OP ESF Vlaanderen Oproepfiche WerkInleving voor Jongeren WIJ!

OP ESF Vlaanderen 2014–2020

Oproepfiche WerkInleving voor Jongeren – WIJ!

Korte samenvatting van de oproep ...................................................................................................... 2 1.

Waarover gaat de oproep? ............................................................................................................ 4 1.1

Wie behoort tot de doelgroep?.................................................................................................... 4

1.2

Welke acties heeft de oproep voor ogen? .................................................................................... 4

1.3

Verwachte resultaten van de acties? ........................................................................................... 7

1.4

Beschrijving van de percelen ....................................................................................................... 8

1.5

Pilootprojecten Sport ................................................................................................................... 9

1.6

Lessen uit het verleden .............................................................................................................. 10

2.

Wie kan een project indienen? .................................................................................................... 12 2.1

Promotor, partners, lokale verankering en regierol steden ........................................................ 12

2.2

Criteria op organisatieniveau ..................................................................................................... 13

2.3

Criteria op projectniveau ........................................................................................................... 13

3.

Hoe maak je een projectvoorstel op? ......................................................................................... 14 3.1

Inhoudelijk projectvoorstel ........................................................................................................ 14

3.2

Kosten en financiering ............................................................................................................... 14

4.

Hoe dien je een projectvoorstel in? ............................................................................................ 18 4.1

Registratie in de ESF-applicatie .................................................................................................. 18

4.2

Indienen projectvoorstel ............................................................................................................ 18

5.

Ondersteuning bij de opmaak en het indienen van het projectvoorstel .................................. 19

6.

Hoe weet je of je projectvoorstel is goedgekeurd? ................................................................... 20 6.1

Selectieprocedure ...................................................................................................................... 20

6.2

Projectbeslissing ........................................................................................................................ 20

6.3

Herkansing ................................................................................................................................. 21

7.

Wat zijn de verdere stappen na goedkeuring van het project? ................................................ 22 7.1

Project- en partnerschapsovereenkomst .................................................................................... 22

7.2

Voorschot .................................................................................................................................. 22

7.3

Administratieve verplichtingen .................................................................................................. 22

7.4

Rapportering ............................................................................................................................. 23

7.5

Thematische werking ................................................................................................................. 23

7.6

Controle..................................................................................................................................... 24

7.7

Evaluatie .................................................................................................................................... 24

8.

Tijdlijn met verloop van het project ........................................................................................... 25

9.

Bijlagen .......................................................................................................................................... 26

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 1 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

Korte samenvatting van de oproep Wat? De oproep WIJ! wil aan ongekwalificeerde jongeren in Vlaanderen een sterke oriëntering bieden met opmaak van een actieplan en hen op basis hiervan verdere begeleiding aanbieden. Deze begeleiding resulteert in duurzaam werk of de opstart van een kwalificerende opleiding (beroepsopleiding of onderwijs).

Voor wie? Alle organisaties met rechtspersoonlijkheid kunnen op deze oproep intekenen of partners worden en de gevraagde dienstverlening aan te bieden. Er worden lokaal partnerschappen gezocht die de volledige acties kunnen aanbieden. De oproep begeleidt ongekwalificeerde jongeren (18-25 jaar) met een afstand tot de arbeidsmarkt. Acties? Jongeren kunnen in de projecten starten door toeleiding vanuit VDAB of na vindplaatsgerichte acties door de promotor. Er wordt een WerkInleving voor Jongeren! aangeboden in twee delen. Oriëntering met actieplan De eerste actie van de begeleiding van de jongeren bestaat uit een sterke oriëntering. Enerzijds krijgen jongeren zicht op hun eigen competenties, hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt en hun belemmeringen tot de arbeidsmarkt. Anderzijds krijgen ze een verbeterde kennis over alle aspecten van de arbeidsmarkt: mogelijke jobs, sectoren, arbeidsmarktactoren en hoe deze te gebruiken tijdens het zoeken naar werk. Jongeren leren ook werken met Mijn Loopbaan. Deze oriëntering staat in functie van een verder intensief traject naar werk en competentieversterking. Begeleiding In de begeleiding worden de randvoorwaarden geremedieerd en de noden tot kwalificering via kortere opleidingen, opleidingsstages, jobhunting, sollicitatieondersteuning en overige aangeboden. De begeleiding wordt op maat ingevuld. De promotor voorziet in begeleiding op maat. Er wordt gewerkt aan arbeidsmarktgerichte competentieversterking en er wordt bemiddeld naar werk. Waar mogelijk wordt een attestering opgemaakt bij gevolgde opleidingen (VDAB, CVO, Syntra).


Budget? Er wordt over de volgende 3 jaar in een totaal van een 6.200-tal begeleidingen voorzien. Een oriëntering met actieplan telt voor maximaal 600 euro subsidiëring. Een begeleiding met als resultaat duurzaam werk, de opstart in een kwalificerende opleiding (beroepsopleiding of onderwijs) of de volledige uitvoering van de minimaal vooropgestelde activiteiten telt voor maximaal 2.000 euro subsidiëring. Er is een budget voorzien van 18.031.388,75 euro voor een periode van drie jaar. Er wordt 40% subsidiëring vrijgemaakt uit het Europees Sociaal Fonds. De overige 60% wordt aangeleverd uit het Vlaams cofinancieringsfonds.

Hoe? De promotor dient een projectvoorstel in via de online ESF-applicatie. Een projectvoorstel opmaken bestaat uit het beantwoorden van inhoudelijke vragen, het opmaken van een projectplanning en het opmaken van een begroting. Wanneer? De oproep wordt opengesteld op 1/02/2015 en staat open tot met als uiterste indieningsdatum 31/03/2015. Goedgekeurde projecten gaan van start op 1/06/2015. De projecten hebben een looptijd van 36 maanden. Infosessie op donderdag 12/02/2015 om 10 uur


1. Waarover gaat de oproep? De oproep kadert binnen het ESF operationeel programma 2014-2020, investeringsprioriteit 9i Maatschappelijk kwetsbare doelgroepen vorderen richting arbeidsmarktgerichte integratie o.a. via maatschappelijke participatie. De oproep WIJ! wil hiertoe aan ongekwalificeerde jongeren in Vlaanderen een sterke oriëntering bieden met opmaak van een actieplan en hen op basis hiervan verdere begeleiding aanbieden.

1.1

Wie behoort tot de doelgroep?

De doelgroep zijn ongekwalificeerde jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit zijn jongeren,  die ten minste 18 jaar zijn in de looptijd van het traject en maximaal 25 jaar zijn op het moment van toeleiding naar het traject, (leeftijdscriterium)  met een getuigschrift van het buitengewoon secundair onderwijs, maximaal een getuigschrift van de tweede graad in het algemeen-, technisch- of kunstonderwijs, maximaal een getuigschrift van de derde graad beroepssecundair onderwijs of een getuigschrift deeltijds BSO-onderwijs (kwalificatiecriterium) Jongeren met een MMPP problematiek behoren niet tot de vooropgestelde doelgroep. De juistheid van de doelgroep wordt gemonitord door ESF. Maximaal 5% van de jongeren die gestart zijn in de projecten mag afwijken van het kwalificatiecriterium. Dit kan enkel indien de betrokken jongeren ook gebaat zijn bij een begeleiding binnen de projecten. Van het leeftijdscriterium kan niet worden afgeweken.

1.2 Welke acties heeft de oproep voor ogen? Jongeren kunnen in de projecten starten door toeleiding vanuit VDAB of na vindplaatsgerichte acties door de promotor. Vindplaatsgericht werken houdt hier in dat jongeren gezocht worden via activiteiten, evenementen en infosessies van de promotor, partners of overige organisaties waarmee men samenwerkt. Indien jongeren toegeleid worden door vindplaatgericht werken, moet de inschrijving bij VDAB in orde gebracht worden. Hierin wordt ook de inschrijving in het gegund WIJ!-perceel voltooid. De jongeren die toegeleid worden vanuit VDAB of uit het eigen toeleidingsnetwerk worden uitgenodigd voor een infosessie en/of intake. Bij het intakegesprek wordt het verloop van de WIJ!-begeleiding toegelicht. Na elk onderdeel van de begeleiding moet de promotor meewerken aan een warme overdracht naar VDAB, andere begeleidende instanties, onderwijs, de werkgever, een andere /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 4 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

opleidingsverstrekker. Er wordt ook contact gehouden met de jongere in nazorg. Er wordt een WerkInleving voor Jongeren! aangeboden in twee delen. De acties en resultaten gaan uit van het recht van de jongere de volledige actie uit te voeren. Dit recht moet te allen tijde gewaarborgd worden door het partnerschap.

1.2.1. Oriëntering met actieplan De eerste actie van de begeleiding van de jongeren bestaat uit een sterke oriëntering. Enerzijds krijgen jongeren zicht op hun eigen competenties, hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt en hun belemmeringen tot de arbeidsmarkt. Er wordt aandacht besteed aan het wegwerken van jobobstakels inzake kinderopvang, taal- of computervaardigheden, mobiliteit, attitude, motivatie en overige belemmeringen. Anderzijds krijgen ze een verbeterde kennis over alle aspecten van de arbeidsmarkt: mogelijke jobs, sectoren, arbeidsmarktactoren en hoe deze te gebruiken tijdens het zoeken naar werk, hier hoort ook het leren werken met MLB bij. Deze oriëntering staat in functie van een verder intensief traject naar werk en competentieversterking. Er wordt later namelijk doorgewerkt op het actieplan dat opgesteld is in deze oriënteringsfase. Indien nodig kan het actieplan bijgewerkt worden. Deze intensieve oriëntering gebeurt onder andere door individuele begeleiding en groepssessies, beroepsverkennende stages, assessments, beroepsoriëntatietesten. In de oriëntering moeten minimaal wie ben ik, wat wil ik (beroepsoriëntering) en wat kan ik (competenties en noden) in kaart gebracht worden. Dit wordt weergegeven in een persoonlijk plan. Ook aspecten als mobiliteit, familiale omstandigheden en vrijetijdsbesteding komen aan bod. Deze zijn van belang bij een mogelijke oriëntering. Deze oriëntering leidt tot een actieplan (zie bijlage 1 Actieplan). Dit bevat een afsprakenlijst met doelstellingen, initiatieven en oplossingswijzen naar opleiding en tewerkstelling toe. Er kan ook beslist worden om de begeleiding bij de promotor stop te zetten na de oriëntering. Dit kan bijvoorbeeld bij de vaststelling van een specifieke problematiek, de nood tot gespecialiseerde screening of een duidelijke oriëntering naar onderwijs. De beslissing hiertoe wordt nauw afgestemd met VDAB. Er wordt voorzien in een warme overdracht van gegevens en begeleiding en er wordt ook voorzien in een nazorg voor de jongere. In het projectvoorstel dient beschreven hoe men dit lokaal organiseert. 1.2.2. Begeleiding Na de oriëntatie start de begeleiding naar werk of competentieversterking. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 5 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

Het actieplan dient als basis voor de begeleiding en gebeurt op maat. In de begeleiding worden de randvoorwaarden geremedieerd en de noden tot kwalificering via kortere opleidingen, opleidingsstages, jobhunting, sollicitatie-ondersteuning aangeboden. Om deze begeleiding goed uit te voeren, voorziet het project collectieve arbeidsmarktgerichte projectdagen, individuele begeleidingssessies, stages, kortere opleiding en sollicitatiebemiddeling. Ook werkplekleren wordt voorzien, dit zijn leeractiviteiten die gericht zijn op het aanleren en toepassen van algemene, arbeids-en beroepsgerichte competenties in een arbeidssituatie die een leeromgeving is. De jongere wordt op maat ingeschreven in de verschillende acties, in functie van het jobdoelwit en volgens de beschrijving in het actieplan. De jongere kan op maat ingeschreven worden in de verschillende onderdelen, in functie van het jobdoelwit en volgens de beschrijving in het actieplan. Het groepsgebeuren speelt bij jongeren een belangrijke rol en kan ingezet worden als training of ervaringsuitwisseling, voor arbeidsmarktcompetenties, motivatie en attitudes. We denken hierbij aan kennis verwerven over de arbeidsmarkt, volgen van stage in groep, kennismaking met de bedrijfsrealiteit, sollicitatietraining, extra competenties verwerven, leren ondernemen, talenten ontdekken en andere. De jongeren leren ook werken met Mijn Loopbaan zodat ze hun dossier nu en later in beheer kunnen nemen. Waar mogelijk wordt een attestering opgemaakt bij de gevolgde opleidingen (VDAB, CVO, Syntra). De kwalificaties en competenties worden zichtbaar gemaakt in Mijn Loopbaan. Indien er tewerkstelling gerealiseerd wordt tijdens de WerkInleving voor Jongeren! wordt ook nazorg aangeboden. Tijdens de begeleiding WerkInleving moet de tewerkstelling nog 3 maanden worden opgevolgd. 1.2.3. Duurtijd en mogelijke verlenging De oriëntatie en de begeleiding naar werk duurt 12 maanden na de inschrijving in het project. Indien jongeren vroeger naar een resultaat uitstromen, moet het voor deze jongere mogelijk zijn om binnen de 12 maanden na inschrijving terug te keren naar het project en de begeleidingsacties verder te volgen. Ze hebben hierbij ook de kans om terug naar het project te keren binnen deze 12 maanden. Voor de jongeren waar na 12 maanden geen resultaat bereikt kon worden, omwille van een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, wordt een verlenging voorzien met 6 maanden tot een totaal van 18 maand begeleiding. De beslissing tot dergelijke verlenging wordt genomen met VDAB. ESF ontvangt de motivering en beslissing. Voor deze goedgekeurde verlenging wordt extra financiering voorzien. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 6 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

1.3 Verwachte resultaten van de acties? De oriëntatiefase heeft als resultaat een actieplan volgens het sjabloon in bijlage bij deze oproep. De begeleidingsfase heeft als resultaat uitstroom naar werk, doorstroom naar kwalificerende opleiding of de volledige uitvoering van de begeleiding met alle minimale gestelde activiteiten.  Uitstroom naar werk: 3 maanden tewerkstelling. Dit wordt aangetoond met de betroffen arbeidsovereenkomsten.  Doorstroom naar kwalificerende opleiding, dit is erkende beroepsopleiding door VDAB, Syntra of onderwijs. Dit wordt aangetoond met een inschrijvingsbewijs. Deze doorstroom wordt bij voorkeur gerealiseerd buiten de eigen begeleidende organisatie.  De volledige uitvoering van de begeleiding met alle minimaal gestelde activiteiten geformuleerd in het goedgekeurde projectvoorstel. Dit wordt aangetoond door een door de begeleider én de jongere ondertekend aangevuld actieplan. Hieruit moet het voldoen aan de uitvoering van de minimaal beschreven activiteiten vlot blijken. We noteren het verloop van de begeleiding, de activiteiten, de beoogde resultaten in onderstaand samenvattend overzicht.

Mogelijke Acties

Gevraagd Resultaat

Bewijsmateriaal en gevraagde registratie Het gevraagde bewijsmateriaal moet opgenomen worden in de ESF-archiefruimte

Oriëntering Individuele gesprekken, groepsactiviteiten, bedrijfsbezoeken, bezoeken aan andere arbeidsmarktactoren, beroepsverkennende stages, assessments, beroepsoriëntatietesten, …

Begeleiding Individuele begeleidingsgesprekken, groepsactiviteiten, stages, korte beroepsopleidingen, sollicitatietrainingen, sollicitatiebemiddeling, remediëring randvoorwaarden, ... Afgewerkt actieplan (sjabloon in  Uitstroom naar werk of bijlage 1)  Doorstroom naar kwalificerende opleiding of onderwijs of  Uitvoering van de minimaal geformuleerde activiteiten Afgewerkt actieplan  Arbeidsovereenkomsten of  Inschrijving in een kwalificerende opleiding of onderwijs (erkende beroepsopleiding door VDAB, Syntra of onderwijs) of  Registratie van de uitvoering van de activiteiten: alle


minimale activiteiten uit het goedgekeurde projectvoorstel worden in een overzicht bij het actieplan opgenomen. Na uitvoering van de activiteit wordt dit ondertekend door de deelnemende jongere en de begeleider.  EN  Elke begeleiding wordt geregistreerd in MLP volgens de fiche die bij de start van de projecten wordt opgegeven.

1.4 Beschrijving van de percelen De projecten tekenen in per perceel. Indien promotoren willen indienen voor meerdere resocgebieden dienen ze slechts 1 projectvoorstel in, maar duiden ze aan voor welke gebieden men ermee intekent. Promotoren zullen slechts goedgekeurd worden voor maximaal 7 percelen. De projecten vinden minstens plaats in de centrumsteden binnen elk resocgebied. De promotor moet binnen de gebieden waarop hij intekent een redelijke spreiding verzekeren. Men moet aantonen hoe men het gebied bereikt. Het is niet toegestaan zich slechts te richten tot één stad of gemeente of tot een gedeelte van het gebied. Indien er binnen het resocgebied geen centrumstad is, toont de promotor aan dat het hele grondgebied kan betrokken worden. Onderstaande spreiding kwam tot stand na studie van het cijfermateriaal van de jongerenwerkloosheid. Hieruit werd bovenstaande verhouding tussen de betreffende gebieden vastgesteld. ESF Vlaanderen zal deze verhouding nastreven bij de goedkeuring van de projecten en zal de beschikbare middelen in zijn beslissingen ook maximaal proberen benutten. Perceel

Gebied

Perceel 1 Perceel 2 Perceel 3 Perceel 4 Perceel 5 Perceel 6 Perceel 7

Resoc Antwerpen Resoc Limburg Resoc Gent en Gentse rand Resoc Waas en Dender Resoc Kempen Resoc Halle -Vilvoorde Resoc Zuid - Oost Vlaanderen

Budget

4.107.306,14 2.420.643,11 1.593.051,57 1.342.868,75 1.166.415,30 1.126.651,14 1.054.578,60

Aantal jongeren over 3 jaar 1422 838 551 465 404 390 365


Perceel 8 Perceel 9 Perceel 10 Perceel 11 Perceel 12 Perceel 13 Perceel 14 Perceel 15

Resoc Mechelen Resoc Leuven Resoc Zuid - West Vlaanderen Resoc Brugge Resoc Midden West – Vlaanderen Resoc Westhoek Resoc Oostende Resoc Meetjesland – Leie en Schelde

927.001,93 898.007,23 753.033,74

321 311 261

656.937,02 535.159,29

227 185

513.620,37 506.164,59 429.949,96

178 175 149

Enkel de percelen Resoc Antwerpen, Resoc Waas en Dender, Gent en Gentse Rand, Halle Vilvoorde, Limburg en Kempen kunnen opgesplitst worden in verschillende projecten. In de overige percelen moet er ingediend worden voor het volledige aantal jongeren vastgesteld over 3 jaar. Projectvoorstellen die hier niet aan voldoen zijn onontvankelijk.

1.5 Pilootprojecten Sport Binnen deze oproep starten we een nieuw pilootproject op waarbij we bekijken hoe de mogelijkheden van sport ingezet kunnen worden in het kader van een WIJ-traject. Sport is veel meer dan bewegen alleen. Door te sporten verwerven mensen competenties die in alle domeinen van het leven van belang kunnen zijn. Het maken van afspraken, het naleven van regels, het leren omgaan met structuur, het nemen van verantwoordelijkheid, veerkracht hebben om te kunnen omgaan met winnen en verliezen of het kunnen functioneren in een team, zijn slechts enkele voorbeelden van competenties die je leert door te sporten. Naast de ontwikkeling van een gezonde en actieve levensstijl, kan sport de maatschappelijke integratie bevorderen, en een zinvolle vrijetijdsbesteding en structuur bieden. De mate waarin sport een positieve impact kan hebben, hangt sterk af van de context waarin sport aangeboden en beoefend wordt. We zijn ervan overtuigd dat jongeren door te sporten en door te functioneren binnen een duurzame en reguliere setting van o.a. een sportclub, waar begeleiding en sociale controle aanwezig zijn, competenties verwerven en attitudes opbouwen die van pas komen om de toegang tot de arbeidsmarkt te faciliteren. We willen de rol van sport in de competentieontwikkeling van jonge werkzoekenden en trajecten naar werk onderzoeken, stimuleren en faciliteren. Sport kan hierbij ingezet worden als een aantrekkingspool om deelnemers te oriënteren. De afstemming tussen het lokale sportnetwerk (de sportdienst, de sportclub…) en de projectuitvoerders WIJ! kan een meerwaarde betekenen voor de jongeren. We bevragen via deze oproep de bereidheid om in het project in te stappen en als piloot te fungeren. We polsen ook naar de capaciteit om een sportcomponent binnen de WIJ-trajecten uit te werken. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 9 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

Vanuit het Sportbeleid wordt mee geïnvesteerd in de inhoudelijke ontwikkeling van de sportcomponent, zoals het faciliteren van samenwerkingsverbanden met de sector. Het Departement Sport, ESF Vlaanderen en de geselecteerde promotoren zullen deze samenwerking verder uitwerken en concretiseren. Naast de inhoudelijke ondersteuning van het Departement Sport, kan er ook voorzien worden in financiële ondersteuning voor de uitvoering van de doelstellingen binnen deze te ontwikkelen sportcomponent.

1.6 Lessen uit het verleden Hieronder geven we ter inspiratie een aantal voorbeelden van projecten waarin jongeren werden begeleid: WERKINLEVING VOOR JONGEREN (ESF-oproep – programma 2007-2013) De WerkInleving voor Jongeren! - WIJ! moet ertoe leiden dat de jongere uitstroomt naar werk of beter technisch/ praktisch gekwalificeerd is om de arbeidsmarkt te kunnen betreden. Dit kan door onder andere volgende activiteiten: 1. Intake en oriëntering, individueel trajectplan, begeleiding en projectdagen 2. Stage 3. Nazorg 4. Kwalificerende opleidings- of begeleidingsacties attestering van competenties Meer informatie kan je vinden op de volgende website: http://www.esf-agentschap.be/nl/oproepen/werkinleving-voor-jongren-wij-limburg VOORTRAJECTEN KWETSBARE GROEPEN (ESF-oproep) De ESF-oproep “Voortrajecten kwetsbare groepen” kadert in de operationalisering van het ESFprogramma via de prioriteit 'Bevorderen van sociale inclusie van kansengroepen via maatgericht werken'. Deze oproep richt zich op een netwerk/partnerschap tussen een organisatie met expertise, een organisatie gespecialiseerd in trajectbegeleiding en een welzijnspartner. De oproep richt zich specifiek tot de niet bereikte kwetsbare werkzoekenden. Het gaat hier om kwetsbare groepen die noch in opleiding of begeleiding zitten, noch aan het werk zijn. Meer informatie kan je vinden op de volgende website: http://www.esf-agentschap.be/nl/oproepen/voortrajecten-kwetsbare-groepen

MISSING LINK (Vormingsorganisatie Arktos) Vormingsorganisatie Arktos ontwikkelde binnen een ESF-innovatie oproep een integrale begeleiding voor moeilijk bereikbare jongeren. Het is een methodiekboek voor wie aan de slag wil met ‘moeilijk bereikbare doelgroepen’: mensen die door de mazen van het hulpverleningsnet dreigen te glippen. Het wil praktijkwerkers helpen om deze mensen te begeleiden naar werk of als dit nog niet haalbaar is naar een zinvolle tijdsbesteding, met aandacht voor allerlei obstakels in hun leven. Het is een praktisch boek met methoden en bijbehorende instrumenten. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 10 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

Meer informatie kan je vinden op de volgende website: http://www.arktos.be/#/nl/page/63/66

ADVENTURE@WORK (VDAB) Het project Adventure@work ontwikkelde een nieuwe begeleidingsmethode voor jongeren die moeilijk aan de slag geraken op de arbeidsmarkt. Om de moeilijk bereikbare jongeren toch aan een langdurige en succesvolle tewerkstelling te helpen heeft VDAB een aantal jaren geleden in kader van het project Adventure@Work de Find-Mind-Bind-methodiek uitgewerkt. Via deze methodiek wil men jongeren motiveren en activeren om toch op zoek te gaan naar een job en deze ook vol te houden. Ipop (VZW Jes) Het project Ipop ontwikkelde een handboek (met bijhorende website waarin er beschreven wordt welke begeleidershouding er nodig is voor het tot stand brengen van een positieve binding met een jongere. http://www.esf-agentschap.be/nl/projectenkaart/producten/ipop-website-interactief-didactischmateriaal


2. Wie kan een project indienen? 2.1

Promotor, partners, lokale verankering en regierol steden

De promotor dient een project in voor de volledigheid van de activiteiten binnen het project. De promotor heeft juridische verantwoordelijkheid en verzorgt de communicatie met ESF Vlaanderen. De andere organisaties die samenwerken worden partners genoemd. Alle organisaties met rechtspersoonlijkheid (alsook vakbonden) kunnen op deze oproep intekenen of partners worden en de gevraagde dienstverlening aan te bieden. Een partnerschap is wenselijk binnen deze projecten. Elke partner werkt samen aan de begeleiding van de jongeren vanuit zijn eigen specialisaties. De promotor en partners ondertekenen een partnerschapsovereenkomst waarin de inhoudelijke en financiële afspraken worden vastgelegd. Voor de uitvoering van deze projecten moet elke promotor werken aan lokale inbedding en samenwerking met andere lokale actoren. De promotor zet intensief in op het samenwerken met andere lokale actoren in elke fase van begeleiding: toeleidende organisaties, overige begeleidende organisaties organisaties (ocmw en overige welzijnsorganisaties), werkgevers voor het vinden van stageplaatsen en de bemiddeling naar werk. Voor elk project wordt ten laatste één maand na de goedkeuring van de projecten een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt met de lokale VDAB van de aanwezige centrumsteden of streek in het gegunde gebied. Hierin worden minimaal afspraken gemaakt over de wijze van toeleiding door VDAB (planning, spreiding, gereserveerde plaatsen ten opzichte van de jongeren die zelf gevonden zijn), de controle of de jongeren niet reeds aan andere begeleidingsacties deelnemen, afspraken in verband met warme overdracht van VDAB naar promotor en omgekeerd, bemiddeling, de beslissing over verlenging van de begeleiding. Indien de centrumsteden een regierol opnemen voor deze projecten, moeten promotoren zich inschrijven in deze regierol. Hierover wordt de samenwerking in een advies geformaliseerd. Dit zal deel uitmaken van de beoordeling van de lokale verankering van de projectvoorstellen. Verder worden bij de opstart van deprojecten verdere afspraken gemaakt tussen de betrokken stad en de goedgekeurde projecten. Het advies rond de samenwerking en het opmaken van afspraken met de goedgekeurde projecten geldt minimaal voor de projecten die indienen voor Gent en Antwerpen.


2.2

Criteria op organisatieniveau

De promotor moet volgende ontvankelijkheidscriteria op organisatieniveau in acht nemen: - De promotor moet aan minimale kwaliteitsvereisten voldoen. Hiervoor moet de promotor als bijlage bij het projectvoorstel een attest opleveren. Mogelijkheden zijn: o

o o

-

Kwaliteitsopstap die geldig was tot eind september 2013 via een goedgekeurde kwaliteitspaper of een geldend ESF-kwaliteitslabel. Deze geldigheid werd namelijk verlengd tot eind 2015. Gemandateerden door VDAB. Een overig kwaliteitslabel uit de lijst van gelijkgestelde labels, erkend door ESF Vlaanderen. (zie lijst op: http://esf-agentschap.be/nl/node/25232).

De promotor én de partners moeten over rechtspersoonlijkheid beschikken.

Daarnaast moet de promotor voldoende kredietwaardig zijn om het ingediende project te dragen. Deze check gebeurt tijdens de beoordeling via een koppeling met Digiflow van de federale overheid. Dit is geen ontvankelijksheidscriterium.

2.3

Criteria op projectniveau

De promotor moet bij het opmaken van het projectvoorstel ook rekening houden met onderstaande ontvankelijkheidscriteria: - Het projectvoorstel moet opgesteld zijn in het Nederlands - Het projectvoorstel moet opgeladen worden in de ESF-applicatie - Enkel de percelen Resoc Antwerpen, Dender Waas, Gent en Rand, Halle Vilvoorde, Limburg en Turnhout kunnen opgesplitst worden in verschillende projecten. In de overige percelen moet er ingediend worden voor het volledige aantal jongeren vastgesteld over 3 jaar. Projectvoorstellen die hier niet aan voldoen zijn onontvankelijk. Koolstofarme economie Conform de vereisten van het Operationeel Programma 2014-2020 wordt binnen deze investeringsprioriteit ingezet op thematische doelstelling 4 ‘Ondersteuning van een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken via opleidingen ter ondersteuning van groene jobs. Waar mogelijk wordt in de projecten rekening gehouden met het stimuleren van de koolstofarme economie. Dit kan direct of indirect.


3. Hoe maak je een projectvoorstel op? Om een ESF-projectvoorstel in te dienen moet je twee documenten opmaken: 1. Een inhoudelijk projectvoorstel 2. Een financiële begroting

3.1

Inhoudelijk projectvoorstel

Op te leveren product De promotor maakt een inhoudelijke analyse op waaruit blijkt dat het projectvoorstel voldoet aan de doelstellingen en verwachtingen van de oproep. ESF Vlaanderen geeft een WORD-document mee met vragen over het projectvoorstel (zie Bijlage 2). De promotor dient deze vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden en het WORDdocument in te dienen bij de subsidieaanvraag. Er wordt één projectvoorstel ingediend voor alle percelen waarvoor één promotor indient. De vragen binnen het criterium deskundigheid en ervaring worden wel per perceel gericht beantwoord en gescoord. Beoordelingscriteria Het projectvoorstel wordt beoordeeld op basis van volgende beoordelingscriteria: - Aanpak en methodiek - Deskundigheid en ervaring Per beoordelingscriterium vullen de evaluatoren dezelfde beoordelingsvragen in om een zo objectief mogelijke evaluatie te garanderen (zie Bijlage 3).

3.2

Kosten en financiering

Opmaak begroting De promotor maakt een projectbegroting op. Dit is een overzicht van de geraamde kosten. Dit moet opgemaakt worden PER PERCEEL WAARVOOR INGEDIEND WORDT. Het ESF-Agentschap geeft hiervoor een EXCEL-document mee met vragen over de kosten en financiering (zie Bijlage 4). De promotor dient deze vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden en het EXCEL-document in te dienen bij de subsidieaanvraag.


Kosten Er wordt binnen deze oproep gewerkt met een standaardschaal voor de kosten. Werken met standaardschalen houdt in dat een maximaal vastgelegd bedrag per bepaalde eenheid wordt toegekend. Er wordt met andere woorden gefinancierd op basis van de gerealiseerde eenheden. Het voorstel voor deze oproep houdt in dat een gerealiseerd VOLTIJDS EQUIVALENT op jaarbasis (= 1.720 uren inhoudelijke werking door een intern personeelslid) als eenheid wordt beschouwd. De inhoudelijke werking omvat de uren voor de begeleiding van de deelnemers. De kost bedraagt 65.772,44 euro per VTE.

- Verantwoording bedrag standaardschaal Voor de begeleiding binnen deze projecten wordt uitgegaan van een begeleider van niveau B met een anciënniteit van 0 tot 15 jaar. Dit komt neer op een kost van 46.980,32 euro voor 1 VTE. Hierbij komt per VTE een forfaitaire som voor alle directe en indirecte kosten die het project maakt van 40%. Deze forfait omvat zowel mogelijke loonkosten extern personeel, kosten deelnemers, werkingskosten en indirecte kosten. Er kunnen naast deze schaal dan ook geen bijkomende kosten worden ingebracht in deze oproep.

- Hoe het aantal VTE berekenen? Het aantal VTE begeleiding wordt berekend op basis van tijdsinzet begeleiding van het betrokken personeelslid.

- Hoe de kosten bewijzen? Om in aanmerking te komen voor subsidiëring te komen moet het volgende bewezen worden: Niveau begeleider (B niveau): diploma bachelorniveau of functieprofiel met vermelding niveau Tijdsinzet begeleider: Een sluitende registratie is verplicht. Het verdient aanbeveling om de prestaties als volgt te registreren en aantoonbaar te maken: - een door het personeelslid ondertekende arbeidsovereenkomst met volledige toewijzing aan project of - een toewijzing van de personele inzet aan het project in een door het personeel ondertekend addendum aan zijn/haar arbeidsovereenkomst met vermelding van de opdracht, de functie en de concrete inzet (percentage) of - een ondertekende en tegengetekende registratie met prestaties per dagdeel. Een dagdeel bedraagt minimaal 4 uur. Vanuit ESF Vlaanderen zal een sjabloon ter beschikking gesteld worden via welke de registratie moet gebeuren. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 15 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

Andere manieren van registreren zijn binnen deze oproep niet toegestaan. Bij rapportering wordt nagegaan of de vooropgestelde medewerkers de geplande activiteiten realiseerden. Indien niet, kan een korting doorgevoerd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de promotor en de projectuitvoerders om de prestaties die door het intern personeel geleverd worden te registreren. Op deze manier kunnen de ingediende kosten verantwoord worden.

Financiering De kosten worden gesubsidieerd in de verhouding 40% vanuit ESF en 60% vanuit het Vlaams cofinancieringsfonds. De subsidiëring wordt uitbetaald volgens de gemaakte kosten, met volgende maxima: -

maximaal 600 euro per afgewerkt actieplan maximaal 2.000 euro per begeleiding met een resultaat, zoals gedefinieerd onder punt 1.3. van deze oproep. Dit bedrag kan verhoogd worden tot 3.300 euro indien de begeleiding met zes maanden verlengd is om extra remediëring rond randvoorwaarden en jobobstakels mogelijk te maken. Voor deze verlenging is een goedkeuring nodig van VDAB.

Dit betekent dat per deelnemer maximaal 2.600 euro wordt gesubsidieerd voor een volledige begeleiding. Indien de begeleiding verlengd is, is de maximale subsidiëring 3.900 euro. Ontvangsten Ontvangsten/Inkomsten die verworven worden door de uitvoering van een ESF project tijdens de projectlooptijd dienen te worden ingebracht. Ontvangsten kunnen bijvoorbeeld inschrijvingsgelden, de verkoop van syllabi of andere zijn. Een inkomstengenererend project levert diensten/goederen tegen betaling. Alle in te brengen ontvangsten moeten, in de financiering eerst in mindering gebracht worden op de totale subsidiabele kosten. Dit betekent dat de financieringsregels, met betrekking tot de private en publieke cofinanciering en de subsidiëring die beheerd wordt door ESF Vlaanderen, zoals hoger vermeld slechts daarna gelden. De geldende financieringspercentages worden dus berekend op de totale subsidiabele kosten verminderd met de ontvangsten. Ter verduidelijking, bijdragen die vanuit de private sector aan het ESF-project worden toegekend als medefinanciering van het project, zijn geen ontvangsten maar private cofinanciering. Bijdragen in natura Bijdragen in natura zoals het leveren van inbreng in de vorm van arbeid, goederen, diensten of andere zijn niet subsidiabel. DAEB steun /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 16 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

De verleende steun die aan de goedgekeurde projecten wordt verleend is een steun voor de uitvoering van een dienst algemeen economisch belang. De dienst die verstrekt wordt is de oriëntering van werkzoekende jongeren met de opmaak van een actieplan en de begeleiding van die jongeren naar competentieversterking of naar werk. De begeleiding bestaat uit het organiseren van individuele begeleidingssessies, groepssessies, stages, sollicitatiebemiddeling en het laten volgen van opleidingen. Een uitgebreidere beschrijving van de gevraagde dienstverlening wordt omschreven in punt 1.2. van de oproep. De steun die verleend wordt in het kader van de goedgekeurde projecten is een compensatie voor de uitvoering van deze dienstverlening. De berekeningswijze van de compensatie wordt vermeld onder punt 3.2. van de oproep. Hieruit volgt dat binnen het project geen enkele andere financiering kan ontvangen worden dan de financiering die wordt goedgekeurd voor het project en dat enkel de geregistreerde prestaties uitbetaald worden. De controles, omschreven in punt 7.6, zullen nagaan of de uitbetaalde financiering in overeenstemming is met de financiële criteria en er dus geen overcompensatie is voor de gemaakte kosten voor de uitvoering van de dienst. Overheidsopdrachten Promotoren die een organisatie zijn in de zin van artikel 2, WET OVERHEIDSOPDRACHTEN EN BEPAALDE OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN VAN 15 JUNI 2006 zijn gebonden om de wetgeving overheidsopdrachten toe te passen binnen het project voor aankopen van werken, diensten en leveringen. De wetgeving op overheidsopdrachten geldt voor volgende organisaties: - De overheid - Organisaties die aan volgende 3 voorwaarden voldoen: o Doel is algemeen belang: terug te vinden in de doelomschrijving van de statuten. (“opgericht met het specifieke doel om”) o Rechtspersoonlijkheid hebben o Overwegende overheidsinvloed heeft - Privaatrechtelijke organisaties voor bepaalde gesubsidieerde opdrachten - Privaatrechtelijke universitaire instellingen Meer informatie is terug te vinden in de handleiding overheidsopdrachten die toegevoegd is als bijlage aan deze oproep en via http://www.bestuurszaken.be/overheidsopdrachten.


4. Hoe dien je een projectvoorstel in? 4.1

Registratie in de ESF-applicatie

Een project indienen kan enkel via de ESF-applicatie. De toegang daartoe is mogelijk met een elektronische ID-kaart of het federaal token. Via volgende link kan je de software voor de eID installeren of het federaal token aanvragen: http://www.belgium.be/nl/online_dienst/app_zich_inschrijven.jsp

4.2

Indienen projectvoorstel

Om het projectvoorstel in te dienen, moet u inloggen in de ESF-applicatie. Hiervoor heeft u uw ondernemingsnummer nodig. Op volgende webpagina vind je alle informatie: http://esf-agentschap.be/nl/node/25229 Na het aanmelden vindt u onder het tabblad ‘Oproep’ de gewenste openstaande oproep. U kan ook het oproepnummer intikken en ‘zoeken’. Onder het tabblad ‘Bijlagen’ vindt u alle nodige informatie: de oproepfiche en de oproepbijlagen. Lees al deze documenten goed door alvorens het projectvoorstel in te dienen. Bij het aanmaken van het projectvoorstel heeft u volgende documenten nodig: CHECKLIST VAN DOCUMENTEN Naam document

Type document

Inhoudelijke analyse

Word

Begroting per perceel

Excel

Attest kwaliteitsvereisten

divers divers divers

Partnerschapsovereenkomsten CV’s begeleiders


5. Ondersteuning bij de opmaak en het indienen van het projectvoorstel Tot en met de deadline voor indiening van je projectaanvraag kun je bij de medewerkers van ESF Vlaanderen terecht voor volgende ondersteuningsvormen: - inhoudelijke en financiële ondersteuning: [email protected] - de ESF applicatie (IT-ondersteuning): [email protected] - de ESF kwaliteitsopstap: [email protected]. Algemene infosessie Er zal een infosessie plaatsvinden op donderdag 12/02/2015 om 10 uur. U kunt zich inschrijven op www.esf-agentschap.be


6. Hoe weet je of je projectvoorstel is goedgekeurd? 6.1

Selectieprocedure

De beoordelingscriteria voor deze oproep zijn - aanpak en methodiek - deskundigheid en ervaring Deze criteria worden in een totaalscore gewogen met een respectievelijke weging van 60% en 40%. Op beide criteria moet minimum 60% behaald worden voor goedkeuring. Elk ingediend projectvoorstel wordt afzonderlijk gelezen en gescoord door 2 evaluatoren, ESF Vlaanderen en de VDAB. De scoring van het inhoudelijke voorstel gebeurt volgens het beoordelingsschema in bijlage van de oproep. De financiële begroting wordt door de ESFevaluator beoordeeld op basis van de criteria geldend voor deze oproep. De opgemaakte beoordelingen van de 2 evaluatoren worden besproken op een evaluatiecollege. Unaniem negatief beoordeelde voorstellen worden negatief beslist. Voor de overige voorstellen wordt een beslissing met consensus nagestreefd. De beslissing is gebaseerd op een inhoudelijke argumentatie en niet op een gemiddelde score. Indien er geen consensus bereikt wordt door de evaluatoren wordt de beslissing definitief genomen door het Managementcomité op basis van de originele stukken van het projectvoorstel. Het Managementcomité bekrachtigt de gevolgde beslissingsprocedure. Indien er onvoldoende budget is om alle positief gescoorde projecten te financieren binnen één of meerdere percelen, zal het Managementcomité een rangschikking van de projecten opmaken. Het gemiddelde van de totaalscores van beide evaluatoren vormt de basis bij de rangschikking. De percelen worden in een dalende volgorde op grootte van het perceel genoteerd. Per perceel wordt de rangschikking er tegenaan gezet. Eén promotor kan voor maximaal 7 percelen worden goedgekeurd. Indien er percelen zijn die door deze regel geen goedgekeurd project hebben, vervalt deze regel. Indien er sprake is van gelijke gemiddelde totaalscores in een perceel, wordt tussen deze projecten een bijkomende rangschikking aangebracht op basis van het gemiddelde van beide evaluatoren op het criterium Deskundigheid & Ervaring.

6.2

Projectbeslissing


De evaluatie eindigt met een projectbeslissing. De projectbeheerder maakt de beslissing elektronisch bekend aan de promotoren. De consensusteksten en opmerkingen, de input van de rapportperiodes en de vooruitbetalingen worden door de projectbeheerder en de interne evaluatoren in de ESF-applicatie verwerkt. De beslissing kan positief of negatief zijn: -

Wanneer een project is goedgekeurd, ontvangt de promotor een e-mail van de projectbeheerder. Dit is de persoon waarmee de promotor contact kan opnemen voor het verder verloop van het project. Het project gaat van start op de voorziene begindatum van het project. Voor meer informatie over de start van het project, zie hoofdstuk 7 van deze oproepfiche.

-

Wanneer een project is afgekeurd, ontvangt de promotor een e-mail van de projectbeheerder met een motivering van de negatieve beslissing.

De geanonimiseerde evaluaties van de projectvoorstellen worden opgeladen bij het project in de ESF-applicatie en zijn daar raadpleegbaar. De kandidaat-promotor moet voor een technische herziening binnen de 15 kalenderdagen schriftelijk bezwaar aantekenen.

6.3

Herkansing

Bij deze oproep is het mogelijk om te herkansen indien er nog geen uitputting van middelen zou zijn. Projectvoorstellen die negatief beslist worden, krijgen dan de mogelijkheid om te herkansen binnen de oproep. ESF Vlaanderen zal, indien zo, daarvan de indieners op de hoogte stellen bij de beslissing. Bij de herkansing is het verplicht om alle opmerkingen bij de beslissing in rekening te nemen. De verwerking dient grondig te worden aangegeven in het nieuwe projectvoorstel. Een bespreking met de oproepbeheerder van de oproep wordt ten zeerste aangemoedigd. Indien er na deze herkansing opnieuw een negatieve beslissing volgt, kan het projectvoorstel niet meer opnieuw ingediend worden.


7. Wat zijn de verdere stappen na goedkeuring van het project? 7.1

Project- en partnerschapsovereenkomst

Nadat de promotor via de applicatie een positieve beslissing heeft doorgekregen van de projectbeheerder kan de projectovereenkomst worden opgesteld. Die wordt elektronisch ondertekend door de promotor en nadien door de algemeen directeur ESF Vlaanderen.

7.2

Voorschot

De promotor ontvangt een jaarlijks voorschot van 70% van de toegekende middelen van het Vlaams cofinancieringsfonds. Dit voorschot wordt een eerste maal automatisch betaald na ondertekening van de projectovereenkomst De uitbetaling van beide volgende voorschotten wordt na de tussentijdse rapporteringen bepaald. De voorschotten kunnen echter pas uitgekeerd worden na ontvangst bij ESF Vlaanderen van de middelen van het VCF.

7.3

Administratieve verplichtingen

Registratie van de deelnemer Het is belangrijk zo transparant en gedetailleerd mogelijk te registreren. Dat betekent dat een organisatie zowel de persoon als de acties die ondernomen worden met die persoon inhoudelijk en naar begeleidingsmomenten moet registreren en verantwoorden. Oplevering van de registraties De promotor moet de bewijsstukken van de ingebrachte kosten opladen in de digitale archiefruimte van ESF Vlaanderen. Een handleiding om de archiefruimte te gebruiken vind je op volgende website: http://kik.esf-agentschap.be/ajax/downloadFile/000a4274-988f-11e3-81600050568b00a8/archief%20-%20handleiding%20promotor.pdf.

Indicatoren In bijlage I van Verordening (EU) Nr. 1304/2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds worden de gemeenschappelijke output- en resultaatsindicatoren vermeld waarop ESF Vlaanderen op elk ogenblik moet rapporteren. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Pagina 22 van 26 esf_wij!_oproepfiche_def 29/01/2015

In bijlage aan de oproep worden deze opgelijst met een uitsplitsing naar gegevens die ESF Vlaanderen uit MLP en uit de ESF-applicatie verwerkt en gegevens die door de promotor moeten worden gerapporteerd. De promotor moet de indicatoren dus samen met ESF Vlaanderen opbouwen. Het ESF-Agentschap zal voor de aanvullingen die de promotor moet maken de maandelijkse MLPmonitoring hierop voorzien.

7.4

Rapportering

Tijdens de looptijd van een project wordt er gevraagd jaarlijks te rapporteren over de voortgang van het project, zowel inhoudelijk als financieel. De tussentijdse rapportering gebeurt via de ESFapplicatie.

Eerste tussentijdse rapportering Tweede tussentijdse rapportering Eindrapportering

Rapportperiode 01/06/2015 – 31/05/2016 01/06/2016 – 31/05/2017 01/01/2017 – 31/12/2018

Deadline voor indiening 31/08/2016 31/08/2017 31/08/2018

De rapportering is een voortgangsrapport waarbij de promotor ESF Vlaanderen op de hoogte stelt van het verloop van het project. Het bestaat uit een: 1 inhoudelijke rapportering: ESF Vlaanderen geeft een WORD-document mee met vragen over de voortgang van het project. De promotor dient deze vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden en het WORD-document in te dienen bij de rapportering.  Aanpak en methodiek: Gelieve op de deelvragen van het projectvoorstel omtrent Aanpak en methodiek de eventuele wijzigingen en/of opmerkingen te duiden. Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de beschrijving in het voorstel kan dit worden vermeld.  Deskundigheid en ervaring in projectuitvoering en –opvolging: Gelieve op de deelvragen van het projectvoorstel omtrent Deskundigheid en ervaring een een zelfevaluatie op te maken. 2 Financiële rapportering: De promotor vertrekt hierbij van de ingediende financiële begroting bij het projectvoorstel. Bij de rapportering geeft de promotor aan welke kosten hij de voorbije projectperiode heeft gemaakt. ESF Vlaanderen geeft hiervoor een EXCEL-document mee. De promotor moet de onderliggende bewijsstukken voor de gemaakte kosten opladen in de ESF-archiefruimte. 3 Saldobijlage MLP: ESF Vlaanderen voorziet bij elke rapportering in een definitieve saldobijlage MLP die mee de basis vormt voor zowel de inhoudelijke als financiële rappoortering.

7.5

Thematische werking


Deelname aan deze oproep houdt ook een engagement in om deel te nemen aan een 2-tal thematische werkingen rond de oproep. Deze data hiervan worden met de goedgekeurde projecten doorgenomen bij de opstart.

7.6

Controle

De controle van uw activiteiten door ESF Vlaanderen gebeurt door uw projectbeheerder. Deze controle verloopt voor de meeste rapporten ‘on desk’. Steekproefsgewijs worden een aantal rapporteringen ‘ter plaatse’ gecontroleerd. Na de uitbetaling van uw rapport kunt u ook nog controle krijgen van de inspectiediensten van de Vlaamse Gemeenschap en van de Europese instanties.

7.7

Evaluatie

Aangezien deze oproep opengesteld wordt voor meerdere organisaties, er een groot volume deelnemers begeleid wordt en de acties beschreven zijn, zal deze oproep geëvalueerd worden op basis van case studies. De promotor kan dan ook gevraagd worden hieraan deel te nemen en houdt hier dus best rekening mee. De tijd die interne personeelsleden hieraan zouden besteden, kan ingebracht worden in het project.


8. Tijdlijn met verloop van het project ESF

Promotor

1/02/2015 Openstellen oproep 12/02/2015 Infosessie

Infosessie

31/03/2015

Indienen projectvoorstel

1/04/2015 Beoordelingstijd 31/05/2015 Uiterlijke datum bekrachtiging beslissing 1/06/2015

Start project Themawerking

Themawerking

Themawerking

Themawerking

31/05/2016

Einde rapportperiode 1

31/08/2016

Indienen rapportering 1

31/05/2017

Einde rapportperiode 2

31/08/2017

Indienen rapportering 2

31/05/2018

Einde project

31/05/2018

Indienen rapportering


9. Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Sjabloon actieplan Inhoudelijke vragen projectvoorstel Beoordelingsvragen projectvoorstel Financieel sjabloon Handleiding overheidsopdrachten Indicatoren ESF Sjabloon tijdsregistratie Sjabloon projectovereenkomst


OP ESF Vlaanderen Oproepfiche WerkInleving voor Jongeren WIJ!

Recommend Documents