1. Inleiding De wijken die het centrum vormen van de CKV-opdracht over Caravaggio werden in de Romeinse tijd het “Marsveld”genoemd, waar de Romeinse legioensoldaten hun oefenterrein hadden. Later werd dit gebied volgebouwd met tempels, theaters en badhuizen. Dit is het gedeelte waar altijd mensen zijn blijven wonen, zelfs in de duistere en onveilige middeleeuwen na de instorting van het Romeinse Rijk (v.a.ca 400 n.Chr.). Het Forum Romanum raakte verlaten, de heidense tempels werden gesloten en van hun marmeren en bronzen versieringen beroofd. In de 9e eeuw was het grote Rome van keizer Augustus (bijna 1 miljoen inwoners) ineengeschrompeld tot een stadje met enkele tienduizenden inwoners. Dat Rome werd regelmatig geteisterd door overstromingen want de hoge kademuren en de boulevards (de zogenaamde ‘lungoteveri’) langs de Tiber zouden pas in de 19e eeuw worden aangelegd. Het verpauperde “Marsveld” groeide vanaf de 9e eeuw langzaam uit tot het kloppende hart van het Rome waar de pausen en de vele adellijke families vanaf de middeleeuwen de baas waren. Zij bouwden de paleizen en de forten en controleerden de wijken waarin het gebied werd verdeeld: Parione / Pigna / Colonna en Campo Marzio. Deze wijken liggen nu in het gebied tussen de Tiber, de Piazza del Popolo, de Via del Corso en de Corso Vittorio Emanuelle II. Opdracht 1: maak een paar foto’s van straatnamen waarop ook de namen van de verschillende wijken te zien zijn. Rond 1600 vormde het “Marsveld”het decor voor leven en werk van een man die een onuitwisbaar stempel heeft gedrukt op de Italiaanse schilderkunst: Michelangelo Merisi uit Caravaggio (een klein dorp in het Noorden van Italie, in de buurt van Milaan). Na de dood van zijn vader gaat de jonge Merisi (Caravaggio) naar Rome om het vak van kunstschilder te leren. De verschillende periodes van zijn stormachtige verblijf in Rome zijn nog goed te volgen. De paleizen en huizen waar hij woonde en werkte staan er nog en in verschillende kerken zijn nog altijd de schilderijen te vinden die hij daar in opdracht van particulieren of kardinalen maakte. Over zijn leven is ook het nodige bekend, vooral uit de politierapporten van de pauselijke sbirri, de smerissen waar Caravaggio herhaaldelijk mee in aanraking kwam. Caravaggio had een opvliegend karakter. Het was een ruziezoeker die regelmatig werd gearresteerd wegens openbare geweldpleging, vechtpartijen of het beledigen van collega schilders. Maar diezelfde Caravaggio maakte schilderijen die nog altijd een grote indruk maken op de mensen door het verstilde realisme, het gebruik van licht en donker (chiaroscuro= chiaro betekent licht – scuro betekent donker) en de intense kleuren als rood en geel.
2. De wandeling
Het beginpunt van de wandeling is Piazza Navona. Als je aan de zuidkant van het plein bij de fontein met de Moor (Fontana del Moro) gaat staan met de met je gezicht naar de fontein midden op het plein (Fontana dei Fiumi) dan zie je rechts, halverwege het plein, tussen de huizen een straatje dat naar de Corso Rinascimento voert. Loop door het straatje heen naar de Corso Rinascimento. Aan het eind van dit straatje zie je aan de overkant van de weg het Palazzo Madama. Een kolossaal gebouw met grote ramen en een fraaie daklijst, versierd met bloemmotieven, engeltjes en maskers. Aan het eind van de 16e eeuw was dit Palazzo de woning van kardinaal Francesco Maria del Monte. Net zoals zo veel kardinalen in die tijd was del Monte een kunstkenner. Hoewel hij niet overdadig rijk was, beschikte hij over voldoende geld om een aardige kunstverzameling op te bouwen. Hij raakte overtuigd van het talent van Caravaggio (die net op 21 jarige leeftijd in Rome aangekomen was) en nam hem in huis. Zo kwam Caravaggio in één klap aan voedsel en onderdak. Hij woonde in één van de dienstvertrekken op de bovenste verdieping onder de daklijst.
Ga op de Corso Rinascimento even naar links en steek op de zebra de Corso over en loop de Via del Salvatore in, langs het Palazzo Madama. Aan de achterkant van het gebouw vind je de zijingang van dit palazzo waar tegenwoordig de Senaat (zeg maar de Eerste Kamer van het Italiaanse parlement) vergadert. Waarschijnlijk heeft Caravaggio veel gebruik gemaakt van deze in- en uitgang.
Opdracht 2. Maak een foto van de zij-ingang van Palazzo Madama.
Naast het Palazzo Madama, aan de overkant van de Via del Salvatore staat aan je linkerhand de kerk “San Luigi dei Francesi” (Deze kerk is gewijd aan de middeleeuwse Franse kruisvaarder en koning Lodewijk IX). Rome was ook in die tijd een smeltkroes van nationaliteiten en elke bevolkingsgroep had zijn eigen kerk. Uiteraard behoorde deze kerk aan de Franse gemeenschap in Rome. Voor de deur van de kerk zit meestal een bedelares die klaaglijk om een aalmoes smeekt.
Opdracht 3. Maak een foto van de gevel van `San Luigi dei Francesi´. Ga vervolgens de kerk in. Binnen in de kerk word je overweldigd door de kunststijl die na de renaissance haar intrede deed: de barok (veel goud en marmer). Je gaat in de kerk direct links af naar de linker zijbeuk van de kerk. In de zijbeuk ga je naar rechts en aan het eind van de zijbeuk vind je de Contarelli kapel. Kardinaal Cointrel (in het Italiaans heet dat Contarelli) had zich voorgenomen voor de komst van veel pelgrims naar Rome in verband met het heilig jaar 1600, de kerk met schilderijen te verfraaien. Nog voordat de opdracht gegeven was, sterft de kardinaal. Zijn collega en buurman kardinaal Del Monte geeft aan Caravaggio de opdracht de kapel - die naar de overleden kardinaal Contarelli wordt genoemd - te beschilderen. Op 23 juli 1599 tekent Caravaggio voor zijn eerste religieuze opdracht: twee schilderijen over het leven en sterven van één van de twaalf discipelen van Jezus: Mattheus. Deze opdracht maakte Caravaggio in één klap beroemd. Rechts van de kapel staat een gulzig muntenapparaat voor de verlichting. Een slimme zet van de kerkmensen want zo kunnen de schilderijen van Caravaggio even bij komen van het felle licht en houdt de kerk er een leuke cent aan over. Je moet je wel bedenken dat in Caravaggio´s tijd de verlichting van de kerk heel anders was. Schaars daglicht en kaarsen waren de enige bronnen van licht. In de linker zijbeuk van de kerk zijn meestal folders te vinden over het schilderij: de roeping van Mattheüs. Neem er – als ze voorradig zijn- een paar mee. De linkerwand: Roeping van Mattheüs. Voordat Mattheüs een volgeling van Christus werd, was hij een belastinginner in dienst van de Romeinen. De Joden beschouwden de Romeinen als bezetters van hun land en degenen die voor de Romeinen werkten, waren in de ogen van de Joden collaborateurs (samenwerken met de vijand) en afpersers. De Joden vonden de belastinginners verachtelijke zondaars. Desondanks wordt Mattheüs door Christus uitgenodigd een volgeling (discipel) van hem te worden. Voor de Katholieke kerk is Mattheüs het voorbeeld van een zondaar die door Gods genade verlost kan worden van het kwaad. Op het schilderij zie je een scène die zo uit het Rome van ca. 1600 afkomstig kan zijn. Een groepje mannen, druk bezig met het tellen van geld, gekleed in fraai gekleurde wambuizen die een beetje doen denken aan het uniform van de Zwitserse garde. Van rechts valt een onwerkelijke baan licht het schilderij binnen en beschijnt de gezichten van de mannen. Eén van hen, een wat oudere man met een baard, kijkt verbaasd op en wijst naar zichzelf. Hij heeft net gezien dat onder de lichtbaan twee mannen het schilderij zijn binnengelopen. In het halfdonker zijn ze met moeite zichtbaar. Beiden hebben wat onduidelijke lange gewaden aan. Bijbelse kleding, want zelfs Caravaggio durfde het niet aan Christus en de discipel Petrus van eigentijdse kleding te voorzien. Alle aandacht gaat uit naar de hand van Christus, die dwingend naar Mattheüs wijst en lijkt te zeggen: “Jou moet ik hebben, volg mij”. Voor de tijdgenoten van Caravaggio was dit schilderij een regelrechte schok. Christus was geen verheven figuur. Nee, hij liep zo maar hun tijd binnen. Caravaggio haalde zijn modellen van de straat. Gewone Romeinen, vaak niet echt goed gewassen en zeker niet met de vrome gezichten die de Bijbelse figuren volgens de kerkregels moesten hebben. Caravaggio’s schilderijen waren een regelrechte breuk met de traditie en de kerkelijke voorschriften. Kunst diende volgens de regels
van de kerk als wapen tegen de protestantse ketters en moest de gelovigen overtuigen van de absolute Katholieke waarheid. Maar niet alleen de eigentijdse mensen op de schilderijen waren nieuw voor die tijd, maar ook het ontbreken van een achtergrond. Alles draait om de mensen op het doek. De toeschouwer voelde zich deelgenoot van de voorstelling. Met de schilderijen in de Contarelli kapel vestigde Caravaggio meteen zijn naam als meester van het chiaroscuro, het contrast tussen licht en donker. Opdracht 4: Kijk goed naar de schilderijen en beantwoord de volgende vragen: a. Wat steekt in de rand van de hoed van Mattheüs? Volgens de Katholieke kerk is ‘de kerk’ het enige middel om tot God te komen. De nederigheid en de eenvoud van Christus en de discipelen wordt door ‘de kerk’ sterk benadrukt. b. Waarvan is Petrus het symbool? c. Er is sprake van twee groepen op het schilderij. Op welke twee manieren wordt in de kleding het contrast tussen beide groepen duidelijk? d. Waaruit blijkt de armoede van Christus en Petrus? e. Tussen de twee groepen is een donkere ruimte. De hand van Christus overbrugt de ruimte tussen twee werelden: mens en God, materie en geest, zonde en verlossing. Door welke schildertechniek krijgt de hand een extra accent. f. In de baan van het licht is een ander (vermomd) Christelijk symbool zichtbaar. Welk symbool is dat?
De rechterwand: de marteldood van Mattheüs. Aan het eind van de 16e eeuw ontstaat er een soort mode om Christus na te volgen (Imitatio Christi). Goede werken, zelfverloochening en de bereidheid om dezelfde dood te ondergaan. Volgens de overlevering gaat Mattheüs na de dood van Christus naar Afrika om daar de mensen te bekeren tot het Christelijk geloof. Als hij de vrouw van een Afrikaanse koning bekeert, wordt Mattheüs door een beul ter dood gebracht. g. De compositie van dit schilderij laat in het centrum een driehoek zien. Wat vormt de top ervan en wat de basis? h. Eén van de zijden van de driehoek wordt gevormd door de linkerarm van de beul met de opgeheven arm van de gewonde Mattheüs. Wat valt op aan de arm van de beul? i. Wat wordt hierdoor uitgedrukt? j. Hoe is de houding van Mattheüs in overeenstemming met de “imitatio Christi”? k. Welk symbool van martelaarschap reikt de engel rechtsboven aan de heilige Mattheüs aan? l. De hand van Mattheüs is tevens naar een ander symbool gericht. Welk? m. Dankzij het effect van chiaroscuro trekt het midden van het schilderij de meeste aandacht. Hoe ondersteunt het gebruik van kleur dit effect? n. Van welke kant komt het licht? o. Is dit in overeenstemming met de plaats van het schilderij? p. Geldt dit ook van het schilderij aan de linkerwand? q. Tussen alle vluchtende en schreeuwende figuren bevindt zich Caravaggio’s handtekening. Niet in letters, maar in beeld: zijn eigen gezicht op een verlichte plek. Waar?
In de kerk is nog een schilderij van Caravaggio te vinden, namelijk boven het altaar. Mattheüs schrijft zijn verhaal: het evangelie van Mattheüs. Hij luistert naar wat de Engel boven hem dicteert. Naast voortreffelijk schilder was Caravaggio een echte lastpak. In de herbergen en eethuizen, waar hij en zijn vrienden graag mochten komen liep het vaak uit de hand en werd Caravaggio herhaaldelijk gearresteerd. Zo werd hij een keer opgepakt omdat hij de ober van het restaurant “Osteria del Moro” in een woede-uitbarsting het hele bord met eten naar het hoofd had gegooid.
We vervolgen de wandeling. Vanaf de deur van San Luigi gaan we linksaf richting de Via della Scrofa (de weg van de zeug, genoemd naar de vroegere herberg met die naam). Na enkele tientallen meters gaan we links af de Via di San Agostino in. Daar vinden we de kerk van San Agostino (de heilige Een steile trap leidt naar een ander (minder bekend) schilderij van Caravaggio: de Augustinus). Madonna van Loreto (ook wel de Madonna dei Pelligrini (pelgrims) genoemd). Opdracht 5: maak een foto van de voorgevel van de kerk. Ga de kerk binnen en dan direct linksaf. In de eerste kapel van de linker zijbeuk vind je de Madonna van Loreto. Het lichtknopje (dit keer gratis) zit links. De madonna (Maria) staat in fraaie kleding uit Venetië tegen een deurpost geleund. Volgens tijdgenoten leek zij op de hoer Lena, met wie Caravaggio een tijd een relatie zou hebben gehad. Ze draagt een groot en zo te zien loodzwaar Christus kind op haar arm. Voor haar liggen twee pelgrims geknield op de grond. Weer doodgewone mensen: een oude vrouw en een man met een baard. Doodmoe van de reis en met vieze voeten die de kijker rechtstreeks in het gezicht steken. Ook dit schilderij veroorzaakte een rel. Nu waren het niet de hoge kerkelijke heren maar de gewone mensen die er schande van spraken. Ze voelden zich te kijk gezet als vieze aanbidders van een hoer.
We lopen terug naar de weg en gaan links af, langs de muur van het klooster van de paters Augustijnen waar aan het eind een wat verweerde steen is ingemetseld. Met wat moeite is hier een afbeelding van een zeug in te ontdekken. De scrofa. Opdracht 6: maak een foto van de steen met de scrofa.
Loop terug richting San Agostino en ga linksaf de Via delle Coppelle in. Deze straat leidt recht de smalle straatjes in waar Caravaggio op zijn nachtelijke tochten doorheen moet zijn gelopen. . Links op de hoek van een gebouw naast de Pizzeria Margherita (ik hoop dat die er nog is) is nog steeds een inscriptie te zien van de kardinaal die over het stratenonderhoud ging. Er was in die tijd geen riolering en het regelmatig ophalen van huisvuil bestond nog niet In vlammende woorden wordt iedereen die zomaar vuilnis op straat gooit een boete van 25 scudi voorgehouden,Uiteraard moest de overtreder dan wel kunnen lezen, wat in die tijd lang niet bij iedereen het geval was.
Het gebouw waarop de inscriptie is aangebracht heet Palazzo Baldassini en is een mooi voorbeeld van een 16e eeuws kardinaalspaleis. Als het goed is, is de poort open en geeft toegang tot een binnenhof in (gerestaureerde) Renaissancestijl. Opdracht 7: maak een foto van de inscriptie die hierboven genoemd wordt. Opdracht 8: maak (als de poort open is) een foto van de binnenhof in Renaissancestijl.
Ga aan het eind van de Via delle Coppelle linksaf de Via della Maddelena in en loop door naar de Piazza Campo Marzio. Dit plein is het hart van de wijk Campo Marzio. Denk nog even aan opdracht 1! Ga aan de overkant van dit grillig gevormde plein de Via Metastasio in en loop door naar de Piazza Firenze. Dit “plein van Florence” heet naar het Palazzo di Firenze. Hier woonde in de 16e eeuw de ambassadeur van de stadstaat Florence. Caravaggio is een regelmatige bezoeker van dit plein geweest, want wij weten dat hij graag tenniste op de plek waar nu de Via Pallacorda loopt. Opdracht 9. Maak een foto van dit plein en de Via Pallacorda. Caravaggio woonde een tijd in het steegje rechts van het Palazzo di Firenze, in de Vicolo del Divino Amore (God van de Liefde). Ook nu nog een smal en donker straatje met halverwege het kerkje van de Madonna del Divini Amore. Opdracht 10: Maak een paar foto’s van dit steegje (en van één van de huizen aan het begin van de steeg). Hier heeft Caravaggio de Madonna van Loreta geschilderd. Zijn model Lena woonde aan de Via del Corso (een paar minuten lopen hier vandaan) en werkte als hoer in de omgeving van het mausoleum van Augustus. Een ongure buurt die de Ortaccio (vieze moestuin) genoemd werd.
Jullie volgen de Vicolo del Divino Amore die overgaat in de Vicolo Biagio en daarna de naam Vicolo della Toretta krijgt. Aan het eind ga je links af en daarna meteen rechts. Je komt dan op een fraai vormgegeven plein dat Piazza San Lorenzo in Lucino heet. Op dit plein woonde de familie Tomassoni: vijf broers die samen de buurt terroriseerden en zich gedroegen als een selfmade burgerwacht. Zij waren de baas in de wijk Campo Marzio. Rond 1600 waren dit soort privélegertjes geen uitzondering en de politie stond machteloos omdat zij beschermd werden door belangrijke Romeinse families. Caravaggio had vaak ruzie met de gebroeders Tomassoni, maar eind mei 1606 loopt het vreselijk uit de hand. In een duel doodt Caravaggio één van de broers Tomassoni en moet onmiddellijk de stad verlaten. Opeens is hij een moordenaar die gezocht wordt. Zijn vlucht zou hem via Napels en Malta naar Sicilië voeren. Zijn schilderijen worden steeds grimmiger en donkerder, met zelfportretten waar de wanhoop vanaf straalt. Uiteindelijk schenkt de paus hem gratie, maar voordat hij naar Rome kan vertrekken sterft hij in het Noord-Italiaanse Porte Ercole. Bijna 39 jaar oud.
Piazza San Lorenzo lijkt zich niets meer van de ruzie tussen Caravaggio en de gebroeders Tomassoni te herinneren. Onlangs is er nieuwe bestrating aangebracht en een nieuwe krantenkiosk neergezet. Op de dure terrasjes nemen vaak bekende politici plaats (de Tweede Kamer van het Italiaanse parlement staat bij wijze van spreken om de hoek) Opdracht 11: maak een foto van de Piazza San Lorenzo
Vanuit de Piazzo San Lorenzo leidt de Via del Leoncino jullie verder. Aan het eind van deze straat sla je links af en dan weer rechts af. Dan doemt het mausoleum van Augustus op in het midden van de Piazza Augusto Imperatore. Deze Piazza heeft een wat vreemde aanblik. De oude, verwaarloosde, ruines van het mausoleum van keizer Augustus steken fel af tegen de nieuwe doos van de Amerikaanse architect Meier. Deze rechthoekige constructie van marmer en glas is het omhulsel van het antieke altaar dat keizer Augustus daar liet neerzetten als eerbetoon aan zichzelf en de Vrede van het Romeinse Rijk voor alle veroverde volken (Ara Pacis = altaar van de vrede).
Links achter het Mausoleum van Augustus vervolgen jullie de route via de Via di Ripetta (naam voor de Tiber haven die tot de 18e eeuw daar te vinden was). Aan het einde van deze straat komen jullie op de Piazza del Popolo (Plein van het volk). Op het plein zie je een poort en rechts naast die poort vind je de kerk Santa Maria del Popolo. Voor vandaag de laatste plaats waar een Caravaggio te bewonderen valt.een foto van de gevel van Santa Maria del Popolo. Opdracht 12: maak Het interieur van de Santa Maria del Popolo is anders dan de kerken die je tot nu toe gezien hebt. Deze kerk heeft een renaissance interieur. Veel minder versieringen. Er is veel te zien in deze kerk. Zo haasten veel toeristen zich naar de Chigi-kapel van de schilder Rafael. Deze kapel is beroemd geworden door het verhaal “Het Bernini mysterie”van Dan Brown. Maar jullie gaan naar de kapel links van het hoofdaltaar om Caravaggio’s schilderij “De bekering van Paulus”te bestuderen.Samen met de schilder Annibale Carracci kreeg Caravaggio van Tiberio Cerasi (een soort minister van financiën van de paus) de opdracht drie onderwerpen te schilderen. Carracci moest “De hemelvaart van Maria” uitbeelden en Caravaggio moest zich bezig houden met twee schilderijen: “De kruisiging van Petrus” (aan zijn voeten gekruisigd) en “De bekering van Paulus”. In de kleine ruimte van de Cerasi-kapel zijn de twee tegenpolen van de 16e eeuwse schilderkunst te zien. Carracci met zijn renaissancestijl en Caravaggio met zijn naturalisme. Het verschil spat eraf. Op Carracci’s schilderij zie je een felroze en blauw geklede Maria omgeven door engeltjes uit haar graf oprijzen. De apostelen om haar graf zijn geschilderd in pasteltinten. Alles klopt, de geïdealiseerde gezichten en de fraaie kleuren. Hoe anders zijn de schilderijen van Caravaggio. Om het schilderij “De bekering van Paulus” (rechts van het altaar in de kapel) te begrijpen moet je de onderstaande tekst goed doorlezen:
Saulus van Tarsus stond bekend als een fanatiek vervolger van de volgelingen van Christus. Toen hij op weg was om een groot aantal volgelingen gevangen te nemen, maakte hij iets bijzonders mee. In de Bijbel staat in `Handelingen`het volgende te lezen. Plotseling omstraalde hem een groot hemels licht. Hij viel van schrik op de grond en hoorde een stem zeggen: `Saul, Saul, waarom vervolg je mij?`Saulus zei: ´Wie bent u dan Heer?` Een de stem antwoordde: ´Ik ben Jezus die jij vervolgt.´ Zijn reisgenoten stonden sprakeloos, zij hoorden de stem wel, maar zagen niemand. Saulus stond op, maar kon niets meer zien. Door een discipel van Jezus werd Saulus genezen van zijn blindheid. Na zijn bekering veranderde Saulus zijn naam in Paulus. Het eerste dat in het oog springt, is het paard. Een gewone knol, een werkpaard dat zo van de straat het atelier van Caravaggio is ingesleurd. De oude knecht houdt het paard bij het bit. Aan de voet van het paard ligt Paulus, die net bekeerd is. Eerst bestreed hij de volgelingen van Christus, maar na zijn bekering werd hij een volgeling van Christus. Het is doodstil op het schilderij. Alle beweging zit in het hoofd van Paulus. Geen achtergrond, om de figuren heen is het zwart. Om het schilderij “De Marteldood van Petrus” goed te begrijpen moet je de onderstaande tekst goed doorlezen: Petrus was een van de belangrijkste volgelingen van Christus. In de kerkelijke traditie geldt hij als eerste paus en opvolger van Christus op aarde. Christus heeft namelijk tegen Petrus gezegd (Mattheüs 16): “ Ik zeg jou: jij bent Petrus: op die steenrots zal ik mijn kerk bouwen … ik zal je de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen”. In de beeldende kunst is Petrus herkenbaar als een oudere man, vaak met sleutels. Volgens de overlevering kwam Petrus naar Rome, waar hij tot de marteldood werd veroordeeld als volgeling van Christus. Hij zou gekruisigd zijn op de plaats waar nu de St.Pieterskerk staat. Hij zou gevraagd hebben om met zijn hoofd naar beneden gekruisigd te worden omdat hij zichzelf niet waardig vond om op dezelfde wijze te sterven als Jezus Christus. Het schilderij “De marteldood van Petrus” is minder verstild dan “De bekering van Paulus” Het schilderij is zelfs wreed te noemen. Opnieuw wordt ons oog gevangen door bijzondere details: de smerige voeten en het stevige achterwerk van de beulsknecht die zich onder het kruis wurmt om het overeind te krijgen. Dan pas gaat de aandacht uit naar de oude man op het kruis, die zich half opricht om zich te verzetten tegen de stroom bloed die naar zijn hoofd stroomt. Geen geïdealiseerde apostel, maar een oude kalende man die door een drietal zwoegende beulen aan zijn dood wordt geholpen. Dit is de kracht van Caravaggio: confronterend. Een kille executie die zich in alle tijden voor kan doen. Caravaggio is in staat om met zijn schilderijen voor de toeschouwer de eeuwen te overbruggen. Opdracht 13: Kijk goed naar de schilderijen en beantwoord de volgende vragen: “De bekering van Paulus” a. Paulus ligt (sterk verkort) op de voorgrond. Christus is niet afgebeeld. Hoe heeft Caravaggio Christus toch “zichtbaar” gemaakt: b. Hoe wordt de blindheid van Paulus weergegeven c. Wat doet de schilder met de “reisgenoten” uit de tekst. “De marteldood van Petrus” d. In de tekst hierboven wordt de uitspraak van Jezus geciteerd. Welk belangrijk symbool uit die tekst is op de voorgrond te zien=
e. De blik van Petrus is (voor ons) naar rechts gericht. Niet naar zijn beulen, niet naar de wond in zijn hand. Het lijkt alsof hij kijkt naar iets buiten het schilderij. Naar welk object in de kerk zou Petrus kijken? f. In veel van zijn werken confronteert Caravaggio het publiek met de achterkant van een figuur. In dit schilderij is dat het achterlijf van één van de beulsknechten. Onderaan links kun je hetzelfde principe in het klein aantreffen. Wat bevindt zich daar? g. In “De bekering van Paulus” tref je dit verschijnsel ook aan. Waar? Voor deze CKV opdracht werd gebruik gemaakt van: Kijkwijzer in Rome, Alexander Smarius en Adelheid Smarius, ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen 2002 De magie van Rome, Andrea Vreede, Uitgeverij Conserve, 2007. Antwoordenblad Opdracht 4. a. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. b. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………. c. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. d. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. e. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. f. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. g. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. h. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. i.
………………………………………………………………………………………………… …………………………………….
j.
………………………………………………………………………………………………… …………………………………….
k. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. l.
………………………………………………………………………………………………… …………………………………….
m. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. n. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. o. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. p. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. q. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………..
Opdracht 13. “De bekering van Paulus” a. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………….. b. ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………. c. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. “De kruisiging van Petrus” d. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………….. e. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………… f. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………… g. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………..