Opleiding: MEDEWERKER KAMERDIENST

Opleiding: MEDEWERKER KAMERDIENST Je moet voor deze opleiding zeer graag met mensen werken, je komt tenslotte altijd in contact met zakenmensen of mensen op vakantie. In deze opleiding krijg je heel wat praktijklessen op verplaatsing. Je werkt in hotels waar je meedraait met een vast kamermeisje. Na je opleiding ben je bijna zeker van een job, er is namelijk heel wat werk te vinden. Kamerdienst Ontbijtdienst

Medewerker kamerdienst

Linnendienst

De opleiding bestaat uit modules, deze vind je terug in het schema hierboven. Voor elke module waar je voor geslaagd bent, krijg je een deelcertificaat. Je hebt alle deelcertificaten nodig om uiteindelijk je certificaat van medewerker kamerdienst te behalen. In deze opleiding kan je enkel slagen voor je praktijk indien je steeds aanwezig bent in de praktijklessen op school EN aanwezig bent op de praktijklessen op verplaatsing. 1.

WAT ZIJN DE AFSPRAKEN

Ons schoolreglement is de basis van onze afspraken, we verwachten dan ook dat je dit naleeft. Er bestaat ook een werkplaatsreglement. Als kamermeisje geven we extra aandacht aan 3 punten: -

Je uiterlijk en verzorgd voorkomen ; je draagt geen zichtbare piercings, tatoeages, overdreven make-up,... Je kledij is verzorgd, laat gescheurde jeansbroeken en sneakers dus thuis. Klantvriendelijkheid; je bent vriendelijk, discreet en beleefd, want je bent een aanspreekpunt voor klanten. Een goede teamgeest en heel wat inzet wordt gevraagd wanneer we in een hotel helpen.

donkere broek

effen t-shirt of polo

verzorgd uiterlijk

gsm verboden 1

2.

(DEEL)CERTIFICATEN TE BEHALEN OP HET CLW

Kamerdienst In de eerste module leer je heel wat verschillende basiszaken. Je maakt de onderhoudskar klaar, maakt bedden op, poetst de kamers en je vult de onthaalartikelen en mini-bar aan. Het klaar zetten van de vergaderruimtes gaan we ook in deze module leren.

Ontbijtdienst In deze module leer je met de verantwoordelijke de tafels en stoelen volgens een zaalplan klaar te zetten en je helpt met het ontbijtbuffet. Je bent verantwoordelijk voor het aanvullen en klaarzetten van het ontbijt. Achteraf moet je een vaatwasmachine kunnen gebruiken en meehelpen met het opruimen van het ontbijt en de zaal.

Linnendienst In deze module behandelen we het wasgoed in het hotel. Je leert het wasgoed sorteren en klaar te maken voor de was. Je zal het wasgoed moeten tellen, wegen en leveren aan een wasdienst. Er kan van jou gevraagd worden om te helpen bij de was- en strijkservice. Als er tekorten zijn moet je dit melden aan je overste.

3.

PRAKTIJKLESSEN OP VERPLAATSING

Bepaalde onderdelen van verschillende modules worden buiten het CLW gegeven. Deze vormen een verplicht onderdeel van de opleiding en kunnen op verschillende plaatsen worden gegeven. Samen met de klas gaan we 3 periodes werken in verschillende hotels. Alle vaardigheden die we hebben ingeoefend tijdens de praktijklessen, komen hier terug aan bod. De start- en eind-uren van de praktijklessen op verplaatsing kunnen verschillen van de lesuren op school. Deze opleidingen zijn meestal van korte duur en kunnen andere les- en werkdagen overlappen. Dit wordt in onderling overleg met de werkgever geregeld.

2

OPLEIDINGENSTRUCTUUR MEDEWERKER KAMERDIENST

1.

BESCHRIJVING

Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) HORECASECTOR Beroepenstructuur (SERV/Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de Horecasector, april 2000) De medewerker kamerdienst onderhoudt kamers. Hij zet de gemeenschappelijke delen en vergaderzalen klaar en maakt ze schoon. Hij voert werkzaamheden in linnenkamer of wasserij uit. Hij voert aan de hand van instructies werkzaamheden uit in functie van de ontbijtdienst. De opleiding Medewerker kamerdienst bestaat uit 3 modules: Kamerdienst Linnendienst Ontbijtdienst

Voor elke module die men met vrucht heeft gevolgd wordt een deelcertificaat uitgereikt. Voor elke opleiding die men met vrucht heeft gevolgd wordt een certificaat uitgereikt.

2.

MODULES

Module Kamerdienst veilig, hygiënisch en milieubewust werken conform de nota welzijn op het werk en de geldende regelgevingen zoals:  ergonomisch werken  economisch werken  voorschriften en instructies inzake veiligheid, hygiëne of milieu toepassen  persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken  werkplek en directe omgeving schoonhouden  producten, apparatuur, machines en arbeidsmiddelen volgens voorschriften gebruiken  apparatuur, machines en arbeidsmiddelen volgens voorschriften reinigen  afval en restproducten beperken en volgens wettelijke voorschriften sorteren  storingen of afwijkingen aan producten, apparatuur, machines of arbeidsmiddelen melden noodzakelijke houdingen voor de uitoefening van het beroep aannemen zoals:  zin voor samenwerking tonen  zin voor verantwoordelijkheid tonen  nauwkeurig werken  doorzettingsvermogen tonen  met tijds- en werkdruk omgaan  opgelegde taken uitvoeren  voorkomen verzorgen functionele vaardigheden voor de uitoefening van het beroep toepassen zoals:  informatie selecteren en gebruiken  verbale en non-verbale communicatie toepassen  standaarduitdrukkingen in één vreemde taal gebruiken eigen werkzaamheden organiseren  eigen werkzaamheden voorbereiden  eigen werkzaamheden uitvoeren  eigen werkzaamheden evalueren  eigen werkzaamheden bijsturen kamers volgens bedrijfseigen procedures onderhouden  onderhoudskar gebruiksklaar maken  kamerlijsten lezen en interpreteren  kamer volgens voorgeschreven procedures betreden  linnen verversen  bedden opmaken  badkamer schoonmaken  sanitair desinfecteren  onthaalartikelen aanvullen  minibar aanvullen  achtergelaten voorwerpen kenmerken

gemeenschappelijke delen en vergaderruimtes volgens bedrijfseigen procedures schoonmaken en klaarzetten  schoonmaakmaterieel gebruiksklaar maken  reinigingsproducten en -middelen gebruiken  schoonmaaktechnieken toepassen  schoonmaakmaterieel en -machines gebruiken  bloemen en planten verzorgen  vergaderruimtes klaarzetten De beroepsgerichte vorming kan enkel gerealiseerd worden door middel van het geïntegreerd doorlopen van de component leren en de component werkplekleren.

Module Linnendienst veilig, hygiënisch en milieubewust werken conform de nota welzijn op het werk en de geldende regelgevingen zoals:  ergonomisch werken  economisch werken  voorschriften en instructies inzake veiligheid, hygiëne of milieu toepassen  persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken  werkplek en directe omgeving schoonhouden  producten, apparatuur, machines en arbeidsmiddelen volgens voorschriften gebruiken  apparatuur, machines en arbeidsmiddelen volgens voorschriften reinigen  afval en restproducten beperken en volgens wettelijke voorschriften sorteren  storingen of afwijkingen aan producten, apparatuur, machines of arbeidsmiddelen melden noodzakelijke houdingen voor de uitoefening van het beroep aannemen zoals:  zin voor samenwerking tonen  zin voor verantwoordelijkheid tonen  nauwkeurig werken  doorzettingsvermogen tonen  met tijds- en werkdruk omgaan  opgelegde taken uitvoeren  voorkomen verzorgen functionele vaardigheden voor de uitoefening van het beroep toepassen zoals:  informatie selecteren en gebruiken  verbale en non-verbale communicatie toepassen  standaarduitdrukkingen in één vreemde taal gebruiken eigen werkzaamheden organiseren  eigen werkzaamheden voorbereiden  eigen werkzaamheden uitvoeren  eigen werkzaamheden evalueren  eigen werkzaamheden bijsturen werkzaamheden in linnenkamer of wasserij volgens bedrijfseigen procedures uitvoeren  wasgoed sorteren  wasgoed tellen, wegen en identificeren  vlekken behandelen  wasgoed leveren aan interne wasdienst of extern wasbedrijf  gewassen goed ontvangen  kleine herstellingen uitvoeren  gewassen goed opbergen  linnen inventariseren en tekorten melden  bij was- en strijkservice helpen De beroepsgerichte vorming kan enkel gerealiseerd worden door middel van het geïntegreerd doorlopen van de component leren en de component werkplekleren.

Module Ontbijtdienst veilig, hygiënisch en milieubewust werken conform de nota welzijn op het werk en de geldende regelgevingen zoals:  ergonomisch werken  economisch werken  voorschriften en instructies inzake veiligheid, hygiëne of milieu toepassen  persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken  werkplek en directe omgeving schoonhouden  producten, apparatuur, machines en arbeidsmiddelen volgens voorschriften gebruiken  apparatuur, machines en arbeidsmiddelen volgens voorschriften reinigen  afval en restproducten beperken en volgens wettelijke voorschriften sorteren  storingen of afwijkingen aan producten, apparatuur, machines of arbeidsmiddelen melden noodzakelijke houdingen voor de uitoefening van het beroep aannemen zoals:  zin voor samenwerking tonen  zin voor verantwoordelijkheid tonen  nauwkeurig werken  doorzettingsvermogen tonen  met tijds- en werkdruk omgaan  opgelegde taken uitvoeren  voorkomen verzorgen functionele vaardigheden voor de uitoefening van het beroep toepassen zoals:  informatie selecteren en gebruiken  verbale en non-verbale communicatie toepassen  standaarduitdrukkingen in één vreemde taal gebruiken eigen werkzaamheden organiseren  eigen werkzaamheden voorbereiden  eigen werkzaamheden uitvoeren  eigen werkzaamheden evalueren  eigen werkzaamheden bijsturen werkzaamheden van ontbijtdienst volgens bedrijfseigen procedures uitvoeren  klantvriendelijk handelen  volgens regels van voedselveiligheid handelen  tafels en stoelen volgens zaalplan schikken  mise-en-place zaal uitvoeren  toonbank/ontbijtbuffet klaarzetten  toonbank/ontbijtbuffet aanvullen De beroepsgerichte vorming kan enkel gerealiseerd worden door middel van het geïntegreerd doorlopen van de component leren en de component werkplekleren.