Inhoudsopgave inleiding......................................................................................................................................................................................... 2 opbouw van de groepen .............................................................................................................................. 3 personeel ................................................................................................................................................................................... 4 de visie van eigen wijs........................................................................................................................................ 5 veiligheid en welbevinden van het kind.............................................................................. 7 de ontwikkelingsgebieden ........................................................................................................................... 9 onze werkwijze ......................................................................................................................................................... 11 spelen en activiteiten ....................................................................................................................................... 13 natuur beleving op eigen wijs ........................................................................................................... 15 de invloed van de groepsopvang ............................................................................................ 18 opvallend en zorgwekkend gedrag..................................................................................... 19 tot slot.......................................................................................................................................................................................... 20
-1-
inleiding Ons pedagogisch beleid is een rode draad voor onze werkwijze, waarbij wij zoveel mogelijk uit gaan van het kind. Hierbij houden we rekening met het feit dat ieder kind verschillend is. Ons doel is het opvangen, verzorgen en begeleiden van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar in speciaal hiervoor ingerichte ruimtes, volgens de visie van Eigen Wijs zoals opgesteld in het pedagogisch beleidsplan. Het personeel ondersteunt deze visie en is gemotiveerd vanuit deze visie te werken. Met de term ouders bedoelen wij in dit beleid ook andere verzorgers. Met pedagogisch medewerker (afgekort : pm) worden zowel mannen als vrouwen bedoeld. Waar we het over ‘hij’ hebben, kan ook ‘zij’ gelezen worden.
-2-
opbouw van de groepen Binnen Eigen Wijs treft u zes groepen aan met de volgende maximale omvang :
babygroepen 0 tot 1 ½ à 2 jaar Tinkel en Tuba
l2 kinderen, 3 pm’s per dag (totaal 4 pm’s op de groep)
peutergroepen 1 ½ tot 4 jaar Banjo, TamTam, Toet
13 kinderen, 2 pm’s per dag (totaal 3 pm’s op de groep)
buitenschoolse opvang 4 tot 12 jaar Fidel
2 groepen van 20 kinderen, 3 pm’s per dag per groep (totaal 4 pm’s per de groep)
-3-
Elk kind heeft een vaste stamgroep. Half bezette stamgroepen worden weleens samengevoegd. Incidenteel maakt een kind gebruik van een 2de stamgroep. Dit wordt vooraf besproken met u en vastgelegd in een contractje. Er is een ouderinformatie folder waarin de dagelijkse gang van zaken in de groepen beschreven wordt, evenals andere meer algemene onderwerpen. U krijgt deze uitgereikt tijdens het intakegesprek 4 tot 6 weken voordat uw kind naar Eigen Wijs komt.
-4-
personeel Alle pedagogisch medewerkers zijn gediplomeerd volgens de eisen gesteld in de CAO kinderopvang. De aansturing van het team is in handen van de leidinggevende. Als team volgen we regelmatig cursussen om onszelf bij te scholen. Ook kunnen we het team laten ondersteunen door specialisten op diverse gebieden als dat nodig is. Denk bijvoorbeeld aan ambulante hulp voor kinderen met een handicap (slechtziend/syndroom van down etc). Bij Eigen Wijs werken we volgens een vast personeelsrooster. Elke pedagogisch medewerker werkt op dezelfde dagen op een eigen groep. Er zijn bij aanvang en sluiting altijd minimaal 3 pedagogisch medewerkers aanwezig, waardoor er geen achterwachtregeling nodig is (vereiste vanuit de wet kinderopvang: in het geval er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is, moet er een andere volwassene in het pand zijn). Binnen Eigen Wijs hanteren wij het 4-ogen principe. Er is altijd zicht op ruimtes waar een pedagogisch medewerker bijvoorbeeld aan het eind van de dag alleen is met de kinderen. In alle slaapkamers en de speelzaal boven is toezicht door middel van camera’s. Op elke groep kan op een tablet elke slaapkamer in het pand gezien worden.
-5-
de visie van eigen wijs Visie komt voort uit een referentiekader. Ieder mens heeft zijn eigen waarden en normen en hieruit ontstaat een visie. De basis van onze visie is dat wij ieder kind waardevol en uniek vinden. Ieder kind is een krachtig, creatief en sociaal wezen met vanaf de geboorte eigen interesses, kwaliteiten en wensen. Een kind kan zelf heel goed bepalen wat er leeft en waar hij aan toe is. De pedagogische omgeving bestaande uit andere kinderen, volwassenen en de ruimte – moet hem uitdagen en helpen om zijn competenties en interesses verder te ontwikkelen. Daarbij heeft hij een warme liefdevolle en veilige omgeving nodig. Veilig houdt hierbij naast de letterlijke betekenis, ook geborgenheid in. Vanuit deze veiligheid zal het kind zich verder durven en willen ontwikkelen: hij kan altijd terugvallen op zijn veilige achterban. Wij vinden het belangrijk om ons in het kind te verplaatsen. Waarom schreeuwt het, waarom huilt het? Waarom is het vandaag zo uitgelaten? Wij proberen het kind te begrijpen en hem te begeleiden bij zijn ontwikkeling. Het kind heeft veel eigen inbreng. Dit houdt niet in dat hij alles zelf kan bepalen. Grenzen aangeven vinden wij belangrijk Het kind vraagt daar ook om, hij is op zoek naar die grenzen, die zijn veiligheid bepalen. Op zijn grenzen kan hij terugvallen. Duidelijk zijn naar het kind toe is hierbij een kern begrip. De ontwikkeling van een kind verloopt in fases. Deze zijn soms niet zo duidelijk te onderscheiden. We houden rekening met de leeftijd, maar vooral ook met de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Een baby heeft bijvoorbeeld nog veel minder communicatiemogelijkheden dan een peuter. De baby zal huilen als er "iets" is. De peuter zal al min of
-6-
meer kunnen zeggen wat hij wil. De kleuter zal het nog weer beter kunnen uitleggen. Het schoolkind zal het langzaam maar zeker ook leren beargumenteren. Ieder kind heeft hierdoor een andere benaderingswijze. Niet alleen omdat hij in een andere ontwikkelingsfase zit, maar natuurlijk ook nog eens omdat hij een ander individu is.
-7-
veiligheid en welbevinden van het kind Naast de bevrediging van de eerste levensbehoeften, denken wij bij welbevinden aan menselijke warmte, aandacht krijgen, je veilig voelen. Een kind heeft veiligheid nodig om zich te ontwikkelen. Als een kind zich onveilig voelt, zal het niet de neiging hebben spontaan op onderzoek uit te gaan in de grote wereld. Bij Eigen Wijs creëren wij veiligheid door vaste pedagogische medewerkers op een groep te hebben. Wij proberen zo voor een veilige sfeer te zorgen. Dat ieder kind zich in zijn eigen tempo kan en mag ontwikkelen, geeft hem veel veiligheid. Een kindje dat met 11 maanden loopt is "niet beter" dan een kindje dat met 18 maanden zijn eerste stapjes zet. Lichamelijk contact kan voor een kind belangrijk zijn. Troosten en knuffelen als een kind daar behoefte aan heeft is tegemoet komen aan een stukje welbevinden. Maar ook een kind niet te vaak onderbreken of storen in zijn spel kan daar bij horen. Aan kinderen die huilen wordt altijd aandacht besteed. Vooral als het een baby is, die nog niet kan vertellen wat er aan de hand is. Een baby kan huilen omdat hij honger of slaap heeft. Maar wat vaak vergeten wordt, is dat een baby ook kan huilen omdat hij gewoon aandacht wil. Deze aandacht is heel belangrijk voor het welbevinden van de baby. Hij kan zich hierdoor veilig voelen, contact maken en dingen leren. Maar ook als oudere kinderen huilen, proberen we te achterhalen wat er aan de hand is. Huilen mag. Het is een normale emotie.
-8-
Ook op andere uitingsvormen van niet welbevinden reageren wij. We proberen het kind te begeleiden in zijn emoties. Als het nodig is, proberen wij het kind weer op weg te helpen. Het is voor ons belangrijk een vertrouwensband met het kind op te bouwen, zodat hij zich durft te uiten. Luisteren naar het kind is daarom essentieel. Kinderen hebben aandacht nodig, het is een vraag om erkenning. Erkenning kan weer leiden tot een positief gevoel van eigenwaarde en groei.
-9-
de ontwikkelingsgebieden Spelenderwijs wordt op alle groepen aandacht besteedt aan alle ontwikkelingsgebieden: de motorische ontwikkeling, de emotionele ontwikkeling, de sociale ontwikkeling, de cognitieve (verstandelijke) ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling en seksualiteit. We werken bewust niet met methodes, maar begeleiden hen vanuit hun eigen belangstelling en motivatie. We sluiten telkens aan op wat de kinderen bezig houdt en dagen ze elke keer uit. Door de indeling van de groep en de materialen, maar vooral ook de buitenruimte is daar volop gelegenheid toe. De taak van de pedagogische medewerker is door goed observeren, elk kind steeds weer te prikkelen. Door uitgedaagd en geprikkeld te worden, ontwikkelen kinderen zich. In het eerste levensjaar gebeurt er voor een kind erg veel op motorisch gebied, het leert rollen, zitten, staan en uiteindelijk lopen. De verdere motorische ontwikkeling verfijnt zich in de jaren daarna. Emoties kent een kind ook al van jongs af aan, huilen en lachen zijn de eerste basisvormen die zich steeds verder uitbreiden. Dit geldt evenzeer voor de sociale ontwikkeling. Een baby gaat al snel mensen onderscheiden en herkennen. Zowel baby's als peuters maken al echt contact. Dit gebeurt echter nog vanuit een egocentrisch beeld. Pas later leert een kind wat "rekening houden met" inhoud. Hij is dan inmiddels de kleuterleeftijd voorbij. Sociale ontwikkeling heeft ook betrekking op, samen delen, dingen nadoen, behulpzaam zijn, een band opbouwen met bijvoorbeeld je ouders, andere kinderen en de pedagogisch medewerker. De verstandelijke ontwikkeling verloopt eveneens in fases. Een baby ziet veel in beelden en kan nog geen verbanden beredeneren. Hij ziet en voelt. Een peuter gaat onderscheid maken, maar ziet nog geen oorzaak en gevolg. Door veel herhaling leert hij. Ook fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar. De peuterangsten dienen zich aan. Een kleuter begint langzaam verbanden te zien en de gevolgen van
- 10 -
zijn handelen. Dit verfijnt zich verder op basisschoolleeftijd. Met de lichamelijke ontwikkeling doelen we op de ontdekking van het eigen lichaam. Een baby die bijvoorbeeld zijn eigen handje voor het eerst ziet, kan daar zeer door gefascineerd zijn.
- 11 -
onze werkwijze Iedere groep heeft zijn eigen dagritme. Op de babygroepen Tinkel en Tuba bepalen de baby’s zelf het ritme. De pedagogisch medewerkers passen zich aan, aan de eet en slaapbehoeften van de kinderen. Met de oudsten wordt wel op een vast tijdstip brood en fruit gegeten. Samen aan tafel is een moment van rust en herkenning. Een vast ritueel met eten en liedjes zingen of een boekje voorlezen. De kinderen kunnen spelen in hun eigen de groepsruimte. Tinkel en Tuba zijn met een schuifdeur met elkaar verbonden. Af en toe zal deze deur open zijn, zodat kinderen die daar aan toe zijn een kijkje kunnen nemen op de andere groep. Ook de hal is zo ingericht dat kinderen daar veilig kunnen spelen. Voor het buitenspelen is het terras ingericht voor de allerkleinsten. Beide babygroepen hebben een eigen keukenblok, waardoor de pedagogisch medewerker niet steeds van de groep weg hoeft. De verticale groepen Banjo, TamTam en Toet hebben wel een dagindeling. Er wordt ‘s morgens en ‘s middags fruit gegeten en tussen de middag brood. Voor het fruit eten wordt eerst samen gezongen, dat is altijd weer een gezellig moment! Tussen deze rustmomenten is er ruimte voor vrij spel of een activiteit, waarbij een balans wordt gezocht in drukkere en rustige activiteiten. De kinderen op Banjo, TamTam en Toet mogen tijdens de ochtenden middagactiviteit ook meedoen op de andere groep. Dit geeft vooral de oudere kinderen extra uitdagingen, omdat de groepen heel anders ingericht zijn en ook een andere activiteit aanbieden. De centrale hal is zo ingericht dat ook daar kinderen veilig kunnen spelen. Op de BSO wordt op vaste tijdstippen gegeten en wat gedronken. Tussendoor is ook hier voldoende ruimte voor spel en of activiteiten. In de schoolvakanties is er een speciaal programma. Er is dan de hele dag opvang mogelijk en er worden diverse activiteiten
- 12 -
georganiseerd, meestal gekoppeld aan een weekthema. Voor elke vakantie krijgen de ouders en kinderen het programma. Op de eerste verdieping is een speelzaal. Hier gaan kinderen onder begeleiding van pedagogisch medewerkers activiteiten doen zoals bewegen op muziek, gymmen, toneel spelen, snoezelen
- 13 -
spelen en activiteiten Spelen is voor een kind de manier om de wereld om hem heen te ontdekken. Om plezierig te spelen is het belangrijk dat het kind zich veilig voelt. Ingewikkeld speelgoed is niet nodig om het naar je zin te hebben als kind. Denk hierbij eens aan de ontwikkelingslanden, waar kinderen zich uren vermaken met takjes, doosjes etc. Aangetoond is dat kinderen overal ter wereld op dezelfde manier spelen. Het materiaal is hierbij eigenlijk niet zo belangrijk. Het belangrijkste is dat de fantasie van het kind geprikkeld wordt. Een doos kan immers best een boot, een auto of een hut zijn. Baby’s ontdekken van alles door te voelen, te proeven, te kijken en te bewegen. Als het kind kan kruipen, wordt zijn wereld en ontdekkingsmogelijkheden groter. Een peuter gaat in zijn spel fantasie gebruiken, nabootsen is heel erg leuk en leerzaam. Een kleuter kan nog geen onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid, maar is hier toch al een stapje verder in dan de peuter. Hij kan al meer, zijn motoriek is beter ontwikkeld. Hij ziet al meer lijn in zijn spel. Na de kleuterleeftijd worden ook de gezelschapsspelen interessant. Knutselactiviteiten hebben een eindproduct. Je plek in de groep vinden wordt belangrijk. Bij Eigen Wijs vinden wij het belangrijk het kind zijn eigen spel te laten spelen. Dit houdt ook in dat we proberen het kind zijn eigen conflicten te laten oplossen. Als kinderen er niet uitkomen, gaan we ze begeleiden. Bij de een zal dat sneller nodig zijn als bij de ander. Natuurlijk grijpen we in als er een onveilige situatie dreigt te ontstaan. Spelen is ontdekken, ieder mag dat op zijn eigen manier doen. Dit geld ook voor een knutselactiviteit. Niet het resultaat is belangrijk, maar de ervaring en het plezier van het maken. Regelmatig bieden wij de kinderen activiteiten aan. Op de baby groep is eigenlijk alles wat we met de kinderen ondernemen een activiteit: zingen, op schoot lekker gek doen, knuffelen, rollen op de mat, schommelen, buiten spelen. Kleine actie, grote pret! Op de
- 14 -
verticale groepen wordt regelmatig geknutseld, buiten gespeeld, een boekje gelezen, een uitstapje gemaakt. Naar het dorp, de hertjes of wandelen in het bos. Ook de BSO is regelmatig buiten het pand te vinden: het zwembad, bos of hei, een speurtocht of een balspel in het bos. De beleving van de activiteit staat centraal. Wel zien we op de basisschoolleeftijd dat kinderen resultaat toch belangrijk gevonden wordt. Dit is goed, maar we houden hierbij in het oog dat alle resultaten ‘goed’ zijn. Bij Eigen Wijs wordt naast deze activiteiten ook veel aandacht besteed aan verjaardagen, de seizoenen en feestdagen zoals Sinterklaas en kerstmis. Buiten spelen vinden wij belangrijk, elke dag! Ook als het weer wat minder is. Even een frisse neus, even uitwaaien in onze prachtige beleeftuin! En natuurlijk zorgen we ervoor dat de ruimtes en het spelmateriaal veilig zijn. Hiervoor hanteren we een Risico Inventarisatie enEvaluatie methode speciaal ontwikkeld voor de kinderopvang. We letten daarbij bv op de veiligheid van de buitenspelmaterialen, maar ook op de inrichting van binnen en buitenruimte. Ook voor alle zaken over gezondheidsrisico’s hanteren we een dergelijk meetinstrument.
- 15 -
natuur beleving op eigen wijs Het wordt wel heel erg moeilijk om op Eigen Wijs de natuur niet te beleven. Bij elke stap die je buiten zet, word je omarmd door de natuur. Dat natuur erg gezond is en rust brengt weten we allemaal. Maar het is tegelijk ook goed voor de ontwikkeling van motoriek, zintuigen, gebruik van de fantasie en je zelfvertrouwen (de natuur keurt je niet af). Veel buiten zijn betekent ook gelijk een gezonde dosis frisse lucht en lichaamsbeweging. Natuur vinden wij dan ook erg belangrijk en maken hier volop gebruik van. Ons streven is dat ieder kind elke dag minimaal een uur naar buiten gaat en dat is in onze beleeftuin echt geen straf. Onze tuin is zo ingericht dat er van alles te beleven en te zien is. Elk seizoen is onze beleeftuin anders; bloesem in de appelboom in de lente, appels in de herfst. Samen tomaten kweken, appels plukken, te groene aardbeien proeven. Ervaren dat tomaten niet in de supermarkt groeien, maar wel in onze moestuin. Appelmoes maken, beschuitje aardbei serveren. De lavendelgeur ruiken, de herfstbladeren zien kleuren en vallen. Water dat soms warm en soms koud, maar altijd nat is. Mooie witte sneeuw, koud en glad ! Op je sleetje door de tuin en achter in het bos de helling af roetsjen. Enorm leuke en waardevolle ervaringen waar kinderen nooit genoeg van krijgen. Pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen in het ontdekken van de natuur. De beleving staat daarbij voorop en elke dag leren ze spelenderwijs wel iets van de natuur. Kinderen die in de natuur spelen blijven niet schoon. Een hele rij kraantjes op kinderhoogte in de hallen zorgen voor de nodige hygiëne na het buiten spelen. Voor elke leeftijdsgroep hebben we een aparte tuin. Het uitdagende is dat alle leeftijden in aanraking komen met de hele 1300 m²
- 16 -
beleeftuin. Een afwisselend terrein, waarbij ondanks dat alles voldoet aan de wettelijke eisen de ondergrond niet overal egaal is. En waarbij kinderen dus spelenderwijs leren ontdekken hoe ze daar veilig kunnen spelen, soms met vallen en opstaan. De baby tuin De allerkleinsten hebben een eigen tuin, met een kleine zandbak, een mini heuveltje en een lavendeldoolhof. Dit zorgt ervoor dat ze op hun eigen manier de natuur mogen ontdekken zonder onder de voet gelopen te worden door andere kinderen. Baby’s vinden het vaak al heerlijk om te kijken naar het bewegende bladerdak, de wolken en te genieten van de andere geuren buiten. Buiten zijn is voor vele baby’s rustgevend, overprikkeling heeft namelijk bijna tot geen kans. Ons dakterras is ingericht voor de baby’s en sluit aan op hun groepsruimtes. Zelfs buiten slapen (alleen met uw toestemming) in alle seizoenen is daar mogelijk ! Het buiten slapen is niet nieuw. In Scandinavische landen doen ze het al jaren maar ook vroeger in Nederland begin vorige eeuw werd er op het Groningse platteland gebruik gemaakt van buiten slapen. De peutertuin In elke hoek van de peutertuin is iets anders te beleven. Van zandbak met waterkraan tot stapstenen. Via de wilgentunnel en de hut naar het klimparcours. Altijd takken om mee te sjouwen. Dennenappels, steentjes en eikels om te verzamelen. Overal stenen en stammen om op en over te klimmen. Voelen dat stammen soms glad zijn en je daar dan dus afvalt. Ervaren dat het soms warm is buiten en dat je dan met water kunt spelen. Maar ook als het koud is, is er water. Plassen regenwater
- 17 -
waarin je kunt roeren met een stokje, maar ook stampen in een plas geeft een heel grappig effect. De BSO tuin De BSO kinderen worden gestimuleerd tot buiten spelen, maar hebben hier ook een eigen inbreng in. De BSO tuin is een wat ruiger terrein en biedt volop uitdagingen. Zo is er een slingertouw en een bank die letterlijk tussen de bomen hangt. Favoriet is de waterpomp met aflopende zandbak. Uren kunnen ze daar nieuwe waterlopen testen. Als je zin hebt om in de aarde te wroeten kun je aan de gang in de moestuin met behulp van Moesie moestuin ondersteuning (www.moestuincoach.nl). Als je behoefte hebt aan rust vind je dat bijvoorbeeld in de tunnel of achter een heuveltje. De BSO kinderen mogen ook zelfstandig de rest van de tuinen gebruiken, dit maakt hun wereld weer een beetje groter. Van groot belang voor hun ontwikkeling als niet steeds iemand op hen let !
- 18 -
de invloed van de groepsopvang Een groep kinderen is anders dan een kind alleen. Sfeer is bepalend voor het groepsgebeuren en wordt mede bepaald door reacties op elkaar. Er is sprake van een constante wisselwerking. Zo kan een baby gaan meehuilen als een ander kind huilt, maar als er een kind gek gaat lopen of rennen en lachen, kan al gauw het hele stel achter hem aan gaan en hetzelfde doen. Kinderen leren van elkaar, doen elkaar na en bepalen zo een stuk sfeer. Afhankelijk van karakter en persoonlijkheid kan een kind ervoor kiezen mee te doen, of zich juist nog wat afzijdig te houden. Kinderen reageren vaak onbewust op elkaars emoties en gedrag. Het is niet ondenkbaar dat hierdoor bepaalde ontwikkelingen binnen een groep wat sneller verlopen dan een kind dat alleen opgroeit. Uiteraard is dit niet beter of slechter, maar slechts een observatie. Ook de pedagogisch medewerkers bepalen een deel van de sfeer door hun gedrag. Een kind voelt haarscherp aan als een pedagogisch medewerker een dag niet lekker in haar vel zit. Voor hele jonge baby’s zou de opvang in een groep te belastend kunnen zijn, we verwijzen u hiervoor naar ons protocol wiegendood, waarin we daarop dieper ingaan.
- 19 -
opvallend en zorgwekkend gedrag We maken bewust het onderscheid tussen opvallend en zorgwekkend gedrag. Opvallend gedrag hoeft niet direct ook zorgwekkend te zijn. Als voorbeeld noemen we een kind in de koppigheidsfase. “Nee” is zijn antwoord op alles en dat kan, naast heel grappig, ook hoogst vermoeiend zijn voor de opvoeders. Waarom is mijn kind zo dwars, er is niets mee te beginnen is dan een vaak gehoorde zin. Het gedrag van het kind valt op, maar is niet zorgwekkend, immers, het is een normale fase in het leven van een peuter. Ook een drukke peuter kan opvallen, een kind dat heel eenkennig is of een angstige peuter. Dit zijn normale ontwikkelingsfases. Zorgwekkend gedrag is gedrag waarbij de ontwikkeling duidelijk afwijkt van wat normaal verwacht kan worden. Een kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en hierin kunnen grote verschillen zitten. Soms echter is het verschil zo groot dat er sprake kan zijn van zorgwekkend gedrag. Als voorbeeld noemen we een kind dat met 3 jaar nog niet kan lopen, een kind dat altijd stil in een hoekje zit en geen contact maakt, een kind dat met 2 jaar nog geen woord zegt. Hier volgt het kind niet meer de “normale” ontwikkeling. Binnen Eigen Wijs hebben wij hier een signalerende en adviserende functie in. Wij proberen in samenspraak met de ouders altijd te praten over het gedrag van het kind, of dat nu zorgwekkend, opvallend of normaal is. Communicatie hierover is van essentieel belang voor een zo goed mogelijk omgang met het kind.
- 20 -
tot slot We hopen dat u een beeld heeft gekregen van het hoe en waarom van onze werkwijze. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan horen wij dat graag.
Met ons Pedagogisch Beleid proberen wij u een indruk te geven van het hoe en waarom van onze visie en de daar uit voortvloeiende werkwijze. De basis van onze visie wordt gevormd door de gedachte dat ieder kind uniek en waardevol is en een warme, liefdevolle en vooral veilige omgeving nodig heeft.
- 21 -