FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
OPLEIDINGHANDBOEK MZG Een realisatie van de cel ‘audit verpleegkunde’ van de dienst data management DG1 Concept en redactie Lieven De Maesschalck Brigitte De Maerteleire Josine Morren – Gustin Luce Hofmann Eddy Terryn
1
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
2
Bescherming van auteursrechten Dit document is auteursrechterlijk beschermd door de wet van 30 juni 1994 m.b.t. het auteursrecht (B.S. 27 juli 1994; Err. B.S. 22 november 2004).
Elk gebruik of reproductie, zelfs gedeeltelijk, van dit werk voor commerciële doeleinden is totaal verboden.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
2
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
3
Doelstellingen (1/2) 1. Voor de opleiders • Het optimaliseren van de MZG registratie Ö De onderliggende concepten die aan de basis liggen van MZG eigen te maken Ö MZG situeren in de dagelijkse praktijk van de verpleegkundige • Het vormen van bekwame opleiders die MZG registratie vanaf 2007 mogelijk te maken op basis van een codeerhandleiding die eveneens elementen ter controle bevat die gevalideerd zijn door de externe audit • Gebruik maken van een aangepaste didactiek door een keuze te maken uit de ter beschikking gestelde middelen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
3
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
4
Doelstellingen (2/2) 2. Voor de verpleegkundige codeerders • MZG registratie vanaf 2007 mogelijk te maken op basis van een codeerhandleiding die eveneens elementen ter controle bevat die gevalideerd zijn door de externe audit • Het optimaliseren van de MZG registratie Ö De onderliggende concepten die aan de basis liggen van MZG eigen te maken Ö MZG situeren in de dagelijkse praktijk van de verpleegkundige
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
4
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
5
Overzicht inhoud
Inleiding Achtergrond Referentiekader Toepassing op MZG Oefeningen op MZG
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
5
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
6
Inhoudstafel
(1/2)
– Doelstellingen – Inleiding – Achtergrond • MZG • Historiek van MVG • Actualisatie van de MVG • MZG • Invoering en begeleiding van de innovatie • Context van de vorming • Factoren in het licht van sleutels tot succes • Nut van een heldere toekomstvisie • Meerwaarden • Vormingsstrategie en hulpmiddelen
– Referentiekader • Het verpleegkundig redeneren • Classificaties binnen de verpleegkundige praktijk • Nanda classificatie • Nic classificatie • Noc classificatie • De link tussen Nanda-Nic-Noc • Wettelijke referenties • Gestructureerde gegevens (‘les transmissions ciblées’)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
6
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
7
Inhoudstafel
(2/2)
– Toepassing op MZG • Algemene principes van de MZG registratie • Algemene gegevens van de instelling • Gegevens van de verpleegafdeling • Patiëntengegevens • de toegediende verpleegkundige zorgen • Gevolgen voor de verpleegkundige • Informatie • Vorming • Gevolgen voor het verpleegdossier • Gevolgen voor de toepassing van de resultaten • Toekomst … • 2RIM2: automatische extractie van MZG uit een geïnformatiseerd verpleegdossier • Een on-line geïnformatiseerde opleidingsmodule
– Oefeningen • Doelstellingen • Oefeningen: niveau 1 • Oefeningen: niveau 2 Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
7
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
8
Inleiding MZG = Minimale ZiekenhuisGegevens
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Het doel van de registratie van verpleegkundige gegevens in het kader van MZG is om een beeld te kunnen vormen van de verpleegkundige interventies, die door het verpleegkundig personeel worden uitgevoerd. Het eerste deel van het handboek schetst de historiek van MVG, de actualisatie alsook de conceptuele basis waarop MZG is gebouwd. De omvorming van MVG naar MZG houdt een belangrijk veranderingsproces in voor de dagelijkse verpleegkundige zorg doordat deze geconfronteerd wordt met een het registratieinstrument en zodoende de reden hiervan dient te begrijpen evenals de implicatie voor het verpleegdossier. Om dit veranderingsproces vlot te laten verlopen is het aan te bevelen om de voorgestelde strategie in dit handboek door te nemen door alle verantwoordelijke en betrokken personen. Het tweede deel van dit handboek situeert het referentiekader waarbinnen MZG kan evolueren. De taxonomie van het registratieinstrument MZG is gestuurd door een dynamisch proces omdat het gekaderd is in de NIC classificatie (Nursing Interventions Classification). Elke verpleegkundige actie die het resultaat is van een verpleegkundig redeneerproces vindt plaats en toont ook de zichtbare resultaten. De geregistreerde verpleegkundige gegevens zijn gevalideerd door de indicatoren te ‘controle’ die in het dossier dienen terug te vinden zijn. Het referentiekader dat in dit handboek wordt beschreven situeert de registratiegegevens van de MZG binnen het klinisch verpleegkundig redeneren, maar onderlijnt ook het belang van het redeneerproces. Daarnaast plaatst het de rol van het instrument binnen de evidentie van de classificatiesystemen binnen de dagelijkse verpleegpraktijk. De wettelijke referenties herinneren ons aan de verplichtingen waraan een verpleegdossier dient te voldoen.
8
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
9
Achtergrond • MZG – Historiek van MVG – Actualisatie van de MVG – MZG
• Invoering en begeleiding van de innovatie – – – – –
Context van de vorming Factoren in het licht van sleutels tot succes Nut van een heldere toekomstvisie Meerwaarden Vormingsstrategie en hulpmiddelen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
9
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
10
Historiek van registratie in België
(1/5)
1950-1970 grote expansie in de gezondheidszorg 1970-1985 Periode van rationalisatie gevolgd door fase gebaseerd op kennis van: * De zorgvrager (bv. beschrijving van de patiënt) * De organisatie van de zorg of de variabiliteit in zorgverlening (bv. beschrijving van het soort zorg)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Na de tweede wereldoorlog is er een grote expansie binnen de gezondheidszorg, temeer omdat de er een grote wetenschappelijke vooruitgang is, er vele technologische evoluties plaatgrijpen, maar ook door een lange tijd van wetenschappelijke experimenten. Uittreksel uit « De MVG in België;: instrument voor de gezondheidszorg van morgen » - 1994 - Ministerie van Volksgezondheid en leefmilieu en het Centrum voor Ziekenhuiswetenschap KUL. •Voor de tweede wereldoorlog waren de ziekenhuizen voornamelijk zorginstellingen, ‘ziekenhuisplaatsen’, ingebed in de locale cultuur van elke gemeenschap, en uitvoerder van zorg. Deze instellingen werden sterk gedragen door religeuze congregaties. Zij waren kleine familiale ondernemingen, gecreëerd door gezaghebbende geneesheren. Maar het kon ook gaan om belangrijke publieke en openbare instellingen, provinciale instellingen of universitaire instellingen. •De stand van de wetenschappelijke kennis na de tweede wereldoorlog enerzijds, maar anderzijds vooral de enorme druk van de solidariteit om de overstap te maken naar een verplicht verzekeringssysteem tegen ziekte binnen het kader van de sociale zekerheid om u van overheidswege te beschermen, ontstond in verschillen landen is deze gouden periode van expansie. •Binnen deze fase van expansie, 1950-1970, de vraag naar ziekenhuiszorg steeg enorm. Iedere directie van een ziekenhuis, ieder departement kon zijn aantal bedden uitbreiden, kon verpleegeenheden creëren, kon artsen aanwerven, met de zekerheid dat ze konden werken. Ieder jaar steeg het budget, zonder veel discussie binnen de steden, de overheid en de verzekeringsinstellingen. •De ziekenhuissector die deze zeer snelle expansie heeft doorgemaakt komt op een gegeven moment op een punt van overaanbod. Er dringen zich andere prioriteiten op. •In deze periode, de jaren 1970-1985, is er een periode van rationalisatie. Deze wordt gekenmerkt door de beheersing van de kosten, door enveloppefinanciering en het inbouwen plafonds. •In deze fase zien we ook een heroriëntering in kader van de beschrijving van de patiënt en niet alleen de kosten. Tot deze fase konden ziekenhuizen perfect werken, zonder dat het nodig was om het aantal patiënten te kennen die zij verzorgden. Vanaf deze fase wordt dit doorbroken is dit dit ondenkbaar geworden. •Er werd een plan ontwikkeld dat zich in de eerste plaats concentreert op de kennis van zorgvrager. In tweede instantie richt men zich naar de beschrijving van de zorgorganisatie of noemen het ook de variabiliteit in de zorgverlening.
10
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
11
Historiek van registratie in België
(2/5)
1983 voorstelling van een nieuwe manier van financiering van de ziekenhuizen 1986 concretisering via K.B. 407 1987 officiële coördinatie door de nieuwe wet op de ziekenhuizen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Vervolg •De voorstelling van een nieuwe manier van financiering van de ziekenhuizen wordt op het einde van 1983 door de Minister van Sociale Zaken, J.L.Dehaene, opgesteld en hierdoor krijgt de sector een vast vorm. (18 april 1986, door het KB n°407). Dit besluit is gekend als de wet op de ziekenhuizen, en op 7 augustus 1987 is er een nieuwe officiële coördinatie door de wet op de ziekenhuizen.
11
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
12
Historiek van registratie in België
(3/5)
Artikel 86 Definieert welke informatie de overheid nodig acht om zijn beleid ten aanzien van de ziekenhuizen te bepalen en waar ze naar toe willen: - De financiële situatie - De resultaten van de onderneming - Het rapport van de bedrijfsrevisor - Alle statistische gegevens met betrekking tot de instelling en zijn medische, verpleegkundige en paramedische activiteit
Dit vloeit voort uit verschillende uitvoeringsbesluiten
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
•De overheid heet daarnaast bepaald dat het niet alleen noodzakelijk is om de financiële situatie van ziekenhuizen te kennen, maar dat het ook belangrijk is om de medische activiteiten te kennen. Deze zijn belangrijke nieuwe elementen voor de ziekenhuizen. Dit vloeit uit in een KB dat de medische activiteit zeer ruim dient geïnterpreteerd te worden. Zij maakt melding dat dit ook de verpleegkundige en paramedisch activiteiten omvat.
12
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
13
Historiek van registratie in België
(4/5)
Uitvoeringsbesluiten K.B. 14/7/87 verplichte MVG registratie in de algemene ziekenhuizen K.B. 21/6/90 verplichte MKG registratie in de algemene ziekenhuizen K.B. 1/10/2000 verplichte MPG registratie in de algemene ziekenhuizen en psychiatrische diensten (25/2/96) artikel 55 van het KB van 25 april 2002 financiert de registratie van de activiteiten van de diensten spoedgevallen en de MUG op basis van een contract (= op vrijwillige basis)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De registratie wordt geregeld door het Koninklijk Besluit van 14 augustus 1987 houdende bepaling van de regels volgens dewelke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die bevoegd is voor de Volksgezondheid. Sinds 1999 is dit besluit geïntegreerd in het K.B. dat de registratie van MKG regelt (K.B. 2/12/1999). Sinds 1988 zijn alle algemene ziekenhuizen verplicht om deze gegevens te registreren en over te maken aan de overheid. De registratie van MVG, MKG en MUG zullen binnenkort in een K.B. vervangen worden door de nieuwe registratie van MZG.
13
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
14
Historiek van registratie in België
(5/5)
MZG of Minimale ZiekenhuisGegevens Minimale verpleegkundige gegevensregistratie wordt gedefinieerd als “de systematische registratie van een zo klein mogelijk aantal eenduidig gecodeerde gegevens, met betrekking tot of ten behoeve van de uitoefening van de verpleegkunde, waarbij aan een zo groot mogelijke groep van gebruikers informatie beschikbaar wordt gesteld, in functie van een brede waaier aan informatiebehoeften.” (Sermeus, 1992)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
14
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
15
Actualisatie van MVG Beweegredenen • Evolutie op vlak van de verpleegkundige zorgen (gezondheidseducatie, wondzorg, verpleegkundige zelfstandige handelingen,…) • Evolutie op vlak van de politiek in de gezondheidszorg (financiering, zorgprogramma’s, verblijfsduur, …) • Uitgebreide registratie maar toch beperk gebruik • Noodzaak om het instrument meer te verankeren in de politiek van de gezondheidszorg voor een beter begrip van de specificiteit van de verpleegkundige zorg • Internationale ontwikkelingen op vlak van classificaties: NNN, ICPN, I-NMDS,…
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De actualisatie van MVG is een beslissing die genomen werd doordat de context van de zorg in ons land en internationaal sterk aan wijzigen was. Het onderzoek heeft gelopen van 2002 à 2005 en is toegewezen aan twee onderzoeksploegen: CZV KUL + CHU Luik Het onderzoek heeft als basis de internationale classificatie NIC gebruikt. Een belangrijke vrijwillige vertegenwoordiging van de ziekenhuizen ( 66/150 ) werden in werkgroepen ingedeeld (9 groepen) en deden ook testregistraties ( 2 reeksen) die de validering hebben kunnen toelaten evenals de verankering in de realiteit en de ziekenhuisrealiteit. NNN = Nanda, NIC, NOC ICPN = International Classification Practice Nursing I-NMDS = International Nursing Minimum Data Set Voor meer info over het actualisatieproces, consulteer www.health.fgov.be
15
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
16
Actualisatie van MVG Ontstaan van MZG
Het ontstaan van MZG is het resultaat van een proces van actieonderzoek geleid door twee onderzoeksequipes in samenwerking met de ziekenhuiswereld en de verpleegkundige op vraag van en in overleg met de FOD Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu. Alle informatie van dit werk is te vinden op www. health.fgov.be
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Deze actualisatie volgt vijf basisprincipes: 1) De MVG registratie wordt ingebed in het groter geheel van ziekenhuis- of patiëntenregistratiesystemen (Minimale Klinische Gegevens of MKG, Minimale Financiële Gegevens of MFG, e.d.). 2) Er wordt getracht om de bestaande data, in welk registratiesysteem ze zich ook bevinden, maximaal te benutten alvorens een registratie van nieuwe data voor te stellen. 3) De bestaande kwantitatieve benadering van de zorg wordt aangevuld met een meer kwalitatieve of evaluatieve benadering. 4) De actualisatie wordt gekaderd in het concept van zorgprogramma's. 5) De actualisatie wordt uitgewerkt in voortdurende dialoog met de sector van de ziekenhuizen en de verpleegkundigen. Na het proces van de actualisatie, de MVG zal geïntegreerd zijn in een nieuw registratie instrument MZG. De actualisatie verloopt volgens drie stappen. In stap één worden voor elk zorgprogramma, aan de hand van MKG, vier verschillende verblijfsmodaliteiten (dagziekenhuis, kortverblijf, klassiek verblijf, intensieve zorgen) onderscheiden. In stap twee wordt aandacht besteed aan de variabiliteit en intensiteit van verpleegkundige zorg. De variabiliteit van de verpleegkundige zorg wordt per pathologiegroep in kaart gebracht door de MVG aan de MKG te koppelen. Bovendien wordt MVG inhoudelijk geactualiseerd. De verpleegkundige zorg is de laatste 15 jaar immers sterk geëvolueerd: opkomst van nieuwe technieken, nieuwe inzichten in wondzorg, informatisering, meer aandacht voor begeleide zelfzorg en informatieoverdracht, e.d. Bovendien volstaat het niet langer de verpleegkundige zorg te beschrijven. Meer en meer is er vraag naar verantwoording van de zorg. Dit leidt tot een nieuwe reeks van indicatoren en instrumenten waarbij de verantwoording van de verpleegkundige verzorging (Evidence Based Nursing) aan bod komt. Dit gebeurt op basis van klinische performantie-indicatoren die op basis van praktijkrichtlijnen worden uitgewerkt om de verleende zorg te toetsen aan de wetenschappelijke evidentie. In stap drie geven de personeelsgegevens, die binnen de MVG registratie worden bevraagd, informatie over de inzet van verpleegkundig personeel. Ook hier wordt de notie ‘verantwoord’ toegevoegd op basis van een aantal internationale criteria die beschikbaar zijn om de "staffing adequacy" of "staffing effectiveness" te evalueren (Needleman et al., 2001).
16
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
17
Ontstaan van MZG: algemene regels • Ontwikkeling van een uniforme verpleegkundige taal • Integratie in het geheel van registratiesystemen en een relatie met de basis van de bestaande gegevens • Creatie van basis en specifieke registratieset binnen de zorgdomeinen • Minimaal onderhoud van het registratiesysteem met een maximaal mogelijke exploitatie van de gegevens (multiapplicaties) • Een kwantitatieve benadering van de verrichte zorgen via een kwalitatieve of evaluatieve benadering • Permanente dialoog met verpleegkundig beroep
de
ziekenhuissector
en
het
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
17
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
18
MZG: conceptueel kader van de actualisatie • Een tweede analyse van de bestaande gegevens • Literatuurstudie – Zorgsconcepten – Bestaande verpleegkundige classificatiesystemen of onderzoeksprojecten
• Keuze voor een ‘classificatiemodel’ – Gepast, exhaustief, klinisch bruikbaar, gevalideerd, herkenbaar, …
Keuze voor het concept NIC (Nursing Interventions Classification) Verpleegkundige Diagnose
Verpleegkundige Interventies
Verpleegkundige zorgresultaten
(NANDA)
(NIC)
(NOC)
Patiënten problemen
Verpleegkundige Interventies.
(Adverse) outcomes
(HDD: ICD-9 / B-NMDS)
(B-NMDS)
(HDD: ICD-9 / B-NMDS)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Er is gekozen om MVG te integreren in een ruimer, internationaal kader. Het gebruik van een gevalideerde verpleegkundige standaardtaal maakt dat deze integratie mogelijk. Daarenboven is het gebruik van een taal, ingebed in een conceptueel kader, een middel om de verpleegkundige professie als een geheel te overzien. De kans dat er belangrijke domeinen binnen de verpleegkunde over het hoofd worden gezien, wordt op deze manier aanzienlijk beperkt. Op basis van een literatuurstudie werden volgende classificatiesystemen weerhouden: •International Classification for Nursing Practice (ICNP) •Home Health Care Classification system (HHCC) •Nursing Interventions Classification (NIC)
18
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
19
Structuur van de classificatie van de verpleegkundige interventies - NIC 3 niveaus
Verpleegkundige interventies
Niveau 1
Niveau 2
6 Domeinen
27 klassen
Alle zorgen zijn gebaseerd op klinisch redeneren en op kennis zodat de verpleegkundige erin slaagt om de zorgresultaten te verbeteren bij de patiënt
Activiteit Niveau 3
433 interventies
Activiteiten
Specifieke aangepaste handelingen van de verpleegkundige of een gerealiseerde actie in het licht van een interventie om de patiënt te helpen om een resultaat te boeken. Het is noodzakelijk om een reeks van activiteiten te realiseren om een totale interventie te kunnen ontplooien.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De classificatie van de verpleegkundige interventies komen overeen met een ordening of organisatie van verpleegkundige activiteiten binnen groepen of gehelen op basis van onderlinge relaties. Aan elk van deze groepen is een naam gegeven. De classificatie van de interventies (NIC) worden georganiseerd door een taxonomie op 3 niveaus. In de top vinden we het meest abstracte niveau met 6 domeinen. Deze zijn: 1. “Elementaire fysiologische behoeften” (gericht op de ondersteuning van de functionele gezondheidstoestand) 2. “Complexe fysiologische behoeften” (gericht op de ondersteuning van homeostatische en regulerende processen) 3. “Gedrag” (gericht op de ondersteuning van het psychosociale functioneren en veranderingen in levensstijl 4. “Veiligheid” (gericht op de ondersteuning van de bescherming tegen letsel en schade), 5. “Gezin en familie” (gericht op de ondersteuning van gezin en familie), 6. “Gezondheidszorgbeleid” (gericht op de ondersteuning van een optimaal gebruik van zorgvoorzieningen). Elk van deze domeinen bestaat uit klassen (niveau 2).Deze klassen zijn groepen van verpleegkundige interventies die een verpleegkundig logische samenhang vertonen. Ze zijn specifiek per domein. Elke klasse heeft eveneens een label (titel), een definitie en een hele lijst van interventies. De derde trap in de NIC hiërarchie is het niveau van de interventies. Een interventie bevat eveneens een label (titel) een definitie en een lijst van
19
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
20
Structuur van de classificatie van de verpleegkundige interventies - NIC Niveau 1
6 Domeinen
Niveau 2
27 klassen Niveau 3
Directe zorgen: zorgen: - Op initiatief van de verpleegkundige, - Op voorschrift van een arts, - Op initiatief van een ander gezondheidszorgberoep
433 interventies
Activiteiten
Indirecte zorgen: (gerealiseerd in afwezigheid van de patië patiënt)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Interventie • Alle zorgen zijn gebaseerd op klinisch redeneren en op kennis zodat de verpleegkundige erin slaagt om de zorgresultaten te verbeteren bij de patiënt. Activiteiten Specifieke aangepaste handelingen door de verpleegkundige of een gerealiseerde actie in het licht van een interventie om de patiënt te helpen om een resultaat te boeken. Het is noodzakelijk om een reeks van activiteiten te realiseren om een totale interventie te kunnen ontplooien. Interventie van directe zorgen Zorg in overleg met de patiënt. Dit houdt alle verpleegkundige acties is zowel fysiologische als psychosociale: deze acties impliceren enerzijds technische handelingen en anderzijds kan dit ook gaan om raadsbijstand Interventie van indirecte zorgen •Behandeling uitgevoerd weg van de patiënt, maar in naam van de patiënt of in naam van een groep patiënten •Dit heeft betrekking op alle zichtbare verpleegkundige handelingen in het kader van de organisatie van de zorgomgeving van de patiënt en de interdisciplinaire samenwerking •De doeltreffendheid van de directe zorgen hangt immers ook af van deze acties Bvb.: het nakijken en aanvullen van de urgentiekar, het invullen van het verpleegdossier Zorgen op initiatief van de verpleegkundige Een interventie op initiatief van de verpleegkundige als antwoord op een verpleegdiagnose Een autonome actie op wetenschappelijke basis en die zichtbaar ten voordele van de patiënt wordt gerealiseerd in functie van een verpleegdiagnose en waardoor men denkt de voorziene resultaten te bereiken Zorgen op voorschrift van een arts Een interventie die wordt uitgevoerd op initiatief van een arts en een antwoord biedt op een medische diagnose, maar die wordt uitgevoerd door een verpleegkundige op medisch voorschrift.
20
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
21
MZG: conceptueel kader van de actualisatie Keuze voor het concept NIC (Nursing Interventions Classification) – – – – – – –
Verpleegkundig geheel is eenvoudig, logisch en eenduidig Zorgvuldig ontwikkeld, exhaustief en gevalideerd Omvat het hele domein van de verpleegkunde Ruime internationale erkenning Officiële vertaling in meer dan 10 talen, Nederlands en Frans uiteraard Frequente systematische review en update Universeel, niet gespecialiseerd en niet specifiek
Ontwikkeling van een verpleegkundige taal
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Er zijn een vijftal redenen waarom NIC geschikt was voor de actualisatie van MVG. Ruime internationale erkenning. Zoals reeds werd aangegeven is NIC erkend door enkele belangrijke internationale verpleegkundige organisaties. Tevens werd NIC geïncorporeerd in de National Library of Medicine Metathesaurus of Unified Medical Language, CINAHL en SNOMED-CT. Dit betekent dat naast de verpleegkundigen ook andere professies, zoals artsen, deze taal officieel erkennen. Zorgvuldig ontwikkeld en gevalideerd in de klinische praktijk. NIC werd door middel van uitgebreid, inductief georiënteerd wetenschappelijk onderzoek geconstrueerd. In de latere fase werd het instrument ook ruim gevalideerd en klinisch getest. In meerdere Amerikaanse ziekenhuizen, zoals bijvoorbeeld het Genesis Medical Center (Davenport, Iowa, USA), wordt deze taal effectief gebruikt in de dagelijkse praktijk. Het feit dat NIC zo ruim gevalideerd werd als ook in de klinische praktijk gebruikt wordt, maakt dat NIC een enorme voorsprong heeft op de ICNP. ICNP heeft wel een breed draagvlak en wordt eveneens zorgvuldig ontwikkeld, maar is nog niet zo uitgebreid getest en gevalideerd. De HHCC werd eveneens zorgvuldig ontwikkeld en gevalideerd, maar heeft een minder brede focus. Omvat het hele domein van de verpleegkunde. Zowel ICNP als NIC hebben een brede focus en richten zich op het hele domein van de verpleegkunde. Deze classificaties beogen dus alle interventies die verpleegkundigen uitvoeren, te vatten, ongeacht de setting of doelgroep. Bij de HHCC is de focus enkel gericht op interventies (en diagnoses) die worden uitgevoerd in de ambulante en thuisgezondheidszorg. Wat deze eigenschap betreft zijn NIC en ICNP in principe gelijkwaardig. Toch dient hierbij vermeld te worden dat NIC ook gebruikt werd in het KIT- of ‘Kerninterventies In de Thuisverpleegkunde’- onderzoek (De Vliegher et al.,2002). In het kader van continuïteit van de zorg over gezondheidsinstellingen heen, waarbij uniformiteit en standaardisatie van de gegevensoverdracht een must is, is het belangrijk dat de verschillende instanties zich in een zelfde gegevenskader kunnen vinden. Systematische review en update. In de universiteit van Iowa werd een permanent centrum opgericht (The Center for Nursing Classification) met het oog op de continue actualisering van NIC (om de 4 jaar) als ook met het oog op ondersteuning van ziekenhuizen of andere settings die NIC implementeren (McCloskey & Bulechek, 2000). Op die manier wordt er verzekerd dat de gehanteerde taal actueel blijft. Aanpassingen in MVG kunnen in de toekomst dus gebaseerd worden op een taal, die continu geactualiseerd wordt. ICNP en HHCC zijn classificatiesystemen die op projectbasis zijn ontstaan. Er is nog geen opvolging voorzien die garandeert dat feedback op een systematische manier verwerkt zal worden. Eenvoudig, eenduidig en een verpleegkundig logisch geheel. NIC is inductief ontwikkeld en logische gehelen zijn aangebracht. Deze domeinen, klassen en interventies worden in de dagdagelijkse praktijk van verpleegkundigen gebruikt en werden getest en gevalideerd. Bij de HHCC is dit evenzeer gebeurd, maar enkel in settings voor ambulante zorgen en thuisgezondheidszorg. Daarbij heeft de ingewikkelde structuur van ICNP tot gevolg dat dit niet geschikt is voor het dagdagelijks gebruik. Uit de internationale literatuur blijkt dat er een trend is om naast de registratie van ‘verpleegkundige activiteiten’ ook ‘verpleegkundige diagnoses’ en ‘outcomes’ mee op te nemen in minimale verpleegkundige datasets (Werley, 1988, Goossen, 2000).
21
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
22
Constructie van MZG gebruikmakend van het concept NIC NIC Woordenboek van de verpleegkundige activiteiten
– geordend per domein en klasse - Uitgedrukt in een eenvormige taal
Onderzoek –actie - Selectie van pertinente interventies NIC voor een minimale registratie in het licht van hun prioritair gebruik (staffing, financiering, kwaliteitszorg, AEP) - Omzetting van de interventies NIC in MZG variabelen - staffing
MZG Minimale registratie van verpleegkundige activiteiten op basis van gegevens
Descriptieve TAAL
Meetinstrument
Beschrijving = definitie
Meting = definitie, scores, elementen van controle
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Van NIC naar MZG. Vooreerst is MVG geen taal, maar een registratie instrument. MZG daarentegen is een registratie instrument die een internationale taal gebruikt. Een taal wordt ontwikkeld om te communiceren en te beschrijven wat er gebeurt of moet gebeuren. Het bestaat uit labels en definities die bepaalde concepten op zo’n manier beschrijven dat het voor iedereen, die de taal begrijpt, duidelijk en eenduidig is wat ermee wordt bedoeld. In het geval van NIC wil deze taal de verpleegkundige acties als antwoord op een verpleegkundige diagnose beschrijven. Een registratie instrument wil daarentegen een fenomeen éénduidig meten. Dit maakt dat zeer strikte inclusie- en exclusie-criteria moeten geformuleerd worden en dit op een sterk geoperationaliseerd niveau. Ook zullen bepaalde ordinale of hiërarchische niveaus van een zelfde soort verpleegkundige zorg aangebracht moeten worden. Daar MVG een registratie-instrument is dat voor verschillende doeleinden gebruikt wordt, zoals bijvoorbeeld ziekenhuisfinanciering en kwaliteitscontrole van verpleegkundige activiteit, moet de registratie ook controleerbaar zijn om misbruiken te vermijden. Er worden dus ook registratievereisten toegevoegd. Een tweede belangrijke verschil tussen MVG en NIC is te vinden in (beperkte) conceptverschillen. Zo wordt in NIC indirecte zorg meegenomen in de classificatie. In MVG wordt daarentegen enkel die zorg gemeten die rechtstreeks aan de patiënt gegeven wordt. Aan de werkgroepleden werd gevraagd om de hele NIC classificatie tot op het niveau van de interventies na te kijken en per interventie te antwoorden op 2 vragen: • Komt deze interventie voor in uw dagelijkse praktijk? • Is deze interventie relevant voor een minimale verpleegkundige registratie? Op deze wijze werd getracht om de werkgroepleden een dubbele reflectie te laten maken. Bij de eerste vraag kon men de interventies aanduiden dewelke voorkomen in het zorgprogramma. De tweede vraag focust zich op de relevantie van de interventies voor een minimale verpleegkundige registratie. Indien men dit niet zou doen loopt men het risico dat men alle interventies die men doet ook belangrijk acht voor een minimale verpleegkundige registratie. AEP = Appropiateness Evaluation Protocol is een onderzoeksproject dat loopt in Luik en de link maakt met MZG Voor de afbakening van een verantwoord verblijf is gebruik gemaakt van een Appropriateness Evaluation Protocol of AEP (Panis et al., 2001). De benadering via AEP is duidelijk verschillend van de benadering via de gemiddelde verblijfsduur per DRG. In deze laatste benadering ligt de verantwoording in het gemiddelde. In de benadering via AEP wordt gezocht naar patiëntenkenmerken of kenmerken van zorg die een verblijf in het ziekenhuis kunnen verantwoorden. Uiteraard kunnen beide benaderingen worden gecombineerd.
22
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
23
Ontstaan van MZG Transformatie van interventies NIC en variabelen MZG Methodologie Onderzoeksequipes : ontwikkeling van de MVG variabelen op basis van de geselecteerde interventies van de NIC en de bestaande MVG items Definitie Antwoordcategorieën Controle (parameters voor de audit)
5x
Feedbacksessies per zorgprogramma met de experten Definitie: inclusiecriteria / exclusiecriteria + eenduidigheid en eenvoudigheid ÎReferenties : klinische praktijk, richtlijnen, EBN – wenselijke praktijk Antwoordcategorieën ÎGebaseerd op de klinische ervaring: consensus Controle: « Welke is de minimaal nodige documentatie ter verantwoording in het verpleegdossier / zo ook validering van de aanwezigheid van deze verpleegkundige interventie?» ÎGebaseerd op EBN, de gewenste praktijk en de klinische ervaring
5x
Aanpassingen door de onderzoeksequipes op basis van de informatie voorvloeiend uit het geheel van de werkgroepen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Samenvattend kan gesteld worden dat NIC uitgekozen werd als taal voor de actualisatie van MVG omwille van het zorgvuldige ontwikkelings- en valideringsproces dat eraan vooraf gegaan is. Het omvat het hele domein van de verpleegkunde en het wordt op een systematische manier actueel gehouden. Bovendien is NIC eenvoudig in gebruik omwille van de logische structuur. NIC werd vertaald in 9 verschillende talen (Dochterman, 2003), waaronder ook het Nederlands en het Frans. Het onderzoeksteam van de universiteit van Iowa laat slechts één officiële vertaling per taal toe. Anders bestaat het gevaar dat er een vertekening in de vertaling zou optreden. Wanneer verschillende vertalingen, verschillende nuances aanbrengen, is er geen sprake meer van een gestandaardiseerde taal (Dochterman, 2003). Tijdens de beginfase van het MVG project was enkel de 2e versie van NIC officieel vertaald in het Nederlands en het Frans. Het is dan ook deze versie die gebruikt werd tijdens de actualisatie van MVG. De ontwikkeling van de vernieuwde MVG dataset verloopt in haar geheel volgens twee assen: (1) Kwalitatief: raadpleging van experten panels (hoofdverpleegkundigen en MVGcoördinatoren) om een instrument te ontwikkelen dat door de ziekenhuissector aanvaard wordt, en (2) Kwantitatief: het gebruik van bestaande en nieuwe empirische (verpleegkundige) gegevens om een instrument te kunnen ontwikkelen dat valide en betrouwbaar is. Uit de 129 kandidaten werden 79 personen uit 65 verschillende instellingen weerhouden: Hoofd-verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten:73% Middenkaderfunctionarissen en MVG-coördinatoren: 14% Anderen: 13%
23
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
24
Ontstaan van MZG NIC →
MZG
de constructie van MZG op basis van de concepten van NIC
Classificatie van verpleegkundige interventies
Items Verpleegkundige gegevens binnen MZG
6 domeinen
6 domeinen
27 klassen
23 klassen
433 interventies
Activiteiten
78 items MZG 90 activiteiten om uit te kiezen
- Code MZG - Registratiemodaliteiten
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
24
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
25
MZG (zie website) Overeenkomstig het toekomstige K.B. betreffende de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens bezorgd moeten worden aan de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is de MZG • Een vorm van registratie van ziekenhuisgegevens met als doel het te voeren gezondheidsbeleid te ondersteunen, met name wat betreft: o Het bepalen van de behoeften inzake ziekenhuisinstellingen; o Het vaststelen van de kwalitatieve en kwantitatieve erkenningnormen voor de ziekenhuizen en hun diensten; o De organisatie van de financiering van de ziekenhuizen; o Het uitstippelen van het beleid betreffende de uitoefening van de geneeskunde, de verpleegkunde en de paramedische beroepen; o Het uitstippelen van een epidemiologisch beleid
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Het gaat over een nieuw K.B. in toepassing van het artikel 86 op de wet op de ziekenhuizen dat zal verschijnen voor het einde van 2006.
25
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
26
MZG • Het heeft eveneens tot doel het gezondheidsbeleid in het ziekenhuis te ondersteunen, met name via een algemene en individuele feedback zodat de ziekenhuizen zich t.o.v. andere analoge ziekenhuizen kunnen situeren en daardoor hun intern beleid kunnen bijstellen; • Deze registratie is toepasselijk op de niet-psychiatrische algemene ziekenhuizen; • De te registreren ziekenhuisgegevens en de regels voor registratie en overdracht van de gegevens aan de FOD Volksgezondheid worden in het K.B. nader gepreciseerd; • Het gaat om administratieve, medische, verpleegkundige en personeelsgegevens en ook om gegevens in het kader van de functie “mobiele urgentiedienst”;
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
26
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
27
MZG • De verpleegkundige en personeelsgegevens worden per periode van 4 x 15 dagen geregistreerd. De medische gegevens worden dagelijks geregistreerd. Het geheel van deze gegevens zullen per semester gezamenlijk ter beschikking van de FOD gesteld worden. De gegevens voor de MUG zullen dagelijks geregistreerd en doorgestuurd worden; • De toegang tot deze gegevens wordt in het K.B. geregeld; • De gegevens worden enkel via het instrument Portahealth doorgezonden (een beveiligd portaal voor uitwisseling (verzending, controle, feedback) van anonieme gegevens tussen het ziekenhuis en de FOD Volksgezondheid).
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
27
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
28
MZG • Vanaf 2007 worden de MKG, de MVG en de MUG door de MZG vervangen. • Hiermee kan bovendien de AEP (Appropriateness Evaluation Protocol) gebruikt worden. • Er lopen verschillende studies over de toepassingen van dit nieuwe instrument, met name: • De financiering • Het kwaliteitsbeheer • De verpleegkundige bestaffing
• Het gaat om een dynamisch instrument dat zich aan de evoluerende werkelijkheid op het terrein kan aanpassen.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
28
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
29
Invoering van MZG Elementen in het veranderingsproces De introductie van MZG is een veranderingsproces Ingrijpend Snel Opgelegd
Reacties om te anticiperen en te vatten
Noodzaak om de verandering te sturen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
•Snelle verandering daar de invoering van het éne instrument naar de het andere een omschakeling vraagt op een ogenblik dat dit buiten de bevoegdheden ligt van de instelling. •Opgelegde verandering door de overheid en de mensen van het terrein hebben geen keuze: noch i.v.m. het tijdstip, de methode, de mogelijkheid om hun bekommernissen te uiten. Het is geen project van de mensen van het terrein, maar ze dienen enkel de regels te respecteren! •Ingrijpende verandering daar de lijst van de items sterk is aangepast. De taxonomie van de minimale verpleegkundige gegevens is ontwikkeld op basis van een erkend wetenschappelijk instrument (Internationale classificatie van verpleegkundige interventies). Zij maakt gebruik van een genormaliseerde taal, welke samengaat met de noodzaak om de effectieve interventies te valideren via indicatoren. Deze verplichte invoering versterkt het klinisch redeneren. De gewenste verandering kan plaats maken voor positieve of negatieve reacties die het project kunnen dynamiseren of vertragen. Bvb.: negatieve reactie: Angst voor het ongekende; Niet geloven om er te raken of om gezichtsverlies te lijden; In het bestaande blijven hangen; Afwezigheid van de kennisgeving van problemen; Desinteresse; te hoge werkdruk Noodzaak om de verandering te sturen daar de bereikte doelen, tengevolge van de invoering van MZG, spelen voor de invoering en dit hangt af van de verzekering van de elementen uit het veranderingsproces. De acteurs op het terrein moeten de regels en hun inzet bij deelname beseffen. « Een project uitvoeren, is dit zeer leiden en tijdig acties ondernemen die het resultaat van het project bepalen »
29
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
30
Invoering van MZG Het veranderingsproces Het veranderingsproces dient rekening te houden met twee belangrijke aspecten:
Wat veranderen ?
Hoe veranderen?
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
30
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
31
Begeleiding van de verandering
INSTRUMENT
CODERING
Wat veranderen?
MZG (Instrument gebaseerd op een internationaal classificatiesysteem)
MVG
Codering van verantwoorde en gevalideerde interventies door zeer nauwkeurige «controleerbare indicatoren»
Codering van een beperkt aantal interventies
Versterking van de implicatie voor de zorgverlener • nood aan een kwalitatief verpleegdossier • nood aan een aan MZG aangepast verpleegdossier • de verpleegkundigen dienen betrokken en verantwoordelijk gesteld te worden voor het invullen van het verpleegdossier
Documenteren van ZORGVERLENER de interventies
Versterken van de schrijfvaardigheden voor professionele zorgen: De zichtbaarheid van het verpleegkundig redeneren verhogen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Indien men verwijst naar de algemene regels van de actualisatie blijkt dat men evolueert naar een kwalitaiteve evaluatie van de verpleegkundige zorgen via de professionele schrijfvaardigheden. Het verpleegdossier is verstandig gezien een effectieve neerslag van de coherente samenhang tussen de klinische situatie van de patiënt en de verpleegkundige beslissingen. Algemene regels van de actualisatie: •Ontwikkeling van een uniforme verpleegkundige taal • Integratie in het geheel van registratiesystemen en een relatie met de basis van de bestaande gegevens • Creatie van basis en specifieke registratieset binnen de zorgdomeinen • Minimaal onderhoud van het registratiesysteem met een maximaal mogelijke exploitatie van de gegevens (multi-applicaties) • Een kwantitatieve benadering van de verrichte zorgen via een kwalitatieve of evaluatieve benadering • Permanente dialoog met de ziekenhuissector en het verpleegkundig beroep
Naar Olivier Thonon CHULg – AFEDI 17/11/05
31
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Invoering van MZG Het veranderingsproces
32
Hoe veranderen?
5 factoren in het licht van sleutels tot succes ¾
Neem dit project op in een algehele strategie van verandering Bv.: Vernieuwing van het bestaande verpleegdossier
¾
Zorg voor een heldere toekomstvisie vertaalt in eenvoudige termen « Welke zijn de voordelen voor mijn dagelijkse praktijk? »
¾
Plan alles zorgvuldig binnen de structuren van de organisatie in samenhang met de veranderingstrategie Financiële, menselijke en logistieke bronnen
¾
Begeleid alle stappen in het veranderingsproces Implementeringstrategie: communicatie/vorming/implicaties en begeleiding
¾
Presenteer voelbare winsten tijdens de uitvoering van de verandering Bv.: verbetering van de zichtbaarheid van de verpleegkundige zorgen in de verpleegkundige dossiers (Verbeterde samenhang en gepastere professionele rapportage)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
32
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
33
Invoering van MZG Het veranderingsproces Neem het project op in een totale veranderingsstrategie Zorg voor een heldere toekomstvisie vertaalt in eenvoudige termen
Hoe veranderen?
Les gens ne feront pas de sacrifices, même si ils sont peu satisfaits du statu quo, à moins qu’ils ne pensent que les avantages potentiels du changement soient attractifs et à moins qu’ils ne croient vraiment qu’une transformation est possible » «
The Heart of change (John P. Kotter et Dan S. Cohen)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
33
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
34
Invoering van MZG Het veranderingsproces Zorg voor een heldere toekomstvisie vertaalt in eenvoudige termen Meerwaarden van het nieuwe registratieinstrument
Voor de verpleegkundige en de patiënt
Voor de gezondheidszorg en onderzoek
Maakt de verpleegkundige zorgen zichtbaar Ontwikkeling van een geïnformatiseerd patiëntendossier
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
34
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
35
Invoering van MZG Het veranderingsproces Meerwaarden van het nieuwe registratieinstrument
Voor de verpleegkundige en de patiënt
1. De verpleegkundige zorgen zichtbaar maken • Het gebruik van een gemeenschappelijke en actuele taal aanmoedigen • De ontwikkeling van professionele kennis mogelijk maken (voornamelijk via het bestuderen van de link tussen diagnostiek, interventies en resultaten van verpleegkundige zorgen) • De ontwikkeling van klinische redeneren aanmoedigen evenals de samenhang tussen de verpleegkundige beslissingen (probleem/interventie/resultaat) • Evolutie van een van een statisch naar een dynamische registratie 2. Ontwikkeling van een geïnformatiseerd patiëntendossier
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
35
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
36
Invoering van MZG Het veranderingsproces Meerwaarden van het nieuwe registratieinstrument Gebruik •
•
• •
Voor de gezondheidszorg en het onderzoek
Het realiseren van een gedifferentieerde feedback door een onderscheid in een basisset en een specifieke set zodat een meer sensitieve vergelijking op verschillende niveaus mogelijk wordt Integratie van de classificatie van de verpleegkundige interventies met andere classificatiesystemen binnen andere gezondheidszorgberoepen Bewaren van een compatibiliteit tussen MVG en MZG zodat bestaande gegevens kunnen gebruikt worden Mogelijkheid van internationale vergelijking: « benchmarking »
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
36
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
37
Invoering van MZG Het veranderingsproces Meerwaarden van het nieuwe registratieinstrument
Voor de gezondheidszorg en het onderzoek
Toepassingen • • • • •
Aanmoedigen van de ontwikkeling en gebruik van klinische paden Ontwikkeling van hulpmiddelen ter voor bepaling van het verpleegkundig personeel Ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren Identificeren van de productie van verpleegkundige zorgen op het economische en financiële vlak Ontwikkeling van een financieringssysteem op basis van een zorgprofiel (APR-DRG: pathologiegestuurde financiering)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
37
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
38
Veranderingsproces
Factoren als sleutels tot succes
Strategie voor vorming, informatie en ter beschikking gestelde hulpmiddelen Vorming en informatie FOD • Stelt ter beschikking: – Opleidingshandboek – Ondersteunende «PowerPoint» – Itemkaart – Zakboekje – Codeerhandleiding
Hulpmiddelen FOD • Helpdesk MZG • Beschikbaarheid van de FOD met betrekking tot vragen i.v.m. de implementatie en vorming
• Vorming van de vormers • Vorming van de «codeerders» Instellingen • Informatie en interne vorming van alle betrokkenen
Instellingen • Organiseren van interne hulpmiddelen • Ontwikkeling van een netwerk voor uitwisseling van expertise
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
38
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
39
Referentiekader • Verpleegkundig redeneren • Classificaties in de verpleegkundige praktijk – – – –
Nanda diagnostiek NIC NOC De link tussen Nanda-NIC-NOC
• Wettelijke referenties • Gestructureerde verslaggeving • Het standaard zorgenplan
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
39
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
40
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier « Etre professionnel c’est savoir exactement ce que l’on fait, pourquoi on le fait et comment on pourra vérifier le résultat de ses actions »
Rosette Poletti. In Stratégies de soins,Leng M., Duquesne F., 3ème Ed., Paris, 1995
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
40
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
41
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Verpleegdossier
ZICHTBAAR
(woorden om het te zeggen)
Verpleegkundig redeneren
ONZICHTBAAR
(denkproces)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De actie is zichtbaar, de reflectie is onzichtbaar. Volg een verpleegkundige en observeer haar: wat zie je? Je ziet een verpleegkundige handelen, in actie: zij verzorgt, zij observeert, … (actie) Maar waarom stelt zij nu precies deze handelingen? Als je dit aan verpleegkundigen vraagt, verantwoorden zij hun keuze op basis van situatie en onderzoek. Zij denkt na over haar interventie. (reflectie) Het verpleegdossier is een neerslag van het verpleegkundig redeneren. Dit maakt de bestaande link tussen de klinische situatie bij de patiënt, de verpleegkundige interventie en de verkregen resultaten zichtbaar.
41
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier
42
NANDA
2.
3.
Plannen van de zorgen Benoemen van de noden en verpleegkundige zorgen Beslissen van verpleegkundige interventies rekening houdend met de verwachte resultaten NIC
Handelen rekening houden met niet voorziene vragen
NOC NOC
1.
Evaluatie Anamnese en observaties
Conceptueel model
4.
Evalueren en Zichtbaar maken in het verpleegdossier problemen, interventies en resultaten
Laat toe om de problemen, interventies en resultaten zichtbaar te maken in het verpleegdossier op een genormaliseerde schrijfwijze
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Denkproces Het verpleegkundig redeneren is een complexe mentale activiteit die tot doel heeft een probleem gefundeerd op te lossen (SVH). De beslissingen ivm de verpleegkundige zorgen vertalen zich in acties (verpleegkundige interventies). Bij de lezing van het verpleegdossier moet je verantwoording voor iedere interventie kunnen terugvinden. De zichtbaarheid van de verpleegkundige zorgen hangt af van interne samenhang van het dossier. Zeggen De zichtbaarheid van de verpleegkundige zorgen zal verhogen doordat er een heldere en eenduidige taal wordt gebruikt. Deze kan versterkt worden door een gestandaardiseerd taalgebruik eigen aan de discipline. Een gestructureerd en geclassificeerde taal, ontwikkeld door verpleegkundigen, wordt bovendien internationaal herkend. Classificatie van de verpleegdiagnosen (NANDA international) Classificatie van de verpleegkundige interventies (NIC = Nursing Intervention Classification) Classificatie van de verpleegkundige zorgresultaten (NOC = Nursing Outcomes Classification)
42
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
43
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier De Plaats van MZG Verpleegdossier
ZICHTBAAR
Resultaten (NOC) EBN
Controle
Interventies (NIC)
MZG Controle
Problemen (NANDA)
ONZICHTBAAR
Verpleegkundig redeneren
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Minimale Ziekenhuisgegevens en het verpleegdossier Er bestaat een link tussen verpleegprobleem/interventie/resultaat In samenwerking met de patiënt, beslist de professionele zorgverlener over de interventie (zorgactiviteiten), oordeelt of dit noodzakelijk is vanuit het verpleegprobleem en de te verwachten resultaten. De verificatie (controle) van de effectieve interventies wordt getoetst doorheen de samenhang in het verpleegkundig redeneren. De taxonomie van MZG gebruikt als referentie de NIC classificatie (Nursing Interventions Classification) en is beperkt tot 78 items of verpleegkundige activiteiten. Het is bijgevolg nogal duidelijk dat het gaat om een registratieinstrument en dat deze 78 items maar een staalname zijn van de verpleegkundige activiteiten. Het zal bijgevolg noodzakelijk zijn, om de verpleegkundige zorgen zichtbaar te maken, een verpleegdossier te ontwikkelen dat toelaat om alle items van de taxonomie van het registratieinstrument te noteren. Evidenced based nursing = EBN is een verpleegpraktijk gebaseerd op overtuigende en onderbouwde gegevens
43
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
44
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Woorden om het te zeggen
De verpleegkundige zorgen zichtbaar maken « Als wij ze niet kunnen benoemen, kunnen wij ze niet financieren, onderwijzen, noch integreren in de politiek van de gezondheidzorg » Norma M. Lang, PhD, PhD, RN, FAAN, FRCN Professor, Professor, Lillian S. Brunner Chair in Medical Surgical Nursing University of Pennsylvania School of Nursing Philadelphia, Pennsylvania, Pennsylvania, USA
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De zichtbaarheid van de verpleegkundige zorgen wordt versterkt door gebruik te maken van een ‘genormaliseerde’ of ‘gestandaardiseerde’ taal die eigen is aan de discipline binnen zijn praktijk. Deze taal, ontwikkeld door verpleegkundigen en gestructureerd via een classificatie is internationaal erkend. Daarom laat deze de verpleegkundige toe om fenomenen die zij behandelt, te benoemen evenals de manier waarop ze deze behandelt, alsook de evaluatie van de resultaten. Classificatie van de verpleegkundige diagnoses (NANDA international) Classificatie van de verpleegkundige interventies (NIC = Nursing Intervention Classification) Classificatie van de verpleegkundige zorgresultaten (NOC = Nursing Outcomes Classification)
44
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
45
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier
Woorden om het te zeggen
Gestandaardiseerde verpleegkundige talen
Nursing Diagnoses (NANDA) Verpleegkundige diagnoses
Nursing Interventions Classification (NIC) NIC) Verpleegkundige interventies
Nursing Outcomes Classification (NOC) Verpleegkundige zorgresultaten
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Het principe van classificatie bestaat reeds enige tijd. Er zijn voorbeelden in de biologie: klasse, orde, familie, soorten, variëteiten die levende organismen opdelen in groepen. Classificaties maken het mogelijk om meer kennis te vergaren over een specifiek domein doordat je inzicht verwerft in de organisatie en evidentie in de principes die hieruit voorvloeien. De classificatie vereenvoudigt de communicatie door de creatie van een gemeenschappelijke terminologie. Aangezien de verpleegkundigen hierdoor een gemeenschappelijke taal gebruiken over hun zorgen, zal de communicatie verbeteren, evenals de continuïteit van de verpleegkundige zorgen, en bijgevolg zal ook de patiënt er wel bij varen. Doordat de classificaties internationaal zijn erkend en ook samengaan met andere professionelen, zal het daar ook de communicatie faciliteren.
45
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
46
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier
Woorden om het te zeggen
NANDA, NIC, MZG et NOC NIC
NANDA 13 domeinen 47 klassen 172 verpleegkundige diagnoses
NOC
6 domeinen
7 domeinen
27 klassen
31 klassen
433 interventies
330 resultaten
Activiteiten
indicatoren
6 domeinen
MZG 23 klassen 78 items MZG
Code MZG
90 keuzemogelijkheden
Registratiemodaliteiten
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De geregistreerde verpleegkundige activiteit via MZG maakt integraal deel uit van de uitgevoerde zorgen. Het is in beide richtingen dat de interventies hun verantwoording vinden. Het gebruik van een uniforme taal maakt de verpleegkundige zorgen zichtbaar. Een classificatie stemt overeen met een ordening of de organisatie van diagnoses, interventies of resultaten van verpleegkundige zorgen waarbinnen groepen of gehelen zijn op basis van relaties die tussen elkaar bestaan. Er is een naam voor elk van deze groepen. Zij zijn georganiseerd in een taxonomie op drie niveaus. . Een classificatie is een structuur die bestaat uit verschillende niveaus (domeinen, klassen, …) gaande van abstract naar concreet In de top, het meest abstracte niveau, vind men de domeinen. Een domein wordt gedefinieerd als een ‘sfeer van activiteiten, studie of een interesseveld’ Elk van deze domeinen bestaat uit klassen (niveau 2). Een klasse wordt gedefinieerd als een ‘subdivisie van een grote groep, een divisie van personen of zaken op basis van hun kwaliteiten, rang of niveau’. De klassen zijn groepen van verwante elementen. De klassen zijn specifiek voor een domein. Iedere klassen heeft een titel, een definitie en een lijst van elementen. De elementen stemmen overeen met het derde niveau van de taxonomie. Ieder onderdeel heeft een titel en definitie. Een lijst van activiteiten of indicatoren (NIC, NOC) Ieder domein en klasse binnen deze structuur heeft zijn eigen definitie die daardoor een classificatie van de elementen toelaat. Het derde niveau en de elementen omvatten de uitvoering van de praktijk.
46
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
47
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier
Woorden om het te zeggen
Diagnosen
Interventies
Resultaten
Classificatie van verpleegkundige diagnosen
Classificatie van verpleegkundige interventies
Classificatie van verpleegkundige zorgresultaten
NANDA International
N.I.C
N.O.C
167 verpleegkundige diagnosen McFarland, G.K. & McFarlene, E.A. Nursing Verpleegkundige diagnosen. De tijdstroom, 1997.
336 interventies Verpleegkundige interventies/ NIC. Redactie: Mc Closkey, Bulechek, De tijdstroom, 1997
190 resultaten Verpleegkundige zorgresultaten: NOC. Redactie: Marion Johnson en Meridean Maas, Elsevier / De tijdstroom 1999
172 verpleegkundige diagnosen Editie NANDA 2005 Engelstalig
514 interventies 4e Editie Engelstalig 2004
330 resultaten 3e Editie Engelstalig 2004
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Een link met de praktijk en het onderzoek.
47
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
48
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegkundige diagnosen NANDA 13 Domeinen 47 Klassen 172 verpleegkundige diagnosen
Samenstelling van een diagnose - Titel - Definitie - Karakteristieken - Risicofactoren / bevorderende factoren
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Onderdelen van een diagnose: -De titel geeft de naam weer van de diagnose. Het is een zin of een term die het geheel weergeeft evenals de link met de anderen. De titels van de diagnoses kunnen ook vergezeld zijn van de beschrijvers. -De definitie geeft een heldere en precieze beschrijving weer van de diagnose, zijn preciseert de duiding om zo te kunnen differentiëren tussen de verschillende diagnosen. -De karakteristieken zijn observeerbare indicatoren of gehergroepeerde afleidingen bestaande uit onderdelen van een verpleegkundige diagnose. De actuele verpleegkundige diagnosen zijn goed vergezeld van een lijst van karakteristieken. -Risicofactoren zijn factoren uit de omgeving evenals fysiologische elementen, psychologische, genetische of chemische die betrekking hebben op een persoon, zijn familie of een groep die er baat bijhebben bij een idendtiek probleem in een identieke situatie. -Bevorderende factoren zijn de condities of omstandigheden die uitlokkend of bepalend kunnen zijn voor de aanwezigheid of het optreden van een verpleegdiagnose. De factoren kunnen verwant, samenhangend of afhankelijk zijn. Bibliografie McFarland, G.K. & McFarlene, E.A. Nursing Verpleegkunidge diagnosen. De tijdstroom, 1997
48
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
49
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Definitie van een verpleegkundige diagnose Een verpleegkundige diagnose is een klinische beoordeling op aanwezige of potentiële reacties van gezondheidsproblemen of levensprocessen van een individu, een familie of een gemeenschap. De verpleegdiagnose vormt de basis voor de keuze van de verpleeginterventies om de verpleegkundige zorgresultaten zichtbaar te maken waar ze verantwoordelijk voor is. Nanda Internationaal
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
49
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
50
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
NANDA – Voorbeeld Titel van de verpleegkundige diagnose Definitie Karakteristieken
Bevorderende factoren
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
50
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
51
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegdiagnosen – NANDA
voorbeeld: detail
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
51
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
52
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegdiagnosen – NANDA
voorbeeld: detail
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
52
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
53
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
NANDA – Referenties
NANDA international, NANDA Nursing diagnoses: Definitions and classification 2003-2004, Philadelphia: Author. ANADI / NANDA International, Diagnostics infirmiers, Définitions et classification 2003-2004,traduction française AFEDI et AQCSI, Paris, Masson 2004, 313 p. McFarland, G.K. & McFarlene, E.A. Nursing Verpleegkundige diagnosen. De tijdstroom, 1997.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
53
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
54
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegkundige interventies - NIC 6 Domeinen
27 klassen
433 interventies
Activiteiten
Directe zorgen: zorgen: - Op initiatief van de verpleegkundige, - Op voorschrift van een arts, - Op initiatief van een ander gezondheidszorgberoep Indirecte zorgen (gerealiseerd in afwezigheid van de patië patiënt)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Interventie • Alle zorgen zijn gebaseerd op klinisch redeneren en op kennis zodat de verpleegkundige erin slaagt om de zorgresultaten te verbeteren bij de patiënt. Activiteiten Specifieke aangepaste handelingen door de verpleegkundige of een gerealiseerde actie in het licht van een interventie om de patiënt te helpen om een resultaat te boeken. Het is noodzakelijk om een reeks van activiteiten te realiseren om een totale interventie te kunnen ontplooien. Interventie van directe zorgen Zorg in overleg met de patiënt. Dit houdt alle verpleegkundige acties is zowel fysiologische als psychosociale: deze acties impliceren enerzijds technische handelingen en anderzijds kan dit ook gaan om raadsbijstand Interventie van indirecte zorgen •Behandeling uitgevoerd weg van de patiënt, maar in naam van de patiënt of in naam van een groep patiënten •Dit heeft betrekking op alle zichtbare verpleegkundige handelingen in het kader van de organisatie van de zorgomgeving van de patiënt en de interdisciplinaire samenwerking •De doeltreffendheid van de directe zorgen hangt immers ook af van deze acties Bvb.: het nakijken en aanvullen van de urgentiekar, het invullen van het verpleegdossier Zorgen op initiatief van de verpleegkundige Een interventie op initiatief van de verpleegkundige als antwoord op een verpleegdiagnose Een autonome actie op wetenschappelijke basis en die zichtbaar ten voordele van de patiënt wordt gerealiseerd in functie van een verpleegdiagnose en waardoor men denkt de voorziene resultaten te bereiken Zorgen op voorschrift van een arts Een interventie die wordt uitgevoerd op initiatief van een arts en een antwoord biedt op een medische diagnose, maar die wordt uitgevoerd door een verpleegkundige op medisch voorschrift.
54
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
55
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegkundige interventies - NIC VERPLEEGKUNDIGE INTERVENTIE Elke zorg ondersteund door een klinisch redeneerproces interventie en waarbij de verpleegkundige de verwachte zorgresultaten bij de patiënt kan verbeteren ACTIVITEIT Specifiek gedrag door de verpleegkundige aangeboden of gerealiseerd in het kader van een interventie om de hulpvrager te helpen om een verwacht resultaat te bereiken. Het is noodzakelijk om een reeks van activiteiten te realiseren om een interventie tot en goed einde te kunnen brengen.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
55
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
56
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegkundige interventies - NIC
Interventie en de definitie Activiteiten
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De titels en de definities worden niet aangepast. Bij de 10 tot 30 voorgestelde activiteiten, kan de zorgverlener specifieke activiteiten kiezen uit deze lijst en eventueel andere naar wens toevoegen.
56
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
57
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegkundige interventies – NIC (voorbeeld: detail)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
57
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
58
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegkundige interventies – NIC – Exemple détaillé suite
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
58
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
59
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van de verpleegkundige interventies – NIC: referenties MC Closkey J.L. & Bulechek G.M., Classification des Interventions de soins infirmiers CISI.NIC., Traduction française par DEDOUT CH. ,Paris : Masson, 2000, 755p. Mc CLOSKEY, DOCHTERMAN J., BULECHEK G. « Nursing Interventions Classification» NIC Fourth Edition, Mosby, 2004,1062p. Verpleegkundige interventies/ NIC. Redactie: Mc Closkey, Bulechek, De tijdstroom, 1997
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
59
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
60
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van verpleegkundige zorgresultaten - NOC 7 domeinen 31 klassen 330 resultaten
Een resultaat bevat: Een titel Een definitie
indicatoren
Indicatoren een Likert-schaal
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
60
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
61
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van verpleegkundige zorgresultaten - NOC
RESULTAAT Toestand, gedrag of perceptie van een individu, een familie of een groep die wordt gemeten op een continuüm als antwoord op een (meerdere) verpleegkundige interventie(s)
INDICATOR Specifieke variabele die een antwoord die voorvloeit uit een verpleegkundige zorg als antwoord op een verpleegkundige interventie. Het is een observeerbare toestand van een individu of van zijn familie, een gedrag, een uitdrukking of een evaluatie.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
61
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
62
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van verpleegkundige zorgresultaten – NOC - Exemple Titel en de definitie
Indicatoren met een Likertschaal
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
62
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
63
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van verpleegkundige zorgresultaten – NOC – Voorbeeld detail
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
63
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
64
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van verpleegkundige zorgresultaten – NOC – Voorbeeld detail
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
64
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
65
Het verpleegkundig redeneren in het verpleegdossier Praktische verpleegkundige classificatie
Woorden om het te zeggen
Classificatie van verpleegkundige zorgresultaten – NOC – referenties Johnson M. & Maas M., Classification des Résultats de soins infirmiers CRSI.NOC., Traduction française par l’ANFIIDE et l’AFEDI, Paris, Masson, 1999, 386p. MOORHEAD S.,JOHNSON M.,MAAS M. «Nursing Outcomes Classification » NOC » IOWA Outcomes Project . Third Edition Mosby 2004 Verpleegkundige zorgresultaten: NOC. Redactie: Marion Johnson en Meridean Maas, Elsevier / De tijdstroom 1999
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
65
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
66
Wettelijke referenties • Wet op de ziekenhuizen en KB met toepassingen – Artikel 13 tot 17 ivm de structurering van de medische en verpleegkundige activiteit: uiteraard in het patiëntendossier – Artikel 68 tot 71 ivm de erkenningnormen: functionele normen §9 verpleegdossier – Artikel 86 ivm de communicatie van de zorgen: verplichte registratie
• KB 78 ivm de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen – artikel 21 quinquies §1 ivm de uitoefening van de verpleegkunde – artikel 21 quinquies §2 ivm het verpleegdossier – artikel 21 quinquiesdecies ivm de zorgkundige – artikel 38 ter 5°ivm de toevertrouwde medische handelingen
• Ministeriële omzendbrieven van 01-07-1990, 06-01-1992, 17-06-1997 met verduidelijkingen ten aanzien van het medisch voorschrift, …
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Zie ‘wettelijk’ dossier beschikbaar op aanvraag Daarnaast bestaat er ook een deontologische code voor verpleegkundigen in België. Deze is aanvaard op de algemene vergadering van de verpleegkundigen van België in november 2004. Binnen deze deontologische code zijn in dit kader 2 artikels interessant: Artikel 4: De beoefenaar van de verpleegkunde verzekert een totale beschikbaarheid van verpleegkundige zorgen die beantwoorden aan de individuele noden. Artikel 12: de beoefenaar van de verpleegkunde verzekert een continuïteit van zorgen.
66
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
67
Focus charting (Transmissions ciblées) Een concept dat de professionele verslag vereenvoudigd in het kader van kwaliteit van zorg
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
En réponse aux faiblesses de l’inscription traditionnelle narrative, S. Lampe et A. Hitchcock ont présenté un nouveau système « Focus Charting » pour rédiger les dossiers de soins lors de la conférence de l’ANADI à Saint louis Missouri en 1986. Le « système de transmissions ciblées » a été introduit en France par Cécile Boisvert, infirmière, Master en Sciences Infirmières Washington DC. Formatrice consultante au GRIEPS.
67
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
68
Transmissions ciblées Forme d’écriture qui a pour objectif de structurer la documentation des soins infirmiers = une maniè manière logique d’organiser l’ l’information significative centré centrée sur la personne
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
En réponse aux faiblesses de l’inscription traditionnelle narrative, S. Lampe et A. Hitchcock ont présenté un nouveau système « Focus Charting » pour rédiger les dossiers de soins lors de la conférence de l’ANADI à Saint louis Missouri en 1986. Le « système de transmissions ciblées » a été introduit en France par Cécile Boisvert, infirmière, Master en Sciences Infirmières Washington DC. Formatrice consultante au GRIEPS.
68
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
69
Transmissions ciblées
Nécessitent l’appropriation et l’utilisation d’un vocabulaire scientifique et professionnel basé sur une réflexion clinique consciente
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
69
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
70
Transmissions ciblées Utilisent deux outils indissociables et conjugués: • les diagrammes • les notes d’observation
(sous forme de transmissions ciblées)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
70
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
71
Transmissions ciblées Les Diagrammes
Afin d’éviter les pertes de temps et les répétitions inutiles, il est recommandé d’utiliser des diagrammes pour inscrire •Les surveillances fréquentes telles que : constantes physiologiques, entrées et sorties, signes neurologiques, glycémie… •Les soins infirmiers requis •Sur prescription infirmière: A + B1 (soins de base) •Sur prescription médicale: B2 + C
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
71
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
72
Transmissions ciblées Les Diagrammes Les diagrammes permettent de consigner les activités de soins au niveau des différentes fonctions de l’infirmier(e), autonome et en collaboration, en référence à l’AR n°78 L’ensemble des diagrammes constituent le tableaux de bord du suivi de la personne soignée et des soins infirmiers effectués
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
72
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
73
Transmissions ciblées
Les notes d’observation (sous forme de transmissions ciblées)
Les transmissions ciblées structurent le contenu des notes d’observation rédigées sous forme narrative en cibles étayées par des donné actions et de résultats. données suivies d’actions sultats Cible : - Données - Actions - Résultats
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
73
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
74
Transmissions ciblées Structure des notes d’observation Date/heure
Cible
10/02/06 13h00
Douleur plaie opératoire
D
A
14h00
R
Douleur à 6 sur EVA malgré l’utilisation de la PCA à xx mg/ml. Incapable de se mobiliser Consultation du Dr Durand. Nouvelle prescription à xx mg/ml mise en œuvre. (signature) Douleur à 3 sur EVA . Levé au fauteuil avec aide sans augmentation de la douleur. Exprime le confort. (signature)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
La feuille de notes d’observation est divisée en 4 colonnes pour favoriser la structuration de l’information: 1. Date et heure 2. Cible 3. D, A, R 4. Information scientifique et professionnelle qui étaye respectivement le D.A.R Signature du soignant
74
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
75
Transmissions ciblées Une cible c’est…..
Le point de convergence résultant d’une collecte de données systématique (S. LAMPE)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
75
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
76
Transmissions ciblées
Une cible c’est…..
un symptôme • un comportement de la personne • un évènement dans le quotidien de la personne • une préoccupation de la personne • un changement de l’état de santé • un diagnostic infirmier • une réaction à la maladie, aux soins, aux traitements •
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
76
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
77
Transmissions ciblées
Une cible n’est pas
un diagnostic médical un acte de soins infirmier un problème de l’infirmière ou de l’équipe un jugement de valeur
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
77
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
78
Transmissions ciblées Rédaction des notes d’observation Les notes sont rédigées sous forme de •Cibles •Macrocibles
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
78
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
79
Transmissions ciblées
La macrocible
Structure et synthétise les informations concernant la personne soignée à un moment précis de la prise en charge et permet un relais rapide et pertinent: •admission, bilan intermédiaire •retour du bloc opératoire •sortie de soins intensifs •transfert d’une unité à une autre •départ au domicile ou vers une institution •... Les membres de l’équipe définissent les éléments qui permettent de structurer l’information
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
79
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
80
Transmissions ciblées Les notes d’observation rédigées sous forme de transmissions ciblées constituent le « cœur » du dossier de soins infirmiers. Il y a complémentarité •entre diagrammes d’activités et notes d’observation •entre décision médicale et notes d’observation •entre transmissions écrites et orales •entre transmissions ciblées et plans de soins guide
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
La rédaction des notes d’observation sous forme de transmissions ciblées répond aux exigences légales du dossier infirmier (août 87). La démarche de soins infirmiers apparaît clairement. On suit l’histoire de la personne dans les notes d’évolution ce qui permet de justifier toutes les actions de soins infirmiers qui y sont mentionnées Complémentarité entre diagrammes d’activité et notes d’observation Lorsqu’une anomalie, un écart, un symptôme apparaît, il est documenter (cibles, D,A,R)
80
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
81
Transmission ciblées Bibliographie: E. PATRIARCHE,S.TRUCHARD, L.BOYER, Dossier de soins ciblé. Du raisonnement clinique infirmier aux transmissions ciblées, Les guides de l’AP-HP, Doin/Lamarre Paris, 1997 F. DANCAUSSE,E.CHAUMAT, Les transmissions ciblées au service de la qualité des soins. Guide méthodologique, 2 éd, Masson, Paris, 2003
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
81
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
82
Standaardzorgenplan Het standaardzorgenplan is een ondersteunende informatiebron die dezelfde elementen van het verpleegplan hergroepeert, maar de gegevens zijn gestaafd van verpleegkundige diagnostiek • Verpleegkundige diagnose, karakteristieken, bevorderende factoren • Verwachte resultaten • Verpleegkundige interventies • Evaluatie van de resultaten
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De standaardverpleegplannen kunnen vanuit het diagnostisch standpunt van de verpleegkundige, van een type profiel en van een bepaalde zorgpraktijk. Het komt erop aan om dit te personaliseren in samenspraak met de patiënt. De standaardverpleegplannen kunnen voor vooraf reeds een blik werpen op de verpleegkundige diagnose, een profieltype en een bepaalde zorgen Tot slot dient men het plan te personaliseren in functie van de patiënt.
82
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
83
Standaardzorgenplan Het standaardzorgenplan vereenvoudigt • De mobilisatie van een zorgteam interdisciplinaire samenwerking bij een groot patiëntenprobleem. • De continuïteit van de zorgverlening en het bevorderen van de kwaliteit van zorg.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
83
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
84
Standaardzorgenplan Ieder zorgteam dient de patiëntensituaties te bepalen die aanleiding geven tot het openen van een zorgenplan.
Voorbeelden – – – – ...
herhaling van een probleem voor een patiënt intensiteit van een probleem moeilijkheden in de probleemdefiniëring of de probleemoplossing duur van het probleem in de tijd
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
84
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
85
Standaardzorgenplan Bibliografie: J. CHARRIER, B.RITTER, Le plan de soins guide. Un support du diagnostic infirmier, Masson, Paris,1999 Mayers
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
85
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
86
Toepassing op MZG
• Algemene principes van de MZG registratie • Gevolgen voor de verpleegkundige • Toekomst …
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
86
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
87
Algemene principes van de MZG registratie MZG vertrekt vanuit MVG, en omvat binnen de registratie volgende gegevens Gegevens ivm de zorginstelling Gegevens ivm het personeel Administratieve gegevens (patiënt, verblijf, zorgeenheid,… ) Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Medische gegevens
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Zie voor uitleg in de codeerhandleiding
87
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
88
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Men dient de gerealiseerde verpleegkundige interventies te coderen en correct te documenteren in het verpleegdossier vertrekkende vanuit de 78 items in de exhaustieve lijst
= minimale verpleegkundige registratie
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De verpleegkundige gegevens die dienen geregistreerd te worden, zijn relevante verpleegkundige activiteiten die exclusief deel uitmaken van de lijst met 78 items. Deze gegevens dienen een code te ontvangen conform de codeerhandleiding en dienen te beantwoorden aan de voorschriften van deze handleiding, de definiëring van de activiteit, de scoremodaliteiten, de controlecriteria, … en dienen daarnaast ook correct gedocumenteerd te zijn in het patiëntendossier. Het gaat steeds zoals bij MVG om een minimale registratie die een profiel geeft van de activiteiten, maar die niet alle verpleegkundige activiteiten registreert (78/514 ).
88
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
89
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Activiteiten uitgevoerd door beoefenaars van de verpleegkunde (in het kader van K.B. 78) – hoofdverpleegkundige – verpleegkundige – vroedkundige - personen werkzaam in het kader van K.B. 78, art. 54 bis – zorgkundigen
worden geregistreerd Activiteiten die voorkomen in de MZG registratie, maar niet door verpleegkundig personeel zoals artsen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, diëtisten, patiënten, mantelzorgers, … worden niet geregistreerd
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Wie kan de verpleegkundige zorgen uitvoeren en registreren? o MZG is een verpleegkundige registratie en geen minimale zorgregistratie. Dit betekent concreet het volgende: o Het registreert de verpleegkundige zorg (zoals gedefinieerd en afgebakend) die uitgevoerd wordt door het verpleegkundig personeel (hoofdverpleegkundige, verpleegkundigen, vroedkundigen, zorgkundigen). Dit verschilt van de MVG registratie. o De activiteiten die voorkomen in de MZG registratie, maar uitgevoerd worden door niet verpleegkundig personeel zoals artsen, kinésitherapeuten, ergotherapeuten, diëtitsten, patiënten, mantelzorgers… worden niet geregistreerd ook al vallen ze onder de verantwoordelijkheid van de hoofdverpleegkundige. o MZG wordt geregistreerd indien een activiteit plaatsvindt op een bepaalde verpleegafdeling door een verpleegkundig personeelslid van de verpleegafdeling. Dit personeelslid kan tijdelijk (mobiele equipe of personeelslid van een andere verpleegeenheid die tijdelijk toegewezen wordt aan de verpleegeenheid) of permanent tewerkgesteld zijn binnen deze afdeling. o Activiteiten uitgevoerd door de mobiele equipe of door verpleegkundigen verbonden aan het labo, de transportdienst,… kunnen worden gescoord indien ze worden uitgevoerd op een verpleegafdeling. o De registratie van de activiteiten gebeurt steeds op de afdeling waar de patiënt is gehospitaliseerd.
89
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
90
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Effectieve interventies uitgevoerd door het verpleegkundig personeel worden geregistreerd indien deze plaatsvinden • • • • • •
op de verpleegafdeling eventueel uitgevoerd door een mobiel equipe eventueel uitgevoerd door klinische specialisten eventueel uitgevoerd door verpleegkundige van het labo eventueel uitgevoerd door de transportdienst …
De registratie van de activiteiten gebeurt steeds op de afdeling waar de patiënt is gehospitaliseerd die zich fysiek binnen of buiten de afdeling kan bevinden
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De registratie van de activiteiten gebeurt steeds op de afdeling waar de patiënt is gehospitaliseerd. o Het verantwoordelijkheidsprincipe is een bijkomend aspect waarmee men rekening moet houden: o De verpleegkundige zorgen die uitgevoerd worden bij een patiënt die fysiek op de afdeling aanwezig is, vallen onder de verantwoordelijkheid van de verpleegequipe van die afdeling of van het personeel dat toegewezen werd aan die afdeling. o De verpleegkundige zorgen die uitgevoerd worden bij een patiënt die fysiek buiten de afdeling is op het moment van de verzorging (vb. infuus vervangen in de cafetaria), maar vallen onder de verantwoordelijkheid van de verpleegequipe of van het personeel dat toegewezen werd aan de verpleegafdeling waar de patiënt verblijft, worden tevens meegenomen in de registratie.
90
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
91
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies • Een MZG registratiedag loopt van 0h à 23h59 • Er is één registratie per dag, per patiënt, per verpleegafdeling (op alle hospitalisatieafdelingen, op spoedgevallenzorg en het daghospitaal Met uitzondering van operatiezaal, recovery, medisch technische afdelingen, consultatie, dialyse-afdeling, verpleegafdeling neuropsychiatrie voor observatie en behandeling, verpleegafdeling neuropsychiatrie voor kinderen, verpleegafdeling voor neuro-psychiatrische behandeling en ambulante spoedgevallenzorg Meerdere MZG registraties per patiënt zijn mogelijk, wanneer hij verhuisd naar een andere verpleegafdeling (geen concatinatie van gegevens)
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De MZG registratiedag loopt van 0 - 23u59. Er is een registratie per dag, per patiënt en per verpleegafdeling. Wanneer een patiënt gedurende een registratiedag op meerdere verpleegafdelingen verblijft (bv. een patiënt verhuist van de ICU naar een heelkundige afdeling), zijn er meerdere MZG registraties per patiënt. Gemeten zorgen zijn dus enkel toe te wijzen aan één bepaalde afdeling. Er worden geen registraties over diensten heen doorgegeven bij het verhuizen van de patiënt naar een andere verpleegafdeling (geen concatinatie van gegevens). In de registratie wordt de volgorde van de verpleegafdelingen waar de patiënt verbleven heeft en de duur van zijn verblijf (in dagen indien langer dan 24u; in uren indien minder dan 24u) geregistreerd. Per registratie wordt de tijdsduur (uitgedrukt in uren) aangegeven waarop deze registratie betrekking heeft. Als een patiënt een hele registratiedag op een eenheid verbleven heeft, is dit 24u. Wanneer een patiënt gedurende een registratiedag opgenomen, ontslagen of getransfereerd wordt naar een andere verpleegafdeling is dit minder dan 24u. Om dit te berekenen wordt er gewerkt met het opname- en ontslaguur van de afdeling. Bv. De patiënt verblijft op de afdeling ‘A’ maar wordt om 18u getransfereerd naar de afdeling ‘B’ Op afdeling ‘A’ was hij 18u aanwezig en op afdeling ‘B’ was hij 6u aanwezig.
91
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
92
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies De code van een item komt overeen met een verpleegkundige interventie en bestaat uit 4 karakters. Deze karakters komen overeen met de vier niveaus van de classificatie Karakter Karakter Karakter Karakter
1 2 3 4
: : : :
De letter die verwijst naar de NIC-klasse Het cijfer dat verwijst naar het item Het cijfer dat verwijst naar de keuzemogelijkheid Een reservecijfer
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
92
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
93
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Voorbeeld: R110 Basis emotionele ondersteuning R = Ondersteunen bij probleemhantering 100 = Emotionele ondersteuning 10 = Basis emotionele ondersteuning
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Toon eventuele andere eenvoudige voorbeelden. Definitie Interventies gericht op de ondersteuning bij het verder ontwikkelen van de vermogens, het aanpassen aan veranderingen in het functioneren of het streven naar een hoger niveau van functioneren. Item R1** : Emotionele ondersteuning R110 : Basis emotionele ondersteuning Definitie Patiënten, familie of significante naasten de kans geven om hun gevoelens en beleving te uiten, door uitnodigend stil te staan en een steun te betekenen op emotioneel moeilijke momenten. Volgende verpleegkundige interventies zijn enkele voorbeelden die deze basisinterventies van emotionele zorg weergeven: • hoop bieden: “de patiënt helpen een positieve kijk op de situatie te krijgen”; • emotionele ondersteuning: “de patiënt in tijden van stress geruststellen, accepteren en aanmoedigen”; • aanwezig zijn: “de patiënt bijstaan in tijd van nood”; • geruststellen en kalmeren van een angstige patiënt. Scoremogelijkheid 1 = Aanwezigheid van één of meerdere verpleegkundige interventies die de emotionele ondersteuning verantwoorden. Controle o In het patiëntendossier staat de toestand van de patiënt, de familie of van de significante naaste en de uitgevoerde interventie aan de patiënt, familie of significante naaste (welk emotioneel probleem aanwezig is bij de patiënt, familie of significante naaste) genoteerd.
93
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
94
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Ieder item bevat een code met vier karakters een benaming een definitie scoremogelijkheden controlemodaliteiten opmerkingen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
94
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
95
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Voorbeeld F300 Hulp bij dagkledij Definitie Het geheel van verpleegactiviteiten m.b.t. het aan- en uittrekken van dagkleding. De patiënt heeft hulp nodig bij het aan- en uittrekken van elk van volgende kledingsstukken: onderkleding, bovenkleding en schoeisel. Dit gebeurt zowel ’s morgens als ’s avonds. Dagkledij omvat de volledige waaier van trainingspak tot stadskledij.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De definitie dient duidelijk en helder gepreciseerd te worden. Het concept waar het binnen dit item om draait, maakt het mogelijk om te differentiëren tussen de verschillende items en andere interventies van de NIC die niet weerhouden zijn in de MZG. Er moet samenhang zijn met de ander elementen van het item: de scoremogelijkheden, controle, opmerkingen.
95
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
96
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Voorbeeld Scoremodaliteiten 1 = aanwezig Controle • De motivatie en de aangeboden hulp staan ingeschreven in het patiëntendossier
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De scoremodaliteiten in verschillende klinische situaties waarbinnen de verpleegkundige kan registreren zijn: •Eenvoudige voorbeelden: 1 = aanwezig ( D400) of •Complexe voorbeelden: van 1 tot 6 (G100) of •Relevante berekeningsvoorbeelden: aantal …(E100) De controleelementen laten toe het item te valideren voor zowel een interne als externe audit.
96
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
97
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Voorbeeld Opmerkingen • Wordt niet beschouwd als hulp bij dagkledij: • enkel het aankleden van de patiënt vb. bij ontslag • enkel het uitkleden van de patiënt vb. bij opname; • het kleden van de patiënt bij diens overlijden.
• Een pyjama, operatiehemd of kamerjas is geen dagkledij.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De opmerkingen laten toe om het item te specifiëren evenals vergelijking met andere klinische situaties en die toelaten om het item te vaideren.
97
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
98
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Het getal van de honderdtallen voorziet een cumul met een ander item van dezelfde klasse Het cijfer van de tientallen voorziet geen cumul met een andere code in hetzelfde item. In dit geval dient het item met de hoogste score gescoord te worden Er is geen enkel verplicht item binnen deze registratie
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De items van een zelfde klasse zijn cumuleerbaar (100+200+300,…) maar de onderverdeelde-items zijn niet cumulatief (110#120#130,…) In tegenstelling tot MVG zijn er nu geen verplicht te scoren items, zodat het theoretisch mogelijk kan zijn om voor een patiënt geen enkel item te scoren. Het is daarom voor het ziekenhuis aan te bevelen om alle toepasbare items op de verblijfsdag van de patiënt te scoren en er geen enkel te vergeten om zo een zorgenprofiel te hebben conform de klinische realiteit. Iedere instelling en iedere deel van de instelling zal object van analyse zijn, waarbij de toepassing van elk item in zijn modaliteiten worden genomen ten aanzien van de patiëntenzorg. Deze analyse kan gebeuren in samengaan met de NIC, voor het aanmaken van zorgdiagrammen of documenten in kader van planning en/of realisatie, het geheel van gerealiseerde verpleegkundige activiteiten bij de patiënten.
98
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
99
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Voorbeeld 1 Niet cumulatief met B220, B230, B240, B250 B210: Urinaire uitscheiding: het opvolgen van de mictie van urinair continente patiënt Definitie: Het opvolgen van de mictie van de urinair continente patiënt Score: 1 = Aanwezig Controle: De opvolging moet in het dossier terug te vinden zijn (bv. navragen van de laatste mictie). Opmerking: Deze keuzemogelijkheid kan niet gescoord worden samen met het item ‘zorgen bij het kind (<5jaar) m.b.t. uitscheiding’ (B100).
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
99
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
100
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Voorbeeld 2
Een mogelijkheid van coderen E100 : Symptoommanagement: Pijn Definitie: Het systematisch opvolgen van pijn bij de patiënt. De zorgverlener observeert of bevraagt op regelmatige basis de pijn bij de patiënt met een meetinstrument. De zorgverlener voert op basis van deze scores een protocol of staand order uit. Score: Aantal pijncontroles Controle: De pijnscores, afgenomen met een meetinstrument zijn terug te vinden in het patiëntendossier, alsook de eventueel genomen acties. Opmerkingen:Het toedienen van (pijn)medicatie kan onder volgende items gescoord worden: H100 ‘toediening van geneesmiddelen SC/ID/IM’, H200 ‘aantal verschillende geneesmiddelen IV’, H300 ‘het meest frequent toegediende geneesmiddel IV of H400 ‘Toediening geneesmiddelen via aërosol, puff of zuurstoftent’.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
100
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
101
Gegevens ivm de verpleegkundige interventies Voorbeeld 3 Vergelijking met een item uit MVG « zorgen mbt de mobiliteit » Item C1 Installatie van een patiënt •C110 : Installatie van een bedlegerige patiënt •C120 : Installatie van een NIET bedlegerige patiënt Item C2 Hulp bij verplaatsen van de patiënt binnen de afdeling •C200 : Hulp bij verplaatsen van de patiënt binnen de afdeling Item C3 Transport van de patiënt buiten de afdeling •C300 : Transport van de patiënt buiten de afdeling Item C4 Aanwezigheid van tractie •C400 : Aanwezigheid van tractie
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
101
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
102
Gevolgen voor de verpleegkundige Informatie Vorming Implicaties voor het verpleegdossier Implicaties voor de toepassing van de resultaten
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
102
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
103
Informatie Alle verpleegkundigen dienen geïnformeerd te worden i.v.m. de evolutie van MVG, zijn inhoud en zijn belang
Alle verpleegkundigen dienen niet alle details te kennen over de scoremodaliteiten van ieder item
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Onafhankelijk of men kiest voor een centrale of decentrale codering, dient men ieder verpleegkundige duidelijk te informeren over de evolutie van de MVG, zijn inhoud en belang. Dit alles past in een verdere professionalisering en hogere verantwoordelijkheid ten aanzien van de rapportage en de patiënt en de modaliteiten om de verpleegkundige zorgen te documenteren. Deze thema’s zijn breed uitgeschreven op de volgende slides. In het licht van de doelstellingen van de oefeningen, de verpleegkundigen die niet rechtstreeks participeren aan de codering van MZG dienen zich niet alle details eigen te maken zoals we dit verwachten van de « codeurs ». Als men het eens is met het principe « men doet goed wat men vaak doet », lijkt het realistisch te stellen dat een gecentraliseerde codering in afwachting van het geïnformatiseerde verpleegdossier, waar de MZG onmiddellijk en automatisch worden uitgehaald. Als men om organisatorische redenen dit niet kan realiseren, dient men eerst een vorming te realiseren in het licht van de codering in de eerste plaats voor de codeerders om een overgangsfase te realiseren voor men iedereen wil opleiden. Welke vorm van codering men ook verkiest: een papieren versie of een geïnformatiseerd dossier, weet dat ze dient te moeten overeenstemmen met de kwaliteitscriteria die de validatie toelaten binnen de MZG. Om dit doel te bereiken, dat iedere verpleegkundige kennis neemt van het referentiekader zodat hij zijn verantwoordelijkheid kan nemen en de nodige competenties kan ontwikkelen om zijn professionele activiteiten te documenteren.
103
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
104
Vorming De « gespecialiseerde codeurs » dienen een grondige vorming te ontvangen om een kwaliteitsvolle registratie mogelijk te maken
De verpleegkundigen van de werkvloer dienen een vorming te ontvangen in het licht van het begrip van het instrument en zijn implicaties van het verpleegdossier
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De doelstellingen van de vorming worden weergeven op de slides 119 tot 121
104
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
105
Implicaties voor het verpleegdossier papieren versie Het verpleegdossier moet aan verschillende criteria beantwoorden: • • • • •
Goed « bedacht » en goed « gevuld » Beantwoorden aan de wettelijke voorschriften De codage van MZG toelaten De realisatie van interne en externe audits toelaten Verbeteren van een ergonomische ondersteuning
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
105
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
106
Een verpleegdossier goed « bedacht » De samenstelling van een verpleegdossier moet rekening houden met • de zorg dient in het patiëntendossier te worden geïntegreerd • de nationale en internationale aanbevelingen volgen ten aanzien van de documentatie van de verpleegkundige zorgen • een realistische toepassing ifv de specificiteit van het terrein
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De integratie in het verpleegdossier van de patiënt moet een object van reflectie, van consensus zijn en de opbouw van een gemeenschappelijk interdisciplinair referentiekader. De nationale en internationale aanbevelingen in kader van de documentatie van de verpleegkundige zorgen zijn: Alles noteren dat noodzakelijk is om kwaliteit van zorgen te verzekeren in kader van continuïteit van zorg Reflecteren over het resultaat van het verpleegkundig redeneren Een realistische toepassing in functie van de specificiteit van het terrein, dient een verpleegdossier gerealiseerd worden op elke verpleegafdeling of een groep van eenheden op basis van een analyse van hun praktijk door leden van verpleegequipe Deze analyse dient gedefinieerd te worden door het type patiëntenproblemen, interventies en resultaten van frequent herkenbare zorgen om rekening te houden met de inhoud van ieder document.
106
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Samenstelling van het verpleegdossier
107
Concreet dient het verpleegdossier samengesteld te worden door 5 basisdocumenten • • • • •
het balans van de noden en verpleegkundige zorgen de weergave van de planning/zorgrealisatie de weergave van de planning/behandelingsrealisatie de weergave van de planning/realisatie van klinische bewaking observaties
Specifieke documenten dienen de basisdocumenten te vervolledigen.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Het bilan van de nood aan verpleegkundige zorgen veronderstelt een « screening » van verschillende fundamentele noden van de patiënt, significante klinische gegevens en de formulering van patiëntenproblemen in de vorm van verpleegkundige diagnosen of te behandelen gemeenschappelijke problemen. Enkel administratieve, sociale of medische gegevens vormen geen basis voor een bilan van de nood aan verpleegkundige zorgen. Dit bilan kan eventueel gerealiseerd worden op verschillende momenten tijdens het verblijf van de patiënt: bij opname, men heeft het dan over de verpleegkundige anamnese, tijdens het verblijf heeft men het over een intermediair bilan of bij het ontslag praat men over een ontslagbilan. De weergave van de programmatie/realisatie van de verpleegkundige zorgen dient alle zorgen te omvatten en zo vertrekken we van de NIC, waarin alle MZG-items vervat zitten, welke relevant zijn voor de delen A en B1 van de verpleegkundige handelingen (KB 78) en gerealiseerd op een reguliere manier voor een type van patiënten. Men dient dus zowel de zorgplanning als de uitvoering in het dossier terug te vinden. De weergave van de programmatie/realisatie van de verpleegkundige zorgen dient alle zorgen te omvatten en zo vertrekken we van de NIC, waarin alle MZG-items vervat zitten, welke relevant zijn voor de delen B2 en C van de verpleegkundige handelingen (KB 78) en gerealiseerd op een reguliere manier voor een type van patiënten. Men dient dus zowel de zorgplanning als de uitvoering in het dossier terug te vinden. De weergave van de programmatie/realisatie van de verpleegkundige zorgen dient alle zorgen te omvatten en zo vertrekken we van de NIC, waarin alle MZG-items vervat zitten, welke relevant zijn voor de B1 van de verpleegkundige handelingen (KB 78) en waarbij de klinische bewaking gebeurd door de verpleegkundige (bvb. Temperatuur, Nortonscore, pijnscore, …) en gerealiseerd op een reguliere manier voor een type van patiënten. Men dient dus zowel de zorgplanning als de uitvoering in het dossier terug te vinden. De nota’s van de verpleegkundige observaties zijn in chronologische volgorde neergeschreven bij opvolging van de patiënt, dit om de redactie te vereenvoudigen evenals het voorkomen van dubbele notities. Het is bijgevolg aanbevelenswaardig om de methode van focus charting te gebruiken « transmissions ciblées ». Het gebruik van complementaire documenten dient te worden beperkt om het dossier niet te verzwaren en zodat iedereen alles makkelijk terugvindt. Let wel dat alles dient te worden verantwoord via een de minimale 5 basisdocumenten.
107
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
108
Samenstelling van het verpleegdossier Eén van de meest concrete toepassingen van de aanbevelingen staat beschreven in de methode van de « focus charting ». Deze methode is vaak gebruikt in verschillende landen en toont een duidelijke meerwaarde.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Zie referentiekader voor meer informatie en vanaf slides 68 tot 86
108
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
109
Een « goed gevuld » verpleegdossier De samenstelling van een verpleegdossier dient rekening te houden met • precieze modaliteiten en uniforme samenstelling van de informatie • het gebruik van eenduidige en professionele taal • de verantwoordelijkheid van iedere verpleegkundige in het proces
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
De modaliteiten voor een precieze en uniforme samenstelling van de informatie in de instelling dienen gedefinieerd en vastgelegd te worden in de gebruikshandleiding van het verpleegkundig dossier. Deze kunnen dienen als basis voor een interne audit ifv de kwaliteit van het verpleegdossier. Het gebruik van een eenduidige en professionele taal is onmisbaar voor de kwaliteit van het verpleegdossier. Dit veronderstelt het gebruik van een verpleegkundige taal om een uniforme terminologie te verzekeren. De verantwoordelijkheid van iedere verpleegkundige in het proces van de ontwikkeling van het dossier dient beroep te doen en gestuurd te worden door een deontologische verpleegkundige code maar ook rekening houden met de wettelijke voorschriften ivm het verpleegdossier. Het gaat tenslotte om een proces van professionalisering om de kwaliteit van zorgen te verbeteren.
109
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
110
Beantwoorden aan de wettelijke voorschriften De wet op de ziekenhuizen voorziet expliciet het bestaan en de inhoud van een minimaal verpleegdossier. Het KB 78 ivm de uitoefening van de verpleegkunde verduidelijkt in het artikel 21 quinquies §2 « de prestaties van verpleegkundige zorgen, dienen zichtbaar te zijn op §1 a), b), et c), en zijn neergeschreven in het verpleegdossier.
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Zie dias ivm het referentiekader p.67
110
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
111
De codering van MZG toelaten • De items van MZG dienen zich in het verpleegdossier te bevinden als verpleegkundige interventies in de documenten van de planning en realisatie van de zorgen, in de observatienota’s en in de verpleegkundige anamnese
• De items van MZG vormen niet de basis voor het verpleegsdossier
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
In kader van codering dient met te veriferieren of men in het verpleegdossier de MZG items terugvindt vanuit het standpunt van de codering: •Definitie •Score •Controle •Opmerkingen In het kader van de samenstelling van het verpleegdossier en in zijn gebruik, zou men alert moeten zijn dat het dossier niet herleid wordt toe de MZG-items omdat men ook rekening moet houden met professionele en legale verplichtingen.
111
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
112
Toelaten van interne en externe audit • Het verpleegdossier dient als basis te fungeren voor de realisatie van de externe audits georganiseerd door de FOD • Het dient uiteraard ook gebruikt te worden voor interne audits die kunnen dienen als voorbereiding voor de externe audits
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
•Een audit is een diagnostische operatie die bouwt op een particuliere activiteit of op een situatie binnen een organisatie, gerealiseerd door een studie of een systematische controle en verficatie die het resultaat zijn van een volledig onafhankelijk oordeel en waardoor een advies mogelijk is of een duurzame correcte metingen. •Diagnostische operatie: veronderstelt dat men gebruik maakt van een gekend en gevalideerd « referentiekader » •Verificaties: veronderstelt dat men werkt op basis van documenten of concrete situaties •Correcte duurzame metingen: veronderstellen dat een rapport geleid en gecommuniceerd wordt en dat de acties ondernemend zijn die worden geëvalueerd. Concreet is dit dat men werkt via de kwaliteitscirkel •De klinische audit is een evaluatiemethode die toelaat op basis van vooraf bepaalde criteria zorgpraktijken te vergelijken via toegelaten referenties vanuit het standpunt van kwaliteitszorg met als doel de zorg te verbeteren. •De externe audit richt zich op de een administratie van de score van MZG vertrekkend vanuit geselecteerde verpleegdossiers met als doel deze te verifiëren op betrouwbaarheid van de gegevens en om aanbevelingen te doen in functie van de resultaten. •Betrouwbaarheid: de gegevens aangeleverd door de instellingen ondergaan verschillende controles om de kwaliteit te garanderen: controle en audit •Aanbevelingen: deze worden geformuleerd in een rapport en kunnen door de instelling gebruikt worden om zo een opvolging en een verbetering van de kwaliteit van registratie te verbeteren. •De interne audit laat de instelling toe om zichzelf te evalueren om zo een externe audit voor te bereiden en zich zo nodig te verbeteren •Kan verschillende stappen bevatten die de gegevens kwaliteitsvol begeleiden •Laat de instelling toe om zichzelf te evalueren om zo een externe audit voor te bereiden en zich zo nodig te verbeteren •De verschillende stappen zijn: •De verzameling van de MZG gegevens vertrekkende vanuit het verpleegdossier en het klinisch verpleegkundig redeneren •Het proces van beslag, validatie en verzending van gegevens •Het gebruik van feedback •Het proces van informatie en vorming van het personeel •De verantwoordelijkheidstructuur bij de registratie •…
112
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
113
Verbeteren van een ergonomische ondersteuning Het verpleegdossier is een belangrijk werkinstrument voor de verpleegkundige; een grondige reflectie op de ergonomische dimensie die ter ondersteuning dient om het gebruik van hulpmiddelen bij de patiënt te gebruiken
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
113
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
114
Implicaties voor het verpleegdossier geïnformatiseerde versie Om het verpleegdossier te informatiseren dien men • een goed samengesteld en gevuld papieren dossier te hebben • te beschikken over een solide project en geïnformatiseerde structuur • het geïnformatiseerd verpleegdossier te integreren in het geïnformatiseerd patiëntendossier • prioritair de verpleegplannen, de behandelingen en de klinische bewaking te informatiseren • te voorzien in een elektronische handtekening
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
114
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
115
Gevolgen voor de toepassing van de resultaten Rechtvaardiging van de verblijfsduur Verpleegkundige Staffing Kwaliteit van verpleegkundige zorgen Financiering van de verpleegkundige zorgen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
•L’AEP zal direct afgeleid worden uit MZG •Drie studies zijn nog lopende in het kader van de toepassingen van MZG: staffing, de kwaliteit van de verpleegkundige zorgen en de financiering van de verpleegkundige zorgen 2. 2.1
Interne staffing van verpleegkundigen op basis van de MVG2 Achtergrond
Reeds van bij de aanvang van de actualisatie van de Minimale Verpleegkundige Gegevens werden de leden van de werkgroepen G en Sp, oncologie, cardiologie, intensieve zorg en pediatrie gevraagd naar hun verwachtingen inzake toepassingen van de MVG2. De verwachte toepassingen waren: - financiering - staffing - kwaliteit In een aantal ziekenhuizen worden MVG1-items gebruikt als basis om een gedeelte van het verpleegkundig en verzorgend personeel op de meest accurate wijze in te zetten. Het soort MVG1-items en het gebruik ervan verschilt evenwel van ziekenhuis tot ziekenhuis. 2.2
Doelstelling
De voornaamste doelstelling van het project is het ontwikkelen van een instrument om het verpleegkundig en verzorgend personeel op een objectieve wijze te (her)verdelen op basis van de MVG2. De bedoeling van het project is het uitwerken van een ponderatielijst in termen van tijd per MVG2-item, rekening houdend met de mening van verpleegkundigen (expertengroep/ resonantiegroep). 2.3
Verwachte resultaten
115
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
116
Gevolgen voor de toepassing van de resultaten Rechtvaardiging van de verblijfsduur Verpleegkundige Staffing Kwaliteit van verpleegkundige zorgen Financiering van de verpleegkundige zorgen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
3. Databank kwaliteitszorg verpleegkundigen 3.1 Achtergrond Wereldwijd is er een toenemend aantal studies die de relatie onderzoeken tussen verpleegkundige personeelsinzet (aantal en kwalificatiegraad) en kwaliteit van zorg. De resultaten van deze studies tonen aan dat er voldoende evidentie is om aan te nemen dat een hogere verpleegkundige personeelsinzet gerelateerd is aan een betere kwaliteit van zorg. De meerderheid van deze studies gebeurt retrospectief via het onderzoek van administratieve gegevens. Via de Minimale Verpleegkundige Gegevens (MVG) en de Minimale Klinische Gegevens (MKG) beschikt de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu over twee administratieve databanken die gelijkaardig onderzoek in de Belgische setting mogelijk maken. 3.2 Doelstelling De voornaamste doelstelling van het project is het zichtbaar maken van de relatie tussen de verpleegkundige personeelsinzet en de kwaliteit van zorg door middel van twee types van indicatoren, met name het niveau van verpleegkundige personeelsinzet en de kwaliteit van zorg. De bedoeling van het project is het opstellen van een lijst van indicatoren op basis van een systematisch literatuuronderzoek. Deze lijst zal worden voorgelegd aan een internationaal panel met experts op dit studiedomein ter beoordeling van de inhoudsvaliditeit. Hierna zullen de geselecteerde indicatoren vertaald worden naar de context van de Belgische databanken via een nationaal panel met experts. De indicatoren i.v.m. verpleegkundige personeelsinzet zullen worden afgeleid uit MVG. De indicatoren i.v.m. kwaliteit van zorg zullen worden afgeleid via MKG. 3.3 Verwachte resultaten • Een analyse van de MVG en de MKG met de technische aspecten; • Een feedback-tool om informatie te genereren over beide types van indicatoren. 3.4 Contractant Het project wordt gefinancierd door de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid en wordt uitgevoerd door de KULeuven en het Center for Health Outcomes & Policy Research van de University of Pennsylvania. 3.5 Timing Het project startte op 1 september 2005 en loopt tot 28 februari 2007. 4. Financiering van verpleegkundige zorg in ziekenhuizen 4.1 Achtergrond Momenteel bestaat de financiering van de ziekenhuizen in België uit een vast gedeelte en een variabel gedeelte. Het variabel gedeelte is onder meer gebaseerd op gegevens inzake de verpleegkundige zorg. Het gebruik van verpleegkundige gegevens voor financiering beperkt zich evenwel tot een aantal kenletters. Daarenboven is de ijking van de verpleegkundige zorg voor financiering gebaseerd op de reële inzet van personeel en niet op de gewenste inzet van personeel. 4.2 Doelstelling De voornaamste doelstelling van het project is het bestuderen van een financieringsmodel voor de verpleegkundige zorg dat gericht is op de bestaffingsbehoefte en de evaluatie van de verantwoorde zorg 4.3 Verwachte resultaten • Een literatuuroverzicht inzake de financiering van de verpleegkundige zorg; • Een voorstel van financieringsmodel voor de verpleegkundige zorg. 4.4 Contractant Het project wordt gefinancierd door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en wordt uitgevoerd door onderzoekers van KULeuven, UZ Leuven en CHU Liège. 4.5 Timing Het project startte op 1 januari 2006 en loopt tot 31 januari 2007
116
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
117
Toekomst? •2MVG2 automatische export mogelijk maken vertrekkend vanuit een geïnformatiseerd verpleegdossier
• Geïnformatiseerde vormingsmodule on line
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
Het hoofdoel van 2MVG2 is een transparante en automatische export mogelijk malen van gegevens die voor MZG vereist zijn aan de hand van software voor het beheer van verpleegkundige ziekenhuisdossiers. 1. 2RIM2/2MVG2 1.1 Achtergrond Versie 2 van de Minimale Verpleegkundige Gegevens wordt vanaf januari 2007 ingevoerd. De tweede versie is gedetailleerder dan de vorige versie en vereist de registratie van heel wat nieuwe gegevens. Een aantal ziekenhuizen zijn reeds begonnen met het uitwerken van informaticatoepassingen voor het beheren van het verpleegkundig dossier. Naast de introductie van de tweede versie van de Minimale Verpleegkundige Gegevens als onderdeel van de Minimale Ziekenhuisgegevens wordt er gewerkt aan een nieuw Koninklijk Besluit inzake de algemene minimumvoorwaarden waaraan het verpleegkundig dossier moet voldoen. 1.2 Doelstelling De voornaamste doelstelling van het project is het mogelijk maken van een transparante en automatische export van gegevens die voor de tweede versie van de Minimale Verpleegkundige Gegevens vereist zijn door middel van software voor het beheren van het verpleegkundig dossier. De bedoeling van het project is het verbeteren van de kwaliteit van de informatie en niet het louter administratief afleveren van de MVG2. Het toekomstig KB inzake de algemene minimumvoorwaarden waaraan het verpleegkundig dossier moet voldoen dient als uitgangspunt te worden genomen. 1.3 Verwachte resultaten · Een gedetailleerd bestek gebaseerd op een diepgaande analyse waarmee de betrokken softwareontwikkelaars onmiddellijk aan de slag kunnen om een verpleegkundig dossier te ontwikkelen waaruit MVG2 kan geëxtraheerd worden. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de vereiste exportformaten voor de portahealth-toepassing. Het bestek zal gevalideerd worden door de bij dit project betrokken ziekenhuizen die al beschikken over een programma voor het beheren van het verpleegkundig dossier. Hierna zal het verspreid worden onder alle spelers op het gebied van softwareontwikkeling. 1.4 Contractant Het project wordt gefinancierd door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en wordt uitgevoerd door een consortium onder leiding van dhr. Mark Devos van Mediware Mechelen. 1.5 Timing Het project startte op 1 april 2006 en loopt tot 31 maart 2007
117
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
118
MZG Oefeningen • Doelstellingen • Oefeningen niveau 1 • Oefeningen niveau 2
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
118
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
119
MZG Oefeningen Doelstellingen Niveau 1 Deze zijn bedoeld voor de verpleegkundigen die werken op een afdeling waar MZG wordt geregistreerd
Doelstelling: kennisname en demonstratie van het begrip van de items Niveau 2 Deze zijn gericht naar de codeur van MZG
Doelstelling: vertrouwd raken met de codering van items en de codeerproblemen kunnen oplossen evenals pertinente en noodzakelijke vragen kunnen stellen
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
119
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
120
MZG oefening niveau 1 Oefening Vind het domein, klasse en item vertrekkende van een verpleegkundige interventie of situatie, nadat de synthesekaart is bestudeerd en zijn structuur is geanalyseerd
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
120
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
121
MZG oefeningen niveau 2 Beginner: • kies de domeinen, de klassen, de items, de codeermogelijkheden in een eenvoudige klinische situatie. • Identificeer de cumulatieve items en niet cumulatieve en past de codering adequaat toe in een eenvoudige klinische situatie Gevorderde: • Kies de domeinen, de klassen, de items, de codeermogelijkheden in een complexe klinische situatie • Kies de domeinen, de klassen, de items, de codeermogelijkheden in een complexe klinische situatie en hou rekening met de controlecriteria en de opmerkingen. Expert: • Codeer MZG vertrekkende vanuit een eenvoudig en complex verpleegdossier rekening houden met de controlecriteria en de opmerkingen. • Raad geven aan de beginnelingen en gevorderden • Oplossen van probleemsituaties
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
121
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
122
Oefeningen •Bevorderen van activiteiten en lichaamsbeweging: Domein? •Lichamelijke oefeningen? Klasse? Domein? •Codeer: Gestructureerde oefeningen lichamelijke oefeningen in revalidatieplan: actief of passief? Domein? Klasse? Score? •Revalidatieschema: gepland in het dossier? Score?
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
122
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
123
Oefeningen •Bevorderen van activiteiten en lichaamsbeweging: Domein 1 •Lichamelijke oefeningen? Klasse: zorg voor elementair fysiologische functies, Domein1 •Codeer: Gestructureerde oefeningen lichamelijke oefeningen in revalidatieplan: actief of passief? Domein1; Klasse: zorg voor elementair fysiologische functies Score: A100 score 1 •Revalidatieschema: gepland in het dossier: Score: A100 score 1
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
123
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
124
Item 1 Definitie Interventies gericht op de ondersteuning bij lichamelijke activiteiten en het energiebehoud en -verbruik. Item A1: Lichamelijke oefeningen: A100: Gestructureerde lichamelijke oefeningen Definitie Passieve of actieve lichamelijke oefeningen, begeleid en opgevolgd door een zorgverlener, die geïntegreerd zijn in een standaard revalidatieplan of specifiek voorgeschreven zijn voor een patiënt. Deze oefen- of revalidatieplannen zijn uitgeschreven door een kinesist, arts, verpleegkundige of een multidisciplinair team. In het patiëntendossier is het oefen- of revalidatieplan aanwezig. • Passief: bewegingsoefeningen van de patiënt die uitgevoerd worden door een zorgverlener. • Actief: de zorgverlener begeleidt EN volgt de oefeningen op die uitgevoerd worden door de patiënt (bv. de zorgverlener verzekert de continuering van een stapoefening die opgesteld werd door de kinesist). De zorgverlener1 is tijdens deze oefeningen permanent bij de patiënt aanwezig. Scoremogelijkheid: o 1 = Aanwezig. Controle o Gestructureerde lichamelijke oefeningen zijn ingebed in een standaard (revalidatie) plan of worden individueel voor de patiënt uitgeschreven door een kinesist, arts, verpleegkundige of een multidisciplinair team. o Revalidatieschema: Dit houdt in dat de lichamelijke oefeningen gepland zijn in het patiëntendossier en dat doelen expliciet vermeld worden. Dit kan een standaardplan zijn (aanwezig op de afdeling) waarnaar verwezen wordt in het patiëntendossier op dagelijkse basis. o Op minstens wekelijkse basis moet er in het patiëntendossier een verslag terug te vinden zijn waarin
Opleidingshandboek MZG, officiële versie 6 september 2006
124