Provincie
Oost-Vlaanderen Voor ieder van ons
150O3ÛI
Ontvangen
directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen
vergadering van 29 januari 2015 aanwezig Vercamer Alexander,
Besluit van de Deputatie kenmerk betreft
wnd. voorzitter
Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Bruggeman Hilde Couckuyt Eddy
- 4 FEB. 2015
verslaggever
Onthaal Zingem
M03/45057/33/1 /A/2/CV/KS ZINGEM - GARAGE ADELIN GHYSELS NV - GARAGE MET TANKSTATION Aanvraag tot het verder exploiteren en veranderen van de inrichting (K1). Jozef Dauwe
1. Feitelijke en juridische gronden leden
Wetgeving De Smet Albert,
Artikel 57, §2 van het Provinciedecreet.
provinciegriffier
dossiernummer: Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning . 1500302 (milieuvergunningsdecreet). zittingnummer:
114
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk
termijn:
30 maart 2015
Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. Besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I). Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II). Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Vergunningstoestand Milieuvergunningen: • Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 september 1995, houdende het verlenen van de vergunning voor het verder exploiteren van een garagebedrijf omvattende een werkplaats voor het herstellen, nazicht en onderhoud van motorvoertuigen (45 kW), een spuitcabine, de opslag van diverse gevaarlijke producten (6.200 I afvalolie, 15.115 I Pi-producten, 7.500 I diesel, 6.200 I afvalolie en 1.600 I smeerolie), de opslag van
9451400
p. 2
400 I gassen en 3 brandstofverdeelpompen, voor een termijn tot en met 27 september 2015. Het verbranden van afvalolie werd geweigerd. • Besluit van de deputatie van 25 september 2001 houdende het verlenen van de vergunning voor het veranderen van een garagebedrijf door het herinrichten van het tankstation door het verwijderen van de ondergrondse . brandstofhouders door houders van het dubbelwandige type en een aantal ' aanhorigheden, voor een termijn tot en met 27 september 2015. . Aanvraag De milieuvergunningsaanvraag werd op 9 september 2014 ingediend door de nv Garage Adelin Ghysels, Nederzwalmsesteenweg 117, 9750 Zingem, voor het verder exploiteren en het veranderen van een garage met tankstation, gelegen aan de Nederzwalmsesteenweg 117, 9750 Zingem, op de percelen kadastraal bekend onder Zingem, afdeling 1 (Zingem), sectie B, nrs. 257/v, 257/w, 249/h en 257/t, met als voorwerp: 3.4.1.a, 15.3.2, 15.4.2.a, 16.3.1.1, 17.3.3.1.b, 17.3.4.2.a.2, 17.3.6.2.a, 17.3.7.1, 17.3.9.3, 17.4. De milieuvergunningsaanvraag werd op 30 september 2014 ontvankelijk en volledig verklaard. Bij besluit van de Deputatie van 6 november 2014 werd de behandelingstermijn van de aanvraag van de milieuvergunning verlengd. Openbaar onderzoek Uit de stukken blijkt dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van Vlarem I. Uit het proces-verbaal van 10 november 2014, houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen, blijkt dat er geen bezwaren werden ingediend.. Adviezen * GUNSTIG advies van 12 november 2014 van het College van Burgemeester en Schepenen van Zingem. GUNSTIG advies van 11 december 2014 van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieuvergunningen dienst Oost-Vlaanderen (afgekort LNE). STILZWIJGEND GUNSTIG advies van Ruimte Vlaanderen - Oost-Vlaanderen (afgekort RO). GUNSTIG advies van 9 december 2014 van de provinciale milieudeskundige, de vergunning kan toegestaan worden voor een termijn van 20 jaar, onder de gecoördineerde milieuvergunningsvoorwaarden, overwegende: > - dat het de exploitatie betreft van een tankstation met garage en dat met de voorliggende aanvraag de exploitant in hoofdzaak de inrichting beoogt verder te exploiteren; verder wordt een productwissel van benzine naar diesel uitgevoerd.
2S945.1.4Û0
p. 3
-
-
dat de garage-activiteiten deels doorgaan in het agrarisch gebied, bestemming waarmee de inrichting planologisch niet verenigbaar is; ingevolge de voorliggende aanvraag worden geen nieuwe gebouwen opgetrokken; overeenkomstig artikel 5.6.7.§1. kan een milieuvergunningsaanvraag gunstig geadviseerd en vergund worden in afwijking op de bepalingen van een stedenbouwkundig voorschrift, voor zover de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad en de inrichting hoofdzakelijk stedenbouwkundig vergund is; aan beide voorwaarden is voldaan. dat er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren werden ingediend; dat de opslag van brandstoffen voldoet aan de vigerende wetgeving. dat mits het naleven van de opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden de kans op hinder voor mens en milieu tot een minimum beperkt is.
De Provinciale Milieuvergunningscommissie deed volgende vaststellingen: "De voorzitter licht het openbaar onderzoek en de adviezen toe. LNE vult aan dat zij gunstig advies verleende op 11 december 2014. De deskundige stelt dat er een correctie dient te gebeuren op p. 3 van het advies. De rubriek 17.3.7.1° betreft een klasse 3 rubriek (en geen klasse 1 rubriek) en de rubriek 17.3.9.3° betreft een klasse 1 rubriek (en geen klasse 3 rubriek). LNE stelt dat rubriek 15.6.1° (3) moet worden toegevoegd. Het bedrijf stalt immers geaccidenteerde voertuigen. Het betreft minstens 3 voertuigen per maand. LNE had bij plaatsbezoek de indruk dat de grondwaterwinning nog in dienst is. Nochtans staat in het dossier dat de grondwaterwinning buiten dienst is. De Commissie hoort de vertegenwoordiging van de exploitant die de opmerkingen van de Commissie aanhoort en het volgende stelt: 'het studiebureau heeft het bedrijf ertoe aangezet om hemelwater te gebruiken in plaats van grondwater. Het studiebureau zal nagaan of de grondwaterwinning afgedicht is. Indien dit niet gebeurd is, zullen we de grondwaterwinning laten opvullen.' De voorzitter stelt voor om een aandachtspunt op te nemen in verband met de opvulling van de grondwaterwinning. GUNSTIG advies van 16 december 2014 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (afgekort PMVC), voor een termijn van 20 jaar onder de gecoördineerde milieuvergunningsvoorwaarden. Omschrijving bedrijf/activiteiten/historiek Het betreft de exploitatie van een garagebedrijf met tankstation. De inrichting is thans vergund voor een autoherstelwerkplaats, houdende: meer dan één schouwput en brug; stallen van maximaal 25 bedrijfsvoertuigen; een spuitcabine van 10 kW; het wassen van maximaal 10 voertuigen/week; compressor van 5,5 kW; de opslag van 400 I zuurstof en acetyleen; de opslag van 4.100 I motorolie en 1.500 l/kg gevaarlijke producten in kleine verpakkingen; en een tankstation houdende: het lozen van 90 m3/jaar bedrijfsafvalwater in de openbare riolering;
p. 4
de opslag van 25.000 I benzine, 20.000 I diesel, 5.000 I gasolie en 5.000 I afvalolie; 8 verdeelslangen voor benzine/diesel. De lopende vergunning dateert van 28 september 1995 en werd verleend voor een termijn van 20 jaar. Er worden maximaal 3 werknemers tewerkgesteld. Het bedrijf heeft een externe milieucoördinator aangesteld. Voorwerp van de aanvraag Met de voorliggende aanvraag beoogt de exploitant in hoofdzaak de vergunning te hernieuwen en een productwissel uit te voeren van 5.000 I benzine naar 5.000 I diesel. Voorts betreft de aanvraag een actualisering en regularisatie van de huidige toestand inzake te vergunnen rubrieken. Afwijking: In tegenstelling tot de mogelijke beperking van de exploitatie-uren in de sectorale voorwaarden wenst de exploitant dat er continu getankt mag worden. 2. Motivering Planologische aspecten De inrichting is vplgens het gewestplan gelegen deels in een woongebied, deels in hét achterliggende landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De ligging deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied is niet in overeenstemming met de bepalingen van het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen. De percelen zijn opgenomen binnen de contouren van het in opmaak zijnde RUP voor zonevreemde bedrijven. De voorschriften en bepalingen van het gewestplan worden pas opgeheven voor de gehele zone bij inwerkingtreding van dit RUP. Dit is nu nog niet het geval. Op 12 maart 2014 vond de plenaire vergadering plaats. Na de voorlopige vaststelling van het RUP, zal in een volgende fase een openbaar onderzoek georganiseerd worden gedurende 60 dagen conform artikel 2.2.14.§3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Thans valt men dus nog steeds terug op de bestemming van het gewestplan waarmee het niet mee in overeenstemming is. Overeenkomstig artikel 5.6.7.§1,. kan een milieuvergunningsaanvraag gunstig geadviseerd worden en vergund worden in afwijking op de bepalingen van een stedenbouwkundig voorschrift, voor zover voldaan is aan beide hiernavolgende voorwaarden: 1° de goede ruimtelijke ordening wordt niet geschaad, hetgeen in het bijzonder betekent dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de voorziene verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt of verstoort; 2° de inrichting is stedenbouwkundig vergunbaar in afwijking van de bepalingen van een stedenbouwkundig voorschrift of, voor zover het gaat om een bestaande inrichting, is hoofdzakelijk vergund.
04S14ÙO
p. 5
De huidige infrastructuur is hoofdzakelijk stedenbouwkundig vergund bij de volgende besluiten van het college van burgemeester en schepenen: - 255/65 (oprichten van een woning); - 441/73 (verbouwing van een garage); - B-22/01/Z (verfraaien en uitbreiden van de toonzaal); - B-51/01/Z (bouwen van een tankstation voor petroleumproducten); Tevens kan gesteld dat de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad hetgeen blijkt uit het verslag, zodat aan beide voorwaarden wordt voldaan. De percelen zijn gelegen in een uitloper van het woongebied dat nagenoeg volledig bebouwd is. Langs de Nederzwalmsesteenweg zijn nog diverse andere handelsactiviteiten aanwezig, zoals een frituur, stockageplaats bij aannemersbedrijf, kapper, chocolatierie, ed.. Milieuhygiënische aspecten Afstands- en verbodsbepalingen M.b.t. het tankstation zijn de volgende afstandsregels van toepassing: -
Artikel 5.17.2.1.§3: -
De afstand tussen de houder en de grenzen van de percelen van derden dient ten minste 3 m te bedragen. - De afstand tussen de houder en de muur van eigen bedrijfsgebouwen dient tenminste 0,75 m te bedragen . - De afstand tussen de houder en de kelderruimte van eigen bedrijfsgebouwen dient tenminste 2 m te bedragen. - De onderlinge afstand tussen de houders dient tenminste 0,5 m te bedragen •
Artikel 5.17.2.3.: -
De ontluchtingsleiding dient uit te monden in de open lucht op ten min- . ste 3 m hoogte boven het maaiveld. - De ontluchtingsleiding dient uit te monden op minstens 3 m van elke opening in een lokaal. - De ontluchtingsleiding dient uit te monden op minstens 3 m van de grenzen van de percelen van derden. •
Artikel 5.17.5.6.: -
Het vulpunt voor benzine bevindt zich in horizontale projectie op ten minste 2 m afstand van de rand van de houder. - Het vulpunt voor benzine en diesel mag zich niet in een gesloten of open gebouw bevinden. - Het vulpunt voor benzine en diesel moet gelegen zijn op ten minste 3 m van elke kelderruimte. - Het vulpunt voor benzine en diesel moet gelegen zijn op een ten minste 3 m van de grenzen van de percelen van derden. Uit het uitvoeringsplan blijkt dat de ondergrondse houder en toebehoren (ontluchtingsleidingen, vulpunten...) voldoen aan de afstandsregels conform Vlarem II. Afvalstoffen De afvalstoffen die vrijkomen bij de uitbating van de inrichting zijn voornamelijk oude batterijen, autobanden, gebruikte oliefilters, schrootafval, verpakkingsma-
p. 6
teriaal van wisselstukken en afgedankte olie. Deze worden gescheiden opgeslagen en reglementair afgevoerd naar een vergund verwerker. De KWS-afscheider dient regelmatig geledigd en gereinigd te worden, met afvoer van het slib naar een erkend verwerker. Afvalwater / hemelwater -
Zoneringsplannen
Volgens de zoneringsplannen is het bedrijf gelegen in een donkergroene zone, zijnde een collectief te optimaliseren buitengebied. De Nederzwalmsesteenweg is voorzien van riolering, doch er is geen aansluiting op de RWZI gepland. Derhalve zijn de normen voor lozing op oppervlaktewater van toepassing. -
Huishoudelijk afvalwater
Het huishoudelijk afvalwater wordt thans geloosd op de openbare riolering die niet aangesloten is op een RWZI. -
Bedrijfsafvalwater
Het bedrijfsafvalwater betreft: - mogelijk verontreinigd hemelwater van de tankpiste/losplaats; - reinigingswater van de infrastructuur; - waswater van de voertuigen; en wordt via een KWS-afscheider in de openbare riolering geloosd. Een toezichtsput voor het bedrijfsafvalwater is voorzien. Omdat er geen aansluiting op RWZI gepland is, zijn de lozingsnormen opgenomen in bijlage 5.3.2. nr. 52 a) en c) van Vlarem II hierbij van toepassing. Om aan deze lozingsnormen te kunnen voldoen, dient geloosd via een KWS-afscheider met coalescentiefilter. -
Hemelwater
Artikel 4.2.1.3.§5 van Vlarem II stelt dat met betrekking tot de afvoer van hemelwater de voorkeur moeten gegeven worden aan de. volgende afvoerwijzen in afnemende graad van prioriteit: 1° opvang voor hergebruik; 2° infiltratie op eigen terrein; 3° buffering met vertraagd lozen in oppervlaktewater of kunstmatige afvoerweg voor hemelwater; 4° lozing in RWA in de straat. Slechts wanneer de BBT geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater worden geloosd in de openbare riolering. Ingevolge de voorliggende aanvraag worden geen nieuwe gebouwen opgetrokken. Met betrekking tot de opvang en gebruik van hemelwater is thans een berging van 10 m3 voorzien op de inrichting. Het opgevangen hemelwater wordt maximaal gebruikt voor oa. in de sanitaire installaties en reinigingswater. Bodem- en grondwater De opslag van brandstoffen gebeurt in 2 ondergrondse gecompartimenteerde dubbelwandige houders van elk 25.000 I: -
houder 1 met 2 compartimenten van 5.000 I en 20.000 I voor de opslag van resp. gasolie en diesel;
p. 7
-
houder 2 met 3 compartimenten van 5.000 I, 8.000 I en 12.000 I voor de opslag van resp. diesel en 2 x benzine.
De opslag van afvalolie en smeerolie gebeurt in 2 bovengrondse dubbelwandige houders van resp. 4.500 I en 2.500 I. Alle houders werden op 12 februari 2013 onderworpen aan een beperkt onderzoek uitgevoerd door een erkende milieudeskundige en kregen een groene markering conform Vlarem II. De houder en de leidingen werden geplaatst conform de Vlaremregelgeving (permanent lekdetectiesysteem, overvulbeveiliging, afstandsvulling,....). De opslag van gevaarlijke producten in verplaatsbare recipiënten is voorzien van een inkuiping. De tankpiste werd vloeistofdicht uitgevoerd en voorzien van een afwateringssysteem, aangesloten op een KWS-afscheider. Bij het aanvraagdossier werd voor elk aangevraagd perceel een BOFAS-attest gevoegd met de vermelding dat er geen verbod is tot aflevering van een milieuvergunning voor de uitbating of indienststelling van een tankstation volgens de bepalingen van artikel 2bis van het Samenwerkingsakkoord betreffende de uitvoering en de financiering van de bodemsanering van tankstations. Brandveiligheid Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen dient te gebeuren in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. Geluid De onmiddellijke omgeving is druk bebouwd. In een straal van 100 m rondom de perceelsgrenzen staan een 30-tal woningen. De geluidsproductie op de inrichting is afkomstig van: -
het leveren van brandstoffen; het betreft slechts 1 levering per week en gebeurt steeds tijdens de dagperiode; - het leveren van wisselstukken; het betreft 2 leveringen per week tijdens de dagperiode; - het aan- en afrijden van wagens; het betreft ca. 50 transportbewegingen, per dag (tanken & bezoeken aan garage). In tegenstelling tot de mogelijke beperking van de exploitatie-uren in de sectorale voorwaarden kan continu getankt worden met bankautomaat. Gelet op de ligging langs de drukke gewestweg N435 is dit aanvaardbaar. Bovendien werden tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren inzake geluidshinder uitgebracht, zodat er wordt vanuit gegaan dat het voortgebrachte geluidsniveau thans binnen de grenzen ligt van het aanvaardbare. De aangevraagde wijzigingen en uitbreidingen op zich zullen normaliter geen aanleiding geven tot een verhoogde geluidsemissie. Lucht Om de kans op geurhinder en luchtverontreiniging te minimaliseren werd het tankstation uitgerust met een damprecuperatiesysteem fase 1 en fase 2. Conform artikel 5.17.4.2.3.§3.1° van Vlarem II wordt het fase 2 damprecuperatiesysteem gelijktijdig met de houders waarop dit systeem aangesloten is, periodiek onderworpen aan een beperkt en een algemeen onderzoek.
p. 8
Mobiliteit Ten behoeve van het bedrijf gaan de volgende transporten door: - 1 x per week bevoorrading met brandstoffen tijdens de dagperiode; - 2 x per maand leveren van wisselstukken tijdens de dagperiode; - tanken kan continu d.m.v. betaalautomaat; het betreft een 40-tal voertuigen per dag; - een 10-tal voertuigen per dag ten behoeve van de garage. Als gevolg van de aanvraag zal het aantal transporten niet toenemen. De ontsluiting verloopt volledig via de gewestweg N435 - Nederzwalmsesteenweg. Bij het op- en afrijden wordt het zicht niet belemmerd. De exploitatie brengt de verkeersveiligheid niet in het gedrang. Natuur-toets
Volgens de kaart met de aanduiding van de natura 2000-gebieden is de inrichting gelegen op meer dan 2.500 m van habitat- of vogelrichtlijngebieden. Overeenkomstig de afbakening van de VEN-gebieden is de inrichting gelegen op ca. 930 m van het VEN-gebied 'De Vallei van de Bovenschelde Zuid'. Gelet op de ruime afstand valt er geen betekenisvolle impact te verwachten van de exploitatie op deze gebieden. Watertoets De vergunningsaanvraag heeft betrekking op de opslag van bodemvreemd materiaal en op een lozing op een oppervlaktewater. De inrichting is gelegen in het 'Bovenscheldebekken'. Volgens de overstromingsinformatie op www.geo-vlaanderen.gisvlaanderen.be is de inrichting niet gelegen in een recent overstromingsgebied of in een risicozone voor overstromingen. • Er worden geen wijzigingen aangebracht aan gebouwen of verhardingen, waardoor de effecten van de inrichting op het overstromingsrisico voor de omgeving niet zullen wijzigen. De opslag van bodemvreemd materiaal moet voldoen aan de toepasselijke algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II waardoor bodem- en grondwaterverontreiniging zal voorkomen worden. De impact van de lozing werd besproken onder het aspect afvalwater bij de bespreking van de milieuhygiënische aspecten. MER - screening De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening (B.S. 29 april 2013) in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening (B.S. 20.april 2012). Slotbepalingen De exploitant dient, overeenkomstig artikel 43 §2 van het Vlarem I, steeds alle maatregelen te nemen om schade en hinder te voorkomen.
P. 9
De vergunningverlenende overheid kan, overeenkomstig artikel 20 van het milieuvergunningsdecreet en onverminderd de bepalingen van dezelfde wetten, decreten en uitvoeringsbesluiten bij het verlenen van een vergunning bijzondere voorwaarden opleggen, met het oog op de bescherming van de mens en het leefmilieu. «. Rekening houdend met wat voorafgaat, kan gesteld worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, mits naleving van de in dit besluit opgelegde milieuvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.
Conclusie De gevraagde exploitatie is milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving; bijgevolg kan de gevraagde vergunning worden verleend. 3. Besluit Artikel 1 ï
Aan de nv Garage Adelin Ghysels, Nederzwalmsesteenweg 117, 9750 Zingem, wordt de vergunning verleend voor het verder exploiteren en het veranderen van een garage met tankstation aan de Nederzwalmsesteenweg 117, 9750 Zingem, op de percelen, kadastraal bekend onder Zingem, afdeling 1 (Zingem), sectie B, nrs. 257IN, 257/w, 249/h en 257/t, met als voorwerp: •
de hernieuwing van: -
het lozen van maximum 1,25 m3/uur - 2 m3/dag - 90 m3/jaar bedrijfsafvalwater, zijnde mogelijk verontreinigd hemelwater van de tankpiste/losplaats, reinigingswater van de infrastructuur en waswater van de voertuigen, op de openbare riolering;
-
een werkplaats voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met 5 hefbruggen en 1 smeerput;
-
het wassen van maximaal 2 voertuigen per week;
- een compressor met een geïnstalleerd vermogen van 5,5 kW; -
8 verdeelslangen voor benzine/diesel;
- de S S / S s S •
•
opslag van diverse gevaarlijke producten: 1.500 I diverse producten in kleine verpakkingen van max. 25 l/kg; 20.000 I benzine (P r product); 20.000 I diesel (P3-product); 5.000 I gasolie (P3-product); 4.500 I afvalolie (P3-product); 3.500 I motorolie (P4-product);
de wijziging door:. -
het stopzetten van de spuitactiviteiten; .
-
het verwijderen van de stelplaatsen voor bedrijfsvoertuigen;
-
het verlagen van de opslagcapaciteit van gassen in verplaatsbare recipiënten tot onder de indelingsdrempel;
p. 10
-
•
het verminderen van de opslag van diverse gevaarlijke producten: •S benzine (P r product) met 5.000 I ten gevolge van een productwissel, tot in totaal 20.000 I benzine; s afvalolie (P3-product) met 6.700 I, tot in totaal 4.500 I; S motorolie (P4-product) met 600 I, tot in totaal 3.500 I;
de uitbreiding van: -
de opslag van diverse gevaarlijke producten: S 600 I antigel (nieuwe rubriek); S diesel (P3-product) met 5.000 I ten gevolge van een productwissel, tot in totaal 25.000 I diesel;
Met deze hernieuwing van de vergunning en verandering is de globaal vergunde toestand: 3.4.1 °a)(3) Het lozen van maximum 1,25 m3/uur - 2 m3/dag - 90 m3/jaar bedrijfsafvalwater, zijnde mogelijk verontreinigd hemelwater van de tankpiste/losplaats, reinigingswater van de infrastructuur en waswater van de voertuigen, op de openbare riolering.
15.3.2° (2) Een werkplaats voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met 5 hefbruggen en 1 smeerput. 15.4.2°a)(3) Het wassen van maximaal 2 voertuigen per week.
15.6.*° (3) Het stallen van maximum 3 geaccidenteerde voertuigen.
16.3.1.1° (3) Een compressor met een geïnstalleerd totaal vermogen van 5,5 kW. 17.3.3.1°b)(3) De opslag van 600 I antigel in vaten. 17.3.4.2°a)2)(2) De opslag van 20.000 I benzine in 2 compartimenten van resp. 8.000 I en 12.000 I van een ondergrondse dubbelwandige houder van 25,000 I. 17.3.6.2°a)(2) De opslag van 34.500 I P3-producten, waarvan: S 4.500 I afvalolie in een bovengrondse dubbelwandige houder; S 5.000 I gasolie in een compartiment van 5.000 I van een ondergrondse dubbelwandige houder van 25.000 I; / 25.000 I diesel in 2 compartimenten van resp. 5.000 I en 20.000 I van 2 ondergrondse dubbelwandige houders van elk 25.000 I. 17.3.7.1° (3) De opslag van 3.500 I oliën, waarvan 1.000 I in vaten en 2.500 I in een bovengrondse dubbelwandige houder. 17.3.9.3° (1) 8 verdeélslangen voor mazout/benzine.
17.4.(3) De opslag van 1.500 kg/l gevaarlijke producten in kleine verpakkingen van max. 25 kg of I.
p. 11
Artikel 2 De milieuvergunning wordt verleend vanaf de datum van ondertekening van onderhavig besluit en voor een termijn van 20 jaar. Artikel 3 Deze milieuvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende uitbatingsvoorwaarden: §1. Algemene milieuvoorwaarden 1 2 3 4 5
Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9 Algemene milieuvoorwaarden - geluid: hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6. Algemene milieuvoorwaarden - lucht: hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5 en 4.4.6. Algemene milieuvoorwaarden - licht: hoofdstuk 4.6. Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater: hoofdstuk 4.2 met bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4.
§2. Sectorale milieuvoorwaarden 6 7 8 9 10 11
12
13
14
Afdeling 5.3.2 - Bedrijfsafvalwaters en bijlage 5.3.2, sector 52° a) en c)Bijlage 5.3.2. - 52°: vloeibare koolwaterstoffen. Hoofdstuk 5.15 - Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen. Afdeling 5.16.1 met bijlage 5.16.5. - Gassen - gemeenschappelijke bepalingen. Afdeling 5.16.3. - Gassen - installaties voor het fysisch behandelen van gassen. Afdeling 5.17.1 en bijlage 5.17.1 - Opslag van gevaarlijke producten algemene bepalingen. Afdeling 5.17.2 en bijlagen 5.17.2, 5.17.3, 5.17.4, 5.17.5, 5.17.6 en 5.17.7 - Opslag van gevaarlijke producten - opslag van gevaarlijke vloeistoffen in ondergrondse houders. Afdeling 5.17.3 en bijlagen 5.17.2, 5.17.3, 5.17.4 en 5.17.7 - Opslag van gevaarlijke producten - opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders. Afdeling 5.17.4 en bijlagen 5.17.9, 5.17.10, 5.17.11 en 5.17.12 - Beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) bij de opslag en verlading van gevaarlijke vloeistoffen. Afdeling 5.17.5 - Opslag van gevaarlijke producten - Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen
§3. Bijzondere milieuvoorwaarden 15 Lozen van het bedrijfsafvalwater a) De concentraties in het effluent van de niet-nominatief in de vergunning genoemde parameters welke bedoeld zijn in bijlage 2C van titel I van het VLAREM, worden beperkt tot concentraties opgenomen in de indelingscriteria, vermeld in de kolom "indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)" van art. 3 van bijlage 2.3.1 van titel II van het VLAREM of bij ontstentenis daarvan tot maximaal 10 maal de rapportagegrens. b) Controle-inrichting: al het bedrijfsafvalwater dient afgevoerd naar een toezichtsput die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen; langs voormelde toezichtput mag geen
p. 12
normaal huisafvalwater noch koelwater, noch regenwater afgevoerd worden. c) Uit te voeren metingen: in functie van het toegelaten maximumdebiet dienen de metingen uitgevoerd zoals voorgeschreven in Afdeling 4.2.5. van Vlarem II. De meetresultaten dienen ter inzage gehouden van de toezichthoudende ambtenaar. 16 Gebruik van een KWS-afscheider a) De KWS-afscheider dient regelmatig gereinigd te worden. b) De afvalstoffen die hierbij vrijkomen dienen opgehaald door een daartoe erkende ophaler en afgevoerd naar een vergunde verwerker (de overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid). c) De KWS-afscheider dient voldoende gedimensioneerd en voorzien van een automatische afsluiter en coalescentiefilter. d) De exploitant inspecteert om de drie maanden de afscheider; van de inspecties wordt een logboek bijgehouden. Ofwel voorziet de exploitant een alarmsysteem teneinde de goede werking van de KWS-afscheider continu op te volgen. 17 Werktijden In tegenstelling tot de mogelijke beperking van de exploitatie-uren in de sectorale voorwaarden mag de inrichting continu worden geëxploiteerd; evenwel zijn geen brandstofleveringen (vullen ondergrondse houder) toegelaten tussen 19.00 uur en 7.00 uur en ook niet op zon- en feestdagen. 18 Brandveiligheid Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen gebeurt in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. 19 Stationair draaien van motoren Om geluidshinder en luchtverontreiniging te voorkomen, moeten de motoren van de tankwagens tijdens wachtperioden en laad- en losoperaties stilgelegd worden, tenzij het noodzakelijk is voor de aandrijving van pompen, kranen, hefbruggen, e.d.. Artikel 3bis De exploitant wordt gewezen op het volgende aandachtspunt: Het is verplicht een buiten dienst gestelde grondwaterwinning op te vullen wanneer deze een potentieel gevaar betekent voor de kwaliteit van het grondwater. De opvulling dient te gebeuren overeenkomstig de code van goede praktijk voor boren, exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinning opgenomen in bijlage 5.53.1 in Vlarem II. Artikel 4 Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 september 1995 en het besluit van de deputatie van 25 september 2001, worden opgeheven. Artikel 5 De vergunde inrichting moet in gebruik genomen worden binnen een termijn van 3 jaar vanaf de datum van de milieuvergunning.
p. 13
Als voor de inrichting een stedenbouwkundige vergunning nodig is met toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt de milieuvergunning geschorst zolang de stedenbouwkundige vergunning niet is verleend. In dit geval vangt de termijn van ingebruikname vermeld in het vorige lid aan op de dag dat de stedenbouwkundige vergunning definitief verworven is. ' Indien de stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt, vervalt de milieuvergunning vanaf de datum waarop in laatste administratieve aanleg beslist werd om de stedenbouwkundige vergunning niet af te leveren. Artikel 6 Deze vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 7 Een bijkomende vergunning moet worden aangevraagd voor elke verandering van de vergunde inrichting. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant, dient uiterlijk tien kalenderdagen voor de datum van overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem I. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd, overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem I, tussen de achttiende en de twaalfde maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Artikel 8 Een eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing zal, samen met het attest inzake de datum van de verzending, verzonden worden aan: - de exploitant; - het College van Burgemeester en Schepenen van Zingem; - de Provinciale Milieuvergunningscommissie; - het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieuvergunningen dienst Oost-Vlaanderen; - Ruimte Vlaanderen - Oost-Vlaanderen; - het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieu-inspectie dienst Oost-Vlaanderen; - de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij; - de Vlaamse Milieumaatschappij; - de Federale Overheidsdienst, Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; - de nv Aquafin; Een gelijkaardig afschrift wordt verzonden aan de bevoegde Burgemeester met de opdracht de beslissing bekend te maken, overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk IX van het Vlarem I. Artikel 9 Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in het Vlarem I (aangetekende brief binnen de 30 kalenderdagen
•
•
•
p. 14 ••/
• • •
na de betekening van dit besluit) en mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaams Ministervan Leefmilieu, p/a Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Koning Albert ll-laan 20, bus 8, 1000 Brussel.
Gent, 29 januari 2015 namens de Deputatie: de provinciegriffier, (get.) Albert De Smet
de wnd. voorzitter, (get.) Alexander Vercamer
Voor eensluidend afschrift, Namens de Provinciegriffier, De gemachtigde Ambtenaar,
25945.L4Û 0
Provincie
Oost-Vlaanderen Voor ieder van ons
directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen
Attest inzake de bevestiging van de verzending van de afschriften van een beslissing over een milieuvergunningsaanvraag betreffende een inrichting klasse 1. O/ Ref. Vlarem - M03/45057/33/1/A/2 Ondergetekende bevestigt dat heden een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing van de Deputatie van 29-01-2015, inzake de milieuvergunningsaanvraag van de nv GARAGE ADELIN GHYSELS, Nederzwalmsesteenweg 117, 9750 Zingem met als onderwerp: het verder exploiteren en wijzigen van een garage met tankstation, overeenkomstig artikel 35.5.c van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, werd verstuurd aan: - de nv GARAGE ADELIN GHYSELS - het College van Burgemeester en Schepenen van 9750 ZINGEM - aan de Provinciale Milieuvergunningscommissie - de overheidsorganen die overeenkomstig artikel 20 advies moeten •verlenen - het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieuinspectie dienst Oost-Vlaanderen - de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij; - de Vlaamse Milieumaatschappij - de Federale Overheidsdienst, Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - de nv Aquafin
Opgemaakt te Gent op 3 februari 2015. Namens de Gouverneur
Raf Barzeele dienstchef