aan ondersteuning die je misschien hebt en de hulpverlening waar je contact mee hebt. 8.1 Heb je gezondheidsproblemen (zowel lichamelijk als psychisch) gehad voor je 16e? Ja Nee Zo ja: 8.1.1Wat voor soort problemen? bijvoorbeeld: gezondheid (ziekenhuisopname), psychische gezondheid(depressie)
8.2 Heb je na je 16e gezondheidsproblemen gekregen? Ja
Nee
Zo ja: 8.2.1 wat voor problemen ?
8.3 Heb je bepaalde handicaps? Ja
Nee
Zo ja: 8.3.1welke handicaps? ___________________________________
8.4. Heb je zelf ooit een van de volgende zaken meegemaakt voordat je je laatste vaste verblijfsplaats verliet? (kruis aan wat van toepassing is) Lees voor:
Voordat ik wegging Kruis aan
Op dit moment Kruis aan
Stress Depressie Angst Problemen met eten of eetlust Veel huilen Zelfmoordpogingen Jezelf pijn doen/beschadigen (automutilatie) Moeite met slapen Problemen met drugs Problemen met alcohol Anders namelijk____________ 8.4.1 En heb je hier op dit moment last van? (kruis hierboven aan wat van toepassing is) 8.5. Heb je je ooit onveilig gevoeld in het verleden? Ja Nee 8.5.1 Waarom was dat? _________________________________________
8.5.2 Voel je je in je huidige situatie ook onveilig? Ja
22
Nee
8.5.3 Waarom is dat? ________________________________________
8.5.4 Is er iemand bij wie je terecht kunt als je je onveilig voelt? Ja Nee Zo ja 8.5.5 Wie is dat? ___________________________________
8.6 Maak je op dit moment gebruik van een van de volgende voorzieningen? Huidige voorzieningen Lees voor: Opvang Gezondheidszorg Onderwijs Sociale voorzieningen Professionele hulpverlening Arbeidsbureau/Uitzendbureau etc. Dagbesteding Vrijwilligersorganisaties Kerk of andere religieuze organisatie Anders, namelijk____________
Kruis alles aan wat genoemd wordt
8.7 Denk aan alle voorzieningen en hulpverlening waar je ooit contact mee hebt gehad. Aan welke 3 voorzieningen of vormen van hulp heb je het meest gehad (begin met allermeest)?
1.____________________________________________ _ 2._____________________________________________ 3._____________________________________________
8.8 Aan welke 3 voorzieningen heb je het minst gehad (begin met allerminst)?
1.____________________________________________ _ 2._____________________________________________ 3._____________________________________________
8.9 Kun je drie suggesties geven om deze voorzieningen te verbeteren? 1.____________________________________________ _ 2._____________________________________________ 3._____________________________________________
23
THEMA 9 Ondersteuning en hulpverleners Ik wil je nu enkele vragen stellen over ondersteuning en hulpverleners 9.1 Aan wat voor soort ondersteuning heb je op dit moment het meest behoefte? Noem de vier belangrijkste. Huidige behoeften Antwoorden niet oplezen Ondersteuning op het gebied van wonen Psychische hulp of therapie Hulp bij alcohol of drugsprobleem Onderwijs of studieondersteuning Ondersteuning bij werk / reintegratie Bemiddeling bij familie of relatie Hulp bij het beheren van geldzaken Fysieke gezondheidszorg Seksuele voorlichting, condooms, etc. Ondersteuning bij creatieve activiteiten Anders, namelijk________________________________
Kruis vier belangrijkste aan
Anders, namelijk_______________________________
9.2 Heb je een persoonlijke begeleider of een ander vast persoon bij wie je terecht kunt voor ondersteuning bij de instellingen waar je komt? Ja
Nee
Zo Nee: 9.2.1 Zou je er wel een willen hebben Ja
Nee
9.2.2 Waarom niet?____________________________________________ (Sla de volgende vragen over voor wie geen persoonlijke begeleider heeft en ga naar vraag 9.7)
Zo Ja: 9.3 Hoe vaak zie je die begeleider ? 1.Wekelijks 9.4
2. Twee wekelijks
4. Anders ___________
Kun je ons vertellen hoe tevreden je bent met de steun van je begeleider (als je er meerdere hebt ga dan uit van de belangrijkste) op de volgende gebieden? Van zeer tevreden tot zeer ontevreden:
Tevreden met belangrijkste begeleider op gebied van Lees voor: Het luisteren naar ideeen en suggesties Afspraken nakomen en beloftes houden Doelen vaststellen Je aanmoedigen en motiveren Je helpen om formulieren in te vullen Je in jouw vooruitgang te ondersteunen Iets anders? ____________
24
3. Maandelijks
Zeer tevreden
Tevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
9.5 Kun je vertellen hoe tevreden je bent met de steun van deze begeleider om toegang te krijgen tot andere voorzieningen of hulp die je nodig hebt: Lees voor:
Zeer tevreden
Tevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
Toegang tot praktische hulp Toegang tot opleidingsmogelijkheden Toegang tot werk Toegang tot woning Toegang tot medische hulp Toegang tot juridische hulp Iets anders? 9.6
Heb je suggesties voor de verbetering van de begeleiding door je persoonlijk begeleider en het begeleidingsplan dat hij/zij voor jou opstelt?
1.____________________________________________ _ 2._____________________________________________ 3._____________________________________________
Nu een paar vragen over hoe jij je leven in de toekomst voor je ziet. 9.7 Wat zou je het komende jaar willen doen?
9.7.1 En over 5 jaar?
25
THEMA 10 Informatie Dit is het laatste gedeelte van het interview waarin we je een paar dingen willen vragen over preventie. 10.1 Hoe onderhoud je contact met de instanties die jou ondersteunen? Kruis aan Manier van contact Lees voor: Mobiele telefoon Vaste telefoon Email Brieven Direct naar de instanties gaan Direct op straat (straathoekwerkers bv) Anders, namelijk. _______________________ 10.2 Heb je …………? Lees voor: Een mobiele telefoon Een email account Toegang tot internet Toegang tot een computer Een hyves of facebook account of bij andere netwerksite
kruis aan
10.3 Ken je de naam van een telefoon-hulplijn die jongeren kunnen helpen als ze in moeilijkheden zitten? Ja Nee
Zo Ja: 10.3.1 Welke?_________________________
10.4 Bestaan er websites voor jongeren in jouw situatie Ja
Nee
Zo Ja: 10.4.1 Welke?________________________
10.5. Is er iets wat je zelf nog zou willen toevoegen aan dit interview? _________ _________________________________________________________________ 10.6 Heb je nog suggesties voor dit onderzoek? __________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ DANK VOOR JE TIJD!!
26
Geef nu de cadeaubon en laat hiervoor weer tekenen. Hou een formulier zelf en geef een formulier mee aan de respondent. Wil de respondent een onderzoeksrapport ontvangen? Vul dan zijn/haar (email) adres op invullijst in.