Werkblad Uw levensweg Opdracht U bekijkt uw leven tot nu toe en denkt na over wat u allemaal heeft meegemaakt.
stap 1a 2 3
4 5 6
7 Kijk naar de levensweg. Waar bent u nu?
8
Wat bent u op uw weg tegengekomen? Mist u nog iets op de tekening?
9
Op uw levensweg heeft u mensen leren kennen. Welke gebeurtenissen waren belangrijk voor het maken van sociale contacten (=netwerk)?
10
Werkblad Uw droomnetwerk Opdracht U droomt over een leven met fijne sociale contacten.
stap 1b 1a 2 3
4 5 6
7 8 Hoe zou dat eruitzien?
9 Wat doet u dan het liefst en met welke mensen?
10
Werkblad
stap Tips
Uw netwerkkaart Opdracht U brengt in kaart welke mensen u kent en hoe goed u ze kent.
Schrijf eerst alle namen van de mensen die u kent op een apart blaadje. Geef ze dan een plek in uw netwerkkaart. Schrijf degenen die u het beste kent dichtbij ‘ik’ en de anderen iets verder weg.
1
• Blader eens door uw foto’s of albums. • Doe het samen met iemand die u kent. • Vergroot de netwerkkaart of maak zelf een leukere. • Neem er de tijd voor, het hoeft niet in één keer af.
3
ur Bu
n de n rie
1a 2
t, or sp t,
,v lie i m Fa
y bb ho
4 5 6
ik
7 8 (T n ste ien ,d rg zo is) hu ho Sc
er w , ol
k,
r ge e o vr
9 10
Werkblad
stap Tip
Uw netwerk bespreken Opdracht U bespreekt uw netwerk en uw contacten. Kijk samen met uw netwerkcoach naar uw netwerkkaart (stap 2). Kruis aan in welk vak de meeste namen staan.
• Bedenk ook met welke mensen u misschien meer zou willen doen dan nu het geval is.
Familie, vrienden
Buurt, sport, hobby
(Thuis)zorg, diensten
School, werk, vroeger
1 2 1a 3
4
Bent u daar tevreden over? Zo nee, in welk vak zou u meer namen willen hebben? Heeft u zelf al ideeën hoe u dit zou kunnen bereiken?
5
Zet een gekleurde lijn onder de namen. U mag meerdere lijnen per naam zetten. geel = goede vrienden/vriendinnen rood = mensen met wie u een praatje maakt groen = mensen met wie u iets doet blauw = mensen die u bij iets helpen
6
Bekijk de gekleurde lijnen. Bent u hier tevreden over?
Wat mist u eventueel nog? goede vrienden/vriendinnen
mensen met wie u een praatje kunt maken
mensen met wie u dingen kunt doen
mensen die u kunnen helpen
anders,
7 8
Heeft u zelf al ideeën hoe u dit zou kunnen bereiken?
9 10
Werkblad
stap
Uw buurt in beeld
Tip
Opdracht U bekijkt wat er allemaal in uw buurt te doen is. U kiest een aantal plekken en/of activiteiten uit.
• Kijk op internet of in een buurtkrant wat er allemaal te doen is.
winkels appen boodsch doen
uis ziekenh
kerk moskee
bioscoo p theater
culturee l centru m muziek musea
sch o ol on ensi p n e dier
ntru buurtce
m
ten spor y b ho b
huisarts s tandart
2 3
uis
gh verplee
uit eten
eek biblioth
1
uitgaan discotheek
zwemb
ad
p ar k speeltu in
1a 4 5 6
Wat vindt u leuk om te doen in uw buurt? Schrijf drie dingen op.
7 Zet een kruisje voor de activiteit(en) die u samen met iemand anders zou willen doen. Zou u ook nieuwe dingen willen doen in uw buurt? Schrijf drie dingen op.
8 9
Zet een kruisje voor de activiteit(en) die u samen met iemand anders zou willen doen.
10
Werkblad
stap
Uw persoonlijkheid in beeld
Tip
Opdracht U kunt dit blad gebruiken om na te denken over hoe u bent.
• Als u wilt, kunt u ook eerst opdracht 5b doen.
Vul de zinnen aan.
1 2 3
ik ga het liefst
ik geniet van
ik vind het fijn als
ik hou erg van
ik
ik ben goed in
4 1a 5 5a 6
ik durf best
ik was vroeger
ik ben ’s nachts wakker te maken voor
ik wil later nog eens
7 8 9 10
Werkblad
stap
Uw persoonlijkheid in beeld
Tip
Opdracht U kunt dit blad gebruiken om na te denken over uw kwaliteiten, talenten en vaardigheden.
• Wat vinden anderen bijvoorbeeld leuke kanten van u?
1 2
Kruis hieronder aan welke kwaliteiten, talenten en vaardigheden u heeft.
Kwaliteiten: ik ben ... avontuurlijk duidelijk een levensgenieter eerlijk enthousiast bescheiden bedachtzaam gevoelig gul handig humoristisch krachtig levendig lief doelgericht een makkelijke prater miId moedig praktisch tevreden vastberaden zelfstandig een samenwerker creatief actief attent zorgvuldig rustig
Vaardigheden: ik kan goed ... vragen stellen luisteren in grote lijnen denken gevoelens oppikken ontspannen eigen fouten toegeven controleren anderen helpen leiding accepteren een opdracht uitvoeren anderen aanmoedigen intuïtie gebruiken problemen aan zien komen nee zeggen logisch redeneren iets aan anderen overlaten slecht nieuws overbrengen ja zeggen kritiek geven ideeën ontwikkelen omgaan met beperkingen oplossingen bedenken afspraken maken
3
4 1a 5 5b 6
7 Talenten: ik ben goed in ... sport muziek dans koken tekenen spelletjes doen puzzelen
8 9 10
Werkblad
stap
U nodigt meedenkers uit
Tips
Opdracht U gaat mensen zoeken die met u willen meedenken over hoe u meer contacten kunt krijgen of meer uit uw contacten kunt halen.
• Kijk bij werkblad 3 en 4. • Wees niet te bang. Mensen willen meestal graag helpen als ze kunnen. • Als u niet direct iemand weet, vraag dan uw netwerkcoach om mee te denken.
Schrijf op wat u graag in uw contacten wilt verbeteren.
1 2 3
Kijk naar uw netwerkkaart (werkblad 2). Schrijf de namen op van mensen die misschien met u mee willen denken.
4
1 2
5
3 4 U gaat mensen uitnodigen om met u mee te denken. Hoe gaat u dat organiseren?
1a 6
Een één-op-één gesprek. Een bijeenkomst met meerdere mensen. Maak op een apart vel een stappenplan voor een bijeenkomst met de meedenker(s). Wat kan daar bijvoorbeeld op staan: 1 Wie nodigt u uit? 2 Hoe nodigt u ze uit? (kaartje, brief, mailen, bellen, persoonlijk) 3 Wanneer is de bijeenkomst? 4 Waar is de bijeenkomst? (bij u thuis, in een café, in het buurthuis) 5 Hoe lang duurt de bijeenkomst? (niet te lang) 6 Wie zorgt voor koffie/thee, enzovoort? 7 Wie leidt de bijeenkomst? (alleen als er meer mensen bij zijn) 8 Welke vragen gaat u stellen op de bijeenkomst? 9 Wanneer bent u tevreden? De bijeenkomst zelf. Hoe vond u het gaan? Heeft u ideeën opgedaan? Bespreek dit met uw coach.
7 8 9 10
Werkblad U kiest uw actie top-3 Opdracht U verzamelt de ideeën en kiest de drie beste uit. U heeft in stap 1 tot en met stap 6 ideeën opgedaan om uw sociale netwerk te vergroten. Kijk nog eens terug naar alle vorige stappen en werkbladen, welke ideeën en inzichten heeft u per stap opgedaan? Schrijf ze hier allemaal op. Stap 1: uw droomnetwerk:
stap 1 2 3
Stap 2: uw netwerkkaart:
Stap 3: uw netwerk bespreken:
4
Stap 4: uw buurt in beeld:
5
Stap 5: uw persoonlijkheid in beeld:
6
Stap 6: u nodigt meedenkers uit:
Schrijf de drie ideeën waarmee u aan de slag wilt hieronder op. 1 2 3
1a 7 8 9 10
Werkblad Uw persoonlijk actieplan Opdracht U werkt één idee van uw top-3 uit (zie werkblad 7). Welk idee gaat u uitwerken?
stap 1 2 3
Maak een stappenplan. 1 Hoe gaat u het doen? (alleen/met iemand anders)
2 Wanneer gaat u het doen?
4
3 Waar gaat het plaatsvinden?
5
4 Wat is de eerste stap die u gaat zetten?
6
5 Wat wilt u ermee bereiken?
7 1a 8 9 10
Werkblad Uw actieplan uitvoeren Opdracht U voert uw plan van stap 8 uit en houdt bij wat het resultaat is. Wat heeft u gedaan?
stap Tip • U kunt natuurlijk ook meer ideeën van uw actie top-3 uitvoeren.
1 2 3
Wat ging er goed?
4 Wat ging er minder goed?
5 6
Wat zou u in de toekomst anders of juist hetzelfde doen?
7 Zijn er nog meer of andere acties die u nu wilt oppakken?
8 1a 9 10
Werkblad U kijkt terug en vooruit Opdracht U kijkt terug naar uw netwerkkaart (werkblad 2) en bedenkt wat uw acties u hebben opgeleverd. U denkt na over uw netwerk in de toekomst.
stap Tip • Soms is het fijn om na een paar maanden nog een keer een afspraak te maken met uw netwerkcoach.
Bekijk uw netwerkkaart. Kunt u nieuwe namen erbij schrijven? Of nieuwe gekleurde lijnen zetten?
1 2 3
Heeft u bereikt wat u wilde?
Wat heeft u gedaan om dit te bereiken?
4 Hoe wilt u deze (nieuwe) contacten onderhouden?
5 Heeft u daarvoor nog iets nodig?
6 Als u nog niet tevreden bent met het resultaat, heeft u dan voldoende ideeën om hierin actie te ondernemen?
Bent u er klaar voor om afscheid te nemen van uw coach?
Hoe gaat u afscheid nemen?
7
Wat gaat u doen als u toch nog steun of hulp nodig heeft?
8 9
Maak hierover afspraken met uw coach.
10