Oordeel deel 3 Ronald Weinland 4 Juli 2009
Vandaag gaan we verder met de prekenserie, het zal het laatste deel zijn. Oordeel, deel 3. Vorige week zijn we geëindigd in Romeinen 14. Hier beginnen we vandaag ook, zodat we even herhalen waar we gebleven waren. Vooral in dit gedeelte van deze serie, omdat we ons richten om oordeel te leren onderscheiden. Zoals ik vorige week ook al heb gezegd, leren om te oordelen, juist oordeel. De mogelijkheid om oordeel te leren onderscheiden is dat wij moeten leren hoe we het moeten doen, wij moeten groeien. Maar onze wil in dit groeiproces is leren te oordelen op een juiste manier en begrijpen wat dat is. Dat komt van God. Wij moeten Gods geest hebben, Gods hulp om rechtvaardig te oordelen. Omdat onze wens moet zijn, is, dat het op Gods manier moet gebeuren. Dat, als we heb over de wet hebben, zoals we gelezen hebben in Matteus 23: 23, waar het gaat over het vermogen om de gewichtigere zaken van de wet te oordelen: oordeel, barmhartigheid en geloof waar we het in deze serie al over hebben gehad. Oordeel, barmhartigheid en geloof, als het over de wet gaat. De wet is niet alleen een kwestie van dingen die we niet en wel mogen doen. Het gaat over hoe we het toepassen, hoe wij het ‘leven’, Gods doel wil kennende. En wat Hij ons geeft. De geest van de wet kennen, als je het zo wil noemen. Het ligt eraan waar we ons op focussen op een bepaald moment. Ons vermogen om oordeel te onderscheiden is een kwestie van Gods rechtvaardig oordeel. God vragen om hierin hulp te krijgen, zodat we kunnen groeien, tot gezond verstand. Als het gaat over bepaalde beslissingen in je leven. Zoveel van die dingen hebben te maken met relaties. Relaties, .. dat test ons inzake de wet. Het heeft te maken met hoe we de wet toepassen in ons leven. Wij hebben hulp nodig om dit te kunnen doen op de juiste manier. Laten we nog eens kijken naar Romeinen 14: 1 waar we vorige week gebleven waren. Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen. 2 De een gelooft, dat hij alles eten mag, maar de zwakke eet plantaardig voedsel. Nogmaals, de ‘houding’ van de geest.. leren dat er verschillende fases zijn waarin mensen zich in hun leven bevinden. Of dit kan ook over iemand gaan op fysiek vlak, hoe mensen elkaar beoordelen. Dit is een herinnering hier, hoe we allemaal dingen beoordelen, wij denken altijd dat wij gelijk hebben. Soms, omdat iemand anders iets niet doet zoals jij het zou doen, .. kunnen we keihard zijn in ons oordeel. Omdat wij geloven dat onze manier de beste is. En dat is niet het geval. Er is veel vrijheid in Gods wet. Veel verschillende manieren om de dingen te doen, allemaal binnen de wet vallend, de dingen op Gods manier te doen. Een grote vrijheid. Maar het is natuurlijk een andere kwestie als iemand tegen Gods wet ingaat, deze niet gehoorzaamd. Maar zo vaak is dit niet het geval, de andere heeft de wet niet overtreden. Het is een kwestie van dat ze het op een andere manier doen en wij oordelen hen alsof ze iets fout doen. Omdat wij denken dat onze manier zoveel beter is. Allerlei soorten oordeel zijn er als het over relaties gaat. Mensen hun gevoelens raken gekwetst .. 3 Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, dit heeft in het algemeen, deze context, gaat over diegenen die vinden dat ze, om welke reden dan ook, geen vlees moeten eten. Dit is vaak geen kwestie van religie.. maar als dat wel is, zoals soms, geef ze tijd. Ze moeten geen vlees eten.. als iemand op een bepaalde manier opgegroeid is, bijv 7de Dags Adventist of wat dan ook.. dan is het moeilijk voor hen om vlees te eten, ze kunnen het niet. En omdat ze het niet doen, omdat ze het nooit gedaan hebben, en ze houden niet van vlees.. in hun geest, om dierlijk vlees te eten… dat betekent niet dat ze geestelijk zwak zijn. Het is gewoon iets waar zij voor kiezen niet te doen. Zoals ik vorige week al gezegd heb, over een ei.. ik kan het ook niet uitstaan als het ei niet goed gebakken is. Ik vind het walgelijk. Maar iemand anders heeft hier geen problemen mee, maar ik kan het niet! Het moet volledig gebakken zijn. Het wit moet volledig gebakken zijn, het eigeel, dat vind ik niet erg, dat dat lopend is. Maar het witte gedeelte… tenzij het niet volledig gebakken is… kan ik het niet uitstaan. Wij zijn dus allemaal anders. Dat maakt niet dat ik beter ben, of iemand anders. Op geen enkele manier. Iemand is niet beter omdat hij of zij vlees eet. We hebben het hier natuurlijk wel over rein voedsel. Het maakt iemand niet beter als ze het niet eten, het maakt ook iemand niet beter als ze Oordeel Deel 3
1
het wel eten. Meer rechtvaardig dan de ander…dat heeft er niets mee te maken. Maar soms oordelen wij op die manier. En soms veroordelen mensen echt een ander persoon, en denken dat die ander geestelijk zwakker is. En oordelen daarna. En dat is dus niet het geval. want God heeft hem aanvaard. Als God iemand aanvaard heeft zouden wij die persoon ook moeten aanvaarden. Zo zou onze houding moeten zijn. En zo vaak is dit niet het geval en hebben we het er moeilijk mee. Ik heb het nu een beetje over de Feestpreken… dat moet ik niet doen. Het is ongelofelijk als het over relaties hebben en de houding die wij tegenover elkaar zouden moeten hebben, in de Kerk.. in het Lichaam. En elkaar aanvaarden. Als God iemand heeft aanvaard, geroepen.. die persoon in de Kerk gebracht heeft, dan zouden wij die persoon ook moeten aanvaarden. En wie zijn wij om dat niet te doen? Als wij hen niet omhelzen. Het is heel makkelijk om te zeggen dat je van God houdt, dat je God aanvaard, en Jezus Christus in je leven… dat is een heel andere kwestie. Maar iemand waar je fysiek contact mee hebt, conversaties mee hebt… elke week. Iemand die zwakheden heeft, jij hebt zwakheden, zij hebben bepaalde zwakheden, dat hebben wij allemaal! Wij hebben allemaal beproevingen die we moeten bevechten. Maar als wij niet iemand ontvangen.. dan maakt God heel duidelijk dat wij Hem niet ontvangen. Wij kijken neer op iemand, die Hij geroepen heeft en hen heel hard (be)oordelen.. dan oordelen wij onszelf. Dan gehoorzamen wij God niet. 4 Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Wat hier duidelijk gemaakt wordt is: wij behoren God toe. Een ieder van ons. En als wij iemand anders beoordelen, die een dienaar is van God en Jezus Christus… wat doen wij dan? Wij begrijpen de ernst hiervan niet. Hoe walgelijk aanmatigend wij ons opstellen. Het is moeilijk voor de mensen om dit te onthouden… in hun relaties. Die hebben te maken met de wet, hoe je van elkaar houdt. Omdat de laatste 6 geboden gaan over hoe je van mensen moet houden, hoe je dat moet toepassen. Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Met andere woorden: God oordeelt ons. Er staat dat het oordeel ook aan Jezus Christus gegeven is. Om met ons te werken, om ons te oordelen. Gods woord oordeelt ons al. Wij worden door God ‘behandeld’.. oordeel is, zoals ik al zei, op het huis van God nu. 4 Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Maar hij zal staande blijven, want de Here is bij machte hem vast te doen staan. Wij moeten zo naar elkaar kijken, wij moeten echt willen dat wij allemaal erdoor zullen komen, zullen slagen. Als iemand anders een beproeving heeft, je weet ervan..als iemand zwak is.. een geestelijke beproeving die ze moeten overkomen… misschien een confrontatie met iemand, ze hebben het moeilijk… emoties zijn erbij betrokken .. misschien is het tegen jou… zo vaak… het is zo makkelijk om naar hen uit te halen, hen keihard te veroordelen. Je moet oppassen! Omdat je jezelf in dat geval oordeelt. Je brengt oordeel over jezelf. God is bij machte om iemand ‘staande te laten blijven’. Hij kan iemand tot berouw/bekering brengen. Het is interessant .. we hebben allerlei verschillende preken… hoe vaak, als we bijv volgende week een bepaalde preek krijgen, omdat God met ons allemaal werkt… volgende week kan er iets gebeuren in je leven dat zo duidelijk wordt gemaakt dan in de preek die daarop volgt. Jij kan dan terugdenken aan iets wat gebeurd is… omdat God ons onderwijst. Er kan iets gebeuren in je leven .. en vaak wordt dan zoiets-achtigs besproken in de preek. OF na de preek gegeven is, de week daarna… gebeurt er iets… dat hetgeen in de preek besproken werd zo duidelijk maakt. Zo is het afgelopen week geweest. Ik heb weet van een aantal gevallen .. mensen die bepaalde dingen meegemaakt hebben. Dat is niet erg, het is begrijpelijk en mensen voelen zich dan slecht over die dingen… ze willen iets met mij delen, hulp vragen in een bepaalde zaak… en dat is goed! Als ik tijd heb om dat te doen… soms als ik geen tijd heb zal ik een dienaar vragen dit te doen, maar in dit geval .. heb ik gesproken, ge-emaild met verschillende mensen.. een aantal gevallen, dingen kwamen naar boven. Ik sta versteld van .. ik moet denken aan een aantal gevallen.. ik ben zo blij over de reactie van die bepaalde personen.. ze hebben een bepaald proces doorlopen en heel snel hebben ze zich op zichzelf gefocused en beseft dat ze inderdaad zichzelf eerst moeten oordelen. Ze moeten eerst naar zichzelf kijken, zich op zichzelf richten. En .. er waren bepaalde dingen gezegd die kwetsend waren door de andere partij.. ik begrijp dat en het is jammer dat mensen dat doen, dingen zeggen en niet beseffen hoe gevoelig bepaalde dingen zijn voor die andere partij.. woorden kunnen heel diep gaan. En wij weten niet wat de andere persoon allemaal meemaakt in zijn/haar leven. Ik was heel blij met de reactie van die persoon, dat het begrip er was van dat we onszelf moeten oordelen, zoals besproken in deze prekenserie. Nogmaals.. zo vaak zien we andere Oordeel Deel 3
2
mensen bepaalde dingen doen, vooral als het een effect heeft op ons, en het is zo moeilijk soms om een stapje terug te doen en ons op onszelf te richten en je realiseren dat God ons een verantwoordelijkheid heeft gegeven om eerst naar onszelf te kijken. Er zeker van te zijn dat wij reageren zoals gegeven in Gods wet en op een goddelijke manier. In alle situaties. En dat is altijd moeilijk om te doen als .. als we er emotioneel bij betrokken zijn. Soms is het heel moeilijk. Deze afgelopen week waren er een aantal ‘incidenten’.. waarbij verschillende dingen naar boven kwamen… ik denk dat er zeker 4-5 gevallen waren die heel serieus waren. Verschillende mensen hierbij betrokken… Het is goed als we leren rechtvaardig te oordelen. Te weten dat het altijd bij onszelf moet beginnen. En dan kan je de dingen in een ander licht zien, zien dat mensen dingen zeggen gebaseerd op hun eigen gezichtspunt. En als ze iets heel fouts doen tegen jou de houding hebben dat je wil vergeven. En hopen dat zij… als het een echte zonde is die je bij iemand ziet, als het een echte zonde is… (maar vaak is dat niet het geval).. dan moet onze wens zijn dat we ze willen zien slagen. Wij willen niet dat door die zonde die persoon uit het Lichaam zou gaan. Wij willen hen niet afgesneden van Gods geest zien. In tegendeel: wij willen dat ze erdoor komen, dat ze slagen. Wij willen dat ze kunnen blijven groeien. Anders is het afschuwelijk voor die ander en dat willen wij niet. Net zoals we zelf niet door zulke dingen willen gaan. Laten we naar Jacobus 4 gaan nu. Het gaat hier over De kern van de zaak, hoe wij zijn, onze menselijke natuur. Onze menselijke natuur is heel erg gefocused op onszelf, egoïstisch. En alles wat ons oncomfortabel maakt, ons kwetst.. datgene wat wij persoonlijk nemen. Dan oordelen wij niet echt goed in dat soort situaties. Wij halen uit, en beginnen foute dingen over iemand anders te denken. Jacobus 4 is een heel goede plaats om te lezen. Dat is precies waar het over gaat. Er staat in vers 1 Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Waar komt dit vandaan? Strijden en vechten? Soms noemen wij het zo niet… het gaat hier niet over de wereld, Jacobus heeft het hier niet tegen de wereld… hij heeft het tegen de Kerk. Hij wil dat we iets diep in ons binnenste begrijpen. Wij zien dat de wet overtreden wordt als we moord zien, doodslag.. al de andere dingen die zo zijn, letterlijke oorlog in deze wereld.. wij zien dat heel duidelijk en we zien de idiotie ervan. Maar soms zien we het geestelijke hierachter niet. Het begint in ons eigen leven, onze eigen harten, onze geest.. geestelijke oorlog. De houding tegenover andere mensen. Dat kan net zo zijn, zoals God hier zegt, strijden en vechten. Dat zouden wij niet tegen elkaar moeten hebben. Wij vechten tegen elkaar. Doen we dat? Raken wij dan overstuur over andere mensen? Halen wij uit naar hen, zeggen wij bepaalde dingen over hen? Misschien niet direct tegen hen persoonlijk… vaak praten wij er met iemand anders over. Omdat wij gekwetst zijn en dan halen wij uit naar deze persoon. Omdat zij bepaalde dingen gedaan hebben… tegen ons of tegen iemand anders.. hoe onrechtvaardig is dat… en wij zien onze eigen reactie niet en hoe fout die is! Strijden en vechten in ons eigen hart: zonden! Zonden! wij moeten onszelf oordelen. Wij denken dat we iemand anders rechtvaardig oordelen als wij foute dingen zien, foute dingen die zij gedaan hebben en wij zien onze eigen belachelijke zonden niet! In onze reacties, dat dit geen rechtvaardig oordeel is. Oordeel, barmhartigheid en geloof: de gewichtigere zaken van de wet! Ongelofelijk. 1 Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Is het niet hieruit: uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten? Zien we onszelf? Hoe goed zien we onszelf? Zien wij ons eigen hart? Onze geest..; en realiseren we dat dat moet veranderen? Het is zo goed, om te begrijpen dat je anderen niet kan veranderen! God heeft jouw kracht, de ‘instrumenten’ gegeven om jezelf te veranderen. Je hebt niet de macht om andere mensen te veranderen! Je hebt genoeg aan jezelf! Een ieder van ons! We hebben genoeg aan onszelf, onze natuur, onze egoïstische natuur is een constante strijd en daarom maken wij onszelf ongelukkig. Wij maken onszelf gefrustreerd. Wij veroorzaken onze eigen stress. Het is zo makkelijk om, als wij gestresseerd zijn, iemand anders de schuld te geven. Nee, het ligt aan ons, het is in onze geest! Onze bloeddruk gaat omhoog, ons stress niveau gaat omhoog… door iets wat er verkeerd is ons denken.. dat niet gezond is, niet goed. Wij laten zelf toe dat we gestresseerd raken. Maar wie geven wij de schuld? Onszelf! Maar dat doen wij normaal niet, wij halen uit naar anderen om ons heen, geven hen de schuld. Voornamelijk degenen die wij liefhebben. Omdat wij ons oncomfortabel voelen, wij hebben onze eigen zonden toegelaten, zodat wij gestresseerd raken. De menselijke geest is ongelofelijk. Nogmaals, er staat: 1 Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Is het niet hieruit: uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten? Wij moeten de strijd die in onszelf woedt zien.. in onze eigen geest. Dat is zo moeilijk om te doen! Der realiteit is dat we dat eigenlijk Oordeel Deel 3
3
helemaal niet goed kunnen. De hulp moet van God komen. Alleen God kan ons helpen, door de kracht van Zijn geest. Daarom .. moeten wij in gebed vragen aan God om onszelf te mogen zien. Help ons om om te gaan met de dingen in onze geest. Met ‘ik’ om te gaan. Zodat wij in eenheid en harmonie kunnen komen met God. Als wij in eenheid en harmonie zijn met God zijn we ook in eenheid en harmonie met Zijn creatie rondom ons. Echt wil. En dan hebben wij een juist begrip van de anderen, wij weten dan hoe we met de anderen moeten omgaan, hen te behandelen. Wij hebben dan een juiste houding en willen dat zij slagen. Ik moet denken hier aan Johannes, waar hij spreekt over de lust van het vlees, de begeerte der ogen en de trots van het leven. Dat zijn de dingen die zorgen dat wij in problemen geraken. Aanmatigend gedrag, de trots van het leven, wij vinden onszelf beter dan we eigenlijk zijn…. de begeerte der ogen, de dingen die wij willen hebben, dat alles zo gaat als wij het willen… 2 Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; God noemt de dingen bij naam! Begeerte, egoïstische wensen… leidt tot foute reacties tegenover andere mensen… om te doden, te haten, neerkijken, keihard oordelen, veroordelen, enzovoorts… de geest en houding die keihard is tegenover andere mensen. Het veroordelen van de mensen is een houding (van binnen, in het hart) .. minachting, haat tegenover de ander. Wij zondigen. God noemt het bij naam: jij doodt, dat is de geest van moord. Falen in het liefhebben van je broeder. Dat is zo moeilijk voor onze geest om te begrijpen. We kunnen het alleen maar begrijpen met Gods hulp. Falen om iemand anders te liefhebben is moord, doden. Vernietigen. Niet doen wat we moeten doen, liefhebben, geven, de bereidheid om te geven… voor het goed van anderen. De bereidheid om te vergeven… als we dat niet doen doden wij, moorden we. Alles wat minder is dan geven, opofferen voor anderen… als het op onszelf gericht is, is het egoïstisch. En het is doden. 2 Gij begeert,… en gij kunt er niets mede verkrijgen… wat is het dat je wil hebben, begeert? Jouw eigen weg, eigen willetje… hoe wil je dat iedereen op jou reageert, de dingen doet die jij fijn vindt? Is dat het antwoord op alles in het leven? Maakt dat alles beter, als alles op onze manier gebeurd, op de manier dat wij vinden dat het moet gebeuren, ‘op mijn manier’… en gij kunt er niets mede verkrijgen gij vecht en gij strijdt. Het gebeurt in de Kerk.. het gebeurt in de Kerk… hoe meer mensen er samen zijn.. veel van jullie die nu luisteren, jullie hebben dit al meegemaakt in de wereld, in je familie.. maar niet (veel) in de Kerk. En je denkt dat dit niet gebeurd in de Kerk, er zijn broeders, waar je mee samenkomt elke Sabbat.. jawel! Je zou het doen! Omdat relaties in de Kerk, familie, in de wereld.. het zijn nog altijd menselijke relaties. En onze menselijke natuur is altijd altijd erbij betrokken. Gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt. Volgens Gods wil. Om de dingen volgens Gods wil te doen. Rechtvaardig oordeel, het op de juiste manier te doen, vragen om de juiste dingen (te kunnen doen). Zo vaak, als we voor God komen en we hebben stress met iemand anders.. dan is er de wens dat er met de andere partij ‘afgerekend’ wordt. Dat de andere partij gecorrigeerd wordt, gestraft… wat het ook is dat met hen zal gebeuren. Maar nooit met onszelf. Niet zodat wij kunnen leren wat wij moeten leren, dat wij grotere liefde en barmhartigheid, geduld en vergeving hebben tegenover anderen. Hen lief te hebben… maar niet wat ze doen, als dat fout is en een zonde… maar om hen te vergeven en uitkijken naar de dag dat zij de waarheid ontvangen en barmhartigheid en genade en hulp. Om te veranderen. 3 (Of,) gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen. Vaak in gebed, als mensen een conflict hebben met iemand, of dat nu in de wereld is of in familie of de Kerk… zo vaak vragen wij de dingen om egoïstische redenen. Omdat wij iets willen, wij willen een soort rechtvaardigheid ontvangen. Soms is rechtvaardigheid dat we onszelf oordelen. Wij kijken naar de andere partij, die kunnen overwinnen (als zij in de Kerk zijn) wat ook hun problemen mogen zijn. Vooral in de Kerk. Gij bidt wel, maar gij ontvangt niet… we komen voor God in gebed vaak om egoïstische redenen. Hoe verschrikkelijk. We moeten onszelf kunnen zien.. we roepen uit naar God maar we zien onszelf niet zoals we zijn. Heel vaak is dit het geval. Gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen 4 Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Als wij de dingen doen op de manier waarop de wereld ze doet, als wij niet anders zijn dan de wereld, in onze relaties… wie zijn wij dan? Wat zijn wij dan? Wij weerstaan God, wij zijn vijanden van God. Geestelijk overspel! Daarom staat het hier zo duidelijk neergeschreven, zodat wij kunnen zien wat we aan het doen zijn, als we het niet op Gods manier doen: rechtvaardig oordeel vellen. Oordeel Deel 3
4
Als het gaat over de wet, hoe de wet toegepast moet worden: ten eerste moet de wet toegepast worden op onszelf! Mij! Wat ben ik aan het doen en hoe doe ik het? Als iemand anders echt zondigt en het is een absolute zonde .. dan zijn er andere dingen die je moet doen om hen lief te hebben: naar je broeder alleen gaan. Soms is het naar je broeder (alleen) gaan… is er geen zonde bij die ander, maar is het gewoon een kwestie van miscommunicatie. Of gekwetste gevoelens en je wil er zeker van zijn dat er niets meer tussen jullie is, dat de dingen op de juiste manier gebeuren. En dat je een juiste relatie kan hebben, liefde voor elkaar. Geen barrière meer tussen jullie, dat er niets in de weg staat… voor een goede, gezonde relatie. Mannen en vrouwen, om in vrede te leven, in harmonie. In eenheid en elkaar liefhebben. Om meningsverschillen op te lossen. Je moet ze uitpraten. Dat is naar ‘alleen naar je broeder’ gaan. Dat is moeilijk om te doen. 4 Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God. ofwel ben je een vriend van God, wil je de dingen op Gods manier doen, op de manier waarop God zegt ze te doen. Zijn liefde, hoe anderen lief te hebben op Zijn manier.. en als wij dat begrijpen zien we ook dat dat een kwestie is van onszelf opofferen. Jezelf opofferen… voor het goed van de ander. Om hen te helpen, zodat zij kunnen zien.. dat je nog altijd hun vriend bent, ongeacht wat ze gedaan of gezegd hebben. Hopelijk kunnen ze dit later zien, en zichzelf zien en hoe zij gereageerd hebben… fout! Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God wij willen de dingen niet op de manier van de wereld doen, we willen niet zo zijn als de samenleving. En de mensen in de wereld doen zo, omdat zij Gods levenswijze niet volgen. 5 Of meent gij, dat het schriftwoord zonder reden zegt: De geest, die Hij in ons deed wonen, begeert Hij met jaloersheid? Snappen wij niet dat dit de waarheid is? Dat de geest, de menselijke geest, dat er altijd een strijd gaande is in onze geest en dat wij altijd moeten blijven vechten. Wij moeten vechten tegen onze geest, egoïsme. Laten we het maar zeggen zoals het is: wij zijn fout in zoveel dingen die wij doen! En wij moeten daar tegen vechten, tegen het fout denken. Om rechtvaardig oordeel te vellen in de zaken. En te weten dat er een begerige geest is ons is, lust afgunst. Zo vaak .. gevoelens en emoties.. dingen die gebeuren in iemands leven omdat zij afgunstig, jaloers zijn op iemand anders. Omdat ze jaloers zijn. Misschien gaat er iets mis in hun eigen leven, iets waar ze tegen vechten. En ze zien iemand anders, die op dat vlak geen problemen heeft, ze worden jaloers daarom. En ze beginnen een keihard oordeel te vellen. Omdat zij iets meemaken en het is in hun ogen niet eerlijk dat iemand anders dat niet meemaakt. En dus worden we afgunstig, jaloers om iemand anders ‘geluk’, omdat die persoon geen problemen heeft op dat gebied. Iedereen heeft strijd! Snappen we dat niet? Dat iedereen in het Lichaam strijd heeft? Iedereen moet tegen zijn eigen ‘ik’ (egoïsme) vechten. Iedereen heeft pijn en is gekwetst en lijdt. En wij moeten medelijden/mededogen hebben met elkaar, geduld en elkaar liefhebben. Vergevende. 6 Maar Hij geeft dan ook des te grotere genade. God geeft ons meer genade, echt waar. Hoe reageren wij dan op andere mensen? Genade voor anderen, daar hoort ook barmhartigheid bij! Zijn wij barmhartig tegenover anderen? Zijn wij bereid om iemand lief te hebben en te geven? En blijven wij geven en stoppen wij daar niet mee? Met elkaar lief te hebben? En vergeving? Of stoppen wij ergens en zeggen wij ‘nu is het genoeg’? Geen genade meer… hoe zou het zijn als God ons geen genade meer zou geven, niet barmhartig meer zou zijn? Geen vriendschap meer, geen liefde meer? Hoe zou dat zijn? Hoe zouden wij berouw kunnen hebben, ons bekeren? Hoe kunnen wij dan vergeven worden? Daarom heet het: God wederstaat de hoogmoedigen, omdat als wij vervuld van trots zijn en we weerstaan God.. en wij doen de dingen op de manier van de wereld, wij veranderen helemaal niet… wij groeien niet, we vechten niet tegen onze menselijke natuur, die strijd in ons binnenste.. en we vechten liever tegen anderen? Omdat wij vinden dat zij fout zijn, .. in plaats van tegen onszelf te vechten, tegen onze eigen ‘ik’ en datgene wat wij fout doen? Dat is een hele andere manier van denken. Als wij trots zijn, kan God niet met ons werken. Als wij onszelf op een voetstuk plaatsen en we de dingen niet op Gods manier doen… hoe kan God ons dan helpen. En dat doet Hij dan ook niet: God wederstaat de hoogmoedigen maar de nederigen geeft Hij genade. Wij moeten die geest hebben. Tegenover God, om ons te vernederen, de bereidheid om onszelf te oordelen. Een bereidheid om te willen begrijpen dat wij correctie nodig hebben, in ons leven. Elk conflict dat wij hebben… daaruit moeten wij zelf iets leren! Maar vaak doen wij dat niet en willen wij weten waarom zij doen wat zij fout doen. En wat zij zouden moeten doen en hoe ze het moeten doen.. en wat zij fout doen, ze moeten zo niet zijn… blabla bla bla.. Oordeel Deel 3
5
7 Onderwerpt u dus aan God, het is een kwestie van jezelf aan God onderwerpen, de dingen op Gods manier doen. Wij willen dat niet altijd doen, op Gods manier, wij willen niet altijd vergeven. Wij houden graag aan de dingen vast, en het tegen iemand gebruiken. Wij voelen onszelf gerechtvaardigd om het te doen. Het geeft ons soms een soort pervers gevoel van beter te zijn. Wij voelen ons niet beter, wij kwetsen onszelf hiermee! En wij begrijpen niet hoe zeer we onszelf kwetsen en waarom we ontevreden, niet blij zijn in ons leven. Dit is omdat we het niet op Gods manier doen en we onszelf kwetsen. Wij vellen namelijk geen rechtvaardig oordeel. 8 Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, waar moeten wij op gericht zijn? Wat is onze focus als het over relaties gaat? Als je alles in Jacobus leest… wat moeten we doen? Reinigt uw handen zondaars, focus altijd op jezelf! Daar moeten wij altijd beginnen. Dat is het begin en het einde, echt waar. Dat is de strijd: ‘ik’… hoe wij denken. Dat is niet in eenheid en harmonie met God. reinigt uw handen, zondaars, bekeer je, vergeef.. als je niet vergeeft moet je je daarvan bekeren. Als je niet vergevingsgezind bent tegenover anderen, als er iets is dat je tegen iemand anders blijft houden… als je anderen oordeelt en veroordeelt.. dan zondig je! Je moet voor vergeving vragen. Reinigt uw handen, zondaars zegt God. Bekeer je van die houding. en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. Het is een kwestie van ons hart zuiveren, onze geest;.; de manier waarop wij denken. 9 Beseft uw ellende, treurt en weent; soms is het goed om te lijden. Als er zorgen zijn. Als het ons kan helpen om .. als we het op de goede manier, voor God gebruiken.. ‘Vader, ‘help mij mijzelf te zien… wat het ook is bij mijzelf dat ik kan aanpakken, om te veranderen, zodat ik beter kan denken, over anderen,.. zodat ik niet zulke gevoelens over hen heb’… als je slechte gevoelens hebt over iemand anders, als je je ze veroordeelt… als je hen bekritiseert.. voor iets wat jij fout vindt, dat zij fout doen… wie ben jij om hen te veroordelen? Je hebt genoeg aan jezelf! Als je dat maar kon zien. Maar het is zo makkelijk om dat bij anderen te zien, om anderen te veroordelen. O, als we dit toch eens konden zien, als we toch deze veranderingen konden doorvoeren in onze geest, onze levens. Dan zou het leven zo makkelijker zijn, wij zouden zoveel gelukkiger zijn, het leven zou zoveel meer vervullend zijn. We zouden zoveel meer tevreden zijn en onze relaties zouden zoveel beter zijn. beseft uw ellende, treurt en weent: soms moeten wij gewoon bij onszelf ‘naar binnen kijken’. Het lijden helpt ons te zien, wat dieper in onszelf zit, dat we anders niet zouden zien. uw gelach moet veranderen in treurigheid, als alles goed gaat, als je blij bent.. als alles moeilijk gaat… dan kunnen we beginnen te zien en leren. Omdat ons datgene laat zien wat er diep in ons binnenste zit. Als wij bidden en naar God uitroepen om ons te helpen. We vragen ‘wat is het diep in mijn binnenste die mij deze reacties en emoties laat hebben’. en uw vreugde in neerslachtigheid. 10 Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen. Vernedert jezelf. Heb de houding dat je God voor hulp vraagt, dat je gecorrigeerd kan worden, en te begrijpen wat er verandert moet worden. Zodat Hij je de nederige geest kan laten zien, niet jezelf geweldig vinden… wat is er wat ik in mijzelf moet zien? vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen. Prachtig, als God ons verhoogd. 11 Spreekt geen kwaad van elkander, broeders. Dat doen wij zo vaak, wij mensen. Omdat er allerlei conflicten zijn. ze spreken kwaad over iemand anders. En weet je hoe men dit doet? Ze spreken kwaad over diegene tegen iemand anders. Ze proberen niet met de persoon in kwestie te praten, om de dingen op te lossen, nee ze praten tegen iemand anders… hoe slecht diegene is, of wat voor een kwaads die persoon gedaan heeft. Zo doen mensen het, ze praten over anderen. Ook in de Kerk .. zouden mensen geen lange gesprekken kunnen hebben als ze dit niet zouden doen… over anderen praten. Anderen neer te halen, wat anderen fout doen, wat hij of zij fout doet.. aan de telefoon bijv.. als we over iemand anders praten, dat doen wij mensen en dat is niet goed, gezond om iemand anders neer te halen. Want dat verheft ons, in trots, hoogmoed. We vernederen ons zo nu, als we over iemand anders spreken. We verhogen onszelf in trots, omdat wij kunnen oordelen.. andere mensen hun situatie, erover praten… iemand anders naam komt over onze lippen en we spreken negatief over die persoon, en we realiseren ons niet wat we gedaan hebben: we hebben onszelf geoordeeld! Maar wij snappen het niet, wij denken dat we iemand anders oordelen maar dit doen wij dus eigenlijk niet. We veroordelen onszelf. Spreekt geen kwaad van elkander, broeders. Wie van zijn broeder kwaad spreekt of hem oordeelt, dat doe je, je oordeelt je broeder als je kwaad spreekt. Spreek nooit negatief over iemand anders, hoe het gesprek ook gaat.. wie is je beste vriend, met wie spreek je vaak… kan ook buiten de Kerk zijn.. met wie spendeer je veel tijd, deel je veel mee.. waar heb je het dan over? Ik kan je vertellen waar je het over hebt, je hebt het over iemand anders. Iemand anders… je gooit het er gewoon uit. Je denkt dat als je het er gewoon Oordeel Deel 3
6
uitgooit dat dit je helpt… over iemand anders. En je denkt dat het gezond is en goed om met een vriend te delen… en we realiseren ons niet wat we doen en hoe fout dat is. Je oordeelt iemand anders als je dat doet. Vooral in de Kerk .. binnen de Kerk.. wie van zijn broeder kwaad spreekt of hem oordeelt spreekt kwaad van de wet dan begrijp je de gewichtigere zaken van de wet niet. Barmhartigheid, genade en geloof… dan snap je er niets van. Moet je nog veel groeien hierin. Spreekt kwaad van de wet ongelofelijk. Kwaad spreken van de wet is kwaad spreken over diegene die de wet gegeven heeft. Dat is kwaad spreken over God. En we realiseren ons niet wat we doen, als we zo denken. Mensen laten allerlei rotzooi uit hun mond komen, over iemand anders spreken… ze realiseren zich niet wat ze doen, het kwetsen, de pijn, het lijden dat ze hiermee veroorzaken. Dat ze over zichzelf brengen, de schade die ze in hun eigen geest aanbrengen. En dat er genezing moet plaatsvinden in hun eigen geest. Ze begrijpen niet waar strijd en vechten in hun eigen geest vandaan komt. Het kwaad, dat moord is, dat zij uit hun mond laten komen. Wij zien het zo niet, wij denken dat het niet zo slecht is. Het is geen moord… die en die heeft dit of dat gedaan .. dat zouden ze niet hebben mogen doen en het ware beter geweest dat ze het zo gedaan hadden… bla bla bla bla bla … ik word er gek van! Zien we wat we eigenlijk doen? Spreekt kwaad van de wet hoe afschuwelijk dat is? en oordeelt haar; en indien gij de wet oordeelt,een ieder van ons moet hier over bidden. Een ieder, na het horen van deze preek, moet bidden en God om hulp vragen. Open je Bijbel, lees deze verzen en vraag God “God, help mij mezelf te vernederen, help me niet kwaad te spreken over de wet, help me om niet anderen te veroordelen, om kwaad te spreken over anderen. Want als ik dat doe, oordeel ik de wet en als ik de wet oordeel, dan ben ik zijt gij geen dader, doch een rechter der wet.” En dat is zo afschuwelijk en fout! Wij mogen God, heilige rechtvaardige God niet oordelen. Wij moeten dat doen in gebed, God vragen om dat soort hulp. 12 Eén is wetgever God Almachtig, Gods wet. Wie zijn wij om God te oordelen en toch doen we dat. Elke keer dat we onze mond openen en iemand anders oordelen, veroordelen, oordelen wij God. Ongelofelijk, wij snappen het niet. 12 Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt? Dat zouden wij niet moeten doen, Wij moeten alleen onszelf oordelen. Echt waar. Er zijn bepaalde situaties in het leven die je moet beoordelen. Ik heb het niet over dat! Daarom moeten wij oordeel kunnen onderscheiden, wat juist oordeel is. Als er een zonde is, dan moeten wij naar die persoon toegaan en als ze niet willen luisteren moeten wij naar de Kerk gaan. God zegt het zo te doen, er is een juiste manier waarmee wij met de dingen moeten omgaan. Maar de mensen houden daar ook niet van. Wij gehoorzamen God daarin dus ook niet. Een heel simpel iets. De realiteit is dat er een manier is om om te gaan met zonden. En als we dat niet op de juiste manier doen, als wij een broeder hebben waarvan wij weten dat zij zondigen, absolute zonde… ik heb het niet over een vermeende zonde, iets wat wij zonde vinden.. maar iets wat een echte zonde is… geestelijke zonde, hele duidelijke zonde. Als iemand marihuana rookt, high worden… of iemand gebruikt drugs. Dat soort dingen zijn niet moeilijk. Of iemand die overspel pleegt… dat soort dingen zijn niet moeilijk om te beoordelen. Die dingen moeten meteen aangepakt worden. Je hebt daar een grote verantwoordelijkheid in. Want als je dat niet doet, weet je wat God daarover zegt? Dat je net zo schuldig bent als de ander (die zondigt). Als je je oog ervoor sluit… Er zijn tijden dat we ergens bij betrokken moeten zijn, maar dan moeten wij het op een juiste manier doen, dat we niet hoogmoedig doen, klaar staan om klikspaan te spelen. dat is fout! Als de houding van ons fout is tegenover de ander, als we klikspaan spelen, als het ons verhoogd en wij het fijn vinden, om iemand anders op z’n ‘bek’ zien te gaan. Wat een houding is dat van ons, dat we onze broeder .. we willen dat hij zijn zonde overwint en vergeven kan worden. Zodat de zonde weg is en er nooit meer over gesproken zal worden. Dat ze in de ‘broederschap’ kunnen blijven. Zo’n houding zouden we moeten hebben. En als we naar de Kerk ermee moeten gaan, als de ander niet verandert/luistert.. dat is geen kwestie van klikken. Als de geest juist is. Het is een kwestie van verantwoordelijkheid, onze verantwoordelijkheid. 12 Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt? 13 Welaan dan, gij, die zegt: Vandaag of morgen gaan wij op reis naar die en die stad, wij zullen er een jaar doorbrengen, zaken doen en winst maken; 14 gij, die niet (eens) weet, hoe morgen uw leven zijn zal! Het gaat hier over een bepaalde houding die wij zouden moeten hebben, hoe we omgaan met de dingen in het leven. Niemand van ons heeft de garantie… wel, sommigen onder ons hebben een bepaalde garantie…hoe het zal gebeuren… mijn vrouw en ik Oordeel Deel 3
7
hebben het er wel eens over, wij weten ook niet in welke toestand wij ons zullen bevinden tegen de tijd .. misschien moet ze me wel duwen, omdat ik in een rolstoel zit, of omgekeerd… ik heb geen idee. We hopen dat het niet zo is, dat we gezond zijn helemaal tot aan het einde. En de taak die we moeten uitvoeren kunnen doen met een gezond lichaam. Maar… ik weet niet wat er zal gebeuren, wat er zal toegestaan worden.. misschien omdat het beter is voor de Kerk, of de wereld, om er van te leren. Of wat het ook is… ik weet niet wat ik allemaal zal moeten meemaken, ik weet het einde wel… dan zal het ineens tot een einde komen. De houding moet zijn: ons leven is in Gods handen. Wij moeten in dit leven leren oordelen, rechtvaardig oordeel. 14 gij, die niet (eens) weet, hoe morgen uw leven zijn zal! Want gij zijt een damp, die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt; realiseren wij ons niet hoe kort ons leven is? Soms … hoe ouder je wordt, de dichter je bij de dood komt, dan is de realiteit vaak veel duidelijker, dat anderen nog niet geleerd hebben. Ze zien dat nog niet, bevatten het nog niet.. misschien hebben ze er wel de kennis van maar de ervaring missen ze. Hoe vluchtig het leven is. Om te begrijpen dat we het ene moment hier zijn en het andere moment weer weg… het leven is vluchtig. Begrijp dat een ieders leven vluchtig is. We verdwijnen. Dat zou je een andere kijk op anderen moeten geven. Ze zijn ook maar hier voor een korte tijd. Laten we het meest van de tijd die we hebben maken. Laten we anderen liefhebben, leren anderen meer en meer lief te hebben. Een vol, rijker, beter leven te leiden, door de dingen op Gods manier te doen. Dan zijn wij blijer en we zullen meer vervuld zijn en we zullen God meer gehoorzamen. We zouden hetzelfde voor anderen moeten willen. 15 in plaats van te zeggen: Indien de Here wil, zullen wij leven en dit of dat doen. Met andere woorden: er zijn geen garanties. Er kan iets met iemand gebeuren, auto-ongeluk, ziekte, .. en dan misschien de dingen die we beter hadden kunnen doen, op een andere manier gezegd hebben.. maar het is te laat. Wij moeten zo naar het leven kijken en ons realiseren dat met Gods wil.. als Hij ons leven geeft, anderen leven geeft en we een relatie met elkaar kunnen hebben. Het is allemaal een kwestie van onze houding. Jacobus 2 gaat heel goed samen met wat we hier boven gelezen hebben in Jacobus 4. Jacobus 2: Laten we een paar hoofdstukken terug gaan Jacobus 2: 8 Indien gij echter de koninklijke wet vervult naar het schriftwoord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan doet gij wèl. Nogmaals, hier hebben we het over gehad: wie is onze naaste? Diegene die het dichtst bij ons is. Met wie we in contact komen. Dat betekent niet allen iemand die naast je woont, daar gaat het niet om. Het gaat om mensen waar je mee in contact komt.. hoe en wat dat contact ook is, op je werk, .. wat het ook is, waar je met mensen in contact komt. Het gaat over het contact. Uw naaste liefhebben als uzelf als je dus contact hebt, dan moeten wij op een bepaalde manier reageren. Uw naaste liefhebben zoals uzelf, dan doet gij wel. Wij moeten dus anderen behandelen op de manier dat wij behandelt willen worden. Wij moeten anderen goed en vriendelijk behandelen. Zo vaak in deze wereld gebeurt dit niet. Daarom heb ik het soms over situaties op de snelweg, of in een winkelcentrum… of wat dan ook. Je ziet mensen die alleen maar bezig zijn met zichzelf. Zij trekken zich niets aan van andere mensen. Behandel jij je op dezelfde manier? Soms.. ik weet dat we het graag zouden doen en ik weet dat dat soms gebeurt… maar dan moeten wij berouw hebben. maar we moeten onze naaste behandelen zoals wij zelf behandelt willen worden. Dat is moeilijk om te doen. Als iemand iets fouts doet op de snelweg.. zo vaak doen ze dan stomme dingen, ik weet het want ik heb dat ook gedaan, iedereen heeft dat wel eens gedaan. Ik heb wel mensen gezien die dan heel traag voor een truck gaan rijden.. hoe idioot ben je dan! Weet je niet wat je aan het doen bent? Als je iemand kwaad maakt die in een truck rijdt… dat kan je nooit winnen. En zo gaat het ..; in een winkelcentrum, een groep mensen komt aanlopen en gaan niet aan de kant… wat doe jij? Zorg je dat het voor hen moeilijk wordt om om jou heen te gaan? Nee .. je geeft hen ruimte. Omdat je wil dat zij dat bij jou zouden doen. Zodus doe jij dat voor hen. En er zijn tijden… als je op het voetpad loopt, de stoep…jonge mensen, mensen van middelbare leeftijd, .. oudere mensen .. als er maar ruimte is voor 2 of soms 3 mensen en er komen 2-3 mensen op je af..op mijn vrouw en mij, die naast elkaar lopen, dan gaan wij achter elkaar lopen. De wereld is zo egoïstisch, maar wij leven in zo’n wereld. Het betekent niet dat jij dan egoïstisch moet worden. Snap je? En hen van de stoep af dwingen. Beide partijen zouden een beetje ruimte moeten geven. Een klein beetje. Respect voor elkaar maar zo zijn de mensen nu eenmaal niet. Oordeel Deel 3
8
Ik moet denken… heb dit al vermeld in het verleden, als je trouw bent aan het kleine ben je ook getrouw in het grote. Dat is een prachtig principe om van te leren, om toe te passen. Iets wat ik al lang geleden heb geleerd, wat wij moeten doen, zelfs in de kleinste dingen… naar het toilet gaan. Je wast je handen, ik vind het zo walgelijk als de mensen de handdoekjes achterlaten naast de wasbakken. Ze gooien het niet eens in de vuilnisbak. Ook vandaag heb ik het weer gezien. Mensen zijn net varkens. Ik denk aan de persoon die na mij komt, ik wil niet dat hij diezelfde rotzooi ziet, hetzelfde meemaakt. Als ik klaar ben, ik raak niet dat van een ander aan, maar ik gebruik soms mijn eigen handdoekje om die van die ander te pakken en het weg te gooien. Soms om water naast de wasbak weg te halen. Simpele kleine dingen .. denk aan de ander. Dat is je naaste liefhebben als je zelf. Hoe jij het zou willen dat het was, hoe jij behandelt wilt worden, hoe jij wil dat de dingen om je heen zijn.. je gaat naar een winkelcentrum, soms doen de mensen niet hun taak naar behoren, of omdat het zo druk is… er is geen tijd om de tafels af te ruimen, in restaurants in een winkelcentrum… waar veel mensen eten. De mensen laten allerlei rotzooi achter op hun tafeltje, of allerlei vlekken op de tafel… ketchup enz.. veeg het gewoon even af als je klaar bent. Ik probeer dat altijd te doen. Voor de volgende die aan dat tafeltje gaat zitten uw naaste liefhebben zoals uzelf.. hoe wil jij behandelt worden. Wij moeten leren zo te denken. Niet zo doen als iedereen doet… als iedereen om je heen eet als een varken.. dat betekent niet dat jij ook als een varken moet leven. Want dan ben jij ook een varken… in je geest! Egoïstisch en niet zorgen voor anderen. Wij doen niet zoals de wereld. Wij moeten anders zijn. Zelfs in de kleine dingen! Want, laat me je zeggen, dat als je de kleine dingen niet doet, doe je de grote dingen ook niet. Je kan de grote dingen niet doen omdat je ze niet kan zien. Je moet ze kunnen zien, de kleine dingen, dan kan je ook de grote dingen zien. Soms denken de mensen… dat is een heel klein iets, .. nee, dat is het niet! Het heeft te maken met je geest, hoe jij denkt! Hoe jij denkt over de anderen om je heen. En als je niet kan denken aan de kleine dingen, op een juiste manier, voor anderen om je heen, kan ik je garanderen dat je de grote dingen ook niet doet, omdat je het niet ziet! Dat kan je namelijk niet! Het heeft te maken met hoe je denkt. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan doet gij wèl. 9 Doch indien gij met aanzien des persoons handelt, doet gij zonde en wordt gij door de wet overtuigd van overtreding. nogmaals, als je bepaalde dingen maar op een bepaalde manier doet, tegenover bepaalde mensen… jij respecteert de mensen, personen.. je houdt op een bepaalde manier van iemand maar niet op die manier van iemand anders. Je doet bepaalde dingen voor mensen, je wil je opofferen, je tijd, je energie.. wat het ook moge zijn. Alleen maar tegen bepaalde mensen omdat jij daar je voordeel uit haalt. Dan zet je jezelf op een voetstuk, dat jij belangrijk bent. En je doet dit niet voor iemand anders… als wij dat doen zondigen wij. En vaak begrijpen we dit niet. 10 Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden). Waar struikelen we, waar zeggen we ‘tot hier en niet verder’? Ik heb niet meer lief, ik geef niet meer… als we dat doen zondigen wij. Als je niet liefhebt, maar je hebt wel de mogelijkheid.. als je het niet doet zondig je.We moeten die dingen kunnen zien. 11 Want Hij, die gezegd heeft: Gij zult niet echtbreken, heeft ook gezegd: Gij zult niet doodslaan. Indien gij nu geen echtbreuk pleegt, maar wel doodslag, zijt gij toch een overtreder van de wet geworden. Wij kijken soms naar dit fysiek en zeggen “wij doen dit niet”. Jawel, de laatste keer dat je over iemand roddelde, tegen een ander.. toen was je een moordenaar, als je je broeder haat, en negatief over hem of haar spreekt… dan heb je een moordende geest, niet een geest van liefde. Want als het een geest van liefde is zou het opbouwend zijn, Zou je hen verdedigen, zou je alles doen om hen te helpen. Je zou hun naam beschermen. … excuses geven voor hen, soms zijn er omstandigheden dat er excuses zijn voor iemand, waarom ze iets bepaalds hebben gedaan, in plaats van hard oordelen. 12 Spreekt zó en handelt zó als (mensen past), die door de wet der vrijheid zullen geoordeeld worden. Rechtvaardig oordeel, leren hoe te oordelen op juiste wijze. 13 Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem, die geen barmhartigheid bewezen heeft; barmhartigheid (echter) roemt tegen het oordeel. We moeten voorzichtig zijn. Barmhartigheid, oordeel en geloof; heeft te maken met de wet. 13 Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem, die geen barmhartigheid bewezen heeft; als wij geen barmhartigheid tonen aan anderen Oordeel Deel 3
9
dan zal het oordeel over ons hard zijn. barmhartigheid (echter) roemt tegen het oordeel. Veroordeling. Barmhartigheid is veel beter, is goed! Als er barmhartigheid ‘gegeven’ kan worden moeten we ernaar streven om dit ook te doen. Barmhartig zijn, bereid zijn om het voordeel van de twijfel te geven in allerlei situaties in het leven. En toch… als er zonden zijn moeten we nog altijd barmhartig zijn, in hoe we de mensen benaderen. Weten dat we willen dat de ander ook barmhartig is tegenover ons, in hun aanpak. Niet hard. 14 Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken heeft? Oordeel, barmhartigheid en geloof als het over de wet gaat, hoe we het leven (de wet). Welke betekenis heeft het als wij zeggen dat wij geloof hebben en geen werken doen. Mensen kunnen denken dat ze in geloof leven, maar passen zij de wet toe, zoals God zegt dit te doen? De wet, tegenover anderen, liefde tegen alle mensen. Of zijn liefdevol tegen maar een exclusief groepje? We moeten het tegen iedereen kunnen zijn: liefdevol. Respecteren wij anderen? Dat heeft te maken met geloof. Want als wij volgens geloof leven, dan geloven wij wat God zegt en doen we wat Hij wil. Leven in geloof, dat is een kwestie van werken. Met andere woorden, onze werken zullen reflecteren wat wij doen.. wat wij geloven. Kan dat geloof hem behouden? 15 Stel, dat een broeder of zuster gebrek heeft aan kleding en aan dagelijks voedsel, hebben wij de mogelijkheid om iemand te helpen, fysiek… als jij iemand kent die werkelijk in nood zit, je kan hen helpen… en je doet het niet… dat is ook een kwestie van iets geestelijks. Niet alleen fysiek. Als wij het begrijpen. Nogmaals, als wij weten dat iemand het moeilijk heeft, problemen… hoe gaan we met hen om? Als wij iemand zien die ‘naakt’ is, een bepaalde zwakheid, iets doms hebben gedaan..; zijn wij barmhartig? Proberen wij hen te helpen.. of als wij realiseren ons dat iemand iets gedaan heeft en zich ervan bekeerd heeft… hebben wij de wens om hen weer ‘gekleed’ te zien? Om uit de zonden te komen, te veranderen… als wij hen hierin kunnen helpen.. 16 en iemand uwer zegt tot hen: Gaat heen in vrede, houdt u warm en eet goed, zonder hen echter van het nodige voor het lichaam te voorzien, wat baat dit? Als jij iemand kan helpen, vooral geestelijk.. als het over zonden gaat, als het een zonde is.. als iemand zwak is op een bepaald vlak, je gaat naar hen toe en zegt “misschien kan ik je helpen.. “ als je iets gezien hebt. “ik heb ook strijd moeten leveren, dingen die ik moest aanpassen…” deel met hen, vertel hen je gevoelens, hoe je je voelt als er iets kwetst in het Lichaam. Je wil niet dat ze geestelijk naakt zijn. Je wil niet dat ze afgesneden van God worden. Dus ben je barmhartig in je benadering. Niet oordelend, veroordelend. Maar met een juiste houding en liefde. Mensen voelen het als je naar hen toekomt met liefde. 17 Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. Krachtige verzen hier. Laten wij naar 1 Corintiërs 11 gaan. Het is goed om hier op te merken dat de context van datgeen wat we nu bespreken, gaat over een bepaalde periode van het jaar: Pascha. De tijd waarin wij naar onszelf moeten kijken, we hebben het gehad over de gist, het ongezuurd brood in ons leven. Wij willen ongezuurd worden. Wij hebben het gehad over opgeblazen te worden, brood blaast op. Onze wens om zonder gist te zijn, niet opgeblazen. Niet vervuld van trots, maar vervuld van nederigheid, zachtmoedig van geest. Deze dingen zijn allemaal belangrijk tijdens het Pascha seizoen. Als het over relaties gaat, is dit heel belangrijk. Dit is dus de context, in vers 31 Indien wij echter onszelf beoordeelden, onderscheiden zouden wij niet onder het oordeel komen. Oordeel, veroordeling. Dit is heel belangrijk tijdens het Pascha seizoen, is altijd belangrijk eigenlijk. Als wij leren om onszelf te oordelen, weten hoe de zaken in ons eigen leven te beoordelen, over onszelf, dat wij niet geoordeeld worden. Omdat we dan de dingen op de juiste manier doen, wij willen ons bekeren, we willen de zaken overwinnen. Dan zal het oordeel niet over ons zijn omdat wij volgens Gods wetten leven, wij doen wat juist is. Laten we even naar vers 27 teruggaan: het gaat hier over het Pascha seizoen. Maar het moet altijd toegepast worden in ons leven. Hier gaat het specifiek op de voorbereidingen voor het Pascha. 27: Wie dus op onwaardige wijze het brood eet of de beker des Heren drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed des Heren. Het gaat hier over een zonde. Het nemen van het brood, de wijn.. wij moeten begrijpen dat wij dat symbolisch eens per jaar doen, maar we leven het ons hele leven, de wens om Gods manier van leven te ontvangen. De wens om de vergeving van zonden te ontvangen. De dingen die daar allemaal bijkomen. Er is dus een manier waarop wij moeten ‘wandelen’… waardig! Proberen God zo goed mogelijk te gehoorzamen. Niet het bloed van Christus te licht nemen, het offer van Christus en wat Hij voor ons Oordeel Deel 3
10
deed. Maar elke keer dat we zondigen doen we dat, en we moeten God om genade vragen. Het gaat verder: 28 Maar ieder beproeve zichzelf niet alleen tijdens het Pascha seizoen! Zelfs al richten we ons er dan meer op, omdat er grote lessen uit te leren zijn. Maar we zouden dit altijd moeten doen. 28 Maar ieder beproeve zichzelf en ete dan van het brood en drinke uit de beker. Het belangrijke punt is dat wij moeten leren onszelf te oordelen. Onze eigen levens onderzoeken. Het is zo makkelijk om iemand anders’ leven te onderzoeken…maar Gods wens is dat de focus op onze relatie met Hem en Jezus Christus is, zodat we onszelf kunnen onderzoeken. 29 Want wie eet en drinkt, eet en drinkt tot zijn eigen oordeel, veroordeling betekent dit woord hier. als hij het lichaam niet onderscheidt. Niet begrijpende waar Jezus Christus door heen heeft moeten gaan voor ons. De relatie in het geestelijk Lichaam niet begrijpend. Wat het betekent om een relatie te hebben en in deze relatie te blijven, in het Lichaam, de rest van het Lichaam; Het gaat over de relaties, met God de Vader, Jezus Christus en relaties met de Kerk, hoe we werken met de Kerk, omgaan: relaties. 30 Daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk en er ontslapen niet weinigen. Geestelijk. Het heeft zo vaak te maken met relaties, omdat wij onszelf niet onderzoeken zoals we zouden moeten doen (in onze relaties). 31 Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen. Als wij onszelf beoordelen, de dingen in ons eigen leven leren te onderscheiden, om onszelf in de spiegel te zien, onszelf te oordelen: daar begint het! Je kan alleen jezelf veranderen! Je kan niet de ander veranderen! Zoveel mensen proberen de ander te veranderen. Voor een heel klein gedeelte kan je daar van deel uit maken, maar niet op de manier waarop de meeste mensen denken.. of toepassen of doen! Hoe je het doet is zelf te veranderen! Zo doe je het! Het voorbeeld dat je geeft, in je leven, dat gezien kan worden door anderen. Zodat anderen er voordeel van kunnen hebben. 32 Maar onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd, opdat wij niet met de wereld zouden veroordeeld worden. Als we onszelf niet oordelen, zullen er dingen gebeuren in ons leven zodat er veroordeling komt. Dingen zullen met ons gebeuren, wij zullen vervolgd worden. We gaan vaak door moeilijke dingen omdat we niet veranderen zoals we zouden moeten, de dingen niet aanpakken zoals we ze zouden moeten aanpakken… en gebeuren er dus dingen in ons leven, rondom ons, om ons te onderwijzen, zodat wij kunnen leren. Soms is.. hebben wij een keiharde kop en hebben we problemen met het veranderen, overwinnen en egoïsme overwinnen. Laten we nu verder gaan, en meer dingen lezen over oordeel, binnen Gods wet, in hoofdstuk 5 Paulus, die met de Corintiërs werkt, heeft het hier over dingen die te maken met het seizoen waar ze zich dan in bevinden: Pascha. Ongezuurd brood… alle lessen die daarmee te maken hebben, gist, ongezuurd zijn. laten we naar vers 1 gaan. Inderdaad men spreekt van hoererij onder u, en zulk een hoererij, als zelfs onder de heidenen niet (voorkomt), dat iemand leeft met de vrouw van zijn vader. Hier is een individu, die bij de Kerk is.. die een relatie heeft met zijn vaders vrouw, zijn stiefmoeder. Nogmaals, er staat… en de mensen in de Kerk wisten het. Dit is soms gebeurd in de Kerk, dingen die er gebeurden, waar anderen weet van hadden. Als er zonde is moet je bepaalde dingen doen. We hebben al besproken dat er ook andere situaties zijn, dat het geen kwestie is van zonden, maar van een miscommunicatie of het oordelen van de anders motieven. Omdat onze motieven, mening zo is.. dat wij de ander daarom oordelen, veroordelen, omdat onze geest verdraaid is. Wij oordelen dan de ander waarop wij de dingen zouden doen.. veel mensen doen dat, dat doen wij mensen. Wij denken dat de ander de dingen op precies onze manier moet doen. Wij zien hen dingen doen en denken dan dat zij gezondigd hebben, omdat het niet op onze manier gebeurd. We realiseren ons niet dat het eigenlijk ons probleem is… allerlei dingen met oordeel in ons leven. Maar als het om iets gaat dat echt een zonde is in iemands leven, dan hebben wij een bepaalde verantwoordelijkheid. Echt waar! De verantwoordelijkheid om naar onze broeder alleen te gaan, als ze het niet aanpakken of hulp zoeken, en het wordt heel duidelijk dan hebben wij nog altijd de verantwoordelijkheid en moeten wij verder gaan: met de hoop dat zij zich zullen bekeren en niet zichzelf meer kwetsen, zodat ze uit het Lichaam gaan. Dat ze tot berouw kunnen komen. Dat er niemand in het Lichaam gekwetst wordt. We gaan verder: 2 En gij zijt opgeblazen in plaats van u veeleer te bedroeven, en dus de bedrijver van die daad uit uw midden te verwijderen? Soms, als bepaalde dingen gebeuren in de Kerk, we zijn nu heel klein… er zijn dingen die ik soms niet weet… maar deze dingen zijn gelukkig niet meer op grote schaal aanwezig, God heeft het Lichaam opgeruimd. Maar veel mensen komen bij de Kerk, met verschillende achtergronden, dingen die in hun leven gebeuren, .. en daardoor zijn er dingen Oordeel Deel 3
11
waarover je uitglijdt.. vaak.. serieuze dingen. Wat er gedaan is, of wat je nog altijd doet… of opnieuw begint te doen (foute dingen). Je kan niet opgeblazen zijn.. jezelf op een voetstuk plaatsen, zodat je rechtvaardiger lijkt dan God zegt dat je moet zijn… hoe je met iets omgaat… want dat is dan trots! Je onwilligheid om iets aan te pakken op Gods manier! Zoals God zegt het te doen..; dat is fout! Het is een kwestie van opgeblazenheid, vol van zonden! Er zijn allerlei situaties waarin wij opgeblazen kunnen worden.. dingen doen die niet volgens Gods manier zijn.. als we met zonden te maken hebben. Vaak zijn de dingen bij andere mensen geen zonden, het is ons probleem, wij oordelen maar als er wel een zonden is willen wij er niet mee omgaan, omdat … we het niet prettig vinden om het aan te pakken (of te zeggen, te bespreken met de ander) en we denken dat het niet onze verantwoordelijkheid is. 3 Want mijnerzijds heb ik, hoewel lichamelijk niet, maar naar de geest wèl aanwezig, reeds, als aanwezig, vonnis geveld over hem, die op zulk een wijze zo iets heeft begaan. Er zijn dingen die ik heb moeten aanpakken, in allerlei gemeentes, allerlei gebieden. Ik moet er niet persoonlijk aanwezig zijn, .. als ik weet heb van iets, dan geef ik het door aan de elder, senior elder, of één van de evangelisten in sommige gevallen, iets wat aangepakt moet worden. Of de elder moet de zaak aanpakken, als het hen verteld wordt. Dat maakt geen deel uit van hun taak maar als er zo’n situatie is, en de evangelist of senior elder geeft hen de opdracht.. of ik.. dat er iets op een bepaalde manier moet gebeuren, dan moet de elder deze taak uitvoeren. Maar de realiteit is dat ik iets kan horen, 2-3 getuigen… ik moet er fysiek niet aanwezig zijn om te weten dat er iets fout is, dat het aangepakt moet worden… als er iets is dat niet zo is als het zou moeten zijn… hoe het aangepakt moet worden… we gaan verder, dit is wat Paulus hier zegt, dat je niet letterlijk daar aanwezig moet zijn… en hen vertellen wat ze moeten doen en het moeten doen. Het is al geoordeeld, het is Gods oordeel, want het is rechtvaardig. Het heeft niets te maken met favoritisme of gebrek daaraan. Het wordt aangepakt omdat het rechtvaardig is. 4 Wanneer wij vergaderd zijn, gij en mijn geest met de kracht van onze Here Jezus, Hij geeft dit als apostel, het komt van Jezus Christus, dus van God. 5 leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over er zijn tijden dat er pijnlijke dingen gedaan moeten worden. Ik haat dat, maar als iemand uit de Kerk gezet moet worden… als iemand gevraagd wordt niet meer te komen…naar het Lichaam. Dat is vaak pijnlijk en het is verschrikkelijk. Maar als een bepaalde zonde zo groot wordt dat het anderen kwetst, moet het aangepakt worden. Er zijn situaties dat mensen de wereld ingestuurd worden. Als jij van het Lichaam afgesneden wordt, van Gods geest, .. wat er dan gebeurd is, is dat God je geestelijk ‘toegestaan’ heeft terug de wereld in te gaan. Waar Satan en de demonen vrij spel hebben. Maar wij in de Kerk hebben bescherming. Er zal niets gebeuren met ons, tenzij God het toestaat. Soms gebeuren er dingen maar God ziet er op toe, elke minuut. Je hebt niets te vrezen van die wereld, de demonische wereld, Satan’s wereld. God zal voor ons zorgen, alles is in Gods handen. Als we het over bevrijding hebben, soms worden mensen terug in de wereld gestuurd, zodat ze kunnen zien hoe het is, als ze geen deel meer uitmaken van Gods Kerk, geen omgang meer hebben met de Kerk. En hopelijk is er iets wat hen tot berouw/bekering brengt… dat is de hoop en wens, dat ze tot berouw en bekering komen. In dit geval had de man berouw en bekeerde zich en de vrouw niet. Hij kon terug in de Kerk komen. De vrouw niet. Soms reageren mensen en doen ze wat ze moeten doen en soms niet. Maar de wens is dat de mensen gered kunnen worden. 5 leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de dag des Heren. 6 Uw roem deugt niet. Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt? Hij vertelt de Kerk in Corinthen dat ze deze zaak niet aanpakken. Het is een kwestie van trots, ze doen het niet op Gods manier. Ze zijn opgeblazen in hun geest… pervers. Omdat ze het niet aanpakken. Ze zijn zwak van zonden, dat mag niet. Het moet op Gods manier aangepakt worden, niet keihard, niet veroordelend (en lelijk tegen iemand doen) maar de verantwoordelijkheid opnemen. Daarom, als ik het over tienden betalen heb… ik zeg tegen de mensen dat ze God beroven. Dat is mijn verantwoordelijkheid. Om contact met de mensen op te nemen of erover te spreken in de preek. En dan geef ik de mensen tijd. Er zijn een aantal mensen die nog altijd geen veranderingen hebben gemaakt. Als ik terug ben zal ik hierop reageren, je opbellen. Ik heb genoeg tijd gegeven, heb genoeg geduld gehad, barmhartigheid… om mensen tijd te geven. Veel mensen hebben gereageerd en hebben gedaan wat ze moesten doen. Maar in een paar gevallen, … hebben een Oordeel Deel 3
12
paar mensen niet gereageerd. Dat betekent dat je ‘naar buiten gaat’. Ik heb een verantwoordelijkheid, geduld en tijd gehad, dat komt van God. Want dat is wat we moeten hebben. In sommige dingen kan je barmhartigheid, geduld en tijd geven, in dit geval, waar Paulus moest ingrijpen, overspel.. en ontucht.. mag je geen geduld hebben en zeker geen tijd geven! Je gooit ze uit de Kerk omdat dit zo ziek en pervers is, in het Lichaam. Hopelijk komen ze dan tot berouw, maar.. het hele punt is.. dat het Lichaam geestelijk niet meer gekwetst wordt.. als we het niet aanpakken, zoals in 1 Corintiërs 11 staat. Dan begrijpen wij het Lichaam van de Here niet, de Kerk, het Lichaam van Christus. Wij zouden het Lichaam moeten liefhebben, het moeten beschermen en de dingen op de juiste manier moeten doen, omdat dat van God komt. Wij moeten niet opgeblazen zijn en onze glorie hoger stellen dan Gods glorie… omdat wij vinden dat onze aanpak beter is dan die van God, omdat wij het misschien niet fijn vinden om te doen, of wat het ook moge zijn. Heel rare manier van denken hebben wij soms en wij kunnen onze vriend(en) erdoor verliezen… als we alleen op hen toestappen… of we gaan naar een dienaar en spreken erover.. en dan zullen ze weten dat het van mij komt. Jouw glorie is niet goed! Je trots niet, je kwetst je broeder en eigenlijk ben je bezig hem te vermoorden. Je helpt hen helemaal niet, je helpt hen te vernietigen. Je doet niet wat God zegt! Gods manier werkt, als mensen reageren. Maar jouw manier werkt niet! 7 Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; elk persoon, wordt dit tegen gezegd. Doe het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn onze wil/wens moet zijn dat we de zonden wegdoen in ons leven. gij zijt immers ongezuurd. Het was gedurende de tijd van Ongezuurde broden. Tijdens deze tijd … het gaat over iets fysieks hier. Maar ze wisten dat dit betekende dat je je huizen moest ontzuren. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus. 8 Laten wij derhalve feest vieren, een opdracht, niet een suggestie, het is een opdracht! Wij vieren de feesten. Mensen zeggen dat er niet gesproken wordt over de Sabbat en De Heilige dagen in het NT… jawel! Wij moeten het feest van Ongezuurde Broden vieren. niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid. Zo doe je het. Gods woord, op Gods manier leven is ongezuurd. Het is .. wij moeten het ongezuurd brood des levens eten. De andere manier, het tegenovergestelde, is gezuurd, opgeblazen. Vervuld van zonden. 9 Ik schreef u reeds in mijn brief, dat gij niet moest omgaan met hoereerders; corinthen had een kwalijke reputatie. De naam.. de gewoontes, de valse goden.. de ontucht die in de tempel gebeurde… dat was heel gewoon, het was een deel van aanbidding .. voordat de mensen in de Kerk geroepen werden, uit die perverse wereld geroepen werden. Hun tempel zat vol met hoeren, prostituees. Dat maakte deel uit van hun aanbidding, in hun religie. Ontucht.. ziekelijk! Mensen werden uit die samenleving geroepen, maar het was een moeilijke strijd. Ook nu, mensen worden nu geroepen uit de samenleving en het is ook een moeilijke, zware strijd. Omdat de samenleving zo gericht is op mensen die in ontucht samen leven, overspel… mensen denken niet na voor ze met anderen naar bed gaan, met vele anderen naar bed gaan. Soms, voor ze getrouwd zijn. Het concept van jezelf bewaren, rein blijven… voor een partner bestaat niet meer in deze wereld. Niet in muziek, films, in het denken van de mensen. Ziekelijke wereld. 10 niet met de hoereerders uit deze wereld in het algemeen met andere woorden, je kan jezelf niet van de wereld afscheiden. Maar in de Kerk is er een bepaalde manier van leven, verwachtingen van hoe de mensen hun leven moeten leven. Die dingen maken geen deel uit van het leven van de wereld, vooral fysieke dingen.. die moeten aangepakt worden. 10 niet met de hoereerders uit deze wereld je kan jezelf niet afscheiden van iedereen in de wereld, maar er zijn bepaalde omgevingen waar je je niet moet bevinden. Naar bepaalde bars gaan, waar veel gedronken wordt, mensen… in overspelige situaties… waarom zou je je daarin begeven? Het trekt je heel snel naar binnen! Er zijn bepaalde omgevingen waar je je ver van moet houden! Als er een heleboel drugsverslaafden zijn of mensen die wiet roken.. of dronkaards… wat voor omgeving is dat? Waarom zou je je daar willen ophouden? Je gaat naar een club… of hoe ze het ook noemen, een club.. en mensen roken, gebruiken drugs, … wat een omgeving is dat. Ik snap niet dat je daar wil zijn. Als God je in de Kerk heeft geroepen, zorg dat je daar, in zulke omgevingen, niet meer komt! Ga er niet meer naar toe. Waarom zou je je daar nog willen ophouden? Er zullen altijd dat soort mensen om je heen zijn, op je werk, … maar je moet het niet gaan opzoeken! in het algemeen of met de geldgierigen en oplichters of afgodendienaars, want dan zou men wel uit de wereld moeten gaan. God heeft ons niet op een andere planeet gezet. Hij heeft ons niet naar Petra laten Oordeel Deel 3
13
gaan… we leven in de wereld! Je kan mensen niet van de wereld beschermen. Als je probeert, zelfs kinderen, mensen helemaal af te schermen van de wereld… hoe kunnen ze dan leren? Als je ze probeert weg te houden bij andere kinderen, mensen, situaties… hoe kunnen ze dan leren? Maar je probeert, zo goed je kan, ze uit slechte omgevingen weg te houden. … dit is een ander onderwerp. 11 Nu evenwel schrijf ik u, dat gij niet moet omgaan met iemand, die, al heet hij een broeder, een hoereerder, als iemand in de Kerk is en een echtbreker is, .. mensen die dingen doen die verschrikkelijk fout zijn en het heel duidelijk is… dan staat er …een hoereerder, geldgierige, afgodendienaar, er zijn bepaalde dingen, als mensen zo zijn en dit soort dingen binnen te brengen … sommigen zijn daar heel goed in.. hun religieuze ideetjes… geestelijk overspel.. dat is een ander geloof, en dat de Kerk in te brengen… de mensen zien dat heel snel en pakken het aan en dat is goed! Je moet het op de juiste manier doen, vriendelijk en zacht… als je de ander benadert…tenzij ze niet luisteren, dan moet de dienaar het aanpakken. Ga naar een dienaar. Laat het niet doorgaan. Als iemand probeert andere mensen te kwetsen met andere doctrines, … lasteraar, dronkaard, of oplichter is; met zo iemand moet gij zelfs niet samen eten. God zegt dat we ons daarvan moeten afscheiden. Letterlijk… dan wordt de bepaalde persoon gezegd dat ze niet langer in de Kerk kunnen zijn. Dat zijn moeilijke situaties maar ze gebeuren van tijd tot tijd. 12 Staat het soms aan mij, hen te oordelen, die buiten zijn? we oordelen de wereld niet. Dat is onze taak niet… hun levensstijl, wat ze doen.. je kan dat toch niet veranderen. Maar we hebben een verantwoordelijkheid tegenover iedereen in het Lichaam, het Lichaam van Christus. Allemaal hebben wij daar een verantwoordelijkheid. Oordeelt ook gij niet (alleen) hen, die in uw kring zijn? ja! Het oordeel is nu over het huis van God en wij maken daar allemaal deel van uit. We moeten het op Gods manier doen. Heel zeker ervan zijn dat we geen keihard oordeel vellen, zonder barmhartigheid, veroordelend, de mensen naar beneden halend… Maar als er echte zonden zijn dan moeten wij dit aanpakken op de juiste manier. Er is een juiste manier van dit aan te pakken. Maar zo vaak pakken we geen één van deze twee situaties goed aan. 13 Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Oordeel zal komen over iedereen. Deze wereld wordt klaargemaakt om op krachtige wijze geoordeeld te worden. Maar het oordeel waarvan gesproken wordt in de Bijbel komt nu over de wereld… het zal erger en erger worden.Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg. Als er slechtheid is in het Lichaam, moet het verwijderd worden, omwille van het Lichaam. Omwille van het individu dat gezondigd heeft, zodat ze tot berouw/bekering kunnen komen. Laten we naar Colossenzen 2 gaan. We beginnen in, als ik het kan vinden, vers 16 Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten nogmaals, dingen die te maken hebben met oordeel, hoe wij moeten oordelen. Hoe onze houding moet zijn. Heel uniek hoe dit hier in Colossenzen neergeschreven staat. Het wordt soms door mensen in de wereld gebruikt, mensen in het christendom, .. tegen mensen van de Kerk, over oordelen. Er staat: laat dan niemand u oordelen inzake eten.. het gaat hier over rein en onrein voedsel. Laat niemand u oordelen over wat je wel of niet moet eten, je moet je niets aantrekken wat anderen ervan vinden, in de wereld. Vooral als je nieuw bent, wees meer bezorgd om wat God zegt, Jezus Christus zegt, de Kerk. Dat wordt er hier bedoelt. Laat dan niemand u oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, jij houdt de feestdagen, zij vieren hun feestdagen. Je trekt je niets aan van wat anderen zeggen omdat jij Heilige dagen viert. Ze kunnen het niet snappen… waarom je het Loofhuttenfeest viert, Pascha, Ongezuurde broden Pinksteren… je laat niemand je daarover oordelen, alleen God! Dat bedoelt Paulus hier! Als het gaat over hoe je leeft, wat je doet..nieuwe maan of sabbat, hoe we de tijd tellen, de feestseizoenen… hoe we dat doen, vanaf Trompettenfeest. Wij volgen de kalender. De Sabbat… het gaat niet over de wereld.. die zegt dat we deze dingen niet moeten vieren/houden. Ze draaien het om en zeggen dat we deze dingen niet moeten doen, dat je je daar geen zorgen om moet maken. Integendeel! .. je bent in de Kerk en je doet deze dingen en je bent bezorgd om dit goed te doen. Het maakt je niet uit wat anderen erover zeggen. Of wat ze over Gods woord, Gods weg zeggen. Je .. gehoorzaamt God. 17 dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, al deze dingen die ze onderwijzen, vooral hier, als het over de Sabbat gaat en de Heilige dagen. Ze leren dingen over Gods plan, het onthuld Gods plan. terwijl de werkelijkheid van Christus is. Wat er hier staat is dat je je zorgen moet maken om het Lichaam van Christus, wat de Kerk erover te zeggen heeft. Trek je niet aan wat de wereld erover zegt, wat mensen erover zeggen… omdat ze fout zijn. Onze Oordeel Deel 3
14
wil moet zijn, wat zegt God. Laat niemand anders u oordelen maar laat de Kerk, het Lichaam van Christus ons oordelen, daar moeten wij bezorgd om zijn. Wat de Kerk te zeggen heeft. Hoe we geleid worden door God is via de dienaren, wat er onderwezen wordt in de Kerk. In de Sabbatdienst. Dat staat er hier. De richtlijnen, de waarheden, de dingen die wij doen in de Kerk. Daar moeten wij bezorgd om zijn, wat zegt de Kerk ervan… hoe leidt God ons, waar leidt Hij ons naartoe? Daar moet ik om geven. Krachtige verzen hier. 18 Laat niemand u de prijs doen missen je beroven, stelen van je door gewilde nederigheid en engelenverering, door hun idiote ideeën .. er staat eigenlijk ‘laat niemand de waarheid van je afnemen, die God je heeft gegeven’. De waarheid die je in de Kerk krijgt en .. beginnen met dingen die niet juist zijn, zoals in allerlei religies. Bepaalde ideeën.. het aanbidden van engelen. als ingewijde in wat hij heeft aanschouwd, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken, er komen mensen en die proberen je mee te trekken in hun ideetjes, zij zijn opgeblazen en denken dat zij juist zijn. Wel…misschien kunnen ze je overhalen, omdat je hen al heel lang kent.. heb je respect voor hen.. maar er moet meer respect zijn voor God, te doen wat juist is, in de Kerk.. en hoe God in de Kerk werkt. 19 terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden dit is waar je bezorgd om moet zijn, het hoofd: Jezus Christus. Dat belangrijk vinden, niet iemand anders, die je omver kan praten, je van de waarheid af kan halen. Maar houd vast aan de waarheid, houdt het hoofd omhoog, de manier van leven die God ons heeft gegeven. ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt. Ik wil verder gaan met Romeinen 1… vers 28 En daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verwerpelijk denken om te doen wat niet betaamt: het gaat over de mens, zoals de mens is.. 29 vervuld van allerlei onrechtvaardigheid, boosheid, hebzucht en slechtheid, vol nijd, moord, twist, list en kwaadaardigheid; 30 oorblazers, lasteraars, haters van God, een hele lijst van.. als wij niet oppassen… kunnen wji hier ook schuldig aan zijn. lasteraars, haters van God als wij de dingen niet op Gods manier doen, zoals Hij zegt ze te doen, oordelen wij niet alleen God maar haten wij Hem ook. Haten wat de waarheid is. verwatenen, (kwaadaardig)… zijn wij kwaadaardig tegenover iemand anders? overmoedigen, (trots).. wij hebben hier juist verzen over gelezen dat wij deze dingen inderdaad doen. Binnen de Kerk en we moeten er vanaf raken, Gods hulp vragen om dit te overwinnen. grootsprekers, vindingrijk in het kwaad, hun ouders ongehoorzaam; 31 onverstandig, onbestendig, (verbond verbreken) Het verbond dat God gegeven heeft verbreken, als wij zondigen en ons niet bekeren zoals zou moeten. zonder hart of barmhartigheid. Soms kunnen wij zo zijn en we willen zo niet zijn, wij willen God eren. 32 Immers, hoewel zij de rechtseis van God kenden, namelijk, dat zij, die zulke dingen bedrijven, de dood verdienen, doen zij ze niet alleen zelf, maar schenken ook nog hun bijval aan wie ze bedrijven. Wij willen zo niet zijn. We willen geen plezier hebben in de dingen van de wereld. Op de manier waarop de wereld het doet. Dat zou ons moeten afstoten. Alle dingen die we hier gelezen hebben .. die ik snel heb gelezen, gebeuren in de wereld, elke dag en wij moeten dit weerzinwekkend vinden. En des te meer we dat vinden, hoe meer we dit uit ons eigen leven willen hebben. Des te meer wij het zien bij anderen, rondom ons heen, des te meer wij het walgelijk vinden en zien hoe kwaadaardig het is.
Oordeel Deel 3
15
Romeinen 2: 1 Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen. Het gaat hier over de wereld, mensen die nieuw zijn, Paulus spreekt tegen hen hier, maar het is van toepassing op ons allemaal! Wij moeten snappen dat er dingen in de wereld zijn die wij moeten haten. En we moeten voorzichtig zijn hoe wij oordelen, als wij die dingen om ons heen zien. Hoe we anderen oordelen. Dat wij niet onszelf veroordelen door fout oordeel. Het gaat hier in Romeinen over .. dat wij schuldig zijn aan sommige van deze dingen, wij allemaal. Niemand leeft Gods weg op een perfecte manier. Als wij iemand anders in de Kerk iets fouts zien doen, hen op een keiharde manier oordelen… begrijp dat er dingen zijn die jij gedaan hebt. Het maakt mij niet uit wie jij bent, jong, oud… al heel lang in de Kerk…het maakt niet uit! Wij hebben problemen in ons denken, wij hebben dingen in je geest, in je leven, die fout zijn. Je leeft niet in geloof, zoals je zou moeten doen. Je gehoorzaamt God niet in alles. Er zijn dingen die je moet blijven veranderen en in groeien. Niemand leeft een perfect leven, niemand! Als wij dat begrijpen, dan begrijpen wij dat de strijd bij jezelf ligt. Wij moeten blijven overwinnen en we willen dat ook voor anderen in het Lichaam. Het gaat verder: 2 Wij weten echter, dat het oordeel Gods met andere woorden, NIET ons oordeel.. wij zijn allemaal schuldig aan zonden. Als wij die houding kunnen hebben, begrijpende dat wij allemaal schuldig zijn, zullen wij zeer barmhartig zijn voor anderen. Als we met anderen omgaan. Anderen in de Kerk en zelfs buiten de Kerk. Als wij onszelf begrijpen onze zonden en hoe zwak wij zijn.. dat helpt ons om veel barmhartiger te zijn. Het helpt ons om beter te kunnen oordelen, op een betere manier. Anderen… om ons heen. Omdat je moet oordelen maar hoe je oordeelt is zo belangrijk! 3 Rekent gij wellicht hierop, o mens, die oordeelt over hen, die zulke dingen bedrijven, en ze zelf doet, dat gij het oordeel Gods ontgaan zult? Realiseren wij ons dat .. wat dat betekent als het gaat over anderen oordelen. Hoe wij oordelen. Dat .. als wij begrijpen dat wij allemaal zondigen.. dat zou ons oordeel moeten verzachten, hoe we met anderen omgaan. Vooral als het geen zonde is, omdat het is hoe we over de ander denken… hoe we het in de eerste plaats fout beoordelen. Is het een kwestie van zonden als iemand iets fout gedaan heeft? We moeten genadig zijn, barmhartig in hoe we het aanpakken, er mee omgaan. Onze houding! We moeten niet neerkijken op anderen, niet heel hard oordelen… bovenop iemand springen. We moeten geduldig zijn, barmhartig en liefdevol. Zelfs bij correctie, als er correctie nodig is. 4 Of veracht gij de rijkdom van zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid de rijkdom die God ons geeft, genade en barmhartigheid… en lankmoedigheid, en beseft gij niet, dat de goedertierenheid Gods u tot boetvaardigheid leidt? Gods barmhartigheid, geduld.. zorgt dat we tot berouw en bekering kunnen komen. Zo werkt God met ons en willen wij dan ook niet zo met anderen omgaan? Zodat zij tot bekering kunnen komen. Soms kunnen wij het opstakel zijn voor anderen, om tot berouw en bekering te komen. Wat een schande als dat het geval is. 5 Maar in uw weerbarstigheid en onboetvaardigheid van hart hoopt gij u toorn op tegen de dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods, 6 die een ieder vergelden zal naar zijn werken: wij zijn allemaal onder oordeel, want we zondigen allemaal, we hebben allemaal zonden. 7 hun, die, in het goeddoen volhardende, heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken, het eeuwige leven; het is een proces waar wij door moeten, en God is zeer bezorgd, het moet op de juiste manier gebeuren. 8 maar hun, die zichzelf zoeken, der waarheid ongehoorzaam en der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, wacht toorn en gramschap. God wil en kan werken met mensen die hun best doen om de dingen op Gods manier te doen. Wij werken naar eeuwig, onsterfelijk leven, in Zijn familie. Dat zou ons doel moeten zijn, en heel diep in ons hart zitten. Ik weet dat dat zo is. Nogmaals, er zijn veel dingen over oordeel, we zouden er nog heel lang over kunnen spreken. Dingen in de toekomst, in het boek Openbaring. Terwijl we dit besproken hebben, wil ik toch nog naar een gedeelte gaan in Openbaring 16 terwijl we deze prekenserie hebben gehad, en het over oordeel gehad, wil God dat we groeien in het oordelen van zaken, in de Kerk en buiten de Kerk. .. de wereld rondom ons. We moeten de dingen op een rechtvaardige manier kunnen beoordelen. Niet volgens onze eigen standaard, maar gezien door de ogen van God. We kunnen het geestelijke zien, omdat God ons dat gegeven heeft. Zo moeten wij de zaken aanpakken. Openbaring 16: 1 zoals ik al vaak vermeld heb, we moeten dit in ons leven, we leven in een unieke tijd, oordeel komt over deze aarde en dat is al beginnen te gebeuren op krachtige manier aan het eind van de 6.000 Oordeel Deel 3
16
jaar. Oordeel over de mens en dat is soms moeilijk voor mensen in de Kerk, ik wil deze prekenserie over oordeel hiermee eindigen: 1 En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tot de zeven engelen: Gaat heen en giet de zeven schalen van de gramschap Gods uit op de aarde. de toorn van God, waarover gesproken wordt, wordt uitgegoten over de aarde, over mensen die zich niet bekeren. De wereld is zo slecht, is zover afgedwaald van ..zoals ik al vermeldde over wat er gebeurde in Toronto.. een totaal contrast tussen wat ik gezegd heb en wat die andere spreker gezegd heeft. En de mensen applaudisseerden daarom en waren helemaal opgewonden door deze zieke perverse speech… over Jezus Christus en Zijn leven en dood.. de spotternij daarover. Deze wereld is zover afgedwaald van God. Echt waar. Dus deze dingen gaan over de aarde komen en dit gaat hier over een bepaalde tijd, de laatste 7 plagen op de laatste dag, de dag van de wederkomst van Jezus Christus. Deze dingen zullen dan uitgegoten worden: 2 En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en kwaadaardig gezwel aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden. Het gaat hier over wat er in Europa is, de dingen die daar zullen gebeuren. 3 En de tweede goot zijn schaal uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode, en alle levende wezens, elk levende wezen die in de zee waren, stierven. 4 En de derde goot zijn schaal uit in de rivieren en in de waterbronnen, en (het water) werd bloed. In veel gebieden op aarde, Azië en Europa zullen deze dingen gebeuren, en alle andere plagen waarover hier gesproken wordt.. ik ga ze niet allemaal lezen. Maar ik wil dit nog even lezen: 5 En ik hoorde de engel der wateren zeggen: Rechtvaardig zijt Gij, die zijt en die waart, Gij Heilige, dat Gij dit oordeel hebt geveld. Heel krachtig.. het gaat verder.. wel, wat er hier gezegd wordt: deze verschrikkelijke dingen zullen op aarde gebeuren omdat God geoordeeld heeft en Gods oordeel is rechtvaardig. De dingen die God doet, die Hij toelaat in de 3 ½ jarige periode waarin wij ons nu bevinden.. God laat het toe en Zijn oordeel om dit toe te laten is rechtvaardig. Zijn wens is om te redden en ik ga daar later meer over zeggen. Ik heb geen tijd meer nu. Maar ik denk dat we het beter en beter beginnen te begrijpen in de Kerk. Dat God bepaalde dingen toelaat zodat mensen tot berouw/bekering gebracht kunnen worden, de mensen tot het punt brengen dat ze zich kunnen bekeren. Er zijn zoveel mensen in deze wereld, in de verstrooide naties van Israël die zich niet kunnen bekeren. Dat is verschrikkelijk. De wereld is zover afgedwaald. Wij in de Kerk moeten de geest, de houding hebben: God is rechtvaardig in wat Hij toelaat dat gebeurt, wat Hij doet en hoe Hij het doet. De timing waarop Hij alles doet… het is allemaal een kwestie van liefde. Als wij het kunnen begrijpen: zijn liefde, Zijn wens voor Zijn familie.. de wereld, het millennium dat gaat komen, de Grote Witte Troon, het proces dat de mens gered kan worden en de mens in Zijn familie kan gebracht worden. 6 Omdat zij het bloed der heiligen en der profeten vergoten hebben, hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; zij hebben het verdiend! 7 En ik hoorde het altaar zeggen: Ja, Here God, Almachtige, uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. Dit moeten wij allemaal diep in ons hebben, in onze geest, nadat we door deze prekenserie gegaan zijn: dat God inderdaad rechtvaardig is en dat de dingen gaan gebeuren in deze wereld die God toelaat te gebeuren zoals ze gebeuren, omdat het rechtvaardig is en allemaal een kwestie van liefde. Als we het begrijpen. Gods rechtvaardigheid en Gods oordeel wordt in liefde gedaan. Als wij dat kunnen begrijpen en leren te oordelen op een betere manier zullen we altijd weten dat oordeel een kwestie van liefde is. Gods wet is liefde. De gewichtigere zaken van de wet, oordeel, barmhartigheid en genade.. onze mogelijkheid te oordelen, als we het begrijpen, moet altijd gebaseerd zijn op liefde, geven datgene wat beter is.. Met deze gevoelens over elkaar, vooral tegenover God.. wij zijn zo zo gezegend met dat wat God ons gegeven heeft en wij leven in een unieke tijd. Een ieder van ons moet blijven groeien en leren rechtvaardig oordeel te vellen.
Oordeel Deel 3
17