OPSTIJGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER
TECHNISIL MS ECO TECHNISIL MS TECHNISIL MS HYBRIDE TECHNICURE CS TECHNIPLATRE TECHNIMIX +
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
2 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 OPSTIJGEND VOCHT
HOOFDSTUK 1 OPSTIJGEND VOCHT A. Algemene principes 1. Oorsprong van opstijgend vocht (ook capillaire opzuiging genoemd) 2. Schade veroorzaakt door opstijgend vocht 3. Vastgestelde pathologische verschijnselen & tekenen van vroegere interventies 4. De verschillende interventietechnieken voor behandeling van opstijgend vocht B. Behandeling van capillaire opzuiging met het “TECHNICHEM”-procedé 1. Definitie van het procedé 2. Kenmerken van de producten en keuze van een TECHNICHEM-product 3. Diagnose 4. De meetapparaten 5. Toepassing van het procedé 6. Injectiemateriaal HOOFDSTUK 2 HYGROSCOPISCHE EIGENSCHAPPEN VAN DE ZOUTEN IN DE MATERIALEN A. Inleiding B. Remedies C. Keuze van een TECHNICHEM-product Het belang van de hygroscopische zouten in metselwerk dat te lijden heeft van opstijgend vocht is een voldoende reden om het lezen van deze hele benadering aan te bevelen, met andere woorden ook van de hoofdstukken 1 en 2. HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE FICHES
A. ALGEMENE PRINCIPES 1. Oorsprong van opstijgend vocht (ook capillaire opzuiging genoemd) Wanneer aan de basis van een muur geen of een defect dichtheidsmembraan aanwezig is, zullen de bouwmaterialen die in aanraking komen met water of met de vochtige bodem met capillaire opzuiging te maken krijgen. De migratie van water door capillaire opstijging wordt gekenmerkt door een maximaal waterpercentage bij de bron (onderkant van de muur), met geleidelijke daling van dit watergehalte van beneden naar boven, om een minimumwaarde (evenwichtswaarde) te bereiken op een hoogte van ongeveer één meter. De omvang van de capillaire opzuiging van water in een muur hangt af van: ■ de betrokken materialen, ■ de dikte van de muren en hun gehalte aan zouten, ■ de totale porositeit, ■ het potentiële verdampingsvermogen. Alle materialen die in metselwerk worden gebruikt (baksteen, stenen of mortel) bevatten inderdaad in de massa kleine holten, “poriën” genoemd. Het totale volume van deze poriën vormt de totale porositeit van de materialen. Alle traditionele metselwerken die in directe aanraking komen met de bodem, zijn aan dit fenomeen onderworpen, zelfs als ze bestaan uit breuksteen of uit blokken van zeer weinig poreus materiaal (blauwe hardsteen, porfier, silicaatachtige keien…). In deze gevallen is het de mortel die dienst doet als transportmiddel. Capillaire opzuiging kan eveneens voorkomen in scheidingswanden en binnenmuren die rusten op een ondervloer van cement of op vochtig beton.
WATERWEREND MEMBRAAN WATER
ZONDER MEMBRAAN
FOUT IN HET MEMBRAAN
VOCHT + OPLOSBARE MINERALE ZOUTEN FUNDERING
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
3 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER Metselwerk dat in aanraking komt met een waterbron werkt als een pomp, een vloeipapier! 2. Schade veroorzaakt door opstijgend vocht De veroorzaakte schade is onder andere: ■ esthetisch (vervuiling, loskomen of beschadiging van de bekleding); ■ energetisch (thermische isolatie); ■ allergisch (schimmels). 3. Vastgestelde pathologische verschijnselen & tekenen van vroegere interventies 3.1. Pathologische verschijnselen Opstijgend vocht herkent men het vaakst aan: ■ beschadiging van voegen, mortel en bakstenen onderin de muren; ■ aanwezigheid van mossen onderaan de buitenzijde van de muren; ■ een hoge algemene vochtigheid binnen in de woning; ■ de aanwezigheid van schimmels en/of zwammen (zwarte of gekleurde vlekken) onderin de muren; INTERVENTIETECHNIEK
de aanwezigheid van witte zouten op de muren en/of het loskomen van behangpapier en bekleding (onderaan de muren); ■ loskomen van de pleisterlagen onderop de muren (holle klank); ■ de vochtigheid van de meeste muren tot een hoogte van 0,5 tot 1,5 meter. ■
3.2 Tekenen van vroegere ingrepen Opstijgend vocht in oude huizen wordt ook verraden door de aanwezigheid van: ■ ondermuren die geteerd en/of ingesmeerd zijn; ■ lambrisering of buitenbepleistering met cement; ■ cementering en/of behang van lood- of aluminiumfolie aan de binnenzijde. 4. De verschillende interventietechnieken voor behandeling van opstijgend vocht Uittreksel uit de TV 210 van het W.T.C.B. (Technisch en Wetenschappelijk Centrum voor het Bouwbedrijf) van december 1998: overzichtstabel van de interventietechnieken.
WERKINGSPRINCIPE
DOELTREFFENDHEID VAN DE OPMERKINGEN DROOGMAKING Aanbrengen van een dicht- Blokkering van opstijgend Uitstekend Moeilijk toe te passen in dikke muren, muren heidsmembraan vocht met stabiliteits¬gebreken, metselwerk van breuksteen… Injectie van vochtafstotenBlokkering van opstijgend Uitstekend voor producten Voor producten in een solventfase moet rekede producten vocht van het type “siliconen”, ning gehouden worden met de verdamping van beperkt voor siliconaten de organische oplosmiddelen in het geval van bewoonde gebouwen. Bedekking van metselwerk Verticale barrière, belet de Voorkomt opstijging van Indien alleen gebruikt kan dit vochtproblemen boven het grondniveau verdamping vocht niet boven het interventieniveau versterken; eventueel te gebruiken als aanvulling bij een bewerking om opstijgend vocht te blokkeren. Buitenbescherming van “Verticale” bescherming Voorkomt opstijging van Boven het grondniveau aan te vullen met een ondergronds metselwerk, van ondergronds metselvocht niet behandeling om opstijgend vocht te blokkeren. interne bekuiping werk Elektro-osmose Passief of actief Wisselvallig In ons land praktisch niet toegepast, wegens de onzekere resultaten. Elektroforese Bevordert de migratie van Weinig bekend Weinig werfervaring in ons land. geïnjecteerde producten, met behulp van een potentiaalverschil Elektromagnetisch systeem Interferentie van elektroWeinig bekend Weinig werfervaring in ons land. magnetische velden
Deze tabel vat de lessen samen die kunnen getrokken worden uit een dertigtal jaren opzoeking, werfopvolging en contacten met de betrokken middens in België en in het buitenland. Zij toont duidelijk de hogere doeltreffendheid aan van oplossingen op basis van siloxanen in organische solventen, in vergelijking met waterige oplossingen van siliconaten, vooral in het geval van: zeer vochtige muren; hoge concentraties aan zouten; ■ dik metselwerk. ■ ■
4.1. Doeltreffendheid van injecteerbare samenstellingen Uittreksel uit de TIN 210 van het W.T.C.B. (Technisch en Wetenschappelijk Centrum voor het Bouwbedrijf) van december 1998: doeltreffendheid van enkele samenstellingen die kunnen ingespoten worden in vochtig metselwerk van baksteen van gebakken aarde.
SAMENSTELLINGEN Alkalische silicaten en mengsels van alkalische silicaten en siliconaten Synthetische harsen (epoxyharsen of polyurethanen) Acrylamidegel Kaliumsiliconaten Siliconenharsen, gefluoreerde copolymeren, aluminiumstearaten Alkoxypolysiloxanen (oligomere siliconen)
CONCENTRATIE (%) ± 25
DOELTREFFENDHEID Laag
EFFECT Poriënvullend
5 tot 20
Middelmatig Poriënvullend
± 20 7,5 tot 15 0,5 tot 13
Middelmatig Poriënvullend Middelmatig Hydrofoob Goed Hydrofoob
5 tot 10
Zeer goed
Hydrofoob
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
4 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER Producten op basis van “poriënvullers” migreren moeilijk in vochtige materialen, ze hebben nadelige neveneffecten en/of bieden onvoldoende prestaties. Producten met een “waterafstotend” (hydrofoob) karakter hebben daarentegen de neiging de oppervlakte-energie van de poriën en capillairen in de materialen te verlagen en ze daardoor waterafstotend te maken. De injectie van een waterwerend product in de massa veroorzaakt een afname van de oppervlaktespanning van de ondergrond en zorgt zo voor een waterafstotend effect. B. BEHANDELING VAN CAPILLAIR OPSTIJGEND VOCHT VIA HET “TECHNICHEM”-PROCEDÉ
Dit procedé bestaat erin over de hele dikte van de muren een anticapillaire onderbreking te vormen door injectie. De behandelde zone van de muren (de voet van de muren) wordt hierdoor definitief waterwerend en ze blokkeert volledig de migratie van water van beneden naar boven door capillaire werking. De doeltreffendheid van de behandeling wordt mee bepaald door: ■ de kwaliteit van de boringen (plaats, tussenafstanden en diepte van de boringen); ■ de kwaliteit van de ingespoten producten; ■ de beheersing van het inspuiten (controle van de geïnjecteerde hoeveelheden met behulp van een doorstroommeter); ■ de continuïteit van de anticapillaire barrière.
Sedert 20 jaar is TECHNICHEM fabrikant en voorstander van producten voor het bestrijden van problemen met capillair opstijgend vocht in metselwerk, via het procedé van inspuiting van hydrofobe harsen. 1. Definitie van het procedé Wij raden uitsluitend de interventietechniek “Injectie van hydrofobe producten” aan (zie de bovenstaande tabel van het W.T.C.B., § 1.1.4 Interventietechnieken voor de behandeling van opstijgend vocht).
2. Kenmerken van de producten en keuze van een Technichem-product Als injectieproducten fabriceren wij uitsluitend oligomere siliconen, zoals vermeld in de hiervoor vernoemde W.T.C.B.-tabel.
Kenmerken Aangeraden voor: (keuze van het injectieproduct)
TECHNISIL M.S. ECO TECHNISIL M.S. TECHNISIL M.S. HYBRIDE Alle gevallen (sterk aanAlle gevallen Alle gevallen (sterk aanbevolen voor bewoonde bevolen voor bewoonde ruimten, dankzij het ruimten, dankzij het reukloze karakter) reukloze karakter) Uitzicht: Fluorescerende groene Fluorescerende rode Melkachtig troebele vloeistof vloeistof blauwe vloeistof Actieve bestanddelen (%) 80 (K.I.K.-rapport) 10 10 Vlampunt (°C) Hoger dan 100 °C Hoger dan 60 °C Viscositeit (cPs) Lager dan 100 Lager dan 100 5 cps Dichtheid bij 25 °C 0,80 0,80 1,1 Verdunningsmiddel Paraffinisch vloeibaar hars Gedearomatiseerd solvent water Geur Index 3 Index 28 Types harsen R-Si/R-O-Al/C R-Si/R-O-Al R-Si/R-O-Al/C Toepassingen Bewoonde ruimten Bewoonde ruimten Bewoonde ruimten Verpakkingen KwaliteitsMetaal (25 - 200 l) Metaal (25 - 200 l) PE (25 - 200 l) controle - BUtgb (SECO Actief bestanddeel Actief bestanddeel Actief bestanddeel - CTBP + (MS ECO) Geur Geur Geur Kleur Kleur Kleur Stabiliteit Stabiliteit Stabiliteit Aantal polymeren 4 4 3
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
5 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER 3. Diagnose De vaststellingen en de metingen die tot doel hebben het voorkomen van vocht in een gebouw te lokaliseren en kwantitatief te bepalen, mikken direct op de diagnose van de mogelijke oorzaken en op de bepaling van de meest geschikte behandeling. In de onderstaande tabel worden de belangrijkste elementen vermeld, waarmee rekening moet gehouden worden bij het opnemen van de mogelijke oorzaken van de vastgestelde schade. RISICO’S OF OORZAKEN VAN VOCHT
VROEGERE INGREPEN PATHOLOGIE
VROEGERE INGREPEN PATHOLOGIE
VASTSTELLINGEN Ondermuren die geteerd en/of ingesmeerd zijn; Oude woning met lambrisering of externe cementbekleding Cementering en/of behang van lood- of aluminiumfolie aan de binnenzijde Oude woning die reeds het voorwerp was van isolatiewerkzaamheden (verbetering van de dichting, vervanging van deur- of raamkozijnen, plaatsing van dubbele beglazing of extra ramen, isolatie van de zolder of van de muren…) Beschadigde voegen, mortel en bakstenen onderin de muren Aanwezigheid van mossen onderaan de buitenzijde van de muren Hoge algemene luchtvochtigheid binnenin de woning Voorkomen van schimmels en/of zwammen (zwarte of gekleurde vlekken): • in de hoeken • onderin de muren • rond de ramen Voorkomen van witte zouten op de muren en/of het loskomen van behangpapier en bekleding (onderaan de muren) Loskomende pleisterlagen onderop de muren (holle klank) Vochtigheid van de meeste muren tot een hoogte van 0,5 à 1,5 meter. Natte buitenmuren, vooral naar het zuiden en/of westen Natte buitenmuren, vooral naar het noorden en/of oosten Natte muren, vooral in de hoeken Lokale vochtige zones Vochtige muren, hoofdzakelijk in niet-verwarmde ruimten (slaapkamers, bergplaatsen...)
Condensatie Hygroscope eigenschappen -
4. De meetapparaten Meetapparaten maken het mogelijk problemen snel te onderzoeken en ze zijn het onmisbare gereedschap voor elke diagnose. Alhoewel de waarden, gemeten met deze apparaten, vaak relatieve waarden zijn, zijn ze zeer doeltreffend voor het stellen van een diagnose en voor het opvolgen van de uitdroging van de muur. De migratie van water door capillaire opstijging wordt gekenmerkt door een maximaal waterpercentage bij de bron (voet van de muur), met geleidelijke daling van dit watergehalte van onder naar boven, om een minimumwaarde (evenwichtswaarde) te bereiken op een hoogte van ongeveer één meter. Wanneer er grote hoeveelheden zouten aanwezig zijn in de muren, kunnen we hoge waarden meten in het bovenste front van het capillair opgestegen vocht. Deze apparaten zijn complementair en ze hebben elk hun specifieke eigenschappen.
-
Opstijgend vocht x
-
-
-
-
-
x
-
-
-
-
-
x
-
-
-
x
-
-
-
-
-
-
-
x
-
x
-
Slagregen
Lokale lekken
Pathologi- Bouwvochsche zouten tigheid
-
x
x
-
x
-
x
x
x
x
-
x
x x x
x
x -
-
x -
x x x
-
-
x
-
x
-
-
x
x
-
x
-
-
-
x
-
x
-
-
x
-
x
x
-
x
-
-
-
-
-
x x
-
-
x
x
-
x
x
-
x
x
Hygrometer Mini ■ Meting van het % water door elektrische weerstandsmeting; ■ Dit apparaat is eenvoudig, stevig en goedkoop; ■ De methode is niet destructief en snel; ■ De metingen worden beinvloed door het zoutgehalte en ze zijn vooral vergelijkend. Hygromaster ■ Meting van het dauwpunt/ condensatie
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
6 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER Hygrometer Surveymaster SM ■ Meting van het % water door elektrische weerstandsof capaciteitsmeting; ■ Het apparaat is eenvoudig en stevig; ■ De methode is niet destructief en snel; ■ De metingen worden beinvloed door het zoutgehalte en ze zijn vooral vergelijkend. Carbidbom ■ Meting via een chemische reactie tussen calciumcarbid en het vocht in het genomen staal; ■ Eenvoudige, bijzonder nauwkeurige methode, aangeraden voor moeilijke werven en voor opvolging van de uitdroging van de muren. 5. Toepassing van het procedé 5.1 Voorbereiding van de te injecteren muren ■ Het deel van de muur waar moet geïnjecteerd worden vrijmaken; ■ Plinten, radiatoren en sanitaire elementen die het werk kunnen storen wegnemen; ■ Vloeren, muren en andere elementen die kunnen vervuild worden door het injectieproduct afdekken; ■ Het is aangeraden de binnenbepleistering te verwijderen, waardoor de muur sneller kan drogen en het deel van de bepleistering dat het sterkst is beladen met zouten wordt verwijderd (zie hoofdstuk 2). In dit geval moet de bepleistering worden verwijderd tot 40 - 50 cm boven de vochtgrens; ■ Aangetast metselwerk behandelen en herstellen. OPMERKING ■ Wanneer de aangetaste bepleistering niet wordt verwijderd, kan die tijdens de droogperiode loskomen en van de muur vallen; ■ Bovendien maakt de aanwezigheid van zouten in deze bepleistering ze zeer hygroscopisch; dit doet vochtige zones ontstaan wanneer het relatieve vochtgehalte van de lucht hoog is, en dit ondanks de volledige blokkering van het opstijgende vocht in de massa van de muren.
■
48 uur na de injectie is de barrière werkzaam. Na de behandeling zal het vocht dat al in de muren aanwezig was geleidelijk verdampen, gedurende 6 tot 12 maanden of meer, afhankelijk van het vochtgehalte, de porositeit en de dikte van de muren, van het type verwarming en ventilatie en van de weersomstandigheden. Gedurende de droogfase zal er meer zout tevoorschijn komen.
5.2.1. Algemeen geval
Onderin de muur horizontale of lichtjes schuine gaten boren, met een diameter van 12 tot 14 mm, op tussenafstanden van 10 tot 15 cm en met een diepte van 3/4 tot 4/5 van de dikte van de muur; ■ De gaten bij voorkeur boren in de voegen (mortel), min of meer op een horizontale lijn; ■ Het product onder lage druk inspuiten met behulp van de “Doorstroommeter”, zodanig dat 1,5 tot 2,5 liter per strekkende meter en per 10 cm muurdikte uniform wordt verdeeld; ■ Injecteren bij een zo laag mogelijke druk, en als het debiet van het injectieproduct onvoldoende is, de druk geleidelijk opvoeren. ■
5.2.2. Bijzondere gevallen Dikke muren
■
Voor muren die dikker zijn dan 60 cm, moeten boringen uitgevoerd worden langs de beide zijden. Voor de behandeling van één enkele zijde, worden het boren en het inspuiten uitgevoerd in twee fasen.
Zie hoofdstuk 2. 5.2. Uitvoering van de injecties ■ De injecties moeten altijd worden uitgevoerd op een niveau dat hoger is dan of gelijk aan het niveau van de aarde die in aanraking komt met het metselwerk en boven het niveau van de afgewerkte binnenvloer; ■ Men moet er altijd op letten dat de bepleistering de vloer niet raakt. Als er contact is tussen de bepleistering en de vloer, kan de barrière overbrugd worden door water, dat door de bepleistering gaat migreren en opnieuw schade zal veroorzaken;
Gedeeltelijk ondergrondse muren (het niveau van de aarde buiten is hoger dan het vloerniveau binnen) ■ De horizontale barrière moet aangebracht worden op 10 cm boven het niveau van de aarde; ■ Onder de horizontale barrière moet de muur die in aanraking komt met de aarde in de massa verzadigd worden, door alternerend (zigzagsgewijs) gaten te boren met tussenafstanden van 15 - 30 cm en 1,5 tot 2,5 liter injectieproduct per m2 en per 10 cm muurdikte te verdelen.
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
7 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER
Let op! Door een ondergrondse muur in de massa te injecteren wordt hij waterwerend, maar dit voorkomt waterinsijpeling via gaten, barsten enz. niet. Daarom wordt meestal aangeraden het ondergrondse deel van de muur af te bikken, de voegen te herstellen, een omzetting van de hygroscopische zouten uit te voeren en uiteindelijk een laag epoxyhars aan te brengen (“lichte bekuiping”). Voor nadere informatie over de behandeling van ondergrondse muren raadpleegt u ons dossier “Behandeling van ondergrondse muren”.
Binnenmuren met kelder of geventileerde sanitaire ruimten ■ De blokkeerzone tegen opstijgend vocht kan op drie verschillende niveaus aangebracht worden, afhankelijk van de muren die men wenst te beschermen (het laagst mogelijke niveau kiezen, in functie van de toegangsmogelijkheden en het niveau van de aarde aan de buitenzijde).
Muren van natuursteen ■ In het geval van zeer harde breuksteen, moeten de gaten geboord worden in de voegen, zo dicht mogelijk bij de grond. Voor wat zachtere breuksteen en steenblokken boort men de gaten op een horizontale lijn.
5.3 Te injecteren hoeveelheid product Over het algemeen moet tussen 1,5 en 2,5 liter per strekkende meter (lineair) en per 10 cm muurdikte ingespoten worden.
Muren van baksteen ■ De boringen moeten uitgevoerd worden in de eerste horizontale voeg boven de grond, op tussenafstanden van max. 10 tot 15 cm.
Bijvoorbeeld Voor een muur met een lengte van 1 m en een dikte van 40 cm, moet (1,5 à 2,5 liter x 4) = 6 à 10 liter product ingespoten worden. Als u een gat boort om de 10 cm, moet u 0,6 tot 1 liter per boring inspuiten. 6. Injectiematerieel Het injectiematerieel voor het TECHNICHEM-procedé bestaat uit: ■ een systeem om het injectieproduct onder druk te zetten: hetzij met behulp van een kuip, hetzij met een membraan- of een zuigerpomp (druk tussen 0,5 en 1,5 bar); ■ een doorstroommeter, waarmee de ingespoten hoeveelheden direct kunnen worden afgelezen, zowel per boring als op het einde van het werk; • een speciaal inspuitstuk met een spuitmond die de dichtheid garandeert en terugvloeiing van het product voorkomt.
Behandelde muur in contact met een niet-behandelde muur ■ Een verticale barrière vormen tussen de behandelde en de niet-behandelde muur, tot een hoogte van 1,5 à 2 meter. Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
8 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER HOOFDSTUK 2 HYGROSCOPISCHE EIGENSCHAPPEN VAN DE ZOUTEN IN DE MATERIALEN
B. REMEDIES Na de volledige opdrogingsperiode van de muur moet dus ook, vóór het aanbrengen van nieuwe bepleistering, een behandeling voorzien worden van de hygroscopische zouten op het oppervlak van het metselwerk en in bepaalde gevallen (bij zeer hoge zoutconcentraties) een behandeling in de massa van het metselwerk. Bepleistering (gips- of cementlagen) die verontreinigd is door zouten, zal inderdaad zeer moeilijk volledig opdrogen. Een bepleistering die verontreinigd is met zouten is ziek, en de meest doeltreffende en de goedkoopste remedie is ze volledig te vervangen. Vóór de vervanging van de bepleistering is het echter belangrijk een voorafgaande behandeling van de muren te voorzien door: 1- Ofwel een volledige verzadiging van de zouthoudende zones door injectie en/of verstuiving van een zoutomvormer, die hun nadelige werking teniet doet (chemische behandeling) en door aan de nieuwe bepleistering een vochtwerend additief toe te voegen.
A. INTRODUCTIR De hygroscopische zouten (nitraten chloriden) die in de bouwmaterialen en in de bodem voorkomen, kunnen migreren in de vochtige muren en in de bepleistering. Ze hebben een niet te verwaarlozen invloed op het metselwerk en op de bepleistering. Ze kunnen inderdaad het vocht uit de omgevingslucht opnemen en zo de normale uitdroging van het metselwerk beletten. Deze eigenschap het vocht uit de omgevingslucht op te vangen wordt trouwens benut in de “vochtvreters” op basis van zouten, die in de handel beschikbaar zijn. Deze nadelige invloed van de zouten kan nog verergerd worden wanneer het metselwerk in contact staat of kwam met zoutbronnen, afkomstig van industriële activiteiten (chloriden) of landbouwactiviteiten (nitraten). In dergelijke omstandigheden kan men, ondanks een totale blokkering van het capillair opstijgend vocht via het injectieprocedé (zie hoofdstuk 1), de hygroscopische werking van de zouten niet voorkomen. De zouten die voorkomen in de pleisterlagen houden dus lokaal het vocht vast aan het oppervlak, alhoewel de muur volledig droog is in de massa. Naast de sterk hygroscopische chloriden en nitraten, kunnen ook sulfaten problemen met vochtabsorptie veroorzaken, als ze voorkomen in hoge concentraties en het vochtgehalte van de omgevingslucht hoog is.
Het aanbrengen van een zoutomzetter gebeurt door verstuiving in twee lagen, met tussenpozen van ± 24 uur, tot verzadiging van de ondergrond (verbruik: ± 1 tot 1,5 l/m2). In extreme gevallen, met zeer hoge zoutconcentraties, kan de zoutomvormer in de massa ingespoten worden. Diameter van de boringen: 12 tot 14 mm; Diepte van de boringen: 10 cm; ■ In te spuiten hoeveelheid: 1,5 tot 2,5 l/m2; ■ Tussenafstand tussen de boringen: 15 tot 30 cm. Met MERCKOQUANT-strips kunt u snel een analyse van de zouten doorvoeren, zowel wat betreft hun concentratie als hun aard. ■ ■
2- Ofwel door het aanbrengen van een noppenticfolie tussen de muur en de nieuwe bepleistering = fysische of mechanische behandeling. De hiernavolgende tabel (uittreksel uit de TIN 210 van het W.T.C.B.) vermeldt ter informatie de verschillende zoutfamilies en het al dan niet hygroscopisch karakter van de types die het vaakst voorkomen in de bouw.
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
9 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER Zouten Formules Sulfaten MgSO4.7H2O CaSO4.2H2O Na2SO4 Na2SO4.10H2O K2SO4 Nitraten Mg(NO3)2.6H2O Ca(NO3)2.4H2O 5Ca(NO3)2 4NH4NO3 10H2O NaNO3 KNO3 Chloriden CaCl2.6H2O NaCl Carbonaten Na2CO3.7H2O Na2CO3.10H2O K2CO3.2H2O
Benaming
Hygroscopisch gedrag in Relatieve luchtvochtigheid normale thermohygrome- bij 20 °C in evenwicht met de trische omstandigheden verzadigde zoutoplossing (%)
Magnesiumsulfaat (Epsomzout, bitterzout) Calciumsulfaat (Gips) Natriumsulfaat (Thenardiet) Natriumsulfaat (Mirabiliet) Kaliumsulfaat
neen neen middelmatig neen neen
90 82 94 97
Magnesiumnitraat (Nitromagnesiet) Calciumnitraat (Nitrocalciet) Calciumsalpeter Natriumnitraat (nitratiet) Kaliumnitraat
ja ja ja ja neen
54 54 43 35 95
Calciumchloride (Antarticiet) Natriumchloride (Haliet)
ja middelmatig
31 76
Natriumcarbonaat Natriumcarbonaat (natriet) Kaliumcarbonaat
neen neen ja
87 (24,5 °C) 98 43
Bij het overlopen van deze tabel (uittreksel uit de TV 210 van het W.T.C.B.), kan men vaststellen dat de nitraten en chloriden (laagste waarden in de laatste kolom) de meest hygroscopische zijn en dat die het vocht dat in normale thermohygrometrische omstandigheden in de lucht aanwezig is opvangen. C. KEUZE VAN EEN TECHNICHEM-PRODUCT TECHNICURE CS neutralisatie & omzetting van hygroscopische zouten TECHNIPLATRE waterwerend additief voor bepleistering met gips TECHNIMIX + waterwerend additief voor bepleistering met cement Voor uw lastenboeken, technische fiches, technisch advies: Tel. 071 813234
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
10 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
11 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.
12 OPSTIGEND VOCHT TECHNISCHE DOSSIER
Alle raadgevingen verspreid via dit dossier zijn enkele ter informatieve titel, zonder juridische waarde of aansprakelijkheid, noch garanties anders dan het verder vloeien van de verkoop van ons productengamma, binnen de algemene verkoopsvoorwaarden.