‘Op weg naar Pasen’ B i j b e l l e e s r o o s t e r 2013 Jezus Christus is onze gekruisigde en opgestane Heer! Dat is het centrum van het evangelie. Het is goed om daar in de weken naar Pasen toe bij stil te staan. Het is goed om daar in de weken naar Pasen toe stil van te worden. Die weken naar Pasen toe worden in de gereformeerde traditie veelal de lijdenstijd genoemd (gemarkeerd door zeven lijdenszondagen voorafgaand aan de Paaszondag). Die term maakt vooral duidelijk hoe fundamenteel het lijden en sterven van onze Here Jezus Christus is. Het kruis staat in het midden van het evangelie: ‘De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God.’ En: ‘Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde.’ (Paulus in 1 Korintiërs 1 vers 18 en 2 vers 2). De tijd naar Pasen toe wordt in de bredere christelijke traditie ook wel veertigdagentijd genoemd. Die aanduiding geeft vooral het bezinnende karakter van deze periode aan (veertig dagen of jaren staan in de bijbel voor een periode van bezinning en ootmoedige voorbereiding op wat komen gaat). De kerk staat stil bij het kruis en de opstanding van haar Heer en overweegt tegelijk hoe een leven in de navolging van deze Christus eruit ziet. Deze veertigdagentijd begint vanouds op de zogenaamde Aswoensdag (dit jaar is dat op woensdag 1 maart). Welke term ook de voorkeur mag hebben, het gaat er in elk geval om dat we ons al bijbellezend voorbereiden op het gedenken van dat grootse gebeuren van de dood en de opstanding van onze Here Christus. Het bijbelleesrooster dat hierbij wordt aangeboden, wil daarbij helpen. Het rooster begint op de zesde zondag voor Pasen en eindigt op de zaterdag na Pasen. De bijbellezingen van iedere week horen steeds thematisch bij elkaar. De dagtekst bedoelt een handvat te zijn voor een meer persoonlijke en meditatieve overweging van de vraag: ‘Wie is de gekruisigde en opgestane Heer vandaag voor mij?’ Van harte hoop ik dat dit bijbelleesrooster een middel mag zijn om te groeien in de omgang met Christus, de Opgestane Gekruisigde!
ds. Jos Douma
In de zesde week voor Pasen luisteren we eerst naar de lijdensaankondigingen: Christus moest lijden en sterven. Ook proberen we iets te begrijpen van het onderwijs dat de apostel Paulus geeft over onze rechtvaardiging door het kruis en de opstanding van Jezus Christus. Matteüs 16:13-28 zondag 17 februari Matteüs 17:1-23 maandag 18 februari Matteüs 20:17-28 dinsdag 19 februari woensdag Romeinen 3:9-30 20 februari
donderdag Romeinen 3:31-4:25 21 februari Romeinen 5:1-21 vrijdag 22 februari Romeinen 6:1-14 zaterdag 23 februari
Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.’ (vers 24) Uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’ (vers 5b) ‘Ze zullen Hem uitleveren aan de heidenen, die de spot met Hem zullen drijven en Hem zullen geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal Hij opgewekt worden uit de dood.’(vers 19) Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als rechtvaardige aangenomen omdat Hij ons door Christus Jezus verlost heeft. (vers 23+24) Wij geloven in Hem, die Jezus, onze Heer, uit de dood heeft opgewekt: Hij die werd prijsgegeven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging. (vers 24b+25) Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden. (vers 19) We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. (vers 4)
In de vijfde week voor Pasen slaan we het Oude Testament open. We lezen een aantal gedeelten die heenwijzen naar het lijden en sterven van Christus voor onze zonden. Exodus 12:1-28 zondag 24 februari maandag 25 februari dinsdag 26 februari woensdag 27 februari donderdag 28 februari Vrijdag 1 maart
zaterdag 2 maart
Maar jullie zal Ik voorbij gaan: aan het bloed zal Ik jullie huizen herkennen, en door dat merkteken zal de dodelijke plaag waarmee Ik Egypte straf, jullie niet treffen. (vers 13) Leviticus 16:1-34 Want op deze dag wordt voor jullie de verzoeningsrite voltrokken opdat jullie van al je zonden gereinigd worden en de HERE weer rein tegemoet kunnen treden. (vers 30 Job 19:1-29 ‘Ik weet: mijn Redder leeft, en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen.’ (vers 25) Jesaja 42:1-7 en 18-25 Ik, de HERE, heb jou geroepen om blinden de ogen te openen, om gevangenen te bevrijden uit de kerker, wie in het duister zetten uit de gevangenis. (vers 7) Jesaja 52:13-53:12 Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. (vers 5) Ezechiël 34:1-31 ‘Zoals een herder naar zijn kudde op zoek gaat als zijn dieren verstrooid zijn geraakt, zo zal Ik naar mijn schapen op zoek gaan en ze redden, uit alle plaatsen waarheen ze zijn verdreven op een dag van dreigende, donkere wolken.’ (vers 12) Ezechiël 37:1-14 Dit zegt God, de HERE: ‘Mijn volk, Ik zal jullie graven openen, Ik laat jullie uit je graven komenen Ik zal jullie naar het land van Israel terugbrengen.’ (vers 12)
In de vierde week voor Pasen lezen we uit het Psalmenboek. Verschillende Psalmen gaan over zonde, lijden en schuld en over de verlossing daarvan. Zo gaan ze over Christus: zijn duisternis is ons licht, zijn dood is ons leven, zijn straf is onze vrijspraak. zondag 3 maart maandag 4 maart dinsdag 5 maart
Psalm 22
woensdag 6 maart donderdag 7 maart vrijdag 8 maart
Psalm 69
zaterdag 9 maart
Psalm 116
Psalm 31 Psalm 42-43
Psalm 88 Psalm 103
Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. (vers 2) In uw handen leg ik mijn leven, HERE, trouwe God, U verlost mij. (vers 6) Wat ben je bedroeft, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik Hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. (42:7 en 12, 43:5) Ik ben verzwakt, ik ben verwond, maar uw hulp, o God, zal mij beschermen. (vers 30) Laat mijn gebed U bereiken, luister naar mijn klagen, ik wordt door rampen bezocht, mijn leven nadert het dodenrijk. (vers 3+4) Hij straft ons niet naar onze zonden, Hij vergeldt ons niet naar onze schuld. Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen. (vers 11) Kom weer tot rust, mijn ziel, de HERE is je te hulp gekomen. Ja, U hebt mijn leven ontrukt aan de dood, mijn ogen gedroogd van tranen, mijn voeten voor struikelen behoedt. (vers 7+8)
In de derde week voor Pasen lezen we gedeelten uit de nieuwtestamentische brieven. De weg die Christus ging was uniek. Maar tegelijk worden we als zijn volgelingen opgeroepen om Hem na te volgen en om in zijn voetsporen te treden. Dat vraagt zelfverloochening en kruisdragen. zondag 10 maart
Efeze 4:17-5:2
maandag 11 maart dinsdag 12 maart woensdag 13 maart
Filippenzen 1:27-2:18
donderdag 14 maart
Hebreeën 12:1-17
vrijdag 15 maart
1 Petrus 2:11-25
zaterdag 16 maart
1 Johannes 2:28-3:17
Kolossenzen 3:1-17 Titus 2:1-15
Ga in de weg van de liefde, zoals Christus, die ons u heeft liefgehad en Zich voor ons gegeven heeft als offer; als een geurige gave voor God. (vers 32) Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. (vers 5) U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. (vers 3) Jezus Christus heeft Zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonden vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen. (vers 14). Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, liet Hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. (vers 2) Dat is uw roeping: ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetstappen van Hem. (vers 21) Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. (vers 16)
In deze tweede week voor Pasen staan we stil bij enkele opvallende uitspraken en gebeurtenissen op de weg naar het kruis. We laten ons leiden door het evangelie naar Johannes. zondag 17 maart maandag 18 maart dinsdag 19 maart woensdag 20 maart donderdag 21 maart vrijdag 22 maart zaterdag 23 maart
‘Dit is de wil van mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat Ik hen zal op de laatste dag uit de dood zal opwekken.’ (vers 40) Johannes 10-1-21 ‘Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen.’ (vers 11) Johannes 11:1-44 ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.’(vers 25) Johannes 11:45-12:11 ‘De armen zijn immers altijd bij jullie, maar Ik niet.’(vers 8) Johannes 6:32-59
Johannes 13:1-20 Johannes 15:1-17 Johannes 17:1-26
‘Als Ik, jullie Heer en jullie Meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen.’(vers 14) ‘Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.’ (14) ‘Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus.’ (vers 3)
In deze laatste week voor Pasen, ook wel genoemd de Stille Week, volgen we de geschiedenis van Christus’ kruisgang op de voet. We laten ons leiden door het evangelie naar Matteüs. zondag 24 maart
Matteüs 21:1-17
maandag 25 maart
Matteüs 26:1-25
dinsdag 26 maart
Matteüs 26:36-56
woensdag 27 maart
Matteüs 26:57-75
donderdag 28 maart
Matteüs 27:11-32
vrijdag 29 maart
Matteüs 27:33-56
zaterdag 30 maart
Matteüs 27:57-66
Zeg tegen Sion: “Zie, je Koning is in aantocht, Hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.” (vers 5) ‘De Mensenzoon zal heengaan zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt.’(vers 24) Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals Ik wil, maar zoals U het wilt.’ (vers 39) De hogepriester zei: ‘Ik bezweer U bij de levende God, zeg ons of U de Messias bent, de Zoon van God.’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het.’ (vers 63+64a) Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die Messias genoemd wordt?’ Allen antwoordden hem: ‘Aan het kruis met Hem!’ (vers 22) ‘Anderen heeft Hij gered, maar Zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch koning van Israel, laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven.’ (vers 42) Jozef nam het lichaam mee, wikkelde het in zuiver linnen, en legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Toen rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. (vers 59+60)
Op de Paasdagen en de dagen daarna lezen we het Paasevangelie: ‘De Heer is waarlijk opgestaan. Halleluja!’ De opstanding gaat nog boven het kruis uit: ‘Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.’ (Romeinen 8:34). zondag 31 maart maandag 1 april dinsdag 2 april woensdag 3 april donderdag 4 april
vrijdag 5 april
zaterdag 6 april
‘Hij is hier niet, Hij is immers opgestaan, zoals Hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar Hij gelegen heeft.’ (vers 5) Johannes 20:1-18 ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ (vers 17) Lukas 24:13-35 ‘Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ (vers 26) Johannes 20:19-31 Jezus zei tegen Thomas: ‘Omdat je Mij gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ (vers 29) Johannes 21:1-23 Jezus zei tegen hen: ‘Kom, eet iets.’ Geen van de leerlingen durfde Hem te vragen wie Hij was, ze begrepen dat het de Heer was. Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en Hij gaf hun ook de vis. (vers 12+13) 1 Korintiërs 15:1-28 Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. (vers 19+20) 1 Korintiërs 15:35-58 Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen. (vers 52b) Matteüs 28:1-10