Opening seizoen 2014-2015 Kees Boele, 28 augustus 2014 Dames en heren, collega’s, Alvorens ik mijn toespraak houd, wil ik graag stilstaan bij datgene wat ons allen diep geraakt heeft in de zomer, de tragische vliegramp in de Oekraïne, vlucht MH 17. Helaas heeft dit ook ons als HAN getroffen. Onze eerstejaarsstudent Informatica Robert Ploeg is samen met zijn ouders en een schoolvriend omgekomen. De familie Ploeg laat twee dochters na. Vorige week hebben we als HAN-MT (CvB + directies) samen het condoleanceregister getekend in de stilteruimte, waar een foto van Robert staat. Dat was een indrukwekkend en verdrietig moment Ook de ouders van tweede jaars Bedrijfskunde MER student Nils Koch (FEM) zijn bij de ramp omgekomen. En ook nog een oud-student Civiele Techniek. Verder nog twee familieleden van collega’s. Emile van Muijlwijk, de broer van Marjef van Muijlwijk (procescoördinator bij Studentzaken) en zwager van Jeroen Kleinbussink (docent bij Sociale Studies, faculteit GGM), is samen met zijn vrouw Vicky en hun achtjarige dochter Adinda omgekomen. Zij laten twee kinderen achter uit het eerste huwelijk van Vicky. Rob van der Sande (lector binnen de GGM) verloor zijn broer Paul, samen met diens vrouw Susan en hun kinderen Steven en Tessa omgekomen. Voorts kwam het ook erg dichtbij voor twee collega’s die buren hebben verloren. Tot overmaat van ramp is vorige week dinsdagavond onze collega Alex Pang, docent aan de Faculteit Techniek, plotseling overleden, de dag voor zijn 40e verjaardag. Hij laat een vrouw met twee jonge kinderen achter. Het is onbeschrijfelijk. Eerder dit jaar overleden twee andere collega’s: Arent Wesseling (FEM) en Joep Kloosterman (GGM). En afgelopen week overleed plotseling Paul Visser, student Logistiek en Economie, die dezer dagen aan zijn afstudeerproject zou beginnen. Het afgelopen seizoen zijn bovendien overleden: • Niels Woertman, 1e jaars Informatica • Yade Bülbül , 1e jaars student van HBO-Rechten • Marcel Roerdinkholder, uitgeschreven student van FEM Als HAN-gemeenschap zijn wij diep geraakt. Onze gedachten en meeleven gaan uit naar alle nabestaanden. Ook leven we mee met de collega’s die in het afgelopen seizoen geliefden hebben verloren. Er zijn situaties waarin woorden niet meer kunnen uitdrukken wat er in je omgaat. De muziek kan het dan soms overnemen. Daarom nu een fragment uit een fluitsonate van Bach, tijdens het beluisteren waarvan onze gedachten, gevoelens en gebeden zich kunnen vermenigvuldigen.
Nu dan de dingen die ik wil zeggen bij wijze van opening van het studiejaar 2014-2015 We staan aan het begin van een nieuw seizoen, het 19e als we rekenen vanaf de fusie in 1996 en het 166e als we rekenen vanaf 1 oktober 1849, de officiële start van de Normaalschool op den Klokkenberg, onze eerste rechtsvoorganger, met toen 15 leerlingen. Waarom werkten en werken mensen eigenlijk zo graag in het onderwijs? Om drie redenen, zo blijkt uit onderzoek: 1. Je houdt van je vak en dat wil je nader onderzoeken of overdragen aan de volgende generatie. Dat is het mooiste wat er is: anderen enthousiast maken voor het vak waar jij al van houdt en ze daarin ook heel goed opleiden. Meer dan 90 % van de onderwijsmensen geeft dit aan als reden om in het onderwijs te werken. 2. Je wilt dat ook zelfstandig en met verantwoordelijkheid doen, op basis van de professionele standaarden die in jouw vak gelden, zonder al te veel gedoe daar omheen. Meer dan 80 %. 3. Je wilt dat doen in een sfeer van gelijkgestemden, met mensen die dezelfde passie hebben. Bijna 60 %. Inhoud, verantwoordelijkheid, sfeer: dat zijn de drie belangrijkste drijfveren van mensen die in het onderwijs en onderzoek werken. Leidinggevenden zouden primair op die drie dingen moeten sturen. Toch blijkt uit ons eigen onderzoek naar Duurzame inzetbaarheid dat de ervaren werkdruk vooral hoog is vanwege de hoeveelheid administratief werk rondom deze inhoud. Professor Gert Biesta zegt dan ook terecht dat wij over het ‘waarom’, het doel van onderwijs eigenlijk te weinig praten. Onze vocabulaire verandert daardoor ook: we praten veel over leren, leerprocessen, het meten van indicatoren in die processen en weinig over het prachtige woord ‘onderwijzen’. We ‘ver-leren’ wat goed onderwijs is, zo zegt hij met een aardige woordspeling. Om het eens wat uitdagend te zeggen: strikt genomen heeft geen enkele van de zogenaamde prestatieafspraken (zoals overhead en rendement) iets te maken met het doel van onderwijs. De voorzitter van de Onderwijsraad, professor Geert ten Dam, zegt het in het jaarboekje 2012: ‘De overheid scherpt normen aan, maar de “waaromvraag” wordt nauwelijks gesteld. Wat willen we precies voor onze leerlingen? … Een leerkracht van een basisschool vertelde me dat ze iedere dag een bepaald aantal “rekenminuten” moest maken. Maat het gaat er natuurlijk om dat ze haar leerlingen leert rekenen. Ze moet daarvoor een manier kunnen zoeken die zinvol is. Goede leraren creëren die ruimte. Ze wijken af van de norm als de situatie daarom vraagt en verantwoorden dat.’ Einde citaat. En wat is dan dat doel? Biesta onderscheidt er drie: kwalificatie (je moet iets kunnen), socialisatie (je moet ingroeien in bestaande sociale, culturele en politieke ordes) en persoonsvorming (het tegenovergestelde van socialisatie, namelijk de onafhankelijkheidswording). Als HAN willen wij dit serieus nemen en meer gaan sturen op inhoud, verantwoordelijkheid en sfeer, als kern van de zaak, gestut door goede ondersteunende systemen en procedures, want uiteraard willen we onze administratie en verantwoording wel heel goed op orde hebben en ook de wet correct naleven. Het afgelopen seizoen hebben we gevraagd of alle HAN-collega’s met elkaar wilden bespreken wat hen hierin belémmert en wat zij nódig hebben. Uit die gesprekken komt het volgende beeld naar voren. 1. Iedereen vindt de nadruk op inhoud, verantwoordelijkheid en sfeer vanzelfsprekend en stimulerend. 2. Onze ambitie mag scherper en richtinggevender. 3. Wat ervaren onze mensen als het meest belemmerend? a. Het vele werk rondom de inhoud: gedetailleerde rapportages, lange formulieren en formats, de administratie rondom het onderwijs en onderzoek. b. De inadequate ondersteuning van bepaalde systemen of het dwingende karakter ervan, waardoor ondernemerschap of innovatie onder druk staat. 4. Wat hebben onze mensen vooral nodig? a. Ruimte voor inhoudelijke dialoog en kennisdeling. Van elkaar leren, opleidingen en onderzoeksteams bij elkaar laten kijken, platforms. b. Studenten meer betrekken in de ontwikkeling van onderwijs en onderzoek. c. Een CvB dat het verhaal blijft vertellen en in contact blijft met de mensen. d. Een betere verbinding tussen ons onderwijs en onderzoek. De schat aan kennis bij lectoren beter benutten.
e. Eerst de tijd nemen om te denken, alvorens te doen. Opleidingscoördinatoren zeiden ons in een bijeenkomst bijvoorbeeld dat de praktijk van soms ‘eerst doen, dan denken’ binnen de HAN een zekere drukte en rusteloosheid creëert. Wat concluderen wij als bestuur hier nu uit? 1. We gaan geen top down blauwdruk ‘kwaliteitscultuurproject’ doen. We willen dat het gebeurt in de bestaande teams, in de lijn. 2. We gaan de 10 tot 15 opleidingen die in termen van kwaliteit en accreditaties en tevredenheid van studenten en of medewerkers een beetje in de voldoende-sfeer zitten stimuleren en helpen om versneld op een hoger niveau van gelukzaligheid te komen. Studenten hebben er recht op, werkgevers ook. Collega Stöteler en ik denken aan een event voor deze opleidingen waarin we ze met man en macht (studenten, werkgevers, lectoren, ondersteuners) gaan helpen. De coördinatoren van vijf van onze beste opleidingen hebben in een bijeenkomst met onze top 50 leidinggevenden hun geheim gepresenteerd. Waarom draaien die opleidingen nu zo goed? De rode draad was dit: a. Deze opleidingen staan in een actieve dialoog met werkgevers en studenten, die ze zien als actieve deelnemers en toekomstige collega’s. Ze hebben een echte collectieve ambitie, ook samen met de werkgevers. b. Vanaf dag 1 is er de oriëntatie op de beroepspraktijk. c. Docenten en onderzoekers zijn deskundig, kennen de praktijk en ze zijn didactisch goed. Elk lid van het team heeft een eigen profiel en neemt verantwoordelijkheid. d. Er is discipline, eigenaarschap en tevredenheid onder medewerkers. Er is professionele vrijheid, ja, maar ook een stevig gesprek als de kwaliteit niet goed is. e. Ze vieren successen en communiceren actief. Snelle actie en reactie naar studenten. Korte lijnen, meer praten dan mailen. f. Ze hebben hun administratie en verantwoording op orde en snappen dat ook de ‘compliance’ bijdraagt aan scherpte op de inhoud. g. Ze hebben een bevlogen leidinggevende, met enthousiasme voor het vak, hart voor studenten, attentie voor de buitenwereld, die aanpakt en gevoel heeft voor hoofd- en bijzaken. h. Deze dingen willen wij in alle opleidingen zien en graag snel ook. Het móet ook, want studenten zullen kritischer gaan worden. De Gelderlander had nog 3 mindere opleidingen op de voorpagina staan afgelopen dinsdag. 3. We gaan actiever kennis met elkaar delen, ondersteund door eigen Han-academy. Lewis Platt, voormalig topman van Hewlett-Packard heeft eens gezegd: ‘Als HP wist wat HP weet, dan waren we drie keer zo productief’. De matige opleidingen kunnen veel meer van de toppers profiteren bijvoorbeeld. 4. We willen dat leidinggevenden in de hele kolom ook echt de inhoud en kwaliteit van onderwijs en onderzoek leidend maken in, sturen op verantwoordelijkheid en verantwoording en ook een veilige en inspirerende sfeer creëren. We willen dat deze competenties in ons ‘management development’ scherper een plek krijgen. Toen ik onlangs aan de studentgeleding van onze centrale medezeggenschapraad vroeg waar zijns inziens de crux van onderwijskwaliteit ligt, wat het antwoord: een sterke opleidingsidentiteit en een leidinggevende die passie heeft voor onderwijs. 5. Waar mogelijk nemen we aan de systeem- en procedurekant belemmeringen weg. Zo is er een werkgroep die met input vanuit het onderwijs kleine ergernissen gaat wegnemen door de verschillende service units op geldende procedures/werkwijzen, regelgeving, formats te ‘scannen’. Immers, ‘methoden werken niet, ménsen werken’. 6. Er komt een ‘Han Voorstellen Systeem’ . Iedereen die levensvatbare voorstellen heeft om de zojuist genoemde dingen te bevorderen wordt daarvoor beloond, de beste voorstellen met geld om ze daadwerkelijk uit te voeren en het allerbeste voorstel een jaarlijkse hoofdprijs. Het is natuurlijk niet zo dat we nu pas gaan beginnen. In de afgelopen jaren is al heel veel moois gerealiseerd binnen de HAN, ook het afgelopen seizoen weer. De HAN-parade was het podium hiervoor. Laat ik nog enkele bijzondere dingen noemen. 1. Eerste enkele studentprijzen. a. 2 HAN-studenten Autotechniek hebben de prestigieuze Spykerprijs gewonnen voor het beste afstudeerverslag op het gebied van voertuigtechniek. b. Studenten van de opleiding Commerciële Economie hebben de HBO-Talentenprijs
Marketing 2014 gewonnen, als beste marketing hbo-team van Nederland en Vlaanderen. c. Een van onze Student Companies won de Gelderse New Venture prijs. d. Een HAN-studente Toegepaste Psychologie heeft de HanneMieke scriptieprijs 2013 van de Nederlandse Vereniging voor Autisme gewonnen. e. Ik zou nog meer studentenprijzen kunnen noemen, maar doe dat niet uit compassie met de collega- hogescholen. 2. Wel noem ik enkele mooie onderwijsprestaties. a. We krijgen steeds meer opleidingen met goede in plaats van voldoende scores in accreditaties. b. Een stuk of 10 van onze bachelor- en masteropleidingen kregen in de Keuzegids 2014 het predikaat topopleiding, vooral diverse technische. c. De bacheloropleiding Facility Management is door de Stichting Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) uitgeroepen tot de meest duurzame managementopleiding in Nederland. d. Diëtisten van de HAN hielpen mee om 'Oranje' in Brazilië precies het passende voedsel te doen genieten. Joris Hermans, directeur HAN Sport en Bewegen en sportvoeding-expert, werd via sportarts Edwin Goedhart benaderd om het Nederlands elftal te adviseren. 3. Ook op het terrein van ons onderzoek is er veel te melden. a. Diverse van onze medewerkers zijn het afgelopen seizoen gepromoveerd of hebben boeken, niet zijnde dissertaties, geschreven. Een boek van lector Vincent Wiegel stond in de top 10 van meest verkochte managementboeken. b. Diverse lectoraten hebben bijzondere producten afgescheiden, zoals bijvoorbeeld het lectoraat Innovatie in de Care m.b.t. 'Methodisch werken bij dementie'. c. Samen met het Radboud UMC hebben we de academische leerwerkplaats Thermion in Nijmegen-Lent geopend. 4. Ook diverse ondersteuners hebben huzarenstukjes geleverd. a. Het project Alluris, ons nieuwe student-informatiesysteem, dat het hele onderwijs en de ondersteuning daarvan aangaat, loopt op schema. b. Tal van interne verbouwingen verliepen voorspoedig. c. En sinds 6 mei jl. zetelen onze educatie-opleidingen in het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland, waaronder onze Pabo die een heel mooie accreditatie lijkt te gaan krijgen, met een uitzonderlijke groei in de instroom op de koop toe. Ondertussen werken we aan ons nieuwe Instellingsplan voor de periode 2016-2020. Het moet ons helpen ons ‘waarom’ en natuurlijk ook het ‘wat’ scherp met elkaar in het vizier te krijgen. Geen 100 doelen maar een richtinggevende collectieve ambitie, nader in te vullen door faculteiten en afgeleid daarvan de ondersteuning. Enkele eerste beelden deel ik alvast met u. Wij zien in 2030 een landschap voor ons met zo’n 15 hoger onderwijs consortia, die het karakter hebben van Centres of Expertise, bestuurd door onderwijs- en onderzoeks-kenners, samen met vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen. Enkele consortia zullen gericht zijn op de ontwikkeling van fundamentele kennis, andere vooral op toepassingsgerichte kennis. Ze formuleren samen met hun gecertificeerde partners hun eigen set eindkwalificaties en kwaliteitskeurmerk. Kwaliteitszorg krijgt een hoog ‘peer review’ gehalte, in het kader van een goed ontwikkelde vorm van ‘professionals governance’ (net als bij piloten en artsen) en de overheid accrediteert op instellingsniveau. Het professional doctorate kan worden behaald. Frontale lesvormen vinden plaats in sterk gedigitaliseerde vorm. De beste docenten geven colleges in uitstekend gefaciliteerde ruimtes, direct verbonden met buitenlandse geïnteresseerden, en kennen ook driedimensionale vormen (hologrammen). Studenten vergaren informatie en kennis in hoge mate zelf, langs digitale kanalen, via flexibele leerroutes, met intensieve individuele begeleiding en responsief onderwijs, in dialoogvorm, waarin wordt gereflecteerd op kennisvergaring en praktijkervaring. Docenten en onderzoekers besteden 50 % van hun tijd aan samenwerking met externe partners in het beroepenveld, met wie we structurele, meerjarige samenwerkingsarrangementen sluiten. We doen domeinoverstijgend, transdisciplinair onderwijs en onderzoek (bijvoorbeeld techniek en zorg). Voor een deel zal worden opgeleid voor specifieke beroepen, voor een ander deel is het onderwijs gericht op onbekende toekomstige beroepen. Studenten worden niet alleen gekwalificeerd maar ook gevormd. De overgang van VO en MBO naar HBO verloopt vloeiend, bijvoorbeeld via een oriënterend
brugjaar. Het HAN-gebouw is 24/7 toegankelijk, met ontmoetingsruimtes, project- en conferentieruimtes, herkenbare beroepspraktijkruimtes en cafetaria’s, zodanig dat het voor studenten, docenten, onderzoekers en belanghebbenden uit de praktijk aantrekkelijk is om er te verblijven en kennis te delen. Onze kennis, inclusief ons onderwijs, is zoveel als mogelijk digitaal beschikbaar, voor iedereen die dat maar wil, tijd- en plaats-onafhankelijk. De HAN is veilig, het is gezellig en de omgangsvormen zijn beschaafd. Bedenk maar zo: we leven nu in wat we in 2030 ‘die goeie ouwe tijd’ zullen noemen. En tegen de mensen die dit perspectief maar ‘zo zo’ vinden zou ik met Cruijff willen zeggen: ‘Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie dan met de visie van een ander.’ Iemand noemde ons toekomstbeeld een ‘charmant probeerseltje’. Meer is het inderdaad nog niet. Daarom kondig ik hierbij aan dat we een essaywedstrijd uitschrijven, waarover binnenkort nadere informatie volgt. Elke HAN-collega of –student krijgt de gelegenheid om een beter perspectief te maken. De beste essays zullen worden gebundeld. We gaan ook nog iets heel anders doen, ongebruikelijk en spannend, maar wel in de geest van onze filosofie. Als HAN-MT hebben we besloten in het voorjaar van 2015 met zijn allen, de hele HAN dus, twee dagen in conclaaf te gaan over onze collectieve ambitie, op alle niveaus. Een ‘large scale intervention’ dus, zoals dat tegenwoordig heet. Niet zomaar de klassieke management-conferenties of reeksen vergaderingen, maar met zijn allen gelijktijdig aan het werk zodat we ieders kennis en betrokkenheid willen aanboren. We beginnen dit seizoen met maar liefst 31.000 studenten, waarvan ruim 11.000 nieuwe eerstejaars. Elk van die eerstejaars is niet een ‘inschrijving’, maar een mens, die recht heeft op onze volledige toewijding. We willen toch een pro professionele leergemeenschap zijn? Nu, ‘professie’ komt van het Latijnse ‘professio’, een openlijke verklaring, een klooster- of ordegelofte. Je belooft wat, aan elkaar, aan de student en in hem of haar aan de maatschappij. We willen er óók zijn voor die vele studenten die het moeilijk hebben, thuis of met zichzelf, of met onze hoge ambities. Onlangs kwam er een studente binnenlopen bij een universitaire studentenpastor, hij schreef erover in de NRC. Ze was drie jaar geleden met fonkelende ogen aan haar studie begonnen. Haar scores waren goed, maar ze was zo moe. Soms zijn studenten eenzamer dan bejaarden, aldus de pastor en voor velen is het lastig praten over hun zorgen en twijfels als alles top en excellent moet zijn. Onze HAN is een grote hogeschool, maar toch: een school. Het woord 'school' gaat terug op het Griekse skholḗ, dat oorspronkelijk ‘vrije tijd’ betekent. Dat is eigenlijk wel leuk om te weten, na 5 weken zomervakantie. Er wordt wel eens gezegd dat wij in het onderwijs veel vrije tijd hebben. Dat klopt: de definitie van onderwijs is vrije tijd. Het was ooit iets waarvoor je vrije tijd moest hebben, naast het werk. Onderwijs was een voorrecht. En dat is nog steeds zo, zowel het volgen als het geven van onderwijs. Daarom doe ik op u, jullie allen een appèl. 1. Externe gasten: we stellen het bijzonder op prijs dat u er bent. We nodigen u expliciet uit om actief mee te denken met onze collectieve ambitie, waarvoor u binnenkort wordt uitgenodigd. 2. Docenten: zet je hart op de studenten. Uit tal van onderzoeken blijkt telkens weer dat geen enkele andere factor zo sterk van invloed is op de prestaties van leerlingen als de kwaliteit van docenten. Erasmus gaf daarom reeds hoog op van de docent, die volgens hem maar liefst vier functies heeft, die van de ‘formator’ (vormgever, net als een kaarsenmaker of pottenbakker), de ‘fictor’ (boetseerder, beeldhouwer van ruwe massa), de ‘artifex’ (ambachtsman en kunstenaar tegelijk) en de ‘praeceptor’ (die aanwijzingen, voorschriften en instructie geeft). 3. Lectoren en onderzoekers. Jullie zijn de intellectuele bovenlaag van onze hogeschool, hetgeen ook blijkt uit het tenue. Zorg dat onze inhoud van een hoog niveau is en borg dat wij heel goed zijn aangesloten op de buitenwereld. Het is misschien aardig om juist jullie als bovenlaag een nadenkertje van Plato aan te reiken: ‘zij die weten hoeven geen onderzoek te doen, omdat zij immers weten; maar zij die niet weten ook niet, omdat je om onderzoek te doen moet weten waar je naar zoekt.’ 4. Ondersteuners: schep er een eer en genoegen in om de docenten en onderzoekers te helpen en op te scherpen, zoek ze op en bied je aan. Voor jullie een nadenkertje van de schrijver Chesterton: ‘Als een kwestie onoplosbaar lijkt, komt dat niet omdat je de oplossing niet ziet, maar omdat je het probleem niet ziet’. 5. Leidinggevenden: luister naar Thorbecke. Hij formuleerde de bijzondere positie van de directeur in zijn wet op het middelbaar onderwijs van 1863 als volgt: ‘Aan het hoofd van elke dier
scholen is een der leeraren geplaatst, die den titel draagt van directeur’(art. 23). Met als toelichting: ‘De bestemming van den directeur verschilt van die der overige leeraren; wel wordt hem ook een deel van het onderwijs opgedragen, maar het is bovenal zijne taak voor den samenhang en geregelden gang van het geheel te zorgen; (en dan komt het) … hij moet als de ziel der school zijn.’ Prachtig gezegd. De eerder genoemde vijf opleidingscoördinatoren zijn dat bijvoorbeeld. En begin je als manager en je vindt het lastig, denk dan maar: ‘een stevige eik was ook ooit een eikel’. 6. En ten slotte denk ik dat het goed zou zijn als wij HAN-mensen soms wat beter naar elkaar zouden luisteren. Toen men aan Jeanette van den Ingh, ooit zakenvrouw van het jaar vroeg wat zij anders doet dan haar collega’s, zei ze: ‘… ach ik luister. Ik probeer ervoor te zorgen dat alle medewerkers uit zichzelf kunnen halen wat er in zit. Ik luister naar hun plannen en ideeën en houd ze samen ze met hen tegen het daglicht. Dan probeer ik zo eerlijk mogelijke vragen te stellen. Natuurlijk maak je daar begrotingen en planningen bij. Je maakt klantenprofielen. Dat is onderdeel van het werk. Maar het gebeurt allemaal vanuit de energie van het goed luisteren’. Waarvan acte. Ik stel ook graag, mede namens de Raad van Toezicht, een nieuwe leidinggevende aan u voor, Diana de Jong. Zij zal vanaf 1 november toetreden tot het College van Bestuur. Ik sluit af met een gedicht van een onbekende negentiende eeuwse dichter: Wie bij ’t leeren vordren wil, Sta bij ’t leeren somtijds stil. Zonder hollend voor te jagen, En altijd wat nieuws te vragen. Langzaamheid en overleg, Leiden op den waren weg. Om met vrucht te kunnen werken En zijn vordring te bemerken. Met deze mooie woorden verklaar ik het studiejaar 2014-2015 officieel voor geopend.