Juni
08
Optimalisatie van de korte termijn overleving van eilandjes van Langerhans na transplantatie bij diabetes mellitus type I patiënten F.P. Assen, M. Groot Nibbelink, M. Peppelman, C.M. Platenkamp, M.W. Pot
Technische Geneeskunde – Multi Disciplinaire Opdracht
Begeleiders: dr. ing. A. van Apeldoorn, Dr. E.J.P. de Koning
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Voorwoord
Ter
afsluiting
van
de
Bachelor
van
de
opleiding
Technische
Geneeskunde
aan
de
Universiteit
Twente
hebben
we
een
bacheloropdracht
uitgevoerd.
Deze
opdracht
is
opgezet
door
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC)
in
samenwerking
met
de
vakgroep
Tissue
Regeneration
(TR)
van
de
Universiteit
Twente.
Er
zijn
een
aantal
mensen
die
we
willen
bedanken
voor
hun
hulp
tijdens
ons
onderzoek.
Ten
eerste
gaat
onze
dank
uit
naar
onze
begeleiders
dr.
ing.
Aart
van
Apeldoorn
en
Dr.
Eelco
de
Koning.
Zij
hebben
het
mogelijk
gemaakt
dan
wij
onze
Multi
Disciplinaire
Opdracht
over
dit
onderwerp
konden
doen.
Ten
tweede
willen
we
een
speciale
dank
uitbrengen
aan
een
aantal
personen
die
ons
gedurende
het
onderzoek
begeleid
hebben
zonder
dat
zij
hier
enige
verplichting
toe
hadden.
Dit
is
vooral
Marten
Engelse,
van
de
afdeling
nierziekten
uit
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum.
Zonder
problemen
heeft
hij
ons
meerdere
malen
in
Leiden
ontvangen
en
ons
van
goede
informatie
en
raad
voorzien.
Onze
dank
gaat
daarnaast
uit
naar
alle
andere
betrokkenen
uit
het
LUMC
die
het
voor
ons
mogelijk
hebben
gemaakt
om
naar
Leiden
te
komen
en
hier
informatie
in
te
winnen.
Marcel
Karperien,
van
de
vakgroep
TR,
wordt
bedankt
voor
zijn
hulp
en
advies.
Als
laatst
willen
wij
een
aantal
BMTi
vakgroepen
bedanken.
Biophysical
Engineering
en
Polymer
Chemistry
and
Biomaterials
hebben
ons
geholpen
met
het
uitzoeken
van
de
aangedragen
oplossingen.
Zonder
hun
medewerking
zouden
deze
oplossingen
niet
door
ons
kunnen
worden
aangedragen.
Enschede,
19
juni
2008
F.P.
Assen,
M.
Groot
Nibbelink,
M.
Peppelman,
C.M.
Platenkamp,
M.W.
Pot
1
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Abstract
Op
dit
moment
kent
de
transplantatie
van
donor
eilandjes
van
Langerhans
bij
patiënten
met
ernstige
diabetes
mellitus
type
I
een
insulineonafhankelijkheid
van
slechts
tien
procent
na
vijf
jaar.
Dit
onderzoek
richt
zich
op
de
technologische
optimalisatiemogelijkheden
van
de
huidige
isolatieprocedure
en
de
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever.
Hierin
staat
het
versneld
afsterven
van
de
eilandjes
kort
na
transplantatie,
de
eerste
tien
dagen,
centraal.
De
optimalisatie
wordt
bewerkstelligd
door
het
ontwerpen
van
een
aantal
prototypen
die
zowel
de
isolatie
als
de
transplantatie
verbeteren
welke
voortkomen
uit
literatuuronderzoek,
de
kliniek
en
eigen
inzichten.
Een
gefaseerde
isolatie,
het
gebruik
van
eigen
verteringsenzymen
en
de
toepassing
van
infrarood
laserlicht
in
combinatie
met
gouden
nanopartikels
zorgen
elk
voor
minder
schade
aan
de
eilandjes
van
Langerhans
tijdens
de
isolatie.
Het
optimaliseren
van
de
fysiologische
omstandigheden
en
de
grootte
van
de
eilandjes
evenals
het
coaten
van
de
eilandjes
met
heparine
tijdens
de
kweek
kunnen
hypoxie
respectievelijk
de
hyperacute
reactie
na
transplantatie
verminderen.
Tevens
wordt
de
plaatsing
van
een
specialetissue‐engineered‐stent
in
een
arterie
genoemd
als
mogelijk
alternatief
voor
de
transplantatieprocedure
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
De
verwachting
is
dat
deze
voorstellen
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
verbeteren.
Dit
onderzoek
vormt
een
aanbeveling
voor
de
optimalisatie
van
de
huidige
isolatie
en
transplantatie
procedures.
2
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Inhoudsopgave
1
2
3
Introductie
1.1
Probleemstelling
4
8
Methode
9
De
situatie
van
de
isolatieprocedure
inhet
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC)
en
de
fysiologische
en
immunologische
omstandigheden
met
betrekking
tot
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever
10
3.1
Huidige
procedure
van
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC)
10
3.2
Fysiologie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever
14
3.3
Immuunreactie
van
de
lever
en
de
werking
van
immunosuppressiva
18
4
De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
20
4.1
De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
met
betrekking
tot
de
inbedding
20
4.2
De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
met
betrekking
tot
de
immuunreactie
22
4.3
Samenvatting
van
de
problematiek
25
5
De
technologische
oplossingen
die
leiden
tot
de
optimalisatie
van
de
korte
termijn
overleving
van
eilandjes
van
Langerhans
27
5.1
Optimalisatie
van
de
isolatieprocedure
27
5.2
Mogelijke
oplossingen
van
de
kweeksituatie
en
de
periode
tot
aan
de
transplantatie
34
5.3
Het
ontwerp
van
een
tissue
engineered
construct
als
omgeving
voor
de
eilandjes
van
Langerhans
43
6
Conclusies
en
Aanbevelingen
48
7
Discussie
en
argumentatie
51
Referenties
55
Bijlage
A
58
Bijlage
B
60
Bijlage
C
62
Bijlage
D
64
3
Multi
Disciplinaire
Opdracht
1 Introductie
Diabetes
mellitus
type
I
is
een
chronische
aandoening
van
de
glucose
homeostase
waarbij
er
een
auto‐immuun
reactie
is
tegen
de
lichaamseigen
bèta
cellen
die
gelegen
zijn
in
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
pancreas.
De
bèta
cellen
registreren
het
glucose
gehalte
en
reageren
hierop
door
meer
of
minder
insuline
te
produceren
en
af
te
geven.
Door
afname
van
het
aantal
bèta
cellen
is
het
lichaam
niet
meer
in
staat
om
voldoende
insuline
te
produceren.1
Diabetes
mellitus
type
I
kan
zich
op
elke
leeftijd
ontwikkelen
en
is
niet
genetisch
overdraagbaar.
De
auto‐immuun
ziekte
hangt
samen
met
een
infiltratie
van
voornamelijk
CD8+
T
cellen
met
aanwezigheid
van
interleukine‐1
(IL‐1),
IL‐6,
stikstofmonoxide
(NO)
en
interferon‐γ
(IFN‐γ).1
Meer
achtergrondinformatie
over
diabetes
type
I
wordt
in
bijlage
A
verder
in
detail
besproken.
De
endocriene
en
paracriene
pancreas
zorgt
voor
een
hormonaal
milieu
dat
geregeld
wordt
door
neurale‐,
hormonale‐,
en
voedingsstimuli
en
de
microcirculatie.
De
cellen
van
het
eilandje
reageren
direct
op
variaties
in
hormonale‐
en
voedingsconcentraties.
Er
is
intensieve
communicatie
tussen
de
verschillende
typen
cellen
van
het
eilandje,
deze
wordt
gereguleerd
door
NO
en
hormonale
feedback.
Deze
respons
zorgt
voor
een
geschikt
hormonaal
milieu,
wat
wordt
afgegeven
in
de
bloedstroom
en
bijdraagt
aan
het
behoud
van
de
glucose
homeostase.2
Er
zijn
ongeveer
één
miljoen
eilandjes
van
Langerhans
in
een
pancreas
van
een
volwassen
mens
aanwezig.
De
eilandjes
variëren
in
grootte
tussen
de
20‐400
µm,
zijn
sferisch
van
vorm
en
liggen
op
verschillende
punten
langs
de
arteriële
tak
van
de
pancreas.
Hierbij
zijn
de
grote
eilandjes
dichter
bij
de
grote
arteriolen
gelocaliseerd.
De
kleinere
eilandjes
zijn
dieper
ingebed
in
het
parenchym
van
de
pancreas.
Elk
eilandje
bevat
ongeveer
2000
cellen.
Er
zijn
vier
verschillende
endocriene
cellen
in
een
eilandje,
namelijk
de
alpha,
bèta,
delta
en
de
pancreatische
polypeptiden
(PP)
cellen
(figuur
1).
``
Figuur
1
A
en
B:
Linker
figuur
geeft
een
homogene
verdeling
van
de
verschillende
cellen
in
een
eilandje
van
Langerhans
weer.
Waarin
blauw
bèta
cellen
zijn,
groen
zijn
de
alpha
cellen
en
rood
zijn
de
delta
cellen.
Het
rechter
figuur
geeft
een
overzicht
weer
van
de
architectuur
van
de
pancreas
met
daarin
de
eilandjes
van
Langerhans.
De
alpha
cellen
geven
glucagon
af,
de
bèta
cellen
geven
insuline,
C‐peptide
en
amaylin
af,
de
delta
cellen
geven
somatostatine
af
en
de
PP
cellen
pancreatische
polypeptide.
C‐peptide
is
een
afbraakproduct
van
pro‐insuline
en
wordt
één
op
één
met
insuline
afgegeven.
Behalve
deze
bekende
hormonen
geven
de
eilandjes
van
Langerhans
nog
ongeveer
twintig
andere
hormonen
af.
Elk
eilandje
4
Multi
Disciplinaire
Opdracht
heeft
een
complexe
neurale
aanvoer
en
een
complexe
microcirculatie
die
de
hormonale
secretie
uit
de
cellen
reguleert.
Daarnaast
is
er
een
cel‐cel
regulatie
binnen
de
eilandjes
door
middel
van
gap
junctions.
De
som
van
deze
regulatoire
mechanismen
resulteert
in
een
hormonaal
milieu
dat
afgegeven
wordt
in
de
portale
circulatie
die
van
groot
belang
is
voor
de
glucose
homeokinese.2,3
Insuline
heeft
een
breed
effect
op
verschillende
target
weefsels
met
als
hoofdtargets
de
lever,
de
spieren
en
adipose
weefsel.
Hier
promoot
insuline
de
opslag
van
vet
en
remt
het
de
oxidatie
van
vrije
vetzuren.
Verder
houdt
insuline
de
bloedglucosewaarde
binnen
strakke
grenzen.
De
bloedwaarde
van
insuline
hangt
direct
samen
met
de
bloedglucose
waarde
doordat
het
opnemen
en
metaboliseren
van
glucose
door
een
bèta
cel
direct
de
insuline
afgifte
initieert.3
Insuline
stimuleert
het
transport
van
ionen,
glucose
en
aminozuren
over
de
celmembranen.
Daarbij
heeft
insuline
tijdens
de
verteringsfase
een
anabolisch
effect,
zoals
eiwit
synthese
en
lipogenese,
met
als
doel
energie
reserves
op
te
slaan.
Daarnaast
heeft
insuline
een
stimulerend
effect
op
de
RNA
en
DNA
synthese.
Insuline
is
bekend
als
een
krachtige
remmer
van
glucose
productie
in
de
lever.4,5
De
insuline
vanuit
de
pancreas
passeert
rechtstreeks
de
lever
waar
60%
van
de
insuline
wordt
opgenomen.
3
Door
de
ontregeling
van
de
glucose
homeostase
ontstaat
er
een
hyperglycaemie
of
in
het
geval
van
inadequate
glucose
consumptie
een
hypoglycaemie.
Van
hyperglycaemie
spreekt
men
bij
een
glucose
waarde
boven
de
11
mmol/L
en
van
hypoglycaemie
bij
een
glucose
waarde
onder
de
3
mmol/L.1,6
Hyperglycaemie
veroorzaakt
problemen
aan
de
microcirculatie
welke
verantwoordelijk
is
voor
verscheidende
complicaties
zoals
nefropathie,
neuropathie,
retinopathie
en
een
verhoogd
risico
op
hart
en
vaatziekten.
Diabetes
mellitus
type
I
gaat
gepaard
met
verslechtering
van
de
capillairen.
De
klinische
verschijnselen
die
voor
kunnen
komen
zijn
onder
andere
polyurie,
slechte
visus,
slechte
genezing
van
wondjes,
dehydratie
en
verlies
van
calorieën
met
als
gevolg
gewichtsverlies
en
hongergevoel.
Als
gevolg
van
neuropathie
kan
er
daarnaast
pijn
ontstaan.
Tevens
komen
er
bij
patiënten
met
diabetes
type
I
door
atherosclerose
vaker
herseninfarcten
en
myocardinfarcten
voor.
Naast
vele
van
bovenstaande
klinische
verschijnselen
zal
een
hypoglycaemie
het
gevolg
hebben
dat
patiënten
bleek
worden,
gaan
zweten,
tremoren
en
hartkloppingen
krijgen.
In
erge
gevallen
kan
dit
leiden
tot
het
verliezen
van
het
bewustzijn.1,6
In
1995
is
er
door
de
World
Health
Organisation
geconstateerd
dat
er
wereldwijd
19,4
miljoen
patiënten
aan
diabetes
mellitus
type
I
lijden.
De
verwachting
is
dat
dit
in
2025
zal
oplopen
tot
57,2
miljoen
patiënten.6
Het
betreft
dus
een
grote
groep
patiënten
die
allemaal
medische
zorg
nodig
hebben
wat
eindelijk
tot
een
grote
kostenpost
voor
de
algemene
gezondheidszorg
leidt.
Diabetes
mellitus
type
I
uit
zich
voornamelijk
op
jonge
leeftijd
en
zorgt
voor
een
verkorting
van
de
levensverwachting
van
tien
jaar.
80%
van
de
patiënten
sterft
aan
hart‐
en
vaatziekten.7
De
huidige
behandeling
voor
patiënten
met
diabetes
mellitus
type
I
bestaat
uit
het
toedienen
van
insuline
in
combinatie
met
een
dieet.
Een
patiënt
dient
te
allen
tijde
rekening
te
houden
met
zijn
of
haar
bloedglucose
waarde
wat
zorgt
voor
sociale
beperkingen.
Klinische
nadelen
van
deze
behandeling
zijn
allergische
reacties
op
insuline
en
immuniteit.6
Fluctuerende
bloedglucose
waarden
zijn
moeilijk
te
reguleren
door
middel
van
de
insulinebehandeling.
Dit
kan
bij
enkele
patiënten
leiden
tot
ernstige
onbewuste
hypoglycaemie,
welke
voor
levensbedreigende
situaties
zorgt.
Door
de
complicaties
die
veroorzaakt
worden
door
de
hyperglycaemie
blijkt
dat
insulinetoediening
geen
ideale
behandeling
is.
5
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Ontwikkelingen
binnen
de
diabetologie
richten
zich
op
alternatieven
die
de
eigen
afgifte
van
insuline
stimuleren.
Een
eerste
alternatief
dat
in
de
klinische
praktijk
wordt
toegepast,
is
de
pancreastransplantatie.
Een
transplantatie
is
echter
slechts
voor
een
kleine
groep
patiënten
mogelijk.
Dit
door
onder
andere
het
gebruik
van
immunosuppressiva,
complicaties
van
de
invasieve
operatie
en
een
tekort
aan
donoren.5
Een
pancreas
is
een
teer
orgaan
waardoor
na
transplantatie
vaak
infecties
ontstaan.
Dit
heeft
een
lang
verblijf
in
het
ziekenhuis
tot
gevolg
voor
de
duur
van
gemiddeld
een
maand.7
Een
tweede
alternatief
op
dit
moment
is
de
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans.
Er
zijn
goede
redenen
aan
te
wijzen
dat
de
transplantatie
van
de
eilandjes
in
de
toekomst
vaker
toegepast
zal
worden.
Ten
eerste
is
infusie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
vena
porta
een
minder
gecompliceerde
interventie
dan
een
volledige
pancreastransplantatie.
Patiënten
kunnen
vaak
na
enkele
dagen
al
naar
huis.
Ten
tweede
is
het
mogelijk
om
immuun
evasie
te
induceren
door
het
voorbehandelen
van
de
eilandjes.
Als
laatste
kan
de
beschikbaarheid
van
eilandjes
significant
verbeterd
worden
door
het
gebruik
van
xenogenetische
eiland
isolaten,
in
vitro
eiland
expansie,
of
gekweekte
levensvatbare
bèta
cellen.
De
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
wordt
nog
niet
op
grote
schaal
toegepast
omdat
deze
technologie
zich
nog
in
een
relatief
experimentele
fase
bevindt.
In
2000
zijn
voor
het
eerst
zeven
patiënten
succesvol
behandeld
met
een
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
combinatie
met
glucocorticoïde
vrije
immunosuppressiva,
met
als
resultaat
insulineonafhankelijkheid.9
Deze
behandeling
is
bekend
geworden
als
het
Edmonton
protocol.
Vanaf
1990
tot
aan
2005
zijn
er
652
patiënten
getransplanteerd
met
geïsoleerde
eilandjes
van
Langerhans
(figuur
2).
Alle
ontvangers
in
deze
behandeling
kregen
eilandjes
van
Langerhans
van
op
zijn
minst
twee
donoren
om
een
blijvende
insulineonafhankelijkheid
te
verkrijgen.10
Figuur
2:
Transplantaties
van
eilandjes
van
Langerhans.
Op
dit
moment
komen
in
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC),
het
enige
centrum
in
Nederland
waar
isolaties
en
transplantaties
van
eilandjes
van
Langerhans
uitgevoerd
mogen
worden,
alleen
patiënten
in
aanmerking
voor
een
transplantatie
van
eilandjes
die
reeds
een
niertransplantatie
hebben
ondergaan
en
daarnaast
ernstige
onbewuste
hypoglyceamie
episodes
kennen.
Door
de
6
Multi
Disciplinaire
Opdracht
niertransplantatie
is
er
een
minder
hoge
spiegel
van
immunosuppresiva
nodig.
Immunosuppresiva
vergroten
de
kans
op
virale
infecties
en
virus
geassocieerde
tumoren.7
Bij
de
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
wordt
gebruik
gemaakt
van
een
anti‐IL‐2‐receptor
specifiek
monoklonaal
antilichaam,
daclizumab,
samen
met
Sirolimus
(Rapamycin)
en
een
lage
dosis
Tacrolimus.8
Het
gebruik
van
glucocorticoïde
vrije
immunosuppressiva
is
specifiek
voor
dit
protocol
en
significant
voor
overleving
van
donoreilandjes
in
de
lever.10
Ondanks
de
positieve
resultaten
van
dit
protocol
zijn
er
een
aantal
problemen
aan
te
wijzen.
Slechts
tien
procent
van
alle
ontvangers
wereldwijd
hebben
sindsdien
een
insulineonafhankelijke
status
bereikt.
Het
gebruik
van
immunosuppressiva
heeft
het
nadelige
effect
dat
de
insulineproductie
wordt
onderdrukt.
Daarnaast
zijn
er
veel
donoren
nodig
om
één
patiënt
te
behandelen.
Dit
heeft
onder
andere
te
maken
met
inadequaat
orgaanbehoud
en
isolatie
van
eilandjes,
insufficiënte
eilandjestransplantatie,
donor
afstoting
en
auto‐immuniteit.8
De
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
is
aan
te
wijzen
als
het
meest
significante
probleem.
De
overleving
kan
goed
worden
gemeten
aan
de
hand
van
C‐peptide
omdat
deze
niet
in
de
lever
wordt
opgenomen
maar
in
de
systemische
bloedcirculatie
terecht
komt.3
Na
injectie
in
de
vena
porta
emboliseren
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
portale
microcirculatie.
Meestal
duurt
het
tien
dagen
voor
de
eilandjes
volledig
in
de
lever
gevasculariseerd
zijn.
Een
significant
percentage
van
eilandjes
van
Langerhans
gaat
in
de
eerste
tien
dagen
verloren
door
hypoxie.8
Daarom
zou
er
gezocht
moeten
worden
naar
methoden
die
de
vascularisatie
stimuleren.
Verder
kan
de
lever
als
ontvangend
orgaan
in
twijfel
worden
getrokken
door
de
lage
zuurstofconcentratie,
de
hoge
glucoseconcentratie,
de
hogere
concentratie
medicijnen
en
afvalstoffen
vanuit
de
darmen
in
het
portale
bloed.
Daarom
zou
er
gefocust
kunnen
worden
op
alternatieve
locaties
voor
het
transplanteren
van
eilandjes
van
Langerhans.11
Het
doel
van
dit
onderzoek
is
het
beschrijven
van
een
mogelijke
strategie
welke
de
korte
termijn
overleving
van
geïsoleerde
donoreilandjes
van
Langerhans
na
transplantatie
optimaliseert.
Primair
hierin
is
een
snelle
en
volledige
inbedding
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
vasculatuur
van
de
lever.
Daarnaast
worden
er
aanbevelingen
gedaan
voor
mogelijke
alternatieven
voor
wat
betreft
de
huidige
transplantatie
methodieken
door
middel
van
tissue
engineering.
7
Multi
Disciplinaire
Opdracht
1.1 Probleemstelling
Wat
zijn
de
technologische
optimalisatiemogelijkheden
voor
de
procedure
van
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
bij
diabetes
mellitus
type
I
patiënten
waarin
het
versneld
afsterven
van
de
eilandjes
kort
na
transplantatie,
tien
dagen,
centraal
staat?
1.1.1 1
2
3
Deelvragen
De
situatie
van
de
isolatieprocedure
in
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC)
en
de
fysiologische
en
immunologische
omstandigheden
met
betrekking
tot
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever.
1.1 Huidige
procedure
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC).
1.2 Fysiologie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever.
1.3 Immuunreactie
van
de
lever
en
de
werking
van
immunosuppressiva.
De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever.
2.1 De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
met
betrekking
tot
de
inbedding.
2.2 De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
met
betrekking
tot
de
immuunreactie.
2.3 Samenvatting
van
de
problematiek.
De
technologische
oplossingen
die
leiden
tot
de
optimalisatie
van
de
korte
termijn
overleving
van
eilandjes
van
Langerhans.
3.1 Optimalisatie
van
de
isolatieprocedure.
3.2 Mogelijke
oplossingen
van
de
kweeksituatie
en
de
periode
tot
aan
de
transplantatie.
3.3 Het
ontwerp
van
een
tissue
engineered
construct
als
omgeving
voor
de
eilandjes
van
Langerhans.
8
Multi
Disciplinaire
Opdracht
2 Methode
De
opzet
van
dit
onderzoek
betreft
een
case
study
waarin
tot
een
aantal
technologische
oplossingen
getracht
wordt
te
komen
om
de
korte
termijn
overleving
van
getransplanteerde
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
te
optimaliseren.
De
ontwikkeling
van
de
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
bevindt
zich
in
een
experimentele
fase
waarbij
nog
maar
enkele
patiënten
behandeld
zijn.
Het
onderzoek
zal
hopelijk
leiden
tot
een
aantal.
Om
data
te
verzamelen
voor
het
onderzoek
wordt
gebruik
gemaakt
van
wetenschappelijke
databases,
waaronder
Pubmed,
en
voor
een
kleiner
deel
wetenschappelijke
studieboeken.
Verder
zullen
er
een
aantal
bezoeken
aan
het
LUMC
plaatsvinden.
Antwoorden
op
problemen
met
betrekking
tot
de
klinische
aspecten
van
het
onderzoek
kunnen
hier
worden
verkregen.
Daarnaast
is
er
begeleiding
vanuit
de
vakgroep
Tissue
Regeneration
van
de
Universiteit
Twente
en
is
er
de
mogelijkheid
andere
experts
te
benaderen.
In
de
hoofdvraag
is
gekozen
voor
een
termijn
van
tien
dagen
na
transplantatie.
Deze
keuze
is
gebaseerd
op
het
feit
dat
in
de
huidige
situatie
de
eilandjes
van
Langerhans
na
tien
dagen
goed
geïntegreerd
zijn
in
het
vasculaire
netwerk.
De
complexiteit
van
dit
vraagstuk
heeft
tot
een
indeling
geleid
waarin
niet
alle
invloeden
in
gelijke
mate
worden
uitgediept.
Het
geheel
wordt
op
een
wetenschappelijke
manier
geschreven.
In
de
uitwerking
zal
er
voor
gekozen
worden
om
eerst
de
situaties
van
betrokken
systemen
te
beschrijven
en
daarna
pas
de
relevante
problemen
te
benoemen.
Om
vervolgens
goede
aanbevelingen
te
kunnen
doen,
zal
bij
de
oplossingen
de
focus
liggen
op
de
oplossingen
die
de
meeste
relevantie
en
haalbaarheid
bieden
met
betrekking
tot
de
overlevingskansen
van
het
transplantaat.
Het
uiteindelijke
doel
is
het
aanreiken
van
oplossingen
en
het
doen
van
aanbevelingen
met
betrekking
tot
het
optimaliseren
van
de
korte
termijn
overleving
van
de
getransplanteerde
eilandjes
van
Langerhans.
Daarbij
zal
er
onderscheid
gemaakt
worden
tussen
de
optimalisatie
van
de
huidige
procedure
en
het
aandragen
van
mogelijke
alternatieven.
Gedurende
het
onderzoek
wordt
verwacht
een
goed
inzicht
te
krijgen
in
de
vasculatuur,
fysiologie
en
immunologie
voor
zowel
de
lever
als
de
eilandjes
van
Langerhans.
Met
deze
kennis
is
het
mogelijk
om
gericht
te
kijken
naar
de
problemen
die
bij
de
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
aan
bod
komen
waardoor
een
aantal
technologische
oplossingen
aan
te
dragen
zullen
zijn.
Bij
de
te
verwachte
eindresultaten
is
het
van
belang
te
kijken
naar
wat
bereikt
kan
worden
in
het
beperkte
tijdsbestek.
9
Multi
Disciplinaire
Opdracht
3 De
situatie
van
de
isolatieprocedure
in
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC)
en
de
fysiologische
en
immunologische
omstandigheden
met
betrekking
tot
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever
3.1
Huidige
procedure
van
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
het
Leids
Universitair
Medisch
Centrum
(LUMC)
In
het
LUMC
werkt
men
met
een
protocol
dat
grotendeels
gelijk
is
aan
het
protocol
in
Uppsala
(Zweden).12
Dit
protocol
omvat
vele
pagina’s
waarin
veel
regels
en
afspraken
zijn
vastgelegd,
welke
noodzakelijk
zijn
om
het
gehele
proces
veilig
te
laten
verlopen.
Om
enig
inzicht
te
verkrijgen
in
de
procedure
wordteen
kort
overzicht
gegeven
in
het
onderstaande
figuur
(figuur
3).
Figuur
3:
Schematische
weergave
van
de
stappen
van
het
protocol
van
het
LUMC.
Figuur
3:
Schematische
weergave
van
de
stappen
van
het
protocol
van
het
LUMC
10
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Het
gehele
proces
begint
bij
het
ontvangen
van
een
donorpancreas
op
het
laboratorium
die
bezorgd
wordt
door
de
bloedtransfusiedienst.
Dit
donororgaan
wordt
ontvangen
via
Eurotransplant
en
is
voorzien
van
een
nummer,
waardoor
er
controle
is
op
het
gebruikte
donormateriaal.
Eurotransplant
zorgt
voor
informatie
over
het
donororgaan
waardoor
gegevens
zoals
bloedgroep,
leeftijd,
geslacht,
gewicht,
lengte,
Body
Mass
Index,
doodsoorzaak,
HIV
en
de
ischemie
tijd
van
de
betreffende
donor
bekend
zijn.
Dit
is
noodzakelijk
om
te
kunnen
garanderen
dat
het
donormateriaal
geschikt
is
voor
transplantatie.13
Voordat
de
procedure
van
eilandjes
van
Langerhans
isolatie
gestart
kan
worden
dient
er
gecontroleerd
te
worden
of
alle
benodigde
apparatuur
en
materiaal
aanwezig
is
en
of
deze
juist
functioneren.
Het
benodigde
materiaal
dient
door
een
steriliserende
sluis
de
clean
room
te
bereiken.
Dit
om
te
voorkomen
dat
er
bacteriën
in
de
steriele
omgeving
komen.13
De
volgende
stap
is
het
maken
van
de
oplossingen
die
gebruikt
zullen
worden
tijdens
de
isolatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
uit
de
pancreas.
Deze
oplossingen
worden
gelabeld
en
wordt
deze
beschreven
in
een
werkverslag.
Vervolgens
worden
er
voorbereidingen
getroffen
voor
het
schoonmaken
van
de
pancreas.
Het
water
in
het
waterbad
waarin
de
pancreas
schoongemaakt
zal
worden
is
40C.
De
pancreas
en
overig
weefsel
wordt
schoongemaakt
met
pancreas‐spoeloplossing.
Hierna
zal
de
pancreas
ontleed
worden,
waarbij
gekeken
wordt
naar
het
dan
wel
niet
aanwezig
zijn
van
het
duodenum
en
de
milt.
Indien
deze
aanwezig
zijn
worden
ze
verwijderd,
waarbij
de
ductus
pancreaticus
geïdentificeerd
wordt.
De
overgebleven
pancreas
wordt
schoongemaakt
met
decontaminatie‐oplossing
en
pancreas‐spoeloplossing.13
De
ductus
pancreaticus
wordt
gecanuleerd
waarna
via
een
catheter
de
verteringsenzym
oplossing,
welke
collagenase
bevat,
langzaam
in
de
pancreas
geïnjecteerd
wordt.
Vervolgens
wordt
de
catheter
verwijderd
en
de
perfusie
tube
aangesloten.
Door
toediening
van
de
verteringsenzym
oplossing
zullen
structuren
uit
de
pancreas
worden
verbroken
waaronder
vet,
membraanstructuren,
arteriën,
venen
en
de
bille
ductus
waarna
alleen
het
parenchym
van
de
pancreas
overblijft.
Eventuele
lekkage
is
door
de
toevoeging
van
een
blauwe
kleurstof
aan
het
collagenase
mengsel
te
herkennen
waarna
deze
lekkageplek
afgeklemd
kan
worden.
Overig
pancreas
weefsel
wordt
in
4‐8
stukken
gesneden
en
vervolgens
in
de
zogenaamde
Ricordi
Kamer
geplaatst,
in
deze
kamer
wordt
het
weefsel
geschud
zodat
het
in
suspensie
wordt
gebracht.
Elke
1‐5
minuten
wordt
er
een
monster
genomen
en
bekeken
onder
de
microscoop
om
zo
de
kwaliteit
van
het
materiaal
te
bepalen
(figuur
4).
Afhankelijk
van
de
kwaliteit
van
het
materiaal
zal
deze
stap
één
uur
of
langer
in
beslag
nemen.
Na
deze
stap
wordt
het
weefsel
uit
de
Ricordi
Kamer
verzameld
door
toevoeging
van
een
oplossing.
Van
het
overgebleven
weefsel
wordt
het
totaalvolume
en
volume
per
conische
buis
bepaald.
Bij
elke
conische
buis
wordt
5‐ 25
mL
spoelvloeistof
gevoegd
en
wordt
er
vervolgens
geoogst,
dit
wordt
toegepast
totdat
een
cumulatief
weefsel
volume
van
25
mL
is
bereikt.
Bij
deze
hoeveelheid
weefsel
wordt
250
mL
spoelvloeistof
gevoegd.
Opslag
van
dit
product
gebeurt
bij
4‐80C
met
een
incubatietijd
van
45
minuten.13
11
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Figuur
4:
Microscopische
opname
geïsoleerde
eilandjes
van
Langerhans.
Het
voltooien
van
de
celscheiding
gebeurt
in
een
COBE
koelsysteem
met
behulp
van
verschillende
oplossingen.
Tijdens
deze
fase
worden
ter
controle
monsters
afgenomen
uit
elke
zak.
Daarna
wordt
er
na
toevoeging
van
spoeloplossing
het
geheel
gecentrifugeerd
en
vastgelegd
op
een
microscopische
foto.
De
keuze,
welke
zak
wel
en
welke
zak
niet
geschikt
is
voor
eventuele
transplantatie,
wordt
op
grond
van
weefsel
volume
en
aanwezige
eilandjes
van
Langerhans
met
behulp
van
de
foto
bepaald.
Met
het
geschikte
weefsel
wordt
verder
gewerkt
en
wordt
de
hoeveelheid
weefsel
per
zak
wordt
bepaald.
Dit
materiaal
wordt
twee
dagen
op
kweek
gezet
en
gedurende
deze
periode
gecontroleerd.
Na
het
kweken
wordt
de
hoeveelheid
en
de
kwaliteit
van
het
weefsel
per
zak
opnieuw
bepaald
en
vind
er
een
wederom
een
eventuele
selectie
plaatst.13
De
voorbereiding
van
de
eilandjes
culturen
voor
transplantatie
betreft
het
kijken
naar
de
grootte
van
de
eilandjes
van
Langerhans
per
zak.
Hierbij
wordt
besloten
of
het
weefsel
geschikt
is
voor
transplantatie
en
wat
het
uiteindelijke
volume
van
de
eilandjes
die
getransplanteerd
kunnen
worden
is.
Het
transplantaat
wordt
ter
controle
onderworpen
aan
endotoxines.13
Bovenstaande
stappen
dienen
bij
te
worden
gehouden
in
een
werkverslag.
Hierbij
wordt
consequent
datum,
tijd
en
overige
gegevens
genoteerd.
Bij
elke
stap
dient
de
uitvoerende
persoon
een
paraaf
te
zetten
zodat
er
controle
is
op
de
uitgevoerde
taken.
Het
gehele
proces
van
isolatie
van
eilandjes
van
Langerhans
is
een
arbeidsintensief
proces,
er
werken
drie
personen
drie
dagen
lang
aan
de
isolatie
van
eilandjes
uit
één
donorpancreas.
Om
één
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
uit
te
kunnen
voeren
zijn
twee
tot
drie
donorpancreassen
nodig.5
Het
is
noodzakelijk
voorafgaande
aan
de
transplantatie
contrast
vloeistof
toe
te
dienen.
De
transplantatie
plaats
vindt
onder
röntgendoorlichting
om
zo
de
lever
en
de
vena
porta
zichtbaar
te
maken.
Hierdoor
dient
een
radiodiagnosticus
aanwezig
te
zijn
gedurende
de
transplantatie.12
Het
transplantaat
wordt
percutaan
via
een
catheterisatie
in
de
vena
porta
toegediend.
Gelijktijdig
wordt
heparine
toegediend
om
embolisatie
op
ongewenste
plaatsen
te
voorkomen.
Het
transplantaat
wordt
langzaam
toegediend
in
een
tijdsbestek
van
20
minuten.12
Profylactische
anticoagulatie
middelen
worden
gedurende
de
eerste
dagen
na
transplantatie
toegediend
om
de
hyperacute
ontstekingsreactie
tegen
te
gaan.
Om
de
acute
immuunreactie
tegen
te
gaan
wordt
er
gebruikt
gemaakt
immunosuppressiva
bestaande
uit
monoclonale
anti‐CD25
antilichamen.5
De
nazorg
van
de
patiënt
is
intensief
en
gebeurt
door
de
diabetoloog
en
diabetesverpleegkundige.12
12
Multi
Disciplinaire
Opdracht
3.1.1
Knelpunten
Bij
het
proces
van
isolatie
zijn
helaas
nog
enkele
knelpunten
te
bekennen
waaronder
het
gebruikte
donororgaan.
Dit
materiaal
is
niet
optimaal
omdat
de
beste
organen
gebruikt
worden
voor
gehele
pancreastransplantaties.
De
kwaliteit
van
het
isolatieproduct
is
hierdoor
afhankelijk
van
het
geleverde
donormateriaal.
Een
ander
punt
wat
voor
problemen
zorgt,
is
het
gebruik
van
collagenase
als
verteringsenzymen
waardoor
er
schade
ontstaat
aan
het
endocriene
weefsel.
Tevens
wordt
het
endocriene
weefsel
blootgesteld
aan
stress
tijdens
de
isolatieprocedure
door
onder
andere
het
centrifugeren
en
het
verblijf
in
de
Ricordi
kamer.
Tijdens
de
kweektijd
komt
het
weefsel
wel
gedeeltelijk
tot
rust,
wellicht
kan
dit
beter.
Hieruit
volgt
dat
de
isolatieprocedure
nog
niet
optimaal
is.
Om
de
problemen
op
het
gebied
van
de
isolatieprocedure
en
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
het
LUMC
te
kunnen
analyseren,
is
het
noodzakelijk
informatie
in
te
winnen
over
de
vasculatuur
en
immunologie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever.
Hierna
kunnen
vervolgens
oplossingen
gevonden
worden.
13
Multi
Disciplinaire
Opdracht
3.2 Fysiologie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever
3.2.1
Fysiologie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
De
eilandjes
van
Langerhans
hebben
een
structuur
die
vergelijkbaar
is
met
de
renale
glomeruli
(figuur
5).
Het
vasculaire
systeem
van
het
eilandje
is
van
belang
voor
de
intracellulaire
communicatie
tussen
de
endocriene
cellen,
het
exocriene
weefsel
van
de
pancreas
en
andere
organen.
Per
eilandje
zijn
er
1‐5
arteriolen,
welke
samen
een
capillair
netwerk
vormen.
De
eilandjes
van
Langerhans
zijn
parallel
aangesloten
op
de
arteriële
circulatie
en
worden
zo
op
gelijke
momenten
blootgesteld
aan
dezelfde
hormonale‐
en
voedingsstimuli.
Een
afferent
arteriool
zorgt
voor
de
bloedtoevoer
welke
aan
één
kant
van
het
eilandje
van
Langerhans
binnenkomt
waarna
deze
meteen
vertakt
in
capillairen
(figuur
5).
Op
deze
wijze
worden
alle
cellen
binnen
het
eilandje
geperfundeerd.2
Tussen
de
bèta
cellen
en
de
Vascular
Endothelial
Cells
(VECs)
ligt
een
basaal
membraan
van
slechts
500
nm.
De
insuline
wordt
opgeslagen
in
secretoire
granulen,
deze
hebben
een
diameter
van
300
nm.
De
granulen
en
bèta
cellen
die
het
dichtst
bij
het
basale
membraan
liggen
zijn
hierom
maar
500
nm
verwijderd
van
het
arteriële
bloed.
De
endocriene
cellen,
die
aan
de
kant
liggen
waar
het
arteriool
het
eilandje
van
Langerhans
binnenkomt,
zullen
als
eerste
geperfundeerd
worden.
De
endocriene
cellen
aan
de
andere
kant
van
het
eilandje
zullen
als
laatst
van
bloed
worden
voorzien.
Het
perfunderen
van
de
cellen
gebeurt
ongeacht
het
celtype.
De
verschillende
celtypen
alpha,
bèta,
delta
en
PP
liggen
verspreid
in
het
eilandje
van
Langerhans
(figuur
5).2,14,15,16,17
2
Figuur
5:
Architectuur
van
een
eilandje
van
Langerhans,
BEC
cellen
zijn
VECs.
De
unieke
cellulaire
architectuur
heeft
meetbare
consequenties
voor
de
functie
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Dit
komt
doordat
ze
in
grote
getallen
aanwezig
zijn
en
door
de
associatie
met
de
bèta
cellen.
Er
zijn
twee
soorten
kanalen
die
voor
perfusie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
verantwoordelijk
zijn,
de
externe
en
interne
kanalen.
De
externe
kanalen
zijn
gelocaliseerd
in
de
distale
arteriolen
en
regelen
de
bloedstroom
door
het
gehele
eilandje.
De
interne
kanalen
worden
gevormd
door
de
VECs,
welke
van
vorm
kunnen
veranderen
om
zo
capillairen
te
vernauwen
dan
wel
te
verwijden.
Deze
interne
kanalen
zijn
gelocaliseerd
in
de
proximale
capillairen.
Behalve
de
arteriële
aanvoer
is
de
veneuze
drainage
eveneens
een
belangrijk
functioneel
onderdeel
van
de
microcirculatie
van
de
eilandjes.14
Een
gedetailleerde
beschrijving
van
de
veneuze
afvoer
staat
in
bijlage
B‐B1.
Op
het
gebied
van
de
bloedstroom
is
er
in
de
eilandjes
van
Langerhans
sprake
van
autoregulatie.
Deze
regulatie
vindt
plaats
om
de
eilandjes
te
voorzien
van
een
adequate
voorraad
van
voedingsstoffen
en
om
metabolische
afvalproducten
en
hormonen
te
verwijderen
via
de
portale
en
systemische
circulatie.
De
bloedstroom
in
de
eilandjes
wordt
op
een
complexe
manier
gereguleerd.
Een
beschrijving
hiervan
is
opgenomen
in
bijlage
B‐B2.
Deze
regulatie
wordt
geïnitieerd
14
Multi
Disciplinaire
Opdracht
door
signalen
van
het
neurale,
hormonale
en
circulatoire
systeem.14,15,16,17
De
innervatie
van
het
autonome
zenuwstelsel
zorgt
voor
een
gecontroleerde
en
georganiseerde
gepulseerde
afgifte
van
insuline.
Dit
is
noodzakelijk
om
de
bloedglucose
waarde
binnen
een
nauwe
bandbreedte
te
houden.7
Ondanks
het
feit
dat
de
endocriene
pancreas
maar
één
procent
van
de
gehele
pancreas
beslaat,
krijgt
de
endocriene
pancreas
5%‐10%
van
de
bloedtoevoer
van
het
gehele
orgaan.
Dit
komt
mede
door
de
verhoogde
dichtheid
van
het
capillaire
netwerk.
Ten
opzicht
van
het
exocriene
weefsel
heeft
het
capillaire
netwerk
van
het
endocriene
weefsel
namelijk
een
vijf
maal
hogere
dichtheid.
Daarnaast
is
het
capillaire
netwerk
van
de
eilandjes
van
Langerhans
meer
vertakt
en
heeft
het
tien
keer
meer
fenestrae
(figuur
6).15
Deze
fenestrae
zijn
kleine
openingen
in
het
basale
membraan
waardoor
insuline
afgegeven
wordt.
15
Figuur
6:
Fenestrae.
3.2.2
Vascularisatie
van
de
lever
Het
vasculaire
milieu
van
de
lever
bestaat
voor
20%
uit
bloed
van
de
arteria
hepatica
en
voor
80%
uit
bloed
van
de
vena
porta
welke
bestaat
uit
gedesoxideerd
bloed,
rijk
aan
bacteriële
producten,
toxines
en
voedselantigenen.18
Hepatocyten
kennen
een
autoregulatie
als
het
gaat
om
extractie
van
zuurstof
uit
de
vena
porta
en
de
arteria
hepatica
als
reactie
op
zuurstofconcentraties.
De
arteria
hepatica
voorziet
in
75%
van
de
zuurstofbehoefte.
Een
leversinusoïd
bevat
aan
haar
zijden
de
terminale
arteria
hepatica,
vena
porta
en
de
ductus
choledochus
en
in
het
midden
vormt
zich
de
vena
hepatica.
De
vena
porta
en
arteria
hepatica
voegen
in
de
sinusoïd
samen.
In
de
sinusoïd
stroomt
het
bloed
over
een
lengte
van
250
μm
met
een
diameter
van
7‐15
μm
welk
gedilateerd
kan
worden
tot
30
μm.
Vasoconstrictie
gebeurt
door
middel
van
endotheline
en
vasodilatatie
door
NO.
De
terminale
portale
venule
heeft
een
diameter
van
15‐35
μm
waar
de
precapillaire
sfincter
van
de
arteria
hepatica
een
diameter
van
8‐15
μm
heeft.
Omdat
het
geheel
met
lage
drukken
en
kleine
drukmarges
werkt,
is
het
erg
gevoelig
voor
portale
hypertensie.
De
terminale
vena
porta
heeft
een
bloeddruk
van
50
mm
H2O
en
de
terminale
arteria
hepatica
een
bloeddruk
van
400‐500
mm
H2O.
In
de
leversinusoïd
wordt
deze
druk
teruggebracht
tot
de
waarden
van
de
terminale
vena
porta,
dit
wordt
gereguleerd
door
de
precapillaire
sfincter.
Over
de
lengte
van
de
sinusoïd
gaat
de
druk
verder
terug
naar
10
mm
H2O.
In
de
leversinusoïd
stroomt
bloed
met
een
snelheid
van
407–451
μm/sec
watsignificant
lageris
dan
de
500‐1000μm/sec
in
overige
capillairbedden,
waar
de
druk
logischerwijs
eveneens
hoger
is.
Deze
lage
snelheid
wordt
toegekend
aan
de
voordelen
die
dit
biedt
ten
opzichte
van
de
metabolische
uitwisseling
tussen
hepatocyten
en
het
bloed.
In
het
lumen
van
een
sinusoïd
zitten
poriën
tot
aan
twee
micrometer.
Daarnaast
kent
het
capillairbed
van
het
sinusoïd
geen
basale
membraan.3,19
3.2.3
Angiogenese
Het
angiogeneseproces
is
basaal
onder
te
verdelen
in
twee
fases,
waarbij
in
de
eerste
fase
factoren
als
Vascular
Endothelial
Growth
Factor
(VEGF)
en
basic
Fibroblast
Growth
Factor
(bFGF,
of
ook
wel
FGF‐2)
betrokken
zijn
die
de
mobilisatie
en
rekrutering
van
endotheel
(voorloper)
cellen
stimuleren
(figuur
7).
15
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Figuur
7:
Angiogenese.
In
de
tweede
fase
worden,
met
uitzondering
van
de
kleinste
capillairen,
gladde
spiercellen
en
pericyten
gerekruteerd.20
Daarnaast
wordt
er
gedurende
deze
fase
een
extracellulaire
matrix
gevormd.
Deze
cellen
en
matrix
bewerkstelligen
de
stabilisatie
of
maturatie
van
de
in
de
vorige
fase
aangemaakte
vaten.
De
werking
van
groeifactoren
is
lokaal
en
berust
op
een
chemische
microgradiënt,
waarbij
interstitiële
vloeistofstromingen
een
rol
spelen.21
Via
chemotaxie
kunnen
cellen
die
betrokken
zijn
bij
de
angiogenese
heel
exact
op
de
gewenste
locatie
komen.
Dit
gehele
proces
kan
uiteindelijk
dagen
tot
weken
duren.
Bij
het
ontbreken
van
de
tweede
fase
zouden
de
vaten
ongeorganiseerd
groeien
en
daarnaast
lek
worden.
Bij
de
stabilisatie
van
de
bloedvaten
is
Platelet‐Derived
Growth
Factor
(PDGF)
verantwoordelijk
voor
de
rekrutering
van
gladde
spiercellen.
Transforming
Growth
Factor‐ß
(TGF‐ß)
is
belangrijk
bij
de
productie
van
de
extracellulaire
matrix
en
de
correcte
interactie
tussen
endotheel
cellen
en
murale
cellen,
waaronder
gladde
spiercellen
en
pericyten.
De
secretie
van
angiogetische
factoren
wordt
gereguleerd
waardoor
de
concentraties
binnen
fysiologische
grenzen
blijven,
buiten
deze
grenzen
kunnen
de
groeifactoren
een
ongunstig
effect
hebben.
Teveel
aan
VEGF
kan
namelijk
voor
lekkende
vaten
en
hypotensie
zorgen.
Naast
VEGF,
TGF‐ß
en
PDGF
zijn
er
nog
meerdere
factoren
betrokken
bij
de
angiogenese.
Een
beschrijving
hiervan
is
opgenomen
in
bijlage
B‐B3.
3.2.4
Angiogenese
van
de
eilandjes
van
Langerhans
Angiogenese
is
zeer
belangrijk
bij
de
ontwikkeling
van
eilandjes
van
Langerhans
gedurende
de
embryonale
en
vroege
postnatale
fase.
Ontwikkeling
van
gevasculariseerde
eilandjes
is
afhankelijk
van
de
interactie
tussen
de
endocriene
cellen
en
de
VECs.
De
ontwikkeling
van
de
eilandjes
van
Langerhans
kan
opgedeeld
worden
in
twee
stappen.
Tijdens
de
eerste
stap
induceren
de
VECs
de
ontwikkeling
van
de
eilandjes
uit
het
epitheel
van
de
pancreas.
Bij
de
tweede
stap
stimuleren
de
eilandjes
de
VECs
om
een
vertakkend
netwerk
van
capillairen
binnen
het
groeiende
eilandje
te
vormen.
Wanneer
de
capillairen
gevormd
zijn,
dienen
deze
gepermeabiliseerd
te
worden
om
zo
insuline
af
te
geven
door
de
endotheel
laag
in
het
vasculaire
lumen.
Dit
gebeurd
via
fenestrae
welke
een
diameter
hebben
tussen
de
50‐200
nm.
Het
afgeven
door
de
fenestrae
is
niet
de
enige
manier.
Insuline
wordt
tevens
afgegeven
door
middel
van
transcytose
of
via
caveolae.15Caveolae
zijn
kleine
instulpingen
in
het
basale
membraan
(figuur
8).
16
Multi
Disciplinaire
Opdracht
15
Figuur
8:
Caveolae.
Bij
de
vorming
van
de
vascularisatie
komt
als
belangrijkste
groeifactor
VEGF‐A
kijken.22
Deze
wordt
door
de
eilandjes
zelf
in
grote
hoeveelheden
uitgescheiden.
Hierbij
is
het
zo
dat
VECs
naar
de
oorsprong
van
VEGF‐A
migreren
en
daar
proliferen.
Op
deze
manier
wordt
een
bloedvat
gevormd
in
respons
op
VEGF‐A.
De
VECs
maken
niet
alleen
een
groot
deel
uit
van
het
volume
van
een
eilandje
van
Langerhans
maar
vervullen
daarbij
een
deel
van
de
functie
van
de
eilandjes.
Naast
het
zorgen
voor
de
vascularisatie
is
VEGF‐A
ook
verantwoordelijk
voor
de
fenestrae
in
de
capillairen.
Afwezigheid
van
VEGF‐A
laat
een
verminderde
dichtheid
van
het
vasculaire
netwerk
en
een
kleiner
aantal
fenestrae
zien.
Daarnaast
zijn
een
hoger
aantal
caveolae
en
een
verandering
van
het
basale
membraan
te
zien.
Doordat
de
afgifte
niet
alleen
via
de
fenestrae
verloopt
is
er
bij
afwezigheid
van
VEGF‐A
alsnog
sprake
van
glucose
regulatie.
Gezegd
kan
worden
dat
VEGF‐A
nodig
is
voor
de
nauwkeurige
afstemming
van
de
glucose
regulatie.
VEGF‐A
blijkt
er
niet
voor
te
zorgen
dat
de
eilandjes
van
Langerhans
langs
de
arteriën
ontwikkelen
maar
het
is
wel
van
belang
bij
het
ontstaan
van
het
capillaire
netwerk.14,15,23
3.2.5
Angiogenese
van
de
lever
De
lever,
als
kwetsbaar
orgaan,
is
sterk
gebaat
bij
hepatische
angiogenese
die
de
leverstructuur
intact
houdt.
Het
betreft
een
interactie
van
pro‐angiogenetische
en
anti‐angiogenetische
factoren
en
cytokines,
welke
de
angiogenese
controleert.
VEGF
wordt
afgegeven
door
de
hepatocyten.
De
rol
van
NO
is
controversieel,
het
beschermt
hepatocyten
bij
lage
concentraties
en
zorgt
voor
celschade
bij
overproductie.
De
exacte
werking
van
de
angiogenese
in
de
lever
en
de
rol
van
NO
staat
beschreven
in
bijlage
B‐B4.
3.2.6
Samenvattend
Het
vasculaire
systeem
van
het
eilandje
van
Langerhans
is
van
belang
voor
de
intracellulaire
communicatie
tussen
de
endocriene
cellen,
het
exocriene
weefsel
van
de
pancreas
en
andere
organen.
Het
eilandje
bestaat
uit
een
unieke
cellulaire
architectuur
welke
vele
cellen
bevat
met
allerlei
verschillende
functionele
eigenschappen.
De
regulatie
van
de
bloedvoorziening
en
de
insuline
afgifte
is
zeer
complex.
De
regulatie
wordt
geïnitieerd
door
signalen
van
het
neurale,
hormonale
en
circulatoire
systeem.
De
lever
kent
tevens
een
regulatiemechanisme
als
het
gaat
om
ontvangst
van
zuurstof
uit
de
vena
porta
en
de
arteria
hepatica
als
reactie
op
zuurstofgradient.
Hepatocyten
zijn
verantwoordelijk
voor
deze
autoregulatie.
In
de
terminale
portale
venule
wordt
met
lage
drukken
en
drukmarges
gewerkt.
De
lever
kent
lage
stroomsnelheden
en
een
lage
zuurstofdruk.
In
het
leversinusoïd
wordt
de
bloeddruk
van
de
arteria
hepatica
gereguleerd
door
de
precapillaire
sfincter.
Angiogenese
is
zeer
belangrijk
bij
de
ontwikkeling
van
eilandjes
van
Langerhans.
Hoe
sneller
eilandjes
gevasculariseerd
worden,
des
te
beter
de
korte
termijn
overleving.
De
lever
is
tevens
sterk
gebaat
bij
angiogenese.
Door
middel
van
angiogenese
kan
de
leverstructuur
intact
gehouden
worden.
Hepatocyten
dragen
hieraan
bij
door
zelf
alle
factoren
te
produceren
en
te
reguleren.
17
Multi
Disciplinaire
Opdracht
3.3 Immuunreactie
van
de
lever
en
de
werking
van
immunosuppressiva
3.3.1
Immuunreactie
van
de
lever
De
lever
kent
een
verrijkt
aangeboren
immuunsysteem(figuur
9).
Dit
orgaan
is
voorzien
van
veel
niet‐ specifieke
afweercellen
en
produceert
80%–90%
van
alle
complement
componenten.
Figuur
9:
Aangeboren
immuunsysteem
van
de
lever.
Enige
specificiteit
die
binnen
dit
systeem
valt,
is
PAMP
herkenning
op
virussen
en
gram
negatieve
en
positieve
bacteriën.
De
cellen
die
binnen
dit
aangeboren
immuunsysteem
van
belang
zijn,
zijn
de
Natural
Killer
(NK)
cellen,
de
NKT
cellen
en
de
T
Cell
Receptor
γδ‐T
(TCR
γδ‐T
)
cellen.
De
TCR
γδ‐T
cellen
bevinden
zich
vooral
in
de
intra‐epitheliale
structuren
en
in
de
lever,
waar
deze
15%–25%
van
de
T
cel
populatie
innemen.
Er
is
echter
nog
niet
veel
aandacht
besteed
aan
de
exacte
rol
van
TRC
γδ‐T
cellen
in
de
leverimmunologie.
Aanneembaar
is
wel
dat
de
TCR
γδ‐T
cellen
een
rol
spelen
in
de
reactie
tegen
pathogenen
en
getransformeerde
cellen.
De
lever
heeft
daarnaast
een
verhoogde
concentratie
NKT
cellen.
De
NKT
cel
heeft
eigenschappen
van
zowel
de
TCR
αβ
(reguliere)
T
cel
als
van
de
NK
cel.
Klassieke
NKT
cellen
produceren
type
I
en
type
II
cytokines.
Niet‐klassieke
NKT
cellen
produceren
alleen
type
I
cytokines.
Type
1
cytokines
zijn
betrokken
bij
de
T
helper
cel
1
(Th1)
respons
en
Type
2
cytokines
zijn
betrokken
bij
de
Th2
respons.24,25,26
18
Multi
Disciplinaire
Opdracht
NK
cellen
vallen
in
de
mens
onder
te
verdelen
in
twee
subroepen
namelijk
CD56dim
en
CD56bright,
die
verschillende
eigenschappen
hebben
afhankelijk
van
de
locatie.
De
CD56brightCD16‐
NK
cellen
bevinden
zich
voornamelijk
in
de
lymfeklieren
en
produceren
cytokines
zoals
IFN‐γ
in
respons
op
IL‐ 12,
IL‐15
en
IL‐18.
Van
de
CD56dimCD16+
NK
cellen
bevindt
90%
zich
in
het
perifere
bloed
en
in
de
milt.
Deze
cellen
uiten
perforine,
zijn
cytotoxisch
en
produceren
IFN‐γ.
Gezien
de
embryologische
en
vasculaire
correlatie
tussen
de
milt
en
de
lever
kan
aangenomen
worden
dat
de
lever
vooral
type
CD56dimCD16+
NK
cellen
bevat.24,25
3.3.2
Werking
van
immunosuppressiva
Om
de
immuunreactie
na
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
te
onderdrukken,
wordt
gebruik
gemaakt
van
immunosuppressiva.5,27
In
het
LUMC
worden
kort
voor
de
transplantatie
de
immunosuppressiva
bestaande
uit
Rapamycin
en
Tacrolimus
toegediend.
Deze
zijn
glucocorticoïde
vrij
en
worden
in
combinatie
toegediend
om
zo
de
toxiciteit
te
verlagen.
Deze
immunosuppressiva
hebben
daarnaast
een
werking
op
de
lever,
voornamelijk
met
betrekking
tot
de
revascularisatie
en
proliferatie
van
verscheidende
levercellen.
De
werking
van
Rapamycin
heeft
tot
doel
het
bevorderen
van
de
acceptatie
van
het
transplantaat
door
de
ontvanger.
Dit
wordt
bewerkstelligd
door
het
blokkeren
van
T
en
B
cellen.28
Tacrolimus
behoort
tot
de
categorie
van
calcineurine
inhibitoren,
welke
bindt
aan
het
FK‐506
eiwit
en
zodoende
een
complex
vormt
die
calcineurine
remt.
Het
effect
hiervan
is
dat
de
T
lymfocyt
signaaltransductie
en
de
IL‐2
transcriptie
worden
geremd.
Daarnaast
worden
monoclonale
anti‐CD25
antilichamen
toegediend
om
het
immuunsysteem
te
onderdrukken
en
om
zo
een
acute
transplantaatafstoting
te
voorkomen.
De
antilichamen
remmen
de
interactie
van
IL‐2
en
CD25,
respectievelijk
een
cytokine
en
een
IL‐receptor
alpha‐ketting
op
een
geactiveerde
T‐cel.
Het
effect
is
een
blokkade
van
de
geactiveerde
T‐cel.9,29,30,31
3.3.3
Samenvattend
De
lever
kent
een
verrijkt
aangeboren
immuunsysteem.
De
cellen
die
binnen
dit
aangeboren
immuunsysteem
van
belang
zijn,
zijn
de
NK
cellen,
de
NKT
cellen
en
de
TCR
γδ‐T
cellen.
Om
de
immuunreactie
na
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
te
onderdrukken,
wordt
gebruik
gemaakt
van
immunosuppressiva.
19
Multi
Disciplinaire
Opdracht
4
De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
4.1 De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
met
betrekking
tot
de
inbedding
4.1.1
Isolatie
De
aanwezigheid
van
endocrien
endotheel,
welke
voortkomt
uit
de
uitgroeiende
angiogenese,
is
grotendeels
afhankelijk
van
de
isolatieprocedure.
De
vraag
is
in
hoeverre
de
vasculaire
structuur
en
de
endotheelcellen
in
de
eilandjes
van
Langerhans
bewaard
blijven
na
de
enzymatische
bewerking
van
de
pancreas.
Als
de
vasculatuur
na
de
bewerking
verloren
gaat,
is
dit
mogelijk
aan
te
wijzen
als
de
grootste
veroorzaker
van
necrose
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
eerste
tien
dagen
na
transplantatie.
Zoals
eerder
beschreven
zullen
de
eilandjes
door
gebrek
aan
goede
vaatvoorziening
door
hypoxie
te
gronde
gaan.
4.1.2
Transplantatie
Bij
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
vena
porta
emboliseren
de
eilandjes
in
de
levervasculatuur.
Er
is
geen
noemenswaardige
adhesiefactor
van
het
endotheel
van
de
vena
porta
betrokken
bij
de
embolisatie.
Positionering
van
de
donoreilandjes
is
vooral
toe
te
schrijven
aan
de
grootte
van
de
eilandjes
ten
opzichte
van
de
diameter
van
het
capillair.
Omdat
de
eilandjes
een
grootte
hebben
vanaf
20
μm
is
het
aanneembaar
dat
deze
de
leversinusoïd
niet
bereiken
en
een
terminale
vena
porta
zullen
blokkeren.
Het
endotheel
is
hier
continu
en
heeft
enkel
de
functie
van
transport
van
bloed
en
het
voorzien
in
zuurstof
en
voedingsstoffen
aan
de
omgeving.
Op
het
moment
dat
een
eilandje
van
Langerhans
geëmboliseerd
is,
zal
het
zich
moeten
voorzien
in
de
essentiële
stoffen
vanuit
het
bloed.
Afhankelijk
van
de
grootte
van
het
eilandje
zal
bij
een
aantal
cellen
vrijwel
direct
hypoxie
ontstaan.
Zuurstof
kent
een
diffusie
afstand
van
100‐200
μm,
welke
in
de
lever
lager
zal
zijn
door
de
lagere
zuurstofspanning,
waardoor
deze
enkele
tientallen
micrometer
zal
bedragen.
Kleinere
eilandjes
hebben
hierdoor
een
grotere
overlevingskans
dan
de
grotere
eilandjes.
De
grotere
eilandjes
hebben
een
maximale
grootte
van
400
µm.
Hier
staat
tegenover
dat
een
eilandje
van
400
μm
naar
schatting
103
keer
zoveel
insuline
produceert
als
een
eilandje
van
40
μm.
Het
effect
van
de
overleving
van
een
groter
eilandje
van
Langerhans
op
de
insulinehomeostase
is
hierdoor
veel
groter
dan
het
effect
dat
de
overleving
van
een
kleiner
eilandje
met
zich
meebrengt.
Een
succesvolle
transplantatie
is
dus
sterk
gebaat
bij
de
overleving
van
deze
grotere
eilandjes.
Door
de
hypoxische
toestand
van
de
eilandjes
van
Langerhans
na
transplantatie
zal
er
ingroei
van
endotheel
plaatsvinden
voor
de
vorming
van
nieuwe
capillairen,
dit
gebeurt
met
een
snelheid
van
ongeveer
100
μm
per
dag.
De
vorming
van
nieuwe
capillairen
gebeurt
voornamelijk
via
angiogenese.
In
principe
zou
dit
voldoende
moeten
zijn
om
onder
optimale
omstandigheden
binnen
een
paar
dagen
de
eilandjes
te
voorzien
in
de
zuurstofbehoefte
en
deze
te
laten
functioneren.
Na
de
vorming
van
voldoende
endotheel
zal
er
echter
remodellering
vanuit
de
arteria
hepatica
plaats
moeten
vinden
voordat
er
daadwerkelijk
bloed
kan
stromen.
Daarnaast
zorgt
een
lagere
bloeddruk
voor
minder
hemodynamische
shear
stress
wat
een
stimulator
is
van
bloedvatvorming.32
Voor
de
angiogenese
is
het
van
belang
dat
de
endotheelcellen
van
de
eilandjes
voldoende
groeifactoren
produceren.
Een
teveel
aan
VEGF
kan
zorgen
voor
lekkende
vaten
en
hypotensie
wat
een
ongunstig
effect
heeft
op
de
perfusie
van
de
20
Multi
Disciplinaire
Opdracht
eilandjes
van
Langerhans.33
Bij
de
inbedding
zouden
de
bloedvaten
van
de
eilandjes
niet
efficiënt
kunnen
aansluiten
op
het
bestaande
vaatbed
van
de
lever.
Ondanks
dat
er
angiogenese
plaatsvindt,
zullen
de
eilandjes
alsnog
niet
goed
geperfundeerd
worden.
Voorafgaand
aan
de
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
ontstaat
door
het
toedienen
van
Rapamycin
een
probleem
op
het
gebied
van
de
angiogenese.
Rapamycin
remt
onder
andere
VEGF
en
PDGF,
waardoor
de
angiogenese
in
emboliserende
eilandjes
van
Langerhans
vertraagd
wordt.
Angiogenese
kan
zowel
vanuit
de
lever
als
vanuit
de
eilandjes
van
Langerhans
plaatsvinden.
In
de
praktijk
blijkt
er
een
mosaïcisme
van
ingroei
van
leverendotheel
en
uitgroei
van
eilandjes
endotheel
te
bestaan.7
Functioneel
gezien
kunnen
er
vraagtekens
gezet
worden
bij
de
ingroei
van
leverendotheel
in
de
eilandjes
van
Langerhans
omdat
het
eigen
endotheel
andere
eigenschappen
en
functies
heeft
bij
de
regulatie
van
de
bloedstroom
en
afgifte.
Verder
is
een
homogene
verspreiding
van
de
eilandjes
in
de
terminale
vena
portae
van
belang.
Wanneer
meerdere
eilandjes
in
dezelfde
terminale
vena
porta
emboliseren,
zullen
de
eilandjes
aan
de
veneuze
zijde
een
sterke
hypoxie
gaan
vertonen.
Deze
hypoxie
ontstaat
doordat
er
geen
spontane
diffusie
met
zuurstof
uit
het
bloed
plaats
kan
vinden.33
Bij
coagulatie
van
eilandjes
treedt
hetzelfde
effect
op.
De
hoeveelheid
bloed
die
door
de
allogene
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
stroomt,
is
per
definitie
kleiner.
Waar
de
eilandjes
in
de
pancreas
te
maken
krijgen
met
een
stroomsnelheid
van
het
bloed
van
gemiddeld
3.9*10‐3
ms‐1
krijgen
de
eilandjes
in
de
terminale
vena
portae
te
maken
met
een
stroomsnelheid
van
4.3*10‐4
ms‐1.I
Het
verschil
in
bloedflow
is
evenredig
aangezien
de
diameter
van
de
terminale
hepatische
venule
vergelijkbaar
is
met
een
terminaal
arteriool
in
de
pancreas.
Deze
kleinere
bloedflow,
samenhangend
met
de
verlaagde
zuurstofdruk,
heeft
naast
functionele
invloeden
op
de
lange
termijn
vooral
een
diffusionele
invloed
op
de
korte
termijn
overleving
van
eilandjes
tot
aan
het
punt
tissue
engineered
construct
van
volledige
inbedding.
Op
het
gebied
van
de
communicatie
tussen
de
eilandjes
en
de
lever
zijn
de
grootste
problemen
aan
te
wijzen
bij
de
interacties
die
directe
gevolgen
hebben
op
de
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
het
functioneren.
Bij
de
lever
als
ontvangend
orgaan
zijn
deze
problemen
minder
aan
te
wijzen
omdat
niet
bewezen
is
dat
bij
de
transplantatie
volgens
het
huidige
protocol
de
leverfunctie
achteruit
gaat.
De
lever
wordt
via
de
sympatische
en
parasympatische
routes,
de
plexus
coeliacus
en
de
nervus
vagus,
geïnnerveerd.
Deze
innervatie
is
gelijk
aan
die
van
de
pancreas.3
In
de
praktijk
blijkt
dat
na
zes
weken
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
weer
geïnnerveerd
worden.
Dit
is
te
zien
aan
de
aanwezigheid
van
het
georganiseerd
pulserend
afgeven
van
insuline.
Deze
innervatie
wordt
hersteld
door
het
aangroeien
van
zenuweinden
vanuit
de
lever
door
middel
van
groeifactoren
(NGF).3
I
Gebruikmakend
van
de
Wet
van
Hagen‐Poiseuille:
Flow
berekening
in
eilandje
van
Langerhans
Flow
berekening
in
terminale
porta
21
Multi
Disciplinaire
Opdracht
4.2 De
problemen
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
met
betrekking
tot
de
immuunreactie
Tijdens
de
isolatie
en
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
vinden
achtereenvolgens
een
pro‐ontstekingsfase,
een
hyperacute
fase
en
een
acute
fase
plaats.
Al
deze
fasen
hebben
invloed
op
de
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
(figuur
10).
Figuur
10:
Immuunreacties
betrokken
bij
de
isolatie
en
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
4.2.1
Isolatie
Door
stress
tijdens
de
procedure
ontstaat
er
endotheelschade
in
de
vasculatuur
van
de
eilandjes
van
Langerhans.10,34
Door
deze
endotheelschade
komen
de
geïsoleerde
eilandjes
in
de
pro‐ ontstekingsfase.
In
deze
fase
komen
de
volgende
cytokines
vrij,
IL‐1,
IL‐6,
IL‐8,
Tumor
Necrose
Factor
α
(TNF‐α)
en
IFN‐γ.
Deze
cytokines
dragen
bij
aan
het
ontstaan
van
de
hyperacute
fase.
4.2.2
Transplantatie
Doordat
bij
de
allogene
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
de
eilandjes
in
contact
komen
met
bloed
wordt
de
hyperacute
fase
geïnduceerd.
De
niveaus
van
IL‐1
en
TNF‐α
nemen
verder
toe
en
spelen
een
grote
rol
bij
de
afstoting
van
het
transplantaat
op
korte
termijn.
Bij
de
hyperacute
fase
zijn
locale
apoptosemechanismen,
ontstekingsmechanismen,
cytokines
en
bloedstollingelementen
betrokken.10
Coagulatiefactoren,
bloedplaatjes
aggregatie,
complement
activatie,
neutrofiele
granulocyten
en
monocyten
zijn
betrokken
bij
het
locale
ontstekingsmechanisme.
Deze
reactie
is
ook
wel
bekend
onder
de
naam
Instant
Blood‐Mediated
Inflammatory
Reaction
(IBMIR),
welke
een
grote
factor
is
gebleken
op
het
gebied
van
afstoting
van
de
eilandjes
van
Langerhans
kort
na
transplantatie.
34,35
Coagulatie
kan
worden
geïnduceerd
door
de
intrinsieke
of
extrinsieke
route.
Bij
de
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
vinden
beide
wegen
plaatst.
Na
een
transplantatie
wordt
de
intrinsieke
route
geactiveerd
via
collageen
en
andere
negatief
geladen
moleculen
die
zich
op
het
oppervlak
van
22
Multi
Disciplinaire
Opdracht
de
eilandjes
van
Langerhans
bevinden.
Via
de
Tissue
Factor
(TF)
wordt
de
extrinsieke
route
geactiveerd.
TF
komt
tot
expressie
in
de
alpha
en
bèta
cellen
van
de
geïsoleerde
eilandjes
van
Langerhans,
dit
wordt
samen
met
insuline
en
glucagon
afgegeven.
Door
de
aanwezigheid
van
TF
worden
anti‐coagulatie
mechanismen
geremd.
Na
afloop
van
de
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
worden
bloedplaatjes
geactiveerd
door
coagulatie
met
trombine.
Deze
geactiveerde
bloedplaatjes
hebben
een
stimulerend
effect
op
de
coagulatie.
Het
complementsysteem
kan
op
drie
verschillende
manieren
geactiveerd
worden.
Bij
de
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
lijken
slechts
de
alternatieve
route
en
de
lectine
route
een
rol
te
spelen.
De
alternatieve
route
wordt
geactiveerd
door
herkenning
van
lichaamsvreemde
oppervlakte
structuren.
De
lectine
route
wordt
geactiveerd
door
herhaalde
herkenning
van
microbiële
polysacchariden.18,34
Na
het
eerste
uur
na
transplantatie
wordt
het
coagulatieproces,
de
bloedplaatjes
activatie
en
de
complementactivatie
gevolgd
door
infiltratie
van
de
eilandjes
door
CD11b+
neutrofiele
granulocyten
en
macrofagen.
In
dit
stadium
zijn
T
en
B
lymfocyten
nog
niet
aanwezig.
Trombine
stimuleert
receptoren
die
door
protease
geactiveerd
moeten
worden.
Deze
geactiveerde
receptoren
zijn
aanwezig
op
granulocyten
en
monocyten
waardoor
ontstekingscytokines
geproduceerd
worden.
De
ontstekingscytokines
zorgen
voor
schade
aan
de
bèta
cellen
en
zijn
dus
cytotoxisch
voor
de
eilandjes
van
Langerhans.
De
schade
wordt
veroorzaakt
door
activatie
van
verscheidene
stress‐signaleringsroutes
waaronder
apoptose
van
de
eilandjes
van
Langerhans
welke
hoofdzakelijk
geïnduceerd
wordt
door
TNF‐α
signalering
en
stimulatie
van
Fas
Ligand
(FasL)
expressie.
TF,
fibrine
en
fibrinogeen
hebben
tevens
een
activerende
werking
op
macrofagen,
welke
een
nadelig
effect
hebben
op
de
acceptatie
van
het
transplantaat.34
De
acute
fase
volgt
op
de
hyperacute
fase,
waarbij
meerdere
cellen
en
cellulaire
routes
betrokken
zijn
die
er
uiteindelijk
voor
zorgen
dat
de
eilandjes
van
Langerhans
vernietigd
worden
(figuur
11).
Figuur
11:
Acute
fase.
Allereerst
spelen
de
CD8+
T
cellen
een
grote
rol
in
gemediteerde
transplantaat
afstoting.
De
CD8+
T
cellen
zijn
zowel
in
staat
tot
contact‐afhankelijke
cytotoxiteit
als
uitgebreide
cytokine
productie.
Bij
de
contact‐afhankelijke
cytotoxiciteit
spelen
perforine
en
FasL
een
rol.
Perforine
afhankelijke
cel
vernietiging
betreft
geactiveerde
CD8+
T
cellen
die
doormiddel
van
HLA
klasse
I
contact
cytotoxische
23
Multi
Disciplinaire
Opdracht
granulen
laten
vrij
komen
in
de
target
cel.
Perforine
maakt
de
cel
permeabel
zodat
granzymen
in
het
cytoplasma
van
de
bèta
cel
komen,
om
zo
apoptotische
routes
te
activeren.
Bij
FasL
vernietiging
betreft
het
geactiveerde
CD8+
T
cellen
die
de
FasL
expressie
op
het
cel
oppervlak
hebben.
FasL
bindt
aan
zijn
ligand
op
de
bèta
cel
welke
uiteindelijk
leidt
tot
apoptose
van
de
bèta
cel.
Via
deze
effector
routes
is
het
mogelijk
om
efficiënte
afstoting
van
het
eilandjes
transplantaat
in
vivo
te
induceren.
Tevens
werken
de
CD8+T
cellen
met
behulp
van
cytokines
waarbij
IFN‐γ
een
grote
rol
speelt.
Het
blijkt
dat
CD8+
T
cellen
IFN‐γ
meer
nodig
hebben
dan
perforine
en
FasL
expressie.
De
concentratie
CD8+
T
cellen
in
de
lever
is
lager
dan
in
de
rest
van
het
lichaam,
waardoor
de
lever
als
locatie
voor
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
een
positievere
invloed
heeft
op
deze
route
van
de
immuunreactie.
IFN‐γ,
maar
ook
IL‐1α,
IL‐1ß
en
NO,
zorgt
voor
een
up‐regulatie
van
FasL
op
de
eilandjes
van
Langerhans.
Een
geheel
ander
effect
van
IFN‐γ
is
het
zorgen
voor
inductie
van
tolerantie
van
het
transplantaat,
mogelijk
door
het
remmende
effect
van
IFN‐γ
op
T
cel
proliferatie.
IFN‐γ
heeft
dus
vele
mogelijke
functies
in
vivo,
het
is
zowel
een
negatieve
regulator
als
een
pathogene
mediator
van
de
respons
op
het
transplantaat,
afhankelijk
van
de
omstandigheden.
De
exacte
bijdrage
van
IFN‐γ
op
de
afstoting
is
echter
nog
niet
geheel
duidelijk.36,37
NK
cellen
lijken
een
belangrijke
rol
te
spelen
bij
de
tolerantie
van
het
transplantaat.
Via
perforine
zorgen
ze
voor
vernietiging
van
T
cellen.
Er
bestaan
verschillende
theorieën
over
de
werkwijze
van
dit
mechanisme.
Hoe
het
exact
in
zijn
werk
gaat
is
nog
onbekend.23,38
Ook
de
NKT
cellen
zijn
betrokken
bij
de
afstoting
van
eilandjes
van
Langerhans.
De
NKT
cellen
activeren
de
CD4+
Th1
en
CD8+
T
cellen.
Specifieke
cellen
die
betrokken
zijn
bij
de
afstoting
van
het
transplantaat
zijn
de
Vα
14
NKT
cellen
welke
in
een
verhoogde
concentratie
aanwezig
zijn
in
de
lever.
Deze
Vα
14
NKT
cellen
worden
geactiveerd
door
de
transplantatie
(figuur
12).
Figuur
12:
Werkingsmechanisme
Vα
14
NKT
cellen.
IL‐12
zorgt
voor
de
activatie
van
Vα
14
NKT
cellen.
Vα
14
NKT
cellen
activeren
op
hun
beurt
weer
de
Gr1+
CD11b+
cellen,
dit
proces
kan
al
6
uur
na
de
transplantatie
optreden.
De
Gr‐1+
CD11b+
cellen
produceren
IFN‐γ,
welke
vervolgens
de
IFN‐γ
secretie
door
andere
cellen
stimuleert
waaronder
de
NK
en
de
CD8+
T
cellen.39.40
Doordat
de
concentratie
van
de
NKT
cellen
in
de
lever
hoger
is
dan
in
de
rest
van
het
lichaam,
heeft
de
lever
als
locatie
voor
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
een
negatievere
invloed
op
deze
route
van
de
immuunreactie.
4.2.3
Problemen
bij
het
gebruik
van
immunosuppressiva
Om
de
acute
fase
te
onderdrukken
wordt
gebruik
gemaakt
van
immunosuppressiva.
De
effectiviteit
moet
echter
afgewogen
worden
tegenover
de
toxiciteit.
Het
probleem
bij
transplantatie
van
eilandjes
is
dat
veel
corticosteroïden
bèta
cellen
beschadigen
en
de
insuline
productie
remmen.
Om
deze
reden
wordt
er
uitsluitend
gekozen
voor
glucocorticoïde
vrije
immunosuppressiva.
Deze
vorm
van
immunosuppressiva
blijken
nog
niet
optimaal
te
zijn,
ze
zijn
nog
steeds
toxisch
voor
de
bèta
cellen
en
remmen
de
angiogenese.9,29,30,31
De
expressie
van
groeifactoren
zoals
TGF‐ß,
Connective
Tissue
Growth
Factor
(CTGF),
VEGF
en
PDGF
wordt
in
de
aanwezigheid
van
Rapamycin
down‐ 24
Multi
Disciplinaire
Opdracht
gereguleerd.41
Behalve
de
directe
negatieve
effecten
op
het
transplantaat
brengen
de
immunosuppressiva
ook
indirecte
gevolgen
met
zich
mee.
Zo
zal
een
patiënt
gevoeliger
zijn
voor
infecties
en
virus‐geassocieerde
tumoren.7
25
Multi
Disciplinaire
Opdracht
4.3 Samenvatting
van
de
problematiek
Gezien
de
insulineproductie
is
overleving
van
de
grotere
eilandjes
van
Langerhans
belangrijk.
Er
zit
echter
een
vertraging
in
de
vorming
van
nieuwe
vasculatuur
om
necrose
als
gevolg
van
hypoxie
tegen
te
gaan.
Apoptose
wordt
geïnitieerd
door
het
immuunsysteem.
De
homogene
verspreiding
van
de
eilandjes
speelt
een
essentiële
rol
bij
hypoxie.
Schade
aan
de
eilandjes
zet
aan
tot
een
hyperacute
afstotingsreactie
van
het
transplantaat.
Verder
spelen
de
levereigen
NKT
cellen
een
rol
bij
de
afstoting.
Aanwezigheid
van
NK
cellen
in
de
lever
verhogen
juist
de
tolerantie.
De
lage
bloeddruk
in
de
lever,
en
dus
de
lage
stroomsnelheid
en
zuurstofdruk,
is
een
erg
belangrijke
factor
voor
de
overleving
van
de
eilandjes
tot
aan
vasculaire
inbedding.
Ingroeiend
leverendotheel
zal
geremodelleerd
moeten
worden,
wat
vraagt
om
juiste
afstemming
tussen
verschillende
groeifactoren.
Echter
worden
zowel
VEGF
en
PDGF
geremd
door
Rapamycin,
welke
ook
immunologisch
toxisch
en
functioneel
remmend
is
voor
de
bèta
cel.
Daarnaast
remt
de
insuline
die
al
in
het
transplantaat
aanwezig
is
de
vasculaire
inbedding.
Aanwezigheid
van
allogeen
endocrien
endotheel
verzorgt
endotheliale
uitgroei
uit
het
eilandje,
wat
naast
functionele
voordelen
een
grote
tijdwinst
kan
opleveren
bij
de
inbedding.
Als
de
vasculatuur
na
de
enzymatische
isolatie
verloren
gaat,
is
dit
mogelijk
aan
te
wijzen
als
de
grootste
veroorzaker
van
necrose
van
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
eerste
tien
dagen
na
transplantatie.
26
Multi
Disciplinaire
Opdracht
5 De
technologische
oplossingen
die
leiden
tot
de
optimalisatie
van
de
korte
termijn
overleving
van
eilandjes
van
Langerhans
5.1 Optimalisatie
van
de
isolatieprocedure
Bij
de
enzymatische
isolatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
wordt
op
dit
moment
gekozen
voor
een
batch
van
Liberase
bestaande
uit
collagenase
en
de
neutrale
protease
thermolysine
deze
batch
wordt
in
de
praktijk
en
in
het
protocol
collagenase
genoemd.
De
exacte
werking
en
inhoud
is
voor
vele
transplantatie
centra
onduidelijk.
De
selectie
voor
gebruik
vindt
plaats
op
basis
van
populariteit.
Het
slagen
van
de
transplantatie
wordt
voor
80%
bepaald
bij
de
isolatieprocedure
daarom
is
het
van
belang
een
zo
optimaal
mogelijke
procedure
te
ontwikkelen.12
Het
grootste
probleem
dat
optreedt
bij
de
isolatie
is
het
beschadigen
van
de
eilandjes
van
Langerhans
door
de
verteringsenzymen.
Er
wordt
al
veel
onderzoek
gedaan
naar
het
verbeteren
van
de
batch,
bij
de
hieronder
beschreven
oplossingen
ligt
hier
dan
ook
niet
de
focus
op.
Er
wordt
juist
gericht
op
het
verbeteren
van
de
isolatieprocedure
zonder
gebruik
te
maken
van
collagenase
of
het
verminderd
gebruik
van
collagenase.
Bij
de
oplossingen
ligt
niet
de
focus
op
de
verhoging
van
de
zuiverheid
van
het
product,
maar
naar
op
de
vermeerdering
van
het
aantal
eilandjes
van
Langerhans
en
een
vermindering
van
de
beschadiging
hiervan.
Het
is
niet
nodig
om
te
transplanteren
met
puur
alleen
eilandjes
vanwege
de
mogelijk
positieve
effecten
van
het
overige
weefsel.
Waarom
dit
zorgt
voor
positievere
resultaten
is
nog
onduidelijk.12
5.1.1
Gefaseerde
bewerking
met
collagenase
In
de
huidige
procedure
wordt
er
één
keer
gespoeld
met
enzymoplossing
gedurende
10‐30
min.12
Hierin
is
geprobeerd
een
balans
te
vinden
tussen
het
verwijderen
van
het
exocriene
weefsel
en
de
gespaarde
eilandjes
van
Langerhans.
Optimaal
gezien
dient
het
grootste
deel
van
het
exocriene
weefsel
verwijderd
te
worden
en
zouden
alle
eilandjes
van
Langerhans
onbeschadigd
moeten
blijven.12
Een
alternatief
voor
het
eenmalige
gebruik
van
collagenase
is
het
gefaseerd
toedienen
van
deze
oplossing.
Hierdoor
kunnen
de
vrijgekomen
eilandjes
en
de
kapot
gemaakte
structuren
worden
verwijderd
(figuur
13).42
Figuur
13
A
en
B:
In
deze
figuren
worden
de
verschillende
effecten
weergegeven
van
de
twee
isolatie
methoden.
In
figuur
A
is
de
huidige
procedure
weergegeven
waar
in
één
keer
collagenase
wordt
toegediend.
Dit
is
weergeven
als
een
geel
blok.
Daarnaast
is
in
figuur
A
het
totale
volume
vrijgekomen
eilandje
van
Langerhans
en
het
totale
volume
beschadigde
eilandjes
weergegeven.
De
waarde
van
de
volumes
zijn
fictieve
waarden
bedacht
door
logisch
redeneren
en
zijn
bedoeld
om
een
beeld
te
schetsen
van
de
situatie.
In
figuur
B
is
de
gefaseerde
perfusie
van
collagenase
weergegeven.
Hierin
is
te
zien
dat
de
collagenase
steeds
in
fasen
wordt
toegediend
en
weer
wordt
verwijderd
dit
is
weergegeven
door
de
witte
27
Multi
Disciplinaire
Opdracht
lijnen.
Na
elke
fase
worden
zowel
de
vrijgekomen
eilandjes
als
het
kapot
gemaakte
exocriene
weefsel
verwijderd.
Tevens
zijn
de
vrijkomende
eilandjes
en
de
beschadigde
eilandjes
per
stap
weergegeven.
Om
een
vergelijking
van
de
twee
methoden
te
geven
zijn
er
twee
grafieken
getekend
die
de
som
van
de
vrijgekomen
eilandjes
en
de
beschadigde
eilandjes
weergeven.
Hier
is
te
zien
dat
de
blauwe
lijn,
de
lijn
van
het
totale
volume
vrijgekomen
eilandjes
hetzelfde
is
als
die
in
figuur
A.
De
rode
lijn
in
figuur
B,
welke
voor
het
totale
volume
beschadigde
eilandjes
staat,
is
beduidend
lager
dan
de
rode
lijn
in
figuur
A.
Deze
figuren
laten
zien
dat
de
gefaseerde
perfusie
met
collagenase
zal
zorgen
voor
een
kleiner
volume
beschadigde
eilandjes
van
Langerhans,
wat
zeer
gewenst
is.
Om
een
kleiner
volume
beschadigde
eilandjes
te
bereiken,
dienen
na
elke
fase
de
vrijgekomen
eilandjes
en
de
kapot
gemaakte
structuren
te
worden
verwijderd
en
van
elkaar
te
worden
gescheiden.
Op
deze
manier
zullen
de
eilandjes
van
Langerhans
die
eerder
vrijgekomen
zijn
niet
aangetast
worden
door
de
enzymen
wat
bij
de
huidige
procedure
wel
het
geval
is.
Het
scheiden
zou
kunnen
gebeuren
door
middel
van
een
filter
in
de
vorm
van
een
vergiet.
Om
zeker
te
weten
dat
de
gefaseerde
methode
van
het
toedienen
van
collagenase
tot
een
beter
resultaat
leidt
dan
de
huidige
procedure
dient
deze
getest
te
worden
in
de
praktijk.
In
het
begin
zal
het
gefaseerd
perfunderen
van
de
pancreas
handmatig
plaats
moeten
vinden.
Als
echter
blijkt
dat
deze
nieuwe
methode
voor
betere
resultaten
zorgt,
kan
er
gezocht
worden
naar
een
methode
voor
het
automatiseren
van
de
gehele
gefaseerde
procedure
(figuur
14).
Figuur
14:
Gefaseerde
perfusie
met
collagenase.
Om
de
gefaseerde
collagenase
toediening
binnen
het
protocol
toe
te
passen,
dient
er
gericht
te
worden
op
een
aantal
fasen
van
het
protocol
en
de
reproduceerbaarheid
hiervan.
De
eerste
perfusie
van
collagenase
zal
via
canulatie
plaats
kunnen
vinden.
De
tijdsduur
dient
echter
beperkt
te
worden
28
Multi
Disciplinaire
Opdracht
voordat
het
weefsel
de
Ricordi
kamer
ingaat.
Hetzelfde
geldt
voor
het
verblijf
in
de
Ricordi
kamer.
Hierna
wordt
het
losgekomen
weefsel
gescheiden
van
het
weefsel
dat
nog
niet
aangedaan
is
door
de
collagenase.
Dit
kan
gedaan
worden
door
alles
te
spoelen
na
het
verblijf
in
de
Ricordi
kamer
in
combinatie
met
filtratie.
Het
losgekomen
weefsel
zal
hierdoor
gefiltreerd
worden.
Het
overgebleven
weefsel
kan
vervolgens
opnieuw
geperfundeerd
worden
met
collagenase.
Het
is
echter
niet
waarschijnlijk
dat
dit
via
canulatie
kan,
maar
gedacht
moet
worden
aan
een
bad
van
collagenase
wat
minder
optimaal
is.
Denkbaar
is
dat
deze
procedure
ongeveer
drie
keer
herhaald
dient
te
worden,
aangezien
verwacht
kan
worden
dat
de
isolatie
dan
helemaal
compleet
zal
zijn.
Het
juiste
aantal
behandelingen
dient
echter
experimenteel
vastgesteld
te
worden
net
zoals
de
hoeveelheid,
de
concentratie
van
collagenase
en
de
tijdsduur
van
perfusie.
Deze
procedure
zal
meer
tijd
in
beslag
nemen,
maar
de
verwachting
is
dat
er
minder
pancreata
per
patiënt
nodig
zullen
zijn,
wat
uiteindelijk
leidt
tot
een
hogere
efficiëntie.
5.1.2
Autodestructie
acinaire
cellen
Bij
de
huidige
procedure
wordt
gebruik
gemaakt
van
niet‐eigen
verteringsenzymen.
De
exocriene
klieren,
de
acinaire
cellen,
van
de
pancreas
produceren
zelf
pro‐enzymen.
Deze
pro‐enzymen
worden
in
het
duodenum
geactiveerd
waardoor
ze
in
verteringsenzymen
omgezet
worden.
Als
deze
pro‐ enzymen
in
de
cellen
van
het
exocriene
weefsel
geactiveerd
kunnen
worden,
kan
er
autodestructie
plaatsvinden.3
Doordat
deze
destructie
in
de
acinaire
cellen
zelf
plaatsvindt,
blijven
de
eilandjes
van
Langerhans
buiten
schot.
Er
zijn
verschillende
factoren
die
de
autodestructie
kunnen
stimuleren.
Er
kan
gedacht
worden
aan
de
mechanismen
die
de
pancreas
kent
ter
bescherming
van
autodestructie.
Zo
kan
er
aandacht
besteed
worden
aan
het
verhogen
van
de
pH,
een
lage
pH
is
namelijk
een
beschermingsmechanisme
tegen
autodestructie.
Bij
sommige
protocollen
wordt
gewerkt
met
een
verhoogde
pH
van
8
wat
zorgt
voor
positieve
resultaten.12
Hierbij
wordt
gedacht
dat
de
hoge
pH
de
werking
van
collagenase
stimuleert,
dit
is
echter
niet
zo
aangezien
collagenase
optimaal
werkt
bij
een
pH
van
7.4.12,43,44
Logischer
is
dat
de
hoge
pH
voor
autodestructie
zorgt
wat
de
positieve
resultaten
oplevert.
Hieruit
blijkt
dat
om
autodestructie
te
induceren
gebruik
gemaakt
kan
worden
van
een
hoge
pH.
Tevens
kan
er
gedacht
worden
aan
het
activeren
van
trypsine
binnen
de
cel
wat
zorgt
voor
autodestructie.
Hierbij
kan
als
eerste
gedacht
worden
aan
het
inbrengen
van
enterokinase
in
de
cellen
van
het
exocriene
weefsel.
Enterokinase
zorgt
ervoor
dat
trypsinogeen
omgezet
wordt
in
trypsine,
dit
gebeurd
fysiologisch
in
het
duodenum
op
het
moment
dat
trypsinogeen
deze
binnentreedt.3
Er
zou
gefocust
moeten
worden
naar
de
wijze
waarop
enterokinase
in
de
cel
gebracht
kan
worden
om
zo
het
gewenste
effect
van
autodestructie
te
induceren.
Caeruleine
is
een
stof
dat
de
werking
van
enterokinase
imiteert.
Deze
bindt
aan
de
Cholecystokinin
(CCK)
receptor
welke
zich
aan
de
basolaterale
zijde
van
de
acinaire
cellen
bevindt
(figuur
15).
De
CCK
receptor
is
specifiek
voor
het
exocriene
weefsel
van
de
pancreas
ten
opzichte
van
het
endocriene
weefsel.
Binding
van
caeruleine
aan
de
CCK
receptor
zorgt
voor
omzetting
van
trypsinogeen
in
trypsine
binnen
de
cel.
Het
is
gebleken
dat
in
vitro
verhoging
van
de
temperatuur
van
37
naar
41
graden
tijdens
de
toediening
van
caeruleine
het
effect
hiervan
bevordert.45
Het
verhogen
van
de
temperatuur
kan
echter
bij
de
eilandjes
van
Langerhans
niet
als
optie
gezien
worden.
Het
verhogen
van
de
temperatuur
zorgt
ervoor
dat
de
kwaliteit
van
het
transplantaat
veel
lager
wordt.
De
eilandjes
hebben
namelijk
al
weinig
zuurstof
en
zijn
al
extra
toxisch
belast
door
de
oplossing
waarin
ze
zich
bevinden.
Door
het
verhogen
van
de
temperatuur
worden
deze
reacties
versterkt,
wat
ongewenst
is.12
Het
gebruik
van
29
Multi
Disciplinaire
Opdracht
caeruleine
heeft
als
voordeel
boven
enterokinase
dat
er
geen
manier
gevonden
hoeft
te
worden
om
caeruleine
de
cel
in
te
brengen
omdat
deze
via
een
receptor
werkt.
Het
daadwerkelijk
effect
van
beide
stoffen
op
de
isolatieprocedure
en
de
kwaliteit
van
het
isolaat
moet
in
de
praktijk
onderzocht
worden.
Een
voordeel
van
het
activeren
van
trypsine
is
dat
dit
enzym
geen
last
heeft
van
de
granule
waarin
deze
geactiveerd
wordt.
In
de
cel
zitten
de
pro‐enzymen
namelijk
verpakt
in
granules
welke
moeilijk
te
perforeren
zijn
en
pas
opengaan
als
ze
samenvoegen
met
het
apicale
membraan.
Trypsinogeen
kan
hier
normaliter
niet
uit
ontsnappen
bij
trypsine
is
dit
echter
anders.
Figuur
15:
Locatie
CCK
receptor.
Voor
toepassing
van
autodestructie
binnen
het
isolatieprotocol
hoeft
er
weinig
binnen
de
huidige
procedure
te
veranderen.
Wijzigingen
vinden
plaats
bij
de
canulatie
van
de
ductus
pancreaticus
en
de
in
te
spuiten
vloeistof.
Naast
canulatie
van
de
ductus
zal
ook
canulatie
van
de
pancreatische
arteriën
plaats
moeten
vinden.
Via
de
ductus
wordt
vloeistof
ingespoten
met
een
hoge
pH
waarde
van
8
en
via
de
pancreatische
arteriën
zal
caeruleine
worden
toegediend.
Afhankelijk
van
het
mechanisme
waarin
enterokinase
de
cel
ingebracht
kan
worden,
kan
gekozen
worden
voor
toediening
via
de
ductus
pancreaticus
of
de
pancreatische
arteriën.
Na
deze
canulatiestap
en
het
perfunderen
van
de
pancreas
met
de
verschillende
oplossingen
kan
het
huidige
protocol
vervolgd
worden.
Het
onderlinge
effect
van
onder
andere
de
pH
en
de
enzymen
is
nog
niet
onderzocht.
5.1.3
Laser
isolatie
Bij
de
huidige
isolatie
met
enzymen
is
gebleken
dat
er
veel
expressie
van
genen
is
die
geassocieerd
zijn
met
hypoxie,
stress
en
apoptose.
Bij
isolatie
van
enkele
eilandjes
van
Langerhans
met
Laser
Capture
Microdissection
(LCM)
is
gebleken
dat
deze
expressie
sterk
verlaagd
is.46
Vanuit
dit
principe
is
de
oplossing
ontstaan
om
tijdens
de
isolatie
gebruik
te
maken
van
een
laser,
waarbij
het
wellicht
mogelijk
is
om
zoveel
mogelijk
eilandjes
te
isoleren
uit
de
pancreas.
Het
gebruik
van
Laser
Capture
Microdissection
komt
hiervoor
niet
in
aanmerking
omdat
deze
methode
op
microscopisch
niveau
werkt.
Het
licht
dient
zo
gefocusseerd
te
worden
dat
het
exocriene
weefsel
wordt
vernietigd
zonder
de
eilandjes
van
Langerhans
te
beschadigen.
Om
dit
te
bewerkstelligen
dient
er
gefocust
te
worden
op
de
verschillende
akoestische
eigenschappen
van
beide
weefsels.
Elk
type
weefsel
heeft
eigenschappen
met
betrekking
tot
de
absorptie
van
licht
van
bepaalde
golflengtes.
In
de
niet‐doorbloede
staat
waarin
de
donorpancreas
zich
bevindt,
lijken
het
exocriene
en
het
endocriene
weefsel
teveel
op
elkaar.
Het
is
gemakkelijker
om
door
middel
van
kleuring
weefsel
aantrekkelijk
te
maken
voor
de
werking
van
een
laser
dan
deze
tegen
het
laserlicht
te
beschermen.
De
focus
ligt
dus
op
het
exocriene
weefsel.
Kleuringen
zijn
vaak
schadelijk
voor
de
30
Multi
Disciplinaire
Opdracht
patiënt
en
dus
in
deze
situatie
moeilijk
te
vinden.
Vanuit
de
tumorentherapie
komt
een
ontwikkeling
naar
voren
genaamd
de
fotothermale
therapie
welke
gebruik
maakt
van
gouden
nanopartikels
en
infrarood
licht
van
800
nm.
De
gouden
nanopartikels
moeten
gekoppeld
worden
aan
een
weefselspecifiek
antilichaam
welke
vervolgens
aan
een
antigen
op
het
membraan
van
de
acinaire
cellen
bindt.
Omdat
deze
gouden
nanopartikels
in
vivo
al
gebruikt
worden,
hoeft
er
niet
meer
gekeken
te
worden
naar
de
mogelijke
toxiciteit
die
deze
partikels
met
zich
meebrengen.
Het
blijkt
dat
de
specificiteit
van
gouden
nanopartikels
vele
malen
groter
is
dan
de
kleuringen
die
wel
toegestaan
zijn
in
vivo.43,47,48
Het
goud
absorbeert
licht
in
het
bijna
infrarood
spectrum
waardoor
ze
gaan
oscilleren
en
hitte
genereren.
In
de
omliggende
weefsels
ontstaat
dan
celsterfte.
Naast
tumortherapieën
is
de
werking
van
deze
gouden
nanopartikels
aangetoond
in
een
selectieve
destructie
van
CD8+
T
cellen
in
een
cultuur
van
CD8+
en
CD8‐
T
cellen.
De
nanopartikels
waren
gekoppeld
aan
een
CD8+
specifiek
antilichaam
en
werden
bestraald
met
een
532
nm
laser.
In
de
pancreas
liggen
de
eilandjes
van
Langerhans
volledig
ingebed
in
het
exocriene
weefsel.
Het
is
de
vraag
hoe
op
basis
van
hitte
99%
van
het
weefsel
van
pancreas
verwijderd
kan
worden
zonder
de
eilandjes
te
beschadigen.
Het
effect
van
de
gouden
nanopartikels
heeft
mogelijk
een
reikwijdte
die
groter
is
dan
alleen
de
acinaire
cellen.
In
dit
geval
is
het
een
optie
de
gouden
nanopartikels
niet
aan
de
acinaire
cellen
te
binden
maar
aan
de
ductuscellen.
Deze
cellen
liggen
verder
van
de
eilandjes
verwijderd.
Het
is
hierdoor
niet
zeker
of
dan
alle
acinaire
cellen
bereikt
worden.
Hierdoor
ligt
het
optimum
waarschijnlijk
in
de
targeting
van
zowel
de
ductuscellen
als
de
acinaire
cellen.
De
partikels
worden
ingespoten
via
de
ductus
pancreaticus,
net
zoals
bij
de
huidige
procedure,
om
zo
een
optimaal
effect
ten
opzichte
van
de
eilandjes
van
Langerhans
te
bereiken.
De
eilandjes
bevinden
zich
namelijk
aan
de
basolaterale
zijde
van
de
acinaire
cellen.
De
antilichamen
dienen
daarom
te
binden
aan
de
lumenzijde
van
de
acinaire
cellen.
Om
deze
manier
van
isolatie
toe
te
passen
zijn
geschikte
antilichamen
nodig.
Welke
antilichamen
dit
zijn,
zal
verder
onderzoek
moeten
uitwijzen.
Antilichamen
die
binden
aan
de
basolaterale
zijde
van
de
acinaire
cellen
zorgen
te
snel
voor
schade
aan
de
eilandjes
van
Langerhans
(figuur
16).
Het
kan
natuurlijk
ook
dat
het
voldoende
is
de
partikels
naar
het
lumen
te
brengen
zonder
celspecifieke
antilichamen
vanwege
de
natuurlijke
barrière
tussen
het
lumen
en
de
eilandjes
van
Langerhans,
dit
dient
tevens
onderzocht
te
worden.
Naast
het
zoeken
naar
specifieke
antilichamen
zou
er
gedacht
kunnen
worden
aan
bacteriën
welke
via
het
lumen
het
exocriene
weefsel
binnentreden.
Gebleken
is
dat
er
veel
bacteriën
in
het
exocriene
weefsel
terecht
komen.3
De
voorkeur
ligt
echter
bij
het
gebruik
van
antilichamen
omdat
deze
minder
risico’s
met
zich
mee
brengen.
31
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Figuur
16
A
en
B:
Een
schematische
weergave
van
acinaire
cellen
met
één
ductus.
Beide
figuren
laten
de
verspreiding
van
warmte
zien
welke
ontstaat
na
het
kapot
aanstralen
van
de
gouden
nanopartikels
door
de
laser.
In
figuur
A
bevindt
de
gouden
nanopartikel
zich
aan
de
apicale
zijde.
In
figuur
B
bevindt
de
gouden
nanopartikel
zich
aan
de
basolaterale
zijde.
De
eilandjes
van
Langerhans
bevinden
zich
aan
de
basolaterale
zijde
van
de
acinaire
cellen
en
kunnen
hier
vlak
tegenaan
liggen.
Verscheidene
artikelen
waarin
het
laseren
door
gebruik
te
maken
van
gouden
nanopartikels
wordt
beschreven,
geven
meerdere
mogelijkheden
voor
de
intensiteit
en
golflengte
van
de
laser.
Aangezien
de
pancreas
nog
niet
eerder
onderzocht
is
op
gevoeligheid
voor
straling,
dient
ook
hier
verder
onderzoek
naar
gedaan
te
moeten
worden.
Of
gebruik
van
gouden
nanopartikels
in
combinatie
met
een
laservoor
een
betere
isolatie
zorgt
dan
de
huidige
isolatie
is
ondanks
de
voordelen
niet
te
garanderen.
Wel
is
er
absoluut
reden
dit
verder
te
onderzoeken.
Om
deze
oplossing
in
de
huidige
procedure
te
integreren,
is
er
gekeken
naar
het
moment
waarop
de
laser
gebruikt
dient
te
worden.
De
eerste
stap,
de
preparatie,
zal
nog
steeds
op
dezelfde
wijze
uitgevoerd
worden.
Hierna
wordt
de
pancreas
gecanuleerd
waarna
in
plaats
van
collagenase
de
oplossing
bestaande
uit
de
gouden
nanopartikels
welke
gekoppeld
zijn
aan
antilichamen
en
een
dragervloeistof
ingespoten
wordt.
Daarna
dient
de
pancreas
in
ongeveer
vier
stukken
gesneden
te
worden
welke
in
afzonderlijke
conische
buizen
geplaatst
zullen
worden.
Deze
vier
conische
buizen
worden
vervolgens
in
afzonderlijke
centrifuges
geplaatst
die
bestraald
worden
met
infrarood
licht.
Hierbij
worden
de
centra
van
de
conische
buizen
ontzien.
Dit
is
nodig
omdat
de
eilandjes
van
Langerhans
naar
het
centrum
zullen
bewegen
waneer
deze
vrijgekomen
zijn.
Door
het
gebruik
van
vier
centrifuges
in
plaats
van
één
wordt
de
efficiëntie
verhoogd
(figuur
17).
Er
dient
een
kwaliteitscontrole
gedaan
te
worden
om
te
controleren
in
hoeverre
het
proces
in
de
centrifuges
gevorderd
is.
Hierna
worden
de
eilandjes
van
Langerhans
uit
de
conische
buizen
verwijderd.
Waarna
vervolgens
de
kweek
zoals
in
de
huidige
procedure
gestart
wordt.
32
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Figuur
17:
Centrifugemodellen
van
een
centrifuge
in
de
huidige
situatie
met
meerdere
conische
buizen
en
een
centrifuge
waar
één
conische
buis
in
kan.
5.1.4
Samenvattend
Om
de
isolatieprocedure
te
verbeteren
kan
er
gefocust
worden
op
verschillende
aspecten.
De
genoemde
oplossingen
zijn
ontstaan
vanuit
verschillende
ideeën
en
gesprekken
met
verschillende
Biomedische
Technologische
instituut
(BMTi)
vakgroepen
van
de
Universiteit
Twente.
Als
collagenase
gebruikt
wordt
kan
er
gefaseerd
geperfundeerd
worden.
Dit
zal
ervoor
zorgen
dat
er
minder
eilandjes
van
Langerhans
beschadigd
raken
doordat
de
vrijgekomen
eilandjes
niet
extra
aan
collagenase
worden
blootgesteld
maar
meteen
gescheiden
worden
van
de
rest.
Een
andere
mogelijkheid
is
het
gebruik
van
een
ander
soort
enzym,
namelijk
de
eigen
verteringsenzymen
waarbij
er
vooral
gericht
wordt
op
de
activatie
van
trypsine
via
enterokinase
of
via
caeruleine.
Door
het
activeren
van
trypsine
wordt
er
in
de
cel
autodestructie
geïnduceerd.
Dit
is
veiliger
voor
de
eilandjes
van
Langerhans.
Een
andere
manier
van
het
induceren
van
autodestructie
is
het
verhogen
van
de
pH,
dit
zou
met
het
activeren
van
trypsine
gecombineerd
kunnen
worden.
Een
laatste
oplossing
maakt
gebruik
van
een
laser
welke
via
gouden
nanopartikels
van
goud
specifiek
het
exocriene
weefsel
kapot
maakt.
Bij
deze
methode
wordt
tijdens
belichting
effectief
gebruik
gemaakt
van
centrifuges.
Ondanks
dat
de
Ricordi
kamer
en
de
centrifuge
stress
veroorzaken
aan
de
eilandjes
van
Langerhans,
blijken
deze
apparaten
noodzakelijk
voor
de
isolatieprocedure.
Deze
verschillende
oplossingen
dienen
allemaal
in
de
praktijk
uitvoerig
getest
te
worden
voordat
het
daadwerkelijk
toegepast
kan
worden
in
de
huidige
procedure.
5.1.4.1 Haalbaarheid
Als
er
gericht
wordt
op
de
haalbaarheid
van
deze
voorstellen
kan
er
gezegd
worden
dat
de
gefaseerde
toediening
van
collagenase
het
eerst
haalbaar
is.
Dit
komt
doordat
deze
oplossing
het
meest
overeenkomt
met
de
huidige
procedure.
Economisch
gezien
zal
dit
voorstel
meer
tijd
vergen.
Als
dit
resulteert
in
minder
pancreata
per
patiënt
zal
er
juist
sprake
van
tijdswinst
zijn.
Dit
geldt
eveneens
voor
de
twee
andere
oplossingen.
33
Multi
Disciplinaire
Opdracht
5.2 Mogelijke
oplossingen
van
de
kweeksituatie
en
de
periode
tot
aan
de
transplantatie
Het
optimaliseren
van
de
kweeksituatie
en
de
periode
tot
aan
de
transplantatie
is
een
manier
om
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
te
verbeteren.
Hierbij
zullen
oplossingen
aangedragen
worden
op
het
gebied
van
activatie
van
prevascularisatie,
insuline
huishouding
na
de
isolatie,
de
hyperacute
reactie
en
de
optimalisatie
van
de
grootte
van
de
eilandjes.
5.2.1
Kweeksituatie
en
mogelijke
experimenten
5.2.1.1 Activatie
van
prevascularisatie
Op
het
moment
dat
een
eilandje
van
Langerhans
geëmboliseerd
is,
zal
het
zich
moeten
voorzien
in
de
essentiële
stoffen
vanuit
het
bloed.
Afhankelijk
van
de
grootte
van
het
eilandje
zal
bij
een
aantal
cellen
vrijwel
direct
hypoxie
ontstaan.
Door
deze
hypoxische
toestand
van
de
eilandjes
van
Langerhans
na
transplantatie
zal
er
ingroei
en
uitgroei
van
endotheel
plaatsvinden
om
de
vorming
van
nieuwe
capillairen
te
bewerkstelligen.
Door
middel
van
activatie
van
vascularisatie
kunnen
de
cellen
tijdens
de
kweek
bewerkt
worden.
Dit
kan
worden
bewerkstelligd
door
toevoeging
van
groeifactoren
waardoor
angiogenese
wordt
gestimuleerd.
Hierdoor
ontstaat
endotheel
wat
waarschijnlijk
bijdraagt
aan
de
vorming
van
capillairen
na
transplantatie.
Er
is
tevens
een
bepaalde
mate
van
stress
nodig
om
het
endotheel
van
de
eilandjes
van
Langerhans
te
stimuleren
tot
angiogenese.
Deze
stress
kan
ontstaan
door
het
handhaven
van
een
fysiologische
flow.32
Waarbij
ervoor
gezorgd
dient
te
worden
dat
er
niet
teveel
stress
geïnduceerd
wordt.
De
eilandjes
van
Langerhans
welke
uitlopers
van
endotheel
bevatten,
worden
ook
wel
Spider‐cells
genoemd
(figuur
18).12
Na
transplantatie
kunnen
deze
eilandjes
van
Langerhans
sneller
worden
aangesloten
op
de
vasculatuur,
waardoor
ze
sneller
van
bloed
worden
voorzien
en
de
overleving
toeneemt.33
Figuur
18:
Spider‐cells,
eilandjes
van
Langerhans
met
uitlopers
van
endotheel.
34
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Er
zijn
een
aantal
groeifactoren
die
de
angiogenese
van
het
eilandjesendotheel
stimuleren,
namelijk
VEGF
en
bFGF.
De
werking
van
deze
groeifactoren
gebeurt
op
locaal
niveau
en
berust
op
een
chemische
microgradiënt
waarbij
interstitiële
vloeistofstromingen
een
rol
spelen.
Dit
is
de
reden
dat
er
gefocust
moet
worden
op
andere
oplossingen
zoals
systemische
groeifactoren
welke
in
de
kweeksituatie
worden
toegevoegd.
Een
tweetal
voorbeelden
hiervan
zijn
Sonic
Hedgehog
Homolog
(SSH)
en
Hypoxia‐Inducible
Factor
1
(HIF‐1)
welke
endotheelcellen
aanzetten
tot
angiogenese
op
de
plek
waar
dit
gewenst
is.
Dit
gebeurt
door
het
produceren
van
angiogenetische
factoren.
SSH
zet
endotheelcellen
aan
tot
afgifte
van
VEGF,
Ang‐1
en
Ang‐2
wat
resulteert
in
de
formatie
van
georganiseerde
mature
vaten.
Door
toevoeging
van
systemische
groeifactoren
zoals
SSH
in
de
kweeksituatie
ontstaat
er
een
gecontroleerde
setting
waar
ongewenste
effecten
van
de
systemische
groeifactoren
zoals
ongeremde
groei
in
de
gaten
gehouden
kan
worden.
In
vivo
is
deze
controle
niet
mogelijk
wat
veel
risico’s
met
zich
mee
zal
brengen,
hierbij
kan
gedacht
worden
aan
het
ontstaan
van
tumorgenese.
De
toediening
van
SSH
of
HIF‐1
zal
een
aantal
voordelen
met
zich
meebrengen
ten
opzichte
van
het
toedienen
van
directe
groeifactoren
zoals
VEGF
en
bFGF.
Zo
wordt
de
afgifte
van
angiogenetische
groeifactoren
door
endotheel
gereguleerd
waardoor
verzekerd
wordt
dat
de
concentratie
van
deze
groeifactoren
binnen
de
fysiologische
grenzen
blijft.
De
concentratie
groeifactoren
past
zich
aan
de
hand
van
de
benodigde
hoeveelheid
in
de
verschillende
stadia
van
de
vorming
van
capillairen
aan.
Als
laatst
resulteert
de
productie
van
groeifactoren
in
de
formatie
van
microgradiënten,
naar
de
gewenste
locatie,
welke
belangrijk
blijken
te
zijn
voor
de
vorming
van
capillairen.
De
effecten
van
groeifactoren
op
de
eilandjes
van
Langerhans
kunnen
getest
worden
door
gebruik
te
maken
van
een
blanco
medium.
Gebruikmakend
van
microscopie
zijn
de
effecten
van
groeifactoren
op
de
prevascularisatie
in
de
loop
der
tijd
waar
te
nemen.
Hierbij
zal
het
een
ervaringskwestie
zijn
of
door
activatie
van
prevascularisatie
de
korte
termijn
overleving
van
eilandjes
van
Langerhans
toe
zal
nemen.
Tevens
kan
er
onderzoek
gedaan
worden
naar
ongewenste
differentiatie
van
het
weefsel.
5.2.1.2 Fysiologische
insulineconcentraties
handhaven
De
bèta
cellen
in
de
eilandjes
van
Langerhans
zullen
tijdens
de
kweek
nog
steeds
insuline
produceren.
Volgens
het
protocol
wordt
gedurende
de
kweek,
welke
48
uur
duurt,
eenmalig
het
kweekmedium
ververst.
Het
is
van
belang
insuline
in
de
kweekopstelling
te
reguleren.
Het
endotheel
van
de
eilandjes
van
Langerhans
is
in
bepaalde
mate
gewend
aan
de
hoge
insuline
concentratie.
Een
bepaalde
hoeveelheid
insuline
is
gewenst
omdat
dit
de
vasculaire
afvoer
stimuleert.
Te
hoge
concentraties
kunnen
echter
een
beperkende
factor
zijn
voor
de
vorming
van
het
endotheel
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Daarbij
zijn
de
schadelijke
effecten
van
insuline
op
het
endotheel
van
de
eilandjes
nog
niet
aangetoond.
Aangenomen
kan
worden
dat
door
de
altijd
hoge
insulineconcentraties
in
het
lichaam
bij
het
endotheel
van
de
eilandjes
de
hoge
insulineconcentratie
tijdens
de
kweek
niet
schadelijk
zal
zijn.12
Door
het
uitscheiden
van
veel
insuline
blijkt
dat
de
eilandjes
goed
functioneren.
Een
andere
reden
om
de
fysiologische
insulineconcentraties
te
handhaven
is
dat
zo
de
situatie
van
de
endocriene
pancreas
gesimuleerd
wordt
waardoor
geprobeerd
wordt
om
differentiatie
van
eilandjes
en
endotheel
tegen
te
gaan.50
Een
mogelijke
oplossing
om
de
fysiologische
concentraties
te
behouden
is
door
het
toevoegen
van
een
Insulin
Degrading
Enzyme
(IDE)
zoals
Thiol‐Dependent
Metalloprotease
(TDM).
Uit
onderzoek
is
gebleken
dat
TDM
extracellulair
zorgt
voor
degradatie
van
insuline.49
Door
middel
van
negatieve
feedback
is
het
mogelijk
TDM
in
de
juiste
hoeveelheid
toe
te
dienen
dit
kan
bereikt
worden
door
het
toevoegen
van
een
insulinesensor.
35
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Het
in
beperkte
mate
verwijderen
van
insuline
uit
het
medium
zou
er
voor
kunnen
zorgen
dat
de
fysiologische
omstandigheden
in
de
pancreas
behouden
blijven.
Een
mogelijk
experiment
om
te
controleren
of
het
handhaven
van
de
fysiologische
insulineconcentratie
een
effect
heeft,
zal
het
vergelijken
van
het
kweekmedium
van
de
huidige
procedure
met
een
kweekmedium
waar
de
insuline
in
is
verwijderd
zijn.
Door
het
vergelijken
van
de
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
uit
deze
twee
omstandigheden
kunnen
conclusies
worden
getrokken
of
de
korte
termijn
overleving
toe
neemt
door
het
verwijderen
van
insuline.
5.2.1.3 Pro‐ontstekings
cytokines
onschadelijk
maken
Het
ontstaan
van
de
hyperacute
reactie
na
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
is
één
van
de
vele
factoren
die
invloed
heeft
op
de
overleving
van
het
transplantaat.35,51
De
aanwezige
pro‐ ontstekings
cytokines
waaronder
IL‐1,
IL‐6,
IL‐8,
TNF‐α
en
IFN‐γ
zijn
hier
mede
de
oorzaak
van.
Voornamelijk
de
niveaus
van
IL‐1
en
TNF‐α
zullen
toenemen
na
transplantatie.
Om
de
hyperacute
reactie
te
onderdrukken
zou
het
een
uitkomst
zijn
als
deze
cytokines
voor
transplantatie
onschadelijk
gemaakt
kunnen
worden.
Hierdoor
zal
de
hyperacute
reactie
minder
op
gang
komen
waardoor
er
meer
eilandjes
zullen
overleven.
Een
andere
oplossing
om
de
hyperacute
reactie
te
onderdrukken
is
het
aanbrengen
van
een
coating
om
zo
de
eilandjes
van
Langerhans
voor
het
immuunsysteem
af
te
schermen
dit
zal
verderop
beschreven
worden.
Om
de
cytokines
onschadelijk
te
maken
kan
in
de
kweeksituatie
α1‐antitrypsin,
een
regulator
van
de
natuurlijke
ontstekingsreactie,
toegevoegd
worden.
Hierdoor
zullen
de
eilandjes
van
Langerhans
beschermd
worden
tegen
IL‐1
en
IFN‐γ,
daarnaast
wordt
de
TNF‐α
productie
verlaagd
wat
bij
zal
dragen
aan
een
betere
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Door
gebruik
te
maken
van
een
blanco
kweekmedium
waarbij
enkel
op
het
onschadelijk
maken
van
cytokines
gericht
wordt,
kan
het
effect
hiervan
op
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
onderzocht
worden.
Het
monitoren
van
de
mate
waarin
de
hyperacute
reactie
aanwezig
is,
kan
gedaan
worden
door
het
meten
van
de
hoeveelheid
complementfactoren
in
het
bloed.52
Door
het
vergelijken
van
twee
situaties
waarbij
in
de
eerste
situatie
de
pro‐onstekings
cytokines
niet
worden
geïnactiveerd
met
de
situatie
waarbij
de
pro‐ontstekings
cytokines
wel
geïnactiveerd
worden,
kunnen
conclusies
worden
getrokken
over
de
invloed
van
pro‐onstekings
cytokines
op
het
ontstaan
en
de
rol
van
de
hyperacute
reactie.
Uit
deze
resultaten
zal
blijken
hoeveel
effect
het
inactiveren
van
pro‐ontstekings
cytokines
heeft
op
de
hyperacute
reactie
en
hoeveel
dit
effect
heeft
op
de
korte
termijn
overleving
van
eilandjes
van
Langerhans.
De
snelheid
waarmee
het
kweekmedium
zal
circuleren,
moet
gelijk
gehouden
worden
aan
de
oorspronkelijke
flow
in
de
endocriene
pancreas
zodat
dit
milieu
gesimuleerd
wordt.
Onderstaand
figuur
geeft
het
mechanisme
weer
waarbij
de
verschillende
oplossingen
gecombineerd
kunnen
worden
(figuur
19).
5.2.1.4 Gecombineerde
oplossing
Door
bovengenoemde
oplossingen
te
combineren
kan
er
een
kweeksituatie
ontstaan
die
bij
zou
kunnen
dragen
aan
het
verbeteren
van
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Ondanks
dat
de
oplossingen
verschillend
van
aard
zijn,
wordt
er
getracht
deze
oplossingen
gezamenlijk
te
verwerken
in
een
gecombineerde
oplossing.
Er
is
gekozen
voor
een
mechanisme
waarin
het
kweekmedium
rustig
zal
circuleren
om
zo
stoffen
als
groeifactoren,
TDM
en
α1‐
36
Multi
Disciplinaire
Opdracht
antitrypsin
toe
te
voegen.
Het
rustig
circuleren,moet
er
voor
zorgen
dat
de
juiste
hoeveelheid
stress
wordt
toegestaan
die
niet
schadelijk
is
voor
de
eilandjes.
Figuur
19:
Mechanisme
waarbij
de
verschillende
oplossingen
gecombineerd
worden.
Uit
voorgaande
experimenten
zal
blijken
wat
efficiënte
oplossingen
zullen
zijn.
Door
het
combineren
van
de
efficiënte
oplossingen
kan
het
totale
functionele
effectbepaald
worden.
Verschillende
oplossingen
kunnen
worden
gecombineerd
waardoor
het
mogelijk
is
om
het
mechanisme
te
optimaliseren
en
te
achterhalen
of
de
mechanismen
onderling
een
positief
of
negatief
effect
op
elkaar
hebben.
Door
verschillende
meetresultaten
te
vergelijken
kunnen
conclusies
worden
getrokken
over
verschillende
combinaties
van
oplossing
om
vervolgens
de
juiste
oplossing
of
combinatie
te
kiezen
welke
het
beste
effect
heeft
op
verbetering
van
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
5.2.2
Coating
van
eilandjes
van
Langerhans
Naast
bovengenoemde
oplossing
om
de
hyperacute
reactie
te
onderdrukken
door
middel
van
α1‐ antitrypsin
is
er
nog
een
oplossing
mogelijk,
namelijk
het
aanbrengen
van
een
coating.
Normaal
gesproken
wordt
er
na
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
gebruik
gemaakt
van
anti‐ coagulaten
zoals
de
trombine
remmer
Melagtran,
Activated
Protein
C
en
dextran
sulfate.
Deze
medicijnen
verhogen
de
kans
op
bloedingen
en
brengen
andere
neveneffecten
met
zich
mee.
Een
systemische
behandeling
zou
hierdoor
vermeden
willen
worden.
Daarom
is
er
gezocht
naar
een
alternatief.35
Door
gebruik
te
maken
van
een
coating
zal
de
hyperacute
reactie
niet
optreden
en
zullen
de
neveneffecten
van
medicijnen
worden
voorkomen
omdat
deze
medicijnen
overbodig
zijn.
5.2.2.1 Heparine
coating
met
behulp
van
SNL
biotin
De
tijdens
de
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
gebruikte
oplosbare
heparine
lijkt
geen
significant
effect
te
hebben
op
de
hyperacute
reactie.35,53
Er
blijkt
echter
wel
een
mogelijkheid
te
zitten
in
het
gebruik
van
heparine
op
celoppervlakten
van
de
eilandjes
waardoor
eigenschappen
van
endotheel
cellen
uit
een
vasculaire
wand
geïmiteerd
zullen
worden.
Deze
eigenschappen
remmen
de
coagulatie,
complement
activatie
en
bloedplaatjes
activatie
waardoor
de
hyperacute
reactie
niet
zal
optreden.
Toepassing
van
deze
heparine
coating
is
succesvol
gebleken
bij
enkele
biomaterialen
waaronder
stents.35
Deze
techniek
is
op
experimentele
basis
geïntroduceerd
op
het
gebied
van
37
Multi
Disciplinaire
Opdracht
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Hierbij
worden
de
geïsoleerde
eilandjes
voor
transplantatie,
in
vitro,
voorzien
van
een
heparine
coating.
Om
de
eilandjes
te
coaten
met
heparine
wordt
gebruik
gemaakt
van
onder
andere
EZ‐Link
Sulfo‐NHS‐LC‐Biotin
(SNL
biotin)
waarbij
SNL
biotin
moleculen
aan
de
aminozuur
groepen
van
de
eilandjes
van
Langerhans
worden
verbonden
om
zo
de
heparine
te
verankeren
(figuur
20).
Deze
coating
zal
gedurende
de
eerste
dagen
na
transplantatie
aanwezig
zijn
en
daarna
geleidelijk
verdwijnen.
De
hyperacute
reactie
vindt
in
de
eerste
paar
uren
na
transplantatie
plaats
waardoor
de
coating
in
deze
eerste
dagen
waarschijnlijk
de
belangrijkste
bescherming
zal
bieden.
Dat
de
coating
verdwijnt,
zal
hierdoor
waarschijnlijk
niet
voor
grote
problemen
zorgen.
Het
voordeel
van
deze
techniek
is
dat
het
geen
effect
heeft
op
de
functionele
capaciteit
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Er
vindt
namelijk
geen
beschadiging
van
de
eilandjes
plaats
door
het
coaten.35
Glucose
en
insuline
zullen
hun
normale
werking
behouden
doordat
ze
door
de
coating
heen
kunnen.
Door
deze
coating
wordt
cel
migratie
niet
gehinderd
waardoor
de
prevasculariatie
niet
wordt
belemmerd.
Daarnaast
heeft
heparine
een
grote
affiniteit
met
een
aantal
plasma
eiwitten
en
groeifactoren
waaronder
VEGF
en
FGF
welke
een
gunstig
effect
hebben
op
de
revascularisatie
en
reïnnervatie.
De
heparine
coating
zorgt
daarentegen
voor
een
verlaging
van
collageen
en
andere
eiwitten
op
de
extracellulaire
matrix
waardoor
de
ontsteking
in
beperkte
mate
geïnitieerd
kan
worden.35
Figuur
20:
Schematische
weergave
van
een
eilandje
van
Langerhans
gecoat
met
heparine.
Het
coaten
van
de
eilandjes
van
Langerhans
is
tot
dus
ver
in
vitro
en
in
vivo
getest.
In
vitro
bij
humane
eilandjes
waarbij
humaan
bloed
is
toegevoegd
aan
de
eilandjes
van
Langerhans.
Deze
reactie
is
bekeken
onder
een
microscoop
(figuur
21).
Hierbij
is
gebleken
dat
de
eilandjes
voorzien
van
een
heparine
coating
minder
lijden
onder
de
hyperacute
reactie
en
dus
een
betere
korte
termijn
overleving
hebben
dan
eilandjes
van
Langerhans
zonder
heparine
coating.
In
vivo
is
er
getest
bij
muizen
waarbij
eveneens
hetzelfde
resultaat
is
bereikt.
Dit
geeft
goede
hoop
voor
het
toepassen
van
deze
techniek
in
de
mens.35
Figuur
21:
Microscopische
opname
waarbij
de
binding
van
heparine
aan
humane
eilandjes
van
Langerhans
waar
te
nemen
is.
38
Multi
Disciplinaire
Opdracht
5.2.2.2 Biotin‐PEG‐lipid
coating
Een
andere
manier
van
coaten
kan
via
Poly
(Ethylene
Glycol)‐
phospholipid
met
een
biotin
groep
(biotin‐PEG‐lipid).
Dit
houdt
in
dat
er
een
verankering
op
het
celoppervlak
van
het
eilandje
van
Langerhans
ontstaat
tussen
de
lipide
bilaag
van
het
eilandje
en
het
biotin‐PEG‐lipid.
Het
membraan
wordt
opgebouwd
uit
meerdere
lagen,
dit
gebeurt
door
middel
van
streptavidin
en
biotinylated
Bovine
Serum
Albumin
(biotin‐BSA)
(figuur
22).
Deze
laag
zal
uiteindelijk
slechts
enkele
nanometers
dun
zijn
waardoor
het
volume
van
de
eilandjes
nauwelijks
zal
toenemen.51
Daarnaast
zal
de
respons
op
glucose
niet
veranderen
en
er
geen
beschadiging
ontstaan
aan
het
eilandje
van
Langerhans.
Figuur
22:
Ontstaan
van
het
membraan
bestaande
uit
streptavidin
en
biotin‐BSA
welke
fluorescent
zijn.
Aan
dit
membraan
zal
vervolgens
of
het
enzym
urokinase
of
de
anticoagulant
heparine
worden
verbonden.
Urokinase
kan
via
dialdehyde
dextran
aan
het
membraan
worden
verbonden
en
heparine
via
protamine
(figuur
23).
Urokinase
heeft
een
hoge
fibronolytische
activiteit
waardoor
bloedstolsels
opgelost
zullen
worden,
als
deze
op
het
membraan
van
het
eilandje
van
Langerhans
zullen
ontstaan.
Heparine
heeft
zoals
hierboven
beschreven
een
remmende
werking
op
de
coagulatie,
complement
activatie
en
bloedplaatjes
activatie.
De
coating
zal
na
ongeveer
zeven
dagen
verdwijnen
en
zijn
functie
verliezen
(figuur
24).
De
hyperacute
reactie
vindt
in
de
eerste
paar
uren
na
transplantatie
plaats
waardoor
zeven
dagen
waarschijnlijk
al
voor
een
goede
bescherming
zal
zorgen.
Er
zal
echter
nog
onderzoek
gedaan
worden
naar
het
optimaliseren
van
de
tijd
dat
de
coating
aanwezig
is.
Daarnaast
is
het
nog
niet
bekend
of
deze
coating
de
cel
migratie
hindert
en
hierdoor
een
belemmering
vormt
voor
de
prevascularisatie.
Dit
zal
waarschijnlijk
niet
het
geval
zijn
maar
vergt
nog
verder
onderzoek.
Deze
techniek
is
reeds
bij
hamsters
in
vivo
uitgevoerd,
het
toepassen
bij
de
mens
zal
dus
nog
tijd
vergen.
De
resultaten
in
hamsters
zijn
echter
wel
positief.51
39
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Figuur
23:
Binding
van
heparine
of
urikinase
aan
het
membraan
bestaande
uit
biotin‐BSA
en
strepavidin.
Figuur
24:
Microscopisch
opname
van
eilandjes
van
Langerhans
met
een
fluorescent
gelabeld
membraan.
Opname
op
dag
1,3
en
7
waarbij
te
zien
is
dat
het
membraan
afgebroken
wordt.
Het
voordeel
ten
opzichte
van
de
eerder
beschreven
techniek
is
dat
er
met
meerdere
factoren
rekening
gehouden
kan
worden.
Bij
SNL
biotin
kan
alleen
gebruik
gemaakt
worden
van
heparine
terwijl
bij
biotin‐PEG‐lipid
zowel
van
heparine
als
van
urokinase
gebruik
gemaakt
kan
worden.
Het
coaten
met
heparine
beschermt
voornamelijk
tegen
coagulatie.
Urokinase
biedt
bescherming
als
er
bloedstolsels
gevormd
zijn.
Door
coating
met
biotin‐PEG‐lipid
is
het
mogelijk
om
verschillende
moleculen
op
het
membraan
van
het
eilandje
van
Langerhans
te
laten
binden.35,51
Op
dit
moment
is
het
helaas
alleen
mogelijk
om
of
urokinase
of
heparine
op
het
membraan
tot
expressie
te
brengen.
Het
zou
ideaal
zijn
als
deze
twee
moleculen
gecombineerd
op
het
membraan
aanwezig
kunnen
zijn
waardoor
de
bescherming
tegen
zowel
coagulatie
als
vorming
van
bloedstolsels
gecombineerd
zal
worden.
Dit
zou
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
ten
goede
komen.
De
techniek
met
SNL
biotin
coating
is
echter
al
beter
getest
waardoor
deze
sneller
in
de
mens
toegepast
zou
kunnen
worden.
Dit
zal
bij
de
biotin‐PEG‐lipid
methode
waarschijnlijk
langer
duren.
40
Multi
Disciplinaire
Opdracht
5.2.3
Optimalisatie
grootte
eilandjes
De
optimale
grootte
van
eilandjes
van
Langerhans
bij
transplantatie
is
onbekend.
De
grote
eilandjes
produceren
veel
meer
insuline
ten
opzichte
van
kleinere
eilandjes
maar
sterven
eerder
af
door
hypoxie
als
gevolg
van
de
diffusieafstand.
Er
ligt
ergens
een
optimum
waarbij
eilandjes
van
een
bepaalde
grootte
goed
voorzien
kunnen
worden
van
zuurstof
en
voedingsstoffen
en
daarnaast
een
gewenste
hoeveelheid
insuline
produceren.
Dit
optimum
zou
in
een
experiment
aangetoond
kunnen
worden.
Om
dit
uit
te
kunnen
voeren
is
er
een
filtertechniek
nodig
waarbij
eilandjes
op
grootte
geselecteerd
kunnen
worden.
Een
andere
mogelijkheid
is
het
aggregeren
van
een
bepaalde
grootte
van
eilandje
uit
losse
cellen,
waarbij
alle
originele
cellen
gezaaid
worden
(figuur
25).
Daarvoor
moeten
ze
gezaaid
worden
in
een
soort
mal.
Beide
mogelijkheden
zijn
momenteel
beschikbaar
en
bieden
de
mogelijkheid
om
de
optimale
grootte
te
bepalen.
Het
proces
van
succesvol
aggregeren
van
eilandjes
van
Langerhans
is
echter
nog
niet
voltooid.
Figuur
25:
Formatie
van
aggregaten
van
immortalized
Mesenchymal
Stem
Cells
(iMSC)
cellen
op
grote
schaal.
Bij
het
assembleren
van
aggregaten
is
het
mogelijk
naast
grootte
ook
de
vorm
van
de
eilandjes
te
bepalen.
Pragmatisch
zou
de
originele
vorm
van
de
eilandjes,
een
sferische
vorm,
de
meest
geschikte
zijn.
Daarnaast
is
het
in
de
toekomst
mogelijk
aggregaten
te
vormen
die
naast
eilandjes
ook
voorlopercellen
bevatten
wat
voordelen
kan
bieden
bij
de
angiogenese
van
eilandjes
van
Langerhans
naar
omliggende
vaten.
Uiteindelijk
zal
er
met
behulp
van
deze
technieken
een
optimale
grootte
en
vorm
van
eilandjes
van
Langerhans
gevormd
worden
welke
toegepast
kan
worden
bij
transplantatie.49
5.2.4
Samenvattend
Door
het
toedienen
van
SSH,
HIF‐1,
TDM
en
α1‐antitrypsin
zal
geprobeerd
worden
de
kweeksituatie
te
optimaliseren
waardoor
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
toe
zal
nemen.
Door
het
toevoegen
van
SSH
en
HIF‐1
wordt
geprobeerd
de
eilandjes
optimaal
voor
te
bereiden
op
de
inbedding
in
de
levervasculatuur.
TDM
moet
er
voor
zorgen
dat
het
milieu
uit
de
endocriene
pancreas
wordt
gesimuleerd
en
α1‐antitrypsin
zal
bijdragen
aan
het
onderdrukken
van
de
hyperacute
reactie.
Daarnaast
is
het
coaten
van
eilandjes
van
Langerhans
met
heparine
door
middel
van
SNL
biotin
of
biotin‐PEG‐lipid
een
manier
om
de
eilandjes
af
te
schermen
tegen
de
hyperacute
reactie.
Door
zowel
de
verbeteringen
in
de
kweeksituatie
en
het
coaten
toe
te
passen
kan
er
een
nog
beter
resultaat
bereikt
worden.
Het
omvormen
van
de
eilandjes
tot
een
optimale
grootte
biedt
ook
voordelen
voor
de
inbedding
in
de
lever.
Voor
het
implementeren
van
deze
41
Multi
Disciplinaire
Opdracht
oplossingen
in
de
huidige
procedure
hoeft
alleen
de
periode
vanaf
de
kweek
tot
aan
de
transplantatie
aangepast
te
worden.
5.2.4.1 Haalbaarheid
De
optimalisatie
van
de
kweeksituatie
zal
onderzocht
moeten
worden.
Het
zal
waarschijnlijk
gemakkelijk
te
implementeren
in
de
huidige
procedure
zijn.
Het
coaten
van
de
eilandjes
van
Langerhans
zal
zeker
goed
toepasbaar
zijn.
De
SNL
biotin
zal
eerder
in
de
kliniek
toegepast
kunnen
worden
dan
de
biotin‐PEG‐lipid.
Of
de
eilandjes
op
grootte
gehergroepeerd
kunnen
worden
en
in
hoeverre
dit
leidt
tot
celschade
is
de
vraag.
Economisch
gezien
zullen
alle
oplossingen
voor
een
investering
zorgen.
De
transplantatie
zal
echter
beter
verlopen,
er
hoeft
dus
uiteindelijk
minder
getransplanteerd
te
worden.
Bovengenoemde
investering
zal
minder
groot
zijn
dan
bijvoorbeeld
de
introductie
van
een
laser.
42
Multi
Disciplinaire
Opdracht
5.3 Het
ontwerp
van
een
tissue
engineered
construct
als
omgeving
voor
de
eilandjes
van
Langerhans
De
problemen
op
het
gebied
van
vascularisatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
immuunreacties
op
de
eilandjes
na
transplantatie
zouden
opgelost
kunnen
worden
door
middel
van
een
tissue
engineered
construct.
Een
tissue
engineered
construct
zal
bijdragen
aan
de
verbetering
van
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
na
transplantatie.
In
hoeverre
dit
bij
zal
dragen
aan
de
korte
termijn
overleving
hangt
sterk
af
van
het
ontwerp
van
een
mogelijke
tissue
engineered
construct.
5.3.1
Randvoorwaarden
Een
ontwerp
maken
voor
een
tissue
engineered
construct
is
een
complex
gebeuren
waarbij
onder
andere
materiaal
compositie,
porie
architectuur,
structurele
mechanismen,
oppervlakte
eigenschappen,
degradeerbare
eigenschappen
en
producten
samen
met
biologische
componenten,
zoals
eilandjes
van
Langerhans,
komen
kijken.
Hierbij
veranderen
al
deze
factoren
ook
nog
in
de
tijd.
Om
uiteindelijk
tot
een
goed
tissue
engineering
product
te
komen
is
het
van
belang
randvoorwaarden
vast
te
stellen.54
Het
tissue
engineered
construct
die
gebruikt
kan
worden
bij
diabetes
mellitus
type
I
patiënten
moet
eilandjes
van
Langerhans
bevatten
die
zo
optimaal
mogelijk
geperfundeerd
kunnen
worden.
Tevens
moet
het
tissue
engineered
construct
zo
min
mogelijk
interactie
aangaan
met
het
immuunsysteem
van
de
ontvanger.
De
vasculatuur
in
het
tissue
engineered
construct
moet
geschikt
zijn
voor
het
kunnen
weerstaan
van
hoge
concentraties
glucose
en
insuline,
het
leveren
van
zuurstof
en
voedingsstoffen
en
een
verbinding
aan
kunnen
gaan
met
de
vasculatuur
van
de
ontvanger.
Insuline
en
glucose
moeten
adequaat
uitgewisseld
kunnen
worden
om
zo
de
functie
van
de
bèta
cellen
te
kunnen
waarborgen.
Hierbij
moet
rekening
gehouden
worden
met
het
feit
dat
ingroei
van
endotheel
van
de
ontvanger
ongewenst
is
vanwege
andere
endotheel
eigenschappen
dan
die
van
het
eilandje
van
Langerhans.
Daarnaast
is
het
wenselijk
dat
de
insuline
producerende
cellen
geïnnerveerd
worden
door
het
autonome
zenuwstelsel,
zoals
in
de
pancreas,
waardoor
ze
georganiseerd
insuline
kunnen
afgeven.
Verder
is
de
locatie
en
manier
van
inbrengen
van
belang.
Zoals
eerder
aangegeven
hebben
de
patiënten
die
momenteel
in
aanmerking
komen
voor
een
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
reeds
een
nier
transplantatie
ondergaan.
In
de
praktijk
blijkt
dat
deze
mensen
niet
altijd
in
staat
zijn
of
bereid
zijn
om
opnieuw
een
invasieve
ingreep
te
ondergaan.7,12
Het
non‐invasief
inbrengen
van
een
tissue
engineered
construct
zou
dus
optimaal
zijn
maar
kan
beperkingen
opleggen
voor
de
mogelijke
locaties
waar
deze
geplaatst
kan
worden.
Er
moet
dus
naast
alle
randvoorwaarden
tevens
een
goede
afweging
gemaakt
worden
tussen
invasiviteit
van
het
inbrengen
en
de
eigenschappen
van
een
locatie.
Wat
betreft
de
structuur
en
moleculaire
samenstelling
het
tissue
engineered
construct
moet
deze
zoveel
mogelijk
overeen
komen
met
de
extracellulaire
matrix
van
de
endocriene
pancreas.
Dit
om
differentiatie
van
voorlopercellen
te
stimuleren
en
ongewenste
differentiatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
endotheelcellen
binnen
het
tissue
engineered
construct
tegen
te
gaan.49
Tevens
moet
deze
extracellulaire
matrix
ruimte
bieden
voor
innervatie
en
zou
deze
eventueel
gestimuleerd
kunnen
worden
door
middel
van
het
gecontroleerd
afgeven
van
NGF
doormiddel
van
een
biodegradeerbaar
polymeer.
Dit
zelfde
kan
gedaan
worden
met
angiogenetische
groeifactoren
om
43
Multi
Disciplinaire
Opdracht
de
angiogenese
te
bevorderen.
Uiteindelijk
moet
het
tissue
engineered
construct
een
coating
bevatten
waardoor
het
geheel
biocompatibel
is.
Er
moet
gezorgd
worden
dat
er
met
endotheelcellen
en
voorlopercellen
van
dezelfde
oorsprong
als
eilandjes
van
Langerhans
een
prevasculair
netwerk
gevormd
wordt
om
dezelfde
endotheel
eigenschappen
te
behouden.
De
omstandigheden
van
de
groei
hiervan
moet
zoveel
mogelijk
overeenkomen
met
de
omstandigheden
in
het
endocriene
weefsel
van
de
pancreas
en
mede
hierom
moeten
groeifactoren
vermeden
worden.
De
eilandjes
van
Langerhans
die
gebruikt
worden
in
het
tissue
engineered
construct
moeten
binnen
de
maximale
diffusieafstand
liggen
ten
opzichte
van
de
bloedvaten.
Meer
informatie
over
mogelijkheden
van
prevascularisatie
is
te
vinden
in
bijlage
C.
5.3.2
Het
tissue
engineered
construct
Aan
de
hand
van
de
bovenstaande
randvoorwaarden
kan
er
een
concreter
beeld
geschetst
worden
van
een
mogelijk
tissue
engineered
construct
ontwerp.
Om
dit
te
kunnen
doen
is
het
noodzakelijk
een
mogelijke
locatie
hierin
mee
te
nemen.
Daartoe
bespreken
we
twee
type
constructen
welke
potentie
bieden
voor
het
transplanteren
van
eilandjes
van
Langerhans.
5.3.2.1 Stent
Als
oplossing
is
gekozen
voor
een
tissue
engineered
construct
geïntegreerd
in
een
stent.
Dit
voornamelijk
vanwege
de
voordelen
dat
het
een
minimaal
invasieve
procedure
betreft
en
dat
de
bloedvoorziening
geen
beperkingen
oplevert.
In
het
model
van
de
speciale
tissue‐engineered‐stent
zijn
de
eilandjes
verspreid
over
de
gehele
wand
(figuur
26).
Figuur
26:
Transversale
doorsnede
van
een
arterie
waarin
de
tissue‐engineered‐stent
is
geplaatst.
44
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Vanwege
de
drukverschillen
die
binnen
een
normale
capillaire
omgeving
aanwezig
zijn,
kent
de
tissue‐engineered‐stent
een
aan‐
en
afvoersysteem.
De
aanvoer
vindt
plaats
via
de
kunstmatige
capillairen
en
via
de
poriën
die
hierop
aangesloten
zijn.
Via
deze
poriën
stroomt
het
bloed
in
een
ruimte
waarin
een
eilandje
zich
bevindt.
Om
de
doorbloeding
van
het
gehele
eilandje
zo
snel
mogelijk
op
gang
te
laten
komen
en
zo
min
mogelijk
afhankelijk
te
zijn
van
diffusieafstanden,
is
het
verstandig
endotheel
uitlopers
zo
veel
mogelijk
in
vitro
aan
te
sluiten
op
de
poriën.
De
afvoer
vindt
plaats
via
een
kunstmatig
lymfatisch
systeem
met
als
uitzondering
dat
hier
mogelijk
rode
bloedcellen
doorheen
stromen.
Net
als
de
capillairen
lopen
deze
over
de
gehele
lengte
van
de
tissue‐engineered‐ stent.
In
tegenstelling
tot
de
capillairen
zijn
deze
vaten
aan
één
zijde
afgesloten
en
wordt
aan
de
andere
zijde
de
stroomrichting
gereguleerd
met
kleppen
(figuur
27).
Figuur
27:
Schematische
weergave
van
het
model
van
de
bloedstroom
in
de
tissue‐engineered‐stent.
Tegelijkertijd
geeft
dit
model
de
drukval
over
het
capillairbed
van
de
tissue‐engineered‐stent
weer.
Het
bloed
wordt
aangevoerd
via
de
kunstmatige
capillairen,
waarna
het
bloed
via
de
poriën
het
eilandje
bereiken.
Afvoer
van
het
bloed
van
de
eilandjes
gebeurt
via
kunstmatige
lymfevaten,
die
aan
het
einde
van
de
tissue‐engineered‐stent
voorzien
worden
van
lymfekleppen,
om
terugstroom
van
bloed
uit
de
arteriën
te
voorkomen.
Er
is
voor
gekozen
om
de
kunstmatige
capillairen
aan
de
zijde
van
het
arteriële
bloed
te
plaatsen
en
de
eilandjes
aan
de
zijde
van
het
endotheel.
Het
voordeel
voor
de
capillairen
is
dat
deze
zo
verzekerd
zijn
van
voldoende
doorstroming
waardoor
er
geen
stase
van
bloed
plaatsvindt,
dit
door
de
verschillen
in
stroomsnelheid
in
het
midden
en
aan
de
wand
van
de
arterie.
De
eilandjes
zitten
juist
aan
de
kant
van
de
laagste
stroomsnelheden
waardoor
hier
minder
turbulentie
en
schade
aan
de
tissue‐engineered‐stent
zal
ontstaan.
Daarnaast
zijn
de
eilandjes
zo
beter
gepositioneerd
wanneer
er
ingroei
van
zenuwen
vanuit
de
wand
door
het
endotheel
plaats
mag
vinden.
Angiogenese
stimulerende
factoren
worden
in
het
tissue
engineered
construct
beperkt
gehouden.
Wanneer
zogenaamde
Spider‐cells
in
de
tissue‐engineered‐stent
worden
gebruikt,
kan
de
bijdrage
45
Multi
Disciplinaire
Opdracht
van
VEGF
geminimaliseerd
worden.
Mocht
dit
niet
mogelijk
zijn
dan
kunnen
in
beperkte
mate
factoren
als
VEGF
in
een
biodegradeerbaar
materiaal
in
de
poriën
worden
gebracht
waardoor
deze
met
de
stroming
mee
in
het
eilandje
terecht
komen.
Het
zou
gewenst
zijn
wanneer
de
tissue‐ engineered‐stent
door
het
endotheel
kan
inbedden
in
het
onderliggende
weefsel
om
een
permanente
verbinding
te
vormen.
Een
ander
voordeel
hiervan
is
de
mogelijkheid
dat
zenuwen
in
kunnen
groeien
naar
de
eilandjes
toe.
Om
dit
te
bereiken,
kunnen
aan
de
endotheelzijde
van
de
tissue‐engineered‐stent
groeifactoren
als
NGF
en
FGF
in
een
biodegradeerbaar
polymeer
worden
aangebracht
wanneer
door
het
inbrengen
van
de
stent
het
endotheel
beschadigd
raakt.
Deze
zijde
zal
ook
een
coating
met
medicatie
krijgen
die
gebruikelijk
is
voor
een
stent
vanwege
deze
schade.
In
principe
wordt
alles
wat
in
contact
komt
met
het
bloeden
van
belang
is
bij
het
functioneren
van
de
eilandjes,
gecoat
met
heparine
tegen
de
hyperacute
reactie.
Hieronder
vallen
ook
de
eilandjes
van
Langerhans
zelf.
De
zijde
van
de
tissue‐engineered‐stent
die
in
contact
komt
met
de
stromingen
van
het
arteriële
bloed
zal
een
coating
krijgen
die
bestand
is
tegen
de
arteriële
flow
en
tevens
het
immuunsysteem
buiten
de
deur
houdt.
De
tissue‐engineered‐stent
zal
minimaal
invasief
via
de
arteria
femoralis
naar
binnen
gebracht
kunnen
worden,
waarna
onder
doorlichting
de
juiste
locatie
kan
worden
bereikt.
Dit
kan
op
dezelfde
manier
gebeuren
als
bij
dotteren.
Hieruit
volgt
dat
de
tissue‐engineered‐stent
in
bepaalde
mate
flexibel
moet
zijn
zonder
zichzelf
te
beschadigen.
Bovendien
moet
de
tissue‐engineered‐stent
een
bepaalde
stevigheid
hebben
die
de
uitrekking
in
de
arteriewand
kan
opvangen.
Dit
legt
beperkingen
op
voor
de
locatiekeuze
van
de
tissue‐engineered‐stent.
De
diameter
van
de
arterie
moet
groot
genoeg
zijn
waardoor
arteriolen
door
hun
kleine
diameter
niet
geschikt
zijn.
De
nadelige
effecten
van
de
pulsaties
van
het
hart
kunnen
opgevangen
worden
door
locatiekeuze
en
de
materiaaleigenschappen
van
de
tissue‐engineered‐stent.
Als
locatie
kan
aan
alle
arteriën
in
het
buikgebied
gedacht
worden.
Welke
het
gunstigst
is
moet
onderzocht
worden.
De
nierarterie
van
de
niet‐functionele
autogene
nier
heeft
een
voorkeur
omdat
de
tissue‐engineered‐stent
het
achterliggende
orgaan
niet
kan
beschadigen.
Daarnaast
is
de
hoeveelheid
bloed
die
hier
doorheen
stroomt
gunstig
vanwege
de
flow
en
de
drukken.
5.3.2.2 Alternatief
tissue
engineered
construct
Een
alternatief
voor
de
tissue‐engineered‐stent
is
een
gelijkwaardig
tissue
engineered
construct
welke
niet
in
een
arterie
wordt
geplaatst
maar
in
of
op
een
stuk
weefsel.
Als
alternatieve
locatie
wordt
gedacht
aan
een
autogeen,
niet
functionerend,
nierkapsel
van
een
patiënt.
Deze
is
sterk
gevasculariseerd
en
daarnaast
geïnnerveerd
door
het
autonome
zenuwstelsel
van
dezelfde
oorsprong
als
de
pancreas.
Een
nadeel
is
het
capillaire
bed
van
het
nierkapsel,
welke
door
de
nadelige
effecten
van
diabetes
mellitus
type
I
bij
de
patiënt
in
zeer
slechte
conditie
zal
zijn.
Een
ander
nadeel
aan
het
alternatieve
tissue
engineered
construct
is
dat
dit
type
tissue
engineered
construct
invasief
ingebracht
moet
worden.
De
manier
van
inbrengen
en
de
alternatieve
locatie
stellen
andere
eisen
aan
de
materialen
en
vorm
van
het
tissue
engineered
construct.
Echter
zijn
er
gelijkenissen
tussen
met
de
tissue‐engineered‐stent
en
het
alternatieve
tissue
engineered
construct.
Zo
kan
de
wijze
waarop
aggregaten
van
eilandjes
verwerkt
zijn
in
de
tissue‐engineered‐stent
ook
toegepast
worden
in
een
alternatieftissue
engineered
construct.
Het
alternatieve
tissue
engineered
construct
zal
tevens
geprevasculariseerd
moeten
worden.
Tussen
deze
geprevasculariseerde
vaten
en
de
geäggregeerde
eilandjes
zal
eenzelfde
soort
poreuze
matrix
moeten
komen.
Bij
het
alternatieve
tissue
engineered
constructkan,
in
tegenstelling
tot
de
tissue‐engineered‐stent
gemakkelijk
autonome
innervatie
tot
stand
komen.
Hierbij
kan
gedacht
worden
aan
een
poreuze
matrix
die
46
Multi
Disciplinaire
Opdracht
geoptimaliseerd
is
voor
de
ingroei
van
zenuwuitlopers
waarbij
er
gebruik
gemaakt
kan
worden
van
het
gecontroleerd
vrij
laten
komen
van
groeifactoren
als
NGF
(figuur
28).
Figuur
28:
Ontwerp
van
een
alternatieftissue
engineered
construct,
vorm
en
grootte
zijn
niet
meegenomen
in
het
model
en
zijn
afhankelijk
van
de
gekozen
locatie.
5.3.3
Samenvattend
Als
tissue
engineered
construct
ontwerp
is
gekozen
voor
een
tissue‐engineered‐stent.
Binnen
dit
ontwerp
zijn
randvoorwaarden
gesteld
als
het
gaat
om
de
aan‐
en
afvoer
van
bloed,
de
hyperacute
reactie,
de
grootte
en
het
inbrengen
van
de
tissue‐engineered‐stent
en
de
complicaties
van
het
lumen
van
een
arterie
als
locatie.
De
grootste
voordelen
van
dit
ontwerp
is
de
garantie
van
voldoende
bloedvoorziening
en
de
minimaal
invasieve
wijze
van
inbrengen.
5.3.3.1 Haalbaarheid
Het
ontwerp
van
een
tissue‐engineered‐stent
is
zeker
haalbaar.
De
grootste
complicaties
waar
rekening
mee
moet
worden
gehouden
is
de
introductie
van
een
tissue
engineered
construct
op
zich.
De
wijze
van
inbrengen
is
al
bekend,
geeft
weinig
complicaties
voor
de
patiënt
en
zorgt
voor
een
kort
ziektebed.
Daarentegen
is
de
ontwikkeling
van
een
tissue
engineered
construct
kostenintensief.
47
Multi
Disciplinaire
Opdracht
6 Conclusies
en
Aanbevelingen
Dit
onderzoek
richt
zich
op
de
technologische
optimalisatie
mogelijkheden
van
de
huidige
procedure
van
isolatie
en
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
in
de
lever
bij
diabetes
mellitus
type
I
patiënten
waarin
het
versneld
afsterven
van
de
eilandjes
kort
na
transplantatie
centraal
staat.
Hierbij
ligt
de
focus
op
de
optimalisatie
van
de
huidige
procedure
en
zijn
er
daarnaast
een
aantal
nieuwe
oplossingen
aangedragen.
Een
eerste
conclusie
die
uit
dit
onderzoek
getrokken
kan
worden
is
dat
het
mogelijk
is
de
huidige
procedure
van
isolatie
en
transplantatie
van
donor
eilandjes
van
Langerhans
te
optimaliseren.
Specifiek
kan
geconcludeerd
worden
dat
zowel
op
het
gebied
van
de
isolatie
als
de
periode
tussen
isolatie
en
transplantatie,
verbeteringen
in
het
protocol
kunnen
worden
aangebracht.
Als
het
gaat
om
de
isolatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
kan
gesteld
worden
dat
alle
in
dit
onderzoek
voorgestelde
alternatieven
voor
de
huidige
procedure
mogelijk
betere
resultaten
opleveren.
Hieronder
vallen
het
gefaseerd
isoleren
met
collagenase,
isolatie
op
basis
van
de
autodestructie
van
acinaire
cellen
in
de
pancreas
en
een
isolatieprocedure
op
basis
van
infrarood
laserlicht
in
combinatie
met
gouden
nanopartikels.
Als
het
gaat
om
de
kweeksituatie
en
de
periode
voorafgaand
aan
de
transplantatie
wordt
een
voorstel
gedaan
voor
verbetering
op
vier
verschillende
punten
waaronder
het
activeren
van
de
vascularisatie,
het
handhaven
van
de
fysiologische
insulineconcentratie,
het
optimaliseren
van
de
grootte
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
het
onderdrukken
van
de
hyperacute
reactie.
Dit
laatste
punt
kan
op
twee
niveaus
worden
bereikt,
namelijk
door
het
onschadelijk
maken
van
pro‐ontstekings
cytokines
of
het
aanbrengen
van
een
coating.
Er
kan
geconcludeerd
worden
dat
het
onduidelijk
is
of
op
al
deze
punten
winst
te
behalen
is.
Wel
wordt
gesteld
dat
enkele
van
deze
aspecten
een
positieve
bijdrage
leveren
aan
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
na
transplantatie.
Als
alternatief
wordt
het
ontwerp
van
een
tissue‐engineered‐stent
aangedragen
die
in
een
arterie
in
het
buikgebied
geplaatst
kan
worden.
Hierbij
zijn
randvoorwaarden
gesteld.
Geconcludeerd
kan
worden
dat
ondanks
enkele
nadelen
bij
het
plaatsen
van
een
tissue‐engineered‐stent
aan
de
binnenzijde
van
een
arterie
de
voordelen
van
de
aanwezigheid
van
voldoende
arterieel
bloed
en
de
wijze
van
inbrengen
groter
zijn.
Om
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
na
transplantatie
te
optimaliseren
wordt
er
aanbevolen
om
de
isolatieprocedure
te
optimaliseren
door
gebruik
te
maken
van
bovengenoemde
oplossingen.
Hierin
zal
de
gefaseerde
bewerking
met
collagenase
het
minste
onderzoek
vergen
waardoor
deze
procedure
waarschijnlijk
op
korte
termijn
toegepast
zou
kunnen
worden.
De
methode
waarbij
gebruik
gemaakt
wordt
van
autodestructie
van
de
acinaire
cellen
zal
in
de
toekomst
mogelijk
beter
zijn
evenals
het
gebruik
van
een
laser.
Deze
methoden
vergen
echter
nog
veel
onderzoek.
Er
wordt
dan
ook
aanbevolen
om
naar
deze
methoden
te
kijken
als
toekomstige
verbeteringen.
Naast
de
afzonderlijke
oplossingen
in
de
kweeksituatie
zullen
deze
mogelijkheden
gecombineerd
kunnen
worden
om
deze
kweeksituatie
verder
te
optimaliseren
of
dit
effectief
is,
zal
uit
experimenten
moeten
blijken.
Daarnaast
zullen
de
eilandjes
van
Langerhans
gecoat
moeten
worden
om
deze
te
beschermen
tegen
de
hyperacute
reactie.
Deze
coating
zal
bewerkstelligd
worden
door
middel
van
SNL
biotin
waaraan
heparine
verankerd
kan
worden.
Aangezien
met
deze
coating
al
goede
resultaten
bereikt
zijn
zal
er
relatief
weinig
onderzoek
gedaan
hoeven
te
worden
om
deze
oplossing
te
implementeren
in
de
huidige
procedure.
Een
andere
manier
van
coaten
is
door
middel
van
biotin‐PEG‐lipid.
Het
voordeel
hiervan
is
de
veelzijdigheid
van
deze
coating.
Het
nadeel
is
echter
dat
deze
manier
van
coaten
zich
nog
in
een
experimentele
fase
bevindt
waardoor
uitvoerig
48
Multi
Disciplinaire
Opdracht
onderzoek
een
vereiste
is.
In
de
toekomst
zal
deze
coating
waarschijnlijk
een
betere
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
bewerkstelligen
dan
de
heparine
coating
door
middel
van
SNL
biotin.
In
combinatie
met
de
optimalisatie
van
de
isolatieprocedure
zal
een
tissue
engineered
construct
tot
een
betere
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
kunnen
leiden.
Op
het
moment
wordt
door
de
TR‐vakgroep
van
de
Universiteit
Twente
in
samenwerking
met
het
LUMC
gewerkt
aan
een
tissue
engineered
construct
ontwerp.
Dit
werk
richt
zich
op
de
hierboven
beschreven
alternatieftissue
engineered
construct
en
heeft
een
goede
verwachting
voor
toekomstig
gebruik.
In
dit
onderzoek
komt
echter
een
nieuw
idee
naar
voren
waarbij
de
focust
ligt
op
een
tissue‐ engineered‐stent.
De
tissue‐engineered‐stent
kannaar
onze
inzichten
meer
succesvol
zijn
omdat
het
probleem
van
de
vascularisatie
verholpen
wordt
door
de
eilandjes
van
Langerhans
zo
dicht
mogelijk
bij
het
bloed
te
brengen.
Daarnaast
kan
de
tissue‐engineered‐stent
op
een
niet
invasieve
wijze
worden
ingebracht
welke
lijkt
op
de
dotterprocedure.
Vandaar
de
keuze
voor
een
tissue‐engineered‐ stent
in
een
bloedvat.
Aangezien
het
een
geheel
nieuwe
idee
is,
wordt
dient
er
uitvoerig
onderzoek
gedaan
te
worden
waarbij
de
haalbaarheid
van
dit
ontwerp
getest
kan
worden.
Als
er
gekeken
wordt
naar
de
isolatie
zullen
alle
voorstellen
economisch
gezien
waarschijnlijk
meer
tijd
en
geld
kosten.
Het
voorstel
van
gefaseerde
toediening
van
collagenase
zal
het
eerst
haalbaar
zijn.
De
optimalisatie
van
de
kweeksituatie
zal
waarschijnlijk
gemakkelijk
te
implementeren
zijn
in
de
huidige
procedure.
Het
coaten
van
de
eilandjes
van
Langerhans
zal
zeker
haalbaar
zijn,
dit
is
de
vraag
bij
het
hergroeperen
van
de
eilandjes
op
grootte.
Bovengenoemde
investering
zal
minder
groot
zijn
dan
bijvoorbeeld
de
introductie
van
een
laser.
Het
ontwerp
van
een
tissue‐engineered‐stent
is
zeker
haalbaar.
De
grootste
complicatie
waar
rekening
mee
moet
worden
gehouden
is
de
introductie
van
een
tissue
engineered
construct
op
zich.
Voor
alle
oplossingen
geldt
dat
waneer
dit
resulteert
in
minder
pancreata
per
patiënt
er
uiteindelijk
sprake
is
van
een
economische
winst
en
tijdswinst.
Economisch
gezien
zullen
alle
oplossingen
voor
een
investering
zorgen.
De
transplantatie
zal
echter
beter
verlopen,
doordat
de
eilandjes
beter
ingebed
worden
en
minder
snel
worden
afgestoten.
Er
hoeft
dus
uiteindelijk
minder
getransplanteerd
te
worden.
Er
wordt
uiteindelijk
aanbevolen
om
op
verschillende
punten
in
de
procedure
verbeteringen
te
introduceren
om
zo
het
beste
resultaat
op
het
gebied
van
de
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
te
bereiken.
Aangezien
het
verbeteren
van
de
isolatieprocedure
zowel
kan
samen
gaan
met
de
verbetering
in
de
kweeksituatie
als
met
het
tissue
engineered
construct
wordt
aanbevolen
te
kijken
naar
de
beste
combinatie.
De
wijze
van
implementeren
is
beschreven
bij
de
uitwerkingen
van
de
oplossingen.
In
onderstaande
tabel
is
een
overzicht
van
de
oplossingen
en
bijbehorende
voor
en
nadelen
weergeven
(tabel
1).
49
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Tabel
1:
Overzicht
van
de
oplossingen
met
bijbehorende
voor
en
nadelen.
50
Multi
Disciplinaire
Opdracht
7 Discussie
en
argumentatie
Gedurende
het
onderzoek
is
er
veel
tijd
gestoken
in
de
beschrijving
van
de
fysiologische
omstandigheden
en
de
problemen
die
daarmee
verbonden
zijn.
Dit
is
gedaan
om
de
complexiteit
van
het
probleem
voldoende
in
kaart
te
brengen,
wat
nodig
was
om
tot
de
juiste
oplossingen
te
komen.
In
het
begin
van
het
onderzoek
zijn
er
vele
ideeën
ontstaan
om
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
van
Langerhans
te
verbeteren.
Sommige
van
deze
ideeën
zijn
onlogisch
gebleken.
Andere
oplossingen
zijn
uit
tijdsoverweging
niet
behandeld.
Hierbij
is
rekening
gehouden
met
de
relevantie
en
de
haalbaarheid
van
de
oplossingen.
Uiteindelijk
is
er
gekozen
om
de
oplossingen
uit
te
werken
die
de
meeste
potentie
bieden
vanuit
een
technisch
geneeskundig
perspectief.
De
deelvragen
zoals
deze
aan
het
begin
van
het
onderzoek
gedefinieerd
waren,
zijn
gedurende
het
onderzoek
bijna
volledig
aangepast.
Om
te
komen
tot
de
juiste
deelvragen
zijn
er
meerdere
brainstormschema’s
ontstaan
welke
terug
te
vinden
zijn
in
bijlage
D.
Tijdens
de
oriënterende
fase
van
het
onderzoek
werd
er
gedacht
een
oplossing
te
kunnen
vinden
op
het
gebied
van
stamcellen.
Omdat
het
onderzoek
met
stamcellen
nog
niet
in
een
dusdanig
gevorderd
stadium
is,
is
de
focus
niet
gelegd
op
deze
oplossing.
Er
dient
wel
gezegd
te
worden
dat
de
stamcellen
in
de
toekomst
een
grote
functie
kunnen
gaan
vervullen
binnen
de
transplantatie
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Hierbij
kan
gedacht
worden
aan
het
laten
differentiëren
van
ductus
cellen
of
geheel
nieuwe
bèta
cellen
te
laten
ontstaan.
Het
probleem
is
dat
er
op
dit
moment
alleen
een
producerende
of
alleen
een
signalerende
bèta
cel
gemaakt
kan
worden.
Zouden
er
goed
functionerende
bèta
cellen
ontwikkeld
kunnen
worden
dan
zou
het
probleem
van
een
tekort
aan
donorpancreata
voor
de
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
opgelost
kunnen
worden.
Tijdens
het
literatuuronderzoek
naar
de
fysiologie
van
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
lever
werd
gedacht
dat
NO
een
mogelijke
oplossing
was
om
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes
te
verbeteren.
Na
verder
onderzoek
naar
de
precieze
werking
van
NO
is
gebleken
dat
NO
een
complexe
werking
heeft.
Daarbij
is
uit
literatuuronderzoek
gebleken
dat,
naast
de
voordelen
van
NO
zoals
het
bewerkstelligen
van
een
intensieve
communicatie
tussen
cellen,
NO
ook
nadelen
heeft
zoals
een
negatief
effect
op
de
vascularisatie,
het
remmen
van
de
afgifte
van
insuline
en
bij
overaanwezigheid
als
instabiele
stof
een
rol
speelt
bij
een
toxische
oxidatiereactie.
Daarom
is
er
gekozen
niet
verder
op
NO
in
te
gaan
en
verdieping
te
zoeken
in
onderwerpen
waarbij
gedacht
wordt
meer
winst
te
kunnen
behalen.
Bij
het
beschrijven
van
de
problemen
is
er
veel
aandacht
besteed
aan
het
minimaliseren
van
de
immuunreacties.
Bij
het
bedenken
van
de
oplossingen
is
alleen
de
hyperacute
reactie
meegenomen
omdat
gedacht
wordt
hier
de
meeste
winst
te
kunnen
behalen.
Deze
oplossing
zal
waarschijnlijk
op
korte
termijn
het
best
toepasbaar
zijn.
De
acute
reactie
is
niet
aan
de
orde
gekomen
bij
de
oplossingen,
er
is
echter
wel
het
idee
geweest
om
α‐GalCer
herhaaldelijk
toe
te
dienen
om
zo
tolerantie
van
het
transplantaat
te
induceren.
Uit
onderzoek
bij
muizen
is
gebleken
dat
door
herhaalde
injecties
met
α‐GalCer
de
Vα
14
NKT
cellen
geremd
zullen
worden
wat
uiteindelijk
zorgt
voor
een
verminderde
productie
van
IFN‐γ.
De
herhaaldelijke
injecties
zijn
nodig
aangezien
α‐GalCer
normaal
gesproken
net
als
IL‐12
de
Vα
14
NKT
cellen
activeren.
Door
het
geven
van
een
enkele
injectie
wordt
deze
situatie
nagebootst.39
Of
deze
oplossing
een
gewenst
effect
oplevert
bij
mensen
zal
verder
onderzocht
moeten
worden.
Naast
de
hyperacute
reactie
en
de
acute
reactie
heeft
een
patiënt
met
diabetes
mellitus
type
I
ook
last
van
een
auto‐immuun
reactie.
Of
deze
reactie
na
51
Multi
Disciplinaire
Opdracht
transplantatie
nog
aanwezig
is
en
of
het
transplantaat
hieronder
lijdt
is
nog
onduidelijk.
Vanuit
de
praktijk
blijkt
dat
bij
de
ene
patiënt
de
reactie
wel
op
gang
komt
maar
bij
de
andere
patiënt
niet.
Omdat
het
niet
duidelijk
is
of
en
wanneer
deze
reactie
plaatsvindt,
is
ervoor
gekozen
een
oplossing
in
deze
hoek
niet
verder
uit
te
werken.
Op
het
gebied
van
immunosuppressiva
kan
er
zeker
veel
verbeterd
worden,
hier
wordt
veel
onderzoek
naar
gedaan.
Het
probleem
is
heel
complex
omdat
er
niet
alleen
rekening
gehouden
dient
te
worden
met
het
transplantaat
van
de
eilandjes
van
Langerhans
maar
ook
met
de
reeds
getransplanteerde
nier
van
de
ontvanger.
Op
dit
moment
is
het
namelijk
zo
dat
elke
patiënt
die
een
transplantatie
van
eilandjes
van
Langerhans
ontvangt
ook
al
in
het
verleden
een
nieuwe
nier
ontvangen
heeft.7
Door
de
complexiteit
van
het
probleem
en
het
puur
biologische
aspect
van
de
immunosuppressiva
is
ervoor
gekozen
geen
aandacht
aan
de
verbetering
van
de
immunosuppressiva
te
besteden.
Bij
de
acute
reactie
werden
de
NK
cellen
genoemd
welke
een
positief
effect
blijken
te
hebben
op
het
induceren
van
tolerantie
van
het
transplantaat.
De
werking
hiervan
is
echter
nog
onbekend.
Er
is
gekozen
om
het
gebruik
van
NK
cellen
bij
de
acceptatie
van
het
transplantaat
niet
verder
toe
te
lichten,
omdat
over
het
mechanisme
van
de
NK
cellen
weinig
bekend
is
en
het
tevens
een
geheel
biologische
oplossing
is.
Met
betrekking
tot
de
oplossingen
die
binnen
het
onderzoek
verder
zijn
uitgewerkt
zijn
keuzes
gemaakt.
Bij
het
bewandelen
van
bepaalde
wegen
zijn
vaak
andere
oplossingen
naar
voren
gekomen
die
beter
leken
te
zijn
dan
de
originele
ideeën.
De
keuze
die
gemaakt
is
om
oplossingen
te
vinden
voor
zowel
de
isolatieprocedure
als
de
transplantatieprocedure
is
behouden
gebleven.
Op
deze
wijze
konden
goed
afgebakende
en
relevante
oplossingen
bedacht
worden.
De
eerste
oplossing
die
bedacht
werd
om
de
isolatieprocedure
te
verbeteren
was
het
verbeteren
van
de
batch.
Uiteindelijk
is
er
niet
gekozen
om
deze
oplossing
uit
te
werken
omdat
het
probleem
zeer
complex
is
en
er
op
dit
moment
nog
veel
onderzoek
naar
gedaan
wordt.
Op
dit
moment
wordt
er
veel
onderzoek
gedaan
naar
het
effect
van
de
ratio
van
collagenase
I
en
II
waarbij
de
verhouding
1.0
de
beste
uitkomsten
biedt.
Daarnaast
wordt
de
toevoeging
van
Pefabloc
en
Pulmozine
genoemd
waarbij
positieve
resultaten
gevonden
zijn.55
Het
onderzoek
hier
naar
blijft
zeker
van
belang
zo
lang
er
gebruik
gemaakt
wordt
van
de
batch
bij
de
isolatieprocedure.
De
ideeën
om
de
isolatieprocedure
te
optimaliseren,
zijn
ontstaan
uit
het
idee
dat
collagenase
op
een
meer
specifieke
wijze
toegepast
zou
kunnen
worden.
Bijvoorbeeld
door
injectie
van
collagenase
wat
in
nanobolletje
verpakt
is.
Deze
nanobolletjes
zouden
dan
voorzien
worden
van
specifieke
antilichamen
die
vervolgens
specifiek
zouden
binden
aan
antigenen
die
alleen
op
het
exocriene
weefsel
aanwezig
zijn.
Het
blijkt
echter
zo
te
zijn
dat
de
techniek
op
het
biologische
gebied
nog
niet
ver
genoeg
gevorderd
is.
Door
gesprekken
met
BMTi
vakgroepen
is
dit
idee
veranderd,
dit
is
gebeurd
door
te
controleren
of
er
mogelijkheden
zijn
om
het
effect
van
collagenase
op
de
eilandjes
van
Langerhans
zoveel
mogelijk
te
beperken.
Op
deze
wijze
is
de
oplossing
van
het
gefaseerd
perfunderen
ontstaan.
Om
deze
oplossing
uit
te
kunnen
werken,
waren
er
een
aantal
aspecten
die
uitgezocht
moesten
worden
waaronder
de
werking
van
collagenase,
de
inhoud
van
de
batch
en
de
tijdsduur
van
het
perfunderen
van
de
pancreas.
Hiervoor
zijn
er
wederom
gesprekken
geweest
met
verschillende
BMTi
vakgroepen.
Door
het
zoeken
naar
verschillende
weefseleigenschappen
kwam
de
laser
per
toeval
naar
voren,
welke
in
eerste
instantie
de
LCM
omvatte.
Om
zeker
te
weten
dat
de
laser
een
mogelijke
oplossing
zou
zijn,
moesten
er
bepaalde
weefseleigenschappen
nagezocht
worden.
Door
het
zoeken
naar
de
eigenschappen
van
het
exocriene
weefsel
kwam
de
oplossing
van
het
gebruik
van
eigen
verteringsenzymen
naar
voren.
Deze
oplossing
is
geheel
vanuit
eigen
ideeën
uitgewerkt.
Om
de
oplossing
van
de
laser
goed
uit
te
kunnen
werken
is
er
wederom
gesproken
met
verschillende
BMTi
vakgroepen.
Zo
werd
de
focus
gelegd
op
52
Multi
Disciplinaire
Opdracht
het
vernietigen
van
het
exocriene
weefsel
in
plaats
van
het
endocriene
weefsel
te
beschermen.
Het
gebruik
van
gouden
nanopartikels
kwam
tijdens
deze
gesprekken
naar
voren.
Er
is
literatuuronderzoek
gedaan
naar
een
specifiek
antigen
voor
de
acinaire
cellen
aan
de
apicale
zijde
daarnaast
is
er
een
immunoloog
geraadpleegd.
Helaas
is
er
geen
antwoord
gevonden
op
dit
vraagstuk.
Door
het
korte
tijdsbestek
van
dit
onderzoek
is
er
niet
verder
gezocht
naar
een
specifiek
antigeen.
Tijdens
de
gesprekken
met
de
verschillende
vakgroepen
en
het
literatuuronderzoek
kwamen
er
nog
andere
oplossingen
naar
voren
die
in
verband
staan
met
het
onderzoek.
Omdat
deze
oplossingen
een
ander
aspect
van
het
onderzoek
belichten
is
er
gekozen
deze
niet
verder
toe
te
lichten.
Deze
oplossingen
dienen
echter
wel
genoemd
te
worden
omdat
ze
zeker
van
belang
zijn
voor
verder
onderzoek.
Een
eerste
oplossing
betrof
het
veranderen
van
een
acinaire
cel
in
een
bèta
cel.
Dit
kan
gebeuren
door
middel
van
het
infecteren
met
virussen
die
specifieke
transcriptie
factoren
voor
de
bèta
cel
bevatten.
Op
dit
moment
is
dit
in
vitro
onderzocht,
wat
voor
positieve
resultaten
heeft
gezorgd.
Verder
onderzoek
in
vivo
is
gepland.56
Een
tweede
mogelijke
oplossing
heeft
te
maken
met
de
onderdrukking
van
de
immuunreactie
en
staat
kort
beschreven
bij
het
gebruik
van
de
laser.
Het
gaat
hierbij
om
het
vernietigen
van
specifieke
CD8+
T
cellen.
Het
op
deze
manier
vernietigen
van
de
specifieke
CD8+
T
cellen
zou
een
middel
kunnen
zijn
voor
het
verminderen
van
de
immuunreactie
op
de
eilandjes
van
Langerhans.
In
hoeverre
dit
gaat
werken
moet
onderzocht
worden.
Tijdens
de
kweeksituatie
van
de
huidige
procedure
zijn
er
mogelijke
verbeterpunten.
De
oplossingen
zijn
voortgekomen
uit
de
kennis
die
verkregen
is
tijdens
het
beschrijven
van
de
problemen.
Er
is
begonnen
met
een
brainstorm
over
welke
mogelijke
oplossingen
bedacht
kunnen
worden
voor
de
kweeksituatie.
Enkele
oplossingen
zijn
afgevallen
nadat
uit
overleg
met
Dr.
E.J.P
de
Koning
en
Dr.
M.A.
Engelse
van
de
afdeling
nierziekten
in
het
LUMC
bleek
dat
deze
oplossingen
klinisch
niet
haalbaar
zijn.
Een
voorbeeld
hiervan
is
het
filteren
van
het
bloed
waarbij
er
specifieke
antilichamen
uit
het
bloed
gehaald
zouden
kunnen
worden
om
zo
de
auto‐immuunreactie
te
onderdrukken.
Dit
is
niet
mogelijk
omdat
er
geen
sprake
is
van
specifieke
antilichamen
bij
diabetes
type
I
en
het
niet
duidelijk
is
of
en
wanneer
de
auto‐immuunreactie
optreedt.
Uiteindelijk
zijn
er
drie
oplossingen
gekozen
waarbij
stoffen
aan
de
kweek
worden
toegevoegd.
In
de
oriënterende
fase
van
het
onderzoek
is
een
artikel
naar
voren
gekomen
waar
de
oplossing
ter
voorkoming
van
de
hyperacute
reactie
uit
voortgekomen
is.
Door
dit
gevonden
artikel
is
er
verder
literatuuronderzoek
gedaan
naar
het
coaten
van
eilandjes
van
Langerhans.
Hierbij
is
naast
het
coaten
met
heparine
door
middel
van
SNL
biotin
de
oplossing
gevonden
om
te
coaten
door
middel
van
biotin‐PEG‐lipid.
Bij
de
transplantatie
in
de
lever
is
onderzocht
of
de
lever
wellicht
beter
voorbereid
kan
worden
door
het
locaal
toedienen
van
groeifactoren
zoals
VEGF.
Aangezien
angiogenese
meer
afhankelijk
is
van
een
hypoxiegradiënt
dan
van
de
concentratie
groeifactoren
is
dit
idee
niet
mogelijk
gebleken.
Naast
het
kijken
naar
het
verbeteren
van
het
protocol
is
er
gekeken
of
de
eilandjes
van
Langerhans
binnen
een
eigen
omgeving
getransplanteerd
kunnen
worden.
Hierbij
is
gefocust
op
het
ontwerpen
van
een
mogelijk
tissue
engineered
construct
waarbij
vele
complexe
aspecten
komen
kijken.
Er
is
gekozen
om
randvoorwaarden
vast
te
stellen
en
vanuit
daar
een
hoofdontwerp
vast
te
stellen
en
bewust
het
aandragen
van
mogelijke
materialen
achterwege
te
laten.
Het
eerste
idee
was
om
vele
mogelijke
locaties
voor
het
plaatsen
van
een
tissue
engineered
construct
tegen
elkaar
af
te
wegen.
Locaties
waaraan
gedacht
werd,
waren
het
oog,
het
nierkapsel,
de
uterus,
de
testes
en
een
spier.
Deze
locaties
hebben
allen
of
een
gunstige
vasculatuur
voor
het
inbedden
en/of
een
gunstig
klimaat
betreffende
het
immuunsysteem.
Vanwege
tijdgebrek
en
mede
door
het
tot
stand
komen
van
het
53
Multi
Disciplinaire
Opdracht
idee
van
de
tissue‐engineered‐stent
is
er
gekozen
de
gedachten
over
alternatieve
locaties
gedeeltelijk
los
te
laten.
Uiteindelijk
is
deze
tissue‐engineered‐stent
als
hoofdoplossing
van
het
tissue
engineered
construct
aangedragen,
mede
door
de
mogelijkheid
van
het
minimaal‐invasief
kunnen
inbrengen.
Er
werd
door
de
begeleiders
aangedragen
de
tissue‐engineered‐stent
tussen
de
bloedvaten
te
plaatsen,
dit
is
echter
geen
goede
optie
gezien
de
wijze
van
inbrengen.
Daarnaast
is
er
gekozen
een
alternatief
tissue
engineered
construct
te
beschrijven
die
op
een
invasieve
wijze
moet
worden
ingebracht
met
in
het
achterhoofd
het
nierkapsel
van
de
autogene
nier
als
locatie.
Het
nierkapsel
is
sterk
doorbloed
en
geïnnerveerd
en
is
functioneel
gezien
nutteloos.
Eventuele
schade
aan
dit
nierkapsel
heeft
verder
geen
gevolgen
voor
de
patiënt
aangezien
deze
nier
niet
meer
gebruikt
wordt.
Vanuit
de
tissue‐engineered‐stent
is
er
verder
gedacht
aan
de
mogelijke
problemen
die
zowel
functioneel
aan
de
tissue‐engineered‐stent
ontstaan
als
problemen
die
door
het
inbrengen
van
de
tissue‐engineered‐stent
kunnen
ontstaan.
Oplossingen
voor
deze
problemen
zijn
meegenomen
in
het
ontwerp
van
de
tissue‐engineered‐stent.
Hoe
deze
tissue‐engineered‐stent
exact
vastgezet
wordt,
moet
verder
onderzocht
worden.
Dit
geldt
ook
voor
het
inbrengen
van
het
alternatieve
tissue
engineered
construct.
54
Referenties 1.
Rubin
E.,
Gorstein
R.,
Rubin
R.,
Schwarting
R.,
Strayer
D.,
Rubin's
Pathology
Clinicopathologic
Foundations
of
Medicine.
2004
Lippincott
Williams
&
Wilkins.
p.
1172
‐
1184.
2.
Moldovan
S.,
M.D.,
Brunicardi
F.C.,
M.D.,
Endocrine
pancreas:
summary
of
observations
generated
by
surgical
fellows.
World
Journal
of
Surgery,
2001.
25:
p.
468–473.
3.
Boron
W.F.,
Boulpaep
E.L.,
Medical
Physiology,
in
A
Cellular
and
Molecular
Approach.
2003,
Saunders.
p.
447‐462,
908‐931,
1066
‐
1080.
4.
Slezak
L.A.,
M.D.,
Andersen
D.K.,
M.D.,
Pancreatic
resection:
effects
on
glucose
metabolism.World
Journal
of
Surgery,
2001.
25:
p.
452
–
460.
5.
Meloche
R.M.,
Transplantation
for
the
treatment
of
type
1
diabetes.
World
Journal
of
Gastroenterology,
2007(13(47)):
p.
6347‐6355.
6.
Kumar
P.,
Clark
M.,
Clinical
Medicine.
2005,
Elsevier.
p.
1101
‐
1151.
7.
Gesprek
met
E.
de
Koning,
04‐04‐2008.
8.
Boker
A.,
M.D.,
Rothenberg
L.,
Ph.D.,
A.R.N.P.,
Hernandez
C.,
M.D.,
Kenyon
N.S.,
Ph.D.,
and
M.D.
Ricordi
C.,
Alejandro
R.,
M.D.,
Human
islet
transplantation:
update.World
Journal
of
Surgery,
2001.
25:
p.
481–486.
9.
Shapiro
J.,
M.B.,
B.S.,
Lakey
J.R.T.,
PH.D.,
Ryan
E.A.,
M.D.,
Korbutt
G.S.,
PH.D.,
Toth
E.,
M.D.,
Warnock
G.L.,
M.D.,
Kneteman
N.M,
M.D.,
Rajotte
R.V.,
PH.D.,
Islet
Transplantation
in
seven
patients
with
type
1
diabetes
mellitus
using
a
glucocorticoid‐free
immunosuppressive
regimen.The
New
England
Journal
of
Medicine,
2000.
343(4).
10.
Bretzel
R.G.,
Jahr
H.,
Eckhard
M.,
Martin
I.,
Winter
D.,
Brendel
M.D.,
Islet
cell
transplantation
today.
Langenbecks
Arch
Surg,
2007.
392:
p.
239‐ 253.
11.
Shapiro
A.M.J.,
M.D.,
Ph.D.,
Ricordi
C.,
M.D.,
Hering
B.J.,
M.D.,
Auchincloss
H.,
M.D.,
Lindblad
R.,
M.D.,
Robertson
R.P.,
M.D.,
Secchi
A.,
M.D.,
Brendel
M.D.,
M.D.,
Berney
T.,
M.D.,
Brennan
D.C.,
M.D.,
Cagliero
E.,
M.D.,
Alejandro
R.,
M.D.,
Ryan
E.A.,
M.D.,
DiMercurio
B.,
R.N.,
Morel
P.,
M.D.,
Polonsky
K.S.,
M.D.,
Reems
J.,
Ph.D.,
Bretzel
R.G.,
M.D.,
Bertuzzi
F.,
M.D.,
Froud
T.,
M.D.,
Kandaswamy
R.,
M.D.,
Sutherland
D.E.R.,
M.D.,
Ph.D.,
Eisenbarth
G.,
M.D.,
Ph.D.,
Segal
M.,
Ph.D.,
Preiksaitis
J.,
M.D.,
Korbutt
G.S.,
Ph.D.,
Barton
F.B.,
M.S.,
Viviano
L.,
R.N.,
Seyfert‐Margolis
V.,
Ph.D.,
Bluestone
J.,
Ph.D.,
Lakey
J.R.T.,
Ph.D.,
International
trial
of
the
Edmonton
protocol
for
islet
transplantation.
The
New
England
Journal
of
Medicine,
2006.
355.
12.
Interview
met
Engelse
M.A.,
UMCL,
15‐05
‐2008.
13.
LUMC,
Rapporten
en
protocollen
van
eilandjes
islolatie
procedure
LUMC.
2007:
Leiden.
14.
Ballian
N.,
MD.,
Brunicardi
F.C.,
MD,
Islet
vasculature
as
a
regulator
of
endocrine
pancreas
function.
World
Journal
of
Surgery,
2007.
31:
p.
705–714.
15.
Konstantinova
I.,
Lammert
E.,
Microvascular
development:
learning
from
pancreatic
islets.
BioEssays,
2004.
26:
p.
1069– 1075.
16.
Cabrera
O.,
Berman
D.M.,
Kenyon
N.S.,
Ricordi
C.,
Berggren
P.,
Caicedo
A.,
The
unique
cytoarchitecture
of
human
pancreatic
islets
has
implications
for
islet
cell
function.
PNAS,
2005.
103(7):
p.
2334
–
2339.
17.
Brissova
M.,
Fowler
M.J.,
Nicholson
W.E.,
Chu
A.,
Hirshberg
B.,
Harlan
D.M.,
Powers
A.C.,
Assessment
of
human
pancreatic
islet
architecture
and
composition
by
laser
scanning
confocal
microscopy.
Journal
of
Histochemistry
&
Cytochemistry,
2005.
53(9):
p.
1087
–
1097.
18.
Gao
B.,
Jeong
W.,
Tian
Z.,
Liver:
An
organ
with
predominant
innate
immunity.
Hepatology,
2008.
47:
p.
729‐736.
29.
Oda
M.,
Yokomori
H.,
Han
J.,
Regulatory
mechanisms
of
hepatic
microcirculatory
hemodynamics:
Hepatic
arterial
system.
Clinical
Hemorheology
and
Microcirculation,
2006.
34:
p.
11–26.
20.
Hirschi
et
al.,
Blood
vessel
assembly.New
York
Academy
of
Sciences,
2002.
961:
p.
223‐242.
21.
Helm
C.E.,
Fleury
M.E.,
Zisch
A.H.,
Boschetti
F.,
Swartz
M.A.,
Synergy
between
interstitial
flow
and
VEGF
directs
capillary
morphogenesis
in
vitro
through
a
gradient
amplification
mechanism.
PNAS,
2005.
102(44):
p.
15779–15784.
Multi
Disciplinaire
Opdracht
22.
Brissova
M.,
Shostak
A.,
Shiota
M.,
Wiebe
P.O.,
Poffenberger
G.,
Kantz
J.,
Chen
Z.,
Carr
C.,
Jerome
W.G.,
Chen
J.,
Baldwin
H.C.,
Nicholson
W.,
Bader
D.M.,
Jetton
T.,
Gannon
M.,
Powers
A.C.,
Pancreatic
islet
production
of
vascular
endothelial
growth
factor‐A
Is
essential
for
islet
vascularization,
revascularization,
and
function.
Diabetes,
2006.
55:
p.
2974
–
2985.
23.
Lammert
E.,
Gu
G.,
McLaughlin
M.,
Brown
D.,
Brekken
R.,
Murtaugh
L.C.,
Gerber
H.,
Ferrara
N.,
Melton
D.A.,
Role
of
VEGF‐A
in
vascularization
of
pancreatic
islets.
Current
Biology,
2003.
13:
p.
1070–1074.
24.
Beilke
J.N.,
Kuhl
N.R.,
Kaer
L.V.,
Gill
R.G.,
NK
cells
promote
islet
allograft
tolerance
via
a
perforin‐dependent
mechanism.
Nature
Medicine,
2005.
11(10):
p.
1059‐1064.
25.
Vivier
E.,
Tomasello
E.,
Baratin
M.,
Walzer
T.,
Ugolini
S.,
Functions
of
natural
killer
cells.
Nature
Immunology,
2008.
9(5):
p.
503‐510.
26.
Lucey
D.R.,
Clerici
M.,
Shearer
G.M.,
Type
1
and
Type
2
cytokine
dysregulation
in
human
infectious,
neoplastic,
and
inflammatory
disease.
American
Society
for
Microbiology,
1996.
9(4):
p.
532–562.
27.
Leea
D.Y.,
Leea
S.,
Namb
J.H.,
Byuna
Y.,
Minimization
of
immunosuppressive
therapy
after
islet
transplantation:
Combined
action
of
heme
oxygenase‐1
and
PEGylation
to
islet.
American
Journal
of
Transplantation,
2006.
6:
p.
1820–1828.
28.
Parham
P.,
The
immune
system.
2
ed.
2005:
Garland
Science
Publishing.
p.
74,159‐160,
174,
181,
350.
29.
Liu
J.,
Farmer
J.,
Lane
W.,
Friedman
J.,
Weissman
I.,
Schreiber
S.
,
Calcineurin
is
a
common
target
of
cyclophilin‐cyclosporin
A
and
FKBP‐FK506
complexes.
Cell,
1991.
66(4).
30.
Brody
T.M.,
Brody's
Human
Pharmacology.
4
ed,
2005:
Elsevier
MOSBY
31.
Mnasria
K.,
Lagaraine
C.,
Velge‐Roussel
F.,
Oueslati
R.,
Lebranchu
Y.,
Baron
C.,
Anti‐CD25
antibodies
affect
cytokine
synthesis
pattern
of
human
dendritic
cells
and
decrease
their
ability
to
prime
allogeneic
CD4+
T
cells.
Journal
of
Leukocyte
Biology,
2008.
84.
32.
Wang
H.,
P.D.,
Li
M.,
Ph.D.,
Lin
PH.,
M.D.,
Yao
Q.,
M.D.,
Ph.D.,
Chen
C.,
M.D.,
Ph.D.,
Fluid
shear
stress
regulates
the
expression
of
TGF‐B1
and
its
signaling
molecules
in
mouse
embryo
mesenchymal
progenitor
cells.
Journal
of
Surgical
Research,
2008.
33.
Rouwkema
J.,
Rivron
N.C.,
van
Blitterswijk
C.A.,
Vascularization
in
Tissue
Engineering,
Department
of
Tissue
Regeneration
and
Department
of
Biomechanical
Engineering,
University
of
Twente,
Enschede,
2008.
34.
van
der
Windt
D.J.,
Bottino
R.,
Casu
A.,
Campanile
N.,
Cooper
D.K.C.,
Rapid
loss
of
intraportally
transplanted
islets:
An
overview
of
pathophysiology
and
preventive
strategies.
Xenotransplantation,
2007.
14:
p.
288‐297.
35.
Cabric
S.,
Sanchez
J.,
Lundgren
T.,
Foss
A.,
Felldin
M.,
Källen
R.,
Salmela
K.,
Tibell
A.,
Tufveson
G.,
Larsson
R.,
Korsgren
O.,
Nilsson
B.,
Islet
surface
heparinization
prevents
the
instant
blood‐mediated
inflammatory
reaction
in
islet
transplantation.
Diabetes,
2007.
56:
p.
2008‐2015.
36.
Sleater
M.,
Diamond
A.S.,
Gill
G.,
Islet
allograft
rejection
by
contact‐dependent
CD8+
T
cells:
Perforin
and
FasL
play
alternate
but
obligatory
roles.
American
Journal
of
Transplantation,
2007.
7:
p.
1927‐1933.
37.
Diamond
A.S.,
Gill
G.,
An
essential
contribution
by
IFN‐y
to
CD8+
T
cell‐mediated
rejection
of
pancreatic
islet
allografts.
The
Journal
of
Immunology,
2000.
165:
p.
247‐255.
38.
Bose
A.,
Inoue
Y.,
Kokko
K.E.,
Lakkis
F.G.,
Cutting
edge:
Perforin
down‐regulates
CD4
and
CD8
T
cell‐mediated
immune
responses
to
a
transplanted
organ.
The
Journal
of
Immunology,
2003.
170:
p.
1611–1614.
39.
Yasunami
Y.,
Kojo
S.,
Kitamura
H.,
Toyofuku
A.,
Satoh
M.,
Nakano
M.,
Nabeyama
K.,
Nakamura
Y.,
Matsuoka
N.,
Ikeda
S.,
Tanaka
M.,
Ono
J.,
Nagata
N.,
Ohara
O.,
Taniguchi
M.,
Valpha14
NK
T
cell–triggered
IFN‐y
production
by
Gr‐1+CD11b+
cells
mediates
early
graft
loss
of
syngeneic
transplanted
islets.The
Journal
of
Experimental
Medicine,
2005.
202(7):
p.
913–918.
40.
Toyofuku
A.,
Yasunami
Y.,
Nabeyama
K.,
Nakano
M.,
Satoh
M.,
Matsuoka
N.,
Ono
J.,
Nakayama
T.,
Taniguchi
M.,
Tanaka
M.,
Ikeda
S.,
Natural
killer
T‐cells
participate
in
rejection
of
islet
allografts
in
the
liver
of
mice.
Diabetes,
2006.
55:
p.
34–39.
41.
Cross
S.E.,
Richards
S.K.,
Clark
A.,
Benest
A.V.,
Bates
D.O.,
Mathieson
P.W.,
Johnson
P.R.V.,
Harper
S.J.,
Smith
R.M.
,
Vascular
endothelial
growth
factor
as
a
survival
factor
for
human
islets:
Effect
of
immunosuppressive
drugs.
Diabetologia,
2007.
50:
p.
1423–1432.
56
Multi
Disciplinaire
Opdracht
42.
Interview
met
Engbersen
J.F.J.,
Biomedical
chemistry
,
09‐06‐2008.
43.
Interview
met
Poot
A.A.,
09‐06‐2008.
44.
Apeldoorn
van,
A.,
09‐06‐2008.
45.
Krüger
B.,
Weber
I.,
Albrecht
E.,
Mooren
F.C.,
Lerch
M.M.,
Effect
of
hyperthermia
on
premature
intracellular
trypsinogen
activation
in
the
exocrine
pancreas.
Biochemical
and
Biophysical
Research
Communications,
2001.
282(1):
p.
159– 165.
46.
Marselli
L.,
Thorne
J.,
Ahn
Y.,
Omer
A.,
Sgroi
D.C.,
Libermann
T.,
Sharma
A.,
Otu
H.H.,
Bonner‐ Weir
S.,
Weir
G.C.,
Gene
expression
of
purified
B‐ cell
tissue
obtained
from
human
pancreas
with
laser
capture
microdissection.
Journal
of
Clinical
Endocrinology
&
Metabolism,
2008.
93(3):
p.
1046–1053.
47.
Vakgroep
Biophysical
Engineering
48.
Pissuwan
D.,
Valenzuela
S.M.,
Cortie
M.B.,
Therapeutic
possibilities
of
plasmonically
heated
gold
nanoparticles.
TRENDS
in
Biotechnology,
2006.
24(2).
49.
Tissue
Regeneration
vakgroep,
Universiteit
Twente.
50.
Shearer
J.D.,
Coulter
C.F.,
Engeland
W.C.,
Roth
R.A.,
Caldwell
M.D.,
Insulin
is
degraded
extracellularly
in
wounds
by
insulin‐degrading
enzyme.
American
Journal
of
Physiol
‐
Endocrinology
and
Metabolism,
1997.
273:
p.
657‐ 664.
51.
Teramura
Y.,
Iwata
H.,
Islets
surface
modification
prevents
blood‐mediated
inflammatory
responses.
American
Chemical
Society,
2008.
52.
Tjernberg
J.,
Ekdahl
K.N.,
Lambris
J.D.,
Korsgren
O.,
Nilsson
B.,
Acute
antibody‐mediated
complement
activation
mediates
lysis
of
pancreatic
islets
cells
and
may
cause
tissue
loss
in
clinical
islet
transplantation.
Transplantation,
2008.
85(8):
p.
1193–1199.
53.
Bennet
W.,
Sundberg
B.,
Groth
C.,
Brendel
M.D.,
Brandhorst
D.,
Brandhorst
H.,
Bretzel
R.G.,
Elgue
G.,
Larsson
R.,
Nilsson
B.,
Korsgren
O.,
Incompatibility
between
human
blood
and
isolated
islets
of
Langerhans
A
finding
with
implications
for
clinical
intraportal
islet
transplantation?Diabetes
1999.
48:
p.
1907–1914.
54.
C.A,
van
Blitterswijk.,
Tissue
Engineering
14.2
blz
405.
2008,
Elsevier.
55.
Wang
W.,
Upshaw
L.,
Zhang
G.,
Strong
D.M.,
Reems
J.,
Adjustment
of
digestion
enzyme
composition
improves
islet
isolation
outcome
from
marginal
grade
human
donor
pancreata.
Cell
Tissue
Banking,
2006.
8:
p.
187–194.
56.
Kruijer
W.,
Professor
in
Molecular
Cell
Biology,
Universiteit
Twente.
57.
Yoon
J.,
Jun
H.,
Autoimmune
destruction
of
prancreatic
b
cells.
American
Journal
of
Therapeutics,
2005.
12(6):
p.
580–591.
58.
Green
E.A.,
Gorelik
L.,
McGregor
C.M.,
Tran
E.H.,
Flavell
R.A.,
CD4+
CD25+
T
regulatory
cells
control
anti‐islet
CD8+
T
cells
through
TGF‐ beta–TGF‐beta
receptor
interactions
in
type
1
diabetes.
PNAS,
2003.
100(19):
p.
10878–10883.
59.
Konturek
J.W.,
Hengst
K.,
Kulesza
E.,
Gabryelewicz
A.,
Konturek
S.J.,
Domschke
W.,
Role
of
endogenous
nitric
oxide
in
the
control
of
exocrine
and
endocrine
pancreatic
secretion
in
humans.
Gut,
1997.
40:
p.
86‐91.
60.
Das
S.K.,
Vasudevan
D.M.,
Essential
factors
associated
with
hepatic
angiogenesis.Life
Sciences,
2007.
81:
p.
1555–1564.
57
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Bijlage
A
Diabetes
mellitus
type
I
Diabetes
mellitus
type
I,
ook
wel
insulineafhankelijke
diabetes
mellitus
genoemd,
is
een
auto‐ immuunziekte
veroorzaakt
door
de
vernietiging
van
insulineproducerende
bèta
cellen.
Deze
cellen
bevinden
zich
in
de
eilandjes
van
Langerhans
in
de
pancreas.28,57
De
oorzaak
van
auto‐immuun
diabetes
type
I
is
multifactorieel,
er
zijn
genetische
factoren
en
omgevingsfactoren
die
een
rol
spelen
bij
de
initiatie
en
progressie
van
apoptose
van
de
bèta
cellen.
Aan
de
hand
van
onderstaand
figuur
zal
de
auto‐immuun
reactie
worden
besproken(figuur
29).
Figuur
29:
Auto‐immuun
reactie
diabetes
mellitus
type
I.
Histologische
analyse
van
de
pancreas
bij
patiënten
met
diabetes
mellitus
type
I
laat
een
infiltratie
in
de
eilandjes
van
Langerhans
zien
door
T
en
B
cellen,
macrofagen
en
NK‐cellen.
Daarnaast
worden
er
autoantilichamen
aangetroffen
die
reageren
op
de
eilandjes
van
Langerhans.57
Autoantigenen
die
vrijgemaakt
worden
door
bèta
cellen
worden
verwerkt
door
Antigeen
Presenterende
Cellen
(APCs)
zoals
Dendritische
Cellen
(DCs)
en
macrofagen
welke
vervolgens
worden
gepresenteerd
aan
T
helper
cellen
(CD4+
Th1
cel)
in
samenwerking
met
HLA
klasse
II
moleculen.
De
betrokken
APCs
scheiden
IL‐12
uit
welke
CD4+
Th1
cellen
activeert.
Dit
zorgt
er
voor
dat
de
immuunbalans
tussen
effector
cellen
en
regulatoire
cellen
wordt
verstoord.
T
cellen
zijn
in
te
delen
in
drie
typen,
namelijk
de
effector
T
58
Multi
Disciplinaire
Opdracht
cellen,
CD8+
cytotoxische
T
cellen,
CD4+
Th1
cellen
en
CD4+
Th2
cellen.
De
functie
van
Th1
cellen
is
het
activeren
van
macrofagen.
Th2
cellen
zijn
verantwoordelijk
voor
de
differentiatie
van
inactieve
B
cellen
in
plasmacellen.28
CD4+
Th1
cellen
produceren
IL‐2,
IFN‐γ,
TNF‐α
en
TNF‐ß.
IL‐2
zorgt
er
voor
dat
bèta
cel
specifieke
Pre
Cytotoxische
T
lymfocyten
(CTLs)
CTLs
worden.28
IL‐2
bindt
aan
de
CD4+
T
cellen
doordat
deze
T
cellen
CD25
op
hun
membraan
hebben,
CD25
is
een
deel
van
de
IL‐2
receptor.28,58
IFN‐γ
zorgt
ervoor
dat
macrofagen
cytotoxisch
worden.
Deze
cytotoxische
macrofagen
scheiden
bèta
cel
cytotoxische
cytokines
uit
zoals
IL‐1b,
TNF‐α,
IFN‐γ
en
vrije
radicalen.
Deze
door
de
macrofagen
geproduceerde
cytokines
zijn
van
invloed
op
de
expressie
van
FasL
op
bèta
cellen
wat
tot
FasL‐geïnitieerde
apoptose
leidt.
Bèta
cel
antigeenspecifiek
CTLs
herkennen
antigenen
die
aanwezig
zijn
op
bèta
cellen
in
combinatie
met
HLA
klasse
I
moleculen.
Deze
CTLs
geven
tevens
granzymen
af
en
brengen
perforine
tot
expressie
welke
toxisch
zijn
voor
de
bèta
cellen.
De
autoantigenen
van
de
bèta
cellen
uit
de
pancreas
hebben
tot
doel
om
voor
immuun
gerelateerde
vernietiging
van
bèta
cellen
te
zorgen.
Dit
is
dan
ook
de
reden
dat
er
wordt
gedacht
dat
de
antigeenspecifieke
immuunreactie
betrokken
is
bij
het
beschadigen
van
bèta
cellen.
De
aanwezigheid
van
autoantilichamen
en
autoreactieve
T
cellen
die
gericht
zijn
tegen
bèta
cel
autoantigenen
worden
gezien
als
de
meest
gangbare
immunologische
markers
bij
patiënten
met
diabetes
mellitus
type
I.
Enkel
voorbeelden
van
autoantigenen
zijn
insuline
en
GAD.
Het
GAD
antilichaam
wordt
gevonden
in
70%–75%
van
de
diabetes
mellitus
type
I
diabetes
patiënten
en
in
1%–2%
van
gezonde
personen.
Het
autoantigeen
insuline
wordt
gevonden
in
50%‐70%
van
de
kinderen
die
aan
diabetes
mellitus
type
I
lijden.
Dit
is
een
eerste
aanwijzing
voor
een
aanwezig
auto‐immuun
proces.57
Samenvattend,
geactiveerde
macrofagen,
CD4+Th1
cellen
en
CD8+T
cellen
zorgen
ervoor
dat
de
bèta
cellen
sterven,
wat
leidt
tot
de
auto‐immuunziekte
diabetes
mellitus
type
I.
59
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Bijlage
B
B1
–
Veneuze
afvoer
Er
wordt
gedacht
dat
de
veneuze
afvoer
afhankelijk
is
van
de
grootte
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Eilandjes
groter
dan
100
µm
draineren
meteen
in
de
venen
die
op
hun
beurt
in
de
portale
circulatie
uitmonden.
Terwijl
het
bloed
uit
de
kleinere
eilandjes
eerst
draineert
in
het
insulo‐ portale
systeem
waarbij
het
exocriene
weefsel
eerst
doorbloed
wordt
voordat
het
bloed
de
vena
porta
instroomt.
Andersom
kan
het
bloed
vanuit
het
exocriene
weefsel
de
eilandjes
van
Langerhans
perfunderen.
Dit
laat
zien
dat
er
sprake
is
van
een
bilaterale
communicatie.14
B2
–
Regulatie
bloedstroom
Het
regelen
van
de
bloedstroom
door
de
eilandjes
van
Langerhans
is
zeer
complex.
Er
zijn
vele
mechanismen
betrokken
bij
de
regulatie
van
de
perfusie.
Deze
mechanismen
worden
geïnitieerd
door
signalen
van
het
neurale,
hormonale
en
circulatoire
systeem.
Zo
heeft
NO
een
direct
effect
op
de
microcirculatie
en
is
het
een
instabiele
vasodilatator.
NO
wordt
gesynthetiseerd
door
NO
synthase
(NOS)
uit
L‐Arginine
(L‐Arg)
in
onder
andere
de
VECs
en
de
bèta
cellen.
Daarnaast
beïnvloedt
de
NO
productie
de
hormoonsecretie
op
een
directe
manier.
Dit
leidt
tot
een
remming
van
de
insuline
afgifte
en
verhoging
van
de
glucagon
afgifte.
Bij
onderdrukking
van
NOS
verlagen
de
pancreatische
enzymsecretie,
het
plasma
insuline
en
de
pancreatische
polipeptide
niveaus.
Hieruit
kan
men
concluderen
dat
endogeen
NO
effect
heeft
op
zowel
de
exocriene
als
de
endocriene
afgifte
van
de
pancreas.
Een
andere
belangrijke
directe
mediator
van
de
eilandjes
hyperaemie
is
adenosine
die
geproduceerd
wordt
als
adenosine
trifosfaat
(ATP)
door
het
aëroob
eilandjes
metabolisme.
Dit
veroorzaakt
locale
vasodilatatie
waardoor
de
bloedstroom
verhoogt
wordt.
Andere
regulatoren
waaronder
voedingsstoffen
en
hormonen
bereiken
de
pancreas
via
de
bloedstroom.
Deze
zorgen
voor
indirecte
effecten
op
de
microcirculatie
door
de
interactie
met
vasoconstictors
en
vasodilatators
in
de
eilandjes
van
Langerhans.
Het
neurale
systeem
is
verantwoordelijke
voor
directe
veranderingen
in
de
perfusie
van
het
eilandje.
Hormonen
die
afgegeven
worden
door
de
endocriene
cellen
hebben
een
vasoactief
effect.
Insuline
daarentegen
staat
bekend
als
een
vasodilatator
door
het
activeren
van
de
endotheliale
NOS.
Somatostatine
(SST)
is
een
peptide
hormoon
dat
uiteenlopende
regulatoire
effecten
in
de
pancreas
heeft.
Octreotiede,
een
SST
analoog,
leidt
de
pancreatische
bloedstroom
door
de
exocriene
pancreas.
Dit
zorgt
er
dus
voor
dat
de
bloedstroom
in
de
eilandjes
van
Langerhans
afneemt
zonder
de
totale
perfusie
van
de
pancreas
te
beïnvloeden.
Dit
kan
komen
door
vasoconstrictie
die
geïnitieerd
wordt
door
SST
en
Ocreotide
welke
reageren
op
het
vasculair
gladspierweefsel
en
SST
receptoren
(SSTRs),
welke
tot
expressie
komen
op
de
vasculaire
wand.
Er
is
waargenomen
dat
SST
een
remmende
werking
heeft
op
de
NO
productie
door
de
werking
op
de
SSTR1‐3
receptor.
De
effecten
van
pancreatische
polypeptide
en
glucagon
zijn
in
mensen
nog
onbekend.
Daarnaast
zijn
er
cellulaire
mechanismen
bekend
die
de
perfusie
reguleren.
Zo
zouden
kalium
kanalen
in
de
eilandjes
van
Langerhans
werken
op
twee
cellen.
Namelijk
op
de
vasculaire
gladde
spiercellen
en
de
bèta
cellen,
waar
respectievelijk
Kir6.1
en
Kir6.2
tot
expressie
worden
gebracht.
Andere
endocriene
celtypen
van
het
eilandje
van
Langerhans
brengen
ook
het
eind
kanaal
tot
expressie.
Beide
kanalen
hebben
structurele
gelijkenissen
en
hebben
invloed
op
de
insuline
afgifte
en
vasodilatatie
door
respectievelijk
bèta
cellen
en
vasculaire
gladde
spiercellen.
Adenosine
werkt
ook
op
de
kalium
kanalen
om
zo
vasodilatatie
in
de
eilandjes
te
veroorzaken.14,59
60
Multi
Disciplinaire
Opdracht
B3
–
Groeifactoren
betrokken
bij
de
angiogenese
Angiopoëtines
reguleren
de
maturatie
van
neovasculatuur
van
geprolifereerde
endotheelcellen.
Ang‐ 1
remt
vasculaire
ontsteking,
plasma
lekkage
en
endotheliale
apoptose
terwijl
Ang‐2
in
afwezigheid
van
VEGF
chronisch
angiogenese
initieert.
Matrix
Metalloproteines
(MMP)
wordt
in
latente
vorm
afgegeven
en
geactiveerd
door
proteolyse.
Dit
degradeert
componenten
van
de
extracellulaire
matrix.
Fibrosis
Growth
Factor
(FGF)
wordt
onder
invloed
van
VEGF
afgescheiden
en
stimuleert
proliferatie,
differentiatie
en
angiogenese.
Transforming
Growth
Factor
(TGF)
is
een
multifunctionele
cytokine
die,
wanneer
wordt
geactiveerd,
een
functie
heeft
bij
de
regulering
van
de
celcyclus,
differentiatie,
extracellulaire
matrix
formatie,
hematopoëse,
angiogenese,
chemotaxie,
immunologie
en
apoptose.60
B4
–
Angiogenese
en
werking
NO
in
de
lever
Toxische
effecten
uiten
zich
bij
een
redoxreactie
met
O2.
Normale
concentraties
van
NO
verhinderen
hepatocyten
apoptose.
Na
leverschade
activeert
NO
de
Hepatic
Stellate
Cells
(HSCs)
welke
zorgen
voor
een
extracellulaire
matrix
en
actine‐
en
myosinefilamenten.
Een
vermindering
van
NO
productie
door
de
Sinusoidal
Endothelial
Cells
(SECs)
stimuleert
vervolgens
de
sinusoïdale
vasoconstrictie.
Eenhoge
concentratie
van
TGF
is
te
vinden
in
SECs
en
Kupfer
cellen.
TGF
heeft
voornamelijk
een
autocriene
functie
bij
de
regeneratie
en
fibrogenese
van
de
lever
na
leverschade
of
hepatectomie.
Veel
cytokines
die
betrokken
zijn
bij
het
immuunsysteem
hebben
een
functie
bij
de
hepatische
angiogenese.
Zo
reageren
fibroblasten
op
Tumor
Necrosis
Factor
(TNF)‐α
door
een
verhoging
van
angiotensine
receptoren
en
van
MMP.
IL‐10
heeft
een
functie
bij
het
remodelleren
van
de
extracellulaire
matrix
door
de
productie
van
MMP
inhibitoren
(TIMP).
Vascular
Endothelial
Growth
Inhibitor
(VEGI)
staat
genetisch
onder
de
regulatie
van
ontstekingscytokines
en
kan
cellen
in
de
G0/G1
fase
van
de
celcyclus
kan
laten
stagneren
en
de
dood
van
prolifererende
cellen
programmeren.
Andersom
heeft
VEGF
juist
een
pro‐inflammatoire
werking
door
versterking
van
IFN‐ γ.
Thrombocyten
hebben
tevens
een
functie
in
de
regulatie
van
hepatische
angiogenese.
Ze
zijn
de
belangrijkste
transporteur
van
VEGF
en
een
belangrijke
regulator
van
angiostatine,
welke
een
remmer
is
van
hepatische
fibrosering.
Verder
zijn
er
nog
insulineachtige
groeifactoren
die
indirect
angiogenese,
zonder
remming
van
leverfibrosering
stimuleren.60
61
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Bijlage
C
Prevascularisatie
in
een
tissue
engineered
construct
De
vasculaire
connectie
van
de
allogene
eilandjes
van
Langerhans
en
de
locatie
waarin
de
eilandjes
komen
te
emboliseren
is
zoals
eerder
aangegeven
van
groot
belang
voor
de
korte
termijn
overleving
van
de
eilandjes.
Vanwege
het
feit
dat
de
angiogenese
van
de
ontvanger
in
de
praktijk
de
allogene
eilandjes
van
Langerhans
niet
adequaat
kan
perfunderen
moet
er
gefocust
worden
op
oplossingen
om
deze
te
bevorderen.
Optimalisatie
van
de
vasculaire
inbedding
is
er
op
gericht
om
in
de
pretransplantatie
fase
de
vasculatuur
van
het
transplantaat
zodanig
voor
te
bereiden
dat
deze
zo
optimaal
mogelijk
een
verbinding
aan
kan
gaan
met
de
vasculatuur
van
de
ontvanger.
Er
kan
onderscheid
gemaakt
worden
op
het
gebied
van
de
snelheid
van
het
perfunderen
van
het
te
transplanteren
weefsel.
Hier
vallen
respectievelijk
onderin
vivo
prevascularisatie,
in
vitro
prevascularisatie,
gericht
angiogenetische
factoren
toedienen
en
als
laatste
het
tissue
engineered
construct.
Hieronder
volgt
een
kort
overzicht
van
de
mogelijkheden
van
prevascularisatie
met
betrekking
tot
een
tissue
engineered
construct.
Bij
in
vivo
prevascularisatie
wordt
de
verbinding
microchirurgisch
bewerkstelligd
en
zorgt
deze
voor
een
directe
perfusie
van
het
transplantaat.
Voorafgaand
aan
de
transplantatie
moet
het
tissue
engineered
construct
in
vivo
bij
een
arterie
gebracht
worden
waarna
er
spontane
angiogenese
plaats
moet
vinden
om
het
tissue
engineered
construct
via
een
capillair
netwerk
te
perfunderen.
Vervolgens
wordt
het
tissue
engineered
construct
op
de
gewenste
locatie
heringebracht.
Bij
in
vitro
prevascularisatie
wordt
er
in
een
kweek
opstelling
de
vaatvoorziening
zodanig
voorbereid
dat
deze
zo
optimaal
mogelijk
een
verbinding
aan
kan
gaan
met
de
ontvanger.
Hierbij
kan
onderscheidt
gemaakt
worden
tussen
ingroei
door
spontane
angiogenese
en
door
microchirurgisch
gemaakte
verbindingen.
Het
tissue
engineered
construct
ontwerp
draagt
tevens
bij
aan
de
spontane
angiogenese.
Gebruikte
materialen
en
samenstelling,
vorm
en
locatie
van
inbreng
zijn
hierbij
van
belang.
De
angiogenese
kan
daarnaast
bevorderd
worden
door
het
gericht
toedienen
van
angiogenetische
factoren.33
Het
toedienen
van
groeifactoren
kan
echter
ook
een
nadelig
effect
hebben.
Hier
zal
later
verder
op
ingegaan
worden.
Als
er
gekeken
wordt
naar
de
mogelijkheden
van
in
vivo
prevascularisatie
kan
deze
optie
direct
afgewezen
worden
op
grond
van
invasiviteit.
Er
zijn
tenminste
twee
invasieve
ingrepen
nodig
om
een
geprevasculariseerd
tissue
engineered
construct
op
deze
wijze
in
te
brengen.
Tevens
zijn
de
kleine
capillairen
bij
diabetes
mellitus
type
I
patiënten
beschadigd
wat
de
groei
van
een
capillair
netwerk
van
een
arterie
naar
het
tissue
engineered
construct
bemoeilijkt.
De
beste
oplossing
lijkt
het
in
vitro
prevasculariseren
van
een
tissue
engineered
construct
in
combinatie
met
een
uitgedacht
tissue
engineered
construct
ontwerp.
Dit
kan
uiteindelijk
zorgen
voor
de
snelste
manier
van
perfunderen.
In
vitro
prevascularisatie
is
gebaseerd
op
het
feit
dat
het
met
endotheelcellen
mogelijk
is
om
prevasculaire
structuren
te
vormen
door
ze
onder
de
juiste
omstandigheden
te
kweken.
Tijdens
de
in
vitro
prevascularisatie
worden
de
endotheelcellen
toegevoegd
aan
het
tissue
engineered
construct
waardoor
deze
voorzien
is
van
een
prevasculair
netwerk
om
het
moment
van
transplantatie.
Na
transplantatie
kan
deze
vasculatuur
door
middel
van
angiogenese
vasculaire
verbindingen
aangaan
met
de
ontvanger.
Doordat
het
weefsel
niet
in
hoeft
te
groeien
in
het
gehele
tissue
engineered
construct,
neemt
de
tijd
dat
deze
geperfundeerd
wordt
af
in
de
orde
van
weken
tot
dagen.
Zou
dit
62
Multi
Disciplinaire
Opdracht
geprevasculariseerd
tissue
engineered
construct
microchirurgisch
worden
verbonden
met
de
vasculatuur
van
de
ontvanger
dan
zou
deze
direct
geperfundeerd
worden.
Er
moet
geconcludeerd
worden
dat
bij
prevascularisatie
gericht
moet
worden
op
gesynthetiseerde
vaten
die
in
de
buurt
moeten
liggen
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Hierdoor
kan
door
diffusie
uitwisseling
plaatsvinden
van
zuurstof
en
voedingsstoffen.
Daarnaast
kunnen
vasculaire
verbindingen
gevormd
worden
tussen
de
eilandjes
van
Langerhans
en
de
gesynthetiseerde
vaten
via
angiogenese.
Om
uiteindelijk
een
geprevasculariseerde
structuur
te
krijgen,
kunnen
endotheelcellen
van
het
eilandjestype
gecombineerd
worden
met
voorlopercellen.
De
omstandigheden
tijdens
de
fabricage
van
het
vasculaire
netwerk
bepalen
hoe
voorlopercellen
zich
zullen
differentiëren
en
zal
daarom
zoveel
mogelijk
moeten
lijken
op
het
milieu
van
de
eilandjes
van
Langerhans.
Indien
groeifactoren
toegediend
zouden
worden,
kan
dit
het
externe
milieu
zodanig
veranderen
dat
het
omliggende
weefsel
ongewenst
differentieert.
Het
is
echter
nog
onbekend
hoe
dit
zich
uit
bij
de
eilandjes
van
Langerhans.
Er
is
tevens
aangetoond
dat
het
toedienen
van
groeifactoren
niet
noodzakelijk
is
om
een
prevasculair
netwerk
te
vormen
zodat
het
externe
milieu
niet
verstoord
hoeft
te
worden
door
groeifactoren.33
63
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Bijlage
D
Brainstormschema
deelvragen
als
in
plan
van
aanpak
13
mei
2008
Brainstormschema
oplossingen
30
mei
2008
64
Multi
Disciplinaire
Opdracht
Brainstormschema
3
juni
2008
65