Afscheidsviering 20 april met Overweging Paaskaars centraal; daarbij: icoon Mantel van Maria; bijbel en standaard voor wierookschaal; vertegenwoordigers van locaties steken een licht aan bij de paaskaars. Henk Voorbij denkt mee over inrichting en opstelling. Intrede voorganger en vertegenwoordigers: orgelspel Orgel: Gerard Rutjes Piano: Erik Onnink Dirigenten: Ed Sanders, Ronald de Haan, Guido van Zwam Openingsvers - Deus in adiutorium… Liber usualis 250 Gregoriaans, door voorganger, schola en allen Kaarsen aansteken in schaal rond de paaskaars. Cora en Marian nemen regie hierbij. In stilte Hymne - Victimae paschali Laudes - Gregoriaans, afwisselen door koor en volk
Inleidend woord rondom twee teksten van Dag Hammarskjöld Thema: de weg Als deze viering een thema heeft, dan is dat: De Weg. Dit weekend staat in het teken staat van de Goede Herder. In onze kerk koppelen wij dat aan mensen met een zending. Die zending of roeping gaat niet alleen over voorgangers, maar ook over de levensweg die wij allen gaan en wat we daarin tegenkomen aan gave en opgave. Je levensweg: is dat een uitgestippelde route, een soort carrièreplanning? Is er openheid voor het onverwachte, de spanning van vallen en opstaan, en verdergaan? De ontmoeting met nieuwe mensen en de energie die je dan ontvangt, en de perspectieven om de hoek? Toen ik uit Arnhem vertrok kreeg ik een tekst aangereikt die ik als motto heb meegenomen en me de afgelopen jaren heb voorgehouden: Lector: Verder werd ik gedreven Een onbekend land in. De grond werd harder, De lucht prikkelender, kouder. Aangeraakt door de wind Vanuit mijn onbekende einder Trillen de snaren In afwachting Merkstenen blz. 21; uit 1925-1930 Ik ben de teksten van Dag Hammarskjöld op mijn levensweg tegen gekomen toen een vriend er tijdens onze studie door geboeid raakte. In 2000, bij het samenstellen van een expositie over Moderne Devotie, ontdekten we hoe die spiritualiteit ook in Hammarskjolds teksten klinkt. Het gelezen fragment bevat de kern van een tekst over de tocht in het onbekende, achterlaten en openstaan, die eindigt met “vragend zal ik aankomen”, en zo ben ik mezelf steeds meer gaan verstaan in mijn werk. De tekst die volgt stemt op het eerste gezicht niet vrolijk. Het moeizame van het leven, pijn en gemis verdringen soms geluk. Een paar jaar geleden volgden we als jaarthema: De Levensweg, waar van alles gebeurt aan lief en leed.
In pastorale contacten merk je soms dat mensen meer groeien als ze hun weg door lijden en verdriet dòòrmaken, dan van de gelukkige momenten in het leven. Liefde, vriendschap, solidariteit groeien juist waar je naast elkaar staat in verdriet en crisis. Het antwoord op je vragen zul je leren als je de pijn van het leven aanvaardt. Het was een terugkerend thema in mijn overwegingen. En in deze paastijd mogen we ons telkens verwonderen over de hoop die deze weg genereert. De weg, je zult hem volgen. Het geluk, je zult het vergeten. De kelk, je zult hem ledigen. De smart, je zult haar verbergen. Het antwoord, je zult het leren. Het einde, je zult het dragen. Merkstenen blz. 156; uit 1960 De psalmen 1. Psalm 51 Miserere. Meerstemmige zetting van Mozart, afwisselend met gregoriaanse verzen. Uitgevoerd door Bernulphuskoor Gregoriaanse Schola zingt de verzen, koor de meerstemmige delen als antifoon 2. Psalm 23 Jij mijn herder Uitgevoerd door Johanneskoor Antifoon: De weg, je zult hem volgen. Het antwoord, je zult het leren. Compositie: Erlo van Druten
3. Psalm 122: Stad van mijn hart Jiroesjalajiem. GvL blz. 212 Uitgevoerd door Johanneskoor
Antifoon: De grond werd harder, De lucht prikkelender, kouder. Compositie: Erlo van Druten Schriftlezing Openbaring 7, 13-17 Lector: Rosaline Enklaar Visioen van Johannes waarin engelen, oudsten, martelaren en heersers om de troon van het Lam staan opgesteld; zij vertegenwoordigen de mensheid bij het oordeel op het eind der tijden. Een van de oudsten spreekt de ik-figuur aan.
13 Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’ 14 Ik antwoordde: ‘U weet het zelf, heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verschrikkingen gekomen zijn. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam. 15 Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren. En hij die op de troon zit zal bij hen wonen. 16 Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. 17 Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.’ (lezing 2 van Eucharistieviering zondag 21 april)
Acclamatie: Alleluia Ik ben de goede Herder… GvL 247
Overweging Toen ik voor het eerst in deze kerk kwam op een sombere novemberdag moest ik erg wennen aan de enorme ruimte en vooral het donker. Ik was verknocht aan de intimiteit en het helderheid van de Walburgis in Arnhem, met elk uur een andere sfeer door licht dat langs de wanden en pilaren streek door hoge en brede gothische ramen. Maar langzamerhand naar mate deze kerk zijn geheimen prijsgaf, ben ik ervan gaan houden, en de pas licht geschilderde arcaden helpen ook. En zo was het ook met de mensen. Vaak moest ik wennen aan een wat gesloten stugge mentaliteit van Veluwenaren, maar evengoed werd ik getroffen door een ontvankelijke houding en enorme inzet van vrijwilligers die de kerk dragen en vormen. Ik zou een droombaan krijgen – dat had ik geschreven in De Wijnpers toen ik Arnhem verliet. Ik heb het geweten. Mijn collega’s heetten me welkom in hun dreamteam, zoals ze het noemden, maar het was hard werken op 10 plaatsen met 11 kerken. En de besturen klaagden steen en been over de vele km’s die gereden en betaald moesten worden, en uren die verloren gingen aan reizen. Het was een enorme klus om overal gemeenschappen overeind te houden en nabij te zijn, en tegelijk profielen te behartigen. We voelden ons jongleurs, zoveel ballen moesten we in de lucht houden. Ik had tijd nodig om mijn weg te vinden en me thuis te voelen, bij alle diversiteit in mensen, kleur van gemeenschap en geloofsrichting die er was, maar dat ging ook snel met zoveel hartelijkheid en betrokkenheid. En zo heb ik dit gebouw leren verstaan als een beeld voor gemeenschap, meer nog voor de hele schepping waarin we leven. Kijk maar rond, allereerst omhoog, die enorme ruimte die ons overspant . Een hemelgewelf waar het licht van zon en maan onze dagen en nachten verlichten. Een kosmos die ons verbindt en beschut. En helemaal boven in op het punt waar alles samenkomt: Α – Ω, Begin en Einde, ons begin als geschapen mensen, onze bestemming tot de wereld die wij voltooien. We zitten te midden van vier stevige zuilen, dragers van die kosmos. Het zijn de krachten die de schepping dragen hun werk laten doen. Ze duiden ook op onze draagkracht om ons menselijk leven te behoeden en de geloofsgemeenschap te schragen. En we zijn omgeven door licht dat vanuit kleurige ronde ramen op ons valt en afstemt op onze plaats in dit geheel van de schepping.
Links het venster met beelden van de schepping: de mens centraal en daaromheen alles wat geschapen is. Zon, maan en sterren, aarde water, planten bomen bloemen, vogels vissen dieren. . En rechts beelden uit het laatste bijbelboek van de Openbaring met de 24 mannen in het wit, rondom de troon van het Lam en de 4 symbolen van de evangelisten: arend, stier, leeuw en mens, 7 toortsenvan licht. Op het eind van dit boek daalt het nieuw Jeruzalem neer uit de hemel als een tent waar God bij de mensen woont, de rode daken aan de voet van het Lam, een stad van vrede en geluk waar de zon niet meer nodig is. Aan ouders van Eerste Communicanten vraag ik altijd wat hun fijnste plek is in deze kerk; zelf ga ik dan altijd midden onder deze koepel staan. Want de architectuur verbeeldt voor mij zo onze persoonlijk levensweg van geboorte tot dood, en eveneens de weg van ons samenleven van oorsprong tot bestemming. Van de pijn die het kost om uit te groeien tot de mens waartoe we bestemd zijn, van de barensweeën ook om tot de nieuwe wereld te komen, het nieuwe Jeruzalem, stad van mijn hart, in uw midden mag een mens gelukkig zijn, zo zingt psalm 122. Maar voorlopig is deze stad slechts een schim van het droombeeld. “De grond wordt harder, prikkelender en kouder de lucht”, het lijkt op de moeizame weg naar vrede voor de stad, maar het slaat evengoed op de valkuilen en obstakels op onze levensweg naar geluk. De paradox van ons leven is dat we daardoor heen moeten om op onze bestemming aan te komen. Ons geloof geeft dit lijden een zinvolle plek, als instrument van loutering. Het lijden is immers een realiteit van het leven, een schaduwkant, niet bewust gewild. Het daagt ons uit om er zo humaan mogelijk mee om te gaan en waar mogelijk om te vormen of uit te bannen. Het kost strijd om het door te maken, maar dan is er ook weer leven zoals David in al zijn kleinheid ondervond, gezongen in ps 51: Miserere. Davids rouwproces om zijn misstap is pas voorbij als hij het verlies van zijn kind helemaal heeft doorgemaakt, dan is er weer ruimte om te leven. ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’ Het zijn de mensen die de hitte van de dag en de pijn van het leven hebben doorstaan en gelouterd zijn, 24 in getal zijn ze en hun kleren zijn niet meer doordrenkt van bloed, maar transparant en gekleed in licht. En we zien de 4 waterstromen, de bronnen van het leven vloeien rondom de stad. Zo zit ons menselijk leven in elkaar, moeizaam maar kostbaar tegelijk.
Beste mensen, ik hoop dat dit moeizame en tegelijk kostbare erfgoed van ons geloof ons overeind kan houden. Ik hoop dat het jullie mag blijven motiveren om te blijven werken aan een geloofwaardige en bevrijdende kerk. De afgelopen jaren heb ik vaak gedacht dat deze kerk een aflopende zaak is door negatieve beeldvorming, schandalen en een ongunstige leeftijdspiramide. Wij leven deze dagen weer op van de onverwachte keuze van bisschop Franciscus, van de eenvoud waarmee hij zich omgeeft en contact zoekt met mensen, niet vanuit de hoogte en de toon van waarheidlievende prelaten, maar het zoekt in nederigheid, barmhartigheid en nabij zijn. En als zijn credo werkelijk is zoals een Vaticaanwatcher het weergaf: Een kerk die niet dient, dient nergens voor, dan staat ons veel goeds te wachten. Maar het vraagt wel om authentiek christelijk geloof en leven van ons allen, alleen daarmee kan de kerk vitaal worden. Hoopvol over de nieuwe weg leg ik mijn functie neer.
Responsorium - Schriftlied GvL 593 Wierook opleggen Voorbede: - Groter dan ons hart - aanvulling met korte gesproken beden, vanuit de kerk door een parochieel voorganger: Ruud van der Linden
Groter dan ons hart …… Voorganger: Gedenk uw mensen, dat zij niet vergeefs geboren zijn.. Intenties Ruud van der Linden Wij bidden voor deze parochie van Titus Brandsma en alle gemeenschappen die er deel van uitmaken…. Voor alle vrijwilligers en betrokkenen bij het bestuur en beleid…. Voor het pastoraal team….. Om een geest van samenwerking en betrokkenheid en een goede toekomst. Wij bidden voor onze kerk om bemoediging en nieuw elan… om betrokkenheid en inspiratie om leiders en pastores die ons voorgaan om kracht voor paus Franciscus…. Wij bidden uit dankbaarheid voor het bereiken van dit pensioen in gezondheid, om vele goede dagen in verbondenheid en vriendschap en wij herdenken de overledenen op Jans levensweg: zijn ouders en schoonouders, zijn leermeesters, vrienden en collega’s en allen die hij heeft begeleid bij sterven en uitvaart… Koor: Gedenk uw mensen, dat zij niet vergeefs geboren zijn.. Allen: refrein. Onze vader
Onze Vader Icoon: Mantel van Maria Lofzang van Maria - Magnificat meerstemmige Latijnse versie afgewisseld met verzen in volkszang Uitvoering door Caeciliakoor Wageningen en Parochiële Schola. Zegenbede - Ierse zegen Afleggen van liturgisch gewaad en teruggeven aan het team: Hans en Henri Lied: De steppe zal bloeien ---------------------------------------------------------------------------