Opvoedingsproject van de Scholengemeenschap Harlindis en Relindis Kinrooi-Maaseik
1 Opvoeden tot waardevol (ethisch) samenleven
• religie, economie, cultuur en samenleving • de traditie actualiseren
2 Katholieke opvoeding in een begeleidende scholengemeenschap: Vanuit jezus leren zijn met anderen (samenleven) en vooral voor anderen (dienstbaar zijn) • uitnodigend voorleven: accepterend, warm en helder • een begeleidende scholengemeenschap: - variabele werkvormen - koppeling van belangstelling en leerstof - ontwikkeling van sociale interactie - opheffen van de schotten tussen de onderwijsvormen
3 Discipline, betrouwbaarheid en dienstbaarheid als centrale waarden in een warme leefomgeving
• respectvol met elkaar leren omgaan • een luisterend oor en een helpende hand • leerkrachten met een groot hart voor de leerlingen • een eigentijds internaat • leerlingen en leerkrachten voelen zich thuis op school
4 Aandacht voor de toename van competenties van leerlingen en leerkrachten
• een scholengemeenschap vormen om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden • elke leerling de kans bieden om zich te affirmeren • de campusgedachte: eenheid in verscheidenheid
5 Hoge ambities voor de leerlingen: welbevinden - Schoolloopbaanbegeleiding het resultaat moet er zijn
• een eigentijdse en ‘zorgende’ leeromgeving • een educatief project waarin aandacht, gehechtheid en bewegen sleutelwoorden zijn.
ONZE SCHOLENGEMEENSCHAP HARLINDIS EN RELINDIS... SAMENGAAN VAN RELIGIE, ECONOMIE, CULTUUR EN SAMENLEVING
Zij werden vlijtige helpers in het evangelisatiewerk van de Angelsaksische zendelingen Willibrordus en Bonifatius. Hun dochters, Harlindis en Relindis, genoten (vermoedelijk) een verzorgde artistieke en religieuze vorming in een door Ierse zusters gesticht klooster in Valenciennes. Toen zij terugkeerden naar hun ouders en de religieuze staat wilden aannemen, besloten Adelhard en Grinnara op een geschikte plaats nabij de Maas - in Aldeneik - een kerkje met een daarbij horend klooster te bouwen. Stilaan kwam er een kleine kloostergemeenschap van benedictinessen tot ontwikkeling. In de directe omgeving van de abdij kwamen mensen wonen, die de vruchtbare gronden bewerkten en ambachtelijke activiteiten leerden ontplooien. Willibrordus en Bonifatius zouden samen de abdij bezocht hebben, waardoor men de kloosterstichting kan dateren tussen 719 en 721. Hun bezoek verklaart de aanwezigheid van een schitterend evangeliarium tussen de kerkschatten van de Sint-Catharinakerk in Maaseik. Dit manuscript, in de Angelsaksische traditie verlucht, is vervaardigd rond het begin van de achtste eeuw in een scriptorium in Echternach, een abdij die door Willibrordus in 708 werd gesticht. Het is het oudste evangelieboek van de Benelux. Ook de aanwezigheid van enkele Angelsaksische weefsels, die tot de oudste gewaden van West-Europa behoren, wijzen in deze richting. Omstreeks 936 verdween het benedictinessenklooster. In 952 vestigde de bisschop van Luik in Aldeneik een kapittel van seculiere kanunniken, aan wie hij de bezittingen van de benedictinessen schonk. Kort daarna werd in Aldeneik een kapittelschool opgericht, waar jongens leerden zingen, lezen, schrijven en rekenen.
Onze Scholengemeenschap werd genoemd naar Harlindis en Relindis. De religieuze levenswandel van beide Maaslandse heiligen heeft in grote mate bijgedragen tot de economische ontsluiting en de culturele uitstraling van onze regio vanaf de achtste en negende eeuw. De overlevering wil dat beide vrome zusters het benedictijnse ora et labora zo gracieus beoefenden, dat een mooie synthese tot stand kwam tussen de beoefening van de schone kunsten, de ontwikkeling van de landbouw en de ontplooiing van ambachtelijke nijverheid. Aan hun bescheiden eruditie, hun vrome levenswandel en hun grote dienstbaarheid voor de bewoners in de wijde omgeving van Aldeneik wilde niemand voorbijgaan toen men bij de keuze van een gezamenlijk pedagogisch project inspiratie zocht in de opvoedingsprojecten van het katholiek onderwijs en van de voormalige onderwijsinstellingen College van het H. Kruis in Neeroeteren en Maaseik, Instituut Heilig Graf in Kinrooi, Technisch Instituut Sint-Ursula in Maaseik, Technisch Instituut Sint-Jansberg en Vrije Humaniora voor Meisjes in Maaseik.
REEDS VANAF DE 8STE EEUW AANWEZIG Adelhard en Grinnara, de ouders van beide Maaslandse heiligen, waren grootgrondbezitters in het Merovingisch rijk. Omstreeks 700 werden zij bekeerd tot het christendom door de heilige Lambertus.
BEWAARD GEBLEVEN TOT OP DE DAG VAN VANDAAG
Ook na het verdwijnen van het vrouwenklooster bleef de verering van Harlindis en Relindis voortduren. Tot aan de Franse Revolutie gingen de pastoors van Dilsen, Rotem, Aldeneik, Heppeneert, Opoeteren, Neeroeteren, Bree, Neeritter, Kessenich, Wessem, Grathem, Heel, Beegden, Ophoven en Geistingen met hun parochianen in de Pinksterdagen in processie naar Aldeneik...
Door te verwijzen naar Harlindis en Relindis wil onze scholengemeenschap beduiden dat het samengaan van religie en nijverheid, dienstbaarheid en creativiteit, ambacht en cultuur een voornaam oogmerk is van ons pedagogisch project.
...WIL EEN HERKENBARE KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP ZIJN... EEN BEGELEIDENDE SCHOLENGEMEENSCHAP: ACCEPTEREND, WARM EN HELDER
Niets is zo fijn voor kleine kinderen als de dragende armen te voelen van vader en moeder. Die handen geven vertrouwen: een stevige basis moet dat worden waarop je verder kunt bouwen en in jezelf leert geloven. En als je al wat groter bent en je wil die warme armen niet meer om je heen, ben je dan heimelijk niet blij met de aandacht die je krijgt van vader en moeder, van leerkrachten en opvoeders, van medeleerlingen, van vrienden en vriendinnen? Voelen dat je bij anderen thuis mag komen met je verhaal, met je gelukkige prestaties waarvoor zij vreugde tonen, maar ook met je verdrietige momenten waarin je voelt dat zij meeleven, dat zij jou in hun armen blijven sluiten, dat is toch één van de mooiste ervaringen in het leven. Zo willen wij ook aan God denken: aan knuffelende warmte en oprechte geborgenheid. Misschien moeten we wat meer durven denken over God als de liefste die er is. Dat beeld kan ons jong van hart houden, omdat we uit onze relatie tot God vertrouwen en kracht putten om elkaar te (ver)dragen. Daarom willen we blij en dynamisch uitkomen voor een leven met toekomst.
VANUIT HET EVANGELISCHE BREKEN EN DELEN KOMEN TOT EEN FLEXIBELE ORGANISATIE Wie omgaat met opgroeiende kinderen, ervaart dat zij je leven bevragen, dragen, ondervragen én ondervangen. Jongeren dagen je uit om vooruit te kijken en te denken, om mee te bouwen aan een nog betere wereld, waarin het goed toeven is voor jezelf, je kinderen en voor allen die na jou komen. Misschien hebben wij God daarom niet alleen aangeduid met Vader, maar ook met Zoon - Jezus Christus - die ons heeft geleerd dat liefde meer is dan ontvangen, dan een zich geborgen en omarmd weten, dan het liefste wat er is... Liefde is ook breken en delen. Liefde is een werkwoord. Je moet er veel voor doen: leren om op eigen benen te staan, je verantwoordelijk weten voor je eigen leven en dat van anderen. Je moet dan stevig worden, uit één stuk, een rots in de branding. Trouw en eerlijk zijn, dat zijn belangrijke eigenschappen als je gaat kiezen voor een levensgezel, een partner, een vriend of vriendin, een geliefde, maar ook voor een studie, een werk, een engagement... De profeten hebben het voorzegd en Jezus heeft het voorgeleefd: God beschouwt de mens als een vriend, een bondgenoot en een tochtgenoot. God leert ons dat we over vriendschap veel kunnen zeggen, maar als we er te veel over filosoferen, dan verdwijnt ze geleidelijk aan en is ze niet meer te zien. Hoe kan je nu aandacht en trouw gaan uitleggen? Want wat je ook zegt, het is altijd te klein. Jezus zegt: praat er niet zo vaak over maar wees gewoon een vriend van God, bid en probeer te luisteren naar wat Hij je te zeggen zou kunnen hebben, want vaak zwijgt Hij lang om jou eerst de kans te gunnen je vreugde, je twijfels, je leed en miserie kwijt te kunnen. Jezus gelooft in een vredelievende God. In geborgenheid leven, een vriendenkring hebben, groepsgeest uitstralen: dat kan vleugels geven, dat kan je optillen en een stukje vooruit helpen op je levensweg. Het kan je fundament worden dat ervoor zorgt dat je je goed voelt en dat
die deze verschillen positief gebruikt. Een starre organisatie bevordert voortijdig schoolverlaten. Een flexibele organisatie kan leerlingen vasthouden door een persoonsgerichte opvang. Wij willen kiezen voor variabele werkvormen omdat wij weet hebben van individueel verschil en ruimte willen scheppen voor eigen aanpak, eigen verwerkingsvormen en dito tempo. Door de koppeling van belangstelling en leerstof willen wij bekomen dat de leerlingen het naar school gaan ervaren als aangenaam en zinvol. Het progressief opheffen van de schotten tussen ASO, TSO en BSO zal iedere leerling toelaten zijn of haar talent(en) beter te ontwikkelen. Op school ben je nooit alleen. Altijd heb je te maken met anderen, die tijd, ruimte en aandacht met jou delen. De ontwikkeling van dit delen van tijd, ruimte en aandacht en de uitbouw daarvan tot samenwerking, zien wij als een belangrijke educatieve taak. Afstemmen van taken, het smeden van hechte banden, maar ook het leren beheersen en oplossen van conflicten beschouwen wij als belangrijke ontwikkelingsmomenten in onze scholengemeenschap. Wij willen een gemeenschap zijn die de leerlingen voorbereidt op de grotere gemeenschap (stad en dorp, land en wereld).
je uitgedaagd wordt om samen verder te gaan. Maar het mag niet ten koste gaan van anderen. Daarom leert Jezus ons om anderen niet uit te sluiten, om open te staan voor andere overtuigingen, om anderen uit te nodigen in vrijheid mee op weg te gaan. Die Jezus zegt ook dat we extra aandacht moeten schenken aan mensen die niet mee op weg kunnen of mogen gaan, die langs de kant van de weg belanden, die niet genoeg kansen krijgen om in geborgenheid te leven en een engagement aan te gaan. En wijzen op het wonder van het leven, dat is toch wat het onderwijs wil. Dat wijzen kan slechts wonder worden door jonge mensen weerbaar te maken en ze voor te bereiden op hun taak op lokaal, regionaal, federaal, Europees en mondiaal vlak. Het feit, dat jongeren verschillend zijn, vraagt om een schoolorganisatie
UITNODIGEND VOORLEVEN IN EEN BEGELEIDENDE SCHOLENGEMEENSCHAP
belangrijk dat de leerlingen hun eigen mogelijkheden en onmogelijkheden realistisch leren inschatten. De ontwikkeling van elke leerling tot zelfstandigheid is er bij gebaat dat deze in toenemende mate betrokken wordt bij het beoordelen van de eigen prestatie. Van de kant van de begeleiders vraagt dat een investering van vertrouwen. Ook streven we naar helderheid, omdat iedereen moet weten waar we met elkaar aan toe zijn. Zo worden misverstanden en conflicten voorkomen en worden problemen bespreekbaar. Er vallen rollen te verdelen, sommige formeel, andere informeel. Hoe gedraag je je als leerling bijvoorbeeld tegenover je leerkrachten en als leerkracht tegenover je leerlingen? Er moeten grenzen worden getrokken. Als het goed gaat, kan er heel veel, maar niet alles mag. Daarom zullen er bijvoorbeeld regels zijn over op tijd komen, ziektemelding, spijbelen en zelfs schorsing.
Wie vanuit Jezus leeft, die beseft dat leven delen is, dat delen voorleven is en dat voorleven geen dwang mag worden. Uitnodigend voorleven, zo wil onze katholieke scholengemeenschap herkenbaar zijn vanuit haar opvoedingsproject. Dit voorleven krijgt niet alleen vorm in warme nabijheid en geborgenheid, in trouw en engagement, in oprechtheid en in het tochtgenoot zijn van elkaar, maar ook in de ambitie om een begeleidende scholengemeenschap te worden. In onze visie op begeleidende scholengemeenschap vinden wij het
BEWUST KIEZEN VOOR DE GEMEENSCHAP VAN DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK Via opvoeding en onderwijs kiest onze katholieke scholengemeenschap bewust voor de gemeenschap van de Rooms-katholieke Kerk: onze jongeren zullen leren zijn met anderen (samenleven) maar ook en vooral voor anderen (dienstbaar zijn). De gemeenschap met de Kerk krijgt ook gestalte in aangepaste pastorale animatie, in gebedsmomenten en sacramentele vieringen, in het vrijmoedig brengen van de christelijke boodschap dat leven vanuit Gods liefde leven schenken is en in de stellige overtuiging dat alle leden van de scholengemeenschap eerbied zullen opbrengen voor de katholieke verankering.
...in een warme leefomgeving... RESPECTVOL MET ELKAAR LEREN OMGAAN
EEN LUISTEREND OOR EN EEN HELPENDE HAND
Gehechtheid en aandacht zijn de sleutels voor een warme leefomgeving. Ze vormen het tegengewicht tegen angst en onzekerheid. Leerlingen moeten zich thuis of toch minstens veilig voelen op school. Respectvol met elkaar leren omgaan is de eerste en belangrijkste stap in die richting. Alle interacties tussen enerzijds de leerlingen én anderzijds de leerkrachten en hun leerlingen zijn te situeren binnen de klas en de school als leefomgeving. Leerlingen brengen een groot deel van hun jeugdig leven door op school. Als die school enkel een leeromgeving is, dan kan het welbevinden niet groot zijn, onder meer omdat de leerlingen hun sociaal-emotionele ontwikkelingsbehoeften niet kunnen kanaliseren. Tussen hun tiende en hun twintigste verstrijken immers eeuwen.
Het normale onderwijs - of leefklimaat is niet voor alle leerlingen weggelegd. Leerlingen kunnen ernstig in de knoop geraken door problemen van persoonlijke aard: ze worden gepest, ze raken niet wijs uit hun gevoelens en komen met zichzelf en hun omgeving in conflict, ze verkennen hun seksualiteit en raken in de war, ze zijn ondersteboven van een minder prettige leefwereld thuis... Dan zijn zij dankbaar als zij op school een luisterend oor vinden bij medeleerlingen, opvoeders, leerkrachten en directie...
LEERKRACHTEN MET EEN GROOT HART VOOR DE LEERLINGEN
EEN EIGENTIJDS INTERNAAT
Onze leerkrachten hopen de jongeren te beschermen tegen gevaren van buitenaf, ze moedigen hen aan om hun eigen talenten te ontwikkelen, ze zijn fier en trots op wat die jongeren kennen en kunnen en ze bieden vol enthousiasme en met groot geduld het beste van zichzelf aan. Zij benaderen de leerlingen niet enkel als ‘lerenden’: kennis en vaardigheden verwerven gaan immers hand in hand met het kundig leren omgaan met sociaal-emotionele ontwikkelingsdoelen. Bij het vervullen van hun onderwijsopdracht geven de leerkrachten daarom niet enkel blijk van vakbekwaamheid en deskundigheid maar ook van engagement. ‘De leerkrachten zitten met ons in’ hopen wij als adagium te leggen in de mond van vele leerlingen.
De meeste jongeren van onze scholengemeenschap keren na schooltijd terug naar huis. Een aantal blijft echter op school en vindt in het internaat een plek om zich thuis te voelen samen met leeftijdsgenoten. Vanuit de vaste overtuiging dat er meer te bereiken valt met wederzijds vertrouwen willen de opvoeders de sfeer van het ouderlijk huis benaderen. Na schooltijd brengen de leerlingen het ene uur samen door en het andere uur krijgen zij de kans om in kleine groep te toeven of zelfs alleen te zijn. Alle leerlingen kunnen rekenen op persoonlijke studiebegeleiding en op een gevarieerd aanbod van ontspanningsmogelijkheden. Groot en klein vinden er een luisterend oor, krijgen er van tijd tot tijd een schouderklopje of worden er een troostend gebaar gewaar. Tevens krijgen zij de kans om lief en leed uit te spreken bij hun bezorgde opvoeders en begeleiders.
EEN OPEN EN AFFECTIEF KLIMAAT VAN WELWILLENDHEID Kiezen voor betrokkenheid (gehechtheid) en nabijheid (aandacht) in ons omgaan met leerlingen wil zeggen dat wij met hen in relatie treden: hoe beter de pedagogische relatie is, hoe beter leerlingen hun toekomst vorm geven. Een dergelijke relatie vooronderstelt een open en affectief klimaat van welwillendheid waarin leerlingen zich thuis kunnen voelen, waarin zij niet op de eerste plaats als leerling maar als mens worden benaderd. Niemand wordt echter mens zonder de nodige uitdaging en weerstand. Jonge mensen onderwijzen impliceert tevens oproepen tot inzet en trouw, grenzen bepalen en schadelijke invloeden benoemen of
beperken. Hoewel het niet altijd even gemakkelijk en vanzelfsprekend is, willen wij de thematieken rond kansarmoede, gezondheidspreventie, drugs- en alcoholpreventie, bestrijding van racisme ... niet uit de weg gaan. We zijn er ons echter terdege van bewust dat wij in deze materie rond bevorderen en/of bewaren van levenskwaliteit slechts één partner zijn naast de ouders, de leerlingen zelf en de lokale gemeenschap.
...EN EEN KRACHTIGE EN CONTEXTRIJKE LEEROMGEVING. KWALITEITSVOL ONDERWIJS
Al wie betrokken is bij het pedagogisch project van de scholengemeenschap zal een steentje kunnen bijdragen om kwaliteitsvol onderwijs mogelijk te maken. We denken aan de leerlingen en hun ouders, het schoolbestuur, de leerkrachten en de directie, het ondersteunend personeel en het onderhoudspersoneel. Elk initiatief, hoe klein ook, moet wel uitgaan van de overtuiging dat in het bekwamen in kennis, vaardigheden en attitudes het wijzer worden van de leerlingen de voornaamste bekommernis is. Vandaar stimuleren we projecten rond leren leren, leren kiezen en leren leven.
VIER INRICHTENDE MACHTEN VORMEN SCHOLENGEMEENSCHAP De fundamentele eerbied en verwondering voor de groeimogelijkheden van elke leerling vinden we terug in de pedagogische projecten van de Inrichtende Machten die aan de basis van onze scholengemeenschap liggen. De Zusters van het Heilig Graf willen aan elke leerling met groot of klein talent, de levensblijheid van de Paasboodschap meedelen. De Ur-
sulinen genieten wijd en zijd faam omwille van hun meer dan een eeuw lang volgehouden combinatie van gratis volksonderwijs en betalend kostschoolonderwijs voor meisjes. Vaak besteedden zij meer aandacht aan algemene vorming dan aan de voorbereiding op huishoudelijke taken. Zo droegen de Ursulinen hun steentje bij tot de emancipatie van de vrouw. De Kruisheren werken rond de Kruisspiritualiteit aan een harte-pedagogiek: iedereen die direct of indirect bij het schoolgebeuren betrokken is, zal zich steeds bewust zijn van de dienende en nederige betrokkenheid bij de ontwikkelingsgang van de jonge mens. Vanuit het Technisch Onderwijs binnen het Bisdom Hasselt wordt benadrukt dat jonge mensen helpen uitgroeien tot volwaardige christenen en sociaal voelende burgers, een boeiende opdracht is.
EÉN INRICHTENDE MACHT VANAF 2002 Deze eerbied en verwondering vinden we opnieuw terug in de beleidsopties die uitgeschreven werden bij de vorming van één Inrichtende Macht in 2002: ‘De Inrichtende Macht vindt het uiterst belangrijk dat alle leerlingen zich kunnen ontplooien volgens hun eigen mogelijkheden en talenten … Alle leerlingen moeten zich op onze scholen volledig kunnen ontwikkelen en er zich gelukkig voelen. Speciale zorg zal worden besteed aan kansarme jongeren en jongeren die omwille van levensomstandigheden minder goed functioneren.’
daarom open voor alle jonge mensen tussen 12 en 14 jaar, ongeacht hun afkomst, geslacht en ras. Zij krijgen alle mogelijke kansen om zich te ontwikkelen tot jonge mensen die in staat zijn verantwoordelijkheid te dragen en bewuste keuzes te maken zowel wat hun levenshouding als hun studiekeuze betreft.
ELKE LEERLING DE KANS BIEDEN OM ZICH TE AFFIRMEREN Men zegt al vlug: de leerling staat centraal. Eigenlijk willen we zeggen: elke leerling moet zichtbaar worden en zich kunnen affirmeren, zelfs al constateren we (aanvankelijke) ongelijkheid op grond van sociaal-economische, culturele en taalfenomenen. Onze eerste-graadscholen staan
10
DE CAMPUSGEDACHTE: EENHEID IN VERSCHEIDENHEID
dimensies van kwaliteit van leven: het emotioneel welbevinden, de interpersoonlijke relaties, de persoonlijke ontplooiing, het materieel welbevinden, het lichamelijk welbevinden, het vermogen om zelf keuzes te maken, de verantwoordelijkheden die gepaard gaan met het erbij horen en de rechten die aan dat erbij horen worden gekoppeld. Iedere leerling is op haar of zijn manier bijzonder, ieder heeft talenten en capaciteiten die anderen niet hebben of toch niet in die mate. Daarom hebben we binnen ons pedagogisch structuurplan het aanbod van studierichtingen herschikt naar de inhoud ervan. Nooit zal de belangstelling van alle leerlingen gelijklopend zijn: er zullen altijd leerlingen zijn die liever met theoretisch-abstracte kennis bezig zijn, anderen zullen zich liever toeleggen op het fabriceren of verkopen van producten, weer anderen raken gefascineerd door de geur van het praktijklokaal, nog anderen raken geobsedeerd door de geheimen van ICT om nog maar te zwijgen van hen, die... Het zou echter verkeerd zijn daar dwingende maatschappelijke dimensies aan vast te koppelen.
Op termijn willen we alle studierichtingen van de tweede en derde graad op één centrale campus samenbrengen. Wij hopen dat op die manier elke leerling een vrije en toch goed overwogen keuze kan maken uit het ruime aanbod dat wij voorstellen. Graag zien we daarbij de beschotten tussen de onderwijsvormen langzaam maar zeker verdwijnen. Onze voorkeur, die uitgaat naar een optimaal functioneren van iedere leerling, krijgt immers zijn beslag in het aandacht schenken aan acht belangrijke
11
EEN EIGENTIJDSE EN ‘ZORGENDE’ LEEROMGEVING
Het is de missie van onze scholengemeenschap om al onze leerlingen te begeleiden in een eigentijdse en ‘zorgende’ leeromgeving. Daarom willen we ruime aandacht schenken aan de begeleiding van de schoolloopbaan en al onze leerlingen helpen om op het juiste ogenblik de gepaste keuze te maken. En voor hen die de rol dreigen te lossen willen we studiebegeleiding aanbieden (studiemethode, aanscherpen van leer- en gedragsattitudes, wegwerken van leerachterstanden). Toch is deze begeleiding vaak niet voldoende. We hebben het hierboven reeds vermeld: een aantal leerlingen worstelt met problemen van socio-emotionele of psycho-sociale aard, anderen zitten met leer- en ontwikkelingsstoornissen, weer anderen ondervinden functiebeperking wegens sociaal-economische, culturele en taalfenomenen. Van onze personeelsleden vragen we daarom een vorm van kennis en bedrevenheid die het puur
12
OP EEN ROLLENDE STEEN GROEIT GEEN MOS
vakinhoudelijke overstijgt. Zij moeten bereid zijn om zich continu bij te scholen om de leerlingen beter te leren kennen en te kunnen inschatten waaraan zij behoefte hebben naast het verwerken van de aangeboden leerstof.
“Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde (...). Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten.(...)”, is een mooie metafoor uit de late jaren tachtig van de twintigste eeuw. Heel lang was het onderwijs aanbodgestuurd: de leerling werd (volledig) bij de hand genomen, de leerkracht bepaalde de dagorde, doseerde de leerstof, gaf de werkvormen aan, voerde de correctie uit en beoordeelde het werk. Een goede leerkracht motiveerde, stimuleerde en ‘bepaalde’ het studiepeil van de leerlingen en drukte een onuitwisbare stempel op het verdere leven van zijn pupillen. Later werd het onderwijs aanbodgericht. De opdrachten bleven vooraf bepaald, maar de werkvormen en de beschikbare tijd werden minder strak vastgelegd. Leerlingen met verschillen in tempo en begaafdheid werden niet meer over één kam geschoren. Zowel de aanbodgestuurde als de aanbodgerichte leerkracht opende deuren, verlegde grensstenen en verruimde de horizon. Zo’n leerkracht openbaarde de leerlingen dat ze geen struikelsteen maar hoeksteen voor elkaar moesten zijn. Onze scholengemeenschap sluit graag aan bij het waardevolle erfgoed van het aanbodgericht onderwijs. Zo hopen wij harten van vlees in plaats van steenharde harten te vormen. Maar we willen meer. Een hoeksteen mag geen zwerfblok worden. Zeker met het oog op het levenslange en het coöperatieve leren en ontwikkelen willen wij de jongeren vormen rond het adagium: “Op een rollende steen groeit geen mos”. De leerlingen worden het uitgangspunt van het denken en handelen van de leerkrach-
EEN WELOVERWOGEN EDUCATIEF PROJECT Vele jongeren uit de Maaskant en de verre omgeving genieten onderwijs in de Scholengemeenschap Harlindis en Relindus. Zij worden er begeleid in hun menselijke ontplooiing. Samen jong zijn wordt er op een intense en veelal ontspannen manier beleefd en de groei naar volwassenheid wordt er deskundig en betrokken begeleid. Deze groei in menswording gebeurt binnen de context van een weloverwogen educatief project waarvan aandacht en gehechtheid de sleutelwoorden vormen. Zoals het leven zelf in beweging is, durft de scholengemeenschap enthousiast te vernieuwen, ze werkt bewust aan krachtige didactische werkvormen, ze maakt de leerlingen vertrouwd met vaardigheden, kennis en attitudes. Dit competentie-ontwikkelend leren moet jongeren die afstuderen in onze scholengemeenschap in staat stellen om mensen te worden die in beweging blijven, met een open blik en kritische geest, een evangelische bewogenheid die grenzen overschrijdt, een ruime sportieve en culturele interesse, en last but not least de spontane bereidheid om verantwoordelijkheden op te nemen in het economisch en maatschappelijk bestel.
13
ten. De leerkrachten worden primair begeleiders, die leerlingen observeren, naar ze luisteren, stimulerende impulsen aanbieden op het juiste moment en daarbij de ontwikkeling volgen. Allerlei varianten zijn mogelijk in het vraaggericht onderwijs, zeker nu alle scholen beschikken over computers en internet. Bovendien kan gewerkt worden met flexibele groepsopdrachten en samenwerkingsvormen van jongeren op verschillend ontwikkelingsniveau. Leerlingen mogen, kunnen en moeten door te leren in beweging blijven, liefst hun hele leven lang. Hun steen zal glad en rond gesleten worden door het vele bewegen, maar mos zal er niet op groeien, omdat ze in beweging blijven en daardoor blijven leren...
14
Fotografie: Roger Maes Ontwerp en digitale drukvoorbereiding: Mathieu Corstjens Druk: Drukkerij Paesen
COLLEGE HEILIG KRUIS - SINT-URSULA 1 Eerste Straat 19 - 3680 Maaseik - tel. 089 56 32 32 - fax 089 56 30 77 Zandbergerstraat 21 - 3680 Maaseik-Neeroeteren - tel. 089 86 46 65 - fax 089 79 16 03
[email protected]
COLLEGE HEILIG KRUIS - SINT-URSULA 2 Pelserstraat 33 - 3680 Maaseik - tel. 089 56 41 73 - fax 089 57 21 87 Weertersteenweg 135 A - 3680 Maaseik - tel. 089 56 75 27
[email protected]
TECHNISCH INSTITUUT SINT-JANSBERG 1ste graad / 2de + 3de graad
Sint-Jansberg 39 - 3680 Maaseik - tel. 089 56 30 59 - fax 089 56 84 81
[email protected]
INSTITUUT HEILIG GRAF 1ste graad
Kloosterstraat 14 - 3640 Kinrooi - tel. 089 70 25 43 - fax 089 70 37 97
[email protected] 2de + 3de graad Weertersteenweg 135 A - 3680 Maaseik - tel. 089 56 75 27
INTERNAAT VAN DE SCHOLENGEMEENSCHAP Pelserstraat 33, 3680 MAASEIK (jongens) Kloosterstraat 14, 3640 KINROOI (meisjes)
[email protected] - GSM 0475 35 42 04 www.collegemaaseik.be/internaat
www.kaso-maaseik-kinrooi.be 16