Leeuwen in Noord-Afrika
De
EENE
.
SCHETS NAAR
HET
LEVEN,
DOOR
den Luitenant
De
Jong+van+Rodenburgh .
Wanneer
en
gij
op
alsof
u
wapen
reis
ge
gaat,
den
wees
leeuw
Arabisch
Op
avond
eenen
vermoeijende den De
de
omringd zipsie
geluid
de
een
waren
echo,
—
de
van
stonden
en
opgesprongen;
dof
eenige
uit
het
den
van
alle
in
onweder,
zijden.
van
voor
lagen het
eene
van
Tunis.
met
rolde.
de
wij rustig
terug
kracht De
te
gelijk,
een
van
verhief
Arabieren
eenige aangeloopen,
sprak
de
tent,
gebergte
kaatste
en
en
boschrand
Elk
na
doeär
een
grenzen
Arabieren,
de tenten kwamen
spreekwoord.
jaars,
aangebonden
deed zich
opkomend
langs
in
alléén,
zendt.
brandden helder in
diepe ademhaling volgde,
dat
klonk
vorigen
gastvrijheid
verre
Eensklaps
een
des
wachtvuren
de
Cheik
van
eene
gebrul;
“de leeuw!”
niet
paarden
den
rocken.
te
hoeren als
echo tot zich
door
Julij wij
ontvingen
Ouled-Saïd,
vallende duisternis, en
maand
ondergegaan,
was
zon
de
dagreis,
der
stam
in
nimmer
ontmoeten
en
vloekende 15
260
den onwelkomen nabuur
en
aankondigde.
omtrek
in
meer
en
den
dien de taal
indruk,
hadden kort te
Wij den
Arabier
steeds die
een
karaktertrek
wij
ons
zelven af, die
moedige
op
met
hij
soms
gen
zoo
opgevoed
en
trotsche
bosschen
koning nacht
het
stort; stil
staat
weerwil
de
voor
der
stervende
toch
het
van
om
den
strijd
hunnen te
de
woord,
om
heeft hem
te
oog
te
twintig
is
stilte
wachtende
offers had
gerezene
jagers,
zijn
niet
door
gezigt
de
den
vreesselijk
maar
uit de struiken
manen
oogenblik
een
kiest,
zijne prooi
slagtoffer
meer
Afrikaanschen
eenen
smart,
van
gekost.
vrije lucht
is
schoon
voorbijgaan;
zoo
jong gevan-
en
meerderheid
een
van
woedend
berge
omdat,
en
moedeloos,
zijner
Het
leeuwengebrul
menageriën,
en
vroegen
menig gevecht
moedermelk
van
zien
veel
en
doodsverachting,
omdat in
te
de
gevoel
hij gewond,
bij
er
hem
geduchten
hem
in
plegtige
en
Baborgcbergte,
neêrrukt
en
en
in
het
geeft.
mfct
verrigten
allen maakte.
in het
gebleven,
was
roof.
om
het
wat
gedurende
Seïd, den leeuwenman;
vele
te
af
te
jaren
onder
van
verlossen,
hoogmoedige
zijne
pligt
voor
leven
kogels.
door de Eranschen
:
gemoet
om
niet
zijne
doen Door
een
durft,
fierheid in
één
overwinnaars,
wagen, de
man
treedt
de stammen
mannelijke
en
Arabier
dwingen zijn
leger
den leeuw te
Gevoel
waagt.
vijand de
eerbied
dooden vielen
Eransch-Afrikaansche des nachts
gevonden, die, gansch alléén, en
dieren op
toonde
de Eransche wapenen,
was,
mager
bliksemsnel
dood
wordt
in
hem
kogels
den
ziet
blik, in
luisterde
eerbiedige
der
altijd
zege
hem
maneschijn
wanneer
Het
ieders
op
gelaat,
het
onrust, door het
en
huishond,
dat
vlammend
met
En
de
gebrul
bestierf
den
luider
stilte
expeditie
sterkste de
werd,
als
helderen
bij
de indruk,
is
de
men
woud
op
in
merkwaardige volk. Yanwaar,
verwekt?
treedt, brullende
van
woord
eene
tegen
zigtbare angst
als
dier,
strijd
dat
van
slaperigen
met
de
het
moed bewonderden de koele
mannen
overwonnen
leeuw,
beroofd, het
is
den
en
koning
bij
voren,
hen. de leeuw steeds
De
den
het
de schrik
en
muzijk,
van
in
gezien
den onbezweken
die
hals
die ontzettende
naar
of
komst
zijne
deed zicli
naauwelijks hooren,
nabijheid
uitgestrekten
met
lippen; elk
de
Maar
die
verwenscbende,
en
zes-en-
stammen:
le tueur de lions
Bou-
genoemd,
261
wordt
jut,es
zeden
en
wiens
taal
die later
de schoonste
in
twee
zijn
Arabieren:
andere,
breeder
drongen.
Zijne
borst
gelijkt
300
Ned.
volwassen
het
De
terwijl
welk
De
geslacht
zwarte
leeuw
twintigtal jaren maar
beloert
terugkeeren de
lange
ondergaan om
zich
nabij In
en
der
zon,
of
een
zigtbaar,
en
het
vat
post
den
olijfboom
’s
zij
hij op
de
zich
250
van
gedooden den
van
uitgestrektc
slanker
en
het
schoonst de
aan
kat,
waren
was
komt
zijne
af te
hij uit
tusschen
het
Krenchela
den
zoekt
daar
de
het
wachten.
in
de teekenen
tegen
in
verblijfplaats
voetpad
een
maar
zich
stam
vlakte,
tegen
In
het
de rotsen
Lange
jaren
Aures-gebergte onveilig
zijner te
een
gebergte
hun bloed te drinken.
om
naar
roode,
blijft
avonds
opgehouden weg
de
en
Zeldzaam
voetganger
leeuw
hij gewoon
ge-
was.
herinnert
als
gebergte
verlaat
hij
de
lengte heeft, vijf
van
doet
en
zoo
eenige runderen
zwarte
ouden die
is,
wanneer
eenzamen
alwaar
afgehaald
ophouden.
zomeravonden
Oertèn,
eenen
doodt
krachtige
ineen
bevonden
bovengenoemde
bouw
dan
donkerbruin
eenen
breed
elleboog
de zeld-
weegt
van
spits
is
meer
een
ééne el
de
de
van
werd
die
dan
niet rond
in
kudden
doch
lijf
door de
behoort.
ook
zwerft
soms
de
een’ ruiter
had
hij
schuilhoek
goeden
een’
de huid
zijne
leeuwen
van
gebouwd
zijn. Hij
het
tot
grooter
sierlijke
wanneer
op
gemeten,
ééne
voorhoofd
De
en
Algerië.
De eerste
die
zwart
van
gemeten
leeuw is
rosharige
opmerken tot
het
dengene,
rosharige,
sterker
lendenen,
den staart,
van
is
meest
manen
plaats
de
en
genaamd. Hij
lengte
de
voorarm
ligchaam.
van
op
begin
(de
ellebogen, hand),
ponden;
leeuw,
af tot
neus
de
door
verscheidenheden, zwarte
en
het
paard, terwijl de dikke lange tot
de
gevreesde.
kop,
van
kleur
met hunne
voor
jagersleven,
zwerftogt
onzen
el zarzocri
en
de meest
maar
bemind;
reisgezel
avontuurlijke
liever
Afrika,
van
adréa
el
zaamste
van
of
soorten,
noorden
het
en
innige gehechtheid werd, behoort onder
eene
herinneringen
geacht
kostbare
een
vindt in het
genot
kennismaking,
hij
is
bekend,
inborst
Er
door de Arabieren
gérard
maakte.
klaauwen
scherpen.
nog
262
Wanneer heelt dan is
hij
geschiedt draagt
bijna
tijd
wijfje,
somwijlen der
dagen
de leeuw
en
het
dagelijks
eenige
één
van
Het
is
die
dat
ontstaan
getuigen welke
hare
geen
ontstaat
mannelijke
den
eindigen,
eene
poot
van
laat.
Zijne
zijne
De
een
eerste
kroost
verlaat
na
dan
zorgvuldig
met
van
leeuwin,
harer
die
de
zij
uit
die
nabijheid zijn
om
spoedig
die zonder
beslist
is.
lendenen
terwijl
die met
een
van
vleit half
den
zich
geloken
ouden
kennen,
dooden. de
verbrijzelt
het
slagveld
edele
zijne
Nu
overmoe-
klaauwslag,
het
oog
eenen
te
éénen,
nu
leeuwin,
uitslag blijft,
Door
een
derde bebloed
voert.
gelijk gevolgd
leerde
den anderen
andere
huis
de
van
gebrul
de
onwillekeurig
brengt te
bij
minnaars,
een
naar
die
de
derde
tijd,
niet
de bruid
voor
een
de
tusschen
verliefden
twist,
heeft
schuddende
neder,
in
getal
later
wanneer
strijd,
meer
eenen
en
In
dan de oude leeuw hier
de
anderen,
bewijs
doodelijk
hertejagers,
van
soms
kracht
worsteling,
manen
gezellin
eerste
en
wiens
verscheurt den
treedt
nachtelijken
volgelingen
rvorden
te
dikwerf
hevige gevechten dood
verhaal
het
door twee
jonge
is
krijgen
hunner nog de kracht
beet,
een
jongen
leeuwen.
aangevallen \ geeft
digen
de
haar
de leeuwin
waardoor hun
van
leeuw,
verlost
daar
en
Eerst met de derde maand,
voedt hare
en
Ge-
werpen.
oogenblik
geen
de
dien
van
Gedurende
drie.
paren.
mannetje
een
der
beider
volgens
waren
volwassen om
uit
te
einde
kunnen
en
jaar blijven
orn
December;
het
de leeuwinnen,
hierdoor
met
dikwerf
wordt,
te
jongen,
gevuld,
derde
van
tegen
zij gespeend;
sterkere leeuw tusschen beiden
Niet zelden,
als
voor
dan
somwijlen
tanden
van
vooral
welpen,
paring,
hol,
het
verlaten
laatst
rust
zijn
hij
gescheurd schapeuvleesch.
tijdperk
minder
twee
de behoeften.
het
uren
in
om
de moeder
worden
krijgen,
het
hij volwassen;
manen
Tot
zoekt
zelden
één,
in
op
en
uit
worp
voorziet
tanden
jaar
verlaat
geboorte
of
spelonk
uit
zijne
dezen
zij
wanneer
een
de
bestaat
woonlijk
gekregen,
Januari)
afgelegene
eene
wordt is
oud
jaren
dan de leeuwin.
grooter
de ouden, in
leeuwin
acht
volle kracht
derde
een
Dit
leeuw
zijne
welpen bij
de
en
de
dadr den ver-
dier naast
wonden
likt,
genegenheid.
even
als
de
Arabische schoone,
kracht
en
dap-
263
als
perheid
eenige
getrouw
aan
wanneer
een
leeuw
hunne
is
prooi
niet
hetzelfde
volwassen
de
Als
des
is,
de
zij
Tegen
de
acht
leeuw,
waarachter Be
op
de
vee
os,
aan
paard ellen
de
verbranden,
doortrekken, te
die op
de
de
naar
doeilr
Bit
voor
hij
altoos,
totdat de
rond,
of
jaar.
schapen-
nabijheid komen;
kan
doen
om
zich
hebben
debosschen
om
hunne
verderop
op
de keel
gevaarlijken
uitzien
met
zij
in
wordt.
eeuwen
gewoonte aangenomen
den
van
overspringen,
hunnen
van
Eeeds sinds
verwoestingsbeginsel
als
alwaar hun de
geparkeerd
roofdier te noodzaken ten einde het
zoeken.
vooral
óenen beet
middelen
lagen,
hij,
de kracht ontbreekt hun
met
welke
hij
en
waar
welp, zonder hulp
Arabieren
echter
hem,
geiten
hunne
maar
dat de
den
bevrijden.
de vlakten
getrouw
tot het derde
namelijk
in
het
jaar bereikt hebben,
hooge omheining
welke
onder anderen,
half
de
en
volgen zij reeds
bosch,
jongen
of kameel
in
te
de
rund,
des nachts
zijne nabuurschap
plaats
een
worden,
een
de
wordt.
door het land
daags
tweedejaar
twee
schade,
van
is,
van
gebeurt
het
paren,
beginnen des
te
haar
woont
verveelt
ernstig
zeer
onophoudelijk
die
hij
Hij
verblijfplaats, Bit
gekomen,
en
duisteren nacht het hol
eenen
lijden, heeft hen lang
stammen,
rand
doesir
verzorgt
Op ter-
vooruit,
verzadigd
welpen
eene
hunne beurt
maanden
eenen
en
geduchte
nabuur van
bij
vallen,
te
het
der
Maar zoodra zij
zamen
zij
den
zij
Be
verlaat
is,
omheining
strooptogten.
karakter
tot
Het is eerst met het
dooden kan,
dat
voor
steeds
den
Bij
bezit;
gehechtheid.
meeste
de
hulp komt.
te
somwijlen wagen zij zich
ouden
eten
spelen
zijn
brengt.
dat
nog.
waagt
over
nabijheid
de familie
aan
rigt.
vijf maanden beginnen
is,
kudden
de
familie
daar
tijd
in
allen te
zwerft
nu
het
hol;
de moeder
het maal
verlaten
gaat
zij
welkom.
steeds
de leeuwin
geworpen heeft,
zij
wanneer
jongen
nachts
leeuw
niet
de
haar
voor
gedwongen
toe
de hare
sprong
deze
dan
minder
nog
waagde
is
niet
er
opbrengst zijner
gewoonlijk
noodig,
zoo
de
van
hij
naar
zal
nadat
weken,
in
zoekt
den
hij
brengt;
zijn
zwerftogten
die
leven
bewijst haar
en
is
beschouwt,
voordoet
zoolang
schreden
het,
huisgezin
zich
gezellin
zijne
nachtelijke
eerste
en
sterkere
hij zijne hij
die
dengenen,
daarentegen,
nimmer
wijl
aanbeveling
eene
eene
de
te
kudden schuil-
ruime schaal
264
toegepast,
daar de Arabier
—
wouden heeft,
van
der
verblijf
het
is
reiziger
naarmate
hij
kruinen,
sluiten
vlakte
de
in
oorzaakt;
hier
door
de
voorbij
en
die haar
bosschaadjen,
eertijds
eenzaamheid heerscht alom;
hij
het
voort,
door
dagen;
de
elke
en
Eindelijk
zitten
bron; koosde
hij
de
voet
en
om
betreedt
het
hart,
drijft
leeuw
nimmer
en
een
verblijfplaatsen
hij
in
de
is
en
verbrand;
verdroogd,
het
die
terug
zich
aan
zoo
nog
provincie
de
één
hier
eene
palmboomen
dagrid
aan
zuidelijk,
Constantine
in
de
en
zijn :
verder
hem
slaat
verlangen
en
een’
caravanseraï,
noordelijker
schaduw ver
hem
voorbijrijden
in
—
schilder-
schoonheden
Maar
de
gevolg. de
onder de
onweerstaanbaar naar
klein
het
nachtrust
—
het avondmaal
ontmoet
nu
in
bereikt;
verder
hij door, lange, lange
verborgene
korte
draaft
en
El-Cantara
en
vrouwen,
heeft behoefte
vertoont
tuinen en
beroofd,
verschaft
met
van
slechts
woestijn.
hem
neergestorte
rijke
zijden
Zoo reist
binnen,
Biscara
de
de
in
gastvrij
hare
eene
dagreizen
water,
de
na
Romeinsche
van
verwoest
zijn
de buks
echter
en
ontoegankelijke
het
de
maar
lommer
bergengte
jonge
poort,
—
aan,
naam
werpt
Arabische
twee
na
weemoed
Ook
—
de
dien
afspiegelen;
zijn
groen
hij
van
buiten
fontein
en
door
de
op
wordt
ontvangt
trekt
langs
moedeloos in de brandende hitte, drukt
hem
doeiir
ver-
boomen zijn
met
voert hem door de
van
gevolgd. uren
te
blootgespoeld;
omringden,
stijgbeugels
de
wijst
wereld;
nieuwe
scherpe
zijne spahi’s zon
oasis
achtige
blik
de
paard
en
dreigt telkens zonnestralen
versteeningen
tempelruime;
de wallen omsloot,
die
de rivier
menige
de
puinhoopen
steden, langs de oude heerbaan; zijn weg
poort
vormt
de
de verte
in
trekt
Hij
gebergte zigtbaar.
winterregens
alleen
bosschen
en
oesterbanken
liggen
de
door
voorwereld
zeldzaam
daar
zijn paard
en
verschroeijende
de
door
kloven,
en
rijdt,
toeneemt verweerde
kale
uitgedroogde klei
af;
gezigteinder
hetgeen
met
De
is.
Constantine,
van
vinden,
Kalkbergen
nadert.
door henen
de
afstand
eenigen
op
veranderd
aanzien
van
onvruchtbaar te
en
den
geheel
af keer
ingeboren
eenen
dat het oude Mauritanië sints
oorzaak,
reeds
Sah’ra
hij
waar
struikelen
der
llomeinen
woest
als herdervolk
mede
verwonderd,
omstreken
de
is
—
naar
de
leven,
streken. eene
zijne het
heldere
gelief-
gebergte
265
Machieona in de
nabijheid
vooral
Aures-gebergte, *)
het wilde
wanneer
hij
deze streek,
in
ophoudt, In
gé hard
te
na
,
bijgewoond, waarts te
verlossen
die
terug
als
even
wien
zij
wordt
nu
een
getale
welke
des ter
men,
avonds
hoogte
de
Aan der
beg
eene
is
gen,
den
oorlog
naam
en
van
die
Teil
verloope,
"Wandalen, moeite
de
er
gansebe
een
onder
der
en
zich
bet en,
roemt
zijne
meester
streek
is
spreekt
van
van
(het vruchtbare gedeelte)
Batua
van
de
en
Dusdanige
Opdat
ver-
doem.
zij
noemen
van
vee,
boomstam-
de
helling
10 ellen
diep
de kudde zich
door de
verhakking
bet
park
door
verbor-
’s avonds wordt de kudde
gebergte,
omstandig
maken. af ten SalTra
cirkel
het
voor
van
ongcmcene te
—
weiden
een
midden
een
er
ingang
gegraven
zigtbaar;
Komeinen,
wijze.
en
in
gewoonlijk op
boven.
dan
wordt
daarvan
kuil
met
Gawoonlijk
elkander
Kaïd,
leeuw,
maar
denzelfden stam,
van
worden.
die
de oude
den
volgende
takken
van
of
den doeiir,
Pnocopius
dorre
Cheik
gescheiden,
aurasius
Constantine.
groote
de
oude
der
Aurh,
wijder
de zoebia
een
wordt
buiten niets
het
provincie
hadden
iets
niet
van
Aurès,
1) der
en
en
el, gesloten
paar
van
is,
geplaatst
breed, nachts
des
opzigt
uit-
eenen
van
voorzien,
te
• heeft,
worden
( guitoen )
verhakking
eene
van
bij
tenten,
tenten
een
hooge zijde
bergen 5
en
door
van
onder
eeuiging,
altijd
met
de
op
moe-
hellingen
vijand,
betrokken
met familiön
dertig
geplaatst
elkander
tegen
ouden
in
jaarlijks
zij
hen
om
verontrustte.
hout
van
vinden
hunnen
zich her-
plasregens de
jules
te hebben
had
lang
naar
zich
( zoebia ) gegraven,
Deze
gemeenschappelijk.
Hier
met
wij
vooreerst niet durven aanvangen.
tot
tien
de
stammen
om
eenigen tijd
der Amamera’s,
door
en
Marokko trekt.
Babor-gebergtc
hen sints
winterkwartieren
valkuil
van
de
tevens
He Arabieren voegen zich ten
dat
vlakten
winter.
strijd
den open
de
gebergten,
en
de
zij
van
naar
Laatstgenoemde
den stam
trekken
verblijven aldaar den
legerplaatsen
in het
steeds
hadden
Oertèn,
van
veldtogt
herfst
Tunis
van
opgeslagen.
bovengemelde boschrijke en
paartijd
zich
hij
waar
leeuwenpaar,
den
veranderd,
zijn
rassen
Djelma; liet land der Ouled-Shamza
vallei
den
de bede
een
van
Wanneer
de
tenten
op
in
den
in
zamen
onze
begeven
van
gelegen
over
in
vruchtbaarheid. Thans
verstaat
westen, afscheidt.
tot
in
zijn
bet
zuiden
verhaal
De
men
van
Romeinen onder
Tobcssa ten
den
oosten,
266
als
gewoonlijk
heining, De
opgesloten
digt
den
bij des
leeuw,
reuk
het
en
den
van
laagte springt, den
gelukkige
nieuws
deu
krijgen; in
midden de
wanneer
nieuwe
groot veld. en
het
de
reeds
de.
zoubia
en
zich het
nacht
namelijk
eenige weken
wezenlijk eene
men
in
omtrek
den
morgen
die veel
dan
één
hen
honger, eene
tot
ook
maar
verwoesting
zomers,
bergen
de
de
zich
de
den rand donker
de leeuw
mige woordenwisseling
jagt om
daaraan ten
jagers van
prieel gerust
maken
te
naderen,
te
de
nabijheid die
vertwijfeling. de
de kudde.
het van
te
worden
deel te
bosch, wilde
slapen
wordt besloten
en
om,
waar
tachtig
op
olijven ligt. Na
en
eene
Op
jonge dit
Nadat
nu
wordt,
alle
nemen.
van
de
en
zich te oefenen,
getale
zeer
leeuw schoon
dooden
jaren
voor
niet
een
verliezen,
tot
om
om
doet, worden
familie in
bijna
twee
des
arbeid kost,
heeft
brengen
ver-
de vlakte verschroeit
der
eene
te
veranderen
gevoelen
Hier
dat zich
ondergaan, van
nijpend
een
verschoond
de leeuw
doorloopt
vindt.
welpen,
opgeroepen,
een
mastikboomen,
wil,
hlgemeene
verzamelen
onder
legerplaats
van
morgen-
uitslag
kan
Daarbij
het
door
schatting betaald is, die weldra ondragelijk
eene
geweeren op
is.
de
roeraloozeu dood.
juist diegene
en
kreupelhout
toeval
eenjarige
eenen
gunstigen
zoo
valkuil,
soms
het
besluit
naar
woede in
van
weldra,
en
de aanhoudende hitte
nu
water
aan
leeuwen niet alleen uit
plek,
de
zoo
tijdperk
eenen
dit saisoen
in
en
is
verzameld
gedurig
karig voedsel
leeftijd
en
gegraven
zoeken,
te
Arabieren eiken
derd
het
gelukt
een
met
hoogte
stort brullende
sterft het edele dier
vee
bevindt
deu
buren
het
spel,
hcogere gedeelte
de
van
de eerste
gedwongen
stammen
de
waar
den
geweerschoten
Wanneer
gebrek
het
verkondigen
worden,
toegepast
van
door
den oratrek;
herderstammen
weiden
naar
gemak
worden alle tenten beroofd
soms
wier
sprong
nabijheid
opgewonden
en,
gaat hij uit
de
de doeürs in
al
aan
echter
altijd
altijd
hij
twintigtal kogels getroffen, Niet
do biniien-
aan
Dienzelfden nacht
vindt
schemering
kudden,
runderen,
daar
—waagt
kuil.
diepen
der
—
de
in
komt
rondwarende,
spoedig
geloei
doeür,
zich
verbergt
kuil.
nachts
doeür, bemerkt
deu
de wacht
en
doeürs
Op
eenen
tot
hon-
afgelegene
honderdjarige
eene
vrij
onstui-
voorafgegaan door
eenige
267
zijne
van
en
spoedig
het
op
leven
door
menigen
verscheuren. weeren
deze
hem
zonder
vreesselijke
kwetsten de
en
der
geteld
sluiten
op
den
legt
en
het
en
derde
leeuwen, geen
het
schrijven
met
noodig
nijpendst
twijfelaar,
géiiaud
officier de taal
bij en
is
het
in
en
en
de
ge-
de velemen-
en
dan
Oertèn
leidt
die, en
tusschen
is
nog,
ronde
naderen
het
dier
soms
een
Van
de drie
zelfs
zoovele is
jareu
alleen
voor
het
on-
toe
oog
te
van
beschermt.
Door
Arabieren,
treft
treedt
geveld werden, viel
zijner jaren;
regiment spahi’s.
zijne
passen
maken.
gedurende
hand
oog,
tweede,
een
te
doen be-
Toegerust
zeker
kogel
terugkeerde,
gevaar
der
te
géiiaud
hem
en
overgelaten,
des nachts
zelfs
gesteld,
de kracht
de zeden
dooden
weinige
op
zoodat
echter,
beschermende
eeue
aan
deze
onbewegelijk
dat
en
en
menigeen in
dooden.
te
vaste hand
gedurende mijn verblijf
het
uit
hem
ge-
heen
gékaud
jui.es
leeuw
hem
aan,
gevecht
te
doeilr binnen.
heeft
wanneer
kop
en
gescheurde wonden door tand of
laat
Zelden
oor.
verstoktsten
Jules en
den
de
dusdanige jagt,
den
wijze
woud,
buiten is
die
de
den
genezen,
gemoet,
oogenblikkelijk;
gedeerd
den
het
van
op
kogel
dier
eene
daar
andere
de buks
oogenhliklceüjk
van
die
om
vreugde, onder den zegezang
onhandige
gedoode
hem
hunner naastbestaanden
onwrikbaren moed,
te
oog
in
achten,
te
zijn,
de
werpen
over
Nu worden
treffen.
zorg
zelden
bedaard
en
de
kost,
zij
eene
koning
maakt,
klaauwslagen
de
het
yatagans
en
hij
hoewel
rukken
te
allen
een
blijft
genoeg
neer
of
geraakt
gewoonlijk,
kracht
eenigen
en
messen
uitkomst
die
kalmen
met
aan
veroorzaakt
nagel
met
en
hem
geschiedt zulks,
worsteling
met
onzekere
schenlevens
te
trekken
overige
vrouwen,
De
hij
jagers
dat
leeuw
valt
Somwijlen
de hersenen
taai,
zoo
storten
Naauwelijks vallen
dooden
geslacht
de
gedrongen op
schieten. of
vijand
bekropen,
nu
verschijnt
elkander
hart
doorschoten,
kogel
weg,
op
het
bij hem
de
waar
Deze wordt
paar schoten
digt
gelijk
dit
bij
is
de
woedend op
te
wanneer
bespieden,
uitrust.
een
die
jagers,
schot,
eerste
het
maar
de
voor
gegeven
en
steenworpen
teeken allen
te
juiste plaats
nachtelijke wandelingen
eenige
na
de
spoorzoekers,
ervarene
lang
behoort
hij
is
Dranschman
verblijf hij
tot
vertrouwd
de
weinige
268
Pranschen
die in
in
komst
het
stantine
achting
der
doeiirs; of
wier
op
de
doen
schrift,
en
dit
Naauwelijks de
in
vallei
die
kwamen boden, wier
paar, Een
het
der
was
vonden,
door
nu,
te
paden
de
naar
twee
te kunnen
vinden
de
aan
kudden
en
vallen.
te
met
beentjes
1) Sherif, De
titel
groote
mecrv.
Sherif
diensten
Christen
overgang moeten
van
gevuld,
o.
a.
Shourfa, kan
aan
die muzelman
ten
opregt zelfs
is.
Een
als
te
alwaar
Het
ingerigt.
de
die
des nachts dien
weten,
niet bedekt ter
tot
het
wijzen,
bewezen
hij
kan
beschouwd
zeldzaam,
door
nimmer
gaan
worden.
doen
daden
regt
sinds
de
voet-
plekken
namen
de
om
geopende
uitwerpsels, bewijzen
Mohammed
dezen
eene
werk
gebergte
opene
vuist:
van
doch
kunnen
zoodra
jood daarentegen
eener
geslacht
het
met
en
wij
weinige
de leeuwen
was.
welke
eerste
van
de
worden,
grootte
komst
heengereden,
was,
kennen,
het leeuwen-
onzer
gevonden spoor kon
Sherif
regtgcloovig
gewijde
terugdenken
van
gangen
vergezeld,
negon-en-negentig geslachten voorbij
zijne afstammelingen
zijn
verschillende kanten
doeürs
ons
einde
weg Het
godsdienst is
is
der
zich
de oorzaak
die
leeren
adellijke,
wordt,
Nememcha’s,
verpersoonlijkt bij
men
aangevallen
verschillende
op
de
stammen
Soedan,
Heer,”
van
de
van
voor
te
waren
met
oog
eenige moerbeziënboomeu
of
spoorzoekers
vingers der uitgestrekte hand
hij
de
zijne matigheid
den
den
volk kan
naar
gastvrij
den
schoonste
maar
en
in
hand kussen
onderworpen
woord, voor
nabijheid
hen
en
de
hem
tijden.
de
voerden,
valleijen
één
jager
werd
goede
onderzoeken
Tunis
opgeslagen,
door
geleden
gereed
tent
in
volgende dagen
kortst
in
berigt bragten
oponthoud
de niet
tenten onder
onze
Oertèn
van
hij
laat
de
ontvangen;
derooverbenden der
bij
In
eerste
waren
zich
Con-
provincie
wacht
vrouwen
niet alleen,
aartsvaderlijk
der
en
bij
tot
geweldig
“een
bij
en
ontzien.
de kindschheid
in
ligt,
der
met eerbied
verwaardigt het
zelfs
en
Bij zijne jaarlijksche
grenzen
der
trots
en
hem, ook
Oertèn
grenzen
stammen:
armen
liefde
oosterschen
) ontvangen,
gevreesd
naam
de
onbezweken moed
Zijn
1
alsSherif
zuidelijke
opene
en
den burnoes
ingetogenheid
en
met
met
van
blik.
geen’
hij
mannen
maar
slip
de
der
gebergte
wordt
hen staan.
hooge achting bij
dat
hehoorende.
verkregen worden; verdienen.
getoond
hebben
op
—
Een
heeft
dat
dien
titel;
zijne bckccring,
vóór
zijn er
dat
269
de
dieren
volwassen
af
verlaat
maan
en
proefde
pistolen liefst
volgde
bergpad den
de
iets in
geheimzinnig
den sterrenhemel,
onbekend,
mogelijkheid Het
oog
in
elke
gereed
De leeuw
stilte,
zich
af ter heen
zijde zien
sluipt het
Soms
hij
vreemde
wil,
plaats
de
kop
zijde
en
niet
in
vijand,
het
hart
dan of
kop
geschoten
liet
schuinsch
alsdan
kant,
een
waar
Het is
stil;
eene
leeuw ziet
hij
dat
het
zich
oog
wordt het
worden
vlak
de
en
weer
den
jager
het
oor
of
Gevoelt
achter
en
hij
op
gaat
hij
toont de
kat,
kogel
aangebragt.
hersenpan zijdwaarts helderste
den schrik
het
op In
geen
gedaan schijnsel
te zien,
het
na
de
doel
wanneer
schot
nog
klaauwen
geval
hoe
kogel te
oor,
vasten
als
kan
nabij
worden
den
op
daar-
ook,
doorlaat;
er
van
dier
stuiptrekkende
geen
ligt,
kiest
en
geworpen tusschen
soms
jager onderdrukt
het
zich
hij
zich
voor
staat
eene
De
zijn
zoo
schuddend als
jakmaal
wacht hem
hij
waar
wordt,
grond
nemen.
'den
van
van
de verte,
bespringen.
te
te
begint hij zijnen
geblaf
gewaar
terwijl hij gedrukt
het
merkwaardig
en
in
de buks
en
visier
trillende hand stilte
en
rug
oor,
passen
maan
het
plek,
hem in
op
de tweede
der
op
openc
een
zonder
gevaar
onwillekeurig het hart bekruipt, door
den
op
snaren
aan,
ligt
der ziel trillen doet.
overblijfselen
hem
hij
achteren
gezien wordt.
in
paar de
de
de
neemt
hij
koortsachtig
tusschen
ter
staande den
gevoel,
gebiedt
de
dien
van
zijn
afgebroken
aan
grooten kop heen
om
der
en
Er
het noorden
aan
van
gebrul kennen;
korte
voetpad op
drukt
rond
door
verschafte
—
vangt elk geluid op,
oor
het
over
zuidelijken nacht;
schittert, te
geheimste
het
het
Zoodra
den
de
volgt
afstands
hem toe,
tanden.
het
van
omringd
gangen
weg
van eenen
verscheurend dier
wijst
steeds
kan.
eenige passen naar
of
zijne
den
vergast,
dat
struik,
zoo
eene
Hem
aannamen.
helderheid
gevoel,
roover
doet
die hem
hals,
het
hulp,
van
peilt
is steeds
togt
in
en
Gehard
alleen
onbeschrijfelijk genot.
een
be-
koppel
nemende.
gansch
der
opkomen
een
de alleenstaande boomen in
waar
gedaante
de plegtige stilte
die met
mede
klauterde
boschrand,
vreemdste
het
nu
buks,
zijne
jagtmes
en
weg,
eenzaamheid
nachtelijke
die
eigen
langs
en
maneschijn
breed
een
den
jager wacht
behalve
tent,
zijne
en
zijn
De
waren.
dient
naar
dien
werpt. dien
alle dieren
voor
den
270
hebben. Toen
leeuw
in
tent den in
de
doeilr
de beenen te
tusschen
roofzuchtige, zonder
niet
sprekende:
doen
dieren,
vuile
reden.
De
ellendig
leven,
nimmer
onder
de
des
die
twee,
houden,
winters
dag
over
en
van
De
windhond
gezin; de
zit
hij
daarentegen mede
slaapt
naast
groote
tent
de
hem heeft
zwijnenjagt Wanneer
allen
en
De met
een
dol
van
een
kalf
om
moge
nu
schrik of
uit
slip
van
die
van
zet
op
vee,
des
een
mogen
zomers
tent heeft
des
en
[el kelb)
leiden
Zij
doode
er
nachts
van
een
of
de wacht
onophoudelijk
een
zonsopgang
hyena’s of enkele stroopers
zwerven.
de vriend rondom
kring den
beker
zijn
burnous.
sierlijke
te
een
schotel
en
Arabier
Elke
die
dieren,
moedige
met
meester
den
van
het huis-
van
den
doeiir
binnen
om,
de
springt
of deze
geraoet;
over
of ander doeiir
zestig
van
door elkander en
staart
van
voor
worden.
voorzigtig
den
schaap,
prooi
zijn
Zelfs
zich
krachtigen
tent
zijne
den
gaat
zijne
echter
getale
aanvaller
trekken
leeuw
den
de leeuw ’s nachts
ten
den
blaffend
gebruikt
nu
honden
alle
op
eenige
maar
doeiir
toeval
hond
uit,
Elke
de
bij
zijn twistzieke,
den
het
veel
—
van
den
een
met
de
voor
Koran “onrein” zijn van
sloegi) is
[el
drinkt de
aan
er
hem
van
slapen,
den
in
aan
roode couscoussou,
en
jakhalzen,
dagen
gesproken.”
staan
en
regen.
die rondom
Wememcha’s,
afval
tot
de
ook
zegt
gewoonlijk
den avond
geblaf doen hooren tegen der
den
van
den
permissie
van
kwam
Deze honden
volgens
komen
tent
en
eenige
de herdershonden
genoeg
afdruipen.
die
met
voeden zich
de hitte,
reuk
Arabier
hond,
“mijn
afstand,
de
was
hunner
bleven
lag,
eerbiedigen
dan
één
van
droogen
te
eenen
op
nabijheid,
de
de huid
schaduw
naar
tachtig stapt den
het
nadert, schieten buiten,
luid
bedaard
door
naar
echter
der
schijn
hoogere
vuren
einde,
omheining tusschen het de
rent
en
even
bedaard
eenigen afstand
alle honden verdwenen,
te
en
wachten
vee,
dat als
vertrapt, kiest kant
den anderen
verscheuren.
terug.
springt
Op
angstig jankend
uit
dit
oogenblik
is
elk onder
gekropen.
de
jakhals
doode of
magtigen.
leeuw
wordt
door
hyena zijn, aangedaan; Alleen
de
gieren
geen elk
vergasten
viervoetig eerbiedigt
zich
dan.
dier,
het Den
lijk
het van
eersten
271
nacht
van
gewond
geene
zaak
te
verblijf
ons
zwaar
in
haar
was
Oertèn
ravijn
eene
dier
zijne wonden
aan
vlogen honderde gieren volgende leeuwin
en
Leeuwenvleesch
met
echter
den
in
der
wellust
met
die het
meest
hetwelk werd
hen
Het
hem
moorden,
maar
dat
des
wakker
gen
gewoonlijk reizende, zoodra
van
de
leeuw
welp
die
strijd
het
een
laat
ons
geveld
was,
raauw
leeuw,
den
Hij
zich
en
te
geplaagd
zijne schuilplaats gaan
zonder hem
of niet
regt
duister
zonder
geworden
doodt
de buks
uitzonderingen
ééne
gaf
van
in
komen
den
in
het
de kinderen
den dit
hart,
gegeven
vadzigheid,
niet
en
Des
arm
echter
is
dan de
is
den
hij
alleen
onherroepelijk verloren;
te
en
die tot
gebeurt
slaperig
maar
nachts
wij
ons
nimmer
leggen.
somwijlen
Eebruarij
lust
door de vlie-
half
deeren;
te
uit
evenwel
door dorst of verlaat
hard-
edelmoedig,
van
wel
verwijderden
dankbaarheid
maand oud,
die
de verdee-
over
verdedigen;
wakker.
was
wij
27 sten
Ben-Ouled-Yagoeb,
is
naam
dusdanige ontmoetingen heeft,
het
eten
\Verd
ontvingen
aan
uit
den
Arabieren
twist
wel
maken.
te
niet.
nu
van
leeuwenkarakter
hij
leven
te
verzadigd
bewijzen was,
om
gemaakt,
tent
Enkele
van
verdient
daags
voorbij
reiziger
den
dan
avond
de
hoogst
gebruiken het
den
hevigen
verdeeld,
is
smaak
misschien
de tenten der
onze
middagmaal halen.
de
lijden hadden gehad,
stukken in
van
het;
en
rigting
door hun onbe-
Arabieren
ontweid,
hoop
hebben
zoolang gegeten,
door
onbedwingbare moed;
en
gegeven is,
het,
hem te
eigenaardige
vochtigheid
ons
“Die
hun
ver
De
kregen
vrouwen
dapper
allen dezelfde
eten;
dat in
woud
verrigtteu,
van
uren
alles
dagen daarna
Eenige
was
lekkernij
dier,
het
De
in kleine
om
uit
“heeft
Oued-Berber
in
morgen
der stukken.
ling
en
prachtige
vallei
de
volgenden werk
Het
zoo
walgelijk.
genoegen, minder
leeuw.”
Julij
reuk
leeuw,” zeggen zij,
“De
haat.
en
afschuwelijk
een
de
en
onaangenaam
is
zoude.
kampement,
geleid, kwamen zij
instinct
grijpelijk
wij
gérard,
kogels
werd
morgen
gebergte neerstrijkende.
zeide
gevonden,”
anderen
drie
de duisternis
keerden tentwaarts in de
sterven
het
over
het
achter
in
liet
waar
Den
en
leeuwin door
eene
gestort,
volgen.
te
doorzocht zonder iets te vinden, dat het
was
voor,
gehechtheid. 1846 door
waarin
Een
jui.es
de
jonge
gékakd
272
in
het
gebergte
daaraan door hem
en
het
dat
dier,
zeer
jaar oud zijnde, in
Parijs.
het
wijsgeerig schoren zocht
hij,
jagers
ouden zich
het
gehoord;
werd
stortte
legde neder, daar dat
de
het
dier
herhaalde verviel
Onder toeval stof
de
de
vele
prooi
Korten
Ahmet-Bej
was
la
ville
tigde hij
elk
heid
hij
de
was
vergrijp
meene
zich
kracht
bekend
en
vriend
nog
onhandelbaar, hervatten
te
en
hetzelfde tooneel
gérard
Afrika
naar
door aanvallen
afgebroken
bij
elk
van
al
waarvan
moed.
Zij
het
rotsvesting,
en
de rooverbenden in
destijds
de
die berucht
behoort
bezocht
waren
ter
dood
heeft
voorval. veroverd
door de
door
werd,
soldaten tuch-
zijne
wreed-
den omtrek.
gevangenissen waren
door
onuitputtelijke
onverbiddelijke gestrengheid
tegen zijne opperrnagt, bij
jagt of
wachtvuur,
door de Pranschen
sombere Met
die
en
het
de
op
die Constantine
dramatische
de stad
dezer
die
geworden zijn
door het
twee broeders
en
of
vertrouwelijk
en
en
van
geopend
bewijzende,
hem
bezoek
slagtofl'ers,
van
genoemd.
gevreesd
struikroovers,
bevonden
is
heer
du diable
treurigheid,
de
de wildernis
hok
wild
geschiedde,
terugreize
den leeuw
zich
het
teruggevonden
zijn
parforce
Naauwelijks
in
meester
zoo
floot
herinnerde zich
voor
het onderhoud rondom
vóór dat
tijd
de
hok
de
be-
en
drie maanden later.
verhalen
van
Het
volgende.
stille
eene
voor
onderscheidt
en
de
het
of
grond be-
het
bij
air,
scheen
Parijs
van
liefkozingen
Hubert
Dit
in
Bourgogne.
oogen
of
verzochten,
na
stierf
en
opleveren
het
in
werd
brengen.
te
Maar
Hubert
razernij,
van
gérard
rust
allerlei
tijd opziende
vertrek
zijn
zich.
de
naauwelijks
gesloten
met
tot
oppassers tot
favoriet
beminden
zag
één
en
en
vreemden
weder
het naderen
een
hem
voeten,
eindelijk
Na
was.
dien
op
chevreuil
en
opgevoed;
was,
de oppassers,
gehard
Bij
den
van
onrustig
tijd
van
le
aan
de welbekende toonen,
zijne
voor
zich
hem
vertoonen,
dikwerf
zoo
dat
kwam
kweekeling.
bekend:
dier
mélodie,
gehoorzaam
daarna
te
gehecht
menagerie der Jardin des plantes
de
aan
dragen
te
algemeen
vernam
toen
leger der ouden,
Hubert gegeven. Met werd zorg
van
meester
zijnen
was
Lang
zijnen zonder
naam
geschonken
lot
was.
den
aan
Hubert
uit het
Djebel-mézioer geroofd
van
door
vol
Onder waren,
hunne
veroordeeld,
ongeen
de
273
die
Bey, dat
het
van
te
volbrengen,
hebben
te
gewend
met
ging
dier
steeuen te
vóór hen
toe
sprong die
zich
en
dit
stand, drinken
mogelijk, kroop
terug het
lang
hij
heen
en
weder
in
dag
aanbrak
den
kuil
Bey,
waar
het
die
voor
en
wreed
zag
het
op in
zijner
altijd maar
den
in
ruiters
het
ging
galop
niet
bloedige
regtvaardig,
kerker
been en
zich
dat
de
op
gaan.
zoo
1
silo
terug
de
hen
liet
achterna
dacht
te
om
Niet
en
van
hem
Constantine
werd. den
De
uitgestane
de uit
den over
terug,
Bey wilde vóór zich
man
slepende.
ging
dat
vlugteling
wierp
snel
vond,
)
tot
de ruiters
naar
en
tot
den tegen-
woede,
nu
geworpen
gelooven,
had
over
kwam
van
het
leeuw
medeslepende.
door
één
waren;
de
den anderen,
ledige
van
Toen
omringd
bedreigingen
overgeblevene
de leeuw
het
onregte vermoedende,
broeder
zijn’
maar
maar
naast
een
brullende
zich
den
de
be-
roovers
verslonden
ten
hij
verdween.
spoor
wilde
straf volstaan kon.
hem het
hij
Daar
verwijderde Niet
dat
of
silo,
dier
het
nieuw
op
verhaal
was
l)
hem
hij
komen,
en
van
schuilhoek,
zijn
broeder
vlugtte
willende
been
langs
kroop,
paard,
het
het
bron.
twee
hij, vergramd
en
aan-
hadden
vrije veld bereikt;
leven,
zijne prooi
knie,
moeite
schreeuwen,
aan.
hun
om
beet
keeren,
zou
toeval
daarin,
zat
was,
de
te
magt
eenen
hij
nabijgelegene
eene
en
hij
Toen
onder
uit alle
weet
vonnis
zetten ’s avonds hunnen
en
keek hen strak
den
het
leeuw; de
een
liet
om
dat
aan
verbreken,
te
ontvlugten,
innig
zij
vastgeklonken
de leeuw
dat
hield.
door
aan
liggen
verscheurde
dood
het been dat
en
en
kwam
ring
in de. bosschen
werpen
smeekten
hielpen,
niet
daags
te
was
ijzeren ring
ledig. Na vergeefsclie
noodlottigen
gelukt
boeijen zoodanig,
eigenlijk toeging
(sclierpregter)
nachts ontmoette hen
Des
togt voort.
den
des
zij verborgen zich
was.
gevangenis
om
wien het
de broeders,
gonnen
de
was
hen laten
denzelfden
Hoe de zaak
de Chaouch
toen
maar
door
cunen
geklonken
den anderen
niemand,
den
van
had
vreesde,
ontvlugting
eene
been
Ahmet-Bey doodsangst
Hij liet den ijzeren ring verbreken
en
schonk
leven.
Vrij diepe
kuil
met uaauwo
opening,
waarin
dc
Arabieren
hun
graan
bewaren.