op reis | New York op twee wielen
Flandriens in Central Park
< De Skyline van Manhattan zie je wanneer je op het fietspad langs de Hudson River fietst.
In een waaier rijden kunnen ze niet. En een kassei is een zeldzame verschrikking. Maar qua spirit verschillen fietsende New Yorkers nauwelijks van hun Vlaamse collega’s. Zelfs in aantal hoeven ze niet of nauwelijks onder te doen. Grinta! trok op ontdekking in New York, fietsstad par excellence. › tekst Gorik Van Holen › fotografie Bart Michiels
D
insdagochtend, vier uur dertig. De wekker is onverbiddelijk. Na de openluchtfilm in het fabelachtige Bryant Park – een all New York zomerervaring – zijn we nog met de fiets teruggekeerd naar ons appartement in de Washington Heights. Een kleine vijftien kilometer langs de Hudson River Greenway, een superde-
De bedoeling van die zelfpijniging tijdens een rustige zomervakantie? Ik heb die ochtend om kwart voor zes afspraak aan de Engineer’s Gate in Central Park, om rondjes te gaan rijden met enkele leden van de New York Cycle Club. “Kijk maar op onze website”, had Grace Lichtenstein van de NYCC gemaild. “Daar staan alle geplande trainingsritjes opgesomd. Iedereen is welkom.”
Een gekkenhuis
Tot mijn verbazing is het licht wanneer ik om vijf uur buitenfiets en de steile helling richting Hudson afrijd, om het fietspad nu in tegengestelde richting en bij zonsopgang te nemen. Aan de horizon verschijnen de wolkenkrabbers van Midtown Manhattan. Spectaculair, maar o zo vroeg. “Wie haalt het in godsnaam in zijn hoofd om op dit duivelse uur op de fiets te kruipen?”, vraag ik wanneer ik een halfuurtje later Linda Wintner, vanochtend onze ride leader, de hand schud. “Tja”, verontschuldigt ze zich. “Je kan moeilijk anders. De meesten van ons moeten tegen acht, negen uur
> De fietsmicrobe heeft zelfs een door auto’s vergeven wereldstad als New York in haar greep. < luxe fietspad dat elke fietser meteen duidelijk maakt hoe fietsvriendelijk New York wel is, maar ‘s nachts helaas slecht verlicht is. De metro was sneller geweest, maar de nachtelijke skyline van Jersey City aan de overkant van de Hudson en het koele zomerbriesje maakten fietsen aantrekkelijker. Tot de wekker na amper drie uur slapen toeslaat.
naar hun werk. En bovendien: als je later komt, is het hier een gekkenhuis.” Rondom ons passeren de eerste groepjes fietsers, op de meest geavanceerde Cannondales, Ridleys en Treks en in de meest blitse wieleroutfits. Geen twijfel mogelijk: de fietsmicrobe heeft zelfs een door auto’s vergeven wereldstad als New York in haar greep.
Ondertussen zijn ook Claudia, Elliot, George en John gearriveerd en begeeft ons kleine pelotonnetje zich op weg voor vier rondjes van tien kilometer door het groene hart van New York. De NYCC is onderverdeeld in A-, B- en C-categorieën die, afhankelijk van het niveau van de fietsers, een sneller of trager tempo aanhouden. Ik heb uit voorzichtigheid voor een B-ritje gekozen, dat een gemiddelde van 17 miles of een goede 28 kilometer per uur belooft. Die ambitie is te hoog gegrepen, want de zestigjarige Linda heeft het op de drie pittige hellinkjes in het park wat moeilijk om de vaart erin te houden. En over de aflossing aan de kop van het groepje is ze streng: we rijden in twee rijen van drie, je kijkt recht voor je en overnemen doe je alleen op vlakke rechte stukken. Geen sprake van dat je iemand uit het wiel rijdt. “Het moet veilig blijven”, hijgt ze. Toch permitteer ik me stiekem de vrijheid om af en toe even zijwaarts te kijken en, wanneer daar tussen de bomen een glimp van op te vangen is, te genieten van beroemde New Yorkse architectuur langs het park. Gaandeweg wordt het drukker en is het oppassen geblazen voor overstekende joggers, loslopende honden en eekhoorns. En de horden andere fietsers, natuurlijk. “Toen ik uit Texas naar hier verhuisde bracht ik mijn fiets mee”, zegt Claudia. “Ik dacht dat ik hier alleen zou zijn.” Ze kijkt rond en lacht. “Niet dus.” Al wie in Manhattan zijn conditie wil onderhouden, begeeft zich op dit uur van de dag naar Central Park, zoveel is duidelijk. Eén fors peloton gooit de fietsen na enkele rondjes aan de kant en begint aan een loopsessie. “Triatleten”, weet Linda. “Daarna gaan ze nog zwemmen in de Hudson. Yuk.” > Grinta! | 75
< Brooklyn Bridge is een toeristische trekpleister.
< Taxi’s blijven populair maar wil je snel door het verkeer, kies dan de fiets.
Belgian paceline
Kris Broekaert, is wielertoerist bij de Gentse Salsaspurters en fietste vorig jaar enkele weken in The Big Apple. Hij begrijpt Linda’s veiligheidsbekommernis wel. “Op mijn eerste rit met de NYCC reden we aan een behoorlijke snelheid een relatief ongevaarlijke afdaling af”, herinnert hij zich, “toen een kerel voor mij in een flauwe bocht plots de controle over zijn stuur verloor. Hij brak zijn sleutelbeen en enkele ribben. Ik heb er nog steeds het raden naar waarom hij tegen de vlakte ging. Maar het verwondert mij niks, want anders dan voor ons is de fiets voor Amerikanen geen verlengstuk van hun lichaam. De meesten beginnen pas te fietsen wanneer ze 18 zijn 76 | Grinta!
en velen hebben wel sterke benen, maar zijn technisch zeer zwak. Dat geeft wel eens problemen als er in groep wordt gereden.” Ik hou me dus verder strikt aan Linda’s richtlijnen en word daar na afloop van ons ochtendlijke tochtje voor beloond met een schouderklopje. “You did a great job, Gorik”, bedankt Elliot me voor mijn gulle kopwerk. De vraag van Linda om hen te leren hoe we elkaar in Europa aflossen, negeer ik wijselijk. “Ze willen graag bijleren”, lacht Kris. “A-rijders leren ook wat zij de European paceline noemen: met 2 naast elkaar en dan roteren. Heel vlot verliep dat niet. Bij elke aflossing werd er een enorme snok aan de kop gegeven. >
Vlaming in New York Jacqueline Goossens: “Mijn auto gebruik ik bijna nooit” Journaliste Jacqueline Goossens woont en werkt al bijna dertig jaar in New York en is van in het prille begin een vurige fan van de fiets. “Ik ben hier in 1980 zonder ook maar iets toegekomen. Van vrienden kreeg ik wat oude spullen. Potten en pannen maar er was ook een fiets bij. Sindsdien is dat mijn favoriete vervoermiddel. Ik heb een auto, maar die gebruik ik bijna nooit.” In al die jaren is fietsen veel en veel populairder geworden, zegt Goossens. “Het stadsbestuur zegt dat er nu 980 kilometer aan fietspaden is. Daar horen uiteraard ook fietsstroken en bewegwijzerde fietsroutes bij, op straten waar dus ook ander verkeer rijdt. Die fietspaden, bijvoorbeeld langs de Hudson en de East Rivers, zijn fantastisch. Maar weet wel dat je soms toch nog een stuk langs de gewone weg zal moeten. Als dat je niet afschrikt, kan er niets gebeuren.”
< Losrijden op Brooklyn Bridge. Nog niet iedereen heeft geleerd een fietshelm te dragen.
Volgens officiële cijfers is de afgelopen zes jaar het aantal mensen dat met de fiets naar het werk gaat verdubbeld. De grootste hinderpaal voor New Yorkers om nog massaler op de fiets te springen is echter niet het gevaarlijke verkeer, maar wel het gebrek aan fietsenstallingen. “Het verkeer kan intimiderend zijn maar als je voortdurend goed rond je kijkt en oplet valt dat best mee. Je leert ook waar en wanneer je het best kan fietsen. Heel vroeg op zondagochtend bijvoorbeeld. Of als het in het najaar kouder wordt langs de Hudson. Dan kan je soms een halfuur fietsen zonder dat je iemand tegenkomt. Ook heel leuk is om de andere stadsdelen te verkennen op de fiets. Brooklyn of The Bronx, of langs de zee in Staten Island of Coney Island. Je kan de fiets meenemen op de boot en er een dagtrip van maken.” > Grinta! | 77
< Central Park: het mekka van elke sportieve New Yorker.
Ik was het snel beu, en ik vroeg of ze de Belgian paceline kenden. Die kenden ze niet. ‘Je zal wel rap doorhebben hoe het gaat’, zei ik. Ik ben naar de kop gereden en heb tot aan de brug zo’n hoog tempo opgelegd dat niemand er nog over kon komen. Sindsdien is mijn bijnaam ‘The Belgian Paceline’.”
Over de Washington Bridge De brug waarover Kris het heeft is de George Washington Bridge, voor de echt sportieve fietsers in de Big Apple de poort naar het walhalla. In het weekend, wanneer de job hen niet verplicht tot enkele snelle rondjes in Central Park - wat voor een toerist een unieke ervaring is maar voor de geroutineerde New Yorker al snel gaat vervelen steken ze in groten getale de Hudson over en trekken ze naar New Jersey, waar zich een heuvelachtig fietsparadijs uitstrekt. Vooral het stadje Nyack, iets noordelijker op de andere oever van de Hudson River, is in trek bij de New York Cycle Club. Op amper 35 kilometer van de Washington Bridge biedt het de beter getrainde wielertoerist een waaier aan heuvels die zich qua profiel ergens tussen onze Vlaamse 78 | Grinta!
hellingen en die in de Ardennen situeren. Ongeveer elk weekend worden er ritten georganiseerd in het mooie, glooiende, groene landschap. “Ik trek er ook vaak met m’n gezin naartoe”, zegt George, onze fietsmakker in Central Park. “Een halfuurtje rijden met de auto en dan fietsen maar. Er liggen daar best enkele uitdagende klimmetjes, die een mooie afwisseling zijn voor onze morning laps in Central Park.”
Bear mountain
Dé ultieme uitdaging voor elke New Yorker met een koersfiets is de trip naar Bear Mountain, zo’n 65 kilometer ten noorden van de Washington Bridge. Bear Mountain ligt in een beschermd State Park en biedt van bovenaf een uniek zicht op de Hudsonvallei en de omringende bossen. Bij helder weer is in de verte zelfs de skyline van Manhattan te zien. Een echte col kan Bear Mountain niet genoemd worden maar je krijgt toch een zeven kilometer lange, gestage klim onder de wielen geschoven. Echt lastig wordt het op geen enkel moment, al was het maar omdat het stijgingspercentage de hele tijd rond de vier, vijf procent blijft
schommelen. Het is bovendien een erg aangename klim, door de dichte bossen van het park. Boven kan je de fiets even achterlaten om de uitkijktoren te beklimmen en de prachtige omgeving te laten doordringen.
> Een mooi autovrij fietspad loopt bijna helemaal rondom Manhattan, het kloppend hart van New York. < Eén nadeel aan die uitstapjes naar het noorden: echt rustige fietswegen kennen ze in de VS niet. Fietspaden evenmin. En dus rij je als fietser voortdurend op behoorlijk drukke wegen, tussen de auto’s en de vrachtwagens. Tenzij je er grote omwegen voor over hebt om dat te vermijden en dan komt een rit naar Bear Mountain en terug toch al snel neer op een 170 kilometer. “Te ver voor een gezellig tochtje”, >
att
an
> De fiets is voor Amerikanen geen verlengstuk van hun lichaam. De meesten beginnen pas te fietsen wanneer ze 18 zijn. <
Hud son Rive r
Ma
nh
Central Park
Brooklyn Bridge
Manhattan Bridge
< Sightseeing langs de East River: een aanrader.
herinnert Kris Broekaert zich. “Daarom kiezen veel fietsers ervoor om naar daar te fietsen via mooie wegen en dan de trein terug te nemen.” En zoals het echte flandriens betaamt, weten ook de New Yorkers hoe men een geslaagde fietstocht op een waardige manier afsluit. “Blonde Ename hebben ze hier niet”, lacht Broekaert. “Maar net zoals een tocht door de Vlaamse Ardennen, eindigt elke fietstrip met de Cycle Club op een nabespreking bij een aantal glazen Blue Moon, het plaatselijke witbier.”
Toeristische ritjes
Niet alleen de sportieve fietser vindt in New York zijn gading. Ook voor wie de stad eens op een andere manier wil ontdekken, is de fiets een aanrader. Het drukke verkeer en de grote avenues kunnen misschien afschrikken, in de praktijk valt het allemaal best mee. Veel straten hebben vrije busbanen waarop kan worden gefietst en bijna overal is het eenrichtingsverkeer, wat de kruispunten veiliger maakt omdat je weet uit welke richting de auto’s komen. Wees alleen op je hoede voor de politie want fietsers zijn niet
echt geliefd en elke kleine overtreding kan je op een uitbrander en/of boete komen te staan. Daarnaast heb je tal van autovrije fietspaden. Een mooi fietspad loopt bijna helemaal rondom Manhattan, het eiland dat het kloppend hart van New York vormt. Je kan helemaal langs de Hudson River van aan de Washington Bridge in het noorden tot Battery Park in het zuiden en van daar weer langs de East River noordwaarts. Bijna, want hier en daar moet je het fietspad verlaten en zal je toch nog enkele kilometers langs drukke avenues moeten. Echte postkaartplaatjes krijg je voorgeschoteld wanneer je de Brooklyn Bridge oversteekt. Dat kan te voet, maar de fiets is een prima alternatief. Terugkeren vanuit Brooklyn kan via de Manhattan Bridge. Wegwijzers geven aan hoe je op het juiste fietspad geraakt. Tenslotte is er Central Park. ‘s Ochtends en ‘s avonds zijn de lanen in Central Park helemaal autovrij en kan er naar hartelust gefietst worden. Eén rondje is precies tien kilometer lang, al kan er ook langs de talloze kleine paadjes gefietst worden. n
NEW YORK: PRAKTISCH Fietskaarten In elke fietswinkel, en er zijn er behoorlijk wat in New York, kan je gratis fietskaarten krijgen waarop de fietspaden en de toegangswegen tot de bruggen in detail zijn aangegeven. De kaart toont ook waar je fietsenmakers kan vinden. Een fiets in NY Een gewone fiets huren voor recreatieve doeleinden is vrij gemakkelijk en niet overdreven duur. Voor dertig dollar moet je in principe een dag kunnen fietsen. Een degelijke koersfiets te pakken krijgen is daarentegen een avontuur op zich. Reken bovendien op 75 euro per dag. Wie langere tijd in New York verblijft en veel wil fietsen, kan overwegen om op een zoekertjessite als craigslist of e-bay een tweedehandsfiets op de kop te tikken en die naderhand weer te verkopen. Interessante sites http://nycc.org/ www.ny.com/health/bike www.nycbikemaps.com www.bikenewyork.org Grinta! | 79